PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is...

18
Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 1 PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 Activiteitenverslag 16 februari 2015 Hanzehogeschool/KCE/drs. Henri Haan

Transcript of PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is...

Page 1: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 1

PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2

Activiteitenverslag

16 februari 2015

Hanzehogeschool/KCE/drs. Henri Haan

Page 2: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 2

INHOUDSOPGAVE

1. Het project ........................................................................................................... 3

2. Doelen en beoogde resultaten ............................................................................. 5

3. Proces/activiteiten .............................................................................................. 11

4. Conclusies en aanbevelingen............................................................................... 16

5. Nawoord .............................................................................................................. 18

Page 3: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 3

1. HET PROJECT

Het project “1000 slimme huishoudens” (zie ook Projectplan en Addendum) beoogde te

komen tot energiebesparing bij Groningse huishoudens door middel van het installeren van

slimme energiemeters en een aan de P1-poort gekoppelde technische applicatie. De gedachte

was, dat het mogelijk zou moeten zijn om het energieverbruiksgedrag van huishoudens te

beïnvloeden via een technologie met persuasieve elementen.

Er is een projectorganisatie opgericht om de technologie te kunnen implementeren en

onderzoek te kunnen doen onder de huishoudens naar hun ervaringen met de applicaties (in

het schema: Energy Monitoring Systems, EMS):

In de eerste fase (periode juni 2012 – november 2012) zijn diverse regionale bedrijven op het gebied van energiemanagementsystemen en appbouw uitgenodigd met voorstellen te komen aan de hand van de vraag: “Ontwerp een (interactieve) toepassing op basis van gegevens uit de P1-poort, waarvan u denkt dat daarmee zoveel mogelijk huishoudens zoveel mogelijk energie kunnen besparen”. Schriftelijk en mondeling zijn er voorstellen ingediend en toegelicht. Uiteindelijk heeft de stuurgroep “1000 slimme huishoudens” drie bedrijven geselecteerd om deel te nemen aan het project: Metsens, EnerGQ en een samenwerkingsverband tussen iNRG en GetThere. In de tweede fase (periode december 2012 – september 2014) werden 40 huishoudens geworven door de deelnemende woningcorporaties en het projectmanagement. Daarvan vielen er helaas alsnog 3 af wegens technische aansluitproblemen (zie ook verderop). Per saldo is uiteindelijk onder 37 huishoudens de test- en ontwikkelfase gehouden. Daarbij kregen 28 huishoudens een slimme meter, een gateway en een EMS (de “experimentele groep”) en 9 huishoudens alleen een slimme meter en een gateway (de “controlegroep”).

Page 4: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4

Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase

gepland, waarbij de uitrol van slimme meters en (de als beste geteste) technologische toepassing

vergroot wordt tot (ongeveer) 1000 huishoudens. Dit behelst een apart project met bijbehorend

projectplan (en financiering). Er zal worden aangehaakt bij bestaande initiatieven (Energy

Sense/Enexis/gemeente Groningen) omdat hiermee synergie kan worden geboekt.

Page 5: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 5

2. DOELEN EN BEOOGDE RESULTATEN

Op voorhand zijn de volgende (onderzoeks)doelen geformuleerd:

1. Welk gedrag kan worden afgeleid uit de data afkomstig van de slimme meter?

2. Welke interactieve applicatie is in staat het bewustzijn met betrekking tot energieverbruik van

huishoudens te vergroten? (En welke aspecten van de applicatie kunnen daarvoor

verantwoordelijk zijn?)

3. Welke interactieve applicatie is in staat het gedrag van gebruikers zodanig te veranderen dat

er minder energie wordt verbruikt? (En welke aspecten van de applicatie kunnen daarvoor

verantwoordelijk zijn?)

4. Welke applicatie leidt tot de grootste gebruikerstevredenheid?

In een separaat rapport van dr. Carina Wiekens is verslag gedaan van haar

onderzoeksbevindingen. Uit dit rapport halen wij op deze plaats de voornaamste uitkomsten

even aan. Daarbij is de eerste onderzoeksvraag verwerkt in de overige drie, c.q. in de

bevindingen van Target.

Het onderzoek naar ervaringen van eindgebruikers met drie Energy Monitoring Systemen was aldus gericht op het beantwoorden van drie vragen: 1. Welk EMS is in staat het bewustzijn van eindgebruikers te vergroten aangaande hun

energieverbruik? (En welke aspecten van het EMS kunnen daarvoor verantwoordelijk zijn?) 2. Welk EMS is in staat het gedrag van gebruikers te veranderen? (En welke aspecten van het

EMS kunnen daarvoor verantwoordelijk zijn?) 3. Welk EMS leidt tot de grootste gebruikerstevredenheid? Wat betreft de eerste vraag kunnen we stellen dat twee van de drie geteste systemen het energiebewustzijn van de deelnemers blijken te kunnen vergroten. De gedetailleerde informatie wordt gewaardeerd en blijkt het inzicht niet alleen van het totale verbruik te vergroten, maar ook van het verbruik van verschillende apparaten. De overzichtsgrafieken waarin het huidige verbruik staat en de mogelijkheden om het verbruik over verschillende tijdsperioden te bekijken en met elkaar te vergelijken, vinden eindgebruikers interessant en inzicht gevend. Twee Energie Monitoring Systemen zijn dus in staat gebleken om het energiebewustzijn van de meerderheid van hun eindgebruikers te vergroten. Wat betreft de tweede vraag kunnen we stellen dat de eindgebruikers die een EMS hebben getest, hun energieverbruik ten opzichte van de controle conditie iets hebben teruggebracht (zie eveneens het rapport van Target Holding), hoewel de meerderheid aangeeft dit niet als zodanig te ervaren. Sommige eindgebruikers geven aan dat ze de verwarming als gevolg van het zien van hun verbruiksgegevens lager hebben gezet. Sommigen geven aan nu andere apparaten te gebruiken, of apparaten minder te gebruiken. Dit is overeenkomstig de verbruiksdata. Echter, de meerderheid van de eindgebruikers stelt eveneens dat er te weinig handelingsopties gegeven worden. Eindgebruikers van de twee als beste geteste systemen geven dus vooralsnog aan dat hun bewustzijn van het verbruik is toegenomen, maar dat dit nog niet betekent dat ze ook weten wat de mogelijkheden zijn om het verbruik te verminderen. Wat betreft de derde vraag kunnen we stellen dat de twee energie monitoring systemen die het

meest effectief zijn geweest in het vergroten van het bewustzijn, de grootste

gebruikerstevredenheid genieten. Het derde systeem werd minder overzichtelijk gevonden

(verbruiksgegevens waren moeilijk te interpreteren), waardoor dit systeem niet actief gebruikt

Page 6: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 6

werd. De twee systemen waarover de eindgebruikers tevreden waren, hadden ieder hun eigen

sterke punten (het bieden van gedetailleerde gegevens versus uitgebreide vergelijkingsdata) en

ieder hun verbeterpunten (het bieden van tailored feedback versus meer betrouwbare

vergelijkingsdata). Beide systemen hebben een ruime voldoende gekregen, wat betekent dat

eindgebruikers gemiddeld genomen tevreden zijn.

In het projectplan/addendum zijn op zichzelf de volgende beoogde resultaten (“deliverables”)

opgesomd:

Fase 1:

Het uitnodigen van 5 à 10 regionale HEMS- of Appbouwers om te komen met een ontwerp voor een user interface over energiebesparing vanuit de P1-poort;

selectie en inschakeling van ca. 3 bedrijven voor de daadwerkelijke ontwikkeling van de applicatie.

Fase 2:

Het uitnodigen van 150 à 200 huishoudens bij 3 stedelijke woningcorporaties om te participeren in een “experiment” over energiebesparing via de slimme meter;

selectie van 30 huishoudens voor daadwerkelijke participatie;

plaatsing 30 slimme meters bij 30 huishoudens;

ontwikkeling van ca. 3 user interfaces vanuit de P1-poort met als doel energiebesparing bij de huishoudens;

kwaliteitstest op correcte werking hardware, software en communicatie met de gebruiker;

onderzoek naar/toetsing van de voor de huishoudens meest bruikbare en effectieve applicatie (combinatie PvE/requirements/co-creatie).

Patroonherkenning en clustering van huishoudens.

Op deze plaats kunnen we de conclusie trekken, dat nagenoeg al deze resultaten zijn behaald. Vanuit desk research en interviews is een groslijst opgesteld met potentieel interessante EMS-bedrijven en webbouwers en zijn per mail projectvoorstellen opgevraagd na een Request for Information respectievelijk Request for Proposal. Dit aan de hand van criteria en een Programma van Eisen (PvE). Na een pitch op 31 oktober 2012 zijn 3 bedrijven geselecteerd om hun applicatie te ontwikkelen c.q. toe te passen in dit project. We denken weliswaar niet, dat bij de werving van de huishoudens een groslijst van 150 à 200 is gehanteerd, maar er zijn –na extra inspanningen van corporaties en projectleider- wel 40 in plaats van 30 huishoudens geselecteerd. Een probleem bleek in een aantal woningen de locatie van de gasmeter. Hangt die verticaal te diep (nl. 2 of meer vloeren ertussen) in een kelder, dan kan de installateur geen slimme gasmeter aanbrengen. Er is in die situaties nl. geen verbinding te maken met de slimme (elektriciteits)meter die in de meterkast komt te hangen. Door deze omstandigheden moesten diverse huishoudens, hoewel erg gemotiveerd om mee te doen met het project, alsnog worden teleurgesteld. En omdat het uiteindelijk Enexis-en-installateurs bij 3 woningen toch niet lukte om de hoofdzekering te vinden, waardoor de slimme energiemeter niet kon worden geplaatst, is het project uiteindelijk uitgevoerd met 37 huishoudens. En dus de facto 7 slimme meters méér dan op voorhand beoogd. Gateways en user interfaces (EMS) van de 3 bedrijven zijn gelijkelijk verdeeld over de 37 huishoudens, volgens criteria van onderzoeksleider Wiekens. Kwaliteitstesten op de correcte

Page 7: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 7

werking van hardware, software en communicatie bleken veelvuldig nodig te zijn. Er bleek veel mis te kunnen gaan in een woning, reeds vanaf de installatie van de slimme meter! In het volgende overzicht wordt zichtbaar wat we zoal tegenkwamen, met daarnaast de (mogelijke) oplossingen. Obstakels in woningen bij plaatsen slimme meters en gateways. Probleem Oplossing Algemeen (woning)

Groningen staat bij installateurs bekend als een stad met relatief veel oude woningen. Daardoor treft men vaak ouderwetse toestanden aan, zoals weggestopte gasmeters en hoofdzekeringen.

Diverse, zie onder.

Oudere huizen hebben vaak “energielekkage”, oude onzuinige CV’s e.d.; corporaties pakken renovatie projectgewijs aan, dus niet overal waar dat zou kunnen.

Gedragsverandering vooral zien te bereiken in woningen die gerenoveerd of nieuw zijn.

Slimme meter Huishouden heeft vrees voor hacken gegevens Dit probleem speelt bij een

internetverbinding nog meer. Data van de slimme meter worden versleuteld en er bestaan allerlei veiligheids- en privacy-protocollen.

Huishouden heeft vrees voor misbruik door energieleverancier

P3/P4-poort niet laten activeren

Gasmeter hangt bij de buren (die dit vervelend vinden als er gewisseld wordt). Vaak zit er maar 1 muurtje tussen en is de horizontale afstand een paar meter.

Buren moeten thuis zijn (en willen “meewerken”). En/of vragen om ook mee te doen met project. Installateur kan het technisch oplossen met draadloze verbinding E- en G-meter

Gasmeter hangt verticaal te diep, nl. 2 of meer vloeren ertussen, in de kelder.

Voorlopig: geen. Bij 1 vloer ertussen lukt het meestal wel. Horizontaal kan evt.15 à 20 meter overbrugd worden (mits geen metalen trapprofielen en te dikke muren)

Hoofdzekering zit bij de buren (van belang, want die moet uit omdat bij vervanging de spanning eraf moet)

Bij installatie ervoor zorgen dat bekend is bij welke buren de hoofdzekering zit en dat ze thuis zijn.

Hoofdzekering zit in een aparte groepenkast met x andere hoofdzekeringen en is niet “geoormerkt” op huisnummer

Via trial-and-error erachter komen welke stop de juiste is (vooraf andere bewoners informeren dat de stroom er kort af gaat)

Hoofdzekering zit buiten de woning in een aparte kast, maar die zit op slot

Woningcorporatie of Enexis levert de sleutel (c.q. installateur weet aan wie hij de sleutel moet vragen)

Hoofdzekering is gevonden, kast zit niet op slot, maar de deur zit met schroeven vast. En die schroeven zitten zodanig vastgeroest, dat ze niet meer los te krijgen zijn!

Enexis moet dit probleem oplossen, want de installateur kan en mag de schroeven niet doorboren, o.a. wegens gevaar van elektrocutie

Page 8: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 8

Oude meter zit op een oud “bord” en de installateur vervangt dan niet

Enexis moet ander bord monteren

Gateway Geen stopcontact in de meterkast Aanbrengen stopcontact Router/modem bevindt zich in de woon- of studeerkamer

Trekken van utp-kabel van meterkast naar kamer. Eleganter en makkelijker: gebruik maken powerline-adapters (“TP-links”) met utp-kabeltjes. Indien beide pluggen een geïntegreerd stopcontact hebben is zowel in de meterkast als in de kamer slechts één stopcontact nodig.

Router heeft geen vrije poort (bv. alle 4 in gebruik bij oudere types)

Switch ertussen zetten. Of router vervangen door nieuwer type met 8 poorten

Er zijn 2 routers en de ene deelt IP-adressen uit en de andere niet

Gateway aansluiten op de router die de IP-adressen uitdeelt!

Huishouden vreest voor hacken gegevens Data naar mkb-ers worden versleuteld. Target krijgt van mkb-er een “Key” als toegang tot server mkb-er. Kan per mail of per brief of per usb-stick (al of niet met handtekening voor ontvangst). Ook data van Target worden versleuteld.

Server mkb-er leest geen energiegegevens uit stekkertjes eruit en erin; resetten door knopjes van beide TP-links opnieuw in te drukken (min. 10 echte seconden); TP-links werken niet door verouderde bekabeling ? ethernetkabel trekken?!; er wordt gebruik gemaakt van een TP-link in een contactdoos (wegens ontbreken wcd) ethernetkabel trekken van wcd elders waarin TP-link zit; TP-plug defect; Met een WiFi range extender het draadloze internet dat er wellicht is naar de meterkast halen. Vervolgens middels een ethernet kabel deze range extender op de gateway aansluiten (deze methode kan alsnog kwetsbaar blijken, want je maakt erg veel “draadloos”).

Huishouden gebruikt al TP-links/powerline adapters voor interactieve TV op zolder. Stroomnet wordt dus al “belast” (+ ander merk + ander signaal)

Met een WiFi range extender het draadloze internet dat er (hopelijk) is naar de meterkast halen.

Algemeen (meterkast) Het wordt te warm in de meterkast door teveel apparaten-met-adapters op te kleine ruimte. Soms rookontwikkeling?

Ventilatie in de meterkast verbeteren door roosters/gaten aan te brengen boven- èn onderin de deur; Niet alle apparaten/adapters op 1 plank zetten;

Page 9: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 9

Geen driewegstekker gebruiken maar moderne contactdoos (aan de wand of met 1 meter snoer)

Algemeen (communicatie) Plaatsing van slimme meters en gateways vereist soms een nauwgezette afstemming en duidelijke afspraken tussen huurders en woningcorporatie; Enexis en installateur; installateur en collega-installateur; installateur en woningcorporatie; installateur en huurder; communicatie tussen collega’s van installateurs onderling, enz……..

Transparantie bevorderen!!!!!

Huishouden denkt dat het een kastje krijgt waarop ze direct kunnen zien hoeveel energie ze gebruiken

Huishoudens duidelijk maken dat ze toegang krijgen tot een portal op internet! Het kastje dat ze krijgen betreft alleen de gateway die data uitleest en “doorstuurt” aan de mkb-er.

Bij een grootschaliger uitrol van slimme meters en gateways zijn er dus nogal wat valkuilen te verwachten. Die zijn weliswaar vaak (niet altijd dus!) oplosbaar, maar zullen inbreuk plegen op de planning van betrokken partijen en bovendien een beroep doen op expertise en ervaring van installateurs en EMS-bedrijven. Als het om prioriteitsplaatsingen gaat –wat in dit project het geval was- moet men er ook rekening mee houden, dat met het aanleveren van namen en adressen eveneens de bijbehorende EAN-codes voor elektriciteit en gas moeten worden bijgevoegd. Die kunnen overigens via Internet worden gevonden (www.eancodeboek.nl). Het onderzoek naar de ervaringen met de applicaties is zoals reeds opgemerkt separaat gerapporteerd (Hanze, dr. Carina Wiekens) en hetzelfde geldt voor de analyse van de energiedata en patroonherkenning/clustering van huishoudens (Target). Primair aandachtsgebied voor Target waren de energiedata. Allereerst heeft Target (Rolf Fokkens) op 7 juni 2013 een notitie “Interface beschrijving voor dataopslag Target systemen” opgesteld in overleg met de mkb-ers. Hierin wordt beschreven volgens welk protocol de energiedata vanuit de serversystemen van de mkb-ers worden doorgeleid aan de Target-systemen. Met grote regelmaat zijn requests uitgegaan van Target naar de 3 mkb-servers om elektriciteits- en gasdata van de huishoudens te importeren, tot op de seconde gedetailleerd. Data zijn daarbij beveiligd en versleuteld. Bij het doorzenden en interpreteren van data liepen dingen soms anders dan wenselijk. De rapportage over de objectieve meetdata van het gas- en elektriciteitsverbruik werd hierdoor vertraagd. Er bleek namelijk “vervuiling” te zitten in de gegevens. Ten eerste waren er 5 huishoudens met zonnepanelen en 1 met zonnecollectoren. Er kan weliswaar gecorrigeerd worden voor zelf opgewekte stroom als die apart gemeten wordt, maar helaas is dat niet standaard het geval; niet alle huishoudens bezitten een KWh-meter (die de energieproductie bijhoudt). Derhalve vielen alsnog de huishoudens met zonnepanelen uit de verbruiksmetingen. Voorts leken diverse huishoudens energie terug te leveren aan het net, hoewel ze zelf geen energie opwekten! Navraag (Enexis, mkb-er) leverde op, dat soms inderdaad zogenaamde terugleveringen gemeten kunnen worden. De oudere Iskra’s zijn er gevoeliger voor. Het kan veroorzaakt worden door “vervuiling” op het net of door bepaalde apparaten in de huishouding die bij “doordraaien” als generator kunnen werken, zoals een draaibank. Echte meetfouten kan men het niet eens noemen, de meters werken op zich wel correct. Omdat het om zeer geringe

Page 10: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 10

waarden gaat, is de meetfout verwaarloosbaar t.o.v. de verbruikscijfers. Conclusie: gebruik van al die huishoudens alleen de verbruikscijfers en negeer de “terugleverdata”. Punt van aandacht is tenslotte ook nog, dat ondanks het “data-zend-protocol” soms energiedata niet “doorkomen” tussen mkb-er en Target. Dit vereiste uiteraard oplettendheid aan de kant van de ontvanger als ook aan de kant van de verzender. Op 11 december 2014 verscheen het eindrapport van Target inzake de analyse van de energiedata en de patroonherkenning en clustering (dr. Ioannis Giotis, Sybren Jansen, Rolf Fokkens). De voornaamste bevindingen gaan we even bij langs. Om de onderliggende groepen van vergelijkbare huishoudens te detecteren zijn de volgende kenmerken gebruikt: a. de gemiddelde leeftijd van de inwoners in een huishouden; b. het aantal inwoners in een huishouden; c. de bovengrens van de gezamenlijke bruto inkomens van alle inwoners; d. de oppervlakte van het huishouden. Op basis van deze kenmerken is uiteindelijk een dataset van 23 huishoudens geanalyseerd met de GAP statistische test. Dit omdat maar liefst 17 huishoudens zijn gediskwalificeerd, voornamelijk als gevolg van onvolledige intakegegevens. Gebleken is, dat hoe hoger de leeftijd, hoe hoger het elektraverbruik is. En hoe jonger de leeftijd, hoe meer gasverbruik. Qua elektraverbruik lijken huishoudensgroepen “blauw” (gemiddelde leeftijd 45+, inkomen <40K, maximum 2 inwoners) en “rood” (gemiddelde leeftijd 60+, inkomen >40K, oppervlakte >90m2) op elkaar: leeftijd is hierbij het gemeenschappelijke kenmerk. Qua gasverbruik lijken “blauw” (gemiddelde leeftijd 45+, inkomen <40K, maximum 2 inwoners) en “zwart” (gemiddelde leeftijd 25-50, inkomen <40K, oppervlakte <75m2) op elkaar: inkomen en grootte zijn hierbij de gemeenschappelijke kenmerken. Voorts zijn er indicaties, dat huishoudens met EMS inderdaad meer energie hebben bespaard dan die zonder EMS. Voor al het voorgaande geldt volgens de onderzoekers wel, dat de steekproef eigenlijk te klein was om statistisch betrouwbare uitspraken te kunnen doen.

Page 11: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 11

3. PROCES/ACTIVITEITEN Sinds oktober 2011 is de Hanzehogeschool qua projectmanagement betrokken bij het project “1000 slimme huishoudens”. De eerste besprekingen op initiatief van de gemeente Groningen dateren overigens al van maart 2011. Partners van het eerste uur waren de gemeente, Hanze, Target Holding, woningcorporaties Nijestee, Lefier en De Huismeesters en Enexis. De provincie Groningen werd later ook uitgenodigd om te participeren. In de periode tot mei 2012 (laatste versie projectplan) is veel werk verricht om de meerwaarde van het project -dat toen nog “1000 slimme meters heette”- op tafel te krijgen. Die meerwaarde is gezocht in het willen ontwikkelen van een applicatie die directe en interactieve feedback geeft over het energieverbruik, gerelateerd aan individuele doelen van huishoudens. Tailormade feedback, dus. Diverse versies van het projectplan zijn geschreven en besproken met de gemeente c.q. de stuurgroep i.o. Aanvankelijk was sprake van 1 fase, daarna 2 fasen (test + uitrol), daarna 3 fasen (pitch + test + uitrol). De projectopzet werd ondermeer aangepast doordat de gemeente een competitie tussen HEMS-bedrijven nastreefde en doordat de onderzoeksleider wilde uitgaan van afstandsbedienbare apparaten. In het schooljaar 2011-2012 zijn derhalve honderden uren besteed door projectleider Henri Haan en Onderzoeksleider Manon Vos-Vlaemings om de opzet scherp te krijgen. Over deze periode zijn geen kosten gekwantificeerd ter declaratie. Ook Target Holding heeft diverse malen input geleverd bij beraadslagingen. De eerste communicatieve actie richting bedrijven is gepleegd op een informatiebijeenkomst van de NEBC op 7 juni 2012 in de Euroborg (presentatie Henri Haan). Rond de zomerperiode 2012 zijn vervolgens de Request for Information en de Request for Proposal voorbereid en uitgedaan. Dit heeft geleid tot een pitch op 31 oktober 2012. De rol van onderzoeksleider is na de zomer door Carina Wiekens overgenomen van Manon Vos. De stuurgroep heeft besloten EnerGQ, Metsens en iNRG/Get There uit te nodigen tot participatie. Na toetreding van Patrimonium en Steelande en het wegvallen van de Provincie is de projectgroep komen te bestaan uit 12 partners (met Enexis in een klankbordrol, maar wel met interesse en financiering van 40 slimme meters). Rond de jaarwisseling (2012-2013) is de communicatie nader ingevuld. Er is een logo en huisstijl ontwikkeld, een website gebouwd en gevuld en met de woningcorporaties is een stramien voor werving van 40 huishoudens afgesproken, ondermeer met flyers. Op 13 februari is een kick-off bijeenkomst gehouden met alle leden van het projectteam. Op 6 maart 2013 is de officiële beschikking van de gemeente afgekomen: 110.800 euro subsidie op een begroting van 249.307 euro. Eveneens op 6 maart verscheen een persbericht van de gemeente Groningen. Op 18 maart was er een informatiebijeenkomst met geïnteresseerde huurders. Direct daarna is Carina gestart met de eerste 12 nulmeting-interviews. De maanden na de bewonersavond zijn door Enexis slimme meters geplaatst, door de mkb-ers gateways en door Carina interviews. Op veel manieren bleken er “obstakels” te zijn bij de werkzaamheden. Dit heeft geleid tot het bijhouden van een “levend document” –zie hierboven

Page 12: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 12

op blz. 7 t/m 9- waar steeds weer wat nieuws bijkwam (zoals een ontbrekend meterbord, onvindbare hoofdzekeringen, te weinig ventilatie in de meterkast bij oververhitte router, fout of geen stopcontact, TP-links die niet werken). Complimenten aan de bedrijven, installateurs, woningcorporaties en Enexis voor het oplossen van problemen! Leerzame fase. Op 6, 10 en 11 juni 2013 zijn de eerste gateways geïnstalleerd. De daaropvolgende 17 “installaties” volgden heel snel op deze eerste drie. In ongeveer 60% van de huishoudens wordt gebruik gemaakt van een powerline adapter die via het stroomnet “draadloos” contact heeft met de router in de woonkamer. Ook moest dikwijls nog een extra stopcontact worden gemonteerd in de meterkast. Waar deze voorzieningen nodig waren heeft de desbetreffende woningcorporatie er voor gezorgd. De energiegegevens werden ongeveer een maand lang uitgelezen alvorens de online applicatie grafisch zichtbaar kon worden voor het huishouden. 22 juni 2013: interview Henri Haan in Dagblad van het Noorden (John Geijp): “Hulp in de energiehuishouding”. Vlak voor de zomervakantie 2013 is besloten het onderzoek van Carina (zie Onderzoeksplan januari 2013) aan te vullen met patroonherkenning door Target Holding, leidend tot clustering van deelnemende huishoudens (zie Plan van Aanpak juni 2013). Dit kon een interessante aanvulling zijn van het gedragsonderzoek, en eventueel ook van de apps. Op 15 september 2013 is officieel een aanvang genomen met het geven van feedback aan de huishoudens via de app van de desbetreffende mkb-er. Dit ondanks het feit, dat nog niet alle huishoudens waren aangesloten. Tekst op de website: “Weer een mijlpaal in het project. Gisteren zijn de eerste 26 huishoudens door de 3 mkb-bedrijven aangesloten op hun webportal. Met een inlogcode kunnen deze huishoudens uit deze zgn. “experimentele” groep hun energieverbruiksgegevens inzien en er (hopelijk) hun voordeel mee doen. Bij 4 huishoudens is de installatie van de slimme meter nog niet helemaal rond, dus die volgen nog. Dan zijn er nog 10 huishoudens die wel een gateway geïnstalleerd krijgen, maar geen webapplicatie. Feedback op hun energieverbruik is nog wel eventueel mogelijk via tweemaandelijkse overzichten van hun energieleverancier.” Op 30 oktober 2013 was er een brainstorm over Fase 3. Wat Fase 2 betreft is gemeld dat 36 huishoudens voorzien zijn van een slimme meter. Er staan nog 4 gepland, dit o.a. door complicaties i.v.m. externe hoofdzekering en/of –gasmeter, waardoor ze weer opnieuw in de opdrachtverlening moesten komen (tijd verstreken). Op dat moment had elke mkb-er 9 huishoudens in de experimentele groep (met app) en 3 in de controlegroep (zonder app). Wat Fase 3 betreft is voorlopig geconcludeerd, dat een grootschalige uitrol zou moeten aanhaken bij huishoudens waar al een slimme meter hangt; geografisch: Noord-Nederland; meerdere typen huishoudens; gemotiveerde bewoners; mikken op gedragsverandering; sterk accent op communicatie. 21 november 2013: optreden op inspiratiefestival “Let’s Gro” (samen met EHBE). Henri Haan deed verslag van wat het project inhoudt en dat we voor Fase 3 tot zo’n 1000 huishoudens willen uitbreiden. Om gevoel te krijgen hoe inwoners van Groningen bezig zijn met energiebesparing werden ondermeer 4 stellingen ter stemming voorgelegd. Vooral interessant was, dat de meesten vonden dat energiebesparing niet ten koste gaat van het comfort in huis, dat gedrag minstens zo belangrijk is als bouwtechnische aanpassingen en dat niemand precies weet hoeveel energie elk apparaat in huis verbruikt.

Page 13: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 13

Carina Wiekens heeft in december 2013/januari 2014 de eerste tussentijdse meting (TTM1) verricht. Doel: nagaan hoe de deelnemers op dit moment in het project staan en wat hun ervaringen zijn met hun applicatie. De mkb-ers zijn geïnformeerd over de bevindingen. Zorgelijk: een behoorlijk percentage heeft de app nog nooit bekeken en van degenen die hem wel eens bekeek waren er maar 2 die dat 1x per week of vaker deden. Werk aan de winkel, dus. Het aansluiten van de laatste 3 huishoudens om te komen tot een aantal van 40 bleek intussen een brug te ver. Bij 3 huishoudens (hoofdzekering onbereikbaar) plaatst Enexis definitief geen slimme meters en dat betekent uiteindelijk 37 deelnemers: 28 experimenteel en 9 controle. Hierbij is 1 experimenteel huishouden weliswaar verhuisd, maar dankzij inspanningen van De Huismeesters doet de opvolgende bewoner wel weer mee. En er is één nieuw huishouden bijgekomen (kreeg 4 feb 2014 een gateway). De einddatum is krachtens een besluit van de stuurgroep uitgesteld tot 15 september 2014. In de loop van 2014 is vooral sprake geweest van huishoudens ervaring laten opdoen met de slimme meters en de applicaties. Eind maart/begin april 2014 heeft Carina, geassisteerd door stagiair Human Technology Arjen Diks, de tweede tussentijdse meting (TTM2) verricht. Ook nu waren de resultaten niet denderend. Na één reminder hebben 13 huishoudens gerespondeerd. Dat is slechts de helft. Eén bedrijf scoorde niet goed. De applicatie valt tegen, veel storingen, minimaal gebruik (niet, of minder dan 1x per week) en ontevredenheid overheerst. Een ander bedrijf scoorde iets beter, maar nog steeds geen doorslaggevende positieve resultaten. Mensen vinden vooral de 'vergelijkingsdata' irritant, want die lijken niet te kloppen. Echter, op sommige onderdelen scoren ze goed. De respons van het derde bedrijf valt tegen en van de 3 reacties is er ook nog eens één persoon die nog nooit naar de app heeft gekeken. De twee mensen die de app wel gebruiken, doen dit zeer regelmatig. Dit laatste zagen we niet bij de andere twee bedrijven. De meningen over de app zijn wel heel positief. Verder werd duidelijk dat de informatievoorziening vanuit het project volgens de deelnemers tekort schiet. Dit begon al bij de installatie van de slimme meter, vervolgens was het niet duidelijk wat er tijdens het installeren van de gateway gebeurde, wat ze precies met de app aan moesten en tot slot ontbreekt volgens de deelnemers de informatie vanuit het project (bv. wat betreft het terugkoppelen van de onderzoeksresultaten). Ook hier werk aan de winkel dus. Gezien de teleurstellende respons op TTM2 en de uitkomsten ontstond bij de stuurgroep een beetje het beeld van verslapping van aandacht bij de mkb-ers na het uitrollen van de app. Derhalve achtte de stuurgroep het zinvol hen toch te wijzen op de doelen van het project en hun vooruitzichten, nl. markt krijgen via uitrol naar 1000 huishoudens. Hoe zitten ze er nu in? Nuttig leek al met al een pitch ten overstaan van de stuurgroep met als insteek: welk model zien zij voor hun bedrijf en voor hun app in Fase 3? Hun ervaringen in Fase 2 worden dan als basis “meegenomen”. De pitch werd op 11 juni 2014 gehouden. Evaluatie van de pitches: Metsens kiest voor een focus, nl. de zakelijke markt. Particulieren hebben er niet genoeg geld voor over. iNRG/GetThere verwees veel naar hun project in Oosterwolde. Veel accent op “het gebeuren eromheen”. De gebruiker betaalt een eenmalig bedrag voor hun app. EnerGQ: begreep het beste wat de bedoeling was vandaag. Hun eigen ervaringen stroken met het onderzoek onder huishoudens(!). “Helaas” hanteren ze een abonnementsvorm. Kan betekenen dat deelnemers niet mee zullen doen als ze zelf moeten betalen.

Page 14: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 14

Grappig detail: iNRG zoekt het in de community, EnergQ meer in technische oplossingen. En waar Metsens de P4 voldoende vindt, gaat EnerGQ juist meer de details in omdat zelfs de P1-poort voor gas niet frequent genoeg is…. Bij de Hanze/KCE heeft van 10 februari tot 27 juni Arjen Diks als stagiair (Human Technology) Carina en Henri meegeholpen bij het onderzoek en bij de procesevaluatie. Leidende onderzoeksvragen in zijn stagerapport waren: 1. Wat zijn de behoeften van de doelgroep met betrekking tot energiebesparing met behulp

van een app? 2. Hoe kan de gebruikservaring verbeterd worden ten aanzien van het installatieproces van de

apparatuur bij de huishoudens? 3. Wat zijn obstakels die actief gebruik van de app in de weg staan? Een greep uit zijn bevindingen (Arjen Diks, Adviesrapport, 4 juli 2014): Ad 1: Hoewel het uiterlijk en het functioneren van de apps belangrijk zijn, lijkt betrouwbaarheid de grootste factor te zijn in het gebruik. Het doel van de apps is om de gebruikers te laten zien wat het verbruik is. Zodra daar niet meer op afgegaan kan worden vervallen ook alle overige functies in de app. Foute data zijn dus “killing”. Er zijn gebruikers die veel detail willen, maar ook gebruikers die monitoring “op hoofdlijnen” voldoende vinden. Wel belangrijk achten velen snel inzicht in energiedata. Dus liever een smartphone- of tablet-app dan een web-app waar men eerst moet inloggen. Bewoners lijken geen, of erg weinig, geld over te hebben voor het gebruik van de app. Slechts drie huishoudens gaven aan wel geld over te hebben, maar niet meer dan een paar euro per maand. Bij dure apps gaan deze met fysieke aanpassingen in de woning concurreren; dat zal ook een investering vergen, levert direct een besparing op, maar zonder dat de bewoner het gedrag hoeft te veranderen. Zodra de investering na verloop van tijd is terugverdiend levert het alleen nog maar winst op. Dit in tegenstelling tot een app met een abonnementsprijs…… Ad 2: De werving van de deelnemers lijkt vooral “top-down” te zijn verlopen. De woningbouwcorporaties zijn gevraagd de deelnemers aan te leveren. Hierdoor zijn in sommige gevallen mensen gevraagd, en mogelijk ook wat ‘gepusht’, om mee te doen die terwijl ze niet zelf al de motivatie hadden iets te bereiken met het project. Om te zorgen dat mensen gemotiveerder zijn om de app te gebruiken, zou er beter een “bottom-up” aanpak gekozen kunnen worden. Het is gedurende het project gebleken dat deelnemers onderling veel makkelijker elkaar kunnen enthousiasmeren en nieuwe deelnemers kunnen aandragen. Uit eerder onderzoek blijkt hoe invloedrijk de omgeving kan zijn, met als voorbeeld een onderzoek naar het terugdringen van energieverbruik zonder financiële motivatie op legerbases. Opvallend is dat elke woningcorporatie op de hoogte was wat de eisen waren aan de woningen, behalve één. Deze heeft meerdere malen “alsnog” aanpassingen moeten doen om de slimme meter en de gateways te plaatsen. Zo was niet bekend dat er een stopcontact in de meterkast aanwezig moest zijn, en dat de gasmeter in, of dichtbij, de meterkast van de woning moest zijn. Doordat de personen met bewonerscontacten hier niet van op de hoogte waren zijn na de werving alsnog huishoudens afgevallen. De oorzaak lijkt te liggen in onduidelijke interne communicatie over teveel schijven (mening Henri). De overige corporaties waren wel op de hoogte van de eisen. Wat betreft de communicatie naar de deelnemende instanties betreft zou het mooi zijn als er een standaard informatiepakket is om dit te voorkomen. Ook zou, voor er actie ondernomen wordt naar de deelnemers toe, getoetst moeten worden of alle informatie bekend is. Ad 3: Inzicht leidt niet altijd tot bewustzijn en gedragsverandering. De app kan wel als middel werken voor de mensen die al gemotiveerd zijn. Voor de mensen die niet overtuigd zijn zal elke

Page 15: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 15

tegenslag, hoe klein ook (bv. lange opstarttijd), een reden zijn de applicatie niet te gebruiken. Dit deed zich helaas toch voor, ook bij in principe gemotiveerde deelnemers. Zo is voor sommigen bv. een mobiele app aan te raden, zodat deze actieve melding kan geven. De (web)app moet snel en betrouwbaar zijn; zodra de data onbetrouwbaar zijn zal de gebruiker afhaken. Mensen lijken het op voorhand vaak teveel “gedoe” te vinden om mee te doen. Een mogelijkheid is om financiële voordelen meer te benadrukken, of bijvoorbeeld leuke bijeenkomsten organiseren die mensen als gezellig zien, niet als verplichting. Bij een ander duurzaam project, Hooghalen Duurzaam, vond men het bijvoorbeeld erg leuk om eens samen te komen en ook de andere deelnemers te ontmoeten, tips en trucs uit te wisselen, etc. In september 2014 heeft de eindmeting van het onderzoek plaatsgevonden, uitmondend in een concept-rapportage, waarvan de stuurgroep op 12 november 2014 de conclusies heeft onderschreven. Het eindrapport zelf is door vertragende omstandigheden verschenen op 16 februari 2015 en dezelfde dag rondgestuurd per mail aan de huishoudens en aan de projectteam- en stuurgroepleden. Het rapport met de analyse van de energiedata en patroonherkenning/clustering van huishoudens (Target) verscheen op 12 december 2014. De resultaten waren eerder al op 19 november 2014 in een bijeenkomst van het Projectteam gepresenteerd, zodat het rapport zelf niet nogmaals is rondgestuurd. Knelpunten/afwijking van de planning De planning is door de tijden heen diverse malen bijgesteld. Steeds is geprobeerd om binnen de grenzen van het redelijke toch voortgang te behouden. Eind januari 2014 is besloten om definitief aan de slag te gaan met 37 huishoudens (28 experimenteel en 9 controle). Na enige discussie heeft de stuurgroep op 4 februari besloten de einddatum van Fase 2 te bepalen op 15 september 2014 (precies een jaar na de eerste feedback aan de meeste huishoudens). Dit ondanks het feit, dat met name de Hanze reeds in juni 2014 naar verwachting zou hebben overbesteed en in september nog meer. Door delegatie van taken (externe communicatie, technische aspecten bij de projectleiding) is het “gat” van juni naar september in principe getracht “gevuld” te krijgen. In februari 2013 was er reeds aanleiding tot tot het schrijven van een addendum op het projectplan (zie vorige voortgangsverslag). In november 2013 is in de stuurgroep geconstateerd dat de uitbreiding van het onderzoek met de patroonherkenning en dataclustering door Target eveneens een aanpassing van het addendum vergt. Hetgeen is geschied. Communicatie: Op grond van het projectplan en een globaal communicatieplan is gestalte gegeven aan interne en externe communicatie. Een extern structureel informatiekanaal sinds januari 2013 (met nieuwsfeiten onder “Nieuws”) is de website www.1000slimmehuishoudens.nl. Hieraan gekoppeld tevens een e-mailadres: [email protected]. Zowel het projectteam als de huishoudens zijn in 2013, 2014 en begin 2015 diverse malen (gemiddeld om de 2 à 3 maanden) door de projectleider op de hoogte gehouden van het laatste nieuws via Updates per mail. Andere informatieve documenten zijn de verslagen van de stuurgroepvergaderingen en van de bijeenkomsten van het projectteam. Inhoudelijke presentaties met powerpoint over het project zijn gehouden op o.a. de bewonersavond van 18 maart 2013, Let’s Gro op 21 november 2013, Energy of Tomorrow (AEGEE) op 13 maart 2014 en Open Dag bij EnTranCe op 7 april 2014. Over het project bestaan flyers (A4), verklaringen van deelname (A4) en een poster (A0).

Page 16: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 16

4. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN In de testfase (Fase 1 en 2) van “1000 slimme huishoudens” is onderzocht in hoeverre 3 EMS-bedrijven, mede in dialoog met 37 huurders van woningcorporaties, een applicatie aan de slimme energiemeter konden ontwikkelen die leidde tot energiebesparing via aangepast gedrag. De conclusie is, dat de applicaties van EnerGQ en iNRG/Get There weliswaar een voldoende scoren en bij velen energiebewustzijn hebben vergroot, maar dat ze niet hebben geleid tot regie van huishoudens over hun energieverbruik en energiebesparing. Voorts zijn er indicaties, dat huishoudens met EMS inderdaad meer energie hebben bespaard dan die zonder EMS. De resultaten van het onderzoek in dit project zijn op onderdelen wellicht wat tegengevallen, maar per saldo hoopvol. Energie Monitoring Systemen kunnen het energiebewustzijn vergroten en kunnen leiden tot energiebesparing. Echter, er zijn wat betreft de in dit onderzoek geteste systemen nog duidelijke verbeterpunten te benoemen alvorens iedereen aangeraden kan worden om een EMS aan te schaffen. Zo zou EnerGQ vooral kunnen werken aan het verschaffen van tips die aansluiten bij de situatie van de eindgebruiker. Hier zal dus gewerkt kunnen worden aan het verschaffen van ‘tailored feedback’, zodat eindgebruikers handelingsmogelijkheden aangereikt krijgen en op basis daarvan keuzes kunnen maken om energie te besparen. iNRG en GetThere zouden vooral kunnen werken aan het verbeteren van de betrouwbaarheid en de vergelijkbaarheid van de vergelijkingsdata. Interessant is de constatering dat van de twee als beste geteste systemen, een van de systemen meer gebruik maakt van ‘sociale invloed’ en het andere systeem meer inzet op het verschaffen van gedetailleerde gegevens gekoppeld aan feedback. Het EMS van iNRG en GetThere biedt mogelijkheden aan eindgebruikers om hun data te vergelijken en om samen te werken. Het EMS van EnerGQ biedt vooral een uitgebreid en gedetailleerd inzicht in de verbruiksgegevens. Onderzocht zou kunnen worden of er “passende” doelgroepen bestaan bij elk EMS. De procesmatige resultaten van dit project zijn leerzaam. Zo gingen er al dingen mis bij het werven van de geschikte huishoudens en vervolgens bij het installeren van de slimme meters en bij het installeren van de gateways. Bij een grootschaliger uitrol van slimme meters en gateways zijn er dus nogal wat valkuilen te verwachten. Die zijn weliswaar vaak (niet altijd dus!) oplosbaar, maar zullen inbreuk plegen op de planning van betrokken partijen en bovendien een beroep doen op expertise en ervaring van installateurs en EMS-bedrijven. En nu? De uniforme “killer app” lijkt niet te bestaan. Geen enkel EMS zal in staat zijn elk individueel huishouden te verleiden tot energiebesparing. De motivatie van de gebruiker moet namelijk voor een belangrijk deel intrinsiek zijn. Maar dan nog is het uitkijken geblazen. Gebruikers haken snel af, als data in hun ogen onbetrouwbaar lijken of een app gebruiksonvriendelijk is. En het is duidelijk, dat een laagdrempelige applicatie –zoals een mobiele app- een hogere attentiewaarde heeft. Frequente interactie tussen gebruiker en EMS-bedrijf kan veel onheil voorkómen. De ervaringen met Fase 1 en 2 geven echter alle aanleiding tot vervolgonderzoek, zoals in feite ook al voorzien werd met Fase 3. In hoeverre is het EMS van iNRG/Get There geschikt voor buurten of dorpen die samen een energiebesparingsproject willen starten? En in hoeverre is de applicatie van EnerGQ geschikt voor deelnemers met een meer individualistische doelstelling?

Page 17: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 17

Meerwaarde voor vervolgonderzoek is het inzetten op een grotere steekproefomvang. Pas dan kunnen de systemen goed en uitvoerig getest worden en is het eveneens mogelijk om de effecten van demografische factoren en psychosociale factoren mee te nemen in het onderzoek. Is het ene systeem bijvoorbeeld geschikter voor oudere, of juist jongere mensen? Het is ook de vraag of de resultaten van het huidige onderzoek te generaliseren zijn naar andere groepen dan huurders van woningcorporaties. Ook dit kan, via een grotere steekproef, nader worden onderzocht. Een interessante vraag voor vervolgonderzoek is ook hoe vaak en hoe lang mensen een EMS dienen te gebruiken om effectief energie te besparen en of het wellicht zo is dat bij transities binnen het huishouden (gezinsuitbreiding, nieuwe/andere apparaten) het EMS weer bekeken wordt. Tenslotte biedt een grotere steekproef ook soelaas voor wetenschappelijk betrouwbaardere patroonherkenning en clustering van huishoudens. Voor een vervolgproject is het ook belangrijk om de uitgangsposities van de huizen en de meterkast van tevoren in kaart te hebben gebracht, zodat de eerste fase van het traject beter verloopt. Maak bij het werven van huishoudens zoveel mogelijk gebruik van de bottom-up aanpak. Laat huidige deelnemers als ambassadeur optreden en laat deelnemers onderling vrienden en familie aandragen. De grootste motivatie om de app te gebruiken is voor velen het besparen van geld. Maak het gebruik van de app dus gratis, of overtuig huishoudens van het netto voordeel van een betaalde app door een “gegarandeerde” energiebesparing. In het eerste hoofdstuk is reeds opgemerkt, dat voor een vervolgfase het beste kan worden aangehaakt bij bestaande initiatieven (Energy Sense/Enexis/gemeente Groningen), omdat hiermee synergie kan worden geboekt.

Page 18: PROJECTRAPPORTAGE FASE 1 en 2 - Welkom op …...Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 4 Na de testfase is voor de periode september 2014 - september 2015 een derde (toepassings)fase gepland,

Projectverslag 1000SH Hanze/KCE 18

5. NAWOORD Geen enkel project kan slagen zonder de inbreng en betrokkenheid van de deelnemende partijen. En dat waren er vele! Want feitelijk is zo’n project een interactie tussen personen. En gedurende het project groeide de lijst met contactpersonen bij de deelnemende participanten tot zo’n 50. Eenzelfde aantal adressen stond op de rol bij de huishoudens, ook al vielen er een aantal weer af. Ook waren er aanmeldingen van huishoudens die niet gehonoreerd konden worden omdat ze buiten de doelgroep vielen. Maar voor een vervolgproject zijn die wel weer bruikbaar natuurlijk. Dit project heeft een bijdrage geleverd aan de bewustwording bij huishoudens om energie te besparen. Al of niet met een EMS in huis, want er zijn ook huishoudens voorzien van een slimme meter zonder EMS. Het project heeft ervaringen opgeleverd over hoe een EMS er bij voorkeur uit zou moeten zien. En hoe niet. Op deze plaats wil ik iedereen die een steentje heeft bijgedragen aan het welslagen van dit project hartelijk danken voor de inzet en de steun. Sommigen waren er in 2011 al bij, anderen kregen –mede afhankelijk van de omstandigheden- later een inbreng. Ook dank aan de huishoudens voor het geduld dat ze menigmaal moesten opbrengen en voor het feit, dat ze als “proefkonijn” moesten roeien met de riemen die ze hadden. Afsluitend een speciaal woord van dank aan de gemeente Groningen, die met een flinke subsidie dit project mogelijk heeft gemaakt.