PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

20
/ 1 WWW.STAMPMEDIA.BE/PIDMAG EKOMST/KEUZES TO V.U. Stefan Kolgen, Prekersstraat 25, 2000 Antwerpen

description

De economische crisis blijft aanhouden. De werkloosheidscijfers, en die van jongeren in het bijzonder, zijn torenhoog. De toekomst ziet er niet erg rooskleurig uit. Jongeren staan voor gigantische uitdagingen en moeten de juiste keuzes maken. Hoe ze dat doen in een stad als Gent en welke keuzes er gemaakt worden, maar bovenal, dat er door jongeren nog steeds gedroomd wordt van meer groen, beter onderwijs en een leefbare samenleving, leest u in deze PIDMAG. PIDMAG ('Print is Dood-magazine') is een realisatie van jongerenmedia-agentschap C.H.I.P.S. StampMedia. Deze editie kwam tot stand onder leiding van Tim F. Van der Mensbrugghe

Transcript of PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

Page 1: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

/ 1

WWW.stampmedia.Be/pidmag

ekomst/keuzes ekomst/keuzes ekomst/keuzes to

V.U. S

tefa

n Ko

lgen

, Pre

kers

stra

at 2

5, 2

000

Antw

erpe

n

Page 2: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

ColoFon:Werkten mee AAn dIt tij DScHriFt:Freek Evers, Oona Hoefnagel, Zynke Huysmans, Seppe Malfait, Maarten Raes, Emily Van Campenhout, Emmeline Vandeputte, Yannis Van Hecke

gAStHOOFDreDActeUr:Tim F. Van der Mensbrugghe

eIndredACtIe FotogrAFIe:Vincent Tillieux

eiNDreDActie tekSt:Tim F. Van der Mensbrugghe, Izabelle Devulder,Fanny Maenhout, Elise Vandoninck,Han Zinzen

2

durf dromen

inHoud

p. 03 - coLuMn: Wachten op een chauffagist

p. 04 - het haRDe WeRKen heeft ZeKeR ZIJ n VRuchten afgeWoRpen

p. 06 - 07 - LeVen en WeRKen Kunnen eLKaaR naaDLoos aanVuLLen

p. 08 - 09 - onDeRWIJ s is MeeR Dan nette WeRKneMeRs afLeVeRen

p. 09 - stuDenten infoRMeRen

p. 10 - in het WieL Van caRgo VeLo

p. 11 - hoe gRoeneR gent, hoe MeeR ReDenen oM eR te BLIJ Ven

p. 11 - stRaten te sMaL VooR VeRgRoening

p. 12 - KoRenMaRKt teKent ZeLf pLan VooR gRoeneR pLein

p. 13 - saMenWonen Met VRienDen

p. 16 - oVeRheiD Moet MeeR inVesteRen in huuRMaRKt

p. 17 - negentienDe-eeuWse goRDeL

p. 18 - VooR een WoonWagen Moet Je geen huuR BetaLen

p. 19 - MigRatie is een spinnenWeB

De toekomst is niet klaar voor de jonge gasten van vandaag. Zij zijn gretig en hongerig. Vol goesting willen ze beginnen aan het leven van de 21ste eeuw. Helaas liggen er vele erfenissen uit het verleden in de weg. De toekomst geraakt niet op dreef. De maatschappij verandert snel, maar de instituten volgen traag. Jonge mensen hebben zoveel zin om hun toekomst in eigen handen te nemen, maar dat wordt ze langs alle kanten afgeraden. Ontmoediging als norm.In ons interview met Pieter Lesaffer, hoofdredacteur van Klasse, haalt die een opvallende evolutie aan. In de lagere school zijn kinderen kleine ondernemers, lefgozers met een willetje. Gedurende het middelbare

onderwijs neemt die aanleg voor ondernemerschap af en tegen dat ze student zijn aan de universiteit of de hogeschool zien onze jongeren enkel nog een leven als brave loonslaaf voor zich. Getemd door absurd veel huiswerk is zelf iets uit de grond stampen niet eens een verre droom, maar vooral een onbestaande gedachte. Doe maar fl ink je best, dat je een goed werk vindt, is immer de boodschap. Nooit: gebruik je talenten om je dromen waar te maken.Je wordt gekneed tot gehoorzame middenklasser. Wie de les niet wil begrijpen, krijgt een GAS-boete voor de meest onnozele vergrijpen.Op zovele vlakken is het beleid te kortzichtig om de toekomst te zien.

Onze steden – zelfs het prachtige Gent – zijn grote koterijen waar nauwelijks plaats is voor groen. De fi ets brengt je overal, als je geen schrik hebt voor opdringerige wagens. De arbeidsmarkt verwacht van jou fl exibiliteit, maar niet dat jij zelf op zoek gaat naar een ideaal evenwicht tussen werken en leven.Toch sprankelt de toekomst. Als je hem grijpt, ligt hij te blinken in je eigen handen. Ook het jonge geweld dat deze PIDMAG schreef, durft dromen én dromen waar te maken. Doe iets, laat je niet doen. En droom.

Tim F. Van der MensbruggheGasthoofdredacteur

LAYOUt:Chris Lauwerys

Foto voor- en AcHterPAgiNA:Maarten Raes

redACtIeleIdIng OOSt-VLAANDereN:Izabelle Devulder

DigitALe VerSie: Stefan Kolgen

/ Dit magazine is een realisatie van jongerenmedia-agentschap C.H.I.P.S. StampMedia.

/ C.H.I.P.S. vzw wordt betoelaagd door de Vlaamse Gemeenschap, Stad Antwerpen, Stad Genk en Stad Gent.

Deze gedrukte versie kwam tot stand met de steun van:

Page 3: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

3

ColumnWachten op een chauffagistmijn kat ligt languit in de zetel. Verdwaald in luilekkerland, zonder zorgen. Het hoogtepunt van haar bekrompen bestaan zal zich beperken tot een extra-large aaisessie of een nieuwe variant Whiskas, deze keer met Bickysmaak.

Ik daarentegen ben klaar om vriend, vijand en cynici lik op stuk te geven. Met een professionele bachelor journalistiek in de hand kan dat niet anders. Mijn generatie zal de wereld verbeteren, daar ben ik zeker van. Niemand zal zich nog een burn-out werken op een arbeidsmarkt die flexibeler is dan een elastiek. De fiets zal koning auto van de troon stoten. Steden worden groener, onze huizenmarkt democratischer. Wij zullen migratie niet langer negeren, maar recht in de ogen kijken. Hoe we juist ons onderwijs zullen hervormen, is nog wat vaag. Maar wacht tot de ont-stop-mijn-wc-app de strijd tussen Apple en Android zal beslechten.

Of ik te optimistisch klink? Wacht tot je de rest van mijn stoutste dromen leest. Ik ben een lid van Generatie Y, een vuil woord voor al wie na het ge-zegende jaar 1986 ter wereld kwam. Als kind hoorde ik banken en huizen-makelaars prediken dat the sky the

limit is. Vraag maar eens aan onze Griekse vrienden die tegenwoordig weer verlangen naar spartaanse tijden. Of aan onze Spaanse amigo’s die vaststellen dat de werkloosheid onder de Moren toch een stuk lager lag. De ideale timing om mezelf op de arbeidskracht te verkopen. Zoals ik al zei: wij zijn er klaar voor.

Wij mogen dan regelmatig afgeschil-derd worden als een verwende gene-ratie met al te hoge verwachtingen, het is een compliment dat ik in dank aanneem. Ik ben trots op mijn groot-vader, die vocht tegen den Duits. Trots op mijn vader, die vocht voor zijn persoonlijke vrijheid. Allebei waren ze een kind van hun tijd, over-winnaar van een historisch gevecht. Maar ook wij slijpen de zwaarden en ontrollen de banieren voor ons eigen gevecht. Niet tegen anderen, maar vóór onszelf en ieders toekomst. Wij willen alleen het beste.

Files richting onze autovrije steden, werkloosheid in florerende econo-mieën en obesitas in een wereld vol honger zijn binnenkort verleden tijd. Al is een Belgische Nobelprijs of een wereldkampioenschap voetbal ook heel wat waard. Ondertussen zet ik me naast mijn kat in een tweede-hands zetel in een al te duur appar-tement zonder isolatie, wachtend op een chauffagist, want de verwarming doet het niet. Onoverwinnelijke ik, een vat vol ideeën met een toekomst waar iedereen alleen maar van kan dromen, verslagen door een een-voudige verwarmingsketel. Dat het potverdikke niet gemakkelijk is, een ambitieuze jonge gast te zijn.

Freek Evers

Page 4: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

/ 4

“Het Harde Werken Heeft zeker zijn VruCHten afgeWorpen”jongvolwassenen kiezen almaar meer voor deeltijds werk, iets wat enkele generaties geleden ondenkbaar was. “Het lijkt alsof de huidige generatie de drive is kwijtgeraakt en niet meer voluit voor zijn werk gaat”, constateert een gents slagerskoppel op rust.

Vele jaren klopten Lena (71) en Jozef (76) dag in, dag uit lange uren. Ondanks die naarstige arbeid kijken ze positief terug op hun carrière. “Het harde werken heeft zeker zijn vruchten afgeworpen”, begint Lena. “We kunnen vandaag genieten van een degelijk pensioen dat ons een comfortabel leven biedt en we kunnen ons regelmatig een extraatje veroorloven.”

ANDerS DAN VrOegerHun positieve houding tegenover hun pensioen, zo merkt Jozef op, heeft wel veel te maken met hun goede gezondheid. “Heel wat senioren zijn minder mobiel en hebben bitter weinig aan hun vrije tijd. Jammer, want na jaren werken, is die vrije tijd meer dan verdiend”.

Het koppel heeft begrip voor de angst die bij jongeren leeft nu ze lan-ger moeten werken terwijl er minder werkzekerheid is. “Een pensioen van

leefbaar niveau is vandaag allesbe-halve vanzelfsprekend”, constateert Lena. “Het economisch systeem is de laatste jaren drastisch hervormd”, vult Jozef aan. “Recente ontwikkelingen zorgden ervoor dat het consumen-tengedrag en de manier van geld verdienen andere vormen aannamen”, vult Lena aan. “De wereld is kleiner geworden en mensen trekken zich steeds meer terug in hun eigen co-con.” Jozef knikt. “Ook de invoer van de euro heeft het systeem uit balans gebracht”, stelt hij.

PASSieVe geNerAtieToch stellen Lena en Jozef zich vragen bij de motivatie van loontrekkers om te kiezen voor parttime. “Het lijkt alsof de huidige generatie de drive is kwijtgeraakt en niet meer voluit voor hun werk gaat”, zegt Lena. “Dat is een fenomeen dat zijn weerslag vindt in de hoge werkloosheidscijfers. Op die manier is het onmogelijk om België als zorgstaat te laten voortbestaan.”

“Een deel van de bevolking is het sociale vangnet gaan beschouwen als een hangmat”, zegt Jozef. “Zij gaan ervan uit dat de staat voor hen zorgt en kunnen zelf niet meer voorzien in hun levensonderhoud.” Lena vreest dat veel jonge mensen de weg kwijt-raken: “Een groot deel jongeren zet zich zelfs niet actief in. De staat draait daarvoor op en daar moet verande-ring in komen.”

Lena en Jozef zien wel het belang van sociale zekerheid in. “We willen geen toestanden zoals in Amerika”, maakt Jozef duidelijk. “Daar hebben sommi-ge mensen drie jobs, omdat ze anders de eindjes niet aan elkaar kunnen kno-pen.” Lena besluit met een kwinkslag: “Er moet gewoon een manier worden gevonden om de passieve aanpak van de actieve bevolking te veranderen.”

Yannis Van Hecke

Page 5: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

/ 5

“identiteit Wordt minder en minder Bepaald door je joB”

De huidige generatie twintigers, of generatie Y, werd opgevoed door generatie X, geboren tussen 1955 en 1970. “Dat was de eerste generatie die kon profiteren van de democratisering van het onderwijs”, zegt Miet timmers, historica en docent aan het Hoger instituut voor gezinswetenschappen, HUBrussel. “Jongens maar zeker ook meisjes kregen meer dan de vorige genera-ties de kans om een diploma hoger onderwijs te halen. generatie X werd de eerste generatie tweever-dieners. De norm van het kostwin-nersgezin, waarbij de man de kost verdient voor het hele gezin, was niet langer geldend.”

Generatie X moest het twee-verdienersgezin uitvinden. “Ze moes-ten zelf kijken hoe ze de combina-tie arbeid, kinderen en privéleven konden managen”, legt Timmers uit. “Vanaf 1985 ontstonden de eerste maatregelen zoals loopbaanonder-breking, maar het duurde tot 2002 vooraleer een groot aantal ouders, hoofdzakelijk moeders, er gebruik van ging maken. Generatie X heeft haar hele leven, en ook nu nog, ge-zocht naar een haalbare balans tussen gezin en arbeid. De huidige generatie

jongeren heeft gezien hoe moeilijk het vaak ging en hoe die balans al eens uit evenwicht geraakte. Ze hebben daar ongetwijfeld lessen uit getrokken.”

Werken om te levenOok Kim Castenmiller, de Neder-landse auteur van ‘Generatie Y: aan het werk’, ziet de verschuiving. “Het leven van de oudere generatie bestond vaak uit werkweken van 40 à 50 uur. Pas na hun professionele carrière dachten zij eraan om eens leuke dingen te doen. Terwijl een jon-ge vader uit Generatie Y beseft dat hij vandaag leeft en van zijn leven wil genieten. Mensen kiezen de opdracht die het best bij hun leven past, het doet er niet toe of dat freelancen is of deeltijds werk.”

Ons leven draait ook niet meer om ons werk. “Uit onderzoek blijkt dat het belang van werk afneemt, zowel voor de eigen identiteit als in de eigen beleving. Dat geldt voor alle generaties”, stipt Timmers aan. “Het belang van andere sociale sferen, zoals familie, hobby’s en ‘me’-tijd, neemt toe. Je identiteit wordt minder en minder bepaald door je job.”

eVOLUtie iN criSiStijDeN“Voor oudere generaties is de rol van werk en wat je daarin bereikt, veel belangrijker dan voor jongeren”, zegt Timmers. “Maar dat kan nog evolueren. De generatie van nu zal ook een antwoord moeten bieden op de uitdagingen die de maatschappij stelt. Stel je voor dat de economische crisis zich nog veel sterker doorzet in de volgende decennia, dan zullen ook zij hun ideeën daarover bijstellen en kan werk weer een belangrijkere plaats innemen in het leven, zelfs al is het puur uit noodzaak.”Castenmiller is echter optimistisch. “Jongeren van vandaag en mor-gen willen de talenten waarover ze beschikken ten volle benutten, zowel privé als professioneel. Het kan goed zijn dat de crisis de evolutie naar meer deeltijds werken wat vertraagt, maar zodra die voorbij is, zie ik part-time werk alleen maar toenemen.”

Freek Evers

nu generatie Y stilaan de arbeidsmarkt bevolkt, zorgt zij voor een interessante shock op de werkvloer. “Werken staat niet meer alleen centraal in het leven van jongeren”, zegt generatiespecialist miet timmers. “ze zijn snel en daadkrachtig, en hebben van jongs af aan de wereld naar hun hand weten te zetten.”

Page 6: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

/ 6

leVen en Werken kunnen elkaar naadloos aanVullenWerk en leven in balans houden, is soms moeilijker dan een rubiks kubus ontcijferen. sommige jongeren slagen er wel in de code te kraken. “met vast werk kon ik me creatief niet volledig uitleven.”

Page 7: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

/ 7

Jelle Versée (25) freelancet in de ict-wereld. Wanneer hij niet aan het werk is, gebruikt hij zijn tijd om alle aspecten van de virtuele wereld onder de knie te krijgen.

“Ik heb drieënhalf jaar fulltime als support engineer bij een hostingbe-drijf gewerkt. Ik stond in voor het op-lossen van problemen met websites en servers. Alles wat ik nu weet, heb ik daar geleerd. Ik ben gaan beseffen dat de ICT-wereld bulkt van de moge-lijkheden. Daarom heb ik besloten om freelance te werken. Ik programmeer en ontwerp websites, maar zet ook volledige netwerksystemen op. Ik kan op eigen tempo bepalen welke opdrachten ik aanneem.”

AAnrAder“Ik ben enorm gepassioneerd door webdesign en ben gelukkig als freelancer. Als er zich een fulltime job als webdesigner zou aandienen, dan zou mij dat niet afschrikken. Ik kan wel iedereen aanraden een tijdje als freelancer door het leven te gaan. Al begrijp ik dat dat niet in elke bran-che mogelijk is. Als ICT’er heb ik het voordeel dat ik perfect van thuis uit kan werken.”

“De ene keer heb je wat meer opdrachten, de ander keer valt dat tegen. Maar dat is het ideale mo-ment om mezelf bij te scholen en de virtuele wereld verder uit te spitten. Dat komt dan weer goed van pas bij toekomstige jobs.”

lAger Inkomen“Freelancen heeft ook nadelen, want minder werk betekent ook een lager inkomen. Vooral mijn omgeving maakte zich daar zorgen over. On-dertussen kunnen ze beter leven met mijn keuze. Ik begrijp dat freelancen veel jongeren afschrikt, net om die reden. Daarnaast mag je de admi-nistratieve kant van het verhaal niet onderschatten. Een werkgever die ervoor zorgt dat je de extralegale voordelen niet misloopt, zit er voor een freelancer niet in.”

Nazli Düzgün (25) werkt deeltijds als medisch secretaresse in een privéradiologiepraktijk en is mama van Yusuf. Familie is heel belangrijk voor haar, maar niet werken zou een handicap zijn.

“Ik ben een geboren en getogen moslima, mijn man Veysel is ook moslim. De Koran schrijft voor dat de man moet werken om zijn gezin te onderhouden. Van vrouwen wordt verwacht dat ze het gezin bijeenhou-den en de kinderen opvoeden. Dat is al een job op zich.”

ZWAAr Werk“Het betekent niet dat vrouwen niet mogen werken. Sterker nog, niet werken is niets voor mij. Ik heb vroeger gewerkt als kassierster in een warme bakker en in een callcenter. Aan die periode denk ik liever niet meer terug. Ik kwam iedere dag met hoofdpijn thuis en had geen energie om nog iets te doen.”

“Nadien kreeg ik in deze praktijk de kans om iemand te vervangen die met zwangerschapsverlof was. Ik heb in die periode zes op zeven gewerkt. Dat was enorm hard. Toen die collega terugkwam, hebben we aan onze werkgever gevraagd om het werk anders te verdelen.”

Vier VijFDe “Mijn twee collega’s werken nu vier vijfde, ik vervang hen op hun vrije dag. Eén dag in de week werken we alle drie. Achteraf bekeken was dat een enorm goeie beslissing, zowel voor ons als voor de baas. De service in de praktijk is er enorm op vooruit-gegaan. Bovendien is er een werkloze minder in België. Mooi toch?”

“Veysel en ik hebben er even over gedacht om met z’n tweeën vier vijf-de te werken. Maar dat was niet echt een oplossing, omdat je als man toch nog altijd gevoelig meer verdient. Maar ik verwacht niet dat Veysel me nog helpt in het huishouden, hij werkt hard genoeg.”

Brecht Hermans (28) leeft heel be-wust een freelance bestaan. Op die manier kan hij tijd vrijmaken voor persoonlijke projecten. “Het enige nadeel van freelancen is de adminis-tratieve rompslomp.”

“De maatschappij verwacht van afgestudeerden dat ze meteen een fulltime job zoeken. Ik heb een mas-ter in Theaterwetenschappen en een diploma als podiumtechnicus. Ik had voor vast werk in een cultureel cen-trum kunnen kiezen, maar daar zou ik me creatief niet volledig kunnen uitleven.”

eigeN PrOJecteN“Ik werk regelmatig als podiumtech-nicus, maar schrijf ook voor Circus Magazine. Dat zijn allebei jobs die ik heel graag doe. Tegelijkertijd zorgen ze ervoor dat ik mijn eigen projec-ten kan inplannen. Zo heb ik met Oortocht een performancecollectief opgericht. Binnenkort spelen we L’Eléphant Perdu op het theaterfesti-val Figeuro. We zijn ook van plan om expo’s te organiseren.”

“Ik ben officieel nog altijd werkzoe-kende in wachttijd. Dat zorgt ervoor dat ik regelmatig in contact kom met de RVA of de VDAB. Ik heb vorig jaar nog even op de Boekenbeurs gewerkt om hen wat van me af te schudden. Ondertussen ben ik inge-schreven bij de vakbond om wegwijs te raken in alle administratie die bij freelancen komt kijken.”

VeeL ADMiNiStrAtie“Toen ik kwam binnenwandelen bij de vakbond met een geordende map vol contracten en uitkeringsbewijzen was de reactie: ‘Jij hebt een map, dan komt alles in orde.’ Ik moet wel toegeven dat die administratie soms een extra job lijkt, maar die neem ik er zonder morren bij.”

Freek Evers

Page 8: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

/ 8

“onderWijs is meer dan nette Werknemers afleVeren”de toekomst van het onderwijs oogt rooskleurig. dat vindt pieter lesaffer, hoofdredacteur van het onderwijsmagazine klasse. maar scholen moeten meer gebruik maken van hun autonomie. “je hebt mensen nodig die de kantjes eraf lopen.”

Het Vlaamse onderwijs heeft nog altijd een zeer goede reputatie, maar toch verlaat een groot aantal jonge-ren het secundair onderwijs zonder diploma. Volgens Pieter Lesaffer speelt de leerplicht daarin mee. “Jongeren die schoolmoe zijn, trek-ken effectief op hun achttiende de schoolpoort achter zich dicht”, zegt Pieter Lesaffer. Daarom wordt al eens geopperd om een kwalificatieplicht in te voeren, die inhoudt dat leerplicht niet aan leeftijd gebonden is, maar aan een diploma. “Dan mag je pas stoppen met het secundair als je een bepaald diploma hebt.”

Ook het watervalsysteem, de grote achilleshiel van ons onderwijs, blijft een rol spelen. “Daardoor komen jongeren makkelijker in een negatieve spiraal terecht en geraken ze gedemotiveerd.”

Kun je zulke jongeren opnieuw moti-veren?Lesaffer: “Dat hangt samen met de schoolcultuur en de leraren. Het welbe-vinden van leerlingen blijft een cruci-ale factor, want als dat niet goed zit, lukt het studeren ook niet. Ik heb het gevoel dat we daar nog altijd te weinig mee bezig zijn, net als met het positief waarderen van jongeren. We zijn nogal snel geneigd om negatief te zijn.”

HANDeN Uit De MOUWeNDe VDAB stelde voor om stages in te voeren in het secundair onderwijs. Werkt dat?Lesaffer: “Ik denk dat dat zeker werkt voor leerlingen die schoolmoe zijn, maar wel de handen uit de mouwen willen steken. Zij hebben het potenti-eel, dus laat hen zo veel mogelijk hun ding doen. De arbeidsmarkt schreeuwt

om gemotiveerde werknemers die ervaring willen opdoen. Ik vind dat er te veel muurtjes worden gezet binnen het onderwijsbeleid. We willen uiteindelijk allemaal hetzelfde. Ook op lokaal of regionaal niveau kan de samenwerking tussen scholen en bedrijven nog beter. Scholen blijven makkelijk binnen die cirkel van het onderwijs hangen.”

Is de school te veel gericht op een job als werknemer? Zou ze ook niet beter het zelfstandig ondernemen promoten?Lesaffer: “Ja. Bij kinderen in de lagere school zijn de competenties in onder-nemerschap zeer hoog, maar je ziet die telkens afnemen doorheen het secun-dair. Bij studenten aan de universiteit zijn die competenties uiteindelijk zeer laag. Ons onderwijs is absoluut geen stimulator van ondernemerschap. Ik denk dat dat ook te maken heeft met de leraren. Daarom hoop ik dat we er eindelijk voor kunnen zorgen dat het gemakkelijker wordt voor mensen uit een andere sector om in het onderwijs te stappen. Dan krijg je dat voorbeeld van mensen die zelfstandig geweest zijn, een bedrijf gehad hebben of tegenslag gekend hebben. Je hebt ook die mensen nodig die de kantjes eraf lopen en meer durven. Onderwijs is meer dan het afleveren van nette en beleefde werknemers. We moeten kritische burgers vormen.”

LOgiStiek MANAgeMeNtWaarom zijn technische opleidingen nog altijd niet populair als eerste keuze?Lesaffer: “Dat is een menselijke reflex. Het is allemaal gemakkelijk gezegd, tot het over je eigen kind gaat. Je wilt toch dat je kind hoger onderwijs volgt en

dat gaat nu eenmaal gemakkelijker met een diploma uit het ASO. Er zijn al tal-loze campagnes geprobeerd, maar het blijft erin zitten. Ik las onlangs over een school die een TSO-richting van klas verhuisd had, waardoor die leerlingen nu langs de ingang van de ASO-leerlin-gen binnenkwamen. Vanaf dan had die richting opeens veel meer inschrijvin-gen. Het aanzien was veranderd.”

Hoe ver kunnen of mogen scholen gaan in het sturen van hun leerlingen?Lesaffer: “Daar gaat ook de hele discussie over de oriënteringsproef in het hoger on-derwijs over. Ik vind niet dat je daar te sturend in mag zijn. Misschien schieten we veeleer tekort in het advies dat we jongeren geven. Het CLB heeft bij veel gezinnen een slechte reputatie als het gaat over studieadvies. Daar wordt vaak niet naar geluisterd. Individuele leraren hebben meer invloed, maar misschien hebben ze niet genoeg zicht op de verschillende mogelijkheden.” LereNDe HOUDiNgKlasse heeft het debat over huiswerk heropend. Slorpt de school te veel vrije tijd van de jongeren op?Lesaffer: “Ja, dat denk ik wel. Ik wil niet veralgemenen, maar in sommige scholen heerst de mentaliteit dat je veel huiswerk moet geven en leerlingen niet mag laten afleiden door andere zaken. Dat vind ik een kwalijke evolutie. Scholen moeten vooral een ‘lerende houding’ meegeven en leerlingen sti-muleren om ook op andere domeinen bij te leren.”

Hoe staat het ondertussen met de kwaliteit van de lerarenopleiding?Lesaffer: “De grote evaluatie van

Page 9: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

9

de opleiding is achter de rug en de slotsom is niet zo positief. Om te begin-nen zijn veel studenten niet genoeg gemotiveerd. Al te vaak kiezen zij voor de lerarenopleiding nadat ze afgehaakt hebben bij de universiteit. Daarbij zou een systeem van toelatingsvoorwaar-den ook de drempel kunnen verhogen. De kritiek daarop is dan weer dat we nu al met een lerarentekort zitten. Maar in Groot-Brittannië hebben ze het zo aangepakt en daar zijn er opeens veel meer kandidaten op afgekomen. Een

job als leraar werd plots gegeerd en kreeg zo meer aanzien.” logge tAnkerWat is volgens u het meest structurele probleem van het Vlaamse onderwijs?Lesaffer: “Ik denk toch de positie van de leraar. Die is zo cruciaal in alles wat met onderwijs te maken heeft. De leraar maakt het verschil, maar ik vind dat hij te weinig uitgedaagd wordt om zelf op zoek te gaan naar meer. Scholen hebben ook heel veel autono-

mie en maken daar geen gebruik van. Ze verschuilen zich te makkelijk achter het beleid. Er wordt weinig stimulans gegeven aan leraren met ambitie. Onderwijs is een logge tanker en logge tankers hebben tijd nodig. Toch merk je dat er veel voortrekkers zijn, mensen die met nieuwe dingen bezig zijn en netwerken over de scholen heen. Ik zie de toekomst van het onderwijs wel rooskleurig in.”

Emily Van Campenhout

StUDeNteN iNFOrMereN iS BrOODNODigDe poorten van het hoger onderwijs staan wagenwijd open voor mensen met een diploma van het secundair onderwijs. Maar de laatste maanden opperen almaar meer spelers dat de instroom meer gestuurd mag worden.

De instroom van scholieren uit het ASO en TSO bij de Vlaamse univer-siteiten blijft stijgen, maar minder dan de helft van de studenten haalt het tweede jaar. Ligt de drempel naar een universitaire opleidingen te laag? DUre DrOP-OUtSHet budget waarmee de Univer-siteit Gent het groeiende aantal eerstejaarsstudenten ondersteunt, wordt steeds krapper. Kwalitatie-ve studiebegeleiding is nochtans nodig, zo blijkt uit de magere doorstroomcijfers naar het tweede jaar. Daarnaast zijn er te veel stu-denten die een te hoog gegrepen universiteitsopleiding aanvatten én opgeven.

Zo’n verkeerde studiekeuze is frus-trerend voor drop-outs zelf, duur voor hun ouders en nog duurder voor de samenleving. De Vlaamse overheid zet in op de democratise-ring en flexibilisering van het hoger onderwijs, maar krijgt voor vroeg-tijdige universiteitsverlaters jaarlijks een rekening van ruim honderd miljoen euro gepresenteerd.

OriëNteriNgSPrOeFDe slaagkansen moeten omhoog, beseffen zowel Anne De Paepe, rector van de UGent, als minister van Onderwijs Pascal Smet (sp.a). Beiden pleiten voor een niet-bin-dende oriënteringsproef die mid-delbare scholieren moet informeren over hun mogelijkheden binnen het hoger onderwijs. Maar startcompe-tenties laten zich niet gemakkelijk meten op basis van een moment-opname. Slaagkansen aan de universiteit schuilen niet enkel in de intelligentie, maar ook in de moti-vatie en het doorzettingsvermogen van de studenten.

Professor in de Cognitieve Psy-chologie Wouter Duyck (UGent) neemt al sinds 2011 bij het begin van het academiejaar een basistest af bij de eerstejaarsstudenten aan zijn faculteit. De test blijkt een goede voorspeller van de studie-resultaten later in de opleiding. De test zou dus als oriënteringsproef kunnen worden afgenomen bij aspi-rant-psychologen in de middelbare school. Voor de uitbreiding van dergelijke proeven naar andere faculteiten of universiteiten en voor de concrete invoering van oriën-teringsproeven in het SO blijft het echter wachten op richtlijnen van de volgende Vlaamse regering.

BePerkte JOBMOgeLijkHeDeN Als de UGent middelbare scholie-ren wil verwittigen voor beperkte slaagkansen, kan dat net zo goed voor de arbeidsmarkt. Volgens de studiekiezer van de UGent komen

kunstwetenschappers, archeologen en antropologen terecht in onder-zoek, onderwijs, overheidsdiensten en de journalistiek. Een opleiding in de moraalwetenschappen is “geen voorbereiding op een welbepaalde job, maar dat hoeft op de heden-daagse jobmarkt geen probleem te zijn”.

Volgens cijfers van de VDAB is er echter wel een probleem. De werkloosheid steeg het voorbije jaar met 15,9 procent bij hoogop-geleiden. Bij laagopgeleiden was dat met 3,4 procent. Hoe komt dat? Leerlingen die vandaag in het hoger onderwijs starten, baseren hun studiekeuze op de inhoud van de opleidingen en minder op loon-perspectieven of werkgelegenheid.

Daarover wordt in de studiekiezer van UGent amper eerlijk gecommu-niceerd. Wie kunst- of moraalwe-tenschappen studeert, heeft in de realiteit weinig tewerkstellingskan-sen binnen het eigen vakgebied. Almaar meer jobs voor laagge-schoolden worden ingevuld door werkkrachten met een masterdi-ploma op zak. Wordt het dan geen tijd om universitaire opleidingen te onderwerpen aan een oriënterings-proef voor de arbeidsmarkt?

Emmeline Vandeputte

Page 10: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

10

in Het Wiel Van Cargo Velodoor weer en wind brengt de gentse fietskoerier sander Vandenberghe broden en diepvriezers naar zijn klanten. Cargo Vélo bestaat net een jaar en sander heeft nog geen moment spijt gehad van zijn nieuwe bedrijfje. “ook niet als het koud is, regent of sneeuwt. je kunt daar slechtgezind van worden of je kunt dat zien als een materiaaltest.”

“ik ben altijd al met fietsen bezig ge-weest”, vertelt Sander. “enkele jaren geleden leerde ik op erasmus-uitwis-seling in Wenen een bedrijfje kennen, een koerierdienst gecombineerd met een winkel. Daar heb ik de mosterd gehaald. ik begon daarna zelf mijn idee uit te werken. Allemaal erg vanuit een buikgevoel en zonder businessplan.”

DieNe Me zijNe VéLOOm half tien begint Sander eraan. De eerste halte is de bakker in de buurt, om een lading broden op te halen voor een café. “Dat doe ik bijna elke dag. De eigenaar is een vaste klant en door het brood te laten leveren, wint hij kostbare tijd.” Onderweg naar het café kijken mensen hem na. Sommigen zwaaien even. “Het gebeurt wel vaker dat ze mij herkennen”, zegt Sander. Nog voor de deur van het café open-gaat, horen we een vrouwenstem. “‘t Is diene me zijne vélo”, klinkt het. “De Belg of de Vlaming is nogal ver-knocht aan zijn auto”, meent Sander. “Het zit er goed ingebakken dat de

wagen de enige manier is om zich te verplaatsen, zeker als er ook grote spullen vervoerd moeten worden. Het motto van Cargo Vélo is: ‘alles op ne vélo’. Je kunt het zo gek niet beden-ken. Veel mensen vonden het zot dat ik eens een diepvriezer op mijn fiets meegenomen heb. Ook dertig bier-bakken leeggoed vervoeren was vrij indrukwekkend.”

MAStODONtSander neemt vier bakken bier ach-terop, voor een toneelvereniging die graag een natje lust tijdens de repeti-ties. Een paraaf op een bonnetje en de zaak is afgehandeld. Op naar de vol-gende klant. Als voorlaatste opdracht van de ochtend levert Sander twee flessen wijn bij een immobiliënkantoor. Dat lijkt een schamele lading, maar ook zulke opdrachten brengen geld in het laatje. “Cargo Vélo mag zeker nog groeien, maar ik wil het ook gezellig en persoonlijk houden”, vindt Sander. “Het bedrijf moet geen mastodont worden.”

Tot slot fietst Sander nog helemaal naar Sint-Amandsberg voor enkele potten verf. Daarvoor doorkruist hij een flink deel van de stad. “In Gent zijn zeker nog heel wat verbeteringen mogelijk”, meent hij. “Er zitten veel putten in het wegdek en kasseien liggen slecht of ontbreken. Ook zijn er wegenwerken die niet netjes worden afgewerkt of asfalt dat niet gelijk ligt.”

OP De gOeDe WegVolgens Sander moet Gent in de toe-komst werk maken van betere fietsrou-tes voor mensen die van de ene naar de andere kant van de stad moeten. “Als iedereen met de fiets zou gaan werken, zouden daar ook files door ontstaan. Maar Gent is als fietsstad zeker op de goede weg.”

De mooiste fietsroute vindt Sander een stukje fietspad tussen Mariakerke en Wondelgem. “Een breed pad met mooi aangelegd asfalt en in het groen. Wat wil je nog meer?”

Emily Van Campenhout

Page 11: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

/ 11

“Hoe groener gent, Hoe meer redenen om er te BlijVen”gent moet groener. Het stadsbestuur neemt zich voor om de komende twintig jaar één hectare groen te voorzien op wandelafstand van elke woning. dat langetermijnplan moet de stadsvlucht van jonge gezinnen indijken.

“Wie van de stad naar het platteland verhuist, heeft niet per se een anti-stedelijke mentaliteit”, zegt woonso-cioloog Pascal De Decker. “Mensen gaan vaak gewoon op zoek naar een betaalbare woning met tuin. Die vind je nauwelijks in de stad.”

Volgens schepen van Wonen, Stadsont-wikkeling en Openbaar Groen Tom Bal-thazar (sp.a) kan dat gebrek aan tuinen deels gecompenseerd worden door gemeenschappelijk groen: “Mensen zijn bereid om kleiner te wonen als er voor voldoende groenpolen gezorgd wordt. Hoe meer parken, sport- en speelruimtes, hoe meer redenen om in Gent te blijven.”

kAMPiOeN LiNtBeBOUWiNgVandaag trekken veel jonge twee-verdieners die zich definitief willen settelen weg uit Gent. Die kapitaalex-tractie kost niet alleen de stad geld, ook andere overheden draaien mee op voor de kosten. “Vlaanderen blijft verkavelen en groene zones versnippe-ren. We zijn kampioen lintbebouwing”, vertelt De Decker. En dat is geen titel om fier op te zijn: “We wonen langs de grote wegen, maar de achterliggen-de gronden blijven onbebouwd. Dat zorgt voor files, verkeersonveiligheid en druk op het milieu. En het maakt de levering van collectieve goederen, zoals riolen, elektriciteit, gas en water, en tv-voorzieningen veel duurder.”

Het Belgische model van ruimtelijke or-dening is niet ‘future proof’. We moe-

ten volgens De Decker compacter gaan wonen rond stedelijke kernen. Maar daar is de man in de lintbebouwde straat vaak niet mee bezig. “Natuurlijk is het mooi om door je achterraam op kilometers groen uit te kijken. Wie een huis koopt, vraagt zich niet af of hij de ruimtelijke ordening aan het verknoei-en is. We nemen rationele beslissingen vanuit onze individuele woonnood. Maar als je die allemaal samentelt, krijg je een ruimtelijk rommelland.”

UitDAgeNDe tOekOMStBij de burger zit er op dat vlak geen mentaliteitsverandering aan te komen. Wonen wordt dus een almaar pran-gender vraagstuk voor de overheid. “Sociale huisvesting, stadsvernieuwing, ruimtelijke ordening: de mens en de markt zullen die problemen niet oplos-sen”, voorspelt De Decker.

Denken dat mensen hun ideaal van huisje-tuintje-boompje spontaan zullen opzijschuiven voor ‘het hogere goed’, vindt De Decker naïef. “Tenzij de overheid verplaatsingskosten van pen-delaars morgen in reële termen gaat aanrekenen in plaats van mensen te subsidiëren om naar hun werk te gaan, bijvoorbeeld.”

Of tenzij steden als Gent erin slagen wonen in de stad weer aantrekkelijk te maken door meer groene oases in te planten tussen het beton. Emmeline Vandeputte en

Oona Hoefnagel

“StrAteN te SMAL VOOr VergrOeNiNg”Wie vanuit het raam een stukje groen ziet, is gelukkiger dan wie uitkijkt op een grijze, kale straat. Dat blijkt uit onderzoek door het Instituut voor Natuur- en Boson-derzoek (INBO). De onderzoe-kers namen twee Gentse wijken onder de loep met vergelijkbare functies en socio-economische omstandigheden. Beide wijken hadden een park in de buurt, maar de bewoners die het park vanuit hun woonkamer konden zien, vonden het aangenamer wonen in hun wijk. Zelfs een sim-pele boom in het gezichtsveld bleek al voldoende.

Tom Balthazar (sp.a), Gents schepen van Openbaar Groen, zegt rekening te willen houden met het onderzoek, maar merkt meteen op dat het in Gent niet altijd evident is om groen aan te leggen. “De straten in Gent zijn vaak te smal om veel groen aan te leggen”, zegt hij. “Of er zouden parkeerplaatsen moe-ten sneuvelen, wat moeilijk ligt. Maar waar het mogelijk is, ben ik absoluut voorstander van ver-groening in de stad.”

Oona Hoefnagel

Page 12: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

/ 12

korenmarkt tekent zelf plan Voor groener pleinde vernieuwde korenmarkt is te grijs, vinden de horeca-uitbaters van het plein. en daarom hebben ze een tuinarchitect aangesproken om een groen plan uit te werken. “Bloembakken? oh neen, dat past niet in het concept”, reageert ontwerper paul robbrecht.

Het groen op de korenmarkt, het hart van de gentse binnenstad, bestaat uit niet meer dan enkele palmbomen die het liefst van al ergens anders zouden willen staan. Het zit de uitbaters van de omliggende cafés en restaurants zo hoog dat ze een groen plan hebben besteld voor hun plein. een park hoeven ze niet, met enkele bomen en een paar bloembakken zijn ze ook al tevreden.

SteeNWOeStijN“Doordat er nu geen groen op het plein is, hebben we enorm veel last van stof en zand. Ze noemen het hier de ‘steenwoestijn’ van Gent”, vertelt Vicky Drappier van brasserie ’t Postje. “Er is zo veel plaats voor groen op de Korenmarkt. Een paar hagen langs de tramsporen zouden het hier al pakken veiliger, gezelliger en warmer maken. Als wij hier geen bomen zetten, is er echt niets.”

“Enkele houten bankjes en beter ver-lichte gevels zouden al veel bijdragen aan de gezelligheid van het plein”, zegt Alain De Grijse van restaurant Faits Divers.

Niet alleen de horecabazen foeteren op de ongezellige Korenmarkt: al bijna 5.000 mensen hebben een petitie getekend om bomen te planten op het plein. Toch staat architect Paul Robbrecht, die de nieuwe Korenmarkt uittekende, niet te springen voor meer groen op ‘zijn’ plein.

“Ik ben bereid om naar het nieuwe plan te kijken, maar ik vind dat er voorlopig nog niet genoeg argumen-ten op tafel liggen om meer groen aan te leggen. Niet dat ik iets tegen bomen heb, ik heb er zelf ook in mijn tuin”, zegt hij. “De gebouwen op het plein komen veel beter tot hun recht zonder groen.” Maar enkele bloembakken langs de tramlijnen verstoren het zicht toch niet? “Oh neen, daar is geen den-ken aan, dat past absoluut niet in het concept”, reageert Robbrecht. geeN HeriNricHtiNgSchepen van Openbaar Groen Tom Balthazar (sp.a) zegt ook bereid te zijn naar het alternatieve plan te kijken. “We staan open voor andere mogelijk-heden, maar we moeten wel wachten

tot het huidige plan volledig is uitge-voerd”, verklaart Balthazar. Een hele herinrichting van de Korenmarkt ziet hij niet zitten. “Aangezien de Korenmarkt nog maar net helemaal heraangelegd is, is dat geen optie. Daarnaast zijn sommige plannen gewoon niet uit-voerbaar. Grote bomen zijn onmogelijk door de leidingen die onder de grond zijn aangelegd. Meer groen op de Ko-renmarkt mag ook niet verhinderen dat bepaalde evenementen op het plein plaatsvinden.”

Het voornaamste argument waar Robbrecht mee blijft schermen, is dat de Korenmarkt historisch gezien altijd al een stenig plein geweest is. “Klopt niet”, weet restaurantuitbater De Grij-se. “Als je de archieven induikt, vind je plannen terug van de Korenmarkt waarop veel groen te vinden is. Dat is al even geleden, maar historisch gezien is het hier dus geen stenenplein.”

Oona Hoefnagel

Page 13: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

/ 13

samenWonen met Vrienden: “de ideale tussenoplossing”Wonen is duur, de ruimte schaars. daardoor stappen jonge mensen af van het klassieke ideaal van de gezinswoning en gaan ze samenwonen. “al kun je niet iedereen overtuigen om zo te leven.”

Mika, Jeroen en tom hebben onge-veer een jaar geleden beslist om sa-men te huizen in gent, voornamelijk uit financiële overweging. Door de hoge huurprijzen is dat een popu-laire oplossing onder jonge werken-den. “Wij betalen nu helemaal niet veel”, zegt Mika. “ik vind het ook leuker dan alleen wonen.”

“Met wat ik nu verdien, zou ik niet alleen kunnen wonen”, vertelt Jeroen. “Zelfs iets delen met twee zou moei-lijk gaan.”

VOLDOeNDe rUiMteMika denkt dat jongeren in de toekomst steeds meer zullen gaan samenwonen. “Meer en meer jong-volwassenen trekken naar de steden, waardoor we binnenkort geen andere keuze hebben omdat er niet voldoen-de ruimte is. Bovendien willen we meer onze zin doen. We willen niet meer zo hard werken als onze ouders. Dat is gewoon zo.”

“Vroeger begonnen mensen sneller te werken en bouwden ze sneller een ge-zinsleven op”, gaat Mika verder. “Wij weten nog niet precies welke richting we aan ons leven willen geven. Dan is samenwonen met vrienden een ideale tussenoplossing.”

PriVAcY eN rUiMteSamenwonen met vrienden is ook zoeken. “In het begin deelden we alles, maar dat werkte niet. Nu delen we enkel nog het avondeten”, zegt Mika. Ook Jeroen zegt dat samenwonen al eens voor frustraties kan zorgen. “Ik leef eerder individualistisch”, vertelt Jeroen. “Wanneer iemand zomaar iets opeet van mij, kan ik echt vloeken in mezelf. Gelukkig relativeer ik dat snel weer.”

“Ik zie deze manier van samenleven ook als iets van korte duur. Nadien wil ik meer ruimte”, zegt Mika. “Het con-cept van cohousing, waarbij ieder toch zijn eigen plek heeft, staat me wel aan.”

Jeroen zou toch meer privacy willen. “Ik wil liever iets alleen zoeken. Ik zie me hier nog wel een aantal jaar wonen, maar samenwonen met andere gezinnen is niets voor mij.”

HeeL OPPerVLAkkigLotte en Andreas hebben wel voor co-housing gekozen. In februari vorig jaar trokken ze in hun gloednieuwe huis in Vinderhoute, op zo’n zeven kilometer van het centrum van Gent. Dat deden ze samen met zeventien andere ge-zinnen.“Vroeger woonden we in een appartement in Wondelgem waar het contact met de buren heel oppervlak-

kig was”, vertelt Andreas. “Dat leek ons niet de ideale woonomgeving, zeker niet met kinderen. Het grote voordeel aan Cohousing Vinderhoute is dat we veel zaken kunnen delen, zoals een tuin en wasmachines.”

“Financieel is het niet veel voorde-liger, al konden we door de grote groep iets goedkoper bouwen”, stipt Andreas aan. “Voor hetzelfde budget hebben we nu veel meer toegang tot allerlei faciliteiten.”

engAgement De bewoners organiseren een hoop activiteiten. “Morgen is er een work-shop cocktails shaken, je kunt yog-alessen volgen en noem maar op. Je hoeft niet altijd mee te doen. Wanneer iemand geen zin heeft, kan hij zich probleemloos afzonderen in zijn eigen huis”, vertelt Lotte.

“Het zit in de lift, maar cohousing is slechts voor bepaalde mensen wegge-legd”, geeft Lotte toe. “Je zult nooit iedereen kunnen overtuigen om zo te leven. Je moet compromissen willen sluiten en het engagement willen aangaan, anders gaat het alleen maar frustreren.”

Zynke Huysmans

Page 14: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

/ 14

Page 15: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

/ 15

“onze steden – zelfs Het praCHtige gent – zijn grote koterijen Waar nauWelijks plaats is Voor groen.”

Page 16: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

/ 16

“oVerHeid moet meer inVesteren in Huurmarkt”“met een koopwoning zit je safe. Huren is je geld wegsmijten”, hoor je constant zeggen. dus blijft de Vlaming inzetten op een eigen huis, een plek onder de zon. tegelijk doet de Vlaamse overheid niets om de krapte op de huurmarkt weg te werken, zegt woonsocioloog pascal de decker.

“Jongeren willen vandaag vrij snel een eigen huis, liefst rond hun vijfentwin-tigste. Die haast begrijp ik niet”, zegt De Decker. “Je moet een huis hebben tegen je pensioen. Dus wie twintig jaar afbetaalt, heeft tot zijn vijfenveer-tigste tijd om er een te kopen. Waar-om wil je je al financieel vastzetten op één plek als je leven en loopbaan nog van start moeten gaan? We leven in een flexibele wereld waarin mensen graag van job veranderen, terwijl een eigendomsamenleving een weinig mobiele samenleving is.”

“In België zijn er historisch gezien altijd veel eigenaars geweest, en jongeren zijn geneigd het woonpatroon van hun ouders te kopiëren. Maar willen we daarin wel koploper zijn? Het aandeel huiseigenaars in Oost-Europese landen, Spanje en Griekenland ligt nog hoger, maar dat zijn landen waar ik niet zou willen leven. De relatie tussen eigendom en een goede sociale zekerheid is er niet. In landen met hoge eigendomsper-centages heb je vaak net een minder goede sociale zekerheid.”

Roept u twintigers op om minder te kopen en langer te huren? “Ik roep in de eerste plaats de overheid op om een ander beleid te voeren. Huiseigendom wordt vandaag gesti-muleerd via de woonbonus, maar dat is geen effectieve maatregel. De overheid redeneert: als we het verwerven van een eigendom subsidiëren, moet de koper minder betalen. Dat klopt niet. De woningmarkt is weinig elastisch, er worden geen huizen in sneltempo bij-gebouwd zodra de vraag stijgt. Als je in die traag reagerende markt meer geld pompt, blijven de vastgoedprijzen ge-

woon stijgen. Het huidige beleid maakt huizen dus niet betaalbaarder, maar net duurder. Dat geldt ook voor Gent: een stekje in het centrum is enkel wegge-legd voor gegoede tweeverdieners en in de volksbuurten worden uitgeleefde woningen verkocht aan een bedenkelij-ke prijs-kwaliteitverhouding.”

Huizen zijn te duur, maar toch blijven we zo snel mogelijk kopen“Omdat er geen degelijke alternatieven zijn. De huurmarkt kampt met serieuze problemen, dáár moet in geïnvesteerd worden. Er is een tekort aan huur-woningen voor lagere en middelhoge inkomens. De polarisatie is te groot. Enerzijds vind je verkrotte en anderzijds dure huurwoningen, maar de midden-moot ontbreekt. Met de huidige lage interestvoet wordt het dan haast logisch om zo snel mogelijk een eigen huis af te betalen, want een kwalitatieve woning huren is vaak duurder. Elke gekochte woning betekent dat er betaalbare huurwoningen uit de markt verdwijnen.”

“Er is ook veel onzekerheid voor wie zich definitief wil vestigen: een huurcon-tract loopt in België in het beste geval voor negen jaar. Wie huurt of verhuurt, komt bovendien in een potentieel conflictueuze situatie terecht. Er zijn geschillen mogelijk over kosten, kwa-liteit en onderhoud. De levensstijl van jongeren en verhuurders past niet altijd goed bij elkaar. Dat maakt de huurmarkt minder interessant voor wie een woning zoekt of kwijt wil. Dus gedegen mid-denklassers of arbeidersgezinnen van tweeverdieners kopen en verkopen en de vastgoedprijzen blijven stijgen. Dat is bijna systematisch geworden.”

Hoe kan die cirkel doorbroken worden? “Door te investeren in de huurmarkt. Onze overheid steekt vandaag nauwelijks middelen in de particuliere huursector. Dat hoeft ook niet via rechtstreekse huursubsidies. Die zouden hetzelfde effect hebben als de woonbonus: de vraag stijgt en de prijzen gaan omhoog. Maar de overheid kan wél investeren in bemiddelende verhuurkantoren die het mogelijke conflict tussen huurder en verhuurder opheffen. Door die moeilijke relatie te breken, kunnen we nieuw leven blazen in de private huurmarkt.”

“Daarnaast moet het aanbod in de sociale huursector uitgebreid worden. Vandaag staan er 100.000 unieke kandi-daten op de wachtlijst, waardoor private verhuurders de facto de rol van sociaal verhuurkantoor op zich moeten nemen. De Vlaamse regering belooft al sinds 2007 om 43.000 sociale woningen bij te bouwen maar het aandeel sociale wo-ningen is eerder gedaald dan gestegen. Verouderde sociale woningen worden ge-renoveerd of gesloopt maar er komen er niet genoeg nieuwe bij om die slinkende voorraad te compenseren.”

“De rest van het budget gaat naar eigendomsverwerving, wat slechte subsidies zijn. Vlaanderen gaat zes- à zevenhonderd miljoen investeren in de woonbonus. Dat is een gigantisch bud-get. Met dat geld kun je én meer sociale huurwoningen bouwen én investeren in de private huursector. Die huisvestings-begroting hoeft niet eens uitgebreid te worden. Je moet ze alleen heroriënteren om de problemen op een andere manier aan te pakken.”

Emmeline Vandeputte

Page 17: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

/ 17

negentiende-eeuWse gordel Blijft rustig Verkrottende negentiende-eeuwse volkswijken rond gent zijn vandaag krottenwijken geworden. de meeste huizen moeten worden gesloopt en heropgebouwd, maar dat lukt niet zonder een gecoördineerd stedelijk woonbeleid.

eind negentiende eeuw werden rond het centrum kramakkelige volkswijken neergepoot om de toestroom van fabrieksarbeiders van op het platteland onderdak te bieden. ruim honderd jaar later fun-geert die negentiende-eeuwse gor-del nog altijd als aankomstzone, nu voor migranten uit het buitenland. Bij gebrek aan beter betrekken ze er kleine, uitgeleefde en slecht gestructureerde huizen. “Moeten die woningen blijven staan? ik vind dat we er stapsgewijs en op een verstandige manier veel meer moe-ten afbreken”, zegt woonsocioloog Pascal De Decker.

BOUWVALLeN“Alleen zet het stadsbestuur onvol-doende in op vervangingsbouw. Wie vandaag uit zijn beluikhuis wordt gezet, kan nergens anders heen. Daarom moet het aandeel sociale woningen in grootschalige bouwpro-

jecten omhoog”, vindt De Decker. Met stadsontwikkeling aan de oude dokken en het station probeert de stad vandaag vooral hogere midden-klassers aan te trekken. “Het beleid richt zich op een nieuw, ongedefini-eerd publiek en niet op de armere Gentenaars en aanwezige migranten uit de volkswijken. Er is geen relatie tussen de bouwprogramma’s en de verkrotting”, merkt De Decker op. Bij gebrek aan een gericht verplaat-singsbeleid blijven de bouwvallen in de negentiende-eeuwse gordel staan. Toch zijn die huizen nodig want er is geen goedkope woningvoorraad elders in de stad.

cONceNtrAtie VAN AcHter-SteLLiNgRenovatie wordt in de negentien-de-eeuwse gordel grotendeels aan particuliere kopers overgelaten. Het zijn middenklassers die een huis in de gordel opkopen en opkalefateren.

Maar elke gekochte woning is een goedkoop huurhuis minder, zodat de prijzen in volksbuurten de hoogte ingaan. Oorspronkelijke bewoners moeten daardoor vertrekken. Die mensen komen op straat en in kraak-panden terecht. De densiteit van de sociale problemen in de gordel ligt veel hoger dan in het centrum.

“Stadsontwikkeling zonder bege-leidende maatregelen resulteert gewoon in sociale verdringing”, besluit De Decker. “Vandaag beroept de overheid zich op de markt om de verkrotting en concentratie van ach-terstelling in de Gentse volkswijken op te lossen, maar dat lost helemaal niets op. In het beste geval verschuif je het probleem.”

Emmeline Vandeputte

Page 18: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

/ 18

”Voor een WoonWagen moet je geen Huur Betalen”Waarom zou je blijven zoeken naar een nauwelijks betaalbare woning als je evengoed in een woonwagen kunt leven? sinds astrid in een huis op wielen getrokken is, zou ze niet meer terug willen naar een klassieke woonst.

SteeNWOeStijNHelemaal achteraan in een kleine straat in Gent woont Astrid. Over de poort heen zie ik tussen het groen een woonwagen staan. Astrid beschikt over een stuk grond dat ze kosteloos kan bewonen en bewerken. Verschillende woonwagens en caravans sieren het terrein: één doet dienst als woning, de ander als atelier, nog een andere als gastenkamer. Onder de herfstzon en met een kop goed gebrande koffie luister ik naar Astrids verhaal.

“Ik woon niet graag in een huis. Al van kleins af zag ik mezelf in de toekomst nooit in een klassiek huis wonen. Die muren om mij heen, ik kon daar maar niet aan wennen. Ondertussen voelt het niet meer aan als een keuze, ik kan niet meer terug.”

geeN HUUr“Ik wilde in een woonwagen wonen, omdat ik mijn huis dan overal mee naartoe kan nemen. Mijn woonwagen

verbouwde ik zelf, wat uiteindelijk zo’n drie jaar duurde. Ik moet geen huur betalen, waardoor ik met vijftig euro per maand kan rondkomen. Dat zorgt ervoor dat ik vrij ben om te leven hoe ik zelf wil. Ik kan dingen doen die andere mensen niet kunnen omdat het economisch niet rendabel is. Mocht ik een huis huren, dan zou dat nooit gaan.”

“Wonen in een woonwagen is niet voor iedereen weggelegd”, beseft Astrid. “Voor velen kan het wel aansluiten bij een periode in hun leven en daar moet ruimte voor gecreëerd worden. Het is aan die mensen om die kwestie aan te kaarten en zulke plekken op te richten. Volgens mij bestaat er zeker een maatschappelijk draagvlak voor in Gent wanneer mensen zich gaan organiseren.”

ANgSt eN AgreSSie “De negatieve perceptie van woon-wagenbewoners in Vlaanderen is springlevend. Een meisje dat alleen in een woonwagen woont, dat is blijkbaar beangstigend. Regelmatig wordt er in-gebroken en de ruit van mijn auto werd onlangs ingeslagen”, vertelt Astrid.

“Mensen kunnen me niet in een hokje duwen en dat boezemt hen angst in. Dat is ook een kantje van Gent in de 21ste eeuw. Het lijkt me gemakkelijk om te vluchten naar een plek waar iedereen hetzelfde denkt. Maar ik ben niet voor niets in Vlaanderen geboren en ik wil tonen dat het mogelijk is om je eigen leven te leiden.”

Zynke Huysmans

Page 19: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

/ 19

“migratie is een spinnenWeB”de toekomst van migratie is er één van samenwerking, want als elk land zijn eigen beleid voert, komen we er niet. België heeft zelfs géén migratiebeleid, al niet meer sinds 1973. “Het defensieve asielbeleid dat daarop volgde, kon de stuurloze migratie niet tegenhouden”, zegt eric Corijn (VuB).

“Migratie is een fenomeen van alle tijden en waar alle staten onherroe-pelijk mee geconfronteerd worden”, zegt demograaf Jan Van Bavel (kU Leuven). Mensen verplaatsen zich in het algemeen van regio’s met een slechte politieke of sociaalecono-mische toestand naar omgevingen waar ze betere leefomstandigheden verwachten.”

Globaal gezien lopen migratiestromen nog altijd van zuid naar noord. “Het Zuiden staat in voor 95 procent van de mondiale bevolkingsgroei”, verklaart socioloog Johan Wets, migratie-specialist bij het Hoger Instituut voor de Arbeid van de KU Leuven. “Tegelijk hebben veel landen in het Noorden nood aan werkkracht om de vergrijzing en het demografisch tekort aan te pakken. Immigratie zorgt ervoor dat de bevolking in landen als Ierland, Groot-Brittannië en België blijft groeien.”

geBrek AAN MigrAtieBeLeiDOndanks de instroom van migranten, heeft België geen noemenswaardig migratiebeleid. “Tijdens de jaren zestig en zeventig stuurde België actief de migratiestroom”, merkt professor-eme-ritus sociale en culturele geografie Eric Corijn (VUB) op. “België nodigde grote aantallen gastarbeiders uit om het tekort aan mankracht op te vangen. De officiële migratiestop van 1973 maakte een einde aan het Belgische migra-tiebeleid. Het defensieve asielbeleid dat daarop volgde, kon de stuurloze migratie niet tegenhouden. Het zorgde enkel voor een toename van illegale migratie. Ook het aantal mensen dat zijn weg vond naar België via legale migratie, zoals huwelijksmigratie,

intra-Europese migratie en gezinsher-eniging, hield aan.”

OPeN OF geSLOteN DeUr?“Een migratiestop brengt geen soe-laas”, stelt Wets vast. “Immigranten komen in dat geval illegaal het land binnen en verrichten zwartwerk of worden uitgewezen. Op die manier lopen we mensen mis die een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving. Een opendeurbeleid is evenmin een goede aanpak. Op die manier wurg je het sociale zekerheidsstelsel in België.”

Landen als Canada en Australië zoeken een middenweg. “Ze sturen hun immi-gratie met strenge selectieprocedures en navolging van de inwijkelingen”, legt Van Bavel uit. “Daarbij houden ze echter te weinig rekening met de braindrain in de landen van herkomst.”

eUrOPeeS SPiNNeNWeBCanada en Australië zijn enorm groot, haast continenten op zichzelf, maar binnen een Europese context is het praktisch onmogelijk dat elk land zijn eigen migratiebeleid voert. “Migratie is een spinnenweb: als je een draad-je aanraakt aan de ene kant van het web, trilt het hele web en kan dat onbedoelde gevolgen hebben aan de andere kant”, verklaart Wets. Hij geeft het voorbeeld van de Belgische en de Duitse vleessector. “Stel dat die met elkaar concurreren op de exportmarkt. Aangezien Duitsland geen minimum-lonen kent, zou de sector in België werknemers moeten ontslaan en immigranten aannemen als goedkope werkkrachten.”

Wets concludeert dat één enkel land, of zelfs de Europese Unie, dat nauw

verweven web niet alleen kan controle-ren. “Daarom is het nodig dat steden, staten en regio’s nauw samenwerken op het vlak van landbouw, economie, arbeid en justitie om de realiteit van migratie in goede banen te leiden.”

AFWijkeNDe MeNiNgeNMigratie brengt samenlevingsproble-men met zich mee, waarvan sommige ingebeeld zijn en andere niet. “Een groot probleem in het verhaal van de immigratie in België is het gebrek aan culturele openheid”, zegt Corijn. “Te veel mensen beschouwen migranten als een last in plaats van een bijdrage. Migranten moeten zich volgens die etnocentrische visie aanpassen aan de cultuur waar ze aankomen.”

Corijn benadrukt dat niet alleen migranten een inspanning moeten leveren. “De verschillende maatschap-pelijke groepen moeten toenadering zoeken en diversiteit omarmen. Om de publieke opinie over migratie te wijzigen, moeten de media meer gevarieerd berichten en afwijkende meningen aan bod laten komen”, betoogt hij. Corijn hoopt ook dat het sociaal middenveld erin slaagt brug-gen te slaan, bijvoorbeeld via kunst en cultuur.

“Maar ook het onderwijs moet zich aanpassen aan de groeiende culturele en demografische verscheidenheid”, voegt Van Bavel daaraan toe. “Op dit moment is het onderwijs te veel inge-bed in de Vlaamse, katholieke geest.”

Seppe Malfait

Page 20: PIDMAG - nr. 6 jaargang 3

/ 20

WWW.stampmedia.Be