Rapport marktonderzoek RgVo - Pioneering rev1.pdf · 2012. 3. 22. · Saxion Enschede ABO BTB groep...

Rapport marktonderzoek RgVo

2009/2010 Post-propedeuse fase

groep 1

Thijs Hajee Bjorn Kienhuis

Marcel Kraesgenberg Mariska Luttikhedde

Gideon Pen

Academie Bedrijfskunde & ondernemen Bouwtechnische bedrijfskunde

2009/2010

Rapport

Marktonderzoek RgVo Resultaatgericht Vastgoedonderhoud

Saxion Enschede ABO BTB groep 1 2009/2010 Post-propedeuse fase

Opdrachtgever:

Auteurs: Thijs Hajee 126201 [email protected] Bjorn Kienhuis 122241 122241 @student.saxion.nl Marcel Kraesgenberg 96061 [email protected] Mariska Luttikhedde 130885 [email protected] Gideon Pen 109455 [email protected]

Enschede 2009/2010


Marktonderzoek RgVo Thijs Hajee, Bjorn Kienhuis, Marcel Kraesgenberg, Mariska Luttikhedde, Gideon Pen

woensdag 20 januari 2010 pagina I

Voorwoord Dit rapport vormt samen met een presentatie de eindbeoordeling van het project marktonderzoek, voor onze opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde, die verbonden is aan Hogeschool Saxion te Enschede. Dit onderzoek had een looptijd van twintig weken en onze opdrachtgever was Vastbouw Oost BV. Het onderwerp waarmee ze kwamen was Resultaatgericht Vastgoedonderhoud (RgVo). Het spreekwoordelijke lampje ging bij ons niet branden en de vraag ‘Wat is RgVo eigenlijk?’ kwam bij ons allemaal op. Dit was het eerste probleem en zeker niet het enige probleem wat we tegen kwamen tijdens ons onderzoek. Een marktonderzoek uitvoeren voor een innoverend onderwerp dat alles behalve uitgekristalliseerd is, is een grote uitdaging die we zo goed als we konden hebben aangepakt. Het was geen makkelijk project en zeker in combinatie met verscheidene andere projecten eiste het laatste half jaar flink wat van ons. De studielast voor dit project was 112 uur per persoon wat resulteert in vier studiepunten. Hetgeen niet in verhouding staat met de tijd en moeite die wij als groep in dit project hebben gestoken om alles tot een goed einde te brengen. We hopen dat dit rapport een goed beeld geeft van het beeld dat de zorgsector in Overijssel en Gelderland heeft van het concept Resultaatgericht Vastgoedonderhoud. In het bijzonder willen wij dhr. E Kouters, chef werkplaats RgVo van de stichting Pioneering, bedanken voor het verbreden van onze kennis op het gebied van RgVo en het interessante boek over het concept. Tevens willen wij dhr. T. van ’t Verlaat, onze begeleider vanuit Vastbouw Oost BV, en dhr. B. Platier , onze tutor vanuit Saxion, bedanken. Tenslotte willen we alle zorginstellingen bedanken die een bijdrage hebben geleverd aan ons marktonderzoek. Verondersteld wordt dat de lezer van dit rapport beschikt over kennis over het Resultaatgericht Vastgoedonderhoud. We wensen u veel plezier met het lezen van ons rapport. Thijs Hajee Bjorn Kienhuis Marcel Kraesgenberg Mariska Luttikhedde Gideon Pen Enschede, woensdag 20 januari 2010



woensdag 20 januari 2010 pagina II

Inhoudsopgave

1 INLEIDING 1

1.1 ONDERZOEKSKADER 1 1.1.1 Vastbouw Oost BV 1 1.1.2 Resultaatgericht Vastgoedonderhoud 1

1.2 SITUATIESCHETS 2 1.3 DOELSTELLING 3 1.4 VRAAGSTELLING 3 1.5 ONDERZOEKSVRAGEN 3 1.6 ONDERZOEKSMODEL 4

2 ONDERZOEKSRESULTATEN 5

2.1 STEEKPROEF 5 2.1.1 Verdeling van de populatie 6 2.1.2 Redenen geen afspraak. 7

2.2 KENNEN ZORGINSTELLINGEN HET CONCEPT RGVO? 8 2.3 HOE IS DE ORGANISATIE VAN HET ONDERHOUD? 9

2.3.1 Wie doet het onderhoud? 9 2.4 HEBBEN DE ZORGINSTELLINGEN DE ONDERHOUDSKOSTEN IN BEELD? 10 2.5 POTENTIE VAN HET RGVO-CONCEPT IN HET ALGEMEEN 11 2.6 POTENTIE VAN HET RGVO-CONCEPT IN DE EIGEN ORGANISATIE 12

3 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 13

BRONNEN 15

BIJLAGEN 16



woensdag 20 januari 2010 pagina III

Samenvatting In het kader van het project Marktonderzoek is voor Vastbouw Oost BV een marktonderzoek gedaan naar het concept Resultaatgericht Vastgoedonderhoud. Om inzicht te krijgen of er een nieuwe markt is voor Vastbouw Oost BV te Rijssen verschafte het management de projectgroep de mogelijkheid om een analyse uit te voeren aan de hand van interviews. Het doel van het marktonderzoek voor Vastbouw Oost BV, is om antwoord te geven op de vraag of het RgVo-concept de juiste oplossing is voor het onderhoud van vastgoed van zorginstellingen in de regio Gelderland en Overijssel. De informatie die voortkomt uit dit onderzoek wordt in een verslag, met conclusie en aanbevelingen, opgeleverd. Dit rapport wordt aan Vastbouw Oost BV overhandigd tijdens een presentatie. Voor het verkrijgen van informatie en het tot stand komen van dit rapport hebben interviews met verschillende zorgcentra plaatsgevonden. Om antwoord te krijgen op de vraagstelling zijn in totaal 62 zorginstellingen benaderd. Van 13 zorginstellingen kwam een positieve reactie, bij 9 zorginstellingen is de projectgroep – in tweetallen - op bezoek geweest om door middel van een korte presentatie het concept RgVo uit te leggen, de overige 4 zorginstellingen hebben meegewerkt aan het onderzoek door per e-mail de vragenlijst te beantwoorden. Voor de uitkomsten hiervan wordt u doorverwezen naar de bijlagen. De uitkomsten van het onderzoek zijn geëvalueerd en bijeengevoegd. Aan de hand hiervan zijn de volgende conclusies voortgekomen:

Uit het onderzoek is gebleken dat het RgVo-concept bij meer dan de helft van de zorginstellingen niet bekend was.

Over het algemeen geldt, hoe groter de zorginstelling, hoe korter de onderhoudstermijn, hoe kleiner de zorginstelling, hoe groter de onderhoudstermijn.

Zorginstellingen hebben lang niet allemaal de directe- en indirecte kosten in beeld. Hieruit wordt de conclusie getrokken dat de zorgsector nog niet klaar is voor het grootschalig invoeren van het RgVo-concept.

Over het algemeen is er wel interesse in het RgVo-concept in de zorgsector

Voor instellingen waarbij gecompliceerd onderhoud vereist is, zoals ziekenhuizen met operatiekamers en dergelijke, is het huidige concept niet geschikt.

Voor overige zorginstellingen (woon/zorgcentra, verpleeghuizen, thuiszorg en instellingen voor zelfstandig wonen) is het concept wel geschikt.

De antwoord op de hoofdvraag is: Of RgVo de juiste oplossing voor het vastgoedonderhoud van zorginstellingen is, kun je aan de hand van dit marktonderzoek niet zeggen. Uit dit marktonderzoek is wel gebleken dat er potentie voor is. Gezien de interesse, mogelijke besparingen en de garantie voor bedrijfscontinuïteit zou het wel een geschikte oplossing kunnen zijn. De zorginstellingen moeten echter wel aan bepaalde eisen voldoen



woensdag 20 januari 2010 pagina IV

Aan de hand van deze conclusies vloeien de volgende aanbevelingen voort : Op de korte termijn:

Het bouwimago van Vastbouw Oost BV aanpassen aan de zorgsector

Met het huidige concept vooral woon/zorgcentra, verpleeghuizen, thuiszorg en instellingen voor zelfstandig wonen benaderen.

Op de lange termijn:

Het huidige concept aanpassen aan ziekenhuizen, zodat men in de toekomst ook dit segment kan bewerken.



woensdag 20 januari 2010 pagina V

Lijst met definities RgVo: Het geheel van technische, organisatorische en daarmee samenhangende administratieve activiteiten om vastgoed functioneel, esthetisch en technisch over een langere periode op het overeengekomen niveau te houden, passend binnen de doelstellingen en de strategie van de opdrachtgever. Hierbij is sprake van een resultaatverplichting. Buitenschil: De buitenkant van een complex dat de personen binnen beschermt tegen invloeden van buitenaf. Zorginstellingen Alle verpleeghuizen, verzorgingshuizen, woon/zorgcentra, particuliere verzorgingshuizen en revalidatiecentra die tevens de complexen waar zij gebruik van maken in bezit hebben in de regio Gelderland en Overijssel. Woningcorporaties Organisaties die zich zonder winstoogmerk inzetten voor de realisatie van betaalbare woonruimtes. Inspannings-concept Werkwijze waarbij het onderhouden wordt beschreven in de vorm van uit te voeren werkzaamheden met vermelding van producten hetgeen in een bestek is opgenomen. Prestatie-concept Werkwijze waarbij de vraag naar het onderhouden geheel of gedeeltelijk wordt omschreven in technische prestatie-eisen. Resultaatgericht-concept Werkwijze waarbij de vraag naar onderhoud geheel of gedeeltelijk wordt omschreven in het gewenste kwaliteitsniveau. Het kwaliteitsniveau wordt vastgelegd in functionele en esthetische prestatie-eisen. Functionele prestatie-eisen Dit zijn eisen die gesteld worden om bepaalde functies van een complex te waarborgen. Esthetische prestatie-eisen Dit zijn eisen die gesteld worden om een bepaald niveau van het uiterlijk van een complex te waarborgen. Indirecte kosten Dit zijn kosten die niet direct toegekend kunnen worden aan het onderhoud van complexen maar die wel gemaakt moeten worden om het onderhoud te realiseren. Directe kosten Deze kosten zijn duidelijk toe te wijzen aan het onderhoud van complexen. Aselect Een keuze op basis van willekeurigheid. Een steekproef is aselect als alle personen uit de totale populatie evenveel kans hebben om voor een marktonderzoek te worden uitgenodigd. Betrouwbaarheidspercentage De mate van betrouwbaarheid van het onderzoek uitgedrukt in een percentage.



woensdag 20 januari 2010 Pagina 1 van 16

1 Inleiding

1.1 Onderzoekskader

1.1.1 Vastbouw Oost BV Vastbouw Oost BV is voor het marktonderzoek de opdrachtgever en begeleidt tevens de projectgroep. Vastbouw Oost BV is een onderdeel van de holding Vastbouw. Deze holding is in 1983 in Rijssen opgericht en is inmiddels actief in meerdere Europese landen. De omzet in 2006 bedroeg 100 miljoen euro. Vastbouw Oost BV is voortdurend bezig met het uitwisselen van ervaring en het implementeren van innovatieve producten en processen.

1.1.2 Resultaatgericht Vastgoedonderhoud Resultaatgericht onderhoud is een relatief nieuwe methode van samenwerken om gebouwen functioneel en esthetisch op niveau te houden, zodanig dat het binnen de doelstellingen en strategie van de opdrachtgever past. Hierbij is sprake van een resultaatverplichting. Het onderhoudsbedrijf realiseert voorspelbaar en beheersbaar onderhoud tegen minimale maatregelen waardoor dure onderhoudsingrepen worden voorkomen. Voor de opdrachtgever kan het een verlaging van de onderhoudskosten opleveren en de zekerheid dat budgetten niet overschreden worden. Voor het onderhoudsbedrijf kan het leiden tot verhoging van de continuïteit. Een resultaatgerichte aanpak van onderhoud is volledig afgestemd op de doelstellingen van de opdrachtgever. De opdrachtgever kan zich op deze manier meer bezig houden met haar core-business. Er wordt rekening gehouden met de functie en het gebruik van het gebouw. Bij de resultaatgerichte aanpak worden het ontwerp van het onderhoud en de uitvoering ervan ondergebracht bij het onderhoudsbedrijf. Daardoor vindt er een betere invulling van de verwachtingen van de opdrachtgever plaats. Het onderhoudsbedrijf is door deze aanpak voortdurend geprikkeld om innovatief te zijn.




1.2 Situatieschets De bouw produceert slechts één procent aan nieuw vastgoed in verhouding met de bestaande voorraad. Dit ene procent is inclusief een groeipercentage van driekwart procent. Per jaar wordt 0,25 procent van de vastgoedvoorraad vervangen. Dit betekent simpelweg dat de gemiddelde levensduur van een vastgoedobject in Nederland vierhonderd jaar is. Vastgoedobjecten zijn niet berekend op deze enorm lange levensduur, omdat uit het promotieonderzoek van dhr. H. van Nunen blijkt dat de gemiddelde levensduur van een vastgoedobject 120 jaar zou moeten zijn. Hieruit wordt duidelijk dat vastgoedonderhoud een grote markt is, en dat deze markt nog veel groter zal worden. TNO verwacht dat er de komende jaren vier tot vijf miljard euro per jaar om zal gaan in de vastgoedonderhoudsmarkt. Besparen op onderhoudskosten is iets wat elke vastgoedbeheerder wel zou willen. Uit onderzoek van FOSAG1, WVB2 en TNO bouw3 blijkt dat besparen mogelijk is. Dit is te realiseren door juist niet te bezuinigen op materialen, maar door een andere manier van procesgang. Dit concept noemt men RgVo (Resultaatgericht Vastgoedonderhoud). De opdrachtgever en opdrachtnemer gaan in plaats van een inspannings- of prestatieverplichting een resultaatsverplichting aan. Er wordt dus geen bestek of een technische omschrijving meer gemaakt maar er worden functionele en esthetische resultaatseisen voor een bepaalde periode afgesproken tussen de partijen. De opdrachtgever behoudt wel de regierol, maar laat de opdrachtnemer zijn expertise van vastgoedonderhoud optimaal benutten door hem te laten bepalen welke materialen het beste passen bij de resultaatseisen en wanneer deze toegepast dienen te worden. De opdrachtnemer draagt hierdoor een groter risico. Voor de opdrachtgever is dit concept interessant, omdat het gewenste kwaliteitsniveau gewaarborgd is. Uit onderzoek van de universiteit Delft en TNO is gebleken dat RgVo een besparing kan opleveren van twintig procent, op indirecte onderhoudskosten en directe onderhoudskosten. Voor de opdrachtnemer is dit concept ook interessant, omdat op deze manier een grotere bedrijfszekerheid en continuïteit worden gewaarborgd. Vastbouw Oost BV is één van de eerste bouwbedrijven in Overijssel die zich met het concept RgVo op de onderhoudsmarkt begeeft. Het concept is echter in Nederland nog vrij onbekend. Uit dit onderzoek moet gaan blijken hoe bekend RgVo is bij zorginstellingen en of dit wel het juiste concept is om aan de vraag van de vastgoed onderhoudsbehoefte van zorginstellingen te voldoen.

1 Bronnummer 1

2 Bronnummer 13

3 Bronnummer 12




1.3 Doelstelling Het uitvoeren van een marktonderzoek voor Vastbouw Oost BV, met als doel om antwoord te geven op de vraag of het RgVo-concept de juiste oplossing is voor het onderhoud van vastgoed van zorginstellingen in de regio Gelderland en Overijssel. De informatie die voortkomt uit dit onderzoek wordt in een verslag, met conclusie en aanbevelingen, opgeleverd. Dit rapport wordt aan Vastbouw Oost BV overhandigd tijdens een presentatie.

1.4 Vraagstelling Is het RgVo-concept de juiste oplossing voor het totaalonderhoud van vastgoedobjecten die in het bezit zijn van zorginstellingen ?

1.5 Onderzoeksvragen 1. Kennen zorginstellingen het concept RgVo?

1.1. Zijn ze bekend met de voor- en nadelen van RgVo? 1.2. Zijn ze eventueel al bezig met RgVo?

2. Hoe wordt op het moment het onderhoud van de complexen georganiseerd? 2.1. Wie voert het onderhoud uit?

3. Hebben zorginstellingen de totale kosten van onderhoud van de buitenschil van hun complexen wel goed in beeld? 3.1. Weten ze wat de onderhoudskosten per complex zijn? 3.2. Weten ze hoe de verdeling van indirecte en directe kosten is?

4. In welke mate zijn ze geïnteresseerd in RgVo? 5. Op welke criteria wordt er gemanaged op het vastgoedonderhoud?




1.6 Onderzoeksmodel Een onderzoeksmodel is een schematische weergave van de stappen die doorlopen zijn om dit rapport te realiseren.

Resultaatgericht Vastgoedonderhoud

Plan van aanpak maken Informatie vergaren over RgVo Doel- en vraagstelling formuleren samen met opdrachtgever

Benaderen van de populatie Bellen van instellingen voor afspraken

Interviewen van verantwoordelijken over strategisch onderhoud

elektronische enquêtelijst versturen

Verwerken van de gegevens Gegevens anonimiseren Relaties analyseren van gegevens

Produceren van conclusies en aanbevelingen Rapport maken

Presenteren




2 Onderzoeksresultaten

2.1 Steekproef

Steekproefkader Het steekproefkader in geografisch opzicht is bepaald door tijd en budget. Heel Nederland onderzoeken was door de beschikbare tijd niet mogelijk. Hierdoor is er alleen gekozen voor de provincies Gelderland en Overijssel. De gekozen sector is in overleg bepaalt. Deze sector leek in eerste instantie het meest interessant.

Populatie Het onderzoek is beperkt tot de provincies Overijssel en Gelderland. Door uitvoeren van deskresearch naar het aantal zorginstellingen in deze regio kwam naar voren dat er 236 zorgcomplexen met een verdeling van 102 voor Overijssel en 134 Gelderland waren. Dit betekend echter niet dat er zoveel zorginstellingen in de twee provincies aanwezig zijn. Het was namelijk aannemelijk dat er instellingen bestaan die meerdere complexen in beheer hebben. De praktijk bevestigde dit ook. Door deze instellingen te elimineren bleef er een lijst over van 61 zorginstelling in de afgebakende regio. Hiervan hebben er uit eindelijk dertien meegewerkt aan het onderzoek. Deze steekproef is aselect en gebaseerd op het enige feit dat de betrokken partij mee wilde werken. De andere instellingen hadden of geen interesse of waren te druk.

Steekproefberekening

S = Steekproefmarge : 20%

Betrouwbaarheidspercentage : 90%

Betrouwbaarheidsniveau Z = Z-waarde

95% 1,960 90% 1,645 99% 2,575

Omvang van de populatie : 61 P = Verwachtte uitkomst : 25% van 61 ~ 15 N = Steekproefgrootte : 11

In totaal is er maar van 13 bedrijven respons gekomen, dit lag onder de doelstelling van 15 zorginstellingen. Hierdoor is dit onderzoek niet representatief voor de gehele Nederlandse zorgsector, maar het geeft wel een indicatie over de potentie van het RgVo-concept.




2.1.1 Verdeling van de populatie

Dit figuur geeft aan wat de respons op de steekproef is. De figuur laat zien dat er grotendeels geen respons was op het uitgevoerde onderzoek. Verder geven de gebieden in het paars en geel aan waar er een onderzoek heeft plaats kunnen vinden aan de hand van een enquête of interview.




2.1.2 Redenen geen afspraak.

Hierboven is in een figuur weergegeven wat de redenen van afwijzing waren bij de benaderde zorginstellingen. Zoals te zien is, gaf de meerderheid aan geen tijd te hebben. Bij deze bedrijven werd het gevoel gegeven dat ze gewoon geen zin hadden om mee te werken aan het onderzoek, en daarom maar zeiden dat ze het te druk hadden. Ook werd er vaak gezegd dat ze geen belangstelling hadden. Aangenomen wordt dat ze het concept in eerste instantie te onduidelijk of ingewikkeld vonden, en dat ze daarom als reden gaven niet geïnteresseerd te zijn.




2.2 Kennen zorginstellingen het concept RgVo?

Dit figuur geeft het percentage weer van de zorginstellingen die bij het eerste contact al van het concept RgVo hadden gehoord. Het figuur geeft aan dat zeven van de dertien instellingen nog niet van het concept had gehoord. Twee gaven aan dat resultaatgericht werken bekend was uit een andere branche, maar het RgVo-concept zelf was bij deze instellingen dus nog niet bekend. De overige vier gaven aan al eens van het concept gehoord te hebben. Hiervan hadden er twee wel eens van horen zeggen (grijs), één had ooit eens over het concept gelezen (groen), en één had er via een consultant eens van gehoord (paars).




2.3 Hoe is de organisatie van het onderhoud?

De manier van organiseren is bij elke zorginstelling gebaseerd op een meerjarenplanning die veelal gekoppeld is aan een meerjarenbegroting. Over het algemeen is het ook vast te stellen dat het voor de zorgsector erg lastig is om een langetermijnvisie te ontwikkelen die ook daadwerkelijk gehaald kan worden. De technologische vooruitgang en de veranderende klantenwensen liggen hieraan ten grondslag. Het formaat van de zorginstellingen zijn als volgt gedefinieerd:

Formaat Aantal cliënten

Zeer klein 0 – 50

Klein 50 – 300

Gemiddeld 300 – 750

Groot 750 – 1500

Zeer groot 1500 - >

2.3.1 Wie doet het onderhoud? Elke zorginstelling van redelijk formaat heeft voor storingen een eigen technische dienst beschikbaar. Elk ander regulier onderhoud dat van enige formaat is wordt uitbesteed. Dit kan door middel van een bestek of technische omschrijving. Deze keuze is afhankelijk van de organisatie en het soort onderhoud.




2.4 Hebben de zorginstellingen de onderhoudskosten in beeld? De figuur hieronder geeft het percentage aan van de zorginstellingen die de onderhoudskosten per complex in kaart hebben. Veelal wordt dit gedaan met behulp van Ultimo of een ander facilitair boekingsprogramma. Alle zorginstelling hebben wel een duidelijk overzicht van wat de directe kosten per complex zijn. Dit is bij te houden door simpelweg facturen van onderhoudsbedrijven te boeken op een complex. De indirecte kosten die de organisatie zelf maakt voor het onderhoud van vastgoed is in 8 van de 13 ondervraagden niet terug te leiden tot een bepaald vastgoedobject.




2.5 Potentie van het RgVo-concept in het algemeen Hieronder is te zien dat bijna 9 van de 13 zorginstellingen denkt dat het RgVo-concept een kans van slagen heeft. Tijdens het interviewen was bijna iedereen zeer geïnteresseerd al stelden sommigen wel kritische vragen.

Weinig potentie: twee grote en één zeer grote zorginstelling Gemiddeld: één grote zorginstelling. Potentie: één zeer kleine, twee kleine, een gemiddelde en twee grote zorginstellingen. Zeer veel potentie: twee gemiddelde en één grote zorginstelling.




2.6 Potentie van het RgVo-concept in de eigen organisatie In figuur 7 is te zien dat 6 van de 13 instellingen het RgVo-concept in de toekomst niet in zijn eigen organisatie ingevoerd ziet worden (blauw, groen en grijs). Hierbij valt het op dat het verschil in percentage met de vorige vraag erg groot is.

Zeer geïnteresseerd: een kleine en een middelgrote zorginstelling. Geïnteresseerd: grote zorginstelling Meer dan gemiddeld geïnteresseerd: zeer kleine, een kleine en twee middelgrote zorginstellingen Minder dan gemiddeld: een grote zorginstelling Niet geïnteresseerd: een grote zorginstelling Totaal niet geïnteresseerd: drie grote en één zeer grote zorginstelling.




3 Conclusies en aanbevelingen Naar aanleiding van de resultaten die uit het marktonderzoek naar voren zijn gekomen, zijn er enkele conclusies te trekken, met betrekking tot de vraag of het RgVo-concept geschikt is voor de zorgsector. Uit het onderzoek is gebleken dat het concept RgVo bij meer dan de helft van de zorginstellingen niet bekend was. De instellingen die er al wel van hadden gehoord, wisten er ook maar weinig vanaf. Het was opmerkelijk dat maar één van de respondenten wist wat RgVo betekend. Als er naar de onderhoudsintervallen wordt gekeken, valt het op dat over het algemeen het volgende geconcludeerd kan worden: hoe groter de instelling is, hoe korter de onderhoudsplanning is in jaren en hoe kleiner de instelling, hoe groter de onderhoudsplanning is in jaren. Verder had iedere zorginstelling van redelijk formaat een eigen technische dienst beschikbaar voor storingen. Elk ander regulier onderhoud van enige formaat wordt uitbesteed. Hoewel het te verwachten viel, was het op z’n minst opmerkelijk dat maar vijf van de dertien respondenten zowel de indirecte als de directe kosten in beeld hadden. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de zorgsector nog niet klaar is om het concept op grote schaal toe te passen, omdat het een voorwaarde is, voor het slagen van het concept , dat je de indirecte- en directe kosten in beeld hebt. Er kan geconcludeerd worden dat er over het algemeen wel degelijk interesse is voor het RgVo-concept. Als je de zorgsector onderverdeelt kom je echter tot de conclusie dat de interesse voor het concept niet overal even groot is. Met name voor ziekenhuizen is het concept niet zo geschikt als voor bijvoorbeeld woon/zorgcentra of verpleeghuizen. De reden hiervoor is dat er in ziekenhuizen specifieke kennis vereist is. Gewone onderhoudsbedrijven hebben deze specifieke kennis niet in huis. Een voorbeeld hiervan is het onderhoud van operatiekamers, hiervoor zijn vele eisen waaraan voldaan moet worden. Omdat dit voor een ziekenhuis van eminent belang is, willen ze dit hoe dan ook in eigen hand houden. Ziekenhuizen hebben zelf over het algemeen een uitgebreide technische dienst, die wel over de juiste kennis beschikt. Zodoende de conclusie dat het RgVo-concept voor ziekenhuizen, in deze vorm, niet geschikt is. Voor bijvoorbeeld woon/zorgcentra, verpleeghuizen, thuiszorg en instellingen om zelfstandig te wonen lijkt het wel een geschikt concept. Omdat voor bovenstaande instellingen ook het uiterlijk van het vastgoed van belang is, zullen ze meer gebaat zijn bij een constant kwaliteitsniveau van het vastgoed. Tijdens het afnemen van de interviews viel het op dat degenen die zeer geïnteresseerd waren in het concept later de toepassing van het concept in de eigen organisatie nog niet zagen zitten. Naderhand bleek dat dit kwam omdat men nogal huiverig was om met zo’n innovatief concept te gaan werken. Op welke criteria er gemanaged wordt op het vastgoedonderhoud, kan geen antwoord gegeven worden. Deze vraag werd pas later in het onderzoek gesteld, waardoor deze helaas niet meer opgenomen kon worden in ons onderzoek. Dit zou echter wel een interessante vraag voor Vastbouw Oost BV kunnen zijn in de toekomst.




Het antwoord op de hoofdvraag is: Of RgVo de juiste oplossing voor het vastgoedonderhoud van zorginstellingen is, kun je aan de hand van dit marktonderzoek niet zeggen. Uit dit marktonderzoek is wel gebleken dat er potentie voor is. Gezien de interesse, mogelijke besparingen en de garantie voor bedrijfscontinuïteit zou het wel een geschikte oplossing kunnen zijn. De zorginstellingen moeten echter wel aan bepaalde eisen voldoen, enkele eisen zijn:

Duidelijke toekomstvisie voor de instelling en voor alle vastgoedobjecten.

Alle kosten duidelijk en per vastgoedobject in beeld.

De instellingen moeten bereid zijn om een vertrouwensrelatie aan te gaan met een onderhoudsbedrijf. RgVo valt en staat namelijk met vertrouwen.

Aanbevelingen : Echter, om het RgVo-concept succesvol toe te kunnen passen bij zorginstellingen, dient het volgende in acht genomen te worden: Korte termijn :

Door te zorgen dat het concept RgVo bij meer mensen bekend wordt, kan men ervoor zorgen dat men minder huiverig is om het concept toe te passen. Het blijft immers een innovatief concept en een moeilijk uit te leggen concept. Door een folder of iets dergelijks achter te laten waarin het concept kort en bondig wordt uitgelegd, zou veel duidelijkheid kunnen verschaffen en veel opkomende twijfels weer weg kunnen nemen.

o Zorg er voor dat het concept kort en duidelijk uit te leggen is. o Zorg voor concrete praktijkvoorbeelden dus geen pilotprojecten. Laat de praktijk de

werking bewijzen.

Het bouwimago van Vastbouw Oost BV aanpassen aan de zorgsector. Het imago van de bouwsector en het imago dat nodig is om de ideologie achter het RgVo-concept uit te kunnen dragen – denk aan vertrouwen - liggen nog ver uit elkaar. Vastbouw Oost BV moet proberen nog duidelijker te laten zien dat zij een betrouwbare onderneming is. Dit zou eventueel kunnen door meer transparant te zijn.

Vooral Zorgcentra, verpleeghuizen, thuiszorg en instellingen om zelfstandig te wonen gaven aan geïnteresseerd te zijn in het concept. Als Vastbouw Oost BV de zorgsector gaat benaderen als nieuwe markt voor het concept, doen ze er dus goed aan vooral bovenstaande instellingen te benaderen.

Lange termijn :

Uit dit onderzoek is gebleken dat niet de gehele zorgsector geschikt is om het concept toe te passen. Voor instellingen waarbij gecompliceerd onderhoud vereist is, zoals ziekenhuizen met operatiekamers en dergelijke, is het concept niet geschikt. Een enkel ziekenhuis verwacht dat er in de toekomst specialisten nodig zullen zijn die zich alleen bezighouden met ziekenhuistechnologieën in combinatie met de bouw. Er zal gekeken moeten worden of er mogelijkheden zijn om het concept aan te passen voor ziekenhuizen. Om te weten te komen hoe het concept er dan wel uit moet zien, zal er nader onderzoek moeten plaatsvinden .




Bronnen Boeken :

1. Leidraad: Resultaat gericht vastgoed onderhoud 2. Het innovatieboek, innoveren van droom tot daad 3. Starten met marktonderzoek 4. Kwalitatief marktonderzoek 5. Syllabus onderzoeksontwerp 2008

Fieldresearch :

6. Presentaties over RgVo als de bedrijven nog niet weten wat het concept inhoud. 7. Face to face interviews met de verantwoordelijke op het gebied van onderhoud.

Rapporten :

8. Afstudeerproject van Ismail Kaya en Bahez Abdallah Presentaties :

9. Presentatie van de heer Kouters van de stichting Pioneering 10. Presentatie van de heer Van ’t Verlaat van Vastbouw Oost BV te Rijssen

Internet sites :

11. www.zorggidsnederland.nl 12. www.tno.nl

o http://www.tno.nl/downloads/Resultaatgericht%20Vastgoedonderhoud.pdf 13. www.wvb.nl

o http://www.wvb.nl/index.php?id=36 14. www.saxionbibliotheek.nl 15. www.pioneering.nl 16. www.ilcocal.nl 17. www.vastbouw.nl 18. www.wikipedia.org 19. Verschillende sites van zorginstellingen

http://www.zorggidsnederland.nl/

http://www.tno.nl/

http://www.tno.nl/downloads/Resultaatgericht%20Vastgoedonderhoud.pdf

http://www.wvb.nl/

http://www.wvb.nl/index.php?id=36

http://www.saxionbibliotheek.nl/

http://www.pioneering.nl/

http://www.ilcocal.nl/

http://www.vastbouw.nl/

http://www.wikipedia.org/




Bijlagen

1. Plan van aanpak 2. Telefoonscript 3. Interviewvragen 4. Enquêtevragen 5. Uitwerkingen interviews 6. Uitwerkingen enquêtes

Rapport marktonderzoek RgVo - Pioneering rev1.pdf · 2012. 3. 22. · Saxion Enschede ABO BTB groep...

Documents

Transcript of Rapport marktonderzoek RgVo - Pioneering rev1.pdf · 2012. 3. 22. · Saxion Enschede ABO BTB groep...