Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud...

30
Monitor 2015 Evaluatie MUP 2013 - 2014

Transcript of Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud...

Page 1: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

Monitor 2015

Evaluatie MUP 2013 - 2014

Page 2: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013
Page 3: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

DCMR Milieudienst Rijnmond

Parallelweg 1

Postbus 843

3100 AV Schiedam

T 010 - 246 80 00

F 010 - 246 82 83

E [email protected]

W www.dcmr.nl

Monitor 2015

Evaluatie MUP 2013 - 2014

Auteur (s) :A.J. Hulstkamp en T. Wassink

Afdeling :Gemeenten en MKB

Bureau :ROGEM

Documentnummer :21869535

Datum :18 maart 2015

Kwaliteitstoets Paraaf

Naam T. Wassink

Autorisatie Paraaf

Naam T. Groeneweg

Functie Bureauhoofd ROGEM

Page 4: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

Monitor 2014 Blad 4 van 30

Page 5: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

Monitor 2014 blad 5 van 30

Inhoud

Samenvatting 6

1 Inleiding 6

2 Coalitieakkoord 6

3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013 - 2014 7

3.1 Bedrijfsgericht milieutaken 7 3.2 Geluid 13 3.3 Lucht 14 3.4 Externe veiligheid 14 3.5 Bodem 15 3.6 Water 16 3.7 Licht 16 3.8 Afval 16 3.9 Duurzaamheid en leefbaarheid 18 3.10 Klimaat 23 3.11 Groen 27

Page 6: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

blad 6 van 30 Monitor 2014

Samenvatting

Het monitorrapport 2015 geeft een stand van zaken van de ambities, maatregelen en acties uit het uit-

voeringsprogramma en richt zich op verduurzaming en kwaliteitsverbetering van de leefomgeving. De

belangrijkste uitgevoerde werkzaamheden hebben betrekking op:

- Het milieudoelenprojecten vormt sinds 2013 onderdelen van het DCMR-brede Programma Toezicht en

Handhaving 2013 en worden door middel van Uitvoering Bedrijfsgerichte Taken (UBT) branchegericht

uitgevoerd.

- Er is een piek geweest van stankklachten over 2013. Het aantal stankklachten is over 2014 ten opzichte

van 2013 afgenomen.

- De afgelopen jaren is het hoge energieverbruik van het stadskantoor over het algemeen licht afgeno-

men. Deze daling heeft te maken hebben met diverse technische aanpassingen en het verstandiger om-

gaan met energie. Ook het energieverbruik van de Dukdalf is de laatste jaren afgenomen.

- Er is in 2012 gestart met het project “propaantanks”. Binnen dit project is een aantal propaantanks ge-

controleerd. Er is in 2014 ten opzichte van 2013 een aantal tekortkomingen geconstateerd, zoals toegan-

kelijkheid, brandbaar materiaal, ontbreken logboek e.d.

- De werkplannen 2013 en 2014 zijn bij een nagenoeg gelijkblijvend bedrijvenbestand ook op een nage-

noeg gelijk financieel niveau uitgekomen als de voorgaande werkplannen.

- Op het gebied van duurzaamheid zijn er de afgelopen jaren veel zaken georganiseerd, zoals de

groepsaankoop voor zonnepanelen, het plaatsen van laadpalen voor elektrische auto’s, ondersteunen

regionale alliantie energieakkoord, bij een aantal bedrijven is een CO2-scan (milieubarometer) uitgevoerd.

Verder is er de afgelopen jaren uitvoering gegeven aan de stadsregionale duurzaamheidsagenda.

- In het kader van natuur- en milieueducatie zijn er op scholen verschillende lessen verzorgd.

1 Inleiding

Voor u ligt het monitoringrapport 2015 dat terugblikt op het Milieu Uitvoeringsprogramma (MUP) Brielle

2013 en 2014. Het milieuprogramma gaf een beschrijving van de gemeentebrede ambities, maatregelen

en acties op het thema milieu voor de afgelopen twee jaar. De monitor bouwt in opzet voort op het mili-

euprogramma en is gelijk aan voorgaande monitorrapportages. Het vervolg op deze monitor is een in

2015 op te stellen nieuwe uitvoeringsprogramma voor de komende jaren.

De gemeente Brielle heeft besloten geen nieuw milieubeleidsplan op te stellen. Voor het borgen van het

milieubeleid zal in navolging van dit monitorrapport in 2015 een nieuw milieu uitvoeringsprogramma wor-

den opgesteld. Het milieuprogramma geeft een schematisch overzicht van, de acties en de te behalen

resultaten, de verantwoordelijke afdelingen en de benodigde capaciteit en/of budget. Voor het opstellen van het monitoringsrapport 2009-2012 en het milieuprogramma 2013-2014 is de DCMR Milieudienst Rijnmond gevraagd de gemeente Brielle te ondersteunen, zoals dat ook is gebeurd bij het opstellen van het milieubeleidsplan 2009-2012, het monitoringsrapport 2009-2010 en het milieuprogramma 2011-2012.

2 Coalitieakkoord

Als onderdeel van het coalitieakkoord ‘Sociaal en Verantwoord 2014 – 2018’ wil de gemeente binnen de

beperkte mogelijkheden zorgen voor bevordering van een gezonde leefstijl. Hierbij is het milieubeleid

gericht op verduurzaming en kwaliteitsverbetering van de leefomgeving en verantwoord natuurbeheer.

Ook het voorkomen van verspilling van schaarse grondstoffen en op het gebruik van duurzame materia-

len zijn speerpunten.

In het coalitieakkoord zijn de volgende acties afgesproken:

- Voortgaande uitvoering van het Milieu Uitvoeringsprogramma, voortbouwend op de evaluatie van het

Milieubeleidsplan 2012;

- Stimuleren van verduurzaming van de agrarische sector, bedrijfsterreinen en havens;

- Uitvoering van het regionale krekenplan "Kreken kweken", met een open oog voor de belangen van

de agrarische sector;

- In regionaal verband realisatie van een adequate organisatie voor natuurbeheer, waarbij sprake is

van samenwerking en samenhang tussen de diverse organisaties;

Page 7: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

Monitor 2014 blad 7 van 30

- Blijvende aandacht voor duurzaamheid binnen het inkoop- en aanbestedingsbeleid.

In het milieubeleidsplan 2012 is een groot aantal thema’s opgenomen. Per thema zijn doelen beschreven

en uitgewerkt in concrete ambities, maatregelen en acties voor de gemeente. Dit vormt de basis voor de

toekomstig op te stellen monitorrapportages en uitvoeringsprogramma’s. Hieronder zijn de thema`s met

het bijbehorende hoofddoel kort weergegeven: - Bedrijven: behouden adequate niveau vergunningen en handhaving; - Geluid: voldoen aan wettelijke normen voor geluid; - Lucht: voldoen aan de wettelijke normen voor lucht; - Afval: gescheiden inzameling op niveau brengen van de landelijke normen; - Externe veiligheid: het vaststellen van de visie externe veiligheid; - Bodem: structureel betrekken van het aspect bodem in ruimtelijke plannen; - Water: uitvoeren waterplan; - Duurzaamheid: verankering in de gemeentelijke organisatie en de lokale samenleving; - Klimaat: het uitvoeren van het klimaatplan; - Licht: voorkomen lichtvervuiling en lichthinder; - Groen: beschermen open landschap en stimuleren natuur- en milieueducatie.

Voor de specifieke uitwerking van de genoemde thema’s verwijzen wij naar het milieubeleidsplan.

3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013 - 2014

3.1 Bedrijfsgericht milieutaken

Strategische doel:

Behouden adequaat niveau van vergunningverlening en handhaving.

Operationele doelen:

Uitvoeren werkplan DCMR; milieudoelen energie en geluid en controleren glastuinbouwbedrijven

Vormgeven integrale handhaving door samenwerking partners

Regelmatig houden van bouwberaad

3.1.1 Werkplannen

0

200

400

600

Inrichtingenbestand

Type A 140 134 129 124

Type B 513 514 512 517

Type C 17 18 17 7

2011 2012 2013 2014

Figuur 1. Aantal inrichtingen (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond) De werkplannen 2013 en 2014 zijn bij een nagenoeg gelijkblijvend bedrijvenbestand ook op een nage-noeg gelijk financieel niveau uitgekomen als het werkplan 2012. Type A betreft de niet meldingsplichtige,

Page 8: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

blad 8 van 30 Monitor 2014

type B de meldingsplichtige en type C de vergunningplichtige bedrijven. Wat betreft de bedrijfsgerichte taken in het werkplan 2013 blijven deze met 371 uur (11 %) achter op het berekende MAP-niveau. Het Milieu Activiteiten Programma (MAP) is de systematiek op basis waarvan het adequaat niveau van ver-gunningverlening en handhaving wordt berekend. Deze systematiek is in 2012 geëvalueerd en heeft in 2013 geleid tot een nieuwe methode om te komen tot een adequate manier van vergunningverlening, toezicht en handhaving. In 2013 is het werkplan financieel voor 93% gerealiseerd. Voor het werkplan is tot en met augustus (66% van de tijd) is in totaal 70% van het aantal producten en werkzaamheden uit het werkplan gerealiseerd, met 55% van de middelen. Dit betekent dat in zijn totaliteit de productie en realisatie van de werkzaamheden voorlopen op de totale taakstelling. De financiële uit-putting blijft hierop achter. Vooral de geleverde producten binnen het programma vergunningverlening hebben minder tijdsinzet gevraagd dan waarvoor deze staan begroot. Een van de verklaringen is dat de werkzaamheden aan deze producten voor het merendeel in 2013 zijn uitgevoerd. De realisatie op het programma Toezicht en Handhaving is conform de planning gelopen. De realisatie op de overige pro-gramma`s liep achter. Dit werd veroorzaakt doordat niet alle producten stuurbaar waren, omdat ze afhan-kelijk waren van de vraag. Een korte toelichting op de realisatie van de verschillende programma`s is opgenomen in de voortgangsrapportages.

Figuur 2.Grafiek uitputting werkplan 2012 (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond)

Page 9: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

Monitor 2014 blad 9 van 30

Figuur 3. Grafiek uitputting werkplan 2013 (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond)

Figuur 4. Grafiek uitputting werkplan 2014 (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond)

3.1.2 Milieudoelen

Het milieudoelenprogramma 2013 is voor een groot deel een voortzetting van de doelen en aanpak vanuit het meerjarenprogramma 2008-2012. Vanwege de bezuinigingen die sinds 2011

Page 10: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

blad 10 van 30 Monitor 2014

zijn ingezet is het milieudoelenprogramma in een lager tempo uitgevoerd, waardoor niet alle gestelde doelen uit het meerjarenprogramma 2008-2012 zijn gerealiseerd. Het nieuw op te stellen meerjarenprogramma 2013-2016 houdt hier rekening mee. Het milieudoelenprojecten vormt on-derdelen van het DCMR-brede Programma Toezicht en Handhaving 2013 en worden door middel van Uitvoering Bedrijfsgerichte Taken (UBT) branchegericht uitgevoerd.

Energie

In de aanpak van het milieudoel Energie staat de energiebesparing bij het midden- en kleinbedrijf (MKB)

centraal. Energiebesparing bij de grote bedrijven wordt via het RCI en emissiehandel van CO2 gereali-

seerd. Voor de MKB-bedrijven en de instellingen levert het milieudoel Energie een bijdrage aan de CO2-

reductiedoelstellingen zoals die door Rotterdam (RCI), voormalige stadsregio Rotterdam (Klimaatagenda)

en de provincie Zuid-Holland zijn gesteld.

Het milieuprogramma van energie wordt branchegericht en projectmatig uitgevoerd. Dit biedt de moge-

lijkheid om de voorbereiding, en energieprestaties en de nazorg met de branches te communiceren. Op

deze manier werken het stimuleren en reguleren van energiebesparing in elkaars verlengde en wordt de

uiteindelijk CO2-energiebesparing gegarandeerd.

Het project Uitvoering Bedrijfsgerichte Taken (UBT) van de DCMR richt zich op energiebesparing bij be-

drijven in de gebouwde omgeving en de daarmee samenhangende CO2-reductie. De bedrijven worden

branchegewijs gecontroleerd op het treffen van energiebesparende maatregelen die zich binnen vijf jaar

terug verdienen.

Vanaf 2008 lopen er trajecten voor de branches supermarkten, zorginstellingen, voortgezet onderwijs,

kantoren, overheidsgebouwen en glastuinbouw. In 2010 is gestart met de warenhuizen, de groothandels

(food) en industriële bedrijven (minder relevant voor Brielle). Het maatschappelijk belang van het thema

energie is groot, omdat het leidt tot aanzienlijke energiebesparing en substantiële reducties in CO2-

emissies. In 2011 en 2012 is er naast horeca-instellingen wederom aandacht geweest voor supermark-

ten, kantoorgebouwen en glastuinbouw.

Uitgevoerde UBT-projecten 2013 zijn : Garagebedrijven

Doelstelling is, dat er na de (na)controles geen tekortkomingen (meer) worden aangetroffen, met als ge-

volg dat de bodem niet wordt verontreinigd, er geen onveilige situatie optreedt en het milieu niet wordt

vervuild door gevaarlijk afval dat van de inrichting afkomstig is (legale afvoer).

In Brielle zijn 5 garagebedrijven gecontroleerd, bij één bedrijf is een lichte overtreding geconstateerd, bij

de andere bedrijven is het naleefgedrag goed te noemen.

Metaalbewerking

In Brielle zijn drie bedrijven in 2013 in het kader van het project metaalbewerking gecontroleerd. Doel is

het inzicht vergroten in de emissies naar lucht, water, bodem en het naleefgedrag voor deze thema’s te

verbeteren. De naleving is redelijk; er zijn overtreding(en) met een laag milieu- en veiligheidsrisico ge-

constateerd.

Vuurwerk

Ten aanzien van de vuurwerkverkooppunten in Brielle zijn geen overtredingen geconstateerd.

In 2014 zijn nacontroles uitgevoerd bij bedrijven die eerder op energiebesparende maatregelen zijn ge-

controleerd. Daarnaast zijn twee nieuwe brancheprojecten gestart namelijk energiebesparing bij zwem-

baden en energiebesparing bij voedingsmiddelenbedrijven.

Vanuit het project energiebesparing bij zwembaden is het complex De Dukdalf van de gemeente Brielle

verzocht een plan van aanpak op te stellen voor de nog te nemen energiebesparende maatregelen.

Het project voedingsmiddelen is nog niet afgerond. Wel is al te melden dat Tuinderij Vers b.v. van de

gemeente Brielle is bezocht en als een van de koplopers uit de bus kwam.

In onderstaande tabel treft u het aantal bedrijven die tot dusver vanuit voorheen het project milieudoelen

bedrijven en thans het UBT-project Energiebesparing bij bedrijven zijn benaderd.

Page 11: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

Monitor 2014 blad 11 van 30

Tabel 2: Resultaten over 2009 tot en met 2014 (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond)

Zoals uit tabel 2 blijkt is het aantal energierelevante bedrijven (meer dan 50.000 kWh of meer dan 25.000

m3 gasverbruik) dat is beoordeeld toegenomen. In 2012 zijn 36 bedrijven beoordeeld. Hiervan zijn 22

bedrijven aangemerkt als koploper. De achterblijvers (14 bedrijven) moeten maatregelen treffen.

Resultaten energiebesparing tot en met 2014

Eind 2014 zijn er in Brielle 43 relevante bedrijven, daarvan zijn er 16 op hun energieprestatie gecontro-

leerd, 9 bedrijven hebben hun zaken op orde en 7 bedrijven moeten nog een aantal maatregelen nemen.

Conclusie

Tot en met 2013 is regiobreed ruim 120 kiloton aan potentiële energiebesparing geïdentificeerd. De doel-

stelling om 85% van de relevante bedrijven te bezoeken voor 2012 is niet gehaald. Positief is dat uit de

afgelegde bezoeken blijkt dat het besparingspotentieel van de bezochte bedrijven hoger ligt dan van te

voren was ingeschat. De aanpak op energiegebied is succesvol. Veel bedrijven en instellingen hebben

inmiddels maatregelen genomen om energie te besparen. In verband met het treffen van energiemaatre-

gelen is het aantal achterblijvers in de loop der tijd afgenomen.

Geluid

Het milieudoel geluid richt zich in hoofdzaak op de horecabedrijven, omdat dit met voorsprong de groot-

ste klachtenveroorzakers zijn.

Externe veiligheid

LPG-tankstations

Binnen het milieudoel externe veiligheid zijn in 2012 alle LPG-tankstations gecontroleerd. Voor de ge-

meente Brielle gaat het om vier relevante LPG-tankstations.

Tabel 3: Resultaten project LPG-tankstations 2012 (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond)

Relevante

bedrijven

Niet

beoordeeld

Wel

beoordeeld

Koplopers Achterblijvers Plan van

aanpak

2011 89 56 33 19 14 9

2012 85 49 36 22 14 -

2013 45 30 15 7 8 9

2014 43 27 16 9 7 -

Jaar Aantal

gecontroleerde

Bevindingen

Voldoet/ zonder

overtredingen

Voldoet niet Niet meer aan-

wezig

2012 10 0 8 2

2013 24 2 16 6

2014 60 9 50 1

Locatie Bevindingen

1 N57- Noordzijde LPG-installatie op orde

2 N57- Zuidzijde Tijdelijk buiten werking gesteld,

Wm-vergunning aangepast

3 Seggelant LPG-installatie op orde

4 Schrijversdijk LPG-instalatie buitenwerking

gesteld Wm-vergunning inge-

trokken

Page 12: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

blad 12 van 30 Monitor 2014

Propaantanks

Er is in 2012 gestart met het project ‘propaantanks’.

Binnen dit project is een aantal propaantanks gecon-

troleerd. De resultaten over de verschillende jaren zijn

in onderstaande tabel weergegeven. Van de overtre-

dingen is het volgende geconstateerd:

Tabel 4. Overzicht constateringen 2013 en 2014 (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond)

3.1.3 Milieumeldingen

Het aantal stankmeldingen is in 2013 flink toegenomen. Abengoa Bioenergy Netherlands bezorgde inwo-

ners van de regio Rijnmond veel stankoverlast. In totaal zijn over 2013 1.104 stankklachten aan het be-

drijf toegewezen. De klachten komen vanuit de hele omgeving, maar vooral uit de gemeenten Brielle en

Maassluis, waarvan 636 uit de gemeente Brielle. De stank wordt veroorzaakt door het gebruik van maïs

in het biologische productieproces. Door vergisting van de maïs komt een typische vergistings- of brou-

werijgeur vrij. Bij het drogen van het organische bijproduct voor de diervoederindustrie komt een typische

baklucht vrij. Abengoa heeft eind juli 2013 een vergunningaanvraag ingediend voor het plaatsen van een

RTO (Regeneratieve Thermische Oxidatie). Dit is een techniek waarbij de lucht met behulp van zuurstof

en hoge temperaturen wordt gereinigd. De belangrijkste geurbronnen worden op deze installatie aange-

sloten. Eind van het jaar is de installatie geplaatst. Het is nog niet duidelijk of de installatie de overlast

grotendeels zal wegnemen. Om af te dwingen dat een bedrijf zich aan de voorschriften houdt, kan de

provincie Zuid-Holland op aangeven van de DCMR dwangsommen opleggen. De gemeente heeft samen

met de DCMR bestuurlijke acties uitgevoerd en dwangsommen opgelegd. Op 2 november 2011 is een

last onder dwangsom opgelegd die inhoudt dat het bedrijf geen geuroverlast mag veroorzaken bij geur-

gevoelige locaties zoals woningen. Als de DCMR constateert dat er toch geuroverlast is, verbeurt het

bedrijf een dwangsom van 10.000 euro, tot een maximum van 100.000 euro. In totaal gaat het dus om 10

inningen.

Lawaai

Stank Overig Totaal

2012 115 571 13 698

2013 100 1288 9 1397

2014 118 589 94 800

Tabel 5. Overzicht meldingen 2012 – 2014 (bron: DCMR klachtenmonitor)

Constateringen 2013 2014

Keuring installatie/tank 14 21

Toegankelijk-

heid/begroeiing/

brandgevaarlijk materiaal

19 39

Tekortkoming installatie

(bv. expansiekrul/ groene

aanslag)

1 5

Ontbrekend logboek 10 20

Melding 8.40 Wm 0 1

Afstandseisen 4 0

Page 13: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

Monitor 2014 blad 13 van 30

115 100 118

571

1288

589

13 994

698

1397

800

lawaai stank overig totaal

Meldingen

2012 2013 2014

Figuur 6. Overzicht meldingen 2010 t/m 2014 (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond)

3.2 Geluid

Strategische doelen:

Voldoen aan wettelijke normen voor geluid.

Structureel betrekken milieuaspecten in ruimtelijke plannen

Operationele doelen:

Up to date houden beleid hogere waarden.

Saneren A-woningen

Inbedden van geluidsonderzoek bij reconstructie van wegen

De gemeente krijgt van de provincie een investeringsbudget van € 27.000,- voor het “saneren” van wo-

ningen met een hoge geluidsbelasting op de gevel door wegverkeer. Woningen die voor sanering in

aanmerking komen, moeten op de zgn. A-lijst staan. Er staan momenteel 21 woningen in Brielle op de A-

lijst, waarvan 20 woningen in een 30 km zone. Met de provincie is een aantal afspraken overeengeko-

men:

De gemeente voert een saneringsprogramma voor de woning op de gemeentelijk A-lijst uit door in de

periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2014, 1 woning van de A-lijst af te voeren door deze

woning te saneren of door gebruik te maken van de procedures ingevolge de Wet geluidhinder;

De gemeente voert een onderzoeksprogramma voor 20 woningen op de gemeentelijk A-lijst in een

30 km-zone uit om de geluidsbelasting te bepalen. Op basis van de resultaten van dit onderzoek be-

sluit de gemeente of zij de eigenaren een financiële tegemoetkoming wil bieden. Ongeacht welk be-

sluit de gemeente neemt, zet de gemeente alle noodzakelijke stappen om deze woningen van de A-

lijst af te voeren.

Conform de Verordening Investeringsbudget stedelijk vernieuwing Zuid-Holland 2010-2014, verantwoordt

de gemeente jaarlijks aan de gemeenteraad de voortgang van de prestaties, de ondernomen acties om

de prestaties te realiseren en de financiële consequenties van die acties.

Voortgang van de prestaties:

Voor alle woningen op de A-lijst in gemeente Brielle is de geluidbelasting in het maatgevende jaar be-

paald. Naar aanleiding van de berekeningsresultaten is afgesproken eerst de woning buiten de 30 km

zone te saneren en vervolgens te kijken of er voor het resterende budget nog iets kan worden gedaan

Page 14: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

blad 14 van 30 Monitor 2014

voor de woningen binnen de 30 km zones. Wanneer het restbudget niet voldoende ruimte biedt, zullen

deze woningen juridisch worden gesaneerd.

Voor het maatgevende jaar zijn de verkeersintensiteiten opgevraagd en verwerkt in een model voor het

berekenen van de geluidbelasting op de woningen. Hiermee is voor alle woningen op de A-lijst in ge-

meente Brielle is de geluidbelasting bepaald voor het maatgevende jaar.

Werkzaamheden 2013:

In 2013 zijn deelnameverzoeken gestuurd aan de eigenaar van de woning aan de Rijksstraatweg 22

te Vierpolders. De eigenaar gaf (in eerste instantie) aan geen belangstelling te hebben om deel te

nemen aan het project. Vervolgens is het traject ingezet om de woning juridisch te saneren.

De geluidbelasting ter plaatse van de woningen is geactualiseerd.

Werkzaamheden 2014:

De eigenaar van de Rijksstraatweg geeft aan toch te willen meedoen aan het isolatieproject. Vervol-

gens is een bouwkundige opname gedaan en een berekening van de binnenniveaus in de woning.

Uit de resultaten komt naar voren dat de woning in aanmerking komt voor gevelmaatregelen. Inmid-

dels is een bestek gemaakt en een overeenkomst gesloten met de eigenaar voor het aanbrengen

van de gevelmaatregelen. Naar verwachting wordt het project in het 3e kwartaal uitgevoerd.

Het restbudget is onvoldoende om de woningen aan de Kaaistraat met gevelmaatregelen te saneren.

Er is in 2014 een traject gestart om de 20 woningen juridisch te saneren. Zowel het saneren door

middel van maatregelen (1 woning, afspraak 1) als het juridisch saneren (20 woningen, afspraak 2)

zijn geheel afgerond.

In het kader van het voortraject Calandspoorlijn heeft de gemeente in 2014 naar aanleiding van het

ontvangen Ontwerp Notitie Reikwijdte en Detailniveau Calandbrug een reactie gestuurd aan de

staatssecretaris. Op 2 april 2014 is er een voorlichtingsbijeenkomst geweest in Zwartewaal waarbij al-

le voorkeursalternatieven werden toegelicht. Verder zijn er daarna diverse overleggen geweest en

hebben de gemeente Brielle en Bernisse een geluidsadviseur ingehuurd om het geluidonderzoek na

te laten kijken. Na ontvangst van het PlanMER zal de gemeente het rapport laten beoordelen door

een onafhankelijk bureau gespecialiseerd in geluidproblematiek. Het onderzoek zal zich richten op de

geluidgevolgen van alle varianten op de bevolking van Zwartewaal. Tevens is verzocht ook onder-

zoek te doen naar de effecten van de passages van treinen in de nachtelijke uren.

3.3 Lucht

Strategische doel:

Voldoen aan wettelijke normen voor luchtkwaliteit.

Ter voorkomen van toename van sluipverkeer door Brielle heeft de gemeente verkeersbeperkende maat-regelen getroffen. Aan de normen voor luchtkwaliteit wordt voldaan.

3.4 Externe veiligheid

Strategisch doel:

Vaststellen visie externe veiligheid

Operationele doelen:

Vaststellen EV-visie en uitvoeren acties

Controleren kwetsbare objecten (i.v.m. verplaatsen schoolgebouwen)

Bijhouden risicoregister

- Route gevaarlijke stoffen

De route gevaarlijke stoffen en het hierbij behorende ontheffingenbeleid functioneren naar behoren. In

het kader van de calamiteitenroute is er overleg geweest tussen de gemeente en RWS. Een tijdelijke

calamiteitenroute is vastgesteld. (Kleidijk en Westvoornseweg)

- Externe veiligheidsvisie (EV-visie)

De visie voor externe veiligheid is in 2012 opgesteld en vastgesteld in 2013. Er is in 2013 ingestemd

met de veiligheidscontour in het kader van het Havenbestemmingsplan Rotterdam.

Page 15: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

Monitor 2014 blad 15 van 30

- Risicoregister

De DCMR heeft alle risicovolle bedrijven ten behoeve van het register risicosituaties gevaarlijke stoffen

geïnventariseerd en geactualiseerd. De resultaten staan opgenomen in de provinciale risicokaart. Er

heeft ten behoeve van de risicokaart geen actualisatie plaatsgevonden van kwetsbare objecten. Dit is in

2015 gepland; de inventarisatie is gestart in 2014. (ISOR-gegevens)

Figuur 7. Veiligheidscontour Europoort (bron: DCMR Milieudienst Rijnmond)

3.5 Bodem

Strategische doelen:

Voorkomen nieuwe vervuiling

Structureel betrekken van aspect bodem in ruimtelijke plannen

Operationele doelen

Up to date houden van gegevens in Strabis

Communiceren over de bodemkwaliteitskaart

Uitvoeren Besluit bodemkwaliteit op adequaat niveau

In 2013 is de bodemkwaliteitskaart en Nota bodembeheer opgesteld. Het doel van een bodemkwaliteits-

kaart is het in kaart brengen van de globale kwaliteit van de bodem. De bodemkwaliteitskaart is samen-

gesteld op basis van informatie over de bodemopbouw, de ontwikkelings- en verontreinigingsgeschiede-

nis van het gebied en informatie afkomstig uit bodemonderzoeken.

In de bodembeheersnota zijn de gemeentelijke randvoorwaarden en procedures vastgelegd voor herge-

bruik van schone en licht verontreinigde grond binnen de gebieden waarvoor de bodemkwaliteitskaart is

opgesteld. Eén van de voorwaarden is dat hergebruikte grond altijd van vergelijkbare of betere kwaliteit

moet zijn dan de grond in het toepassingsgebied.

Het voordeel van een regionale bodemkwaliteitskaart van Voorne-Putten en Nota bodembeheer is dat het

verplaatsen van grond binnen de regio van de deelnemende gemeenten eenvoudiger en goedkoper

wordt. Daarnaast zijn lokale bodemambities en bodemthema’s opgenomen. De kaart en Nota hebben

alleen betrekking op het grondgebied van de deelnemende gemeenten.

Page 16: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

blad 16 van 30 Monitor 2014

3.6 Water

Strategische doelen:

Voldoen aan kaderrichtlijn water in 2015

Operationele doelen:

Uitvoeren waterplan

Uitvoeren maatregelen uit rapport “Uitwerking van doelen, maatregelen en kosten”

Ten aanzien van het Waterplan zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd:

- Natuurvriendelijke oever Kaaivest;

- Verbeteren doorspoeling Molenvast

- Realisatie van de ecologische verbindingszone lang het Spui

- Verbeteren doorstroming watergangen Plantage

Op deze manier wordt invulling gegeven aan de Kaderrichtlijn Water, waarbij het oppervlaktewater in

2015 moet zijn voldaan aan een goede ecologische en chemische kwaliteit. Er worden structureel water-

toetsen opgesteld in het kader van ruimtelijke planvorming.

3.7 Licht

Strategische doelen:

Voorkomen lichtvervuiling en lichthinder

Operationele doelen:

Handhaven Wet milieubeheer

Stimuleren innovaties lichtsystemen en lichtafscherming

Lichtaspect betrekken bij ruimtelijke planvorming

Dit onderwerp speelt met name bij de glastuinbouw en wordt meegenomen bij het milieudoel “glastuin-

bouw”. In 2009 zijn vijf meldingen lichthinder binnen gekomen; in 2010 waren dat zes. In 2010 zijn 16

glastuinbouwbedrijven gecontroleerd en voor het onderwerp licht zitten alle bedrijven qua voorzieningen-

niveau op een adequaat niveau. In 2012 en 2014 is de glastuinbouw meegenomen in het reguliere hand-

havingsprogramma, waarbij afstemming met het waterschap heeft plaatsgevonden.

3.8 Afval

Strategische doelen:

Voldoen aan wettelijke normen voor afval

Schoonhouden van wegen en terreinen

Operationele doelen:

Uitvoeren van een sorteeranalyse van huishoudelijk restafval

Gezamenlijke afvalinzameling op bedrijventerreinen

Extra voorlichting gemeentepagina afvalscheiding

Tegengaan zwerfafval

Kader

In 2011 heeft de gemeente een nieuwe Afvalstoffenverordening 2012 en een Uitwerkingsbesluit vastge-

steld. In 2012 stelde de gemeente een nieuw afvalbeleidsplan 2013 – 2017 vast met hieraan gekoppeld

een uitvoeringsplan met acties voor de komende jaren. Dit dient als richtinggevende leidraad voor de

afvalinzameling in de gemeente voor de komende jaren. Aandachtspunten hierbij zijn de inzameling van

oud papier en karton, kunststoffen en grof huishoudelijk afval, zodat er meer afval gescheiden wordt in-

gezameld, er meer kan worden hergebruikt zodat er minder wordt verbrand.

Sorteeranalyse huishoudelijk restafval

In 2008 en in 2011 zijn sorteeranalyses uitgevoerd. In 2010 is deze niet uitgevoerd omdat de gemeente

Brielle de scheiding van plastic eerst wilde optimaliseren. Vanaf 2010 wordt kunststof gescheiden inge-

zameld (brengsysteem).

Page 17: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

Monitor 2014 blad 17 van 30

Ondanks dat de gemeente het aantal brengstations heeft uitgebreid tot vijftien locaties, wordt er te weinig

kunststof ingezameld. Niet op alle locaties kan kunststof worden ingezameld. Daarnaast kan het plastic

worden ingeleverd bij de stadswerf. Uit het rapport van de ‘sorteer- en knelpuntenanalyse afvalinzame-

ling’ komen de volgende conclusies: - Inwoners van Brielle bieden meer restafval aan dan gemiddeld; - Het restafval bevat vele herbruikbare fracties zoals gft, oud papier, karton en kunststof; - Het scheidingspercentage van de fractie grof huishoudelijk restafval is laag; - De mate van afvalscheiding voldoet niet aan de landelijke doelstelling; - Voor oud papier en kunststof kan het serviceniveau verbeterd worden.

Over 2014 is een afvalsorteeranalyse voor fijn huishoudelijk restafval uitgevoerd.

Gescheiden inzamelen van afval

De gemeente Brielle valt in stedelijkheidsklasse 4 met een gemiddelde landelijke scheidingsdoelstelling

van 60%. Ten opzichte van de landelijke norm wordt er te weinig afval gescheiden (46%). Gewenste doel

voor de gemeente Brielle is 54%.

Ingeleverd asbest

8780

5740

20002960

2011 2012 2013 2014

Asbest

Figuur 8. Inname asbest op gemeentewerf (bron: gemeente Brielle)

0

500000

1000000

1500000

2000000

Afvalstromen

2010 1505740 841420 32329 396760 49520

2011 1277580 746720 41281 384246 61800

2012 1443755 692770 58774 359937 64080

2013 1444320 632690 57525 368635 65950

2014 1449040 605040 67752 379491 84860

Gft Papier Textiel Glas Kunststof

Figuur 9. Overzicht belangrijkste afvalstromen (bron: gemeente Brielle)

Page 18: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

blad 18 van 30 Monitor 2014

3.9 Duurzaamheid en leefbaarheid

Strategische doelen:

Duurzaamheid integraal verankeren in de gemeentelijke organisatie

Toepassen duurzaamheidsmeter

Stimuleren duurzame energietoepassingen

Stimuleren duurzame mobiliteit

Duurzame lokale samenleving

Uitvoeren regionale duurzaamheidsagenda

Duurzame stedelijke ontwikkeling

Integrale duurzame planvorming

Bevorderen duurzaam bouwen

Operationele doelen:

Duurzaam inkopen 2010: 50%; groene stroom: 100%; FSC-hout: 80%

Stimuleren duurzame energie

Vervangen oud groen door onderhoudsarm groen

Onderzoek alternatief vulmateriaal tussen bestrating

Uitvoeren scan energiebesparende openbare verlichting

Opstellen regeling carpoolen en gebruik OV

Tijdig betrekken relevante sectoren bij integrale planontwikkeling en opstellen checklist ‘duurza-me stedelijke ontwikkeling’

Duurzaamheid in gemeentelijke organisatie

Duurzame markt:

In 2014 is er tijdens "Bruisend Brielle" voor de vijfde keer een duurzame markt georganiseerd in samen-

werking met de Stichting Milieu Dichterbij. Er werden 20 kramen gereserveerd voor ondernemers die

duurzame producten verkochten. De gemeente bemande ook een kraam waar gratis ledlampen werden

uitgedeeld door middel van een quiz en waar milieuinformatie werd gegeven.

Duurzame mobiliteitsweek:

In 2014 heeft de gemeente wederom meegedaan aan de duurzame mobiliteitsweek. Dit houdt in dat het

bedrijf Band op Spanning op diverse locaties in Brielle de bandenspanning heeft gecontroleerd bij auto-

mobilisten. Een te lage bandenspanning betekent dat de auto veel minder zuinig rijdt, en meer brandstof

verbruikt. De ervaring is dat bijna alle auto’s een te lage bandenspanning hebben, en dat er dus onnodig

teveel brandstof wordt verbruikt. Door middel van het controleren van de bandenspanning, en de banden

daarna op de juiste spanning te brengen, kan er veel brandstof worden bespaard.

Energiescans:

Op 16 september 2013 heeft het college ingestemd om energiescans uit te voeren bij huishoudens door

het energieteam van Hellevoetsluis in Zwartewaal en Vierpolders.

De bewoners van de wijk Meeuwenoord en de Binnenstad hebben in 2013 een brief ontvangen waarin

stond aangegeven dat zij gratis een energiescan konden laten uitvoeren door het energieteam van Helle-

voetsluis. Naast de energiescan ontvingen de bewoners een tasje met duurzame producten. In totaal zijn

er 80 energiescans uitgevoerd in de wijk Meeuwenoord en de Binnenstad.

Het energieteam heeft bij alle energiescans een overzicht gemaakt hoeveel de bewoners kunnen bespa-

ren als zij de adviezen van de energiescan zouden uitvoeren. Deze adviezen bestaan alleen uit ge-

dragsmaatregelen waarbij niet is gekeken naar het isoleren van de woning en bijvoorbeeld het plaatsen

van zonnepanelen. De adviezen van het energieteam zijn makkelijk uit te voeren en kosten relatief weinig

geld. Als alle adviezen opgevolgd zouden worden kunnen de 80 huishoudens € 8.780,- per jaar terug

verdienen.

Het energieteam van Hellevoetsluis heeft in 2014 een energiescan aangeboden aan Zwartewaal en aan

Vierpolders. Op 16 september 2013 heeft het college ingestemd om energiescans uit te voeren bij huis-

houdens door het energieteam van Hellevoetsluis in Zwartewaal en Vierpolders. In dit advies worden de

energiescans geëvalueerd. De wijk Zuurland staat gepland voor 2015.

Page 19: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

Monitor 2014 blad 19 van 30

Aanpak/uitvoering

De bewoners van Zwartewaal en Vierpolders hebben in december 2013 een brief ontvangen waarin

stond aangegeven dat zij gratis een energiescan konden laten uitvoeren door het energieteam van Helle-

voetsluis. Naast de energiescan ontvingen de bewoners tevens een tasje met duurzame producten. In

totaal hebben ongeveer 1200 huishoudens een brief ontvangen en zijn er 66 energiescans uitgevoerd. In

totaal heeft 5,5% van de bewoners van Zwartewaal en Vierpolders meegedaan aan de actie.

Het energieteam heeft bij alle energiescans een overzicht gemaakt hoeveel de bewoners kunnen bespa-

ren als zij de adviezen van de energiescan zouden uitvoeren. Deze adviezen bestaan alleen uit ge-

dragsmaatregelen waarbij er niet is gekeken naar het isoleren van de woning en bijvoorbeeld het plaat-

sen van zonnepanelen. De adviezen van het energieteam zijn makkelijk uit te voeren en kosten relatief

weinig geld. Als alle adviezen opgevolgd zouden worden kunnen de 66 huishoudens € 11.095,- per jaar

terug verdienen.

Ledverlichting:

In 2012 is een scan uitgevoerd voor energiebesparende openbare verlichting. Bij de vervanging van

straatverlichting wordt standaard overgegaan op ledverlichting. In de volgende straten in Brielle is Ledver-

lichting gerealiseerd:

- ’t Woud

- Johan H. Beenlaan

- Amer (deels)

- Zalmlaan (Zwartewaal)

- Kindzorgcentrum (bij Breede school Zuurland)

Circa 30 ledlampen in de binnenstad staan gepland.

Project energieke scholen:

De Stichting Milieu Dichterbij heeft bij het Maerlant college en bij de Tiende Penning het lespakket “ener-

gieke scholen” uitgevoerd. De leerlingen kregen les over energie en duurzaamheid, waarbij de leerlingen

als afsluiting een presentatie hielden over duurzaamheid en welke maatregelen zij kunnen nemen in de

school om zuiniger met energie om te gaan. De wethouder is bij deze presentaties aanwezig geweest.

(Zie ook het overzicht uitgevoerde projecten 2013 en 2014 in tabel 10.)

Energiebesparing gemeentelijke gebouwen

De verbruiken van het stadskantoor zijn:

jaartal Gasverbruik

(m3)

totaal elek-

triciteit (kw)

2009 28.527 385.354

2010 45.303 441.518

2011 31.456 326.084

2012 28.749 292.506

2013 28.697 313.386

2014 27.257 319.522

Tabel 6. Verbruiken stadskantoor (bron: gemeente Brielle)

Page 20: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

blad 20 van 30 Monitor 2014

0

100000

200000

300000

400000

Energieverbruik Stadskantoor

2011 31456 109747 216337 326084

2012 28749 97086 195420 292506

2013 28697 103128 211258 313386

2014 27257 122153 197076 319522

Gas (m3) elektriciteit laag

(kW)

elektriciteit hoog

(kW)

elektriciteit totaal

(kW)

Figuur 10. Energieverbruik gas en elektriciteit 2011 – 2014 (bron: gemeente Brielle)

Conclusie stadskantoor:

De afgelopen jaren is het hoge energieverbruik van het stadskantoor over het algemeen licht afgenomen.

Deze daling heeft te maken hebben met diverse technische aanpassingen en het verstandiger omgaan

met energie. In 2013 is het elektriciteitsverbruik ten opzichte van 2012 met 7% gestegen. Het is onduide-

lijk waar deze stijging vandaan komt. Het gasverbruik is nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2012.

Het elektriciteitsverbruik van 2014 is iets toegenomen ten opzichte van 2013. Het gasverbruik van 2014 is

iets afgenomen ten opzichte van 2013.

De verbruiken van gas en elektriciteit van de Dukdalf zijn:

jaartal Gasverbruik

(m3)

totaal elektri-

citeit (kw)

2009 195.394 541.014

2010 196.909 566.101

2011 166.226 517.599

2012 177.539 529.946

2013 160.669 505.940

2014 163.036 491.583

Tabel 7. Verbruiken Dukdalf (bron: gemeente Brielle)

Page 21: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

Monitor 2014 blad 21 van 30

0

100000

200000

300000

400000

500000

600000

Energieverbruik Dukdalf

Gas (m3) 166226 177539 160669 163036

elektriciteit totaal (kW) 517599 529946 505940 491583

2011 2012 2013 2014

Figuur 11. Energieverbruik gas en elektriciteit 2011 – 2014 (bron: gemeente Brielle)

Conclusie Dukdalf:

Uit de grafiek en de verbruiken van afgelopen jaren is te zien dat het energieverbruik is afgenomen. Dit

geldt zowel voor het gasverbruik als het elektriciteitsverbruik in het laagtarief en het normale tarief. Deze

daling heeft te maken met diverse technische aanpassingen in de Dukdalf, waarbij goed gekeken is naar

het energieverbruik. In 2013 is zowel het energieverbruik als het gasverbruik aanzienlijk gedaald. 2013 is

het eerste “normale” jaar na alle verbouwingen en daaruit blijkt dat de maatregelen die zijn getroffen veel

energie besparen. Het elektriciteitsverbruik van 2014 is iets afgenomen ten opzichte van 2013.Dit heeft

vooral betrekking op het normale tarief. Het gasverbruik 2014 is iets toegenomen ten opzichte van 2013.

Milieubarometer:

In 2010 is begonnen met de CO2-estafette bij bedrijven. Door Stichting Stimular zijn in 2013 zes bedrijven

bezocht om een CO2-scan (milieubarometer) uit te voeren. Deze bedrijven varieerden van een autobedrijf

tot een installatiebedrijf, zodat alle sectoren aan bod kwamen. Na elke scan is een stuk in de krant ge-

plaatst, waarin werd aangeven welke maatregelen het bedrijf gaat nemen om duurzamer te worden. In

2014 is er een scan uitgevoerd bij het Brestheater en het Dijckhuis.

Resultaten CO2-estafette Brielle:

Deelnemer Selectie van maatregelen

DCBtank Seggelant Hadden al vrij veel gedaan, o.a ketels vervangen en ledverlichting geplaatst. Nieuwe maatregelen naar aanleiding van scan: schemerschakelaar an-ders ingesteld waardoor luifelverlichting niet meer onnodig aanstaat, apparaten worden beter uitgezet, ook sluipverbruik wordt nu voorkomen. DCB biedt lpg en groen gas aan. Men heeft de scan van Stimular ‘Kansen bij Verkassen’ gebruikt voor de verbouwing van hun pand in Spijkenisse.

Van Rietschoten Gingen al heel zuinig met alles om, letten op ener-gieverbruik bij inkoop van nieuwe apparaten, her-gebruik van afval, pand is vrij nieuw en zuinig etc. Paar kleine adviezen over uitzetten van apparaten, bewegingsmelder voor verlichting.

MOH service Heeft na de scan het complete wagenpark vervan-gen door zuinigere en vaak ook kleinere voertuigen (gekocht bij Luveto, aan wie ze het stokje over-droegen). Auto’s zijn uitgerust met track&trace sys-

Page 22: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

blad 22 van 30 Monitor 2014

teem waardoor routes geoptimaliseerd kunnen worden. Daarnaast ook aandacht voor Het Nieuwe Rijden en banden op spanning houden. Verbruik wordt teruggekoppeld en besproken met medewer-kers. Verder sluipverbruik van apparaten in pand vermin-derd dankzij scan.

Luveto Pand was al vrij zuinig. Na de scan is reclamever-lichting vervangen door led en zijn er tijdscha-kelaars op verlichting binnen geplaatst. Ook is een onzuinige vaatwasser vervangen door een zuinig exemplaar. Luveto is vooral veel bewuster gewor-den van de kleine dingen zoals uitdoen apparaten, stekkers uit stopcontacten halen etc.

’t Dijckhuis en de Bres ’t Dijckhuis was al duurzaam gebouwd. Ze gaan de biljartverwarming (hele grote verbruiker) en de boi-lers op een tijdschakelklok zetten. Verder meege-dacht over verbetering binnencomfort, afzuiging keuken en klimaatregeling. Zonnepanelen zou een goede optie zijn maar geen idee of ze dit gaan doen. Bij de Bres was ook al veel gedaan (WKO-installatie, zuinige verlichting). Grootste bespa-ringsmogelijkheid is op theaterverlichting. Daar willen ze stappen mee zetten, maar dit is erg kost-baar. Zal dus geleidelijk en op natuurlijke momen-ten (als iets kapot gaat) gaan gebeuren.

Hoi4U Meeste winst is te bepalen door de verlichting die ze verhuren te vervangen door led. Hier zijn ze al mee gestart. Ook het eigen pand wordt steeds meer met led voorzien. Vervoer is ook een belangrijk aandachtspunt. Ge-meente heeft advies gegeven over zuinigere voer-tuigen, Het Nieuwe Rijden en banden op spanning houden. Dit wilden ze gaan oppakken. Verder hier ook weer aandacht voor verminderen van sluipverbruik door uitzetten apparaten, tijd-schakelaars en het isoleren van leidingen verwar-ming etc. Voor Hoi4U was ook heel handig om een CO2-footprint te kunnen maken met de Milieubarometer, daar krijgen ze wel eens vragen over van klanten. Zonnepanelen zou een goede optie zijn

Brasserie de Nymph Scan is uitgevoerd, maar nog niet nabesproken voor het artikel. Ik weet dus niet wat ze gaan op-pakken. Hadden al zuinige TL-verlichting en aan-dacht voor fietsen (elektrisch oplaadpunt, fietsen-stalling etc.) Adviezen waren o.a. isoleren van pand (als dit mag i.v.m. monumentale status), isoleren van leidingen verwarming, gloeilampen vervangen door led, koelingen minder koud zetten, rubbers koelingen vervangen en koelingen schoon maken/ houden. Zonnepanelen zouden ook heel interessant zijn, als dit is geaccepteerd i.v.m. monument (aan achterzij-de wellicht). De Nymph zou op langere termijn green key-certificaat kunnen gaan halen.

Page 23: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

Monitor 2014 blad 23 van 30

3.10 Klimaat

Strategisch doel:

Bijdragen aan een duurzamer, schoner en zuiniger Nederland

Operationeel doel:

Opstellen en uitvoeren acties uit klimaatplan

Stadsregio regionale duurzaamheidsagenda

De regionale duurzaamheidsagenda 2013-2016 is de opvolger van de regionale klimaatagenda 2008-

2012 van de stadsregio Rotterdam. Hierin hebben de 15 regiogemeenten de krachten gebundeld om

samen te werken aan een forse reductie van de CO2-uitstoot.

De agenda beschrijft de thema’s waarop de regiogemeenten de komende vier jaar willen samenwerken.

De doelstelling van CO2-reductie blijft in de vervolgagenda onverminderd van kracht. Wel is na de evalua-

tie van de regionale klimaatagenda besloten om de scope te verbreden en meer focus te leggen op het

economisch en maatschappelijk rendement van duurzaamheid. Verder is bepaald meer de samenwer-

king met andere partijen aan te gaan om de ambities te realiseren.

Inhoudelijke thema’s:

De regionale duurzaamheidsagenda 2013-2016 bestaat uit vijf inhoudelijke thema’s waarop de gemeen-

ten willen samenwerken, te weten:

1. duurzaam gebouwde omgeving:

- verbeteren energieprestaties (aansluiting warmtenet, energieprestaties nieuwbouw, marketingaanpak

voor particuliere woningeigenaren, warmtescan)

- klimaatadaptatie (uitvoeren enkele cases voortkomend uit het programma Kennis voor Klimaat)

- duurzame gebiedsontwikkeling (toepassing meerwaarde milieu aanpak)

2. duurzaam energieverbruik:

- windenergie (uitvoering convenant, realiseren windenergielocaties, onderzoek knelpunten )

- zonne-energie (inventarisatie kansen en knelpunten)

- biomassa (inventarisatie kansen en knelpunten, cascadering biomassa)

3. duurzaam ondernemen:

- toepassen instrumenten ‘kansen voor verkassen’ en ‘milieubarometer’

4. duurzame mobiliteit: Schoon op Weg project

5. verduurzaming gemeentelijke organisatie: uitrollen energiemonitor gemeentelijke gebouwen

In het kader van de regionale duurzaamheidsagenda zijn de afge-

lopen jaren de volgende projecten uitgevoerd:

Groepsaankoop zonnepanelen

De gemeenten op Voorne-Putten hebben met het bedrijf iChoosr

een groepsaankoop van zonnepanelen voor particulieren geor-

ganiseerd.

Een dergelijke groepsaankoop houdt in dat particulieren zich

vrijblijvend kunnen inschrijven voor de aanschaf van een pakket

zonnepanelen. Alle bewoners van de gemeente Brielle hebben

een brief ontvangen over de groepsaankoop zonnepanelen. In

totaal hebben 465 bewoners zich opgegeven voor een offerte. Op

basis van deze inschrijvingen is een (grootschalige) veiling geor-

ganiseerd waar marktpartijen op basis van de voorgeschreven

criteria een aanbieding hebben gedaan. Het bedrijf SolarNRG uit

Poeldijk had het beste aanbod.

De gemeenten op Voorne-Putten zijn door het bedrijf iChoosr

benaderd met de vraag of zij mee willen doen met het

Page 24: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

blad 24 van 30 Monitor 2014

organiseren van een groepsaankoop van zonnepanelen voor particulieren.

Een dergelijke groepsaankoop houdt in dat particulieren zich vrijblijvend kunnen inschrijven voor de aan-

schaf van een pakket zonnepanelen. Op basis van deze inschrijvingen wordt dan een (grootschalige)

veiling georganiseerd waar marktpartijen op basis van de voorgeschreven criteria een aanbieding kunnen

doen. Door de schaalgrootte van de veiling (de veiling geschiedt voor 21 gemeenten gelijktijdig) kan een

aanzienlijk prijsvoordeel worden behaald. De particulieren die zich hebben ingeschreven kunnen aan de

hand van dit definitieve aanbod beslissen of ze de panelen willen kopen.

Er wordt door iChoosr geen bijdrage gevraagd voor het organiseren van de groepsaankoop. Zij bekosti-

gen hun werkzaamheden uit een fee bij de inschrijving. De enige kosten die gemeenten maken bij het

traject zijn kosten voor de communicatie over de collectieve actie en de personele inzet. Er is samen met

Westvoorne en Hellevoetsluis een voorlichtingsbijeenkomst gehouden. In de gemeente Brielle zijn er in

2013 110 panelen geplaatst; in 2014 342 panelen.

Zonatlas

In 2013 heeft de stadsregio een zonatlas opgesteld. Inwoners kunnen met een zonatlas in één oogopslag

zien of hun dak geschikt is voor het plaatsen van zonnepanelen en het opwekken van zonne-energie.

Tijdens de actie “groepsaankoop zonnepanelen” is de site van de zonatlas in Brielle veelvuldig gebruikt.

Oplaadpalen subsidie stadsregio

Op 23 juli 2013 is het beleidsdocument oplaadinfrastructuur vastgesteld door het college. Dit beleid is

stadsregionaal opgesteld. In dit beleid is aangegeven hoe en wanneer er een oplaadpaal in de openbare

ruimte geplaatst zal worden. De stadsregio financiert deze oplaadpalen. In 2013 zijn er zes aanvragen

ingediend om een laadpaal te plaatsen in de openbare ruimte. Een aantal hiervan zijn afgewezen aange-

zien er als een laadpaal in de omgeving aanwezig was. Op dit moment zijn er vier laadpalen geplaatst en

er lopen nog zes aanvragen voor het plaatsen voor een laadpaal.

Vanuit het ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie is voor de periode 2011-2015 een plan van

aanpak elektrisch vervoer opgesteld om het elektrisch vervoer in Nederland te stimuleren.

De stadsregio Rotterdam en de gemeente Brielle willen deze ontwikkeling stimuleren ter verbetering van

de luchtkwaliteit in de regio, verminderen van de CO2 en NO2-uitstoot, een geluidsreductie te bewerkstel-

ligen en economische kansen te creëren in de duurzame sector.

Page 25: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

Monitor 2014 blad 25 van 30

De gemeente Brielle heeft de ambities vastgelegd in een Beleidsdocument oplaadinfrastructuur, met

randvoorwaarden voor het plaatsen van elektrische laadpunten in het openbare gebied van de gemeente.

Deze maatregelen worden vanuit het project Schoon op Weg uitgevoerd en gefinancierd. In samenwer-

king met de regiogemeenten zijn de maatregelen geformuleerd in het Actieprogramma ‘Stadsregio Rot-

terdam Elektrisch’ 2013-2015. De stimuleringsmaatregelen zijn te verdelen in oplaadinfrastructuur, voer-

tuigen en kennisdeling.

Voor bedrijven, particulieren en gemeenten is het met subsidie mogelijk om voor hun eigen auto een op-

laadpunt aan te leggen op het eigen terrein. De subsidie is maximaal € 1.000 voor de aanschaf van een

oplaadpunt.

De aanvraag, afhandeling en financiering van een subsidie vindt plaats bij de stadsregio. Om het elektrisch rijden in de gemeente te bevorderen kunnen maatregelen genomen worden zoals:

1. Het elektrificeren van het eigen wagenpark;

2. Het faciliteren van oplaadinfrastructuur

In februari 2013 heeft er een bestuursbijeenkomst bij de stadsregio Rotterdam over elektrisch vervoer

plaatsgevonden. De stadsregio heeft een actieprogramma opgesteld over elektrisch vervoer. Alle ge-

meenten hebben de intentie uitgesproken om de ontwikkeling van elektrisch rijden in de stadsregio te

stimuleren. Op basis van deze intentie heeft de stadsregio een convenant opgesteld. Tevens is er een

beleidsdocument opgesteld over de oplaadinfrastructuur.

De stadsregio heeft voor Brielle 13 oplaadpunten gepland zijn die tot 2015 in de publieke ruimte geplaatst

kunnen worden. Dit aantal is op basis van het inwonersaantal. De plaatsing van de laadpalen zijn vraag-

gestuurd, wat inhoudt dat er alleen laadpalen worden geplaatst als er een bewoner een laadpaal aan-

vraagt.

Verleende subsidies laadpalen

Aantal verleende

subsidies

Locatie Bedrag

4 Brielle 4.000

2 Vierpolders 2.000

1 Zwartewaal 1.000

Tabel 7. Verleende subsidies laadpalen (bron: gemeente Brielle)

Aardwarmte – GeoMEC-4P

In Vierpolders is een aantal glastuinbouwbedrijven gevestigd met een vraag naar aardwarmte. Doelstel-

ling is om via het GeoMEC-4P-project een bijdrage te leveren aan de klimaatdoelstellingen:

- een reductie van CO2-emissie van 40% in 2020 t.o.v. 1990;

- de tuinders zijn verzekerd van een stabiele energieprijs tegen een gunstig tarief;

- de omwonenden krijgen een gezondere leefomgeving en

- er wordt geen beroep gedaan op aardgas.

In 2014 is de gehele financiering rondgekomen. In 2015 wordt met de werkzaamheden aangevangen; de

planning loopt tot eind 2015.

Page 26: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

blad 26 van 30 Monitor 2014

Convenant EPL

In 2012 hebben de wethouders van de stadsregio het convenant ondertekend voor het toepassen van

een verscherpte energie-eis bij woningbouw en bedrijventerreinen.

In het kader van dit convenant zijn er doorlopende activiteiten:

- het begeleiden van de energievisies voor drie projecten in drie gemeenten;

- regionale inkoop van de instrumenten GPR gebouw. Door middel van dit hulpmiddel kan geke-

ken worden of woningbouwprojecten aan de verscherpte energie-eis kunnen voldoen;

- cursus EPC-toets voor bouw en woningtoezichtambtenaren.

Klimaatadaptie

In 2013 heeft de stadsregio een klimaatatlas opgesteld. De klimaatatlas geeft inzicht in de gevolgen van

klimaatverandering op het gebied van wateroverlast, droogte en warmte. In 2014 is gekeken of er voor de

regiogemeenten een plan opgesteld moet worden om eventuele overlast van klimaatverandering te voor-

komen.

Convenant windmolens

In 2012 hebben de gemeenten in samenwerking met de stadsregio een convenant opgesteld over de

plaatsing van windmolens. In 2013 is er gekeken of de locaties die op de kaart waren aangegeven ge-

schikt waren en technisch mogelijk waren. In Brielle zijn vooralsnog geen locaties voor windmolens op-

genomen. In 2015 wordt dit nader onderzocht.

Bestuurlijk netwerkatelier

In 2013 is er twee keer een bestuurlijk netwerkatelier geweest voor raadsleden en wethouders bij het

InnovatieCentrum Duurzaam Bouwen (ICDuBo). Tijdens deze bijeenkomsten worden de projecten van de

regionale duurzaamheidsagenda 2013-2016 onder de aandacht gebracht en wordt aan de hand van

praktijkvoorbeelden de meerwaarde zichtbaar gemaakt van slim samenwerken tussen gemeenten en

andere (private) partijen.

Ondersteuning regionale allianties energieakkoord

In het kader van het SER Energieakkoord heeft de VNG voor de periode 2014-2016 € 15 miljoen be-

schikbaar gekregen om regionale allianties in Nederland te ondersteunen bij het verduurzamen van parti-

culiere woningen. Gemeenten worden gevraagd voor 15 juni in regionaal verband een aanvraag in te

dienen, waarbij één van de gemeenten als aanvrager optreedt. Elke deelnemende gemeente tekent daar-

toe een intentieverklaring.

Het doel van de in onze regio op te richten alliantie is om de belemmeringen, aan de vraag- en de aan-

bodkant, weg te nemen die particuliere woningeigenaren, inclusief VVE’s, er nu nog van weerhouden om

te investeren in energiebesparing en (het zelf opwekken van) duurzame energie.

Om dit doel te bereiken wil de alliantie, in samenwerking met woningeigenaren/VVE’s, bedrijfsleven, ken-

nispartners en financiers, inzetten op de volgende

resultaten.

Een regionaal energieloket dat zich onder-

scheidt door vraaggerichtheid, onafhankelijk-

heid, deskundigheid, integrale aanpak en een

resultaatgerichte concrete proactieve aanpak.

Naast digitale informatie beschikt het loket over

een goed toegankelijke backoffice waar wo-

ningeigenaren/VVE’s (telefonisch) terecht kun-

nen en desgewenst onafhankelijk maatwerk-

advies aan huis en ondersteuning (ontzorging

van A tot Z) kunnen krijgen.

Een specifiek op VVE’s gericht ondersteuningsaanbod om tot verduurzaming van hun woningen te

komen.

Voor woningeigenaren/VVE’s goed toegankelijke financieringsmogelijkheden en –constructies en

(maatwerk)advies daarover via het regionale energieloket.

Op basis van de behoefte van de markt, nieuw ontwikkelde financieringsmogelijkheden en –

constructies.

Collectieve inkoop van duurzame maatregelen met garanties over kwaliteit, prestaties en service.

Opgerichte energiecollectieven of –coöperaties door woningeigenaren al dan niet in samenwerking

met woningcorporaties, maatschappelijke instellingen en bedrijfsleven.

Page 27: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

Monitor 2014 blad 27 van 30

Lokale en regionale netwerken van bedrijven die door activering en deskundigheidsbevordering zo-

wel individueel als in samenwerking maximaal profiteren van de toegenomen vraag als gevolg van de

hiervoor omschreven aanpak.

Extra werkgelegenheid voor lokale en regionale aanbieders (bijvoorbeeld de bouw- en installatiebe-

drijven) en extra kansen voor werkzoekenden om aan het werk te komen.

3.11 Groen

Strategische doelen:

Beschermen open landschap Brielle

Structureel betrekken van het aspect groen in ruimtelijke plannen

Operationele doelen:

Stimuleren natuur- en milieueducatie

Monitoren in 2005 uitgevoerde natuurwaardeninventarisatie buitengebied

Ontwikkelen natuurvriendelijke oevers, herstellen kreken

Volgen monitorgegevens Maasvlakte 2

Overstappen milieuvriendelijke onkruidbestrijding

Natuur- en milieueducatie

Samen met de andere Voorne-Puttengemeenten en geeft Brielle in samenwerking met Stichting Milieu

Dichterbij (SMD) invulling aan activiteiten op het gebied van milieuvoorlichting en -educatie

worden uitgevoerd voor de doelgroepen: kinderen, jongeren en volwassenen. In 2010 is een

Meerjarenvisie en -overeenkomst opgesteld en vastgelegd voor de periode 2011-2015.

Het NME heeft aantoonbaar bijgedragen aan het bewust maken van natuur- en

milieuvriendelijke keuzen in de dagelijkse praktijk:

Prioriteit ligt bij jeugd en jongeren;

Iedere leerling krijgt natuur- en milieueducatie aangereikt;

Burgers maken kennis met duurzaamheid als gedragspatroon;

Gemeenten en bedrijven worden ondersteund in hun klimaat- en duurzaamheidsbeleid en

bedrijfsvoering.

Brielle heeft in 2013 in het kader van 'Energieke Scholen' extra lessen gegeven. De lessen op het Maer-

lant College in Brielle stonden drie dagen lang in het teken van duurzaamheid. De Stichting Milieu Dich-

terbij verzorgde gastlessen aan 11 klassen over afvalstromen, waterberging en de voedselketen. Wet-

houder Dick Verbeek leverde de opdrachtbrieven. Beleidsmedewerkers, ondernemers en bestuurders

woonden de presentaties van de scholieren bij.

Tijdens het lesprogramma ’Scholen voor Duurzaamheid’ werkten de leerlingen als heuse ‘adviseurs’ aan

opdrachten van gemeenten en bedrijven. Na het inleidende verhaal van de gastdocente van de SMD,

waarin zij het abstracte begrip duurzaamheid uitlegde, verdeelden de scholieren zich over een aantal

groepjes. Zij richtten een ‘adviesbureau’ op en gingen aan de slag met een van de drie opdrachten van

Dick Verbeek, wethouder milieu en energie in Brielle. Docenten van het Maerlant College begeleidden de

jongeren bij de uitwerking van de opdrachten. Aan het eind van de dag presenteerden de verschillende

adviesbureaus hun bevindingen.

Page 28: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

blad 28 van 30 Monitor 2014

Beschikbare uren

Activiteitenplan 2013 60

Extra bijdrage Brielle 43

Actviteitenplan 2014 60

totaal 163

Tabel 8. Verantwoording uren voorgezet onderwijs VPR 2013 en 2014 (bron: gemeente Brielle)

In onderstaande tabel zijn de activiteiten weergegeven die in 2013 en 2014 op Voorne-Putten en in

Rozenburg voor het basis en voorgezet onderwijs hebben plaatsgevonden.

Basisonderwijs 2013

Datum Project Groep School

12-3-2013 Afvalles 4 en 5 Want

12-3-2013 Afvalles 6 en 7 Want

13-7-2013 Duurzame markt

19-9-2013 Water Leeft VSO Maarland

19-9-2013 Water Leeft 3 en 4 OBS Tiende Penning

25-9-2013 Water Leeft SBO Maarland

30-9-2013 Water Leeft 8a Leonardus

9-10-2013 Water Leeft 6 Branding

Voortgezet onderwijs 2013

Datum Project Groep School

11-1-2013 Energieke scholen 3 Anna Hoeve

22-2-2013 Energieke scholen 3 Anna Hoeve

18-4-2013 Start afvalproject afval-

les

1 Anna Hoeve

22-4-2013 Scholen voor duurzaam-

heid

Twee 4e klassen vwo Maerlant

23-4-2013 Scholen voor duurzaam-

heid

Vijf 3e klassen Havo/vwo Maerlant

24-4-2013 Scholen voor duurzaam-

heid

Vier 2 e klassen Havo/vwo Maerlant

Loopt Scholen voor duurzaam-

heid

drie 1e klassen Penta

Basisonderwijs 2014

Datum Project Groep School

7-02-2014 Warme truiendag 8 Merula Bernisse

24-3-2014 Afvalles 5 CNS Nieuwe Weg

24-3-2014 Afvalles 5 Want

27-3-2014 Afvalles 5 Rank

27-3-2014 Afvalles 6 Rank

12-5-2014 Sarah 8 CNS Nieuwe Weg

12-5-2014 Water Leeft 5 Aanwas

15-5-2014 Water Leeft 7 Branding

2-6-2014 Water Leeft 7a Leonardus

2-6-2014 Water Leeft 7b Leonardus

19-6-2014 Water Leeft 3 en 4 Vliegerdt

19-7-2014 Bodemdierensafari 3 Want

Page 29: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

Monitor 2014 blad 29 van 30

Voortgezet onderwijs 2014

Datum Project Groep School

6-1-2014 Energieke scholen 3 Wellant College

13-1-2014 Afvalproject 3 Wellant College

20-1-2014 Scholen voor duurzaam-

heid - voeding

drie 1e klassen Penta Bahürim Brielle

11-3-2014 Scholen voor duurzaam-

heid - energie

3 Penta Godfried Richter

14-4-2014 Scholen voor duurzaam-

heid - energie

vier 3e klassen Maerlant

Tabel 9. Overzicht activiteiten (bron: gemeente Brielle)

School project bereik Jaar van uitvoering

Maerlant Brielle Scholen voor duurzaam-

heid, module water, energie

en voedsel

11 klassen, mavo, havo en

vwo

2013

Wellant college Energieke schoen 4 klassen vmbo 2013 en 2014

Wellant college Scholen voor duurzaam-

heid, module zwerfafval

2 klassen vmbo 2013 en 2014

Penta college Scholen voor duurzaam-

heid, module duurzame

voeding

3 klassen mavo 2014

Maerlant Scholen voor duurzaam-

heid

4 klassen havo en vwo 2014

Totaal 23 klassen

Tabel 10. Overzicht uitgevoerde projecten 2013 en 2014

Beschrijving uitvoering VO-projecten

- Maerlant Brielle:

Op 22, 23 en 24 april 2013 zijn 5 verschillende modulen van het lesprogramma Scholen voor

Duurzaamheid uitgevoerd met 11 klassen havo en vwo. De modulen waren vooraf aan het niveau

van de leerlingen en de beschikbare tijd aangepast, waarbij iedere groep één schooldag aan het project

heeft gewerkt. De leerlingen kregen de opdrachten door middel van een brief van wethouder Verbeek. Na

een gastpresentatie van de SMD gingen de leerlingen aan de slag met het verzamelen van informatie,

brainstormen, kaders stellen en uitwerken. Aan het eind van de schooldag hielden zij presentaties

voor elkaar en genodigden. Docenten moesten erg wennen aan deze manier van werken.

Op 14 april 2014 zijn de modulen over voeding en energie van Scholen voor Duurzaamheid opnieuw

uitgevoerd. Dit keer deden er 4 klassen havo en vwo mee. Ook hierbij is het programma op maat

gemaakt door de SMD en was de leiding van de dag in handen van de SMD. De leerlingen hebben

enthousiast gewerkt aan het project en de uitwerking waren van goede kwaliteit. De school heeft

ervoor gekozen om geen gasten uit te nodigen bij de eindpresentaties.

- Wellantcollege Anna Hoeve:

Docenten van deze school weten de SMD inmiddels te vinden voor de uitvoering van de gastlessen

Energieke Scholen. In dit lesproject doen de leerlingen onderzoek naar het energiegebruik van de

school en bij hen thuis. Na een inleiding door de SMD gaan zij zelf op pad met een C02-meter, een

geluidsmeter, een thermometer, een lichtmeter en een energiemeter. Aan het eind van het dagdeel

presenteren zij adviezen om energie te besparen in de school en thuis. Inmiddels is de gastles in 4

klassen uitgevoerd.

Het lesproject 'Zwerfafval als uitglijder' is in twee klassen uitgevoerd. Een klas heeft zelfs kort na de

kerstvakantie zwerfafval opgeruimd, er lagen nog genoeg restanten van het vuurwerk.

- Penta College Bahürim Brielle:

In week 4 van 2014 hebben drie 3e klassen vmbo in 3 lessen gewerkt aan de module over voeding

van het programma Scholen voor Duurzaamheid. De leerlingen hebben de Plus-supermarkt Bos

bezocht en een kijkje mogen nemen in de nieuwe elektrische bezorgauto. In de supermarkt deden zij

onderzoek naar fair trade-, bio- en Eko-producten, verpakkingen en de herkomst van groente en

fruit. Op school stelden zij een vegetarisch recept samen uit de Schijf van Vijf. Op de laatste

Page 30: Rapport voor dubbelzijdig afdrukken · 2021. 2. 2. · Monitor 2014 blad 5 van 30 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 6 2 Coalitieakkoord 6 3 Thema’s Milieu Uitvoeringsprogramma 2013

blad 30 van 30 Monitor 2014

projectdag brachten de leerlingen zelf producten mee naar school en gingen daarmee aan de slag om

een heerlijk gerecht te maken. Wethouder Dick Verbeek, beleidsmedewerker Geradine Roskam en

de directeur waren uitgenodigd om ook een vorkje mee te prikken. Een aantal kinderen was heel

verbaasd over het geweldige resultaat. Ondertussen hadden zij veel geleerd over duurzaamheid en

de keuzen die je zelf kunt maken. Het project is met input van de docente op maat gemaakt door de

SMD. Ook de gastles en de begeleiding waren in handen van SMD.