Reactie CNV op sociaal akkoord (update zomer 2014)
-
Upload
cnv-vakcentrale -
Category
News & Politics
-
view
340 -
download
2
description
Transcript of Reactie CNV op sociaal akkoord (update zomer 2014)
1
2
Uitgebreide reactie CNV op Sociaal Akkoord – Zomer 2014
ONTSLAGRECHT
Wat stond er in de kabinetsplannen over het ontslagrecht? (2012)
Het kabinet wilde het ontslagrecht wijzigen, door ontslag mogelijk te maken nadat het
UWV alleen advies zou hebben gegeven. Bij ontslag zou iedereen een zogenoemde
transitievergoeding krijgen ter hoogte van een kwart maandsalaris per dienstjaar.
Wat was het resultaat van het sociaal akkoord? (april 2013)
In het sociaal akkoord waren nieuwe regels voor het ontslagrecht overeengekomen. Deze
zouden ingaan op 1 januari 2016. Ontslag is pas mogelijk na een voorafgaande toets
door het UWV of de kantonrechter. Iedere werknemer krijgt bij ontslag een
transitievergoeding van een derde maandsalaris per dienstjaar voor de eerste 10 jaren
dienstverband en de helft van een maandsalaris per dienstjaar voor de jaren daarna.
Voor mensen die op 1 januari 2016 50 jaar of ouder zijn zou een ruimere
overgangsregeling gelden.
Wat is de huidige stand van zaken? (zomer 2014)
De wet die uitvoering geeft aan de wijzigingen in het ontslagrecht, de Wet Werk en
Zekerheid, is op 10 juni jl. aangenomen door de Eerste Kamer. In de wet zijn de
wijzigingen in het ontslagrecht die waren afgesproken in het sociaal akkoord in tijd naar
voren getrokken, ze gaan in vanaf juli 2015 in plaats van vanaf januari 2016.
Wat vindt het CNV van het resultaat?
Het CNV heeft voortdurend gepleit voor een eenvoudiger en eerlijker stelsel. Het nieuwe
stelsel voorziet daarin. Er komt een transitievergoeding bij onvrijwillig ontslag, voor een
groter aantal mensen dan nu het geval is. Ook is het straks afhankelijk van de reden van
het ontslag welke ontslagroute wordt gehanteerd, waardoor dit voor werknemers vooraf
duidelijker is. In de komende tijd zal het CNV waakzaam zijn op de verdere uitwerking en
implementatie van de wet.
3
WERKLOOSHEIDSWET
Wat stond er in de kabinetsplannen over de WW? (2012)
Het kabinet wilde de WW in hoogte en duur terugbrengen naar maximaal één jaar
uitkering op basis van het laatstverdiende loon en één jaar uitkering op basis van het
minimumloon.
Wat was het resultaat van het sociaal akkoord? (april 2013)
Tot 1 januari 2016 verandert er niets aan de huidige WW. De WW wordt vanaf 2016
anders georganiseerd. De wet geeft recht op twee jaar uitkering op basis van het
laatsverdiende loon. In de cao kunnen de overige maanden aangevuld worden tot het
huidige maximale recht van 38 maanden. En na een half jaar wordt elke vacature als
passend gezien. Werkgevers en werknemers krijgen de zeggenschap over de uitvoering
van de WW. Werknemers gaan vanaf 2016 wel geleidelijk meebetalen aan de WW.
Wat is de huidige stand van zaken? (zomer 2014)
In de Wet Werk en Zekerheid heeft het kabinet de voorstellen uit het sociaal akkoord
verwerkt. De maatregelen rondom de WW gaan in vanaf 1 januari 2016, behalve de
maatregel over het eerder moeten aanvaarden van passende arbeid. Die maatregel is in
het begrotingsakkoord van oktober 2013 door de politiek een half jaar naar voren
gehaald en deze gaat dus in op 1 juli 2015. Vanaf 1 januari 2016 wordt de opbouw van
de WW beperkt en de duur verkort naar 24 maanden, dit moet vervolgens in de cao
gerepareerd worden tot het huidige niveau (zie hieronder).
In de Sociaal Economische Raad (SER) zijn werkgevers, werknemers en onafhankelijke
leden nu met elkaar in gesprek hoe de zeggenschap over de WW meer bij sociale
partners kan komen te liggen en de financiering anders georganiseerd kan worden. Ook
is er in het advies aandacht voor de wijze waarop de opbouw en duur van de WW
gerepareerd moet worden. Dit moet vervolgens in de cao’s van de sectoren en bedrijven
worden opgenomen. Het advies van de SER moest in het voorjaar van 2014 worden
afgerond, maar dit zal later dit jaar worden.
Wat vindt het CNV van het resultaat?
Het CNV vindt het van groot belang dat er een oplossing voor de WW is gevonden die
toekomstbestendig is. Dat sociale partners meer zeggenschap krijgen over de WW is
eveneens van belang, omdat daarmee nog beter (langdurige) werkloosheid kan worden
voorkomen. De reparatie van de opbouw en de duur van de WW aan de cao-tafels is een
blijvend punt van aandacht voor het CNV. Dit moet op korte termijn uitwerking krijgen
wat het CNV betreft en hiervoor zet het CNV zich ten volste in binnen het overleg in de
SER.
4
FLEX
Wat stond er in de kabinetsplannen over Flex? (2012)
Het kabinet wilde vast en flex beter met elkaar in evenwicht brengen en streefde ernaar
om samen met werkgevers en vakbonden de wettelijke bescherming van flexwerkers te
verbeteren. Het kabinet stelde echter bijvoorbeeld in de Ziektewet maatregelen voor die
slecht zouden uitpakken voor flexwerkers.
Wat was het resultaat van het sociaal akkoord? (april 2013)
Voortaan zijn er maar 3 contracten in maximaal 2 jaar mogelijk en worden contracten die
elkaar met een tussenpoos van minder dan 6 maanden opvolgen bij elkaar opgeteld
(herziening ketenbepaling). Daarnaast krijgen mensen met een flexibel contract meer
rechten, bijvoorbeeld op het gebied van scholing. In een contract dat korter is dan een
half jaar kan geen proeftijd worden afgesproken. In de zorg komt een verbod op nul-
urencontracten.
De arbeidsverledeneis die per 2014 zou worden ingevoerd in de Ziektewet wordt
afgeschaft. Door het schrappen van de arbeidsverledeneis houden mensen in de
Ziektewet recht op een uitkering gebaseerd op het laatstverdiende loon.
Er zal meer en scherper gecontroleerd worden, met extra arbeidsinspecteurs, om
schijnconstructies op de arbeidsmarkt steviger tegen te gaan.
Wat is de huidige stand van zaken? (zomer 2014)
Bij de vaststelling van de wet in de Eerste Kamer is in de Wet Werk en Zekerheid bepaald
dat de bovenstaande maatregelen rondom flexwerk ingaan op 1 januari 2015. De
herziening van de ketenbepaling gaat op initiatief van de Tweede Kamer pas in op 1 juli
2015. Mensen krijgen met deze ketenbepaling na 2 jaar aanspraak op een vast contract.
Door middel van het Actieplan Schijnconstructies wordt er uitwerking gegeven aan het
tegengaan van schijnconstructies. Ook komt de minister met een extra wet, de Wet
Aanpak Schijnconstructies. Zie ook: http://www.cnv.nl/actueel/nieuws/nieuwsdetail/cnv-
steunt-aanpak-schijnconstructies/
Wat vindt het CNV van het resultaat?
Het akkoord verbetert de positie van flexwerkers en daar heeft het CNV zich ook steeds
voor ingezet.
5
PARTICIPATIEWET
Wat stond er in de kabinetsplannen over de Participatiewet? (2012)
De instroom in de Sociale Werkvoorziening (SW) in zijn huidige vorm stopt in 2014.
Gemeenten krijgen binnen de wettelijke daders ruimte om zelf beschut werk als
voorziening te organiseren. Er is geld om via deze voorziening structureel 30.000
werkplekken te realiseren op het niveau van het wettelijk minimum loon. Er komt een
quotumregeling voor het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking door
grotere werkgevers (boven de 25 werknemers).
Wat was het resultaat van het sociaal akkoord? (april 2013)
In het sociaal akkoord is afgesproken dat werkbedrijven een belangrijk rol gaan spelen in
het aan het werk krijgen en houden van mensen die door lichamelijke, verstandelijke
en/of psychische beperking ondersteuning nodig hebben om te kunnen meedoen op de
arbeidsmarkt. Bij voorkeur worden deze mensen geholpen naar een baan binnen een
regulier bedrijf, maar voor de mensen die dat nodig hebben blijven er beschutte
werkplekken. Met het sociaal akkoord krijgen mensen in tegenstelling tot eerdere
plannen van het Kabinet eerder de mogelijkheid het minimumloon te verdienen en
kunnen ze niet langdurig uitkomen op minder dan het wettelijk minimumloon. De
hierboven genoemde werkbedrijven worden regionaal georganiseerd in 35 regio’s.
Werkgevers, werknemers en gemeenten werken hierin samen. In het akkoord is
afgesproken dat bedrijven zich inspannen om mensen met een beperking aan het werk te
krijgen. Het aantal extra banen loopt vanaf 2014 per jaar op tot een jaarlijkse groei van
het aantal garantiebanen van 10.000 banen per jaar in 2020. In totaal betekent dat dat
er in 2026 100.000 banen in de marktsectoren moeten zijn en 25.000 banen in de
overheidssectoren . Als dat niet lukt, dan komt er mogelijk toch een quotumregeling.
Wat is de huidige stand van zaken? (zomer 2014)
Vlak voor het sluiten van het sociaal akkoord werd ‘De Werkkamer’ opgericht. ‘De
Werkkamer’ is een overleg tussen sociale partners en gemeenten. Dit overleg speelt een
belangrijke rol in de uitwerking van de afspraken uit het sociaal akkoord, de vertaling
naar de 35 regio’s, de inrichting van de werkbedrijven en de toegezegde banen van
werkgevers. De gemeenten en sociale partners zijn het erover eens dat mensen uit de
Wajong en mensen op de wachtlijst van de SW als eerste in aanmerking moeten komen
voor de toegezegde banen. Daarnaast worden er in een aantal regio’s pilots gestart met
de werkbedrijven. Zo kan ervaring worden opgedaan met hoe bemiddeling naar werk het
beste kan plaatsvinden en welke instrumenten daarvoor nodig zijn. De Participatiewet
zelf is inmiddels door de Tweede- en Eerste Kamer aangenomen. De planning is dat deze
1 januari 2015 van kracht wordt.
6
Wat vindt het CNV van het resultaat?
Het CNV vindt een volwaardige arbeidsplaats voor iedereen op de arbeidsmarkt, met en
zonder beperking, van groot belang. Dat werkgevers de komende jaren een baangarantie
geven aan 125.000 mensen met een beperking is dan ook positief. De plaatsing en
begeleiding van mensen met een beperking wordt uitgevoerd door nieuwe regionale
werkbedrijven, die daarvoor ook de middelen krijgen. Dit vergroot de kans op
daadwerkelijk een baan voor deze doelgroep. De tot op heden geboekte voortgang bij de
uitwerking is hoopgevend. De beperkte financiële ruimte bij gemeenten, de positie van
nieuwe ‘jonggehandicapten’ en de beschikbare instrumenten blijven wel een punt van
zorg.
7
PENSIOENEN
Noot: Naast de hieronder besproken Kabinetsplannen op het gebied van pensioenen, is
het huidige Kabinet ook bezig met het herzien van het zogenaamde Financieel
Toetsingskader (FTK).Over dit onderwerp zijn in het sociaal akkoord geen afspraken
gemaakt en is dus niet hier terug te vinden. Het CNV houdt zich hier wel mee bezig: zie
www.cnv.nl
Wat stond er in de kabinetsplannen over de pensioenen? (2012)
In het regeerakkoord werd aangegeven dat de mogelijkheid om fiscaalvriendelijk
pensioen op te bouwen wordt beperkt. Ook kondigde het kabinet een
overbruggingsregeling aan voor mensen met AOW-gat. Het CNV vond deze regeling
onvoldoende.
Wat was het resultaat van het sociaal akkoord? (april 2013)
Werkgevers, werknemers en het kabinet zouden zoeken naar mogelijkheden om de
pensioenopbouw te handhaven, hiervoor is door het kabinet een beperkt budget
beschikbaar gesteld. In het sociaal akkoord is afgesproken dat de regeling voor mensen,
die zich niet konden voorbereiden op de verhoging van de pensioenleeftijd, wordt
uitgebreid. Dat is goed omdat deze mensen anders met een grote onverwachte
inkomensdaling te maken krijgen.
Wat is de huidige stand van zaken? (zomer 2014)
Het is werkgevers, werknemers en kabinet niet gelukt om tot een afspraak te komen
waarin de mogelijkheid fiscaalvriendelijk pensioen op te bouwen niet wordt beperkt. Het
CNV heeft vervolgens bij de Tweede- en Eerste Kamer haar bezwaren geuit tegen een
beperking van het fiscaalvriendelijk pensioensparen. Dit had succes want, de Eerste
Kamer besloot het kabinetsvoorstel te verwerpen. In december 2013 is het kabinet
vervolgens met een nieuw voorstel gekomen. In dit voorstel wordt het pensioensparen
minder beperkt dan in het eerdere voorstel (naar 1,875 procent in plaats van naar 1,75
procent). Dit voorstel is inmiddels aangenomen door de Eerste en Tweede Kamer. De
verlaging van het pensioensparen gaat in per 1 januari 2015.
De (dankzij het sociaal akkoord uitgebreide) overbruggingsregeling voor mensen met een
AOW-gat is in 2013 ingevoerd.
Wat vindt het CNV van het resultaat?
De verlaging van het fiscaalvriendelijk pensioensparen is uiteindelijk minder groot dan in
het eerste voorstel van het kabinet. Het maximale opbouwpercentage wordt namelijk niet
naar 1,75 procent verlaagd maar naar 1,875 procent Een verbetering dus, maar toch
8
blijft overeind dat iedereen vanaf 1 januari 2015 minder pensioen kan opbouwen. Dit is
teleurstellend. Het CNV had liever een opbouwpercentage van tenminste 2 procent
gehad, omdat een goed pensioen daarmee beter haalbaar is. De in het sociaal akkoord
afgesproken overbruggingsregeling is een verbetering en daarom is het CNV is tevreden
met de invoering hiervan.
9
NULLIJN
Wat stond er in de kabinetsplannen over de nullijn? (2012)
Ambtenaren en onderwijzend personeel blijven op de nullijn, personeel in de zorg komt
op de nullijn.
Wat was het resultaat van het sociaal overleg? (april 2013)
Het bezuinigingspakket van het kabinet voor 2014, waar de nullijn voor medewerkers in
de zorg, onderwijzers en ambtenaren onderdeel van was, is door het kabinet
ingetrokken.
Wat is de huidige stand van zaken? (zomer 2014)
Korte tijd na het Sociaal Akkoord werd ook een Zorgakkoord gesloten waarin
werkgevers- en werknemersorganisaties in de zorg, waaronder CNV Publieke Zaak,
afspraken hebben gemaakt met het kabinet over de zorg. In dat akkoord spraken ze
onder andere af dat de nullijn in de zorg van tafel werd gehaald. (zie:
http://www.mijnvakbond.nl/CNV-Publieke-Zaak-sluit-
zorgakkoord?highlight=zorgakkoord)
De nullijn voor ambtenaren lijkt van de baan, maar nog niet overal. Op 15 juli is er
akkoord gesloten over een nieuwe cao gemeenten die – met terugwerkende kracht –
loopt van 1 januari 2013 tot 1 januari 2016. Momenteel lopen de onderhandelingen over
een nieuwe cao voor de rijkssector, maar nieuwe afspraken zijn hier nog niet over. Voor
actuele informatie over de cao onderhandelingen voor ambtenaren kunt u terecht op:
www.mijnvakbond.nl
De nullijn voor personeel in het onderwijs werd met de afspraken uit het Nationaal
Onderwijsakkoord van september 2013, van tafel gehaald. In het Nationaal
Onderwijsakkoord zijn o.a. afspraken gemaakt over ruimte voor loonontwikkeling in
2014, in relatie tot 2015 en een extra bedrag van € 34 miljoen dat beschikbaar komt
voor meer loonruimte in 2014. Afspraken over loonsverhogingen moeten gemaakt
worden in de verschillende cao’s binnen het onderwijs. Zo is er recent onder andere een
cao akkoord gesloten over de cao voor het Voortgezet Onderwijs met daarin een
loonsverhoging van 1,2%. Voor actuele informatie over de cao onderhandelingen in het
onderwijs kunt u terecht op: www.cnvonderwijs.nl
Wat vindt het CNV hiervan?
In het sociaal akkoord zijn over de nullijn afspraken gemaakt. Die afspraken zijn nog
steeds maar deels nagekomen. Dat geeft ongelijkheid en scheve verhoudingen. Dat is
niet bevorderlijk voor de rust in de overheidssector, maar komt de productiviteit en de
consumptie ook niet ten goede.
10
JEUGDWERKLOOSHEID
Wat stond er in de kabinetsplannen over jeugdwerkloosheid? (2012)
In het regeerakkoord werd niet gerept over het almaar groter wordende probleem van de
jeugdwerkloosheid.
Wat was het resultaat van het sociaal akkoord? (april 2013)
Werkgevers en werknemers zijn na ondertekening van het sociaal akkoord per direct een
Actieteam Crisisbestrijding gestart. In dit Actieteam zitten naast vertegenwoordigers van
sociale partners ook vertegenwoordigers van de gemeenten, het ministerie van SZW, het
UWV en de ambassadeur jeugdwerkloosheid. Dit Actieteam heeft ondermeer tot taak om
ondersteuning te bieden aan sectoren en regio’s die met plannen komen om het
functioneren van de arbeidsmarkt te verbeteren en de werkloosheid (van alle groepen,
met specifieke aandacht voor jongeren) te verminderen. Ook landelijk worden
maatregelen genomen om meer jongeren aan het werk te krijgen. Het instrument
Startersbeurs dat mede door CNV Jongeren ontwikkeld is wordt specifiek aangeraden en
kan door gemeenten worden ingezet. Verder is afgesproken dat jongeren een
zogenaamde Youth Guarantee krijgen. Dat betekent dat zij bij het schoolverlaten meteen
een aanbod krijgen voor stage of training, voortzetting van de opleiding, of als dat
mogelijk is een werkaanbod. Daarnaast zouden er projecten op gemeentelijk niveau
komen, waarin oudere werknemers starters op de arbeidsmarkt naar werk begeleiden.
Wat is de huidige stand van zaken? (zomer 2014)
De minister van SZW heeft in totaal 590 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de
zogeheten Sectorplannen. Deze plannen worden gecoördineerd door het Actieteam
crisisbestrijding. De 590 miljoen euro is beschikbaar om de sectorplannen voor de helft
te financieren, de andere helft wordt geïnvesteerd door sectoren en regio’s die een plan
indienen (in totaal dus meer dan 1 miljard). In het eerste aanvraagtijdvak (1 oktober –
31 december 2013) zijn 35 sectorplannen ingediend bij het ministerie van SZW voor een
bedrag van meer dan 200 miljoen euro. In deze plannen wordt veel aandacht besteed
aan de instroom van jongeren op de arbeidsmarkt. Onder andere door het creëren van
leerwerkbanen. Inmiddels zijn zeven aanvragen goedgekeurd en er volgen spoedig meer.
Het tweede aanvraagtijdvak liep van 1 april tot en met 31 mei 2014. Als gevolg van een
afspraak in het Begrotingsakkoord van PvdA, VVD, D66, ChristenUnie en SGP dienen de
maatregelen van de sectorplannen die in dit tijdvak worden aangevraagd voor een derde
deel aan bestrijding van jeugdwerkloosheid ten goede te komen.
Wat vindt het CNV van het resultaat?
Het CNV vindt de resultaten tot nu toe positief. De eerste sectorplannen zijn echter net
goedgekeurd en de looptijd van de plannen is ongeveer twee jaar, voor een definitief
oordeel is het daarom nog te vroeg.
11
ONTWIKKELINGSBUDGETTEN
Waarom wil het CNV ontwikkelingsbudgetten?
Het CNV vindt het van groot belang dat werkgevers en werknemers voortdurend
investeren in de persoonlijke ontwikkeling van werknemers. Alleen zo kunnen
werknemers hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten en werkloosheid voorkomen.
Zeker wanneer mensen tot op latere leeftijd moeten doorwerken is dit heel belangrijk.
Wat wilde het CNV concreet inbrengen in de sociale agenda?
Werkgevers die niet investeren in ontwikkeling van hun medewerkers moeten bij ontslag
extra betalen. Werknemers krijgen een ontwikkelingsbudget in de sector waarin zij
werken, ze kunnen dit vrij besteden. Deze opgebouwde rechten moet je mogen
meenemen wanneer je van baan verandert. Opleidingsfondsen in sectoren moeten hierbij
sectoroverstijgend samenwerken. En dit ontwikkelingsbudget geldt zowel voor
werknemers in de flexibele schil als voor werknemers met een dienstverband voor
onbepaalde tijd (vast en flex).
Wat was er in het sociaal akkoord gekomen? (april 2013)
Werkgevers en werknemers hebben afgesproken dat in een sector opgebouwde rechten,
kennis, en ervaring worden erkend en meegenomen kunnen worden naar een andere
werkgever, ook als dat een andere sector betreft. Bestaande en nieuw op te richten
(sectorale) opleidings- en ontwikkelingsfondsen moeten dit mogelijk maken.
Ook hebben werkgevers en werknemers afgesproken dat scholings- en
ontwikkelingsfaciliteiten ook moeten gelden voor mensen met een flexibel contract en
ZZP-ers. Flexibele werknemers moeten volgens het akkoord scholing aangeboden krijgen
tot minimaal de startkwalificatie, en ze moeten gelijke toegang krijgen tot de scholing in
de sector of die van het bedrijf waar ze werken.
In het akkoord staat dat het van belang is dat werkgevers én werknemers investeren in
de ontwikkeling van werknemers. Als dat niet gebeurt, dat kan dat gevolgen hebben voor
de hoogte van de vergoeding bij onvrijwillig ontslag.
Wat is de huidige stand van zaken (zomer 2014)
Het maken van afspraken over scholing is een belangrijk punt in het
arbeidsvoorwaardenbeleid van het CNV. Hierover worden in cao’s afspraken gemaakt met
werkgevers, bijvoorbeeld over in het inzetten van het instrument EVC (Erkenning van
Verworven Competenties) waarmee inzichtelijk gemaakt kan worden welke ervaring
iemand in of naast zijn/haar werk heeft opgedaan. Op dit moment komt een aantal cao’s
moeizaam tot stand. Dat betekent ook dat er op dit punt nog niet in alle sectoren
voortgang te melden is.
12
Wat vindt het CNV van het resultaat?
Scholing en ontwikkeling van mensen is en blijft een belangrijk punt voor het CNV. In de
verdere uitwerking van het Sociaal Akkoord en in de cao’s die het CNV sluit zal hier
blijvend op gelet worden.