Post Planjer #66

36
NR 66 MEI 2012

description

Met dit bulletin informeert de stichting een breed publiek gratis over de gebouwde omgeving. Post Planjer brengt actuele ontwikkelingen binnen de Utrechtse stedenbouw en architectuur, onder de aandacht en plaatst ze in een breder (nationaal) kader.

Transcript of Post Planjer #66

NR 66 MEI 2012

moskee westplein

INHOUDSOPGAVE

6 StrAAtjUttEN lEIDt tOt ONVErwAcHtE ONt-mOEtINGEN

8 I INtErVIEw mEt wEtHOUDEr GIlbErt ISAbEllAmark hedriks

10 I KrAtEr AAN DE tAlmAlAAN EINDElIjK GEDIcHt anne seghers

16 I cENtrUmPlAN NIEUwEGEIN lIjKt ONGE-VrAAGD SPEKtAKEl marc nolden

cOlOFONPost Planjer is een onafhankelijke kwartaaluit-gave en verschijnt sinds 1993.

Post Planjer wil laagdrempelig informeren over actuele ontwikkelingen rond de architectuur, stedenbouw en openbare ruimte van Utrecht. De naam van het bulletin verwijst naar de Utrechtse stadsarchitect Jan Planjer (1891-1966).

redactieMartine Bakker, Mathijs Cremers, Mascha van Damme, Timon Doorenbos, Mark Hendriks, Froukje van der Meulen, Anne Seghers

aan dit nummer werkte meeMarc Nolden

vormgevingWilko Edens

adresAchter de Dom 14, 3512 JP [email protected], www.postplanjer.nl

fotografieRuud Bakker (6-7, 30), Mathijs Cremers (1-3, 10-15, 17-26, 34-36), Gemeente Utrecht (8)

coverTentoonstelling Veemarkt 2.0-ideeënprijsvraag, Architectuurcentrum Aorta

oplage1000

verspreidingPost Planjer wordt gratis verspreid in de stad en gratis verzonden naar belangstellenden die zich aanmelden op het redactie-adres. Een vrijwillige bijdrage is natuurlijk welkom. Vaste afhaalpun-ten zijn Architectuurcentrum Aorta (Achter de Dom) en Informatiecentrum Gemeente Utrecht (Neude).

financieringDe uitgave van deze Post Planjer wordt finan-cieel ondersteund door Gemeente Utrecht, Jurriëns Bouw en de ‘Pijlers en Planjerianen’.

structurele ondersteuning en giftenVul voor structurele ondersteuning de bon in op pagina 31. Eenmalige giften kunnen wor-den overgemaakt op banknummer 6991 50 604 t.n.v. Stichting Post Planjer, Utrecht.

Het copyright van de afgebeelde foto’s berust bij de afzon-derlijke fotografen. Ondanks intensieve naspeuringen konden niet alle auteursrechten worden vastgesteld. Belanghebbenden worden verzocht zich te melden

24 EEN PASSEND GEbOUw VOOr VOEtbAl-GEK ONDIEP

26 I VEEmArKttErrEIN rOEPt KOOrtS OP martine Bakker

De afgelopen weken zijn de straten van Leidsche Rijn, Wittevrouwen en Kanaleneiland afgestruind door twee Utrechtse ontwerpers met een bakfiets. Al straatjuttend en rond-vragend hebben Rikkert Paauw, eigenaar van het ontwerpbureau Stortplaats van Dromen en grafisch ontwerpster Jet van Zwieten ongebruikte bouwmaterialen en oude meu-bels verzameld. Lokale winkeliers konden hun afgedankte interieurs kwijt en buurtbewoners doneerden restjes hout van zolder. Zo is in elke wijk een container gevuld met gevonden materiaal uit de buurt, waarvan drie huisjes zijn gebouwd.

Het resultaat is van 5 tot en met 10 mei op de Neude te zien: de drie bouwwerken vor-men samen een paviljoen met bar, genaamd Straatlokaal. Straatlokaal wordt voorzien van een eenvoudige programmering met muziek, ontbijtdebatten en sprekers uit de wijken. Met videomapping wordt op de desbetreffende onderdelen het verhaal achter de gevonden materialen geprojecteerd. Denk hierbij aan een portret van een buurtbewoner of beel-den van een rommelzolder, verbouwing of braakliggend terrein. Muziek en soundscapes (door Sonostruct~ en Jacob van de Water) die tijdens het verzamelen zijn opgenomen, klin-ken door het paviljoen. Bezoekers krijgen zo

een gelaagd inkijkje in drie heel verschillende Utrechtse wijken.

Het is niet de eerste keer dat Rikkert en Jet onder de naam Foundation Projects de straat op gaan. Na soortgelijke projecten in Wenen (Vienna Design Week, 2010) en in Milaan (Public Design Festival, 2010 en 2011), gaan de ontwerpers nu voor het eerst in thuisstad Utrecht aan de slag. Ze hopen zo hun eigen stad in kaart te brengen, waarbij ze zich in elk van de drie wijken laten leiden door onverwachte straatvondsten en spontane ontmoetingen. Foundation verbindt daarmee mensen met verschillende achtergronden: van buurtbewoners, straathangers en lokale win-keliers tot architecten en designliefhebbers. Op de Neude vormt Straatlokaal dus bovenal een ontmoetingsplek waar mensen elkaar hun oude spullen laten zien en samen koffie drin-ken. FM

StrAAtjUttEN lEIDt tOt ONVErwAcHtE ONtmOEtINGENwat: straatlokaal, een sociaal ontwerp- project van foundation project i.s.m. Born digital en sonostruct~wanneer: 5 t/m 10 mei 2012waar: neude, utrechtmeer info: www.foundationprojects.eu

6

7

straatlokaal in wittevrouwen

8

pvda’er gilbert isabella is de nieuwe wethouder van ruimtelijke ordening en wonen. ‘hoe kunnen

mensen zeggen dat we geen visie hebben.’

Hoe belangrijk is architectuur?‘Architectuur is een essentieel onderdeel van de ruimtelijke ordening. Daarmee bouwen we de stad.’

Waar moet architectuur in Utrecht aan vol-doen?‘Dat is afhankelijk van de plek in de stad en het wisselt per project. Bij veel nieuwe ontwikkelingen stellen we van tevoren uit-gangspunten vast, bijvoorbeeld in beeld-kwaliteitsplannen. Soms laten we het open,

zoals in het geval van de vrije kavels op het Veemarktterrein. Onlangs hebben architecten in een ideeënprijsvraag de woonwensen van geïnteresseerde bewoners vertaald in indi-viduele woningontwerpen. Voor het vervolg is het van belang om op stedenbouwkundig niveau uitgangspunten te formuleren waar-binnen die kavelontwerpen een plek kunnen krijgen.’

In het vaktijdschrift Blauwe Kamer stond onlangs een artikel over het gebrek aan visie

8 I 'StEDElIjKHEID IS NIEt HEt StAPElEN VAN StENEN' interview met wethouder gilBert isaBella mark hendriks

bij de gemeente op de stedenbouwkundige ontwikkeling van de stad. Er werden onder meer vraagtekens gezet bij de bouw van Leidsche Rijn Centrum – een soort Parijs in de suburb.‘Daar ben ik het pertinent mee oneens. Leidsche Rijn is een stad van honderdduizend mensen, net zo groot als Leeuwarden. Het kan niet zo zijn dat het voorzieningenniveau daar niet aan voldoet. Het gaat niet alleen om winkels voor de dagelijkse boodschappen, maar ook om een programma dat voldoet aan de culturele en recreatieve behoefte van de bewoners. Dus gaan we ook daar voor een schouwburg, voor kantoren, voor een ROC. Over het vermeende gebrek aan visie kan ik kort zijn. Het verhaal van Leidsche Rijn Centrum als tweede stadshart, naast de bin-nenstad, stamt uit 2004. En zie: zo gaat het worden. Hoe kunnen mensen dan zeggen dat we geen visie hebben?’

In hetzelfde artikel wordt getwijfeld aan de stedelijkheid van de stad.‘Stedelijkheid is niet het stapelen van stenen. Het betekent dat je op het niveau van de gehele stad zorgt voor verschillende woon- en werkmilieus. Het Cartesiuskwartier is een plek voor creatieve industrie. In Leidsche Rijn Centrum wonen studenten straks naast oude-ren in woon-zorgcomplexen. En Rijnenburg zorgt voor een landelijk woonmilieu – een milieu dat nu ontbreekt.’

Het inzetten op meerdere locaties kan ook betekenen dat het overal net niets wordt en dat echte stedelijke plekken, zoals de binnen-stad, uitgehold raken.‘Dat denk ik niet. In het Dynamisch Stedelijk Masterplan (DSM) kijken we stadsbreed. We hebben dertien locaties aangewezen die de stedelijkheid kunnen versterken. Het Veemarktterrein levert een andere plek op dan de locaties langs het Merwedekanaal.’

Het DSM gaat tot nu toe vooral over locaties en de mogelijke rollen die de gemeente kan spelen. Hoe gaat het verder?

‘We werken aan een ruimtelijke strategie om het DSM verder te brengen – maar dat is mede door de economische crisis niet gemak-kelijk. De gemeente moet flink bezuinigen en marktpartijen houden de hand op de knip. Ik zou bijvoorbeeld graag aan de slag gaan langs het Merwedekanaal en de markt haar werk laten doen. Dat is in deze tijd even niet aan de orde.’

Tot 2040 moeten er 54.000 woningen bij komen. Gaat dat in het huidige tempo van het DSM lukken?‘Veel jonge mensen willen in Utrecht wonen en aan die vraag kunnen we nog niet voldoen. Dus houd ik meerdere ‘prioritaire’ ballen in de lucht, zoals Leidsche Rijn en het stations-gebied. Die moeten koste wat kost worden afgemaakt om de woningbouw in gang te houden.’

En de woningmarkt moet worden losgetrok-ken?‘Zeker. Banken moeten weer doen waarvoor ze op deze wereld zijn: hypotheken verstrek-ken aan starters. De restricties zijn te ver doorgeschoten, zzp’ers kunnen amper een lening krijgen. Bovendien wil ik de experi-menteerstatus van het rijk om te oefenen met manieren om mensen die te goedkoop wonen te stimuleren te verhuizen – zodat de woningmarkt in beweging komt.’

Tot slot de leegstand van kantoren. In het tv-programma De Slag om Nederland zei u dat u graag meer macht heeft om dit probleem aan te pakken. Hoe zou dat eruit zien?‘Ik zie wel wat in een soort uitschrijfplicht – zoals in de gemeentelijke basisadministratie. Als bedrijven van kantoor wisselen moeten ze een oplossing vinden voor hetgeen ze achter-laten. Een ander is idee is om de termijn voor tijdelijke huurcontacten te verlengen van vijf naar tien jaar. Dat maakt transformatieplannen kansrijker.’

9

10

10 I KrAtEr AAN DE tAlmAlAAN EINDElIjK GEDIcHt anne seghers

'voortvarend', is het enige passende woord voor de sloop van de honderdvijftig woningen langs

de talmalaan in 2000. deze sloopdrift vond plaats in het kader van het masterplan talmalaan

dat als een apocalyptisch scenario boven de staatsliedenbuurt hing: ongeveer driekwart van de

woningen zou worden vervangen door nieuwbouw. maar de nieuwbouw verliep geheel niet voort-

varend. de krater die de sloop tot gevolg had, lag er tien jaar later nog. voor de bewoners van de

wijk betekende het een periode van grote onzekerheid, want de politiek bleek wispelturig, evenals

het planproces. tien jaar later ging de eerste paal dan toch de grond in en anno 2012 is de wijk

halverwege zijn make-over.

nieuwBouw aan de talmalaan

De Staatsliedenbuurt is een typische jaren vijftig buurt met een groot percentage sociale huurwoningen. Op het eerste gezicht lijkt de wijk doorsnee, maar een betere observatie ontbloot de liefde en de details waarmee de buurt ooit is neergezet. De flauwe dakjes, de in het metselwerk aangebrachte patronen die zo de gevels opfleuren, de gemeenschappe-lijke binnentuinen tussen de strookbebouwing en de centraal geplaatste buurtvoorzieningen. Door achterstallig onderhoud kon een flink aantal woningen een opknapbeurt gebruiken, maar verder oogde de wijk best prima. Vooral sociale problemen gaven de buurt eind jaren negentig een negatieve naam. Er woonden veel kansarme gezinnen in de wijk, er werd regelmatig ingebroken en er heerste een gevoel van onveiligheid bij veel bewoners.

Een flinke herstructurering moest hier veran-dering in brengen. Bijkomend voordeel was de gunstige positie van de wijk ten opzich-te van het stadscentrum. Gezien de grote waardestijging van de woningen in de voor-gaande jaren was de potentiële waarde van

het nieuwe vastgoed groot. Een smakelijke cash-cow dus. En hiermee waren de argu-menten verzameld voor het plan Talmalaan, een grootschalig sloop-nieuwbouw project, dat de Staatsliedenbuurt in een nieuw licht zou plaatsen.

De initiatieffase voor het masterplan verliep vrij soepel en al snel lag er een stedenbouw-kundig ontwerp van Bolles + Wilson architec-ten. Dit tempo kon niet worden vastgehouden richting uitvoering van het plan. Het besluit over de verkeerskundige situatie van de Talmalaan werd meerdere malen veranderd en daarnaast was er veel protest van buurtbe-woners over de grootschalige sloopplannen voor de rest van de wijk. In 2005 werd daarom besloten het masterplan in twee delen op te knippen. Het ene plandeel besloeg het reeds gesloopte gebied tussen de Talmalaan en de Troelstralaan en het andere deel omvatte de bouwblokken aan de Goeman Borgesiuslaan, de Troelstralaan en de Nolenslaan die nog op de slooplijst stonden.

nieuwBouw aan de Burgemeester norBruislaan

1212

Start van de nieuwbouwZo wilde de gemeente Utrecht stimuleren dat er in ieder geval snel gestart kon worden met de nieuwbouw op het braakliggende stuk grond in de wijk. De plannen werden eind 2005 vastgesteld door de gemeente-raad, maar ook daarna zat een voorspoe-dige voortgang er niet in. Bodemonderzoek toonde aan dat de grond zwaar vervuild was en gesaneerd moest worden. En in 2009 besloot de ontwikkelaar van de koopwonin-gen, gedwongen door de kredietcrisis, uit het project te stappen. Woningcorporatie Mitros nam toen het initiatief en besloot om de woningen zelf te ontwikkelen. Begin 2010 was het dan echt zo ver: de eerste paal ging de grond in en de Staatsliedenbuurt begon aan zijn metamorfose.Op dit moment is de strook met woningen tussen de Talmalaan en de Troelstralaan opge-leverd en voor het grootste deel bewoond. Met uitzondering van het appartementenblok op de hoek van de Draaiweg en de flat bij de Kardinaal de Jongweg, zijn de woningen in het plan familie van elkaar. In maat, schaal en materialisering zoeken deze woningen, ont-

pocketpark in aanleg

inrichtingsplan

worpen door architect Dick van Gameren, aansluiting bij de kwaliteiten van de oor-spronkelijke Staatsliedenbuurt. Zo kennen de bakstenen gevels een aantal metselpatronen, waardoor de nieuwbouw meer detail krijgt en een minder rigide uitstraling. Ook de binnen-hoven die oorspronkelijk in de wijk aanwezig waren, hebben op twee plekken een nieuwe vertaling gekregen. Het zijn niet langer groe-ne, collectieve tuinen, maar het zijn omsloten gebieden tussen de woningen, waarin de tuinen van de woningen met een adres aan de Troelstralaan en een parkeerstraat voor de auto’s van de omringende woningen liggen.Het appartementenblok op de hoek van de Draaiweg is ontworpen door ONX Architecten. Stedenbouwkundig gezien vormt het een beëindiging van de strook woningen langs de Talmalaan. Met zijn vijf bouwlagen creëert het blok een gevoel van stedelijkheid en sluit het aan bij de recente nieuwbouw van de

tegenoverliggende supermarkt en apparte-menten. Hierdoor krijgt het binnenstedelijke woongevoel van de Vogelenbuurt een kans om door te vloeien in het plan Talmalaan. De Staatsliedenbuurt verwordt hiermee tot een centrumbuurt, in plaats van een woonbuurt buiten het centrum. De vormentaal van het blok is bijzonder. Met de witte houten gevel-delen en de kunststof groene gevelplaten staat het los van de bakstenen woningen van Van Gameren. Dit paste in het concept van het overkoepelende masterplan, waarin voor meerdere stroken woningen een markante beëindiging op de kopse kant is gepland. Doordat op dit moment de andere stroken nog niet gebouwd zijn, valt het appartemen-tenblok van ONX Architecten uit de toon. Waar de woningen van Van Gameren een eigen-tijdse vertaling van een jaren vijftig buurt zijn en op zoek gaan naar een natuurlijke samen-hang met de omliggende wijk, geldt dit niet

appartementenBlok op de hoek van de draaiweg

13

14

voor het groen-witte appartementencomplex.

beperkte groenStrokenHet plan Talmalaan oogt sympathiek en voldoet aan een vraag naar grotere eenge-zinswoningen aan de rand van het centrum. Tegelijkertijd wringt er iets. Door de oprekking van het planproces werd de financiële druk op het plan steeds groter. Hierdoor verschenen in de stedenbouwkundige plantekeningen steeds meer woningen om het plan financieel gedekt te krijgen, ten koste van veel groen en een mooie openbare ruimte. Het nieuwe plan lijkt erg krap in zijn jasje te zitten en overbluft de bestaande wijk enigszins met zijn imposante massa. De groenstrook aan de Talmalaan is goedbedoeld, maar door de beperkte maat en de ligging aan de drukke weg is het niet meer dan kijkgroen waar af en toe iemand zijn hond uitlaat. En de 'poc-ketparks' zijn veel 'pocket' en weinig 'park'. Natuurlijk moeten deze kleine groene plekjes nog ingericht worden en de tijd krijgen om hun groene imago waar te maken, maar de maat van deze ruimtes steekt armetierig af tegen de grote bakstenen gevelwanden.Intussen is het tweede deel van het master-

plan Talmalaan het College van Burgemeester en Wethouders gepasseerd, maar de weg naar de gemeenteraad is nog niet ingeslagen. Door veel protest uit de buurt en klachten over de geringe inspraak van omwonenden zijn in 2010 extra participatiestappen inge-past. Inmiddels is door Mitros besloten om een deel van de sloopplannen te schrappen en tot renovatie over te gaan. Het master-plan zal dus niet volgens het oorspronkelijk ontwerp uitgevoerd worden. Maar ook hier betekent uitstel een verhoging van de finan-ciële druk op de plannen. Hopelijk betekent dit geen verdere ophoging van het aantal geplande woningen of bezuinigen op groen en openbare ruimte. Dan zal de verhouding tussen bestaand en nieuw uit balans raken en delft de oorspronkelijke Staatsliedenbuurt het onderspit. In plaats van een herstructu-reringsproject in een charmante jaren vijf-tig wijk, ontstaat dan een volgepropt nieuw-bouwproject dat de herkenbaarheid van de Staatsliedenbuurt overschreeuwt. Maar de bewoners uit de wijk zullen blijven vechten voor hun buurt, dus hopelijk blijft dit scenario slechts een vervelende droom.

14

groene en witte geveldelen markeren het appartementenBlok

15Baksteendetails verwijzen naar de Bestaande BeBouwing

16

Winkelcentrum Cityplaza, een ontwerp van architect Jan Hoogstad, vormde sinds 1985 het stadshart van Nieuwegein. Door de toenmalige economische crisis konden de oorspronkelijke (veel ambitieuzere) plannen slechts gedeeltelijk worden uitgevoerd. Men koos voor de bouw van een overdekt centrum met winkels. Hierdoor kwam het geplande centrumstation van de sneltram los te liggen

van de gebouwen. De gebouwen zelf hadden lelijke achterkanten met smoezelige parkeer-pleintjes en van een aangename openbare ruimte was geen sprake. Er was eigenlijk maar één straat (de Passage), en een rondje lopen was niet mogelijk – iets wat bewoners en win-keliers frustreerde. ’s Avonds veranderde het gebied in een schemerwereld waar je liever niet kwam.

de witte spiraaltrap in het nieuwe stadhuis

16 I cENtrUmPlAN NIEUwEGEIN lIjKt ONGEVrAAGD SPEKtAKEl marc nolden

de eerste fase van het nieuwe nieuwegeinse centrum is gereed. een rondgang laat veel spec-

taculaire architectuur zien, maar roept ook de vraag op of nieuwegein zo veel spektakel nodig

heeft. inwoners zijn trots, maar missen tegenwicht van lokale ondernemers naast het geweld

van grote ketens.

het 'nieuwe' nieuwegeinEind jaren negentig kwam de gemeente met een nieuw plan. Onder supervisie van archi-tect Ben van Berkel en landschapsarchitect Michael van Gessel werd de ontwikkelvisie ‘Atelier Binnenstad’ gepresenteerd met veel aandacht voor parkeren en winkelen – twee aspecten die in Cityplaza (ondanks de vele minpunten) waardering kregen. Nieuwegein is door haar ruimtelijke opzet een autostad en die auto moet zo dicht mogelijk bij de winkels kunnen komen.Nu, twaalf jaar later, is het plan voor een groot deel uitgevoerd. Het betreft een nieuw stad-huis, een winkelplein met amfitheater, een theater- en kunstcentrum, een bovengrondse - én twee ondergrondse parkeergarages. Het winkeloppervlak is van 28.000 naar 56.000 m2 verdubbeld en het aantal ondergrond-se parkeerplaatsen nam toe naar 1200. Het plan biedt verder ruimte aan diverse cultu-

rele voorzieningen, horeca, appartementen en kantoren. Om de parkeergarages enigszins betaalbaar te maken en niet te diep te hoeven graven, is de gehele stadsvloer verhoogd en vormt dit nieuwe maaiveld, dat tussen de gebouwen doorgolft, als het ware de verbin-ding tussen de verschillende gebouwen en lagen en de basis voor het stedelijk leven in dit deel van Nieuwegein. Al met al een bijzonder ambitieus plan en een kostbare operatie, waarbij velen de ver-gelijking met het centrum van Almere maken (van de hand van Rem Koolhaas), ook een ´new town´. Maar ook met Rotterdam, qua architectonisch spektakel. Toparchitecten uit binnen- en buitenland werd gevraagd om de gebouwen in Nieuwegein vorm te geven en zo het ´nieuwe´ Nieuwegein op de kaart te zetten. Want kennelijk is Nieuwegein klaar met haar oude imago. Nieuwegein wil stad zijn, crisis of niet.

winkelplein met amfitheater

18

bloemmotievenEen wandeling door het nieuwe centrum begint bij het Stadhuis. Dit futuristische gebouw met geschakeerde glazen gevels met motiefprint is vanuit de omgeving goed zicht-baar en staat middenin het gebied. Eromheen liggen diverse pleinruimtes en het lijkt alsof er zojuist een ruimteschip is neergestreken. Het gebouw heeft geen uitgesproken voor- of achterkant. Door de logica van de pleinroutes worden bezoekers automatisch naar binnen geleid en komen ze uit in een ruime hal, een soort overdekt plein, met winkeltjes en een café met terras. De natuurstenen bestrating die buiten op het plein ligt, loopt door in het gebouw. Een majestueuze witte spiraaltrap leidt je naar boven, naar de centrale receptie. Nog hoger in het gebouw bevinden zich de gemeentelijke afdelingen, het stadsbestuur, de raadzaal en een restaurant. Hier is een royaal dakterras, met uitzicht op het glazen theatergebouw van architect Frits van Dongen (Architecten Cie) en de bovengrondse par-

keergarage met bamboegevel. Het stadhuis zelf is ontworpen door het Deense architec-tenbureau 3XN, bekend van het Amsterdamse Muziekgebouw aan ’t IJ. Tussen het theater en het stadhuis ligt het Stadhuisplein: een zonnig plein in de vorm van een hellend vlak met verspreide boombakken en geïntegreerde bankjes. Binnenkort is het hier elke zaterdag markt. Van boven is het bloemmotief dat met donkere en lichtere tinten grijs natuursteen in de betrating is aangebracht, goed zichtbaar. Voorbijgangers begeven zich feitelijk op het dak van de ondergrondse parkeergarage.Aan de andere kant van het Stadhuis is het minder zonnig. In de slagschaduw van het gebouw liggen het winkelplein en het amfi-theater. Deze kwartronde verlaging van het maaiveld met trappartij en roltrap geeft toe-gang tot de parkeergarage onder het Stadhuis en vormt een tribune en podium voor voor-stellingen, maar ook een royale zitgelegen-heid voor winkelend publiek. Bovenlangs is een hek (valbeveiliging) geplaatst dat speciaal

het hek met Bloemmotief is ontworpen door B+B

19de geschakeerde glazen gevels van het stadhuis

20

ontworpen en uitgevoerd is met, ook hier, een bloemmotief. De gehele openbare ruimte is ontworpen vanuit het thema ´Blooming City´ – een idee van het Amsterdamse bureau B+B. Doordat de stadsvloer verhoogd is en er geen bomen in de volle grond kunnen groeien, bedachten de ontwerpers patroonschema’s van bloemen en takken die in verharding, straatmeubilair en plantvakken terug te vinden zijn. Volgens de ontwerpers versterkt ´Blooming City´ de identiteit en herkenbaarheid van de jonge stad Nieuwegein.

prettige SchaalDe rest van het winkelplein ligt er zonniger bij. Zes nieuwe woontorens – in verschillende vor-men, maten en kleuren – vormen samen een aangename pleinwand. Daaronder bevindt zich een aaneengeschakelde plint met winkel-panden. De bomen in de daktuinen erboven wuiven in de wind en doen mee in het straat-beeld. Een totaalontwerp van architect Pi de Bruijn. Hier zijn de meeste mensen te vinden. De schaal is prettig, het voelt knus. Even verderop is de entree van de bestaande win-

kelpassage, waarvoor een nieuwe gevelpui is gemaakt. In de toekomst komt er, parallel aan deze passage, een tweede winkelstraat, waar-voor nu al een doorbraak door een bestaand bouwblok is gemaakt. Deze straat komt uit op het huidige marktplein van Cityplaza (het toe-komstige ´Horecaplein´), zodat het winkelend publiek in de toekomst het gewenste rondje kan lopen. Liesbeth van der Pol van DOK architecten werkt daaraan.Langs het kanaal de Doorslag ligt de zoge-noemde Boulevard. Aan het fietspad, waar jarenlang palmbomen in houten bakken ston-den, is een strak ingerichte kade gemaakt met ranke platanen in een rij. De kade is ingericht met bankjes, prullenbakken, licht-masten en afmeerbolders. Ook hier het natuursteen en de bloempatronen. Tussen de kade en het Stadhuis ligt het jammer genoeg braak. Hier hadden twee hoge woontorens (de Palmtorens van bureau KCAP) moeten komen, die de sfeer van het nieuwe centrum tot aan het water moesten laten doorlopen, maar die zijn door faillissement van de inves-teerder geschrapt. De gemeente probeert momenteel partijen bereid te krijgen om het

detail stadhuisgevel

21

gat (hoogwaardig) te dichten. Voorlopig ligt de kade er wat los bij en is het uitzicht op een jaren zeventig portiekflatje niet heel bijzonder. Ook de leegstaande kantoorgebouwen, die in een schil om het centrum heen staan, vormen een doorn in het oog.

nauwelijkS verraSSendTerug op het Winkelplein vullen de bankjes zich met jonge mensen en scholieren. Het is lunchtijd. Vanaf hier heb je goed zicht op het plein, de mensen en de winkels. Wat opvalt is het winkelaanbod. Veel ketens: Jumbo, Saturn, Kruidvat, Men at Work, New Yorker, The Sting, Multivlaai. Die heb je overal. Waar ben ik eigenlijk? Of maakt dat niet uit? Enkele voorbijgangers vertellen dat ze trots zijn op hun nieuwe flitsende centrum, maar wel de gewone bakker, de groenteboer en de slager missen. ´Vroeger fietste je hier heen voor de dagelijkse boodschappen´, vertelt een oudere vrouw. ´Tegenwoordig moet je naar de omlig-gende wijken voor een gesneden bruin.’ Het blijkt dat de lokale ondernemers, als gevolg van de torenhoge ambities en grondprijzen de huren hier niet meer kunnen betalen en

hun heil elders zoeken. Een lokale boekhan-del houdt nog stand, maar heeft het moeilijk. De eigenaresse vertelt dat ze veel oppervlak moet afnemen en dat de kans groot is dat vanwege de hoge huren in het centrum straks alleen nog plek is voor grootwinkelbedrijven en multinationals.En dat geeft te denken. In hoeverre sluit het nieuwe centrum, hoe mooi ook, eigenlijk aan op het sociaal-culturele achterland van Nieuwegein en omgeving? Nieuwegein wil stad zijn, maar willen de Nieuwegeiners en de mensen uit de regio dat ook? Voorziet deze ontwikkeling in een behoefte, of is zij opge-legd door bestuurders en beleggers? Van wie is het Nieuwegeinse stadshart?In een recente aflevering van het televisiepro-gramma De Slag om Nederland kwamen deze vragen aan de orde. De makers onderzoch-ten hoe het kan dat nagenoeg alle nieuwe winkelcentra in Nederland op dezelfde wijze gebouwd worden (door grote beleggers en ontwikkelaars) en er bijna allemaal hetzelfde uit zien (winkelketens). Nieuwegein werd in een rijtje met onder andere Maastricht en Amsterdam genoemd. Nieuwegeins wethou-

plantvak in de vernieuwde openBare ruimte

22

der voor Ruimtelijke Ordening Bert Lubbinge en adviseur Peter Trimp van Multivastgoed werden om een reactie gevraagd, maar weer-legden enige gelijkenis met andere steden: ‘Dit is Nieuwegein’.

krachtenspelQua bouwwijze en programma wees Lubbinge naar belegger Cório (overigens ook actief in het Utrechtse Hoog Catharijne) die in zijn ogen de belangrijkste speler is en nu eenmaal gebaat is bij een groot modern winkelcentrum met goedlopende ketens, zodat diens inves-tering binnen een paar jaar is terugverdiend. En ook de projectontwikkelaar, in dit geval

Multivastgoed, bouwt wat de belegger, Cório, wil. Op de vraag of de wethouder geen rol heeft te vervullen in het behartigen van de belangen van de Nieuwegeiners en de omlig-gende regio, antwoordt hij dat de gemeente hooguit ambities kan formuleren, maar for-meel geen positie heeft in dit krachtenspel – zij faciliteert louter. En dat is vreemd: aan de ene kant investeert de gemeente in een nieuw winkelcentrum van bijna een miljard euro, maar aan de andere kant heeft ze totaal geen invloed op de invulling daarvan. Ze mag hooguit meebeslissen hoe het er fysiek uit komt te zien en kennelijk moet dat zo opval-lend mogelijk zijn.

2323

lokale ondernemerHet Nieuwegeinse centrum is een schitte-rend plan, waar de beste architecten aan hebben gewerkt. Kosten noch moeite zijn gespaard. Het is een heus parkeer- en winkel-paradijs met oogstrelende architectuur. Maar welbeschouwd kan het overal in Nederland staan en vormt het geen logisch antwoord op de vraag en behoeften van de gebruikers. Sterker nog: de winkelcentra in de buurt-gemeenten zullen mogelijk worden 'leegge-trokken' door deze ontwikkeling. In hoeverre wedijvert het Nieuwegeinse centrumplan met de plannen voor het Utrechtse stationsgebied en Leidsche Rijn Centrum?

De komende jaren wordt er in Nieuwegein nog hard gewerkt om het centrumplan te vol-tooien. Hopelijk wordt dat iets bescheidener aangepakt en komt er iets meer ruimte voor de lokale ondernemer. Zo nodig met wat min-der architectonisch geweld.

'herfst in nieuwegein'

24

Na de grootschalige sloop en nieuwbouw van woningen krijgt de stadsvernieuwing in Ondiep zijn beslag in nieuwe voorzieningen. Ze zijn gebundeld in één gebouw, zoals tegen-woordig gebruikelijk is. De buurtbewoners doopten hun nieuwe multifunctionele accom-modatie (MFA) ´De Speler´. Hiermee verwijzen ze naar de aangrenzende velden van voetbal-club DHSC en het naastgelegen Cruyff Court, maar ook naar de sportzaal, toneelzaal en fit-nessvoorzieningen in het gebouw. Bovendien gaat het gebouw als ontmoetingsplek ook zelf een rol spelen in de buurt.

De MFA ligt in het nieuwe Thorbeckepark langs de Thorbeckelaan. Het is ontworpen door De Zwarte Hond, in Utrecht vooral bekend van grootschalige projecten in Overvecht (Loevenhout) en Hoograven (’t Goylaan), waar baksteen overheerst. Ook hier overheerst baksteen – in het clubgebouw van DHSC, in de stijlvolle Rietendakschool en in de drie appartementengebouwen die er gebouwd worden naar ontwerp van Steenhuis Bukman architecten. De MFA komt daarmee vergeleken wat hip en kil over. Het is een fors gebouw van vier tot vijf bouwlagen, bekleed met melkwitte gevelpanelen. De raamvlakken zijn ritmisch over de gevels verdeeld in brede witte lijsten. De plint is afgewerkt met glas in

groene lijsten, bedoeld als etalage, maar door de gebruikers nu al dichtgezet met luxaflex. De melkwitte platen reageren op de inten-siteit van het zonlicht en vallen soms bijna weg tegen de lucht. De groene kozijnen en deurposten op de begane grond sluiten aan bij het omringende groen.

De inrichting van De Speler is robuust. Het bierblikje van Euroshopper dat op paasmaan-dag 2012 in de gang zwerft toont daar mis-schien het gelijk van aan, maar de keerzijde van deze stevige eenvoud is een vreemd neutrale sfeer. De kleurstelling is wit, grijs en rood. De draagconstructie is zichtbaar gela-ten, zij het dat de hoekige stalen dragers zijn verzacht met een kunststof omhulsel. De indeling is helder, alle ruimten zijn te bereiken via een centraal portaal met rode trappen. De grote zaal op de begane grond heeft een brede rode trap annex tribune. De Speler is kortom een stoere ontmoetingsmachine. Dat de buurtbewoners hier toch graag de polo-naise zullen lopen komt vooral door de situ-ering. Het gebouw ligt chic in het groen, aan het verlengde van de centrale Boerhaavelaan, prominent voor de entree van het DHSC-complex, in voetbalgek Ondiep. En het helpt natuurlijk ook dat deze MFA als een enorme lampion oplicht in het donker. MB

EEN PASSEND GEbOUw VOOr VOEtbAlGEK ONDIEPwat: de speler, multifunctionele accommodatie architect: de zwarte honduitvoering: heijmerink tBi Bouw / j.p. van eesterenjaar: 2008 - 2012locatie: thorbeckepark (thorbeckelaan, t.o. Boerhaavelaan)oppervlakte: 4520 m2

programma: sport- en wijkvoorzieningen opdrachtgever: mitros projectontwikkelingexploitatie: dmo gemeente utrecht, ludens, portes

2525

2626

de tentoonstelling in architectuurcentrum aorta

26 I VEEmArKttErrEIN rOEPt KOOrtS OP martine Bakker

de wedstrijd die werd uitgeschreven om ideeën te genereren voor de vrije kavels op het toekom-

stige veemarktterrein maakte veel los onder vooral jonge architecten. het ging de 82 inzenders om

roem, een vingeroefening en de toekomst van de stad. op 1 maart opende de tentoonstelling en

vond de prijsuitreiking plaats.

27

Het Veemarktterrein kan een testcase worden voor verandering. Het is één van de binnen-stedelijke ontwikkelgebieden die in 2011 in het dynamisch stedelijk masterplan is voor-gelegd aan de Utrechtse bevolking. Terwijl de meeste van die gebieden zelfs nog niet aan een nieuw programma toe zijn, waren hier al een jaar sessies gaande met betrokken ontwerpers, sportclubs, bewoners en beleid-smakers. Eind 2011 resulteerde dit in een stedenbouwkundig programma van eisen en een voorlopig stedenbouwkundig ontwerp, Veemarkt 2.0, uitgewerkt door het Utrechtse bureau Dolte Stedenbouw.

De ambities zijn hoog. Het moet een toon-aangevende wijk worden op het gebied van ecologische duurzaamheid en participatie, levendig en groen, met sportfaciliteiten en ruim vijfhonderd nieuwe woningen dicht op elkaar, waarvan tien procent gerealiseerd in (collectief) particulier opdrachtgeverschap (CPO). Dat het menens is blijkt uit de oprich-ting van de Vereniging CPO Veemarkt, die de duurzaamheidsambities onderschrijft en een platform wil zijn voor kavelkopers. Het ste-denbouwkundig plan voorziet in een set spel-regels die de samenhang binnen de bouw-velden met vrije kavels moet garanderen. Niet eerder zijn particuliere opdrachtgevers

Binnentuin van het ensemBle, ontwerp van studio vY en Qupus

28

in Utrecht zo vrij gelaten. Zelfs de breedte en diepte van de kavels zijn variabel. Met deze prijsvraag wordt alvast gekeken hoe het CPO uit kan pakken.

tintelende nieuwe wijkJuryvoorzitter Roelof Bleker is een pleitbezor-ger van particulier opdrachtgeverschap sinds hij in Enschede als wethouder betrokken was bij de opbouw van de wijk Roombeek. ‘Als je ruimte geeft aan mensen om zelf te bou-wen komt er energie vrij. Zo maak je wijken waar het tintelt’, verklaarde hij op 1 maart tijdens de prijsuitreiking. Afgaande op de prijsvraaginzendingen lijkt dat waar. Dat het stedenbouwkundig plan van Dolte het toelaat om woningen niet meteen af te bouwen, maar in de loop van de tijd uit te breiden, draagt hier zeker aan bij. Dat resulteert namelijk let-terlijk in een levendige stad, zonder gefixeerd straatbeeld.De 82 deelnemers aan de prijsvraag werkten de duurzaamheid uit in zowel ecologische toepassingen als flexibel gebruik. Dat het gaat om een hoogstedelijke wijk blijkt uit de aandacht voor de overgang tussen binnen en buiten. De buitenkamer of de binnentuin is in

veel plannen een serieus deel van de woning, waarbij vaak glas is gebruikt. De twee win-nende ontwerpen vielen op door de eigenzin-nige oplossingen, de hoge kwaliteit en het lef van de ontwerpers. Omdat de kwaliteit van de inzendingen volgens de jury in het algemeen hoog was, zijn er daarnaast zes eervolle ver-meldingen.

De naam van het prijswinnende ontwerp, More Cow Bell, verwijst naar een optreden van acteur Christopher Walken als muziekpro-ducent Bruce Dickinson in een Saturday Night Live-sketch. ‘Really! Explore the space! Yes! Baby!’, maant hij een grote, harige koebel-bespeler. Deze gaat vervolgens tot ongenoe-gen van de andere bandleden lekker uit zijn bol in de opnamestudio. Een verwijzing naar de starre Nederlandse bouwsector? Cow Bell past natuurlijk ook mooi bij de geschiedenis van het terrein. In het ontwerp zijn naast de voordeuren koeien en schapen afgebeeld. Het plan overtuigt de jury door de brede opzet. Het is niet alleen technisch en esthe-tisch goed uitgewerkt, ook de organisatie van het particulier opdrachtgeverschap is terdege doordacht. De ontwerpers, Zofa Architecten,

more cow Bell, ontwerp van zofa architecten

29

gebruiken daar een matrix met keuzemomen-ten voor, die zij ontwikkelden voor een project in Groningen. In de matrix worden budget en volume tegen elkaar afgezet. Op deze manier komt de opdrachtgever voor zo min mogelijk verrassingen te staan.De winnaars van de tweede prijs, Studio VY en Qupus, gingen een verregaande samen-werking aan met De Transvormers, een groep muzikanten die daadwerkelijk een woon-plek in Utrecht zoekt. Dit plan is getiteld Het Ensemble. De jury vindt het een voor-beeld van ‘CPO pur sang’ en waardeert ‘de manier waarop collectiviteit en individualiteit en privé en openbaar zijn vervlochten’. Het Ensemble staat op een hoek – gezien de functie een uitstekende keuze volgens de jury – en bevat woningen, ateliers, muziekstu-dio’s en gemeenschapsruimten. Zoals het een stedelijk gebouw betaamt is het transparant terwijl het toch de privacy van de bewo-ners garandeert. De slimme plaatsing van de verschillende functies houdt de bouwkosten laag, maar compleet met kavel zou het toch nog te duur zijn voor De Transvormers. Al is er vast een alternatieve aankoopconstructie denkbaar. Ligt de verantwoordelijkheid van de gemeente wat dit betreft bij de levendig-heid of bij de exploitatie van de nieuwe wijk?

vernieuwde BouwopgaveDe inzendingen tonen dat Veemarkt 2.0 vol-doende houvast biedt voor een coherent geheel en voldoende vrijheid voor de nodige verrassingen. De woningmaquettes zijn in de tentoonstelling net als in de toekomstige wijk schouder aan schouder gezet, wat een goede indruk geeft van het hoe het kan worden. De prijsuitreiking was een druk, zinderend gebeu-ren. De voor het merendeel jonge architecten lijken zich van de huidige onzekerheid in de bouwsector niets aan te trekken. Sterker nog, ze maken er hun handelsmerk van. Elger Meindert merkt en passant op dat Zofa werkt aan ‘het vernieuwen van de bouwopgave’. Pepijn van Voorst van Studio VY denkt dat hun benadering interessant kan zijn voor allerlei partijen, waaronder de Rabobank. ‘Er is nog

relatief weinig ervaring met CPO en de moge-lijkheden zijn enorm.’Projectleider Leen de Wit van de Gemeente Utrecht ziet de prijsvraag als een goede manier om de potenties van het Veemarktterrein te laten zien en toekomstige kavelkopers uit te dagen een dergelijke hoge kwaliteit na te streven. Veemarkt 2.0 toont aan dat de bouw-kolom compleet omgedraaid kan worden, stelt hij verheugd vast. Dat geldt dan hopelijk ook voor de partijen die straks betrokken zijn bij het ontwikkelen van de appartementen, scholen en winkels in de nieuwe wijk. Maar lijkt De Wit niet wat op Christopher Walken? Hoor ik hem roepen: ‘Guess what! I’ve got a fever! And the only prescription! Is more cow bell!’

Eerste prijs: More Cow Bell van Hans Overdiep, Tjalling Zondag, Elger Meinders van Zofa Architecten.Tweede prijs: Het Ensemble van Pepijn van Voorst, Karho Yeung Studio VY en Rutger Kuipers van Qupus. Eervolle vermeldingen: BLOKR-E van VENS en Klakr, Escouade van Bureau MT en Remco Rolvink, Het Buitenhuis van Studio DAT Architecten, Levensloop van Linssen en Van Asseldonk Ingenieurs en Bart Duvekot Architecten, Passiefhuis van Van Reeven en Van Bergeijk Architecten en Tussenruimte van Architectenbureau Inja en AnArchitect

verenigingsdwarsstraat

planjerianenmeld u aan en word planjeriaan!

post planjer verschijnt vier keer per jaar en

kan rekenen op een groeiend lezersbestand

van geïnteresseerden in architectuur en

stedenbouw.

graag willen we ons werk in de toekomst

voortzetten en u over de ontwikkelingen

in utrecht en de regio blijven informeren.

daarvoor hebben we uw steun hard nodig.

meld u aan en word planjeriaan! vul de bon

in en ondersteun ons met een structurele

jaarlijkse bijdrage van 15,- euro.

ja! ik word planjeriaan.

naam

adres

postcode plaats

telefoon

e-mail

mijn rekeningnummer is:

handtekening:

ik machtig postplanjer om tot wederopzegging met ingang van 2012 jaarlijks 15 euro van mijn rekening af te schrijven.

pijlermeld u aan en word pijler van post planjer!

onder de lezers van post planjer bevinden zich talrijke instellingen en bedrijven die graag op de hoogte blijven van de ontwik-kelingen op het gebied van, architectuur en stedenbouw in utrecht.

Bent u één van deze bedrijven of instellin-gen met interesse voor ruimtelijke ontwik-keling en draagt u ons initiatief een warm hart toe? ondersteunt u ons dan met een jaarlijks bedrag van 150,- euro. uw naam wordt desgewenst opgenomen in de lijst van pijlers van post planjer in elk nummer. vul onderstaande bon in, bel of stuur ons een e-mail, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.

ja! ik word donateur van post planjer.

Bedrijf

naam

adres

postcode plaats

telefoon

e-mail

mijn rekeningnummer is:

handtekening:

ik machtig post planjer om tot wederopzegging met ingang van 2012 jaarlijks 150 euro van mijn rekening af te schrijven.

post planjerachter de dom 14 3512 jp utrecht

post planjerachter de dom 14 3512 jp utrecht

voormalig gYmnasium, appartement, ontwerp zecc

24 I AOrtA architectuurcentrum

architectuurcentrum aorta biedt informatie over ontwikkelingen op het gebied van stedenbouw, architectuur en aan-verwante disciplines in de regio utrecht. dit gebeurt met activiteiten die een tijdelijk karakter hebben, zoals exposities, manifestaties, rondleidingen, discussies en lezingen. in aorta zijn inlichtingen te krijgen over architectuur in utrecht en omstreken. in de zomermaanden worden elk weekend verschillende rondleidingen gehouden voor individuele inschrijvers, en op verzoek van groepen het hele jaar door. de verschillende thema’s en onderwerpen en de data van de rondleidingen staan op de website www.aorta.nu

architectuurcentrum aortaachter de dom 14 | 3512 jp utrecht telefonisch bereikbaar ma t/m vr 9-17 uur

geopend: woensdag t/m vrijdag : 12.00 - 17.00 uur toegang gratis www.aorta.nu

14 mei Welstandstoezicht in de toekomst

Regelmatig komt de vraag op, of de werkwijze van de Commissie welstand en monumenten voldoende aansluit bij de huidige wensen van de stad en haar inwoners. Moet de commissie bijvoorbeeld over alle aanvragen een advies uitbrengen of kunnen bepaalde gebieden of type bouwwerken als welstandsvrij wor-den aangewezen? Is een commissie als adviesorgaan gewenst bij alleen grootschalige en beeldbepalende ontwikkelingen? Of juist ook vanwege haar onafhankelijkheid het aangewezen orgaan om over kleinere aanvragen te adviseren, zodat het collectief belang versus private belangen goed wordt afgewogen? Kan de stad zonder welstandsnota met haar criteria?Om te discussiëren over deze vragen zijn er vijf scenario’s opgesteld over de mogelijke rol van de commissie bij het borgen van ruimtelijke kwaliteit. Deze worden op 14 mei gepresenteerd, waarna er in kleinere groep-jes over wordt verder gepraat. De avond staat onder leiding van Richard Engelfriet. Op 14 mei, om 19.30 uur in de Torenzaal van het Utrechts Centrum voor de Kunsten, Domplein 4. Toegang is gratis, reserveren is gewenst (voor 8 mei).

23 juni dag van de architectuur: architectuur en voedsel

De hele voedselketen kan niet zonder plekken waar het voedsel wordt gemaakt, bereid, uitgestald of uitge-serveerd wordt. De eerste gebouwen in de steden werden gebaseerd op het uitruilen van voedsel, zoals de markt en de waag. Vanuit die plaatsen is alles begonnen. De voedselketen begint bij het appelboompje, de appelschuur, de boerderij en loopt via distributiecentra naar het restaurant in de stad. Ons land is steeds meer ingericht op voedsel. Het is de grootste exportindustrie van het land.Op de dag van de architectuur geeft Carolyn Steel, auteur van The Hungry City, een lezing in Utrecht. Zij is opgeleid als architect en betoogt dat de omvang, de vorm en het functioneren van de stad zoals we die nu kennen vooral bepaald wordt door ontwikkelingen in de productie, distributie en consumptie van voeding. Kijk voor het complete programma van de dag en om te reserveren voor de verschillende onderdelen op de website van Architectuurcentrum Aorta.

muziekpaleis vredenBurg