Reactie Jacobs op Van Keirsbilck en Noels

4
Reactie op Van Keirsbilck en Noels Carl Van Keirsbilck en Geert Noels moedigen het verdere debat over de hervorming van het secundair onderwijs aan. Fijn. Mijn opiniebijdrage vonden ze een « stevige repliek » waard via een tekst op slideshare (http://www.slideshare.net/GeertNoels/tweede-oped- over-onderwijs-reactie-op-dirk-jacobs). Mooi. Dus replikeer ik ook graag « stevig » terug, en ook op slideshare. In de inleiding van mijn opiniebijdrage « Nul op het rapport voor gelijke kansen » in de Standaard (12 mei) stond het volgende te lezen : « Carl Van Keirsbilck en Geert Noels (DS 11 mei) beweren dat uit de Pisa-studies blijkt dat onze sterkste leerlingen nu al zwaar afgeremd worden en dat de geplande hervorming van het secundair onderwijs alleen maar tot meer nivellering naar beneden zal leiden. De middelmaat zou de norm worden. Wat een onzin ». In een repliek op slideshare vraagt men die stelling verder te onderbouwen. Met plezier, maar mag ik de heren Van Keirsbilck en Noels dan ook vragen dat ze in het vervolg hun huiswerk wat beter verrichten (hebben jullie Hattie en de kritiek op zijn werk bijvoorbeeld eigenlijk wel gelezen?) en wat verder kijken dan de neus lang is ? Van Keirsbilck en Noels stellen letterlijk: « uit divers onderzoek (de Pisa-studies bijvoorbeeld) is duidelijk gebleken dat onze sterkste leerlingen zwaar worden afgeremd en helemaal niet zo goed presteren als algemeen wordt aangenomen »(DS 11 mei). Dat zou met de geplande onderwijshervorming nog erger worden. Laten we dat eens wat nader bekijken. In de Pisa-testen (eindnoot 1) worden zes competentieniveaus onderscheiden, waarbij niveau 5 en 6 de topniveaus zijn. De meest recente PISA-studie kende een focus op leesvaardigheid, dus laten we ons daar op concentreren. In de Vlaamse gemeenschap zat in 2009 voor lezen 1,2% van de leerlingen op niveau 6 en 11,3% op niveau 5. In de geïndustrialiseerde wereld zit gemiddeld 0,8% van de studenten op het hoogste niveau en 6,8% op het niveau daaronder. In de Verenigde Staten zit 1% op niveau 6 en 8,4% op niveau 5, in Duitsland zit 0,6% op niveau 6 en 7% op niveau vijf. Hoezo, wij remmen onze sterkste leerlingen zwaar af ? Miste ik ergens iets ? Ja, er zijn qua leesvaardigheid enkele landen die het beter doen. Finland bijvoorbeeld. Daar zit 1,6% op niveau 6 en 12,9% op niveau 5. Ze hebben daar dus meer toppresteerders. Finland is een land waar je pas op latere leeftijd kiest voor je studierichting. De beste leerling van de klas is evenwel Nieuw Zeeland met 12,9% op niveau 5 en 2,9% op niveau 6. Ook daar vindt de studiekeuze pas plaats op latere leeftijd. Onze sterkste leerlingen worden helemaal niet disproportioneel afgeremd. Vlaanderen zit aan de top wat het afleveren van toppresteerders betreft. Dus we moeten niet dramatiseren. Twee landen die het beter doen dan wij en het hoogste aantal toppresteerders voor leesvaardigheid van de gehele geïndustrialiseerde wereld afleveren (Finland en Nieuw-Zeeland) hebben een late studiekeuze, precies wat voorzien is in de hervorming van het secundair onderwijs. Hoezo, dat leidt automatisch alleen maar tot nivellering naar beneden en middelmatigheid als norm ? Dat kan dus helemaal niet beweerd worden. Over ideologische vooringenomenheid gesprokenDe cijfers zijn duidelijk wat leesvaardigheid in PISA 2009 betreft.

description

Reactie op Van Keirsbilck en Noels (slideshare) - onderwijshervorming

Transcript of Reactie Jacobs op Van Keirsbilck en Noels

Page 1: Reactie Jacobs op Van Keirsbilck en Noels

Reactie op Van Keirsbilck en Noels

Carl Van Keirsbilck en Geert Noels moedigen het verdere debat over de hervorming van het secundair onderwijs aan. Fijn. Mijnopiniebijdrage vonden ze een « stevige repliek » waard via een tekst op slideshare (http://www.slideshare.net/GeertNoels/tweede-oped-over-onderwijs-reactie-op-dirk-jacobs). Mooi. Dus replikeer ik ook graag « stevig » terug, en ook op slideshare. In de inleiding van mijnopiniebijdrage « Nul op het rapport voor gelijke kansen » in de Standaard (12 mei) stond het volgende te lezen :

« Carl Van Keirsbilck en Geert Noels (DS 11 mei) beweren dat uit de Pisa-studies blijkt dat onze sterkste leerlingen nu al zwaarafgeremd worden en dat de geplande hervorming van het secundair onderwijs alleen maar tot meer nivellering naar beneden zalleiden. De middelmaat zou de norm worden. Wat een onzin ».

In een repliek op slideshare vraagt men die stelling verder te onderbouwen. Met plezier, maar mag ik de heren Van Keirsbilck en Noels danook vragen dat ze in het vervolg hun huiswerk wat beter verrichten (hebben jullie Hattie en de kritiek op zijn werk bijvoorbeeld eigenlijkwel gelezen?) en wat verder kijken dan de neus lang is ?Van Keirsbilck en Noels stellen letterlijk: « uit divers onderzoek (de Pisa-studies bijvoorbeeld) is duidelijk gebleken dat onze sterksteleerlingen zwaar worden afgeremd en helemaal niet zo goed presteren als algemeen wordt aangenomen » (DS 11 mei). Dat zou met degeplande onderwijshervorming nog erger worden.

Laten we dat eens wat nader bekijken. In de Pisa-testen (eindnoot 1) worden zes competentieniveaus onderscheiden, waarbij niveau 5 en6 de topniveaus zijn. De meest recente PISA-studie kende een focus op leesvaardigheid, dus laten we ons daar op concentreren. In deVlaamse gemeenschap zat in 2009 voor lezen 1,2% van de leerlingen op niveau 6 en 11,3% op niveau 5. In de geïndustrialiseerde wereld zitgemiddeld 0,8% van de studenten op het hoogste niveau en 6,8% op het niveau daaronder. In de Verenigde Staten zit 1% op niveau 6 en8,4% op niveau 5, in Duitsland zit 0,6% op niveau 6 en 7% op niveau vijf. Hoezo, wij remmen onze sterkste leerlingen zwaar af ? Miste ikergens iets ? Ja, er zijn qua leesvaardigheid enkele landen die het beter doen. Finland bijvoorbeeld. Daar zit 1,6% op niveau 6 en 12,9% opniveau 5. Ze hebben daar dus meer toppresteerders. Finland is een land waar je pas op latere leeftijd kiest voor je studierichting. De besteleerling van de klas is evenwel Nieuw Zeeland met 12,9% op niveau 5 en 2,9% op niveau 6. Ook daar vindt de studiekeuze pas plaats oplatere leeftijd.

Onze sterkste leerlingen worden helemaal niet disproportioneel afgeremd. Vlaanderen zit aan de top wat het afleveren vantoppresteerders betreft. Dus we moeten niet dramatiseren. Twee landen die het beter doen dan wij en het hoogste aantal toppresteerdersvoor leesvaardigheid van de gehele geïndustrialiseerde wereld afleveren (Finland en Nieuw-Zeeland) hebben een late studiekeuze, precieswat voorzien is in de hervorming van het secundair onderwijs. Hoezo, dat leidt automatisch alleen maar tot nivellering naar beneden enmiddelmatigheid als norm ? Dat kan dus helemaal niet beweerd worden. Over ideologische vooringenomenheid gesproken… De cijfers zijnduidelijk wat leesvaardigheid in PISA 2009 betreft.

Page 2: Reactie Jacobs op Van Keirsbilck en Noels

Ik pas om selectief te citeren wat alleen maar in mijn kraam past – doen jullie dat ook even ? We merken een ander patroon als het overwiskunde gaat. Daar staat Vlaanderen nog steeds aan de wereldtop, als we alleen maar naar de toppresteerders kijken. In PISA 2009hebben we 18,2% leerlingen op niveau 5 en 8,7% leerlingen op niveau 6. We geven daarmee zelfs Finland (16,7% op niveau 5 en 4,9% opniveau 6) en Nieuw Zeeland (13,6% op niveau 5 en 5,3% op niveau 6) het nakijken. Dus neen, met onze toppresteerders valt het nog mee –niemand doet in Europa beter voor wiskunde - maar men kan ook niet beweren dat een late studiekeuze automatisch voor meertoppresteerders zorgt. Zo simpel is het nu ook weer niet.

En ja, de proportie toppresteerders is inderdaad ook volgens PISA de laatste tien jaar in Vlaanderen wat afgenomen. Met name watwiskunde betreft (ook al staan we daar nog steeds aan de wereldtop). Is dat jammer ? Ja, ook al hebben we nog enige rek, laten we datvooral niet vergeten. Ik juich die achteruitgang niet toe. Misschien ligt die daling wel aan het feit dat steeds meer schooldirecteurs klagendat ze geen wiskunde-leerkrachten meer kunnen aantrekken ? (Om maar te zwijgen over competente leerkrachten Chemie en Fysica).Waarom blijft de instroom aan de universiteit voor exacte wetenschappen overigens zo ontstellend laag ? Zou het misschien liggen aan onswaterval-systeem waarin voor vele ouders en leerlingen Latijn-Grieks nog steeds het nec plus ultra voor de topleerlingen is ? En waaromstappen onze exacte wetenschappers niet in het onderwijs ? Oh ja, die zijn elders ook nodig (ingenieurs, IT’ers).

Soit, wat als een paal boven water staat, is dat ‘early tracking’ (vroege schoolkeuze) tot ongelijke kansen leidt en dus gelijk staat aan talentweggooien. Want ja, bij die arbeiderskinderen en allochtonen zit ook toptalent dat we nu systematisch de pas afsnijden. Lees er deinternationale wetenschappelijke literatuur eens op na, als u de OECD-rapporten niet gelooft. Maar misschien is in deze tijden van Twitter-communicatie anekdotische bewijsvoering overtuigender. Als ik aan mijn auditorium studenten aan de Solvay Business School ofManagement – dé topopleiding in Franstalig België – vraag de vinger op te steken wiens ouders geen opleiding hoger onderwijs genotenheeft, gaan maar enkele handen de lucht in. Dat komt omdat sociale klasse en het opleidingsniveau van de ouders heel sterk bepaalt welkestudiekeuze kinderen maken bij de overgang van lager naar secundair onderwijs (en wie uiteindelijk op de universiteitsbanken belandt).(eindnoot 2) Vindt u dat normaal ? (Ik ga er even van uit dat u niet zou willen beweren dat arme kinderen genetisch dommer zijn, zo lopener namelijk ook nog een paar rond in België). Wie de biografie van onze allochtone elite uitpluist, merkt al snel dat een aanzienlijk deel (opadvies van ouders, school of het vroegere PMS) eerst TSO/BSO gevolgd heeft, dan HOBU aanvatte, om uiteindelijk te ontdekken dat ze tochhet universitaire niveau aan konden. Vindt u dat normaal ?

Van Keirsbilck en Noels verwijzen ondermeer naar collega Hanusheck. Ik citeer even uit diens studie Does Educational Tracking AffectPerformance and Inequality ? Differences-in-differences Evidence across Countries’ (Hanusheck & Wöschmann, 2005) : « The resultsconsistently indicate that early tracking increases inequality in achievement. Although the evidence on the level of performance is lesscertain, there is very little evidence that there are efficiency gains associated with this increased inequality ». Of nog : « From a policyperspective, it seems incumbent on those advocating early tracking in schools to identity the potential gains from this. These preliminaryresults suggest that countries lose in distribution of outcomes, and possibly also in level of outcomes, by pursuing such policies ».

Page 3: Reactie Jacobs op Van Keirsbilck en Noels

Vrij vertaald voor de slechte verstaander : het is overduidelijk dat een vroege schooloriëntatie sociale ongelijkheid versterkt, terwijl erhoogstwaarschijnlijk helemaal niks te winnen valt voor de toppresteerders in vergelijking met een systeem met late schoolkeuze. Alsiemand stellingen beter dient te onderbouwen, zijn het Van Keirsbilck en Noels. Oh ja, voor we met non-argumenten als ideologischevooringenomenheid van sociologen afkomen, Hanusheck is een professor in de economie.

Heren Van Keirsbilck en Noels, leg mij geen uitspraken in de mond. Natuurlijk wens ik niet dat onze hoogpresteerders naar benedenzouden tuimelen. Ik ga niet blind voor de ideologie van gelijkschakeling. Ik pas voor middelmaat. Heb ik dat ergens gezegd of geschrevenmisschien ? Hallo ? Ik ben een universiteitsprofessor – toegegeven ‘maar’ een socioloog - die ondermeer het vak kwantitatieve methodendoceert. Ik erger me dood aan de wijdverspreide onkunde wat statistiek betreft – ook bij universitair geschoolden, lees er de kranten maareens op na - of de grote hoeveelheid fouten tegen de participe passé bij mijn studenten (als ik in Vlaanderen les zou geven, zou ik meongetwijfeld aan dt-fouten storen). Denkt u dat ik voor niveauverlaging ben ? En dat ideologische vooringenomenheid is ? Kunt u diestelling eens onderbouwen aub ?

Op het einde van uw repliek worden de grote woorden niet geschuwd :

« De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Universele Kinderrechtenverdrag geven alle kinderen hetfundamentele recht op een zo volledig mogelijke ontplooiing. Gelijke uitkomsten staan daar zeker niet in, het afremmen vantoptalenten kan als een schending ervan worden gezien.»

We zagen in de PISA-cijfers al dat het afremmen van toptalenten – tenminste van zij die genoeg kansen kregen - nu niet meteen eenprobleem is in Vlaanderen. (En neen, we moeten het afremmen vooral ook niet gaan organiseren). Ik ga verder volledig akkoord dat hetniet gaat om gelijke uitkomsten maar om gelijke kansen. Die zijn er nu niet. Wie kansarm is, heeft minder kansen. Dat is de realiteit. Lees ereens de sociologische en economische literatuur over internationaal vergelijkend onderzoek op na : als we één ding nu wel met zekerheidweten, is het dat ‘early tracking’ (vroege schoolkeuze) gelijke kansen in de weg staat. Over ontkenning gesproken. Dus noem nu eens eenkat, een kat. Zijn jullie dan tegen gelijke kansen misschien ? En zo ja, waarom ? Moeten alleen kansrijken van het beste onderwijs genietenen hebben zij meer recht dan anderen om hun talenten te ontwikkelen ? Vinden jullie de democratisering van het onderwijs onzin ? En hoekan dat in hemelsnaam economisch efficiënt zijn ?

Genoeg retorische vragen. Ik kan me moeilijk inbeelden dat jullie tegen gelijke kansen zouden zijn en voor elite-onderwijs voor een kleinegroep gepriviligeerden en dat ook nog eens economisch efficiënt zouden vinden. Ik ben verder blij dat jullie het belang van de kwaliteit vande leerkrachten en snelle en intensieve remediëring onderstrepen. Prima, dat hebben we nodig ! Boter bij de vis, graag. Ik snap ook jullielegitieme bezorgheid dat we hoogbegaafde kinderen niet in de kou moeten laten staan.

Page 4: Reactie Jacobs op Van Keirsbilck en Noels

Kunnen jullie je brains dan eens mee aanwenden om het onderwijs in Vlaanderen tot de tophoogte van Finland te helpen tillen ? Dat wilzeggen : een hoog gemiddelde, veel toppresteerders, weinig achterblijvers en minder sociale stratificatie (intergenerationale overdrachtvan ongelijkheid). Want vooral en alleen veel toppresteerders afleveren is toch wat magertjes als ambitie.

Uiteraard is het recept van Finland niet enkel terug te voeren tot de late studiekeuze. Er is een doorgedreven sociale mix in alle scholen enscholen presteren globaal gezien allemaal op een vergelijkbaar niveau. Leerkrachten zijn er allemaal universitairen en kennen een hogestatus. In de klas worden zwakke én sterke leerlingen individueel begeleid. Leerlingen evalueren er zichzelf en gaan van succes-ervaringnaar succes-ervaring (wij geven punten op 10 waarbij telkens de nadruk gelegd wordt op wat je niet kan en met een zesje mag je ookverder, ook al is dat duidelijk geen 10 ; in Finland stelt een leerling een leerdoelstelling voorop en werkt dan hard om die te bereiken). Dusneen, een latere studiekeuze in het secundair onderwijs alleen is niet zaligmakend. Ik beweer dat niet. Goed dat jullie bondgenoten willenzijn om ons onderwijssysteem drastisch structureel te hervormen in een totaalvisie.

Maar kijk, samen met de OECD, ook eens naar Polen. Een land dat de laatste tien jaar spectaculaire vooruitgang boekte na de hervormingvan het secundair onderwijs. De gemiddelden gingen erop vooruit, de toppresteerders bleven op hetzelfde niveau en de socialeongelijkheid werd fel teruggedrongen. Als jullie de verwijzingen naar Finland beu zijn, ga dan eens in Polen kijken. En ja, jullie hebbenzeker een punt dat de vijf studiedomeinen die Vlaanderen voorziet het gevaar in zich dragen snel tot een nieuwe hiërarchische perceptie teleiden (DS 11 mei). Denken jullie even mee hoe we dat kunnen vermijden ?

We willen toch een beter onderwijs voor iedereen ? Of heb ik iets gemist ? Zijn alleen de potentiële toppresteerders van tel als ze uitkansrijke gezinnen komen?

Dirk Jacobs

Noten:

(1) We laten TIMMS en PIRLS buiten beschouwing omdat dit curriculum-gebaseerde testen op het niveau van jaarklassen zijn (en niet naar leeftijd zoals PISA),waardoor de resultaten sterk beïnvloed worden door de inhoud van het curriculum en het beleid van zittenblijven dat landen kenmerkt. Internationale vergelijkingenzijn daardoor manker op basis van TIMMS en PIRLS dan de PISA-testen.

(2) Voor recent onderzoek over Vlaanderen zie : Boone, S. & Van Houtte, M., (2010). Sociale ongelijkheid bij de overgang van basis- naar secundair onderwijs. Inopdracht van de Vlaamse Minister voor Onderwijs en Vorming, in het kader van het 'OBPWO-programma'. Gent: Universiteit Gent. Ook internationaal gepubliceerd inSociological Review en British Journal of Sociology of Education.

Voor meer info over (on)gelijke kansen in Vlaanderen zie het PISA-rapport « Verspild talent » voor de Koning Boudewijnstichting:

Jacobs, D. & Rea, A. (2011) "Verspild talent. De prestatiekloof in het secundair onderwijs tussen allochtone en andere leerlingen volgens het PISA-onderzoek 2009",

Brussel: Koning Boudewijnstichting, 98 p. (ISBN 978-90-5130-749-8). http://www.kbs-frb.be/publication.aspx?id=285522&LangType=2067