PROGRAMMABEGROTING 2019 EN MEERJARENRAMING 2020 … · 2018-10-05 · Programmabegroting 2019 –...
Transcript of PROGRAMMABEGROTING 2019 EN MEERJARENRAMING 2020 … · 2018-10-05 · Programmabegroting 2019 –...
PROGRAMMABEGROTING 2019EN MEERJARENRAMING
2020-2022
Programmabegroting 2019 – 2022 1
Inhoud
BESTUURLIJKE BOODSCHAP .................................................................................... 2
1. LEESWIJZER .................................................................................................... 4 2. BELEIDSBEGROTING ......................................................................................... 5
2.1 LELYSTAD NEXT LEVEL .................................................................................. 6
2.2 TAAKVELDEN ................................................................................................. 9
0. BESTUUR EN ONDERSTEUNING ............................................................................ 9
1. VEILIGHEID ...................................................................................................... 22
2. VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT ............................................................... 27
3. ECONOMIE ....................................................................................................... 32
4. ONDERWIJS ..................................................................................................... 38
5. SPORT, CULTUUR EN RECREATIE ....................................................................... 42
6. SOCIAAL DOMEIN ............................................................................................. 49
7. VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU .......................................................................... 65
8. VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN STEDELIJKE VERNIEUWING ....... 72
2.3 PARAGRAFEN .............................................................................................. 78
1. LOKALE HEFFINGEN ......................................................................................... 78
2. WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING .............................................. 87
3. ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN .................................................................... 98
4. FINANCIERING ................................................................................................ 101
5. BEDRIJFSVOERING ......................................................................................... 105
6. VERBONDEN PARTIJEN ................................................................................... 108
7. GRONDBELEID ............................................................................................... 120
8. INTERBESTUURLIJK TOEZICHT (IBT) ................................................................ 124
9. ONDERZOEKSAGENDA .................................................................................... 129
3. FINANCIËLE BEGROTING ............................................................................... 131
3.1 OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN EN TOELICHTING ..................................... 131
3.2 VOORGESTELDE BEGROTINGSBIJSTELLINGEN - STRUCTUREEL ...................... 132
3.3 VOORGESTELDE BEKLEMMINGEN EN ONTTREKKINGEN – INCIDENTEEL ............ 164
3.4 UITEENZETTING FINANCIËLE POSITIE ............................................................ 172
BIJLAGE 1: STAND VAN ZAKEN THEMATAFELS - LELYSTAD NEXT LEVEL ............ 179 BIJLAGE 2: SUBSIDIEOVERZICHT .................................................................... 194
BIJLAGE 3: AFKORTINGENLIJST...................................................................... 205
Programmabegroting 2019 – 2022 2
Bestuurlijke boodschap
Dit voorjaar zijn er verkiezingen geweest en heeft Lelystad weer een nieuwe gemeenteraad
gekozen. Fracties zijn met elkaar in gesprek gegaan, wat heeft geresulteerd in het
raadsprogramma 2018-2022 ‘Lelystad, een sprong voorwaarts’.
In de bestuurlijke visie van waaruit het raadsprogramma is opgesteld komen drie aspecten aan de orde
die als voorwaardelijk kunnen worden gezien: (1) een goede en volwassen duale bestuurlijke relatie
tussen raad en college, (2) een rol en positie van de gemeentelijke overheid die midden in de samenleving
staat en belangen samenbrengt en (3) inhoudelijk het proces Lelystad Next Level om de stad verder te
ontwikkelen tot een aantrekkelijke en duurzame stad, die financieel gezond en zelfstandig is. Een stad
waarin alle inwoners meedoen, het onderwijs goed is en waarin je prettig woont en werkt. Een economisch
dynamische stad, waar Lelystedelingen trots op kunnen zijn.
Voor wat betreft de bestuurlijke verhoudingen zijn en worden er net als in de vorige raadsperiode
verschillende initiatieven genomen om het onderlinge vertrouwen te versterken met respect voor elkaar
rollen en verantwoordelijkheden. Ook de relatie met inwoners, bedrijven en organisaties in de stad wordt
samen met hen vorm gegeven, afhankelijk van het onderwerp en het doel van de consultatie. Maar
misschien nog wel belangrijker is de overtuiging dat echte vooruitgang alleen dan kan worden
gerealiseerd als dat gebeurt in een hechte samenwerking met partners: naast de overheden het
bedrijfsleven, het onderwijs en andere instellingen en natuurlijk de inwoners.
Een sprong voorwaarts, een next level bereik je niet zo maar. Vasthoudendheid is daarbij
belangrijk. Een sporter die voor zichzelf kansen ziet om te promoveren, om kampioen te worden
en om records te breken, heeft aan alleen talent namelijk niet genoeg. Er zal veel getraind moeten
worden, soms zullen er blessures zijn of andere tegenslagen. Uiteindelijk kan het doel worden
bereikt – gelukkig niet alleen, maar met hulp van vele anderen.
Dit voorjaar is de evaluatie van de ICL middelen afgerond, waarbij er twee belangrijke conclusies zijn
getrokken. De aanvullende bijdrage die de gemeente ontvangt voor het beheer en onderhoud van de
voorzieningen in de openbare ruimte is terecht en blijft grotendeels gehandhaafd in de aankomende jaren.
Tegelijkertijd is geconstateerd dat er nagedacht moet worden over een strategie - met bijbehorende
maatregelen - om de afhankelijkheid van het Rijk te verkleinen. Hierbij is het van belang om werk te
maken van een aantal hardnekkige opgaven. Opgaven die de ontwikkeling naar een volwassen stad in
de weg staan.
De gemeente Lelystad heeft de uitdaging opgepakt: de opgaven zijn gedefinieerd en in samenwerking
met de Provincie Flevoland en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt er
gewerkt om de sprong voorwaarts te maken: ‘Lelystad Next Level’. Samen met de partners uit de stad
wordt de Strategische Agenda opgesteld en na de zomer vertaald naar een Uitvoeringsprogramma.
Vanzelfsprekend zal het resultaat ter goedkeuring aan de raad worden voorgelegd.
Na diverse jaren van bezuinigingen ontstaat er weer financiële ruimte om te intensiveren. In deze
programmabegroting worden diverse voorstellen gedaan, die vooruitlopen op de uitkomsten van
Lelystad Next Level en rechtstreeks voortvloeien uit de afspraken die zijn gemaakt binnen de
veertien thema’s uit het raadsprogramma.
Deze voorstellen worden gedekt binnen het financieel meerjarenperspectief. Tot en met jaarschijf 2021
is de meerjarenraming structureel sluitend en is er sprake van een begrotingsoverschot. Zoals het er nu
naar uitziet zal jaarschijf 2022 echter niet sluitend zijn. In de aankomende periode zullen er
bezuinigingsmogelijkheden worden uitgewerkt, zodat de raad bij de kadernota 2020 – 2023 keuzes kan
maken- mocht het op dat moment noodzakelijk blijken.
Op het sociale vlak worden succesvolle participatieprojecten zoals Mensen maken de buurt, de
Ideeënmakelaar en de Motiemarkt structureel in de begroting opgenomen. Op het gebied van veiligheid
en onderwijs worden middelen beschikbaar gesteld voor de uitvoerig van het Integraal Veiligheidsplan
2018 – 2022 en de Lokaal Educatieve Agenda 2019 – 2022.
Programmabegroting 2019 – 2022 3
Ten aanzien van de Jeugdhulp is er onverkort sprake van een grote opgave. In deze programmabegroting
worden de verwachte tekorten meerjarig afgedekt, zodat de hulp die nodig is ook daadwerkelijk geleverd
kan worden. Tegelijkertijd wordt er blijvend ingezet op het verminderen van zwaardere vormen van zorg,
maar beseffen we dat deze transformatie niet van vandaag op morgen te realiseren is. Het is hierbij
noodzakelijk om in de volle breedte naar oplossingen te zoeken en in het aankomende jaar wordt er
daarom een aanvalsplan Jeugdhulp en onderwijs opgesteld.
Op het fysieke vlak wordt er werk gemaakt van bereikbaarheid, bijvoorbeeld door in te zetten op een
veilige ontsluiting van de campuszone. Een ongelijkvloerse kruising voor langzaam verkeer zal ervoor
zorgen dat de nieuwe campus straks vanuit alle richtingen veilig te benaderen is. Ook wordt met
cofinanciering vanuit de provincie de rotonde voor het provinciehuis omgebouwd, zodat verkeer vlotter
doorloopt en er een veiligere situatie voor fietsers ontstaat.
Ten aanzien van het Stadshart wordt de openbare ruimte in de Promesse - tussen het Dukaatplein en
Dukaatpassage – aangepakt. De initiatieven op het gebied van kunst en cultuur zijn gelukkig op grote
schaal aanwezig in de stad en het nog te ontwikkelen Theaterkwartier zal hier goed bij aansluiten. Op het
gebied van parkeren wordt er een gelijk speelveld gecreëerd, door de noodzakelijke vervanging van
parkeerapparatuur tegelijk op te pakken met het achter slagboom brengen van de parkeervoorzieningen.
Ook wordt de vindbaarheid van vrije parkeerplaatsen hierbij verbeterd via een parkeerroute-
informatiesysteem.
Om de belangen van Lelystad zoveel mogelijk kracht bij te zetten in de Metropool Regio Amsterdam
(MRA) wordt er met de gemeente Almere en de provincie Flevoland opgetrokken. De onlangs opgestelde
samenwerkingsagenda Almere-Lelystad is hier een voorbeeld van, evenals de nog op te zetten
gezamenlijke acquisitie-website. De uitgifte van bedrijventerreinen is enorm aangetrokken en de markt is
volop in beweging. Door in de aankomende jaren opnieuw aanvullend acquisitiebudget beschikbaar te
stellen kunnen we hier maximaal van profiteren.
De Omgevingswet is de grootste wetswijziging sinds de invoering van de grondwet. De implementatie
van deze integrale wet op het gebied van de fysieke leefomgeving zal in de aankomende jaren een grote
uitdaging zijn. Er worden in deze programmabegroting middelen beschikbaar gemaakt voor de
noodzakelijke aanpassingen van de sociale- en fysieke beleidsregels, de werkprocessen en de daarbij
behorende participatietrajecten.
De energietransitie wordt ook in Lelystad steeds concreter en daarom bereiden we de overgang voor
naar een aardgasvrije samenleving. De periode tot 2050 staat in het teken van het, zoveel als mogelijk,
naar nul op de meter brengen van woningen / bedrijven. De opgave, de mogelijkheden en de relaties met
andere opgaven in de stad worden vastgelegd in een warmtevisie. Uiteindelijk zal op wijkniveau een
warmteplan worden opgesteld, waaruit zal blijken welke vorm de energietransitie zal krijgen en wat de
gevolgen daarvan zullen zijn voor bewoners en bedrijven.
Sinds een aantal jaren is het besef doorgedrongen dat Lelystad een sterke toeristische potentie heeft,
door de ligging aan het water, de langgerekte kuststrook, aanwezige natuurgebieden en het bestaande
toeristisch recreatief aanbod. De vrijetijdseconomie wordt ingezet als middel om de aantrekkelijkheid van
de stad te vergroten en de economische groei te versterken.
Het aankomende jaar en ook in de jaren daarna blijven we inzetten op kwaliteit, het benutten van
talent en het pakken van kansen. Lelystad barst van het talent: in mensen, in bedrijven en
instellingen. Ondanks de opgaven die er liggen zijn er ook veel kansen, met name de fysieke
mogelijkheden van de stad zijn enorm. Er zal hard gewerkt moeten worden om samen die sprong
voorwaarts te maken – naar een Lelystad Next Level. Jarenlang. Maar het kan, samen met ons
team: de stad.
Programmabegroting 2019 – 2022 4
1. Leeswijzer
Met ingang van begrotingsjaar 2017 wordt de programmabegroting opgesteld conform de voorschriften
in het ‘Wijzigingsbesluit vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten
(BBV)’. In dit wijzigingsbesluit, dat van kracht is per 1 januari 2017, worden via een ministeriële regeling
nadere regels voorgeschreven omtrent de wijze waarop gemeenten de programmabegroting- en
verantwoording moeten inrichten. Voorbeelden zijn het verplicht opnemen van bepaalde
beleidsindicatoren, het gebruik van financiële kengetallen en een voorgeschreven indeling van de
financiële begroting in zogeheten ‘taakvelden’.
Het idee achter deze voorschriften is dat gemeenten met ingang van 2017 beter met elkaar vergeleken
kunnen worden. De programmabegroting en de jaarstukken worden met ingang van vorig jaar op een
meer uniforme manier opgebouwd, waarbij de gehanteerde regels minder ruimte laten voor interpretatie
door individuele gemeenten. Tegelijkertijd is de doorontwikkeling van deze BBV wijzigingen nog niet
afgerond. Op basis van de ervaring vanuit de praktijk wordt er op dit moment nagedacht over verdere
aanpassingen. Zo zijn de verplicht op te nemen beleidsindicatoren niet altijd even actueel of volledig, wat
maakt dat er op dit gebied nog de nodige vervolgstappen zullen worden gezet (het is de verwachting dat
het Rijk op korte termijn een herziening van de ministeriële regeling bekend zal maken).
Doorontwikkeling programmabegroting
In vergelijking met vorig jaar is de inhoud van de programmabegroting verder doorontwikkeld, onder
andere naar aanleiding van de adviezen van de commissie van de rekening en een georganiseerde
brainstormsessie met diverse raadsleden. Tijdens deze sessie over de vorm en inhoud van de
programmabegroting is er veel waardevolle input geleverd, wat eveneens is meegenomen bij het
opstellen van dit document:
- wordt in de duiding van de taakvelden ingegaan op relaties met overige taakvelden;
- is de inhoudelijke beschrijving van ieder taakveld uitgebreid en daardoor toegankelijker;
- en wordt bij ieder taakveld een overzicht gegeven van de gerelateerde beleidsnota’s.
Zoals zichtbaar is in de inhoudsopgave bestaat deze programmabegroting uit een beleidsbegroting, een
financiële begroting en een aantal bijlagen. Aan de start van ieder hoofdstuk wordt de inhoud van dat
onderdeel kort uiteen gezet.
De beleidsbegroting
De beleidsbegroting geeft inzicht in wat we willen bereiken, wat we daarvoor gaan doen en wat dat mag
kosten. Aan de hand van de deeltafels van Lelystad Next Level worden de bestuurlijke opgaven voor de
aankomende periode benoemd. In de taakvelden wordt vervolgens inzicht geboden in de activiteiten die
worden uitgevoerd en wat het mag kosten. Ten slotte wordt aan de hand van de verplichte paragrafen
een dwarsdoorsnede gegeven van zaken die dwars door de gemeentebegroting heen lopen.
De financiële begroting
De financiële begroting geeft inzicht in het totaal aan baten en lasten van alle taakvelden bij elkaar
opgeteld, waarbij er eveneens wordt ingegaan op de financiële positie van de gemeente. Dit hoofdstuk
heeft een relatie met de paragraaf Inter Bestuurlijk Toezicht (IBT), waarin wordt ingegaan op diverse
financiële ratio’s en kengetallen (aan de hand van de drie pijlers: begrotingsevenwicht,
weerstandsvermogen, schuldpositie). Tot slot worden in dit hoofdstuk de voorgestelde structurele- en
incidentele bijstellingen van de programmabegroting onderbouwd en aan de raad voorgelegd.
Bijlagen
De bijlagen bevatten informatie in aanvulling op zaken die genoemd worden in beleids- of financiële
begroting. Het gaat dan om een nadere specificatie, een uitgebreid overzicht of de uitwerking van een
onderzoeksopdracht.
Programmabegroting 2019 – 2022 5
2. Beleidsbegroting
De beleidsbegroting is opgebouwd uit drie afzonderlijke onderdelen:
2.1 Lelystad Next Level
In de afgelopen jaren is er een aanzet gedaan om te gaan werken met zogeheten ‘intensiveringsvelden’.
Met de afronding van de ICL evaluatie en het door de raad vastgestelde raadsprogramma is een nieuwe
indeling aan de hand van de vijf afzonderlijke thematafels een logisch vervolg. In dit hoofdstuk wordt
ingegaan op het doel, de aanpak en het proces dat in de aankomende periode doorlopen wordt. In bijlage
1 wordt inzicht geboden in de huidige stand van zaken voor elk van de vijf overkoepelende thema’s.
2.2 Taakvelden
De totale gemeentebegroting wordt binnen dit onderdeel inzichtelijk gemaakt aan de hand van de
voorgeschreven begrotingsclusters (0 tot en met 8). Ieder begrotingscluster is opgebouwd uit een aantal
samenhangende taakvelden, waarbij per taakveld kort wordt ingegaan op:
a) de bijbehorende baten en lasten in de periode 2019 – 2022;
b) de verantwoordelijke portefeuillehouder(s);
c) het antwoord op de vraag of dit taakveld onderdeel uitmaakt van de begrotingsmonitoren 2019;
d) de aard van deze activiteiten (wettelijk / gemeentelijk), met daaruit afgeleid een duiding van de
beïnvloedbaarheid van deze baten en lasten;
e) de activiteiten die samenhangen met de inzet van deze baten en lasten en wat daarmee beoogd
wordt te bereiken;
f) de aan het taakveld gerelateerde beleidsnota’s en indien van toepassing de vermelding van aan
dit taakveld verbonden partijen (alleen indien er zowel een bestuurlijk- als financieel belang is).
Aan het einde van ieder begrotingscluster worden de bij ministeriële regeling verplicht voorgeschreven
beleidsindicatoren gepresenteerd, aangevuld met aanvullende (lokale) beleidsindicatoren. Om de context
van deze cijfers beter te kunnen plaatsen worden de uitkomsten, daar waar mogelijk, afgezet tegen het
Nederlands en Flevolands gemiddelde.
2.3 Paragrafen
De paragrafen vormen een dwarsdoorsnede van de gemeentebegroting. Zaken als de gemeentelijke
bedrijfsvoering, de financiering en het beleid omtrent de onderhoud van kapitaalgoederen lopen dwars
door de hierboven beschreven intensiverings- en taakvelden heen. Dit is ook de reden dat het BBV
gemeenten verplicht dit type informatie in afzonderlijke paragrafen uit te werken.
Programmabegroting 2019 – 2022 6
2.1 Lelystad Next Level
Doel
Het gaat goed met Lelystad. Omdat het economisch goed gaat met Nederland, omdat er heel veel ruimte
is, omdat het in een vruchtbaar landbouwgebied ligt, omdat het heel veel groene natuur om zich heen
heeft, omdat nu ook het Markermeer is ontdekt en de geweldige mogelijkheden worden gezien, omdat
het goed bereikbaar is, omdat … er zoveel is dat de stad sterk kan maken. En tegelijk zijn veel mensen
afhankelijk van een uitkering, doen niet mee met het economisch en maatschappelijk leven en hebben
ook een lagere levensverwachting dan gemiddeld in Nederland. Veel van de kinderen uit deze gezinnen
hebben eveneens een beperkt perspectief.
Hoe kunnen meer mensen meedoen en meehelpen om voor zichzelf en voor de stad de kansen te
verzilveren? En kan de stad ook alle mogelijkheden benutten en daarmee sterker worden?
Op 4 juni dit jaar is de samenwerkingsovereenkomst voor Lelystad Next Level getekend door het
ministerie BZK, de provincie Flevoland en de gemeente Lelystad. ‘Het doel van Lelystad Next Level is dat
Lelystad zich ontwikkelt tot een aantrekkelijke en duurzame stad, die financieel gezond en zelfstandig is.
Een stad waarin alle inwoners mee doen, het onderwijs goed is en waarin je prettig woont. Een
zelfbewuste, economisch dynamische stad.’ (uit: Aanpak Lelystad Next Level, 30 mei 2018). Om dit doel
van een toekomstbestendige stad te bereiken wordt gezamenlijk gewerkt aan een strategische agenda
en een strategisch programma, aan de hand van de volgende vijf thematafels:
1. Sociaal Sterk
2. Onderscheidend Onderwijs
3. Uitstekende Woonmilieus
4. Next Level Economie
5. Natuur, recreatie en toerisme
Het uitvoeringsprogramma LNL zal een periode van zeker tien tot 15 jaar omvatten. Naar verwachting zal
in september 2019 het Uitvoeringsprogramma 2020 - 2023 worden vastgesteld en kan het echte werk
beginnen: bij en met de mensen en organisaties waarom het gaat.
De actiepunten van deze agenda vragen een lange termijn uitvoeringsstrategie en lange termijn
betrokkenheid van vele stakeholders. Een strategische agenda met perspectief voor de inwoners van
Lelystad is de start van een meerjarig programma. Verbindende afspraken voor een langere periode zijn
nodig tussen vele partijen op die gezamenlijke acties, om invulling te kunnen geven aan de ontwikkeling
van Lelystad als een sociaal sterke en duurzame samenleving. Afspraken zullen worden bijgesteld op
basis van evaluaties en succesvolle en minder succesvolle ervaringen. Het vasthouden van die
verbindingen tussen partijen vraagt om het vasthouden van energie in het proces, open gesprekken over
verschillende en vermeende confronterende belangen en het lef om te experimenteren. Voor het
aanpakken van langer lopende vraagstukken en problemen zijn vernieuwende inzichten en aanpakken
nodig.
Aanpak
Het programma LNL wordt opgebouwd in samenwerking met maatschappelijke en economische partners
en is voor een belangrijk deel gebaseerd op de werkzaamheden en initiatieven van deze partners. In de
kern is het programma gericht op twee basisopgaven: maatschappelijke ontwikkeling en economische
ontwikkeling.
Aan de vijf thematafels werken momenteel de overheden, enkele experts en een aantal partners aan de
opbouw van strategische programma’s. In bijlage 1 wordt voor elk van de vijf thematafels inzicht geboden
in het ‘work in progress’, waarbij steeds wordt ingegaan op de context, de kansen en bedreigingen en de
opgaven binnen elk van deze vijf overkoepelende thema’s. De betrokkenheid van partners is bij de
opbouw en uitvoering van de programma’s cruciaal. Vanaf september 2018 worden hier meerdere
partners bij betrokken. De regietafel stelt op basis van de input van de thematafels een strategische
agenda op en organiseert de randvoorwaarden voor het uitvoeringsprogramma.
Programmabegroting 2019 – 2022 7
De thematafels maken gebruik van analyses over en scenario’s voor Lelystad, ze bekijken hoe de
bestaande programma’s van overheden en partners zijn te versterken, inventariseren de
randvoorwaarden waarmee kansen voor economische- en ruimtelijke- en maatschappelijke
ontwikkelingen ten volle kunnen worden benut, en benoemen de Next Level ambities met vernieuwende
aanpakken. Waarmee Lelystad kan ontwikkelen tot een aantrekkelijke en economisch sterke stad met
positieve effecten voor haar inwoners en aantrekkingskracht voor bedrijven, initiatieven en nieuwe
bewoners.
Proces
Het proces LNL loopt van de start in juni 2018 tot definitieve afspraken over een lange termijn programma
in september 2019. In deze periode zijn drie fasen te onderscheiden:
1. de analyse van de opgaven, tot januari 2019
De thematafels maken een analyse van de opgaven en geven aan wat daarbinnen de belangrijke
kernopgaven zijn. De thematafels maken gebruik van de bestaande analyses (zoals onder andere de
Lelystad scenario’s, de trendstudie Lelystad en het raadsprogramma 2018 - 2022), landelijke indexen
(wonen, sociaal-economisch e.a.) en lopende programma’s (onderwijsaanpak, omgevingsvisie,
kustontwikkeling e.a.).
In samenwerking met verschillende partners komen de tafels tot het benoemen van de ambities, doelen
en de noodzakelijke en gewenste aanpak bij de kernopgaven. Deze kernopgaven sluiten aan bij de
hoofddoelstelling van Lelystad Next Level ‘naar een toekomstbestendige stad’, spelen in op
(inter)nationale transities en trends en leveren een bijdrage aan een veerkrachtige samenleving.
2. de opbouw van de strategische agenda, tot maart 2019
De strategische agenda brengt de kernopgaven met elkaar in samenhang en benoemt daarbij de
benodigde randvoorwaarden om met de kernopgaven aan de slag te gaan. Deze randvoorwaarden zijn
de samenwerkingsafspraken, de organisatie, de governance om Lelystad Next Level voor langere tijd te
borgen en de financiering en aansluiting bij landelijke en/of Europese regelingen.
Met de strategische agenda wordt de aanpak van de opgaven weergegeven: wat zijn de kansen en waar
kan dat toe leiden. Om het concreet te maken zal daarbij ook gebruik worden gemaakt van een beperkt
aantal heldere en meetbare indicatoren. De nadere uitwerking van indicatoren gekoppeld aan acties zal
in de fase van de programma-opbouw gebeuren.
3. opstellen programma hoofdlijnen en uitvoeringsprogramma eerste jaren, tot september 2019
Het LNL programma bevat grote en complexe opgaven waarbij verschillende partners voor langere tijd
zullen moeten samenwerken om de beoogde resultaten te kunnen behalen. Het gaat om een
systeemsprong in het 50-jarig bestaan van Lelystad op de diverse thema’s; van een bescheiden nieuwe
stad in de polder met zware sociale problematiek naar een trotse samenleving waar bedrijven zich graag
vestigen, met next level onderwijs gericht op het ontwikkelen van vaardigheden, next level woonmilieus,
natuur en recreatie. Het programma bevat een uitwerking op hoofdlijnen voor een periode van minimaal
10 tot 15 jaar. Daarnaast wordt er iedere vier jaar een concreter uitvoeringsprogramma opgesteld met
acties, afspraken over samenwerking en financiering. Het eerste uitvoeringsprogramma loopt van 2020
tot en met 2023. Met het Rijk zijn afspraken gemaakt om het proces Lelystad Next Level na een jaar
(zomer 2019) te toetsen en de uitvoering te evalueren na vijf jaar en na tien jaar.
LNL Lab
Met het hierboven beschreven proces wil Lelystad de kansen benutten die zich aandienen, de negatieve
sociale trends doorbreken en nieuwe kansen creëren. Zo’n proces vraagt om een energieke benadering.
Het LNL Lab is de fysieke plek waar alle betrokkenen samen kunnen komen en waar bijeenkomsten
worden georganiseerd over de opgaven. Het is een plek waar denken en doen samenkomen. Na verloop
van tijd is het de locatie waar inwoners, maatschappelijke organisaties en ondernemers binnen en buiten
Lelystad betrokken worden en een bijdrage kunnen leveren aan de diverse programma’s. Samen met de
Programmabegroting 2019 – 2022 8
deeltafels worden expertmeetings georganiseerd met bijdragen van diverse partners binnen en buiten
Lelystad. Met LNL Lab maken we ruimte voor samenwerking, vernieuwing en een energiek proces. En
werken we aan invulling van onder meer de volgende vragen:
hoe houden we LNL energiek?
hoe krijgen we verbindingen tussen de kansen en vraagstukken vanuit de thema-tafels?
hoe krijgen we betrokkenheid vanuit de samenleving (ondernemerschap, sociaal
ondernemerschap, maatschappelijk initiatief etc..)?
hoe zorgen we dat partijen buiten Lelystad de energie krijgen om mee te werken aan de opgave?
hoe betrekken we MRA, regio Zwolle, Overijssel en Gelderland, maar ook de ministeries, het
kabinet?
Met het LNL Lab dagen we elkaar (en nieuwe partijen) uit om de economische ontwikkeling in en om
Lelystad voor een belangrijk deel ten goede te laten komen aan Lelystedelingen op zoek naar werk en
perspectief.
Programmabegroting 2019 – 2022 9
2.2 Taakvelden
0. Bestuur en ondersteuning
De taakvelden binnen het cluster ‘0. Bestuur en ondersteuning’ dragen bij aan de uitvoering van de
inhoudelijke taakvelden, die onderdeel uitmaken van de verderop beschreven clusters 1 tot en met 8. In
de tabel hierboven wordt per taakveld inzicht geboden in de bijbehorende lasten en baten.
In de tabellen hieronder wordt vervolgens per taakveld aanvullende informatie geboden, bijvoorbeeld over
de aard van de activiteiten, de beïnvloedbaarheid van de budgetten en de verantwoordelijke
portefeuillehouder(s). Indien van toepassing wordt er ingegaan op de concrete doelstellingen voor 2019
en/of de bij het taakveld betrokken verbonden partijen. Na de beschrijving van deze taakvelden worden
de bij ministeriële regeling verplicht op te nemen beleidsindicatoren gepresenteerd.
0. Bestuur en ondersteuning(Bedragen x €1.000)
Lasten
0.1 Bestuur -3.296 -3.295 -3.202 -3.202
0.2 Burgerzaken -3.458 -3.450 -3.450 -3.390
0.3 Beheer overige gebouwen en gronden -853 -853 -853 -853
0.4 Overhead -27.925 -27.621 -27.198 -26.667
0.5 Treasury -835 -1.139 -1.456 -1.632
0.61 OZB woningen -1.113 -1.113 -1.063 -1.063
0.8 Overige baten en lasten -715 83 -3.924 -1.273
Totaal Lasten -38.195 -37.388 -41.147 -38.081
Baten
0.2 Burgerzaken 1.403 1.403 1.403 1.403
0.3 Beheer overige gebouwen en gronden 709 703 703 703
0.4 Overhead 849 849 849 849
0.5 Treasury 1.205 1.190 1.178 1.164
0.61 OZB woningen 11.238 11.238 11.238 11.238
0.62 OZB niet-woningen 10.990 10.990 10.990 10.990
0.63 Parkeerbelasting 2.190 2.190 2.190 2.190
0.64 Belastingen overig 2.351 2.351 2.351 2.351
0.7 Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds 143.203 141.164 141.192 140.792
0.8 Overige baten en lasten 4 4 4 4
Totaal Baten 174.143 172.083 172.098 171.684
Eindtotaal 135.948 134.695 130.951 133.603
2019 2020 2021 2022
0. Bestuur en ondersteuning (mutaties reserves)(Bedragen x €1.000)
Lasten
0.10 Mutaties reserves -5.404 -5.639 -3.976 -2.981
0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten -3 -126 -8 -
Totaal Lasten -5.407 -5.764 -3.984 -2.981
Baten
0.10 Mutaties reserves 7.439 5.080 6.236 3.108
0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten - - -1 1.682
Totaal Baten 7.439 5.080 6.236 4.791
Eindtotaal 2.032 -684 2.252 1.810
20222019 2020 2021
Programmabegroting 2019 – 2022 10
Duiding taakvelden binnen dit cluster
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -3.296 -3.295 -3.202 -3.202
Baten - - - -
I. Adema
Nee
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Binnen dit taakveld wordt gestreefd naar een open en constructieve bestuurscultuur, waarbij er ruimte is om elkaar aan te
spreken op houding en gedrag. Bestuurders en gekozen volksvertegenwoordigers van een gemeente dienen het algemeen
belang en zijn er voor alle inwoners van de stad. Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie
samenhangt wordt aanvaard en dat de bereidheid er is daarover verantwoording af te leggen.
0.1 Bestuur
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van artikel 6 van de gemeentewet is het voor een gemeente verplicht om een gemeenteraad, een college en een
burgemeester te hebben. Daarnaast verplicht de gemeentewet iedere gemeente om een rekenkamer of een rekenkamerfunctie
vorm te geven (artikel 81a t/m 81k en artikel 182 t/m 185). Verder is het in de gemeentewet de verplichting een griffie te hebben
(artikel 107 t/m 107e gemeentewet).
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten opgenomen die direct verband houden met de gemeentelijke bestuursorganen en de directe
ondersteuning daarvan:
- Het college van burgemeester en wethouders;
- De gemeenteraad en de raadscommissies;
- De ondersteuning en advisering van de raad in de vorm van een griffie;
- De lokale rekenkamer;
- Landelijke- en regionale bestuurlijke samenwerkingsverbanden (Vereniging van Nederlandse Gemeenten, G40, Platform 31)
De beïnvloedbaarheid van de lasten binnen dit taakveld is vrij beperkt. Zo is het aantal raadsleden wettelijk voorgeschreven,
evenals de hoogte van de bijbehorende vergoeding voor het raadswerk. De lasten behorende bij het college staan in direct
verband met het aantal collegeleden. De lasten behorende bij de raad staan in direct verband met het aantal raadsleden, fracties
en fractieassistenten.
Gedragscode integriteit ambtenaren gemeente Lelystad
-Gedragscode integriteit gemeenteraadsleden gemeente Lelystad
Gedragscode integriteit collegeleden gemeente Lelystad
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 0. Bestuur en ondersteuning
Programmabegroting 2019 – 2022 11
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -3.458 -3.450 -3.450 -3.390
Baten 1.403 1.403 1.403 1.403
E. Rentenaar I. Adema
Nee
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Wat we willen bereiken is dat de inwoners en ondernemers van Lelystad de gemeente ervaren als een klantgerichte en professionele
organisatie met een SIMPELE dienstverlening, waarmee je veilig en betrouwbaar zaken kunt doen en die van toegevoegde waarde is
voor de Lelystadse samenleving. SIMPEL staat voor: Snel, Innovatief, Menselijk, Praktisch, Efficiënt en Leuk.
Burgerzaken staat de komende jaren voor grote veranderingen, waardoor het taakveld aan verandering onderhevig is. Optimale
dienstverlening en tegelijkertijd kwaliteit van persoonsgegevens, privacy, fraudebestrijding, juridisering en de toenemende
digitalisering worden nog belangrijkere factoren. Hier ligt de uitdaging om de dienstverlening anders in te richten en tegelijkertijd de
persoonlijke benadering, naar een hoger plan te tillen. Dat vereist meer dan ooit hostmanship en vakmanschap. Niet voor niets is onze
visie op dienstverlening “samen, betrokken en gastvrij”! Onze organisatie is er namelijk vóór Lelystad en niet andersom.
0.2 Burgerzaken
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
De gemeente heeft een verscheidenheid van wettelijke verplichtingen uit te voeren binnen dit taakveld. De uitvoering hiervan is
georganiseerd binnen de Stadswinkel (burgerzaken, informatiebalie en klantcontactcentrum). Naast burgerzaken vormt het
klantcontactcentrum een belangrijk onderdeel, dat uitvoering geeft aan de telefonische bereikbaarheid, informatieverstrekking en het
opnemen en uitzetten van meldingen over de openbare ruimte. De informatiebalie is het eerste aanspreekpunt voor inwoners,
bezoekers en ondernemers die een bezoek brengen aan het stadhuis en vervult daarmee een waardevolle en gastvrije rol in de
gemeentelijke dienstverlening.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten en baten opgenomen die verband houden met de uitvoering van de diverse wettelijk voorgeschreven
taken op het gebied van burgerzaken. De beïnvloedbaarheid van de lasten en baten binnen dit taakveld is vrij beperkt, aangezien het
de uitvoering van wettelijke taken betreft en de legesopbrengsten worden gemaximeerd door wettelijke bepalingen.
Basistaken
De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van diverse basistaken, zoals de uitgifte van rijbewijzen, reisdocumenten,
nationaliteitswetgeving en dergelijke. Op basis van artikel 229 van de Gemeentewet heeft de gemeente de bevoegdheid om kosten in
rekening te brengen als tegenprestatie voor deze door de gemeente geleverde diensten, de zogeheten leges (dit zijn de baten binnen
dit taakveld).
Burgerlijke stand
Op basis van de 'Wetgeving Burgerlijke Stand' en de 'Wet op de lijkbezorging' houdt de gemeente diverse registers bij en worden
daarnaast werkzaamheden verricht op het gebied van huwelijken, geboortes, overlijden, erkenningen en dergelijke.
Basisregistraties
De verplicht te voeren basisregistratie is de Basisregistraties Personen (wet BRP). Burgerzaken is beheerder van de BRP en
verantwoordelijk voor het op orde zijn van deze basisregistratie.
Verkiezingen
Op basis van de Kieswet zijn gemeenten verantwoordelijk voor het organiseren van verkiezingen voor de gemeenteraad, de
provinciale staten, de Tweede Kamer der Staten-Generaal, het Europees Parlement en voor het organiseren van referenda.
-Legesverordening Lelystad 2018
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 0. Bestuur en ondersteuning
Programmabegroting 2019 – 2022 12
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -853 -853 -853 -853
Baten 709 703 703 703
E. van Wageningen
Nee
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Het in bezit hebben van deze (bouw)gronden is ingegeven vanuit strategisch oogpunt of omdat ontwikkeling pas op de langere
termijn is voorzien. Daarnaast wordt er binnen dit taakveld gestreefd naar een evenwicht tussen de opbrengsten uit verhuur en
verpachting enerzijds en de daaraan gekoppelde beheerslasten anderzijds.
0.3 Beheer overige gebouwen en gronden
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % - 20 %]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Naast bouwgrond in exploitatie (taakveld 3.2 voor bedrijventerreinen en taakveld 8.2 voor niet-bedrijventerreinen) heeft de
gemeente diverse andere gronden in eigendom. Dit zijn bijvoorbeeld gronden die zijn uitgegeven in erfpacht maar ook de niet in
exploitatie genomen gronden. Wanneer geen sprake is van een grondexploitatie worden de bijbehorende lasten en baten die
samenhangen met het bezit- en beheer van gronden binnen dit taakveld verantwoord.
Wat doen we binnen dit taakveld?
Gronden die geen onderdeel uitmaken van een grondexploitatie vertegenwoordigen een waarde op de gemeentelijke balans
binnen de categorie materiële vaste activa. De exploitatielasten - en baten die samenhangen met het in bezit- en beheer hebben
van deze gronden zijn grofweg onder te verdelen in:
Toegerekende rentelasten
De gemeentelijke bezittingen zijn deels gefinancierd met vreemd vermogen, zo ook de gronden uitgegeven in erfpacht en de
(bouw)gronden die zich niet in een exploitatiefase bevinden. Het BBV schrijft voor dat de kosten die hiermee samenhangen
moeten worden toegerekend aan het bijbehorende taakveld. In dit geval worden de rentelasten die samenhangen met het in bezit
hebben van deze gronden aan dit taakveld toegerekend via een omslagpercentage.
Beheerslasten en -baten
Naast de lasten die samenhangen met het in bezit hebben heeft de gemeente ook een verantwoordelijkheid om zorg te dragen
voor een doelmatig beheer van deze gronden. Daar waar mogelijk is het de insteek deze gronden te verhuren of te verpachten,
zodat er baten worden gerealiseerd. Op incidentele basis wordt er in bepaalde gevallen overgegaan tot verkoop van grond, wat
resulteert in incidentele baten en vaak ook lasten (bijvoorbeeld i.v.m. afwikkeling boekwaarde). Deze incidentele verkopen zijn niet
op voorhand meerjarig te begroten.
De beïnvloedbaarheid van de lasten en baten binnen dit taakveld is vrij beperkt, aangezien de lasten en baten sterk met elkaar
samenhangen.
--
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 0. Bestuur en ondersteuning
Programmabegroting 2019 – 2022 13
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -27.925 -27.621 -27.198 -26.667
Baten 849 849 849 849
N. den Os
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 0. Bestuur en ondersteuning
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
De bedrijfsvoeringskosten van de gemeente worden gedefinieerd als die kosten die niet direct zijn toe te rekenen aan de overige
taakvelden binnen de gemeentebegroting. Het gaat hierbij om alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning het
primaire proces en medewerkers.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten en baten opgenomen die verband houden met de bedrijfsvoeringskosten. Het gaat hierbij om de
gemeente brede uitvoering van de volgende taken:
- financiën, administratie, beheer, toezicht en controle gericht op de eigen organisatie;
- personeel en organisatie;
- onderzoek en statistiek;
- de directie;
- inkoop (incl. aanbesteding en contractmanagement);
- juridische zaken;
- bestuurszaken en bestuursondersteuning;
- informatievoorziening en automatisering (ICT);
- facilitaire zaken en huisvesting, zoals de kapitaal- en onderhoudslasten van het stadshuis (incl. beveiliging);
- documentaire informatievoorziening (DIV);
- managementondersteuning binnen het primair proces (afdelingshoofden, teamleiders).
In de afgelopen jaren is door middel van het opnemen van een stijgende taakstelling een reductie van de bedrijfsvoeringskosten in
de begroting verwerkt. In 2017 zijn de laatste maatregelen doorgevoerd, waarmee de taakstelling volledig is ingevuld. De
beïnvloedbaarheid van de lasten en baten die resteert binnen dit taakveld is zeer beperkt en staat in direct verband met de
omvang van de activiteiten die worden uitgevoerd binnen het primaire proces.
Het Flevolands Archief (HFA)-
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Het doel binnen de gemeentelijke bedrijfsvoering is om een klimaat te realiseren waarin het vanzelfsprekend is dat iedereen
voortdurend streeft naar verbetering van de werkprocessen en routines, met daarin het belang van de inwoners als uitganspunt.
Door middel van bijvoorbeeld de Lean methode wordt hier invulling aan gegeven.
Daarnaast wordt er conform het uitvoeringsplan duurzaamheid verder gewerkt aan het verduurzamen van de organisatietaken
0.4 Overhead
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % - 20 %]
Programmabegroting 2019 – 2022 14
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -835 -1.139 -1.456 -1.632
Baten 1.205 1.190 1.178 1.164
J. van den Heuvel
JaOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 0. Bestuur en ondersteuning
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
De gemeente heeft een deel van haar activa gefinancierd met vreemd vermogen en betaalt over deze aangetrokken leningen een
vergoeding in de vorm van rente. De Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO) stelt regels aan het
financieringsgedrag van gemeenten, zodanig dat bijvoorbeeld het risico's op het gebied van renteschommelingen worden
beperkt. Zo voorkomt de zogeheten 'kasgeldlimiet' dat gemeenten vooral leningen aantrekken met een korte looptijd (met over het
algemeen een lagere rente) en verplicht de 'renterisiconorm' gemeenten om de herfinanciering van leningen te spreiden in de tijd.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten en baten opgenomen die verband houden met de uitvoering van de treasuryfunctie:
Rentelasten
De te betalen rentelasten zijn onder te verdelen naar looptijd van de afgesloten lening. Er zijn leningen afgesloten met een korte
looptijd (korter dan één jaar, vaak met een relatief lage rente) en leningen met een langere looptijd (langer dan één jaar, waarbij
over het algemeen geldt dat hoe langer de looptijd hoe hoger de rente). De rentelasten zijn voornamelijk afhankelijk van de
benodigde financiering, wat weer een voortvloeisel is van de genomen raadsbesluiten in het verleden. Daarnaast bepalen de
rentestanden van het moment van herfinanciering voor een groot deel in hoeverre het beschikbare budget toereikend is.
Rentebaten en dividendopbrengsten
De baten binnen dit taakveld komen enerzijds voort uit de rentebaten die de gemeente ontvangt als vergoeding van een aantal
verstrekte leningen. Anderzijds ontvangt de gemeente dividendopbrengsten vanuit een viertal deelnemingen, te weten: Vitens,
Huisvuilcentrale, Alliander en de Bank Nederlandse Gemeenten. De hoogte van de ontvangen dividendopbrengsten is afhankelijk
van de bedrijfsresultaten van de genoemde deelnemingen.
De directe beïnvloedbaarheid van deze lasten en baten is vrij beperkt, aangezien de gemeente gehouden is aan wet- en
regelgeving en te maken heeft met een financieringsbehoefte die gebaseerd is op besluiten uit het verleden.
NV Alliander-
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Binnen de grenzen van de Wet FIDO wordt getracht de rentelasten zo laag mogelijk te houden, door maximaal gebruik te maken
van de kasgeldlimiet. Daarnaast wordt door middel van het spreiden van de leningenportefeuille in de tijd getracht het renterisico
bij het herfinancieren van leningen zo klein mogelijk te houden.
0.5 Treasury
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Programmabegroting 2019 – 2022 15
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -1.113 -1.113 -1.063 -1.063
Baten 11.238 11.238 11.238 11.238
0.61 OZB woningen
2019 2020 2021 2022
Lasten - - - -
Baten 10.990 10.990 10.990 10.990
0.62 OZB niet-woningen
J. van den Heuvel
JaOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 0. Bestuur en ondersteuning
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) zijn gemeenten verantwoordelijk voor de waardering van alle
onroerende zaken in Nederland. Eigenaren van een onroerende zaak, zoals een woning of een bedrijfspand, ontvangen ieder jaar
een WOZ-beschikking van de gemeente. De WOZ-waarde in deze beschikking vormt de grondslag voor het heffen van belasting
door de rijksoverheid, gemeenten en het waterschap. Daarnaast wordt de WOZ-waarde op meer terreinen gebruikt, bijvoorbeeld
bij het afsluiten van een hypothecaire lening.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In taakveld 0.61 zijn de lasten opgenomen die horen bij de uitvoering van de Wet WOZ. Het gaat hierbij om zaken als de
waardering, de heffing en het uitvoering geven aan bezwaar en beroep. De Waarderingskamer controleert en beoordeelt
gemeenten op de uitvoering en het Kadaster beheert het landelijke register van de door gemeenten vastgestelde WOZ waarden,
als onderdeel van de Basisregistratie Waardering Onroerende Zaken.
In taakveld 0.61 zijn tevens de baten opgenomen vanuit de onroerendezaakbelasting (ozb) op woningen. Samen met de baten
vanuit de ozb op niet-woningen (taakveld 0.62) resulteert dit in een totale geraamde ozb opbrengst van ruim 22 miljoen euro in
2019.
-Tarievennota 2019 (raadsbehandeling eind 2018)
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
De gemeente streeft naar het leveren van WOZ-taxaties van goede kwaliteit, waarbij alle onderdelen van het WOZ-werkproces
voldoen aan de door de Waarderingskamer gestelde kwaliteitseisen.
De hoogte van de totale ozb opbrengst wordt jaarlijks alleen aangepast voor de ontwikkeling van de inflatie en het areaal.
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 100 % ]
Programmabegroting 2019 – 2022 16
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten - - - -
Baten 2.190 2.190 2.190 2.190
E. Rentenaar
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 0. Bestuur en ondersteuning
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
In het kader van parkeerregulering biedt artikel 225 van de Gemeentewet gemeenten de ruimte om parkeerbelasting te heffen. In
de jaarlijks te actualiseren verordening parkeerbelastingen Lelystad wordt hier concreet invulling aan gegeven. Deze opbrengsten
moeten in samenhang worden bezien met de lasten, die onderdeel uitmaken van taakveld 2.2 parkeren.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de baten met betrekking tot de parkeerbelasting opgenomen. Naast de opbrengst uit de verkoop van parkeertijd
in de garages, terreinen en het straat parkeren biedt de gemeente ook parkeerbundels, abonnementen en vergunningen aan.
Daarnaast worden er opbrengsten gerealiseerd vanuit opgelegde boetes (naheffingsaanslagen).
Coöperatie ParkeerService voert in opdracht van de gemeente Lelystad diverse parkeertaken uit, waaronder de uitgifte van
parkeervergunningen en abonnementen, het onderhoud van straatparkeerapparatuur en het beheer van de parkeergarages
Zilverpark, De Waag, Neringweg, Agoradek en Bataviahaven (P6). Sinds 1 juli 2018 wordt handhaving niet meer uitgevoerd door
ParkeerService maar door Bureau Stadstoezicht.
De beïnvloedbaarheid van deze baten is beperkt als gevolg van prijselasticiteit.
Coöperatie ParkeerServiceParkeerverordening Lelystad 2017
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
In lijn met het raadsprogramma wordt ingezet op het realiseren van een gelijk speelveld voor betaald parkeren in het Stadshart.
Daarbij wordt gestreefd om het gebruiksgemak van de voorzieningen te verhogen en parkeerproducten te bieden waar
ondernemers op kunnen inhaken als zij hun klanten in de parkeerkosten tegemoet willen komen (voorstel 19). Ook het
gelijktrekken van tarieven is een aspect van deze aanpak.
0.63 Parkeerbelasting
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % - 20 %]
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten - - - -
Baten 2.351 2.351 2.351 2.351
J. van den Heuvel
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 0. Bestuur en ondersteuning
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Naast de belastingen die in de taakvelden hierboven worden genoemd biedt de Gemeentewet de ruimte om een drietal overige
belastingen te heffen. Deze belastingen zijn: hondenbelasting (artikel 226), reclamebelasting (artikel 227) en precariobelasting
(artikel 228).
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de baten met betrekking tot de overige belastingen opgenomen. Het gaat hierbij om twee belastingen:
- Hondenbelasting (€591.000): de heffing van hondenbelasting is gemeentelijk beleid en de baten vallen onder de vrij te besteden
algemene dekkingsmiddelen.
- Precariobelasting (€1.760.000): er wordt precariobelasting geheven over kabels en leidingen, als vergoeding voor het gebruik
van de openbare grond. De baten uit de precariobelasting vallen onder de vrij te besteden algemene dekkingsmiddelen. De
mogelijkheden voor gemeenten om precariobelasting te heffen vervalt echter met ingang van 1 januari 2022, resulterend in een
structureel nadeel van €1.760.000 met ingang van 2022.
De hoogte van de hondenbelasting is niet aan wettelijke normen gebonden en kent daarmee een hoge mate van
beïnvloedbaarheid. Het afschaffen van de precariobelasting met ingang van 2022 gaat gepaard met een overgangsperiode waarin
de gemeente gebonden is aan het door de raad vastgestelde tarief dat gold op 10 februari 2016.
-Legesverordening Lelystad 2018
Verordening precariobelasting Lelystad 2016
0.64 Belastingen overig
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 100 % ]
Programmabegroting 2019 – 2022 17
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten - - - -
Baten 143.203 141.164 141.192 140.792
J. van den Heuvel
Ja
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
De middelen die overkomen vanuit het gemeentefonds zijn in principe vrij besteedbaar. Het door de raad vastgestelde
uitgangspunt is dat rijksmiddelen die gekoppeld zijn aan een specifiek beleidsterrein daar ook voor worden ingezet. Zo worden de
middelen die beschikbaar zijn voor het sociale domein ook volledig ingezet voor de uitvoering van de bijbehorende taken.
0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeente
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Gemeenten beschikken over verschillende inkomstenbronnen, waarbij de bijdrage die de gemeente ontvangt uit het
gemeentefonds veruit de grootste is. Over de inzet van deze middelen hoeft geen verantwoording te worden afgelegd aan de
Rijksoverheid, maar de gemeente heeft uiteraard wel de verantwoordelijkheid om uitvoering te geven aan de wettelijke taken die in
de overige taakvelden staan beschreven.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de baten opgenomen die de gemeente ontvangt vanuit de verschillende uitkeringen uit het gemeentefonds:
Algemene uitkering
De algemene uitkering is de grootste uitkering uit het gemeentefonds. Het totale bedrag dat beschikbaar is voor alle gemeenten
wordt verdeeld aan de hand van diverse maatstaven, vanuit het principe dat gemeenten bij gelijke tarieven een gelijkwaardig
voorzieningenniveau moeten kunnen bieden. Het verdeelmodel is globaal en kosten georiënteerd en houdt rekening met de
belastingcapaciteit en de structuurkenmerken van de verschillende gemeenten. De jaarlijkse ontwikkeling van de omvang van de
algemene uitkering wordt vorm gegeven via de zogeheten 'trap op en trap af systematiek', waarbij het totaal beschikbare bedrag
meebeweegt met de ontwikkeling van de brede rijksuitgaven. De krimp of groei van de algemene uitkering als gevolg van deze
systematiek wordt het acccres genoemd en wordt ieder jaar in de mei- en septembercirculaire meerjarig geactualiseerd. De
gemeente ontvangt in 2019 een algemene uitkering ter grootte van €121.998.596 (raming op basis van de informatie uit de
meicirculaire 2018).
Integratie uitkeringen
De integratie uitkeringen zijn gekoppeld aan de uitvoering van specifieke taken, maar de gemeente hoeft geen verantwoording af
te leggen over de besteding. Op termijn is het de bedoeling dat dit type uitkeringen worden geïntegreerd binnen de algemene
uitkering en dus niet langer afzonderlijk zijn te onderscheiden. Daar waar de gemeente in 2018 bijvoorbeeld nog twee integratie
uitkeringen ontving op het gebied van de Wmo zijn deze uitkeringen met ingang van 2019 overgeheveld naar de hierboven
beschreven algemene uitkering. Ditzelfde geldt voor een aanzienlijk deel van de integratie uitkeringen Jeugdhulp en
Participatiewet. De gemeente ontvangt in 2019 nog drie integratie uitkeringen ter grootte van €13.141.155 (raming op basis van
de informatie uit de meicirculaire 2018).
Decentralisatie uitkeringen
Decentralisatie utkeringen zijn vergelijkbaar met integratie uitkeringen, met als voornaamste verschil dat overheveling naar de
algemene uitkering geen doel op zich is. Met ingang van 2019 wordt de zogeheten ICL uitkering ook uitgekeerd via deze weg en
vormt daarmee veruit de grootste decentralisatie uitkering. Daarnaast ontvangt de gemeente nog zo'n 7 andere decentralisatie
uitkeringen, onder andere op het gebied van armoedebestrijding onder kinderen, voorschoolse voorzieningen peuters en
beeldende kunst en vormgeving. De gemeente ontvangt in 2019 een bedrag van €15.729.189 via de decentralisatie uitkering ICL
en een bedrag van €1.883.404 via de overige zeven decentralisatie uitkeringen.
--
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 0. Bestuur en ondersteuning
Programmabegroting 2019 – 2022 18
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -715 83 -3.924 -1.273
Baten 4 4 4 4
J. van den Heuvel
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 0. Bestuur en ondersteuning
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Dit taakveld heeft een technisch karakter en bevat alle baten en lasten die niet toe te rekenen zijn aan de overige specifieke
taakvelden in de gemeentebegroting.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten en baten opgenomen die verband houden met de volgende concern brede begrotingsonderdelen:
Stelposten en taakstellingen
Stelposten zijn reserveringen die in een later stadium worden doorvertaald naar de overige taakvelden, in afwachting van nadere
informatie (zo is er een stelpost voor lonen / sociale lasten, kapitaallasten en financiële verschillen). Taakstellingen zijn nog te
concretiseren bezuinigingen, die niet rechtstreeks te koppelen zijn aan één of meerdere taakvelden en om die reden centraal
worden geadministreerd.
Onvoorzien
Voor het opvangen van onvoorziene, onvermijdbare en onuitstelbare lasten, die ten tijde van het opstellen van de begroting nog
niet waren voorzien is er een structureel budget beschikbaar van €200.000. Deze dekking kan alleen worden ingezet op basis
van een collegebesluit.
Frictie, hervorming en personele calamiteiten
Het krimpen van de organisatie in de afgelopen jaren ging gepaard met een relatief lage natuurlijke in- en uitstroom, waardoor de
opvangcapaciteit van de organisatie steeds kleiner is geworden. In het kader daarvan zijn er middelen beschikbaar voor het
dekken van noodzakelijke frictiekosten (tijdelijk boven formatief personeel, vervanging bij personele calamiteiten,
omscholingskosten) en hervormingskosten ter bevordering van de mobiliteit en flexibiliteit binnen de organisatie.
Voormalig personeel
De gemeente is eigenrisicodrager voor de WW, wat betekent dat de gemeente verantwoordelijk is voor de WW-uitkering van
werkzoekende ex-medewerkers en verplicht zijn hen aantoonbaar te begeleiden bij het vinden van een passende baan.
Bijbehorende kosten zijn in de begroting voorzien, zijn niet toe te delen aan een van de overige taakvelden en maken om die
reden eveneens onderdeel uit van dit taakveld.
De lasten binnen dit taakveld zijn zeer beperkt beïnvloedbaar en hebben een min of meer onontkoombaar karakter.
--
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Het bevorderen van mobiliteit en het wendbaar maken van de organisatie moet ertoe bijdragen dat de continuïteit van de
organisatie gewaarborgd blijft, ondanks de forse personele krimp die in de afgelopen jaren is doorgevoerd.
0.8 Overige baten en lasten
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Programmabegroting 2019 – 2022 19
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten - - - -
Baten - - - -
J. van den Heuvel
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 0. Bestuur en ondersteuning
Context van het taakveld
Met ingang van 1 januari 2016 zijn gemeenten belastingplichtig voor wat betreft de vennootschapsbelasting (VpB). Gemeenten
dienen binnen dit taakveld een raming te maken van de fiscale winst, die per saldo wordt gerealiseerd op ondernemersactiviteiten
in het betreffende begrotingsjaar, na eventuele verrekening van fiscale verliezen uit eerdere begrotingsjaren. Voor de gemeente
Lelystad is de huidige inschatting dat er per saldo geen vennootschapsbelasting hoeft te worden afgedragen, wat maakt dat er
vooralsnog ook geen bedragen zijn geraamd binnen dit taakveld.
0.9 Vennootschapsbelasting (VpB)
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -5.404 -5.639 -3.976 -2.981
Baten 7.439 5.080 6.236 3.108
J. van den Heuvel
Nee
0.10 Mutaties reserves
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op dit taakveld worden alle toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves begroot- en vervolgens dienovereenkomstig geboekt,
op basis van in het verleden genomen raadsbesluiten. Het betreft hier de technische verwerking van de reservemutaties binnen
alle andere taakvelden, met uitzondering van taakveld '0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten'.
-Nota reserves en voorzieningen
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 0. Bestuur en ondersteuning
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -3 -126 -8 -
Baten - - -1 1.682
J. van den Heuvel 0
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 0. Bestuur en ondersteuning
Context van het taakveld
Op dit taakveld wordt het begrotingssaldo van alle andere taakvelden begroot- en geboekt, inclusief de toevoegingen en
onttrekkingen aan reserves. Het betreft hier de technische verwerking van het begrote resultaat over de gehele
gemeentebegroting: het saldo van baten en lasten binnen dit taakveld komt overeen met de beginstand van de
programmabegroting 2019 - 2022 (vóór verwerking van de voorgestelde begrotingsbijstellingen, zie hoofdstuk 3.1 voor het
totaaloverzicht van baten en lasten).
0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Programmabegroting 2019 – 2022 20
BBV indicatoren
Definitie: De toegestane formatie, volgens het vastgestelde formatieplan in fte, van het ambtelijk apparaat per 1 januari 2018 per 1000 inwoners. Bron: Gemeente Lelystad
Definitie: Het werkelijk aantal fte dat
werkzaam is in het ambtelijk apparaat
per 1 januari 2017 per 1000 inwoners.
Bron: Gemeente Lelystad
Definitie: Apparaatskosten zijn alle
personele en materiele kosten die
verbonden zijn aan het functioneren
van de organisatie, exclusief griffie en
bestuur. De kosten worden
weergegeven in euro per inwoner.
Bron: Gemeente Lelystad
Definitie: Onder externe inhuur wordt
verstaan het tegen betaling inzetten
van personele capaciteit en
deskundigheid, zonder dat daar een
arbeidsovereenkomst of aanstelling
tussen organisatie en de daarbij
ingezette personen aan ten grondslag
ligt. De kosten externe inhuur zijn
weergegeven als % van (totale
loonsom + kosten inhuur externen).
Bron: Gemeente Lelystad
2016 2017 2018
Lelystad 7,80 7,86 7,68
4
5
6
7
8
9
10
Formatie per 1000 inwoners
2016 2017 2018
Lelystad 7,17 7,08 7,47
3
4
5
6
7
8
9
10
Bezetting
2016 2017 2018
Lelystad 664,43 671,18 669,73
600
620
640
660
680
700
Apparaatskosten
2016 2017 2018
Lelystad 5,29 6,16 5,83
3
4
5
6
7
8
Externe inhuur
Programmabegroting 2019 – 2022 21
Definitie: Overheadkosten zijn alle
kosten die samenhangen met de
sturing en ondersteuning van
medewerkers in het primaire proces
als % van de totale lasten. De relatieve
stijging in de periode 2016 – 2018
hangt samen met de gewijzigde BBV
voorschriften, waardoor een groter
deel van de kosten als overhead wordt
gerekend.
Bron: Gemeente Lelystad
2016 2017 2018
Lelystad 6,64 7,47 9,41
4
5
6
7
8
9
10
Overhead
Programmabegroting 2019 – 2022 22
1. Veiligheid
De taakvelden binnen het cluster ‘1. Veiligheid’ hebben betrekking op crisisbeheersing en brandweer,
openbare orde en veiligheid. In de tabel hierboven wordt per taakveld inzicht geboden in de bijbehorende
lasten en baten.
In de tabellen hieronder wordt vervolgens per taakveld aanvullende informatie geboden, bijvoorbeeld over
de aard van de activiteiten, de beïnvloedbaarheid van de budgetten en de verantwoordelijke
portefeuillehouder(s). Indien van toepassing wordt er ingegaan op de concrete doelstellingen voor 2019
en/of de bij het taakveld betrokken verbonden partijen. Na de beschrijving van deze taakvelden worden
de bij ministeriële regeling verplicht op te nemen beleidsindicatoren gepresenteerd, aangevuld met een
aantal lokale beleidsindicatoren.
1. Veiligheid(Bedragen x €1.000)
Lasten
1.1 Crisisbeheersing en brandweer -5.427 -5.424 -5.421 -5.419
1.2 Openbare orde en veiligheid -1.909 -1.909 -1.909 -1.909
Totaal Lasten -7.335 -7.332 -7.330 -7.327
Baten
1.1 Crisisbeheersing en brandweer 91 91 91 91
1.2 Openbare orde en veiligheid 71 71 71 71
Totaal Baten 162 162 162 162
Eindtotaal -7.173 -7.171 -7.168 -7.165
2019 2020 2021 2022
Programmabegroting 2019 – 2022 23
Duiding taakvelden binnen dit cluster
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -5.427 -5.424 -5.421 -5.419
Baten 91 91 91 91
I. Adema
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 1. Veiligheid
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van artikel 2 van de Wet veiligheidsregio's is het college van burgemeester en wethouders belast met de organisatie van de
brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening. Op grond van artikel 8 en 9 zijn gemeenten
vervolgens verplicht via een gemeenschappelijke regeling diverse taken en bevoegdheden op dit gebied over te dragen aan het
bestuur van de veiligheidsregio. Lelystad maakt samen met de gemeenten Almere, Dronten, Noordoostpolder, Urk en Zeewolde
onderdeel uit van de veiligheidsregio Flevoland.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten en baten opgenomen die verband houden met de wettelijke taken op het gebied van brandweerzorg,
rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening. De uitvoering hiervan is belegd bij de Veiligheidsregio Flevoland,
die jaarlijks een bijdrage van de deelnemende gemeenten ontvangt. De Veiligheidsregio Flevoland is een samenwerkingsverband
tussen de zes Flevolandse gemeenten, Brandweer Flevoland, GHOR (de afkorting staat voor Geneeskundige
Hulpverleningsorganisatie in de regio) en de politie. Voor 2019 is de bijdrage voor Lelystad aan deze gemeenschappelijke regeling
vastgesteld op €4.394.358. Daarnaast spelen er nog enkele onderwerpen die op termijn mogelijk vragen om aanvullend budgetbeslag,
bijvoorbeeld de taakuitvoering op het gebied van arbeidshygiëne, de verhoging van ABP pensioenpremies en het Instituut Fysieke
Veiligheid). Daarnaast is de brandweerkazerne het eigendom van de gemeente Lelystad, wat maakt dat de bijbehorende lasten ook
onderdeel uitmaken van dit taakveld.
De beïnvloedbaarheid van deze lasten is vrij beperkt, aangezien het de uitvoering van wettelijke taken betreft.
GR Veiligheidsregio FlevolandIntegraal Veiligheidsplan Lelystad 2018-2022
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
De visie van de Veiligheidsregio Flevoland wordt als volgt verwoord: 'door goede samenwerking tussen de gemeenten in Flevoland, de
Veiligheidsregio Flevoland, de Regiopolitie Flevoland en andere (overheids-)diensten en instellingen op zowel bestuurlijk als ambtelijk
niveau en een goede voorbereiding binnen deze organisaties, wordt voldaan aan de wettelijk voorgeschreven en de bestuurlijk
vastgestelde taken, waardoor de inwoners en bezoekers van Flevoland voldoende fysieke veiligheid kan worden geboden'.
1.1 Crisisbeheersing en brandweer
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Programmabegroting 2019 – 2022 24
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -1.909 -1.909 -1.909 -1.909
Baten 71 71 71 71
I. Adema
Nee
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Op basis van de startnota IVP 2018 - 2022 heeft er een veiligheidsanalyse plaatsgevonden, welke heeft geresulteerd in door de
raad vastgesteld prioriteiten en strategische thema's die de basis zullen vormen van het nieuwe IVP 2018 - 2022. De volgende
drie prioriteiten zijn vastgesteld:
1. Veilige en leefbare wijken en buurten
2. Problematische jeugd en jeugdgroepen
3. Ondermijning
Daarnaast zijn de volgende acht strategische thema's vastgesteld:
1. Woninginbraak, voertuigcriminaliteit en andere vermogensdelicten
2. Veilig uitgaan en veilige evenementen
3. Veilig winkelgebied, veilige bedrijventerreinen
4. Brandveiligheid, externe veiligheid en crisisbeheersing (focuspunten zijn de luchthaven en de haven)
5. Radicalisering
6. Informatieveiligheid
7. VPT / Veilige Publieke Taak
8. Ambtelijke en bestuurlijke integriteit
1.2 Openbare orde en veiligheid
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van artikel 172 van de gemeentewet is de burgemeester belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid.
Om de regierol op het gebied van veiligheid goed in te vullen wordt elke vier jaar een integraal veiligheidsplan (IVP) opgesteld. Het
IVP 2018 - 2022 is eind 2017 vast gesteld door de gemeenteraad.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten opgenomen die verband houden met zowel wettelijke- als niet-wettelijke taken op het gebied van
openbare orde en veiligheid. Het gaat hierbij om de kosten voor toezicht en handhaving, het afhandelen van
(veiligheids)aanvragen en de inzet op het gebied van juridische zaken, openbare orde en veiligheid. Daarnaast bevat dit taakveld
enkele werkbudgetten, bijvoorbeeld in het kader van de nazorg van ex-gedetineerden, het tegengaan van discriminatie, de
ondersteuning van burgernet en de bekostiging van taken op het gebied van dierenopvang/dierenwelzijn.
De lasten zijn slechts gedeeltelijk beïnvloedbaar. Een deel van de activiteiten heeft betrekking op de uitvoering van wettelijke
taken (openbare orde en veiligheid, nazorg ex-gedetineerden)
-Integraal veiligheidsplan 2018 - 2022
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 1. Veiligheid
Programmabegroting 2019 – 2022 25
BBV indicatoren
Definitie: het aantal verwijzingen naar
Halt, per 10.000 inwoners in de
leeftijd van 12-17 jaar.1
Bron: Bureau Halt
Definitie: het aantal winkeldiefstallen
per 1.000 inwoners.
Bron: CBS - Geregistreerde
criminaliteit & Diefstallen
Definitie: het aantal
geweldsmisdrijven, per 1.000
inwoners. Voorbeelden van
geweldsmisdrijven zijn seksuele
misdrijven, levensdelicten zoals
moord en doodslag en dood en
lichamelijk letsel door schuld
(bedreiging, mishandeling, etc.).
Bron: CBS - Geregistreerde
criminaliteit & Diefstallen
1 De grafieken binnen dit onderdeel geven op een grafische wijze de verplicht op te nemen BBV indicatoren weer, die te vinden zijn via de website:
"http://www.waarstaatjegemeente.nl". Daar waar mogelijk zijn ook de scores voor provincie Flevoland en voor Nederland weergegeven, zodat een vergelijking mogelijk wordt. Dit is het tweede jaar dat gemeenten verplicht zijn deze indicatoren op te nemen. Zoals zichtbaar is beperken sommige indicatoren zich nog tot één of twee jaarschijven, die soms slechts een weergave geven tot het jaar 2014. Daarnaast kan een grafische weergave in enkele gevallen een ongenuanceerd beeld geven, zoals ook bij deze indicator. Het gemiddelde aantal verwijzingen naar Halt lijkt in Flevoland niet erg in beweging, maar in dit geval is dat toeval (Lelystad en Almere maken een stijging door van 2013 op 2014, terwijl de overige gemeenten een zeer forse daling laten zien). Wanneer de gegevens in de aankomende jaren worden ontsloten over meerdere jaarschijven en frequenter worden bijgewerkt is de ontwikkeling in de tijd beter te plaatsen en kan er een betere vergelijking gemaakt worden.
2013 2014 2015 2016 2017
Flevoland 147 142 136 167 179
Lelystad 128 151 162 204 250
Nederland 142 138 134 137 131
0
50
100
150
200
250
300
Verwijzingen Halt
2012 2013 2014 2015 2016 2017
Flevoland 2,9 3,3 3,5 3,1 3,0 3,5
Lelystad 3,7 3,8 3,7 4,3 3,5 5,2
Nederland 2,6 2,6 2,5 2,3 2,2 2,1
0
1
2
3
4
5
6
Winkeldiefstal
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Flevoland 6 7 7 6 6 6 5
Lelystad 8 9 9 8 7 8 7
Nederland 7 7 6 6 6 5 5
2
4
6
8
10
Geweldsmisdrijven
Programmabegroting 2019 – 2022 26
Definitie: het aantal diefstallen uit
woningen, per 1.000 inwoners.
Bron: CBS - Geregistreerde
criminaliteit & Diefstallen
Definitie: het aantal vernielingen en
beschadigingen, per 1.000 inwoners.
Bron: CBS - Geregistreerde
criminaliteit & Diefstallen
2012 2013 2014 2015 2016 2017
Flevoland 6,6 7,2 5,1 4,2 3,9 4,2
Lelystad 6,6 6,3 5,1 5,4 3,9 4,2
Nederland 5,5 5,2 4,2 3,8 3,3 2,9
-
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
7,0
8,0
Diefstal uit woning
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Flevoland 10,3 8,2 7,1 7,0 5,9 5,8 5,0
Lelystad 7,3 6,4 6,7 6,2 6,6 6,5 5,3
Nederland 8,9 8,0 7,0 6,5 6,0 5,6 4,8
0
2
4
6
8
10
12
Vernieling en beschadiging
Programmabegroting 2019 – 2022 27
2. Verkeer, vervoer en waterstaat
De taakvelden binnen het cluster ‘2. Verkeer, vervoer en waterstaat’ hebben betrekking op verkeer en
vervoer, parkeren, recreatieve havens en openbaar vervoer. In de tabel hierboven wordt per taakveld
inzicht geboden in de bijbehorende lasten en baten.
In de tabellen hieronder wordt vervolgens per taakveld aanvullende informatie geboden, bijvoorbeeld over
de aard van de activiteiten, de beïnvloedbaarheid van de budgetten en de verantwoordelijke
portefeuillehouder(s). Indien van toepassing wordt er ingegaan op de concrete doelstellingen voor 2019
en/of de bij het taakveld betrokken verbonden partijen. Na de beschrijving van deze taakvelden worden
de bij ministeriële regeling verplicht op te nemen beleidsindicatoren gepresenteerd, aangevuld met een
aantal lokale beleidsindicatoren.
2. Verkeer, vervoer en waterstaat(Bedragen x €1.000)
Lasten
2.1 Verkeer en vervoer -16.129 -16.207 -16.286 -16.326
2.2 Parkeren -2.518 -2.427 -2.416 -2.421
2.3 Recreatieve havens -227 -227 -226 -226
2.5 Openbaar vervoer -2.431 -2.431 -2.431 -2.431
Totaal Lasten -21.305 -21.292 -21.360 -21.404
Baten
2.1 Verkeer en vervoer 558 558 558 519
2.2 Parkeren 407 418 428 439
2.3 Recreatieve havens 71 71 71 71
2.5 Openbaar vervoer 2.390 2.390 2.390 2.390
Totaal Baten 3.427 3.437 3.447 3.419
Eindtotaal -17.878 -17.855 -17.913 -17.985
2019 2020 2021 2022
Programmabegroting 2019 – 2022 28
Duiding taakvelden binnen dit cluster
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -16.129 -16.207 -16.286 -16.326
Baten 558 558 558 519
N. den Os E. Rentenaar
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 2. Verkeer, vervoer en waterstaat
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van de Wegenwet, de Wegenverkeerswet, het regelement verkeersregels en verkeerstekens 1990, de Planwet verkeer
en vervoer, het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het Burgerlijk Wetboek is de gemeente
verantwoordelijk voor de uitvoering van een verscheidenheid aan wettelijke taken op het gebied van verkeer en vervoer.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten en baten opgenomen die verband houden met de taken op het gebied van verkeer en het
onderhouden van de bijbehorende infrastructuur:
- Weginfrastructuur verhardingen (inspectie, dagelijks en groot onderhoud van wegen)
- Civiele kunstwerken wegen (inspectie en beheer van bruggen, tunnels, keermuren langs rijbanen en paden)
- Openbare verlichting (inspectie, onderhoud en vervanging, elektriciteit, lichtmastreclames)
- Reiniging wegen (machinaal en handmatig reinigen van zwerfvuil en onkruid)
- Gladheidbestrijding (preventief/ curatief strooien, machinaal- en handmatig sneeuwschuiven)
- Verkeerstekens en wegmeubilair (onderhouden van verkeersregelinstallaties, verkeersborden, verkeerstekens en markeringen
op het wegdek, bewegwijzering, straatnaamborden, fietsenrekken, zitbanken en dergelijke)
- Advies en onderzoek verkeer (verkeersplannen en -besluiten, tellingen, afhandeling bewonersreacties en dergelijke)
- Uitvoering verkeersprojecten (verkeerseducatie en gedragsbeïnvloeding, uitvoering visie fietsen in Lelystad, infra- aanpassingen
ten behoeve van verkeersveiligheid en doorstroming, bereikbaarheid Lelystad Airport en LAB).
De beïnvloedbaarheid van de lasten en baten is vrij beperkt, omdat het hoofdzakelijk de uitvoering van wettelijke taken betreft.
Wanneer het kwaliteitsniveau van onderhoud verlaagd wordt naar een minimumniveau dient de instandhouding en de sociale- en
verkeersveiligheid gewaarborgd te blijven. Dit taakveld heeft een directe relatie met de zogeheten ICL middelen.
Bewegwijzering in Lelystad 2016
-Kwaliteitsstructuurplan (KSP) 2002
Beleidsplan Openbare verlichting 2015
Gladheidbestrijdingsplan
Visie fietsen in Lelystad
Integraal Grootonderhoud Openbare Ruimte (I-GOR)
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Het doel is om de bereikbaarheid van Lelystad op niveau te houden en daar waar mogelijk te verbeteren. Zowel wat
verkeersveiligheid betreft, alsook op het gebied van sociale veiligheid en de lokale en (boven)regionale doorstroming. De wens
om de bereikbaarheid te verbeteren kan voortkomen vanuit ruimtelijk-economische ontwikkelingen, zoals Lelystad Airport
(Businesspark), Flevokust, Warande of het Stadshart - waarbij duurzaamheid een belangrijk uitgangspunt is. Conform bindende
landelijke afspraken is het beleid gericht op terugdringing van het aantal doden en ernstig gewonden door gedragsbeïnvloeding en
fysieke aanpassingen.
Aan het mobiliteitsplan zal een uitvoeringsprogramma worden toegevoegd. Daarnaast wordt de integrale (verkeers)visie voor het
stationsgebied opgesteld, inclusief fietsparkeren. Eventuele hieruit voortvloeiende voorstellen met een effect op de begroting
worden betrokken in het begrotingsproces voor 2020 en verder.
In 2018 - 2019 zal er kaderstellend afstemming plaatsvinden met de raad om de besluiten over de ICL-evaluatie, die een relatie
hebben met dit taakveld, te verwerken. Deze nieuwe kaders vormen vervolgens de basis voor de actualisatie van de MJR.
2.1 Verkeer en vervoer
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Programmabegroting 2019 – 2022 29
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -2.518 -2.427 -2.416 -2.421
Baten 407 418 428 439
E. Rentenaar
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 2. Verkeer, vervoer en waterstaat
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
In het kader van parkeerregulering biedt artikel 225 van de Gemeentewet gemeenten de ruimte om parkeerbelasting te heffen, zie
daarvoor taakveld 0.63. Deze opbrengsten moeten in samenhang worden gezien met de lasten die onderdeeluitmaken van dit
taakveld 2.2 Parkeren.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten met betrekking tot het parkeerbeleid en de parkeerdrukregulering door exploitatie en beheer van
parkeervoorzieningen opgenomen. Het gaat hierbij naast de kapitaallasten van parkeergarages/-terreinen om een
verscheidenheid van andere kosten, zoals het dagelijks en groot onderhoud van de parkeergarages/-terreinen,
schoonmaakkosten, kosten voor parkeerapparatuur, parkeerverwijsborden, elektriciteit, waterschapsbelasting en OZB. Onder dit
taakveld vallen verder de wettelijke verplichting voor de verstrekking van gehandicaptenparkeerkaarten (GPK) en het gemeentelijk
beleid voor het afhandelen van aanvragen en realiseren van gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken (GPP) en algemene
gehandicaptenparkeerplaatsen. Verder ook de fietsenstallingen in het stadshart.
De baten van de parkeerbelasting maken onderdeel uit van taakveld 0.63 (parkeerbelasting). De parkeertoezichthouders en
fietsparkeerhandhavers maken onderdeel uit van taakveld 1.2 (openbare orde en veiligheid). Het aanleggen en onderhoud van
'gewone' parkeerplaatsen en -terreinen in gebieden zonder parkeerdrukregulering, zoals woonwijken, maken onderdeel uit van
taakveld 2.1 (verkeer en vervoer), en bij nieuwe wijken/bedrijventerreinen van de grondexploitatie.
Coöperatie ParkeerService voert in opdracht van de gemeente Lelystad diverse parkeertaken uit, waaronder de uitgifte van
parkeervergunningen en abonnementen, het onderhoud van straatparkeerapparatuur en het beheer van de parkeergarages
Zilverpark, De Waag, Neringweg, Agoradek en Bataviahaven (P6). Sinds 1 juli 2018 wordt handhaving niet meer uitgevoerd door
ParkeerService maar door Bureau Stadstoezicht.
Coöperatie ParkeerServiceParkeerverordening Lelystad 2017
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
In lijn met het raadsprogramma wordt ingezet op het realiseren van een gelijk speelveld voor betaald parkeren in het Stadshart.
Daarbij wordt gestreefd om het gebruiksgemak van de voorzieningen te verhogen en parkeerproducten te bieden waar
ondernemers op kunnen inhaken als zij hun klanten in de parkeerkosten tegemoet willen komen (voorstel 19). Gelijk speelveld
betekent ook dat alle grote parkeervoorzieningen (Agoradek, ABC) in het Stadshart worden ingericht om achteraf betaald
parkeren mogelijk te maken. Gelijktijdig met de noodzakelijk vervanging van de parkeerapparatuur in de garages kunnen deze
locaties ook achter de slagboom worden gebracht (voorstel 12). De nieuwe apparatuur biedt functionaliteiten die het
gebruiksgemak en het comfort verhogen. Wenselijk is dat de verschillende beschikbare parkeerlocaties goed vindbaar zijn met
een dynamische vol/vrij-verwijzing.
Het betaald parkeren leidt tot uitwijkgedrag in de schilgebieden; waar bewoners dit willen, wordt een draagvlakmeting voor
invoering van vergunningparkeren uitgevoerd. Aandachtsgebieden zijn o.a. Hanzepark, Botter en Saerdam.
2.2 Parkeren
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % - 20 %]
Programmabegroting 2019 – 2022 30
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -227 -227 -226 -226
Baten 71 71 71 71
J. van den Heuvel
Nee
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Bataviahaven is een goed gefaciliteerde passanten- en evenementenhaven in Lelystad die een belangrijke bijdrage levert aan de
gemeentelijke beleidsdoelstellingen op het gebied van toerisme en recreatie, alsmede aan de gebiedsontwikkeling van de kust.
2.3 Recreatieve havens
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % - 20 %]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Het faciliteren van recreatieve scheepvaart is geen wettelijke taak, maar draagt bij aan gemeentelijke speerpunten zoals de
ontwikkeling van de kust.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten en baten opgenomen met betrekking tot de recreatieve havens. In het geval van Lelystad gaat het om de
Bataviahaven, waarbij geldt dat er voor de exploitatie van deze haven een Dienstverleningsovereenkomst (DVO) is afgesloten met de
stichting Bataviahaven. Daarnaast staan er tegenover deze gemeentelijke bijdrage ook huurinkomsten, voor het verhuur van de haven
en het havenkantoor.
Bij het in stand houden van deze voorziening is de beïnvloedbaarheid van de baten en lasten zeer beperkt.
Stichting BataviahavenIntegraal Grootonderhoud Openbare Ruimte (I-GOR)
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 2. Verkeer, vervoer en waterstaat
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten - - - -
Baten - - - -
J. Sparreboom
Nee
2.4 Economische havens en waterwegen
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Context van het taakveld
De gemeente Lelystad exploiteert zelf geen economische havens en vaarwegen, wat maakt dat er aan dit taakveld geen lasten
en baten zijn gekoppeld. De overslaghaven Flevokust wordt door de provincie Flevoland gerealiseerd en daarnaast vallen de
economische hoofdvaarwegen in Lelystad (Lage Vaart, Lage Dwarsvaart, Havendiep, Larservaart, Oostervaart met bijgehorende
insteekhavens) en de Noordersluis eveneens onder beheer van de provincie Flevoland. Het Markermeer, IJsselmeer,
Oostvaardersdiep en de Houtribsluizen vallen onder de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat. Wel stemt de gemeente met de
vaarwegbeheerders af hoe de bereikbaarheid van Lelystad voor de beroepsvaart gewaarborgd blijft.
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 2. Verkeer, vervoer en waterstaat
Programmabegroting 2019 – 2022 31
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -2.431 -2.431 -2.431 -2.431
Baten 2.390 2.390 2.390 2.390
E. Rentenaar
Nee
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
In 2017 is de OV-visie voorgelegd aan de gemeenteraad. Doel is efficiënt, attractief, duurzaam en toegankelijk collectief vervoer in
stand houden voor de ontsluiting van de gemeente Lelystad, zowel voor de eigen concessie als het (inter)regionale spoor- en
busvervoer, en het maken van afspraken met de taxisector over zelfregulatie op het station en Lelystad Airport. Nu de Provincie heeft
besloten de delegatie niet te verlengen wordt ingezet op het benutten de zwaarwegende adviesrol die de gemeente van de provincie
heeft gekregen om zo de doelen die in de visie zijn vastgelegd te bereiken.
2.5 Openbaar vervoer
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
In het provinciefonds is een rijksbijdrage opgenomen voor verkeer en vervoer (de voormalige BDU verkeer en vervoer). De provincie
heeft de verantwoordelijkheid voor het openbaar vervoer in de gemeente tot einddatum van de huidige concessie aan de gemeente
gedelegeerd. Lelystad ontvangt daarvoor op basis van de delegatieuitvoeringsovereenkomst een provinciale bijdrage.
Wat doen we binnen dit taakveld?
De concessie Lelystad is tot eind 2021 aan Arriva gegund (optie max. twee jaar verlenging). De provincie trekt de delegatie eind 2021
in. Lasten bestaan vooral uit exploitatiesubsidie. Daarnaast reisinformatie, subsidie Buurtbusvereniging Lelystad en vangnetregeling
vervoer eenzame minima. Baten zijn de provinciale bijdrage en reclame-opbrengsten (abri's en europanels). De beïnvloedbaarheid van
de lasten is gering vanwege de directe koppeling met de provinciale bijdrage. De vangnetregeling en personeelslasten worden uit
gemeentelijke middelen gedekt. Scholierenlijn 612 wordt gedekt uit het budget leerlingzaken.
Extra inzet vanaf 2019 op basis van het raadsprogramma:
* frequentere en snelle verbinding tussen stadshart en kust, gedekt uit herprioritering binnen het OV-exploitatiebudget;
* invulling zwaarwegend adviesrecht bij aanbesteding en implementatie van nieuwe concessies IJssel-Vecht en Airportshuttle;
* lobby voor betere treindiensten en aansluiting op nachtnet trein en/of bus vanwege Lelystad Airport;
* inventarisatie toegankelijkheid van (looproutes naar) bushaltes en lobby bij provincie voor subsidie toegankelijk busstation.
-Nota Mobiliteit Lelystad
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 2. Verkeer, vervoer en waterstaat
Programmabegroting 2019 – 2022 32
3. Economie
De taakvelden binnen het cluster ‘3. Economie’ hebben betrekking op economische ontwikkeling, fysieke
bedrijfsinfrastructuur, bedrijvenloket en bedrijfsregelingen en economische promotie. In de tabel
hierboven wordt per taakveld inzicht geboden in de bijbehorende lasten en baten.
In de tabellen hieronder wordt vervolgens per taakveld aanvullende informatie geboden, bijvoorbeeld over
de aard van de activiteiten, de beïnvloedbaarheid van de budgetten en de verantwoordelijke
portefeuillehouder(s). Indien van toepassing wordt er ingegaan op de concrete doelstellingen voor 2019
en/of de bij het taakveld betrokken verbonden partijen. Na de beschrijving van deze taakvelden worden
de bij ministeriële regeling verplicht op te nemen beleidsindicatoren gepresenteerd, aangevuld met een
aantal lokale beleidsindicatoren.
3. Economie(Bedragen x €1.000)
Lasten
3.1 Economische ontwikkeling -566 -566 -566 -313
3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur -4.758 -5.682 -5.678 -5.074
3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen -416 -406 -396 -215
3.4 Economische promotie -2.109 -1.991 -1.863 -1.863
Totaal Lasten -7.849 -8.646 -8.503 -7.465
Baten
3.1 Economische ontwikkeling 25 25 25 25
3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur 4.731 5.226 5.653 5.049
3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen 265 265 265 159
Totaal Baten 5.021 5.516 5.943 5.234
Eindtotaal -2.828 -3.129 -2.560 -2.231
2019 2020 2021 2022
Programmabegroting 2019 – 2022 33
Beschrijving taakvelden binnen dit cluster
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -566 -566 -566 -313
Baten 25 25 25 25
J. Sparreboom E. Rentenaar
Nee
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
In 2026 draagt de vrijetijdssector substantieel bij aan de aantrekkelijkheid van Lelystad en aan de versterking van onze economie.
We ontvangen meer bezoekers, zien een groei in het aantal overnachtingen en er zijn door de toename in bestedingen meer
Lelystedelingen werkzaam in de vrijetijdssector. Onze eigen inwoners zijn trotser geworden en ons imago is verbeterd.
De uitgifte van bedrijventerreinen is enorm aangetrokken en de markt is volop in beweging. Door in de aankomende jaren
opnieuw aanvullend acquisitiebudget beschikbaar te stellen kunnen we hier maximaal van profiteren.
3.1 Economische ontwikkeling
Beinvloedbaarheid lasten [ 100 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
De inzet op het gebied van economische ontwikkeling kent geen wettelijke basis, maar zijn van wezenlijk belang voor de
ontwikkeling van de stad.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten opgenomen die betrekking hebben op het versterken van de economische ontwikkeling. Het gaat
hierbij onder andere om de inzet binnen de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en andere op innovatie gerichte
samenwerkingsverbanden.
Om de belangen van Lelystad zoveel mogelijk kracht bij te zetten in de Metropool Regio Amsterdam (MRA) wordt er met de
gemeente Almere en de provincie Flevoland opgetrokken. De onlangs opgestelde samenwerkingsagenda Almere-Lelystad is hier
een voorbeeld van, evenals de nog op te zetten gezamenlijke acquisitie-website.
Binnen dit taakveld zijn eveneens de incidentele budgetten (€250.000 per jaar) opgenomen die bedoeld zijn voor het jaarlijks te
actualiseren uitvoeringsplan vrijetijdseconomie in de periode 2017 - 2021. Hiervoor wordt ieder jaar een actieplan aan college en
raad voorgelegd.
De lasten zijn volledig beïnvloedbaar, aangezien het de uitvoering van gemeentelijk beleid betreft.
Business case regionale versterking vrijetijdseconomie kust Flevoland
Lelystad
-Uitvoeringsprogramma vrijetijdseconomie 2017 - 2021
Evaluatie 2017 & actieplan 2018 uitvoeringsprogramma vrijetijdseconomie
Actie-Agenda 2016-2020 Metropoolregio Amsterdam
Strategische agenda toerisme in de MRA 2025
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 3. Economie
Programmabegroting 2019 – 2022 34
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -4.758 -5.682 -5.678 -5.074
Baten 4.731 5.226 5.653 5.049
J. van den Heuvel
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 3. Economie
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Activiteiten die gericht zijn op het scheppen van fysieke condities voor alle vormen van bedrijvigheid zijn geen wettelijke taak,
maar dragen wel bij aan de (verdere) ontwikkeling van de stad. De gemeente heeft in het verleden geïnvesteerd in
(bouw)grondposities, die in de aankomende jaren in ontwikkeling worden genomen en verkocht moeten worden. Dit taakveld
heeft betrekking op de grondexploitaties bedrijventerreinen, daar waar taakveld 8.2 betrekking heeft op de grondexploitatie van de
niet-bedrijventerreinen. Voor beide typen grondexploitaties geldt overigens dat ze zijn gebaseerd op een door de raad vastgesteld
inhoudelijk programma. Het resultaat van de grondexploitaties wordt naast de doorlooptijd eveneens beïnvloed door diverse
andere parameters. Een eventuele versnelling in de uitgifte heeft een positieve doorwerking in het tempo van het te realiseren van
de opbrengst, maar niet zo zeer in de hoogte van deze te realiseren opbrengst.
Wat doen we binnen dit taakveld?
De gemeentelijke grondexploitatie bedrijventerreinen is in essentie gericht op de verwerving, productie en levering van bouwrijpe
grond als ondersteuning van de ruimtelijke doelen op het gebied van bedrijvigheid. Het draagt zorg voor bedrijfseconomische
optimalisatie bij het ontwikkelen van plannen en advisering over de financieel economische gevolgen. Hierbij heeft de gemeente
de taak om voor het actieve grondbeleid voldoende grond beschikbaar te hebben, waarbij er verantwoord wordt omgegaan met
de risico’s die samenhangen met het exploiteren van gronden. Het grondbeleid ondersteunt de ruimtelijke doelen die de
gemeenteraad heeft gesteld.
Verordening grond- en grondontwikkeling
NV OmalaMPG 2019 (verschijnt bij de jaarrekening 2018)
Nota grondbeleid gecombineerd met uitgifte en grondprijsbeleid
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Door het tijdig beschikbaar krijgen van bouwrijpe grond bijdrage aan verdere economische ontwikkeling. Hierbij de fasering in de
kader mpg en op voorzichtigheid gebaseerde bedrijfseconomische principes hanterend.
3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Programmabegroting 2019 – 2022 35
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -416 -406 -396 -215
Baten 265 265 265 159
J. Sparreboom
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 3. Economie
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
De op bedrijven en ondernemers gerichte ondersteuning en dienstverlening vanuit de gemeente is geen wettelijke taak, maar
draagt bij aan de ontwikkeling van de stad. Dit taakveld heeft een overlap met het volgende taakveld '3.4 Economische promotie'
en bevat derhalve enkel de facilitering van de markten en centrummanagement en/of bedrijfsinvesteringzones en het
ondersteunen van initiatieven vanuit de markt.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten en baten opgenomen die verband houden met de marktexploitatie en de lasten op het gebied van
centrummanagement. De gemeente organiseert twee markten per week, op dinsdagochtend in het Lelycentre en de
zaterdagmarkt op het Agorahof en omgeving. Het centrummanagement ondersteunt initiatieven en verbindt ondernemers,
gemeente en ander partijen in het Stadshart.
Verordening BIZ-Larserpoort Lelystad 2017 Groene Carré
-Verordening marktgelden Lelystad 2015
Verordening BIZ-Larserpoort Lelystad 2017
Rapport Lelystad: Op weg naar een levendig Stadshart
Materplan stadshart 3.0
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Binnen de marktexploitatie is kostendekkend het streven, waarbij de markt aantrekkelijk moet zijn voor zowel de consumenten als
de marktkooplieden. Voor zover de gemeente daar invloed op heeft wordt gestreefd naar een divers aanbod voor de inwoners.
Vanuit het centrummanagement ondersteunen van de ontwikkeling van een bruisend en economisch sterk Stadshart.
3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen
Beinvloedbaarheid lasten [ 100 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -2.109 -1.991 -1.863 -1.863
Baten - - - -
J. Sparreboom
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 3. Economie
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Activiteiten die gericht zijn op het 'op de kaart zetten' van de gemeente zijn geen wettelijke taak, maar dragen wel bij aan de
(verdere) ontwikkeling van de stad. Dit taakveld heeft een overlap met het vorige taakveld '3.2 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen'
en bevat de activiteiten die gericht zijn op promotie en acquisitie.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten opgenomen die verband houden met promotionele- en acquisitie activiteiten, met name gericht op het
aantrekken van nieuwe bedrijvigheid en inwoners. In het kader hiervan ontvangt City Marketing Lelystad bijvoorbeeld een jaarlijkse
subsidie en voert de gemeente gerichte woon- en economische acquisitie uit. De bekendheid van Lelystad wordt met deze
activiteiten vergroot en de voorzieningen van de gemeente op woon-, werk-, leef-, winkel- en recreatiegebied worden onder de
aandacht gebracht. Het acquireren van nieuwe klanten en het aantrekken en faciliteren van nieuwe bedrijven is hierbij het
uitgangspunt.
Lelystad PartnersJaarplan Citty Marketing Lelystad
Actualisatie Strategisch acquisitiebeleid
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Het is de missie van City Marketing Lelystad om het positieve beeld van Lelystad te behouden en daar waar mogelijk te verhogen
bij zowel huidige als nieuwe bewoners, bezoekers en bedrijven.
3.4 Economische promotie
Beinvloedbaarheid lasten [ 100 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Programmabegroting 2019 – 2022 36
BBV indicatoren
Definitie: de functiemengingsindex
(FMI) weerspiegelt de verhouding
tussen banen en woningen, en
varieert tussen 0 (alleen wonen) en
100 (alleen werken). Bij een waarde
van 50 zijn er evenveel woningen als
banen.
Bron: Landelijk Informatiesysteem
van Arbeidsplaatsen (LISA)
Definitie: het aantal vestigingen van
bedrijven, per 1.000 inwoners in de
leeftijd van 15-64 jaar.
Bron: Landelijk Informatiesysteem
van Arbeidsplaatsen (LISA).
Aanvullende lokale indicatoren
Definitie: Het percentage van de
beroepsbevolking dat tenminste
middelbaar is opgeleid (% voor
Lelystad zijn gemiddelden over 3 jaar).
Bron: CBS / EBB
Definitie: Het aantal verkochte
hectaren bedrijventerrein per jaar.
Bron: Gemeente Lelystad
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Flevoland 53 53 52 52 52 52 52
Lelystad 54 53 53 53 53 53 53
Nederland 53 53 52 52 52 52 52
50
51
52
53
54
Functiemenging
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Flevoland 116 119 122 125 129 134 139
Lelystad 122 126 131 131 132 137 141
Nederland 123 126 130 131 132 137 140
110
115
120
125
130
135
140
145
Vestigingen
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Lelystad 1,3 0,3 2,0 0,8 2,0 0,5 4,4
0
1
2
3
4
5
Aantal verkochte hectaren bedrijventerrein
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Lelystad 75,56 71,00 74,00 76,00 74,00 74,39 75,68
Nederland 73,41 74,28 77,00 75,00 75,00 74,90 75,60
60
65
70
75
80
Percentage van de beroepsbevolking dat tenminste middelbaar is opgeleid
Programmabegroting 2019 – 2022 37
Definitie: Het aantal personen dat
werkzaam is in de horeca-recreatieve
sector.
Bron: Provincie Flevoland,
werkgeversonderzoek.
Definitie: De toename van het aandeel
voltijdbanen die deel uitmaken van het
industrieel- logistiek profiel.
Bron: Provincie Flevoland,
werkgeversonderzoek.
Definitie: het gemiddelde rapportcijfer
dat bezoekers van het stadscentrum
geven.
Bron: Goudappel Coffeng
Geen nieuwe cijfers beschikbaar,
peiling wordt herhaald in 2018.
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Lelystad 1.971 2.002 1.936 2.104 2.111 2.283 2.303
1.700
1.800
1.900
2.000
2.100
2.200
2.300
2.400
Aantal werkzame personen in de horeca-recreatieve sector
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Lelystad 48 46 42 44 46 47 49
0
10
20
30
40
50
60
Toename van het aandeel voltijdbanen die deel uitmaken van het industrieel-logistiek profiel
2012 2016
Lelystad 6,56 5,50
4
5
6
7
Gemiddelde rapportcijfer dat bezoekers van het stadscentrum geven
Programmabegroting 2019 – 2022 38
4. Onderwijs
De taakvelden binnen het cluster ‘4. Onderwijs’ hebben betrekking op onderwijshuisvesting,
onderwijsbeleid en leerlingzaken. In de tabel hierboven wordt per taakveld inzicht geboden in de
bijbehorende lasten en baten.
In de tabellen hieronder wordt vervolgens per taakveld aanvullende informatie geboden, bijvoorbeeld over
de aard van de activiteiten, de beïnvloedbaarheid van de budgetten en de verantwoordelijke
portefeuillehouder(s). Indien van toepassing wordt er ingegaan op de concrete doelstellingen voor 2019
en/of de bij het taakveld betrokken verbonden partijen. Na de beschrijving van deze taakvelden worden
de bij ministeriële regeling verplicht op te nemen beleidsindicatoren gepresenteerd, aangevuld met een
aantal lokale beleidsindicatoren.
4. Onderwijs(Bedragen x €1.000)
Lasten
4.2 Onderwijshuisvesting -10.745 -10.545 -9.927 -12.069
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken -3.281 -3.329 -3.377 -3.377
Totaal Lasten -14.026 -13.874 -13.304 -15.445
Baten
4.2 Onderwijshuisvesting 1.944 1.945 2.246 2.246
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken 146 146 146 146
Totaal Baten 2.091 2.092 2.393 2.393
Eindtotaal -11.935 -11.782 -10.911 -13.053
2019 2020 2021 2022
Programmabegroting 2019 – 2022 39
Duiding taakvelden binnen dit cluster
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten - - - -
Baten - - - -
E. van Wageningen
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: 0%
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 4. Onderwijs
Context van het taakveld
Tot dit taakveld behoren de gemeentelijke taken op het gebied van openbaar basisonderwijs. De gemeente Lelystad voert niet zelf
het bestuur van het basisonderwijs, wat maakt dat dit taakveld niet van toepassing is. Onderwijshuisvesting maakt onderdeel uit
van het volgende taakveld 4.2 en onderwijsbeleid en leerlingzaken maken onderdeel uit van taakveld 4.3.
4.1 Openbaar basisonderwijs
Beinvloedbaarheid lasten 0%
Beinvloedbaarheid baten 0%
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -10.745 -10.545 -9.927 -12.069
Baten 1.944 1.945 2.246 2.246
E. van Wageningen E. Rentenaar
Nee
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Samen met de schoolbesturen wordt gewerkt aan een plan voor gefaseerde en beheersbare vernieuwing van de
schoolgebouwen voor het basisonderwijs in de stad. De inzet ervan is om te komen tot een toekomstbestendig
gebouwenbestand, waarin sprake is van duurzame en frisse scholen met een optimale bezetting, betaalbare huisvesting voor
zowel schoolbesturen als gemeente en een goede spreiding en bereikbaarheid van scholen. Het meerjarenperspectief geeft
daarnaast duidelijkheid over de te verwachten investeringen en onderhoudskosten voor een langere periode. De besluitvorming
over dit meerjarenperspectief is voorzien voor begin 2019. Beoogd wordt het daarna als onderdeel van het IHP, jaarlijks te
actualiseren.
Daarnaast wordt in 2019 gestart met de bouw van de vervangende nieuwbouw voor het voortgezet onderwijs. De oplevering staat
voor 2020 gepland. Over de voortgang wordt de raad geïnformeerd.
4.2 Onderwijshuisvesting
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % - 20 %]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht voor de onderwijshuisvesting van het primair, (voortgezet) speciaal en voortgezet
onderwijs. Deze zorgplicht omvat (de bekostiging van) nieuwbouw, uitbreiding(en), ingebruikname van gebouwen, huur tijdelijke
huisvesting, herstel van constructiefouten, terreinen en de bekostiging van eerste inrichting. Daarnaast zijn gemeenten
verantwoordelijk voor de instandhouding van gymzalen van het primair en speciaal onderwijs. Schoolbesturen zijn
verantwoordelijk voor de exploitatie van schoolgebouwen, het binnen- en buitenonderhoud, schoonmaak en aanpassingen.
Wat doen we binnen dit taakveld?
Binnen dit taakveld zijn de baten en lasten opgenomen die betrekking hebben op onderwijshuisvesting voor openbaar en
bijzonder onderwijs. Naast de kapitaallasten die horen bij de fysieke schoolgebouwen zijn in dit taakveld eveneens de lasten en
baten opgenomen die horen bij de MFA’s waarvan de gemeente eigenaar is. De gemeente zorgt voor de instandhouding van
deze gebouwen tegen een vergoeding van de (onderwijs) gebruikers.
De beïnvloedbaarheid van de lasten is zeer beperkt gezien de wettelijke zorgplicht van de gemeente voor voldoende en adequate
onderwijshuisvesting. Investeringen in schoolgebouwen resulteren in kapitaallasten die voor langere periode vastliggen. De baten
zijn voor een heel klein deel beïnvloedbaar als gevolg van langjarig vastliggende huurovereenkomsten met (semi-) commerciële
partijen (zoals de kinderopvang).
Meerjarenperspectief Onderwijshuisvesting Primair Onderwijs
-Beleidskader onderwijshuisvesting 2012
Integraal Huisvestingsplan (IHP) 2017 - 2026
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 4. Onderwijs
Programmabegroting 2019 – 2022 40
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -3.281 -3.329 -3.377 -3.377
Baten 146 146 146 146
E. van Wageningen
Nee
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
De komende jaren groeit de bijdrage van het Rijk op gebied van onderwijsachterstandsmiddelen, dit gaat geleidelijk tot 2022. Uit deze
middelen verzorgen we de voorschool, een wettelijke taak, maar kunnen we ook inzetten op het tegengaan van achterstanden bij
leerlingen in de vroegschool en de rest van het basisonderwijs. Daarvoor ontwikkelen we een nieuwe beleidskader voor 2020 en
verder.
In Lelystad Next Level wordt gewerkt aan o.a. onderscheidend onderwijs. De komende periode wordt een strategische agenda
ontwikkeld en start de uitvoer van het programma.
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Naast de wettelijke taak op het gebied van onderwijshuisvesting, die staat beschreven in taakveld 4.2 heeft de gemeente eveneens
een verscheidenheid van wettelijke taken op het gebied van onderwijsbeleid en leerlingzaken.
Wat doen we binnen dit taakveld?
Binnen dit taakveld zijn de lasten en baten opgenomen die samenhangen met het lokale onderwijsbeleid en leerlingzaken. Het gaat
hierbij om de volgende zaken:
Voor- en vroegschoolse educatie
De gemeente zorgt voor voldoende plaatsen op voorscholen waar wordt gewerkt aan het wegwerken van taalachterstanden.
Daarnaast kent Lelystad een aantal VVEscholen (scholen met 20% of meer gewichtenleerlingen), die worden ondersteund in de
vergroting van de ouderbetrokkenheid en het wegwerken van taalachterstand bij kleuters.
Logopedie primair onderwijs
De gemeente heeft de wettelijke taak om kleuters logopedisch te testen. Deze taak wordt uitgevoerd door twee logopedisten in dienst
van St. SchOOl.
Stimuleren van schooldeelname en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten
Schoolverzuim vormt vaak de voorbode van voortijdig schoolverlaten, daarom hanteren we een lik op stuk beleid rondom verzuim,
waarbij we in het uiterste geval proces verbaal opmaken. Daarnaast zetten we in op het weer opnieuw naar school krijgen van
jongeren. Hiervoor benaderen we jongeren per app, telefonisch, per brief en gaan wij ook op huisbezoek als dat noodzakelijk is.
Leerlingenvervoer
Leerlingen hebben recht op een vorm van leerlingenvervoer (fietsvergoeding, OV-vergoeding, kilometervergoeding of aangepast
vervoer) als zij door hun handicap niet in staat zijn zelfstandig te reizen. Voor het primair onderwijs geldt verder dat de dichtsbijzijnde
toegankelijke school niet verder mag zijn dan 6 kilometer, anders is er ook recht op leerlingenvervoer.
Peuterspeelzaalwerk
De gemeente is ervoor verantwoordelijk dat er voldoende peuterspeelzaalplekken zijn voor kinderen van ouders die niet in aanmerking
komen voor de kindertoeslag.
Lokale Educatieve Agenda en overig lokaal onderwijsbeleid
Samen met de partners in het onderwijsveld streeft de gemeente ernaar dat de kwaliteit van het onderwijs verbetert. Gemiddeld scoren
de leerlingen in Lelystad slechter dan het gemiddelde in Nederland. Dit betekent dat het Lelystadse onderwijs extra inspanningen moet
verrichten om hetzelfde niveau te halen. De gemeente ondersteunt het onderwijs daarbij door subsidie te verstrekken voor
maatregelen die dat niveau vooruit helpen. Het gaat hierbij niet om structurele subsidies maar om 'aanjaaggeld', zodat verbeteringen er
kunnen komen. De aandacht die het onderwijs nodig heeft om verbeteringsslagen te maken is wel structureel; veranderingen vinden
alleen plaats als we daarvoor voor een lange termijn aandacht hebben.
Tot slot wordt binnen dit taakveld, samen met taakveld 6.72 Maatwerkdienstverlening 18- en 6.82 Geëscaleerde zorg 18- gewerkt aan
een aanvalsplan voor de jeugdhulp en het onderwijs.
Beleidskader OAB 2020, (startnotitie in raad eind 2018)
-
Werkagenda LEA 2019, (raadsbehandeling eind 2018)
Kadernota LEA 2019 - 2022, (raadsbehandeling eind 2018)
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 4. Onderwijs
Programmabegroting 2019 – 2022 41
BBV indicatoren
Definitie: Het aantal leerplichtigen dat
niet staat ingeschreven op een school,
per 1.000 leerlingen.
Bron: DUO - Dienst Uitvoering
Onderwijs
Definitie: Het aantal leerplichtigen dat
wel staat ingeschreven op een school,
maar ongeoorloofd afwezig is, per
1.000 leerlingen.
Bron: DUO - Dienst Uitvoering
Onderwijs
Het relatief en absoluut verzuim wordt afgezet tegen het aantal leerplichtige leerlingen in een gemeente
en sluiten aan bij de definities die zijn ontwikkeld door het ministerie van OCW en DUO bij wat er op
rijksniveau wordt gemeten.
Definitie: Het percentage van het
totaal aantal leerlingen (12 - 23 jaar)
dat voortijdig, dat wil zeggen zonder
startkwalificatie, het onderwijs verlaat.
Bron: DUO - Dienst Uitvoering
Onderwijs
Cijfers over 2017 zijn nog niet
beschikbaar
2014 2015 2016 2017
Flevoland 2,18 2,15 2,95 2,96
Lelystad 0,71 1,87 1,69 6,15
Nederland 2,82 2,34 1,81 1,82
-
1
2
3
4
5
6
7
Absoluut verzuim
2014 2015 2016 2017
Flevoland 72,57 63,78 38,46 38,45
Lelystad 136,53 170,05 39,39 44,40
Nederland 31,32 28,65 26,55 26,58
-
20
40
60
80
100
120
140
160
180
Relatief verzuim
2011 2012 2013 2014 2015 2016
Flevoland 4,00 3,60 2,50 2,20 2,10 2,20
Lelystad 4,80 4,60 3,30 3,60 2,50 2,90
Nederland 3,50 3,20 2,10 2,00 1,70 1,70
-
1
2
3
4
5
6
Percentage voortijdige schoolverlaters
Programmabegroting 2019 – 2022 42
5. Sport, cultuur en recreatie
De taakvelden binnen het cluster ‘5. Sport, cultuur en recreatie’ hebben betrekking op sportbeleid en
activering, sportaccomodaties, cultuurpresentatie, -productie en –participatie, media en openbaar groen
en (openlucht) recreatie. In de tabel hierboven wordt per taakveld inzicht geboden in de bijbehorende
lasten en baten.
In de tabellen hieronder wordt vervolgens per taakveld aanvullende informatie geboden, bijvoorbeeld over
de aard van de activiteiten, de beïnvloedbaarheid van de budgetten en de verantwoordelijke
portefeuillehouder(s). Indien van toepassing wordt er ingegaan op de concrete doelstellingen voor 2019
en/of de bij het taakveld betrokken verbonden partijen. Na de beschrijving van deze taakvelden worden
de bij ministeriële regeling verplicht op te nemen beleidsindicatoren gepresenteerd, aangevuld met een
aantal lokale beleidsindicatoren.
5. Sport, cultuur en recreatie(Bedragen x €1.000)
Lasten
5.1 Sportbeleid en activering -215 -215 -215 -203
5.2 Sportaccommodaties -3.977 -3.679 -3.679 -3.679
5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie -4.651 -4.644 -4.637 -4.540
5.6 Media -2.398 -2.398 -2.398 -2.398
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie -7.544 -7.507 -7.507 -7.507
Totaal Lasten -18.785 -18.444 -18.437 -18.327
Baten
5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 286 286 286 286
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 131 131 131 131
Totaal Baten 417 417 417 417
Eindtotaal -18.368 -18.027 -18.020 -17.910
2019 2020 2021 2022
Programmabegroting 2019 – 2022 43
Duiding taakvelden binnen dit cluster
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -215 -215 -215 -203
Baten - - - -
E. van Wageningen
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 5. Sport, cultuur en recreatie
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
De gemeente heeft geen wettelijke verplichting op het gebied van het stimuleren van professionele- en/of amateursporten. De
gemeente heeft als centrale doelstelling dat het sportbeleid bijdraagt aan de maatschappelijke ontwikkeling van Lelystad.
Wat doen we binnen dit taakveld?
Binnen dit taakveld zijn de lasten opgenomen die verband houden met de subsidies die worden verstrekt aan lokale
sportverenigingen en stichtingen. Door het verstrekken van subsidies wordt het sporten en bewegen door inwoners van Lelystad
gestimuleerd en wordt het aanbod van- en het bezoek aan sportevenementen in Lelystad bevorderd. Dit moet leiden tot een (in
kwalitatief en kwantitatief opzicht) op de behoefte van de Lelystadse bevolking afgestemd aanbod van sportmogelijkheden,
sportstimulering en ondersteuning.
-Beleidsvisie Sport en bewegen (raadsbehandeling eind 2018)
5.1 Sportbeleid en activering
Beinvloedbaarheid lasten [ 100 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -3.977 -3.679 -3.679 -3.679
Baten - - - -
E. van Wageningen
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 5. Sport, cultuur en recreatie
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
De gemeente heeft geen wettelijke verplichting om accommodaties voor sportbeoefening te faciliteren. De gemeente heeft als
centrale doelstelling dat het sportbeleid bijdraagt aan de maatschappelijke ontwikkeling van Lelystad.
Wat doen we binnen dit taakveld?
Binnen dit taakveld zijn de lasten opgenomen die verband houden met de subsidie die de gemeente verstrekt aan de N.V.
Sportbedrijf Lelystad, als een bijdrage voor de exploitatie van de gemeentelijke sportaccomodaties en sportvelden. Met het
realiseren van een goed voorzieningen- en activiteitenniveau op het gebied van sport en bewegen, worden bewoners en
bezoekers van Lelystad gestimuleerd deel te nemen aan beweging- en sportactiviteiten. Het voorzieningenniveau op het gebied
van sport en bewegen levert een bijdrage aan de ontwikkeling van Lelystad tot een open, dynamische en aantrekkelijke stad.
Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de ontwikkeling van Lelystad als watersportstad. Lelystad kiest nog steeds nadrukkelijk
voor breedtesport als prioriteit. De beleidsmatige inzet is primair gericht op de mogelijkheden om in Lelystad in de vrije tijd zelf
actief met sport en bewegen bezig te zijn of daarvan te genieten.
N.V. Sportbedrijf LelystadBeleidsvisie Sport en bewegen (raadsbehandeling eind 2018)
5.2 Sportaccommodaties
Beinvloedbaarheid lasten [ 100 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Programmabegroting 2019 – 2022 44
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -4.651 -4.644 -4.637 -4.540
Baten 286 286 286 286
P. Schot
Nee
5.3Cultuurpresentatie, cultuurproductie en
cultuurparticipatie
Beinvloedbaarheid lasten [ 100 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
De gemeente heeft geen wettelijke verplichting ter stimulering van beeldende kunst, muziek, dans en toneel. De gemeente heeft
als centrale doelstelling dat het cultuurbeleid bijdraagt aan de maatschappelijke ontwikkeling van Lelystad.
Wat doen we binnen dit taakveld?
Binnen dit taakveld zijn de lasten en baten opgenomen die samenhangen met het bevordering van beeldende kunst, muziek,
theater, letteren en media. Naast de kapitaallasten die horen bij het Agora theater bestaan de lasten voornamelijk uit het
verstrekken van verschillende subsidies ten behoeve van podia voor muziek en theater, culturele uitvoeringen en manifestaties op
het gebied van beeldende kunst, muziek, theater, letteren en media. Met het realiseren van een goed voorzieningen- en
activiteitenniveau op het gebied van kunst en cultuur, worden bewoners en bezoekers van Lelystad gestimuleerd om kennis te
nemen van- en deel te nemen aan een breed palet van culturele activiteiten. Daarnaast levert een levendig lokaal cultureel klimaat
een bijdrage aan de ontwikkeling van Lelystad tot een open, dynamische en aantrekkelijke stad.
Behalve voor wat betreft de kapitaallasten geldt dat de beïnvloedbaarheid van de lasten groot is, omdat het de uitvoering van
gemeentelijk beleid betreft.
-Beleidsvisie cultuur 2017 - 2020
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 5. Sport, cultuur en recreatie
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten - - - -
Baten - - - -
P. Schot
Nee
5.4 Musea
Beinvloedbaarheid lasten 0%
Beinvloedbaarheid baten 0%
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Tot dit taakveld behoren de lasten en baten die te maken hebben met musea, exposities, archeologie, heemkunde of historische
archieven. De gemeente Lelystad exploiteert of subsidieert op dit moment niet dit soort activiteiten, wat maakt dat dit taakveld niet
van toepassing is.
Stichting Uiver ConstellationBeleidsvisie Cultuur 2017 - 2020
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: 0%
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 5. Sport, cultuur en recreatie
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten - - - -
Baten - - - -
P. Schot
Nee
5.5 Cultureel erfgoed
Beinvloedbaarheid lasten 0%
Beinvloedbaarheid baten 0%
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Tot dit taakveld behoren de lasten die te maken hebben met het beschermen van en informatie verstrekken over cultureel erfgoed in
Lelystad. Het gaat hierbij om gebouwen, objecten, structuren en collecties met historische waarde in de publieke ruimte. De gemeente
Lelystad financiert in dit kader wettelijke taken op het gebied van erfgoed en subsidieert activiteiten of manifestaties op het gebied van
erfgoed (gezien de beperkte omvang maken deze lasten onderdeel uit van de overige taakvelden binnen cluster 5). In deze
programmabegroting wordt voorgesteld over te gaan tot de aankoop van Oostvaardersdijk 15, zodat er op het Werkeiland een
informatiepunt kan worden ingericht met museale functie. De hieraan verbonden lasten zullen worden opgenomen in dit taakveld.
-Beleidsvisie Cultuur 2017 - 2020
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: 0%
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 5. Sport, cultuur en recreatie
Programmabegroting 2019 – 2022 45
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -2.398 -2.398 -2.398 -2.398
Baten - - - -
P. Schot
Nee
5.6 Media
Beinvloedbaarheid lasten [ 100 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
De gemeente heeft op basis van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen een verantwoordelijkheid op het gebied van
bibliotheekwerk. Wij zien het als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid dat de inwoners van Lelystad beschikken over een
goede en moderne bibliotheekvoorziening waar alle burgers met hun kennis- en informatievragen terecht kunnen en kennis
kunnen nemen van een adequaat aanbod van op media vastgelegde cultuur en informatie.
Wat doen we binnen dit taakveld?
Binnen dit taakveld zijn de lasten opgenomen die verband houden met de subsidies die worden verstrekt ten behoeve van het
lokale bibliotheekwerk en de lokale omroep.
De Flevomeer Bibliotheek gaat mee in de snel veranderende wereld, waarbij maatschappelijke betekenis de focus heeft. De Wet
stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen bepaalt voor openbare bibliotheken vijf functies: kennis & informatie, ontwikkeling &
educatie, lezen & literatuur, ontmoeting & debat en kunst & cultuur. De sttichting FlevoMeer Bibliotheek ontvangt op basis van een
afsprakenkader jaarlijks een subsi-die voor het bibliotheekwerk in Lelystad.
Op grond van de bindende functie voor de Lelystadse samenleving ontvangt stichting Radio Lelystad jaarlijks een subsidie.
-Beleidsvisie Cultuur 2017 - 2020
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 5. Sport, cultuur en recreatie
Programmabegroting 2019 – 2022 46
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -7.544 -7.507 -7.507 -7.507
Baten 131 131 131 131
N. den Os E. Rentenaar
Nee
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
In 2018 zal er kaderstellend afstemming plaatsvinden met de raad om resultaten uit de ICL evaluatie die een relatie hebben met dit
taakveld op te vangen. Deze nieuwe kaders vormen de basis voor een actualisatie van de MJR. Onderzocht wordt of het mogelijk is
meer variatie aan te brengen in het onderhoudsniveau dat op verschillende plaatsen wordt gehanteerd en tegelijkertijd de
bewonerstevredenheid te verbeteren, terwijl de kosten beheersbaar blijven. De resultaten van de 2e pilot buurtbegroting worden
tevens gebruikt om na te gaan hoe dit kan worden bereikt.
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie
Beinvloedbaarheid lasten [ 20 % - 40 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van de Wegenverkeerswet en het burgerlijk wetboek is de gemeente als wegbeheerder en/of als eigenaar verantwoordelijk
voor inrichting en beheer van het openbaar gebied. De kwaliteitsniveaus die de gemeente hierbij hanteert zijn gebaseerd op het
Kwaliteits StructuurPlan (KSP).
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten en baten opgenomen die samenhangen met het onderhoud van openbaar groen, natuur en recreatie. Het
gaat hierbij om het onderhoud van openbaar groen in stedelijk gebied, het onderhoud aan kades, loswallen, vijvers, watergangen,
bossen (inclusief recreatieve voorzieningen en landschapsterreinen) en speelvoorzieningen. De kwaliteitsniveaus die worden
nagestreefd zijn vastgesteld in het KSP. Periodiek wordt het kostenniveau herijkt in de 'Meerjarenraming' (MJR). De MJR is de
financiële onderbouwing voor zowel het dagelijks onderhoud (exploitatie) als het groot onderhoud (voorzieningen). Het groot
onderhoud wordt uitgevoerd op basis van het 'Integraal groot onderhoud openbare ruimte' (IGOR) welke jaarlijks wordt
geactualiseerd.
De beïnvloedbaarheid van de lasten is beperkt aanwezig en hangt samen met de nagestreefde beeldkwaliteit. Dit taakveld heeft een
directe relatie met de zogeheten ICL middelen.
Speelruimtebeleidsplan (2013)
-Bosbeleidsplan (1996)
Kwaliteitsstructuurplan (KSP) (2002)
Meerjarenraming (MJR 2015)
Groenbeheerplan parken (2015)
Integraal Grootonderhoud Openbare Ruimte (I-GOR)
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 5. Sport, cultuur en recreatie
Programmabegroting 2019 – 2022 47
BBV indicatoren
Definitie: Het percentage inwoners dat
niet sport ten opzichte van het totaal
aantal inwoners.
Bron: RIVM – Zorgatlas
De indicator ‘Percentage niet-sporters’ blijft gehandhaafd, echter de bron wordt aangepast. VWS en het RIVM hebben
hierover afspraken gemaakt. Voortaan is de bron voor deze indicator de Gezondheidsenquête (CBS, RIVM). Dit
onderzoek wordt om de 4 jaar uitgevoerd.
Aanvullende lokale indicatoren
Definitie: Het Percentage
omwonenden dat van mening is dat
het (zeer) prettig recreëren is in
Lelystad.
Bron: Peiling Intomart onder
omwonenden en de Gemeente
Lelystad, Beeld van Lelystad.
Onderzoek wordt herhaald in 2018.
Definitie: het percentage
omwonenden dat het er (helemaal)
mee eens is dat het ideaal wonen is in
Lelystad als je kinderen hebt.
Bron: Peiling Intomart onder
omwonenden en de Gemeente
Lelystad, Beeld van Lelystad.
Onderzoek wordt herhaald in 2018.
2012 2016
Flevoland 51,5 51,9
Lelystad 52,8 56,0
Nederland 46,6 48,7
40
45
50
55
60
Niet-sporters
2013 2016
Lelystad 41 32
20
25
30
35
40
45
50
Percentage omwonenden dat van mening is dat het (zeer) prettig recreeëren is in Lelystad
2012 2015
Lelystad 39 36
20
25
30
35
40
45
50
Percentage omwonenden dat het er (helemaal) mee eens is dat het ideaal wonen is in Lelystad als je kinderen hebt
Programmabegroting 2019 – 2022 48
Definitie: Percentage inwoners dat
naar eigen mening in voorgaande jaar
actief is geweest om de buurt te
verbeteren.
Bron: Gemeente Lelystad: Wonen,
Leefbaarheid en Veiligheid.
* Voorlopige cijfers
Definitie: Percentage inwoners dat
zich medeverantwoordelijk voelt voor
de leefbaarheid van de buurt.
Bron: Gemeente Lelystad: Wonen,
Leefbaarheid en Veiligheid.
* Voorlopige cijfers
Definitie: Het percentage van de
inwoners van de gemeente dat (zeer)
tevreden is over het aanbod van de
culturele voorzieningen.
Bron: Gemeente Lelystad: Cultuur-
peiling
De Cultuurpeiling wordt elke 4 jaar
uitgevoerd.
2011 2015
Lelystad 57 58
40
45
50
55
60
65
70
Percentage inwoners dat (zeer) tevreden is over het aanbod van culturele voorzieningen.
2011 2013 2015 2017*
Lelystad 22,60 29,28 32,60 32,60
0
5
10
15
20
25
30
35
Percentage inwoners dat naar eigen mening in voorgaande jaar actief is geweest om de buurt te verbeteren
2011 2013 2015 2017*
Lelystad 87,2 90,6 87,9 88,0
85
86
87
88
89
90
91
Percentage inwoners dat zich medeverantwoordelijk voelt voor de leefbaarheid van de buurt
Programmabegroting 2019 – 2022 49
6. Sociaal domein
De taakvelden binnen het cluster ‘6. Sociaal domein’ hebben betrekking op de sociale basisinfrastructuur,
de wijkteams, inkomensregelingen, begeleide- en arbeidsparticipatie, de Wmo en de Jeugdhulp. In de
tabel hierboven wordt per taakveld inzicht geboden in de bijbehorende lasten en baten.
In de tabellen hieronder wordt vervolgens per taakveld aanvullende informatie geboden, bijvoorbeeld over
de aard van de activiteiten, de beïnvloedbaarheid van de budgetten en de verantwoordelijke
portefeuillehouder(s). Indien van toepassing wordt er ingegaan op de concrete doelstellingen voor 2019
en/of de bij het taakveld betrokken verbonden partijen. Na de beschrijving van deze taakvelden worden
de bij ministeriële regeling verplicht op te nemen beleidsindicatoren gepresenteerd, aangevuld met een
aantal lokale beleidsindicatoren.
6. Sociaal domein(Bedragen x €1.000)
Lasten
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie -9.934 -9.509 -9.482 -9.558
6.2 Wijkteams -3.016 -3.101 -3.236 -3.219
6.3 Inkomensregelingen -47.267 -46.852 -47.098 -47.374
6.4 Begeleide participatie -6.807 -6.478 -6.665 -6.665
6.5 Arbeidsparticipatie -5.006 -5.049 -5.069 -5.129
6.6 Maatwerkvoorziening (WMO) -2.508 -2.508 -2.508 -2.508
6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ -13.136 -13.136 -13.136 -13.136
6.72 Maatwerkdienstverlening 18- -19.163 -17.237 -17.176 -17.236
6.81 Ge-escaleerde zorg 18+ -764 -764 -764 -764
6.82 Ge-escaleerde zorg 18- -3.154 -3.154 -3.154 -3.154
Totaal Lasten -110.756 -107.789 -108.288 -108.743
Baten
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 33 33 33 33
6.3 Inkomensregelingen 36.527 36.527 36.527 36.527
6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 920 920 920 920
6.81 Ge-escaleerde zorg 18+ 75 75 75 75
Totaal Baten 37.555 37.555 37.555 37.555
Eindtotaal -73.201 -70.234 -70.734 -71.188
2019 2020 2021 2022
Programmabegroting 2019 – 2022 50
Duiding taakvelden binnen dit cluster
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -9.934 -9.509 -9.482 -9.558
Baten 33 33 33 33
N. den Os
Nee
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Door in te zetten op goede basisvoorzieningen en faciltering van initiatieven worden inwoners in staat gesteld om zoveel mogelijk
op eigen kracht mee te doen. Eventueel aangevuld met extra ondersteuning vanuit de Wmo en Wet Jeugdhulp kunnen inwoners
zelfstandig participeren in de maatschappij, waarmee tegelijkertijd het beroep op zwaardere vormen van ondersteuning
uitgesteld - danwel helemaal voorkomen kan worden. Verder is de inzet gericht op positieve ontwikkeling van alle kinderen en
jongeren.
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie
Beinvloedbaarheid lasten [ 20 % - 40 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Om de diverse wettelijke taken binnen dit cluster uit te kunnen voeren zijn algemene sociale basisvoorzieningen een belangrijke
randvoorwaarde. Deze algemene voorzieningen hebben een (indirecte) relatie met de overige 9 taakvelden binnen dit cluster en
zijn gericht zijn op het (kunnen blijven) meedoen van inwoners.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten opgenomen die samenhangen met de algemene sociale basisvoorzieningen, waarbij de nadruk ligt
op de participatie van inwoners en een gezonde opvoed- en opgroeiomgeving voor kinderen en jongeren. Het gaat hierbij grofweg
om de volgende onderdelen:
Welzijnswerk in de wijk (www.welzijnlelystad.nl)
Welzijn Lelystad ondersteunt en faciliteert inwoners op tal van terreinen. Daarnaast organiseert Welzijn Lelystad diverse
activiteiten, bijvoorbeeld in de wijken en in MFA's.
Mensen Maken de Buurt
Steeds meer Lelystedelingen nemen zelf het initiatief om activiteiten te ontwikkelen die een maatschappelijke meerwaarde
opleveren voor de inwoners. Voor deze activiteiten wordt niet alleen ruimte geboden maar tevens worden deze initiatieven
gestimuleerd en gefaciliteerd. De afgelopen jaren is het aantal initiatieven onder de noemer van 'Mensen Maken de Buurt' sterk
toegenomen. Van initiatieven primair gericht op verhoging van de gebruikswaarde van de fysieke leefomgeving tot initiatieven die
bijdragen aan de versterking van de sociale structuur en participatie. Een deel van de inzet is incidenteel van karakter (zie
wenselijk voorstel 41).
Mantelzorgondersteuning / vrijwilligerswerk
Naast een brede inzet binnen het algemene welzijnswerk faciliteert Welzijn Lelystad ook mantelzorgers én vrijwilligers. Zo is er
een vrijwilligerscentrale, waar vraag en aanbod bij elkaar worden gebracht. Ook wordt de inzet van zorgvrijwilligers gestimuleerd.
Maatschappelijke dienstverlening /schuldhulpverlening/preventief armoedebeleid
Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF) ondersteunt inwoners bij diverse vraagstukken en/of problemen. Het gaat
daarbij naast het algemene maatschappelijke werk om bijvoorbeeld de inzet op schuldhulpverlening, ondersteuning bij
budgetbeheer en beschermingsbewind. Daarnaast hebben inwoners de mogelijkheid om de hulp in te roepen van sociaal
raadslieden, een gezinscoach / gezinsadviseur. Ook zijn er mogelijkheden voor buurtbemiddeling en heeft MDF de beschikking
over gekwalificeerde vrijwilligers die ondersteuning kunnen bieden op diverse terreinen. Deze basisvoorziening is voor iedereen
toegankelijk, waarmee op termijn wordt voorkomen dat er zwaardere vormen van ondersteuning nodig zijn.
Preventieve inzet jeugd
In een samenhangend geheel van voorzieningen is informatie en advies beschikbaar voor ouders en jeugdigen gericht op het
gewone opgroeien, ontwikkelen en opvoeden. Tevens lichte vormen van opvoedsteun en preventieve hulp zoals
schoolmaatschappelijk werk en jongerenwerk op straat. Met de inzet wordt voorkomen dat normale opgroei- en opvoedvragen
escaleren tot (ernstige) problemen en voorkomen dat een onnodig langdurig of frequent beroep op jeugdhulp noodzakelijk wordt.
De beïnvloedbaarheid van deze lasten wordt beperkt door de hieruit voortvloeiende effecten. Goede algemene sociale
basisvoorzieningen werken preventief en voorkomen op termijn dat inwoners aangewezen zijn op zwaardere vormen van
ondersteuning.
-
Integrale nota armoedebeleid en schuldhulpverlening Lelystad
(raadsbehandeling eind 2018)
Kadernota Sociaal Domein 2019 - 2022 (raadsbehandeling begin 2019)
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 6. Sociaal domein
Programmabegroting 2019 – 2022 51
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -3.016 -3.101 -3.236 -3.219
Baten - - - -
N. den Os
JaOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 6. Sociaal domein
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning zijn gemeenten verantwoordelijk voor het bieden van zorg en
ondersteuning, waarbij het de bedoeling is dat inwoners zo lang mogelijk mee kunnen doen aan de samenleving en zoveel als
mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Dit taakveld vormt het voorportaal bij de uitvoering van deze wet. In de uitvoering van
de Jeugdwet wordt er ingezet op de 'jeugd- en gezinsteams', welke ook een voorportaalfunctie vervullen (begrotingstechnisch
maken deze teams onderdeel uit van taakveld 6.72 Maatwerkdienstverlening 18-).
Wat doen we binnen dit taakveld?
Tot dit taakveld behoren alle loketvoorzieningen en algemene voorzieningen gericht op versterken van eigen kracht en het
geleiden naar de juiste vorm van individuele ondersteuning (maatwerkvoorzieningen en - dienstverlening). Het gaat hierbij o.a.
om de Sociaal wijkteams. De toegang voor alle ondersteuningsvragen in het kader van de Wmo verloopt via de Wijkpunten en de
Sociaal wijkteams.
Ook de toekenning- en administratieve verwerking van beschikkingen e.d. valt onder dit taakveld.
Kadernota Sociaal Domein 2019 - 2022 (raadsbehandeling begin 2019) -
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
We willen de basis versterken zodat inwoners zoveel mogelijk op eigen kracht, eventueel met lichte ondersteuning, kunnen
participeren in de maatschappij. Voor bepaalde inwoners zal extra ondersteuning nodig zijn om zelfstandig te kunnen blijven
functioneren. Wij willen dat, als het nodig is, deze extra ondersteuning vanuit de Wmo (via de Sociaal wijkteams) wordt
geregeleld.
6.2 Wijkteams
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Programmabegroting 2019 – 2022 52
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -47.267 -46.852 -47.098 -47.374
Baten 36.527 36.527 36.527 36.527
J. van den Heuvel
JaOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 6. Sociaal domein
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van de participatiewet heeft de gemeente de wettelijke taak om uitkeringen te verstrekken aan inwoners die tijdelijk niet
in hun levensonderhoud kunnen voorzien, in de periode dat zij geen ander of onvoldoende inkomen hebben. Samen met andere
vormen van inkomensregelingen, zoals bijzondere bijstand en kwijtscheldingen van gemeentelijke heffingen, vormt dit taakveld
het grootste onderdeel uit de gemeentebegroting. Er bestaat een duidelijke relatie met de taakvelden '6.1 Samenkracht en
burgerparticipatie', '6.4 Begeleide participtatie' en '6.5 Arbeidsparticipatie'.
Wat doen we binnen dit taakveld?
Binnen dit taakveld staan de lasten en baten opgenomen die verband houden met de inkomensregelingen. Het gaat hierbij om de
volgende onderdelen:
Bijstandsuitkeringen - Participatiewet
Het betreft hier de inwoners van Lelystad die recht hebben op een inkomen in het kader van de Participatiewet en de IOAW,
gedurende de periode waarin zij nog niet in staat zijn om (volledig) in eigen onderhoud te voorzien. In 2019 wordt naar
verwachting aan gemiddeld 2350 klanten een uitkering op grond van de Participatiewet verstrekt (de gemeente ontvangt een
rijksbijdrage voor het verstrekken van deze uitkeringen, op basis van een objectief vastgesteld verdeelmodel). Het rijksbeleid voor
het krijgen van een Wajong-uitkering is met ingang van 2015 aangescherpt voor nieuwe aanvragen, wat maakt dat de instroom in
de gemeentelijke bijstandsuitkeringen in de aankomende jaren verder toe zal nemen. De inzet van de gemeente is erop gericht
inwoners zoveel mogelijk te laten uitstromen naar betaald werk en het bevorderen van maatschappelijke participatie. De inzet van
de gemeente op het gebied van maatschappelijke participatie en reïntegratie maken onderdeel uit van taakvelden '6.4 Begeleide
participatie' en '6.5 Arbeidsparticipatie'.
Bijstandsverlening zelfstandigen - Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004
Het toekennen van bijstand / uitkering aan de gevestigde zelfstandige die niet over de middelen beschikt om te voorzien in de
algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan, alsmede het verstrekken van kapitaal aan ondernemers die dit op andere wijze
niet gefinancierd krijgen. Het Zelfstandigen Loket Flevoland (ZLF) zorgt voor de uitvoering van deze wettelijke regelingen in
opdracht van de 6 gemeenten in Flevoland.
Armoedebeleid
Het betreft hier de financiële ondersteuning aan mensen met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm binnen het curatieve
armoedebeleid. Het preventieve armoedebeleid maakt onderdeel uit van taakveld '6.1 Samenkracht en burgerparticipatie', waarbij
de inzet is om (de overerving van) armoede te voorkomen in samenwerking met het maatschappelijk middenveld.
Kwijtschelding gemeentelijke belastingen
Inwoners die onvoldoende inkomen en/of vermogen hebben komen in aanmerking voor kwijtschelding van de gecombineerde
belastingaanslag van de gemeente. Het gaat hierbij met name om de kwijtschelding van de afvalstoffen- en de rioolheffing.
Businessplan Social Firm
GR IJsselmeergroepNota Op weg met Werken naar Vermogen 2011
Nota Werk in Uitvoering 2012
Kadernota Sociaal Domein 2019 - 2022 (raadsbehandeling begin 2019)
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Het streven van de gemeente is erop gericht zo min mogelijk mensen afhankelijk te laten zijn van een bijstandsuitkering. Binnen
de diverse beleidsterreinen worden de krachten gebundeld, zodat inwoners kunnen participeren (rekening houdend met hun
persoonlijke situatie). Een thema dat in dit kader geadresseerd kan worden is de inzet op gedeeltelijke participatie, wanneer
volledig meedoen niet mogelijk blijkt.
Het gemeentelijke armoedebeleid kent een preventief en een curatief deel. Binnen het preventieve deel is de inzet gericht op het
waar mogelijk met ondersteuning en begeleiding voorkomen dat mensen in de armoede terecht koment. Het curatieve deel
omvat de set maatregelen om mensen in de armoede te ondersteunen. Met ingang van 2017 wordt er extra ingezet op
armoedebestrijding onder kinderen, onder andere via de inzet van de bijbehorende decentralisatieuitkering (de Klijnsma
middelen).
6.3 Inkomensregelingen
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Programmabegroting 2019 – 2022 53
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -6.807 -6.478 -6.665 -6.665
Baten - - - -
J. van den Heuvel
Ja
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
De social firm moet de lokale re-integratie bedrijven en Wsw-bedrijf transformeren naar één regionale, sociale onderneming, die
vervolgens opereert in het hart van een netwerkorganisatie.
6.4 Begeleide participatie
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Met de komst van de Participatiewet zijn de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wajong en de Wet sociale werkvoorziening
(Wsw) samengebracht in één beleidskader. De uitvoering van dit beleidskader komt in de gemeentebegroting terug via drie
opeenvolgende taakvelden:
- Taakveld 6.3 Inkomensregelingen (het verstrekken van bijstandsuitkeringen aan inwoners die daar recht op hebben)
- Taakveld 6.4 Begeleide participatie (de afbouw van de Wet sociale werkvoorziening)
- Taakveld 6.5 Arbeidsparticipatie (re-integratie / toeleiding naar werk van inwoners die recht hebben op een bijstandsuitkering)
Onderdeel van de Participatiewet is dat nieuwe instroom in de sociale werkvoorziening niet langer mogelijk is met ingang van 1
januari 2015. De Wet sociale werkvoorziening (Wsw) blijft echter bestaan voor de bestaande Wsw- dienstverbanden tot de
laatste Wsw'er met pensioen gaat. Bij ongewijzigd beleid zijn de beschikbare rijksmiddelen voor de gemeente echter niet
toereikend om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. In de afgelopen periode is er daarom gewerkt aan scenario's om deze
gecontroleerde afbouw vorm te geven, wat uiteindelijk heeft geresulteerd in het businessplan social firm. Dit businessplan is in
het laatste kwartaal van 2017 ter besluitvorming voorgelegd in de gemeenteraden van de vier gemeenten die deelnemen in de GR
IJsselmeergroep.
Naast de hierboven al genoemde directe relatie met de taakvelden 6.3 en 6.5 heeft dit taakveld een directe relatie met taakveld
'0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen uit het gemeentefonds', waar de rijksbijdrage is opgenomen. Het door de raad
vastgestelde uitgangspunt is dat de gedecentraliseerde taken op het gebied van de Participatiewet met de daarvoor beschikbare
rijksmiddelen worden uitgevoerd.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld staan de lasten die verband houden met de afbouw van de bestaande Wsw verplichtingen, conform de
beschikbare rijksmiddelen die onderdeel uitmaken van taakveld '0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen uit het
gemeentefonds'.
De vier gemeenten die onderdeel uitmaken van de GR IJsselmeergroep (Lelystad, Noordoostpolder, Urk en Zeewolde) hebben
aangegeven voor wat betreft de Wsw en re-integratie activiteiten open te staan voor de oplossing in de vorm van een social firm.
De social firm is bedoeld als een hefboom voor de totstandkoming van een inclusieve arbeidsmarkt en zal daarnaast een
belangrijke rol gaan spelen in het terugdringen van de verwachte tekorten in de uitvoering van de Participatiewet.
GR IJsselmeergroepImplementatie plan Social Firm (raadsbehandeling begin 2019)
Businessplan Social Firm
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 6. Sociaal domein
Programmabegroting 2019 – 2022 54
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -5.006 -5.049 -5.069 -5.129
Baten - - - -
J. van den Heuvel
JaOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 6. Sociaal domein
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Met de komst van de Participatiewet zijn de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wajong en de Wet sociale werkvoorziening
(Wsw) samengebracht in één beleidskader. De uitvoering van dit beleidskader komt in de gemeentebegroting terug via drie
opeenvolgende taakvelden:
- Taakveld 6.3 Inkomensregelingen (het verstrekken van bijstandsuitkeringen aan inwoners die daar recht op hebben)
- Taakveld 6.4 Begeleide participatie (de afbouw van de Wet sociale werkvoorziening)
- Taakveld 6.5 Arbeidsparticipatie (re-integratie / toeleiding naar werk van inwoners die recht hebben op een bijstandsuitkering)
Onderdeel van de Participatiewet is dat nieuwe instroom in de sociale werkvoorziening niet langer mogelijk is met ingang van 1
januari 2015. Inwoners die onderdeel uitmaken van deze 'nieuwe doelgroep' worden voortaan ondersteund en begeleid binnen de
activiteiten die onderdeel uitmaken van dit taakveld.
Dit taakveld heeft betrekking op re-integratie en het toeleiden naar werk van inwoners die recht hebben op een bijstandsuitkering
op grond van de Participatiewet (zie taakveld '6.3 Inkomensregelingen'). Dit taakveld is in de afgelopen jaren sterk in beweging
geweest, waarbij er een forse korting op de beschikbare rijksmiddelen is doorgevoerd. Daarnaast zijn er wetswijzigingen - de
verplichte toepassing van beschut werken - die gemeenten verplichten meer geld in te zetten voor de begeleiding van de
doelgroep met een arbeidscapaciteit tussen de 0-30%. Dit zal binnen de bestaande middelen opgevangen moeten worden en
gaat daarmee ten koste van de beschikbare middelen voor de overige klanten onder de Participatiewet. Dat kan op termijn een
nadelig effect hebben op de uitstroom, ondanks de positieve ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. De wettelijke ombuigingen van 1
januari 2015 leiden immers tot een complexer klantprofiel bij de instroom (Wajong of WSW profiel), hetgeen extra inspanningen
vraagt bij de uitstroombegeleiding.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten opgenomen die verband houden met de re-integratie activiteiten, gericht op het toeleiden naar werk.
De algemene toeleiding naar werk kan worden opgedeeld in een drietal (eventueel geschakelde) stappen, waarbij aan iedere
cliënt maatwerk wordt geboden:
In het voorportaal van het WBL wordt ingezet op het in kaart brengen en eventueel aanvullen van de competenties van de klant,
waarbij of aansluiting volgt op het aanbod vanuit de WMO (dagbesteding) of de doorstroom naar arbeidsparticipatie.
In het middensegment van het aanbod wordt de klant onder begeleiding klaar gemaakt voor een al dan niet betaalde baan.
Hoofdinzet is vinden van werkritme en groeipotentie. Hier ligt de aansluiting naar vrijwilligerswerk of een betaalde baan
(mogelijkerwijs gepaard gaande met een voorziening zoals de Loonkostensubsidie).
De derde stap/fase betreft de uitstroom naar regulier werk (met of zonder een voorziening zoals de LKS). Uitstroom kent
meerdere varianten. Voorkeur heeft de rechtstreekse uitstroom naar een reguliere baan, zonder aanvullende voorzieningen en/of
begeleiding. Daarnaast zijn er detacheringen en korte termijn plaatsingen (uitzendformule) met als inzet de arbeidsproductiviteit
van de klant zoveel als mogelijk te benutten, om diens uitstroompotentie naar een reguliere baan te vergroten.
Aanvullend zijn er een aantal specifieke projecten of activiteiten die in het kader van re-integratie worden uitgevoerd. Alle
werkzaamheden worden rechtstreeks in opdracht van de gemeente door derden (waaronder het Werkbedrijf Lelystad)
uitgevoerd. vanuit de gemeente wordt gestuurd op de inrichting van de Social Firm, een samenwerkingsverband van NOP, Urk en
Lelystad dat het aanbod op re-integratie verder zal versterken.
Bestedingsnota re-integratiegelden participatiebudget 2019
(raadsbehandeling eind 2018)
GR IJsselmeergroepImplementatie Beschut Werken 2017
Businessplan Social Firm
Implementatieplan Social firm (raadsbehandeling eind 2018)
Nota VB Nieuwe Banen 2016
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
De gemeente is verantwoordelijk om waar het mogelijk is mensen toe te leiden naar werk. Hierbij wordt er zoveel mogelijk
uitgegaan van de eigen kracht van mensen. Door de individuele capaciteiten en vaardigheden per cliënt in kaart te brengen, wordt
het mogelijk om maatwerk te leveren en vindt alleen ondersteuning plaats waar het nodig is.
6.5 Arbeidsparticipatie
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Programmabegroting 2019 – 2022 55
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -2.508 -2.508 -2.508 -2.508
Baten - - - -
N. den Os
Ja
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Het pakket van woningaanpassingen, scootmobielen en rolstoelen blijft beschikbaar conform het vastgestelde beleid. Waar nodig
en passend kunnen inwoners van de gemeente Lelystad van één of meerdere voorzieningen gebruik maken zodat zij zoveel
mogelijk kunnen blijven participeren in de maatschappij.
6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO)
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning zijn gemeenten verantwoordelijk voor het bieden van zorg en
ondersteuning, waarbij het de bedoeling is dat inwoners zo lang mogelijk mee kunnen doen aan de samenleving en zoveel als
mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Dit taakveld heeft betrekking op de verstrekking van materiële voorzieningen, die op
basis van een beschikking worden verstrekt. Er bestaat een directe relatie met taakveld '0.7 […] overige uitkeringen
gemeentefonds', waarin de rijksbijdrage voor de Wmo is opgenomen. Het door de raad vastgestelde uitgangspunt is dat de
gedecentraliseerde taken op het gebied van de Wmo met de daarvoor beschikbare rijksmiddelen worden uitgevoerd.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten opgenomen die verband houden met de op basis van een beschikking verstrekte materiële
voorzieningen. Het gaat hierbij om woningaanpassingen, rolstoelen en scootmobielen. Deze verstrekkingen op basis van de
Wmo zorgen ervoor dat mensen met fysieke beperkingen zelfstandig kunnen blijven functioneren.
Er is/wordt extra geïnvesteerd in de basis, waardoor het gebruik van deze maatwerkvoorzieningen in een aantal situaties beperkt
kan worden. Voorbeelden zijn de investering in het vrijwilligersvervoer en afspraken om woningaanpassingen waar mogelijk mee
te nemen bij bouw/renovatie zodat er later minder individuele aanpassingen nodig zijn. In 2019 wordt hierop verder gewerkt.
Uitvoeringsplan Wmo 2019 (raadsbehandeling eind 2018) -
Kadernota Sociaal domein 2019 - 2022 (raadsbehandeling begin 2019)
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 6. Sociaal domein
Programmabegroting 2019 – 2022 56
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -13.136 -13.136 -13.136 -13.136
Baten 920 920 920 920
N. den Os
Ja
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Versterking van de basis is een belangrijk speerpunt binnen het Wmo beleid. Idealiter wordt er zoveel mogelijk geregeld in de basis
waarbij, de basis bestaat uit de inwoners zelf, de mantelzorgers en vrijwilligers, maar ook uit algemene voorzieningen die het mogelijk
maken dat bewoners zoveel mogelijk zelfredzaam zijn. Voor bepaalde inwoners zal de basis echter niet toereikend zijn en is extra
ondersteuning nodig. Middels het aanbieden van de diverse maatwerkvoorzieningen worden inwoners handvatten aangeboden om te
blijven participeren in de samenleving, zodat iedereen - ook mensen met een beperking - mee kunnen blijven doen.
6.71 Maatwerkdienstverlening 18+
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zijn gemeenten verantwoordelijk voor het bieden van zorg en
ondersteuning, waarbij het de bedoeling is dat inwoners zo lang mogelijk mee kunnen doen aan de samenleving en zoveel als mogelijk
zelfstandig kunnen blijven wonen. Dit taakveld heeft betrekking op de verstrekking van voorzieningen, die op basis van een
beschikking worden verstrekt.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten en baten opgenomen die verband houden met de dienstverlening aan individuele cliënten met een
beperking. Deze maatwerkvoorzieningen kunnen worden ingezet voor ouderen, mensen met een fysieke- of verstandelijke beperking
en inwoners met psychische problematiek die zelfstandig wonen in Lelystad.
1. Huishoudelijke ondersteuning
Op basis van het principe 'schoon en leefbaar huis' kunnen inwoners in aanmerking komen voor huishoudelijke ondersteuning.
2. Ondersteuning thuis
Het gaat hierbij om het bieden van extra ondersteuning, zodat inwoners zelfstandig kunnen blijven functioneren. Naast ondersteuning
op het gebied van structuur en dagritme gaat het hierbij met name om praktische hulp bij taken gericht op het bevorderen, behouden
en vergroten van zelfredzaamheid.
3. Dagbesteding
Het gaat hierbij om het bieden van dagbesteding voor inwoners met complexe problematiek en een grote begeleidingsbehoefte.
4. Kortdurend verblijf / respijthuis
Er zijn diverse manieren om huisgenoten en mantelzorgers te ontlasten, bijvoorbeeld door dagbesteding te regelen of een vrijwilliger in
te schakelen die een paar uur de zorg voor de naaste overneemt. Soms is dat niet voldoende en kan er vanuit de Wmo kortdurend
verblijf worden ingezet om de mantelzorger te ontlasten. Bij kortdurend verblijf gaat het om logeren in een instelling gedurende
maximaal drie etmalen per week. Verder kan er gebruik worden gemaakt van het respijthuis dat in 2017 is geopend.
5. Maatwerkvoorziening inkomenssteun chronisch zieken
Het Rijk heeft met ingang van 2015 een aantal financiële compensaties voor chronisch zieken afgeschaft, omdat de tegemoetkoming
vaak niet op de juiste plek terecht kwam. De budgetten die hiermee zijn gemoeid zijn met een aanzienlijke korting overgeheveld naar
gemeenten, die daarmee gericht maatwerk kunnen bieden. In Lelystad worden deze middelen ingezet voor inwoners met een laag
inkomen die als gevolg van hun ziekte of handicap (veel) gebruik moeten maken van allerlei voorzieningen. Dit wordt gedaan door
middel van het aanbieden van een uitgebreide collectieve zorgverzekering .
6. Regiotaxi
Klanten met een indicatie voor Wmo- vervoer zijn in het bezit van een vervoerspas, waarmee zij kunnen reizen met Regiotaxi
Flevoland. Connexxion organiseert samen met verschillende vervoerders het vervoer voor Lelystad (in samenwerking met de provincie
Flevoland en de gemeenten Dronten, Noordoostpolder en Zeewolde).
-Uitvoeringsplan Wmo 2019 (raadsbehandeling eind 2018)
Kadernota Sociaal Domein 2019 - 2022 (raadsbehandeling begin 2019)
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 6. Sociaal domein
Programmabegroting 2019 – 2022 57
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -19.163 -17.237 -17.176 -17.236
Baten - - - -
N. den Os 0
Ja
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Samen met taakveld 6.82 Geescaleerde zorg 18- wordt er efficiente en passende ondersteuning geboden aan jeugdigen en
gezinnen, zodat zij zelfstandig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. De benodigde ondersteuning wordt tijdig en
nabij geboden, zo zwaar als nodig en lichter zodra het kan. Naast deze inhoudelijke doelstellingen, is het betaalbaar houden van
de jeugdhulp een belangrijk speerpunt. In het raadsprogramma is reeds opgenomen, dat het de komende jaren onontkoombaar is
om extra budget vanuit de algemene middelen in te zetten voor het tekort op jeugdhulp.
6.72 Maatwerkdienstverlening 18-
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van de Jeugdwet hebben gemeenten sinds 1 januari 2015 diverse verantwoordelijkheden op het gebied van de
Jeugdhulp. Dit taakveld heeft een directe relatie met taakveld '0.7 […] overige uitkeringen gemeentefonds', waarin de rijksbijdrage
voor de Jeugdhulp is opgenomen.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten opgenomen die horen bij alle vormen van jeugdhulp die door de gemeente als individuele (niet vrij
toegankelijke) voorziening worden aangemerkt. Het gaat daarbij om:
1. Jeugd- en gezinsteams
De Jeugd- en Gezinsteams zijn gevormd voor de ondersteuning van jeugdigen en gezinnen met complexere problematiek. De
vier Jeugd- en Gezinsteams werken gebiedsgericht, waarbinnen generalistische werkers met een brede expertise de ruimte en
bevoegdheid krijgen om ondersteuning op maat te arrangeren. Er is één aanspreekpunt voor het gezin: één gezin, één plan, één
regisseur. Samen met het gezin wordt bepaald wat de ondersteuningsbehoefte is, waarbij de professionals op het juiste moment
zwaardere -of juist lichtere- hulp kunnen inzetten.
2. Lokale specialistische jeugdhulp
Onder lokale specialistische jeugdhulp vallen dagbesteding, dagbehandeling, persoonlijke verzorging en kort verblijf. In verband
met de transformatie wordt een verschuiving verwacht van regionale- naar lokale specialistische jeugdhulp. Per 2018 valt jeugd
GGZ (behalve de essentiele/topspecialistische functies) ook onder lokale specialistische jeugdhulp.
3. Regionale specialistische jeugdhulp
Wanneer een probleem niet kan worden opgelost door het Jeugd en Gezinsteam en er geen geschikt lokaal zorgaanbod
aanwezig is wordt er specialistische, regionaal ingekochte, zorg geboden. Voor het beschikbaar hebben van deze zorg zijn
samenwerkingsafspraken gemaakt op regionaal niveau met de zes Flevolandse gemeenten op het gebied van jeugd-GGZ (de
essentiele/topspecialistische functies) en verblijf (klinisch jeugd GGZ, pleegzorg, residentiele jeugdhulp en jeugdzorgplus). Ook
zijn regionale afspraken gemaakt voor Veilig Thuis en Jeugdbescherming en - reclassering. Deze vormen van jeugdzorg vallen
onder het taakveld Geëscaleerde zorg 18-.
4. Landelijk transitiearrangement (LTA)
Namens gemeenten heeft de VNG afspraken gemaakt met landelijke jeugdhulpaanbieders met een specialistische functie.
5. Persoons Gebonden Budget (PGB) Jeugd
Op het moment dat jeugdigen en ouders in aanmerking komen voor jeugdhulp op basis van een individuele voorziening, kunnen
zij kiezen voor zorg in natura of een persoonsgebonden budget. De Jeugdwet stelt ten aanzien van het PGB een aantal
beperkende voorwaarden, wat maakt dat er steeds vaker wordt gekozen voor zorg in natura.
De komende periode zetten we ons in om het sociaal domein efficienter en effectiever te maken, waarbij we o.a. werken aan een
integrale aanpak, dwars door de drie domeinen en onderwijs heen, in verbinding met het preventieve werkveld. Binnen dit
taakveld en taakveld 4.3. Onderwijsbeleid en leerlingzaken zal een aanvalsplan voor de jeugdhulp en het onderwijs opgesteld
worden.
Kadernota Sociaal Domein 2019 - 2022 (raadsbehandeling begin 2019)
-Uitvoeringsplan Jeugdhulp 2018/2019 (raadsbehandeling eind 2018)
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 6. Sociaal domein
Programmabegroting 2019 – 2022 58
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -764 -764 -764 -764
Baten 75 75 75 75
N. den Os
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 6. Sociaal domein
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Gemeenten zijn met ingang van 2015 op grond van de Wmo verantwoordelijk voor maatschappelijke opvang en beschermd
wonen. De wet schrijft voor dat er op regionaal niveau met andere gemeenten samengewerkt dient te worden, indien dat voor een
doeltreffende en doelmatige uitvoering van deze wet noodzakelijk is. In de huidige uitvoering hebben de centrumgemeenten een
regierol en ontvangen hiervoor de financiële middelen van het Rijk. De centrumgemeente in de regio Flevoland is Almere.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten en baten opgenomen die betrekking hebben op het gebied van maatschappelijke opvang en
beschermd wonen. In aanvulling op de in de vorige taakvelden beschreven maatwerkvoorzieningen binnen de Wmo gaat het
binnen dit taakveld om de volgende zaken:
Dak- en thuislozenopvang
Het bieden van dag- en nachtopvang voor dak- en thuislozen wordt uitgevoerd binnen dit taakveld. Deze lasten worden deels door
Lelystad en deels door de centrumgemeente bekostigd.
Vrouwenopvang en huiselijk geweld
De ketensamenwerking huiselijk geweld wordt gecoördineerd binnen dit taakveld. Daarnaast worden er slachtoffers begeleid en
wordt er uitvoering gegeven aan door het Steunpunt huiselijk geweld opgelegde huisverboden.
Beschermd wonen
Met ingang van 2015 is beschermd wonen een gemeentelijke taak geworden, waarvoor de centrumgemeenten een rijksbijdrage
ontvangen. Het gaat hierbij om huisvesting en begeleiding van mensen met zware psychiatrische problematiek, die niet
zelfstandig kunnen wonen. In de aankomende jaren worden deze middelen overgeheveld naar de individuele gemeenten, waarbij
op dit moment door het Rijk en de VNG wordt onderzocht onder welke voorwaarden dit zal worden doorgevoerd.
Regionaal Kompas 2018 - 2019
-Uitvoeringsplan Wmo 2019 (raadsbehandeling eind 2018)
Kadernota Sociaal Domein 2019 - 2022 (raadsbehandeling begin 2019)
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Samen met de gemeenten Almere, Dronten, Noordoostpolder, Zeewolde en Urk is er een regionaal beleidsplan (Regionaal
Kompas) opgesteld, waarin het beleid voor de komende periode is vastgelegd.
6.81 Geëscaleerde zorg 18+
Beinvloedbaarheid lasten [ 40 % - 60 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Programmabegroting 2019 – 2022 59
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -3.154 -3.154 -3.154 -3.154
Baten - - - -
N. den Os
JaOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 6. Sociaal domein
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van de Jeugdwet hebben gemeenten sinds 1 januari 2015 diverse verantwoordelijkheden op het gebied van de
Jeugdhulp. Dit taakveld heeft een relatie met taakveld '0.7 […] overige uitkeringen gemeentefonds', waarin de rijksbijdrage voor de
Jeugdhulp is opgenomen.
De rijksbijdrage die de gemeente ontvangt neemt in de aankomende jaren verder af als gevolg van het gehanteerde verdeelmodel
en de oplopende rijksbezuinigingen. Het door de raad vastgestelde uitgangspunt is dat de gedecentraliseerde taken met de
daarvoor beschikbare rijksmiddelen worden uitgevoerd. Scherpe keuzes zijn noodzakelijk om de jeugdhulp op termijn binnen de
beschikbare middelen uit te kunnen voeren. De komende jaren is het onontkoombaar om extra budget vanuit de algemene
middelen in te zetten voor het tekort op jeugdhulp.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten opgenomen die horen bij alle vormen van jeugdhulp in het gedwongen kader en maatregelen gericht
op de veiligheid van kinderen en jeugdigen. Het gaat daarbij om:
1. Jeugdbescherming en - reclassering (JB/JR)
Dit zijn maatregelen die worden opgelegd na uitspraak van de kinderrechter. Voor het beschikbaar hebben van deze zorg zijn
samenwerkingsafspraken gemaakt op regionaal niveau met de zes Flevolandse gemeenten. JB/JR wordt ingekocht bij de
gecertificeerde instellingen. Komende periode blijven we inzetten op begeleiding zonder maatregel (drangmaatregelen of SAVE-
trajecten) om zo het aantal en duur van dwangmaatregelen JB/JR terug te dringen.
2. Veilig Thuis
Lelystad draagt bij aan het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling 'Veilig Thuis'. Er wordt ingezet op een
effectieve aanpak voor huiselijk geweld en kindermishandeling: van preventie en vroegsignalering, via opvang en herstel naar
nazorg en participatie. Vanaf 1 januari 2019 zullen de taken van Veilig Thuis als gevolg van de aanscherping van de Meldcode
huiselijk geweld en kindermishandeling uitgebreid worden met onder andere de radarfunctie.
Kadernota Sociaal Domein 2019 - 2022 (raadsbehandeling begin 2019)
-Uitvoeringsplan Jeugdhulp 2018/2019 (raadsbehandeling eind 2018)
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Samen met taakveld 6.72 Maatwerkdienstverlening 18- wordt er efficiente en passende ondersteuning geboden aan jeugdigen en
gezinnen, zodat zij zo veilig mogelijk opgroeien en zelfstandig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. De benodigde
ondersteuning wordt tijdig en nabij geboden, zo zwaar als nodig en lichter zodra het kan. Naast deze inhoudelijke doelstellingen,
is het betaalbaar houden van de jeugdhulp een belangrijk speerpunt. In het raadsprogramma is reeds opgenomen, dat het de
komende jaren onontkoombaar is om extra budget vanuit de algemene middelen in te zetten voor het tekort op jeugdhulp.
6.82 Geëscaleerde zorg 18-
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Programmabegroting 2019 – 2022 60
BBV indicatoren
Definitie: Het aantal banen, per 1.000
inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.
Bron: LISA
Definitie: het percentage jongeren
(12-21 jaar) dat met een delict voor
de rechter is verschenen.
Bron: Verwey Jonker Instituut -
Kinderen in Tel
(geen nieuwe gegevens beschikbaar)
Definitie: Het percentage kinderen tot
18 jaar dat in een gezin leeft dat van
een bijstandsuitkering moet
rondkomen.
Bron: Verwey Jonker Instituut -
Kinderen in Tel.
(geen nieuwe gegevens beschikbaar)
Definitie: Het percentage van de
werkzame beroepsbevolking ten
opzichte van de beroepsbevolking.
Bron: CBS - Arbeidsdeelname
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Flevoland 658 658 647 640 637 651 656
Lelystad 716 717 721 715 715 722 736
Nederland 745 744 739 735 738 744 758
635
655
675
695
715
735
755
775
Banen
2011 2012 2013 2014 2015
Flevoland 6,10 6,52 6,80 7,27 7,15
Lelystad 7,40 7,93 8,58 8,72 8,59
Nederland 5,53 5,66 6,15 6,47 6,58
-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Kinderen in een uitkeringsgezin
2011 2012 2013 2014 2015
Flevoland 3,14 2,67 2,51 2,10 1,49
Lelystad 3,71 3,04 3,14 2,14 2,19
Nederland 2,96 2,57 2,35 2,00 1,45
-
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
3,5
4,0
Jongeren met delict voor rechter
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Flevoland 68,1 67,6 66,4 64,9 66,0 67,0 67,7
Lelystad 65,3 63,5 62,6 60,9 62,9 63,5 63,1
Nederland 66,5 66,4 65,4 64,9 65,4 65,8 66,7
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
Netto arbeidsparticipatie
Programmabegroting 2019 – 2022 61
Definitie: Het percentage werkeloze
jongeren (16-22 jaar).
Bron: Verwey Jonker Instituut -
Kinderen in Tel
Geen nieuwe cijfers beschikbaar.
Definitie: Het aantal personen met een
bijstandsuitkering, per 10.000
inwoners.
Bron: CBS - Participatie Wet
Definitie: Het aantal re-
integratievoorzieningen, per 10.000
inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.
Bron: CBS - Participatie Wet
Definitie: Het percentage jongeren tot
18 jaar met jeugdhulp ten opzicht van
alle jongeren tot 18 jaar.
Bron: CBS - Beleidsinformatie Jeugd
2011 2012 2013 2014 2015
Flevoland 1,62 1,89 2,14 1,63 1,73
Lelystad 1,95 2,12 2,28 1,62 1,81
Nederland 1,17 1,21 1,35 1,27 1,52
-
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
Werkloze jongeren
2015 2016 2017
Flevoland 44 44 45
Lelystad 53 53 54
Nederland 41 41 42
40
42
44
46
48
50
52
54
56
Personen met bijstandsuitkeringen
2015 2016 2017
Flevoland 35 30
Lelystad 29 28 27
Nederland 31 26 27
25
27
29
31
33
35
37
Aantal re-integratievoorzieningen
1e helft 2015 2e helft 2015 1e helft 2016 2e helft 2016 1e helft 2017 2e helft 2017
Flevoland 7,8 8,4 8,2 9 8,8 9,1
Lelystad 8,6 8,9 8,7 9,7 9,3 9,7
Nederland 8,2 8,9 8,9 9,5 9,4 9,7
6,0
6,5
7,0
7,5
8,0
8,5
9,0
9,5
10,0
Jongeren met jeugdhulp
Programmabegroting 2019 – 2022 62
Definitie: Het percentage jongeren tot
18 jaar met een
jeugdbeschermingsmaatregel ten
opzichte van alle jongeren tot 18 jaar.
Bron: CBS - Beleidsinformatie Jeugd
Definitie: Het percentage jongeren
(12-22 jaar) met een
jeugdreclasseringsmaatregel ten
opzichte van alle jongeren (12-22
jaar).
Bron: CBS - Beleidsinformatie Jeugd
Definitie: Aantal per 1.000 inwoners in
de betreffende bevolkingsgroep. Een
maatwerkarrangement is een vorm
van specialistische ondersteuning
binnen het kader van de Wmo.
Bron: CBS – Monitor Sociaal Domein
Wmo
1e helft 2015 2e helft 2015 1e helft 2016 2e helft 2016 1e helft 2017 2e helft 2017
Flevoland 1,1 1,1 1,0 1,0 1,0 1,0
Lelystad 1,8 1,8 1,6 1,5 1,6 1,4
Nederland 1,2 1,2 1,2 1,1 1,1 1,1
0,0
0,5
1,0
1,5
2,0
Jongeren met jeugdbescherming
1e helft 2015 2e helft 2015 1e helft 2016 2e helft 2016 1e helft 2017 2e helft 2017
Flevoland 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4
Lelystad 0,7 0,6 0,5 0,5 0,5 0,3
Nederland 0,5 0,5 0,5 0,5 0,4 0,3
-
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
Jongeren met jeugdreclassering
1e helft 2015 2e helft 2015 1e helft 2016 2e helft 2016 1e helft 2017 2e helft 2017
Flevoland 45,0 44,0 44,0 44,0 45,0 46,0
Lelystad 39,0 52,0 54,0
Nederland 55,0 54,0 57,0 56,0 54,0 57,0
-
10,0
20,0
30,0
40,0
50,0
60,0
Cliënten met een maatwerkarrangement
Programmabegroting 2019 – 2022 63
Aanvullende lokale indicatoren
Definitie: Het percentage cliënten dat
aangeeft dat het Jeugd en gezinsteam
goed vindbaar is.
Bron: CEO Jeugd
Definitie: Het rapportcijfer dat cliënten
geven aan het Jeugd en gezinsteam.
Bron: CEO Jeugd
Definitie: Het rapportcijfer dat cliënten
geven aan het sociaal wijkteam.
Bron: CEO Wmo
Definitie: Het percentage cliënten dat
aangeeft dat het sociaal wijkteam
goed vindbaar is.
Bron: CEO Wmo
2016 2017
Lelystad 48 47
30
35
40
45
50
55
60
Percentage clienten dat aangeeft dat het Jeugd en Gezinsteam goed vindbaar is
2016 2017
Lelystad 6,60 6,70
6,0
6,1
6,2
6,3
6,4
6,5
6,6
6,7
6,8
Rapportcijfer Jeugd en Gezinsteam
2015 2016 2017
Lelystad 52 60 66
40
50
60
70
80
Percentage clienten dat aangeeft dat het Sociaal Wijkteam goed vindbaar is
2015 2016 2017
Lelystad 6,8 7,1 7,6
4
5
6
7
8
9
10
Rapportcijfer Sociaal Wijkteam
Programmabegroting 2019 – 2022 64
Definitie: Het cijfer dat aangeeft in
hoeverre gebruikers van de Wmo
tevreden zijn.
Bron: CEO Wmo
Definitie: Het percentage cliënten dat
aangeeft dat ze door de ontvangen
ondersteuning een betere kwaliteit van
leven hebben.
Bron: CEO Wmo
2015 2016 2017
Voorzieningen 7,5 7,2 7,7
Diensten 6,9 7,5 7,6
4
5
6
7
8
9
10
Tevredenheid van gebruikers van Wmo
2015 2016 2017
Lelystad 59 66 70
Nederland 74 75
0
10
20
30
40
50
60
70
80
Percentage clienten dat aangeeft dat ze door de ontvangen ondersteuning een betere kwaliteit van leven hebben
Programmabegroting 2019 – 2022 65
7. Volksgezondheid en milieu
De taakvelden binnen het cluster ‘7. Volksgezondheid en milieu’ hebben betrekking op volksgezondheid,
riolering, afval, begraafplaats en milieu. In de tabel hierboven wordt per taakveld inzicht geboden in de
bijbehorende lasten en baten.
In de tabellen hieronder wordt vervolgens per taakveld aanvullende informatie geboden, bijvoorbeeld over
de aard van de activiteiten, de beïnvloedbaarheid van de budgetten en de verantwoordelijke
portefeuillehouder(s). Indien van toepassing wordt er ingegaan op de concrete doelstellingen voor 2019
en/of de bij het taakveld betrokken verbonden partijen. Na de beschrijving van deze taakvelden worden
de bij ministeriële regeling verplicht op te nemen beleidsindicatoren gepresenteerd, aangevuld met een
aantal lokale beleidsindicatoren.
7. Volksgezondheid en milieu(Bedragen x €1.000)
Lasten
7.1 Volksgezondheid -3.122 -3.122 -3.122 -3.122
7.2 Riolering -5.275 -5.715 -6.155 -6.155
7.3 Afval -7.204 -7.141 -7.141 -7.141
7.4 Milieubeheer -4.075 -3.901 -3.826 -3.826
7.5 Begraafplaatsen en crematoria -178 -185 -186 -183
Totaal Lasten -19.855 -20.063 -20.429 -20.427
Baten
7.2 Riolering 5.606 6.046 6.486 6.486
7.3 Afval 9.437 9.437 9.437 9.437
7.4 Milieubeheer 39 39 39 39
7.5 Begraafplaatsen en crematoria 439 447 449 464
Totaal Baten 15.521 15.968 16.410 16.425
Eindtotaal -4.334 -4.095 -4.019 -4.001
2019 2020 2021 2022
Programmabegroting 2019 – 2022 66
Duiding taakvelden binnen dit cluster
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -3.122 -3.122 -3.122 -3.122
Baten - - - -
E. van Wageningen 0
Nee
7.1 Volksgezondheid
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van de Wet publieke gezondheid heeft de gemeente diverse wettelijke taken en verantwoordelijkheden, waaronder de
uitvoering van de Jeugdgezondheidszorg en het instellen en instandhouden van een gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD).
Om efficiënter te kunnen werken hebben gemeenten samenwerkingsverbanden afgesloten. De GGD Flevoland is de
gemeentelijke gezondheidsdienst van de gemeenten Almere, Dronten, Lelystad, Noordoostpolder, Urk en Zeewolde.
Wat doen we binnen dit taakveld?
Binnen dit taakveld zijn de lasten opgenomen die verband houden met de wettelijke basistaken op het gebied van
volksgezondheid. De meeste van deze taken worden op basis van een gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd door
GGD Flevoland.
Monitoring, signalering en advisering
Inzicht in de gezondheidstoestand van de bevolking (onderzoek, monitoring), vroegtijdige signalering gezondheidsrisico's,
beleidsadvisering publieke gezondheid, advisering over effectieve preventieprogramma's en gezondheidsbevordering.
Jeugdgezondheidszorg
Het basispakket Jeugdgezondheidszorg wordt uitgevoerd door Icare JGZ en GGD JGZ en wordt actief aangeboden aan alle
kinderen en jongeren tot 18 jaar (het gaat hierbij om het systematisch volgen en beoordelen van de ontwikkeling, het signaleren
van problemen en vroegtijdig opsporen van specifieke stoornissen, het geven van preventieve voorlichting, advies, instructie en
begeleiding en dergelijke).
Uitvoering taken gezondheidsbescherming
Infectieziektebestrijding, waaronder bestrijding van tuberculose en preventie en bestrijding van seksueel overdraagbare
aandoeningen. Advisering en toezicht op het gebied van Technische hygiënezorg (THZ) en Milieu en Gezondheid (MMK).
Publieke gezondheid bij incidenten, rampen en crises
Op basis van de Wet Veiligheidsregio's is er een GGD Rampen Opvang Plan (GROP) opgesteld. Het gaat hierbij om zaken als
infectieziektebestrijding, medische milieukunde, gezondheidsonderzoek en psychosociale hulpverlening bij ongevallen en
rampen.
Naast de diverse wettelijke taken wordt binnen dit taakveld ook ingezet op het stimuleren van een gezonde leefstijl en preventie,
wat verder vorm krijgt door de gezamenlijke aanpak in de wijk met organisaties en netwerken op het gebied van zorg en welzijn.
GR GGD FlevolandGGD begroting 2017
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 7. Volksgezondheid en milieu
Programmabegroting 2019 – 2022 67
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -5.275 -5.715 -6.155 -6.155
Baten 5.606 6.046 6.486 6.486
N. den Os
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 7. Volksgezondheid en milieu
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van de Wet milieubeheer hebben gemeenten een afvalwaterzorgplicht en op basis van de Waterwet hebben
gemeenten een hemelwaterzorgplicht en een grondwaterzorgplicht. De uitwerking van deze zorgplichten dient iedere gemeente
uit te werken in een zogeheten Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP), waarin de bijbehorende kosten inzichtelijk worden gemaakt
evenals de dekking (in de vorm van rioolheffing).
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten en baten opgenomen die samenhangen met de taken op het gebied van afvalwater en
waterhuishouding. Het gaat hierbij om de opvang en verwerking van afval- en hemelwater, de inzameling en het transport van
huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater en het voorkomen van grondwaterproblemen, onder meer door afvoer van overtollig
grondwater.
Naast het dagelijks onderhoud en het uitvoeren van inspectie gaat het hierbij ook om het voorzien van kosten die horen bij het
groot onderhoud. De baten hebben betrekking op de inkomsten uit de rioolheffing, die geheven wordt bij particulieren. De bijdrage
voor het riool vanuit de bedrijven c.q. de niet-woningen ontvangt de gemeente via de ozb.
Bij de berekening van de kostendekkendheid van de rioolheffing worden naast bovenstaande directe kosten, ook de toerekenbare
BTW en de -bedrijfsvoeringskosten betrokken. Op basis van het GRP 2016 t/m 2021 zal binnen de looptijd van dit GRP een
actualisatie van de tarieven worden doorgevoerd, waarin 100% kostendekkendheid het uitgangspunt is.
-Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2016 - 2021
Integraal Grootonderhoud Openbare Ruimte (I-GOR)
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Voldoen aan de gemeentelijke zorgplichten op gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater zonder dat er overlast onstaat
voor bewoners en gebruikers.
7.2 Riolering
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Programmabegroting 2019 – 2022 68
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -7.204 -7.141 -7.141 -7.141
Baten 9.437 9.437 9.437 9.437
E. van Wageningen
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 7. Volksgezondheid en milieu
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van de Wet milieubeheer heeft de gemeente verplichtingen op het gebied van het inzamelen- en verwerken van
afvalstoffen. De gemeente rekent de kosten door aan de inwoners in de vorm van de afvalstoffenheffing, die in Lelystad 100%
kostendekkend is.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten en baten opgenomen die verband houden met de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval,
de handhaving van het afvalbeleid en de inningskosten. HVC voert een belangrijk deel van deze wettelijke taken uit op het gebied
van inzameling en verwerking. De baten hebben betrekking op de inkomsten uit de afvalstoffenheffing en de inkomsten uit
waardevolle afvalstromen, zoals oud papier en plastic.
Bij de berekening van de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing worden naast bovenstaande directe kosten, ook de
kwijtscheldingen afvalstoffenheffing, toerekenbare BTW en -bedrijfsvoeringskosten betrokken en vindt een doorbelasting plaats
op het gebied van Handhaving en Reiniging. De beïnvloedbaarheid van de lasten is beperkt en de beïnvloedbaarheid van de baten
wordt beperkt door de maximaal toegestane kostendekkendheid van 100%.
NV HVCAfvalstoffenbeleidsplan 2015
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Uitvoering geven aan aan de ambities als vastgelegd in het beleidskader Van Afval Naar Grondstof (VANG), die moeten leiden tot
75% afvalscheiding in 2020 met maximaal 100 kg restafval per inwoner. Beoogd effect: vermindering hoeveelheid restafval en
toename hoeveelheid ingezamelde grondstoffen.
7.3 Afval
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % - 20 %]
Programmabegroting 2019 – 2022 69
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -4.075 -3.901 -3.826 -3.826
Baten 39 39 39 39
J. van den Heuvel 0
Nee
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
De energietransitie wordt ook in Lelystad steeds concreter en daarom bereiden we de overgang voor naar een aardgasvrije
samenleving. De periode tot 2050 staat in het teken van het, zoveel als mogelijk, naar nul op de meter brengen van woningen /
bedrijven. De opgave, de mogelijkheden en de relaties met andere opgaven in de stad worden vastgelegd in een warmtevisie.
Uiteindelijk zal op wijkniveau een warmteplan worden opgesteld, waaruit zal blijken welke vorm de energietransitie zal krijgen en
wat de gevolgen daarvan zullen zijn voor bewoners en bedrijven.
7.4 Milieubeheer
Beinvloedbaarheid lasten [ 20 % - 40 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
De gemeente heeft diverse wettelijke verplichtingen op grond van de Wet milieubeheer, de Woningwet, de Wet
bodembescherming en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Daarnaast worden binnen dit taakveld diverse
activiteiten uitgevoerd op het gebied van duurzaamheid en ondersteunt de gemeente inwoners op het gebied van asbestsanering
van dakbedekking, op basis van het wettelijke verbod met ingang van 2024.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten en baten opgenomen die verband houden met de uitvoering van wettelijke taken op het gebied van
milieu. Daarnaast maakt de gemeentelijke inzet op het gebied van duurzaamheid en de ondersteuning van inwoners bij de
sanering van asbestdaken ook onderdeel uit van dit taakveld.
Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV)
De OFGV verzorgt sinds 1 januari 2013 milieutaken en brandveilig gebruik op het gebied van vergunningverlening, toezicht en
handhaving. Onder de taken van de omgevingsdienst vallen: het uitvoeren van de (coördinatie van)milieutoezicht, het toezicht op
brandveilig gebruik, het behandelen van milieuklachten en de toezicht op bodemkwaliteit, plus het juridisch vervolg op
overtredingen.
Handhaving en toezicht
Een deel van de taken die voortvloeien uit het Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) maken eveneens onderdeel uit van dit
taakveld. Het gaat daarbij in dit taakveld om het uitvoeren van ondermeer toezicht kamerverhuur, wet kinderopvang en woningwet.
Daarnaast gaat het over bouw- en slooptoezicht in combinatie met nieuwbouw, het uitvoeren van controles op constructieve
veiligheid van bouwwerken en dergelijke. Daarnaast hebben de lasten betrekking op juridische ondersteuning, bijvoorbeeld bij
complexe vergunningaanvragen. Hier is ook nadrukkelijk een link met het taakveld wonen en bouwen (8.3) waar de
omgevingsvergunningen worden verleend.
Duurzaamheid
Op basis van het Uitvoeringsplan Duurzaamheid Lelystad 2017 - 2020 heeft de raad middelen toegekend voor de jaarschijven
2017 en 2018, waarbij tegelijkertijd is besloten het duurzaamheidsbeleid als een regulier beleidsveld te behandelen. Bij de
behandeling van de kadernota 2018 - 2021 heeft de raad via amendement A9 besloten dat het duurzaamheidsbeleid in de
meerjarenbegroting moet worden opgenomen, wat in deze programmabegroting 2018 - 2021 vervolgens wordt geeffectueerd.
Asbestproblematiek
Met ingang van 2024 geldt er een verbod op asbesthoudende dakbedekking. De gemeente heeft hierbij de taak om inwoners te
informeren en zal hier ter zijner tijd op gaan handhaven. Ter ondersteuning van inwoners die hiermee worden geconfronteerd zijn
er middelen geraamd ter dekking van advies- en ondersteuningskosten en biedt de gemeente huiseigenaren de mogelijkheid een
lening af te sluiten voor de vervanging van asbesthoudende daken.
De beïnvloedbaarheid van deze lasten en baten is (op het onderdeel duurzaamheid en asbestproblematiek na) vrij beperkt,
aangezien het voornamelijk de uitvoering van wettelijke taken betreft.
Omgevingsdienst Flevoland, Gooi- en VechtstreekUitvoeringsplan Duurzaamheid Lelystad 2017 - 2020
Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP)
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 7. Volksgezondheid en milieu
Programmabegroting 2019 – 2022 70
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -178 -185 -186 -183
Baten 439 447 449 464
N. den Os
Nee
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Een gemeentelijke begraafplaats die voldoende ruimte biedt voor het respectvol begraven van overledenen, het bijzetten van
asbussen/-urnen, het verstrooien van as en het bieden van een voor de nabestaanden nette en rustige omgeving om hun
overledenen te herdenken.
7.5 Begraafplaatsen en crematoria
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % - 20 %]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van de Wet op de lijkbezorging heeft de gemeente diverse wettelijke verplichtingen, zoals het hebben van een
begraafplaats.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de lasten en baten opgenomen die verband houden met de exploitatie van de gemeentelijke begraafplaats. Bij
de berekening van de kostendekkendheid van de begraafexploitatie worden naast directe kosten, ook de toerekenbare
bedrijfsvoeringskosten betrokken en vindt egalisatie plaats via de reserve. De beïnvloedbaarheid van de lasten hangt samen met
het nagestreefde kwaliteitsniveau van de begraafplaats. De beïnvloedbaarheid van de baten wordt beperkt door de maximale
kostendekkendheid van 100%.
-Begraafplaatsexploitatie 2015 - 2035
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 7. Volksgezondheid en milieu
Programmabegroting 2019 – 2022 71
BBV indicatoren
Definitie: De hoeveelheid restafval per
bewoner per jaar (kg).
Bron: CBS - Statistiek Huishoudelijk
afval.
(geen nieuwe gegevens beschikbaar)
Definitie: Hernieuwbare elektriciteit is
elektriciteit die is opgewekt uit wind,
waterkracht, zon of biomassa.
Bron: Rijkswaterstaat Klimaatmonitor
Door aanscherping van de cijfers en
het gebruik van extra bronnen zijn
diverse waarden van de indicator
‘Hernieuwbare elektriciteit’ gewijzigd.
Aanvullende lokale indicatoren
Definitie: Percentage inwoners dat
eigen gezondheid in het algemeen als
“goed” beoordeeld.
Bron: Gemeente Lelystad:
Leefsituatie
2011 2012 2013 2014 2015 2016
Flevoland 214 213 204 199 192 185
Lelystad 224 217 213 209 211 209
Nederland 228 217 210 205 200 189
180
190
200
210
220
230
240
Huishoudelijk restafval
2011 2012 2013 2014 2015 2016
Lelystad 70 74 86 82 89 84
Nederland 11 12 11 10 12 13
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Hernieuwbare elektriciteit
2012 2014 2017
Lelystad 78 79 80
70
75
80
85
90
Percentage inwoners dat eigen gezondheid in het algemeen als “goed” beoordeelt
Programmabegroting 2019 – 2022 72
8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
De taakvelden binnen het cluster ‘8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing’
hebben betrekking op ruimtelijke ordening, grondexploitaties van niet- bedrijventerreinen en de
beleidsterreinen wonen en bouwen. In de tabel hierboven wordt per taakveld inzicht geboden in de
bijbehorende lasten en baten.
In de tabellen hieronder wordt vervolgens per taakveld aanvullende informatie geboden, bijvoorbeeld over
de aard van de activiteiten, de beïnvloedbaarheid van de budgetten en de verantwoordelijke
portefeuillehouder(s). Indien van toepassing wordt er ingegaan op de concrete doelstellingen voor 2019
en/of de bij het taakveld betrokken verbonden partijen. Na de beschrijving van deze taakvelden worden
de bij ministeriële regeling verplicht op te nemen beleidsindicatoren gepresenteerd, aangevuld met een
aantal lokale beleidsindicatoren.
8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en (Bedragen x €1.000)
Lasten
8.1 Ruimtelijke ordening -2.068 -1.890 -1.859 -1.859
8.2 Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen) -12.602 -14.590 -9.748 -13.189
8.3 Wonen en bouwen -1.744 -1.377 -1.219 -1.219
Totaal Lasten -16.414 -17.857 -12.826 -16.267
Baten
8.1 Ruimtelijke ordening 50 50 50 50
8.2 Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen) 12.601 14.590 9.748 13.188
8.3 Wonen en bouwen 1.500 1.500 1.150 1.150
Totaal Baten 14.151 16.140 10.948 14.388
Eindtotaal -2.262 -1.718 -1.879 -1.879
2019 2020 2021 2022
Programmabegroting 2019 – 2022 73
Duiding taakvelden binnen dit cluster
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -2.068 -1.890 -1.859 -1.859
Baten 50 50 50 50
P. Schot 0
NeeOnderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van de Wet Ruimtelijke ordening hebben gemeenten diverse taken gericht op de bewoonbaarheid van het land en de
bescherming en verbetering van het leefmilieu. De gemeente richt zich in dit kader op onderzoeken van maatschappelijk
relevante ontwikkelingen en het formuleren, monitoren en actualiseren van strategisch ruimtelijk beleid in de integrale
(desgewenst intergemeentelijke) structuurvisie, bestemmingsplannen of aspecten daarvan.
Wat doen we binnen dit taakveld?
Tot dit taakveld behoren de lasten die verband houden met de uitvoering van wettelijke taken op grond van de Wet ruimtelijke
ordening. Het gaat hierbij om de voorbereiding- en vaststelling van structuurplannen en -visies, het opstellen en actualiseren van
bestemmingsplannen, gebiedsontwikkeling en het uitvoering geven aan een faciliterend grondbeleid. Ook het het planologisch
mogelijk maken van nieuwe initiatieven en afhandelen van bezwaar en beroep Wro (in verband met bestemmingsplannen en
planschade) hoort tot dit taakveld.
Daarnaast wordt gewerkt aan het voorbereiden van de gemeentelijke organisatie op de invoering van de Omgevingswet.
Nota stedelijke vernieuwing op uitnodiging 2015 - 2018
OFGVStructuurplan Lelystad 2015
Lichte actualisatie structuurplan 2015
Woonvisie Lelystad 2016 - 2020
Startnota Omgevingsvisie Lelystad 2030
Veiligheidsregio
GGD, GGZ
Provincie Flevoland
Omliggende gemeenten
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
In 2018 staat de voorbereiding op de invoering van de Omgevingswet centraal. Uitgangspunten daarvoor zijn:
Koersvast
Er wordt uitgegaan van een pragmatische aanpak, waarbij het bestaande en de Lelystadse situatie als uitgangspunt dient voor
verdere ontwikkelingen.
Leren door te doen, waarbij de burger als gebruiker centraal staat
Veel zaken zijn nog in ontwikkeling en het werken in geest van de wet zal gaande weg vorm en inhoud moeten krijgen.
Tijdige implementatie
Vanuit de ambities is gekozen voor een middenpositie. Dat houdt in dat wij het minimale regelen om te kunnen werken binnen de
Omgevingswet plus een extra inspanning verrichten om ons huidige gewenste dienstverleningsniveau op peil te houden.
Prioriteit aan het opstellen van de Omgevingsvisie
Concreet wordt ingezet op het opstellen van de Omgevingsvisie (op basis van de vastgestelde strategische hoofdopgaven), het
inventariseren van de wet- en regelgeving (ofwel de gemeentelijke beleidsregels en verordeningen), het op doen van ervaring met
een omgevingsplan door een pilot uit te voeren en het opstarten van het digitale programma.
8.1 Ruimtelijke ordening
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Programmabegroting 2019 – 2022 74
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -12.602 -14.590 -9.748 -13.189
Baten 12.601 14.590 9.748 13.188
J. van den Heuvel
Nee
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Conform het door de raad vastgestelde uitgiftescenario wordt er voor 2019 ingezet op een verkoop van circa 200 kavels voor
woningen.
8.2 Grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen)
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % ]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Activiteiten die gericht zijn op het scheppen van fysieke condities voor woningbouw zijn, behoudens sociale woningbouw, geen
wettelijke taak, maar dragen wel bij aan de (verdere) ontwikkeling van de stad. Het zorgdragen voor een goede ruimtelijke
ordening is echter wel een wettelijke taak.
Wat doen we binnen dit taakveld?
De gemeentelijke grondexploitatie woningbouw is in essentie gericht op de verwerving, productie en levering van bouwrijpe grond
als ondersteuning van de ruimtelijke doelen op het gebied van wonen en leven. Het draagt zorg voor bedrijfseconomische
optimalisatie bij het ontwikkelen van plannen en advisering over de financieel economische gevolgen. Hierbij heeft de gemeente
de taak om voor het actieve grondbeleid voldoende grond beschikbaar te hebben, waarbij er verantwoord wordt omgegaan met
de risico’s die samenhangen met het exploiteren van gronden. Het grondbeleid ondersteunt de ruimtelijke doelen die de
gemeenteraad heeft gesteld.
De directe beïnvloedbaarheid van de gemeentelijke grondexploitatie (niet-bedrijventerreinen) is beperkt en verloopt via de
gemeentelijke woningbouwprogrammering. Wijzigingen kunnen aanzienlijke gevolgen hebben op de balanspositie en risico's. De
inkomsten zijn sterk afhankelijk van de marktontwikkelingen. In de afgelopen jaren zijn als gevolg van de marktomstandigheden
diverse grondposities uit exploitatie genomen op grond van wettelijke regels. Hierdoor zijn forse bedragen afgeboekt cq.
voorzieningen getroffen en zijn er diverse maatregelen genomen. De aan de grondexploitaties toegerekende
bedrijfsvoeringkosten en de interne uren zijn gebaseerd op het door de raad vastgestelde middenscenario.
Verordening grond- en grondontwikkeling
-MPG 2019 (jaarrekening)
Nota grondbeleid gecombineerd met uitgifte en grondprijsbeleid
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Gemeentelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
Programmabegroting 2019 – 2022 75
Bedrag x €1.000
2019 2020 2021 2022
Lasten -1.744 -1.377 -1.219 -1.219
Baten 1.500 1.500 1.150 1.150
J. Sparreboom P. Schot
Ja
Wat willen we bereiken binnen dit taakveld?
Er wordt een substantiële bijdrage geleverd aan de doelstellingen uit de woonvisie Lelystad 2016-2020; 'goede en betaalbare
woningen voor iedereen en goede woningen in prettige en gewilde woonwijken'. In lijn met het raadsprogramma wordt op
stadsniveau gestuurd op de verhouding tussen sociale huurwoningen en al het andere aanbod (koopwoningen, vrije sector huur)
in de verhouding 30%/70%. Conform het raadsprogramma maken we afspraken met de woningcorporaties over het realiseren
van nieuwe sociale huurwoningen voor doelgroepen voor wie de wachttijden het langst zijn en/of om een doorstroom op gang te
kunnen brengen. Binnen het marktsegment worden vooral ontwikkelingen in de middeldure huursector en koopwoningen in de
categorie € 170.000-€ 270.000 gestimuleerd. Er wordt voorrang gegeven aan nieuwbouw op onafgemaakte plekken in de stad,
waaronder Warande, het Stadshart en Bataviahaven. Dit moet er mede aan bijdragen dat Lelystad aantrekkelijk wordt en blijft
voor mensen met economische en/of maatschappelijk binding aan Lelystad om hier te komen wonen of te blijven wonen. In lijn
met het raadsprogramma wordt onderzocht wat nodig is om de wijken die gebouwd zijn in de jaren 70 en 80 te vitaliseren en te
verduurzamen. Er wordt actief beleid gevoerd dat is gericht op de leefbaarheid in die wijken. Conform raadsprogramma wordt bij
stadsrenovatie er naar gestreefd om te komen tot een betere verhouding tussen huur- en koopwoningen. Nieuwe woonvormen
voor bijvoorbeeld ouderen die een bijdrage kunnen leveren aan het voor elkaar kunnen zorgen en het tegengaan van
eenzaamheid (en daarmee het verminderen van de zorgvraag) krijgen ruimte. In 2019 zal tevens verder gewerkt worden aan het
terugdringen van illegale kamerverhuur.
In 2019 zal de voorbereidingen op de Omgevingswet verder worden opgepakt, waarbij gedacht moet worden aan het opstellen
van de Omgevingsvisie, het screenen van verordeningen en beleidsregels, zodat deze uiteindelijk 'Omgevingsgwet-proof' zullen
zijn. Tegelijkertijd zal er in 2019 gewerkt worden aan het verder verbeteren van de dienstverlening.
8.3 Wonen en bouwen
Beinvloedbaarheid lasten [ 0 % - 20 %]
Beinvloedbaarheid baten [ 0 % ]
Gerelateerde beleidsnota's Gerelateerde verbonden partijen
Context van het taakveld
Op basis van de Woningwet en de Huisvestingswet hebben gemeenten diverse wettelijke taken uit te voeren op het gebied van
wonen en bouwen. Zo moeten gemeenten beschikken over een actueel en vastgesteld woonbeleid, bijvoorbeeld in de vorm van
een woonvisie. Daarnaast schrijft de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) gemeenten voor hoe om te gaan met de
omgevingsvergunningen voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. De wet- en regelgeving op dit terrein is
volop in beweging, zo werken het Rijk en gemeenten al enkele jaren aan een stelselherziening van het omgevingsrecht. Op dit
moment wordt uitgegaan van de inwerkingstreding van de omgevinsgwet in 2021. Zie ook 8.3. Ruimtelijke Ordening. Het taakveld
wonen en bouwen heeft relaties met diverse andere taakvelden waaronder maatwerkvoorzieningen (WMO), grondexploitatie en
openbaar groen en (openlucht) recreatie. Er wordt binnen dit taakveld samengewerkt met woningcorporaties, bewoners,
projectontwikkelaars, particuliere verhuurders, makelaars, institutionele beleggers, bouwbedrijven, andere gemeenten, de
provincie, huurdersorganisaties etc.
Wat doen we binnen dit taakveld?
In dit taakveld zijn de baten en lasten opgenomen die samenhangen met de beleidsterreinen wonen en bouwen.
Wonen
Er wordt binnen dit taakveld uitvoering gegeven aan het gemeentelijk woonbeleid, door middel van de woonvisie Lelystad 2016-
2020. Deze visie vormt de basis voor het maken van nieuwe jaarlijkse prestatieafspraken met de woningcorporaties en
huurdersorganisaties en wordt onder andere gebruikt voor de totstandkoming van de woningbouwprogrammering die gebruikt
wordt als onderlegger voor het Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG). De uitvoering van de woonvisie vindt plaats in nauwe
samenwerking met tal van partners en het gemeentelijk handelen is erop gericht plannen en initiatieven van anderen zo goed
mogelijk te ondersteunen en te stimuleren. Daarnaast verstrekt het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) diverse leningen in
opdracht van de gemeente Lelystad, denk aan de starterslening en de blijverslening. Ook wordt uitvoering gegeven aan de
Huisvestingswet met een in 2019 in te voeren huisvestingsverordening.
Bouwen
Er wordt uitvoering gegeven aan de Wabo, waarbij de gemeente diverse taken heeft op het gebied van
omgevingsvergunningverlening, zoals constructieve veiligheid, ruimtelijke inpasbaarheid en rekeninghoudend met
milieuaspecten. Naast deze uitvoeringskosten ontvangt de gemeente legesopbrengsten vanuit de verstrekte
omgevingsvergunningen.
De beïnvloedbaarheid van deze lasten en baten is vrij beperkt, aangezien het voornamelijk de uitvoering van wettelijke taken
betreft.
Nota stedelijke vernieuwing op uitnodiging 2015 - 2018
OFGVStructuurplan Lelystad 2015
Lichte actualisatie structuurplan 2015
Woonvisie Lelystad 2016 - 2020
Beleidsplan Wonen, Welzijn en Zorg in Lelystad 2016 - 2020
Veiligheidsregio
Onderdeel begrotingsmonitor 2019:
Aard activiteiten: Wettelijk
Portefeuillehouder(s):
Cluster: 8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
Programmabegroting 2019 – 2022 76
BBV indicatoren
Definitie: De gemiddelde WOZ waarde
van woningen.
Bron: CBS - Statistiek Waarde
Onroerende Zaken
Definitie: Het aantal
nieuwbouwwoningen, per 1.000
woningen.
Bron: ABF research - Systeem
Woningvoorraad
(geen nieuwe gegevens beschikbaar)
Definitie: De som van het aantal
personen van 0 tot 15 jaar en 65 jaar
of ouder in verhouding tot de personen
van 15 tot 65 jaar.
Bron: CBS – Bevolkingsstatistiek
Definitie: Het gemiddelde totaalbedrag
in euro's per jaar dat een
éénpersoonshuisouden betaalt aan
woonlasten (onroerendezaak
belasting plus de afvalstoffen- en
rioolheffing).
Bron: COELO, Groningen
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Flevoland 201 197 191 183 179 180 185
Lelystad 186 180 172 165 159 159 163
Nederland 237 232 223 211 206 209 216
155
165
175
185
195
205
215
225
235
245
Gemiddelde WOZ-waarde woningen
2012 2013 2014 2015 2016
Flevoland 6,9 7,5 6,2 6,8 8,2
Lelystad 4,6 4,4 1,3 2,4 4,1
Nederland 6,6 6,6 6 6,4 7,2
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Nieuwbouw per 1.000 woningen
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Flevoland 61,4 62,1 62,5 63,1 63,5 64,0 64,6 65,1
Lelystad 58,9 61,0 63,0 64,6 66,4 68,1 70,0 71,2
Nederland 64,0 65,1 66,2 67,0 67,9 68,5 69,0 69,6
50
55
60
65
70
75
Demografische druk
2014 2015 2016 2017 2018
Flevoland 667 681 699 715 727
Lelystad 573 601 632 652 657
Nederland 627 644 651 644 649
500
550
600
650
700
750
Woonlasten éénpersoonshuishouden
Programmabegroting 2019 – 2022 77
Definitie: Het gemiddelde totaalbedrag
in euro's per jaar dat een
meerpersoonshuisouden betaalt aan
woonlasten (onroerendezaak
belasting plus de afvalstoffen- en
rioolheffing).
Bron: COELO, Groningen
Aanvullende lokale indicatoren
Definitie: Gemiddelde rapportcijfer
‘leefbaarheid in de buurt’
Bron: Gemeente Lelystad, Wonen,
Leefbaarheid en Veiligheid
* Voorlopige cijfers
2014 2015 2016 2017 2018
Flevoland 691 713 729 744 757
Lelystad 657 723 732 760 769
Nederland 698 714 723 723 721
600
620
640
660
680
700
720
740
760
780
Woonlasten meerpersoonshuishouden
2011 2013 2015 2017*
Lelystad 7,26 7,22 7,30 7,14
7,0
7,1
7,2
7,3
7,4
Gemiddelde rapportcijfer ‘leefbaarheid in de buurt’
Programmabegroting 2019 – 2022 78
2.3 Paragrafen
1. Lokale heffingen
In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de verschillende gemeentelijke belastingen, heffingen en
rechten en wordt ingegaan op de consequenties daarvan voor de inwoners en bedrijven. Deze
gemeentelijke belastingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente.
Volgens artikel 10 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) bevat de paragraaf lokale heffingen
te minste de onderstaande punten:
- de beleidsuitgangspunten ten aanzien van de lokale heffingen;
- de geraamde inkomsten;
- een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe bij
de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt
bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden, wat de
beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze
uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd;
- een aanduiding van de lokale lastendruk;
- een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.
Beleidsuitgangspunten
In de kaderbrief 2019 – 2022 geeft de gemeenteraad richting aan de inhoudelijke en financiële strategie
van de gemeente Lelystad voor de komende jaren. De voorgestelde richtinggevende kaders leiden tot
besluiten om een programmabegroting voor 2019 op te stellen.
De door de gemeenteraad aangegeven richting leidt tot de volgende uitgangspunten voor de
verschillende tarieven:
- De ozb-opbrengst wordt gecorrigeerd met het indexpercentage van 1,75 % en een correctie voor
areaalvergroting;
- De tarieven van de rioolheffing voor woningen aan te laten sluiten bij het besluit rioolheffing GRP,
die op termijn voorziet in een 100% kostendekkende rioolheffing. De rioolheffing voor niet-
woningen worden conform door de gemeenteraad gestelde voorwaarden apart opgelegd;
- De tarieven voor de afvalstoffenheffing worden berekend op basis van een 100%
kostendekkende afvalstoffenheffing.
- Het tarief van de hondenbelasting wordt één keer in de twee jaar met €2,26 aangepast. Op 1
januari 2018 heeft een verhoging van dit tarief plaatsgevonden, zodat voor het jaar 2019 geen
verhoging van het tarief plaatsvindt.
- Precariobelasting kan nog tot en met 2021 worden geheven, daarna vervalt de precariobelasting
voor openbare werken van algemeen nut;
- De legestarieven 2018 worden gecorrigeerd met het indexpercentage van 1,75%, tenzij wettelijke
voorschriften dit verhinderen of gemotiveerd wordt afgeweken;
- De tarieven van de lijkbezorgingrechten worden gecorrigeerd met het indexpercentage van
1,75%;
- De tarieven marktgelden worden gecorrigeerd met het indexpercentage van 1,75%;
- De tarieven liggelden Bataviahaven overeenkomstig te laten zijn met de tarieven van omliggende
Lelystadse havens;
- De Bedrijveninversteringzone (BIZ) Larserpoort is in 2017 ingegaan. De BIZ-bijdrage wordt
geheven van de eigenaar naar een vast bedrag per belastingobject voor een periode van 5 jaar;
De reclamebelasting Stadshart Lelystad is in 2018 ingegaan. Het Ondernemersfonds wordt gevoed
vanuit het instellen van een reclamebelasting, waarbij de gemeente een heffing instelt en de opbrengst,
onder inhouding van de gemeentelijke kosten, als subsidie uitkeert.
Programmabegroting 2019 – 2022 79
Geraamde inkomsten
In onderstaande tabel zijn de inkomsten uit de lokale heffingen opgenomen zoals die binnen de gemeente
Lelystad begroot zijn. Deze worden vervolgens per onderdeel toegelicht.
1. De BIZ-opbrengst wordt als
een subsidie worden uitgekeerd
onder inhouding van de
gemeentelijke kosten 2. Er is sprake van een
exploitatieovereenkomst waarbij
de gemeente per saldo een
vergoeding betaalt aan de
exploitant voor de door deze
gemaakte kosten minus de
gerealiseerde opbrengsten 3. De reclame-opbrengst zal als
een subsidie worden uitgekeerd
onder inhouding van de
gemeentelijke kosten
Toelichting op de diverse gemeentelijke belastingen
Binnen de gemeente kennen we verschillende soorten gemeentelijke belastingen, namelijk algemene
belastingen, heffingen en rechten (leges).
De algemene belastingen
De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de algemene belastingen, waarvan de
onroerende zaakbelasting (OZB) de omvangrijkste is. Bij het innen van deze belastingen bestaat er geen
directe relatie tussen wat de burger betaalt en de door de gemeente geleverde dienst. Tot de lokale
heffingen die bij de algemene dekkingsmiddelen van de gemeente horen, behoren de OZB,
parkeerbelastingen, hondenbelasting en de precariobelasting.
Onroerende zaakbelastingen (OZB)
De OZB is een belangrijke eigen inkomstenbron voor de gemeente. Deze inkomsten worden onder
andere gebruikt voor zaken als: wegen, cultuur, openbare verlichting, maatschappelijke dienstverlening
en onderwijs. Onder de naam ‘onroerende zaakbelasting’ worden ter zake van binnen de gemeente
gelegen onroerende zaken de eigenarenbelasting geheven:
een eigenarenbelasting van degene die aan het begin van het kalenderjaar eigenaar is van een
onroerende zaak (bijvoorbeeld woning en/of bedrijf).
Op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) wordt er voor elke individuele onroerende
zaak een waarde vastgesteld. Aan de hand van de waarde wordt het te betalen bedrag aan onroerende
zaakbelasting berekend. Middels een aanslag wordt het te betalen bedrag aan de belastingplichtige
opgelegd.
Parkeerbelasting
In het kader van de parkeerregulering worden de volgende belastingen geheven:
a. een belasting terzake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze
verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en
wijze;
b. een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van
een voertuig op de in die vergunning aangeven plaats en wijze.
Gemeentelijke belastingen (bedragen x € 1 miljoen)
Begroting
2019
Procentueel
2019
Algemene belastingen
1. onroerende zaakbelasting 22,86 51,3%
2. parkeerbelastingen 2,19 4,9%
3. hondenbelasting 0,59 1,3%
4. precariobelasting 1,76 3,9%
Collectieve dienstverlening (heffingen)
5. afvalstoffenheffing 8,60 19,3%
6. rioolheffing 5,48 12,3%
7. bedrijveninvesteringszone Larserpoort(1) 0,10 0,2%
8. reclamebelasting (ondernemersfonds Stadshart)(2) 0,14 0,3%
Individuele dienstverlening (rechten)
9. leges 2,26 5,1%
10. lijkbezorgingrechten 0,43 1,0%
11. marktgelden 0,16 0,4%
12. liggelden Bataviahaven (3) 0,00 0,0%
Totaal 44,57 100%
Programmabegroting 2019 – 2022 80
De opbrengsten uit deze belastingsoort zoals in deze paragraaf weergegeven zijn gebaseerd op de
huidige vastgestelde tarieven voor straatparkeren, garageparkeren en vergunningen. De vaststelling van
de tarieven worden in de tarievennota aan de raad voorgelegd.
Hondenbelasting
Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een belasting geheven ter zake van het houden van een hond
binnen de gemeente Lelystad. In het verleden is afgesproken dat eenmaal per twee jaar een verhoging
van de tarieven van de hondenbelasting met een vast tarief plaatsvindt.
De opbrengst hondenbelasting is een algemene opbrengst. Dit betekent dat de gemeente vrij is in het
besteden van deze opbrengst. Met de opbrengst van deze belasting betaalt de gemeente onder meer
maatregelen ter bestrijding en voorkoming van hondenoverlast, zoals het afschermen van
kinderspeelplaatsen, zandbakken en speelweides, het aanbrengen van borden, uitlaatplaatsen voor
honden en het maken van voorlichtingsmaterialen. Om eventuele hondenoverlast zo veel mogelijk te
beperken ziet de milieupolitie toe op de naleving van de door de gemeente vastgestelde regels.
Precariobelasting
Onder de naam “precariobelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van
voorwerpen onder voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. De gemeente mag tot en met
2021 precario heffen.
Collectieve dienstverlening (heffingen)
De heffingen behoren niet tot de algemene dekkingsmiddelen, maar dienen ter dekking van de kosten
van de algemene dienstverlening. De belangrijkste heffingen zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.
Afvalstoffenheffing
Vanuit de wet is de gemeente belast met de inzamelverplichting van huishoudelijk afval. Het betreft hier
bijvoorbeeld de wekelijkse inzameling aan huis van rest- en gft-afval en de inzameling en verwerking van
andere huishoudelijke afvalstromen zoals papier, glas, textiel, grof huishoudelijk afval, etc. De kosten
voor de afvalverwijdering worden volledig doorgerekend aan de inwoners in de vorm van een
afvalstoffenheffing.
Rioolheffing
Vanuit de wet is de gemeente belast met verschillende zorgplichten op het terrein van water. Het betreft
de zorgplicht voor afvalwater en de zorgplicht voor hemel- en grondwater. Het resultaat en de
doelmatigheid van de maatregelen staat voorop, niet meer de wijze waarop de gemeente haar zorgplicht
nakomt. De opbrengsten van de rioolheffing dienen te worden aangewend voor de nakoming van deze
zorgplichten. Onder de naam "rioolheffing" wordt een heffing van de gebruiker van een eigendom
geheven dat in gebruik of bestemd is als woning en niet-woning.
Bedrijveninvesteringszone Larserpoort (BIZ-Larserpoort)
Gemeenten hebben met de Wet op de bedrijveninvesteringszones (Wet BIZ) de bevoegdheid om een
gebied aan te wijzen (de bedrijveninvesteringszone (BIZ)). Daarbinnen mag een bestemmingsbelasting
(de BIZ-bijdrage) worden geheven ter financiering van door een meerderheid van de bijdrageplichtigen
extra voorzieningen. De voorzieningen dienen zowel het gezamenlijk belang van de ondernemers als het
algemeen belang. Het gebruik van de BIZ is bedoeld om activiteiten en voorzieningen te realiseren op
verzoek van de gezamenlijke ondernemers, maar die niet behoren tot het basisvoorzieningenniveau van
de gemeente. De BIZ-opbrengst wordt als een subsidie uitgekeerd.
Ondernemersfonds Stadshart
Door invoering van de reclamebelasting betalen de ondernemers in het Stadshart belasting. De opbrengst
van de reclamebelasting wordt onder inhouding van de gemeentelijke kosten uitgekeerd als subsidie.
Individuele dienstverlening (rechten)
Naast belastingen heft de gemeente rechten in de vorm van leges voor de individuele dienstverlening
aan haar burgers. Leges worden geheven als vergoeding voor een door de gemeente te verlenen
individuele dienst. Deze dienstverlening kan bestaan uit het verstrekken van een paspoort of een
uittreksel uit het bevolkingsregister, maar ook bijvoorbeeld uit de verlening van een bouwvergunning of
een gebruiksvergunning.
Programmabegroting 2019 – 2022 81
Een aantal tarieven wordt door de Rijksoverheid voorgeschreven. In dit kader kan gedacht worden aan
de te heffen leges voor het aanvragen van een verklaring omtrent gedrag, een uittreksel uit de registers
van de burgerlijke stand en de leges voor het aanvragen van het Nederlanderschap. Daarnaast zijn er
tarieven waaraan de Rijksoverheid een maximum gesteld heeft. De tarieven voor reisdocumenten zijn
hiervan een voorbeeld.
Een van de speerpunten is ook het kostendekkend maken van de leges. In de meeste gevallen zijn de
kosten ten opzichte van de in rekening gebrachte tarieven niet dekkend. Door de tarieven te verhogen
wordt de onderdekking tegen gegaan. In principe dienen de lasten en de baten in evenwicht te zijn.
Leges Omgevingsvergunning.
Het aantal (grote) bouwprojecten, in de bouwsector neemt toe. Hierdoor wordt in deze
programmabegroting voorgesteld de baten van de meerjarenraming voor de leges bouwvergunningen
incidenteel iets naar boven toe bij te stellen.
Burgerlijke stand
De leges voor het sluiten van een huwelijk of geregistreerd partnerschap (burgerlijke stand).
Lijkbezorgingrechten
Op basis van de Verordening Lijkbezorgingrechten worden rechten geheven voor het gebruik van de
begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de
begraafplaats. De tarieven zullen conform de vastgestelde inflatiecorrectie worden verhoogd. Dit om een
kostendekkende exploitatie te kunnen realiseren.
Marktgelden
Marktgeld is een vergoeding voor het innemen van een standplaats op een plaatselijke markt. De hoogte
hiervan wordt opgenomen in de verordening op de heffing en invordering van marktgelden.
Liggelden Bataviahaven
Het college heeft de visie en de uitgangspunten van Bataviahaven ter vaststelling voor aan de
gemeenteraad voorgelegd, die ervoor zorgt dat Bataviahaven ook in de toekomst drager blijft van Lelystad
Watersportstad. De voorgestelde uitgangspunten voor Bataviahaven zijn dat de haven een openbare
haven is, die watergebonden evenementen faciliteert en fysieke ruimte reserveert voor gewenste
activiteiten.
Lokale lastendruk
Aangezien niet voor alle onderdelen per belastingsoort kan worden aangegeven hoeveel de stijging in
het begrotingsjaar 2019 is, zullen de tarieven waarschijnlijk tot de volgende indicatieve lastendruk leiden.
1).De uiteindelijke tarieven zullen in de tarievennota worden voorgelegd.
Lastendruk- vergelijking woonlasten 2018
Op de volgende pagina staat een vergelijking van de woonlasten in 2018 tussen Lelystad en de
gemeenten in Flevoland en enkele met ons vergelijkbare gemeenten op basis van de categorisering
centrumfunctie, sociale structuur en inwoneraantal, van de Inspectie Financiën Lokale en provinciale
Overheden (IFLO). In de ranglijst is de gemeente met de laagste woonlasten de gemeente met het laagste
rangnummer.
Belastingsoort (bedragen x €1)
lastendruk
2018
lastendruk
2019 (1)
Afvalstoffenheffing, 2 personen 289 282
Rioolheffing, gemiddeld 2 personen en meer 155 165
Onroerende- zaakbelasting(1) 320 325
Programmabegroting 2019 – 2022 82
* niet alle gemeenten hadden de gegevens beschikbaar.
(1). vergelijkbare gemeenten op basis van de categorisering centrumfunctie, sociale structuur en inwoneraantal, van de Inspectie
Financiën Lokale en provinciale Overheden (IFLO).
Kwijtschelding
Participatiewet (kostendelersnorm)
De kostendelersnorm is met ingang van 1 januari 2018 ingevoerd. Kort gezegd betekent deze norm dat
als men een woning deelt met meer volwassenen, de bijstandsuitkering daarop wordt aangepast. Hoe
meer personen van 21 jaar of ouder in de woning, hoe lager uw bijstandsuitkering. Want als er meer
personen in één woning wonen, kunnen de woonkosten gedeeld worden.
Kwijtschelding particulieren
Indien een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de belastingaanslag
te kunnen voldoen, kan onder bepaalde voorwaarden kwijtschelding van belasting worden verleend. De
kwijtscheldingsnorm die in Lelystad wordt gehanteerd bedraagt 100%. Dit betekent dat alle
belastingplichtigen die een inkomen hebben op bijstandsniveau (= gelijk aan de norm van 100%) of lager,
in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. Kwijtschelding wordt alleen verleend
voor de onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Voor de overige belastingen,
zoals bijvoorbeeld de hondenbelasting of de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Kwijtschelding Ondernemers
Net als natuurlijke personen kunnen er kleine ondernemers zijn die op een minimuminkomen uitkomen.
Ze verkeren daarmee in dezelfde situatie als natuurlijke personen op bijstandsniveau. Om de kleine
ondernemers die van een minimuminkomen dienen rond te komen de kans te geven om het
ondernemerschap verder te ontwikkelen, zodat ze niet op een uitkering hoeven terug te vallen, is het
wenselijk om kwijtschelding te verlenen. Daarnaast zou het de drempel van uitkeringsgerechtigde naar
startende ondernemers kunnen verlagen en tevens de armoedeval. De uitkeringsgerechtigde geniet
immers al kwijtschelding. De regels van de inkomens- en vermogenstoets voor particulieren geldt ook
voor de ondernemers.
Woonlasten in € Woonlasten in €rangnummer: 1 =
laagste woonlasten
Eenpersoons-
huishoudens
Meerpersoons-
huishoudens
387 = hoogste
woonlasten*
Flevoland 725 757
Dronten 674 674 86
Noordoostpolder 671 710 133
Zeew olde 654 717 145
Lelystad 657 769 246
Almere 775 775 253
Urk 883 883 360
Vergelijkbare gemeenten(1)
Leidschendam - Voorburg 631 690 105
Vlaardingen 661 732 173
Roosendaal 766 796 284
hoogste en laagste woonlasten
Oud-Beijerland(goedkoopste gemeente) 469 505 1
Bloemendaal (duurste gemeente) 1.130 1.234 387
Gemeente
Gemeentelijke belastingenbedragen x € 1.000
Begrote
kwijtschelding
2019
1.afvalstoffenheffing 773
2.Rioolheffing 334
3. Onroerende zaakbelasting 35
Programmabegroting 2019 – 2022 83
Kostendekkendheid heffingen en rechten
De kostendekkendheid van de heffingen/rechten verschaft inzicht in de procentuele over- of onderdekking
van de diensten en producten gemeente breed. Hierbij wordt inzichtelijk gemaakt dat de gemeente niet
meer aan inkomsten/baten geniet (in rekening brengt) dan dat zij hiervoor aan kosten/lasten maakt om
de diensten en producten te verwerken/leveren. De inkomsten/baten en de kosten/lasten zijn ontleend uit
de begroting. De geraamde kosten zijn conform de nieuwe BBV-regels berekend.
Uitgangspunten- directe kosten en indirect toerekenbare kosten
De uitgangspunten die gehanteerd worden bij de berekening van de kostenkant bij ieder onderdeel zijn
uit te splitsen in directe- en indirect toe te rekenen kostencomponenten. Kosten die rechtstreeks verband
houden met hetgeen door de gemeente geleverd wordt drukken rechtstreeks op de desbetreffende
afdelingsproducten. Voorbeelden zijn:
- Personeelskosten; - Kapitaallasten; - Groot- en dagelijkse onderhoudskosten.
Naast de directe kosten zijn er nog een aantal ‘indirect’ toe te rekenen kostencomponenten, die eveneens
onderdeel uitmaken van de totale berekening. Dit zijn kosten die niet rechtstreeks op het desbetreffende
afdelingsproduct drukken, maar daar voor een zuivere berekening wel aan toe gerekend moeten/ mogen
worden. Het gaat daarbij om:
o Toerekenbare BTW (alleen over de directe uitvoeringskosten, dit laat deze kosten met 21%
toenemen);
o Toerekenbare concernoverhead (over de interne directe uren gerekend met een opslag van
€45,50 per uur in 2019);
o Toerekenbare overige kosten (afhankelijk van de soort heffing worden bepaalde aanpalende
kostencomponenten toegerekend, zo wordt bijvoorbeeld een deel van de reinigingskosten
toegerekend aan de rioolheffing (straatvegen) en wordt een deel van de handhavingskosten
toegerekend aan de afvalstoffenheffing.
In de passage hieronder wordt op basis van bovenstaande uitgangspunten ingegaan op de
kostendekkendheid van elk van de (geclusterde) terreinen.
Programmabegroting 2019 – 2022 84
Heffingen
De afvalstoffenheffing en rioolheffing mogen op begrotingsbasis maximaal 100% kostendekkend zijn.
Onderstaande tabellen geven inzicht in de geraamde inkomsten en de geraamde kosten. Via voorstel 26
wordt voorgesteld de afvalstoffenheffing 100% kostendekkend te maken.
Leges
De kostendekkendheid van de leges is 44%.
Algemene dienstverlening (1e legestaakveld)
Leges kostendekkendheid 2019
Bedragen x € 1.000
Geraamde
baten
Geraamde
lasten
Kosten-
dekkendheid
Titel 1 - Algemene dienstverlening 569 2.520 23%
Titel 2 - Dienstverlening vallende onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning 1.500 2.133 70%
Titel 3 - Dienstverlening vallende onder de Europese dienstenrichtlijn 199 504 40%
Totaal 2.269 5.157 44%
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 177.258
- Uitvoeringskosten 6.541.312
- Overig 1.027.271
Indirect toe te rekenen kosten
- toerekenbare BTW 1.373.676
- concernoverhead 153.576
- overige toerekenbare kosten 305.000
Baten
- afvalstoffenheffing -8.604.195
- Overige opbrengsten -932.960
Totaal 9.578.093 -9.537.155 99,57%
Pe
rce
nta
ge k
ost
en
de
kke
nd
he
id
Afvalstoffen
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 540.809
- Uitvoeringskosten 4.549.986
- Overig 420.405
Indirect toe te rekenen kosten
- toerekenbare BTW 963.921
- concernoverhead 517.608
- overige toerekenbare kosten 191.000
Baten
- Rioolheffing -5.481.352
- ICL-Bijdrage -1.059.000
Totaal 7.183.729 -6.540.352 91,04%
Riolering
Pe
rce
nta
ge k
ost
en
de
kke
nd
he
id
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 163.757
- Uitvoeringskosten 132.805
- Overig 12.157
Indirect toe te rekenen kosten
- toerekenbare BTW
- concernoverhead 155.533
- overige toerekenbare kosten
Baten
- Leges -102.950
Totaal 464.252 -102.950 22,18%
Titel 1, Hoofdstuk 1
Burgerlijke Stand
Pe
rce
nta
ge k
ost
en
de
kke
nd
he
id
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 745.481
- Uitvoeringskosten 600.002
- Overig 1.159
Indirect toe te rekenen kosten
- toerekenbare BTW
- concernoverhead 708.042
- overige toerekenbare kosten
Baten
- Leges -465.504
Totaal 2.054.684 -465.504 22,66%
Pe
rce
nta
ge k
ost
en
de
kke
nd
he
id
Titel 1, Hoofdstuk 2 t/m 6 en 9 Reisdocumenten,
rijbewijzen, overige publiekzaken
Programmabegroting 2019 – 2022 85
Dienstverlening vallen onder fysieke leefomgeving (2e legestaakveld)
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 661
- Uitvoeringskosten
- Overig
Indirect toe te rekenen kosten
- toerekenbare BTW
- concernoverhead 546
- overige toerekenbare kosten
Baten
- Leges -1.007
Totaal 1.207 -1.007 83,43%
Titel 1, Hoofdstuk 7 t/m 8 en 10 t/m 20
Pe
rce
nta
ge k
ost
en
de
kke
nd
he
id
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 902.128
- Uitvoeringskosten 430.777
- Overig 8.000
Indirect toe te rekenen kosten
- toerekenbare BTW 92.143
- concernoverhead 700.261
- overige toerekenbare kosten
Baten
- Leges -1.500.000
- Rijksleges
Totaal 2.133.309 -1.500.000 70,31%
Titel 2, Hoofdstuk 1 t/m 10 Omgevingsvergunningen
Pe
rce
nta
ge k
ost
en
de
kke
nd
he
id
Programmabegroting 2019 – 2022 86
Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn (3e legestaakveld)
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 184.336
- Uitvoeringskosten 10.828
- Overig 25.000
Indirect toe te rekenen kosten
- toerekenbare BTW
- concernoverhead 146.568
- overige toerekenbare kosten
Baten
- Leges evenementen -19.671
- Baten / leges marktgelden -159.426
Totaal 366.732 -179.097 48,84%
Pe
rce
nta
ge k
ost
en
de
kke
nd
he
id
Titel 3, Hoofdstuk 2
Organiseren evenementen, markten
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 37.137
- Uitvoeringskosten
- Overig
Indirect toe te rekenen kosten
- toerekenbare BTW
- concernoverhead 30.670
- overige toerekenbare kosten
Baten
- Leges -14.060
Totaal 67.807 -14.060 20,74%
Titel 3, Hoofdstuk 1
Toezicht op horecabedrijven
Pe
rce
nta
ge k
ost
en
de
kke
nd
he
id
Direct toe te rekenen kosten Lasten Baten
- Personeelskosten 37.853
- Uitvoeringskosten
- Overig
Indirect toe te rekenen kosten
- toerekenbare BTW
- concernoverhead 31.261
- overige toerekenbare kosten
Baten
- Leges -6.198
Totaal 69.114 -6.198 8,97%
Titel 3, Overige hoofdstukken
Pe
rce
nta
ge k
ost
en
de
kke
nd
he
id
Programmabegroting 2019 – 2022 87
2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Het weerstandsvermogen is een maatstaf voor de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen
van risico’s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. Om te bepalen
of het weerstandsvermogen toereikend is, leggen we de relatie tussen de beschikbare
weerstandscapaciteit enerzijds en de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij gewenste
weerstandscapaciteit anderzijds.
De ratio van het weerstandsvermogen wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen
door de gewenste weerstandscapaciteit.
Leeswijzer
In deze paragraaf worden de risico’s geïnventariseerd en afgezet tegen de beschikbare reserves. Er
worden drie soorten risico’s onderscheiden:
Niet-financiële risico’s of nog niet te kwantificeren risico’s; dit zijn risico’s die óf vooral
imagoschade opleveren en niet zo zeer financiële schade. Of risico’s die boven de markt hangen
maar waarvan het nu nog niet in te schatten is wat de eventuele schade zou zijn.
Acute risico’s: risico’s die op korte termijn spelen en waar maar weinig tijd is om bij te sturen.
Deze worden afgezet tegen de hoogte van de algemene reserve.
Niet-acute risico’s: risico’s waarbij we doorgaans wel de tijd hebben om bij te sturen, of die pas
op termijn spelen. Ook zijn dit de risico’s die altijd wel van toepassing zijn; bijv. zolang we
garantstellingen en leningen verstrekken zullen we hier ook altijd een mogelijk risico lopen. De
niet-acute risico’s worden afgezet tegen de bestemmingsreserves.
Goed is nog om op te merken dat we alleen kijken naar de hoogte van de risico’s versus de hoogte van
de reserves en we constateren of dat voldoende is of niet. Er wordt niet daadwerkelijk geld gereserveerd
of geoormerkt uit die reserves. De afspraak met de raad is dat voor risico’s met een kans van 75% of
hoger een voorziening wordt getroffen. Omdat voor een voorziening dekking nodig is zal dan daar voor
een voorstel worden ingediend.
Deze paragraaf start met een inventarisatie van de risico’s (2.1). In paragraaf 2.2 wordt vervolgens de
gewenste weerstandscapaciteit in beeld gebracht en in paragraaf 2.3 wordt de beschikbare
weerstandscapaciteit weergegeven. Wanneer de gewenste weerstandscapaciteit wordt afgezet tegen de
beschikbare weerstandscapaciteit kan het weerstandsvermogen van de gemeente worden bepaald (2.4).
Benodigde
weerstandcapaciteit
Weerstandsvermogen
Beschikbare
weerstandcapaciteit
Bekende risico’s Beschikbare middelen
Programmabegroting 2019 – 2022 88
2.1 Inventarisatie risico’s
In deze paragraaf wordt de organisatiebrede inventarisatie van de risico’s weergegeven. Dit zijn de risico’s
waarvan we als organisatie op dit moment kunnen inschatten dat ze zich wellicht gaan voordoen. Risico’s
lopen in de uitvoering van ons werk is niet altijd te voorkomen. Wel zorgen we voor een goede
administratieve organisatie. Dit is de basis voor het voorkomen van risico’s en bestaat uit de volgende
onderdelen:
Interne controle Met de interne controle wordt gecontroleerd of de processen binnen gemeente Lelystad lopen zoals ze
behoren te lopen, dus of de processen worden uitgevoerd zoals ze zijn bedoeld. Zo wordt niet alleen
voldaan aan de toetsing op rechtmatigheid maar wordt ook inzicht verkregen in de beheersing van de
interne processen. Bij de interne controle worden tevens de frauderisico’s in kaart gebracht. Periodiek
wordt dit besproken met de commissie van de rekening.
Integriteit Vaak wordt integriteit gezien als het tegenovergestelde van fraude. Integriteit is echter veel meer dan dat:
het omvat ook rechtschapenheid, betrouwbaarheid, onpartijdigheid, onkreukbaarheid en
rechtvaardigheid. Het is voor een overheidsinstelling verplicht om een integriteitsbeleid in te voeren. In
Lelystad is dit onder andere vormgegeven door het instellen van integriteitscoaches die gesprekken
voeren in de organisatie over integriteit en is er een gedragscode integriteit.
Informatiebeveiliging De gemeente Lelystad heeft een informatiebeveiligingsbeleid dat mede tot doel heeft dat vertrouwelijke
informatie ook vertrouwelijk blijft en niet (moedwillig) openbaar wordt. Er worden regelmatig audits
uitgevoerd om het niveau van informatiebeveiliging te controleren.
Accountantscontrole Bij de gemeente Lelystad vindt twee keer per jaar een accountantscontrole plaats. De kwaliteit van het
systeem en de betrouwbaarheid van de informatie wordt door de accountant beoordeeld. Daarnaast toetst
de accountant op rechtmatigheid.
Hierna gaan we in op financiële en niet-financiële risico’s. Bij niet-financiële risico’s gaat het om mogelijke
gebeurtenissen die weliswaar geen direct financieel gevolg hebben maar die bijvoorbeeld wel de reputatie
van de gemeente schaden. Of risico’s die wel een financieel gevolg hebben, maar waarvan het
risicobedrag nog niet in te schatten is. Deze niet-financiële risico’s zijn hieronder weergegeven. Daarna
volgt het overzicht van financiële risico’s onderverdeeld in acute risico’s en langere termijn risico’s. Bij
ieder risico is gekeken naar het mogelijke schadebedrag en de kans dat het risico zich voordoet. Het gaat
hier om risico’s die niet anders te ondervangen zijn dan door het aanwenden van weerstandscapaciteit.
Risico’s die binnen de exploitatie worden opgevangen, waar een risicovoorziening voor is ingesteld of
(reguliere) risico’s waarvoor verzekeringen zijn afgesloten, hebben geen financiële consequenties en
maken daarom geen deel uit van deze paragraaf. Voor risico’s met een kans groter dan 75% zal een
voorziening getroffen worden.
Tot slot is nog goed om op te merken dat de inventarisatie van de risico’s een momentopname betreft.
Het is een statisch overzicht van risico’s die tijdens het opstellen van deze paragraaf in beeld waren. Een
meer dynamisch overzicht van risico’s gedurende het lopende jaar is terug te vinden in de
begrotingsmonitor waarbij risico’s op overschrijding van een aantal majeure budgetten wordt
weergegeven in bandbreedtes.
Programmabegroting 2019 – 2022 89
Risico-inventarisatie algemeen
Informatiebeveiliging en privacy
Veel overheidsinformatie is openbaar. Maar de gemeente heeft ook gegevens die beslist niet openbaar
mogen worden zoals persoonlijke gegevens van burgers. Met de komst van de decentralisaties is de
hoeveelheid privacygevoelige gegevens alleen maar groter geworden. Om de beveiliging van informatie
te waarborgen heeft de gemeente informatiebeveiligingsbeleid en is er een functionaris belast met het
controleren van de naleving ervan. Bij de organisatiebrede risico-inventarisatie komt informatiebeveiliging
wel naar boven als hoog risico. Daarnaast dient de gemeente alert te zijn op cyber-aanvallen. Naast eigen
(ICT) beheersmaatregelen, worden vanuit de InformatieBeveiligingsDienst factsheets aangereikt die de
kans op incidenten verkleinen. In het kader van de AVG is het stappenplan Algemene Verordening
Gegevensbescherming (AVG) van de VNG de leidraad. De kans op incidenten wordt als uitvloeisel van
beleid en bijbehorende maatregelen verkleind. Desalniettemin, als een incident toch plaats zou vinden,
kan de impact daarvan hoog zijn; het kan leiden tot imagoschade of er kan zelfs een boete opgelegd
worden. Hoewel de kans op dat laatste als klein wordt beschouwd. Daarnaast kost het oplossen van
beveiligingslekken in systemen wel steeds meer capaciteit en daarmee bestaat het risico dat dit ten koste
gaat van andere geplande ICT-activiteiten.
Systeemwijzigingen
De afgelopen jaren zijn er in hoog tempo wijzigingen of uitbreidingen op ons afgekomen vanuit wet- en
regelgeving, zoals bijvoorbeeld de Vennootschapsbelasting (Vpb) en de nieuwe regeling Besluit begroting
en verantwoording (BBV). Deze wijzigingen kunnen zowel administratieve als mogelijk financiële
gevolgen hebben. Eén daarvan is de Vpb: per 1 januari 2016 zijn gemeenten belastingplichtig voor
activiteiten waarmee de gemeente deelneemt aan het economische verkeer en in concurrentie treedt met
de private sector. De invoering van deze vennootschapsbelastingplicht leidt tot een verplichte afdracht
over winstgevende activiteiten, zoals grondexploitaties, in de toekomst. Als de verwachte resultaten van
het grondbedrijf in de komende jaren gehaald worden zoals nu voorzien, zal het grondbedrijf, door de
opbouw van compensabele verliezen in de aanvangsjaren, pas rond 2023 feitelijk
vennootschapsbelasting gaan betalen. Omdat deze belastingplicht nieuw is voor overheidslichamen
bestaat er op een groot aantal terreinen nog geen duidelijkheid over de uitleg van de wet. De gehanteerde
methodiek van Lelystad is besproken met de Belastingdienst en in hoofdlijnen akkoord. Bij een aantal
kleinere posten is er nog wat discussie / afwijkend standpunt. Het gevolg is dat gemeenten in de komende
jaren zullen moeten leven met onzekerheid over de uiteindelijk verschuldigde belastingen.
Een andere wijziging betreft de fiscale regelgeving waarin nu nog is bepaald dat met de sportbeoefening
samenhangende diensten van een sportvereniging aan haar leden zijn vrijgesteld van btw. Het Europese
Hof van Justitie heeft in 2017 aangegeven dat btw-vrijstelling ook moet gelden voor diensten aan niet-
leden. Het kabinet gaat op grond van deze uitspraak vanaf 2019 de verruiming van de btw-vrijstelling
doorvoeren. Dit besluit wordt op dit moment door het ministerie van Financiën voorbereid. Het gevolg van
deze wetswijziging is dat de terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie door organisaties zonder
winstoogmerk niet meer belast is tegen het verlaagde btw-tarief, maar dat het nultarief van toepassing is.
Daardoor kan de btw op de kosten en (eerdere) investeringen van de sportaccommodatie (veelal het
hogere tarief en dus voordelig voor exploitanten) vanaf 2019 niet meer teruggevorderd worden. Dit is een
financieel nadeel voor veel verenigingen en gemeenten. In het kader van het Nationaal Sportakkoord
komt als compensatie een subsidieregeling voor sportverenigingen van 87 miljoen beschikbaar. Voor
gemeenten is om dezelfde reden 152 miljoen euro compensatie gereserveerd via de ‘specifieke uitkering
stimulering sport’ (SPUK). De regeling geldt voor 10 jaar. Op dit moment is nog niet duidelijk of en in
welke mate ook niet-commerciële (gemeentelijke) sportbedrijven als exploitant van sportaccommodaties
van de compensatieregeling gebruik kunnen maken. Daarmee is een risico is aanwezig dat vanwege de
invoering van de btw-vrijstelling de kosten voor de gemeente en het sportbedrijf Lelystad als eigenaar
van gymzalen en sportaccommodaties zullen stijgen. De omvang van dit effect is op dit moment niet
bekend.
Het is de verwachting dat de trend van nieuwe en gewijzigde regelgeving zich in het huidige hoge tempo
blijft voordoen. Te denken valt aan het beter in control moeten zijn bij diverse fiscale onderwerpen of de
toenemende druk die vanuit de verslagleggingsregels ons wordt opgelegd. Het is de vraag in hoeverre
de trend wat betreft wet en regelgeving zich doorzet en in hoeverre dit intern opgelost kan worden. Het is
mogelijk dat hiervoor in de toekomst meer capaciteit nodig is om het risico op negatieve financiële
Programmabegroting 2019 – 2022 90
gevolgen te voorkomen. Hierop aansluitend geldt dit ook voor de toenemende juridisering binnen de
maatschappij, met als gevolg dat er steeds meer en ingewikkeldere juridische trajecten binnen alle
werkterreinen van de organisatie plaats vinden. De huidige positionering en formatie van de juridische
medewerkers is niet meer in lijn met de huidige maatschappelijke ontwikkelingen en huidige
organisatorisch processen. De komende periode zal onderzocht worden hoe dit probleem ondervangen
kan worden en wat de eventuele financiële gevolgen zijn.
Juridische geschillen bij vergunningen Momenteel lopen er geschillen tussen de gemeente en ondernemers m.b.t. de nieuwe wijze van verlenen
van aanwezigheids- en exploitatievergunningen. Mocht de gemeente in het ongelijk worden gesteld in
deze procedures, dan loopt de gemeente het risico - wanneer de ondernemer tevens een schadeclaim
heeft ingediend - deze claim zal slagen.
Risico planschade Planschade is financiële schade die optreedt met betrekking tot de waarde van grond en/of bouwwerken
als gevolg van een wijziging van een bestemmingsplan. Momenteel lopen er geschillen tussen de
gemeente en ondernemers m.b.t. planschade. Als de gemeente in het ongelijk wordt gesteld inzake
besluitvorming over een gevraagde tegemoetkoming in de vergoeding van gestelde planschade, kan dit
leiden tot aanzienlijke betalingen. Zeker als hierover nog wettelijke rente verschuldigd is. Of en in welke
mate dit het geval zou kunnen zijn, is afhankelijk van de uitkomst van de gang naar de rechtbank.
Gesubsidieerde culturele instellingen
Geconstateerd wordt dat de grote gesubsidieerde culturele instellingen veel moeite hebben om de reeks
taakstellingen op de subsidies volledig te realiseren. Ondanks alle door de instellingen getroffen
maatregelen, nadert de bedrijfsvoering van deze instellingen een kritische grens. De kans bestaat dat
instellingen bij tegenvallers óf de maatschappelijke output moeten beperken óf een beroep doen op de
gemeente voor extra financiële middelen indien beperking van activiteiten niet wenselijk is. Sinds 2016
heeft de gemeente diverse subsidiemaatregelen genomen waardoor het risico kleiner geworden is.
Risico-inventarisatie financieel
Hierna worden de risico’s genoemd die een mogelijk concreet financieel effect kunnen hebben. Deze
worden meegenomen in de berekening van de gewenste weerstandscapaciteit. De risico’s zijn ingedeeld
in acute en lange termijn risico’s om zo inzichtelijk te maken met welke risico’s rekening moet worden
gehouden bij het bepalen van de omvang van de Algemene Reserve. De risico inventarisatie van het
Grondbedrijf is hierin integraal meegenomen.
Programmabegroting 2019 – 2022 91
Naam Risico Omschrijving risico Schade
bedrag
Kans Omvang
risico
Flevokust fase 1
Risico op hogere kosten door meerwerk van ophogen binnendijks en door
hogere ontwerp- en uitvoeringskosten van de verbinding binnendijks-
buitendijks (inclusief hogere kosten voor overkluizing van kabels en
leidingen).
Beheersmaatregel:
De ophoging van het industrieterrein is qua uitvoering afgerond. Over de
financiele afwikkeling van het werk is discussie. Deskundigheid is ingeschakeld
om tot afronding te komen. De verbinding tussen binnen- en buitendijks is
aanbesteed. De realisatie wordt kritisch gevolgd om eventueel meerwerk
zoveel als mogelijk te voorkomen. Kabels en leidingen worden in het najaar
aanbesteed. Er wordt gefaseerd ontwikkeld. Grote (voor)investeringen worden
zoveel mogelijk vermeden. De voorraad bedrijventerrein wordt zoveel
mogelijk beperkt. De belangstelling vanuit de markt overstijgt de eerste fase
van 7,4 hectare in ruime mate. Het college heeft op 4 september 2018
ingestemd met een 43 hectare grondexploitatie zodat aan de vraag tegemoet
gekomen kan worden. De 43 hectare exploitatie is inclusief de eerste fase en
sluit licht positief. Het voorstel gaat vervolgens ter besluitvorming naar de
raad. Flevokust wordt organisch ontwikkeld zodat het snel en flexibel kan
inspelen op actuele vraag vanuit de markt. Met de provincie is een gezamenlijk
strategie, marketing en acquisitie georganiseerd om de verkoop van Flevokust
zo positief mogelijk te beïnvloeden. Gemeente en provincie hebben aan een
extern adviesbureau de opdracht gegeven om te adviseren over visie en
strategie en een (zelfstandige) organisatie voor Flevokust Haven. Dat advies
wordt in oktober verwacht en voor besluitvorming aan college en raad
voorgelegd.1.000 50% 500
Voormalig personeel
De gemeente Lelystad is eigenrisicodrager (ERD) in het kader van de WGA
(Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) en draagt gedurende 10 jaar
de kosten van de WGA uitkering van haar (ex) medewerkers. Naast de
financiële verplichting (WGA uitkering) is de werkgever ook 10 jaar
verantwoordelijk voor de begeleiding en re-integratie van de medewerker. Dit
betreft alle (ex) medewerkers die een WGA uitkering ontvangen, die tussen de
35-80% arbeidsongeschikt zijn of als tijdelijk volledig arbeidsongeschikt (80-
100%) worden beschouwd. Ook al zijn deze medewerkers niet meer bij de
gemeente Lelystad in dienst, dan nog heeft de gemeente deze verplichting en
draagt de gemeente maximaal 10 jaar de kosten. Gezien de verhoging van de
pensioenleeftijd is het de verwachting dat de toekomstige instroom eerder toe-
als af zal nemen, met hogere kosten voor de gemeente als gevolg.
Beheersmaatregel: Naast een professionele en effectieve uitvoering van de
taken inzake het ERD voor (ex)medewerkers met een WGA status wordt de
instroom gemonitord. Op het moment dat bijstelling van de budgetten
noodzakelijk blijkt wordt dit betrokken bij het opstellen van toekomstige
begrotingen. 130 70% 91
Eindtotaal 591
Acute risico's (bedragen x €1.000)
Programmabegroting 2019 – 2022 92
Naam Risico Omschrijving risico Schade
bedrag
Kans Omvang
risico
Algemene uitkering
uit het
gemeentefonds
De algemene uitkering die de gemeente uit het gemeentefonds ontvangt
wordt jaarlijks begroot op basis van de informatie uit de circulaires.
Gedurende het jaar kan deze bijdrage nog worden bijgesteld, bijvoorbeeld
doordat de daadwerkelijke rijksuitgaven een afwijking laten zien (gemeenten
bewegen mee de trap op- en af). Het risico bestaat dat de algemene uitkering
lager (of hoger) uitvalt dan begroot.
Één van de voornaamste variabelen die een rol speelt is de directe koppeling
van de algemene uitkering aan het BTW compensatiefonds. Gemeenten
kunnen betaalde BTW declareren bij dit fonds, waarbij er sprake is van een
zeker plafond. Wanneer gemeenten gezamenlijk minder BTW declareren dan
dit vastgestelde plafond wordt de ruimte onder het plafond toegevoegd aan de
algemene uitkering. Wanneer gemeenten meer declareren dan het plafond
volgt een korting op de algemene uitkering. Het ministerie heeft de inschatting
gemaakt in dat er in 2019 een ruimte onder het plafond zal zijn ter grootte van €
506 miljoen, oplopend tot ruim € 900 miljoen in 2022. Het is echter onzeker in
hoeverre deze bedragen daadwerkelijk werkelijkheid worden, dat wordt
jaarlijks in de septembercirculaire voor het lopende jaar bekend gemaakt. De
provinciaal toezichthouder heeft aangegeven dat gemeenten in hun begroting
rekening mogen houden met de € 506 miljoen per jaarschijf, maar niet met het
verder oplopende bedrag. Voor Lelystad betekent dit een bedrag van ruim 2
miljoen structureel, dat verwerkt is in de raming van de te ontvangen
algemene uitkering uit het gemeentefonds. Het risico bestaat dat dit bedrag
lager (of hoger) uit kan vallen. Het Rijk zal in overleg met de VNG en de
provinciale toezichthouders nadenken over een nader op te stellen richtlijn
over hoe om te gaan met de ruimte onder dit plafond.
Beheersmaatregel: Geen; de algemene uitkering wordt eenzijdig vastgesteld
door het ministerie en gemeenten hebben hier geen invloed op. 2.500 25% 625
Bedrijfsvoering
Werkbedrijf Lelystad
Binnen de bedrijfsvoering van het Werkbedrijf Lelystad is sprake van risico's
die samenhangen met personele calamiteiten. Daarnaast kunnen
organisatieontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de Social Firm, tot onvoorziene
kosten leiden. Doordat bij de oprichting van het Werkbedrijf gekozen is om
geen vermogen te storten, betekent dit dat een eventueel negatief
exploitatieresultaat van het Werkbedrijf Lelystad voor rekening komt van de
gemeente Lelystad als 100% aandeelhouder.
Voor de taken onder de Participatiewet is bij de jaarrekening 2016 een reserve
Re-integratie ingesteld zodat fluctuaties opgevangen kunnen worden. Pas als
de reserve ontoereikend is, komt het restant ten laste van het resultaat. De
kans daarop wordt klein geacht. 500 25% 125
Lange termijn risico's (bedragen x €1.000)
Programmabegroting 2019 – 2022 93
Naam Risico Omschrijving risico Schade
bedrag
Kans Omvang
risico
Stadshart
De raad heeft op 5 juli 2016 ingestemd met het voorstel Herrubricering
Grondexploitatie en A-staten waar is aangegeven dat verdere financiële
ontwikkeling van het Stadshart zal plaatsvinden door middel van apart aan de
raad voor te leggen nieuwe exploitaties, zodra de ontwikkeling van dat
gedeelte daadwerkelijk is geborgd. Een eerste aanzet hiertoe is de
grondexploitatie Parkwijk, welke in 2017 is vastgesteld. Door deze
handelswijze is het karakter van de grondexploitatie Stadshart wezenlijk
veranderd: in plaats van een exploitatie an sich is nu sprake van een
strategische voorraad waaruit concrete ontwikkelingen in exploitatie worden
gebracht.
Deze werkwijze sluit dan ook direct aan bij alle wijzigingen rond de BBV: per 1
januari 2016 zijn de verantwoordings- voorschriften op grond van de BBV
gewijzigd. Op grond van deze nieuwe voorschriften vormen strategische
gronden zoals de NIEGG (Niet in exploitatie genomen gronden) een onderdeel
van de Materiële Vaste Activa (MVA). Het overbrengen van de NIEGG naar de
MVA betekent dat op termijn de waarderingsgrondslagen van de MVA op de
NIEGG moeten worden toegepast. De effecten hiervan zijn afhankelijk van de
mate waarin vanuit deze voorraad nieuwe (batige) grondexploitaties kunnen
worden geopend. De BBV-wijziging hanteert hiervoor een overgangstermijn
van 3 jaar. In de bovengenoemde uitgangspunten voor de grondexploitatie
Stadshart betekent dit dat er voor eind 2019 financieel duidelijk moet zijn hoe
het resterende bedrag zal worden gedekt. Het nog te dekken bedrag bedraagt,
afhankelijk van de besluitvorming over de strategie rond het stadshart,
maximaal €3,4 mln.
Beheersmaatregel:
Vrijval van resultaten en voorzieningen uit grondexploitaties beschikbaar
houden voor afwaardering boekwaarden uiterlijk per 31-12-2019. 3.400 60% 2.040
Verstrekte leningen
De gemeente Lelystad heeft voor een bedrag van ca. € 16,8 miljoen euro (stand
31-12-17) leningen verstrekt aan diverse partijen. Het risico bestaat dat deze
partijen op enig moment niet in staat zijn om aan hun aflossingsverplichtingen
te voldoen, danwel failliet gaan waarmee het gehele restant leningbedrag
wellicht niet teruggehaald kan worden. Het risico dat alle partijen tegelijk in
betalingsproblemen geraken en het volledige uitstaande bedrag niet verhaald
kan worden is klein.
Beheersmaatregel:
De financiële situatie van de partijen waaraan de leningen verstrekt zijn
monitoren, en waar nodig afspraken aanpassen of een voorziening instellen. 16.795 5% 840
Garantstellingen
De gemeente Lelystad heeft voor ca € 23 miljoen euro (stand per 31-12-17) aan
garantstellingen verstrekt. Een aantal van de grootste garanties is verstrekt aan
verbonden partijen. Een garantstelling wordt ingeroepen op moment dat een
partij niet aan de betalingsverplichtingen kan voldoen. Doorgaans is dat pas het
geval bij faillissement of surseance van betaling. De kans dat dit gebeurt is niet
heel groot, zeker niet in het geval van verbonden partijen, daarbij zal in een
eerder stadium gestuurd worden op het bijstellen van de koers, danwel dat er
vanuit de gemeente tijdelijke aanvullende maatregelen worden genomen.
Beheersmaatregel:
Een garantstelling wordt doorgaans zonder voorwaarden verstrekt, immers dat
is juist de zekerheid die een garantstelling geeft voor de financier. Als wij een
garantstelling verstrekken aan een partij waarin wij geen juridisch belang
hebben, is er dus ook geen mogelijkheid om bij te sturen op de koers van die
organisatie of instelling. Het risico is dan lastig te beheersen. Het is vooral zaak
om vooraf goed na te denken over de mogelijke risico's. 23.008 10% 2.301
Lange termijn risico's (vervolg) (bedragen x €1.000)
Programmabegroting 2019 – 2022 94
Naam Risico Omschrijving risico Schade
bedrag
Kans Omvang
risico
Jeugdhulp
Met ingang van 2015 is de gemeente verantwoordelijk geworden voor de
ondersteuning van kwetsbare inwoners. Dit geldt zowel voor kwetsbare
inwoners tot 18 jaar (Jeugdhulp) als vanaf 18 jaar (Wmo). Bij deze overheveling
van verantwoordelijkheden (van rijk naar gemeente) is door het rijk een
oplopende korting op de bijbehorende rijksmiddelen toegepast.
De transformatie van de jeugdhulp is gericht op een verschuiving van
zwaardere- naar lichtere vormen van ondersteuning. Uitgangspunt in Lelystad
is dat jongeren die ondersteuning nodig hebben deze ook zullen ontvangen,
ook indien het budgetplafond bereikt is. Hierdoor zijn de sturingsopties op de
korte termijn beperkt. In deze programmabegroting worden er op structurele
basis aanvullende middelen beschikbaar gesteld. Daarnaast wordt er
structureel ingezet op transformatie - onder andere door andere vormen van
aanbesteding - en innovatie. Het financieel effect hiervan is echter op
voorhand lastig in te schatten waardoor een financiële bandbreedte van + of –
€ 2 mln. noodzakelijk is en het risico op budgetoverschrijding wordt ingeschat
op max. € 2 mln.
Beheersmaatregel: Met de nieuwe vormen van aanbesteding, het continu
inzetten op innovatie en het omzetten van zwaardere naar lichtere vormen van
jeugdhulp wordt getracht het financiële risico te verkleinen. Als achtervan is er
nog de egalisatiereserve sociaal domein, die in de afgelopen jaren werd
gebruikt voor het afdekken van incidentele tekorten. Deze reserve zal bij de
jaarrekening worden samengevoegd met de egalisatiereserve participatiewet,
zodat er één reserve ontstaat voor het hele sociaal domein- beschikbaar voor
het afdekken van incidentele tekorten.
Naar de huidige inzichten zal er op nog een bedrag beschikbaar zijn van enkele
miljoenen euro's. Hoeveel er precies beschikbaar is blijft afhankelijk van de
daadwerkelijke realisatiecijfers 2018 en een eventuele toekenning van
middelen uit het zogeheten 'fonds tekortgemeenten'. Gemeenten die een
significant tekort hadden op de Jeugdhulp/Wmo over 2016 en 2017 konden een
bijdrage aanvragen vanuit dit fonds. De aanvraag voor Lelystad is ingediend en
naar verwachting wordt er in de decembercirculaire 2018 duidelijkheid
geboden over de verdeling van deze middelen.
2.000 25% 500
Lange termijn risico's (vervolg) (bedragen x €1.000)
Programmabegroting 2019 – 2022 95
Benodigde risicobuffer grondbedrijf
De hierboven genoemde risico’s van het grondbedrijf betreffen mogelijke wijzigingen in de programmering
van de grondexploitaties. Daarnaast worden de risico’s gedurende de duur van de grondexploitatie
gekwantificeerd door de grondexploitaties op 9 risico’s en 6 kansen te analyseren. Het gaat dan om
‘systeemrisico’s zoals een lagere of hogere rente, of een langere of kortere doorlooptijd van een
exploitatie. Kans maal omvang (van verlies of winst) leidt tot een risicofactor. Deze risicofactor wordt in
geld vertaald, te weten de gewenste risicobuffer. Deze risicoanalyse wordt jaarlijks geactualiseerd op
basis van de situatie per 1 januari van het betreffende jaar. Per 1 januari 2019 bedraagt de benodigde
risicobuffer naar verwachting € 9,3 miljoen, wat inhoudt dat binnen het gemeentelijke
weerstandsvermogen dit bedrag aanwezig moet zijn voor genoemde risico’s. Deze benodigde berekende
risicobuffer Grondbedrijf wordt sinds de begroting 2015 meegenomen in de totaal benodigde
weerstandscapaciteit van de gemeente.
Naam Risico Omschrijving risico Schade
bedrag
Kans Omvang
risico
Participatiebudget
bijstandsuitkeringen
De verdeelsystematiek van het totale macrobudget van de gemeentelijke
bijstandsbudgetten is door het ministerie de afgelopen jaren verder verbeterd,
waardoor er tussen de gemeenten grote budgetverschuivingen plaatsvonden.
Voor 2018 worden dergelijke verschuivingen niet meer verwacht, maar het
macrobudget blijft onzekerheden bevatten. De omvang van het totale
macrobudget hangt samen met de conjuncturele ontwikkelingen en
afhankelijk daarvan krimpt of groeit het macrobudget de komende jaren. Dit
betekent een stijging of daling van onze rijksbijdrage.
Daarnaast is het belangrijk de klantaantallen en samenstelling van het
klantenbestand te blijven volgen omdat deze bepalend zijn voor het
uitgavenniveau. De prognose van de ontwikkeling van het klantaantal 2018 is
op dit moment gunstiger dan eind 2017 werd voorzien. Vraag is of deze
positieve ontwikkeling zich voortzet op gelijk niveau. Dit is op dit moment
onzeker.
Voor 2018 en verder is het mogelijk dat zowel aan de baten- als lastenkant
nieuwe verdelingseffecten ontstaan. Hiervoor nemen we nu een risico op van
€ 2.000.000 met een kans van 50%.
Beheersmaatregel:
Mede door het in 2016 gecalculeerd tekort op de bijstandsuitkeringen is er bij
de jaarrekening 2016 besloten een egalisatiereserve Participatie in te stellen.
In lijn met het Raadsprogramma zal deze reserve worden samengevoegd met
de reserve sociaal domein en voor de drie decentralisaties (Jeugd, Wmo,
Participatie) als achtervang gaan dienen. Indien deze reserve ontoereikend is
zal een tekort ten laste van het resultaat komen. Door in te blijven zetten op
het activeren en participeren van klanten wordt ingezet om binnen het
beschikbare budget de regeling uit te voeren.
2.000 50% 1.000
Eindtotaal 7.431
Programmabegroting 2019 – 2022 96
2.2 Gewenste weerstandscapaciteit
Zoals gezegd bestaat een risico uit de kans dat een gebeurtenis zich voordoet en het mogelijke gevolg
wat dit met zich meebrengt. Op basis van het product ‘kans maal gevolg’ dient een aanpak gekozen te
worden om met het risico om te gaan. Deze aanpak kan betrekking hebben op het verkleinen van de kans
op een gebeurtenis of op het beperken van de gevolgen van een gebeurtenis. Het aanwenden van
weerstandscapaciteit is gericht op het laatste.
Van bovenstaande geïnventariseerde risico’s kan een onderverdeling gemaakt worden naar risico’s
waarvoor acuut toegankelijk weerstandsvermogen noodzakelijk is en risico’s waar op de lange termijn het
weerstandsvermogen toereikend moet zijn. De acute risico’s zullen in de algemene reserve moeten
worden afgedekt, de overige risico’s in het overige weerstandsvermogen.
Totaal benodigd acuut: € 591.000,-
Totaal benodigd langere termijn: € 9.257.000 (risicobuffer grondbedrijf) + € 7.431.000 (lange
termijn risico’s) = € 16.688.000.
In het volgende onderdeel wordt ingegaan op de beschikbare weerstandscapaciteit.
2.3 Beschikbare weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit, volgens de BBV, zijn de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente
beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. De middelen die dat vermogen bepalen
zijn:
de algemene reserve en de reserves waaraan de raad een bestemming heeft gegeven die kan
worden gewijzigd (bestemmingsreserves);
de in de begroting opgenomen ramingen voor onvoorziene uitgaven voor zover hier nog geen
bestemming aan is gegeven;
de stille reserves, voor zover deze op korte termijn materieel te maken zijn (reserves waarvan de
omvang en/of het bestaan niet uit de balans blijkt, voortkomend uit de onderwaardering van activa
of overwaardering van schulden bij het volgen van normale waarderingsmethoden).
Algemene Reserve
De Algemene Reserve is bedoeld om onvoorziene financiële tegenvallers op te vangen; die risico’s
waarbij er niet tijdig maatregelen genomen konden worden om het risico op te vangen of te beperken,
oftewel acute risico’s. Dit uit zich meestal in een tekort bij de jaarrekening.
De hoogte van de Algemene Reserve bedraagt € 7.155.000 per 31-12-2018 (begrote eindstand). De norm
voor de Algemene Reserve is bij de begroting 2015-2018 vastgesteld op € 6.000.000. De hoogte van de
Algemene Reserve voldoet dus aan de norm.
Bestemmingsreserves
Bij de weerstandscapaciteit worden ook de bestemmingsreserves betrokken. Bestemmingsreserves zijn
weliswaar ingesteld voor een bepaald doel, maar de raad kan besluiten deze middelen alsnog op een
andere manier te besteden. Voor de gemeente Lelystad geldt dat alle reserves onderdeel van het
weerstandsvermogen uitmaken met uitzondering van die reserves waar een beklemming op zit, de
uitzonderingen zijn:
Dienstverlening / Telefonie
Egalisatiereserve VO
Reserve ISV
Reserve Ontwikkeling Stad (ROS)
Reserve Parkeren
Reserve begraafplaats
Het beklemde deel van de Egalisatiereserve weerstandsvermogen
Programmabegroting 2019 – 2022 97
De totale weerstandscapaciteit wordt in onderstaande tabel weergegeven.
* Alleen het onbeklemde deel van
deze reserve ad € 13.612.683
maakt onderdeel uit van het
weerstandsvermogen.
** In het raadsprogramma 2018-
2022 is besloten dat alleen op het
moment dat er bij de jaarrekening
sprake is van een overschot,
bijvoorbeeld binnen de Wmo of bij
het verstrekken van bijstands-
uitkeringen als onderdeel van de
Participatiewet (inkomensdeel) de
middelen via de reserve sociaal
domein beschikbaar blijven ter
dekking van toekomstige tekorten
binnen de drie decentralisaties.
De hier geprognotiseerde stand is
de verwachte stand uit de
begrotingsmonitor van september
na samenvoegen reserves Sociaal
Domein en Egalisatiereserrve
Participatiewet.
2.4 Bepaling weerstandsvermogen
Van bovenstaande geïnventariseerde risico’s kan een onderverdeling gemaakt worden naar risico’s
waarvoor acuut toegankelijk weerstandsvermogen noodzakelijk is en risico’s waar op de lange termijn het
weerstandsvermogen toereikend moet zijn. De acute risico’s zullen in de Algemene reserve moeten
worden gedekt, de overige risico’s in het overige weerstandsvermogen. De risico inventarisatie hiervoor
in de paragraaf geeft aan dat de acute risico’s worden ingeschat op ruim € 591.000,-. Bij de begroting
2015 - 2018 is de norm van de Algemene Reserve bepaald op € 6 miljoen. De Algemene Reserve is
daarmee toereikend voor de acute risico’s.
Voor de langere termijn risico’s is nodig € 7.431.000,- + € 9.257.000 (risico op Grondexploitaties).
Daarmee bedraagt de totaal benodigde weerstandscapaciteit voor langere termijn risico’s ca. € 16,7
miljoen, beschikbaar aan bestemde reserves is ca. € 39,3 miljoen. Uit bovenstaande kunnen we
concluderen dat het weerstandsvermogen voldoende is om de risico’s op te kunnen vangen.
Weerstandscapaciteit(bedragen x €1.000)
2019
Algemene reserve
Algemene reserve 7.155
Totaal algemene reserve 7.155
Bestemmingsreserves
Egalisatiereserve w eerstandsvermogen* 13.613
Reserve Nuon (Vrij besteedbaar) 11.778
Egalisatiereserve grondexploitatie 4.400
Egalisatiereserve Sociaal Domein** 3.479
Transitiefonds voor het sociale domein 1.818
Egalisatiereserve Renterisico's 1.000
Grondexploitatierisico OMALA 1.000
Egalisatiereserve Zelfst.loket Flevoland 1.135
Reserve bestemd resultaat 673
Egalisatiereserve Re-integratie 418
Totaal bestemmingsreserves 39.314
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit 46.469
Programmabegroting 2019 – 2022 98
3. Onderhoud kapitaalgoederen
In deze paragraaf wordt conform de artikelen 9 en 12 van het Besluit Begroting en Verantwoording
Provincies en Gemeenten (BBV) inzicht gegeven in ‘het onderhoud van kapitaalgoederen’. Deze
kapitaalgoederen vormen de infrastructuur van de openbare ruimte: gebouwen, wegen, openbare
verlichting, civiele kunstwerken, water en riolering (infrastructuur), openbaar groen en sportfaciliteiten
(voorzieningen). Na aanleg vergen deze kapitaalgoederen regelmatig onderhoud om de openbare ruimte
aantrekkelijk te houden, de veiligheid te garanderen en de functionaliteit van deze kapitaalgoederen
actueel te houden, zodat deze zoveel mogelijk blijven aansluiten op de veranderingen in en de wensen
en behoeften vanuit de samenleving.
Kerncijfers
Lelystad is ruim 76.000 ha. groot. Hiervan bestaat 24.000 ha. uit land en het overige uit water.
Openbare ruimte (Wegen, Riolering, Water en Groen)
De kaders voor het onderhoud van de openbare ruimte zijn vastgelegd in het „Kwaliteitsstructuurplan
Lelystad” (KSP) met een bijbehorende kostenraming, door de raad vastgesteld op 14 februari 2003. Een
belangrijk onderdeel van het KSP is het Beleidsplan Openbare Ruimte (BOR) waarin de visie op de
openbare ruimte wordt verwoord. Er is geen standaardeenheid van kwaliteit, maar er kan per gebied en
per onderdeel gevarieerd worden. In het KSP is dit in de vorm van matrixoverzichten nader uitgewerkt.
De meerjarenraming openbare ruimte, die regelmatig wordt geactualiseerd, geeft een onderbouwing dat
de openbare ruimte van Lelystad ook op lange termijn - mits sober en doelmatig - te onderhouden is met
inzet van de beschikbare middelen, inclusief de ICL-uitkering. Hierbij wordt uitgegaan van een kwaliteit
volgens het ‘basisscenario’ van het KSP.
Voor het onderdeel ‘riolering’ is een uitzondering gemaakt en wordt de doorkijk genomen tot het jaar
2095. Het onderdeel ‘riolering’ is separaat uitgewerkt in het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP 2016-
2021) dat op 30 juni 2015 door de raad is vastgesteld.
De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud daarvan is bepalend voor het
voorzieningenniveau en de jaarlijkse lasten, waarvoor financiële middelen moeten worden vrijgemaakt.
Het onderhoud wordt door middel van Dagelijks Onderhoud (DO) en Groot Onderhoud (GO) uitgevoerd.
Het DO betreft jaarlijks terugkerende werkzaamheden die zoveel als mogelijk planmatig worden
uitgevoerd en onderdeel uitmaken van de reguliere begroting. In het GO vinden periodiek terugkerende
werkzaamheden plaats die worden uitgevoerd op basis van inspectie naar de onderhoudstoestand van
het kapitaalgoed. Het GO wordt bekostigd uit de grootonderhoudsvoorzieningen omdat de kosten over
de jaren heen kunnen fluctueren.
Zijn de DO en GO ingrepen niet voldoende om de functionele kwaliteit te waarborgen, dan worden bij de
voorbereiding van GO, aanvullende maatregelen voorgesteld. Dit is het geval bij functieveranderingen,
onder andere door gewijzigd beleid (bijvoorbeeld duurzaam veilig verkeer, invoeren politiekeurmerk veilig
wonen). De werkzaamheden in het GO worden opgenomen in het voortschrijdend integrale
meerjarenprogramma Groot Onderhoud (I-GOR) waarin naast wegen, straten, pleinen (WSP) ook groen,
openbare verlichting, watergangen, civiele kunstwerken, spelen en riolering zijn opgenomen. Het IGOR
wordt jaarlijks geactualiseerd en na besluitvorming budgetneutraal verwerkt in de begroting.
Areaal openbare ruimte
Lichtmasten 25.407 Stuks
Speeltoestellen 1.539 Stuks
Civiele kunstwerken 295 Stuks
Bomen 43.486 Stuks
Verharding 6.532.788 m2
Groen 8.469.134 m2
Bossen 4.556.472 m2
Ecozone / natuurterrein 195.627 m2
Totaal m2 openbare ruimte 19.754.021 m2
Eenheden
Programmabegroting 2019 – 2022 99
Gebouwen
De gemeente heeft gebouwen in eigendom zoals scholen, MFA`s, Agora, Kubus, parkeergarages,
brandweerkazerne, Stadhuis, de werf aan de Wigstraat, etc.. Voor het onderhoud van deze gebouwen is
een meerjarenonderhoudsprogramma (MJOP) opgesteld dat jaarlijks wordt geactualiseerd op basis van
inspecties. Met het MJOP als basis wordt jaarlijks het werkprogramma voor het daarop volgende jaar
voorbereid. De bekostiging is enerzijds onderdeel van de reguliere begroting (DO) en anderzijds via de
onderhoudsvoorziening (GO).
Kunstobjecten (cultureel)
Op grond van de Auteurswet van 1912 ligt er een verantwoordelijkheid bij de eigenaar voor het beheer
van een kunstwerk. Als eigenaar van een groot aantal kunstwerken draagt dus ook de gemeente deze
verantwoordelijkheid. Voor de kunstwerken in de openbare ruimte in gemeentelijk bezit is in 2006 een
systematische meerjarig onderhoudsprogramma geïntroduceerd. Vanaf 2006 vindt het onderhoud van de
beeldende kunst conform dit programma plaats. De ‘Zuil van Lely’ ondergaat om het jaar tevens een
technische inspectie naar de constructie.
ICL
De onderhoudsvoorzieningen worden deels gevuld met ICL-middelen en deels met gemeentelijke (eigen)
middelen. Deze voorzieningen zijn de dekkingsbron voor de kosten van het groot onderhoud van de
openbare ruimte en gemeentelijke gebouwen. Het KSP-scenario ten aanzien van de kwaliteit van de
openbare ruimte geldt onverkort als uitgangspunt voor berekening van de onderhoudskosten. Op de
lange termijn toont de Meerjarenraming (MJR) een tekort aan middelen.
De afgelopen jaren is de ICL-bijdrage geëvalueerd en zijn hier verschillende adviezen over uitgebracht.
Uitgangspunt moet zijn dat Lelystad als een normale gemeente moet kunnen functioneren. De Raad van
openbaar bestuur (Rob) is van oordeel dat het Rijk zich in het verdere vervolg niet moet inlaten met een
beoordeling van concrete bezuinigingen omdat de gemeente Lelystad geen artikel-12 gemeente is.
De fondsbeheerders van het gemeentefonds hebben besloten om als uitgangspunt de benaderingswijze
van de Rob te kiezen waarbij de ICL-bijdrage geleidelijk wordt verlaagd gedurende een periode van 10
jaar. In onderstaande tabel wordt het effect op de ICL-bijdrage getoond van het besluit van de minister
dat is genomen naar aanleiding van de evaluatie en het advies daarover van de Rob. Daarnaast is de
gemeente verplicht om het tekort dat de MJR toont op te lossen door het verhogen van de jaarlijkse
storting in de onderhoudsvoorzieningen. Deze aanzuivering dient ook in een periode van 10 jaar te
worden gerealiseerd en is verwerkt in de begroting 2018 - 2021.
Dit betekent tevens dat het jaarlijks provinciaal verslag, uitgevoerd conform de beschikking dd. april 1996,
waarin de provincie Flevoland verslag doet aan de minister van BZK over de besteding van de ICL-gelden
komt te vervallen.
* Uitgegaan van een stijging van 175 inwoners per jaar op basis van Bevolkingsprognose 2016 – 2023.
Uiteindelijke korting a.g.v. inwonersstijging dient plaats te vinden op basis van werkelijke
inwonersaantallen per jaar op basis van CBS-cijfers.
** Op basis van geïndexeerde ICL-bijdrage 2018.
2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Daling ICL-bijdrage
a.g. v. maatregelen (1) 0 310.000 450.000 750.000 400.000 200.000 200.000 200.000 200.000 200.000 200.000
Aantal inwoners* (2) 77.175 77.350 77.525 77.700 77.875 78.050 78.225 78.400 78.575 78.750 78.925
ICL-bijdrage NUL
bij aantal inwoners (3) 120.000 120.000 120.000 120.000 120.000 120.000 120.000 120.000 120.000 120.000 120.000
Verschil inwoners
(4 =
3-2) 42.825 42.650 42.475 42.300 42.125 41.950 41.775 41.600 41.425 41.250 41.075
Daling ICL-bijdrage
a.g.v. stijging
inwoners (5) 0 64.809 62.955 59.853 58.440 57.605 56.767 56.165 55.557 54.944 54.326
ICL beschikking (6) 16.105.000** 15.729.189 15.214.649 14.401.964 13.942.381 13.684.460 13.427.378 13.171.125 12.915.718 12.661.155 12.407.441
302
Tabel ICL-beschikking
331 326 321 317 312 307
Benodigde daling
ICL-bijdrage per
inwoner
(7 =
6/4) 376 369 358 340
Programmabegroting 2019 – 2022 100
Uitwerking in plan van aanpak
De geleidelijke verlaging van de ICL-bijdrage heeft gevolgen voor het totaal aan beschikbare middelen
voor het onderhoud van de kapitaalgoederen. Daarnaast is in het raadsprogramma 2018 – 2022
opgenomen dat de tevredenheid op het gebied van beheer en onderhoud moet verbeteren en de kosten
beheersbaar moeten blijven. Het na te streven kwaliteitsniveau zal dan ook moeten worden bijgesteld.
Daarbij zal enerzijds rekening moeten worden gehouden met de gewenste beeldkwaliteit en anderzijds
met de instandhouding van de kapitaalgoederen en onderhoudbaarheid op lange termijn. Daarvoor zal
een plan van aanpak worden opgesteld om de kwaliteitsniveaus bij te stellen en op grond daarvan zal
een herijking plaatsvinden van de MJR zodat de kaders helder zijn waarbinnen het onderhoud kan worden
uitgevoerd en welke kwaliteitsniveaus daarbij mogen worden verwacht.
Meerjarig verloop onderhoudsvoorzieningen
Voor het in stand houden van de kapitaalgoederen zijn er voor het uitvoeren van groot onderhoud
verschillende onderhoudsvoorzieningen, zie onderstaande tabel. De begrote eindstand van de
verschillende voorzieningen in de jaren heeft betrekking op het saldo van de verwachte onttrekking en
storting.
Stortingen vinden plaats op basis van vastgestelde meerjarenramingen en onttrekkingen vinden plaats
op basis van vastgestelde onderhoudsplannen en incidenteel op basis van separate besluitvorming.
Onderhoudsplannen:
- Meerjarenonderhoudsprogramma Gebouwen (MJOP)
- Integraal Grootonderhoud Openbare Ruimte (IGOR)
Verloop voorzieningen meerjarig(bedragen x€1.000)
Werkelijke
stand
eind
2017
Begrote
Stand
eind
2018
Begrote
Stand
eind
2019
Begrote
Stand
eind
2020
Begrote
Stand
eind
2021
Begrote
Stand
eind
2022
Voorzieningen
GO gemeentelijke gebouwen 787 1.059 906 752 599 446
GO stadhuis 1.483 1.819 2.106 2.342 2.529 2.715
Kunstwerken/hoge routes 12.792 12.017 10.570 9.722 9.362 8.796
Riolering 38.532 40.233 42.352 44.397 46.798 47.857
Voorziening GO Bovengronds 33.183 29.409 29.427 27.139 26.165 30.060
Programmabegroting 2019 – 2022 101
4. Financiering
De basis voor het handelen van de gemeente op het gebied van financiering is de Wet Financiering
Decentrale Overheden (FIDO). De Wet FIDO stelt regels voor het financieringsgedrag van gemeenten.
Voor Lelystad is deze regelgeving vertaald in het treasurystatuut.
Het belangrijkste uitgangspunt van deze wet is het beheersen van de uit de treasuryfunctie voortvloeiende
risico’s. Dat blijkt uit de volgende twee randvoorwaarden:
Het aangaan en verstrekken van leningen en het verlenen van garanties is alleen toegestaan
voor de uitoefening van de publieke taak;
Uitzettingen (het verstrekken van leningen en het eventueel uitzetten van deposito’s) moeten een
prudent karakter hebben en mogen niet gericht zijn op het genereren van inkomsten door het
lopen van overmatige risico’s.
Risicobeheer financieringsportefeuille
Renterisico
Dit is het risico dat de gemeente wordt geconfronteerd met sterke rentestijgingen voor haar lopende
geldleningen. In het algemeen wordt dit risico beperkt door het gespreid over de lopende jaren afsluiten
van langlopende geldleningen met een vast rentepercentage.
Kredietrisico
Dit is het risico dat de gemeente loopt bij het verstrekken van geldleningen aan rechtspersonen die in
financiële problemen kunnen komen. Vanwege de invoering van het schatkistbankieren moeten
decentrale overheden de liquiditeitsoverschotten verplicht beleggen bij de Staat der Nederlanden. Eind
2013 is de wet FIDO op dit punt aangepast.
Liquiditeitsrisico
Het risico dat de gemeente op de korte termijn niet genoeg geld beschikbaar heeft of kan krijgen om aan
haar korte termijnverplichtingen te voldoen, wordt het liquiditeitsrisico genoemd. De afgelopen jaren was
er steeds sprake van een liquiditeitstekort met name door substantiële investeringen. Om een goed inzicht
te krijgen in de vraag hoeveel moet worden geleend en met welke looptijd, zal aandacht worden
geschonken aan de liquiditeitsprognose.
Debiteurenrisico
Er bestaat een risico dat gemeentelijke debiteuren hun rekeningen niet (op tijd) betalen. Dit risico wordt
beperkt door debiteuren vooraf te laten betalen, opbrengsten tijdig te innen en het monitoren van de
dubieusheid van vorderingen en tegenpartijen conform de richtlijnen op dit gebied.
Eisen wet FIDO
Publieke taak en prudent beleggen
Conform het treasurystatuut komen leningen, uitzettingen en garanties alleen tot stand indien zij een
publieke taak dienen en de uitzettingen een prudent karakter kennen.
Kasgeldlimiet
Ter beperking van het renterisico is in de wet FIDO een norm opgenomen ten aanzien van de maximale
omvang van de kortlopende schulden (korter dan 1 jaar), de zogenaamde kasgeldlimiet. Deze limiet wordt
berekend naar een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari van het dienstjaar. Voor
2019 bedraagt deze limiet dan circa € 21,6 miljoen. Bij dreigende overschrijding van de kasgeldlimiet,
wordt een deel van de kortlopende schuld omgezet in een langlopende schuld (geldlening langer dan 1
jaar).
Programmabegroting 2019 – 2022 102
Renterisiconorm
De renterisiconorm ziet vooruit en is direct gerelateerd aan het budgettaire risico. De renterisiconorm
heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De rente risiconorm houdt in, dat de
jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het
begrotingstotaal. Verder wordt voor het renterisico uitgegaan van het bedrag van de te betalen
aflossingen. Onderstaand is het renterisico t.o.v. de renterisiconorm in beeld gebracht.
Uit bovenstaande tabel blijkt dat in de periode 2019 tot en met 2022 het maximale renterisico lager is dan
de renterisiconorm. Dit betekent dat de renterisiconorm, op basis van deze cijfers, niet overschreden zal
worden. Bij het aantrekken van nieuwe langlopende leningen wordt ervoor gezorgd dat zodanige
modaliteiten worden gekozen, dat de renterisiconorm niet overschreden wordt. Het blijft echter mogelijk
dat in een bepaald jaar meer langlopende leningen moeten worden aangetrokken dan voorzien (meer
dan maximaal nodig is om binnen de norm te blijven). In dat geval vindt vooroverleg met de provincie
plaats.
Kasgeldlimiet(bedragen x €1.000)
3e kw
2017
4e kw
2017
1e kw
2018
2e kw
2018
Grondslag
omvang begroting per 1 januari 2017/2018 247.637 247.637 251.549 251.549
(1) Toegestane kasgeldlimiet
in procenten van de grondslag 8,50% 8,50% 8,50% 8,50%
in bedrag 21.049 21.049 21.382 21.382
(2) Omvang vlottende korte schuld
opgenomen gelden < 1 jaar 18.333 16.167 29.000 37.667
schuld in rekening-courant - 2.085 2.879 2.030
Gestorte gelden door derden < 1 jaar - - - -
Derivaten contracten - - - -
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld - - - -
Totaal vlottende korte schuld 18.333 18.252 31.879 39.697
(3) Vlottende middelen
Contante gelden in kas - - - -
Tegoeden in rekening-courant 267 184 7 2.340
Overige uitstaande gelden < 1 jaar - - - -
Derivatencontracten - - - -
(4) Toets kasgeldlimiet
Totaal netto vlottende schuld -18.066 -18.068 -31.872 -37.357
Toegestane kasgeldlimiet (1) 21.049 21.049 21.382 21.382
Ruimte (+)/ Overschrijding (-) 2.983 2.981 -10.490 -15.975
2019 2020 2021 2022
-1 Rente herzieningen - - - -
-2 Aflossingen 3.110 16.110 40.750 20.750
-3 Renterisico (1+2) 3.110 16.110 40.750 20.750
-4 Renterisiconorm 50.879 50.879 50.879 50.879
-5 Ruimte onder risiconorm (3-4) 47.769 34.769 10.129 30.129
Berekening renterisiconorm
(4a) Begrotingstotaal 2019 254.396 254.396 254.396 254.396
(4b) Percentage regeling 20% 20% 20% 20%
-4 Renterisiconorm 50.879 50.879 50.879 50.879
Renterisico vaste schuld
(bedragen x €1.000)
Programmabegroting 2019 – 2022 103
Eisen Besluit Begroten en Verantwoording (BBV)
Met ingang van begrotingsjaar 2018 wordt de berekeningswijze van onze omslagrente (interne
rekenrente) voorgeschreven. De totaal doorberekende interne rente moet gelijk zijn aan de totale
rentelasten, waardoor niet (of nauwelijks) meer sprake is van een renteresultaat.
Doel is het bevorderen van een eenduidige handelwijze met betrekking tot rente door gemeenten
(harmonisering), stimuleren dat gemeenten de (verwachte) werkelijke rentelasten opnemen in de
begroting en jaarstukken, en het eenduidig inzichtelijk maken van hoe de gemeenten met rente zijn
omgegaan (transparantie). We voldoen met ingang van de begroting 2018 aan de gewijzigde systematiek
van de rente omslagmethode. De omslagrente voor 2019 blijft gehandhaafd op 1%.
In onderstaand schema wordt inzicht gegeven in de rentelasten, het renteresultaat en de wijze waarop
rente wordt toegerekend aan investeringen, grondexploitaties en projecten
Financieringsbehoefte
De behoefte aan nieuwe externe financieringsmiddelen is afhankelijk van een aantal zaken: de
gemeentelijke vaste activa en voorraden bouwgrond, ontwikkeling van de lange interne
financieringsmiddelen, ontwikkeling van de bestaande schuldpositie en de mutaties in het gemeentelijk
werkkapitaal. Op basis van de balansprognose is het financieringstekort 2019 geraamd op € 53,5 miljoen.
Van dat tekort mag maximaal € 21,6 miljoen kortlopend worden gefinancierd (kasgeldlimiet). Het restant
van afgerond € 35 miljoen zal middels langlopende geldleningen moeten worden aangetrokken.
2019 2020 2021 2022
Rentetoerekening Begroot Begroot Begroot Begroot
Bij a De externe rentelasten over de korte en lange financiering 5060 5460 5460 5460
Af b De externe rentebaten 270 243 229 137
Saldo rentelasten en rentebaten (a - b) 4789 5217 5231 5323
Af c De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 2120 2064 1912 1815
Af
c De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet
worden toegerekend (voorbeeld: riolering)
Saldo doorberekende rente (c) 2120 2064 1912 1815
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente (a - b) + (c) 2669 3154 3319 3509
Bij d1 Rente over eigen vermogen 0 0 0 0
Bij d2 Rente over voorzieningen 0 0 0 0
Totaal geraamde / werkelijk aan taakvelden toe te rekenen rente
(a - b) + (c) + d1 + d2
2669 3154 3319 3509
Af e De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 2476 2421 2887 2784
f Renteresultaat op het taakveld Treasury (a - b + c + d1 + d2 - e) 193 733 432 725
Activa integraal gefinancierd 228.641 241.760 273.641 263.316
Berekende renteomslag o.b.v. aan taakvelden toe te rekenen externe rente 1,17% 1,30% 1,21% 1,33%
Berekende renteomslag o.b.v. aan taakvelden toegerekende rente(omslag) 1,08% 1,00% 1,05% 1,06%
Financieringsbehoeftebedragen x €1.000
2019 2020 2021 2022
Vaste activa 269.561 292.266 301.013 314.560
Onderhanden werk 92.267 90.211 83.778 79.046
Te financieren boekwaarde 361.828 382.477 384.791 393.606
Reserves 77.165 73.561 71.720 66.825
Voorzieningen 92.899 93.720 92.711 93.810
Vaste geldleningen 146.220 173.110 189.500 206.250
Aflossingen vaste geldleningen -3.110 -16.110 -40.750 -20.750
Beschikbare vaste financieringsmiddelen 313.173 324.281 313.181 346.135
Financieringstekort
Benodigde financieringsmiddelen 48.654 58.196 71.609 47.471
Beschikbaar kortlopende middelen (kasgeldlimiet) -21.600 -21.600 -21.600 -21.600
Op te nemen vaste geldleningen 27.054 36.596 50.009 25.871
Programmabegroting 2019 – 2022 104
Rentevisie
Korte rente kenmerkt zich door sterke fluctuaties. Wanneer de inflatie laag blijft, zal de korte rente zich
op een laag niveau begeven. In 2018 zijn de korte rentes zeer laag met een niveau van rond de -0,30%.
Het ruime monetaire beleid van de ECB zal naar verwachting worden in 2019 worden afgebouwd. De
verwachting voor 2019 is dat de korte rente licht stijgend is. Op het moment dat het economisch
perspectief beter wordt de inflatie omhoog gaat en het monetair beleid van de ECB verkrapt wordt, zullen
de korte rentetarieven snel stijgen.
De lange rentes liggen nog altijd op zeer aantrekkelijke niveaus. Door de afnemende liquiditeitsopslagen
van banken, blijven de absolute niveaus zeer interessant. De verwachting voor 2019 is dat de lange rente
tussen 1% en 2% zal bewegen. Onderstaande grafiek laat zien dat de rentes enorm kunnen fluctueren.
In de rentestrategie moet de gemeente hier prudent mee omgaan.
Programmabegroting 2019 – 2022 105
5. Bedrijfsvoering
In de paragraaf bedrijfsvoering worden de actuele ontwikkelingen beschreven op het gebied van het
beheer van de middelen die worden ingezet om de doelen, zoals beschreven in de taakvelden, te
verwezenlijken. In deze paragraaf zullen de diverse aspecten van de bedrijfsvoering per thema worden
behandeld. Binnen onze bedrijfsvoering is een aantal ontwikkelingen meerjarig relevant. Voor 2019 liggen
daar net iets andere accenten dan in 2018.
Veranderende samenleving, mederwerker tevredenheid en krapte op de arbeidsmarkt
De budgetten voor de bedrijfsvoering zijn de afgelopen jaren steeds gekrompen. Tot nu toe is de
organisatie in staat geweest deze bezuinigingen op te vangen. Tegelijkertijd bevindt de gemeente
Lelystad zich te midden van een veranderende samenleving die een gemeentelijke organisatie vereist
die daarop inspeelt. Voor het vaststellen van doelen en de realisatie daarvan is een effectieve (ver)binding
met vele inwoners, bedrijven en andere partners in de stad noodzakelijk. Dit betekent anders opereren
en veel meer vanuit co-creatie in en met de stad. Met als gevolg invloed van de stad op de beslissingen
en daarmee veranderingen in hiërarchie en besluitvormingsprocessen. Meer verantwoordelijkheden bij
de medewerkers in de eerste lijn, weerstand bieden tegen ‘risico-regel-reflex’ en organiseren vanuit de
leef- en werkwereld in de stad. Wij blijven hiermee experimenteren en hierop doorontwikkelen. Niettemin
zien we dat dit het nodige van onze (nieuwe) medewerkers vraagt. Al voor het komende jaar voorzien wij
een uitdaging om goed personeel te werven en te behouden. We stellen daarom in 2019 een veel sterkere
strategie voor arbeidsmarktcommunicaitie op. Behulpzaam daarbij is dat uit de meest recente MTO blijkt
dat medewekers in Lelystad zeer tevreden zijn. De inzetbaarheid is doorgaans goed en het verzuim is
het afgelopen jaar sterk gedaald. Hier is een kanttekening echter op zijn plaats. Door toenemende
(bestuurlijke) ambities en dus werkzaamheden, hogere eisen aan onze werkzaamheden en krapte op de
arbeidsmarkt, zal het op zich een prestatie zijn om de huidige mooie cijfers ook in 2019 te behouden.
Integraler werken en zelforganisatie
De andere manier van werken vormt een uitdaging en geeft energie maar zorgt er tegelijkertijd voor dat
de organisatie onder druk staat. Het is daarin van belang de belasting van de organisatie in het algemeen
maar zeker van de medewerkers individueel, nauwlettend in de gaten te houden en bespreekbaar te
maken. Om de nieuwe manier van werken te ondersteunen wordt het werk zoveel mogelijk verdeeld op
basis van kwaliteiten en talenten waarbij op alle niveaus zelforganisatie een belangrijk organisatieprincipe
is. De overtuiging is dat toenemende zelforganisatie zal leiden tot betere werkverdeling en uiteindelijk het
werkplezier, inzetbaarheid en de effectiviteit van de organisatie zal vergroten. Om ondersteunend te zijn
aan een flexibeler en integraler manier van werken is recent het management van de organisatie
gewijzigd. Enerzijds werken we nu met één concern team dat aanspreekbaar is op het lijnmanagement
en waar de teams rechtstreeks onder vallen. Lelystad heeft in die zin een platte organisatie gekregen.
Anderzijds wordt in 2019 ruim aandacht besteedt aan het versterken van ons integraal strategisch
platform. Naast de concernmanagers, zal een aantal concernstrategen gaan functioneren. In plaats van
“verticaal” leiding geven, zullen zij horizontaal door onze organisatie verbanden leggen en daarbij onze
organisatie op strategisch vlak versterken. Vanuit een integrale en nadrukkelijk toekomstgerichte blik,
ontwikkelen zij ons interne en externe netwerk. Om daarmee, met inzet van eenieders kwaliteit en kunde,
tot een nog breder gevoed en optimaal op de samenleving passend beleid, te helpen creëren. Tevens
acteren de concernstrategen op complexe dossiers in de driehoek tussen samenleving-bestuur-
organisatie.
Omgevingswet
Ook in 2019 vraagt de invoering van de omgevingswet het nodige van ons. De omgevingswet heeft
namelijk aanzienlijke gevolgen voor de interne organisatie van de gemeente. De overheid wil met de
omgevingswet een flinke transformatie van het fysieke domein in gang zetten. Dat betekent in de praktijk
vooral een nieuwe manier van werken. Het accent verschuift van plantoetsing en vergunningverlening
naar het faciliteren van nieuwe plannen en initiatieven en het begeleiden van de initiatief-nemende burger.
Deze nieuwe manier van werken vereist een totaal andere manier van participatie, met nieuwe rollen voor
medewerkers van organisaties en ook dus van medewerkers van de gemeente. Een heel aantal “reguliere
werkprocessen” zal voor 2021 een fundamentele verandering moeten ondergaan. Processen moeten
opnieuw worden ontworpen teneinde als gemeente sneller te kunnen beslissen, dan wel de inspanningen
Programmabegroting 2019 – 2022 106
van de burger beter te kunnen beoordelen, of veel meer vanuit open data ons eigen afwegingskader
inzichtelijk te maken. Met name in 2019 is nog een slag t.a.v. het juist afstemmen alle van gemeentelijke
data in het ruimtelijk domein op elkaar en snel en adequaat gegevensbeheer. Daarnaast zijn
inspanningen erop gericht de medewerkers voor te bereiden op deze werkcultuur waarbij niet alleen
kennis maar een aantal competenties zoals, communicatieve vaardigheden, onderhandelen, verbinden,
overtuigingskracht, omgevingssensitiviteit en flexibiliteit nog belangrijker worden. Deze moeten in balans
worden gebracht met vaardigheden die weliswaar nog steeds gewenst zijn maar minder op de voorgrond
zullen treden zoals bijvoorbeeld toetsend vermogen. Hiervoor is in deze begroting een begrotingsvoorstel
opgenomen.
Digitalisering en datagestuurd werken
Eén van de blijvende speerpunten in de bedrijfsvoering is een adequate informatievoorziening en -
informatiestructuur waardoor de continuïteit van de dienstverlening aan inwoners en ondernemers kan
worden blijven gewaarborgd is en verder kan worden geoptimaliseerd. Informatie-architectuur is hierin
een sleutelwoord. Digitaal, integraal en effectief worden informatieprocessen in de keten op elkaar
aangesloten. Daarnaast investeren we ook in 2019 in het op een hoger plan tillen en zowel intern als
extern toegankelijker maken van onze data. Dit zijn eerste stappen richting meer datagestuurd werken
en –beleidsvormen – ambities die de gemeente Lelystad nadrukkelijk heeft.
Invoering nieuw financieel systeem en normalisatie
Twee bijzonderheden in 2019 zijn de invoering van een nieuw financieel systeem en de Wet normalisering
rechtspositie ambtenaren (WNRA). Op 1 januari 2020 moet de normalisatie van de ambtenarenpositie
een feit zijn. De implementatie hiervan vraagt het nodige van onze organisatie in 2019. Bijna alle
personeelsregelingen moeten worden aangepast, aanstellingen moeten worden omgezet in reguliere
arbeidscontracten etc. Dit zal gepaard gaan met regelmatige voorlichting en gesprekken met
medewerkers binnen de organisatie.
De organisatie gaat de huidige financiële applicatie vervangen. Het huidige softwarepakket Decade4 is
ruim 18 jaar oud en heeft de grenzen bereikt op het gebied van functionaliteit en het kunnen voldoen aan
hedendaagse werkwijze. Ook vinden veel medewerkers Decade4 complex en gebruiksonvriendelijk. Het
systeem wordt eind 2019 vervangen door Unit4 Financials van leverancier Unit4. Nadruk bij de keuze
voor deze oplossing lag daarbij op:
Gebruiksvriendelijkheid
Flexibiliteit (gemakkelijk aan te passen)
Standaard pakket zonder maatwerk
Optimale ondersteuning van werkprocessen
Een softwaresysteem dat draait in de cloud.
Mogelijkheid tot delen basisgegevens
Binnen de wettelijke mogelijkheden willen we informatie met ketenpartners en derden delen met behulp
van standaarden. Het uitgangspunt is dat beschikbare databronnen worden gebruikt en geen duplicatie
van gegevens plaatsvindt.
Concernbrede bedrijfsvoering
De kosten voor de concernbrede bedrijfsvoering zijn bijeengebracht op een product in taakveld 0. De in
de overige taakvelden opgenomen lasten beperken zich tot de direct aan de activiteiten toe te rekenen
kosten. Door deze systematiek toe te passen is het makkelijker een beeld te vormen van de directe
financiële consequenties van een gemeentelijke activiteit. In de tabel hieronder worden de
bedrijfsvoeringskosten nader gespecificeerd.
Programmabegroting 2019 – 2022 107
In uitzonderingsgevallen kan het nodig zijn een volledig integrale kostprijs weer te geven, bijvoorbeeld bij
subsidieregelingen en de berekening van kostendekkendheid van heffingen en legestarieven. Hierbij
wordt voor de productieve formatie (uitgaande van 1250 uur per fte) een bedrijfsvoeringsopslag van
€45,50 per uur gehanteerd.
Voorgesteld besluit:
0. Voor begrotingsjaar 2019 een bedrijfsvoeringsopslag van €45,50 vast te stellen.
Bedrijfsvoeringskosten
(bedragen x €1.000)2019 2020 2021 2022
Administratie en ondersteuning 2.472 2.472 2.472 2.472
Directie en staf 7.553 7.377 7.377 7.377
Huisvesting 3.902 3.834 3.778 3.768
ICT 6.358 6.444 6.149 5.653
Overhead primaire afdelingen 2.232 2.229 2.229 2.229
Eindtotaal 22.517 22.355 22.005 21.498
Programmabegroting 2019 – 2022 108
6. Verbonden partijen
De gemeente Lelystad voert verschillende taken uit. Veel taken voeren we als gemeente zelf uit, maar er
zijn ook taken die op afstand gezet zijn en door externe organisaties worden uitgevoerd. Er zijn
verschillende manieren om zo’n taak of gemeentelijke doelstelling op afstand te zetten. De gemeente kan
een taak uitbesteden door bijvoorbeeld subsidie te geven, een taak in te kopen of een taak samen met
andere partijen uit te voeren. Een verbonden partij is een manier om zo een samenwerkingsverband vorm
te geven. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de verbonden partijen waar de gemeente
Lelystad aan deelneemt.
Het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) definieert een verbonden partij in artikel 1, lid b en c:
b) verbonden partij: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de provincie
onderscheidenlijk gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft;
c) financieel belang: een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar
is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid
bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.
Volgens deze definitie heeft de gemeente dus een bestuurlijk en financieel belang in een verbonden partij.
Van een bestuurlijk belang is sprake indien de gemeente rechtstreeks invloed heeft op de besluitvorming
binnen de verbonden partij. Een financieel belang is aan de orde als de gemeente financieel kan worden
aangesproken wegens het functioneren van de verbonden partij of wanneer de gemeente geld kan
kwijtraken bij een faillissement van een verbonden partij. Participaties in naamloze vennootschappen,
besloten vennootschappen, vennootschappen onder firma, commanditaire vennootschappen en
gemeenschappelijke regelingen vallen onder het begrip verbonden partij. Stichtingen en verenigingen
kunnen ook als verbonden partij worden aangemerkt. Een stichting of vereniging die jaarlijks subsidie
ontvangt, maar waaraan geen andere financiële verplichtingen zitten met een juridische afdwingbaarheid
door derden, is echter geen verbonden partij. Eveneens is geen sprake van een verbonden partij als er
een lening of garantstelling verstrekt is aan een partij waar we geen bestuurlijk belang in hebben. Meer
informatie over het beleid omtrent verbonden partijen is te vinden in het kader Verbonden Partijen dat op
9 februari 2016 is vastgesteld door de raad.
Toelichting bij het overzicht
In deze paragraaf wordt zoals gezegd een overzicht gegeven van de verbonden partijen die de gemeente
Lelystad heeft. Alle verbonden partijen dragen bij aan de doelstellingen van de gemeente en inhoudelijke
informatie over de verbonden partijen is daarom terug te vinden bij de taakvelden. Verbonden partijen
met een financieel belang kleiner dan €10.000 worden niet opgenomen in de paragraaf.
Per verbonden partij wordt in het overzicht hierna de volgende informatie opgenomen:
de naam en de rechtsvorm;
het taakveld;
het publiek belang dat op deze wijze behartigd wordt;
het bestuurlijk belang voor het begrotingsjaar;
het financieel belang voor het begrotingsjaar;
mogelijke financiële risico’s die voortvloeien uit de deelname in de verbonden partij; mocht de
kans op tekorten die door ons moeten worden aangevuld als groot worden beoordeeld, dan zal
tevens een risico opgenomen worden in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing;
de verwachte financiële resultaten voor het begrotingsjaar indien beschikbaar;
de financiële kerngegevens uit de laatst vastgestelde jaarrekening.
Programmabegroting 2019 – 2022 109
Vreemd vermogen € 9.581 € 9.804
Financieel resultaat -€ 118
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 6.145 € 6.181
Financieel resultaat 0
Bestuurlijk belang Lelystad is één van de 6 deelnemende gemeenten aan de GR GGD Flevoland.
Financieel belang Bijdrage Lelystad aan de totale begroting GGD bedraagt € 1.447.000,-.
Financiele risico's
De begroting van de GGD bestaat grotendeels uit markttaken die niet door de
gemeenten gefinancierd worden. Wannneer deze markttaken flink afnemen dan
zal de gemeentelijke bijdrage behoorlijk moeten toenemen om de GGD in stand
te houden.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogenHet eigen vermogen van GGD Flevoland op 1-1-2019 en op 31-12-2019 bedraagt
€ 6.180.000,-.
Vreemd vermogenHet vreemd vermogen op 1-1-2019 bedraagt € 9.645.000,- en op 31-12-2019 €
9.468.000,-. Dit is nagenoeg gelijk aan 2017.
GGD Flevoland GR
Taakveld 7.1 Volksgezondheid
Publiek belang Beschermen en bevorderen van de publieke gezondheid.
Het Flevolands Archief (HFA) GR
Taakveld 0.4 Overhead
Publiek belang Archiefbeheer.
Financieel resultaat De verwachting is dat HFA conform de sluitende begroting 2019 presteert.
Bestuurlijk belangDe stemverhouding is 1 op 7, wij zijn één van de zeven deelnemers aan de
regeling.
Financieel belang De bijdrage voor 2019 zal € 170.928,- bedragen.
Financiele risico's Er zijn op dit moment geen substantiële financiële risico's te benoemen.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogen Verwacht eigen vermogen op 31-12 2019 is: € 58.000,-
Vreemd vermogen
Verwacht vreemd vermogen op 31-12-2019 is € 268.000,- (Het vreemd vermogen
in de tabel hieronder is per 1-1-17 inclusief NLE en per 31-12-17 is het exclusief
NLE).
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 0 € 129
Vreemd vermogen € 6.906 € 1.080
Financieel resultaat € 129
Programmabegroting 2019 – 2022 110
Vreemd vermogen € 4.576 € 4.490
Financieel resultaat € 729
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 2.018 € 1.855
Financieel resultaat De begroting voor 2019 is sluitend.
Bestuurlijk belangLelystad zal in 2019 één van de 15 deelnemers zijn en heeft voor 13,99%
stemrecht.
Financieel belang De financiële bijdrage aan de OFGV zal voor 2019 € 1.596.177 bedragen.
Financiele risico'sDe OFGV staat er financieel goed voor, er zijn geen risico's met een substantiële
impact op de gemeentelijke positie te verwachten.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogen Het eigen vermogen op 1-1-2019 zal naar verwachting ca. € 875.000 bedragen.
Het eigen vermogen is gebaseerd op bekende reservemutaties en een nihil Vreemd vermogen
Het vreemd vermogen zal begin en eind 2019 naar verwachting € 4.053.000
bedragen.
OFGV GR
Taakveld 7.4 Milieubeheer
Publiek belang Vergunningverlening, toezicht en handhaving milieu en brandveiligheid.
Vreemd vermogen € 6.266 € 5.748
Financieel resultaat € 89
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 8.515 € 8.654
Financieel resultaatDe verwachting is dat de veiligheidsregio conform de sluitende begroting 2019
presteert.
Bestuurlijk belang
De gemeente Lelystad is 1 van de in totaal 6 deelnemers aan de GR en heeft 1/6
van de stemmen bij reguliere besluiten en 25% van de stemmen bij wijzigen en
vaststellen van de begroting en vaststellen van de jaarrekening.
Financieel belang Gemeentelijke bijdrage 2019: € 4.394.358,-.
Financiele risico's
Het eigen vermogen van de Veiligheidsregio is voldoende om tegenvallers op dit
moment zelf op te vangen. Voor de gemeente brengt de deelname aan de
veiligheidsregio daarmee geen substantiële risico's met zich mee.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogen
Conform besluitvorming vanuit het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio
zullen er onttrekkingen uit de reserve plaatsvinden. Dit zal resulteren in een
verwacht eigen vermogen op 31-12-2019 van € 8.388.894,-.
Vreemd vermogenHet vreemd vermogen met een looptijd > dan één jaar bedraagt op 31-12-2017 €
3.046.053,-. Er is niet bekend wat het totale vreemd vermogen zal zijn in 2019.
Veiligheidsregio Flevoland GR
Taakveld 1.1 Crisisbeheersing en brandweer
Publiek belang
De veiligheidsregio behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op de
volgende terreinen: a. Brandweerzorg b. geneeskundige hulpverlening c. de
samenwerking bij de gemeentelijke rampenbestrijding d. rampenbestrijding en
crisisbeheersing e. het beheer van de gemeenschappelijke meldkamer.
Programmabegroting 2019 – 2022 111
Vreemd vermogen € 1.922 € 1.521
Financieel resultaat € 143
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 2.393 € 2.516
Financieel resultaat Zie hierboven.
Bestuurlijk belang In de GR Ijsselmeergroep heeft Lelystad 4 van de 10 stemmen.
Financieel belangrijksbijdrage 2019 € 6.311.000 (mei circulaire 2018) + gemeentelijke bijdrage
€ 375.000.
Financiele risico's
Wanneer het exploitatietekort door de verlaging van de rijkssubsidie per sw plaats
en het staken van nieuwe instroom in de SW structureel wordt is het eigen
vermogen ontoereikend om dit op te vangen. In reactie hierop is een voorstel
voor de ontwikkeling van een social firm ontwikkeld. De statuten van de
coorperatie Social Firm zullen naar verwachting eind 2018 aan de raden worden
voorgelegd. Het streven is de coöperatie in januari 2019 van start te laten gaan.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogen
Naar verwachting zal een deel van het eigen vermogen ingezet worden om de
herstructurering en de ontwikkeling van de social firm mogelijk te maken. De
concept begroting 2019 is beschikbaar op 4 oktober 2018.
Vreemd vermogen Zie hierboven.
Werkvoorzieningschap IJsselmeergroep GR
Taakveld 6.5 Arbeidsparticipatie
Publiek belang
Het publiek belang dat door het Werkvoorzieningsschap GR Ijsselmeergroep
wordt gediend is het uitvoeren van de sociale werkvoorziening (SW) en het
benutten en beschikbaarstellen van de infrastructuur t.b.v.
reintegratieactiviteiten van de deelnemende gemeenten.
Programmabegroting 2019 – 2022 112
Vreemd vermogen € 3.871.000 € 4.127.000
Financieel resultaat € 203.000
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 3.864.000 € 3.942.000
Financieel resultaat Niet bekend op het moment van opstellen van deze paragraaf.
Bestuurlijk belang Lelystad heeft 0,6% van de stemmen.
Financieel belang
Jaarlijks ontvangt de gemeente een dividenduitkering. De hoogte daarvan
verschilt van jaar tot jaar en is afhankelijk van de financiële resultaten van het
bedrijf. In 2018 is € 585.000,- ontvangen.
Financiele risico'sEr zijn geen risico's te melden die deze deelneming zou kunnen hebben met
substantiële gevolgen voor de financiële positie van de gemeente.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogen Niet bekend op het moment van opstellen van deze paragraaf.
Vreemd vermogen Niet bekend op het moment van opstellen van deze paragraaf.
Alliander N.V.
Taakveld 0.5 Treasury
Publiek belang Nutsvoorziening
Vreemd vermogen € 149.514.000 € 135.072.000
Financieel resultaat € 393.000
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 4.486.000 € 4.953.000
Financieel resultaat Niet bekend op het moment van opstellen van deze paragraaf.
Bestuurlijk belang Lelystad heeft 0,00009% van de stemmen.
Financieel belang
Gemeente Lelystad ontvangt jaarlijks een dividenduitkering, deze is afhankelijk
van de bedrijfsresultaten en kan dus van jaar tot jaar verschillen. In 2018 is €
12.650,- ontvangen.
Financiele risico'sBNG staat er financieel goed voor. Niets wijst erop dat de deelname aan BNG
leidt tot (grote) risico's voor de financiële positie van de gemeente Lelystad.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogen Niet bekend op het moment van opstellen van deze paragraaf.
Vreemd vermogen Niet bekend op het moment van opstellen van deze paragraaf.
BNG N.V.
Taakveld 0.5 Treasury
Publiek belang Bankier voor overheden.
Programmabegroting 2019 – 2022 113
Vreemd vermogen € 860.491 € 849.006
Financieel resultaat € 13.585
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 89.603 € 103.216
Financieel resultaat Het verwacht resultaat over 2019 is € 10 mln.
Bestuurlijk belangGemeente Lelystad is met 93 gewone aandelen voor ca. 3% aandeelhouder in NV
HVC.
Financieel belang De bijdrage voor inzamelen en verwerking in 2019 zal ca. € 6,8 miljoen bedragen.
Financiele risico's
De gemeente Lelystad staat samen met de andere aandeelhouders van HVC
garant voor een deel van de leningen van HVC. Het Lelystads aandeel voor de
garantstelling bedraagt ca. € 18,2 miljoen. Hoewel de vermogenspositie van HVC
met een solvabiliteit van net geen 12% mager is, zetten de positieve resultaten
van de afgelopen jaren zich door en is het risico daarmee acceptabel.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogenHet eigen vermogen per 31-12-18 bedraagt naar verwachting € 92 miljoen en per
31-12-19 € 102 miljoen.
Vreemd vermogenHet vreemd vermogen per 31-12-18 bedraagt € 817 miljoen en per 31-12-19 €
766 miljoen.
HVC N.V.
Taakveld 7.3 Afval
Publiek belangVerwerken van afvalstoffen, bijdragen aan materiaalhergebruik en
duurzaamheid.
Programmabegroting 2019 – 2022 114
Vreemd vermogen € 84 € 160
Financieel resultaat € 7
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 225 € 232
Financieel resultaat Nog niet bekend op het moment van opstellen van deze paragraaf.
Bestuurlijk belang
Gemeente Lelystad is aandeelhouder van Ontwikkeling Maatschappij Airport
Garden City (AGC) samen met gemeente Almere en de provincie Flevoland, ieder
voor 1/3. Omala is de beherend vennoot van AGC.
Financieel belangDe gemeente heeft samen met de andere aandeelhouders kapitaal verstrekt en
leningen aan de bovenliggende CV AGC.
Financiele risico'sOmdat er inmiddels een grote verkoop heeft plaats gevonden en de
orderportefeuille overtekend is, is hierdoor sprake van een beperkt risico.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogen Nog niet bekend op het moment van opstellen van deze paragraaf.
Vreemd vermogen Nog niet bekend op het moment van opstellen van deze paragraaf.
Omala N.V.
Taakveld 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur
Publiek belang Ontwikkelen van een duurzaam bedrijventerrein naast de luchthaven.
Vreemd vermogen € 7.640 € 7.386
Financieel resultaat € 97
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 9.939 € 10.036
Financieel resultaat Idem.
Bestuurlijk belang 100% aandeelhouder
Financieel belang € 3.787.989 (niveau 2018)
Financiele risico's
De begroting 2018 voorziet in een negatief resultaat van € 100.000. Indicatie
resultaat 2018 na halfjaarrapportage in september 2018 bekend. Door vrijval
afschrijvingen wordt vanaf 2019 een positief resultaat verwacht.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogenDe begroting is 2019 pas beschikbaar na vaststelling door RVC en bij aanvraag
van de gemeentelijke subsidie voor 2019.
Vreemd vermogen Idem.
Sportbedrijf Lelystad N.V.
Taakveld 5.2 Sportaccommodaties
Publiek belangBeheer en verhuur van sportaccommodaties en organisatie van diverse
sportstimuleringsactiviteiten
Programmabegroting 2019 – 2022 115
Vreemd vermogen € 1.249.200 € 1.194.400
Financieel resultaat € 47.700
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 489.100 € 533.700
Financieel resultaat Het verwachte resultaat 2019 bedraagt € 14,0 miljoen.
Bestuurlijk belang Lelystad heeft 1,7% van de aandelen.
Financieel belang
Lelystad ontvangt jaarlijks een dividenduitkering, deze is o.a. afhankelijk van de
bedrijfsresultaten van Vitens en kan van jaar tot jaar verschillen. In 2018 is €
325.000,- aan dividend ontvangen.
Financiele risico'sVitens is een solide bedrijf, er zijn geen risico's te verwachten met een
substantiële impact op de financiële positie van de gemeente Lelystad.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogen
Het eigen vermogen per 31 december 2018 zal naar verwachting € 537,1 miljoen
bedragen; het eigen vermogen per 31 december 2019 zal naar verwachting €
552,9 miljoen bedragen.
Vreemd vermogen
Het vreemd vermogen per 31 december 2018 zal naar verwachting € 1.240
miljoen bedragen; het vreemd vermogen per 31 december 2019 zal naar
verwachting € 1.294 miljoen bedragen.
Vitens N.V.
Taakveld 0.5 Treasury
Publiek belang Zorgdragen voor een stabiele drinkwatervoorziening.
Vreemd vermogen € 64 € 153
Financieel resultaat -€ 677
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 14.924 € 14.247
Financieel resultaat Nog niet bekend op het moment van opstellen van deze paragraaf.
Bestuurlijk belangLelystad is samen met een aantal andere Flevolandse partijen aandeelhouder, de
gemeente heeft een aandelenbelang van 10 procent.
Financieel belang Lelystad heeft kapitaal gestort voor een bedrag van ruim € 1 mln.
Financiele risico's
Beperkt. Weliswaar was er een verlies in 2017 van € 677.000, maar dit betreft
een negatief resultaat van de investering in één bedrijf dat veel te maken heeft
met de luchtvaartindustrie. 2017 was voor hen een incidenteel slecht jaar. De
portefeuille voor de toekomst ziet er goed uit. Het verlies kan volledig worden
afgedekt binnen de reserves van Technofonds.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogen Nog niet bekend op het moment van opstellen van deze paragraaf.
Vreemd vermogen Nog niet bekend op het moment van opstellen van deze paragraaf.
Technofonds Flevoland B.V.
Taakveld 3.1 Economische ontwikkeling
Publiek belangInvesteren in innovatieve bedrijven (start-ups) om bedrijvigheid en
werkgelegenheid te bevorderen.
Programmabegroting 2019 – 2022 116
Vreemd vermogen € 1.148 € 1.379
Financieel resultaat € 26
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 47 € 73
Financieel resultaatVoor 2019 zijn nog geen gegevens beschikbaar, voor 2018 wordt een financieel
resultaat van € 63.000 verwacht.
Bestuurlijk belang Lelystad is 100% aandeelhouder van de BV Werkbedrijf Lelystad.
Financieel belang
In de nota bestedingen re-integratiegelden participatiewet 2019 wordt
vastgelegd welk deel van het beschikbare rijksbudget € 3.886.500 (meicirculaire
2018) aan het Werkbedrijf Lelystad beschikbaar wordt gesteld.
Financiele risico's
Beperkt omdat het volume van de activiteiten wordt afgestemd op de
beschikbare middelen. In de toekomst (2019) zal het Werkbedrijf Lelystad naar
verwachting opgaan in de "social firm". De gemeente Lelystad is dan niet meer
enig aandeelhouder.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogen
De financiele impact van het samengaan van Concern voor Werk NV, de
Werkcorporatie NOP en het Werkbedrijf Lelystad BV is thans nog niet vast te
stellen. De begroting van het Werkbedrijf Lelystad 2019 is in december 2018
beschikbaar.
Vreemd vermogen Zie hiervoor.
Werkbedrijf Lelystad B.V.
Taakveld 6.5 Arbeidsparticipatie
Publiek belang
Het realiseren van een optimale uitstroom uit de participatiewet naar werk. Het
initieren, creeren, organiseren en uitvoeren van werk voor de gemeente Lelystad
t.b.v. (langdurig) werklozen en arbeids-gehandicapten.
Programmabegroting 2019 – 2022 117
Vreemd vermogen € 18.433 € 25.292
Financieel resultaat € 0
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 3.001 € 3.001
Financieel resultaat Nog niet bekend op moment van opstellen van deze paragraaf.
Bestuurlijk belang
Gemeente Lelystad is aandeelhouder van Ontwikkeling Maatschappij Airport
Garden City (AGC) samen met gemeente Almere en de provincie Flevoland, ieder
voor 1/3. Omala N.V. is de beherend vennoot van AGC.
Financieel belangDe gemeente heeft samen met de andere aandeelhouders kapitaal verstrekt en
leningen aan de CV AGC.
Financiele risico'sOmdat er inmiddels een grote verkoop heeft plaats gevonden en de
orderportefeuille overtekend is, is hierdoor sprake van een beperkt risico.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogen Nog niet bekend op moment van opstellen van deze paragraaf.
Vreemd vermogen Nog niet bekend op moment van opstellen van deze paragraaf.
Ontwikkelingsmaatschappij Airport Garden City C.V.
Taakveld 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur
Publiek belang Ontwikkelen van een duurzaam bedrijventerrein naast de luchthaven.
Vreemd vermogen € 39 € 36
Financieel resultaat € 11
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 68 € 78
Financieel resultaat Niet bekend op moment van opstellen van deze paragraaf.
Bestuurlijk belang De gemeente benoemt de bestuurders van de stichting.
Financieel belang De bijdrage voor 2019 bedraagt € 117.029,-.
Financiele risico's Beperkt gelet op de omvang van de stichting.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogen Niet bekend op moment van opstellen van deze paragraaf.
Vreemd vermogen Niet bekend op moment van opstellen van deze paragraaf.
Bataviahaven Stichting
Taakveld 2.3 Recreatieve havens
Publiek belang
Het doel van de stichting is o.a. het beheren van de Bataviahaven, promotie van
de haven, het werven van passanten en ruimte te bieden aan watergebonden
evenementen.
Programmabegroting 2019 – 2022 118
Vreemd vermogen € 170 € 270
Financieel resultaat € 12
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 53 € 64
Financieel resultaat Naar verwachting zal de begroting voor 2019 sluitend zijn.
Bestuurlijk belang
De gemeente benoemt drie leden van de Raad van Toezicht, en uit die drie wordt
de voorzitter voorgedragen. De overige leden van de Raad van Toezicht worden
door de partners benoemd.
Financieel belangDe basisbijdrage voor 2019 is € 580.000, dit is exclusief bijdragen voor
woonmarketing, lelypas en toerisme.
Financiele risico's Beperkt.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogen Nog niet bekend bij het opstellen van deze paragraaf.
Vreemd vermogen Nog niet bekend bij het opstellen van deze paragraaf.
Lelystad Partners Stichting
Taakveld 3.4 Economische promotie
Publiek belang
De bevordering van de bekendheid van Lelystad en de voorzieningen van deze
gemeente op woon-, werk-, leef-, winkel- en recreatieterrein en het bevorderen
van een positief imago van Lelystad.
Vreemd vermogen € 0 € 0
Financieel resultaat € 0
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 750 € 750
Financieel resultaat 0.
Bestuurlijk belangGemeente Lelystad is participant in de Stichting, en heeft een vertegenwoordiger
in het bestuur van de Stichting.
Financieel belang € 250.000
Financiele risico'sDeelname aan de stichting brengt geen substantiele risico's voor de gemeente
met zich mee.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogen
In de stichting is het recht op behoud en exploitatie van de vliegtuigen Uiver en
Constellation ondergebracht. Er vinden verder geen activiteiten in de stichting
plaats. Er is geen begroting voor 2019 beschikbaar.
Vreemd vermogen Zie hiervoor
Uiver Constellation Stichting
Taakveld 5.4 Musea
Publiek belang Behoud van mobiel cultureel erfgoed.
Programmabegroting 2019 – 2022 119
ParkeerService Coöperatie
Taakveld 2.2 Parkeren
Publiek belangHet verrichten van parkeerdiensten voor onder andere de gemeente Lelystad.
Daarvoor wordt jaarlijks een Uitvoerings Overeenkomst (UO) afgesloten.
Financieel resultaatVoor 2019 is een negatief resultaat begroot van € 225.465. Dit zal worden
onttrokken aan de algemene reserve.
Bestuurlijk belangCoöperatie ParkeerService heeft momenteel 17 leden, waarvan 16 gemeenten.
Ieder lid heeft één stem in de Algemene Ledenvergadering.
Financieel belang De bijdrage voor 2019 bedraagt € 788.276,-
Financiele risico's
De jaarrekening 2017 zou op 4 juli 2018 vastgesteld worden door de algemene
ledenvergadering. De op basis van de controleverklaring en de
managementletter van de accountant door Parkeerservice doorgevoerde
verbeteringen vragen meer tijd van alle partijen dan vooraf ingeschat, waardoor
de verklaring van de accountant nog niet beschikbaar is. De directeur-bestuurder
is voornemens om het bestuursverslag 2017, inclusief jaarrekening en
accountantsverklaring te agenderen voor de algemene ledenvergadering van
medio oktober 2018.
Hoewel voor 2019 een tekort voorzien wordt, is er voldoende
weerstandsvermogen om dit binnen CPS op te kunnen vangen. De liquiditeit voor
2019 is naar elk moment van het jaar voldoende. Door de kapitaalstorting in 2017
en het tijdig factureren van de termijnbedragen op basis van de Uitvoerings
Overeenkomsten ontstaat er geen gebrek aan liquide middelen.
Toelichting op de verwachte financiële resultaten 2019
Eigen vermogen
Nog niet bekend op moment van opstellen. De cijfers in de tabel hieronder zijn
gebaseerd op de concept jaarrekening 2017. De toename in het eigen vermogen
betreft de kapitaalsstorting die de leden hebben gedaan voor het transitiebudget
en de versterking van het weerstandsvermogen.
Vreemd vermogen Nog niet bekend op moment van opstellen.
Kerngegevens jaarrekening 201701-01-2017 31-12-2017
(bedragen x €1.000)
Eigen vermogen € 495 € 3.116
Vreemd vermogen € 2.034 € 1.492
Financieel resultaat -€ 183
Programmabegroting 2019 – 2022 120
7. Grondbeleid
Deze paragraaf beoogt een visie te geven op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van doelstellingen
van programma’s zoals die in de begroting zijn opgenomen. Ook geeft deze paragraaf een aanduiding
van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert. Voorts wordt een globaal beeld geschetst van
ontwikkelingen die van invloed zijn op de grondmarkt en de grondexploitaties. Daarnaast wordt in deze
paragraaf inzicht gegeven in de actuele prognoses van de te verwachten resultaten en worden
beleidsuitgangspunten geschetst omtrent reserves in relatie tot de risico’s van de grondzaken.
Proces
In het kader van beleidsvorming en kaderstelling is de laatste jaren gewerkt met een 2-jaarlijkse cyclus
van een kader MPG en een Raam MPG waarin onderscheidenlijk kaders werden gesteld (bijv. parameters
en uitgiftesnelheid) en de kaders werden verwerkt. Deze werkwijze doet onvoldoende recht aan de
snelheid van ontwikkelingen die momenteel plaatsvinden. Bovendien schrijft de BBV2 voor dat jaarlijks
wordt geactualiseerd en waar nodig wordt bijgesteld ten einde een getrouw beeld te geven van de
vermogenspositie van de gemeente. De cyclus wordt als volgt. Bij de begroting worden de jaarbudgetten
geactualiseerd op basis van de MPG die bij de jaarrekening wordt vastgesteld. Indien er bij de begroting
wijzigingen worden voorzien die financiële effecten tot gevolg hebben dan worden deze via deze
paragraaf gemeld, zo mogelijk met een indicatieve doorrekening van de gevolgen. Bij jaarrekening
worden deze gevolgen – zijnde voorgestelde wijzigingen- in de MPG verwerkt. Indien er aanpassingen in
de grondexploitatie nodig zijn met substantiële financiële gevolgen of waardoor de uitgangspunten zoals
het programma aanmerkelijk wijzigen dan wordt dit via een separate herzien grondexploitatie aan u
voorgelegd.
Wat is grondbeleid?
Eén van de middelen voor een gemeente om de ruimtelijke doelstellingen te verwezenlijken, bijvoorbeeld
op het gebied van volkshuisvesting, natuur en groen, infrastructuur en maatschappelijke voorzieningen,
is het gemeentelijke grondbeleid. Om dit grondbeleid te kunnen voeren kan een gemeente gronden
aankopen met als doel deze gronden om te vormen naar bouwrijpe grond en vervolgens te verkopen of
in erfpacht uit te geven (BBV; notitie 2016).
Actief en / of faciliterend grondbeleid
De gemeente kan kiezen – en heeft dit in het verleden veelvuldig gedaan – voor actief grondbeleid waarbij
zelf gronden worden gekocht, in productie worden genomen om vervolgens als bouwrijpe grond te
verkopen. Dat hieraan risico’s zijn verbonden is de afgelopen crisis duidelijk geconstateerd. Het alternatief
kan zijn ruimtelijke ontwikkelingen te faciliteren door middel van bestemmingsplannen en het verlenen
van vergunningen. Met faciliterend grondbeleid is directe sturing en regie beperkter mogelijk maar zijn
tegelijkertijd de risico’s kleiner. Aan beide vormen zijn dus voor- en nadelen verbonden. Lelystad kiest
waar nodig voor actief grondbeleid en waar mogelijk voor een faciliterende rol.
Marktperspectief: ruimtelijk programmeren
Woningbouw
Hoewel er in Lelystad nog geen sprake is van een absoluut overspannen markt zoals in de grote steden
is de vraag en afzet afgelopen periode aanmerkelijk toegenomen. Dit beeld blijkt ook uit het feit dat de
gemeente veel wordt benaderd door projectontwikkelaars over mogelijkheden voor bouwprojecten. De
druk om te acquireren is hierdoor afgenomen en de vraag om een meer structurerende rol neemt toe.
Inherent aan marktwerking is dat door ontwikkelaars begrijpelijkerwijs steeds de best renderend vastgoed
ontwikkeling nastreven. Het is voor de gemeente zaak om via een ruimtelijke programmering sturing te
geven aan een goede programmatische afweging.
In de crisis is behoudend geïnvesteerd in de voorraad bouwgrond. Door de aantrekkende markt neemt
de vraag om bouwgrond toe waardoor er – vooral in de Warande- extra gronden bouwrijp worden
gemaakt, mede ook om een divers aanbod (prijsklasse, projectmatig en particulier opdrachtgeverschap)
te kunnen blijven aanbieden. Gelet op het reeds geïnvesteerde vermogen blijft het van groot belang de
nodige voorzichtigheid te betrachten waar het nieuwe investeringen betreft. In het verlengde hiervan het
2 Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten
Programmabegroting 2019 – 2022 121
verstandig om –ondanks de voorspoedige markt- een goede afwegingen te maken in het ontwikkelen
van (nieuwe) bouwlocaties in de stad en vooral ook vast te houden aan eerder vastgestelde prioriteit
gebieden zoals het centrum en de Warande en daarnaast ook de onafgemaakte gebieden.
Bedrijventerrein
De vooruitzichten voor onze bedrijventerreinen blijven positief. Door uitbreiding van het vliegveld en de
vestiging van het enorme distributiecentrum is dit gebied behoorlijk op de kaart gezet. Met ook de
realisatie van de Flevokust haven en bijbehorende bedrijventerrein kan er een divers pallet aan kavels
worden aangeboden. De economie zit op landelijk niveau duidelijk in een stijgende lijn. De economie van
de MRA groeit sneller dan die van Nederland en andere Europese locaties. Lelystad heeft de ruimte om
bedrijven met een vraag naar grote kavels te faciliteren.
Gronduitgifte
De toegenomen verkoop van gronden betekent dat, meer dan in het verleden, in het belang van de
organisatie, efficiëntie en uniformiteit gezocht wordt naar methoden om de structuur op de toegenomen
vraag af te stemmen. Een van de mogelijkheden is om met vaste partners te werken waar het gaat om
projectontwikkeling. Door een lijst met vaste partners kan mogelijk versnelling van de woningbouwopgave
worden gerealiseerd. Tegelijkertijd geeft dit mogelijkheden om door screening vooraf de procedures
rondom aanbestedingen te vereenvoudigen.
Daarnaast wordt gewerkt om juridische processen te vereenvoudigen en te versnellen. Hiermee kunnen
potentiele kopers sneller en vooral ook duidelijker geholpen worden. Voorbeelden zijn Algemene
verkoopvoorwaarden en nieuwe afspraken omtrent optieverlening, reserveringen en de daarmee
samenhangende doorlooptijden.
Grondprijsbeleid
Afgelopen jaren werd steeds gewerkt met vastgestelde grondprijzen die per grondexploitatie enigszins
konden verschillen. Door de aangetrokken markt wordt geconstateerd dat de grondprijzen sterk stijgen.
Het gemeentelijk beleid is geënt op marktconformiteit. De grondprijs is hierbij de resultante van de
marktprijs (ex btw) minus de stichtingskosten (bouw- en bijkomende kosten). Om de marktconformiteit de
bepalen zijn er verschillende methoden mogelijk.
A. Een eigen residuele berekening; dit is mogelijk als de uitgangspunten bekend zijn zoals het
bouwplan, VON prijzen, stichtingskosten.
B. Aanbesteding op prijs. Inschrijving door marktpartijen / kopers op een perceel bouwgrond.
C. Taxatie door een ter zake deskundig taxateur. Bij nieuwe locaties of bijzondere functie kan de
marktconformiteit worden bepaald door een extern taxateur. Hoewel het voorzichtigheidsprincipe
leidend blijft zullen de grondprijzen in de grondexploitaties naar verwachting opwaarts worden
bijgesteld.
Bouwkosten
Vastgoed
Ook de bouwkosten voor vastgoed stijgen door de toegenomen vraag. Bij residuele prijsbepaling wordt
gebruikt gemaakt van externe openbaar beschikbare bouwkosten informatie. Indien hiervan wordt
afgeweken dan wordt dit gemotiveerd.
Civiel
Door de toegenomen vraag naar woningen en dus naar bouwgrond wordt er druk geconstateerd op de
voor de aanbesteding beschikbare budgetten. De aanbestedingsvoordelen ten opzichte van de budgetten
zoals behaald tijdens de crisis zijn aanmerkelijk kleiner. Gezien de verschillen in aanbesteding die
optreden als gevolg van omvang en soort werk wordt vooralsnog vastgehouden aan de gemiddelde 2%
kostenstijging jaarlijks.
Programmabegroting 2019 – 2022 122
Saldi grondexploitaties per 1/1/2018
Het totaaloverzicht van de grondexploitaties is als volgt:
* Bij de jaarrekening 2018 worden de benodigde voorzieningen weer op peil gebracht.
Risico’s
De risico’s van de grondexploitaties zijn geactualiseerd. Deze zijn integraal onderdeel van de
risicoparagraaf van de begroting. Bij de vaststelling van de jaarrekening 2014 van de gemeente Lelystad
is onder andere bepaald dat de reserves van het Grondbedrijf worden opgeheven en het benodigde
weerstandsvermogen van het grondbedrijf voortaan een onderdeel is van het totale benodigde
weerstandsvermogen van de gemeente Lelystad. De risico’s worden nog wel expliciet in beeld gebracht
en de systematiek van de risico inventarisatie en berekening is niet veranderd. Dit bevordert het totale
beeld van risico’s van de gehele organisatie en geeft daarmee een beeld van de totale gewenste dan wel
benodigde weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit wordt vervolgens afgezet tegen
het beschikbare weerstandsvermogen van waaruit conclusies kunnen worden getrokken in hoeverre
gemeente Lelystad de mogelijke financiële gevolgen van die risico’s op kan vangen. Deze afweging vindt
plaats op concernniveau (risicoparagraaf begroting).
Op peildatum 1 januari 2018 is het risicopercentage berekend op 3.92%. Dit was 4,11% bij de MPG 2017.
Op basis van dit percentage en het saldo van de nog te maken kosten en nog te realiseren opbrengsten
Houtribhoogte 2.5.2 2.376.966
Werkeiland 3.5.3 283.131
Totaal getroffen aanvullende voorzieningen 2.660.097
Ingestelde voorzieningen t.b.v. negatieve grexen 10.404.424
Aanvullende voorzieningen 2.660.097
Totaal ingestelde voorzieningen jaarrekening 2017 13.064.521
Getroffen aanvullende voorzieningen:
Resultaat per
1-1-2018
Reeds
genomen
resultaat
Ingestelde
voorziening
Nog te
realiseren
resultaat
Theaterkwartier 0.0.3 113 0 0 113
Parkwijk 0.0.5 25 0 0 25
Buitenhof 1.7.7 848 108 0 739
Oostervaart-oost 1.8.3 1.990 490 0 1.500
Kempenaar 15 Centrada 2.2.2 78 0 0 78
Kempenaar 2 Sen. Won. 2.2.2 101 0 0 101
Lelystad-nw 2.2 795 749 0 46
HanzePark 2.2.4 -7.567 0 7.567 0 *
Schoener-west 2.4.7 1.430 245 0 1.184
Kust- Bataviahaven 2.3.1 -1.938 0 1.938 0 *
Suyderseeboulevard 2.3.6 479 0 0 479
Kust- Bataviastad 2.5.1 1.851 1.026 0 824
Kust- Houtribhoogte 2.5.2 -450 0 450 0 *
Werkeiland 3.5.3 -368 0 368 0 *
Noordersluis 3.8.0 7.346 5.388 0 1.958
Noordersluis zo 3.8.1 4.957 3.815 0 1.142
Rivierenbuurt-zo 4.2.5 565 349 0 217
Larserplein 4.7.8 105 0 0 105
MFA Eliand Warande 5.2 -80 0 80 0 *
Flevopoort 5.8.0 5.825 268 0 5.557
Warande 1ste deelgebied 5.9.9 1.010 0 0 1.010
Flevokust 7.1.8 42 0 0 42
Larserpoort 7.8.1 6.064 3.531 0 2.533
Totaal 23.217 15.970 10.404 17.652
Vastgestelde
grondexploitatiesbedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 123
is per 1 januari 2019 een risicobuffer benodigd van afgerond €9.3 miljoen. Per 1 januari 2018 was dat
€10,4 miljoen. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
- Grondexploitaties woningbouw: Parkwijk, Buitenhof, Kempenaar 15 Centrada, Kempenaar 2 Sen.
Won, Lelystad-noordwest, Hanzepark, Suyderseeboulevard, Schoener-west, Kust-Batavia-
Haven, Kust-Houtribhoogte, Werkeiland en Warande 1e deelgebied voor ca. €7,4 miljoen;
- Grondexploitaties bedrijventerreinen: Oostervaart-oost, Noordersluis, Noordersluis-zuidoost,
Rivierenbuurt-zuidoost, Flevopoort, Flevokust en Larserpoort voor ca. €1,7 miljoen;
- Overige grondexploitaties – Bataviastad, Larserplein en MFA Eiland Warande voor ca. €0,2
miljoen.
Naast deze expliciete systematische risico’s binnen de vastgesteld grondexploitaties is er ook nog sprake
van een aantal aanvullende specifieke risico’s. Deze worden, net als de benodigde risicobuffer van het
Grondbedrijf, in de risicoparagraaf van de begroting opgenomen.
Programmabegroting 2019 – 2022 124
8. Interbestuurlijk toezicht (IBT)
Interbestuurlijk toezicht is een wettelijke taak van de provincie waarbij zij toezicht houdt op de
taakuitoefening door gemeenten. Het wettelijke uitgangspunt is dat de provincie voor alle beleidsterreinen
de toezichthouder op gemeenten is met uitzondering van de terreinen waarop de provincie geen taken
heeft. Het specifiek toezicht vormt hierop een uitzondering, waarbij met name het financieel toezicht
integraal, op alle gemeentelijke domeinen, van toepassing is. Provincie en gemeenten zullen zich
inspannen om op basis van transparantie, begrip en vertrouwen te komen tot een effectieve en efficiënte
wijze van interbestuurlijk toezicht. Door het optimaliseren van het zelfregulerend vermogen van de
gemeente en de versterking van controle door de gemeenteraden kan de provincie terughoudend met
het toezicht omgaan. In de bestuursovereenkomst hebben partijen binnen Flevoland de uitgangspunten
vastgelegd voor de vernieuwde interbestuurlijke verhoudingen en de wijze waarop zij met elkaar wensen
om te gaan. Het Rijk blijft toezichthouder voor de gemeenten op die terreinen, waar provincies geen taak
en expertise hebben. Dit geldt bijvoorbeeld voor onderwijswetten en sociale zaken.
Het Interbestuurlijk Toezicht IBT betreft de volgende toezichtgebieden:
- Huisvesting Statushouders
Gemeenten geven uitvoering aan de wettelijke taak om verblijfsgerechtigden tijdig te huisvesten. Het
aantal wordt door het Rijk in de halfjaarlijkse taakstelling bepaald. Tijdig betekent binnen twaalf weken
nadat verblijfsgerechtigde aan een gemeente is verbonden.
- WABO ( Bouwen en Milieu)
Bescherming van mens en natuur tegen schade en gevaar. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor
uitvoering van toezicht en handhaving (Milieu en bouwen) en deugdelijke kwaliteit van het
nalevingstoezicht.
- Ruimtelijke Ordening
De gemeenteraad stelt, ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening voor het gehele grondgebied
van de gemeente een of meer structuurvisies en bestemmingsplannen vast.
- Monumenten en archeologie
Ten aanzien van Rijksmonumenten (beschermd stads/dorpsgezicht) en Archeologie is er toezicht op
gemeentelijke ruimtelijke plannen en op vergunningverlening en handhaving.
- Archief Toezicht:
Het doel van het toezicht op archief- en informatiebeheer is om bij gemeenten, waterschappen en
gemeenschappelijke regelingen te komen tot een betrouwbare informatievoorzienig.
- Financieel Toezicht
In samenspraak met de provincie is afgesproken dat in de paragraaf IBT ten aanzien van het
onderdeel financiën ingegaan wordt op de volgende onderdelen: sluitende meerjarenbegroting,
weerstandsvermogen, materieel evenwicht (structurele baten zijn in evenwicht met de structurele
lasten) en de schuldpositie.
Verantwoording naar de Provincie
Het streven is de IBT verantwoording van de toezichtgebieden te integreren in de P&C documenten zoals
de begroting en de jaarrekening. Het proces zal uiteindelijk zoveel mogelijk als volgt verlopen: In de
jaarrekening worden de resultaten benoemd van de bovengenoemde beleidsterreinen. In de
bestuursovereenkomst met de provincie zijn afspraken gemaakt over het informatiearrangement en de
toezichtcriteria. De provincie beoordeelt of de gemeente het goed of slecht doet op de verschillende
onderdelen. In de begroting die daarop volgt komen de verbeteracties aan de orde op die punten waarvan
in rekening is gebleken dat verbeteringen noodzakelijk zijn. In de onderhavige begroting wordt in deze
opstartfase alleen ingegaan op de onderdelen in het financieel toezicht. Deze is in het hoofdstuk financiële
positie toegelicht. De komende 2 jaar wordt de IBT verantwoording in de Begroting en jaarrekening verder
uitgebreid met de overige onderdelen IBT. Er is gekozen voor deze gefaseerde invoering omdat voor de
hierboven benoemde terreinen de momenten van verslaglegging niet of beperkt kunnen worden
gesynchroniseerd met de P&C-cyclus. Om uiteindelijk een volledige synchronisatie en integratie te
Programmabegroting 2019 – 2022 125
kunnen bereiken zullen diverse regelingen en voorschriften hierop moeten worden aangepast. Het is nog
niet bekend wanneer dit punt bereikt kan worden. Tot dat moment zullen de IBT-onderwerpen
noodgedwongen gefragmenteerd aan de raad worden aangeboden. In de hieronder staande informatie
en tabellen wordt kort ingegaan op de IBT-informatie en de daaruit resulterende beoordeling voor wat
betreft Financiën.
Financiën
In de IBT bestuursovereenkomst is in de vorm van een zgn. verkeerslichtmodel voor ieder onderwerp een
normsituatie gedefinieerd (“groen”), en de bandbreedte bepaald voor een lichte afwijking die een
waarschuwing rechtvaardigt (“oranje”). Buiten deze bandbreedte geldt “rood”. De provincie stemt als
toezichthouder haar regime op deze normering af. Uiteraard is het streven de groene situatie te bereiken
en/of behouden.
Voor Financiën is de groene situatie gedefinieerd op basis van 3 pijlers: begrotingsevenwicht,
weerstandsvermogen en schuldpositie. Het zwaartepunt van de beoordeling ligt bij de begroting, bij de
jaarrekening volgt een controlemoment.
Pijler 1: begrotingsevenwicht
De geraamde structurele lasten en baten zijn in het begrotingsjaar structureel en reëel in evenwicht
(materieel evenwicht) en uit de meerjarenbegroting blijkt dat het aannemelijk is dat dit evenwicht jaarlijks
wordt gecontinueerd.
Pijler 2 en 3: weerstandsvermogen en schuldpositie
Geen van deze pijlers is ongunstig. Geen sprake van bestuurlijk relevante onderwerpen, die de financiële
positie substantieel nadelig kunnen beïnvloeden.
In ambtelijk overleg zijn de indicatoren en bijbehorende normering besproken die de pijlers zoals
hierboven operationeel maken. Deze worden hieronder weergegeven.
Programmabegroting 2019 – 2022 126
Pijler 1: Begrotingsevenwicht
Conclusie:
Pijler 1 - begrotingsevenwicht geeft aan dat het begrotingsevenwicht voor de jaren 2019-2021 sluitend is
(gunstig) en met ingang van 2022 niet sluitend is (ongunstig). Structureel begrotingsevenwicht betekent
dat structurele lasten worden gedekt door structurele baten (>0% is gunstig; = 0% neutraal; <0%
ongunstig). Na verwerking van de in deze programmabegroting voorgestelde begrotingswijzigingen komt
de eindstand van 2022 uit op €926.000 nadelig en is er een taakstelling opgelegd om deze jaarschijf
sluitend te maken. In opmaat naar de kadernota 2020 – 2023 wordt deze taakstelling verder uitgewerkt
in mogelijke bezuinigingsopties. Indien het op dat moment noodzakelijk blijkt zal de raad worden
voorgesteld een aantal van deze bezuinigingsmogelijkheden te effectueren, zodat er weer een
begrotingsevenwicht ontstaat.
Rekening
2017
Primitieve
begroting
2018
Prognose
2019
Prognose
2020
Prognose
2021
Prognose
2022
Totaal baten 257.959 273.266 252.488 253.370 249.373 251.678
Totaal lasten 256.715 284.786 254.520 252.686 251.625 253.487
Resultaat exploitatie (voor
mutatie reserves)1.244 -11.519 -2.032 684 -2.252 -1.810
Onttrekking reserves (baten) 56.923 18.613 7.439 5.080 6.236 3.108
Dotatie reserves (lasten) 51.962 6.880 5.404 5.639 3.976 2.981
Resultaat reserves 4.961 2.035 -558 2.260 127
Totaal baten (na bestemming
reserves)314.882 291.880 259.927 258.450 255.609 254.786
Totaal lasten (na bestemming
reserves)308.676 291.666 259.924 258.324 255.601 256.468
Totaal resultaat (na mutatie
reserves)6.205 214 3 126 9 -1.682
Totaal baten 4.466 0 0 0 0 0
Totaal lasten 4.641 13.392 2.893 928 1.006 -45
Incidenteel resultaat exploitatie
(voor mutatie reserves)-175 -13.392 -2.893 -928 -1.006 45
Onttrekking uit incidenteel reserves
(baten)3.839 13.392 2.893 1.358 1.006 -45
Dotatie aan incidenteel reserves
(lasten)1.313 3.809 2.000 2.000 1.000 0
Incidenteel resultaat reserves 2.526 9.583 893 -642 6 -45
Totaal baten (na bestemming
reserves)8.305 13.392 2.893 1.358 1.006 -45
Totaal lasten (na bestemming
reserves)5.955 17.201 4.893 2.928 2.006 -45
Totaal incidenteel resultaat 2.351 -3.809 -2.000 -1.570 -1.000 0
Totaal baten 253.493 273.266 252.488 253.370 249.373 251.678
Totaal lasten 252.073 271.394 251.627 251.758 250.619 253.532
Structureel resultaat exploitatie
(voor mutatie reserves)1.420 1.872 861 1.612 -1.246 -1.855
Onttrekking reserves (baten) 53.083 5.222 4.546 3.722 5.230 3.153
Dotatie reserves (lasten) 50.648 3.071 3.404 3.639 2.976 2.981
Structureel resultaat reserves 2.435 2.150 1.142 84 2.254 172
Totaal baten (na bestemming
reserves)306.576 278.488 257.034 257.092 254.603 254.831
Totaal lasten (na bestemming
reserves)302.722 274.466 255.031 255.396 253.595 256.513
Totaal structureel resultaat (na
mutatie reserves)3.855 4.023 2.003 1.696 1.009 -1.682
1,5% 1,5% 0,8% 0,7% 0,4% -0,7%
STRUCTUREEL EVENWICHT
(bedragen x €1.000)
Totaal
Incidenteel
Structureel
Structurele exploitatie ruimte (BBV)
Programmabegroting 2019 – 2022 127
Pijler 2: Weerstandsvermogen
Conclusie:
Pijler 2 weerstandsvermogen geeft verschillende indicatoren weer met betrekking tot het gemeentelijk
weerstandsvermogen. De weerstandsratio’s acuut en -niet acuut kleuren beide groen, wat betekent dat
er voldoende weerstandsvermogen is om de geïnventariseerde risico’s op te vangen (zie ook de
paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing).
Het kengetal solvabiliteit geeft weer in hoeverre er geen schulden op het bezit rusten. Daarmee kan een
oordeel worden gevormd of er bij een onmiddellijke liquidatie van de gemeente genoeg geld over zou
blijven om alle schulden te vereffenen. Het kengetal geeft in een percentage aan welk deel van het bezit
op de linkerzijde van de balans niet met schuld is belast en in fictieve zin vrij komt als al het gemeentebezit
vandaag wordt verkocht. Enkele jaren geleden maakten de voorzieningen nog deel uit van de
solvabiliteitsberekening, zoals door de VNG werd voorgeschreven. In de verplichte set indicatoren die
door het BBV wordt voorgeschreven zijn de voorzieningen buiten de definitie van de solvabiliteitsratio
gehouden. De BBV definitie luidt nu: het totaal aan eigen vermogen - in de vorm van reserves - gedeeld
door het totale balansvermogen, maal 100%.
Als signaleringswaarde voor de solvabiliteitsratio geldt wat de VNG en de provinciaal toezichthouder
betreft een percentage van 20%3. Het meerjarig beeld van de ontwikkeling van de solvabiliteit is vooral
gebaseerd op balansprognoses. Het is de verwachting dat het eigen vermogen jaarlijks zal afnemen,
voornamelijk als gevolg van de overstap van annuïtair- naar lineair afschrijven. De raad heeft besloten de
hieruit voortvloeiende hogere afschrijvingslasten tot en met 2037 te dekken uit de egalisatiereserve
weerstandsvermogen. Met ingang van 2038 is er een omslagpunt en wordt de reserve weer aangezuiverd
tot en met 2060. Voornamelijk als gevolg van deze besluitvorming is het de verwachting dat de solvabiliteit
zich onder de 20% zal begeven in de aankomende jaren.
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten
opzichte van de totale (geraamde) baten. Deze ratio vloeit voort uit de afspraken die gemaakt zijn binnen
het IBT. Inmiddels is deze ratio gelijk aan de door het BBV voorgeschreven ratio voorraadquote.
Voorraden grond brengen een inherent risico met zich mee, omdat deze waarde moet worden
terugverdiend bij de verkoop. De gemeente heeft relatief veel grondvoorraad en dat is ook wat dit kengetal
weergeeft.
3 ‘Bij een solvabiliteitsratio lager dan 20% bevindt een gemeente zich op glad ijs. Maar gemeenten in Nederland gaan vanwege het
artikel 12 vangnet uit de Financiële Verhoudingswet niet failliet en worden nooit geliquideerd. Daarom heeft dit kengetal ondanks deze signaalwaarde maar beperkte waarde. De vraag of de gemeente de schuldverplichtingen met zijn inkomen kan betalen zonder het voorzieningenniveau te veel onder druk komt, is veel belangrijker’ (Houdbaarheidstest gemeentefinanciën – Vereniging van Nederlandse Gemeenten, januari 2016).
Weerstandsvermogen Norm Rekening 2017 Prognose 2018 Prognose 2019 Prognose 2020 Prognose 2021 Prognose 2022
Weerstandsratio (acuut) >1 10,8 12,3 nvt nvt nvt nvt
Weerstandsratio (niet- acuut) >1 11,7 6,8 nvt nvt nvt nvt
Solvabiliteit 20% - 50% 23% 18% 17% 16% 15% 15%
Grondexploitatie 20% -35% 36% 34% 36% 33% 32% 28%
Programmabegroting 2019 – 2022 128
Pijler 3: Schuldpositie
Conclusie:
Pijler 3 schuldpositie geeft verschillende indicatoren weer met betrekking tot de gemeentelijke
schulden. De schuldquote is de netto schuld uitgedrukt in een percentage van de inkomsten en geeft een
indicatie van de druk die rente en aflossing hebben op de exploitatie. De netto schuldquote loopt de
komende jaren enigszins op door onder meer de investering in de SVOL, maar blijft meerjarig (ruim)
onder de door de raad gestelde norm van 100%.
De debt-ratio is de tegenhanger van de binnen de vorige pijler beschreven solvabiliteitsratio en geeft het
aandeel van het vreemd vermogen in het totale vermogen of totale activa aan (totale activa en totale
vermogen is gelijk aan elkaar). Hieruit kan worden opgemaakt hoeveel procent van het totale vermogen
uit vreemd- en eigen vermogen bestaat.
De voorraadquote is hetzelfde als het kengetal grondexploitatie, zoals dat binnen de vorige pijler is
beschreven.
Financiële kengetallen Norm Rekening
2017
Prognose
2018
Prognose
2019
Prognose
2020
Prognose
2021
Prognose
2022Netto schuldquote 100% 54% 60% 74% 76% 82% 75%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 100% 59% 65% 79% 81% 87% 80%
Debt ratio - 77% 82% 83% 84% 85% 85%
Voorraadquote - 36% 34% 36% 33% 32% 28%
Netto rentekosten (ten opzichte van de totale baten) - 1,78% 1,86% 2,09% 2,16% 2,20% 2,17%
Programmabegroting 2019 – 2022 129
9. Onderzoeksagenda
In de begrotingsbehandeling van de programmabegroting 2018 - 2021 in de raad heeft het college
aangegeven meer vorm en inhoud te geven aan de onderzoeksagenda. Buiten de reguliere onderzoeken
die periodiek worden uitgevoerd en aan de raad worden aangeboden wordt in deze paragraaf specifiek
in gegaan op die onderwerpen die kunnen worden gekarakteriseerd als artikel 213A onderzoek.
De 213A onderzoeken bestaan naast de instrumenten die de raad zelf tot zijn beschikking heeft, zoals de
rekenkamer en de controle van de accountant op het terrein van de financiële positie en de financiële
rechtmatigheid.
In de passage hieronder worden, conform de verordening 213A, één doelmatigheidsonderzoek en twee
doeltreffendheidsonderzoeken genoemd die in 2019 worden uitgevoerd. Per onderwerp wordt op
hoofdlijnen de onderzoeksvraag en de aanleiding, het verwachte oplevermoment en zo mogelijk een
toelichting op de onderzoeksmethode beschreven.
1. Onderzoek naar het verandervermogen van de organisatie
Hoe gaat de organisatie om met verandering? Aangevuld met de vraag en is de organisatie dan
ook in staat om de verandering in de organisatie te borgen?
Deze vraag is interessant maar ook relevant niet alleen de ambtelijke organisatie een ontwikkeling
doormaakt onder andere richting zelf organisatie en het schrappen van hiërarchie, maar ook
omdat externe ontwikkelingen de nodige verandering vragen. Vanuit de samenleving kijkt men
tegenwoordig op een andere manier naar de overheid. Daarnaast verandert wet- en regelgeving
of is er nieuwe wetgeving op komst. Dit vraagt iets van de flexibiliteit en verandercapaciteit in de
organisatie en bij de individuele medewerkers. Maar naast de mogelijkheid om te leren en te
kunnen veranderen ook om deze te interneren en te borgen in de organisatie.
Als onderzoeksmethode is gekozen voor een externe visitatie van de organisatie door een team
van drie of vier personen met verschillende werkgebieden en verschillende expertise. Op die
wijze wordt de organisatie door een ‘aantal mensen van buitenaf’ een spiegel voorgehouden.
Verwachte verzending van de resultaten aan de raad is juli 2018.
2. Toekomstbestendigheid van de juridische functie
Onderzoek naar hoe de juridische kwaliteit (ook) voor de toekomst te borgen. Wat en waar zitten
in dat licht bekeken de kwetsbaarheden dan wel uitdagingen.
De gemeente wordt in toenemende mate geconfronteerd met groeiende en veranderende wet
en regelgeving zoals privacywetgeving en invoering omgevingswet. Daarnaast is er nadrukkelijke
aandacht vanuit de maatschappij (belangengroeperingen, pers, instellingen, bedrijven en
inwoners) bij het juist toepassen van die wet en regelgeving en een groeiende ‘claimcultuur’. Meer
dan in het verleden leiden geschillen tot juridische procedures met mogelijke (financiële) claims
tot gevolg. Met het oog op deze ontwikkeling is het noodzakelijk vroegtijdig te anticiperen en
mogelijke knelpunten en uitdagingen in beeld te brengen ten einde de kwaliteit van de juridische
functie te kunnen blijven borgen. Verwachte oplevermoment resultaten en verzending aan de
raad juli 2019.
3. De totstandkoming van het Kwaliteitstructuurplan
Onderzoek naar het proces waarop het KSP is opgesteld en daaraan gekoppeld de vraag of het
instrument voldoet aan de behoefte namelijk het ijken en richten van de jaarlijkse
beheersinspanningen.
Mede naar aanleiding van de besluitvorming als gevolg van de ICL evaluatie moet het meerjarig
beheer en onderhoudsplan openbare ruimte worden herijkt. In dat plan worden de beheer
inspanningen geformuleerd en gepland ten einde een gewenst kwaliteitsniveau van de openbare
ruimte te kunnen bewerkstellingen. Bij definiëring van de verschillende kwaliteitsniveaus van
onderhoud en de koppeling aan onderhoudsmaatregelen en intervallen wordt het
kwaliteitsstructuurplan (KSP) gebruikt. De vraag is of het vigerende KSP daarin nog voldoet in
termen van inhoud en totstandkoming en op die manier afdoende basis biedt voor opstellen van
maatregelpakketten en meerjarige doorrekeningen.
Programmabegroting 2019 – 2022 130
Naast deze onderzoeken in het kader van de verordening 213A worden er nog diverse andere periodieke
onderzoeken uitgevoerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om de jaarlijkse cliënt ervaringsonderzoeken op het
gebied van de Wmo en Jeugdhulp, de monitor duurzaamheid en de veiligheidsanalyse ten behoeve van
het Integraal Veiligheidsplan. Daarnaast wordt er tweemaal per jaar een monitor sociaal domein
opgesteld en wordt er iedere twee jaar de volgende onderzoeken uitgevoerd: Zicht op Lelystad,
Leefbaarheidsindex, Wonen, Leefbaarheid en Veiligheid.
Programmabegroting 2019 – 2022 131
3. Financiële begroting
3.1 Overzicht van baten en lasten en toelichting
Dit hoofdstuk bevat de specificatie van baten en lasten per programma zowel voor de exploitatie als de reserves (taakveld 0.10 mutatie reserves wordt in de tabel op de volgende pagina uitgesplitst naar
taakveld). In het volgende hoofdstuk komt de financiële positie van de gemeente Lelystad aan de orde.
De in deze programmabegroting 2019 – 2022 voorgestelde begrotingsbijstellingen uit het volgende
hoofdstuk zijn nog niet in deze cijfers verwerkt (dat volgt pas na raadsbesluit).
In de paragraaf IBT is de uitsplitsing van deze baten en lasten gemaakt naar incidenteel en structureel.
Grondslagen begroting
1. De begroting is opgesteld conform de nieuwe BBV richtlijnen die van toepassing zijn per 1 januari
2017.
2. De voorstellen uit het financieel perspectief 2019 – 2022 die betrekking hebben op het
gemeentefonds zijn gebaseerd op de informatie uit de meicirculaire 2018.
3. De begroting is opgesteld in constante prijzen.
Baten Lasten Saldo
0 - Bestuur en ondersteuning 147.450 136.868 174.143 -38.195 135.948 134.695 130.951 133.603
Algemene dekkingsmiddelen 177.566 170.047 171.178 -1.184 169.994 167.637 167.385 166.795
Onvoorzien - -104 - -200 -200 -200 -200 -200
Overhead -25.029 -25.490 843 -27.372 -26.530 -26.225 -25.803 -25.272
Heffing vennootschapsbelasting - - - - - - - -
Algemeen -5.087 -7.585 2.122 -9.439 -7.317 -6.517 -10.431 -7.720
1 - Veiligheid -7.374 -7.008 162 -7.335 -7.173 -7.171 -7.168 -7.165
2 - Verkeer, vervoer en waterstaat -18.922 -17.792 3.427 -21.305 -17.878 -17.855 -17.913 -17.985
3 - Economie -3.160 -5.732 5.021 -7.849 -2.828 -3.129 -2.560 -2.231
4 - Onderwijs -15.884 -14.053 2.091 -14.026 -11.935 -11.782 -10.911 -13.053
5 - Sport, cultuur en recreatie -17.924 -18.599 417 -18.785 -18.368 -18.027 -18.020 -17.910
6 - Sociaal domein -79.891 -76.897 37.555 -110.756 -73.201 -70.234 -70.734 -71.188
7 - Volksgezondheid en milieu -3.856 -5.287 15.521 -19.855 -4.334 -4.095 -4.019 -4.001
8 - Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing 805 -3.366 14.151 -16.414 -2.262 -1.718 -1.879 -1.879
Totaal geraamd resultaat voor bestemming 1.244 -11.867 252.488 -254.520 -2.032 684 -2.252 -1.810
0 - Bestuur en ondersteuning 2.342 1.268 4.565 -4.163 402 -736 3.019 231
1 - Veiligheid -38 40 - - - - - -
2 - Verkeer, vervoer en waterstaat 423 169 242 -126 115 23 16 26
3 - Economie 724 3.380 399 - 399 799 329 -
4 - Onderwijs 389 442 - - - - - -
5 - Sport, cultuur en recreatie - 27 312 - 312 12 12 -
6 - Sociaal domein 3 2.934 1.511 -1.000 511 -780 -1.000 -
7 - Volksgezondheid en milieu 389 1.583 190 -115 75 -115 -116 -130
8 - Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing 728 1.893 220 - 220 238 - -
Totaal beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves 4.961 11.737 7.439 -5.404 2.035 -558 2.260 127
Totaal geraamd resultaat na bestemming 6.205 -130 259.927 -259.924 3 126 9 -1.682
Overzicht van baten en lasten en toelichting (bedragen x €1.000)
Taakvelden (bedragen €1.000)Rekening
2017
Begroting
2018
2019
2020 2021 2022
Programmabegroting 2019 – 2022 132
3.2 Voorgestelde begrotingsbijstellingen - structureel
De beginstand van deze programmabegroting 2019 – 2022 is gelijk aan de door de raad vastgestelde
eindstand van de programmabegroting 2018 – 2021. Na deze beginstand volgt een overzicht van de door
het college voorgestelde bijstellingen op het begrotingssaldo, eindigend in de eindstand van deze
programmabegroting 2019 en meerjarenraming 2020 – 2022. In de pagina’s daarna wordt ieder voorstel
afzonderlijk van een toelichting voorzien.
2019 2020 2021 2022
Beginstand meerjarenraming 2019 - 2022 3 126 9 -1.682
2019 2020 2021 2022
1 0.2 Reisdocumentendip -307 -317 -300 -275
2 0.3 Beheer onroerend goed - budgetneutraal - - - -
3 0.3 Opstalrecht en ontwikkelbudget beheer onroerend goed - budgetneutraal - - - -
4 0.4 Lelystad digitaal 2020 - - - -134
5 0.4 Taakstelling inhuur -350 -350 -350 -350
6 0.4 Garantiebanen -135 -140 -150 -160
7 0.4 Privacy en informatiebeveiliging -104 -104 -104 -104
8 0.4 Vervangingsinvesteringen ICT 2019 - 2022 -10 27 -34 -149
9 0.4 Vervangingsinvesteringen overig -9 -9 -9 -9
10 0.5 Deelnemingen -155 -155 -55 -55
11 0.61 OZB opbrengsten - indexatie en areaaluitbreiding 913 913 913 913
12 0.64 Precariobelasting - - - -1.760
13 1.1 Taakoverdracht van Omgevingsdienst naar Brandweer 76 76 76 76
14 1.1 Veiligheidsregio -132 -132 -132 -132
15 1.2 Persoonsgerichte aanpak -50 PM PM PM
16 2.1 Inkomsten lichtmastreclames -19 -19 -19 -19
17 2.1 Waterschapsbelasting -130 -130 -130 -130
18 2.1 Project Middenweg -15 -15 -15 -15
19 2.2 Vervangingsinvesteringen parkeersystemen Stadshart - -110 -109 -108
20 4.2 IHP 2018 - 2027 44 147 66 -149
21 6.3 Sociale Recherche Flevoland 28 28 28 28
22 6.3 Bijstandsuitkeringen 1.112 1.372 1.343 1.343
23 7.1 Rijksvaccinatieprogramma - budgetneutraal - - - -
24 7.1 Bijdrage GR GGD 2019 - 2022 -8 -8 -8 -8
25 7.1 Gezondheidszorg Statushouders -40 -40 -40 -40
26 7.3 Afvalinzamenling, afvalverwerking en afvalstoffenheffing 41 41 41 41
27 7.4 Bestrijding invasieve exoten -60 -60 -60 -60
28 7.4 Basisregistratie ondergrond -15 -15 -15 -15
29 7.4 Inkomsten windenergie 1.400 - - -
30 8.3 Huisvestingsverordening PM PM PM PM
A. Financieel effect onontkoombaar / actualisaties 2.075 1.000 937 -1.271
Ta
ak
ve
ld Meerjarenraming 2019 - 2022
Meerjarenraming 2019 - 2022
Vo
ors
tel
A. Onontkoombaar / actualisaties
2019 2020 2021 2022
Batenkant begroting - algemene mutaties
Algemene uitkering - accresontwikkeling (oa dekking voor loon-/ prijs ontwikkeling) 4.271 5.089 5.972 6.723
Algemene uitkering - ramen ruimte onder het plafond BTW- compensatiefonds 2.350 2.350 2.350 2.350
Batenkant begroting - taakgerelateerde mutaties
Wmo 2007 480 566 626 684
Wmo 2015 851 982 1.197 1.329
Jeugdhulp 503 713 889 1.052
Participatiewet 263 333 181 179
Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang 9 9 9 9
DU - Armoedebestrijding kinderen -23 -23 -23 -23
DU - Schulden en armoede 106 106 - -
DU - ICL uitkering 739 736 436 438
31 0.7 B. Financieel effect mutaties uitkeringen gemeentefonds (=batenkant) 9.549 10.861 11.637 12.741
Meicirculaire 2018Meerjarenraming 2019 - 2022
Vo
ors
tel
Taakveld
B. Mutaties uitkeringen gemeentefonds (= effect batenkant)
Programmabegroting 2019 – 2022 133
2019 2020 2021 2022
Lastenkant begroting (doorvertalen loon-/prijs ontwikkeling)
32 0.8 Compensatie ontwikkeling loon - sociale lasten (tranche 2019) -1.350 -1.350 -1.350 -1.350
33 0.8 Compensatie inflatie - materiële budgetten (tranche 2019) -875 -875 -875 -875
34 0.8 Compensatie inflatie - gesubsidieerde instellingen (tranche 2019) -400 -400 -400 -400
Lastenkant begroting (doorvertalen taakgerelateerde mutaties)
35 6.71 Wmo 2007 -480 -566 -626 -684
36 6.71 Wmo 2015 -851 -982 -1.197 -1.329
37 6.72 Jeugdhulp -503 -713 -889 -1.052
38 6.4 Participatiewet -263 -333 -181 -179
39 6.1 Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang -9 -9 -9 -9
40 6.3 DU - Armoedebestrijding kinderen 23 23 23 23
41 6.3 DU - Schulden en armoede -106 -106 - -
42 2.1 DU - ICL uitkering -739 -736 -436 -438
C. Financieel effect doorvertalen mutaties uitkeringen gemeentefonds (=lastenkant) -5.553 -6.047 -5.940 -6.293
Vo
ors
tel
Taakveld
C. Doorvertalen mutaties uitkeringen gemeentefonds (= effect lastenkant)
Meerjarenraming 2019 - 2022
2019 2020 2021 2022
43 0.1 Ontwikkelingen gemeenteraad -145 -145 -145 -145
44 0.1 Ondersteuning 6e wethouder (secretariaat, communicatie, ondersteuning) -150 -150 -150 -150
45 0.1 Actualisatie wachtgeldverplichtingen 140 140 65 -
46 0.8 Motiemarkt - -150 -150 -150
47 1.2 Integraal Veiligheidsplan 2018 - 2022 -25 -25 -25 -25
48 2.1 Veilige ontsluiting campuszone - -108 -108 -108
49 2.1 Ombouw rotonde provinciehuis - budgetneutraal - - - -
50 2.2 Dynamisch parkeerverwijssysteem - -33 -33 -32
51 2.5 Concessie openbaar vervoer -20 -20 -20 -
52 3.1 Aankoop Oostvaardersdijk 15 -4 -4 -4 -4
53 3.1 Acquisitiebudget -50 -50 -50 -
54 3.1 Gezamenlijke acquisitiewebsite met Almere -35 -5 -5 -5
55 3.3 Herinrichting Promesse - -13 -13 -13
56 4.3 Lokaal Educatieve Agenda -250 -250 -250 -250
57 5.6 Radio Lelystad -8 -8 -8 -8
58 6.1 Uitbreiding capaciteit jongerenwerk - -250 -250 -250
59 6.1 Beheer Dukdalf -75 -75 -75 -75
60 6.1 Ideeënmakelaar en Mensen maken de buurt -170 -170 -170 -170
61 6.4 Lelystad Akkoord -70 -70 -70 -70
62 6.5 Voortzetting aanvullende financiering re-integratie 2019 - budgetneutraal - - - -
63 6.72 Aanvalsplan jeugdhulp en onderwijs -50 PM PM PM
64 6.72 Jeugdhulp -3.240 -4.136 -3.274 -2.851
65 7.1 Gezondheidsbeleid -65 -65 -65 -65
66 7.4 Energietransitieplan -183 -50 -50 -50
D. Financieel effect doorwerking raadsprogramma -4.400 -5.637 -4.850 -4.421
Vo
ors
tel
Taakveld Meerjarenraming 2019 - 2022
D. Doorwerking raadsprogramma
2019 2020 2021 2022
Beginstand meerjarenraming 2019 - 2022 3 126 9 -1.682
A. Financieel effect onontkoombaar / actualisaties 2.075 1.000 937 -1.271
B. Financieel effect mutaties uitkeringen gemeentefonds (=batenkant) 9.549 10.861 11.637 12.741
C. Financieel effect doorvertalen mutaties uitkeringen gemeentefonds (=lastenkant) -5.553 -6.047 -5.940 -6.293
D. Financieel effect doorwerking raadsprogramma -4.400 -5.637 -4.850 -4.421
Subtotaal effect op beginstand 1.671 177 1.784 756
Eindstand programmabegroting 2019 en meerjarenraming 2020 - 2022 1.674 303 1.793 -926
Meerjarenraming 2019 - 2022
Recapitulatie
Eindstand programmabegroting 2019 en meerjarenraming 2020 - 2022 1.674 303 1.793 -926
67 0.11 Storting in de Reserve Ontwikkeling Stad -1.350 - -1.350 -
68 0.11 Nader uit te werken richting kadernota 2020 - 2023 (taakstelling en onderzoeksopdracht) - - - 1.000
Eindstand programmabegroting 2019 en meerjarenraming 2020 - 2022 324 303 443 74
Vo
ors
tel
Taakveld
Programmabegroting 2019 – 2022 134
A. Onontkoombaar / actualisaties
Als gevolg van de invoering van de tienjarige geldigheidsduur voor paspoorten en identiteitskaarten voor
volwassenen per 9 maart 2014, neemt het aantal aanvragen van deze documenten vanaf 2019
gedurende vijf jaar fors af. Volwassenen die tussen 2014 en 2018 een paspoort of identiteitskaart hebben
aangevraagd hoeven hun document immers pas vanaf 2024 te vervangen. Dit heeft gevolgen voor
gemeenten, voor zowel de organisatie als de gemeentelijke begroting.
Deze maatregel vraagt om toenemende flexibiliteit en bredere inzet van de eigen medewerkers maar
biedt tevens mogelijkheden om de toenemende druk op de kwaliteit en kwantiteit (o.a. op het gebied van
adresonderzoeken en het tegengaan van adres- en identiteitsfraude) van de tweede lijn binnen de huidige
formatie op te vangen. Daarnaast kan met behulp van een flexibele schil direct worden gestuurd op de
behoeftebepaling in het aantal aanvragen.
Voorgesteld besluit:
1. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Reisdocumentendip’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 bij te stellen met de volgende bedragen: -€307.000 in 2019, -€317.000 in 2020, -€300.000 in 2021 en -€275.000 met ingang van 2022.
Naar aanleiding van de in 2016 doorgevoerde BBV wijzigingen zijn de aan het beheer van onroerend
goed verbonden baten en de lasten vanuit de grondexploitatie structureel overgebracht naar de reguliere
begroting. Het uitgangspunt bij deze overgang was dat de beheerskosten gedekt moeten worden uit de
opbrengsten die met het vermogen gegenereerd kunnen worden. In de praktijk blijkt de binnen dit taakveld
beschikbare ruimte voor de activiteiten van de vastgoedjuristen te krap. In de afgelopen jaren moest er
dan ook aanvullende juridische capaciteit worden ingehuurd. Tegelijkertijd was er sprake van extra pacht-
en verhuuropbrengsten, wat maakt dat er per saldo geen sprake was van een nadelige afwijking.
Om juridische vastgoed- en dossierkennis fundamenteler / langduriger te borgen en de inhuur -
overeenkomstig de wens van de raad - verder terug te dringen wordt voorgesteld met ingang van 2019
de formatie van de vastgoedjuristen structureel uit te breiden met 1 fte. Samen met de toegenomen
rentelasten, als gevolg van de toegenomen uitgifte in erfpacht, resulteert dit in een benodigde dekking
van €116.000. Voorgesteld wordt deze structurele lasten met ingang van 2019 budgetneutraal te dekken
uit de hogere pacht- en verhuuropbrengsten.
Voorgesteld besluit:
2. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Beheer onroerend goed’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel budgetneutraal bij te stellen met €116.000.
Met ingang van de tweede helft van 2018 is er sprake van structureel hogere opbrengsten binnen het
taakveld beheer onroerend goed. Er is een zonnepanelenpark van 30 hectare gerealiseerd op een
gedeelte van Flevokust, waarbij het gevestigd opstalrecht resulteert in structureel hogere inkomsten ter
grootte van €80.000.
Tegelijkertijd is er ook sprake van structureel hogere lasten van € 10.000 met name in verband met
jaarlijkse maatregelen voor ontsluiting van het zonnepanelenpark. Daarnaast spelen er tal van
infrastructurele- en fysieke ontwikkelingen in dit gebied, waar voorbereidende werkzaamheden voor
2019 2020 2021 2022
Reisdocumentendip -307 -317 -300 -275
1Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Beheer onroerend goed - budgetneutraal - - - -
2Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Opstalrecht en ontwikkelbudget beheer onroerend goed - budgetneutraal - - - -
3Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 135
moeten worden uitgevoerd en waar flexibel op moet kunnen worden ingespeeld. De ontwikkeling van een
havenbedrijf voor Flevokust, waarvoor in de loop van 2018 nog nadere voorstellen zullen worden
uitgewerkt, is hier een voorbeeld van. Verder gaat het om de uitvoering van haalbaarheidsstudies en het
jaarlijks actualiseren van een 10 jaarprogramma voor ruimtelijke plannen. Voorgesteld wordt om met
ingang van 2019 hiervoor een ontwikkelbudget beschikbaar te stellen ter grootte van €70.000 en de totale
lasten budgetneutraal te dekken uit de hogere inkomsten.
Voorgesteld besluit:
3. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Opstalrecht en ontwikkelbudget beheer onroerend goed’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel budgetneutraal bij te stellen met €80.000.
In de besluitvorming van de programmabegroting 2018 - 2021 heeft de raad een amendement
aangenomen, waarbij er een aantal wenselijke voorstellen van dekking werden voorzien. Een onderdeel
van dit amendement was dat de structurele kosten die onderdeel uitmaakten van het voorstel 'Visie
Lelystad Digitaal 2020' in de jaren 2018 - 2021 incidenteel gedekt moesten worden via een onttrekking
vanuit de Reserve Ontwikkeling Stad (ROS).
Tijdens deze raadsvergadering is door het college al aangegeven dat deze structurele kosten in de jaren
na 2021 (denk aan kapitaallasten, licentiekosten en dergelijke) als onontkoombaar voorstel terug zullen
komen bij het opstellen van de programmabegroting 2019 - 2022. Het besluit om de visie uit te gaan
voeren houdt namelijk in dat er op incidentele basis intensiveringen worden uitgevoerd, die uiteindelijk
resulteren in een structurele kostencomponenten enerzijds en kostenbesparingen anderzijds. Het saldo
tussen deze structurele kosten en deze structurele besparingen wordt in dit onontkoombare voorstel
opgevoerd.
Voorgesteld besluit:
4. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Lelystad digitaal 2020’ de meerjarenraming met ingang van 2022 bij te stellen met -€134.000.
Bij de behandeling van de programmabegroting 2018 - 2021 heeft de raad een amendement
aangenomen waarin er ter dekking van enkele wenselijke voorstellen een taakstelling inhuur is ingeboekt
met ingang van 2019. Het college heeft tijdens de besluitvormende raadsvergadering aangegeven geen
aanvullende taakstelling op de organisatie neer te willen leggen en dit onderwerp terug te laten komen bij
de kaderbrief 2019 - 2022.
Het college heeft aangegeven dat er administratieve bezwaren bestaan bij het inboeken van een
dergelijke taakstelling. Inhuur is op zichzelf geen taakveld of afdelingsproduct, maar een kostensoort.
Bezuinigen op inhuur betekent dus een discussie over op welke inhuur precies moet worden bezuinigd.
Links- of rechtsom leidt dit amendement tot een toenemende werkdruk en zullen prestaties niet (op tijd)
geleverd kunnen worden. Het is een nieuwe taakstelling op de organisatie, waarbij alles overziend het de
vraag is hoe wenselijk een dergelijk voorstel is als gekeken wordt naar de effecten.
In de afgelopen jaren is er namelijk een cumulatieve bezuiniging op de organisatie gelegd van bijna 8,5
miljoen euro. Bovendien is er tegelijkertijd sprake geweest van een sluimerende taakvermeerdering, die
eveneens heeft gezorgd voor een extra druk op de organisatie. Het spreekt voor zich dat de druk op de
organisatie in de afgelopen jaren steeds verder is toegenomen als gevolg van deze ontwikkelingen. In de
afgelopen jaren moest er steeds worden geschakeld om vorm en inhoud te kunnen geven aan deze
veranderingen. Om meer met minder te doen.
2019 2020 2021 2022
Lelystad digitaal 2020 - - - -134
4Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Taakstelling inhuur -350 -350 -350 -350
5Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 136
Bij het waarmaken van deze hoge ambities is er continue gestreefd naar het optimaliseren van de
bedrijfsvoering, waarbij de ‘wendbaarheid’ van de organisatie een kritische succesfactor is gebleken. Een
belangrijk onderdeel hierbij is dat afdelingen de ruimte en verantwoordelijkheid krijgen om in iedere
situatie de meest optimale afweging te maken ten aanzien van de benodigde inzet. Het uitgangspunt
hierbij is dat de prestaties geleverd moeten worden binnen de in de begroting beschikbare middelen. De
keuze om bijvoorbeeld vacatureruimte niet in te vullen of binnen de materiële budgetten te kiezen voor
externe inhuur wordt weloverwogen gemaakt. Daarom wordt voorgesteld deze taakstelling ongedaan te
maken.
Voorgesteld besluit:
5. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Taakstelling inhuur’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€350.000.
In het sociaal akkoord hebben het kabinet en sociale partners (werkgevers en werknemers) afgesproken
dat ze extra banen gaan creëren voor mensen met een arbeidsbeperking (30 tot 50%
arbeidsproductiviteit). Dit is de zogenaamde Wet Banenafspraak. De overheid heeft hier als werkgever
ook een eigen verantwoordelijkheid in het zorgdragen voor 25.000 banen tot 2024, wat resulteert in het
aantal van 25 banen voor de gemeente Lelystad. In de afgelopen twee jaar is gebleken dat dit in zeer
beperkte mate te realiseren is op reguliere functies. Ondertussen is de quotum wet ingegaan, wat
betekent dat bedrijven/gemeenten die niet voldoen aan deze wetgeving boetes zullen krijgen.
Binnen de gemeente Lelystad is de oplossing gevonden in de samenwerking met Concern voor Werk,
zodat aan deze wetgeving kan worden voldaan. Voor het op termijn creëren van 25 banen zijn echter wel
middelen noodzakelijk.
Voorgesteld besluit:
6. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Garantiebanen’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 bij te stellen met de volgende bedragen: -€135.000 in 2019, -€140.000 in 2020, -€150.000 in 2021 en -€160.000 met ingang van 2022.
De eisen op het gebied van privacy en informatiebeveiliging (IB) nemen toe, onder andere als gevolg van
de horizontale en verticale verantwoording die sinds 2017 van kracht is geworden (www.ensia.nl). Over
de volle breedte van de Baseline Informatieveiligheid Gemeenten (BIG) is er voor gemeenten sprake van
toegevoegde taken en een uitgebreider bereik. Een voorbeeld hiervan is een onvermijdelijke externe IT-
audit die moet worden uitgevoerd. De Chief Information Security Officer (CISO) is in dit geheel belangrijk,
want het is zaak om bij te blijven. Hackers gaan steeds geavanceerder te werk, terwijl het werk steeds
digitaler wordt en in de cloud staat opgeslagen.
Ook op het gebied van privacy geldt dat er nieuwe verplichtingen gelden, gelet op de Algemene
Verordening Gegevensbescherming (AVG). Zo moet er een Functionaris Gegevensbescherming (FG)
worden aangesteld, die fungeert als interne toezichthouder op privacy. Ook moeten er registers worden
bijgehouden van gegevensverwerkingen en moeten er bewerkersovereenkomsten worden opgesteld.
Daarnaast moeten er privacy impact assessments en audits worden uitgevoerd, moet er voorlichting
worden gegeven en moet een eventueel datalek op een adequate manier worden afgehandeld. De
nationale toezichthouder controleert de naleving van deze regels en mag boetes uitdelen aan organisaties
die zich er niet aan conformeren.
Op dit moment is er 1 medewerker zowel CISO als FG. Door de hierboven beschreven toenemende
onvermijdelijke werkzaamheden is dat niet meer te behappen. Bovendien is er sprake van een
onwenselijke functievermenging, omdat de FG (deels) toezicht zou kunnen houden op maatregelen van
2019 2020 2021 2022
Garantiebanen -135 -140 -150 -160
6Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Privacy en informatiebeveiliging -104 -104 -104 -104
7Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 137
de CISO. Om te voldoen aan de onvermijdelijke en toegenomen IB-eisen en privacyregels wordt
voorgesteld deze functies onafhankelijk van elkaar in te vullen, conform de handreiking vanuit de VNG.
Het gaat om de formatiekosten van een FG en de bijkomende kosten voor de jaarlijkse IT-audit en de
privacytool.
Voorgesteld besluit:
7. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Privacy en informatiebeveiliging’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€104.000.
Investeringen in maatschappelijk en economisch nut worden geactiveerd en over de looptijd
afgeschreven. Dit vertaal zich in de begroting in bijbehorende rente- en afschrijvingslasten (de zogeheten
kapitaallasten). Op het moment dat activa volledig zijn afgeschreven vallen de bijbehorende
kapitaallasten weg, waarmee de financiële ruimte automatisch weer onderdeel uitmaakt van het
beschikbare begrotingssaldo. Bij noodzakelijke vervangingsinvesteringen wordt er op dat moment weer
opnieuw een aanvraag gedaan voor de bijbehorende kapitaallasten.
Via een meerjareninvesteringsplan wordt er op het gebied van ICT inzichtelijk gemaakt welke
bedrijfsmiddelen wanneer vervangen moeten worden, volgens de vastgestelde bedrijfseconomische
afschrijvingstermijnen. Op het moment dat een actief volledig is afgeschreven vallen de kapitaallasten
automatisch vrij in het begrotingssaldo, waarbij de dekking van kapitaallasten voor
vervangingsinvesteringen betrokken wordt bij het begrotingsproces. Bedrijfsmiddelen die technisch
gezien nog langer mee kunnen worden uiteraard later vervangen, los van de bedrijfseconomische
afschrijvingstermijnen.
De vervangingsinvesteringen in ICT bedrijfsmiddelen zijn nodig om de beschikbaarheid van
informatiesystemen plaats en tijd onafhankelijk te kunnen waarborgen. Het niet vervangen van
onderdelen van de ICT-infrastructuur (servers, opslagcapaciteit, werkplekken, laptops, telefoons en
applicaties) zal onherroepelijk leiden tot uitval, verstoring, performance verlies en niet kunnen
actualiseren van systemen. Voor 2019 kan het beschikbare krediet worden bijgesteld met -€135.000.
Voor 2020, 2021 en 2022 dienen de beschikbare kredieten te worden geactualiseerd met respectievelijk
€291.000, €476.000 en €1.248.000. Dit zijn geen 'extra' investeringen, maar vervangingsinvesteringen -
met uitzondering van de opgenomen investeringen die noodzakelijk zijn voor "choose your own device"-
zoals reeds in een eerder door de raad is bekrachtigd. De aanpassingen van de benodigde kredieten leidt
tot de voorgestelde wijziging in kapitaallasten.
Voorgesteld besluit:
8. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Vervangingsinvesteringen ICT 2019 - 2022’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 bij te stellen met de volgende bedragen: -€10.000 in 2019, €27.000 in 2020, -€34.000 in 2021 en -€149.000 met ingang van 2022.
Naast de ICT gerelateerde vervangingsinvesteringen uit het vorige voorstel zijn er ook nog overige activa
aan vervanging toe. Zo maakt de begraafplaats intensief gebruik van een trekker, welke inmiddels volledig
is afgeschreven en op korte termijn vervangen zal moeten worden. Ook voor wat betreft de gemeentelijke
landmeetauto geldt dat deze inmiddels al enige jaren volledig is afgeschreven en op korte termijn
vervangen zal moeten worden.
Inmiddels is er gekeken naar de verschillende modellen en ook de verschillende opties voor wat betreft
koop of lease zijn onderzocht. De kapitaallasten van de trekker komen uit op €4.000 (gerekend met een
investering van €57.000 en een beperkte inruilwaarde van de oude trekker). De kapitaallasten van de
landmeetauto komen uit op €5.000 (gerekend met een investering van €50.000).
2019 2020 2021 2022
Vervangingsinvesteringen ICT 2019 - 2022 -10 27 -34 -149
8Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Vervangingsinvesteringen overig -9 -9 -9 -9
9Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 138
Voorgesteld besluit:
9. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Vervangingsinvesteringen overig’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€9.000.
De gemeente Lelystad is aandeelhouder van Vitens en ontvangt als aandeelhouder jaarlijks dividend. De
hoogte van deze inkomsten is daarbij afhankelijk van het bedrijfsresultaat van Vitens. In verband met
wetswijzigingen is er een tariefregulering ingevoerd, waarbij er een norm is ingesteld voor het maximale
bedrijfsresultaat, de zogenoemde WACC norm. Te veel behaalde winst in jaar ‘t’, moet aan de klant
teruggeven worden via de tarieven in jaar ‘t+2’. De overwinst uit 2016 moet in 2018 via lagere tarieven
teruggegeven worden aan de klant. Behalve het teruggeven van de ‘overwinst’ uit 2016 en 2017 via de
tarieven, is ook de WACC-norm die de maximale winst reguleert voor de jaren 2018 en 2019 vastgesteld
op een lager niveau dan 2017.
Beide factoren zorgen er voor dat het nettoresultaat van Vitens over 2018 en 2019 lager uit zal vallen en
dat de aandeelhouders een lagere dividenduitkering zullen ontvangen in 2019 (over winst 2018) en 2020
(over winst 2019). In de gemeentebegroting is gerekend op structurele dividendinkomsten ter grootte van
€255.000. Met de huidige inzichten zal dit bedrag in 2019 en 2020 met €155.000 moeten worden
bijgesteld tot €100.000. Het bedrijfsresultaat zal in 2020 naar verwachting weer op een hoger niveau
uitkomen, wat maakt dat de bijstelling voor 2021 en verder beperkt blijft tot €55.000.
Voorgesteld besluit:
10. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Deelnemingen’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 bij te stellen met -€155.000 in 2019, -€155.000 in 2020 en -€55.000 met ingang van 2021.
In de afgelopen jaren is de OZB opbrengst jaarlijks bijgesteld voor inflatie en areaal. Het indexpercentage
voor 2019 is bepaald op 1,75%, wat resulteert in een positieve bijstelling van €384.000 (1,75% van
€21.963.568 aan totale OZB opbrengsten). De factor areaal resulteert in een positieve bijstelling van
€529.000, met name als gevolg van de realisatie van enkele grotere bedrijfsvestigingen en de
ontwikkelingen rondom het vliegveld.
Voorgesteld besluit:
11. Op basis van bovenstaand voorstel ‘OZB opbrengsten – indexatie en areaaluitbreiding’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met €913.000.
De Tweede Kamer heeft op 21 februari 2017 ingestemd met de wet die de heffingsbevoegdheid van
precariobelasting voor enige openbare werken van algemeen nut beperkt. Dit betekent dat gemeenten
geen precariobelasting meer kunnen heffen over netwerken die nutsbedrijven in, op of boven
gemeentegrond exploiteren. Bij het wetsvoorstel heeft de Tweede Kamer een amendement aangenomen
waarmee de voorgestelde overgangsregeling van 10 jaar wordt teruggebracht naar 5 jaar. Gemeenten
die op 10 februari 2016 in hun belastingverordening een tarief hadden voor nutsnetwerken, mogen uiterlijk
tot 1 januari 2022 precariobelasting op nutsnetwerken heffen.
Voor de gemeente Lelystad betekent dit dat er tot en met 2021 nog precariobelasting geheven kan
worden, met een jaarlijkse opbrengst van €1.760.000. Deze algemene inkomstenbron komt volledig te
2019 2020 2021 2022
Deelnemingen -155 -155 -55 -55
10Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
OZB opbrengsten - indexatie en areaaluitbreiding 913 913 913 913
11Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Precariobelasting - - - -1.760
12Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 139
vervallen, resulterend in een dienovereenkomstig structureel nadeel van €1.760.000 met ingang van
2022.
Voorgesteld besluit:
12. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Precariobelasting’ de meerjarenraming met ingang van 2022 bij te stellen met -€1.760.000.
Het college heeft op 12 december 2017 besloten de taken voor toezicht op brandveilig gebruik gebouwen
over te dragen van de Omgevingsdienst Flevoland, Gooi en Vechtstreek (OFGV) naar de Brandweer
Flevoland en de gemeente Lelystad. De gemeenteraad is over dit besluit geïnformeerd met een
raadsinformatiebrief, waarin werd aangegeven dat deze taakverschuiving zal resulteren in een structureel
voordeel voor de gemeente. Tegelijkertijd is aangegeven dat eventuele frictiekosten nog met dit voordeel
moeten worden verrekend.
Inmiddels is de taakoverdracht afgerond, waarmee ook duidelijkheid is ontstaan over financiële
afwikkeling. Mede omdat frictiekosten konden worden voorkomen resulteert dit besluit met ingang van
2019 in een structureel voordeel ten opzichte van de meerjarenraming van €76.000.
Voorgesteld besluit:
13. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Taakoverdracht van Omgevingsdienst naar Brandweer’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met €76.000.
De begroting van de Veiligheidsregio wordt jaarlijks geactualiseerd conform de in de gemeenschappelijke
regeling opgenomen uitgangspunten zoals volumegroei en indexatie. De in de gemeentebegroting
opgenomen bijdrage aan de Veiligheidsregio wordt hier jaarlijks op aangepast. Voor 2019 wordt
daarnaast de gemeentelijke bijdrage aan de kolom bevolkingszorg geactualiseerd, conform de gemaakte
afspraken in het Algemeen Bestuur. Ten opzichte van de bedragen die meerjarig in de
gemeentebegroting zijn opgenomen resulteert dit in een bijstelling die per saldo neerkomt op -€132.000.
Overigens zijn er in de concept kadernota 2019 van de Veiligheidsregio een aantal risico's
gekwantificeerd, waarover nog in een later stadium besloten zal worden (arbeidshygiëne, Instituut
Fysieke Veiligheid, verhoging ABP pensioenpremies). Eventuele financiële gevolgen die hiermee
samenhangen zullen worden betrokken in de kadernota 2020 – 2023.
Voorgesteld besluit:
14. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Veiligheidsregio’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€132.000.
Het is een taak voor de gemeenten om een lokale persoonsgerichte aanpak (PGA) te hebben zodat
ernstige overlast en criminaliteit door inwoners verder kan worden verminderd. Via een PGA heeft de
gemeente regie over het bieden van een lokale overlegstructuur waarbinnen ketenpartners vanuit zorg
en straf moeten samenwerken. Een gezamenlijk plan moet de effecten van in te zetten interventies
vergroten zodat recidive vermindert en overlast afneemt. De uitvoering van de PGA valt uiteen in een
triage, een uitvoeringsoverleg PGA en monitoring.
2019 2020 2021 2022
Taakoverdracht van Omgevingsdienst naar Brandweer 76 76 76 76
13Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Veiligheidsregio -132 -132 -132 -132
14Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Persoonsgerichte aanpak -50 PM PM PM
15Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 140
In 2018 is een start gemaakt met de PGA. Het is te vroeg om nu al conclusies te trekken. Daarom wordt
voorgesteld om voor 2019 €50.000 beschikbaar te stellen voor uitvoering van de PGA. Afhankelijk van
de ervaringen die worden opgedaan zal in het begrotingsproces 2020 – 2023 een voorstel worden gedaan
ter continuering van de persoonsgerichte aanpak.
Voorgesteld besluit:
15. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Persoonsgerichte aanpak’ de begroting 2019 bij te stellen met -€50.000.
In verband met de achterblijvende interesse in lichtmastreclames vallen de inkomsten de laatste jaren
lager uit dan begroot. Dit ondanks pogingen van de exploitant om ondernemers of bedrijven te
interesseren voor deze vorm van reclame. Op basis van de huidige inzichten dienen de jaarlijkse
inkomsten met €19.000 naar beneden toe bijgesteld te worden tot €41.500.
Voorgesteld besluit:
16. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Inkomsten lichtmastreclames’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€19.000.
Het Waterschap Zuiderzeeland heeft deze zomer een concept kostentoedelingsverordening 2018
toegezonden, waaruit blijkt dat het waterschap van plan is de watersysteemheffing op wegen aan te
passen. De watersysteemheffing is een belangrijke inkomstenbron voor het waterschap, die deze
inkomsten gebruikt voor het onderhoud van dijken en het beheer van oppervlaktewater.
De hoogte van de heffing wordt in de nieuwe situatie gerelateerd aan de economische waarde van het
object en de schade die wordt geleden vanwege het niet kunnen gebruiken van dat object, indien
bijvoorbeeld de dijken het begeven. De kern van deze nieuwe verordening is dat de hoogte van de
jaarlijkse heffing voor de gemeente voor het onderdeel wegen, stijgt met 100%. Er is inmiddels een
zienswijze ingediend door de provincie en alle gemeenten in Flevoland. Het waterschap zal hier nog een
beslissing over nemen, wat maakt dat het op dit moment nog niet duidelijk is of deze veranderingen
worden doorgezet. Ervan uitgaande dat de concept kostentoedelingsverordening wordt vastgesteld zullen
de lasten voor wegen stijgen met €130.000.
Voorgesteld besluit:
17. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Waterschapsbelasting’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€130.000.
Ten behoeve van de verbetering van de ontsluiting van het centrum, daarbij mede gelet op bereikbaarheid
van het te openen vliegveld, zijn percelen nodig die niet in eigendom van de gemeente zijn. In de
afgelopen periode zijn er meerdere gesprekken gevoerd met de vertegenwoordiger van de eigenaren van
het perceel, maar dit heeft tot dusver niet tot overeenstemming geleid. In het proces is duidelijk gemaakt
dat de inzet is er minnelijk uit te komen maar dat tegelijktijdig de nodige stappen worden ondernomen
om, indien noodzakelijk, tot onteigening over te kunnen gaan.
Het object is getaxeerd en op basis daarvan is een berekening voor een schadeloosstelling gemaakt,
waarbij is uitgegaan van de planologische mogelijkheden voor horeca. Op grond van de taxatie is een
2019 2020 2021 2022
Inkomsten lichtmastreclames -19 -19 -19 -19
16Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Waterschapsbelasting -130 -130 -130 -130
17Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Project Middenweg -15 -15 -15 -15
18Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 141
minnelijk bod berekend. Het minnelijk bod en de mogelijke onteigeningsschadevergoeding - indien er
geen acceptatie komt - overschrijdt het beschikbare budget van €140.000 (het uitgangspunt was de
aankoop van de parkeerplaatsen zonder schadevergoeding). Voor de aankoop zelf moet rekening worden
gehouden met een bedrag van maximaal circa €550.000, inclusief bijkomende kosten. Het
aankoopbedrag c.q. de schadevergoeding vormt een onderdeel van de vervaardigingskosten van de
infrastructuur en kan derhalve worden geactiveerd. Het activeren van dit bedrag van €410.000 resulteert
in een jaarlijkse kapitaallast ter grootte van €15.000.
Voorgesteld besluit:
18. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Project Middenweg’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€15.000.
De parkeer(betaal)systemen in de parkeergarages en parkeerterreinen in het Stadshart naderen het
einde van hun technische en functionele levensduur (betreft niet de straatautomaten). De huidige
systemen kunnen niet worden uitgebreid met nieuwe klantvriendelijke betaalmethoden en kennen veel
storingen (en dus extra kosten en inkomstenderving). Reserveonderdelen zijn steeds lastiger verkrijgbaar
en op 1 april 2019 vervalt het certificaat op de bestaande verouderde pin-apparatuur waardoor die
functionaliteit na die datum vervalt. Voor parkeerapparatuur is uitgegaan van een levensduur van 10 jaar;
die voor enkele locaties al is overschreden waardoor de kapitaallasten al eerder zijn vrijgevallen in het
gemeentelijke begrotingssaldo.
In het raadsprogramma is aangegeven dat, om een gelijk speelveld parkeren in het Stadshart te
realiseren, parkeervoorzieningen achter de slagboom worden gebracht. In dit voorstel zijn daarom ook
de kosten opgenomen in het achter de slagboom brengen van de ABC-locatie en het Agoradek. De
realisatie van dat gelijke speelveld wordt in een separaat voorstel aan de raad voorgelegd. Daarin wordt
tevens aangegeven hoe het BTW nadeel van het achter de slagboom brengen wordt gedekt.
Gelijktijdige aanbesteding en vervanging en uitbreiding van alle parkeersystemen (met uitzondering van
de straatautomaten) levert naar verwachting een aanbestedingsvoordeel op, lagere beheers-
/onderhoudskosten, en zorgt voor een gelijkwaardig hoog kwaliteitsniveau op alle locaties. De aan te
schaffen parkeerapparatuur voorziet in de mogelijkheden om het gebruiksgemak van de
parkeervoorzieningen te verhogen. De investering in deze installaties met een levensduur van 10 jaar
wordt geraamd op €1.000.000. Voorgesteld wordt de bijbehorende kapitaallasten in de begroting te
verwerken.
Voorgesteld besluit:
19. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Vervangingsinvesteringen parkeersystemen Stadshart’ de meerjarenraming 2020 – 2022 bij te stellen met -€110.000 in 2020, -€109.000 in 2021 en -€108.000 met ingang van 2022.
Het IHP 2018 – 2027 is ter besluitvorming aan de raad voorgelegd. In de besluitvormende
raadsvergadering op 3 juli 2018 heeft de raad vervolgens een amendement op het collegevoorstel
aangenomen. Het amendement voorzag in de uitbreiding van het Aurum in 2018, via het beschikbaar
stellen van een krediet ter grootte van €5.136.329 en het in de begroting en meerjarenraming verwerken
van de bijbehorende kapitaallast van gemiddeld €148.603 per jaar. Daarnaast is besloten de actualisatie
van de overige exploitatie- en kapitaallasten uit het IHP 2018 – 2027 op te nemen in de
programmabegroting. Cijfermatig is dit besluit vertaald in voorliggend voorstel.
2019 2020 2021 2022
Vervangingsinvesteringen parkeersystemen Stadshart - -110 -109 -108
19Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
IHP 2018 - 2027 44 147 66 -149
20Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 142
Voorgesteld besluit:
20. Op basis van bovenstaand voorstel ‘IHP 2018 - 2027’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 bij te stellen met €44.000 in 2019, €147.000 in 2020, €66.000 in 2021 en -€149.000 met ingang van 2022.
In januari 2005 heeft het college van de gemeente Lelystad ingestemd met toetreding tot het
samenwerkingsverband Sociale Recherche Flevoland (B05.00015). Almere, Lelystad, Urk,
Noordoostpolder en Zeewolde hebben hierbij afgesproken samen te werken op het gebied van opsporing
van fraude binnen de sociale zekerheid. In die tijd was de strafrechtelijke aanpak primair de methode om
fraude te bestrijden.
Gaandeweg is sinds 2005 via het concept Hoogwaardig Handhaven de bestuursrechtelijke aanpak
gegroeid met een focus op zowel de bestrijding als het voorkomen van misbruik. Voor de
bestuursrechtelijke handhaving heeft Lelystad inmiddels een volwaardig en zelfstandig team. De huidige
constructie via de Sociale Recherche Flevoland voldoet dan ook niet meer aan de behoefte. Op 8 mei
2018 heeft het college daarom besloten de samenwerking met de Sociale Recherche Flevoland te
beëindigen, wat maakt dat er een bedrag van €28.000 kan vrijvallen.
Voorgesteld besluit:
21. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Sociale Recherche Flevoland’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met €28.000.
Bij de programmabegroting 2018 - 2021 is de op dat moment beschikbare voorlopige informatie over de
rijksbijdrage 2017 in de meerjarenraming verwerkt. Dit heeft geleid tot het opnemen van een structureel
nadeel in de begroting ter grootte van €1,35 miljoen. In de jaren 2018 en 2019 werd dit deels opgevangen
met een onttrekking vanuit de egalisatiereserve Participatiewet ter grootte van €675.000. Met ingang van
2020 is een taakstelling ter grootte van ditzelfde bedrag opgenomen.
Inmiddels is de nader voorlopige bijdrage 2018 bekend gemaakt en is duidelijk dat de rijksbijdrage naar
boven toe wordt bijgesteld. Daarnaast blijkt uit het verloop van het cliëntenbestand dat de instroom in
2017 is afgenomen, terwijl de uitstroom in deze periode constant bleef. Het aantal bijstandscliënten komt
daarmee op een lager niveau uit dan bij het opstellen van de programmabegroting 2018 – 2021 nog werd
ingeschat. Gedurende 2018 vertoont het cliëntenaantal eveneens een stabiel lager beeld. Op basis van
deze meest recente informatie wordt een voorstel gedaan voor het bijstellen van het meerjarenperspectief
2019 – 2022.
1. Verstrekkingen
Bijstandsuitkeringen worden verstrekt aan inwoners die recht hebben op een inkomen in het kader van
de Participatiewet en de IOAW, gedurende de periode waarin zij nog niet in staat zijn om (volledig) in
eigen onderhoud te voorzien. In de begroting 2019 is ervan uitgegaan dat er aan gemiddeld ca. 2463
klanten een uitkering zal worden verstrekt, voor een totaalbedrag van € 34.234.645. Dit hoge aantal werd
mede vorm gegeven door de instroom van statushouders vanaf 2016 waarvan het lange termijn effect op
dat moment lastig was in te schatten.
Op basis van de huidige inzichten komt het gemiddeld klantaantal uit op ca. 2.350 klanten. De gemiddelde
prijs stijgt parallel van €13.900 naar €14.200 per klant (bron: Ministerie SZW). Het totaalbedrag van de
verwachte uitkeringslast wordt dan € 33.370.000. Ten opzichte van de begroting resulteert dit in een
verwacht voordeel op de lasten van €866.645. De geraamde onttrekking aan de egalisatiereserve voor
het jaar 2019 kan derhalve achterwege blijven en de taakstelling met ingang van 2020 kan worden
2019 2020 2021 2022
Sociale Recherche Flevoland 28 28 28 28
21Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Bijstandsuitkeringen 1.112 1.372 1.343 1.343
22Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 143
ingelost. Per saldo betekent dit dat er aan de lastenkant begrotingsruimte kan vrijvallen (in 2019 een
bedrag van €191.645 en met ingang van 2020 een bedrag van €421.645).
2. Rijksbijdrage
De gemeente ontvangt een rijksbijdrage voor het verstrekken van de hierboven genoemde
bijstandsuitkeringen, op basis van een objectief verdeelmodel. Deze verdeelsystematiek is in de
afgelopen jaren (meerdere) malen op de schop gegaan en ook voor 2018 zijn er opnieuw de nodige
wijzigingen doorgevoerd, die per saldo gunstig lijken uit te pakken voor Lelystad. Op basis van de meest
recent gepubliceerde informatie is duidelijk geworden dat de gemeente Lelystad in 2018 kan rekenen op
een voorlopige gebundelde uitkering van € 34.096.781.
Meerjarig is de bijdrage lastig te voorspellen onder andere door mogelijke fluctuaties van het macrobudget
van de gebundelde uitkering en het aandeel van de gemeente Lelystad hierin. Wanneer de voorlopige
rijksbijdrage 2018 meerjarig wordt doorgetrokken en wordt geanticipeerd op factoren als bijvoorbeeld
aanpassingen in het macrobudget, instroom Lelystad ten opzichte van het landelijk gemiddelde en
landelijk gebruik van de vangnetregeling, resulteert dit in een jaarlijks verwacht voordeel van €921.858.
Voorgesteld besluit:
22. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Bijstandsuitkeringen’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 bij te stellen met €1.112.000 in 2019, €1.372.000 in 2020 en €1.343.000 met ingang van 2021.
Het Rijk draagt de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma over aan de gemeenten. Met ingang van
1 januari 2019 is de gemeente bestuurlijk verantwoordelijk voor deze taak op basis van de Wet publieke
gezondheid. De gemeente moet ervoor zorgen dat de uitvoeringsorganisaties voor de
jeugdgezondheidszorg het Rijksvaccinatieprogramma uitvoeren en aan alle verplichtingen voldoen.
De uitvoering van deze nieuwe gemeentelijke taak wordt bekostigd door een toevoeging aan de algemene
uitkering binnen het gemeentefonds. In de septembercirculaire 2018 zal de verdeling van het beschikbare
macrobudget bekend worden gemaakt. Vooruitlopend op deze informatie worden deze middelen alvast
budgetneutraal in de programmabegroting 2019 – 2022 verwerkt.
De bekostiging van de uitvoeringsorganisaties wordt daarmee geregeld, zodat de continuïteit van de
uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma is geborgd. Het gaat om een ingeschat bedrag ter grootte
van €164.000 per jaar. Wijzigingen in de rijksbijdrage maken met ingang van 2019 onderdeel uit van de
reguliere begrotingscyclus.
Voorgesteld besluit:
23. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Rijksvaccinatieprogramma’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 budgetneutraal bij te stellen met €164.000.
De gemeentelijke bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling GGD wordt jaarlijks geactualiseerd op
basis van het inwoneraantal. Daarnaast wordt er op dit moment een discussie gevoerd over de uitvoering
van het takenpakket (continuering incidenteel gefinancierde inzet op lokale verbindingen door dit aan te
bieden via plustaak).
In dit voorstel zijn de onontkoombare kosten opgenomen op basis van de ontwikkeling van het
inwoneraantal. Afhankelijk van de uitkomsten over de invulling van het takenpakket kan dit bedrag hoger
uitvallen. Eventuele financiële gevolgen die hiermee samenhangen zullen worden betrokken in de
kadernota 2020 – 2023.
2019 2020 2021 2022
Rijksvaccinatieprogramma - budgetneutraal - - - -
23Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Bijdrage GR GGD 2019 - 2022 -8 -8 -8 -8
BijstellingBedragen x € 1.000
24
Programmabegroting 2019 – 2022 144
Voorgesteld besluit:
24. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Bijdrage GR GGD 2019 - 2022’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€8.000.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een succesvolle integratie van statushouders. Statushouders
hebben een verhoogd risico op een aantal gezondheidsproblemen, zoals infectieziekten, maar ook
verhoogde kans op overgewicht of depressie. Beperkte gezondheidsvaardigheden en onvoldoende
kennis over het Nederlands zorgsysteem zijn voorbeelden van belangrijke beïnvloedbare determinanten.
Voor succesvolle integratie en actieve participatie in de samenleving is gezondheid een belangrijke
randvoorwaarde. Tot 2018 was er tijdelijk extra financiering vanuit het Rijk. Vanaf 2019 moet er budget
worden vrijgemaakt voor onder andere het vaccineren van statushouders en het bieden van
gezondheidsvoorlichting over diverse gezondheid gerelateerde thema’s (uitvoering door de GGD).
Deze aanvraag is bedoeld voor het inentingsprogramma (en daarbij ook de voorlichting) van alle
statushouders. Dit waren er in 2016 rond de 200 en in 2017 en 2018 is de taakstelling ongeveer 100. Dit
zijn echter de aantallen zonder de na reizigers in verband met gezinshereniging, het gaat hier dus om
een grotere groep.
Een inentingsprogramma beslaat meerdere jaren. Sommige prikken moeten herhaald worden en ook
wordt er op verschillende leeftijden ingeënt. Vandaar ook dat het structureel om meer inentingen gaat. Of
het bedrag in lengte van dagen nodig zal zijn is sterk afhankelijk van de taakstelling die opgelegd wordt
vanuit het Rijk. Het is dus zeker reëel om dit jaarlijks af te stemmen met de GGD en het bedrag bij te
stellen indien de instroom afneemt.
Voorgesteld besluit:
25. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Gezondheidszorg Statushouders’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€40.000.
Op het gebied van afvalinzameling en afvalverwerking worden de lasten ieder jaar geactualiseerd naar
aanleiding van de laatste inzichten. Als gevolg van gewijzigde inzameling (PMD) stijgen de inkomsten op
het gebied van afvalstromen (voordeel van €250.000) en dalen de kosten op het gebied van
afvalverwerking (voordeel van €100.000). Verder is er een tendens zichtbaar dat er minder gebruik wordt
gemaakt van de kwijtscheldingen van de afvalstoffenheffing, wat maakt dat dit bedrag naar beneden toe
kan worden bijgesteld (voordeel van €50.000). Daar tegenover staan extra kosten op het gebied van
afvalinzameling (nadeel van €250.000). Per saldo resulteren deze ontwikkelingen in een voordeel ten
opzichte van de begroting ter grootte van €150.000 op de direct toerekenbare baten en lasten.
Op het gebied van de afvalstoffen is het uitgangspunt dat de afvalstoffenheffing maximaal 100%
kostendekkend is. Een dienovereenkomstige daling van de inkomsten uit de afvalstoffenheffing, door een
verlaging van de tarieven, zou resulteren in een afvalstoffenheffing die afgerond 99,5% kostendekkend
is. Voorgesteld wordt daarom de inkomsten uit de afvalstoffenheffing te verlagen met €109.000. Per saldo
resteert er €41.000 aan vrijkomende begrotingsruimte.
Voorgesteld besluit:
26. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Afvalinzameling, afvalverwerking en afvalstoffenheffing’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met €41.000.
2019 2020 2021 2022
Gezondheidszorg Statushouders -40 -40 -40 -40
BijstellingBedragen x € 1.000
25
2019 2020 2021 2022
Afvalinzamenling, afvalverwerking en afvalstoffenheffing 41 41 41 41
BeklemmingBedragen x € 1.000
26
Programmabegroting 2019 – 2022 145
De Europese Unie heeft in 2017 een aantal invasieve exoten op de Unielijst geplaatst. De lidstaten en
daarmee de terreineigenaren zijn verplicht om deze soorten te beheren en, indien nog mogelijk, te
elimineren. De reuzenberenklauw is een soort op deze Unielijst en komt veelvuldig in Lelystad voor. De
plant kan ernstige brandwonden veroorzaken en vormt daarmee een gevaar voor de volksgezondheid.
Een soort die (nog) niet opgenomen is op de Unielijst is de Japanse duizendknoop. Bestrijden in een
vroegtijdig stadium is echter gewenst, omdat de soort ernstige schade kan veroorzaken aan onder andere
funderingen.
Voorgesteld besluit:
27. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Bestrijding invasieve exoten’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€60.000.
De Basisregistratie Ondergrond (BRO) wordt dé centrale database met publieke gegevens van de
Nederlandse ondergrond. De nieuwe wet BRO maakt het mogelijk om bodem- en ondergrondgegevens
via een digitaal loket op te vragen en aan te leveren. Het gaat bijvoorbeeld over welke grondsoort waar
voorkomt, over metingen van de grondwaterstand en over olie- en gasvoorraden in de diepe ondergrond.
De bronhouders van de BRO zijn bestuursorganen, zoals gemeenten, provincies, waterschappen, het
ministerie van Economische Zaken (EZ), Rijkswaterstaat en organisaties als Staatsbosbeheer. Dit zijn
meer dan 450 organisaties. Zij zijn verantwoordelijk voor het inwinnen en bijhouden van de gegevens in
de BRO en voor het borgen van de kwaliteit van die gegevens. De wet BRO is 1 januari 2018 in werking
getreden.
Het gaat hierbij om het aanstellen van een coördinator ondergrond, die optreedt als een verbinder binnen
de gemeentelijke organisatie. Binnen een overheidsorganisaties hebben verschillende werkprocessen
namelijk raakvlakken met de ondergrond. Bijvoorbeeld civiele techniek, bouw, ecologie, landbouw,
mijnbouwactiviteiten. In de vorm van projectaanpak, bouwvergunningen, water- en groenbeheer, gebruik
van de ondergrond voor opslag. Maar ook administratief liggen er veel taken, zoals beheer van data en
modellen, vergunningen en IT-beheer. In de kaderbrief 2019 - 2022 werd het benodigde bedrag ingeschat
op €50.000 structureel. Op basis van de laatste inzichten kan dit bedrag naar beneden toe worden
bijgesteld tot €15.000 structureel.
Voorgesteld besluit:
28. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Basisregistratie ondergrond’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€15.000.
Met de voortgang van het regioplan Windenergie is ook een actualisatie van de hieraan verbonden lasten
en baten mogelijk. Inmiddels is de anterieure overeenkomst windenergie (deelplan blauw) getekend. De
in een eerder stadium geactiveerde voorbereidingskosten kunnen worden gedekt en de resterende baten
worden verdeeld in een aandeel voor Dronten en Lelystad. Deze incidentele netto opbrengst van per
saldo €1.400.000 is gekoppeld aan de start van de investering, die op dit moment is gepland in 2019.
Daarnaast is er een vaste gebiedsgebonden bijdrage per KWH overeengekomen van 250.000 per jaar
voor Lelystad en Dronten samen in de periode 2020 tot 2045. Het aandeel van Lelystad bedraagt €87.500
per jaar en de bestedingsdoelen hiervoor zijn vastgesteld in het regioplan. Met de initiatiefnemer is
2019 2020 2021 2022
Bestrijding invasieve exoten -60 -60 -60 -60
BeklemmingBedragen x € 1.000
27
2019 2020 2021 2022
Basisregistratie ondergrond -15 -15 -15 -15
BeklemmingBedragen x € 1.000
28
2019 2020 2021 2022
Inkomsten windenergie 1.400 - - -
BijstellingBedragen x € 1.000
29
Programmabegroting 2019 – 2022 146
overeengekomen dat 50% van deze bijdrage is bestemd voor duurzaamheid en de resterende 50% zal
worden ingezet voor de fysieke leefomgeving in en om het projectgebied.
Voorgesteld besluit:
29. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Inkomsten windenergie’ de begroting 2019 bij te stellen met €1.400.000 en de meerjarenraming met ingang van 2020 budgetneutraal bij te stellen met €88.000.
Op 30 januari jl. heeft de raad bij de behandeling van de gebiedsvisie Lelycentre een motie aangenomen
waarin het college wordt opgedragen de raad een huisvestingsverordening voor te leggen voor 1
september 2018. Bij de uitwerking van deze motie zijn er een aantal dilemma’s naar boven gekomen, die
inmiddels via een separate informatienota aan de raad zijn voorgelegd.
Het is de vraag of datgene wat beoogd wordt met de motie ook daadwerkelijk geregeld moet worden via
een huisvestingsverordening of dat er gekozen moet worden voor alternatieven. Bovendien is er sprake
van aanzienlijk kostenplaatje wanneer er gekozen wordt voor deze aanpak. Er zijn alternatieven denkbaar
die wellicht beter uitvoerbaar zijn, zoals een gebiedsprogrammering of nadere afspraken met betrokken
partijen. In de informatienota zijn een aantal van deze dilemma’s en keuzemogelijkheden toegelicht, zodat
de raad gefaciliteerd wordt in de verdere besluitvorming. Indien er meer duidelijkheid is, zal er een voorstel
worden opgesteld. Indien dit voorstel financiële consequenties heeft zal dit betrokken worden bij het
opstellen van de kadernota 2020 – 2023.
Voorgesteld besluit:
30. Op basis van de informatienota - en nader uit te werken alternatieve oplossingsrichtingen – een standpunt in te nemen en eventuele daaruit voortvloeiende financiële consequenties te betrekken bij de kadernota 2020 – 2023.
2019 2020 2021 2022
Huisvestingsverordening PM PM PM PM
BijstellingBedragen x € 1.000
30
Programmabegroting 2019 – 2022 147
B. Mutaties uitkeringen gemeentefonds (= effect batenkant)
Gemeenten worden drie maal per jaar geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen de
gemeentefondsuitkeringen, via de mei-, september- en decembercirculaire. Normaliter bevat de
meicirculaire de meest belangrijke informatie voor gemeenten. Dit jaar is er als uitzondering echter
eenmalig een ‘maartcirculaire’ uitgegeven. In deze tussentijdse circulaire werd een eerste doorrekening
gepresenteerd van de afspraken die zijn vastgelegd in het InterBestuurlijk Programma (IBP). De effecten
van deze circulaire voor de gemeente Lelystad waren als indicatieve bedragen reeds gepresenteerd in
de kaderbrief 2019 – 2022.
Op donderdag 31 mei is vervolgens de meicirculaire 2018 gepubliceerd, waarin er een fors aantal
wijzigingen worden doorgevoerd. De raad is geïnformeerd over doorwerking van deze circulaire via een
informatienota (nummer: 180013266), waarbij er is aangegeven op welke wijze de mutaties worden
betrokken in het begrotingsproces.
Voorgesteld besluit:
31. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Financieel effect mutaties uitkeringen gemeentefonds’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 bij te stellen met €9.549.000 in 2019, €10.861.000 in 2020, €11.637.000 in 2021 en €12.741.000 met ingang van 2022.
2019 2020 2021 2022
Financieel effect mutaties uitkeringen gemeentefonds (=batenkant) 9.549 10.861 11.637 12.741
BijstellingBedragen x € 1.000
31
2019 2020 2021 2022
Batenkant begroting - algemene mutaties
Algemene uitkering - accresontwikkeling (oa dekking voor loon-/ prijs ontwikkeling) 4.271 5.089 5.972 6.723
Algemene uitkering - ramen ruimte onder het plafond BTW- compensatiefonds 2.350 2.350 2.350 2.350
Batenkant begroting - taakgerelateerde mutaties
Wmo 2007 480 566 626 684
Wmo 2015 851 982 1.197 1.329
Jeugdhulp 503 713 889 1.052
Participatiewet 263 333 181 179
Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang 9 9 9 9
DU - Armoedebestrijding kinderen -23 -23 -23 -23
DU - Schulden en armoede 106 106 - -
DU - ICL uitkering 739 736 436 438
B. Financieel effect mutaties uitkeringen gemeentefonds (=batenkant) 9.549 10.861 11.637 12.741
B. Mutaties uitkeringen gemeentefonds (= effect batenkant)
Meicirculaire 2018Meerjarenraming 2019 - 2022
Programmabegroting 2019 – 2022 148
C. Doorvertalen mutaties uitkeringen gemeentefonds (= effect lastenkant)
De CAO voor gemeenteambtenaren heeft een looptijd tot en met 31 december 2018. Het is de
verwachting dat er in de loop van dit jaar een nieuwe CAO wordt afgesloten met een looptijd tot en met
31 december 2019 (een overgangs CAO met alleen loonafspraken). Gezien de beperkte loonontwikkeling
in de afgelopen jaren is het de verwachting dat de bonden met een aanzienlijke eis zullen komen.
Daarnaast is het eveneens de verwachting van het CPB dat de loonontwikkeling in Nederland stevig zal
zijn in 2018 en 2019 (gesproken wordt over een gemiddelde contractloonstijging van 3,2% in 2019).
Daarnaast zal met ingang van 1 januari 2019 een verhoging worden doorgevoerd in de ABP
pensioenpremies, net zoals in 2018 en 2017 is gedaan. Deze verhoging maakt onderdeel uit van het
pensioenakkoord in 2016, waarin afgesproken is de benodigde premieverhoging door te voeren in drie
stappen. De pensioenpremies zijn de grootste component binnen de sociale lasten die de gemeente als
werkgever moet afdragen. In afwachting van de precieze afspraken wordt voorgesteld rekening te houden
met een stijging van 3% (van de loonsom + sociale lasten).
Voorgesteld besluit:
32. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Compensatie ontwikkelingen loon – sociale lasten (tranche 2019)’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€1.350.000.
In de afgelopen jaren zijn de materiële budgetten in de gemeentebegroting op zeer beperkte schaal
geïndexeerd. Dit heeft er toe geleid dat er, indirect via de kaasschaafmethode, over de gehele begroting
bezuinigingen zijn doorgevoerd. Bij een stijgend prijspeil wordt het werk dat gedaan moet worden duurder,
zonder dat er daar in de begroting rekening mee is gehouden.
Op diverse onderdelen is strak gestuurd om hetzelfde werk uit te voeren met (reëel gezien) minder
middelen. Tegelijkertijd zijn er ook onderdelen binnen de begroting waarbij het beschikbare budget
langzaam maar zeker uit de pas begint te lopen, omdat indexatie jaar in jaar uit achterwege is gebleven.
Nu het economisch beter gaat stijgen de prijzen weer en wordt het jaarlijks indexeren van de
gemeentebegroting noodzakelijk. Indexatie van de materiële budgetten in de begroting (circa €50 mln)
met het indexpercentage van 1,75% resulteert in een benodigd bedrag van €875.000.
Voorgesteld besluit:
33. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Compensatie inflatie – materiële budgetten (tranche 2019)’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€875.000.
In de afgelopen jaren zijn de gesubsidieerde instellingen in beperkte mate geïndexeerd (tranche 2016 is
voor de helft geïndexeerd, tranche 2017 is volledig geïndexeerd en voor tranche 2018 is er op incidentele
basis een bedrag toegekend voor knelpunten). Gesubsidieerde instellingen worden eveneens
geconfronteerd met stijgende prijzen en afgesloten CAO’s. Dit maakt het jaarlijks indexeren van de
instellingen noodzakelijk.
Indexatie van de structureel in de begroting opgenomen subsidies (circa €22,5 mln.) met het
indexpercentage van 1,75% resulteert in een benodigd bedrag van afgerond €400.000. Door de
gemeente verstrekte subsidies die direct gekoppeld zijn aan een rijksuitkering zijn hierbij buiten
beschouwing gelaten.
2019 2020 2021 2022
Compensatie ontwikkeling loon - sociale lasten (tranche 2019) -1.350 -1.350 -1.350 -1.350
BijstellingBedragen x € 1.000
32
2019 2020 2021 2022
Compensatie inflatie - materiële budgetten (tranche 2019) -875 -875 -875 -875
BijstellingBedragen x € 1.000
33
2019 2020 2021 2022
Compensatie inflatie - gesubsidieerde instellingen (tranche 2019) -400 -400 -400 -400
BijstellingBedragen x € 1.000
34
Programmabegroting 2019 – 2022 149
Voorgesteld besluit:
34. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Compensatie inflatie – gesubsidieerde instellingen (tranche 2019)’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€400.000.
De Integratie Uitkering Sociaal Domein (IU SD) Wmo 2007 en de IU SD Wmo 2015 worden met ingang
van 2019 overgeheveld naar de algemene uitkering. In de maartcirculaire 2018 en de meicirculaire 2018
zijn er middelen toegevoegd die toe te rekenen zijn aan de Wmo. Het gaat hier landelijk bijvoorbeeld om
de compensatie voor de invoering van het abonnementstarief (€143 miljoen met ingang van 2019), het
toevoegen van de groeiruimte 2019 (€75 miljoen met ingang van 2019) en een bijstelling voor de loon-
en prijsontwikkelingen (€99 miljoen met ingang van 2019). Voorgesteld wordt het effect van deze
bijstelling door te vertalen naar de lastenkant van de begroting, zodat deze middelen beschikbaar worden
gesteld voor de uitvoering van de Wmo.
Voorgesteld besluit:
35. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Wmo 2007’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 bij te stellen met -€480.000 in 2019, -€566.000 in 2020, -€626.000 in 2021 en -€684.000 met ingang van 2022.
36. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Wmo 2015’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 bij te stellen met -€851.000 in 2019, -€982.000 in 2020, -€1.197.000 in 2021 en -€1.329.000 met ingang van 2022.
De Integratie Uitkering Sociaal Domein (IU SD) Jeugdhulp wordt met ingang van 2019 overgeheveld naar
de algemene uitkering, met als uitzondering de middelen die beschikbaar zijn voor Voogdij / 18+ (dit deel
wordt uitgekeerd via een nieuwe integratie uitkering). In de maartcirculaire 2018 en de meicirculaire 2018
zijn er per saldo middelen toegevoegd die toe te rekenen zijn aan de Jeugdhulp. Het gaat hier landelijk
bijvoorbeeld om een bijstelling voor de loon- en prijsontwikkelingen (€87 miljoen met ingang van 2019).
Daarnaast worden er enkele kleinere correcties doorgevoerd. Voorgesteld wordt het effect van deze
bijstelling door te vertalen naar de lastenkant van de begroting, zodat deze middelen beschikbaar worden
gesteld voor de uitvoering van de Jeugdhulp.
Nadat deze middelen zijn toegevoegd is het binnen de begroting en meerjarenraming beschikbare budget
afgezet tegen wat er naar verwachting benodigd is voor de uitvoering van de Jeugdhulp. Het bedrag dat
in aanvulling hierop uit de algemene middelen benodigd is staat gepresenteerd onder voorstel 64 van
deze programmabegroting.
Voorgesteld besluit:
37. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Jeugdhulp’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 bij te stellen met -€503.000 in 2019, -€713.000 in 2020, -€889.000 in 2021 en -€1.052.000 met ingang van 2022.
2019 2020 2021 2022
Wmo 2007 -480 -566 -626 -684
BijstellingBedragen x € 1.000
35
2019 2020 2021 2022
Wmo 2015 -851 -982 -1.197 -1.329
BijstellingBedragen x € 1.000
36
2019 2020 2021 2022
Jeugdhulp -503 -713 -889 -1.052
BijstellingBedragen x € 1.000
37
Programmabegroting 2019 – 2022 150
De Integratie Uitkering Sociaal Domein (IU SD) Participatiewet wordt met ingang van 2019 gedeeltelijk
overgeheveld naar de algemene uitkering, met als uitzondering de middelen die beschikbaar zijn voor de
Wsw / nieuwe doelgroepen (dit deel wordt uitgekeerd via een nieuwe integratie uitkering). In de
maartcirculaire 2018 en de meicirculaire 2018 zijn er per saldo middelen toegevoegd die toe te rekenen
zijn aan de Participatiewet. Het gaat hier landelijk bijvoorbeeld om een bijstelling voor de loon- en
prijsontwikkeling (€58 miljoen met ingang van 2019) en de actualisatie van de aantallen binnen het
onderdeel Wsw. Voorgesteld wordt het effect van deze bijstelling door te vertalen naar de lastenkant van
de begroting, zodat deze middelen beschikbaar worden gesteld voor de uitvoering van de Participatiewet.
Voorgesteld besluit:
38. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Participatiewet’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 bij te stellen met -€263.000 in 2019, -€333.000 in 2020, -€181.000 in 2021 en -€179.000 met ingang van 2022.
De algemene uitkering wordt verhoogd vanwege de wet Innovatie en Kwaliteit Kinderkopvang (IKK). Het
gaat landelijk om een bedrag van €1,8 miljoen structureel met ingang van 2018. De middelen zijn bestemd
om tegemoet te komen aan de meerkosten die het toezicht op de nieuwe kwaliteitseisen, zoals
pedagogisch beleid en veiligheid, vanwege de wet IKK met zich meebrengt. Voorgesteld wordt het effect
van deze bijstelling door te vertalen naar de lastenkant van de begroting, zodat deze middelen
beschikbaar worden gesteld ter dekking van de genoemde meerkosten.
Voorgesteld besluit:
39. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€9.000.
In de decembercirculaire 2016 zijn gemeenten geïnformeerd over de middelen die vanaf 2017 structureel
beschikbaar worden gesteld voor de bestrijding van de gevolgen van armoede onder kinderen, via een
zogeheten decentralisatie uitkering (DU). Jaarlijks vindt in de meicirculaire actualisatie plaats van de
verdeling voor het jaar t+1 en verder, waarbij de middelen worden verdeeld op basis van door het CBS
ontwikkelde gegevens over kinderen met een kans op armoede.
In de meicirculaire 2018 is de verdeling geactualiseerd en zijn gegevens over het jaar 2015 als basis
gebruikt. Dit resulteert in een lagere uitkering uit het gemeentefonds met ingang van 2019. Voorgesteld
wordt het effect van deze bijstelling door te vertalen naar de lastenkant van de begroting, zodat de in de
begroting beschikbare middelen weer in overeenstemming zijn met de hoogte van de decentralisatie
uitkering (€574.000 per jaar).
Voorgesteld besluit:
40. Op basis van bovenstaand voorstel ‘DU – Armoedebestrijding kinderen’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met €23.000.
2019 2020 2021 2022
Participatiewet -263 -333 -181 -179
38Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang -9 -9 -9 -9
39Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
DU - Armoedebestrijding kinderen 23 23 23 23
40Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 151
Ter versterking van het gemeentelijke armoede- en schuldenbeleid stelt het kabinet voor drie jaar geld
ter beschikking voor het voorkomen van schulden en de bestrijding van armoede, in het bijzonder onder
kinderen. Deze middelen kunnen worden ingezet ter versterking van het gemeentelijke armoede- en
schuldenbeleid, zodat gemeenten een impuls kunnen geven aan de verbetering van de toegang tot en
de effectiviteit van de gemeentelijke schuldhulpverlening en versterking van de lokale regie van het
armoedebeleid. Er zijn afspraken op hoofdlijnen gemaakt met de VNG over de inzet van deze middelen.
In samenspraak met de VNG wordt de monitoring momenteel vormgegeven. Voorgesteld wordt het effect
van deze bijstelling door te vertalen naar de lastenkant van de begroting, zodat deze middelen
beschikbaar worden gesteld voor de versterking van het gemeentelijke armoede- en schuldenbeleid.
Voorgesteld besluit:
41. Op basis van bovenstaand voorstel ‘DU – Schulden en armoede’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 bij te stellen met -€106.000.
In de programmabegroting 2018 – 2021 is er reeds geanticipeerd op de uitkomsten van de ICL evaluatie.
In de begroting werd er structureel gerekend op een ICL uitkering van €15,3 miljoen, die naar beneden
toe is bijgesteld aan de hand van de reactie op het rapport van de inspecteurs. Deze bijdrage van €15,3
miljoen was nog gebaseerd op het prijspeil van 2015.
Op basis van de uiteindelijke beschikking die is ontvangen op 1 juni werd duidelijk dat de beslissing niet
veel afwijkt van de reeds in de begroting 2018 – 2021 verwerkte raming. Er zijn een tweetal verschillen in
de uiteindelijke beschikking:
- Met ingang van 2021 worden de veronderstelde extra verhuuropbrengsten die de gemeente kan
genereren door de verhuur van (delen van) het stadhuis gekort op de uitkering – het gaat om een
nadeel van zo’n €300.000 structureel.
- De hoogte van de ICL uitkering wordt aangepast voor inflatie over 2016, 2017 en 2018. Dit leidt
ertoe dat de gemeente in 2018 een ICL uitkering ontvangt van €16,1 miljoen in plaats van €15,3
miljoen. Dit hogere bedrag is vervolgens ook het startpunt van waaruit de verschillende kortingen
worden afgezet. Ten opzichte van waar in de begroting rekening mee is gehouden leidt dit tot
een structureel voordeel.
Voorgesteld wordt het effect van deze bijstelling door te vertalen naar de lastenkant van de begroting,
zodat deze middelen toegevoegd kunnen worden aan de voorziening groot onderhoud (en op die wijze
betrokken kunnen worden bij de herijking van de meerjarenraming op dat gebied).
Voorgesteld besluit:
42. Op basis van bovenstaand voorstel ‘DU – ICL uitkering’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 bij te stellen met -€739.000 in 2019, -€736.000 in 2020, -€436.000 in 2021 en -€438.000 met ingang van 2022.
2019 2020 2021 2022
DU - Schulden en armoede -106 -106 - -
41Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
DU - ICL uitkering -739 -736 -436 -438
42Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 152
D. Doorwerking raadsprogramma
De verkiezingen hebben gezorgd voor een nieuwe samenstelling van de raad, inclusief nieuwe eisen en
wensen met betrekking tot ontwikkeling, opleiding en ondersteuning. Om dit vorm te kunnen geven is er
een intensivering noodzakelijk op het gebied van opleidingen, teambuilding, bestuurlijke vernieuwing,
bijstellen fractiebudgetten, ontwikkelingen iBabs en webcastcompany.
Ten aanzien van het laatste punt 'Ontwikkelingen iBabs / webcastcompany' geldt dat de raad is over is
gegaan van Gemeenteoplossingen op iBabs (vergadersysteem) en Webcastcompany (uitzending en
opnames). In het initiële project is minimaal rekening gehouden met mogelijke toekomstige wijzigings- en
ontwikkelverzoeken (eenmalig € 5.000 die al op is). De nieuwe aanbieder Webcastcompany zorgt voor
nogal wat extra werkzaamheden vanwege inflexibiliteit in hun systeem. Zo moet er tijdens de vergadering
geknipt worden, dit kan niet meer, zoals voorheen nadien zelf. De huidige ondersteuning kan deze taak
er niet bij doen, gezien alle huidige taken (notuleren, moties en amendementen uitdelen en spreektijden
bijhouden). Dit is dus uitbesteed aan Webcastcompany. Verder zijn er nog verschillende wensen om
binnen iBabs verder te ontwikkelen: digitale handtekening, het geheime kastje digitaliseren,
fractievergoedingen digitaliseren, et cetera). Dit kan alleen vormgegeven worden voor de raad, indien er
budget voor is.
Daarnaast verwachten we dat de Raadszaal heringericht moet worden en AV middelen vervangen
moeten gaan worden. De afschrijving van de huidige apparatuur is feitelijk aan de orde, zaken gaan stuk
en zijn niet meer te maken. Hierdoor is er een wens voor vernieuwing van het systeem. Ook is er een
wens voor de verbetering van de zalen om deze dualer (raadzaal) en burgervriendelijker (trouwzaal in
plaats van calamiteitenruimte) te maken. Er zal worden geïnventariseerd wat wenselijk is. Investeringen
en daaruit afgeleide kapitaallasten die hiervoor noodzakelijk zijn zullen in een separaat voorstel
aangeboden worden en onderdeel uitmaken van de kadernota 2020 - 2023.
Voorgesteld besluit:
43. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Ontwikkelingen gemeenteraad’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€145.000.
Na de verkiezingen van 2018 heeft Lelystad een college met 6 wethouders. Deze uitbreiding heeft directe
gevolgen voor de rechtstreekse ondersteuning van de individuele bestuurders. De kosten nemen zowel
in materiële als personele zin toe. Uit eerdere evaluaties met alle bestuurders uit het vorige college is
duidelijk geworden dat men behoefte heeft aan persoonlijke bijstand in de vorm van een
portefeuillecoördinator (0,5fte), een bestuur communicatieadviseur (0,5 fte) en een secretaresse (0,65
fte). De functies worden gezien als belangrijke schakels om de bestuurders hun taken zo optimaal
mogelijk te kunnen laten uitvoeren. Daarbij wordt opgemerkt dat parttime bestuurders eenzelfde
ondersteuning vragen als een fulltime wethouder. De kosten die samenhangen met de ondersteuning van
de 6e wethouder - inclusief overige kosten voor bedrijfsvoering en representatie - was cijfermatig al
opgenomen in bijlage 1 van het raadsprogramma en worden nu in de begroting en meerjarenraming
verwerkt.
Voorgesteld besluit:
44. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Ondersteuning 6e wethouder (secretariaat, communicatie, ondersteuning)’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€150.000.
2019 2020 2021 2022
Ontwikkelingen gemeenteraad -145 -145 -145 -145
43Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Ondersteuning 6e wethouder (secretariaat, communicatie, ondersteuning) -150 -150 -150 -150
44Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 153
In de programmabegroting 2018 - 2021 is het budget dat beschikbaar is voor wachtgeldverplichtingen
verhoogd, vooruitlopend op de verkiezingen en het eventuele vertrek van enkele wethouders. Enkele
wethouders zijn teruggekeerd in het nieuwe college, wat maakt dat een deel van het beschikbare budget
kan vrijvallen. In deze opstelling is rekening gehouden met het wachtgeld dat ontstaat als gevolg van de
teruggang naar 0,8 fte van enkele wethouders. Een indicatie van het financiële effect van deze actualisatie
was cijfermatig al opgenomen in bijlage 1 van het raadsprogramma en wordt nu in de begroting en
meerjarenraming verwerkt.
Voorgesteld besluit:
45. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Actualisatie wachtgeldverplichtingen’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2021 bij te stellen met €140.000 in 2019 en 2020 en €65.000 in 2021.
In het raadsprogramma is opgenomen dat de motiemarkt wordt voortgezet in de nieuwe bestuursperiode.
De financiële doorwerking van dit voorstel was cijfermatig al opgenomen in bijlage 1 van het
raadsprogramma en wordt nu in de meerjarenraming met ingang van 2020 verwerkt (voor de uitvoering
van de motiemarkt in 2018 en 2019 is er reeds €150.000 aan dekking aanwezig binnen de begroting).
Voorgesteld besluit:
46. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Motiemarkt’ de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€150.000.
Het IVP 2018 - 2022 heeft als motto: ‘Veiligheid: een coproductie van samenleving, gemeente en
partners’. De opgenomen drie prioriteiten zijn nog steeds actueel en worden verder uitgewerkt:
Veilige en leefbare wijken en buurten
Problematische jeugd en jeugdgroepen
Ondermijning
Binnen deze thema’s is ook aandacht voor het bestrijden van mogelijke mensenhandel, dierenwelzijn en
voor personen met verward gedrag. De financiële doorwerking van dit voorstel was cijfermatig al
opgenomen in bijlage 1 van het raadsprogramma en wordt nu in de begroting en meerjarenraming
verwerkt.
Voorgesteld besluit:
47. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Integraal Veiligheidsplan 2018 - 2022’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€25.000.
In april 2017 heeft de gemeenteraad besloten over te gaan tot vervangende energie neutrale en duurzame
nieuwbouw voor de huisvesting van de Stichting Voortgezet Onderwijs Lelystad (SVOL). Veilig onderwijs
en het creëren van een veilige route van en naar de campus is daarbij belangrijk.
2019 2020 2021 2022
Actualisatie wachtgeldverplichtingen 140 140 65 -
45Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Motiemarkt - -150 -150 -150
46Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Integraal Veiligheidsplan 2018 - 2022 -25 -25 -25 -25
47Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Veilige ontsluiting campuszone - -108 -108 -108
48Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 154
Berekeningen met het verkeersmodel hebben aangetoond dat het langzaam verkeer vanuit de
Landstrekenwijk richting de schoolcampus over de Middendreef qua intensiteiten afgewikkeld kan worden
met een kruising met verkeerslichten. Een kruising met verkeerslichten is echter nooit zo veilig als een
ongelijkvloerse kruising, en sluit ook niet aan bij het gescheiden verkeerssysteem zoals dat verder rond
de campuszone bestaat. Het is daarom wenselijk om een ongelijkvloerse kruising voor langzaam verkeer
met de Middendreef te realiseren. De (school)campus is dan uit alle richtingen veilig te benaderen.
Dit voorstel gaat uit van een investering ter grootte van €2,5 miljoen voor een ongelijkvloerse oversteek.
Deze investering wordt geactiveerd en over de looptijd afgeschreven, wat zich vertaalt in een jaarlijkse
kapitaallast ter grootte van €108.000 met ingang van 2020. Met dit voorstel worden de kapitaallasten in
de begroting verwerkt. Het uiteindelijke uitwerkingsbesluit (met het verzoek aan de raad om het benodigde
investeringskrediet beschikbaar te stellen) zal in een later stadium aan de raad worden voorgelegd.
Voorgesteld besluit:
48. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Veilige ontsluiting campuszone’ de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€108.000.
Uit het (provinciale) onderzoek naar de doorstroming Middenweg is gebleken dat de rotonde
Stationsplein/Visarenddreef aan haar maximale capaciteit raakt. Dit wordt bevestigd door studie met het
dynamisch verkeersmodel Lelystad. In de dagelijkse praktijk is dit terug te zien in de vorming van
wachtrijen, waar ook bussen hinder van ondervinden. Vooruitlopend op de aanleg busbaan Middenweg,
kan ombouw van de rotonde in 2019 plaatsvinden. Het verkeersontwerp zal aan de raad voorgelegd
worden als onderdeel van de integrale visie stationsgebied.
De huidige voorrangssituatie (fietsers uit de voorrang) voldoet niet aan CROW-richtlijnen voor rotondes
met aanliggend (meebuigend) fietspad. Tevens is sprake van een slecht overzicht door het spoorviaduct.
In het onderzoek verkeersveiligheid onder inwoners van Lelystad is deze locatie vaak genoemd als
verkeersonveilige locatie en als sociaal onveilig. De Botter 15 (bij de stalling) is tevens het meest
genoemd als locatie met een ontbrekend fietspad.
In februari 2018 is provinciale subsidie V&V aangevraagd voor de periode 2018 t/m 2021, inclusief dit
project onder voorbehoud van de instemming van de raad. De provincie heeft op 15 mei vervolgens
€360.000 subsidie toegezegd voor de ombouw tot kruising met verkeerslichten en
doorstromingsmaatregelen voor de bussen, onder voorbehoud van cofinanciering. De gemeentelijke
bijdrage ad €870.000 resulteert in een kapitaallast van €30.000 per jaar met ingang van 2020. Deze last
kan budgetneutraal worden gedekt door de storting, vanuit het budget verkeer in de voorziening
bovengronds, hiervoor aan te wenden.
Voorgesteld besluit:
49. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Ombouw rotonde provinciehuis’ de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel budgetneutraal bij te stellen met €30.000.
In het Verkeersplan Stadshart is een parkeerroute-informatiesysteem (PRIS) opgenomen. Op dit moment
is er alleen bij de directe toegangen naar parkeerlocaties een PRIS, zichtbaar vanuit één rijrichting. De
kwaliteit van parkeren wordt verbeterd indien de automobilist op de Groene Carré (en de aanrijroutes
daarnaartoe) tijdig kan zien of er parkeerruimte is. Dit voorkomt zoekverkeer. Op dit moment ontstaat dit
zoekverkeer steeds vaker: de Zilverparkgarage staat tegenwoordig vrijwel iedere dag vol. De
Neringgarage doorgaans 1x per week (vooral donderdagmiddag). Een betere vindbaarheid van vrije
parkeerplaatsen draagt bij aan een kwalitatief goede uitstraling van het stadshart, en is vergelijkbaar met
andere steden.
2019 2020 2021 2022
Ombouw rotonde provinciehuis - budgetneutraal - - - -
49Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Dynamisch parkeerverwijssysteem - -33 -33 -32
50Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 155
Via voorstel 19 wordt er dekking gevraagd voor het achter slagboom brengen van de ABC-locatie en het
Agoradek. In het kader van het gelijke speelveld parkeren, zullen deze parkeerlocaties ook deel uitmaken
van het PRIS. De investering in het PRIS wordt geraamd op €300.000, wat leidt tot een kapitaallast van
€33.000 per jaar.
Voorgesteld besluit:
50. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Dynamisch parkeerverwijssysteem’ de meerjarenraming 2020 – 2021 bij te stellen met -€33.000 en met ingang van 2022 de meerjarenraming bij te stellen met -€32.000.
In het raadsprogramma is opgenomen dat de inzet gericht is op het uitoefenen van maximale
zeggenschap bij de provinciale concessie van het openbaar vervoer, bijvoorbeeld in de vorm van een
zwaarwegend adviesrecht. Het gaat daarbij onder andere om de uitvoering van de dienstregeling, zowel
voor wat betreft de tijden als de routes. Het busvervoer in de wijken moet behouden blijven. In de
concessie moet ook aandacht zijn voor vernieuwende vormen van openbaar vervoer, waaronder
kleinschalig vervoer op maat in de wijken. Het openbaar vervoer moet duurzaam zijn en algemeen
toegankelijk blijven. De provincie heeft de gemeente een zwaarwegend adviesrecht toegezegd. De
provincie trekt de delegatie in op 31 december 2021 (voor de Airportshuttle is de delegatie al ingetrokken).
De drie verschillende concessies (Lelystad, Airportshuttle, IJssel-Vecht) vergen extra ambtelijke inzet,
voor overleg met vervoerders, met provincie/ OV-cluster Oost-Nederland, een (nieuwe) abri-leverancier
(contractduur van 15 jaar loopt af) en exploitant van de laadinfra voor de bussen (Airportshuttle 2020 en
stadsdienst vanaf 2022). Het beheer van de eigen concessie loopt nog enkele jaren door. De concessie
Airportshuttle wordt begin 2019 gegund en in 2019 geïmplementeerd, onder andere qua infra, gericht op
start maart 2020. De concessie IJssel-Vecht inclusief Lelystad (vanaf 2022) wordt eind 2018 aanbesteed
en medio 2019 gegund; in 2020 en 2021 zal de implementatie in Lelystad plaatsvinden, onder andere
voor laadinfra voor elektrische stadsbussen en andere infra bij gewijzigde lijnvoering.
Binnen het team verkeer en vervoer is weinig ruimte in de personele bezetting voor de bijkomende taken.
Het voorstel voorziet in gemiddeld één dagdeel per week ondersteuning, te clusteren voor specifieke
projecten. Dit kunnen ook niet-OV-projecten zijn die 'ruimte' creëren bij de senior verkeerskundigen.
Voorgesteld besluit:
51. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Concessie openbaar vervoer’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2021 bij te stellen met -€20.000.
Via een separaat voorgesteld besluit is de raad gevraagd akkoord te gaan met de aankoop van het pand
Oostvaardersdijks 15. De met deze aankoop samenhangende (kapitaal)lasten bedragen €4.000 en
worden via dit voorstel in de begroting en meerjarenraming verwerkt.
Naast bovenstaande structurele kosten zijn er op incidentele basis middelen benodigd voor het
wegwerken van achterstallig onderhoud (€40.000) en de inrichting van het pand (€10.000). De inrichting
van het pand kan gedekt worden vanuit de beschikbare middelen voor vrijetijdseconomie. Voor het
wegwerken van achterstallig onderhoud wordt via voorstel 77 een onttrekking aan de Reserve
Ontwikkeling Stad voorgesteld.
Voorgesteld besluit:
52. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Aankoop Oostvaardersdijk 15’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€4.000.
2019 2020 2021 2022
Concessie openbaar vervoer -20 -20 -20 -
51Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Aankoop Oostvaardersdijk 15 -4 -4 -4 -4
52Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 156
De afgelopen drie jaar is de acquisitiefunctie meer armslag geboden door de inzet van incidentele
middelen. Dit heeft de gemeente geen windeieren gelegd, aangezien het afgelopen jaar een all time high
is bereikt op het gebied van de uitgifte van bedrijventerreinen. De markt is in beweging en met name de
logistieke functies zijn met een herschikking van activiteiten bezig. Naar verwachting houdt deze
herschikking nog zo'n drie jaar aan. Ook op het gebied van leisure is de inzet van acquisitie op dit moment
belangrijk. Om hier maximaal van te kunnen profiteren wordt voorgesteld het aanvullende
acquisitiebudget ter grootte van €50.000 ook in de jaren 2019 - 2021 beschikbaar te stellen (in 2018 loopt
de incidentele dekking af).
Voorgesteld besluit:
53. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Acquisitiebudget’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2021 bij te stellen met -€50.000.
Om de belangen en standpunten van Lelystad zoveel mogelijk kracht bij te zetten in de MRA, wordt met
de gemeente Almere en de provincie Flevoland opgetrokken. De onlangs opgestelde
samenwerkingsagenda Almere-Lelystad kan eveneens in dit licht worden bezien. Deze agenda alsmede
het nog op te stellen uitvoerende deel zullen in 2020 separaat aan de raad worden voorgelegd.
Vooruitlopend hierop wordt voorgesteld één onderdeel alvast naar voren te halen: het operationeel maken
van een gezamenlijke acquisitie-website met de gemeente Almere, naar het voorbeeld van
https://www.bedrijventerreinenalmere.nl. Enerzijds om de gezamenlijke agenda kracht bij te zetten en
anderzijds om al snel over een goede informatievoorziening te beschikken voor de
bedrijfscontactfunctionarissen van onder andere Amsterdam en Zaanstad. Alsmede het regionale
coördinatieteam Plabeka -dat de coördinatie van deze herhuisvesting binnen de MRA borgt- die op zoek
zijn naar alternatieve huisvestingslocaties voor bedrijven die straks moeten verplaatsen onder druk van
de woningbouwplannen aldaar. Hiervoor is € 35.000 benodigd in 2019 en structureel €5.000.
Voorgesteld besluit:
54. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Gezamenlijke acquisitiewebsite met Almere’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2021 bij te stellen met -€35.000 in 2019 en -€5.000 met ingang van 2020.
De raad is het afgelopen jaar geïnformeerd over de nieuwe inrichting van de Promesse (tussen
Dukaatpassage en Wissel) en de Waagpassage (tussen Wissel en Agorahof). Beide delen worden
gecombineerd omdat een slimme uitruil van materialen (klinkers) mogelijk is. Het plan maakt onderdeel
uit van de vergroening, grondexploitatie Theaterkwartier en Groot Onderhoud. Het ontwerp oogstte veel
lof op de inloopavond van het Stadshart bij bewoners/ondernemers en overige stakeholders.
Het voorstel is om de openbare ruimte in de Promesse tussen Dukaatplein en Dukaatpassage eveneens
aan te pakken. Hiermee kunnen schaalvoordelen worden behaald wat tot uiting komt in de prijs van het
werk (goedkoper per m2). De aanpak is noodzakelijk om het Stadshart een impuls te geven om de weg
omhoog te vinden. Voor wat betreft de financiering van het verbindende gedeelte is geen dekking
beschikbaar binnen het groot onderhoud of de grondexploitatie. Voorgesteld wordt de jaarlijkse
kapitaallasten ter grootte van €13.000 (gerekend met een investeringsbedrag van €300.000 in 2019 en
een afschrijvingstermijn van 30 jaar) in de meerjarenraming op te nemen.
2019 2020 2021 2022
Acquisitiebudget -50 -50 -50 -
53Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Gezamenlijke acquisitiewebsite met Almere -35 -5 -5 -5
54Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Herinrichting Promesse - -13 -13 -13
55Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 157
Voorgesteld besluit:
55. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Herinrichting Promesse’ de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€13.000.
De Lokaal Educatieve Agenda (LEA) van Lelystad wordt ingezet als kwaliteitsimpuls voor het lokale
onderwijs niveau. In het Interbestuurlijk Programma (IBP) staan afspraken tussen het Rijk, gemeenten,
provincies en waterschappen om gezamenlijk de grote maatschappelijke opgaven van deze tijd aan te
pakken. Onderwijs staat hier hoog op de agenda en vormt de basis voor de kwaliteitsimpuls die nodig is
Lelystad een stap verder te brengen.
De gemeente Lelystad wil in 2018 samen met het rijk en de provincie onderzoeken welke beleidsimpulsen
kunnen worden gegeven en welke concrete maatregelen kunnen worden getroffen om de ontwikkeling
van Lelystad positief te beïnvloeden. Investeren in onderscheidend onderwijs is één van de pijlers onder
dat beleid. Het integrale meerjarenperspectief voor Lelystad zal de komende periode in o.a. de
Omgevingsvisie en de Integrale Nota Sociaal Domein worden geschetst. In afstemming daarmee wordt
in samenwerking met het lokale onderwijsveld de Lokaal Educatieve Agenda van Lelystad een
vierjarenplan opgesteld.
De LEA 2019 – 2022 bevat concrete maatregelen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Mede
daardoor ontstaat een vliegwiel effect waardoor:
- de aantrekkelijkheid van Lelystad als vestigingslocatie wordt vergroot.
- de kwaliteit van de Lelystadse samenleving wordt verhoogd.
- de ontwikkeling van de economie wordt gestimuleerd.
- een goed opgeleide beroepsbevolking een vestigingsfactor voor bedrijven wordt.
Het onderwijs in Lelystad heeft een kwaliteitsimpuls nodig om ze te kunnen voldoen aan het Lelystad van
de toekomst. Vervolgonderwijs en onderwijs gericht op (zeer) slimme kinderen ontbreekt nog nagenoeg,
waardoor jongeren wegtrekken uit de stad. Een leven lang ontwikkelen vraagt nieuwe impulsen voor
bredere lagen van de beroepsbevolking. Investeren in onderscheidend onderwijs (een van de komende
deeltafels) is inzet van de LEA. De LEA 2015 – 2018 heeft dankzij € 1 mln. aan impulsmiddelen een flinke
stap kunnen zetten. Conform het raadsprogramma wordt de dekking van de LEA met ingang van 2019
structureel in de begroting opgenomen.
Voorgesteld besluit:
56. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Lokaal Educatieve Agenda’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€250.000.
Met de aanwijzing van Stichting Radio Lelystad tot lokale publieke media instelling beschikt de gemeente
Lelystad over een lokale omroep die voldoet aan de eisen van de mediawet. De gemeente heeft op basis
van de Mediawet een zorgplicht voor de bekostiging van de lokale omroepen. Het bereik van Radio
Lelystad wordt aanzienlijk verbeterd wanneer de uitzending digitaal over de kabel wordt verspreid. De
omroep moet daarvoor een meerjarig contract aangaan met een landelijke mediahub. Voor de digitale
verspreiding van de uitzendingen van Stichting Radio Lelystad is met ingang van 2019 een structureel
bedrag van €8.000 benodigd.
Voorgesteld besluit:
57. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Radio Lelystad’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€8.000.
2019 2020 2021 2022
Lokaal Educatieve Agenda -250 -250 -250 -250
56Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Radio Lelystad -8 -8 -8 -8
57Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 158
De gemeenteraad heeft in de programmabegroting 2017 structureel middelen beschikbaar gesteld voor
de inzet van 2 fte jongerenwerk in Lelystad. Sinds mei 2017 zijn er drie parttime jongerenwerkers actief
in Lelystad. De voortgang van het jongerenwerk is beschreven in de raadsbrief van 15 mei 2018, met als
kenmerk: 181042541. In de raadsbrief staat reeds vermeld dat komende tijd wordt bekeken of de
capaciteit van het jongerenwerk voldoende is.
Het is wenselijk dat het jongerenwerk na schooltijd en in de avonduren op straat aanwezig is, dat zij de
hele stad kunnen bedienen en dat zij daarnaast, met name tijdens kantooruren, kunnen afstemmen en
samenwerken met netwerkpartners. Het jongerenwerk draagt bij aan de veiligheid op straat en helpt
jongeren bij het aanleren van sociale en levensvaardigheden. Zonder het jongerenwerk zou een deel van
de jongeren later als volwassen minder zelfstandig zijn met risico op problematiek zoals schulden,
werkloosheid enz.
Het is wenselijk dat het jongerenwerk zich naast overlastgevende jongeren of jongeren met problematiek
ook kan richten op de preventieve taak. De preventieve taak bestaat uit het voorkomen van overlast, het
vroegtijdig toeleiden naar activiteiten/zorg en het intensiveren van de aansluiting op de ontwikkelingen
die gaande zijn op het gebied van activiteiten voor jongeren. Het gaat hier bijvoorbeeld om initiatieven als
jongeren maken de stad (Broedplaats), Lelystad Creates en Lelykracht. Inzet op de preventieve kant van
het jongerenwerk voorkomt dat er later een beroep gedaan wordt op ondersteuning vanuit de Wmo,
Jeugdhulp en Participatiewet.
De afgelopen tijd is gebleken dat de huidige capaciteit te beperkt is om deze taken in de volle breedte uit
te voeren. Op termijn zou uitbreiding van de capaciteit daarom wenselijk zijn. Naar verwachting kunnen
alle taken met 5 fte namelijk wel opgepakt worden (1 fte per stadsdeel plus het centrum). Er is reeds
€150.000 structureel beschikbaar in de gemeentebegroting en voorgesteld wordt om in aanvulling hierop
€250.000 beschikbaar te stellen met ingang van 2020.
Voorgesteld besluit:
58. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Uitbreiding capaciteit jongerenwerk’ de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€250.000.
Multifunctionele Accommodaties (MFA’s) vormen een belangrijke schakel in de participatie van inwoners.
Er worden tal van activiteiten georganiseerd voor en door buurtbewoners en daarmee vormen ze een
essentieel onderdeel van de basisinfrastructuur in het sociaal domein.
In het afgelopen jaar is De Dukdalf grondig verbouwd, waarmee er een dynamische ontmoetingsplek is
ontstaan. De lasten die samenhangen met het beheer van dit gebouw zijn in 2018 incidenteel bekostigd
vanuit het Wmo uitvoeringsbudget voor 2018. Voorgesteld wordt de structurele lasten met ingang van
2019 op te nemen in de begroting en meerjarenraming.
Voorgesteld besluit:
59. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Beheer Dukdalf’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€75.000.
Steeds meer Lelystedelingen nemen zelf het initiatief om activiteiten te ontwikkelen die een
maatschappelijke meerwaarde opleveren voor de inwoners. Voor deze activiteiten wordt niet alleen ruimte
geboden maar tevens worden deze initiatieven gestimuleerd en gefaciliteerd. De afgelopen jaren is het
2019 2020 2021 2022
Uitbreiding capaciteit jongerenwerk - -250 -250 -250
58Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Beheer Dukdalf -75 -75 -75 -75
59Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Ideeënmakelaar en Mensen maken de buurt -170 -170 -170 -170
60Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 159
aantal initiatieven onder de noemer van 'Mensen Maken de Buurt' sterk toegenomen. Van initiatieven
primair gericht op verhoging van de gebruikswaarde van de fysieke leefomgeving tot initiatieven die
bijdragen aan de versterking van de sociale structuur en participatie. Daarbij ondersteunt de
‘Ideeënmakelaar’ initiatiefnemers bij de uitwerking van hun idee en brengt ze in verbinding met partijen
die bij de uitwerking of uitvoering een rol kunnen spelen. De bewonersconsulenten faciliteren de
initiatieven die primair gericht zijn op de fysieke leefomgeving.
Voor de fysieke projecten van ‘Mensen Maken de Buurt’ was er in de afgelopen jaren een
uitvoeringsbudget beschikbaar van €140.000 per jaar. Samengesteld uit enerzijds het budget ‘kleine
structurele aanpassingen’ ter grootte van €70.000 (onderdeel van het reguliere onderhoudsbudget) en
anderzijds wordt er tot eind 2018 een bedrag ter grootte van €70.000 onttrokken aan de ISV reserve (die
straks is uitgeput). Het project ideeënmakelaar wordt tot eind 2018 gefinancierd ten laste van het
Transitiefonds Sociaal Domein. Jaarlijks gaat het om een kostenniveau van €100.000 waarvan circa
€60.000 voor menskracht en circa €40.000 voor materiële uitgaven.
De inzet voor 'Mensen Maken de Buurt' en de ‘Ideeënmakelaar’ worden geëvalueerd. Over de resultaten
van deze evaluatie wordt de raad in het najaar geïnformeerd. Gezien het positieve resultaat van de
inspanningen gericht op ondersteuning van de bewonersinitiatieven wordt voorgesteld om de huidige
inzet structureel op vergelijkbaar niveau te continueren.
Voorgesteld besluit:
60. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Ideeënmakelaar en Mensen maken de buurt’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€170.000.
Een van de hoofddoelstellingen van de Participatiewet is het tot stand brengen van een inclusieve
arbeidsmarkt in zeer nauwe samenwerking met de werkgevers. Het Lelystad Akkoord - een lokaal sociaal
akkoord waarin werkgevers, onderwijsinstellingen, welzijnsinstellingen en gemeente samenwerken –
moet deze ambitie vormgeven. Deze publiek private samenwerking is noodzakelijk om de doelstellingen
van een inclusieve arbeidsmarkt inclusief scholingsvraagstukken op lokaal niveau mogelijk te maken.
In 2018 is het Lelystad Akkoord incidenteel gedekt uit het Transitiefonds. In het raadsprogramma is
uitgesproken dat het Lelystad Akkoord op structurele basis wordt voortgezet. Cofinanciering vanuit
maatschappelijke partners is niet realistisch gebleken en binnen het participatiebudget is geen financiële
ruimte. Voorgesteld wordt de benodigde middelen beschikbaar te stellen in de begroting en
meerjarenraming.
Voorgesteld besluit:
61. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Lelystad Akkoord’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€70.000.
De raad heeft voor de periodes 2013-2015 en 2016-2018 jaarlijks 1 miljoen extra beschikbaar gesteld ter
bevordering van de uitstroom van bijstandsgerechtigden naar werk. Deze jaarlijkse investering wordt
gedekt door een onttrekking aan de NUON reserve en in jaarlijkse termijnen (3 jaar) teruggestort vanuit
de besparingen op de uitgaven uit de BUIG middelen. Dat is de afgelopen zes jaar gelukt en heeft geleid
tot een uitstroom van 50% van de kandidaten, door middel van verloning. In 2017 is besloten om een deel
van de middelen 2018 in te zetten op verloningsplaatsen voor Beschut Werken. In afwachting van de
effectuering van de kadernota sociaal domein in de budgetten voor re-integratie per 2020 wordt
voorgesteld het bestaande re-integratiebeleid te continueren voor één jaar. Hiermee kan net als
voorgaande ja(a)r(en) de invulling van de Beschut Werkplekken alsmede een uitstroom van kandidaten
2019 2020 2021 2022
Lelystad Akkoord -70 -70 -70 -70
61Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Voortzetting aanvullende financiering re-integratie 2019 - budgetneutraal - - - -
62Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 160
met een vorm van beperking uit de uitkering worden bevorderd. In de participatienota 2019 wordt de
besteding nader toegelicht.
Het tempo waarop de bijdrage terug kan worden gestort in de NUON reserve zal waarschijnlijk lager zijn
dan voorheen, gezien het feit dat de kandidaten moeilijker duurzaam plaatsbaar blijken vanwege de
beperking. Daar staat tegenover dat de kandidaten voor Beschut Werken in aanmerking komen voor
loonkostensubsidie waardoor het aantal plaatsen gefinancierd uit de extra bijdrage hoger is dan bij
reguliere kandidaten het geval was.
De uitstroominspanningen richten zich jaarlijks voor de helft (minimaal 20 plaatsen) op verloningsplaatsen
voor Beschut Werken en voor de andere helft (minimaal 20 tot 40 plaatsen) op (verlonings-)plaatsen voor
parttimebanen. In het laatste geval gaat het om bijstandsgerechtigden die niet formeel vallen onder
Beschut Werken of het Doelgroepenregister maar waarvoor een uitstroom naar een fulltimebaan geen
realistisch perspectief is. Voor deze doelgroep wordt onder meer de samenwerking gezocht met het
Divosa initiatief Surplus.
Voorgesteld besluit:
62. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Voortzetting aanvullende financiering re-integratie 2019’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 budgetneutraal bij te stellen.
Vanuit de verantwoordelijkheden van Jeugdhulp en Passend Onderwijs is het belangrijk dat de gemeente
en het onderwijsveld intensief samenwerken om kinderen en hun gezin de juiste ondersteuning te bieden.
Zoals opgenomen in het raadsprogramma 2018 - 2022 wordt er in de aankomende periode ingezet op
het versterken van de samenhang en te komen tot een breed aanvalsplan voor de jeugdhulp en het
onderwijs. De Werkagenda Zorg in en om Scholen, die gezamenlijk is opgesteld door de gemeente, het
Jeugd en Gezinsteam en het samenwerkingsverband PO en VO vormt hiervoor de basis.
Voor de voorbereiding van het aanvalsplan wordt voor 2019 voorgesteld € 50.000 beschikbaar te stellen
(voor de inhuur van externe expertise, de organisatie van bijeenkomsten, monitoring et cetera). Op dit
moment is voor de periode 2020 - 2022 jaarlijks een PM post opgenomen voor de uit te voeren activiteiten
uit het nog op te stellen aanvalsplan. Concretisering van deze bedragen is afhankelijk van keuzes in de
uitwerking, die in een later stadium aan de raad zullen worden voorgelegd. Deels kunnen de activiteiten
gefinancierd worden vanuit de bestaande middelen voor jeugdhulp en het onderwijs en/of overige
beschikbare middelen binnen het sociaal domein.
Voorgesteld besluit:
63. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Aanvalsplan jeugdhulp en onderwijs’ de begroting 2019 bij te stellen met -€50.000.
2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 Cumulatief
Onttrekking Nuon reserve 1.000 - - - - - - 1.000
Extra intensivering participatiebudget -1.000 - - - - - - -1.000
Onttrekking Nuon reserveBedragen x € 1.000
2019 2020 2023 2024 2025 Cumulatief
Besparing op BUIG budget * 213 213 213 - - 1.065
Rentecompensatie -3 -7 -3 -3 - -33
Saldo besparing 210 206 210 -3 - 1.032
Terugstorting Nuon -210 -206 -210 3 - -1.000
Effect voorstel op begroting - - - - 32 32
Uitwerking terugstorting Nuon reserveBedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Aanvalsplan jeugdhulp en onderwijs -50 PM PM PM
63Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 161
Op het gebied van de Jeugdhulp is er in de aankomende jaren onverkort sprake van een grote opgave.
De raad wordt uiterlijk half oktober geïnformeerd over de laatste stand van zaken, via een separate
informatienota. In deze programmabegroting worden de verwachte tekorten meerjarig afgedekt, zodat de
hulp die nodig is ook daadwerkelijk geleverd kan worden. Tegelijkertijd wordt er blijvend ingezet op het
verminderen van zwaardere vormen van zorg, maar beseffen we dat deze transformatie niet van vandaag
op morgen te realiseren is. Het is hierbij noodzakelijk om in de volle breedte naar oplossingen te zoeken,
zie bijvoorbeeld het vorige voorstel met betrekking tot het aanvalsplan.
Voorgesteld besluit:
64. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Jeugdhulp’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 bij te stellen met -€3.240.000 in 2019, -€4.136.000 in 2020, -€3.274.000 in 2021 en -€2.851.000 met ingang van 2022.
In het raadsprogramma is 'gezond en veilig opgroeien' een belangrijk speerpunt. Met het stimuleren van
meer bewegen en inzet gericht op vitale(re) inwoners wordt invulling gegeven aan het gemeentelijk beleid.
Het verzoek van de raad en het college om aansluiting te zoeken bij de landelijke JOGG-aanpak
(Jongeren Op Gezond Gewicht) sluit hier goed bij aan. Sinds kort is Lelystad JOGG gemeente en dit jaar
wordt het plan van aanpak geschreven, zodat we met ingang van 2019 echt aan de slag kunnen. De
JOGG regisseur wordt betaald vanuit de Klijnsma middelen (armoede beleid). Voor de uitvoer van het
programma en om het geheel effectief neer te zetten, zijn aanvullende middelen nodig. Het gaat dan om
zaken als monitoring, communicatie en een activiteitenbudget.
Daarnaast is het belangrijk om Lelystadse kinderen en jongeren rookvrij op te laten groeien. Conform het
Nationaal preventie akkoord en in lijn met het raadsprogramma wordt voorgesteld om aansluiting te
zoeken bij het initiatief voor de Rookvrije Generatie. Planvorming kan binnen bestaande uren/inzet, maar
voor de uitvoering zijn aanvullende middelen gewenst.
Voorgesteld besluit:
65. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Gezondheidsbeleid’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 structureel bij te stellen met -€65.000.
De periode tot 2050 kenmerkt zich voor de bestaande bouw in Lelystad met tenminste twee grote
opgaven:
- Het zoveel als mogelijk naar nul op de meter brengen van woningen en bedrijven
- Het uitfaseren van het gebruik van aardgas als energiedrager.
In het daartoe opgestelde plan van aanpak worden drie benodigde producten benoemd:
- (maatwerk) informatie traject (50.000 euro, intensief de eerste jaren)
- opstellen van een warmtevisie (7500 euro, in 2019)
- opstellen van een warmteplan per wijk (125.000 euro, in 2019)
Vanwege de urgentie, de omvang en de omvangrijke gevolgen die deze transitie zal hebben voor
inwoners en bedrijven is het noodzakelijk nu al te beginnen met het delen van informatie over de transitie.
Wat gaat er gebeuren en wanneer is welke wijk aan de beurt? De noodzaak van de opgave en
duidelijkheid bieden in het proces staat hierin centraal. Dit kan in samenwerking met de overige partijen
in de Flevolandse Energieagenda. Daarnaast is het van belang de opgave, de mogelijkheden en de
2019 2020 2021 2022
Jeugdhulp -3.240 -4.136 -3.274 -2.851
64Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Gezondheidsbeleid -65 -65 -65 -65
65Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Energietransitieplan -183 -50 -50 -50
66Bijstelling
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 162
relaties met andere opgaven in de stad vast te leggen in een warmtevisie. Tot slot wordt deze visie
vertaald naar een warmteplan per wijk waaruit blijkt welke vorm de energietransitie per wijk zal krijgen
met de gevolgen voor de bewoners en bedrijven van die wijk. Zwaartepunt voor de kosten ligt in het
laatste product waarbij op hoog detailniveau gezocht zal worden naar de beste transitieroute voor elke
wijk in Lelystad. Dat plan dient vervolgens als basis voor de uitvoering tot 2050.
Voorgesteld besluit:
66. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Energietransitieplan’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 bij te stellen met -€183.000 in 2019 en -€50.000 met ingang van 2020.
In de vorige raadsperiode heeft de Reserve Ontwikkeling Stad (ROS) een centrale rol gespeeld bij de
inzet van incidentele middelen. In het raadsprogramma werd deze werkwijze opnieuw onderschreven en
is de afspraak gemaakt om incidentele intensiveringen te dekken vanuit incidentele middelen. Met deze
werkwijze wordt het onderscheid tussen structurele en incidentele dekking duidelijk en wordt de
besluitvorming overzichtelijker. De raad wordt hiermee in staat een meer integrale afweging te maken
over incidentele intensiveringen.
In het volgende hoofdstuk staan de incidentele intensiveringen opgenomen ten laste van de ROS. Het
aanzuiveren van deze reserve, zodat er incidentele dekking beschikbaar is, kan plaatsvinden uit het
begrotingssaldo of door het bestemmen van positieve jaarrekeningresultaten. Voorgesteld wordt om in
de jaren 2019 en 2021 een deel van het beschikbare positieve begrotingssaldo aan te wenden voor
aanzuivering van de reserve.
Voorgesteld besluit:
67. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Storting in de Reserve Ontwikkeling Stad’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2021 bij te stellen met -€1.350.000.
De voorstellen uit deze programmabegroting 2019 – 2022 worden gedekt binnen het financieel
meerjarenperspectief. Tot en met jaarschijf 2021 is de meerjarenraming structureel sluitend en is er
sprake van een begrotingsoverschot. Een aanzienlijk deel van het raadsprogramma is doorvertaald in
deze programmabegroting via de voorgaande 67 voorgestelde wijzigingen. Zoals het er nu naar uitziet
zal jaarschijf 2022 echter niet sluitend zijn en zou er een tekort resteren ter grootte van €926.000. In dit
stadium acht het college het verdedigbaar om deze jaarschijf taakstellend sluitend te maken.
In de aankomende periode zullen er bezuinigingsmogelijkheden worden uitgewerkt, zodat de raad bij de
kadernota 2020 – 2023 keuzes kan maken- mocht het op dat moment noodzakelijk blijken. Zoals altijd
zijn de gemeentefinanciën volop in beweging en zijn er ieder jaar ontwikkelingen die een (fors) effect
kunnen hebben op het begrotingssaldo. Deze ontwikkelingen kunnen positief- of negatief uitvallen, dus
de uiteindelijk in te vullen taakstelling kan kleiner of hoger uitvallen. Het pakket aan uit te werken
bezuinigingsmogelijkheden zal daarom groter zijn dan het op dit moment ingeschatte benodigde bedrag-
gedacht kan worden aan een bedrag in de buurt van €3 miljoen.
Een onderwerp dat hier ook een relatie mee heeft zijn toekomstige infrastructurele aanpassingen en de
bekostiging daarvan. Op basis van wet- en regelgeving dienen dit type investeringen in maatschappelijk
nut geactiveerd te worden en over de looptijd te worden afgeschreven. Dit vertaalt zich vervolgens in
kapitaallasten, waarvoor meerjarig de dekking in de gemeentebegroting gevonden moet worden. In het
kader van een onderzoeksopdracht worden de noodzakelijke en gewenste infrastructurele investeringen
die op termijn gaan spelen in beeld gebracht. Hierbij wordt er nadrukkelijk gekeken naar de aanwezige
dekkingsmogelijkheden.
2019 2020 2021 2022
Storting in de Reserve Ontwikkeling Stad -1.350 - -1.350 -
67Bijstelling
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Nader uit te werken richting kadernota 2020 - 2023 (taakstelling en onderzoeksopdracht) - - - 1.000
68Beklemming
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 163
Voorgesteld besluit:
68a. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Nader uit te werken richting kadernota 2020 - 2023’ een taakstelling op te nemen en de meerjarenraming 2022 structureel bij te stellen met €1.000.000.
68b. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Nader uit te werken richting kadernota 2020 – 2023’ een onderzoeksopdracht uit te voeren op het gebied van toekomstige noodzakelijke en gewenste infrastructurele investeringen- en de daarbij behorende dekkingsmogelijkheden.
Programmabegroting 2019 – 2022 164
3.3 Voorgestelde beklemmingen en onttrekkingen – incidenteel
In onderstaand overzicht worden de reeds besloten onttrekkingen / beklemmingen en stortingen in de
Reserve Ontwikkeling Stad inzichtelijk gemaakt. Op de volgende pagina worden vervolgens een aantal
aanvullende voorstellen gedaan om middelen te beklemmen cq. te onttrekken. Deze voorstellen worden
afzonderlijk toegelicht onder die tabel.
2018 2019 2020 2021 2022
Beginstand reserve per 1 januari 3.987 3.385 1.923 1.988 1.475
Reeds besloten beklemmingen / onttrekkingen / stortingen
Stedelijke vernieuwing -265 -120 -120 -38 -
PB 2015 - Lokaal educatieve agenda -241 - - - -
PB 2015 - Vlottrekken stagnerende woningmarkt -35 - - - -
PB 2015 - Inrichten acquisitiefonds -32 - - - -
PB 2015 - Stadshart -7 - - - -
PB 2016 - Onttrekking ontwikkeling kust -344 - - - -
KN 2017 - Versterken pedagogische basis -350 -350 - - -
PB 2017 - Storting ROS als reservering voor toekomstige investeringen 1.000 1.000 1.000 - -
PB 2017 - Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie Lelystad 2017 - 2021 -278 -253 -253 -253 -
KN 2018 - A18 Budget motiemarkt -150 - - - -
KN 2018 - Marker Wadden -500 - - - -
KN 2018 - Nationaal Park Nieuwland - poort Lelystad (beklemd in afwachting voorstel) -1.000 - - - -
KN 2018 - Kunstgrasveld S.V. Batavia 90 (beklemd in afwachting voorstel) - -300 - - -
KN 2018 - Kamerverhuur -190 -190 - - -
KN 2018 - Voorkomen fietshinder Stadshart -48 - - - -
KN 2018 - Feestverlichting Stadshart -40 -20 -10 - -
KN 2018 - Kenniscentra A - luchthaven transport en logistiek -40 - - - -
KN 2018 - Intensivering HRM activiteiten -171 -171 - - -
KN 2018 - Leefbaarheidsfonds Luchthaven -350 - - - -
KN 2018 - Toekomstkeuzes voor Onderzoek & Statistiek (O&S) -100 -50 - - -
KN 2018 - Gedichten in het Stadshart -15 - - - -
KN 2018 - Ruiterpaden -100 - - - -
PB 2018 - Visie Lelystad Digitaal 2020 -362 -436 -220 - -
PB 2018 - Invoering Omgevingswet -70 -100 -80 - -
PB 2018 - Burgerbegroting/buurtfondsen (M9) -50 - - - -
PB 2018 - A5.4 - Lelystad digitaal 2020 (dekking structurele component) -134 -134 -134 -134 -
PB 2018 - A5.5g - Lelypas -60 -50 -30 - -
PB 2018 - A8 - Buget motiemarkt - -150 - - -
PB 2018 - Incidentele knelpunten gesubsidieerde instellingen -700 - - - -
PB 2018 - Lelystad Creates -50 -50 - - -
PB 2018 - Sportverkiezingen -12 -12 -12 -12 -
PB 2018 - Stadshart -76 -76 -76 -76 -
JR 2017 - Bestemming rekeningresultaat 2017 - stap 3 waterval 4.718 - - - -
JR 2017 - Internetverbindingen buitengebied -550 - - - -
Saldo reeds vastgestelde beklemmingen / onttrekkingen / stortingen -602 -1.462 65 -513 -
Huidige eindstand reserve per 31 december 3.385 1.923 1.988 1.475 1.475
Overzicht Reserve Ontwikkeling Stad
(bedragen x €1.000)
Meerjarig verloop ROS
Programmabegroting 2019 – 2022 165
Voorgestelde beklemmingen
In het raadsprogramma is de intentie uitgesproken om op incidentele basis middelen beschikbaar te
maken, zodat de raad gedurende het lopende begrotingsjaar de mogelijkheid heeft om in te spelen op
actuele ontwikkelingen. Bijvoorbeeld om een financiële bijdrage te leveren aan een initiatief vanuit de
samenleving of om een gesignaleerd knelpunt aan te pakken. Binnen de Reserve Ontwikkeling Stad
wordt daarom een bedrag van €300.000 aan incidentele ruimte beschikbaar gehouden, te beginnen in
2019 en voort te zetten in de jaren 2020, 2021 en 2022. Niet benutte ruimte schuift door naar het
daaropvolgende jaar, waarbij het streven is dit ieder jaar weer aan te vullen tot een bedrag van €300.000.
Voorgesteld besluit:
69. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Ruimte vrij inzetbaar voor de raad’ een bedrag van -€300.000 te beklemmen binnen de Reserve Ontwikkeling Stad, in afwachting van nadere voorstellen vanuit de raad.
De voortgang van het regioplan Windenergie resulteert in 2019 in een incidentele netto opbrengst van
per saldo €1.400.000 (zie voorstel 29, waarin deze middelen aan het begrotingssaldo worden
toegevoegd). Voorgesteld wordt een dienovereenkomstig bedrag voor de energietransitie beschikbaar te
houden. Gemeenten hebben immers een aanzienlijke opgave te vervullen in de energietransitie en in het
raadsprogramma wordt hier ook expliciet bij stilgestaan.
Via voorstel 66 worden er op structurele basis middelen vrij gemaakt voor het opstellen van- en uitvoering
geven aan een energietransitieplan. In totaal gaat het in de periode 2019 – 2022 om een bedrag van
€333.000 (183.000 in 2019 en €50.000 in de jaren 2020 – 2022). In aanvulling hierop wordt voorgesteld
om binnen de Reserve Ontwikkeling Stad een bedrag van €1.068.000 te beklemmen (gefaseerde inzet
van jaarlijks €356.000 in 2019, 2020 en 2021). Er zal worden onderzocht op welke wijze deze middelen
het beste bij kunnen dragen in de energietransitie, mede in relatie tot het landelijke Klimaatakkoord dat
2018 2019 2020 2021 2022
Beginstand reserve per 1 januari 3.987 3.865 1.463 312 391
Saldo reeds vastgestelde beklemmingen / onttrekkingen / stortingen -602 -1.462 65 -513 -
Voorgestelde beklemmingen - in afwachting van nadere uitwerking
69 0.8 Ruimte vrij inzetbaar voor de raad (minimaal €300.000) - -300 - - -
70 7.4 Energietransitie - -356 -356 -356 -
Voorgestelde onttrekkingen
71 0.1 Lelystad Next Level - 2e fase - -371 - - -
72 2.1 Fietsenstalling Dukaatpassage - -56 -56 - -
73 2.1 Integrale businesscase fietsparkeren station - -100 - - -
74 2.1 Verkeersregelinstallatie Zuigerplasdreef - Geldersedreef - -200 - - -
75 2.1 Warandedreef - -65 - - -
76 3.1 Vrijetijdseconomie - -45 -45 -45 -
77 3.1 Achterstallig onderhoud Oostvaardersdijk 15 - -40 - - -
78 7.4 Leadersubsidie - -60 -40 - -
79 8.1 Implementatie Omgevingswet - -697 -719 -357 -137
Voorgestelde vrijval binnen reserve en storting vanuit begrotingssaldo
80 0.8 Vrijval beklemming - incidentele knelpunten gesubsidieerde instellingen 480 - - - -
81 0.8 Storting vanuit begrotingssaldo 2019 - 2022 - 1.350 - 1.350 -
Totaal effect voorstellen programmabegroting 2019 - 2022 480 -940 -1.216 592 -137
Geprognosticeerde eindstand reserve per 31 december 3.865 1.463 312 391 254
Taakveld
Vo
ors
tel
Prognose Reserve ontwikkeling stad
(bedragen x €1.000)
Meerjarig verloop ROS
2019 2020 2021 2022
Ruimte vrij inzetbaar voor de raad (minimaal €300.000) -300 - - -
69Onttrekking
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Energietransitie -356 -356 -356 -
70Onttrekking
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 166
naar verwachting eind 2018 wordt opgeleverd. De raad zal in een later stadium besluiten over het
daadwerkelijk beschikbaar stellen van deze beklemde middelen.
Voorgesteld besluit:
70. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Energietransitie’ in de jaren 2019, 2020, en 2021 een bedrag van -€356.000 te beklemmen binnen de Reserve Ontwikkeling Stad, in afwachting van nadere voorstellen.
Voorgestelde onttrekkingen
Op 10 juli heeft de gemeenteraad ingestemd om het initiatief voor Lelystad Next Level te nemen. Op dat
moment heeft de raad ook besloten het bedrag benodigd voor de werkzaamheden in 2019 te betrekken
bij de besprekingen over de programmabegroting 2019-2022.
Het doel van Lelystad Next Level is dat Lelystad zich ontwikkelt tot een aantrekkelijke en duurzame stad,
die financieel gezond en zelfstandig is. Een stad waarin alle inwoners mee doen, het onderwijs goed is
en waarin je prettig woont. Een zelfbewuste, economisch dynamische stad.
Onderdeel van het Lelystad Next Level traject is het zwaluwstaarten met enerzijds het vervolg van de
ICL-evaluatie en anderzijds het zoeken van aansluiting bij Rijksontwikkelingsprogramma’s om daarmee
kansen te benutten voor de verdere sociaal-maatschappelijk en ruimtelijk-economische ontwikkeling van
Lelystad.
Belangrijke mijlpalen in dat traject zijn de strategische agenda met voorstellen voor de programmering en
‘governance’. Deze strategische agenda zet de koers uit voor de uitvoering van het strategisch
programma met daarin de beoogde lange termijn doelen en korte termijn activiteiten.
Het opstellen van de strategische agenda vergt veel inzet van betrokken overheden, maar ook zijn er
extern te maken kosten: trekkers, adviseurs, expertise, werkbezoeken, etc.
Het bedrag dat naar verwachting in 2019 benodigd is voor het tweede gedeelte van de opstelling van de
strategische agenda, gevolgd door de start van de implementatie van de maatregelen is € 371.000. Zoals
reeds is aangekondigd in het raadsprogramma wordt voorgesteld deze middelen beschikbaar te stellen
vanuit de Reserve Ontwikkeling Stad.
Voordat wordt overgegaan tot daadwerkelijke implementatie wordt het opgestelde programma ter
besluitvorming aan college en raad voorgelegd. Dan kan gesproken worden over nut en noodzaak van
verschillende onderdelen en de prioritering daarvan. Ook bestaat er dan meer inzicht in de mogelijke
financiële gevolgen van het programma.
Voorgesteld besluit:
71. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Lelystad Next Level – 2e fase’ de begroting 2019 bij te stellen met -€371.000 en dit bedrag te onttrekken aan de Reserve Ontwikkeling Stad.
In de programmabegroting 2018 is een incidenteel budget beschikbaar gesteld voor het open houden van
de stalling Dukaatpassage. Hierbij is aangegeven dat in 2018 andere oplossingen voor het fietsparkeren
in het stadshart onderzocht zouden worden.
Gesprekken met eigenaren van leegstaande winkelpanden om daar een (tijdelijke) stalling te kunnen
realiseren, hebben niet tot resultaat geleid. Ingezet wordt op het realiseren van een fietsenstalling in het
Theaterkwartier. Realisatie hiervan zal op zijn vroegst in 2020 plaatsvinden. Daarom wordt voorgesteld
om, voor het openhouden van de stalling Dukaatpassage, voor twee jaar budget beschikbaar te stellen.
2019 2020 2021 2022
Lelystad Next Level - 2e fase -371 - - -
71Onttrekking
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Fietsenstalling Dukaatpassage -56 -56 - -
72Onttrekking
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 167
Dit draagt bij aan de aantrekkelijkheid van het bezoek aan het stadshart voor eigenaren van duurdere
fietsen. Met name het aantal E-bikes neemt snel toe; deze worden (landelijk) ook steeds vaker gestolen.
Voor de stalling in de Dukaatpassage wordt alleen een symbolische huurprijs betaald. De lasten bestaan
uit personeel voor toezicht en schoonmaak door het Werkbedrijf. Dat maakt deze stalling relatief
goedkoop. Het gebruik is ca. 40 fietsen op werkdagen, en op zaterdag ca. 80. Het gebruik van de stalling
kan toenemen als bij de herinrichting van de Promesse de fietsenrekken daar naartoe worden verplaatst.
Indien de stalling gesloten wordt, zal voor de fietsen die in de stalling staan elders in het stadshart nabij
de Promesse ruimte gevonden moeten worden, waardoor de druk op andere locaties toeneemt.
De stalling wordt overigens ook gebruikt voor de tijdelijke opslag (en teruggave) van verwijderde fietsen.
Indien de stalling gesloten wordt, zal hiervoor een andere locatie gezocht moeten worden, waarvoor
eveneens extra budget benodigd zou zijn.
Voorgesteld besluit:
72. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Fietsenstalling Dukaatpassage’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 bij te stellen met -€56.000 en deze bedragen te onttrekken aan de Reserve Ontwikkeling Stad.
Het totaal aantal fietsen bij het station neemt ieder jaar toe. Sinds 2014 wordt regelmatig op werkdagen
geteld. Tussen aug 2014 en juni 2018 is het aantal fietsen op het Stationsplein, Dukaatplein, Middenweg,
Botter en in de station stallingen (incl. bewaakt NS) toegenomen van 1.996 naar 2.300, en het aantal
brom-/snorfietsen van 47 naar 123. Tijdens tellingen in 2006/2007 stonden er 1.600-1.700 fietsen. De
toename aan fietsen bedraagt 50-75 per jaar. Brom-/snorfietsen 15-20 per jaar.
ProRail prognosticeert een benodigde capaciteit van circa 3.900 fietsen in 2030 ten behoeve van
treinreizigers (dus exclusief bus en stadshart). De benodigde capaciteit is overigens 15%-20% hoger dan
het gemiddeld aantal fietsen vanwege piekdagen en omdat de capaciteit in de praktijk niet voor de
volledige 100% benut kan worden (vanwege fietstassen en voorkomen zoekverkeer). Na verplaatsing
resp. verwijdering van de tijdelijke stallingen (kiosk en coffeeshop) bedraagt de capaciteit ruim 2.500. Dat
is na verwijdering weesfietsen t/m 2021 voldoende, maar niet om de verwachte groei daarna op te
vangen.
Voorgesteld wordt een integrale businesscase op te stellen, waarin oplossingen worden uitgewerkt voor
het (brom)fietsparkeren rondom het station. Het Rijk heeft een bedrag van 74 miljoen euro beschikbaar
gesteld voor het fietsparkeren bij stations. Dit bedrag is beschikbaar voor projecten die binnen enkele
jaren gerealiseerd kunnen worden. Het Rijk draagt maximaal 40% bij aan de integrale businesscase; de
overige bijdrage komt van NS/ProRail, regio (gemeente en provincie) en gebruikers. De businesscase
omvat de EHBO (exploitatie, handhaving, beheer, onderhoud) inclusief bouwkosten. De gemeentelijke
financiering bestaat uit handhaving in de stallingen/openbare ruimte en beheer/onderhoud eigen
stallingen (Botter, Middenweg en brom-snorfietsstallingen).
Voorgesteld besluit:
73. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Integrale businesscase fietsparkeren station’ de begroting 2019 bij te stellen met -€100.000 en dit bedrag te onttrekken aan de Reserve Ontwikkeling Stad.
In het raadsprogramma staat opgenomen dat de nog te realiseren (school)campus vanuit alle richtingen
veilig te benaderen moet zijn. In de nog vast te stellen gebiedsvisie campuszone wordt een ontsluiting
voorzien op de Zuigerplasdreef tegenover de Geldersedreef. Deze zal mede gebruikt worden door
2019 2020 2021 2022
Integrale businesscase fietsparkeren station -100 - - -
73Onttrekking
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Verkeersregelinstallatie Zuigerplasdreef - Geldersedreef -200 - - -
74Onttrekking
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 168
bromfietsers uit het oostelijke deel van de stad naar de schoolcampus. De complexiteit van
verkeersstromen op de kruising Zuigerplasdreef/Geldersedreef neemt daardoor (verder) toe.
Door de toenemende verkeersdrukte ontstaan er in de huidige situatie al regelmatig lange wachtrijen
rondom deze kruising. Deze leiden ertoe dat verkeersdeelnemers veiligheidsrisico's gaan nemen.
Verkeersdeelnemers vragen inmiddels om maatregelen. Door de plaatsing van verkeerslichten zal de
(ervaren) verkeersveiligheid op deze kruising toenemen. Plaatsing van verkeerslichten in het jaar 2019 is
om twee redenen wenselijk:
- de werkzaamheden aan de Zuigerplasdreef/Geldersedreef moeten niet gelijktijdig plaatsvinden
met de werkzaamheden aan de Larserdreef en zuidelijke Middendreef;
- de schoolcampus wordt in 2020 geopend. Plaatsing is nodig voor de bromfietsontsluiting naar de
campuszone gerealiseerd wordt.
Voorgesteld besluit:
74. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Verkeersregelinstallatie Zuigerplasdreef - Geldersedreef’ de begroting 2019 bij te stellen met -€200.000 en dit bedrag te onttrekken aan de Reserve Ontwikkeling Stad.
Voorgesteld wordt een studie te doen naar de Warandedreef, de gereserveerde wegverbinding tussen
de afslag A6 Lelystad-Zuid/Lelystad Airport (A6) en de Westerdreef. Deze weg zal niet alleen de direct
aangrenzende gebieden moeten ontsluiten, maar tevens een bredere functie vervullen voor de stad
(ringweg). Deze functie is nodig om de robuustheid van het wegennet te verbeteren (minder kwetsbaar
bij ongevallen en werkzaamheden) met een derde aansluiting op de A6, en meer capaciteit te bieden: de
Larserdreef zal na 2025 het groeiende verkeersaanbod naar de A6 en Lelystad Airport (Businesspark)
niet meer kunnen verwerken door de brug over de Lage Vaart en de kruisingen van de A6. De
Warandedreef zal verder bijdragen aan een veilige en snelle verbinding met de Poort van de
Oostvaardersplassen.
Deze studie dient een aantal doelen:
- ruimtereservering en ruimtelijke inpassingen: binnen planvorming Warande de juiste maten voor
de toekomstige weg en aansluitingen vastleggen en een integraal ontwerp tot stand brengen in
relatie tot het gebied Waterkop en de strook langs de Lage Dwarsvaart
- draagvlak en acceptatie: eenieder met eindbeeld-visualisaties laten ervaren hoe ingespeeld
wordt op het omvormen van de te reserveren zone
- natuurwaarden: inzicht verkrijgen in flora en fauna en Natuurwet en compensatiemaatregelen
- technisch ontwerp: in kaart brengen van civieltechnische aspecten, hoogteligging en draagkracht
bodem
- duurzaamheid: tijdig voorbereidingswerkzaamheden aan het tracé plannen, wat gunstig voor het
natuurlijke zettingsverloop en uiteindelijk voor de beheerkosten.
- kostenberekening: nodig om gesprekken over financiering door rijk en provincie te kunnen
starten.
Voorgesteld besluit:
75. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Warandedreef’ de begroting 2019 bij te stellen met -€65.000 en dit bedrag te onttrekken aan de Reserve Ontwikkeling Stad.
Toerisme en Recreatie, met als speerpunt de kustontwikkeling, is een van de thema's van het
raadsprogramma. De ontwikkeling van deze nieuwe vrijetijdseconomie geeft een enorm impuls op de
2019 2020 2021 2022
Warandedreef -65 - - -
75Onttrekking
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Vrijetijdseconomie -45 -45 -45 -
76Onttrekking
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 169
verbetering van de aantrekkelijkheid van Lelystad op het gebied van wonen, werken, opleidingen en
recreëren. Vanuit dit belang is er reeds in 2017 gestart met het uitvoering van het Uitvoeringsprogramma
Vrijetijdseconomie. De inzet gebeurt langs drie sporen, namelijk een sterkere positionering, heldere
profilering en inzetten op de zeven thema's (bereikbaarheid, beschikbaarheid, beleving, bekendheid etc.).
Daarbij wordt regionale samenwerking steeds belangrijker. Het MRA vraagstuk op het gebied van
toerisme en recreatie vraagt om een nauwe samenwerking en stevige inzet vanuit Lelystad. Deze inzet
is in verband met andere prioriteiten (waaronder Lelystad Next Level) in 2018 onvoldoende ingevuld,
terwijl er gezien de ontwikkelingen wel de noodzaak is en er tevens een inspanningsverplichting ligt om
minimaal 8 uur per week te investeren in het uitvoeren van de strategische agenda toerisme in de MRA.
In de komende jaren ontstaat er een grotere druk op de bestaande capaciteit. Voorgesteld wordt om in
ieder geval gedurende de looptijd van het uitvoeringsprogramma vrijetijdseconomie de beschikbare
capaciteit uit te breiden.
Voorgesteld besluit:
76. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Vrijetijdseconomie’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2021 bij te stellen met -€45.000 en deze bedragen te onttrekken aan de Reserve Ontwikkeling Stad.
Via voorstel 52 is voorgesteld om de structurele lasten die samenhangen met de aankoop van
Oostvaardersdijk 15 in de begroting en meerjarenraming op te nemen. Naast deze structurele kosten zijn
er op incidentele basis middelen benodigd voor het wegwerken van achterstallig onderhoud (€40.000) en
de inrichting van het pand (€10.000). De inrichting van het pand wordt gedekt worden vanuit de
beschikbare middelen voor vrijetijdseconomie.
Voorgesteld besluit:
77. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Achterstallig onderhoud Oostvaardersdijk 15’ de begroting 2019 bij te stellen met -€40.000 en dit bedrag te onttrekken aan de Reserve Ontwikkeling Stad.
Met het besluit van 10 augustus 2015 heeft het college richting de provincie en de Lokale Actiegroep
Leader Flevoland (LAG) de intentie uitgesproken om Leader projecten binnen de gemeente Lelystad, die
aansluiten bij de doelen van het gemeentelijk beleid, te co-financieren in de periode 2015-2020.
Leader is een subsidieprogramma voor plattelandsontwikkeling en het stimuleren van de
plattelandseconomie. Leader is met name gericht op kleinschalige projecten die van belang zijn voor de
regio. Voor de uitvoering van Leader Flevoland ligt de verantwoordelijk bij zowel de gemeenten als de
provincie. Concreet betekent dit dat iedere gemeente ook rechtstreeks aanspreekpunt voor mogelijke
initiatiefnemers, en deze ook afhankelijk zijn van een gemeentelijke cofinanciering (verplichting). Een
direct belang voor de gemeente zijn onder meer de thema’s “verstevigen van de relatie stad-land” en de
“toeristische infrastructuur”. Vooral het laatste thema in relatie tot de verdere toeristische ontwikkeling van
de stad is kansrijk. Voor het verstevigen van de stad-land relatie kunnen er mogelijkheden ontstaan in het
kader van de stimulering van (agro)toerisme en stadslandbouw. Projecten die in het verleden zijn
gerealiseerd met leader geld in Lelystad zijn bijvoorbeeld het Belevenissenbos, Doors logies en ‘Proef de
smaak van Flevoland’.
Een initiatiefnemer dient te allen tijde eerst met de gemeente te overleggen waar het project wordt
uitgevoerd. Leader heeft namelijk de verplichting dat naast iedere Europese Leader euro er ook een
publieke euro ingezet dient te worden. Zonder draagvlak en bijdrage vanuit de gemeente zal het project
niet in aanmerking kunnen komen voor de Europese Leadersubsidie. In de praktijk is de afgelopen jaren
2019 2020 2021 2022
Achterstallig onderhoud Oostvaardersdijk 15 -40 - - -
77Onttrekking
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Leadersubsidie -60 -40 - -
78Onttrekking
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 170
gebleken dat leader initiatieven stranden doordat er geen directe gemeentemiddelen beschikbaar zijn
(bestaande budgetten zijn veelal aan verplichtingen en afspraken gekoppeld).
Andere gemeenten in Flevoland kunnen de initiatiefnemers sneller uitsluitsel geven omdat er budget is
gereserveerd. Momenteel is er een Leader initiatief bij de gemeente voorgelegd die past binnen de
doelstellingen met een verzoek om maximaal € 35.000 gemeentelijke bijdrage. Om bij komende
initiatieven sneller te kunnen schakelen naar initiatiefnemers, wordt met dit voorstel tevens gevraagd een
bedrag van € 65.000 te reserveren voor de jaren 2019-2020 voor overige nieuwe Leader initiatieven. Met
het beschikbaar komen van deze middelen kan de gemeente actief gaan communiceren met potentiele
initiatiefnemers en wordt er bestuurlijk een positief signaal afgegeven richting de partners.
Voorgesteld besluit:
78. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Leadersubsidie’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 bij te stellen met -€60.000 in 2019 en -€40.000 in 2020 en deze bedragen te onttrekken aan de Reserve Ontwikkeling Stad.
De Omgevingswet is de grootste wetswijziging sinds de invoering van de grondwet. Zes en twintig wetten
en meer dan honderd Algemene Maatregelen van Bestuur en ministeriële regelingen op het gebied van
ruimte, wonen, milieu, natuur, water en infrastructuur worden samen gevoegd. Er komt daarmee één
integrale wet op het gebied van de fysieke leefomgeving die alle bestaande wetten op dat gebied
vervangt. De implementatie van de Omgevingswet is in alle opzichten een transitieopgave
(onomkeerbaar, radicaal, fundamenteel anders denken, handelen en organiseren). Een kanteling van
een stelsel waarvoor de gemeenten moeten investeren in goede ondersteuning om de regels, de
structuren en systemen meer en beter te gaan verbinden met de leefwereld van de burger.
De implementatie van de Omgevingswet is omvangrijker en ingrijpender dan de invoering van de drie
decentralisaties Wmo, Jeugdhulp en Participatiewet (de 3 D's). De implementatie vereist een wettelijk
verplichte aanpassing van bijbehorende beleidsregels (sociaal en fysiek) en werkprocessen waarbij
tevens een participatietraject moet worden doorlopen. Voor de implementatie van de Omgevingswet is
vanuit de landelijke overheid geen geld beschikbaar. Ter illustratie: Lelystad ontving voor de invoering
van de drie hierboven benoemde decentralisaties €885.000 per jaar.
Conform het raadsprogramma wordt de komende vier jaar gewerkt aan:
- Een omgevingsvisie (opstellen, keuzes maken monitoren en regelmatig bijstellen);
- De essentie van het omgevingsplan en het aanbrengen van een praktische en technische
samenhang tussen het omgevingsplan en omgevingsvisie en te komen tot een vereenvoudiging
van de regelgeving;
- Verantwoorde keuzes om tot deregulering te komen (welke verordeningen, beleidsregels en
vergunningen worden behouden en welke niet?);
- Een nieuw participatiebeleid dat de gemeenteraad kan gebruiken als toetsingskader bij de
beoordeling van door initiatiefnemers uitgevoerde participatietrajecten;
- Verbetering van de dienstverlening door efficiënter, meer in samenhang en als één overheid te
gaan werken;
- Een aanpassing van de werkprocessen om aan de eisen voor de Omgevingswet te voldoen;
- Het verkennen van de ruimte en mogelijkheden om als één overheid te werken en daarbij zelf
actief te participeren in het Flevolandse Platform waaraan alle ketenpartners (brandweer,
Omgevingsdienst Flevoland Gooi en Vechtstreek, GGD, Flevolandse gemeenten, provincie,
Rijkswaterstaat en Waterschap) deelnemen.
Door de bezuinigingen in de afgelopen jaren, in combinatie met het aantrekken van de economie, is her-
prioriteren binnen de bestaande capaciteit/middelen geen optie. Om naast de implementatie te kunnen
blijven voldoen aan de basis dienstverlening is additioneel budget noodzakelijk.
2019 2020 2021 2022
Implementatie Omgevingswet -697 -719 -357 -137
79Storting
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 171
In 2017 is door de gemeenteraad €550.000 beschikbaar gesteld voor de invoeringskosten in 2017 en
2018. Inmiddels is duidelijk dat - conform bovenstaande fasering - voor de invoeringskosten vanaf 2019
een aanvullend incidenteel budget van in totaal € 1,91 mln. nodig is. Voorgesteld wordt deze middelen
beschikbaar te stellen voor de implementatie in de periode 2019 - 2022.
Inclusief deze actualisatie bedraagt het totale Lelystadse budget voor invoeringskosten ca. 50% van het
referentiebudget, zoals dat is berekend via het VNG model. Deels omdat de organisatie relatief veel zelf
doet en deels omdat er via pilots en experimenten eerst werkende weg bezien wordt wat de impact
precies zal zijn. In dit stadium zijn daarom nog niet alle acties voor Lelystad volledig te voorzien (het gaat
dan met name om frictiekosten, de uitvoering van wet- en regelgeving, instrumenten en regelbeheer,
bedrijfs- en informatiearchitectuur). In de aankomende periode is derhalve een goede monitoring van de
implementatie noodzakelijk. Ook het volgen van landelijke ontwikkelingen is daarbij belangrijk, gelet op
de nog niet uitgekristalliseerde nieuwe wetgeving.
Voorgesteld besluit:
79. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Implementatie Omgevingswet’ de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 - 2022 bij te stellen met -€697.000 in 2019, -€719.000 in 2020, -€357.000 in 2021 en -€137.000 in 2022 en deze bedragen te onttrekken aan de Reserve Ontwikkeling Stad.
In de programmabegroting 2018 - 2021 was er geen structurele begrotingsruimte beschikbaar om
instellingen te indexeren voor tranche 2018. De raad heeft per amendement daarom besloten €700.000
binnen de ROS te beklemmen en daarvan voor jaarschijf 2018 alvast 1,1% indexatie (komt neer op een
bedrag van €222.273) toe te kennen aan de instellingen die jaarlijks een subsidie ontvangen. Het restant
van de middelen was op discretionaire basis beschikbaar gesteld aan het college.
In deze programmabegroting is er structurele begrotingsruimte aanwezig om de instellingen voor tranche
2019 te indexeren (zie voorstel 34). Voorgesteld wordt daarom het restant van de beklemde middelen,
ter grootte van €480.000 vrij te laten vallen binnen de Reserve Ontwikkeling Stad.
Voorgesteld besluit:
80. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Vrijval beklemming – incidentele knelpunten gesubsidieerde instellingen’ een bedrag van €480.000 vrij te laten vallen binnen de Reserve Ontwikkeling Stad.
In de vorige raadsperiode heeft de Reserve Ontwikkeling Stad (ROS) een centrale rol gespeeld bij de
inzet van incidentele middelen. In het raadsprogramma werd deze werkwijze opnieuw onderschreven en
is de afspraak gemaakt om incidentele intensiveringen te dekken vanuit incidentele middelen. Met deze
werkwijze wordt het onderscheid tussen structurele en incidentele dekking duidelijk en wordt de
besluitvorming overzichtelijker. De raad wordt hiermee in staat een meer integrale afweging te maken
over incidentele intensiveringen.
Via voorstel 67 zoals is opgenomen in het vorige hoofdstuk wordt voorgesteld een deel van het
beschikbare positieve begrotingssaldo in 2019 en 2021 aan te wenden voor aanzuivering van de Reserve
Ontwikkeling Stad. Deze middelen komen daarmee als incidentele dekking beschikbaar- feitelijk wordt
deze storting herbevestigd met dit voorstel.
Voorgesteld besluit:
81. Op basis van bovenstaand voorstel ‘Storting vanuit begrotingssaldo 2019 - 2022’ de Reserve Ontwikkeling Stad aan te zuiveren met €1.350.000 in 2019 en 2021, dienovereenkomstig voorgesteld besluit 67.
2018 2019 2020 2021 2022
Vrijval beklemming - incidentele knelpunten gesubsidieerde instellingen 480 - - - -
80Vrijval
Bedragen x € 1.000
2019 2020 2021 2022
Storting vanuit begrotingssaldo 2019 - 2022 1.350 - 1.350 -
81Storting
Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2019 – 2022 172
3.4 Uiteenzetting financiële positie
Reserves
In het algemeen kan worden gesteld dat de reserves (= eigen vermogen) financiële risico’s moeten
afdekken, of geld vast moeten houden voor bestedingen in de toekomst. Als gemeenten geen reserves
hebben, dan heeft de gemeente bij iedere tegenvaller of onvoorziene uitgave een begrotingstekort. Daar
staat tegenover dat het geld dat vaststaat vaak niet vrij besteed kan worden, waardoor het niet mogelijk
is belangen integraal af te wegen. Het verdient daarom de voorkeur om terughoudend te zijn met het
reserveren van middelen in reserves.
Artikel 43 van het BBV onderscheidt twee soorten reserves:
- algemene reserve: deze heeft geen specifieke bestemming en wordt vooral aangehouden als
financiële buffer voor algemene risico's. Tekorten en overschotten op de jaarrekening komen ten
laste respectievelijk ten gunste van de algemene reserve.
- een bestemmingsreserve: dit zijn reserves waaraan de raad een bepaalde bestemming heeft
gegeven. Ook egalisatiereserves hebben een bepaalde bestemming, de reserve wordt in dat
geval bestemd voor het egaliseren van kosten in de tijd. De raad kan een verkozen bestemming
echter ongedaan maken en besluiten een andere bestemming aan te wijzen.
De reserves die de klappen moeten kunnen opvangen zijn onderdeel van het weerstandsvermogen. De
overige reserves hebben door eerdere besluitvorming van de raad al geleid tot verplichtingen en zijn
daarmee (min of meer) niet meer vrij besteedbaar. In de tabel “verloop reserves” worden de begrote
toevoegingen en uitnamen van de reserves voor de komende jaren inzichtelijk gemaakt. In onderstaande
tabel is het verloop van de reserves weergegeven. De bijstellingsvoorstellen uit deze
programmabegroting 2019 - 2022 zijn hier nog niet in verwerkt, dit vindt namelijk pas plaats na definitieve
besluitvorming in de gemeenteraad.
Programmabegroting 2019 – 2022 173
Verloop reserves meerjarig(bedragen x€1.000)
Werkelijke
stand
eind
2017
Begrote
Stand
eind
2018
Begrote
Stand
eind
2019
Begrote
Stand
eind
2020
Begrote
Stand
eind
2021
Begrote
Stand
eind
2022
Algemene reserves
Algemene reserve AD 8.145 7.155 6.879 6.879 6.303 6.303
Totaal Algemene reserves 8.145 7.155 6.879 6.879 6.303 6.303
Bestemde reserves
Dienstverlening/Telefonie 120 120 120 120 120 120
Egalisatiereserve grondexploitatie 3.691 4.400 4.400 4.400 4.400 4.400
Egalisatiereserve Parkeren 368 246 131 108 92 66
Egalisatiereserve Re-integratie 418 418 418 418 418 418
Egalisatiereserve Renterisico's 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
Egalisatiereserve weerstandsvermogen 44.232 39.925 36.296 32.813 29.567 27.144
Egalisatiereserve Zelfst.loket Flevoland 1.135 1.135 1.135 1.135 1.135 1.135
Egalisatiereserve Sociaal Domein 5.552 3.479 3.479 3.479 3.479 3.479
Egalisatiereserves VO - 586 1.505 2.414 671 183
Grondexploitatierisico OMALA 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
IPR/MKB regeling 388 -0 -0 -0 -0 -0
Reserve Begraafplaats - 53 167 282 398 528
Reserve bestemd resultaat 1.946 673 673 673 673 673
Reserve ISV 312 152 197 -188 -143 -98
Reserve Nuon (Vrij besteedbaar) 11.938 11.778 12.778 13.778 14.778 14.778
Reserve ontwikkeling stad 3.987 3.225 1.563 1.590 1.115 1.115
Transitiefonds voor het sociale domein 2.272 1.818 1.818 1.818 1.818 1.818
Totaal Bestemde reserves 78.358 70.009 66.681 64.841 60.522 57.760
Resultaat boekjaar (na bestemming)
Resultaat boekjaar voor bestemming 6.205 -1 2 128 137 -1.545
Totaal Resultaat boekjaar (na bestemming) 6.205 -1 2 128 137 -1.545
Eindtotaal 92.709 77.164 73.563 71.848 66.962 62.518
* In het raadsprogramma 2018-2022 is besloten dat alleen op het moment dat er bij de jaarrekening sprake is van overschot,
bijvoorbeeld binnen de Wmo of bij het verstrekken van bijstandsuitkeringen als onderdeel van de Participatiewet
(inkomensdeel) de middelen via de reserve sociaal domein beschikbaar blijven ter dekking van toekomstige tekorten
binnen de drie decentralisaties.
De hier geprognotiseerde stand is de verwachte stand uit de begrotingsmonitor van september 2018 na samenvoegen
reserves Sociaal Domein en Egalisatiereserrve Participatiewet.
Programmabegroting 2019 – 2022 174
Verloop reserves 2019(bedragen x€1.000)
Begrote
stand
eind
2018
Begrote
storting
2019
Begrote
onttrekking
2019
Begrote
stand
eind
2019
Algemene reserves
Algemene reserve AD 7.155 - -276 6.879
Totaal Algemene reserves 7.155 - -276 6.879
Bestemde reserves
Dienstverlening/Telefonie 120 - - 120
Egalisatiereserve grondexploitatie 4.400 - - 4.400
Egalisatiereserve Parkeren 246 126 -242 131
Egalisatiereserve Re-integratie 418 - - 418
Egalisatiereserve Renterisico's 1.000 - - 1.000
Egalisatiereserve weerstandsvermogen 39.925 - -3.629 36.296
Egalisatiereserve Zelfst.loket Flevoland 1.135 - - 1.135
Egalisatiereserves VO 586 919 - 1.505
Egalisatiereserve Sociaal Domein 3.479 - - 3.479
Grondexploitatierisico OMALA 1.000 - - 1.000
IPR/MKB regeling -0 - - -0
Reserve Begraafplaats 53 115 - 167
Reserve bestemd resultaat 673 - - 673
Reserve ISV 152 - 45 197
Reserve Nuon (Vrij besteedbaar) 11.778 1.000 - 12.778
Reserve ontwikkeling stad 3.225 1.000 -2.662 1.563
Transitiefonds voor het sociale domein 1.818 - - 1.818
Totaal Bestemde reserves 70.009 3.160 -6.488 66.681
Resultaat boekjaar (na bestemming)
Resultaat boekjaar voor bestemming -1 3 - 2
Totaal Resultaat boekjaar (na bestemming) -1 3 - 2
Eindtotaal 77.164 3.163 -6.764 73.563
Programmabegroting 2019 – 2022 175
Voorzieningen
Voor het opvangen van concrete risico’s en verplichtingen in de toekomst worden voorzieningen gevormd.
Daarbij gaat het bijvoorbeeld om onderhoudsverplichtingen (zie ook paragraaf Onderhoud
Kapitaalgoederen voor nadere inhoudelijke toelichting). In de tabel “verloop voorzieningen” is inzichtelijk
gemaakt de hoe de komende jaren toevoegingen en uitnamen uit de voorzieningen zijn begroot. Artikel
44 van het BBV stelt dat een voorziening wordt gevormd voor een verplichting of een redelijkerwijs in te
schatten financieel risico. De uitgaven uit voorzieningen worden feitelijk al geautoriseerd door de raad bij
het vormen van voorzieningen. Voorzieningen worden gevormd wegens:
- verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch die
redelijkerwijs te schatten zijn;
- op de balansdatum bestaande risico's voor bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen
waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;
- kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten
zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de
voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
Verloop voorzieningen meerjarig(bedragen x€1.000)
Werkelijke
stand
eind
2017
Begrote
Stand
eind
2018
Begrote
Stand
eind
2019
Begrote
Stand
eind
2020
Begrote
Stand
eind
2021
Begrote
Stand
eind
2022
Voorzieningen
Alternatief FLO 2.236 2.236 2.236 2.236 2.236 2.236
GO gemeentelijke gebouwen 787 1.059 906 752 599 446
GO stadhuis 1.483 1.819 2.106 2.342 2.529 2.715
Kunstwerken/hoge routes 12.792 12.017 10.570 9.722 9.362 8.796
Pensioenen wethouders 5.632 5.632 5.632 5.632 5.632 5.632
Riolering 38.532 40.233 42.352 44.397 46.798 47.857
Voorziening GO Bovengronds 33.183 29.409 29.427 27.139 26.165 30.060
Voorziening asbestleningen 0 700 700 700 700 700
Herrubricering voorziening grondexploit. 116 116 116 116 116 116
Totaal Voorzieningen 94.760 93.220 94.044 93.036 94.137 98.557
Eindtotaal 94.760 93.220 94.044 93.036 94.137 98.557
Verloop voorzieningen 2018(bedragen x€1.000)
Begrote
stand
eind
2018
Begrote
storting
2019
Begrote
onttrekking
2019
Begrote
stand
eind
2019
Voorzieningen
Alternatief FLO 2.236 0 0 2.236
GO gemeentelijke gebouwen 1.059 1.552 -1.705 906
GO stadhuis 1.819 286 0 2.106
Kunstwerken/hoge routes 12.017 1.966 -3.414 10.570
Pensioenen wethouders 5.632 24 -24 5.632
Riolering 40.233 3.043 -923 42.352
Voorziening GO Bovengronds 29.409 10.188 -10.170 29.427
Voorziening asbestleningen 700 0 0 700
Herrubricering voorziening grondexploit. 116 0 0 116
Totaal Voorzieningen 93.220 17.060 -16.236 94.044
Eindtotaal 93.220 17.060 -16.236 94.044
Programmabegroting 2019 – 2022 176
Balansprognose 2018- 2021
Per balanspost is er op voorschrift van de nieuwe BBV regels een prognose gemaakt. Deze prognose is
deels gebaseerd op ontwikkelingen uit het verleden en verwachte ontwikkelingen in de toekomst. Op de
onderdelen waar de inschatting lastig te maken is, is het bedrag van de eindbalans van de laatste
jaarrekening als uitgangspunt gebruikt. De balansprognoses zijn verder gebruikt voor de prognoses van
verschillende ratio’s zoals schuldquote, voorraadquote, Emu saldo etc. Deze ratio’s zijn ook opgenomen
in de paragraaf IBT (Interbestuurlijk toezicht).
Activa
Uitgangspunten prognose per balanspost Activa:
Materiele vaste activa
Materiele vaste activa bestaat uit investeringen met economisch nut (gebouwen, gronden) en erfpacht
gronden. Uitgangspunt voor de prognose is de investeringsplanning in combinatie met verschuivingen
van een aantal grondexploitaties die eerst gecategoriseerd waren onder de NIEGG ( o.b.v. nieuwe BBV
voorschriften). Daarnaast wordt ingeschat dat de waarde van het gebouwen en oude NIEGG’s door o.a.
afschrijvingen en verkopen afneemt. Tegelijkertijd is ook het uitgangspunt dat de gronden in waarde gelijk
blijven. Prognose is een afname van gemiddeld 5% per jaar van de NIEGG.
Financiële vaste activa
Financiële vaste activa bestaat uit deelnemingen en langlopende uitgaande leningen. Er worden geen
wijzigingen van de waarde van de deelnemingen verwacht en voor de langlopende leningen is ( rekening
houdend met aflossingen) het gemiddelde van de afgelopen 2 jaar als uitgangspunt gebruikt. De waarde
gelijk aan laatste jaarrekening m.u.v. de langlopende leningen. De prognose is dat deze balans post de
komende jaren stabiel blijft.
Voorraden: (voorraad bouwgrond)
Het uitgangspunt van deze prognose is een afname van jaarlijks 5%.
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar ( Debiteuren) :
De verwachting is dat de debiteuren Algemeen en -Belastingen zullen dalen, de BTW/BCF vordering
ongeveer gelijk blijft maar de debiteuren Soza zullen stijgen. Op dit moment moeilijk in te schatten welke
kant het precies opgaat, of de stijgingen gelijk zullen zijn aan de dalingen. Daarom is gekozen om het
volume van laatste afgesloten boekjaar (2016) aan te houden in de prognose.
Liquide middelen:
Gestuurd wordt om zo weinig mogelijk saldo aan voorschotten op de bank aan te houden in verband met
het schatkistbankieren. Daarom is het uitgangspunt €0.
Overlopende activa: prognose gelijk aan waarde laatste jaarrekening
Uitgangspunt voor de prognose is het volume van het laatste afgesloten boekjaar (2016) en is een
sluitpost opgenomen voor het aansluiten van het balanstotaal.
Activa
(bedragen x €1.000)
Rekening
2017
Prognose
jaar 2018
Prognose
jaar 2019
Prognose
jaar 2020
Prognose
jaar 2021
Prognose
jaar 2022
Vaste activa
Totaal Immateriële vaste activa 97 97 97 97 97 97
Totaal Materiële vaste activa 233.454 240.639 263.345 272.092 285.639 275.314
Totaal Financiële vaste activa 29.736 28.824 28.824 28.824 28.824 28.824
Totaal Vaste activa 263.287 269.561 292.266 301.013 314.560 304.235
Vlottende activa
Totaal Voorraden 93.413 92.267 90.211 83.778 79.046 70.501
Totaal Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen 24.685 24.685 24.685 24.685 24.685 24.685
Totaal Liquide middelen 7 7 7 7 7 7
Totaal Overlopende activa (inclusief sluitpost) 7.732 7.732 7.732 7.732 7.732 14.018
Totaal Vlottende activa 125.837 124.691 122.635 116.202 111.470 109.211
Totaal Activa 389.124 394.252 414.901 417.215 426.030 413.447
Programmabegroting 2019 – 2022 177
Passiva
Uitgangspunten prognose per balanspost passiva
Eigen Vermogen: betreft reserves
Het aantal egalisatiereserves om kosten fluctuaties af te dekken is toegenomen. De verwachting is dat
deze ook nodig zijn en in de komende jaren qua omvang zullen afnemen. Het uitgangspunt is dat er een
afname zal zijn van gemiddeld 5% per jaar.
Voorzieningen:
De voorzieningen betreffen vooral de ICL voorzieningen. Het verloop van de voorzieningen is gebaseerd
op de meerjarige onderhoudsplannen.
Vaste schulden met een rente-typische looptijd van 1 jaar op langer
De prognose van de opgenomen leningen is gebaseerd op de liquiditeitsprognose (zie paragraaf
financiering). Op het onderdeel waarborgsommen wordt als uitgangspunt gehanteerd, het gemiddelde
van de afgelopen 2 afgesloten boekjaren.
Vlottende schulden met een rente-typische looptijd van < 1 jaar (kasgeldleningen en kortlopende
schulden)
Voor de kasgeldleningen wordt het maximum van het kasgeldlimiet gehanteerd, dat is €20 mln.. Voor de
overige kortlopende schulden wordt de waarde van de laatste jaarrekening gehanteerd.
Overlopende passiva
Uitgangspunt voor de prognose is het volume van het laatste afgesloten boekjaar (2016) en is een
sluitpost opgenomen voor het aansluiten van het balanstotaal.
Passiva
(bedragen x €1.000)
Rekening
2017
Prognose
jaar 2018
Prognose
jaar 2019
Prognose
jaar 2020
Prognose
jaar 2021
Prognose
jaar 2022
Vaste Passiva
Totaal Eigen vermogen 92.709 77.165 73.561 71.720 66.825 64.063
Totaal Voorzieningen 94.760 92.899 93.720 92.711 93.810 93.810
Totaal Vaste schulden met looptijd > 1 jaar 153.353 147.991 174.881 191.271 208.021 207.271
Totaal Vaste Passiva 340.822 318.055 342.162 355.703 368.656 365.144
Vlottende passiva
Totaal Netto-vlot.schuld.met looptijd < 1 jaar 36.659 36.659 36.659 36.659 36.659 36.659
Totaal Overlopende passiva (inclusief sluitpost) 11.643 39.538 36.080 24.853 20.715 11.643
Totaal Vlottende passiva 48.303 76.197 72.739 61.512 57.374 48.303
Totaal Passiva 389.124 394.252 414.901 417.215 426.030 413.447
Programmabegroting 2019 – 2022 178
EMU saldo
Netto schuldquote, solvabiliteit, exploitatieruimte, grondexploitatie en belastingcapaciteit
Realisatie Primitieve
begroting
2017 2018 2019 2020 2021 2022
+ 1.Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit
reserves (zie BBV, artikel 17c)1.244 1.633 -2.032 684 -2.252 -1.810
+ 2. Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 6.269 11.176 10.129 10.006 9.686 10.392
+ 3.
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de
exploitatie minus de vrijval van de voorzieningen ten bate
van de exploitatie
16.176 16.618 17.060 17.530 18.000 18.080
- 4.Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans
w orden geactiveerd4.829 -10.098 6.273 22.705 8.747 13.547
+ 5.
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese
Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantw oord
en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
0 0 0 0 0 0
+ 6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit
desinvesteringen in (im)materiele vaste activa (tegen
verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantw oord
0 0 0 0 0 0
- 7.
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw -, w oonrijp
maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de
exploitatie staan)
5.041 6.338 6.794 8.305 5.315 5.922
+ 8Baten bouw grondexploitatie: Baten voorzover transacties
niet op exploitatie verantw oord8.433 7.330 10.631 16.849 11.347 15.498
- 9.Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze
transacties met derden betreffen13.147 13.259 12.960 15.496 13.858 10.446
- 10.
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder
post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten
laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke)
w orden gebracht en die nog niet vallen onder één van
bovenstaande posten
0 0 0 0 0 0
11Verkoop van effecten:
a) Gaat u effecten verkopen ? (ja/nee)nee nee nee nee nee nee
-b) Zo ja w at is bij verkoop de verw achte boekw inst op de
exploitatie ?0 0 0 0 0 0
9.104 27.258 9.760 -1.437 8.862 12.246Berekend EMU saldo
MeerjarenbegrotingEMU saldo (begroting)(Bedragen x €1.000)
Financiële kengetallen Rekening
2017
Prognose
2018
Prognose
2019
Prognose
2020
Prognose
2021
Prognose
2022Netto schuldquote 53% 60% 74% 76% 82% 75%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 57% 65% 79% 81% 87% 80%
Solvabiliteitsratio 23% 18% 17% 16% 15% 15%
Structurele exploitatieruimte 1,5% 1,5% 0,8% 0,7% 0,4% -0,7%
Grondexploitatie 1,35 1,34 1,36 1,33 1,32 1,28
Belastingcapaciteit 1,01 1,04
Programmabegroting 2019 – 2022 179
Bijlage 1: Stand van zaken thematafels - Lelystad Next Level
Waar komen we vandaan?
Lelystad is een jonge stad. De pionierskracht en de demografische opbouw van veel mensen in hun
werkzame leeftijd is in beginsel een sterke factor voor de ontwikkeling van de stad. Voor sommige
inwoners heeft dit goed gewerkt. Echter voor een ander deel blijft het moeilijk om zonder hulp van de
overheid te functioneren.
De stadsvernieuwingsprojecten in Amsterdam in de jaren ’70 hebben gezorgd voor een enorme trek van
nieuwe inwoners naar Lelystad. Een aanzienlijk deel van deze groep huishoudens verkeerde in een
sociaal zwakke positie en kampte met gezondheidsproblemen en andere problematieken (laag inkomen,
schulden, werkloosheid etc.). Ondanks inspanningen van de gemeente is de positie van veel van deze
mensen niet substantieel verbeterd en zijn ze afhankelijk gebleven van hulp en ondersteuning van de
overheid.
Ondertussen heeft een groot deel van deze eerste inwoners de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en
zal in toenemende mate hulp en ondersteuning nodig gaan krijgen. Waar in Nederland de groep 80-
plussers de komende 20 jaar met bijna 220 procent toeneemt is dat in Lelystad bijna 270 procent (van
2.100 naar 7.700 inwoners). De groep dementerende ouderen zal toenemen tot ongeveer 2.100. Voor
deze groeiende groep 80+ ligt een enorme vraag voor aanpassingen van woon- en zorgvoorzieningen.
Tenslotte hebben algemene demografische trends een negatief effect op de positie van Lelystedelingen:
ontgroening, stijging van de buitenlandse migratie, een positief binnenlands migratiesaldo en een sterke
verandering van de huishoudsamenstelling naar meer (oudere) eenpersoonshuishoudens. Deze trends
zorgt voor kwetsbaarheid van huishoudens en de ontwikkeling van de stad.
Wat zijn de kansen en problemen?
Lelystad scoort al een langere tijd slecht op een aantal sociale variabelen. In zijn algemeenheid geldt dat
in Lelystad de factoren arbeid relatief zwak en de maatschappelijke participatie relatief laag4 zijn. Enkele
concrete cijfers:
Eind 2016 werd 9.190 keer een uitkering verstrekt: 1930 ww, 2880 bijstand en 4530
arbeidsongeschikt. Eind 2017 is dit iets afgenomen naar 8.850 keer: 1660 ww, 2800 bijstand
en 4510 arbeidsongeschikt. Het aantal personen met een bijstandsuitkering per 1.000
inwoners van 18 jaar en ouder is 54 in Lelystad versus 42 gemiddeld in Nederland (bron:
waarstaatjegemeente.nl). Een substantieel deel doet dus niet mee aan het arbeidsproces.
Dit aandeel wordt vermeerderd door mensen die geen uitkering hebben, niet werken en zich
om allerlei redenen niet meer aanbieden op de arbeidsmarkt (bron: CBS Hoe groot is het
onbenut arbeidspotentieel? 2017)
De werkloosheid in Lelystad is 6,5%, landelijk 4,9% (eind 2017). Er is tevens een mismatch
tussen de behoefte van de arbeidsmarkt en de aanwezige arbeidskrachten (in techniek, zorg
en onderwijs).
In 2017 is de bruto arbeidsparticipatie van zowel mannen als vrouwen relatief laag:
Lelystadse mannen 72,6 % versus 74,8% landelijk en Lelystadse vrouwen 62,2% versus
65,3% landelijk (bron: statline.cbs.nl).
Het opleidingsniveau in Lelystad is relatief laag. Het aantal hoger opgeleiden onder 15 tot 75
jaar is in 2017 veel lager dan het landelijk gemiddelde: bijna 30% van de beroepsbevolking
tegen bijna 37% landelijk (bron: waarstaatjegemeente.nl)
4 Telos, Sustainability Bond 2017 en Waar staat je gemeente.nl (dashboard lokale economie en dashboard wonen en leefklimaat).
De voorraad arbeid wordt samengesteld aan de hand van 5 indicatoren: arbeidsongeschiktheid, benutting arbeidspotentieel,
ontgroening & vergrijzing, werkgelegenheidsfunctie en werkloosheid. De voorraad maatschappelijke participatie wordt
samengesteld aan de hand van 5 indicatoren: cohesie, vrijwilligers, opkomst gemeentelijke verkiezingen, opkomst nationale
verkiezingen, informele zorg.
1. Sociaal sterk
Programmabegroting 2019 – 2022 180
Andere sociale (vervolg)aspecten zoals armoede, schulden, medicijngebruik, psychiatrische
problematiek laten ook een relatief moeilijke situatie zien in Lelystad. Dit staat meedoen aan
het maatschappelijk leven in de brede zin ook ernstig in de weg.
Ook voor de toekomst zijn er zorgen. Door de situatie van de volwassenen heeft Lelystad
een jeugdpopulatie met meer risicofactoren dan landelijk gemiddeld: er zijn meer
eenouderhuishoudens (10% versus 7,2% landelijk), meer kinderen in huishoudens met kans
op armoede (in 2013 was dit 18% versus 13% landelijk; het percentage in 2017 is licht
gedaald tot 15,4%), in uitkeringsgezinnen (8,6% versus 6,6%). Ook zijn er onder Lelystadse
jeugdigen meer voortijdig schoolverlaters (3,3% versus 2% landelijk), meer haltverwijzingen
en jeugdige verdachten (13,3% versus 10,6% landelijk). Tenslotte groeien meer kinderen op
in multi probleemgezinnen (0,57% versus 0,34% landelijk) en zijn er meer kinderen met
zwaardere jeugdhulp. Het is belangrijk dat deze cyclus doorbroken wordt.5
Aanwezige kansen:
Vanaf 2015 is er volop gewerkt aan de decentralisaties van de Wmo, de Jeugdwet en de
Participatiewet. Vernieuwende beleidsontwikkelingen zijn de inzet op vergroten van
zelfredzaamheid, wijkgerichte aanpak, maatwerk en meer mandaat voor professionals. De
decentralisaties zijn goed verlopen, de continuïteit van de zorg is niet in gevaar gekomen, de
ondersteuning is op onderdelen vernieuwd en effectiever geregeld en er is een positieve
evaluatie van de dienstverlening. Nu de basis stabiel is, is er ruimte voor een meer integrale
benadering en verdere transitie op onderdelen.
Hoewel een grote groep inwoners en huishoudens in Lelystad in een moeilijke situatie zit,
geven diverse – nationale en internationale - onderzoeken (bijvoorbeeld die van de WRR
over Doe- en denkvermogen) aanknopingspunten voor nieuwe benaderingen voor het
oplossen van problemen en empowerment van mensen. Verdieping en experiment van deze
aanpakken kan bijdragen aan doorbraken.
Hoewel het aandeel laagopgeleiden relatief hoog is in Lelystad, hoeft dit niet een probleem
te zijn. Ook voor allerlei banen met een lager opleidingsniveau zijn mensen nodig (horeca,
toerisme, persoonlijke dienstverlening, ambachten etc.). Wel belangrijk is dat er een goede
aansluiting is tussen vraag en aanbod. Ook andere vaardigheden en arbeidsethos zijn wel
van belang. Ook moet er oog zijn voor problemen waarmee inwoners met een laag
opleidingsniveau vaker te kampen hebben.
Er is veel onbenut arbeidspotentieel. Een deel hiervan is ontstaan door ontmoediging op de
arbeidsmarkt en/of bijzondere aanstellingswensen. Zij hebben zich na jaren veelal
neergelegd bij de situatie van niet werken en veelal laag inkomen. Wanneer deze groep
wakker gemaakt wordt en daadwerkelijk door kan stromen, kan dit een positief effect hebben
op het onbenut arbeidspotentieel.
Het percentage arbeidsongeschiktheid in Lelystad is relatief hoog. De laatste jaren is er een
positieve ontwikkeling gaande met het Lelystad Akkoord om meer mensen met zorg en
ondersteuning weer richting het arbeidsproces en/of dagbesteding te krijgen. Dit zorgt ook
voor een andere manier van kijken en omgaan met mensen die deels arbeidsongeschiktheid
zijn. Daarbij is de ontwikkeling van de Social Firm mogelijk een effectief vehikel om mensen
sneller in het arbeidsproces terug te krijgen.
Wat is de opgave?
De grootste uitdaging voor Lelystad is hoe we het maximale uit de Lelystedelingen van nu halen en hoe
we ze weerbaarder en draagkrachtiger voor de toekomst krijgen zodat meer mensen de regie over hun
eigen leven kunnen nemen en niet langer blijven vast zitten in een kwetsbare, afhankelijke positie van de
overheid. Het gaat dan in de eerste plaats om arbeidsfitheid, maar in algemene zin om gelukkige mensen
die weerbaar zijn. Doorbreken van overerving door verrijken van het leven door sport, cultuur en sociale
netwerken die de context van de thuissituatie overschrijden. Hun positie moet zodanig worden dat
5 Daan Heineke (Nederlands Jeugdinstituut), Zicht op jeugdigen in jeugdhulp in Lelystad, oktober 2017.
Programmabegroting 2019 – 2022 181
Lelystad over 20 jaar op sociaal gebied meer een gemiddelde gemeente is en bovenal een veerkrachtiger
gemeente.
Dat vraagt om een aanpak die niet uitgaat van hoe het systeem werkt, maar wat mensen nodig hebben
om het beste uit zichzelf te halen, om hun doevermogen te vergroten. Beoogde maatschappelijke
effecten:
I. Mensen zijn financieel weerbaar en schulden vrij
II. Elke Lelystedeling heeft een dagbesteding die voldoening heeft en waardering geeft (ongeacht of dit een betaalde baan is of niet)
III. Iedere Lelystedeling heeft een warm en rijk wederkerig netwerk aan mensen
IV. Kennis en 21 eeuwse (sociale) vaardigheden worden aangeboden op plekken waar dat nodig is, op momenten die nodig zijn (niet enkel aanbod vanuit onderwijs instituut vanuit een standaard mal. Maar juiste toerusting, op de juiste plek, moment en door juiste persoon.
Een bijzonder element hierin is dat er een veilige basis moet zijn voor iedereen, te beginnen bij kinderen:
veilig opgroeien en opvoeden. Wanneer die waarborg er niet is, wordt begonnen met een achterstand die
moeilijk te overbruggen is.
Verdieping in de komende maanden:
1. Systemen doorgronden op wat mensen ziek maakt en denkvermogen beperkt en deze omzetten
in effectieve kracht.
De eerste analyses van de deeltafel hebben zich gefocussed op de belemmeringen van mensen om weer
actief mee te doen. Het zijn vooral de lage inkomens en schulden die het denk- en doevermogen van
mensen beperkt (en andersom). De aanpak van schulden heeft hierbij prioriteit.
2. Nieuwe aanpak en nieuwe partijen koppelen aan gezond en actief maken van mensen.
De hulp en ondersteuning van gezinnen met diverse problematieken is verdeeld en gemarginaliseerd,
waardoor het ze niet lukt uit de situatie te komen en is het een way of living. Integrale intensieve
aanpakken van de top 100 moeten de cyclus doorbreken. Nabijheid, verbondenheid en zekerheid zijn
hierbij kernbegrippen.
Van oudsher zijn het de gemeenten die bezig zijn met de participatie van mensen, maar ook andere
partijen (zorgverzekeraars, bedrijfsleven) hebben belang bij het gezond en actief maken van mensen.
Mogelijkheden verkennen naar samenwerkingsvormen om tot doorbraken te komen (bv. social impact
bonds), met wijkaanpakken. Of van de vergrijzing een deugd te maken. Iedereen kan een ander helpen.
Maak dat aantrekkelijk met nieuwe arrangementen, regelarm. Wat is de kracht van Lelystedelingen?
3. Werkwijzen om systemen opnieuw te waarderen cq. te belonen EN perspectief te ontwikkelen
(drijfveren)
De samenleving is gewend te beoordelen op (dis)functioneren. De wijze waarop het systeem de inzet van
mensen waardeert en beloont heeft niet altijd het gewenste effect om het potentieel van mensen optimaal
te benutten. Inzicht en ontwikkeling van de drijfveren van mensen integreren.
4. Aanpak ongezonde leefstijlen vanuit positieve gezondheid en deze belonen.
Aansluiten bij de visie van Machteld Huber om gezondheid niet langer te zien als de af- en aanwezigheid
van ziekte, maar als het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale
levensuitdagingen om te gaan en zoveel mogelijk eigen regie te voeren. Voor gezonde leefstijl zijn kennis
en vaardigheden nodig. Onderzoeken hoe effectief belonen is van gezond “doen”.
5. Effectieve inzet ervaringsdeskundigen. Wat is hun verhaal/hefboom?
Goed voorbeeld doet goed volgen, slecht voorbeeld ook. Als overerving doorbroken kan worden, wordt
een grote stap gemaakt. Ervaringsdeskundigen en andere voorbeelden en steunpilaren kunnen een
positieve rol spelen hierbij. Uitwerken van werkwijzen hoe dit, ook in samenwerking met het onderwijs,
effectief in te zetten. Ervaringsdeskundigen verdienen hierbij ook gepaste waardering.
6. Inspiratie voor jeugd en jongeren om het maximale uit jezelf te willen halen.
In Amerika is the American dream lange tijd een sterke motivatie geweest voor mensen om regie in eigen
handen te nemen en zich in te zetten voor een goed perspectief. De essentie van deze slogan blijft
relevant ook voor Lelystadse jongeren. Lelykracht is hier een voorbeeld van, maar dit zou nog breder
Programmabegroting 2019 – 2022 182
opgepakt kunnen worden ook in relatie tot het bedrijfsleven en het toekomstperspectief van jongeren in
Lelystad. Het versterken van professionele netwerken hoort hier ook bij.
De opgaven binnen deze deeltafel staan niet op zichzelf en kunnen niet zonder de inzet van de overige
deeltafels. Zo zal vanuit de deeltafel Onderscheidend onderwijs de kwaliteit en de scope van het onderwijs
een positieve bijdrage kunnen hebben op de ontwikkeling van de bevolking. Het gaat hierbij om een
goede aansluiting met de arbeidsmarkt, inzicht in arbeidsperspectief, sociale vaardigheden die de huidige
arbeidsmarkt van mensen vraagt en de mogelijkheden om een leven lang te leren. Ook zal er meer
aansluiting tot stand gebracht moeten worden tussen aanbod van mensen en vraag van het bedrijfsleven
in Lelystad. Het veranderen van het imago cq. mentaliteit van Lelystadse werknemers is een gezamenlijk
opgave met de tafel Economie next level om er een mooie ondernemende stad van te maken.
5 - Sociaal domein
6 - Armoede en schulden
7 - Onderwijs
10 - Gezondheid en vitaliteit
14 - Openbare orde en veiligheid
Gerelateerde thema's raadsprogramma
Programmabegroting 2019 – 2022 183
Waar komen we vandaan?
Binnen het onderwijsveld in Lelystad is een gedeeld bewustzijn dat de opgave waar deze stad voor staat
erg groot is. Lelystad heeft een relatief kwetsbare bevolking. Dit betekent dat de scholen over de volle
breedte te maken hebben met veel sociale grootstedelijke problematiek in en rond de school. De
onderwijsinspectie spreekt ook haar zorg uit over de staat van het onderwijs zelf in de stad, met name in
het basisonderwijs. Het opleidingsniveau is de stad is relatief laag alsook de arbeidsparticipatie.
Daarnaast is ook de betrokkenheid van ouders soms erg beperkt.
Wat zijn de kansen en problemen?
De uitdaging van Lelystad wordt duidelijk uit onderstaande opsomming:
Er volgen significant meer dan gemiddeld kinderen speciaal voortgezet - onderwijs en
praktijkonderwijs. Landelijk zit in 2017 93% van de jongeren in het reguliere voortgezet onderwijs.
In Lelystad is dat 87,6 %.
Van de 37 basisscholen scoren er bij de onderwijsinspectie 6 onvoldoende/zwak en 1 zeer zwak,
één Vo afdeling staat onvoldoende.
In de voor- en vroegschoolse educatie zien we dat er uitstekende resultaten worden geboekt in
de voorschool, maar dat het effect in de eerste groepen van het basisonderwijs weg lekt.
In Lelystad is het aantal leerlingen dat VMBO BK volgt aanzienlijk hoger dan het landelijk
gemiddelde en het aantal HAVO VWO leerlingenaanzienlijk lager alsook de deelname aan HBO
en WO6. Het aandeel hoger opgeleiden onder 15 tot 75 jarige in Lelystad is laag en met name de
groei in het aantal hoger opgeleiden in de periode 2003 tot 2017 steekt af tegen het landelijk
gemiddelde en de G47.
Er is een mismatch tussen de behoefte van de arbeidsmarkt en de aanwezige arbeidskrachten:
er zijn tekorten in techniek, zorg en onderwijs ontstaan.
Een landelijk vraagstuk dat zeker ook in heftige mate voor Lelystad geldt is het tekort aan
docenten basis en voortgezet onderwijs. Het lerarentekort begint nijpend te worden in het
basisonderwijs. Het is moeilijk om goed gekwalificeerde leerkrachten aan het basisonderwijs aan
de stad te binden.
Maar anderzijds zijn er ook positieve ontwikkelingen in Lelystad:
Lelystad en Almere behoren tot de snelst groeiende regionale economieën van Nederland8. De
vooruitzichten voor nieuwe werkgelegenheid zijn uitstekend te noemen.
De drie grote VO scholen zitten in een transitieproces inclusief een omvangrijke
nieuwbouwopgave. De nieuwe school gaat bestaan uit een HAVO-VWO cluster en een VMBO
cluster met een doorgaande leerlijn naar het MBO. Het inhoudelijk programmeren en ontwikkelen
van deze nieuwe onderwijsconcepten is een uitdagende opgave waaraan invulling gegeven
wordt. De SVOL kent een toonaangevend Technasium en een Vakcollege (90 ll) dat door de
bedrijfskring is geadopteerd.
Door middel van het “Lelystad Akkoord” zijn bedrijven, onderwijsinstellingen, gemeente en
gemeentelijk werkbedrijf verbonden aan elkaar om de inclusieve arbeidsmarkt vorm te geven.
De publiek private samenwerking in het onderwijs heeft vooral inhoud gekregen in het MBO. Het
MBO College Lelystad is trekker van de RIF “Lely talent” en maakt onderdeel uit van de RIF
Techpack Flevoland. Een RIF circulaire regionale economie en een RIF Aviation is in
ontwikkeling.
6 Landelijk zat in het schooljaar 2017-2018 18 % van de leerling VO op het VWO (3-6e jaar), in Lelystad 12 %, Havo resp. 17 en 12
% , Als we de ontwikkeling van het aantal Lelystedelingen over een langere tijd bekijken zien we een gestage groei in het aantal
studenten HBO van 36 % De ontwikkeling van het aantal WO studenten uit Lelystad laat een meer op en neergaande lijn zien.
Uiteindelijk is er in de periode 2001 tot 20/17 een beperkte stijging van 20 % Wat het HBO betreft is de stijging beperkt achter op
de landelijke trend van 41 %. De kloof wat het WO betreft is veel groter. Hier was de landelijke ontwikkeling 71 %. (bron statline); 7 CBS, Groeiers buiten de Randstad 2018, d.d. maart 2018; 8 CBS, Groeiers buiten de Randstad 2018, d.d. maart 2018.
2. Onderscheidend Onderwijs
Programmabegroting 2019 – 2022 184
De in MRA verband ontwikkelde publiek private samenwerkingen zijn mede door de bestuurlijke
samenwerking tussen het ROC van Flevoland en het ROC van Amsterdam toegankelijk voor het
onderwijsveld in Lelystad. Vermeldingswaardig hierbij is de ontwikkeling van het samenwerkings-
college Amsterdam Lelystad Airport, het house of logistics, house of hospitality en house of skills.
De schoolbesturen van het PO in de stad hebben zich samen met de provincie, Windesheim
Flevoland en de gemeente verbonden aan een convenant onderzoekend en ontwerpend leren
om dit breed in het onderwijs te introduceren. Met een verbinding aan de basisvaardigheden taal
en rekenen kan dit het fundament van het basisonderwijs innovatief versterken.
Wat is de opgave?
De opgave in Lelystad is zoveel mogelijk jongeren de kans te bieden hun talenten maximaal te ontplooien.
De relatief grote inspanning die in het verleden op de kwetsbare jongeren is geweest heeft resultaten
geboekt, echter lijkt dit ten koste te zijn gegaan van contentrijk onderwijs voor de brede populatie,
waardoor de stad wellicht achterblijft bij de landelijke trend naar meer hoger opgeleiden. Dit gaat ook ten
koste van de innovatiekracht en aantrekkelijkheid als vestigingsfactor. Daarnaast stromen ook nog altijd
te weinig jongeren door naar een MBO3 of MBO4 opleiding, terwijl er tekort is aan een goed
gekwalificeerde beroepsbevolking.
Betrokkenen hebben in de laatste jaren niet stil gezeten, er is wel degelijk ingezet op het ontplooien van
talenten door een goede schoolloopbaan en toeleiding naar arbeid. Toch heeft Lelystad nog steeds een
enorme uitdaging. Doordat er zoveel factoren in dit systeem zijn is niet te achterhalen waardoor het
gewenste resultaat niet bereikt is. Voor een wezenlijke verandering is het nodig dat alle betrokkenen in
dit systeem kritisch zijn op het functioneren ervan en in gezamenlijkheid en met gebruik van kennis en
ervaring van buiten Lelystad werken aan een oplossing.
Een historische verandering, een “systeembreuk” is nodig om kwaliteit van het onderwijs te vergroten en
de mogelijkheden te verbeteren dat leerlingen zich verbreden en met meer succes de onderwijsketen in
Lelystad doorlopen. Dat is een veelomvattend vraagstuk dat niet alleen veronderstelt dat er bij elk van de
afzonderlijke onderwijsonderdelen tenminste een algemeen erkend basisniveau van kwaliteit wordt
gerealiseerd, ook is het noodzakelijk dat aanzienlijk meer leerlingen een hoger ontwikkelingspeil bereiken.
Daarvoor is het nodig meer samenhang te brengen tussen alle onderdelen van de onderwijsketen, zodat
leerlingen soepel kunnen doorstromen.
Goed onderwijs staat of valt vervolgens bij kwalitatief goede en gemotiveerde docenten die werken in
professioneel werkende teams in scholen. Docenten kunnen hun werk alleen goed uitvoeren als zij de
capaciteiten van hun leerlingen kennen en hen daarop kunnen aanspreken zodat ze hun persoonlijke
ontwikkeling volledig kunnen stimuleren.
Toerusting en innovatie zijn de sleutelbegrippen om een toekomstbestendige onderwijsinfrastructuur in
de stad die we in deze verkenning willen gebruiken. Onderwijs leert mensen zich te ontwikkelen: de juiste
keuzes te maken, het heft in eigen hand te nemen en zichzelf te ontplooien. Het onderwijs is ook een plek
waar mensen leren samenleven en leren vanuit de ontmoeting met anderen. Het onderwijs kent een
brede opdracht: kwalificatie, socialisatie en vorming. Het fundament wordt gelegd in kwalitatief goed
onderwijs in voor- en basisschool. Alleen wanneer de basis op orde is, is er ruimte voor innovatie.
Om leerlingen optimaal te kunnen begeleiden is een op de leerling afgestemd leerproces wellicht
wenselijk. Het personaliseren van leertrajecten kan leerlingen helpen en motiveren. Gemotiveerde
leerlingen presteren beter.
De tafel Onderscheidend Onderwijs staat niet op zichzelf. Vanuit het perspectief van de kwetsbare
bevolking zal naar een gezamenlijke agenda met de tafel “Lelystad sociaal Sterk” (jeugdzorg en passend
onderwijs) toe worden gewerkt. Voor de innovatiekracht en de publiek private samenwerking met het
bedrijfsleven zal verbinding met de (LNL) tafels economie en toerisme en recreatie worden gezocht.
5 - Sociaal domein
7 - Onderwijs
8 - Verkeer en vervoer
Gerelateerde thema's raadsprogramma
Programmabegroting 2019 – 2022 185
Waar komen we vandaan?
Lelystad kent diverse kwetsbare wijken uit de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit heeft zijn oorsprong
in de ontstaansgeschiedenis van Lelystad. In de aanvangsjaren zijn in een korte bouwperiode veel relatief
eentonige wijken gebouwd. Deze wijken bestaan uit overwegend (van oorsprong) sociale huurwoningen.
Aan het uiterlijk van de nieuwe stad is vooral licht en ruim, functionaliteit staat voorop. ‘Lelystad is om in
te wonen, niet om naar te kijken’ is in die tijd het credo. Lelystad moet in de plannen van de Rijksdienst
het centrum van de Flevopolders worden en rond het jaar 2000 ongeveer 100.000 inwoners tellen. Vanaf
het begin is rekening gehouden met deze schaal en de openbare ruimte en aanvankelijk ook het
voorzieningenniveau zijn hier op ingericht.
In het begin van Lelystad wordt Lelystad vooral bewoond door mensen uit het oosten en noorden van het
land, maar begin jaren 70 verandert dit. Lelystad wordt overloopgebied van Amsterdam. Door sanering
van oude Amsterdamse stadswijken zijn daar hele straten en buurten tegen de vlakte gegaan. De
bewoners moeten maar elders gaan wonen. In het stadhuis van Amsterdam wordt een speciaal ‘Lelystad’
loket geopend waar mensen zich kunnen inschrijven voor een woning in Lelystad. Het gevolg is dat
tienduizenden Amsterdammers naar Lelystad komen. Niet al deze mensen zijn een aanwinst voor de
stad. De inwoners uit de gesaneerde Amsterdamse wijken behoren veelal tot de lagere sociaal-
economische klassen met een laag inkomen. En omdat velen nog in Amsterdam werken en daar hun
sociale netwerk hebben hechten zij zich veel minder aan hun nieuwe woonplaats.
Begin jaren 80 is er een economische crisis en raken velen werkloos. Werk in Lelystad of directe
omgeving is er niet en de bereikbaarheid van werk op het oude land is slecht. De aanleg van het spoor
en de snelweg worden steeds uitgesteld. In 1983 is de werkloosheid opgelopen tot 14%.
Hoewel inmiddels ook de bouw van Almere is gestart en velen door de kortere nabijheid vanaf Amsterdam
aan een verhuizing naar Almere de voorkeur geven, gaat de bouwproductie in Lelystad door de
Rijksdienst nog gewoon door: vele honderden huizen, voornamelijk huurwoningen.
Het gevolg? Er ontstaat veel leegstand – meer dan 10% van het corporatiebezit – en omdat
woningzoekenden niet geweigerd mogen worden, trekt Lelystad in die jaren veel probleemgevallen aan.
Later, in de jaren 90, zijn, door financiële problemen van de corporaties, veel huurwoningen tegen
bodemprijzen verkocht aan de zittende huurders. Omdat dit veelal kwetsbare huishoudens betreft, is hun
investeringscapaciteit laag. De woningen worden in een aantal situaties slecht onderhouden.
Nu, zo’n 30 tot 40 jaar later, zijn de gevolgen van in een aantal wijken nog steeds aanwezig en zichtbaar.
In fysieke zin en ook sociaal-economisch blijven de wijken kwetsbaar. In de oudere wijken is de
leefbaarheid vaak onder de maat, zoals ook duidelijk wordt aan de hand van onderstaand kaartje:
3. Uitstekende woonmilieus
Programmabegroting 2019 – 2022 186
Deze omvangrijke problematiek vertaalt zich in relatief lage vastgoedwaarden vergeleken met gemeente
in de omliggende regio en zeker in vergelijking met gemeenten binnen de Metropoolregio Amsterdam.
Wat zijn de kansen en problemen?
De sociaaleconomische samenstelling van relatief veel ouderen wijken van Lelystad en de kwaliteit van
het vastgoed in die wijken is een probleem:
De inwoners van de wijken die zwak of onvoldoende scoren op leefbaarheid zijn onvoldoende in
staat om op eigen kracht het tij te keren. Zij hebben vaak te weinig middelen voor onderhoud en
vernieuwing en kampen vaker dan gemiddeld met sociale problematiek. Als er niet wordt
geïnvesteerd in deze wijken, dan zullen deze wijken in een neerwaartse spiraal terecht komen.
Dit is zeer onwenselijk voor deze kwetsbare wijken en haar inwoners.
Dat geldt echter ook voor Lelystad als geheel. Deze wijken hebben een negatieve invloed op de
uitstraling van Lelystad en daarmee op haar imago. Voor nieuwkomers op de woningmarkt is niet
alleen de woning maar zeker ook de stad als geheel van belang. Een potentiële vestiger kijkt naar
de woonomgeving, de uitstraling van de stad als geheel en het voorzieningenaanbod. Op dit
moment is Lelystad nog weinig aantrekkelijk en te weinig onderscheidend in positieve zin om op
grote schaal vestigers in het midden- en hogere segment op de woningmarkt aan te trekken. Als
gevolg van de druk op de woningmarkt in de MRA bestaat zelfs het risico dat er sprake is van
stevige uitsorteringseffecten waarbij met name inwoners met in verhouding vaker een sociale
problematiek naar Lelystad trekken.
De druk op de woningmarkt in de MRA biedt zeker ook kansen:
Uitsortering kan ook als gevolg hebben dat middeninkomens of starters (HBO of WO-
afgestudeerden) met een startsalaris wel een woning in Lelystad kunnen kopen terwijl dat in de
rest van de MRA nauwelijks meer gaat. Deze starters groeien nog in salaris en leveren een
welkome bijdrage aan het meer in balans brengen van de sociaal-maatschappelijke
samenstelling van de bevolking. Het is dan wel van groot belang deze groep na vestiging voor
Lelystad te behouden. Deze groep aantrekken omdat zij elders minder mogelijkheden hebben,
kan positief werken. Echter, raakt deze groep teleurgesteld en hebben zij na een aantal jaren
werkervaring meer geld te besteden en dus meer keuze op de woningmarkt, dan is de kans groot
dat zij weer vertrekken.
De dubbele vergrijzing die op ons af komt, kan zowel als een probleem maar ook als een kans
worden gezien. Wij zien dit als kans. Het levensloopbestendig maken van woningen is een manier
om de woningvoorraad te verduurzamen, op te knappen en toekomst bestendig te maken. De
vergrijzing zorgt er daarnaast ook voor dat de vraag naar woningen verandert. Er kunnen nieuwe,
levensloopbestendige woningen worden gebouwd en oudere woningen worden gesloopt.
Daarnaast zijn de energietransitie en de overgang naar gasloos wonen in het algemeen een kans
om de particuliere voorraad te verbeteren. En een kans om in gesprek te komen met de inwoners
in de buurt en op basis daarvan ook op sociaal terrein de leefbaarheid te vergroten.
Wat is de opgave?
Op het gebied van woonmilieus is de voornaamste uitdaging voor Lelystad om een transformatie te
ondergaan van een stad met relatief veel kwetsbare woonmilieus naar een stevige stad waar meer balans
zit tussen en binnen wijken. Om die stevige stad te kunnen worden begint het misschien wel meer in
balans brengen van de sociaal-economische samenstelling van de bevolking. Het versterken van de
sociaal-economische structuur is slechts gedeeltelijk met woonbeleid te beïnvloeden. Als gemeente
kunnen wij ruimte bieden voor middeldure en dure koopwoningen, maar wij bouwen zelf geen woningen.
En de woningen worden pas daadwerkelijk gebouwd als er vraag is. En deze vraag wordt weer beïnvloed
door tal van zaken die voor potentiele vestigers van groot belang zijn. Is de beoogde vestigingsplaats
aantrekkelijk genoeg?
Die aantrekkelijkheid zit in veel factoren: aantrekkelijk woningaanbod in een aantrekkelijke
woonomgeving, werkgelegenheid lokaal of regionaal, bereikbaarheid, aantrekkelijk winkel – en
voorzieningenniveau, goede onderwijsfaciliteiten, uitstraling van de stad als geheel, aantrekkelijke sport-
en recreatiemogelijkheden en het gevoel met ‘gelijkgestemden’ te kunnen gaan wonen. Maar ook andere
Programmabegroting 2019 – 2022 187
minder of niet door gemeentelijk (woon)beleid te beïnvloeden zaken spelen een rol zoals: huizenprijzen
in de stad zelf en nabijheid van familie en vrienden. Het is belangrijk daarbij niet uit het oog te verliezen
dat al deze zaken van belang blijven, ook om huishoudens te behouden voor de stad.
Om de sociaal-economische samenstelling van de kwetsbare wijken te veranderen is meer nodig.
Investeringen in de mensen die er nu wonen, met name de jeugd en herstructurering door sloop-
nieuwbouw bieden kansen. Ook hier zit een bepaalde volgordelijkheid in. Om iets kwalitatief beters te
kunnen terugbouwen in een kwetsbare wijk, moet de rest van de wijk zodanig op orde zijn dat de markt
dit ook aan kan en dit voor de gewenste vestigers aantrekkelijk genoeg is. Begin daarom de sociale kaart
op te stellen, en kijk wie er binnen de wijk andere woonwensen heeft: ouderen bijvoorbeeld of stijgers op
de woningmarkt. Zij kunnen de transformatie op gang brengen.
Lelystad wordt een stad, als onderdeel van groot Amsterdam, waar het aantrekkelijk wonen is voor
huishoudens met een midden- en hoger inkomen. Een stad die sterk genoeg is om zichzelf te kunnen
redden, ook met economische tegenwind. Die aantrekkelijkheid uit zich in aantrekkelijke woningen met
een goede prijs-kwaliteitverhouding in een onderscheidende, aantrekkelijke woonomgeving, een goede
balans in de bevolkingssamenstelling zowel sociaal-economisch als demografisch, een goed
functionerend voorzieningenniveau, een aantrekkelijk Stadshart, goed onderwijs, een goede zorgsector,
trotse inwoners, een positief imago, veiligheid, aantrekkelijk openbaar groen, goede bereikbaarheid en
voldoende en kwalitatief goede werkgelegenheid. Het zal duidelijk zijn: dit kan niet alleen met woonbeleid
worden bereikt.
Wij zien vanuit aantrekkelijk woonmilieu de volgende opgaven:
1. We bieden een aantrekkelijk sub-urbaan woonmilieu (deels op het water) met aantrekkelijke
grondprijzen voor de middenklasse. We richten ons daarbij op vestigers (uit de Randstad
Metropool) en op het behouden de middenklasse die al in Lelystad woont.
2. We grijpen (soms fors) in in de bestaande stad (maximaal zoals transformatie van Schouw naar
Hanzepark). Idee: soms kan terugkopen van particulier woningbezit, ruimtelijke kansen bieden
om nieuwe structuren te creëren. En soms zitten mensen financieel klem in hun koopwoning en
is een renovatie door de eigenaar misschien wel een noodzakelijke, maar geen haalbare optie.
3. We benutten de energietransitie om koploper te worden van Nederland en daarmee onze
aantrekkelijkheid als woonmilieu te vergroten.
4. We benutten de dubbele vergrijzing als kans om aantrekkelijk woonmilieu voor ouderen te
creëren. Bijvoorbeeld door in wijken woonclusters met enige ondersteuning voor bewoners te
realiseren.
1 - Energietransitie en duurzaamheid
2 - Wonen
4 - Stadshart
8 - Verkeer en vervoer
12 - Kunst en cultuur
13 - Omgevingswet
Gerelateerde thema's raadsprogramma
Programmabegroting 2019 – 2022 188
Waar komen we vandaan?
Het profiel van Lelystad – en de regio als geheel – biedt een fantastisch potentieel: er is volop ruimte en
de ligging is centraal. In de laatste 10 -15 jaar maakt de stad een economische kanteling door van een
traditionele provinciehoofdstad naar een economisch gespecialiseerde stad. Het besef dat ‘het kan’ in
Lelystad begint langzaamaan door te dringen. Op de korte termijn komen er enkele duizenden nieuwe
arbeidsplaatsen bij in Lelystad. De Airport is onmiskenbaar een grote aanjager van deze banengroei en
zal in breder verband ervoor zorgen dat Lelystad op een positieve(re) manier op de kaart komt te staan.
Doorpakken op dit kantelpunt is noodzakelijk wil Lelystad toe kunnen groeien naar een volwassen stad.
De beroepsbevolking in Lelystad is relatief laagopgeleid en het onbenutte arbeidspotentieel is relatief
gezien groot te noemen. De bestaande sectorenstructuur van Lelystad is relatief kwetsbaar, omdat het in
hoge mate afhankelijk is van externe ontwikkelingen en de conjunctuur (niet-commerciële dienstverlening,
vervoer, opslag, groothandel, logistiek, toerisme en recreatie). Dit zijn factoren waar rekening mee
gehouden moet worden bij de toekomstige doorontwikkeling van de economische positie van de stad.
Waar richting de langere termijn ook rekening mee gehouden moet worden is de bevolkingssamenstelling
van Lelystad. Tot 2040 zal het aantal 80-plussers fors stijgen, waarbij er sprake is van een dubbele
vergrijzing. De komende jaren zal het huidige geboorteoverschot omslaan in een sterfteoverschot, wat
inhoudt dat Lelystad voor de verdere groei van de stad afhankelijk wordt van binnenlandse migratie. Voor
de groei van de stad is het noodzakelijk dat het licht negatieve ‘binnenlandse migratiesaldo’ van de
afgelopen jaren omslaat; Lelystad moet zich ontwikkelen tot een aantrekkelijke alternatief als woonplaats
voor nieuwe inwoners uit de rest van Nederland. Een economisch florerende stad en regio is daarbij
belangrijk, net zoals de aanwezigheid van onderscheidend onderwijs of uitstekende woonmilieus dat is.
Deze context is een gegeven en versterkt het urgentiebesef om door te pakken, want de kansen die
liggen er. Binnen de Metropoolregio Amsterdam vormt Lelystad de schakel tussen het westen en
noordoosten van het land. De werklocaties Lelystad Airport Businesspark en Flevokust zijn uitstekend,
evenals de op consumenten uit de wijde omgeving gerichte leisure, zoals Batavia Stad Fashion Outlet.
Wat zijn de kansen en problemen?
In economisch opzicht lijkt dit het moment voor Lelystad om de aanwezige kansen te gaan verzilveren:
Met de komst van Inditex lijkt Lelystad definitief op de kaart te staan als logistieke hotspot. Voor
goederengerichte activiteiten vormen de bedrijventerreinen in de buitengebieden van Lelystad
een van de belangrijkste ontwikkelingslocaties in de nationale economische kernzone tussen
Amsterdam, Utrecht, Apeldoorn en Zwolle (Tordoir, 2018, p.17).
De uitgifte van bedrijventerreinen in Lelystad beleefde de afgelopen periode een hoogterecord.
Het uitschuifproces, dat onder invloed van de Amsterdamse woningbouwopgave op gang komt,
biedt mogelijk extra kansen.
De komende jaren zullen er enkele duizenden banen bijkomen door de komst van Inditex, het
reparatiestation van de NS en natuurlijk de opening van Lelystad Airport en de daarmee
samenhangende bedrijvigheid. Deze ontwikkelingen zorgen voor aantrekkingskracht en een
positieve flow.
De ontwikkeling van Lelystad Airport zorgt ervoor dat de weginfrastructuur geschikt gemaakt
moet worden voor het vervoeren van grote passagiersstromen- van en naar de luchthaven. Deze
aanpassingen zijn niet alleen gunstig voor de gebruikers van de luchthaven; zo is een verbreding
van de A6 tussen Lelystad en Almere en hoogfrequenter openbaar vervoer gunstig voor meer
doelgroepen. Daarnaast kunnen arrangementen op het gebied van toerisme, waarvoor men in
beginsel voor Amsterdam komt, al beginnen in Lelystad.
Er zijn goede ontwikkelmogelijkheden voor Lelystad Kust. Naast een aanvulling op de logistieke
propositie van Lelystad biedt de werklocatie Flevokust Haven ook kansen voor de circulaire
economie. De haventerminal en de omliggende buitengebieden van Lelystad vormen een ideale
knoop voor circulaire productie- en distributieprocessen op regionale-, nationale- en
4. Next Level Economie
Programmabegroting 2019 – 2022 189
internationale schaal. De potenties van deze locatie zijn nog niet volledig in kaart gebracht op dit
terrein.
De komende vergrijzing zal een positief effect hebben op verschillende onderdelen van de
zorgeconomie in Lelystad. Te denken valt onder andere aan extra banen in de wijkverpleging en
binnen de ziekenhuis- en verpleeghuiszorg.
Het is tegelijkertijd noodzakelijk om de bedreigingen, die het verzilveren van dit type kansen in de weg
staan, zo veel als mogelijk te mitigeren:
De economie van Lelystad is sterk afhankelijk van banen in de publieke sector. Zo’n 40% van de
werkgelegenheid wordt gevormd door banen bij de overheid of de gezondheidszorg. Daarnaast
lijkt de zakelijke dienstverlening in toenemende mate Lelystad de rug toe te keren, met als gevolg
een oplopende kantorenleegstand. Ondanks de jeugdige leeftijd van de stad is er een
omvangrijke transformatieopgave aan het ontstaan.
Werkzoekende Lelystedelingen weten onvoldoende mee te profiteren van de economische
opleving van de stad. Het onbenutte arbeidspotentieel in Lelystad is veel omvangrijker dan in
andere gemeenten in Flevoland. Zeker 23% van de beroepsbevolking in Lelystad doet niet mee
in economische zin en ontvangt een WW- uitkering, bijstandsuitkering of
arbeidsongeschiktheidsuitkering (CBS statline).
De explosieve banengroei in de aankomende jaren biedt weliswaar kansen om bijvoorbeeld het
onbenutte arbeidspotentieel positief te beïnvloeden, maar kan tegelijkertijd belemmerend werken.
Bedrijven die overwegen zich te vestigen in Lelystad worden afgeschrikt door de krapte op de
arbeidsmarkt. Zonder de inzet van arbeidsmigratie is deze groei mogelijk niet op te vangen. Dit
zijn zaken waar een oplossing voor gevonden moet worden, evenals het creëren van (tijdelijke)
huisvesting voor deze groep.
In Lelystad is onvoldoende (durf)kapitaal beschikbaar, wat maakt dat de endogene groei van de
economie achterblijft.
Wat is de opgave?
Op de korte termijn zal Lelystad mee moeten liften met de economische hoogconjunctuur, bijvoorbeeld
door het aantrekken van logistieke bedrijvigheid. Tegelijkertijd zal er ingespeeld moeten worden op de
toekomstige economische behoefte. De opgave van de deeltafel ‘Next Level Economie’ ligt primair bij het
beantwoorden van de vraag hoe Lelystad de aanwezige kansen kan verzilveren, nu en in de toekomst.
Uiteraard is de toekomst met onzekerheden omgeven en de toekomst van Lelystad in het bijzonder.
Ontwikkelingen als de Airport spelen een grote rol, waarmee het imago van Lelystad als aantrekkelijke
woonstad in de toekomst opgevijzeld zal worden. In hoeverre dit daadwerkelijk terug te zien zal zijn in de
ontwikkeling van het migratiesaldo is lastig te bepalen, want er spelen meer factoren een rol. Om naar
Lelystad toe te verhuizen moet het complete plaatje aantrekkelijk genoeg zijn: naast voldoende
werkgelegenheid moet er ook sprake zijn van aantrekkelijke woonmilieus, een goed voorzieningenniveau,
kwalitatief goed onderwijs en dergelijke.
Een belangrijke factor is de veranderende arbeidsmarkt. Aan de ene kant zullen diverse banen weg
geautomatiseerd worden, terwijl technologische ontwikkelingen op zichzelf ook weer voor nieuwe
werkgelegenheid. Welke vormen van economische bedrijvigheid floreren over 10 tot 20 jaar? Met
voldoende ondernemerschap, aanpassingsvermogen en flexibiliteit bieden nieuwe technologische
ontwikkelingen veel mogelijkheden voor nieuwe economische activiteiten en hoogwaardige
werkgelegenheid. De verduurzaming van de economie en de samenleving kan hierbij een belangrijke
aanjager vormen, met name gezien de fysieke en ruimtelijke kenmerken van Lelystad.
Het spreekt voor zich dat een goed ondernemers- en vestigingsklimaat een randvoorwaarde is voor het
aantrekken- en behouden van economische bedrijvigheid. Bij de toekomstige economische ontwikkeling
van Lelystad gaat het echter om veel meer dan dat. De opgaven binnen deze deeltafel staan niet op
zichzelf en hebben raakvlakken met de overige deeltafels. Zo zal het onbenutte arbeidspotentieel moeten
worden benut - relatie met de deeltafel ‘sociaal sterk’- en zal het onderwijs moeten aansluiten bij de
(toekomstige) arbeidsmarkt - relatie met de deeltafel ‘onderscheidend onderwijs’. Het gaat hierbij om de
zoektocht naar mogelijke dwarsverbanden en visievorming, waarbij de scope breder is dan alleen
groothandel, opslag, distributie, toerisme of recreatie.
Programmabegroting 2019 – 2022 190
1 - Energietransitie en duurzaamheid
3 - Regionale economie
4 - Stadshart
6 - Armoede en schulden
7 - Onderwijs
8 - Verkeer en vervoer
9 - Toerisme en recreatie
Gerelateerde thema's raadsprogramma
Programmabegroting 2019 – 2022 191
Waar komen we vandaan?
Pas sinds een aantal jaren is het besef doorgedrongen dat Lelystad een sterke toeristische potentie heeft,
door de ligging aan het water, de langgerekte kuststrook, aanwezige natuurgebieden en het bestaande
toeristisch recreatief aanbod. De vrijetijdseconomie zetten we in als middel om de aantrekkelijkheid van
de stad te vergroten en de economische groei te versterken. Dit doen we door te investeren in een aantal
thema’s, zoals bereikbaarheid en de beschikbaarheid van passend en aantrekkelijk aanbod. Maar ook
door meer bekendheid te creëren en op de beleving van het Nieuwe Land in te zetten. De regionale
samenwerking met de provincie Flevoland en de MRA (Metropool Regio Amsterdam) is daarbij van
belang.
Wat zijn de kansen en problemen?
De afgelopen jaren is het toerisme wereldwijd sterk gegroeid, o.a. door het aantrekken van de economie
en de groei van de middenklasse. De voorspelling van het United Nations World Tourism Organisation
(UNWTO) is dat wereldwijd in 2030 een groei van ca 50% plaats heeft gevonden. We krijgen meer vrije
tijd, reizen vaker en hebben meer behoefte aan gepersonaliseerde ervaringen. Daarin verandert ook het
reisgedrag. De ‘reasons-to-travel’ kunnen onderverdeeld worden in een drietal categorieën: degenen die
op zoek zijn naar een diepgaande betekenis; of mensen die gezellig met de familie op stap willen; en zij
die vooral geïnteresseerd zijn in de ‘highlights’. Men verblijft korter en men is steeds meer geïnteresseerd
in erfgoed en cultuur. Hoewel het stedenbezoek in aantrekkingskracht toeneemt, zijn ook wandelen en
fietsen in het groen activiteiten die steeds vaker worden ondernomen.
De roep om meer aantrekkelijke toeristische bestemmingen is een kans voor Lelystad om haar identiteit
te versterken, de aantrekkelijkheid voor wonen te vergroten en om nieuwe ondernemers aan te trekken.
Maar waar staan we nu? Welke betekenis heeft de vrijetijdssector nu voor Lelystad? Hieronder zetten we
een aantal cijfers op een rij:
In algemene zin groeit de vrijetijdssector in Lelystad. Het aantal vestigingen en banen is
respectievelijk van 520 vestigingen en 1.970 banen in 2013 toegenomen naar 570 vestigingen
en 2.310 banen in 2017 (ofwel met 9,6% en 17,2%).
Het toeristisch aanbod bestaat voornamelijk uit dagrecreatieve voorzieningen zoals Aviodrome,
Batavialand, Batavia Stad Fashion Outlet, Natuurpark, Oostvaardersplassen, Marker Wadden,
Werkeiland en Belevenissenbos. Met drie hotels, kleinschalige B&B’s, groepsaccommodaties en
drie campings is het aanbod voor verblijf nog beperkt. De grote hoeveelheid aan ligplaatsen,
namelijk ruim 3.000, in de jachthavens maken Lelystad één van de grootste in Nederland. Het
Stadshart heeft door het ontbreken van cultuur-historisch erfgoed vooral een lokale functie.
Hoewel de meest recente data nog niet beschikbaar zijn, zien we dat het aantal bezoekers en
overnachtingen geleidelijk aan toeneemt. Uit navraag bij verschillende voorzieningen blijkt
bijvoorbeeld dat Batavia Stad in bezoekersaantallen groeit, dat de musea het steeds beter doen
en dat de verschillende natuurgebieden ook meer bezoekers hebben ontvangen.
Het aantal evenementen loopt wel terug, terwijl het aantal bezoekers per evenement min of meer
gelijk blijft en daarmee in totaal dit bezoekersaantal afneemt. Ten opzichte van 2013 is dat
respectievelijk – 18,8% en -15,7%.
Het aantal internationale bezoekers dat vanuit Amsterdam Lelystad en Almere (het nieuwe land)
weet te vinden is ongeveer 1% van de bezoekers die de regio in gaan. Hier is nog ruimte voor
groei. Van de toeristen in Nederland komt 80% uit Europa en komt het grootste deel daarvan uit
Duitsland. Het is belangrijk voor Lelystad om te onderzoeken hoe hierop in te spelen.
Steeds meer riviercruiseschepen weten Lelystad te vinden als nieuwe bestemming. In 2017
hebben 84 schepen met 9.008 passagiers Lelystad aangedaan. De passagiers hadden met name
een Europese herkomst. Batavia Stad, de musea aan de kust en Aviodrome is voor deze
doelgroep aantrekkelijk gebleken.
Uit het imago onderzoek dat in 2015 door City Marketing Lelystad is uitgevoerd bleek dat niet-
Lelystedelingen nog niet goed bekend zijn met Lelystad en dat de aantrekkingskracht van de kust
en recreatie is afgenomen. De belangrijkste doelen van een bezoek waren vooral: een bezoek
5. Natuur, recreatie en toerisme
Programmabegroting 2019 – 2022 192
aan Batavia Stad; bezoek aan familie, kennissen, vrienden; shoppen. Bataviastad, Batavia,
Vliegveld, Stad, Aviodrome, Nieuw(bouw), Polder en Saai waren de meest genoemde
associaties. Natuur komt hier maar beperkt in terug, terwijl de ondervraagden wel hebben
aangegeven dat dit een reden is om in de toekomst vaker Lelystad te bezoeken.
Alhoewel we zien dat de betekenis van de vrijetijdssector toeneemt, weten we nog onvoldoende wie er
naar Lelystad komt, wat hij/zij doet, hoe lang, wat deze besteedt etc. Ook ontbreekt het ons nog aan een
sterke identiteit. De huidige keuze van kernkwaliteiten door de gemeente (groen, blauw, rust en ruimte)
en de kernkwaliteiten van CML (rust, stedelijk, avontuurlijk, gastvrij en zelfbewust) worden minder of
helemaal niet met Lelystad geassocieerd. Begin 2019 verwachten we de resultaten van een nieuw imago
onderzoek.
Wat is de opgave?
De grote opgave is om antwoord te geven op de vraag wat Lelystad moet doen om meer reiswaardig te
zijn. Welk goed gevoel moet een reis naar Lelystad opleveren? En wat draagt daaraan bij? Hiervoor is
het belangrijk aan te sluiten bij het DNA van Lelystad, uit te gaan van onze eigen kracht, focus aan te
brengen en keuzes te durven maken. En te komen met een overkoepelend verhaal over wat Lelystad wil
zijn en worden. Voor de verdere verkenning en verdieping worden drie hoofdlijnen onderscheiden:
1. Meer samenhang aanbrengen
Identiteit, DNA, gevoel, perceptie, USP’s, iconen zijn allemaal relevante onderwerpen in placebranding, -
marketing en - making. De vraag die voor ligt is welke identiteit bij Lelystad past en welk verhaal er moet
worden verteld (storytelling). Wat is het verbindende DNA, wat zijn de kernwaarden, waar Lelystad op
moet voortborduren voor de verdere branding, marketing en (toeristische) ontwikkeling. In de
beantwoording van deze vragen zien wij de identiteit van Lelystad kantelen, van een ‘polder’ nieuw land
naar een ‘water’ nieuw land ofwel van een stad in de polder met de rug naar het water naar een stad aan
het water. De belangrijkste motor voor deze verandering is de kanteling van de gehele kust van Lelystad,
eigenlijk zelfs een kanteling vanaf Pampus tot en met de Flevokusthaven. Door de ontwikkeling van de
Marker Wadden, het Schiereiland, Bataviakwartier en de uitlopers van de Oostvaardersplassen in het
Markermeer wordt de bijna ongenaakbare harde lijn van dijken verzacht, krijgt meerdere dimensies en
richt Lelystad zich meer op het water. Lelystad is het nieuwe nieuw land; modern, water, strand en duinen,
met als onderscheidende kernwaarden ondernemen (de vroegere pioniersgeest) en innoveren. Deze
nieuwe identiteit van de stad zal in alle ontwikkelingen van de stad vertaald moeten gaan worden, in de
belevingswaarde van Bataviakwartier, de woonconcepten voor Warande, de ontwikkeling van het
Stadshart en de te organiseren evenementen. Water zal ook in de bestaande stad een element moet zijn
dat veel prominenter kan worden beleefd. Voor Lelystad biedt deze samenhang een geweldige kans om
tot een soortgelijke faam als het Waddengebied te komen.
Voor meer samenhang zijn ook fysiek optimale verbindingen nodig. Een goed autonetwerk (inclusief de
A23), goede openbaar vervoersverbindingen tussen de grote attractiepunten, tussen Lelystad Airport,
Stadshart en Kust maar ook aantrekkelijke snelle (fiets) routes tussen de wijken en met de natuur. Op het
gebied van verblijfsrecreatie kunnen daarmee vanuit Lelystad daguitjes worden aangeboden zowel
binnen Lelystad zelf als in de omgeving, bijvoorbeeld naar Bataviastad, Aviodrome, Giethoorn, Schokland
en het Zuiderzeemuseum.
2. Vergroten en verrijken kwaliteit van de verschillende gebieden
Wanneer we spreken over gebieden, dan hebben we het over toeristisch interessante plekken die de
potentie hebben om ervoor te kunnen zorgen dat we Lelystad naar een hoger niveau tillen. In die gebieden
willen wij de gebiedskwaliteit voorop zetten en zoeken naar de succesfactoren om aantrekkelijk te zijn
voor bezoekers en ondernemers. Bataviakwartier, het hart van de kust, zal vooral meer reuring en
gezelligheid moeten bieden, een bruisend gebied met een goede mix van leisure, horeca, winkels en
wonen, die past bij de identiteit van de stad. In die zin kunnen wij leren van voorbeelden zoals
Guggenheim in Bilbao, Västerhamn in Malmö en Gunwharf Quays in Portsmouth. Opnieuw zal de vraag
gesteld moeten worden wat de balans moet zijn tussen de voorzieningen in het Stadshart en in het
Bataviakwartier. Omgekeerd blijft het ook de vraag hoe Bataviakwartier goed en aantrekkelijk kan worden
verbonden met het Stadshart.
Programmabegroting 2019 – 2022 193
We vinden het belangrijk dat onze bezoekers op de mooiste plekken kunnen recreëren, zoals op de
Marker Wadden het eerste eiland de mooiste plek is. Wij bieden hen exclusieve natuur. Lelypoort kan
daar een rol in spelen en zich door ontwikkelen tot een gebied à la Weerribben. Door de diversiteit aan
gebieden en aanbod te vergroten, wordt Lelystad in potentie aantrekkelijk voor verschillende bezoekers.
Zowel nationaal als internationaal, dag- of verblijfsbezoekers. De uitdaging is om de juiste focus aan te
brengen. In dit kader is het ook belangrijk na te gaan welke faciliterende rol Lelystad Airport kan hebben.
3. Het belang van de stadsrandzones voor recreatie en wonen
Lelystad is omsloten door natuur en water. Een belangrijke kwaliteit van en voor de stad. Als we het op
een grotere schaal bekijken dan liggen de woonwijken, de natuur en het water relatief ver uit elkaar. Het
is dan belangrijk om meer de verwevenheid aan te brengen tussen de natuur, het water en de woonwijken.
Het realiseren van deze vervlechting tussen natuur, het water en de woonwijken zal enerzijds het
recreëren in de nabije omgeving stimuleren en anderzijds de woonkwaliteit verbeteren. Zo kan in
Warande de verwevenheid met het Hollandse Hout en de Oostvaardersplassen gerealiseerd worden.
Wonen in eenzelfde soort landschap als de Oostvaardersplassen vergroot de woonkwaliteit en daarmee
ook de aantrekkelijkheid van de stad. Ook in de bestaande stad zien wij kansen om deze verwevenheid
met natuur en water meer aan te brengen.
2 - Wonen
8 - Verkeer en vervoer
9 - Toerisme en recreatie
11 - Sport en bewegen
13 - Omgevingswet
Gerelateerde thema's raadsprogramma
Programmabegroting 2019 – 2022 194
Bijlage 2: Subsidieoverzicht
De hoogte van de aangevraagde subsidies is bepalend voor de verantwoordingseisen. De specificaties
van de verleende subsidies sluiten aan bij de verantwoordingseisen die op basis van bedrag worden
gesteld aan subsidies:
Subsidies tot €5.000
Subsidies van €5.000 tot €100.000
Subsidies van €100.000 of meer
In deze bijlage wordt er een specificatie opgenomen van de subsidieplafonds in 2019, de 1e lijst geeft de
subsidieplafonds weer van de zogenoemde begrotingssubsidies (gekoppeld aan de vigerende begroting
waarbij per instelling het plafond vastligt). De 2e lijst geeft de subsidieplanfonds 2019 weer van de overige
regelingen, waarbij per regeling een plafond geldt.
Daarnaast is in deze bijlage is een specificatie opgenomen van de (tot nog toe) verleende subsidies 2018.
Bij de jaarrekening 2018 wordt een lijst met definitief verleende subsidies 2018 opgenomen. Om inzicht
te geven in de verschillende soorten subsidies, gerelateerd aan de binnen deze programmabegroting
opgenomen taakvelden, zijn er verschillende dwarsdoorsnedes van de data gemaakt:
1) De 1e lijst geeft de subsidieplafonds 2019 per begrotingssubsidie weer.
2) De 2e lijst geeft de subsidieplafonds 2019 per regeling weer.
3) De 3e lijst geeft de verleende subsidies per taakveld weer.
4) De 4e lijst geeft het verleende subsidie bedrag per instelling weer.
Hieronder wordt per taakveld het verleende subsidie bedrag 2018 weergegeven.
Verleende subsidies 2018 per verantwoordingscategorieStand tot 3 september 2018
Aantal
subsidies
Bedrag
verleend
1- €0 - €5.000 65 127.932
2- €5.000 -€100.000 100 2.783.635
3- €100.000 en meer 28 29.973.854
Eindtotaal 193 32.885.421
Verleende subsidies 2018 per taakveldStand tot 3 september 2018
Aantal
subsidies
Bedrag
verleend
1.2 - Openbare orde en Veiligheid 3 132.176
2.1 - Verkeer en vervoer 1 22.567
2.5 - Openbaar vervoer 2 2.142.430
3.1 - Economische ontwikkeling 2 502.500
3.3 - Bedrijfsloket en -regelingen 2 246.860
4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 22 6.794.089
5.1 - Sportbeleid en activering 37 140.390
5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 40 3.105.395
5.6 - Media 3 2.287.772
6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie 44 8.840.956
6.2 - Wijkteams 1 15.000
6.3 - Inkomensregelingen 6 391.564
6.5 - Arbeidsparticipatieinstrumenten gericht op toeleiding naar werk 2 435.424
6.72 - Maatwerkdienstverlening 18- 7 5.452.622
6.81 - Geëscaleerde zorg 18+ 4 537.553
7.1 - Volksgezondheid 11 1.626.747
7.4 - Milieubeheer 4 135.059
8.1 - Ruimtelijke Ordening 2 76.318
Eindtotaal 193 32.885.421
Programmabegroting 2019 – 2022 195
1. Subsidieplafonds 2019 begrotingssubsidies
Naam Omschrijving subsidie Plafond
Blijfgroep Steunpunt Huiselijk Geweld Lelystad 78.000
Bureau Gelijke Behandeling Flevoland HLTBI-beleid 45.000
Bureau Gelijke Behandeling Flevoland Jaarlijkse subsidie incl. WGA taken) 59.630
De Kubus Centrum voor kunst en cultuur Jaarlijkse subsidie Corneel (underground) 351.119
De Kubus Centrum voor kunst en cultuur Jaarlijkse subsidie Kubus 1.390.760
GGD Flevoland Sociale veiligheid/ Coördinatie nazorg ex- gedetineerden 40.332
GGD Flevoland Uitvoering plusprodukten 295.001
GGD Flevoland PGA 8.000
Humanitas district Noordwest Homestart 83.525
Humanitas district Noordwest Thuisadministratie 61.955
Interkerkelijk Diaconaal Overleg IDO Jaarlijkse subsidie 365.657
IVN Stappenplan curriculum duurzaamheid onderwijs 15.000
Jeugdfonds sport en cultuur Subsidie jeugdfonds sport en cultuur 270.000
Jinc Flevoland Loopbaanorienatie voor jongeren 37.000
Kwintes Eropaf Team 47.380
Kwintes GGZ Inloop 144.000
Leger des Heils Maatschappelijke opvang 320.240
Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF) Jaarlijkse subsidie 3.020.882
MEE IJsseloevers Jaarlijkse subsidie 773.500
Samenwerkingsverband Jeugd en Gezinsteams Jeugd en gezinsteams 5.000.000
Slachtofferhulp Nederland Jaarlijkse activiteiten slachtofferhulp 16.062
Sportbedrijf Lelystad Jaarlijkse subsidie 3.798.142
Sportservice Flevoland Watersportlessen 20.000
Stichting Agora Jaarlijkse subsidie 1.042.441
Stichting Architectuur, Landschap & Stedenbouw (ALS) Open monumentendag 4.000
Stichting Buurtvaders Lelystad Buurtvaders 13.599
Stichting De Lelystadse boer Hofleverancier De Lelystadse Boer 28.500
Stichting Dierenweiden Lelystad Jaarlijkse activiteiten 10.000
Stichting Erfgoedpark Batavialand Erfgoedcommissie 3.500
Stichting Filmtheater Lelystad Vertonen van kwaliteitsfilms 5.218
Stichting Flevomeer Bibliotheek Jaarlijkse subsidie 2.312.608
Stichting Georganiseerd Overleg Lelystad (GOL) Jaarlijkse subsidie 43.000
Stichting Icare Jeugdgezondheidszorg Jaarlijkse subsidie uniform, maatdeel, prenatale zorg 1.304.594
Stichting Icare Thuiszorg Ernstig ontregende gezinnen (gezondheidszorg) 126.610
Stichting Leergeld Lelystad Ondersteuning ouders leerlingen 40.000
Stichting Lelystadse Uitdaging Lelystadse Uitdaging 12.500
Stichting Radio Lelystad Omroepprogramma 15.692
Stichting Radio Lelystad Investering in Mediahub 8.000
Stichting School Combinatiefuncties 79.000
Stichting VanHarte Buurtmobilisatie 24.000
Stichting Welzijn Lelystad Huis voor Taal/WEB 78.313
Stichting Welzijn Lelystad Jaarlijkse subsidie 4.275.000
Tatus Verslavingszorg Gezondheidszorg 71.500
Timon Maatschappelijke opvang 51.050
Veilig Verkeer Lelystad activiteiten rondom veilig verkeer in Lelystad 21.544
Vereniging Natuur- en milieufederatie Flevoland (NMFF) MVO in het onderwijs 1.000
Vereniging Natuur- en milieufederatie Flevoland (NMFF) innovatietafels bedrijfsleven en onderwijs 20.000
Vereniging Natuur- en milieufederatie Flevoland (NMFF) Energieloket 65.000
Vraag Elkaar Subsidie vraag elkaar 50.000
25.947.854
Begrotingsubsidies 2019
Totaal begrotingssubsidies 2019
Programmabegroting 2019 – 2022 196
2. Subsidieplafonds 2019 per regeling
Naam Plafond
Subsidieregeling kaderopleidingen sport 4.069
Subsidieregeling sportevenementen 25.419
Subsidieregeling investeringen sportaccommodaties 26.261
Subsidieregeling deskundig technische leiding sport 61.326
Subsidieregeling watersport 45.726
Subsidieregeling breedtesport 21.144
Subsidieregeling investeringen amateurkunstverenigingen 2.500
Subsidieregeling deskundigheidsbevordering amateurkunstverenigingen 2.500
Subsidieregeling amateurkunst 1e half jaar 26.468
Subsidieregeling amateurkunst 2e half jaar 26.468
Subsidieregeling beeldende kunsten en vormgeving 123.100
Subsidieregeling podiumkunsten 53.999
Subsidieregeling letteren 26.000
Subsidieregeling activiteiten vrijwilligers- en zelforganisaties
Subsidieregeling evenementen vrijwilligers- en zelforganisaties
Subsidieregeling zelfstandige buurcentra 61.243
Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie 2019 2.400.000
Subsidieregeling Lokaal Educatieve Agenda Lelystad 2019-2022 250.000
Subsidieregeling activiteitenbudget brede school 85.194
Totaal subsidie regelingen 3.416.417
175.000
Subsidieregelingen 2019
Programmabegroting 2019 – 2022 197
3. Verleende subsidies per taakveld
Taakveld Instelling Omschrijving subsidieAantal
subsidies
Bedrag
verleend
1.2 - Openbare orde en Veiligheid GGD Flevoland Proces coordinatie nazorg ex-gedetineerden
jeugd
1 40.775
Stichting Blijfgroep Dependance en 1 kindgroep huiselijk geweld 1 78.136
Stichting Buurtvaders Lelystad Jaarlijkse activiteiten buurtvaders 1 13.265
Totaal 1.2 - Openbare orde en Veiligheid 3 132.176
2.1 - Verkeer en vervoer Veilig Verkeer Lelystad Projecten verkeersveiligheid 1 22.567
Totaal 2.1 - Verkeer en vervoer 1 22.567
2.5 - Openbaar vervoer Arriva Personenvervoer Nederland BVExploitatiesubsidie 2018 1 2.137.430
Buurtbusvereniging Lelystad subsidieverlening exploitatie buurtbus 2018 1 5.000
Totaal 2.5 - Openbaar vervoer 2 2.142.430
3.1 - Economische ontwikkeling Rijkswaterstaat Markerwadden 1 500.000
Stichting Tulpenroute Dronten Tulpenroute Flevoland 1 2.500
Totaal 3.1 - Economische ontwikkeling 2 502.500
3.3 - Bedrijfsloket en -regelingen Stichting BIZ-Larserpoort Begrotingssubsidie 1 94.860
Stichting Ondernemersfonds
Lelystad-centrum
inwonersactiviteiten 1 152.000
Totaal 3.3 - Bedrijfsloket en -regelingen 2 246.860
4.3 - Onderwijsbeleid en
leerlingenzaken
De Kubus Centrum voor kunst en
cultuur
School in verbinding 1 23.000
GO! Kinderopvang Subsidie peuterspeelzaalwerk 1 127.680
Subsidie voor- en vroegschoolse educatie 1 1.857.012
MBO College Lelystad RIF Techpark 3e trance Airport 1 20.000
Peuterspeelzaal De Sterretjes Subsidie peuterspeelzaalwerk 1 19.950
Sportbedrijf Lelystad Diverse activiteiten 1 3.787.989
St. Peuterspeelzaal De Dukkies Peuterspeelzaalwerk 1 21.280
Stichting Christelijk Primair
Onderwijs (SCPO)
Cultuur- en techniekonderwijs 1 5.000
Subsidie activiteitenbudget brede school 1 14.199
Subsidie voor- en vroegschoolse educatie 1 42.000
Stichting Icare
Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
Subsidie voor- en vroegschoolse educatie 1 35.312
Stichting Katholiek Onderwijs
Flevoland-Veluwe
Subsidie activiteitenbudget brede school 1 7.100
Subsidie voor- en vroegschoolse educatie 1 92.500
Stichting Peuterspeelzaal De
Roezemoes
Subsidie peuterspeelzaalwerk 1 47.880
Stichting Peuterspeelzaal Extra
Lelystad
Subsidie peuterspeelzaalwerk 1 50.642
Stichting School Combinatiefuncties 1 79.000
Primaire ontwikkeling jonge kinderen 1 194.650
School in verbinding 1 63.896
Taalverwerving groep 3-4 2e halfjaar 1 50.000
Stichting voor Voortgezet
Onderwijs Lelystad (SVOL)
IBC 1 20.000
Op de rails - Handelingsgericht werken 1 230.000
solar boat uitwisseling 1 5.000
Totaal 4.3 - Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 22 6.794.089
Verleende subsidies 2018 per taakveld
Programmabegroting 2019 – 2022 198
Taakveld Instelling Omschrijving subsidieAantal
subsidies
Bedrag
verleend
5.1 - Sportbeleid en activering Atletiekvereniging Spirit Herstel kantine 1 12.500
Subsidie technische leiding sport 2018 1 4.920
Babaloesport Scholierensport 1 200
Basketbalvereniging
Flevomusketiers
Scholierensport 1 225
Schoolbasketbaltoernooi 1 1.200
Subsidie kaderopleidingen sport 1 1.688
Subsidie technische leiding sport 2018 1 1.575
Damvereniging Lelystad Scholierensport 1 175
Flevostar Subsidie breedtesport 1 700
Gymnastiekvereniging Lelystad Subsidie technische leiding sport 2018 1 12.500
Handboogschutterij Artemis
Lelystad
Scholierensport 1 225
Indoor Tennisvereniging Lelystad Investeringen sportaccommodaties 1 850
Subsidie technische leiding sport 1 2.700
Joulz personal trainer scholierensport - Kids bootcamp 1 150
Lawn Tennisvereniging Lelystad LED-Verlichting 1 12.911
Leger des Heils Flevoland Dutch street cup 2018 1 5.000
Mixed Hockeyclub Lelystad Subsidie technische leiding sport 2018 1 12.500
Ontwikkelingsmaatschappij
Flevoland B.V., Team Sportservice
Flevoland
Lucky wheels 2018 1 2.820
Own the spot 2018 1 2.000
Talentontwikkeling 1 5.000
Watersportlessen 2018 1 21.686
Watersportondersteuning 1 5.000
Organisatie Schoolvoetbaltoernooi
Schoolvoetbaltoernooi 2018 1 1.000
Schaatstrainingsgroep Lelystad organiseren en promoten van het schaatsen 1 3.000
Scoutingvereniging luchtscouts
vliegveld Lelystad
Scholierensport 1 100
Stichting Schaatspromotie
Flevoland
Schaatswedstrijden Oostvaardersplassen 2018 1 1.600
Stichting Scouting John F. Kennedy
Scholierensport 1 250
Stichting Zeebodemloop Zeebodemloop 2018 1 500
SV Lelystad'67 Subsidie technische leiding sport 1 12.500
Taekwondoschool Scholierensport 1 150
Tennisvereniging Poseidon Scholierensport 1 300
Toerclub Flevoland Omloop Flevoland 1 2.500
Volleybalvereniging Volta Klaverblad Volta openingstoernooi 1 3.250
Subsidie technische leiding sport 2018 1 735
Warrior skillz Scholierensport 1 250
Watersportvereniging Lelystad BWA Regatta 15 juni 2018 1 5.000
Watersportvereniging Lelystad-
Haven
50 mijl 1 2.730
Totaal 5.1 - Sportbeleid en activering 37 140.390
Verleende subsidies 2018 per taakveld (vervolg)
Programmabegroting 2019 – 2022 199
Taakveld Instelling Omschrijving subsidieAantal
subsidies
Bedrag
verleend
5.3 - Cultuurpresentatie,
cultuurproductie en
cultuurparticipatie Chr. Mannenkoor Lelystad
Kerstconcert 19.12.18. 1 2.000
Paasconcert 31.03.18. 1 2.000
COV Stella Maris Deskundigheidsbevordering 1 1.250
Voorbereiding en uitvoering drie klassieke
oratoria
1 16.000
De Kubus Centrum voor kunst en
cultuur
Iktoon - Inhuur externe deskundigheid en huur 1 5.000
Intendant 1 50.500
Jaarlijkse subsidie 1 1.402.697
Projectplan Kunstbende 1 2.500
Underground 1 351.119
Underground - Kajuitsessies 1 2.640
Gospelkoor Sign4U Concerten - sing-in 1 275
Harmonieorkest Lelystad Concerten en optredens 2e halfjaar 1 1.500
Diverse concerten en projecten 1e halfjaar 2018 1 1.500
Kamerkoor Lelystad Aanleren basisvaardigheden 1 800
Kerstconcert 22.12.18. 1 1.950
Requiem Fauré 29.04.18 1 1.200
Kunstenaarsvereniging Flevoland
(KVF)
Natuurkunstpark voorjaar-najaar 1 17.000
Mensen Dingen Bluesfestival maart - september 2018 1 1.500
Koningsdag 26 en 27 april 2018. 1 2.500
Verkiezing nachtburgemeester 1 1.000
Show- en trompetterkorps X-
treme
Diverse optredens 1e halfjaar 2018 1 1.105
Optredens 2e halfjaar 2018 1 1.300
Stichting #Loods32 Straat op de kaart - kunstenaarsproject 1 5.000
Stichting Agora Jaarlijkse subsidie 1 1.126.289
Stichting Amare Consort Diverse muziekvoorstellingen juli - december
2018
1 500
Huiskamerconcerten 1e helft 2018 1 1.000
Stichting Apollo Componistendagen 05.11.18. 1 2.500
Stichting Architectuur, Landschap
& Stedenbouw (ALS)
erfgoed - Open monumentendag 2018 1 3.200
Stichting Culturale Tour of ART Flevoland 1 6.750
Stichting Dancetour 12e editie dancetour 1 14.000
Stichting erfgoedpark Batavialand Erfgoedcommissie 1 3.500
Stichting Filmtheater Lelystad Vertonen van kwaliteitsfilms 1 5.000
Stichting Internationaal
Zomerfestival Flevoland
Travelling in Baroque 1 1.000
Stichting Jolpop Muziekfestival en kinderfestijn Kustwijkpark 1 2.000
Stichting Kunstuitleen Flevoland Exploitatie kunstuitleen en exposities 1 18.000
Stichting NFFS Nationaal Filmfestival
voor Scholieren
14e festivaldag 1 10.000
Stichting Radio Lelystad Investering in Mediahub 1 8.320
Verzorgen lokale programma's 1 15.000
Stichting Uitgast Voorbereiding en uitvoering klassiek
muziekfestival
1 12.000
Theatergroep Droog! Toneelstuk "'t Hemel op aarde' 1 4.000
Totaal 5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 40 3.105.395
5.6 - Media Stichting Flevomeerbibliotheek Jaarlijkse subsidie 1 2.268.272
Stichting Poëtikos 14e stadsdichtersdag 01.09.18. 1 4.500
Stichting Zonnewende Flevoland
(SZF)
Sunsation 1 15.000
Totaal 5.6 - Media 3 2.287.772
Verleende subsidies 2018 per taakveld (vervolg)
Programmabegroting 2019 – 2022 200
Taakveld Instelling Omschrijving subsidieAantal
subsidies
Bedrag
verleend
6.1 - Samenkracht en
burgerparticipatie
Bureau Gelijke Behandeling
Flevoland
Klachtenbehandeling, registratie, training,
preventie en advisering
1 59.630
LHBTI-beleid 1 35.770
Rijkssubsidie voor LHTBI-beleid 1 20.000
Buurtvereniging Het Palet Subsidie zelfstandige buurtcentra 1 12.150
GGD Flevoland Plusprodukten 1 291.929
Uitvoering Preventie Versterkt 1 100.000
Humanitas district Noordwest /
afdeling Lelystad/Dronten
Homestart 1 83.328
Subsidie activiteiten vrijwilligers- en zelforg. 1 2.870
Thuisadministratie 1 62.903
Interkerkelijk Diaconaal Overleg
IDO
Diverse activiteiten 1 369.680
MDF reguliere activiteiten 1 2.966.155
NVZ de Zonnebloem Subsidie activiteiten vrijwilligers- en zelforg. 1 4.000
OSOL Subsidie activiteiten vrijwilligers- en zelforg. 1 4.900
Oudgediendenvereniging
Brandweer Lelystad
Subsidie activiteiten vrijwilligers- en zelforg. 1 2.500
Participatie Team Lelystad (P-
team)
Ontmoeting en verbinding 24 juni 2018 1 3.551
Platform Vrouwen aan Zet (VAZ) Vrouwendag 1 4.000
Repaircafe Lelystad Activiteiten vrijwilligers- en zelforganisaties 1 2.698
Scouting Ascanen Lelystad Subsidie activiteiten vrijwilligers- en zelforg. 1 3.600
Scoutingvereniging luchtscouts
vliegveld Lelystad
Subsidie activiteiten vrijwilligers- en zelforg. 1 6.000
Slachtofferhulp Nederland Jaarlijkse subsidie 1 16.062
St. Schateiland Waterwijk Activiteiten vrijwilligers- en zelforganisaties 1 8.000
Stal Subsidie activiteiten vrijwilligers- en zelforg. 1 8.000
Stichting Bram Lelystad Naschoolse en vakantieactiviteiten 1 23.550
Stichting Buurtcentrum De Brink Subsidie zelfstandige buurtcentra 1 25.578
Stichting Buurtcentrum De Joon Subsidie activiteiten vrijwilligers- en zelforg. 1 8.000
Stichting De Verborgen Bron Subsidie activiteiten vrijwilligers- en zelforg. 1 8.000
Stichting Dierenweiden Lelystad Dierenweiden 1 10.000
Stichting Georganiseerd Overleg
Lelystad (GOL)
Activiteiten 1 43.473
Stichting Het belevenissenbos
Lelystad
Subsidie activiteiten vrijwilligers- en zelforg. 1 8.000
Stichting Icare
Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
Preventie versterkt 1 100.000
Stichting Inloophuis Passie Activitetiten vrijwilligers- en zelforganisaties 1 8.000
Stichting Insaf Activiteiten vrijwilligers- en zelforganisaties 1 8.000
Stichting Mamyo Bondu en Promovata 1 4.000
Diverse activiteiten 1 4.000
Stichting MFA de Windhoek Subsidie zelfstandige buurtcentra 1 15.650
Stichting Respijthuis Exploitatie logeerhuis 1 75.000
Stichting Samen en Sociaal Sociaal restaurant Aan tafel 1 8.000
Stichting Scouting Bramzijger Subsidie activiteiten vrijwilligers- en zelforg. 1 8.000
Stichting Scouting John F. Kennedy Activiteiten vrijwilligers- en zelforganisaties 1 6.000
Stichting VanHarte Buurtmobilisatie 1 12.000
Stichting Vrienden van
Woonzorgcentra Flevoland
Subsidie activiteiten vrijwilligers- en zelforg. 1 4.000
Stichting Vrouwen Activiteiten
Centrum (VAC)
Activiteiten vrijwilligers- en zelforganisaties 1 8.000
Stichting Welzijn Lelystad Diverse activiteiten 1 4.320.935
Vraag Elkaar jaarlijke bijdrage 1 65.043
Totaal 6.1 - Samenkracht en burgerparticipatie 44 8.840.956
6.2 - Wijkteams Sensoor Pionierslokatie 1 15.000
Totaal 6.2 - Wijkteams 1 15.000
6.3 - Inkomensregelingen GGD Flevoland JOGG-regisseur 1 30.000
Stichting jeugdcultuurfonds
Lelystad/Flevoland
WIZ - Jeugdcultuufonds 1 80.000
Stichting Jeugdsportfonds
Lelystad/Flevoland
WIZ - Jeugdsportfonds 2018 1 205.000
Stichting Leergeld Lelystad subsidie leergeld 1 50.000
Stichting School LKT minimabeleid 1 10.000
Vereniging Kies & co Kinderwijkraad 1 16.564
Totaal 6.3 - Inkomensregelingen 6 391.564
6.5 -
Arbeidsparticipatieinstrumenten
gericht op toeleiding naar werk Stichting Eduvier
Flevodrome 1 350.000
Stichting Welzijn Lelystad WEB - Huis voor Taal 1 85.424
Totaal 6.5 - Arbeidsparticipatieinstrumenten gericht op toeleiding naar werk 2 435.424
Verleende subsidies 2018 per taakveld (vervolg)
Programmabegroting 2019 – 2022 201
Taakveld Instelling Omschrijving subsidieAantal
subsidies
Bedrag
verleend
6.72 - Maatwerkdienstverlening 18-
Kwintes
Uitvoering taken JGT's 1 204.290
MDF Uitvoering taken Jeugd & gezinsteams 1 248.646
Stichting Icare
Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
Uitvoering taken JGT's 1 86.520
Stichting Psychogoed (T) E-health - Echtscheidingen - Steun je kind 1 29.400
Therapeutisch centrum GGZ (T) Psychoflex 1 50.000
Triade Flevoland JGT 1 1.110.885
Vitree Uitvoering taken JGT's 1 3.722.882
Totaal 6.72 - Maatwerkdienstverlening 18- 7 5.452.622
6.81 - Geëscaleerde zorg 18+ Kwintes GGZ-inloop 1 114.804
Maatschappelijke opvang - Erop Af team 1 47.380
Leger des Heils Flevoland WMO - maatschappelijke opvang 1 323.760
Zorgcontractering Timon Maatschappelijke opvang moeders 1 51.609
Totaal 6.81 - Geëscaleerde zorg 18+ 4 537.553
7.1 - Volksgezondheid Allerzorg Voorzieningen zorginfrastructuur 1 19.836
Amethist verslavingszorg
Flevoland
Sociale activering en veegproject 1 23.040
Buurtzorg Nederland Voorzieningen zorginfrastructuur 1 6.150
Stichting Icare
Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
4 jaar plus en maatwerkactiviteiten 1 1.281.754
Stichting Icare Verpleging en
verzorging en Thuiszorg
Voorzieningen zorginfrastructuur 1 63.970
Stichting Icare Verpleging en
Verzorging Rayon Flevo Veluwe
Noord
Thuisbegeleiding ernstig ontregelde huishoudens 1 127.997
Stichting Lelystadse Uitdaging Lelystadse uitdaging 1 12.500
Stichting Welzijn Lelystad Welzijn op recept - Gezond in de stad (GIDS) 1 10.000
Tactus verslavingszorg Intact herstel en zelfhulp 1 2.300
Sociale activering en veegproject 1 23.040
Verslavingspreventie 1 56.160
Totaal 7.1 - Volksgezondheid 11 1.626.747
7.4 - Milieubeheer Stichting De Lelystadse boer Hofleverancier De Lelystadse boer 1 25.000
Stichting Probos Biomassateelt op restgronden 1 25.000
Vereniging Natuur- en
milieufederatie Flevoland (NMFF)
Innovatietafels bedrijfsleven en onderwijs 1 20.000
Stimuleren particuliere woningeigenaren 1 65.059
Totaal 7.4 - Milieubeheer 4 135.059
8.1 - Ruimtelijke Ordening Maatschap Rodenburg Verduurzaming boerderij 1 50.000
Stichting CDO Technische ondersteuning geluid 1 26.318
Totaal 8.1 - Ruimtelijke Ordening 2 76.318
Eindtotaal 193 32.885.421
Verleende subsidies 2018 per taakveld (vervolg)
Programmabegroting 2019 – 2022 202
4. Verleend subsidie bedrag per instelling
Verleende subsidies 2018 per instellingStand tot 3 september 2018
Aantal
subsidies
Bedrag
verleend
Allerzorg 1 19.836
Amethist verslavingszorg Flevoland 1 23.040
Arriva Personenvervoer Nederland BV 1 2.137.430
Atletiekvereniging Spirit 2 17.420
Babaloesport 1 200
Basketbalvereniging Flevomusketiers 4 4.688
Bureau Gelijke Behandeling Flevoland 3 115.400
Buurtbusvereniging Lelystad 1 5.000
Buurtvereniging Het Palet 1 12.150
Buurtzorg Nederland 1 6.150
Chr. Mannenkoor Lelystad 2 4.000
COV Stella Maris 2 17.250
Damvereniging Lelystad 1 175
De Kubus Centrum voor kunst en cultuur 7 1.837.456
Flevostar 1 700
GGD Flevoland 4 462.704
GO! Kinderopvang 2 1.984.692
Gospelkoor Sign4U 1 275
Gymnastiekvereniging Lelystad 1 12.500
Handboogschutterij Artemis Lelystad 1 225
Harmonieorkest Lelystad 2 3.000
Humanitas district Noordwest / afdeling Lelystad/Dronten 3 149.101
Indoor Tennisvereniging Lelystad 2 3.550
Interkerkelijk Diaconaal Overleg IDO t.a.v. Veerle Rooze 1 369.680
Joulz personal trainer 1 150
Kamerkoor Lelystad 3 3.950
Kunstenaarsvereniging Flevoland (KVF) 1 17.000
Kwintes 3 366.474
Lawn Tennisvereniging Lelystad 1 12.911
Leger des Heils Flevoland 2 328.760
Maatschap Rodenburg 1 50.000
MBO College Lelystad 1 20.000
MDF 2 3.214.801
Mensen Dingen 3 5.000
Mixed Hockeyclub Lelystad 1 12.500
NVZ de Zonnebloem 1 4.000
Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland B.V., Team Sportservice Flevoland 5 36.506
Organisatie Schoolvoetbaltoernooi 1 1.000
OSOL 1 4.900
Oudgediendenvereniging Brandweer Lelystad 1 2.500
Participatie Team Lelystad (P-team) 1 3.551
Peuterspeelzaal De Sterretjes 1 19.950
Platform Vrouwen aan Zet (VAZ) 1 4.000
Repaircafe Lelystad 1 2.698
Rijkswaterstaat 1 500.000
Schaatstrainingsgroep Lelystad 1 3.000
Scouting Ascanen Lelystad 1 3.600
Programmabegroting 2019 – 2022 203
Verleende subsidies 2018 per instelling (vervolg)Stand tot 3 september 2018
Aantal
subsidies
Bedrag
verleend
Scoutingvereniging luchtscouts vliegveld Lelystad 2 6.100
Sensoor 1 15.000
Show- en trompetterkorps X-treme 2 2.405
Slachtofferhulp Nederland 1 16.062
Sportbedrijf Lelystad 1 3.787.989
St. Peuterspeelzaal De Dukkies 1 21.280
St. Schateiland Waterwijk 1 8.000
Stal 1 8.000
Stichting #Loods32 1 5.000
Stichting Agora 1 1.126.289
Stichting Amare Consort 2 1.500
Stichting Apollo 1 2.500
Stichting Architectuur, Landschap & Stedenbouw (ALS) 1 3.200
Stichting BIZ-Larserpoort 1 94.860
Stichting Blijfgroep 1 78.136
Stichting Bram Lelystad 1 23.550
Stichting Buurtcentrum De Brink 1 25.578
Stichting Buurtcentrum De Joon 1 8.000
Stichting Buurtvaders Lelystad 1 13.265
Stichting CDO 1 26.318
Stichting Christelijk Primair Onderwijs (SCPO) 3 61.199
Stichting Culturale 1 6.750
Stichting Dancetour 1 14.000
Stichting De Lelystadse boer 1 25.000
Stichting De Verborgen Bron 1 8.000
Stichting Dierenweiden Lelystad 1 10.000
Stichting Eduvier 1 350.000
Stichting erfgoedpark Batavialand 1 3.500
Stichting Filmtheater Lelystad 1 5.000
Stichting Flevomeerbibliotheek 1 2.268.272
Stichting Georganiseerd Overleg Lelystad (GOL) 1 43.473
Stichting Het belevenissenbos Lelystad 1 8.000
Stichting Icare Jeugdgezondheidszorg (JGZ) 4 1.503.586
Stichting Icare Verpleging en verzorging en Thuiszorg 1 63.970
Stichting Icare Verpleging en Verzorging Rayon Flevo Veluwe Noord 1 127.997
Stichting Inloophuis Passie 1 8.000
Stichting Insaf 1 8.000
Stichting Internationaal Zomerfestival Flevoland 1 1.000
Stichting jeugdcultuurfonds Lelystad/Flevoland 1 80.000
Stichting Jeugdsportfonds Lelystad/Flevoland 1 205.000
Stichting Jolpop 1 2.000
Stichting Katholiek Onderwijs Flevoland-Veluwe 2 99.600
Stichting Kunstuitleen Flevoland 1 18.000
Stichting Leergeld Lelystad 1 50.000
Stichting Lelystadse Uitdaging 1 12.500
Programmabegroting 2019 – 2022 204
Verleende subsidies 2018 per instelling (vervolg)Stand tot 3 september 2018
Aantal
subsidies
Bedrag
verleend
Stichting Mamyo 2 8.000
Stichting MFA de Windhoek 1 15.650
Stichting NFFS Nationaal Filmfestival voor Scholieren 1 10.000
Stichting Ondernemersfonds Lelystad-centrum 1 152.000
Stichting Peuterspeelzaal De Roezemoes 1 47.880
Stichting Peuterspeelzaal Extra Lelystad 1 50.642
Stichting Poëtikos 1 4.500
Stichting Probos 1 25.000
Stichting Psychogoed 1 29.400
Stichting Radio Lelystad 2 23.320
Stichting Respijthuis 1 75.000
Stichting Samen en Sociaal 1 8.000
Stichting Schaatspromotie Flevoland 1 1.600
Stichting School 5 397.546
Stichting Scouting Bramzijger 1 8.000
Stichting Scouting John F. Kennedy 2 6.250
Stichting Tulpenroute Dronten 1 2.500
Stichting Uitgast 1 12.000
Stichting VanHarte 1 12.000
Stichting voor Voortgezet Onderwijs Lelystad (SVOL) 3 255.000
Stichting Vrienden van Woonzorgcentra Flevoland 1 4.000
Stichting Vrouwen Activiteiten Centrum (VAC) 1 8.000
Stichting Welzijn Lelystad 3 4.416.359
Stichting Zeebodemloop 1 500
Stichting Zonnewende Flevoland (SZF) 1 15.000
SV Lelystad'67 1 12.500
Tactus verslavingszorg 3 81.500
Taekwondoschool 1 150
Tennisvereniging Poseidon 1 300
Theatergroep Droog! 1 4.000
Therapeutisch centrum GGZ 1 50.000
Toerclub Flevoland 1 2.500
Triade Flevoland 1 1.110.885
Veilig Verkeer Lelystad 1 22.567
Vereniging Kies & co 1 16.564
Vereniging Natuur- en milieufederatie Flevoland (NMFF) 2 85.059
Vitree 1 3.722.882
Volleybalvereniging Volta 2 3.985
Vraag Elkaar 1 65.043
Warrior skillz 1 250
Watersportvereniging Lelystad 1 5.000
Watersportvereniging Lelystad-Haven 1 2.730
Zorgcontractering Timon 1 51.609
Eindtotaal 193 32.885.421
Programmabegroting 2019 – 2022 205
Bijlage 3: Afkortingenlijst
Betekenis
A ABP Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
AD Algemene Dienst
AGC Ontwikkeling maatschappij Airport Garden City
ALS Architectuur, Landschap & Stedenbouw
AV Audio-visueel
AVG Algemene Verordening Gegevensbescherming
B BBV Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten
BCF BTW-Compensatiefonds
BIG Baseline Informatieveiligheid Gemeenten
BIZ Bedrijven Investeringszone
BNG Bank Nederlandse Gemeenten
BOR Beleidsplan Openbare Ruimte
BRO Basisregistratie Ondergrond
BRP Basisregistratie Personen
BUIG Gebundelde uitkering
BWA Blue Water App
BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
C CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst
CBS Centraal Bureau voor de Statistiek
CDO Club Direct Omwonenden (Lelystad Airport)
CEO CliëntErvaringsOnderzoeken
CISO Chief Information Security Officer
CML City Marketing Lelystad
COELO Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden
CPB Centraal Planbureau
CPS Coöperatie ParkeerService
D DIV Documentaire Informatievoorziening
DO Dagelijks Onderhoud
DU Decentralisatie Uitkering
DUO Dienst Uitvoering Onderwijs
E EBB Enquête beroepsbevolking
ECB Europese Centrale Bank
EHBO Exploitatie, Handhaving, Beheer en Onderhoud
EMU Economische en Monetaire Unie
ERD Eigenrisicodrager
F FG Functionaris Gegevensbescherming
FIDO Financiering Decentrale Overheden
FLO Ffunctioneel Leeftijdsontslag
FMI de functiemengingsindex
FTE Fulltime-equivalent
Afkorting
Programmabegroting 2019 – 2022 206
Betekenis
G GGD Gemeentelijke GezondheidsDienst
GGZ Geestelijke Gezondheidszorg
GHOR Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie in de Regio
GIDS Gezond In De Stad
GO Groot Onderhoud
GOL Georganiseerd Overleg Lelystad
GPK Gehandicaptenparkeerkaarten
GPP Gehandicaptenparkeerplaatsen
GR Gemeenschappelijke regeling
GROP GGD Rampen Opvang Plan
GRP Gemeentelijk Rioleringsplan
H HFA Het Flevolands Archief
HLTB homoseksuele, lesbische, transgender of biseksueel
HUP Handhavingsuitvoeringsprogramma
I IBC International Business College
IBP InterBestuurlijk Programma
IBT Inter Bestuurlijk Toezicht
ICL Interdepartementele Commissie Lelystad
ICT Informatie- en CommunicatieTechnologie
IDO Interkerkelijk Diaconaal Overleg
IFLO Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden
I-GHOR Integraal Grootonderhoud Openbare Ruimte
IHP Integraal HuisvestingsPlan
IKK Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderkopvang
IOAW Inkomensvoorziening voor Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werknemers
ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
IU SD Integratie Uitkering Sociaal Domein
IVP Integraal VeiligheidsPlan
J JB Jeugdbescherming
JGZ JeugdGezondheidsZorg
JOGG Jongeren Op Gezond Gewicht
JR Jeugdreclassering
K KSP Kwaliteitsstructuurplan
KVF Kunstenaarsvereniging Flevoland
KWH Kilowattuur
L LAB Lelystad Airport Buisinesspark
LEA Lokale Educatieve Agenda
LED Licht-Emitterende Diode
LISA Landelijk Informatiesysteem van Arbeidsplaatsen
LKS Loonkostensubsidie
LKT Lelystad Kenniscentrum Talent
LNL Lelystad Next Level
LTA Landelijk transitiearrangement
Afkorting
Programmabegroting 2019 – 2022 207
Betekenis
M MDF Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland
MFA's MultiFunctionele Accommodatie
MJOP Meerjarenonderhoudsprogramma
MJR Meerjarenraming
MMK Medische milieukunde
MPG Meerjarenperspectief Grondbedrijf
MRA Metropool Regio Amsterdam
MTO Medewerkers tevredenheids onderzoek
MVA Materiële Vaste Activa
N NFFS Nationaal Filmfestival voor Scholieren
NIEGG Niet in exploitatie genomen gronden
NMFF Vereniging Natuur- en milieufederatie Flevoland
O OAB Onderwijsachterstandenbeleid
OCW (Ministerie van )Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
OFGV Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek
Omala Ontwikkeling Maatschappij Airport Lelystad Almere
OV Openbaar Vervoer
OZB Onroerendezaakbelasting
P P&C Planning & Control
PGA PersoonsGerichte Aanpak
Plabeka Het Platform Bedrijven en Kantoren
PM Pro Memorie
PMD Plastic verpakkingen, Metalen verpakkingen (blik) en Drankpakken
PO Passend Onderwijs
PRIS Parkeerroute-Informatiesysteem
R RIF Regionaal Investeringsfonds
RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Rob Raad van openbaar bestuur
ROC Regionaal opleidingencentrum
ROS Reserve Ontwikkeling Stad
RVC Raad van commissarissen
S SAVE SAmenwerken aan Veiligheid
SCPO Stichting Christelijk Primair Onderwijs
Soza Sociale zaken
SPUK Specifieke Uitkering stimulering Sport
SV Sport Vereniging
SVn Stimuleringsfonds Volkshuisvesting
SVOL Stichting voortgezet Onderwijs Lelystad
SW Sociale Werkvoorziening
SZF Stichting Zonnewende Flevoland
T THZ Technische Hygiënezorg
U UNWTO United Nations World Tourism Organisation
UO Uitvoerings Overeenkomst
USP Unique Selling Point
Afkorting
Programmabegroting 2019 – 2022 208
Betekenis
V V&V verkeer en vervoer
VAC Vrouwen Activiteiten Centrum
VANG Van Afval Naar Grondstof
VAZ Vrouwen aan Zet
VNG Vereniging Nederlandse Gemeenten
VO Voortgezet Onderwijs
VON Vrij op naam
VpB Vennootschapsbelasting
VPT Veilige Publieke Taak
VVE Voor- en vroegschoolse educatie
VWS (Ministerie van )Volksgezondheid, Welzijn en Sport
W Wabo Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
WACC Weighted Average Cost of Capital (gewogen gemiddelde kosten van kapitaal)
Wajong Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
WBL Werkbedrijf Lelystad
WEB Wet Educatie en Beroepsonderwijs
WGA Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten
WIZ Werk, Inkomen en Zorg
Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning
WNRA Wet normalisering rechtspositie ambtenaren
WOZ Waardering Onroerende Zaken
Wro Wet ruimtelijke ordening
WRR Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid
Wsw Wet sociale werkvoorziening
WW Werkloosheidswet
WWB Wet Werk en Bijstand
Z ZLF Zelfstandigen Loket Flevoland
Afkorting