portfoliofysiotherapiemarijnsmidt.files.wordpress.com  · Web viewHet begint bij de grote...

18
Vena cava superior bovenste holle ader AortaAortalichaamsslagader Atrium sinistra Linker atrium Tricuspidalisklep Ventielklep Ventriculum dextrum Rechter ventrikel Atrium dextrum Rechter atrium Hoorcollege – Hartrevalidatie (16-02) Het hoorcollege van hartrevalidatie is niet doorgegaan en de onderstaande informatie is uit de PowerPoint presentatie en de bijbehorende video’s overgenomen een aangevuld vanuit externe bronnen. Het volgende zal in deze samenvatting besproken worden: De anatomie en fysiologie van het hart De pathologieën en risicofactoren van het hart De operaties De anamnese Het onderzoek De behandeling Om het hart en de werking er van te snappen is het handig om de anatomie te begrijpen en kennen. Het hart is een spier dat het bloed in het lichaam rondpompt om zuurstof aan alle organen en spieren in het lichaam te leveren. De anatomie wordt weergegeven d.m.v. een afbeelding, let er op dat de afbeelding in spiegelbeeld is weergegeven.

Transcript of portfoliofysiotherapiemarijnsmidt.files.wordpress.com  · Web viewHet begint bij de grote...

Page 1: portfoliofysiotherapiemarijnsmidt.files.wordpress.com  · Web viewHet begint bij de grote bloedsomloop. In het linkeratrium stroomt het zuurstofrijke bloed uit de longen binnen,

Vena cava superiorbovenste holle ader

AortaAortalichaamsslagader

PulmonalisklepPulmonalisklep

Atrium sinistraLinker atrium

MitralisklepVentielklep

Ventriculum sinisterLinker ventrikel

TricuspidalisklepVentielklep

Ventriculum dextrumRechter ventrikel

Atrium dextrumRechter atrium

Hoorcollege – Hartrevalidatie (16-02) Het hoorcollege van hartrevalidatie is niet doorgegaan en de onderstaande informatie is uit de PowerPoint presentatie en de bijbehorende video’s overgenomen een aangevuld vanuit externe bronnen. Het volgende zal in deze samenvatting besproken worden:

De anatomie en fysiologie van het hart De pathologieën en risicofactoren van het hart De operaties De anamnese Het onderzoek De behandeling

Om het hart en de werking er van te snappen is het handig om de anatomie te begrijpen en kennen. Het hart is een spier dat het bloed in het lichaam rondpompt om zuurstof aan alle organen en spieren in het lichaam te leveren. De anatomie wordt weergegeven d.m.v. een afbeelding, let er op dat de afbeelding in spiegelbeeld is weergegeven.

Arteria pulmonalumLongslagader

Page 2: portfoliofysiotherapiemarijnsmidt.files.wordpress.com  · Web viewHet begint bij de grote bloedsomloop. In het linkeratrium stroomt het zuurstofrijke bloed uit de longen binnen,

Het begint bij de grote bloedsomloop. In het linkeratrium stroomt het zuurstofrijke bloed uit de longen binnen, hierna gaat het door de mitralisklep naar het linkerventrikel. Vanuit hier wordt het gepompt, door de aortaklep, naar de Aorta die het zuurstofrijke bloed naar de organen, skeletmusculatuur en overige weefsels vervoerd. Na dat alle organen, skeletmusculatuur en overige weefsels begint de kleine bloedsomloop waar het bloed wordt vervoerd naar het rechteratrium. Vanuit hier wordt het zuurstofarme bloed doorgepompt, door de tricuspidalisklep, naar het rechterventrikel. Vanuit hier wordt het zuurstofarme bloed doorgepompt, door de pulmonalisklep, naar de longslagader die het bloed naar de longen vervoerd.

Het hart is een spier een heeft ook zuurstof nodig, dit wordt verzorgd door de coronairvaten, ook wel de kransslagaders. Deze slagaders, ontspringend uit de Aorta, liggen als een krans om het hart heen, vanwaar de naam. De linker kransslagader (LCA) voedt, met zijn aftakkingen, het linkerventrikel, het septum en apex van het bloed. De rechter kransslagader (RCA) voedt, met zijn aftakkingen het rechteratrium en het rechterventrikel, waarnaast de sinus- en soms de AV-knoop.

Page 3: portfoliofysiotherapiemarijnsmidt.files.wordpress.com  · Web viewHet begint bij de grote bloedsomloop. In het linkeratrium stroomt het zuurstofrijke bloed uit de longen binnen,

Uiteraard krijgen wij te maken met patiënten die hartproblematiek hebben ontwikkeld. Er zijn veel verschillende pathologieën van het hart, maar om het overzicht te bewaren richten we de aandacht op de belangrijkste pathologieën. Dit zijn hartinfarct, hartfalen, angina pectoris, hartklepaandoeningen en hartritmestoornissen.

Een hartinfarct, acuut coronair syndroom, myocardinfarct of hartaanval is wanneer één van de kransslagaders van het hart wordt afgesloten, met als oorzaak atherosclerose of aderverkalking. Atherosclerose is een proces waarbij de arteriën dichtslibben. Arteriën zijn van nature glad en hebben een stevige en elastische wand om de druk op de wanden goed op te vangen. De binnenbekleding bestaat uit een enkele laag cellen, endotheelcellen. Als deze endotheelcellen beschadigen, neemt de elasticiteit van de vaten af en de kans op stollen van het bloed toe. Bij het beschadigen van de binnenkant van de vaatwand ontstaat een inflammatieproces. Tegelijkertijd komen deeltjes uit het afweersysteem in actie om de schade te herstellen. Op de aangetaste plek dringen ook andere deeltjes naar binnen, zoals cholesteroldeeltjes. De binnenste vaatwand groeit langzaam naar binnen en er ontstaat zogenaamde ‘plaque’. Later wordt er vaak ook kalk afgezet in de vaatwand, waar de naam slagaderverkalking vandaan komt. Op den duur komt het proces weer tot rust. Er blijft een dikke verharde plek achter in de vaatwand. Zo vindt er dus een stenose (vernauwing) plaats waardoor de vascularisatie bemoeilijkt wordt.

Bij hartfalen is de pompfunctie van het hart verminderd, wat resulteert in een tekort aan rondgepompt bloed. Door de restfunctie compenseert het hart door harder te werken of extra spierweefsel aan te maken en merk je dit pas laat. Er zijn twee soorten hartfalen, systolisch en diastolisch hartfalen.Systolisch hartfalen, de meeste voorkomende variant, houdt in dat de hartspier niet krachtig genoeg samentrekt, wat tot gevolg heeft dat het hart, per hartslag, minder bloed rondpompt dan een gezond hart.Diastolisch hartfalen houdt in dat de hartspier niet goed genoeg ontspant, wat tot gevolg heeft dat het zich minder goed vult met bloed. Dan is er minder bloed beschikbaar om rond te pompen.De oorzaken hiervan kunnen een hartinfarct, hypertensie, een hartklepaandoening, hartritmestoornissen en hartspierziekten zijn.

Angina pectoris, ook wel hartkramp is een onprettig of pijnlijk gevoel op de borst, veroorzaakt door een tekort aan zuurstof. De oorzaak ligt meestal in een stenose van de coronairvaten, wat op zijn beurt te danken is aan atherosclerose. Het klachtenpatroon ziet er als volgt uit: pijn op de borst,

Page 4: portfoliofysiotherapiemarijnsmidt.files.wordpress.com  · Web viewHet begint bij de grote bloedsomloop. In het linkeratrium stroomt het zuurstofrijke bloed uit de longen binnen,

met uitstraling naar de onderkaak, hals, schouderbladen, armen, rug of maagstreek, zweten en misselijkheid.

Er zijn twee vormen van angina pectoris, stabiele en instabiele angina pectoris.Stabiele angina pectoris houdt in dat de klachten opkomen na inspanning, kou of heftige emoties, maar dat deze snel wegtrekken. Indien het gepaard gaat met misselijkheid, langer dan vijf minuten aanhoudt of een spray of tablet niet werkt dient de therapeut een arts erbij te roepen.Instabiele angina pectoris houdt in dat de klachten ontstaan zonder directe aanleiding en het niet vanzelf over gaat. Hierbij schakelt de therapeut gelijk de arts in.

Als de hartkleppen niet goed sluiten of openen wordt er gesproken van een hartklepaandoening. Oorzaken hiervan kunnen zijn verkalking, vergroeiing of een beschadiging, verslapping of uitrekking van de klepbladen. Dit kan aangeboren zijn, bij ouderdom voorkomen door slijtage of na een ziekte, zoals acuut reuma en bacteriële infecties wat leidt tot littekenweefsel. Het klachtenbeeld bestaat uit kortademigheid, opgezette voeten, pijn op de borst, onregelmatige hartslag, moeheid en duizeligheid bij inspanning.

Een hartritmestoornis is een terugkerende verstoring van het hartritme, waarbij het hart te snel, langzaam of onregelmatig klopt. Het hartritme wordt geregeld door een netwerk aan zenuwen in het hart. Bij elke hartslag trekt het hart zich samen door een elektrische prikkel, een regelmatige hartfrequentie van rond de 60-70 slagen per minuut in rust en 160-180 keer per minuut tijdens inspanning is normaal. Bij een verstoring klopt het hart niet meer regelmatig, het kan te snel, te langzaam kloppen of de atria en ventrikels werken niet goed samen.Een te snel hartritme wordt een tachycardie genoemd en houdt in dat het hart consistent boven de 100 slagen per minuut slaat in rust.Een te langzaam hartritme wordt een bradycardie genoemd en houdt in dat het hart consistent onder de 50 slagen per minuut slaat in rust.Als de atria en ventrikels niet goed samenwerken kunnen er ook klachten ontstaan. We onderscheiden twee soorten, namelijk atriumfibrilleren en ventrikelfibrilleren. Ventrikelfibrilleren of kamerfibrilleren is een ritmestoornis waarbij er ontelbare prikkels door elkaar lopen met een hartstilstand tot gevolg.Atriumfibrilleren of boezemfibrilleren is een ritmestoornis waarbij de ventrikels niet goed samentrekken, ze trekken snel en onregelmatig samen.

Page 5: portfoliofysiotherapiemarijnsmidt.files.wordpress.com  · Web viewHet begint bij de grote bloedsomloop. In het linkeratrium stroomt het zuurstofrijke bloed uit de longen binnen,

Risicofactoren voor hartproblematiek zijn belangrijk om te weten om verergering te voorkomen en het hart in optimale conditie te houden. De risicofactoren luiden als volgt:

Roken Voedingspatroon (obesitas) Bewegingspatroon Stress Erfelijkheid Leeftijd

Bij de eerste vier factoren ligt een rol voor de fysiotherapeut, daarom is het handig om te weten waarom deze factoren een risico vormen voor hartaandoeningen.

Roken is schadelijk voor het hart en de bloedvaten vanwege de stoffen die in de tabak zitten, namelijk nicotine, koolmonoxide en andere diverse tabakdeeltjes. De nicotine versnelt de hartslag, vernauwt de bloedvaten en verhoogt de bloeddruk. De koolmonoxide verdringt zuurstofmoleculen en veroorzaakt hiermee een zuurstoftekort. En de overige tabakdeeltjes beschadigen de vaatwand en versnellen het stollingseffect van het bloed. Stoppen met roken heeft altijd zin, na een jaar neemt het risico op hart- en vaatziekten met 50% af en na vijftien jaar is dit op hetzelfde niveau als die van een niet-roker.

Het voedingspatroon en daarmee obesitas zijn schadelijk voor het hart en de vaten omdat deze effect hebben op het ontwikkelen van diabetes mellitus type II, een hoog cholesterol en hypertensie. Diabetes mellitus type II, ook wel suikerziekte genoemd, maakt de bloedvaten dikker en stugger en ze raken eerder beschadigd. Hyperlipidemie (te hoog cholesterolgehalte) in het bloed kan het proces van atherosclerose bevorderen en hiermee bijdragen aan het dichtslibben van de vaten. Hypertensie is schadelijk voor het hart en de vaten, omdat dit de slagaderwanden beschadigt. Dit bevordert het ontstaan van atherosclerose.

Het bewegingspatroon vormt een risicofactor, omdat een tekort aan beweging leidt tot een verhoogde kans op hyperlipidemie en hypertensie. Hiernaast heeft het ook een effect op de stressmanagement.

Page 6: portfoliofysiotherapiemarijnsmidt.files.wordpress.com  · Web viewHet begint bij de grote bloedsomloop. In het linkeratrium stroomt het zuurstofrijke bloed uit de longen binnen,

Stress is schadelijk voor het hart en de vaten, omdat het leidt tot hypertensie, ontstekingen, hyperlipidemie en een verhoogde hartfrequentie. De eerste drie factoren bevorderen het proces van atherosclerose. Er zijn trainingen ontwikkeld voor het adequaat omgaan met stress.

Deze factoren zijn beïnvloedbaar door middel van het aanpassen van het gedrag van de patiënt t.o.v. het roken, het voedingspatroon, het bewegingspatroon en stressmanagement. De factoren roken, voedingspatroon en stressmanagement liggen buiten het domein van de fysiotherapeut, maar hierbij kan doorverwezen worden. De factor bewegingspatroon kan wel beïnvloed worden door de fysiotherapeut.

Page 7: portfoliofysiotherapiemarijnsmidt.files.wordpress.com  · Web viewHet begint bij de grote bloedsomloop. In het linkeratrium stroomt het zuurstofrijke bloed uit de longen binnen,

Om in de behandeling de patiënten te kunnen informeren en adviseren en te begeleiden in hun beweeggedrag is het van belang voor de fysiotherapeut om te weten wat de verschillende operaties inhouden en de gevolgen die deze met zich meebrengen. De operaties die zullen worden besproken zijn:

Coronary Artery Bypass Graft (CABG) Percutane Coronaire Interventie (PCI) Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD) Hartklep operatie

De coronary artery bypass graft (CABG) ofwel de bypass operatie wordt toegepast bij patiënten die ondanks medicatiegebruik bij geringe inspanning toch last hebben van hartklachten, zoals pijn op de borst of bij ernstige vernauwingen van meerdere coronairvaten. Bij een stenose van een enkel coronairvat zal er gekozen worden voor de PCI operatie. Er zijn twee technieken. De eerste techniek houdt in dat de chirurg het sternum opensnijdt. Deze techniek wordt gebruikt als er meerdere bypasses moeten worden aangebracht. De tweede techniek houdt in dat de chirurg een opening maakt tussen twee ribben. Deze techniek wordt gebruikt bij het aanleggen van een enkele bypass.Bij beide technieken maakt de chirurg gebruik van een borstslagader of beenaders. De chirurg hecht een uiteinde van de (slag)ader op één punt voorbij de stenose en het andere uiteinde aan de Aorta. Het bloed kan zo via een omleiding (bypass) naar de hartspier stromen.De eerste techniek wordt afgesloten door te hechten met staaldraad, waarna gehecht en de tweede techniek wordt normaal gehecht.Bij de eerste techniek moet de patiënt oppassen met voor zes weken lang geen grove armbewegingen maken, niet zwaar tillen en uit de buurt blijven van magneten.Er zijn twee operatiemethoden, de traditionele operatie en de niet-traditionele operatie. Bij de traditionele methode wordt er gebruik gemaakt van een hartlongmachine die de functie van het hart overneemt. Bij de niet-traditionele methode wordt er geen gebruik gemaakt van een hartlongmachine, maar een deel van het hart wordt stillgelegd terwijl de rest doorklopt en de longen blijven werken.

De percutane coronaire interventie (PCI) ofwel dotter- en stentoperatie wordt toegepast bij patiënten waarvan een enkel coronairvat is verstopt met een vernauwing van 50% - 70%, omdat deze operatie minder invasief is.Voorafgaand aan de operatie krijgt de patiënt een hartkatheterisatie, dit is een onderzoek om stenoses van de coronairvaten op te sporen. Indien

Page 8: portfoliofysiotherapiemarijnsmidt.files.wordpress.com  · Web viewHet begint bij de grote bloedsomloop. In het linkeratrium stroomt het zuurstofrijke bloed uit de longen binnen,

hierna toch is besloten om een PCI operatie te uitvoeren, ziet dit er uit als volgt.Allereerst wordt een plaatselijke verdoving op de lokatie waar de chirurg de katheter inbrengt geplaatst. Vervolgens brengt de chirurg via een arterie in de lies, pols of elleboogplooi een dunne draad naar de vernauwing in de desbetreffende coronairvaten.Hierna wordt een ballonnetje, over de draad geschoven, naar de plek van de stenose gebracht. Hier wordt het een aantal keer opgeblazen totdat het vat wijd genoeg is en niet meer terugveert. Het dotteren heet dit. In de meeste gevallen plaatst de chirurg vervolgens een stent (soort balpenveertje van metaal) om de vaatwand extra ondersteuning te bieden en ter preventie van het terugveren van het vat.Na de operatie dient het lidmaat dat is geprikt ontlast te worden en antistollingsmedicatie geslikt te worden ter preventie van trombose.

De implanteerbare cardioverter defibrillator (ICD) is een inwendige defibrillator voor patiënten met onvoorspelbare hartritmestoornissen, zoals kamertachycardie en kamerfibrilleren en als medicatie hiertegen niet helpt en een operatie niet mogelijk is.Door de bovenstaande hartritmestoornissen kan er een hartstilstand ontstaan, zoals eerder beschreven. Een ICD reageert bij een levensbedreigende hartritmestoornis van de kamers vrijwel onmiddelijk als hij een abnormaal snel of chaotisch ritme signaleert. Binnen vijftien seconden geeft de ICD een schok, indien nodig wordt dit herhaald met tussenpozen van tien tot vijftien seconden.Naast de standaard ICD, zijn er een aantal varianten met extra functies. De CRT-D of biventriculaire ICD voor patiënten met hartfalen, waarbij het ook voor een efficiëntere hartpomp zorgt genaamd cardiale resynchronisatie.De S-ICD of subcutane ICD waarbij de elektrode onder de huid aan de linkerzijde van de borstkas wordt vastgemaakt.En de uitwendig draagbare defibrillator waarbij een soort vest wordt gedragen voor tijdelijk gebruik.De implantatie ziet er als volgt uit. De patiënt wordt eerst gedeeltelijk of geheel onder narcose gebracht. De chirurg maakt een kleine holte onder de huid, t.h.v. de clavicula waarin de ICD wordt geplaatst. Hierbij kan de ICD tussen de een en de drie geleidingsdraden elektroden (metalen geleiders) hebben. Om te testen of het werkt, creëert

Page 9: portfoliofysiotherapiemarijnsmidt.files.wordpress.com  · Web viewHet begint bij de grote bloedsomloop. In het linkeratrium stroomt het zuurstofrijke bloed uit de longen binnen,

de chirurg een kunstmatige hartritmestoornis op.Na de operatie dient de patiënt zes tot acht weken rustig aan te doen, waardoor de elektroden kunnen vastgroeien in het hart. Hierbij moet de patiënt bepaalde dingen vermijden, zoals rekken, strekken en ronddraaiende beweging van de arm boven 90°, geen zware dingen tillen, geen endorotatie achter het lichaam en geen knellende kleding dragen.Als fysiotherapeut ligt er een taak in het informeren en adviseren t.o.v. de operatie en het apparaat. Bij een schok, ernstige ritmestoornis, buiten bewustzijn, batterijen op (piept) of ontstekingsverschijnselen doorverwijzen naar de cardioloog. Ook kan de patiënt angstig zijn om een schok te krijgen, waarvoor het van belang is om de patiënt gerust te stellen.

Een hartklep operatie is een operatie aan het hart waarbij één van de vier hartkleppen wordt gerepareerd of vervangen. Het repareren houdt in dat de chirurg de hartklep zo goed mogelijk in de oorspronkelijke staat terug brengt, denk hierbij aan verwijderen van verkalkingen, losmaken van vergroeide hartkleppen, uitgezakte klepslippen herstellen etc. Een hartklep vervangen houdt in dat de hele hartklep wordt vervangen door een mechanische of biologische hartklep. De mechanische hartklep is gemaakt van kunststof, metaal of koolstof en heeft het voordeel van weinig slijtage en het hierdoor levenslang meegaan ervan. De nadelen hieraan zijn de patiënt de rest van zijn leven aan antistollingsmedicatie vastzit en de kleppen geluid kunnen maken.De biologische hartklep bestaat uit twee soorten, gemaakt uit dierlijk materiaal of donorkleppen van andere mensen. De voordelen hiervan zijn dat er geen levenslange antistollingsmedicatie gebruikt hoeft te worden, ze maken geen geluid en lijken op de eigen hartklep. De nadelen zijn dat er een beperkte levensduur is en na tien tot twintig jaar er vervanging nodig is, waarnaast er ook nog een schaarste is aan donorkleppen.Er zijn twee benadering voor deze operatie, namelijk de openhart operatie en het vervangen van de aortaklep via een kleinere opening.De openhartoperatie is een veel uitgevoerde operatie en er is daardoor een wachtlijst. Als de patiënt eenmaal kan, dan ziet het er als volgt uit. De patiënt wordt onder narcose gebracht. De chirurg opent het sternum, met of zonder een kloppend hart. Hierna opent de chirurg het hart, bekijkt de hartklep en beslist dan pas definitief wat de beste behandeling is, namelijk reparatie of klepvervanging. Na het plaatsen of repareren van de desbetreffende hartklep wordt het sternum gesloten en de patiënt op de intensive care gelegd.

Page 10: portfoliofysiotherapiemarijnsmidt.files.wordpress.com  · Web viewHet begint bij de grote bloedsomloop. In het linkeratrium stroomt het zuurstofrijke bloed uit de longen binnen,

Bij het vervangen van de aortaklep via een kleinere opening bereikt de chirurg het hart door de liesslagader of de slagader onder de clavicula. Hierbij wordt de oude klep met een ballonnetje opgerekt en opzij gedrukt, waarna de biologische klep via een katheter in de oude klep gebracht en ontplooid wordt. Het is een relatief nieuwe operatie en wordt niet vaak uitgevoerd, maar er zijn wel degelijk voordelen. Er is geen grote borstwond, geen hartlongmachine is nodig en er is een sneller herstel.Voor de fysiotherapeut is het informeren en adviseren wat betreft de operatie en belastbaarheid en het geruststellen van een patiënt van belang. Ook kan bij het gebruiken van een mechanische klep getik worden gehoord.

Page 11: portfoliofysiotherapiemarijnsmidt.files.wordpress.com  · Web viewHet begint bij de grote bloedsomloop. In het linkeratrium stroomt het zuurstofrijke bloed uit de longen binnen,

Volgens de KNGF richtlijn hartrevalidatie (2011) is er een fasering van het beleid t.o.v. de hartrevalidatie. Het ziet er als volgt uit:

De pre-operatieve fase De klinische fase De revalidatiefase De postrevalidatiefase

De pre-operatieve fase is de fase waarbij een patiënt wordt verwezen naar een eerstelijns fysiotherapeut om de mortaliteit, morbiditeit, de beademingsduur en de ligduur in het ziekenhuis te reduceren door de patiënt in een optimale conditie te brengen. De behandeling is gericht op het verkleinen van de het risico op post-operatieve pulmonale complicaties middels inspiratory muscle training (IMT), ademhalingsoefeningen en airway clearance technieken. Het doel is om een toename van de Pimax (luchtdruk tijdens in- en expiratie) en geen vastgestelde pulmonale problematiek.

De klinische fase is voor de ziekenhuisfysiotherapeut, dus voor ons, relevant. Deze fase houdt in dat de patiënt van de coronary care unit (CCU) of intensive care unit (ICU) komt na een hartoperatie en duurt van het verwijzen van de cardioloog naar de hartrevalidatie afdeling tot het ontslag uit het ziekenhuis. Wij delen het in volgens de anamnese en onderzoek en behandeling.

De anamnese is gericht op het uitvragen van de status praesens, risicofactoren, angst en de belasting en belastbaarheid.

Voorstellen Ik ben uw fysiotherapeut voor vandaag Eerst wil ik u wat vragen stellen en vervolgens

doe ik een onderzoek aangevuld met een behandeling

Heeft u nog vragen vooraf?Status praesens Hoe gaat het nu?

Wat zijn uw klachten? Pijn? Waar? Aan de wond? Vermoeidheid? Kortademigheid? In rust of bij inspanning? Hoe

snel? Bent u al uit bed geweest? Wat weet u van uw verblijf hier? Wat weet u van de operatie? Bent u bekend met andere aandoeningen?

Suikerziekte?Activiteiten Waarin bent u het meest beperkt? Op een

schaal van 0 – 10, hoe erg? Wat is de beperkende factor?

Page 12: portfoliofysiotherapiemarijnsmidt.files.wordpress.com  · Web viewHet begint bij de grote bloedsomloop. In het linkeratrium stroomt het zuurstofrijke bloed uit de longen binnen,

Inspanningsvermogen? Angst?Voor de operatie Hoe ging het voor de operatie?

Wat voor klachten had u? Hoe belemmerde dit u in uw dagelijks leven?

Medicatie Wat voor medicatie gebruikt u? Bètablokkers? (bloeddrukverlagend)

Het onderzoek wordt gecombineerd met de behandeling in het behandelend onderzoeken of onderzoekend behandelen. Om het overzicht te behouden verdelen wij het nu in het onderzoek en de behandeling, maar in de praktijk wordt dit gecombineerd.

BloeddrukmetingAllereerst meet de therapeut de bloeddruk. Het is een voorwaarde dat de systole (bovendruk) niet boven de 180 mmHg zit en de diastole (onderdruk) niet boven de 100 mmHg. Indien de bloeddruk boven deze waarden zit mag de patiënt zich niet gaan inspannen. Hierbij dien je uit te vragen of de patiënt net heeft bloeddruk beïnvloedbare activiteiten heeft uitgevoerd.

HartfrequentiemetingDit kan worden gedaan via een automatische bloeddrukmeetapparaat of door een polsmeting. De rusthartslag mag niet hoger zijn dan 100 slagen per minuut. Indien dit wel het geval is mag de patiënt niet gaan inspannen, maar hierbij zijn ook weer hartfrequentie beïnvloedbare activiteiten van belang. Indien je dit vermoedt kan je de patiënt in een rustige ruimte zetten.

Dagelijks leven Wat deed u in uw dagelijks leven? Werk? Sport? Hobby’s?

Risicofactoren Rookt u of heeft u gerookt? Zo ja, hoe lang geleden?

Was u actief in de zin van beweging? Hoe zag uw voedingspatroon er uit? At u

gezond? Had u last van stress? Meer dan de gemiddelde

persoon?Persoonlijke factoren

Heeft u familie of vrienden die voor u kunnen zorgen? Een partner, kinderen of vrienden?

Heeft u angst? Voor belasting? Gevolgen? Uw hart?

Bent u gemotiveerd om met mij mee te werken?Externe factoren Hoe ziet uw huis eruit? Moet u traplopen? Heeft

u drempels thuis?

Page 13: portfoliofysiotherapiemarijnsmidt.files.wordpress.com  · Web viewHet begint bij de grote bloedsomloop. In het linkeratrium stroomt het zuurstofrijke bloed uit de longen binnen,

WondinspectieIndien er een wond aanwezig is en deze toegankelijk is, wil de therapeut dit bekijken. Hierbij let de hij op infectieverschijnselen, namelijk roodheid, zwelling, abnormale pijn, pus, warmte en gepaard gaande met koorts.

Inspectie pulmonale systeemHierbij let je op de ademfrequentie, hyperventilatie, hulpademhalingsmusculatuur etc.

TransfersDe therapeut wil de patiënt in beweging krijgen en kijken hoe deze de transfers uit kan voeren, omdat dit een vereiste is om ontslag te krijgen vanuit het ziekenhuis. Hierbij zijn de volgende transfers van belang:

Zitten in bed Zitten op de rand van het bed Staan Zit van bed zit in stoel

Mobilisatie (lopen)Voordat de therapeut gaat lopen met de patiënt geef je aan de patiënt aan dat als hij zich niet goed voelt, denkend aan pijn op de borst, misselijkheid, zwart voor de ogen, duizeligheid of andere vergelijkbare klachten dat hij dit meteen aangeeft. Dan wordt er niet doorgegaan met het onderzoek en de behandeling.

Lopen met hulpmiddel Rollator Looprek Krukken

Lopen zonder hulpmiddel

De behandeling bestaat uit een aantal einddoelen die behaald moeten worden om ontslag te krijgen vanuit het ziekenhuis. De doelen luiden als volgt:

De patiënt kan op gewenst ADL-niveau functioneren, denkend aan lopen, traplopen, en zelfverzorging, eventueel met hulp. Matige inspanning is mogelijk. De patiënt dient hierbij een MET’s niveau van 3-4 of hoger te hebben. Voor het inschatten van het inspanningsvermogen kan gebruik worden gemaakt van de MET-methode, de metabole equivalenten methode. De MET-methode biedt de mogelijkheid om de metabole belasting van motorische activiteiten aan te geven, onafhankelijk van iemands lichaamsafmetingen. Voor een persoon staat 1 MET gelijk aan het

Page 14: portfoliofysiotherapiemarijnsmidt.files.wordpress.com  · Web viewHet begint bij de grote bloedsomloop. In het linkeratrium stroomt het zuurstofrijke bloed uit de longen binnen,

basaalmetabolisme in rust. Het aantal MET’s voor een bepaalde motorische activiteit is de verhouding tussen de energiewisseling voor die activiteit en de energiewisseling in rust. Zoals gezegd moet de patiënt op een MET’s 3-4 komen, indien hij dit niet haalt wordt er gekeken wat de beperking is. Factoren waaraan het zou kunnen liggen zijn:

Het inspanningsvermogen Angst Efficiëntie van bewegen Motorisch leergedrag

Veelal zal de beperking liggen in het inspanningsvermogen. Indien het een van de andere factoren is gaat de therapeut verder met het volgende behandeldoel.Indien het inspanningsvermogen is beperkt gaat de therapeut dit trainen.Bij het trainen van het inspanningsvermogen kan de therapeut kiezen voor één van drie mogelijke trainingsmethoden:

Duurtraining om het aerobe uithoudingsvermogen te trainen. Dit houdt in dat de patiënt aan één stuk door op één intensiteit trainen. Dit is het meest belastend voor het hart. Vanuit de gegevens van een maximale of symptoomgelimiteerdeinspanningstest kan een individueel aangepaste oefenintensiteit worden berekend. De optimale trainingszone kan worden berekend met de karvonen-formule. Met deze formule kan de trainingshartfrequentie worden berekend als percentage van de hartslagreserve (verschil tussen maximale hartfrequentie en hartfrequentie in rust), opgeteld bij de rusthartfrequentie. Bijv. de Hfmax is 165 en de Hfrust is 60 165 – 60 = 105 (verschil tussen Hfmax en Hfrust). Indien je wilt trainen op 70% 105 x 0.7 = 74 60 + 74 = 114. Dit is 70% van de totale belasting gemeten volgens de hartfrequentie. Het trainen op basis van de hartfrequentie is op de lange termijn (na 3-4 weken) onbetrouwbaar vanwege de conditieverbetering. Een betrouwbaardere, maar subjectievere manier om de verbetering bij te houden is middels de Borg ‘Ratings of Perceived Exertion’ schaal (RPE). Het meet de mate van inspanning, de belastingsgraad en vermoeidheid op een schaal van 6 tot 20.

Intervaltraining om het aerobe uithoudingsvermogen te trainen. Dit houdt hetzelfde in als duurtraining, maar dan met afwisseling van

Page 15: portfoliofysiotherapiemarijnsmidt.files.wordpress.com  · Web viewHet begint bij de grote bloedsomloop. In het linkeratrium stroomt het zuurstofrijke bloed uit de longen binnen,

intensiteit. Dit het minder belastend dan duurtraining voor het hart. Een aangeraden programma door Michel Terbraak is de 30-30 HIIT interval. HIIT staat voor ‘high intensity interval training’, waarbij er 30 seconden op 90% van het inspanningsvermogen wordt ingespannen en 30 seconden op 50% van het inspanningsvermogen.

Krachttraining om het lokale spieruithoudingsvermogen te trainen. Dit houdt in dat je met gewichten traint. Dit is het minst belastend voor het hart. Een aangeraden programma door Michel Terbraak is het trainen op 70% - 80% (± 8 herhalingen) van de 1RM of op een RPE 15.

Informeren en adviseren t.a.v. de kennis over de hartziekte, belastbaarheid, adequate wijze van omgaan met de klachten en het opbouwen van activiteiten, angst en overige zaken

Kennis over de hartziekte Belastbaarheid Adequate wijze van omgaan met klachten en opbouwen van

activiteiten Angst Overige zaken