Pleidooi voor de Poz ie - charlottevandenbroeck.com

1
L14 letteren DE STANDAARD VRIJDAG 8 JUNI 2018 Alice en de Hertogin over de geest en de letter. © www.bridgemanimages.com Dichters zijn slecht geplaatst om pleidooien voor poëzie uit te spreken, vindt dichteres Charlotte Van den Broeck. Daarom houdt ze liever een pleidooi dat er geen is. Pleidooi voor de Poëzie CHARLOTTE VAN DEN BROECK LEZING L aatst ontmoette ik een gedes- illusioneerde structuralist, een leraar Nederlands. Hij legt Ferdinand de Saussure uit aan zijn leerlingen. Hij heeft het over het verschil tussen betekenis en betekenaar. De betekenaar is het concrete, talig gerealiseerde teken, de uiterlijke vorm van bijvoorbeeld het woord ‘boom’. De betekenis is het mentale concept dat door de tekens wordt aangesproken. Samen verwijzen betekenis en betekenaar naar een object in de werkelijk- heid, naar een ‘echte boom’. Moe- deloos zegt de gedesillusioneerde structuralist tegen de klas: ‘We ha- len het niet. Er is een enorme kloof tussen betekenis, betekenaar en werkelijkheid. En in de sprong, in het spreken, halen we zo vaak de overkant niet. De enige hoop is de dichter, want daarom heet hij of zij “dichter”, omdat hij in staat is door middel van poëzie dichter bij de betekenis te komen.’ Ik weet niet of dat waar is, of die taak te vervolmaken is, maar de poging spreekt me aan. In Lewis Carrolls Alice in Won- derland zegt de Hertogin tijdens een potje cricket met flamingo’s als houten hamers tegen Alice: ‘Let op de geest en de letter let op zich- zelf.’ Net als Alice geloof ik daar niets van. De letter is helemaal niet bevoegd op zichzelf te letten. Ik wantrouw de letters, de tekens, de betekenaar. Zo vaak zijn ze on- toereikend voor de betekenis. Denk maar aan woorden als ‘verdriet’, ‘geluk’, ‘dood’, ‘liefde’, ‘maan’, ‘ver- andering’, ‘politiek’ of ‘lichaam’. Voorbeelden waarvan de betekenis van mond tot mond kan verschui- ven. In confrontatie met de ontoe- reikendheid van zulke woorden word ik eigenwijs, wil ik manieren zoeken om de woorden anders te zeggen, heviger, opgerekt, opnieuw, vrijblijvend, preciezer, beter, of desnoods niet. Schipperend tussen de gedesillusioneerde structuralist en Alice, tussen de sprong over de betekeniskloof wagen en overgave aan het wantrouwen tot de letter, vanuit die wankele positie begin ik aan dit pleidooi. Weigering. Ik wens helemaal geen pleidooi te houden voor de Een gedicht kan zo open zijn dat het voor sommigen niets betekent, voor anderen een veelheid en misschien voor een enkeling ooit, op dat ene moment in die ene regel, alles DE STANDAARD VRIJDAG 8 JUNI 2018  L15  poëzie. Een pleidooi houdt een po- ging in te overtuigen, ter verdedi- ging van het onderwerp, een zorg- vuldig betoog om het oordeel aan te sturen. Manipulatiever zelfs, om iets gedaan te krijgen, namelijk dat wie het pleidooi aanhoort het oordeel naar het gelijk van de spreker zal keren. Ik heb geen gelijk als het op poëzie aankomt. De dichter is de minst geloofwaardige persoon om dit pleidooi te houden. Hij is al te ver heen, wijdt zijn dagen aan vers- regels en in die toewijding ligt het argument vervat. Of het argument nu in het hoogstpersoonlijke, het maatschappelijke, het artistieke of in de volle omarming van de nutteloos- heid gegrond is, de dichter zal vast een paar redenen kunnen opsom- men om het bestaan van poëzie te rechtvaardigen. En als het de dichter niet lukt, dan gebruikt hij wel woor- den als ‘schoonheid’, ‘traagheid’ en ‘noodzaak’ om zich mee te veront- schuldigen. Weerstand, want ik heb geen interesse in apologieën, ze roepen de poëzie ter verantwoording. Ik ken de aantijgingen: er zijn inderdaad be- trekkelijk weinig lezers (vermoede- lijk zijn er meer dichters dan lezers), poëzie kan moeilijk te begrijpen zijn, soms lijkt een gedicht zelfs helemaal niets te betekenen. En ja, 20 euro is in verhouding veel geld voor het aantal pagina’s van een gemiddelde bundel. Menno Wigman was de be- schuldigingen voor: ‘Poëzie is een ziekte die het leven van mensen ver- pest en waar ook nog eens kostbaar hout voor wordt gekapt om een handvol mensen (hopeloze idioten) een twijfelachtig plezier te doen.’ Ook tegenargumenten en tegenvoor- beelden kent de dichter vanbuiten, maar ik ga de poëzie niet verant- woorden met verweer. De verant- woording zit in het werk zelf, dat zich in het bestaan en op het papier dringt, liefst zonder toestemming van argument of pleidooi. Wankel. Want eenzelfde ge- dicht is in staat een lezer open te rij- ten en de ander volledig koud te la- ten. Beide ervaringen zijn bepalen- der dan enig iets wat de dichter er- over zou kunnen beweren. Daarom is de lezer de enige die dit pleidooi rechtvaardig kan uitspreken. On- danks de meest nauwkeurig gecom- poneerde, geslepen vorm kan het ge- dicht zo open zijn dat het voor som- migen niets betekent, voor anderen een veelheid en misschien voor een enkeling ooit, op dat ene moment in die ene regel, alles. In die openheid ligt de poëtische leeservaring. In de mogelijkheid tot dat lukrake ene al- les ligt het pleidooi. De Franse filosoof Gaston Bache- lard spreekt indringend over ‘de poë- tische ervaring’. Hij stelt dat bij het lezen van poëzie of bij contact met poëtische beelden twee principes werkzaam zijn die maken dat het ge- dicht tot een lezer kan spreken, kan WEG MET BOEKEN DOE DE BOEKEN TOE EN GA LITERATUUR BELEVEN 1 Het nieuwe nummer van DWB is integraal aan Oostende gewijd. Daarmee blikt het blad terug op een traditie die schrijver Gaston Duribreux eind jaren 40, begin jaren 50 in het leven riep: een bijeenkomst van alle schrijvers van Dietsche Warande & Belfort in zijn Oostendse Hôtel du Parc. Op 10 juni om 11 uur kunt u de feestelijke voorstelling bijwonen van dit speciale themanum- mer. Geen betere plek daarvoor dan Vrijstaat O., op de zeedijk in Oostende. Het evenement komt met een dresscode: stadskledij of casual chicwww.kaap.be OOSTENDE 2 3 Boekhandel Letters & Co in Deinze wordt van- daag omgetoverd tot literair kapsalon. Kristof De Muynck, behalve kapper ook auteur van de roman Kopvoeter, komt er van 15 uur tot 18 uur gratis haar knippen. De opbrengst gaat naar de borstkankercampagne Think Pink. Wie een paardenstaart van 25 centi- meter kwijt wil, kan een plaatsje reserveren via [email protected]. www.lettersenco.be DEINZE Tumbleweed, of ‘Rollend kruid’, zo heet de hom- mage die Passa Porta, Leuven Leest en het Leu- vens cultuurcentrum 30CC brengen aan schrijver- reiziger Kamiel Vanhole. Aan de vooravond van zijn tienjarige overlijden kijken bevriende schrij- vers, dichters en acteurs terug op Vanholes oeu- vre. Met onder anderen Didi de Paris, Charles Ducal, Frans Roggen, Gerda Dendooven, Koen Peeters, Geert van Istendael, Leen Huet en Peter Holvoet-Hanssen. Muzikale intermezzo’s zijn er van het ensemble Wilderman: een combinatie van jazz, punk en expressionisme in de geest van Van Ostaijen. www.30cc.be LEUVEN COLOFON ¨¨¨¨¨ onmisbaar ¨¨¨¨ uitstekend ¨¨¨ goed ¨¨ net niet ¨ zwak Hoofdredacteur: Karel Verhoeven - Chef DSL: Veerle Vanden Bosch - Artdirector: Jan Desloover Redactie: Hans Cottyn, Peter Jacobs, Klaas Debacker, Koen Driessens, Karel De Weerdt (fotoredactie), Celine Poppe (vormgeving) - Medewerkers: Annelies Beck is schrijfster en VRT-journaliste, Matthijs de Ridder is schrijver en recensent, Alexandra De Vos is recensente, Vanessa Joosen is hoogleraar en onderzoekster kinder- en jeugdliteratuur, Inge Schelstraete is cultuurredacteur van De Standaard, Gaea Schoeters is schrijfster en journaliste, Charlotte Van den Broeck is dichteres, Stefan Vanthuyne is schrijver en fotograaf, John Vervoort is recensent en thrillerspecialist Coverfoto: © belga Contact: [email protected], 02-467.22.66 4 Op woensdag 20 juni om 19.30 uur presenteert li- terair tijdschrift Deus Ex Machina in het Prague House in Brussel een speciaal nummer over de Praagse Lente. Op het programma staan onder meer vier mini-TED-talks door Vincent Schel- tiens-Ortigosa, Jitka Pánek Jurková (over foto- graaf Josef Koudelka), Wim Michiel (over Kafka en de Praagse Lente) en Jasper Vervaeke (over de ontmoeting tussen Milan Kundera, Carlos Fuen- tes, Gabriel García Márquez en Julio Cortázar). De Nederlands-Tsjechische vertaler Irma Pieper leest voor uit het werk van cultschrijver Václav Hrab (1940-1965). De inkom is gratis, maar graag aanmelden via [email protected] of [email protected]. BRUSSEL ontroeren, of zelfs dat het bezit van ons neemt. Enerzijds spreekt hij over resonanties: het poëtische beeld resoneert met de eigen emo- ties en spreekt zo het sentiment aan. Anderzijds moet het beeld ons in de diepte raken voor het aan de oppervlakte kan resoneren. Dit noemt hij weerkaatsingen: als het beeld in ons weerkaatst, geeft het uitdrukking aan iets binnen ons- zelf, waardoor wijzelf uitdrukking zouden worden. Ik geloof sterk in die manier van uitdrukking. Ik ge- loof dat er in het samenkomen van woorden tot regel tot beeld tot strofe een wording vervat kan zit- ten. Alsof ik bij het lezen van het gedicht iets in mij herken wat ik daarvoor nog niet kende. Als die samentrekking van papier en oog plaatsvindt, als het gedicht een ver- moeden in mezelf uitspreekt, dan wordt het gedicht onderdeel van mij, dan ontstaat het hebberige ge- voel dat het gedicht van mij is. Dan neemt het bezit van mij. Het is moeilijk om het dan nog kwijt te raken. Uit kraanvogels van Peter Verhelst: Nu de avond, die ene avond toen het licht zo dun, / zo zou vanaf nu de avond zijn en dit het meer waar wij ooit / de houten ponton waar jij nu over het water uitkijkend / naar een neerstrijken- de vogel, altijd de laatste kraanvo- gel die een steen. Hoelang gaan die regels al met me mee? Hoe vaak heb ik zelf ondertussen op die pon- ton gezeten? Ik ben er nooit ge- weest. Of dit gedicht van Paul Celan, een ezelsoor in zijn verzameld werk, dat me steeds weer lokt: Her- vorgedunkelt, noch einmal, / kommt deine Rede / zum vorge- schatteten Blatt-Trieb / der Buche. / Es ist nichts herzumachen von euch, / du trägst eine Fremdheit zu Lehen. / Unendlich / hör ich den Stein in dir stehn. Die steen heeft in mezelf door de jaren heen aller- lei gedaantes aangenomen. Ask me, have I fallen in love with the mechanic? Hoewel ik geen enkele mecanicien persoonlijk ken, moet ik op deze regel van Tara Ber- gin ‘ja’ antwoorden. It’s his hands, so thickly black with engine oil, so hardworking and in such high- demand. Ask me, is there violence in the dirt? Ik denk aan Ghayath Almadhoun als ik op de trein stap in Antwer- pen: stopt mijn hand met het beroe- ren van je lippen […] stopt de taxi waarvan de chauffeur in Damascus door de kogel van een scherpschut- ter is gedood voor het centraal sta- tion van Antwerpen stopt de ter- reur in de Playstation. Het onontkoombare lezen, laat dat het pleidooi zijn. Charlotte Van den Broeck sprak dit pleidooi uit bij de tiende ver- jaardag van het Felix Poetry Festi- val, dat loopt van 31 mei tot 15 ju- ni. antwerpenboekenstad.be/felix debuteerde in 2015 met de bundel ‘Kameleon’, waar- voor ze in 2016 de Herman de Coninck Debuutprijs kreeg. In 2016 verzorgde ze samen met Arnon Grunberg de opening van het Nederlands-Vlaamse gastlandschap op de Frankfurter Buch- messe. Haar tweede bundel, ‘Nachtroer’, ver- scheen in 2017. Charlotte Van den Broeck

Transcript of Pleidooi voor de Poz ie - charlottevandenbroeck.com

Page 1: Pleidooi voor de Poz ie - charlottevandenbroeck.com

L14 letteren DE STANDAARDVRIJDAG 8 JUNI 2018

Alice en de Hertogin over de geest en de  letter.  ©  www.bridgemanimages.com

Dichters zijn slecht geplaatst om pleidooien voor poëzie uit te spreken, vindt dichteresCharlotte Van den Broeck. Daarom houdt ze liever een pleidooi dat er geen is. 

Pleidooi voor de PoëzieC H A R L O T T E   VA N   D E N   B R O E C KLEZING

Laatst ontmoette ik een gedes­illusioneerde structuralist,een leraar Nederlands. Hij

legt Ferdinand de Saussure uit aan zijn leerlingen. Hij heeft het over het verschil tussen betekenis en betekenaar. De betekenaar is het concrete, talig gerealiseerde teken, de uiterlijke vorm van bijvoorbeeld het woord ‘boom’. De betekenis is het mentale concept dat door de tekens wordt aangesproken. Samen verwijzen betekenis en betekenaar naar een object in de werkelijk­heid, naar een ‘echte boom’. Moe­deloos zegt de gedesillusioneerde structuralist tegen de klas: ‘We ha­len het niet. Er is een enorme kloof tussen betekenis, betekenaar en werkelijkheid. En in de sprong, in het spreken, halen we zo vaak de overkant niet. De enige hoop is de dichter, want daarom heet hij of zij “dichter”, omdat hij in staat is door middel van poëzie dichter bij de betekenis te komen.’ Ik weet niet of dat waar is, of die taak te vervolmaken is, maar de poging spreekt me aan. 

In Lewis Carrolls Alice in Won­derland zegt de Hertogin tijdens een potje cricket met flamingo’s als houten hamers tegen Alice: ‘Let op de geest en de letter let op zich­zelf.’ Net als Alice geloof ik daar niets van. De letter is helemaal niet bevoegd op zichzelf te letten. Ik wantrouw de letters, de tekens, de betekenaar. Zo vaak zijn ze on­toereikend voor de betekenis. Denk maar aan woorden als ‘verdriet’, ‘geluk’, ‘dood’, ‘liefde’, ‘maan’, ‘ver­andering’, ‘politiek’ of ‘lichaam’. Voorbeelden waarvan de betekenis van mond tot mond kan verschui­ven. In confrontatie met de ontoe­reikendheid van zulke woorden word ik eigenwijs, wil ik manieren zoeken om de woorden anders te zeggen, heviger, opgerekt, opnieuw, vrijblijvend, preciezer, beter, of desnoods niet. Schipperend tussen de gedesillusioneerde structuralist en Alice, tussen de sprong over de betekeniskloof wagen en overgave aan het wantrouwen tot de letter, vanuit die wankele positie begin ik aan dit pleidooi.

Weigering. Ik wens helemaalgeen pleidooi te houden voor de 

Een gedicht kan zo open zijn dat het voor sommigen niets betekent, voor anderen een veelheid en misschien voor een enkeling ooit, op dat ene moment in die eneregel, alles

DE STANDAARDVRIJDAG 8 JUNI 2018  L15  

poëzie. Een pleidooi houdt een po­ging in te overtuigen, ter verdedi­ging van het onderwerp, een zorg­vuldig betoog om het oordeel aan te sturen. Manipulatiever zelfs, om iets gedaan te krijgen, namelijk dat wie het pleidooi aanhoort het oordeel naar het gelijk van de spreker zal keren. 

Ik heb geen gelijk als het op poëzie aankomt. De dichter is de minst geloofwaardige persoon om dit pleidooi te houden. Hij is al te ver heen, wijdt zijn dagen aan vers­regels en in die toewijding ligt het argument vervat. Of het argument nu in het hoogstpersoonlijke, het maatschappelijke, het artistieke of in de volle omarming van de nutteloos­heid gegrond is, de dichter zal vast een paar redenen kunnen opsom­men om het bestaan van poëzie te rechtvaardigen. En als het de dichter niet lukt, dan gebruikt hij wel woor­den als ‘schoonheid’, ‘traagheid’ en ‘noodzaak’ om zich mee te veront­schuldigen. 

Weerstand, want ik heb geeninteresse in apologieën, ze roepen de poëzie ter verantwoording. Ik ken de aantijgingen: er zijn inderdaad be­trekkelijk weinig lezers (vermoede­lijk zijn er meer dichters dan lezers), poëzie kan moeilijk te begrijpen zijn, soms lijkt een gedicht zelfs helemaal niets te betekenen. En ja, 20 euro is in verhouding veel geld voor het aantal pagina’s van een gemiddelde bundel. Menno Wigman was de be­schuldigingen voor: ‘Poëzie is een ziekte die het leven van mensen ver­pest en waar ook nog eens kostbaar hout voor wordt gekapt om een handvol mensen (hopeloze idioten) een twijfelachtig plezier te doen.’ Ook tegenargumenten en tegenvoor­beelden kent de dichter vanbuiten, maar ik ga de poëzie niet verant­woorden met verweer. De verant­woording zit in het werk zelf, dat zich in het bestaan en op het papier dringt, liefst zonder toestemming van argument of pleidooi. 

Wankel.  Want eenzelfde ge­dicht is in staat een lezer open te rij­ten en de ander volledig koud te la­ten. Beide ervaringen zijn bepalen­der dan enig iets wat de dichter er­over zou kunnen beweren. Daarom is de lezer de enige die dit pleidooi rechtvaardig kan uitspreken. On­danks de meest nauwkeurig gecom­poneerde, geslepen vorm kan het ge­dicht zo open zijn dat het voor som­migen niets betekent, voor anderen een veelheid en misschien voor een enkeling ooit, op dat ene moment in die ene regel, alles. In die openheid ligt de poëtische leeservaring. In de mogelijkheid tot dat lukrake ene al­les ligt het pleidooi. 

De Franse filosoof Gaston Bache­lard spreekt indringend over ‘de poë­tische ervaring’. Hij stelt dat bij het lezen van poëzie of bij contact met poëtische beelden twee principes werkzaam zijn die maken dat het ge­dicht tot een lezer kan spreken, kan 

W E G   M E T   B O E K E NDOE DE BOEKEN TOE EN GA LITERATUUR BELEVEN

1 Het nieuwe nummer van DWB is integraal aan Oostende gewijd. Daarmee blikt het blad terug op een traditie die schrijver Gaston  Duribreux eind jaren 40, begin jaren 50 in het leven riep: een bijeenkomst van alle schrijvers van Dietsche Warande & Belfort in zijn Oostendse Hôtel du Parc. Op 10 juni om 11 uur kunt u de feestelijke voorstelling bijwonen van dit speciale themanum­mer. Geen betere plek daarvoor dan Vrijstaat O., op de zeedijk in Oostende. Het evenement komt met een dresscode: stadskledij of casual chic. 

www.kaap.be 

OOSTENDE

2

3

Boekhandel Letters & Co in Deinze wordt van­daag omgetoverd tot literair kapsalon. Kristof De  Muynck, behalve kapper ook auteur van de roman Kopvoeter, komt er van 15 uur tot 18 uur gratis haar knippen. De opbrengst gaat naar de borstkankercampagne Think Pink. Wie een paardenstaart van 25 centi­meter kwijt wil, kan een plaatsje reserveren via [email protected].

www.lettersenco.be

DEINZE

Tumbleweed, of ‘Rollend kruid’, zo heet de hom­mage die Passa Porta, Leuven Leest en het Leu­vens cultuurcentrum 30CC brengen aan schrijver­reiziger Kamiel  Vanhole. Aan de vooravond van zijn tienjarige overlijden kijken bevriende schrij­vers, dichters en acteurs terug op Vanholes oeu­vre. Met onder anderen Didi de Paris, Charles Ducal, Frans Roggen, Gerda Dendooven, Koen Peeters, Geert van Istendael, Leen Huet en Peter Holvoet­Hanssen. Muzikale intermezzo’s zijn er van het ensemble Wilderman: een combinatie van jazz, punk en expressionisme in de geest van Van Ostaijen.

www.30cc.be

LEUVEN

COLOFON

¨¨¨¨¨  onmisbaar  ¨¨¨¨  uitstekend  ¨¨¨  goed  ¨¨  net  niet  ¨  zwak

Hoofdredacteur:  Karel  Verhoeven  ­  Chef DSL:  Veerle  Vanden  Bosch  ­ Artdirector:  Jan  Desloover  Redactie:  Hans  Cottyn,  Peter  Jacobs,  Klaas Debacker,  Koen  Driessens,  Karel  De  Weerdt  (fotoredactie),  Celine  Poppe (vormgeving)  ­  Medewerkers:  Annelies  Beck  is  schrijfster  en  VRT­journaliste,Matthijs  de  Ridder  is  schrijver  en  recensent,  Alexandra  De  Vos  is  recensente,Vanessa  Joosen  is  hoogleraar  en  onderzoekster  kinder­  en  jeugdliteratuur, Inge  Schelstraete  is  cultuurredacteur  van  De  Standaard,  Gaea  Schoeters  isschrijfster  en  journaliste,  Charlotte  Van  den  Broeck  is  dichteres,  Stefan Vanthuyne  is  schrijver  en  fotograaf,  John  Vervoort  is  recensent  en thrillerspecialist  Coverfoto:  ©  belga  Contact: [email protected],  02­467.22.66

4 Op woensdag 20 juni om 19.30 uur presenteert li­terair tijdschrift Deus Ex Machina in het Prague House in Brussel een speciaal nummer over de Praagse  Lente. Op het programma staan onder meer vier mini­TED­talks door Vincent Schel­tiens­Ortigosa, Jitka Pánek Jurková (over foto­graaf Josef Koudelka), Wim Michiel (over Kafka en de Praagse Lente) en Jasper Vervaeke (over de ontmoeting tussen Milan Kundera, Carlos Fuen­tes, Gabriel García Márquez en Julio Cortázar). De Nederlands­Tsjechische vertaler Irma Pieper leest voor uit het werk van cultschrijver Václav Hrab  (1940­1965). De inkom is gratis, maar graag aanmelden via [email protected] of [email protected].

BRUSSEL

ontroeren, of zelfs dat het bezit van ons neemt. Enerzijds spreekt hij over resonanties: het poëtische beeld resoneert met de eigen emo­ties en spreekt zo het sentiment aan. Anderzijds moet het beeld ons in de diepte raken voor het aan de oppervlakte kan resoneren. Dit noemt hij weerkaatsingen: als het beeld in ons weerkaatst, geeft het uitdrukking aan iets binnen ons­zelf, waardoor wijzelf uitdrukking zouden worden. Ik geloof sterk in die manier van uitdrukking. Ik ge­loof dat er in het samenkomen van woorden tot regel tot beeld tot strofe een wording vervat kan zit­ten. Alsof ik bij het lezen van het gedicht iets in mij herken wat ik daarvoor nog niet kende. Als die samentrekking van papier en oog plaatsvindt, als het gedicht een ver­moeden in mezelf uitspreekt, dan wordt het gedicht onderdeel van mij, dan ontstaat het hebberige ge­voel dat het gedicht van mij is. Dan neemt het bezit van mij. Het is moeilijk om het dan nog kwijt te raken. Uit kraanvogels van Peter Verhelst: Nu de avond, die ene avond toen het licht zo dun, / zo zou vanaf nu de avond zijn en dit het meer waar wij ooit / de houten ponton waar jij nu over het water uitkijkend / naar een neerstrijken­de vogel, altijd de laatste kraanvo­gel die een steen. Hoelang gaan die regels al met me mee? Hoe vaak heb ik zelf ondertussen op die pon­ton gezeten? Ik ben er nooit ge­weest. 

Of dit gedicht van Paul Celan, een ezelsoor in zijn verzameld werk, dat me steeds weer lokt: Her­vorgedunkelt, noch einmal, / kommt deine Rede / zum vorge­schatteten Blatt­Trieb / der Buche. / Es ist nichts herzumachen von euch, / du trägst eine Fremdheit zu Lehen. / Unendlich / hör ich den Stein in dir stehn. Die steen heeft in mezelf door de jaren heen aller­lei gedaantes aangenomen. 

Ask me, have I fallen in love with the mechanic? Hoewel ik geen enkele mecanicien persoonlijk ken, moet ik op deze regel van Tara Ber­gin ‘ja’ antwoorden. It’s his hands, so thickly black with engine oil, so hardworking and in such high­demand. Ask me, is there violence in the dirt?

Ik denk aan Ghayath Almadhounals ik op de trein stap in Antwer­pen: stopt mijn hand met het beroe­ren van je lippen […] stopt de taxi waarvan de chauffeur in Damascus door de kogel van een scherpschut­ter is gedood voor het centraal sta­tion van Antwerpen stopt de ter­reur in de Playstation.

Het onontkoombare lezen, laatdat het pleidooi zijn.

Charlotte Van den Broeck sprakdit pleidooi uit bij de tiende ver­jaardag van het Felix Poetry Festi­val, dat loopt van 31 mei tot 15 ju­ni.

antwerpenboekenstad.be/felix

debuteerde  in 2015 met de bundel ‘Kameleon’, waar­voor ze  in 2016 de Herman de Coninck Debuutprijs kreeg. 

In 2016 verzorgde ze samen met Arnon Grunberg de opening van het Nederlands­Vlaamse gastlandschap op de Frankfurter Buch­messe.

Haar tweede bundel, ‘Nachtroer’, ver­scheen  in 2017.

Charlotte Van den Broeck