Plannen Theatermuseum
-
Upload
theater-instituut-nederland -
Category
Documents
-
view
221 -
download
0
description
Transcript of Plannen Theatermuseum
2. Activiteitenplan Theatermuseum
1
Activiteitenplan Theatermuseum 1 www.tin.nl
2.0 Samenvatting
Theater Instituut Nederland (TIN) gaat vanaf 2013 verder als Theatermuseum. Dat zijn we al sinds 1925. In
de bijna negentig jaar die volgden is een unieke collectie opgebouwd van objecten, geluid- en beelddragers,
archieven en data, waarmee het verhaal kan worden verteld van het Nederlandse theater en zijn
maatschappelijke context vanaf de 17de eeuw tot vandaag.
Het Theatermuseum vanaf 2013 is publieksbelevenis en kenniscentrum, beide zowel fysiek als digitaal. Het
is er voor publiek en makers. Alles staat er in het teken van wat mensen willen weten in plaats van wat wij
ze willen vertellen. Het Theatermuseum bouwt voort op wat het TIN als - ook – erfgoedinstelling in de
afgelopen jaren tot stand heeft gebracht. Ons collectiebeleid is door de visitatiecommissie geroemd als best
practice. Op het gebied van digitalisering en digitale producten bevinden we ons sinds de presentatie van
onze online Theaterencyclopedie in de voorhoede. En met onze reizende tentoonstellingen en educatieve
presentaties hebben we bewezen een groot en divers publiek te kunnen trekken.
Toch willen we als Theatermuseum weer een eigen plek, om ons sterker en herkenbaarder te profileren. Niet
in een huis voor de eeuwigheid: wij blijven nomaden, zoals het theater zelf. Vanaf 2013 slaat het
Theatermuseum in ieder geval tot en met 2016 zijn tenten op in het hart van het Amsterdamse stadhuis en
Muziektheater, op het kruispunt van kunst en samenleving. Een fysiek museum in het publieke domein, als
levende pleitbezorger van de maatschappelijke betekenis van het theater, vandaag en in het verleden. En op
loopafstand van de Universiteitsbibliotheek (UB) en Bijzondere Collecties van de Universiteit van
Amsterdam, waarmee we gaan samenwerken op het gebied van collectie en mediatheek; zodat de
toegankelijkheid wordt vergroot en onze kosten omlaag gaan.
In het Theatermuseum maken wij een semi-vaste opstelling met veel ruimte voor interactiviteit, die in het
bijzonder gericht is op scholieren en een familiepubliek. Daarnaast is er ruimte, zowel in het stadhuisdeel als
in het Muziektheater – waarmee we nauw gaan samenwerken – voor tentoonstellingen, rondleidingen achter
de schermen van het theater, atelierbezoek, openbare repetities en andere activiteiten over thema’s van nu
aan de hand van het theater(verleden), bedoeld voor het brede publiek van museum- en theaterbezoekers en
meer specifiek ook voor de jonge generatie van studenten, makers en creatieven.
Het Theatermuseum wil jaarlijks ten minste 75.000 bezoekers trekken. Daarop is ons verdienmodel
gebaseerd. Wij vragen van de overheid (OCW en Amsterdam) subsidie voor de vaste kosten van personeel
en collectie en voor de huisvesting. De activiteitenkosten betalen wij uit eigen inkomsten.
NB: overal waar in deze aanvraag het woord ‘theater’ wordt gebruikt bedoelen we toneel, dans, mime,
muziektheater, cabaret, musical, circus, poppentheater, jeugdtheater en alle (meng)vormen van deze
disciplines.
2. Activiteitenplan Theatermuseum
Activiteitenplan Theatermuseum 2 www.tin.nl
2.1 Missie, visie en hoofddoelstelling
Visie: wat vooraf ging...
Van Tooneelmuseum naar Theatermuseum
De geschiedenis van het Theatermuseum gaat terug
tot 1924. Toen besloot de algemene vergadering van
het Nederlandsch Tooneelverbond om zich in te
gaan spannen voor de komst van een toneelmuseum.
De Vereniging 'Het Tooneelmuseum' is op 28
februari 1925 opgericht. De bloei van het
Toneelmuseum komt na de oorlog, wanneer een
eigen museum aan de Amsterdamse Herengracht
wordt betrokken en de rijksoverheid het nationale
belang van het theatermuseum erkent door
subsidiegever te worden. Fusies met Theater Klank
en Beeld en het Internationaal Theater Instituut (ITI)
en later met de Instituten voor Dans, Mime en
Poppenspel leiden vanaf 1992 tot het instituut met
de huidige naam: Theater Instituut Nederland.
De opening van de eerste tentoonstelling van het Tooneelmuseum, over
Louis Bouwmeester sr., in juni 1925.
Het toneelmuseum heeft zich in die tijd ontwikkeld
tot een breed theatermuseum. De collectie geeft een
overzicht van de Nederlandse theatergeschiedenis
van de afgelopen vierhonderd jaar: van de eerste
Nederlandse schouwburg uit 1638 aan de
Amsterdamse Keizersgracht tot de jongste theaters
die overal in ons land zijn verrezen - en van de
eerste stukken van Vondel tot de skatedans van ISH.
In rijkdom en diepgang zijn de collecties van het
Theatermuseum uniek en te vergelijken met de
collecties van het Victoria & Albert Museum in
Londen.
Weg van de Herengracht
In het afgelopen decennium werd steeds duidelijker
dat de huisvesting aan de Herengracht weliswaar
prachtig was, maar nauwelijks geschikt voor een
modern museum dat zowel een ontmoetings- en
studieplek voor professionals wil zijn als een
educatieve instelling waar een zo breed mogelijk
publiek kennis kan maken met de rijke Nederlandse
theatertraditie. Met het aantreden van de nieuwe
directeur Henk Scholten zijn de ontwikkelingen in
een stroomversnelling gekomen. De panden aan de
Herengracht werden verkocht en het museum ging
experimenteren met nieuwe vormen van presentatie
om te onderzoeken hoe het brede publiek het best
bereikt kon worden. En met succes: met de reizende
tentoonstellingen trokken we veel meer bezoek dan
in het oude museum. De opbrengst van de verkoop
van de grachtenpanden heeft TIN met instemming
van OCW in een bestemmingsfonds ondergebracht
voor het vernieuwde en op een breed publiek
afgestemde Theatermuseum.
Het Theatermuseum nieuwe stijl
Op instigatie van het ministerie van OCW werd het
TIN in 2009 sectorinstituut, hoewel het natuurlijk
ook erfgoedinstelling bleef. Vanwege het nieuwe
beleid van de staatssecretaris wordt de subsidie voor
de sectortaken in 2012 beëindigd. Mede hierdoor
zijn de plannen voor hervestiging van het museum
versneld ontwikkeld en gaat het TIN vanaf 2013
door als Theatermuseum. De ervaring die in de
afgelopen drie jaren is opgedaan met een actievere
en ook meer laagdrempelige benadering, zal in dit
nieuwe museum volledig tot zijn recht komen.
Activiteitenplan Theatermuseum 3 www.tin.nl
Visie: tien uitgangspunten
1. Spiegel van het leven zelf
Vertellen, zingen, dansen en acteren zijn de oudste
en de meest directe, menselijke expressievormen.
Het podium is de spiegel van wat in het leven
gebeurt. Theater is een metafoor voor het leven zelf,
met al zijn vrolijkheid, tragiek, liefde en vermaak.
Het Theatermuseum nieuwe stijl staat net als het
theater in het midden van de samenleving.
2. Hoog en laag
Het Theatermuseum is er voor iedereen, net zoals
het theater dat is. Van Gijsbreght van Aemstel tot de
Soldaat van Oranje, van Najib Amhali tot Het
Nationale Ballet. Van jong tot oud, van rijk tot arm,
van professional tot liefhebber en van hooggeleerd
tot laag geschoold.
3. Publieksbelevenis en kenniscentrum
Het Theatermuseum nieuwe stijl is een gelaagde
instelling. De allerkleinsten worden meegenomen in
de wereld van de verbeelding, volwassenen
bezoeken er tentoonstellingen en doen mee aan
activiteiten, theatermakers duiken in de archieven,
studenten en wetenschappers kunnen er onderzoek
doen, amateurs vinden er repertoire en ontmoeten
professionals. Het Theatermuseum is
publieksbelevenis en kenniscentrum in één.
4. Heden en verleden
Het Theatermuseum bewaart en ontsluit het
nationale, theatrale erfgoed en verbindt zo het
huidige aanbod met het verleden. Het maakt
tentoonstellingen over universele, menselijke vragen
en actuele sociale thema’s, met theatrale middelen
en aan de hand van de collectie en de geschiedenis
van de podiumkunsten.
5. Knooppunt van kennis
Het Theatermuseum heeft de wijsheid niet in pacht.
Het is geen zender, maar het betrekt publiek,
professionals en partnerorganisaties bij het
verzamelen van collectie en informatie. Het
Theatermuseum is knooppunt van kennis. Het
Theatermuseum is een geheugen dat we inzetten om
mensen de kracht, de magie, de traditie en de
maatschappelijke betekenis van theater te leren
kennen en begrijpen. Vertrekpunt daarbij is wat
mensen willen weten in plaats van wat wij ze willen
vertellen.
6. Fysiek en digitaal
Zonder kennis kun je niet beleven en zonder
beleving vindt kennis geen plek om te kiemen. Er is
dus maar één Theatermuseum, want in het fysieke
museum worden alle bruikbare digitale middelen
ingezet om de kennis en de beleving te versterken en
in het digitale domein wordt voortdurend de relatie
gelegd met de fysieke werkelijkheid van de collectie
en de tentoonstellingen.
7. Samenwerking
In een netwerksamenleving kunnen instellingen
bestaan bij de gratie van de verbindingen die zij
weten te leggen. Het Theatermuseum wil een
netwerkmuseum zijn en daarom is het aangaan van
doelgerichte (programmering, publiekswerving,
ondernemen e.a.) samenwerkingsverbanden een
speerpunt.
8. Een gemeenschap
Het Theatermuseum is een ontmoetingsplek. Meer
een dorpsplein dan een tempel. Er is altijd activiteit.
Het is er niet alleen voor gezinnen, scholieren en het
algemeen publiek, maar ook voor de kenners, de
wetenschappers en professionals. In het
Theatermuseum maken bezoekers kennis met de
makers. Het Theatermuseum vormt een
gemeenschap waar liefhebbers en het brede publiek
elkaar vinden.
Activiteitenplan Theatermuseum 4 www.tin.nl
9. Nomadisch
Het Theatermuseum pleegt geen nieuwbouw, maar
maakt gebruik van tijdelijk niet gebruikte ruimtes en
gebouwen. Een brandweerkazerne, een
kantoorgebouw, een fabriek, of in een
stadhuis/muziektheater. Na een aantal (vier tot zes)
jaren verhuist het museum naar een volgende plek
en vernieuwt het zijn presentatie en programma. Het
nomadische karakter zorgt ervoor dat de
vernieuwing is ingebouwd. Zo blijft het museum
actueel.
10. Ondernemend
Het Theatermuseum is een museum dat snapt dat je
niet ondernemend bent om daarmee het oude,
vertrouwde programma voort te zetten, maar om
producten te maken waar behoefte aan is en waar
mensen dus bereid zijn aan bij te dragen. Geld
verdienen is het middel, de missie is het doel. Het
Theatermuseum onderneemt voor cultuur.
Missie
Het theatermuseum engageert publiek en makers bij
verleden, heden en toekomst van theater.
Hoofddoelstelling
Het Theatermuseum is een plek waar het publiek en
de makers elkaar ontmoeten; waar je een kijkje
achter de schermen kunt nemen; waar heden,
verleden en toekomst van het theater met elkaar in
verband worden gebracht. Fysiek en digitaal. Het
Theatermuseum is het gedeeld geheugen van alle
vormen van theater. Het wil nomadisch zijn. Het is
een volstrekt 21e-eeuws museum. Een plek waar
dingen mogen in plaats van dat ze verboden zijn.
Waar het om beleving draait en om kennis. Een
plek die het theater toont als actuele en relevante
kunstvorm…
En dus…
• Zorgt het Theatermuseum er voor dat de collectie
wordt beheerd, behouden en ontsloten en dat deze
actueel blijft en toegankelijk.
• Zijn alle activiteiten van het Theatermuseum
gericht op het actief betrekken van publiek en
makers.
• Is het Theatermuseum een ondernemende en
innovatieve organisatie die investeert in
maatschappelijke betrokkenheid bij en waardering
voor het theater.
2. Activiteitenplan Theatermuseum
Activiteitenplan Theatermuseum 5 www.tin.nl
2.2 Het nationale belang van de collectie
Nationaal erfgoed
Ruim voor we konden schrijven en nog voor we in
rotsen begonnen te krassen, vertelden mensen elkaar
verhalen en voerden rituelen en dansen uit, waarmee
we houvast zochten in een onbegrepen wereld. En
dat is nooit veranderd. Theater is van alle tijden en
van alle mensen. Niet voor niets stimuleert en
ondersteunt de rijksoverheid theater in al zijn
disciplines.
De collectie van het Theatermuseum is vergelijkbaar
met die van andere kunstdisciplines en immateriële
cultuur waar de rijksoverheid verantwoordelijkheid
voor neemt (zoals architectuur, film en letteren) en
dus net zoals die collecties van nationaal belang.
Bovendien is de collectie de enige verzameling
waarin onze nationale theatergeschiedenis en
opvoeringspraktijk van de afgelopen eeuwen is terug
te vinden. Scenische podiumkunsten zijn de meest
vergankelijke van alle kunstvormen: ze laten geen
andere fysieke sporen na dan die verzameld worden
door het Theatermuseum. De collectie is onze
nationale theatergeschiedenis.
Een integrale verzameling
De collectie van het Theatermuseum is ontstaan uit
verschillende particuliere verzamelingen die vanaf
1925 zijn ondergebracht in de Vereniging
Nederlands Tooneelmuseum. De collectie bevat
materialen en gegevens over alle theater- en
dansgenres, van mime tot opera en van cabaret tot
urban-dance. In totaal zijn er bijna een half miljoen
objecten, waarvan ruim 90 procent is beschreven in
de database en 50 procent is gedigitaliseerd. De
collectie is de enige bron van de theater- en
dansgeschiedenis van Nederland sinds de 17e eeuw.
In de collectie zijn data over premièrevoorstellingen
(inmiddels meer dan 80.000!) gekoppeld aan de
diverse collectieonderdelen.
Topstuk uit de Theatermuseum collectie: Het kamertoneel van Baron van
Slingelandt uit 1781. Het enige overgebleven kamertoneel in Europa.
Zo heeft het museum van een voorstelling een
affiche, een video, foto’s, recensies,
achtergrondartikelen, kostuums en teksten. Daardoor
kunnen collectieonderdelen in hun theaterhistorische
context worden geplaatst en hebben zij niet alleen
betekenis voor een tentoonstellingspubliek dat de
theatrale onderwerpen van heel veel kanten kan
bekijken, maar ook voor professionele en
amateurgezelschappen die hun inspiratie in het
verleden willen opdoen. Ook voor de media en voor
onderzoek en wetenschap is de collectie van grote
waarde, zoals de hoogleraren Theaterwetenschap in
mei 2011 in een gezamenlijke brief aan
staatssecretaris Zijlstra nog eens onderstreepten.
Collectioneren
Het Theatermuseum verzamelt in het kader van een
collectieplan (laatstelijk vastgesteld in 2007) en
collectieprofielen (idem in 2010). Wij brengen ieder
seizoen de gegevens bijeen van alle in Nederland
uitgebrachte theaterproducties. Van de honderd
meest representatieve voorstellingen worden
materialen verzameld. De keuze van deze
Activiteitenplan Theatermuseum 6 www.tin.nl
voorstellingen geschiedt door een commissie van
deskundigen op basis van een set vaste criteria.
Tevens wordt gelet op de evenredige keuze van
producties naar genre. De selectie wordt jaarlijks
aangevuld met producties waaraan belangrijke
prijzen zijn toegekend. Belangrijk onderdeel van het
bestaande collectie- en acquisitiebeleid zijn de
opname van persoonlijke archieven van
toonaangevende personen uit (de geschiedenis van)
het Nederlandse theater. Samenvattend is het
verzamelbeleid van het Theatermuseum er op
gericht een representatieve collectie te krijgen die
ook over honderd jaar nog laat zien hoe het
theaterlandschap er honderd jaar geleden uitzag. Wat
waren de belangrijke ontwikkelingen, welke
trends/gewoontes waren er en welke plaats had
theater in de maatschappij?
Inbedding en belang voor gebruikers
Het TIN/Theatermuseum is opgenomen in het
Museumregister en lid van de NMV. Het museum
werkt nauw samen met andere erfgoedbeheerders op
het vlak van afstemming, digitalisering en
presentatie. Ook vindt uitwisseling en samenwerking
plaats met buitenlandse theatermusea en
bibliotheken binnen het verband van Sibmas
International Association of Libraries and Museums
of the Performing Arts. En er is intensief contact met
de theatersector, een essentiële voorwaarde om de
collectie te verwerven.
Het (inter)nationaal belang van het Theatermuseum
komt ook tot uitdrukking in het gebruik van de
mediatheek, in de onmisbare betekenis van collectie,
documentatie en archieven voor studenten,
wetenschap, onderzoek en media, in de grote
belangstelling van docenten en leerlingen voor
educatieve producten en een tentoonstelling als
Backstage en in de publieke belangstelling en
waardering voor de tentoonstellingen. Niet voor
niets tekenden meer dan 20.000 mensen vorig jaar
een petitie tegen de dreigende teloorgang van het
theatererfgoed. Een laatste bewijs van het belang
van het Theatermuseum is het succes van de online
Theaterencyclopedie, het digitale kenniscentrum van
het Theatermuseum dat in september 2011 werd
gelanceerd en in vier maanden tijd maar liefst
25.000 unieke bezoekers per maand trok.
Door Apresa, een gerenommeerd bureau op het
gebied van het taxeren van kunstcollecties, antiek,
kostbaarheden en inboedelgoederen, is onze totale
collectie geschat op een vervangingswaarde van
€69.000.000. Zij geven hierbij het volgende aan:
“ De collectie van het TIN
vertegenwoordigt een zeer grote
waarde en is van nationaal belang
door de enorme omvang, diversiteit
en uniciteit van materialen,
waarvan sommige in de toekomst
tevens een commerciële
inkomstenbron zouden kunnen
vormen, maar die zich vooral
onderscheidt door de hoge mate
van samenhang en veelheid aan
onderling gelegde verbanden. Er
wordt reeds lang met opvallend veel
inzicht door het Instituut gewerkt
aan het toegankelijk maken van de
gegevens en materialen uit de
collectie, wat heeft geresulteerd in
een buitengewoon hoog niveau van
ontsluiting en een uiterst
waardevolle digitale database die in
compleetheid en toegankelijkheid
zijn tijd ver vooruit is. ”
- Taxatiebureau Apresa
2. Activiteitenplan Theatermuseum
Activiteitenplan Theatermuseum 7 www.tin.nl
2.3 Activiteiten
Collectie
Verzamelen, beheren, behouden en ontsluiten van
collectie blijft het fundament van het
Theatermuseum. In paragraaf 2.2 is al ingegaan op
het collectieplan (2007) en de collectieprofielen
(2010). De wijze van selecteren van nieuwe collectie
werd een best practice genoemd door de
visitatiecommissie sectorinstituten 2011. Ook
kwaliteitszorg en veiligheid van de collectie worden
goed beoordeeld.
Het collectionerings- en acquisitiebeleid blijft
primair gericht op het verzamelen van data, objecten
en documenten die elkaar context verschaffen. Dat
sluit ook goed aan bij de inhoudelijke ambities met
de Theaterencyclopedie, waar het bij uitstek gaat om
de verbanden tussen de verschillende bronnen. De
registratiegraad van de collectie (92%) is dusdanig
hoog, dat geen speciale maatregelen nodig zijn. Op
het gebied van depotaanvragen en bruiklenen
verwachten wij geen substantiële verschuivingen.
Doordat het Theatermuseum al vroeg begonnen is
met digitaliseren, is een voorsprong opgebouwd ten
opzichte van veel andere musea. Zo werden alleen al
in 2010 meer dan 60.000 items gedigitaliseerd. Wij
gaan er van uit dat we jaarlijks gemiddeld 25.000
items kunnen blijven digitaliseren, in eerste instantie
ten behoeve van eigen (digitale) producten en
tentoonstellingen. Verder richten wij ons op
digitaliseren on demand.
Onder meer met het oog op de verwerving van
collectie, handhaaft het Theatermuseum de jaarlijkse
prijzen voor scenografie, theateraffiche en
theaterfotografie. Vanwege de relatie met de
universiteiten/Theaterwetenschap wordt ook de
jaarlijkse scriptieprijs gehandhaafd.
Mediatheek: samenwerking met de UvA
Het TIN beschikt over de grootste theatermediatheek
van Europa. Om de fysieke bereikbaarheid van de
boekencollectie ook in de toekomst te garanderen,
gaan wij samenwerken met de UB/Bijzondere
Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Een
groot deel van onze boekencollectie is vanaf 2013
uitleenbaar en in te zien in de UB. Oudere
exemplaren (voor 1945) zijn in het museumdepot
opgeslagen. Leden van het Theatermuseum kunnen
bij de UB (maar ook bij een bibliotheek elders in
Nederland!) boeken blijven lenen en dit via de
catalogus van het museum regelen. Zo worden de
toegankelijkheid en de kwaliteit van dienstverlening
groter, terwijl de samenwerking voor het
Theatermuseum een besparing oplevert van
minimaal 100.000 euro per jaar (huur
mediatheekruimte en personeel).
Overigens biedt de samenwerking ons dankzij het
wereldwijde UB netwerk (WorldCat) en de
mogelijkheden van linked open data ook in digitale
zin grote voordelen. Samen met onder andere EYE
spreken we in 2012 met de UvA over verdere
samenwerking op het gebied van beheer en
beschikbaarstelling van collectie en documentatie.
Dan staat ook een onderwerp als delen van depots op
de agenda. Nu is dat nog niet aan de orde, omdat de
voortreffelijke depots van het Theatermuseum
aanzienlijk goedkoper zijn dan die van de UvA.
Activiteitenplan Theatermuseum 8 www.tin.nl
Het digitale domein
Vijftien jaar geleden is het TIN begonnen met de
digitalisering van de collectie. Inmiddels is de helft
van de objecten digitaal beschikbaar. Op het gebied
van digitale architectuur en producten en de inzet
van sociale media bevindt het Theatermuseum zich
in de museale voorhoede:
• De collectiedatabase, de digitale collectie en alle
kennis en documentatie van het TIN zijn vindbaar
via een moderne zoekmachine en opvraagbaar via
een eigen API (Linked Open Data). Het TIN biedt
widgets aan waarmee de collectie ontsloten wordt.
De onderliggend ICT-infrastructuur is zeer modern
en toekomstgeschikt.
• De in september 2011 gelanceerde
Theaterencyclopedie.nl is onze productiedatabase
vertaald in een wiki. Er wordt actief
gecommuniceerd met de gebruikers die informatie
toevoegen (crowdsourcing);
• In april 2012 volgt een Theatereducatiesite voor
docenten.
“ De wijze waarop TIN het
contentbeheer, mede dankzij de
gerealiseerde informatie
architectuur, gaat vormgeven wordt
door ons niet alleen gekenmerkt als
toekomstvast maar ook als visionair.
De ambitie om het publiek en
partnerorganisaties te betrekken bij
het verzamelen, verbeteren, wijzigen
en aanpassen van de kennis die
door TIN als erfgoed instelling
wordt beheerd, is voor Nederlandse
begrippen een noviteit. ”
- Review Informatiearchitectuur TIN door bureau HEC
Nieuwe producten
Een museum van de 21ste eeuw zorgt voor een
persoonlijke benadering van zijn bezoekers en
relaties. Digitale producten en diensten zijn daar
door hun veelal interactieve karakter bij uitstek
geschikt voor. Wij laten ze bovendien hand in hand
gaan met de fysieke, levende ervaring. Bestaande en
nieuw te ontwikkelen digitale diensten en producten
zoals de Theaterencyclopedie, de Catalogus, een
webwinkel, (museum)apps, de vacaturebank, QR-
codes met link naar mobiele websites en sms
services worden ook verbindende schakels met het
fysieke museum. Ze verdiepen de persoonlijke
betrokkenheid en beleving van de museumbezoeker,
ondersteunen de dienstverlening aan studenten,
onderzoekers en bezoekers en bieden scholieren
infotainment en serious gaming.
Hub
De website van het Theatermuseum wordt de
centrale hub tot het fysieke en digitale domein. Je
vindt er niet alleen alle informatie over
tentoonstellingen en activiteiten en je hebt er niet
alleen toegang tot de kennis die is opgeslagen in de
Theaterencyclopedie, de site wordt dé toegang voor
iedereen die geïnteresseerd is in heden en verleden
van het Nederlandse theater. De website
www.theatermuseum.nl biedt zo een actueel
informatieplatform aan zowel de toevallige
bezoeker als aan de gemeenschap van liefhebbers en
kenners van theater. Een dergelijke site kent de
Nederlandse museumwereld nog niet.
Kennisportaal
Het Theatermuseum ontwikkelt zijn digitale
producten tot hét kennisportaal voor de Nederlandse
theatergeschiedenis. De Theaterencyclopedie en de
catalogus met zoekfunctie voor de gehele collectie
staan daarin centraal. Met linked open data worden
bovendien databases van derden gekoppeld aan onze
eigen bestanden, zodat gebruikers toegang krijgen
tot verhelderende context en verdieping. Qua
technische infrastructuur en digitale architectuur zijn
we hier klaar voor, een volgende stap is een
intuïtieve user interface, die gerichte zoekacties
uitbreidt met associaties en uitdaagt tot
ontdekkingstochten door de collecties.
Crowdsourcing
Het Theatermuseum is een plek van interactiviteit.
Met de Theaterencyclopedie hebben we positieve
eerste ervaringen opgedaan met co-creatie en
crowdsourcing. De komende jaren gaan we door op
die weg. Bezoekers, kinderen, makers, creatieven,
studenten, ze worden allemaal aangespoord om bij te
dragen aan collectieontsluiting en
informatieverbreding. Zo schrijven theatermakers
en bezoekers mee aan hun eigen geschiedenis.
Activiteitenplan Theatermuseum 9 www.tin.nl
Auteursrecht
Om collectie te kunnen presenteren moeten
publicatierechten worden geregeld. Dat doet het
Theatermuseum langs twee wegen. Waar dat kan
worden bulkafspraken gemaakt met auteursrecht
beherende organisaties over bijvoorbeeld recensies
en theaterteksten. Daarnaast worden individuele
afspraken gemaakt met bijvoorbeeld fotografen en
vormgevers. Het is een deels onontgonnen terrein
dat uitermate arbeidsintensief is, maar waarin we de
afgelopen jaren goede resultaten boekten. De
bestaande praktijk zal dan ook worden voortgezet.
Het fysieke museum
Het Theatermuseum is nomadisch. Het zoekt
regelmatig een nieuwe plek in de samenleving. We
beginnen in de Amsterdamse Stopera. Waar andere
musea en theaters vanuit hun beslotenheid proberen
publieke ruimte en functies toe te voegen, is het
publieke domein letterlijk en figuurlijk ons
vertrekpunt. De entreehal, gangen, straten,
parkeergarage, metrotoegang, tuinen en terrassen
van het Stadhuis blijven openbaar gebied, maar
worden ook Theatermuseum. Je loopt er straks over
de walk of fame van prijswinnende acteurs, zangers
en dansers. Affiches van voorstellingen die nu in het
theater staan, worden omgeven met historisch
materiaal. Er zijn videobeelden en geluidsopnamen.
En je wordt er verleid om binnen verder te kijken.
Schetsidee van de pleinfunctie, bureau SLA
Want aan de publieke route, die voor iedereen gratis
toegankelijk is, liggen de zalen en ruimtes waarvoor
je een kaartje moet kopen: de huidige trouwzalen, de
Boekmanzaal en de filmzaal, samen ruim 1.500
vierkante meter. Daar vinden de tentoonstellingen
plaats en tal van andere activiteiten. In de hal komt
het informatiecentrum met museumwinkel en
horeca. En dan is er nog het Muziektheater, waar
overdag rondleidingen, atelierbezoek en openbare
repetities deel uitmaken van het museumprogramma.
Zo maken we een museum voor en achter de
schermen.
Het hele museum - en dus ook de semi-vaste
opstelling (zie hierna) - ondergaat regelmatig een
metamorfose. Daarmee blijft het inhoudelijk en
actueel en dus aantrekkelijk voor (herhaal)bezoek.
Van idee tot première: semi-vaste presentatie
Backstage is een succesvolle reizende
tentoonstelling van het TIN die nog tot eind 2012 in
theaters in het hele land duizenden scholieren zal
trekken. In de huidige trouwzalen (550 m2) richten
wij vanaf 2013 naar het model van Backstage een
semi-vaste presentatie in, waar kinderen,
volwassenen en scholen het hele proces 'van idee tot
première' actief mee kunnen beleven. Het
maakproces staat centraal. Van idee (inspiratie,
thema, tekst) naar ontwerp (decor, kostuum, licht,
geluid, locatie) en van repetitie (spel, dans, regie,
choreografie) naar première (acteurs, zangers,
dansers, podium, publiek).
Theatermakers en conservatoren werken samen aan
de invulling van Backstage. Zo kan een voorstelling
die op dat moment in de theaters te zien is, worden
voorzien van historische voorbeelden, verhalen,
objecten en de motivatie van de makers. Bezoekers
ontdekken wat theater met het dagelijks leven en de
samenleving te maken heeft, waarom theatermakers
kiezen om een bepaald verhaal aan publiek te
vertellen en hoe dat verhaal met theatrale middelen
wordt gepresenteerd.
Tentoonstellingen en presentaties
Traditioneel stond in het museum het vak centraal,
in plaats van de belangstelling van de bezoeker.
Gelukkig zijn die tijden aan het veranderen. Het
Theatermuseum begint met de vraag: wat kan nu
betekenis hebben voor het publiek? Waar ligt de
vraag en waaruit bestaat de interesse? Daarom gaan
tentoonstellingen in het Theatermuseum over
universele, menselijke vragen met een koppeling
naar de actualiteit en een link naar het verleden.
Onze (reizende) tentoonstellingen uit de afgelopen
jaren over opera (De Fundatie, 2009), de Aktie
Tomaat (Amsterdam Museum, 2009), danspionier
Sonia Gaskell (Joods Historisch Museum,
2009/2010), locatietheater (Ergens en Overal,
reizend langs festivals, 2010/2011) en cultureel
divers theater (fototentoonstelling Jean van Lingen,
MC Theater/Aruba/Curaçao, 2011; en het project
Activiteitenplan Theatermuseum 10 www.tin.nl
Vice Versa over gedeelde theatergeschiedenis van
Nederland en de voormalige koloniën, 2012) hadden
met elkaar gemeen dat ze aspecten van de
theatergeschiedenis van de afgelopen veertig jaar
centraal stelden en daaraan hun actualiteit
ontleenden. Nu zetten we nog een stap verder, door
thema's van nu ook echt als vertrekpunt te nemen.
Een eerste voorbeeld is Wie is de Nar?, een
tentoonstelling die we in maart 2012 organiseren in
Den Haag en die gaat over de macht, maar dan
vooral over de vraag wie de macht nog een
(lach)spiegel voorhoudt en welke rol het theater daar
in speelt.
De reizende locatietheatertentoonstelling Ergens en Overal trok meer dan
40.000 bezoekers.
Tentoonstellingsprogramma 2013-2016
Jaarlijks organiseert het Theatermuseum één tot
twee grote tentoonstellingen en een aantal kleinere
presentaties. De tentoonstellingen vinden plaats in
de huidige Boekmanzaal (650 m2), de kleinere
presentaties en tentoonstellingen in het
Muziektheater, elders in of buiten (op het plein) het
huidige stadhuis en in het publieke domein.
Tentoonstellingen in (de ruimtes van) het
Muziektheater zullen gerelateerd worden aan opera
en ballet.
In de weergave van het (tentatieve)
tentoonstellingsprogramma 2013-2016 beperken we
ons in dit stadium tot de grotere
wisseltentoonstellingen. In de keuze van kleinere
tentoonstellingen en presentaties wil het
Theatermuseum zo actueel mogelijk zijn. Van een
aantal van de voorgenomen tentoonstellingen is een
inhoudelijke schets gemaakt. Die staat in een kader.
In 2013 openen we de semi-vaste presentatie Van
idee tot première. We tonen Wie is de Nar? en Vice
Versa (zie hiervoor) nogmaals, maar nu in eigen
huis. We presenteren als kleinere tentoonstelling
Theater in brand (werktitel, zie toelichting in kader).
Aan het eind van het jaar openen we de eerste grote
tijdelijke tentoonstelling Transformaties (zie kader;
november '13-april '14)).
In 2014 volgen als grote tentoonstellingen Heerlijk
duurt het langst (zie kader; mei -oktober '14) en
Verboden Liefdes over normen en waarden, taboes
en tragedies (november '14-april '15).
In 2015 voorzien we een tentoonstelling onder de
werktitel Toen God verdween uit…, over dorpen en
steden, gemeenschapszin en het verval daarvan
(mei-oktober '15) plus een nog te bepalen tweede
(november '15-april '16).
In 2016 ten slotte volgt als laatste grote
tentoonstelling in deze periode: Shakespeare nu, in
het kader van 400 jaar overlijden van Shakespeare,
een samenwerkingsproject met diverse andere
(theater)musea in Europa (mei-oktober 2016).
Andere activiteiten
De tentoonstellingen en activiteiten in het
Theatermuseum beperken zich niet tot de
Boekmanzaal. Overal in het stadhuis duiken tenten,
presentaties, tekstregels en kostuums op die ons
prikkelen het heden te bekijken met de achterwaartse
ogen van de theatergeschiedenis. De filmzaal is
auditorium, locatie voor multimediale debatten en
voor videoregistraties van vroeger en nu. Er is
ruimte voor workshops, openbare repetities en
kleinschalige (familie)voorstellingen. En in de
parkeergarage onder het theater wordt met grote
projecties een tentoonstelling ingericht over de
onderwereld, van Vondels Lucifer tot de gedanste
Inferno van Dante.
Het Theatermuseum is meer dan een
tentoonstellingsfabriek. Het museum betrekt mensen
actief bij alle mogelijke facetten van het theatervak.
Zelf kostuums of maskers maken is bijvoorbeeld niet
alleen voor kinderen leuk, maar ook voor
volwassenen aantrekkelijk. Dat kan straks onder
andere in de ateliers van Het Nationale Ballet en De
Nederlandse Opera. In de Backstage-tentoonstelling
zijn digitale spellen opgenomen, zoals de ‘virtuele
regisseur’ die je aanwijzingen geeft als je samen een
dialoog speelt. Bezoekers kunnen kennis vergaren in
tentoonstellingen, maar ook in het
informatiecentrum. In de Theaterencyclopedie
kunnen zij informatie opzoeken of kennis delen. Zo
is het Theatermuseum publieksbelevenis en
kenniscentrum, over heden en verleden, fysiek en
digitaal.
Activiteitenplan Theatermuseum 11 www.tin.nl
Impressies van drie tentoonstellingen
Transformaties
De kunst van het theater is de kunst van het
transformeren. Maar transformeren doet iedereen en
iedere transformatie is een ander masker. Iedereen
speelt gedurende zijn leven meerdere rollen, in
steeds andere gedaantes.
Het masker transformeert ons tot superhelden, het
masker stelt ons in staat identiteiten aan te nemen
die wij anders graag verborgen houden. Hoe draagt
het masker bij aan wie wij zijn? En waarom werd
het masker vervangen door schmink, door mimiek
en tenslotte door mediatraining? Een
caleidoscopische tentoonstelling over de
bevrijdende en misleidende werking van de
transformatie, over iemand anders (willen) zijn,
buitenkant en binnenkant, de metamorfose.
Passend in het jaar dat het TIN zelf transformeert
tot het nieuwe Theatermuseum.
Heerlijk duurt het langst
Vijftig jaar musical in Nederland. Van de
‘Hollandse’ musical van Annie MG tot de grootse
spektakels van Joop van den Ende. Een feest van
herkenning voor een groot publiek, want naar
musical ga je om te genieten. Toch was die
Hollandse musical soms behoorlijk tegendraads, net
als het cabaret in die tijd en satirische programma's
op radio en tv. De musical van nu is vooral groots
en meeslepend. Willen we geen tegengeluiden meer
horen? Een tentoonstelling over stardom en reality,
ontregeling en vermaak.
Theater in brand
In het kader van ‘Amsterdam 2013, 400 jaar
grachten’ een klassieke reconstructie van de
allereerste Amsterdamse schouwburg met historisch
beeldmateriaal, gedichten van voor- en
tegenstanders en een brand in 3D. Een prachtig
openingsspektakel van het nieuwe Theatermuseum!
‘Hoe! spreekt men van tooneel, in tijdt van
Staatkrakkeelen?
De eerste Amsterdamse Schouwburg (1638) wordt
metafoor voor discussies over macht en kunst en de
goede zeden. Over een podium voor morele lessen
in de volkstaal, dat dertig jaar na de opening
ingrijpend verbouwd wordt omdat er behoefte komt
aan meer spektakel en dat uiteindelijk in vlammen
opgaat.
Prent uit de Theatermuseum collectie door Simon Fokke. Brand in de
stadschouwburg aan de Keizersgracht Amsterdam op 7 mei 1772.
2. Activiteitenplan Theatermuseum
Activiteitenplan Theatermuseum 12 www.tin.nl
2.4 Publiek en gebruikers
Theater hoort bij onze cultuur en het
Theatermuseum wil er zijn voor alle Nederlanders:
jong en oud, van verschillende komaf, liefhebbers
van Toneelgroep Amsterdam en van Tineke
Schouten. Niet door ‘van alles voor iedereen’ te zijn,
maar door verschillende ingangen tot het museum te
bieden voor diverse publieksgroepen en interesses:
gelaagdheid in de presentatie, multimediale toegang,
en een aansprekend activiteitenprogramma.
Gelaagdheid in de presentatie
Met het nieuwe Theatermuseum in de Stopera willen
we in de eerste vier jaar gemiddeld ten minste
75.000 bezoekers per jaar trekken. Behalve op
scholieren (15.000) ligt de focus op gezinnen,
theaterliefhebbers en frequente museumbezoekers
inclusief toeristen (45.000) en daarnaast op
theatermakers en jonge creatieven (15.000). Onder
de laatste groep verstaan we nadrukkelijk ook
amateur theatermakers.
Doelgroepen laten zich steeds minder kaderen en
bereiken. Consumenten gedragen zich als een
kameleon, de ene dag rood, de andere dag blauw.
Bezoekers nemen verschillende rollen aan; vandaag
ouder van een jong gezin, morgen onderdeel van een
creatieve vriendengroep en op maandag een
kritische professional. Het Theatermuseum speelt
hierop in door de presentatie en tentoonstellingen in
gelaagdheid aan te bieden. Je kunt het museum
beleven zoals jij dat wilt. Het accent kan liggen op
beleven, ervaren door meedoen, ontdekken, genieten
of leren – in alle combinaties.
Multimediale toegang
Het Theatermuseum is niet alleen fysiek maar ook
digitaal toegankelijk voor een breed publiek. Met de
online Theaterencyclopedie groeien we door naar
40.000 unieke bezoekers per maand (nu 25.000),
inclusief het gebruik van de online catalogus door
studenten, makers, onderzoekers, media en andere
geïnteresseerden. Daarnaast zetten we de zeer
succesvolle theatervacaturebank voort (circa
700.000 bezoeken per jaar). Dat geldt ook voor de
digitale portretten van grootheden uit de
theatergeschiedenis op www.eenlevenlangtheater.nl,
waaraan we tot 2016 nog een twintigtal edities
zullen toevoegen. In totaal verwachten we vanaf
2013 1,6 miljoen digitale bezoeken per jaar.
De resultaten van onze online toegangspoorten
worden gemonitord en geoptimaliseerd met behulp
van Google Analytics, digitaal publieksonderzoek en
regelmatige intensieve feedback bijeenkomsten met
bezoekers en gebruikers.
Activiteitenprogramma
Het Theatermuseum is een dynamische plek waar
van alles te doen is. Het activiteitenprogramma
speelt een cruciale rol in het bereiken van een breed
publiek. Dat gaat van het organiseren van
multimediale debatten tot de mogelijkheid om je
kinderfeestje te vieren in het Theatermuseum. Het
museum bedient het publiek ook mobiel,
bijvoorbeeld met inspirerende theaterwandelingen
op de Museumapp.
Activiteitenplan Theatermuseum 13 www.tin.nl
Binding door betrokkenheid – bouwen aan
relaties
Als instituut had het TIN het imago om deskundig,
betrouwbaar maar ook wat gesloten te zijn. De
afgelopen jaren zijn de deuren en ramen wijd open
gegaan. Zo hebben we de Theaterencyclopedie
bewust niet opgezet als een overzicht van de
collectie en kennis van het Theatermuseum, maar
gekozen voor een wiki format waarin bezoekers
actief kunnen participeren. In slechts enkele
maanden meldden zich al meer dan 700 co-
creatoren.
De komende jaren gaan we deze crowdsourcing
verder uitbreiden met onder andere ratings en het
‘taggen’ van collectie-items. Ook onze (inter)actieve
aanwezigheid op social media als LinkedIn,
Facebook en Twitter breiden we verder uit.
Daarnaast informeren we het publiek met een
maandelijkse e-nieuwsbrief.
Het TIN heeft circa 3.000 leden, die met name
gebruik maken van de mediatheek. Deze leden
kunnen straks, behalve digitaal en in het fysieke
museum, ook terecht in de UB van de UvA. Het
nieuwe museum gaat daarnaast supporters werven –
in februari 2012 wordt daarvoor een eerste actie
gestart met als doelstelling 5.000 supporters in het
eerste jaar.
Vier maanden nadat de site online is, hebben zich al meer dan 700
co-creatoren gemeld op Theaterencyclopedie.nl
2. Activiteitenplan Theatermuseum
Activiteitenplan Theatermuseum 14 www.tin.nl
2.5 Educatie voor scholieren
Educatie is verweven in het concept van het
Theatermuseum en richtinggevend voor het
publieksbeleid, met dien verstande dat educatie bij
ons niet gaat over het behalen van leerdoelen, maar
over wat mensen willen weten en meemaken. Dat
geldt ook voor ons educatieaanbod voor scholieren.
Het TIN heeft een ruime en intensieve ervaring op
het gebied van theatereducatie voor scholieren. Dat
begon al aan de Herengracht met speciale
tentoonstellingen, rondleidingen en workshops,
waarvoor (met name Amsterdamse) scholen zoveel
belangstelling hadden dat er steeds vaker nee
verkocht moest worden. Sinds 2009 reist de
educatieve tentoonstelling Backstage langs
schouwburgen in heel Nederland. Scholieren die de
tentoonstelling bezoeken krijgen ook een workshop
aangeboden. Zo is een nationaal netwerk opgebouwd
van scholen en ckv-docenten in heel Nederland.
Overigens heeft het TIN ook andere educatieve
producten voor het onderwijs ontwikkeld, waaronder
(in samenwerking met de SLO) een dvd over de
geschiedenis van de dans. In april 2012 gaat onze
nieuwe theatereducatie website voor docenten
online, met daarop digitale lessen voor middelbare
scholieren en een overzicht van het theatereducatie
aanbod door heel Nederland.
De doelgroepen van ons educatieprogramma voor
scholieren zijn:
• kinderen basis onderwijs
• jongeren voortgezet onderwijs (alle vormen)
• docenten theater/ckv voortgezet onderwijs en icc
coördinatoren basisonderwijs
Jaarlijks verwachten wij gemiddeld 15.000
scholieren te bereiken met de volgende activiteiten.
Een scholier volgt de verrichtingen van haar medescholieren in de
repetitiesimulator van Backstage
Begeleid museumbezoek
Het museum biedt dagdeelprogramma’s aan voor
scholen van basis- en voortgezet
onderwijs. Onder begeleiding van theatermakers
gaan kinderen en jongeren aan de slag in de
Backstage-tentoonstelling (semi-vaste presentatie),
waar zij een persoonlijke theaterervaring (van idee
tot première) krijgen geboden, terwijl ze
tegelijkertijd kennis maken met de collectie en de
geschiedenis van het theater. Waar mogelijk wordt
een bezoek aan/rondleiding door het Muziektheater
opgenomen.
Activiteitenplan Theatermuseum 15 www.tin.nl
Met een beperkter aantal scholen gaan we een
intensieve samenwerking aan met langdurige
educatietrajecten. Het gaat dan vooral om scholen
met een profiel waarin cultuur/theater veel aandacht
krijgt. Deze programma’s sluiten aan bij de
onderwijsdoelstellingen van ‘Cultuur in de Spiegel’:
stimuleren van zelfreflectie en inzicht krijgen in de
eigen cultuur en die van anderen. De trajecten lenen
zich bij uitstek voor samenwerking met andere
culturele instellingen. Inmiddels zijn met het
Holland Festival afspraken gemaakt om jaarlijks
educatieve activiteiten rondom een aantal
internationale voorstellingen in deze programma’s
op te nemen.
Informatie, scholing, digitaal lesmateriaal
Met de in 2012 te lanceren Theatereducatiewebsite
bieden we een interactief informatieplatform voor
docenten van BO en VO, gekoppeld aan een
(bij)scholingsaanbod. Via de site wordt digitaal
lesmateriaal aangeboden. In 2012 twee pakketten
voor het voortgezet onderwijs (Canon Nederlandse
theatergeschiedenis en Maakproces
theatervoorstelling), vanaf 2013 een uitgebreider
aanbod met onder meer een Musical pakket voor
groep 8 basisonderwijs. Ook komt het integrale
aanbod van voor scholen geschikte voorstellingen op
de site te staan.
Met het digitale lesmateriaal verwachten we jaarlijks
100 scholen en gemiddeld 11.000 leerlingen te
bereiken. Zo blijven we zichtbaar in het hele land en
behouden we het netwerk van scholen en
organisaties voor kunstzinnige vorming. Vanaf
2013 introduceren we de site ook binnen de pabo's
en de docentenopleidingen drama en dans. Voor
jaarlijks zo'n 500 vakstudenten uit het mbo, hbo en
wo organiseren we introducties in het collectie- en
informatiecentrum.
Samenwerking, evaluatie, organisatie
Het Theatermuseum heeft een landelijk netwerk
binnen het onderwijs opgebouwd. Bij de
ontwikkeling van activiteiten werken we samen met
docenten van cultuurscholen. De programma’s
worden door leerlingen getest en geëvalueerd. Met
de educatieve diensten van gezelschappen en
theaters werken we samen voor zowel de invulling
van de Theatereducatiewebsite als de content van de
digitale theater(geschiedenis)lessen.
Voor informatie over personele inzet en budgettaire
ruimte voor educatie verwijzen we naar hoofdstuk 3
van de aanvraag.
2. Activiteitenplan Theatermuseum
Activiteitenplan Theatermuseum 16 www.tin.nl
2.6 Wetenschappelijke functie
Het Theatermuseum heeft, noch ambieert een eigen
wetenschappelijke functie. Maar indirect is het
museum op wetenschappelijk gebied wel degelijk
actief en van betekenis. Met zijn collectie, archieven
en documentatie en mede dankzij de gevorderde
digitale en fysieke ontsluiting faciliteert het
Theatermuseum studie en onderzoek, in binnen- en
buitenland. Onze samenwerking met de UvA en met
de vakgroepen Theaterwetenschap (o.a. scriptieprijs)
versterkt deze rol. De gezamenlijke hoogleraren
Theaterwetenschap onderstreepten nog onlangs in
een brief aan staatssecretaris Zijlstra de onmisbare
functie van het Theatermuseum op dit gebied.
2. Activiteitenplan Theatermuseum
Activiteitenplan Theatermuseum 17 www.tin.nl
2.7 Verdienmodel en ondernemerschap
Het TIN heeft zich in de afgelopen jaren als
sectorinstituut-erfgoedinstelling op diverse fronten
ondernemend getoond. De verkoop op een goed
moment van de panden aan de Herengracht heeft er
onder meer toe geleid dat er nu een
bestemmingsfonds is, waarmee de inrichting van het
Theatermuseum in het stadhuis/Muziektheater en
een eerste marketingoffensief kunnen worden
betaald. TIN is heel succesvol geweest in het werven
van inkomsten uit private en publieke (inclusief
Europese) fondsen. Mede daardoor lag het eigen
inkomsten percentage in 2009 en 2010 boven de 20
procent, hoewel sectorinstituten geen eigen
inkomstennorm kregen opgedragen door OCW.
Ook het feit dat wij, met dank aan de Gemeente
Amsterdam, de komende jaren kunnen neerstrijken
op een zo kansrijke en uitdagende plek als het
stadhuis/Muziektheater beschouwen wij als een
geslaagd staaltje van ondernemerschap. Datzelfde
geldt voor de samenwerking met UB/Bijzondere
Collecties die kwaliteitsverbetering en
efficiencywinst oplevert.
35% zelf
Het verdienmodel van het Theatermuseum is op de
huidige positieve ervaringen gebaseerd. Wij gaan
minimaal 35% van onze omzet zelf verdienen.
Daarmee betalen we de activiteiten van het fysieke
museum en de digitale producten. Voor de vaste
kosten (personeel in vaste dienst, kosten overhead en
kosten collectiebeheer) vragen wij een subsidie van
OCW, voor de huisvestingskosten vragen wij
subsidie van de Gemeente Amsterdam. Bij een
jaarlijkse begroting van ongeveer 3,6 miljoen euro
betekent dat een rijksbijdrage van ruim 2,1 miljoen,
een gemeentelijke bijdrage van drie ton en een
bijdrage uit eigen inkomsten van ruim 1,2 miljoen.
Wij kiezen er voor geen verschil te maken tussen de
begrotingen 2013 en 2016. Omdat wij in 2013 onze
nieuwe locatie betrekken is niet precies te
voorspellen hoe publieke belangstelling en eigen
inkomsten zich over een periode van vier jaar zullen
ontwikkelen. De inkomstenramingen zijn relatief
behoudend en gekoppeld aan flexibele uitgaven. Zo
houden wij de mogelijkheid om bij onverhoopt
tegenvallende opbrengsten onmiddellijk in de
uitgaven te snijden en desondanks (ruimschoots)
boven het vereiste percentage eigen inkomsten te
blijven.
Wij hanteren drie categorieën van baten:
• primaire publieksinkomsten uit kaartverkoop
museum en activiteiten, contributie leden,
opbrengsten digitale producten en diensten en
opbrengsten educatieve programma's; geraamde
opbrengst: 535.000 euro;
• secundaire publieksinkomsten zoals netto resultaat
museumwinkel (digitaal en fysiek), horeca en
inkomsten uit nevenactiviteiten als verhuur ruimtes,
events, kinderfeestjes, trouwen in het
Theatermuseum e.d.; geraamde opbrengst: 200.000
euro;
• inkomsten uit bijdragen vrienden, private fondsen,
publieke fondsen, sponsoring en mecenaat;
geraamde opbrengst: 565.000 euro.
De belangrijkste bronnen van eigen inkomsten zijn
de kaartverkoop plus educatie-inkomsten (samen 4
ton) en de inkomsten uit fondsen/sponsoring (totaal
5 ton). Locatie (hartje Amsterdam, Muziektheater
trekt zelf al 200.000 bezoekers) en publieksprofiel
(scholieren, families, reguliere theater- en
museumbezoekers, toeristen) in combinatie met de
fors gestegen belangstelling voor onze
tentoonstellingen en educatieve activiteiten in de
afgelopen periode maken van een jaarlijks aantal van
75.000 bezoekers een realistische raming. Dat geldt
ook voor de bijdragen van private fondsen, die met
hun bijdragen aan het Theatermuseum zowel het
theaterveld als het museum ondersteunen. Van een
aantal van die fondsen hebben wij mondeling al de
Activiteitenplan Theatermuseum 18 www.tin.nl
verzekering gekregen dat zij ons substantieel zullen
steunen als althans de overheid zorgt voor een
voldoende basis.
Extra aandacht, ook in personele zin, zullen wij
besteden aan inkomsten uit sponsoring en mecenaat.
Met name voor dat laatste zien wij goede kansen. Zo
onderzoeken wij op dit moment de mogelijkheid van
een adoptieprogramma persoonlijke archieven,
waarvoor de eerste reacties zeer hoopgevend zijn.
2. Activiteitenplan Theatermuseum
Activiteitenplan Theatermuseum 19 www.tin.nl
2.8 Marketing
Met de omvorming van TIN naar Theatermuseum
krijgt ook de marketing een heldere focus. Het
marketingplan wordt gebaseerd op de missie,
ambities en analyse van organisatie en omgeving
(SWOT). Als TIN hadden we verschillende
gezichten, waarbij het instituut – betrouwbaar en
deskundig – beeldbepalend was. In de nader te
bepalen merkwaarden voor het nieuwe
Theatermuseum passen begrippen als prikkelend,
creatief/origineel, vernieuwend/steeds anders en
uitnodigend. Het Theatermuseum krijgt een eigen
uiterlijk dat past bij die merkwaarden en de tien
geformuleerde uitgangspunten. Ook in de nieuwe
opzet blijft het museum nomadisch, waardoor een
duidelijk herkenbare signatuur belangrijk is om een
relatie met het publiek op te bouwen.
Publiekswerving: een sterke basis
Het TIN brengt eigen fans en relaties mee: Facebook
vrienden, Twitter volgers, nieuwsbrief abonnees,
mediatheekleden en uitstekende banden met
theatermakers, podia, opleidingen, ontwerpers en
recensenten. Meer dan 100.000 mensen bezochten
de afgelopen periode onze tentoonstellingen op
locatie. Daarnaast bezoeken wekelijks duizenden
bezoekers onze websites zoals de
Theaterencyclopedie en de eregalerij
Eenlevenlangtheater. Deze bezoekers vormen de
eerste communicatiedoelgroep voor het nieuwe
Theatermuseum. Zij worden al vanaf het begin
geïnformeerd en betrokken bij onze plannen en
enthousiast gemaakt om het nieuwe museum live te
komen bekijken.
Ook de locatie is een sterke basis voor
publiekswerving. Met De Nederlandse Opera en Het
Nationale Ballet als medebewoners is interessante
samenwerking mogelijk, zowel met aansprekende
thema exposities voor hun publiek als in
gezamenlijke promotie en educatie. Die
samenwerkingsmogelijkheden gelden ook de andere
theaters in de naaste omgeving (Carré, De Kleine
Komedie, Nestheaters) en theaters elders in het land.
Onze goede relatie met de theatersector is een
belangrijke (en voor een museum unieke) pijler
onder onze marketing. Zo heeft Stage Entertainment
(Van den Ende) al toegezegd mee te werken aan
combinatietickets voor voorstellingen en bezoek aan
het Theatermuseum. Soortgelijke afspraken maken
wij in VSCD-verband met een groot aantal theaters
in Nederland. En exclusief in museumland zal de
Podium Cadeaukaart, die te koop is bij onder meer
de VVV, ANWB en AH en verder uitsluitend
inwisselbaar bij theaters en concertzalen, ook geldig
zijn aan de kassa van het Theatermuseum.
Wij richten ons vanzelfsprekend ook op de
‘reguliere’ museumbezoeker. Houders van de
Museumkaart krijgen in het Theatermuseum gratis
toegang. Wij worden partner in het
samenwerkingsverband De Plantage Amsterdam, dat
de informatie en marketing bundelt van musea en
andere culturele instellingen in het nieuwe
museumkwartier in het oostelijk deel van de
Amsterdamse binnenstad.
Activiteitenplan Theatermuseum 20 www.tin.nl
De derde sterke basis voor publiekswerving zijn de
scholen voor het educatieve programma en
workshops. Daarover schreven we al in het
hoofdstuk over educatie voor scholieren.
Dynamisch programma
Een belangrijk onderdeel van de marketingmix is de
dynamiek van de presentaties en activiteiten in het
Theatermuseum. Naast de (vaste en wisselende)
tentoonstellingen komt er een breed
activiteitenprogramma met een aanbod voor
verschillende publieksgroepen: filmavonden,
debatten en feesten voor makers en jonge creatieven,
lezingen en cursussen voor liefhebbers, open podia
en masterclasses voor studenten en amateurs,
kinderworkshops en voorstellingen voor families in
de schoolvakanties etc. Niet alleen zorgt deze
dynamiek ervoor dat regelmatig nieuwe doelgroepen
kunnen worden aangesproken, zij draagt ook bij aan
het imago en de beleving van het Theatermuseum
als een ‘plek waar het gebeurt’. Als
netwerkorganisatie zullen we voor deze activiteiten
samenwerken met (soms onverwachte) partners met
expertise op dat terrein.
Professioneel pers- en relatiebeheer
In 2010 heeft het TIN geïnvesteerd in een nieuw
CRM systeem dat wordt gekoppeld aan de websites,
nieuwsbrieven en de kassagegevens. Met een ‘single
sign-on’ kunnen leden, vrienden en bezoekers zelf
hun gegevens aanvullen of wijzigen en ons laten
weten waarin zij geïnteresseerd zijn, zodat wij
optimaal op hun wensen kunnen aansluiten. Het
systeem wordt ook gebruikt voor het beheer van
professionele relaties en stakeholders (uitnodigingen
openingen, speciale berichten e.d.).
Op het gebied van pers- en mediarelaties heeft het
TIN een sterke positie. De gemiddelde media-
aandacht voor bijvoorbeeld onze tentoonstellingen is
bijzonder groot. Ook hier helpt het dat we twee
werelden verbinden: die van het museum en die van
de podiumkunsten. Nu we in de komende jaren nog
meer een publieksvoorziening worden zullen we met
name extra aandacht besteden aan televisie, radio en
de ‘glossy’ media.
2. Activiteitenplan Theatermuseum
Activiteitenplan Theatermuseum 21 www.tin.nl
2.9 Organisatie
Hoe steviger het fundament van de organisatie is dat
de basale erfgoedtaken van collectioneren, beheren,
behouden en ontsluiten uitvoert, hoe actueler en
flexibeler het digitale en fysieke museum kan zijn.
Het huidige TIN functioneert al op die manier en
met succes: de afdelingen Programma’s en
Projecten, Informatie en Educatie en Marketing en
Communicatie werken voornamelijk projectmatig,
terwijl Collectie en Documentatie en Bedrijfsvoering
voor de procesmatige basis zorgen.
De vaste organisatie van het Theatermuseum zal
aanzienlijk kleiner zijn dan die van het TIN:
ongeveer 20 fte tegenover bijna 38 nu. Dat betekent
minder afdelingen en nog meer flexibiliteit. De
huidige directie van het TIN, bestaande uit Henk
Scholten als directeur/bestuurder en Pim Luiten als
hoofd bedrijfsvoering/plaatsvervangend directeur,
gaat ook het Theatermuseum leiden. Samen met een
klein team van programmaleiders vormen zij de
kernorganisatie. De programmaleiders zijn integraal
verantwoordelijk voor een of meer kernactiviteiten.
De kernorganisatie kan een beroep doen op een team
van medewerkers, waarvan een aantal (collectie,
administratie, secretariaat, ict, kaartverkoop, toezicht
e.d.) vooral procesmatig werkt en een aantal vooral
projectmatig (educatie, digitale producten,
marketing, fondsenwerving, productie). Per project
wordt aanvullende expertise ingehuurd en waar
mogelijk wordt gewerkt met vrijwilligers en/of
studenten (winkel, rondleidingen, toezicht e.d.).
Code Cultural Governance
Het Theatermuseum gaat door onder de bestaande
rechtspersoon van het TIN. De directeur is
bestuurder van de stichting. De huidige Raad van
Toezicht onder voorzitterschap van Hans Andersson
telt negen leden, afkomstig uit het bedrijfsleven, de
museum- en archiefwereld, de media en de
podiumkunsten. De komende periode zal de Raad of
een apart aanbevelingscomité een grotere rol gaan
spelen in de fondsenwerving. Raad van Toezicht en
bestuurder hanteren de Code Cultural Governance
en ook de Code Culturele Diversiteit. De Raad van
Toezicht benoemt de directeur/bestuurder.
Kwaliteitszorg
Het Theatermuseum handhaaft vierjaarlijkse visitatie
en in dat kader vierjaarlijks
klanttevredenheidsonderzoek. Kwaliteitszorg komt
vooral ook tot uiting in het consequent hanteren van
een productcyclus: idee, marktonderzoek, product
eerste fase, testen, product tweede fase, toetsen,
produceren en verspreiden, evalueren, bijstellen.
Raad van Toezicht
• Hans Andersson (voorzitter), zelfstandig
bestuursadviseur in Rotterdam
• Noraly Beyer, mediadeskundige
• Walter de Boer, voorzitter Raad van Bestuur
Bouwfonds
• Michiel Buchel, directeur NEMO
• Saskia van Dockum, directeur Het Utrechts
Archief
• Ivo van Hove, directeur Toneelgroep Amsterdam
• Lineke Kortekaas, directeur schouwburg Het Park
• Bernadette Stokvis, algemeen directeur Korzo