Mare, jaargang 36, nr. 4

16
Alumnus Max Boon (36) overleefde drie jaar geleden een bomaanslag op het Marriott Hotel in Jakarta, waarbij hij beide benen verloor. Na revalidatie is hij terug in Indonesië, waar hij slachtoffers wil betrekken bij de bestrijding van terrorisme. DOOR FRANK PROVOOST ‘Ik weet nog goed dat ik net iets wilde gaan zeg- gen. Ik zat met mijn rug naar de deur en zag de jongen met de bom niet binnenkomen. Ineens werd alles blauw voor mijn ogen. Ik kon niet meer ademen en zag mezelf vallen in een loze ruimte. Voor mijn gevoel duurde dat zo’n anderhalve minuut. Verschrikkelijk benauwend. ‘Door de sprinklers van het hotel werd ik wakker en zag de chaos om me heen. Ik wist meteen wat er aan de hand was. Ik probeerde op te staan, maar dat lukte niet, want mijn lin- kerbeen hing er half af, net als mijn rechterarm, althans zo voelde het. Ik ben om hulp gaan roepen. Toen een bewaker me vond en optilde, heb ik mijn arm opgepakt en tegen hem ge- zegd: vergeet mijn been niet. ‘Ik ben naar buiten gedragen en op het asfalt gelegd, naast een maatje van me. “Max”, zei hij bijna euforisch. “We hebben net een bomaanslag overleefd!” Ik antwoordde: “Maar moet je kijken hoe: ik ben mijn arm en mijn been verloren!” Daarna heb ik twee dingen geroepen. “Kenapa?” dat betekent: waarom? En: “Saya masih cinta Indonesia”, oftewel: ik houd nog steeds van Indonesië. ‘Ik heb in Leiden Indonesisch gestudeerd en heb daarna een jaar bij Buitenlandse Zaken gewerkt. In 2004 ben ik in Indonesië terechtge- komen, waar ik na de tsunami aan de heropbouw van Atjeh heb gewerkt. Daarna werd ik business develop- ment director bij een adviesbureau in Jakarta, Castle Asia. Die vrijdag, 17 juli 2009, organiseerden we zoals iedere week een ontbijt voor zo’n twintig ceo’s. In het Marriott Hotel praatten we hen bij over politieke en economische ontwikkelingen. ‘Dat ik liggend op het asfalt het land uitdrukkelijk mijn liefde wilde verklaren, vind ik zelf ook bijzonder. Ik denk dat het voortkwam uit mijn frustratie die ik er na vijf jaar wonen had ervaren: Indonesië kwam alleen op CNN bij een aanslag. Het land is zoveel groter dan die paar aanslagen. Er wonen 250 miljoen mensen waar- van het merendeel zeer tolerant, flexibel en gematigd is. Dat wilde ik op dat moment gezegd hebben. Dat moest eruit. ‘Ik hoorde de ambulances in de verte, maar ze kwamen maar niet aan. Het verkeer in Jakarta is een hel, alles stond vast. Uiteindelijk ben ik achterin een open pick-uptruck ge- dragen en zo naar het ziekenhuis ge- reden. Ik weet de hele rit nog. Ook wij kwamen in een file terecht. Toen de truck hard moest remmen, gleed ik op het bankje en stootte mijn hoofd. De wond heeft later nog voor behoorlijke complicaties gezorgd. ‘Bij het ziekenhuis was het een chaos. Overal lagen gewonden. Ik werd op het grasveld gelegd. Ik was mijn telefoon kwijt, net als mijn por- temonnee, waarin een bewijs zat dat ik verzekerd was en bij noodgeval- len naar Singapore moest worden geëvacueerd. Uit angst dat niemand dat zou weten, ben ik gaan roepen: “International SOS!” ‘Pas toen er iemand naar me toe- kwam die bleef herhalen: “it’s okay”, ben ik weggevallen. Kennelijk was ik gerustgesteld en liet mijn survivalin- stinct dat eindelijk toe.’ > Lees verder op pagina 6 Minerva begrijpt verplichte sluiting, maar baalt wel ‘De laatste keer dat we dicht moes- ten, was van de Duitsers,’ zei de Mi- nerva-preses vorige week, kort na- dat burgemeester Henri Lenferink bekend had gemaakt de vereniging voor twee weken te sluiten. DOOR MARLEEN VAN WESEL De vergelij- king met de Duitsers was niet zó bedoeld’, verklaart Pepijn van Ham, kersverse voorzitter van Minerva. ‘Ik wilde alleen maar aangeven hoe hard we van de situatie balen.’ In de nacht van 14 op 15 septem- ber, na de bestuurswissel, brak er brand uit op de sociëteit, doordat leden binnen vuurwerk afstaken, maar van eerdere incidenten - waar burgemeester Henri Lenferink zegt zijn beslissing op te baseren - weet Van Ham niets. En van de paniek die volgens een persbericht van de gemeente uitbrak, was volgens hem absoluut geen sprake. Ook de ontruiming is door het bestuur zelf gedaan, en niet, zoals in het persbericht staat, door de brandweer en politie. Desondanks heeft hij wel begrip voor het bericht en de sluiting. ‘De gemeente moet ook snel een kort stukje (persbericht, red.) schrijven natuurlijk. En de burgemeester gaat nu eenmaal over de openbare orde.’ ‘Er kan een verschil van inzicht zijn over wat paniek is,’ nuanceert Hennie Castelein, woordvoerder van de burgemeester. ‘In het brandweer- verslag, waarop we ons gebaseerd hebben, staat dat de ravage aanne- melijk maakt dat er paniek was.’ ‘Mensen schrokken natuurlijk wel, maar paniek zou ik het niet noemen,’ laat Van Ham weten. Ver- schillende aanwezigen wilden deze lezing van de echter niet bevestigen, blijkt uit een telefonische rondvraag van Mare. Dan zijn er nog de diverse inci- denten uit het persbericht waar Van Ham niets van weet. Castelein: ‘De- tails hoef ik niet vrij te geven. Maar er zijn wel degelijk incidenten ge- weest en dat weet Pepijn zelf heel goed.’ Later schiet Van Ham toch nog iets te binnen. > Lees verder op pagina 12 27 september 2012 Het faken van de farao Pagina 9 Student gooit inbreker van dak Vorige week werd er ingebroken in een Leids studentenhuis aan de Mooi Japiksteeg. De inbreker werd betrapt en de bewoners achtervolgden hem. Vertrekkend rector behoudt salaris Paul van der Heijden krijgt zijn salaris als Leids collegevoorzitter/rector magnificus doorbetaald als hij in februari vertrekt en met sabbatical gaat. ‘Stop de betutteling, weg met studieplan’ ‘Voor opleidingen als geschiedenis is dit een puur horrorscenario’, schrijft een verontruste student over het verplichte en weldra universiteitsbrede studieplan. Pagina 5 Ineens werd alles blauw Slachtoffers ingezet bij anti-terreur Pagina 15 Pagina 4 Volgende week geen Mare In verband met Leidens ontzet verschijnt er volgende week geen krant. Mare 5 komt uit op 11 oktober. Medelingen voor die krant moeten 8 oktober binnen zijn. 36ste Jaargang • nr. 4 Ruimterotsen komen beter in beeld dankzij nieuwe satelliet ‘Gewoon gaan tikken’ Hoogleraren over hun scriptie: aflevering 1 Help! Hoe overleef ik 3 oktober? Mare biedt eerste hulp bij hutspot Pagina 7 Pagina 11 Pagina 13 Bandirah Pagina 16 Op 17 juli 2009 kwamen negen mensen om het leven en vielen ruim 50 gewonden toen zelfmoordterroristen zichzelf opbliezen in het Ritz-Carlton en het JW Marriott Hotel in Jakarta. Overlevende Max Boon: ‘Ik wist meteen wat er aan de hand was.’ Foto ANP

description

Leids Universitair Weekblad

Transcript of Mare, jaargang 36, nr. 4

Page 1: Mare, jaargang 36, nr. 4

Alumnus Max Boon (36) overleefde drie jaar geleden een bomaanslag op het Marriott Hotel in Jakarta, waarbij hij beide benen verloor. Na revalidatie is hij terug in Indonesië, waar hij slachtoffers wil betrekken bij de bestrijding van terrorisme.

DOOR FRANK PROVOOST ‘Ik weet nog goed dat ik net iets wilde gaan zeg-gen. Ik zat met mijn rug naar de deur en zag de jongen met de bom niet binnenkomen. Ineens werd alles blauw voor mijn ogen. Ik kon niet meer ademen en zag mezelf vallen in een loze ruimte. Voor mijn gevoel duurde dat zo’n anderhalve minuut. Verschrikkelijk benauwend.

‘Door de sprinklers van het hotel werd ik wakker en zag de chaos om me heen. Ik wist meteen wat er aan de hand was. Ik probeerde op te staan, maar dat lukte niet, want mijn lin-kerbeen hing er half af, net als mijn rechterarm, althans zo voelde het. Ik ben om hulp gaan roepen. Toen een bewaker me vond en optilde, heb ik mijn arm opgepakt en tegen hem ge-zegd: vergeet mijn been niet.

‘Ik ben naar buiten gedragen en op het asfalt gelegd, naast een maatje van me. “Max”, zei hij bijna euforisch. “We hebben net een bomaanslag overleefd!” Ik antwoordde: “Maar moet je kijken hoe: ik ben mijn arm en mijn been verloren!” Daarna heb ik twee dingen geroepen. “Kenapa?” dat betekent: waarom? En: “Saya masih cinta Indonesia”, oftewel: ik houd nog steeds van Indonesië.

‘Ik heb in Leiden Indonesisch gestudeerd en heb daarna een jaar bij Buitenlandse Zaken gewerkt. In 2004 ben ik in Indonesië terechtge-komen, waar ik na de tsunami aan de heropbouw van Atjeh heb gewerkt. Daarna werd ik business develop-

ment director bij een adviesbureau in Jakarta, Castle Asia. Die vrijdag, 17 juli 2009, organiseerden we zoals iedere week een ontbijt voor zo’n twintig ceo’s. In het Marriott Hotel praatten we hen bij over politieke en economische ontwikkelingen.

‘Dat ik liggend op het asfalt het land uitdrukkelijk mijn liefde wilde verklaren, vind ik zelf ook bijzonder. Ik denk dat het voortkwam uit mijn frustratie die ik er na vijf jaar wonen had ervaren: Indonesië kwam alleen op CNN bij een aanslag. Het land is zoveel groter dan die paar aanslagen. Er wonen 250 miljoen mensen waar-van het merendeel zeer tolerant, flexibel en gematigd is. Dat wilde ik op dat moment gezegd hebben. Dat moest eruit.

‘Ik hoorde de ambulances in de verte, maar ze kwamen maar niet aan. Het verkeer in Jakarta is een hel, alles stond vast. Uiteindelijk ben ik achterin een open pick-uptruck ge-dragen en zo naar het ziekenhuis ge-reden. Ik weet de hele rit nog. Ook wij kwamen in een file terecht. Toen de truck hard moest remmen, gleed ik op het bankje en stootte mijn hoofd. De wond heeft later nog voor behoorlijke complicaties gezorgd.

‘Bij het ziekenhuis was het een chaos. Overal lagen gewonden. Ik werd op het grasveld gelegd. Ik was mijn telefoon kwijt, net als mijn por-temonnee, waarin een bewijs zat dat ik verzekerd was en bij noodgeval-len naar Singapore moest worden geëvacueerd. Uit angst dat niemand dat zou weten, ben ik gaan roepen: “International SOS!”

‘Pas toen er iemand naar me toe-kwam die bleef herhalen: “it’s okay”, ben ik weggevallen. Kennelijk was ik gerustgesteld en liet mijn survivalin-stinct dat eindelijk toe.’

> Lees verder op pagina 6

Minerva begrijpt verplichte sluiting, maar baalt wel‘De laatste keer dat we dicht moes-ten, was van de Duitsers,’ zei de Mi-nerva-preses vorige week, kort na-dat burgemeester Henri Lenferink bekend had gemaakt de vereniging voor twee weken te sluiten.

DOOR MARLEEN VAN WESEL De vergelij-king met de Duitsers was niet zó bedoeld’, verklaart Pepijn van Ham, kersverse voorzitter van Minerva. ‘Ik wilde alleen maar aangeven hoe hard we van de situatie balen.’

In de nacht van 14 op 15 septem-ber, na de bestuurswissel, brak er brand uit op de sociëteit, doordat leden binnen vuurwerk afstaken, maar van eerdere incidenten - waar burgemeester Henri Lenferink zegt zijn beslissing op te baseren - weet Van Ham niets.

En van de paniek die volgens een persbericht van de gemeente uitbrak, was volgens hem absoluut geen sprake. Ook de ontruiming is door het bestuur zelf gedaan, en niet, zoals in het persbericht staat, door de brandweer en politie.

Desondanks heeft hij wel begrip voor het bericht en de sluiting. ‘De gemeente moet ook snel een kort stukje (persbericht, red.) schrijven natuurlijk. En de burgemeester gaat nu eenmaal over de openbare orde.’

‘Er kan een verschil van inzicht zijn over wat paniek is,’ nuanceert Hennie Castelein, woordvoerder van de burgemeester. ‘In het brandweer-verslag, waarop we ons gebaseerd hebben, staat dat de ravage aanne-melijk maakt dat er paniek was.’

‘Mensen schrokken natuurlijk wel, maar paniek zou ik het niet noemen,’ laat Van Ham weten. Ver-schillende aanwezigen wilden deze lezing van de echter niet bevestigen, blijkt uit een telefonische rondvraag van Mare.

Dan zijn er nog de diverse inci-denten uit het persbericht waar Van Ham niets van weet. Castelein: ‘De-tails hoef ik niet vrij te geven. Maar er zijn wel degelijk incidenten ge-weest en dat weet Pepijn zelf heel goed.’

Later schiet Van Ham toch nog iets te binnen.

> Lees verder op pagina 12

27 september 2012

Het faken van de farao

Pagina 9

Student gooit inbreker van dakVorige week werd er ingebroken in een Leids studentenhuis aan de Mooi Japiksteeg. De inbreker werd betrapt en de bewoners achtervolgden hem.

Vertrekkend rector behoudt salaris Paul van der Heijden krijgt zijn salaris als Leids collegevoorzitter/rector magnificus doorbetaald als hij in februari vertrekt en met sabbatical gaat.

‘Stop de betutteling, weg met studieplan’‘Voor opleidingen als geschiedenis is dit een puur horrorscenario’, schrijft een verontruste student over het verplichte en weldra universiteitsbrede studieplan.

Pagina 5

Ineens werd alles blauwSlachtoffers ingezet bij anti-terreur

Pagina 15

Pagina 4

Volgende week geen MareIn verband met Leidens ontzet verschijnt er volgende week geen krant. Mare 5 komt uit op 11 oktober. Medelingen voor die krant moeten 8 oktober binnen zijn.

36ste Jaargang • nr. 4

Ruimterotsen komen beter in beeld dankzij nieuwe satelliet

‘Gewoon gaan tikken’Hoogleraren over hunscriptie: aflevering 1

Help! Hoe overleef ik 3 oktober? Mare biedt eerste hulp bij hutspot

Pagina 7 Pagina 11 Pagina 13

van

Bandirah Pagina 16

Op 17 juli 2009 kwamen negen mensen om het leven en vielen ruim 50 gewonden toen zelfmoordterroristen zichzelf opbliezen in het Ritz-Carlton en het JW Marriott Hotel in Jakarta. Overlevende Max Boon: ‘Ik wist meteen wat er aan de hand was.’ Foto ANP

Page 2: Mare, jaargang 36, nr. 4

Dat ICT-vernieuwingen geweldige mogelijkheden bieden voor wetenschappelijk onderzoek en onder-wijs, betwist niemand. Maar laten we ook eerlijk zijn over de keerzijde.

Onlangs woonde ik een eerstejaars hoorcollege bij in een afgeladen amfitheater van het Lipsius-gebouw. Dat zijn van die zalen waarvan je ach-teloos op de begane grond de deuren opent, om vervolgens in een soort immense diepte te staren. Helemaal onderin de kelder staat de hoogleraar voor een microfoon. Voor zich een steil oplopende wand met collegebanken. Boven zich een reusachtig projectiescherm. Ground control van de NASA is er niets bij.

Daarbij zijn de studenten in de collegebanken ook nog uitgedost met allerhande apparatuur: op zijn minst een smartphone, een tablet of een laptop – of een combinatie van deze. Het liefst zit ik bij zo’n college op de achterste, en dus hoogste rij. Als de spreker veel plaatjes laat zien en dus geregeld het licht dimt, danst er een zee van LCD-schermpjes voor je neus. Net kerst!

Afijn, het college begint. De eerstejaars schuifelen nog wat onwennig in de banken, het is hun eerste collegeweek ten slotte. Lege tekstverwerkers staan klaar. Kom maar op met je kennis!

Maar zodra de hoogleraar het woord neemt, blijkt Eduroam te lokken: browsers worden aangeklikt en voor mij verschijnt een scala aan interesses van de doorsnee eerstejaars. De websites (en apps) van Vice, nu.nl, GeenStijl, Wikipedia, De Speld, en zelfs het Fok Forum. Een mooi toeval is het als de spreker – ja het college gaat intussen gewoon door – het

heeft over kaapvaarders, en een meisje betrapt The Pirate Bay wegklikt.

De collegebankjes staan zo dicht op elkaar in leerfabriek Lipsius dat je met alle goede wil van de wereld niet om de schermpjes voor je heen kunt kijken. De meestbezochte sites zijn de sociale me-dia: Twitter en Facebook. (Een enkeling checkt zijn Hyves, maar die heeft blijkbaar nog niet begrepen dat dit een faux-pas is onder Ons Soort Mensen.) In hoog tempo flitst het voorbij: tweets, statusup-dates (“Nu m’n eerste hoorcollege. Saaaaaaai, gaaaaaap”), likes, foto’s, filmpjes, links, meer likes, grapjes, discussies, zinloze opmerkingen, nog meer likes.

Nu geloof ik best dat we uitstekend kunnen mul-titasken (ik check zelf ook het liefst mijn e-mail op mijn telefoon als ik over het Stationsplein fiets in de regen, twee tassen bij me draag en mijn trein dreig te missen), maar het leek wel alsof het hoorcollege voor de toehoorders van secundair of tertiair belang was. Vreemder nog, was de treurige verbetenheid die sprak uit het surfgedrag. Zelden zag ik zo vaak de F5 toets ingedrukt: scroll, refresh, klik, scroll, refresh. Heeft hij nog iets gezegd? Heeft zij me ge-retweet? Iemand een lollige opmerking onder mijn dronken EL CID-foto? Alsjeblieft? H... h... hallo?!

En wat staan die sociale mensen in de pauze vaak alleen, een beetje contactschuw voor zich uit te staren.

Geerten Waling promoveert en doceert bij geschiedenis

Scroll, refresh, klik, scroll, refresh

Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR LeidenTelefoon 071–527 7272 Fax 071–527 7288

Website mareonline.nl E-mail [email protected] De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000

Hoofdredactie

Frank Provoost [email protected]

Redactie

Thomas Blondeau [email protected]

Vincent Bongers [email protected]

Bart Braun [email protected]

Marleen van Wesel [email protected]

Max Smitsloo (stagiair) [email protected]

Medewerkers

Maaike Lommerse • Petra Meijer • Benjamin Sprecher • Key Tengeler • Geerten Waling • Anne van de Wijdeven Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan

Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nlBasisontwerp Roeland Segaar, Zabriski CommunicatieArt direction en vormgeving Marijke Hoogendoorn • richgirl-design.comDrukwerk Dijkman Offset Amsterdam

Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Fax 023 - 571 76 80

Redactieraad

Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • prof. dr. A.J.W. van der Does • drs. B. Funnekotter • dr. H. Heestermans • L. ten Hove • D. Jacobs • prof. dr. J.J.M. van Holsteyn • Prof. dr. F. Israel • mr. F.E. Jensma • E. Kastelein • S. Kerkhof • E. Merkx • C. Regoor • prof. dr. N.J. Schrijver • R.van Wijk • C. van der Woude

Jaarabonnementen

Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar [email protected]. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden.

Adreswijzigingen

Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn.

ISSN 0166-3690

Colofon

ScheidsrechterDOOR THOMAS BLONDEAU Ik moet u wat bekennen. Het is niet van willen, het is van gedwongen worden door schrijnende spijt, een verzengend schuldbesef. Dat ik het niet met op-zet deed, praat mijn daden niet goed. Was het moedwillige onwetendheid, een tekort aan plichtsbesef? Was het aangeboren, of lag het aan mijn voe-ding toen ik nog baby was?

Nee, genoeg geschoorvoet, de biechtstoel in, het schavot op.

Ik ben verantwoordelijk voor het in de soep doen draaien van weten-schappelijk onderzoek, het verdam-

pen van tonnen aan onderzoeksgeld, het nekken van zich argeloos ver-meiende promovendi en knakken van goedhartige hoogleraren, teder van briljantie.

Hoe kon dit gebeuren? Wel, ik in-terviewde ze voor deze krant.

Sommigen zagen aan mij, ondanks mijn vermomming van excuses en valse glimlachjes, de rampspoed die ik overal met me meedraag, als ware het een huidziekte uit de Mid-deleeuwen. Daarom vroegen ze mij het artikel in te zien voor publicatie. En zo gebeurde het dat ze mij op-belden. In bloedverkoelende angst,

in kokende ontzetting. Als ik dit zo zou publiceren, dan zou het

onderzoek mislukken, de pest uitbreken, NWO al

het geld terugvorderen en twee kattenwelpjes doodgooien tegen de

muur van het fa-culteitsgebouw.

Meestal kon de catastrofe wor-

den afgewend met een sluik-

se herformu-lering.

Natuur-lijk, beste lezer, ik chargeer. Misschien dat één pro-

cent van de wetenschappers

die ik mocht in-terviewen, zo re-

ageerde. De rest zijn bevlogen academici die met aanstekelijk enthousiasme vertellen over

wat hen fascineert. Maar die dam-pende professoren, stotterend van woede, geven wel inkijk in de struc-tuur en machtsverhoudingen binnen bepaalde vakgroepen.

De wetenschap is een merito-cratie. Wie zeer slim is, en het een beetje handig speelt, wordt de baas. Maar die positie kan ook leiden tot isolatie. Kritische geluiden worden geweerd en uiteindelijk onmogelijk gemaakt. Het summiere aantal ar-beidsplaatsen en de vele gegadigden maken het weinig aanlokkelijk je werkgever of medewerker duchtig te bevragen. Dat collega’s van de frauderende hoogleraar Stapel het bedrog naar buiten brachten, is dan ook bijzonder bewonderenswaardig te noemen.

Vorige week bracht de commissie die onderzoek deed naar zijn mal-versaties weer een aantal nieuwe ge-vallen van bedrog naar buiten. Een andere commissie, onder leiding van socioloog Kees Schuyt, publiceerde dan weer een rapport met aanbeve-lingen om dat soort misstanden te-gen te gaan.

Nu ja, aanbevelingen, meer de constatering dat er al afdoende re-gels zijn. Ze moeten alleen beter toe-gepast. En er moet meer onderzoek naar fraude komen. En misschien een eed voor wetenschappers.

Dat klinkt wat zwakjes. Als een wedstrijd tussen verschillende ge-wichtsklassen plaatsvindt, is er meer nodig dan alleen een oproep tot meer fair play. Eerder dan een eed, is er behoefte aan een scheidsrechter. Al-leen een controlerende instantie, on-afhankelijk van de soms te almachti-ge hoogleraar, kan een extra barrière opwerpen tegen fraude. Ze mogen altijd bellen als ze tips nodig hebben voor slechtnieuwsgesprekken.

2 Mare · 27 september 2012

Column

Geen commentaar

een tekort aan plichtsbesef? Was het aangeboren, of lag het aan mijn voe-ding toen ik nog baby was?

Nee, genoeg geschoorvoet, de biechtstoel in, het schavot op.

Ik ben verantwoordelijk voor het in de soep doen draaien van weten-schappelijk onderzoek, het verdam-

Sommigen zagen aan mij, ondanks mijn vermomming van excuses en valse glimlachjes, de rampspoed die ik overal met me meedraag, als ware het een huidziekte uit de Mid-deleeuwen. Daarom vroegen ze mij het artikel in te zien voor publicatie. En zo gebeurde het dat ze mij op-belden. In bloedverkoelende angst,

in kokende ontzetting. Als ik dit zo zou publiceren, dan zou het

onderzoek mislukken, de pest uitbreken, NWO al

het geld terugvorderen en twee kattenwelpjes doodgooien tegen de

muur van het fa-culteitsgebouw.

Meestal kon de catastrofe wor-

den afgewend met een sluik-

se herformu-lering.

Natuur-lijk, beste lezer, ik chargeer. Misschien dat één pro-

cent van de wetenschappers

die ik mocht in-terviewen, zo re-

ageerde. De rest zijn bevlogen academici die met aanstekelijk enthousiasme vertellen over

Page 3: Mare, jaargang 36, nr. 4

Verharde kinderen en meelopers

‘Vroeger regende het pas’

Mariëlle Bruning over jeugdrecht in opkomst

Door Max SMitSloo Rollators, witte baar-den en wandelstokken zijn geen zaken die je verwacht in een drukke bar. Toch stond De Kroeg aan het Kort Rapenburg maandagavond vol met rare, oude man-netjes. Raar, want voor een stel bejaar-den maakten ze een hoop lawaai en werd er veel gezopen. ‘Vroeger konden we pas drinken!’ roept een lallende grijs-aard. Een nadere inspectie leert dat on-der de grijze haren en mottenballenkle-ding een stel studenten schuilgaat. Het

week van de vereniging, de subweek ge-naamd. Daar doen we het meestal niet zo goed – sport is niet ons ding. Maar we zuipen er wel het meest!’ Sebastiaan draagt vanavond een zwaar verouderd ruitjespak. ‘We halen onze attributen uit de kringloopwinkel – lekker goedkoop. Maar de meeste spullen hadden we al liggen van vorige jaren. Dit is zo langza-merhand een traditie van ons geworden. Het is in ieder geval een mooi excuus om jenever te drinken.’

071 -527 …

De nieuwe Leidse master jeugd-recht is de eerste in Nederland. Misschien dat de populariteit zorgt voor een betere waardering van het gebied. ‘Er is een beeld van “als het om kinderen gaat is het minder serieus.”’

Door Vincent BongerS ‘Ik wil met een schone lei beginnen en weer naar school’, zegt de minderjarige Younes in de NCRV-documentaire De Kinderrechter uit 2011. Hij wordt verdacht van straatroof en teruggeleid naar zijn cel. Zijn voor-lopige hechtenis is net met een maand verlengd. Younes: ‘Straffen helpt toch niet. De jeugdgevange-nis is net een jeugdherberg. Maar als je deze jongens harder aanpakt, komen ze er gek uit.’

Wat te doen met jongeren en kinderen die over de schreef gaan? ‘Dat is een heel lastige vraag’, zegt hoogleraar jeugdrecht Mariëlle Bruning. ‘Ik ben zelf plaatsvervan-gend rechter. Ik doe zelf ook wel eens jeugdstrafzittingen. Je moet de maatschappij beschermen. Maar van opsluiten, wordt niemand beter. Zeker kinderen niet. Je probeert de voorwaarden tot resocialisatie zo gunstig mogelijk te maken. Dus als huisarrest met elektronische enkel-band mogelijk is, dan is dat beter. Of nachtdetentie, dan kan iemand tenminste nog naar school.

‘Maar of huisarrest bijvoorbeeld mogelijk is, hangt heel erg af van het milieu waarin een kind verkeert.

Zonder goede ondersteuning van ouders is het niet haalbaar.’

Bruning is een van de drijvende krachten achter de master jeugd-recht die in september van start is gegaan in Leiden. Het is de eerste van zijn soort in Nederland. De strafmaat voor jonge delinquenten is maar een van de vele zaken die spelen in het jeugdrecht. ‘Je moet van vier rechtsgebieden veel weten. Dat maakt het zo interessant. Om te beginnen van internationale kinder-rechten. Verder het strafrecht zoals dat toegepast wordt op minderjarige daders. Maar het draait natuurlijk ook om slachtoffers, getuigen van mishandeling bijvoorbeeld.’

‘Maar privaatrecht is ook van be-lang. Dan komen vragen aan bod als: Wat is de relatie tussen de ou-ders van een kind dat in de proble-men is gekomen? Of hoe bepaalt de Kinderbescherming of het wel veilig genoeg is voor een kind om thuis te blijven wonen? De controle op het functioneren van de Jeugdzorg of de Kinderbescherming, zijn dan weer bestuursrechtelijke kwesties.’

Het enthousiasme voor de master is groot. Jeugdrecht begint populair te worden. Maar dat is niet altijd overal zo. ‘Professionals die zich met kinderen bezighouden, worden vaak wat ondergewaardeerd. Dat geldt voor kinderartsen maar ook kinder-rechters staan onder aan de ladder. Als je carrière wilt maken, dan moet je dat niet gaan doen, is het idee.’

Bruning weet niet waar het aan ligt. ‘Er is een beeld van “als het om kinderen gaat is het minder serieus.”’

gaat om het dispuut Lug-dunum Machra, van Quintus.

Rechtenstudent Steyn Burger (21) is derdejaars bij Machra en zit op zijn rol-lator van een biertje te genieten. ‘De bedoeling hiervan is nieuwe leden van Quintus te laten kennismaken met de disputen. Verder is het ook gewoon ge-zellig.’ Zijn vereniging telt nu 11 herendis-puten. Machra is met zo’n 28 leden van gemiddelde grootte. Sebastiaan, student Nederlands: ‘Er is een jaarlijkse sport-

Verderop in De Kroeg staan twee wat oudere studenten, geheel in stijl met wit-te baarden, pruiken, oude kleding en een wandelstok om het af te maken. Gert-Jan (26) en Michel (29) zijn oudgedienden. Gert-Jan: ‘ik studeer niet eens meer in Leiden! Ik zit nu in Haarlem. We zijn alle twee al heel lang actief bij het dispuut, ik sinds 2004, Michel zelfs sinds 2003. Het is zo gezellig, dan blijf je langskomen.’ Het dispuut in drie woorden? ‘Ludiek, fysiek, verbaal’, aldus Michel. Vanuit de groep komen intussen een hoop kreten. Dat het bier van vandaag de dag het niet meer haalt bij dat van vroeger. En de meiden trouwens ook niet. ‘In mijn tijd hadden ze tenminste nog klasse!’ Wanneer het tijd is voor een foto, gaat de stoet, een waas van bolhoeden en schmink, al zingend naar buiten. ‘De zus van Koen van Dam, Koen van Dam, Koen van Dam, de zus van Koen van Dam, ja die kan er wel wat van!’ Buiten regent het zo hard dat het talkpoeder uit de grij-ze haren komt stromen. ‘Onzin. Vroeger regende het pas!’ Op het zebrapad wordt er nijdig met loophekjes en wandelstok-ken naar wachtende auto’s gezwaaid. ‘Respect voor je ouderen, jongeman!’ Het zingen en de baldadigheid gaan gewoon door tot de foto klaar is. Dan vlucht de groep, met rollators en al, weer snel naar binnen.

Natuurkundige Rob Molenaar (29) was in 2002 de oprichter en eerste preses van het dispuut, dat over twee weken haar tweede lustrum viert. ‘De gedachte van vanavond is dat het een kans biedt om lekker over van alles te zeiken, aandacht te trekken en ludiek te doen. Over 40 jaar staan we hier misschien in gympen en baggy jeans.’ Dan is het weer tijd om, al zingend, de volgende kroeg op te zoe-ken. ‘Zo lekker, zo lekker, zo lekker en zo blond. Dat is toch, dat is toch, dat is toch niet gezond!’ Slechts één jongen zingt niet mee. ‘Niet zo flauw doen, Koen!’

Ook trekt het vak vooral vrouwen. ‘We hebben een heer, die heeft het gezelschap van 34 dames.’

Als rechter komt Bruning een breed scala aan gevallen tegen. ‘Sommige verdachten zijn heel erg verhard. Die kennen het systeem al heel goed en weten wat ze moeten doen en laten. Anderen zijn meelo-pers, vaak met een laag IQ, die zich hebben laten verleiden. Dan heb je de groep kinderen die is afgegleden door problemen thuis en op school.’

Het moeilijkste vindt ze zaken waarin minderjarigen keihard blij-ven ontkennen terwijl ze overdui-delijk schuldig zijn. ‘Onlangs had

ik een zitting waar dit speelde. Een man had een telefonische afspraak gemaakt met een 17-jarige jongen om bij hem thuis seks te hebben. Op de dag van de afspraak stormde de jongen het huis van de man binnen. Die werd volledig in elkaar getim-merd. Hij is maanden uit de running geweest door zijn verwondingen. We zijn er niet achter gekomen waarom hij in elkaar geslagen is. Het was dui-delijk dat de jongen de dader was, maar hij bleef stelselmatig ontken-nen. Dan krijg je geen contact met zo iemand en kom je er niet achter wat hem tot deze actie heeft gedre-ven. En dat is heel onbevredigend.’

Malariatest voor een prikkie

Een Leids-Delfts studentenproject won vorige week de innovatiewed-strijd ‘Mobiles for good’. Vers afgestudeerden Pieter van Bohee-men, Jelmer Cnossen en student Wouter Bruins kregen 40.000 euro voor hun draagbare malariatester. Volgend jaar moet hun Amplino het wild in.

Wouter Bruins, masterstudent Science Based Business, wat is dat precies, die amplino?‘Het is een mobiel apparaat waarmee je kan testen of er malaria in iemands bloed zit. Hij vermenigvuldigt het DNA van de malaria-parasieten via een al bestaande techniek; de zogeheten PCR. Vervolgens voegen we een stofje toe dat groen licht geeft als het bindt aan DNA, en dat groene licht detecteren we. Ofte-wel: je prikt bloed, je stopt het bloed in een buisje, het buisje stop je in het ap-paraat en dat was het.’

apparatuur die dat kan, kost dui-zenden euro’s. Dat is wat prijzig voor afrika.‘Wij willen de Amplino gaan verkopen voor 250 dollar. Er gaat nu voor zestig, zeventig dollar aan materiaal in de proto-types. Dat zal vermoedelijk iets meer zijn in de uiteindelijke versie.’

Hoe kan dat zo goedkoop? ‘Die apparaten in een lab kosten meer, en ze kunnen ook veel meer, bijvoorbeeld werken met hele lage concentraties. Wij willen maar één ding; een aan- of uitsig-naal. Iedereen in het lab heeft een Fer-rari, maar dat hebben we helemaal niet nodig. En de fabrikanten van de Ferrari’s verdienen ook goed aan hun producten, natuurlijk.’

Dat apparaat van jullie werkt nog wel op elektriciteit, neem ik aan?‘Ja.’

Dat is in afrikaanse veldhospitaals niet altijd beschikbaar…‘Het is altijd de vraag hoe ver je moet gaan met je technologie. Maar uiteinde-lijk willen we de Amplino ook laten wer-ken op zonne-energie. Dat vermenigvul-digen van DNA is toch vooral een kwestie van opwarmen en weer af laten koelen.’

Het kan nog makkelijker: als dokters nu malaria willen vaststellen nemen ze een zogeheten ‘dikke druppel’ bloed en leggen die onder de microscoop om te kijken of ze parasieten zien. ‘Dat klopt. Het probleem is: het gaat lang-zaam: ons apparaat heeft ook 45 minu-ten nodig, maar kan meerdere patiënten tegelijk testen. Bovendien: voor dat mi-croscopiewerk moet je iemand opleiden; om de verschillende soorten Malaria-parasiet te onderscheiden heb je kennis nodig. Die is er lang niet altijd. Boven-dien, een microscoop die de benodigde vergroting haalt, krijg je ook niet voor een paar tientjes.’

Jullie hebben €40.000 gewonnen, maar ook begeleiding en kantoor-ruimte. Wat gaan jullie daarmee doen?‘We gaan onze prototypes verder uitbou-wen en valideren. We willen ons netwerk verbreden en mensen uit de wereld van de malariabestrijding leren kennen.

‘En het belangrijkste: volgend jaar willen we naar Burkina Faso om uit te proberen hoe het werkt. Dat wordt zeker geen snoepreisje; het is één van de arm-ste landen ter wereld, met een enorme malariaproblematiek. Als de Amplino daar werkt, werkt ‘ie overal.’ BB

‘Van opsluiten wordt niemand beter.’ Foto Taco van der Eb

27 september 2012 · Mare 3

Mensen

Frutti di Mare

Het seniorenuitje van Quintus-dispuut Lugdunum Machra.Foto Taco van der Eb

Page 4: Mare, jaargang 36, nr. 4

De juridische faculteit heeft ook dit jaar weer meer studenten. Het rechtenbestuur wil af van de groei en meer inzetten op kwaliteit.

Door Vincent Bongers ‘De faculteit is als een badkuip die tot aan de rand is gevuld’, zei rechtendecaan Rick Lawson maandag tijdens de facul-teitsraad. ‘Alles gaat nog goed maar er moet niemand in plonzen, want dan klotst het water over de rand.’ De rechtenfaculteit gaat dan ook gren-zen stellen aan de groei.

Ook dit jaar verwelkomde de fa-culteit weer meer nieuwe studen-ten. De teller staat inmiddels al op 1168 eerstejaars. ‘We gaan langzaam maar zeker naar de 1200’, zei porte-feuillehouder bedrijfsvoering, Kees Pafort. ‘In het tweede en derde jaar en de master worden de aantallen ook steeds groter. Voorlopig lijkt het

er op dat we die aantallen kunnen matchen met voldoende staf. Maar we houden het scherp in de gaten.’

Lawson: ‘We zien ook dat studen-ten die vertraging zijn opgelopen door de dreiging van de langstu-deerboete ineens tempo beginnen te maken. We zitten met een prop.’

Een van de problemen is de plan-ning van de hoorcolleges. ‘Op papier kloppen de roosters prima. Maar als er twee hoorcolleges zijn met het-zelfde programma, en een is van 9 tot 11 en de ander van 1 tot 3. Dan is het toch van: “Verdomd die van 1 tot 3 is veel drukker”. Maar we kunnen moeilijk alle studenten gaan contro-leren. We willen geen gele labels in de oren scannen.’

Er is inmiddels geen sprake meer van een door het college van bestuur gewenste instroom van 1300 eerste-jaars in 2015. Het college wilde graag dat de faculteit zou doorgroeien naar

dit aantal. De faculteit was een be-langrijk instrument om een landelijk marktaandeel van 10 procent te re-aliseren. Maar door het succes van de nieuwe opleiding international studies in Den Haag, die bijna vier-honderd studenten trekt, is de druk om te groeien wat van de ketel.

Lawson: ‘We zijn steeds meer tot de overtuiging gekomen dat 1300 een te grote wissel trekt op het ge-bouw, faciliteiten en de staf. Dat redden we niet. Zeker als je in aan-merking neemt dat de uitval in de propedeuse omlaag gaat. We raken minder studenten kwijt.

‘We hebben dan ook nieuwe af-spraken gemaakt met het college. Volgend jaar komt er een landelijke fixus voor alle rechtenopleidingen. Wij moeten nu een getal opgeven. Dat wordt 1150 eerstejaars. Maar we weten uit ervaring dat je in de prak-tijk iets onder de fixus blijft. Het

ideale target voor de lange termijn is 1050 eerstejaars.’

Dat getal is dan wel gekoppeld aan een hoog rendement en de studen-ten moeten dan wel twaalf contact-uren krijgen. ‘Dat zijn er nu acht per week.’ De verhoging is niet ingege-ven door politieke dwang. ‘We wil-len de studie een forse kwaliteitsduw geven. Het is niet plichtmatig.’

Hoe kom je aan meer uren? ‘We kijken niet naar meer werk- en hoor-colleges’, zei portefeuillehouder on-derwijs Pauline Schuyt. ‘We denken aan bijeenkomsten die onderwijs en onderzoek verbinden, bijvoor-beeld onderzoekers die vertellen over hun werk. Het is lastig. Want als we dingen organiseren blijkt er weinig animo te zijn van studenten. Het moeten een omgeving te creëren waarin studenten denken: “Yes, we mogen weer.”’ Lawson: ‘We moeten sleetsheid zien te voorkomen.’

4 Mare · 27 september 2012

Nieuws

Digitaal diplomaregisterPer 1 november gaat het diplomare-gister online. Dat laat staatssecretaris van Onderwijs, Halbe Zijlstra in een brief aan de Eerste en Tweede Kamer weten. Het register bevat alle diploma’s die aan Nederlandse onderwijsinstel-lingen zijn behaald. Werkgevers en onderwijsinstellingen kunnen straks – met toestemming van een sollicitant of student – controleren of de diploma’s op het curriculum vitae inderdaad zijn uitgegeven. Dit gaat fraude tegen en fungeert als vangnet voor mensen die hun diploma zijn verloren. Na kritische vragen omtrent privacy en beveiliging werd het wetsvoorstel diplomaregister vorig jaar al aanvaard. De door DUO aangeleverde gegevens waren echter niet altijd eenduidig, waardoor de lan-cering van het register vertraging op-liep. De gegevens zijn nu gecorrigeerd.

gratis bezwaarWie een langstudeerboete opgelegd heeft gekregen, kan hiertegen binnen zes weken bezwaar maken. Het Lan-delijk Studenten Rechtsbureau biedt gratis hulp bij het indienen van een bezwaar. Normaal gesproken dient er in het bestuursrecht een beschikking te worden verzonden. Dat is een brief waarin staat binnen welke termijn be-zwaar aangetekend kan worden. Om-dat in veel gevallen alleen een bericht op Studielink aantoont dat de boete moet worden betaald, lijkt het alsof bezwaar aantekenen niet kan. Het Landelijke Studenten Rechtsbureau wil studenten erop wijzen dat dit wel de-gelijk mogelijk is. Bijzondere omstan-digheden zoals ziekte, topsport en be-stuursactiviteiten vergroten de kans dat het bezwaar gegrond wordt betaald.

Dure masters succesvolDe faculteit Rechten gaat een nieuwe advanced master opstarten. De fa-culteit heeft de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie verzocht de master Advanced Studies in Internati-onal Civil and Commercial Law te ac-crediteren. Bij Rechten draaien al vier advanced masters. Het bijzondere aan deze Engelstalige opleidingen is dat ze niet door het Rijk bekostigd worden. Studenten betalen dus het instellings-collegegeld. ‘Het gaat om tarieven in de orde van grote van 15 á 16.000,- euro’, zei rechtendecaan Rick Lawson tijdens de faculteitsraadvergadering maandag. ‘Ze zijn zeer succesvol.’ Bij elkaar zijn er rond de 160 studenten die zo’n master volgen. ‘Die al bestaande programma’s zitten nu wel aan hun capaciteit.’ Rechten denkt nog meer studenten te kunnen trekken met nieuwe advanced masters. ‘Er is nu een nieuw program-ma ontwikkeld.’ Wat het bestuur betreft volgen er nog meer.

Verkameringsstop De Leidse PvdA wil dat de gemeente een einde maakt aan de ‘verkame-ring’ in de wijk Transvaal. Het al dan niet legaal opsplitsen van panden in kleinere eenheden zorgt voor overlast. De PvdA stelde een meldpunt in. In to-taal werden 30 panden gemeld. ‘Daar staan er tien van in Transvaal’, zegt PvdA-gemeenteraadslid Roelof van Laar. De voorzitter van wijkvereniging Transvaal, Meke Bootsma, mailt dat de problemen onder andere te wijten zijn aan ‘het loslaten van de speci-fieke woonbestemming (een gezin per huis).’ Huisjesmelkers kregen lucht van ‘de weinig doordachte plannen en kochten panden op om te verkameren.’ In de kamers huizen vooral starters en arbeidsmigranten. ‘Er wonen teveel mensen op een klein stukje grond.’ Van Laar wil graag dat er een verbod op verkamering komt in Transvaal. Ook wil hij dat de gemeente actiever reageert op klachten. In november wordt er waarschijnlijk gedebatteerd in de raad over het verbod.

Rechten loopt bijna overDecaan stelt grenzen aan groei

Vorige week werd er ingebroken in een Leids studentenhuis aan de Mooi Japiksteeg. De bewoners lie-ten het er niet bij zitten en zetten de achtervolging in.

Erik Lourenssen (23) ging even naar de Citysnack om twee broodjes te ha-len. Terug bij zijn zolderkamer zag hij dat de deur – die meestal open staat – zo goed als dicht was. Bij de kier onder de deur zag hij een schaduw. In eerste instantie dacht hij dat het een van zijn huisgenoten was. Maar toen hij de deur opendeed, stond daar een inbreker.

‘Hij rende op me af, duwde me te-gen de muur en sprong uit het raam,

dat uitkomt op het dakterras. Ik ging er meteen achteraan en er ontstond een worsteling op het dak,’ vertelt Lourenssen.

‘Het was Erik of de inbreker,’ vertelt zijn huisgenoot Jos van Beuningen (23), die technische bestuurskunde studeert in Delft. ‘Het werd de in-breker. Hij viel drie meter naar be-neden. Je kunt je voorstellen dat Erik in eerste instantie blij was dat de man daarna nog bewoog.’

Lourenssen rende naar binnen en riep zijn huisgenoten. Van Beunin-gen: ‘Wij zagen ineens hoe Erik onder de schrammen en zwarte vegen bin-nen kwam rennen. Er was een hoop geschreeuw. Het ging nogal snel.’

Lourenssen bleef boven, voor het geval de man het dak weer op zou gaan. Van Beuningen ging met hun voormalige buurman Mike Hankart (23) naar beneden. ‘Ik was ineens klaarwakker. We slopen met een stok in de hand door de gang waar de patio van de buren op uitkomt. We waren eigenlijk best bang. We wisten tenslotte niet of het een enorme Bulgaar met een dikke stie-rennek zou zijn. Aan het einde van de gang roken we de dranklucht al, en daar lag de man inderdaad op de grond. Het was eigenlijk best een klein ventje.’

Ondertussen had Lourenssen de politie gebeld. Zij rekenden de man

in. ‘De aangifte was nog een heel gedoe,’ zegt van Beuningen. ‘De man verdraaide het hele verhaal en zei dat wij hem mishandeld had-den, wat natuurlijk onzin is. Geluk-kig heeft hij de beschuldiging later ingetrokken.’

De jongens denken dat de man via de daken het huis binnen kwam. ‘Het dakraam staat altijd open. Je denkt er nooit over na dat een wild-vreemde zo je huis binnen kan,’ zegt Lourenssen. Moedig vindt hij hun actie niet. ‘Ik had ook van dat dak af kunnen storten, zei mijn moeder later nog. Maar daar dacht ik op dat moment niet over na.’ Het raam blijft voorlopig dicht. PM

Student gooit inbreker van dak

Page 5: Mare, jaargang 36, nr. 4

‘Rector krijgt vrij en veel geld’Partijen niet blij met salarisbehoud tijdens sabbatical

Als rector Paul van der Heijden in februari 2013 vertrekt, gaat hij 14 maanden op sabbatical. Zijn salaris als collegevoorzitter krijgt hij in deze periode doorbetaald.

Door Vincent Bongers Deze afspraken zijn bij zijn benoeming gemaakt tussen de raad van toezicht en Van der Heijden.

Tijdens de dies in februari neemt Van der Heijden afscheid. ‘Hij gaat dan veertien maanden met sabbati-cal’, zegt universiteitswoordvoerder Renée Merkx.

‘Hij krijgt dan dezelfde beloning als hij nu krijgt als collegevoorzit-ter. Uiteraard ontvangt hij niet de vergoeding voor bijvoorbeeld de dienstauto en diensttelefoon.’

Van der Heijden blijft na zijn rec-torschap als hoogleraar internati-onaal arbeidsrecht verbonden aan de universiteit. Tijdens zijn sabbati-cal zal hij zich weer storten op zijn vakgebied.

De beloning van de rector was vo-rig jaar 210.677,- euro, blijkt uit het jaarverslag. De kosten die gemaakt werden voor reizen, dienstauto etc.

kwamen uit op 90.518,- euro. ‘Een deel van het sabbatical heeft

hij opgespaard in de periode dat hij rector magnificus was aan de Univer-siteit van Amsterdam. Het gaat om vijf maanden. Dit wordt ook betaald door de UvA. Het Leidse deel bestaat uit ne-gen maanden.’

In september 2014 wordt Van der Heijden 65 jaar en gaat hij met pensi-oen. In april 2014 loopt zijn sabbatical af. Dan gaat hij gebruik maken van het Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU). Dat is een regeling voor werknemers in het onderwijs. De universiteit be-taalt vanaf april 2014 geen loon meer aan Van der Heijden.

‘Het is gebruikelijk dat dit soort afspraken met collegevoorzitters wor-den gemaakt’, aldus Nout Wellink, de voorzitter van de Leidse Raad van Toe-zicht (RvT). ‘Hij heeft het sabbatical opgebouwd in Leiden en Amsterdam.’

Joost Augusteijn, voorzitter van de AbvaKabo/FNV fractie in de univer-siteitsraad vindt het ‘vreemd dat je veertien maanden kunt sparen’.

Augusteijn: ‘Doorbetaald worden als collegevoorzitter, door zowel de UvA als Leiden, dat vind ik wel knap.’

Een ‘gewone’ medewerker kan dit volgens hem niet doen. ‘Ik vind het

maar een rare regeling. Van der He-ijden krijgt vrij en veel geld. Hij heeft veertien maanden ter beschikking en daar staat dan geen enkele verplich-ting tegenover.’

Bij geesteswetenschappen is het vol-gens Augusteijn de regeling dat je in vijf jaar tijd een semester sabbatical op kan sparen. ‘Maar die kan je dan alleen in een onderwijsvrije periode opne-men. Het is echt niet mogelijk om aan veertien maanden te komen. Het zal juridisch allemaal wel goed geregeld zijn, maar ik vind het in de beeldvor-ming rond de universiteit niet prettig.’

Ook de personeelspartij Universi-tair Belang is kritisch op de gang van zaken.

Per mail laat de partij weten dat de regeling juridisch wel klopt. Maar ‘in het licht van de toenemende druk op de staf en de bevroren financiële ondersteuning, heeft dit echter mo-gelijk een minder stimulerend effect op de inspanningsbereidheid van het personeel.’

Augusteijn gaat de beloning waar-schijnlijk niet aan de orde stellen in de eerstvolgende universiteitsraad.

‘We hadden graag invloed gehad op het besluit, maar blijkbaar kan dat niet meer.’

Prestatieplannen zijn ‘zeer goed’De plannen van de universiteit die zijn gekoppeld aan de prestatieaf-spraken met staatssecretaris Halbe Zijlstra, zijn door de commissie Van Vught, als ‘zeer goed’ bestem-peld. De universiteit haalde zestien uit twintig punten op de scorekaart van Van Vught. Zijlstra wil zeven procent van het budget voor het hoger onderwijs koppelen aan prestaties. Dat bedrag loopt uiteindelijk op tot 325 miljoen in 2015.

De universiteiten en hogescholen hebben plannen gemaakt om het ren-dement te verhogen, zich effectiever te profileren en meer excellent on-derwijs te geven. Deze plannen zijn verzonden aan de staatssecretaris en een reviewcommissie onder voorzit-terschap van de oud-voorzitter van het college van bestuur van de uni-versiteit Twente, Frans van Vught. Ook gaat de commissie in 2015 be-kijken of de instellingen zich aan de afspraken gehouden hebben. Mocht dat niet zo zijn dan worden ze gekort op de rijksbijdrage. De korting kan oplopen tot vijf procent.

De commissie heeft zich door de stapel papierwerk heen gewerkt. En nu blijkt dat alle universiteiten het groene licht krijgen. Alle universi-

teiten scoren ‘goed’ of ‘zeer goed’ op de lijst van Van Vught. De Universi-teit van Utrecht scoort zelfs ‘excel-lent’. De Open Universiteit leverde een notitie in waar de commissie niet veel mee aan kon vangen. Maar deze universiteit laat zich dan ook moeilijk vergelijken met reguliere universiteiten.

Van Vught heeft al duidelijk ge-maakt dat alle instellingen zeker op twee punten afgerekend gaan worden. Het aantal contacturen moet bij alle instellingen opgekrikt worden naar twaalf. Ook moet het aantal studenten dat uitvalt omlaag. Zeventig procent moet de bachelor afronden, nu is dat nog zestig pro-cent landelijk. In Leiden schommelt het percentage de laatste jaren tussen de 57 en de 62%

De commissie is tevreden over het voornemen om het aantal stu-denten dat deelneemt aan excel-lentieprogramma’s flink wordt ver-groot. Van zeven naar tien procent. Ook het voornemen om het aantal docenten met een basiskwalificatie onderwijs flink te verhogen, valt in goede aarde. De scherpe profilering van Leiden door te kiezen voor zes profielen en de samenwerking met Delft en Rotterdam, kan ook op bij-val rekenen. VB

‘Het mag geen lapmiddel zijn’Studentenpartij SGL wilde tij-dens de faculteitsraadvergadering maandag weten van het faculteits-bestuur of er studenten college ge-ven bij Rechten. ‘We hebben begre-pen dat bij verschillende eerstejaars vakken les wordt gegeven door stu-denten zonder basiskwalificatie’, zei Merel Schuppert van de SGL. ‘Het heeft dan wel niet tot proble-men geleid, maar blijkbaar is er een tekort aan docenten. En dat is jam-mer. Het is echt van belang dat er gekwalificeerde docenten voor de groep staan.’

Volgens rechtendecaan Rick Law-son moet het onderwijs inderdaad gegeven worden door gekwalificeerd personeel. ‘Docenten die weten waarover ze het hebben. Dat is het uitgangspunt. Maar ‘soms worden er

voor bepaalde perioden zogeheten piekdocenten ingehuurd. Dat kun-nen mensen zijn die goed zijn en net zijn afgestudeerd, nog op zoek zijn naar een baan.’

Portefeuillehouder onderwijs Pau-line Schuyt: ‘Er zijn soms docenten bij die nog geen bul hebben ontvan-gen, maar wel klaar zijn. We willen ook graag goede krachten aan ons binden voordat ze helemaal klaar zijn. Technisch gezien zijn zij nog student.’

Iedereen die doceert, moet overi-gens de startcursus didactiek volgen bij het ICLON. ‘Dat is een keiharde eis.’

Op zich is een goede student voor de klas niet altijd een slechte zaak, vindt Lawson. ‘Maar dat moet goed begeleid en ingekaderd zijn. Het mag geen lapmiddel zijn.’ VB

Nieuws

27 september 2012 · Mare 5

Meestal zorgen tirannen niet voor veel jolijt. Maar dat weerhield Studenten-vereniging voor Internationale Betrekkingen (SIB) niet om afgelopen week een dictatorfeest te organiseren. Foto Taco van der Eb

Dansen met dictators

Er zijn genoeg regels om weten-schappelijke misstanden te voorko-men, aldus de Commissie-Schuyt. Ze moeten wel steviger verankerd worden in de praktijk. De fraude-affaire rond de Tilburgse psycholoog Diederik Stapel heeft de Nederlandse wetenschap flink laten schrikken. Juist in een vakgebied dat om waarheidsvinding draait, ligt verdraaiing of fantasie extra gevoelig. De Koninklijke Nederlandse Akade-mie der Wetenschappen, de ‘stem van de wetenschap’ in Nederland, zette daarom een commissie aan het werk. Voorzitter was de voormalig Leidse hoogleraar sociologie Kees Schuyt.

Allereerst is onduidelijk is hoe-veel wetenschapsfraude er nou echt plaats vindt in Nederland. Was Stapel het topje van de ijsberg of een zeld-zame uitzondering? De commissie geeft wetenschapsorganisaties als de VSNU en de KNAW ‘ernstig in over-weging’ om dat te laten onderzoeken.

Zolang de omvang onduidelijk is, zijn volgens Schuyt en co geen extra regels of toezichthoudende instan-ties nodig om wetenschapsfraude tegen te gaan. ‘Belangrijker is de vraag hoe de regels in de praktijk van het onderzoek in het bewust-zijn van alle onderzoekers leven en worden nageleefd.’ De regels moeten er grondiger ingestampt, de verlei-dingen moeten kleiner en de kans op ontdekking groter. Een van de dingen die daarvoor moet zorgen is het zoveel mogelijk openbaar maken van onderzoeksdata.

Universiteiten moeten weten-schappelijke integriteit er ‘met de paplepel ingieten’, stelt de commis-sie. In bibliotheekcursussen moe-ten onderzoekers-in-spé leren over plagiaat.

Bij hun bacheloronderzoek over eerlijk data verzamelen, en in statis-tiekvakken over hoe je wel en niet met cijfers mag goochelen. Bij on-derzoeksmasters zou ook wet- en re-gelgeving aan bod moeten komen. BB

De Universiteit Leiden en Rad-boud Universiteit Nijmegen heb-ben van de zes brede universiteiten de meest tevreden studenten. Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek ‘Beste studies’, uitgevoerd door weekblad Elsevier.

Studenten van 46 Leidse opleidin-gen werden gevraagd naar hun te-vredenheid. Bij vijftien opleidingen waren de studenten bovengemid-deld tevreden met hun opleiding.

De twee Amsterdamse universitei-ten scoorden het slechtst. Bij zes van de 57 opleidingen (UvA) en drie van de 49 opleidingen (VU) zijn de stu-denten bovengemiddeld tevreden met hun ‘studie in het algemeen’.

Specifieke vragen over bijvoor-beeld docenten, faciliteiten, het pro-gramma en de roosters, werden niet meegewogen in deze ranglijst. Ook hoogleraren en universitair hoofd-docenten hebben de universiteiten beoordeeld. Zij letten daarbij op de

kwaliteit van het bachelorprogram-ma, het aanbod van de masteroplei-dingen, de kwaliteit van de docenten en de kwaliteit van de wetenschap-pelijke publicaties van de staf.

De eigen universiteit werd daar-bij buiten beschouwing gelaten. De Universiteit Leiden scoorde op bo-vengenoemde factoren een vierde plaats onder de brede universitei-ten. De Universiteit Utrecht stond bij alle vier de onderdelen boven-aan. PM

Amsterdammers niet tevreden

Eerlijkheid met de paplepel erin

Page 6: Mare, jaargang 36, nr. 4

len, daar ben ik nog niet over uit. Eigenlijk vind ik dat Indonesiërs het moeten doen. Maar aan de andere kant bestaat er een vertekend beeld van westerlingen. Veel van die jon-gens en meisjes in de risicogebieden hebben nog nooit met een blanke gesproken. Ik spreek de taal en zou zo juist een goede indruk kunnen maken. Ik heb onlangs voor een klas met leraren van madrassa’s gestaan en merkte dat ik een positieve im-pact had.

‘Het doet mij altijd weer wat om over de aanslag praten. Maar het is belangrijk om het verhaal te vertel-len, want het wordt te weinig belicht. Als er ergens een bom afgaat, is er heel even aandacht voor. Maar bij rechtszaken gaat het altijd over de daders, en te weinig over de pijn en het verdriet bij de slachtoffers. Ter-wijl uitgerekend dat er toe zou kun-nen leiden dat mensen minder ge-neigd zijn om extremistisch geweld te gebruiken.

‘Mijn rolstoel heb ik sinds 8 april niet meer aangeraakt. Ik heb hem sindsdien ook niet meer gezien, hij staat in Nederland. Inmiddels loop ik zonder stokken op zogeheten mpk’s: microprocessor gestuurde knieën. Dat is iedere dag hard werken, zeker hier in de tropen. Maar het is een enorme vooruitgang in mijn leven.

‘Ik heb de moed absoluut nooit willen opgegeven. Dat zit in me, maar een hoofdrol is ook weggelegd voor mijn vrouw. Van familie en vrienden heb ik ongelooflijk veel steun gekre-gen. Dat ik positief ben gebleven, zie ik niet als een verdienste, maar als een gegeven. Het is gewoon zo. Het is mooi dat ik er nog ben.’

DOOR FRANK PROVOOST

> Vervolg van de voorpagina

‘Bijna drie weken later werd ik wak-ker. Ik was kunstmatig in coma ge-houden en verkeerde nog steeds in levensgevaar. Ik bleek na twee dagen te zijn overgebracht naar Singapore, waar ik bijna dagelijks ben geope-reerd. Mijn beide benen waren ge-amputeerd. Ik had overal brandwon-den. Van de klap ben ik nog steeds halfdoof.

‘Om zoveel mogelijk letsel te ver-oorzaken, hadden de makers bouten uit een televisietoestel geschroefd en in de bom gestopt. Eén daarvan is in mijn hart terechtgekomen. Omdat de dokters het te riskant vonden om hem weg te halen, zit die er nog steeds. Als ik een lezing geef – zoals onlangs bij de VN in New York – zeg ik altijd dat het gelukkig een Philips-tv was en ik dus voor 100 procent van Nederlandse makelij ben geble-ven. Dat is om het zware verhaal wat luchtiger te maken.’

‘Toen ik uit mijn coma ontwaakte, kon ik niet praten. Mijn longen wa-ren er slecht aan toe, er zaten slangen in mijn keel. Ik communiceerde via gebarentaal en door letters aan te wijzen. Toen mijn baas langskwam, heb ik hem duidelijk gemaakt dat hij namens mij een brief aan de presi-dent moest schrijven om hem te fe-liciteren met 17 augustus, de Onaf-hankelijkheidsdag. Waarom? Dat is weer diezelfde emotie die er in basale toestand uitkomt. Dat verbaast mij ook nog steeds. De president was ontroerd en heeft meteen een brief teruggeschreven.

‘Eenmaal aangesterkt ben ik naar Nederland gevlogen. Een dikke twee jaar heb ik hard gewerkt aan mijn herstel, in het Militair Revali-datie Centrum in Doorn, waar ze de meeste ervaring hebben om jonge-lui met een dubbele beenamputatie te helpen. Tussendoor ben ik voor extra trainingen nog naar Amerika gegaan.

‘Maar tijdens mijn revalidatie begon ik mij intellectueel te verve-len. Ik vroeg me af wat ik met mijn unieke ervaring kon doen. Via Bui-tenlandse Zaken kwam ik in contact met het International Centre for Counter-Terrorism (ICCT), een sa-menwerkingsverband van het Asser Instituut, Clingendael en de Cam-pus Den Haag van de Universiteit Leiden. Er bleken wereldwijd nau-welijks initiatieven te bestaan die slachtoffers structureel betrekken in de strijd tegen terrorisme. Met name aan de preventieve kant, het voorko-men van radicalisering, geloof ik dat het kan werken. Daarom hebben we

een project opgezet, dat inmiddels financieel wordt ondersteund door een aantal overheden en een private stichting. In eerste instantie richten we ons op Indonesië, maar hopelijk zijn we een inspiratie voor andere landen in de regio.

‘Door slachtoffers in te zetten kun je potentiële terroristen en hun directe omgeving confronteren met het menselijk leed dat aan-slagen veroorzaken. Dani Dwi Permana, de jongen die bij ons binnenliep en zichzelf opblies, was niet boos op Max Boon. Hij had niets tegen mij persoonlijk. Mijn pijn en lijden was voor hem puur een abstractum. Zijn enige doel was: haat en angst zaaien. Terroristen pretenderen ook al-tijd tegen Amerika en het Westen te ageren, terwijl er juist heel veel Indonesiërs gewond raken en om-komen. We moeten laten zien dat de slachtoffers meer op hen lijken dan ze zelf doorhebben.

‘Ik ben niet naïef. Ik heb niet de illusie dat we de hersenspoelers kunnen overtuigen. Maar ik hoop dat we een gedeelte van de jongeren die anders gehersenspoeld zouden worden op andere gedachten kun-nen brengen. Let wel: het initiatief is niet bedoeld om mensen minder radicaal te maken. Radicaliteit is wat mij betreft ook een grondrecht. Maar geweld is dat niet, en zeker niet tegenover onschuldige men-sen die totaal niet betrokken zijn in welke strijd dan ook.

‘Afgelopen zomer was de offi-ciële kick-off. Vanuit Jakarta ga ik met een team van drie mensen het project verder opzetten. Er moet een hoop gebeuren. We moeten een goede database opbouwen en geschikte protocollen ontwikke-len. Welke selectiecriteria hanteer je? Toen ik wakker werd in Sin-gapore had niemand mij moeten vragen: wil je met potentiële terro-risten gaan praten? Maar als je er drie jaar mee wacht, is het ook te laat. Als slachtoffers zeggen: “niet nu”, wanneer benader je ze dan op-nieuw? Er zullen er genoeg zijn, die het niet kunnen of willen. Dus als zij zeggen “nooit”, dan moet je er-voor zorgen dat ze ook nooit meer gevraagd worden. Daarvoor is het een te traumatische gebeurtenis.

‘Aan het eind van het projectjaar start een pilot, dan gaan we met de eerste slachtoffers het veld in, naar regio’s met een verhoogde kans op radicalisering. Wellicht gaat er een voormalige terrorist mee, of fami-lieleden – want ook zij zijn op een bepaalde manier slachtoffers. De

ouders van Dani Dwi Permana zijn ook hun zoon verloren, zij hebben geweld altijd afgewezen. Ik kan me voorstellen dat we op scholen komen waar de leerlingen meer in de koran neuzen dan onze slachtoffers. Dan is het een goed idee om een schriftge-leerde mee te nemen die godsdien-

stige vragen kan beantwoorden. Verder moeten de deelnemers heel goed getraind worden in communi-catie. Je kunt niet boos of emotio-neel binnenlopen en zeggen: “Jullie zijn potentiële terroristen en dat is verkeerd.” Dan duw je ze in de hoek.

‘Of ik zelf mijn verhaal ga vertel-

6 Mare · 27 september 2012

Achtergrond

‘Het is mooi dat ik er nog ben’

Het Engelstalige dagblad Jakarta Globe drukte de brief af die Max Boon aan de Indonesische president Susilo Bambang Yudhoyono stuurde, en diens antwoord.

project verder opzetten. Er moet een hoop gebeuren. We moeten een goede database opbouwen en

len. Welke selectiecriteria hanteer

gapore had niemand mij moeten vragen: wil je met potentiële terro-risten gaan praten? Maar als je er drie jaar mee wacht, is het ook te laat. Als slachtoffers zeggen: “niet nu”, wanneer benader je ze dan op-nieuw? Er zullen er genoeg zijn, die het niet kunnen of willen. Dus als zij zeggen “nooit”, dan moet je er-

meer gevraagd worden. Daarvoor is het

‘Aan het eind van het projectjaar , dan gaan we met de

eerste slachtoffers het veld in, naar regio’s met een verhoogde kans op radicalisering. Wellicht gaat er een voormalige terrorist mee, of fami-lieleden – want ook zij zijn op een Het Engelstalige dagblad Jakarta Globe drukte de brief af die Max Boon aan de Indonesische president Susilo

Max Boon bezoekt de afdeling waar hij na de bomaanslag meerdere malen werd geopereerd. ‘Ik loop nu op mi-croprocessor gestuurde knieën, een enorme vooruitgang in mijn leven.’ Foto National University Hospital, Singapore

Page 7: Mare, jaargang 36, nr. 4

Aardscheerders op ramkoers spottenEen volgend jaar te lanceren ESA-satelliet gaat niet alleen de hemel in 3D in kaart brengen, maar ook asteroïden.

Door Bart Braun Volgend jaar wordt een bijzonder jaar voor sterrenkun-dige Anthony Brown. Hij werkt al sinds 1997 mee aan de Gaia-satelliet van ruimtevaartorganisatie ESA, en eind 2013 is de lancering. ‘Dat is wel een spannend moment, want er kan iets misgaan’, aldus Brown. Als het wel goed gaat, wordt alle geïnves-teerde tijd terugbetaald in de vorm van meetgegevens.

Alles bij elkaar kost het Gaia-project zo’n 650 miljoen euro, dus dan is het wel de bedoeling dat het goede meetgegevens zijn. Aan de techniek zal het niet liggen: de mede door TNO ontwikkelde apparatuur is supernauwkeurig. In technische termen: tot op de microboogseconde nauwkeurig. Het aardse equivalent zou een kijker zijn die de dikte van een haar kan meten – als de kijker in Leiden staat en de haar in Mar-seille. Brown: ‘Zoiets is nog nooit eerder vertoond.’ Het ‘rokje’ dat de satelliet aanheeft, dient deels als zon-nescherm, om te voorkomen dat de telescopen aan boord warmer wor-den dan honderd graden onder nul. Bij hogere temperaturen trilt de boel een beetje, en dat zie je terug in je meting.

Gaia heeft drie doelen. Het voor-naamste is het maken van een gron-dige, driedimensionale kaart van de

sterren in onze Melkweg. De data kunnen ook Einsteins relativiteits-theorie bevestigen tot nog meer decimalen achter de komma. Daar-naast gaat de satelliet de asteroïden in het zonnestelsel in kaart brengen. ‘Die krijgen we d’r als het ware gratis bij’, vertelt Brown.

Kortom: als de satelliet eenmaal haar plek in de ruimte heeft bereikt, begint er een sterrenkundig feestje. En zoals bij elk goed feestje moet er ook ruimte zijn voor voorpret. In het vaktijdschrift Planetery and Space Science beschrijven Brown, zijn postdoc Giorgia Busso en een team van Franse collega’s een simu-latie van de data over asteroïden die straks binnen moet komen.

Ons zonnestelsel bevat één zon, acht planeten en een ontiegelijke hoop kleiner grut, de zogeheten as-teroïden. Hoeveel precies is ondui-delijk, mede omdat met de huidige technieken de asteroïden tussen de zon en de aarde in niet goed in beeld te krijgen zijn. De samenstelling wisselt: soms zijn het sneeuwballen, soms stenen, soms allebei een beetje en soms hebben ze een metalen kern. Gaia moet meer licht gaan werpen op de samenstelling van die dingen, en over de verdeling ervan.

Brown: ‘Het zonlicht dat asteroï-den weerkaatsen, geeft je informatie over de samenstelling. De verdeling in de ruimte zegt iets over hoe ons zonnestelsel is gevormd: bijvoor-beeld als je bepaalde soorten vooral dicht bij de zon vindt, en andere soorten juist verder daar vandaan.

Zo bedrijf je de archeologie van ons zonnestelsel.’

De Gaia-data zouden ook moeten helpen bij het opsporen van zogehe-ten Near Earth Objects: asteroïden die angstaanjagend dicht in de buurt van de aarde komen. Een asteroïde van een paar meter doorsnee is in sterrenkundige termen onooglijk klein, maar je wil hem niet in je oog krijgen. In 1908 bereikte een ruim-terotsblok met een doorsnee van ongeveer honderd meter de aarde, in de buurt van het Siberische ri-vier Tunguska. In een gebied van meer dan tweeduizend vierkante kilometer lagen alle bomen omver. Waarom gebeurde dat in the middle of nowhere en niet in, pak hem beet, Amsterdam? Mazzel.

Het zou dus best handig zijn als je al enige tijd van tevoren weet dat er zo’n aardscheerder op ramkoers ligt. Een groep in Finland gaat aan de Gaia-data rekenen om snel te kunnen schatten welke banen een asteroïde gaat volgen. Telescopen op aarde kunnen opmerkelijke geval-len dan nauwkeuriger in de gaten houden.

Brown noemt nog een derde re-

Ruimterotsen beter in beeld dankzij nieuwe satelliet

Gebruikte tamponSommige varianten van het Humane Papilloma Virus (HPV) kunnen kanker veroorzaken, met name baarmoeder-halskanker. Ongeveer een kwart van de vrouwen die die ziekte krijgen, gaan eraan dood. Om de kans op besmet-ting met het virus te verkleinen, krijgen Nederlandse meisjes daarom sinds 2009 de ‘maagdenprik’, een HPV-vaccin.

Als je wilt weten hoe goed die prik werkt, moet je eerst weten hoeveel meis-jes al HPV hadden in de periode voordat er geprikt werd. Daarna pas kun je gaan vergelijken of HPV inderdaad zeldzamer wordt, en of gevaccineerde meisjes in-derdaad minder vaak besmet raken dan hun ongevaccineerde leeftijdsgenoten.

In het vakblad Cancer Epidemiology doen diverse Nederlandse onderzoekers verslag van de zogeheten baseline-bepa-ling. Ook de afdeling medische microbio-logie van het Leids Universitair Medisch Centrum werkte mee.

Zo’n 1800 meisjes van 14 tot 16 jaar de-den mee aan het onderzoek. Zij leverden een vragenlijst, een vaginaal monster en indien mogelijk een gebruikte tampon in. 79 van hen (4,4%) bleken al een variant van het virus onder de leden te hebben, en iets meer dan de helft daarvan een versie de kanker kan veroorzaken. Die percentages zouden als het goed is over een paar jaar lager moeten liggen.

InktHet kan verschrikkelijk belangrijk zijn om te weten of twee stukjes tekst met de-zelfde pen geschreven zijn, bijvoorbeeld als iemand ervan beschuldigd wordt een document aangepast te hebben. De Leidse bijzonder hoogleraar criminalistiek Charles Berger, ook werkzaam aan het Nederlands Forensisch Instituut, verza-melde daarom maar liefst 262 blauwe ballpoints. Met elk daarvan schreef hij het nummer van de pen op, om zo de inktkleuren te vergelijken.

Verstandige rechters nemen geen genoegen met ‘volgens mij is dat wel zo’n beetje dezelfde kleur, edelachtbare’, dus het was zoeken naar een objectie-vere maat. Berger scande zijn handschrift daarom in, en probeert een compu-terprogramma te leren om het verschil tussen de pennen te zien. De resultaten zijn na te lezen in het tijdschrift Science and Justice. In principe werkt het, al is het natuurlijk wel makkelijker naarmate de kleurverschillen groter zijn. De hoogle-raar benadrukt wel dat er ook gekeken moet worden naar zaken als handschrift, motief, en gelegenheid om aan het document te zitten.

Klinefelter Meisjes hebben twee X-chromosomen, jongetjes een X en een Y. Tenminste, zo leer je het op school. De werkelijkheid is diverser: sommige meisjes hebben drie of meer X-chromosomen, sommige jon-gens hebben een extra Y. De combinatie XXY komt ook voor en heet Klinefelter-syndroom; één op de 650 mannen heeft dat. Deze mannen hebben vaak wat kleinere testikels en wat grotere borsten, en wat meer kans op ‘vrouwenkwalen’ als borstkanker en botontkalking.

Leidse en Utrechtse wetenschappers beschrijven in het Journal of Psychiatric Research een onderzoek naar 71 Klinefel-ters. Zij – en 61 mensen in de controle-groep – moesten een kaartspel doen waarin de regels steeds veranderen. De XXY’ers deden het daarin slechter dan de mannen zonder extra X-chromosoom, en ze scoorden hoger op een enquête die autistische eigenschappen vast moet stellen. Het is niet helemaal duidelijk waarom dat extra chromosoom daartoe zou leiden; wellicht zorgt het ervoor dat bepaalde hersendelen minder goed ontwikkelen.

den om de ruimterotsen in de ga-ten te houden. ‘Ik was recent op een congres in Beijing, en daar was een spreker van NASA’s Jet Propul-sion Laboratory. Om te zorgen dat de marsrobot Curiosity goed kon landen, was het nodig om tot op de 200 meter nauwkeurig te weten waar Mars precies is. Op een afstand van tientallen miljoenen kilometers is dat behoorlijk precies. De zwaarte-kracht van asteroïden heeft invloed op die positie. Als we goed willen na-vigeren door ons zonnestelsel heb-ben we dus kennis over hun plek en massa nodig.’

Die kennis lijkt haalbaar met Gaia, bleek uit de simulatie van Brown, Busso en co. ‘We rekenen erop dat we met Gaia-data een kaart van asteroï-den kunnen maken, en een indeling van die asteroïden in verschillende klassen.’ Omdat de satelliet dezelfde asteroïden zestig à zeventig keer ziet, valt er zelfs iets over de vorm van de ruimtevoorwerpen te zeggen; als het licht dat eraf komt verandert terwijl de asteroïde draait. Brown:‘En dat geeft je weer informatie over de mas-sa; als je weet hoe groot iets is en hoe snel het draait, weet je ook hoe zwaar het moet zijn om zo snel te kunnen draaien zonder uit elkaar te vliegen.’

Uiteindelijk verwacht Brown nog tot in het volgende decennium bezig te zijn met de data die Gaia aanle-vert. Maar eerst moet dat ding nog de ruimte in. ‘Ik ga wel proberen om bij de lancering te zijn. Op één of andere manier dan; ESA is meestal zuinig met haar uitnodigingen.’

‘Op deze manier bedrijf je de archeologie van ons zonnestelsel’

27 september 2012 · Mare 7

Wetenschap

De Gaia-satelliet. Illustratie ESA

Page 8: Mare, jaargang 36, nr. 4

Studenten zonder inboedelver-zekering die na een lekkage, brand of inbraak bij hun woningcorporatie komen klagen, doen dat tevergeefs. Verzekeraar Imco Struiksma: ‘In Nederland heerst de mythe dat zoiets via de verzekering van de ouders al is geregeld.’

Door MarleeN VaN WeSel ‘Op een maandagnacht, terwijl ik aan het werk was in een café, werd ik ge-beld door mijn huisgenoten dat ik direct naar huis moest komen, want mijn kamer stond in de fik’, vertelt John Koesveld (21, student rechten). De brand, veroorzaakt door een oud televisietoestel dat op stand-by stond, was vlot ge-blust. ‘Toen ik aankwam stond iedereen al buiten. Bijna tegelijk met de brandweer, arriveerde er al een medewerker van SLS Wo-nen, de pandeigenaar, die meteen heel helder de procedure met me doornam.’ Voor Koesveld en huis-genoten met brand- of waterscha-de werd snel een tijdelijke vervan-gende woonruimte geregeld, en alle ‘nagelvaste’ onderdelen van de woning werden in de week die volgde gerepareerd of schoonge-maakt. Daar heeft SLS Wonen im-mers een opstalverzekering voor. Een inboedelverzekering voor de rest van zijn spullen had Koesveld niet afgesloten. ‘Mijn ingebouwde hoogslaper viel gelukkig wel onder de opstalverzekering. Mijn laptop heeft het wonder boven wonder overleefd en mijn kleren kon ik na een paar keer wassen wel weer dragen, maar de rest van mijn spullen moest ik weggooien.’ Dat

Kom naar huis, je kamer fikt

Voor op de to-do-list: een inboedelverzekering

hij geen inboedelverzekering had, was niet alleen maar gemakzucht. ‘Ook wel, maar ik dacht dat de kans op schade heel klein was. Dat denk ik nog steeds hoor, maar het bedrag dat je maandelijks aan een verzeke-raar betaalt, is óók klein.’

Zijn huisgenote Carlijn Berg-werff (26, toen student psycholo-gie, inmiddels afgestudeerd) woont onder Koesvelds kamer. ‘Na het blussen liep het smerige roetwater via mijn wanden naar beneden.’ Haar inboedel was wél verzekerd. ‘Al mijn kleren, gordijnen en bank-kussens werden gestoomd op kos-ten van mijn verzekeraar. Ik hoefde alleen maar wat foto’s te maken van de schade als bewijs.’ Voor de week waarin alles bij de stomerij was kreeg ze een budget voor nieuwe kleren. ‘Helaas moest ook het jurk-je voor mijn eigen afstudeerborrel, diezelfde week, gestoomd worden. Zelfs voor een vervangend exem-plaar kreeg ik wat geld.’

‘Het is in de eerste plaats natuur-lijk belangrijk om verantwoordelijk met je bezittingen en je omgeving om te gaan, maar het voorbeeld van Carlijn en John laat zien dat je niet altijd zélf de veroorzaker van scha-de aan je spullen bent’, vertelt Elian van Swieten van SLS Wonen. ‘Wa-terschade kan ook ontstaan, door-dat iemand in de kamer boven de jouwe de wastafel laat overstromen, of doordat de wasmachineslang van

je bovenburen losschiet.’ In zo’n ge-val wordt schade zelden verhaald op de veroorzaker. Het gaat voor een verzekeraar namelijk meestal om te kleine bedragen om de situatie helemaal uit te pluizen. SLS Wonen wijst alle nieuwe bewoners bij het tekenen van de huurovereenkomst op het belang van een inboedelver-zekering. ‘Veel studenten glippen er desondanks tussendoor. Als er dan iets misgaat, heeft een klacht bij ons geen zin. Het komt vrijwel nooit voor dat wij nog iets kunnen doen.’

Woningcorporatie DUWO pakt het anders aan, met een inboedel-verzekering via registermakelaar in assurantiën Raetsheren van Or-den, die standaard bij de huurprijs is inbegrepen. ‘Zelfs als bewoners klachten hebben, komen die niet bij ons terecht, maar bij de verze-keraar’, legt DUWO-medewerker Annemiek de Rooij uit. ‘Het komt wel eens voor dat schade niet onder de inboedelverzekering valt, omdat die veroorzaakt is doordat bewo-ners de brandslang als speelgoed gebruiken.’

De inboedelverzekering via DUWO kost slechts 1,20 euro per maand. ‘Omdat we maar liefst 60.000 studenten verzekeren, kun-nen we het relatief goedkoop hou-den. Je hele huisraad is bij ons verzekerd. Ook de televisie in de fusie’, vertelt Imco Struiksma van verzekeraar Raetsheren van Orden. Door de samenwerking sluiten de opstalverzekering en de inboedel-verzekering naadloos op elkaar aan. Volgens Struiksma vergeten studenten die niet zo’n automati-sche constructie in hun contract hebben hun spullen nogal eens te

verzekeren. ‘In Nederland heerst bovendien de mythe dat zoiets via de verzekering van de ouders al is geregeld. Maar dat is niet het geval.’

Vooral bij lekkages kloppen SLS-huurders zonder verzekering nog wel eens hoopvol bij de woning-corporatie aan. Van Swieten: ‘Maar SLS Wonen kan problemen met leidingen lang niet altijd voorzien. Bovendien kijken verzekeringen nauwelijks naar aansprakelijkheid, hooguit wanneer iets moedwillig gesloopt is. Schade aan je eigen spullen verhaal je op je eigen ver-zekering. SLS Wonen betaalt alleen wat nagelvast aan het pand zit. Dus een kapotte leiding is ónze zorg, maar met schade aan jouw spullen, door die kapotte leiding, moet je naar je eigen verzekering stappen.’

Gelukkig valt waterschade vaak relatief mee, volgens Struiksma. ‘Een hoop kan natuurlijk opdrogen. Dan brengen blikseminslagen, die nog altijd vaker voorkomen dan je denkt, meer ellende met zich mee.’

Met een fusie tussen de twee wooncorporaties op komst, is de kans volgens Van Swieten groot dat SLS Wonen op den duur ook op het systeem van DUWO overstapt waarbij bewoners standaard verze-kerd zijn. John Koesveld heeft zijn kamer intussen weer gevuld met tweedehands spullen van vrienden. Een inboedelverzekering heeft hij nog altijd niet. ‘Maar het staat in-middels wel op mijn to-do-list.’

36 procent claims afgewezenDiefstal met braakschade is volgens verzekeraar Interpolis de meest inge-diende claim op inboedelverzekerin-gen bij studenten. Wanneer er geen braaksporen zijn, bijvoorbeeld om-dat een insluiper via je openstaande kamerdeur je laptop mee kon ne-men, wordt je claim afgewezen. Van alle inboedelclaims wijst Interpolis 36 procent af. op de tweede plaats in de top drie staat waterschade door neerslag, gevolgd door waterschade met een andere oorzaak. In het Ni-bud Studentenonderzoek 2011-2012 staat dat 64 procent van de studen-ten een inboedelverzekering heeft. Gemiddeld zijn ze daar zeven euro per maand aan kwijt.

8 Mare · 27 september 2012

Achtergrond

Page 9: Mare, jaargang 36, nr. 4

Verplichte tussentijdse toets-momenten, intensieve begeleiding, extra herkansingen; alles aan de universiteit moet het studenten makkelijker maken, schrijft Arnout le Clercq. Maar als je nu al niet gedwongen wordt volledig zelfstandig te opereren en verantwoordelijkheid te nemen, wanneer dan wel?

Op de rechtenfaculteit loopt op dit moment een pilot van het zogenoem-de ‘studieplan’, waarbij tweede- en derdejaars studenten met de studie-adviseur om de tafel gaan zitten en tezamen een plan uitstippelen voor het verdere verloop van de bachelor. Mocht er van dit plan worden afge-weken, dan kan de studieadviseur bij de desbetreffende student aan de bel trekken. Volgend jaar zal dit systeem universiteitsbreed worden ingevoerd.

Het plan stuitte op verzet uit de universiteitsraad. De maatregel wordt ‘betuttelend’ genoemd, en dat is het ook. Wat echter opvalt in de discussie is dat er vooral praktische en logistieke bezwaren worden ge-opperd, in de trend van: ‘rijen voor de deur van de studiecoördinator’ en ‘het kost allemaal meer tijd voor de student en studieadviseur.’

Aan het belangrijkste bezwaar gaat men voorbij: het is onacade-misch en bovendien onsierlijk voor een universiteit.

Het studieplan is een maatregel die zich aansluit in een lange rij regels en toevoegingen aan het universi-taire leven, zoals bijvoorbeeld het verplicht stellen van tussentijdse toetsmomenten, die de student de hand reiken en het hem of haar mak-kelijker maken. Makkelijker om te herkansen, makkelijker om punten

te halen, makkelijker om te studeren.De vrijheid van de student, ooit

kenmerkend voor het wetenschap-pelijk onderwijs ten opzichte van andere opleidingsniveaus, die zich uitdrukt in een grote eigen verant-woordelijkheid, vormt hierbij geen prioriteit meer. Dit verschil met bij-voorbeeld het meer praktijkgerichte hbo, waar de studentbegeleiding net als het aantal contacturen intensie-ver is, is een gemis voor het karak-ter van de academische opleiding. Want het is juist deze vrijheid die belangrijk is: niet alleen omdat deze potentieel leidt tot creativiteit, zelf-ontplooiing en een grote diversiteit bij zowel studenten, onderzoeksvel-den als opleidingen, maar ook het kweken van verantwoordelijkheids-gevoel bij de student.

Als men nu niet gedwongen wordt volledig zelfstandig te opereren in het studeren en verantwoordelijk-heid te nemen, wanneer dan wel? Het is begrijpelijk dat de klassieke rol van de universiteit als nachtwa-ker bij studenten niet meer valt te verantwoorden in het huidige poli-tieke klimaat en dat er maatregelen nodig zijn om het rendement van de opleidingen te verhogen: een maat-regel als het studieplan is echter te rigoureus, onnodig en verkeerd.

Het is een preventieve maatregel, wordt gezegd. Voorkomen is immers beter dan genezen. Voor de universi-teit als ‘opvoeder’ is dit echter de ver-keerde houding. Men laat toch ook niet angstvallig de kinderen thuis omdat ze anders bij het buitenspelen uit een boom vallen? En mocht het kind in kwestie dan een keer een on-gelukkige afloop kennen na de no-dige capriolen, leert het er tenminste nog van. Overbeschermende ouders produceren moederskindjes en dat is zeker op de universiteit onwenselijk. Betutteling werkt immers altijd twee kanten op. Wanneer het studieplan

gemeengoed wordt, gaan studenten ook meer begeleiding eisen, zoals we nu ook zien bij deeltoetsen: de ‘nieuwe generatie’ is dikwijls zwaar verontwaardigd als er geen tussen-tijds toetsmoment wordt aangebo-den, terwijl de wat meer gepokt en gemazelde vierde- en vijfdejaars studenten het liefst één centraal toetsmoment aan het eind van het semester hebben. Studenten wíllen straks betutteld worden en dat levert inferieure academici op.

Daarnaast zijn de verschillen tus-sen de faculteiten en opleidingen soms zo groot dat het universiteits-breed invoeren van een studieplan rampzalig zal zijn voor sommige stu-dies. Op de rechtenfaculteit waar nu de test loopt, staat bijvoorbeeld veel van het studieprogramma al vast en lijkt het studieplan aanvankelijk een kleine ingreep, een schets, die veel studenten ook voor zichzelf maken als ze voor keuzes worden gesteld.

Maar voor een opleiding als ge-schiedenis - waar men op de kern-curricula na nu nog vanaf het tweede jaar volledig vrij is in keuze - is het een puur horrorscenario. Die vrij-heid bevordert de eerder genoemde creativiteit, zelfontplooiing en diver-siteit en sluit nominaal afstuderen niet uit. Men kan zich specialiseren in de geschriften van Cicero, mode in Venetië tijdens de Renaissance, de natievorming van Duitsland of subculturen in Latijns-Amerikaan-se dictaturen in de jaren zeventig en tachtig, om maar even wat te noemen.

Om een dergelijke keus te maken, is een breder referentiekader vereist dan wat men weet na het prope-deusejaar. Men moet nog een beetje aftasten, een beetje rondneuzen in de eigen discipline alvorens echt een plan te trekken. Het vastleggen van dit alles in een studieplan doodt lust en nieuwsgierigheid bij nieuwe ont-dekkingen en invalshoeken, omdat het nu eenmaal niet in het plaatje past.

Om een persoonlijk voorbeeld te geven: na mijn propedeuse geschie-denis ben ik begonnen aan Arabisch als tweede studie. Hierbij ben ik bij-zonder hard op mijn bek gegaan en na acht weken gestopt, om vervol-gens na een reeds verloren semester, zonder enige andere onderbouwing dan ‘goh, lijkt me wel interessant’, een vak te kiezen over de geschie-denis van Spanje. Dat heeft erin ge-resulteerd dat ik me nu in die hoek ga specialiseren en in januari voor een half jaar naar Salamanca vertrek om daar onderzoek te doen en mijn scriptie te schrijven.

Tussentijds ben ik overigens ook nog een bestuursfunctie van de stu-dievereniging binnengerold en heb ik de jongensdroom van de journa-listiek laten vervliegen voor andere ambities. De clou is dat werkelijk geen hond dat allemaal had kunnen voorspellen aan het eind van mijn eerste jaar: ikzelf niet, vrienden niet, ouders niet, maar ook zeker docen-ten en studieadviseurs niet.

Dus, wanneer men zich afsluit van nieuwe input en levenslessen via een vastgelegd pad als het studieplan, leert men uiteindelijk stukken min-der. En dat kan toch niet de bedoe-ling zijn?

Wanneer de universiteit moet kie-zen tussen de rol van betuttelend orgaan dat studenten dwingt zich te conformeren aan een maatregel waarbij ze een opleiding scheppen

die meer wegheeft van de middel-bare school of het hbo dan wenselijk is, of een rol waarin ze een streng doch rechtvaardig klimaat scheppen waar weliswaar mensen languit gaan maar ook weer opstaan en karakter kweken, dan lijkt mij de keuze niet heel moeilijk. Arnout le Clercq is student geschiedenis

Opinie

27 september 2012 · Mare 9

Stop de betuttelingStudieplan voor tweede- en derdejaars is een universiteit onwaardig

Iedereen een studieplan

Vanaf 2013 moeten tweede- en derde-jaars bachelorstudenten een studieplan indienen. Vakken, tentamens en scripties worden daarin per semester of jaar in overleg met de studieadviseur worden door de student zelf vastgelegd in het plan. Ook de eventuele nevenactiviteiten kunnen worden genoteerd.

‘Wij zien het als een handreiking aan studenten om hen zoveel mogelijk te helpen nominaal te studeren’, zei vice-rector Simone Buitendijk onlangs tijdens de universiteitsraad. Het college van bestuur schat dat studieadviseurs elk semester per student gemiddeld twintig minuten kwijt zijn met het opstellen van het plan.

Bij de faculteit Rechten waar al een pi-lot is gehouden, haalden studenten ge-middeld wat meer punten dan hun voor-gangers zonder studieplan. Maar omdat er ook andere studiesuccesmaatregelen zijn ingevoerd, is precieze effect van het studieplan onduidelijk.

Toch wordt het plan volgend jaar uni-versiteitsbreed ingevoerd. Buitendijk: ‘Het idee is dat je door preventie uitein-delijk een hoop extra werk bespaart.’

‘Voor opleidingen als geschiedenis is dit een puur horrorscenario’

FOTO

: iST

Ock

Page 10: Mare, jaargang 36, nr. 4

HET LELIJKSTE SCHILDERIJ TER WERELD Omdat ik twee dagen niets gegeten heb, ga ik naar de verjaar-dag. Een dvd uit mijn kast mee, ingepakt in een reclamefolder. Gefeliciteerd. Ik laat nootjes in mijn zakken zakken voor later. Kauwend loop ik door de huiskamer. Ik bekijk de spullen van de mensen. Over hun bank ligt een rode plaid, op de vensterbank ligt een kat van zeker zeven kilo.

Boven de bank hangt het lelijkste schilderij ter wereld.Ik stoot een jongen aan en zeg hem dat daar, op twee meter

afstand, het lelijkste schilderij ter wereld hangt. We kunnen het bijna aanraken. Nu ziet hij het ook.

Het gerucht verspreidt zich over het feest.Het lelijkste schilderij ter wereld! Het lelijkste schilderij ter

wereld!De mensen zijn niet blij, de vrouw zegt dat een vriendin van

haar het schilderij gemaakt heeft, dat ze er erg haar best op heeft gedaan, dat het mooi bij de bank past.

Twee jongens halen het lelijkste schilderij ter wereld van de muur en houden het joelend boven hun hoofd. We gaan met z’n allen met het lelijkste schilderij ter wereld op de foto. We dan-sen met het schilderij in onze armen en zingen liedjes voor het lelijkste schilderij ter wereld. Ik zeg dat het lelijkste schilderij ter wereld vroeger werd gebruikt om krijgsgevangenen te martelen.

De vrouw zegt dat we het schilderij terug moeten hangen. De man staat aan haar zijde. Ze zeggen dat het feest voorbij is, dat we moeten gaan. Het lelijkste schilderij ter wereld wordt weer boven de bank gehangen. We gaan naar huis. Als ik omkijk naar het lelijkste schilderij ter wereld, zie ik dat het schilderij ondersteboven is teruggehangen.

Na het feestgedruis van drie oktober, valt er nog wat te vieren: Werelddierendag. Ter ere daarvan een voorpublicatie uit de debuutbundel ultra-korte verhalen Er gebeurde o.a. niets van dierenwinkelmedewerker Joubert Pignon, tevens een van de illustrators van dit blad.

NEW YORKNadat ik hem naaktfoto’s van mezelf heb gemaild, nodigt Arnon Grunberg me uit naar New York te komen. Ik moet mijn vliegticket zelf betalen. In het vliegtuig zit ik naast een Chinese man met een groot hoofd. De nagels aan zijn rechterhand zijn beschimmeld. Zijn ene oor lijkt van gesmolten vlees.

Ik ben in New York. Die avond drink ik een Thaise cocktail bij Franchia op Park Avenue. De barman vraagt of ik Djoebur Pin-non ben (ik knik) en overhandigt me een envelop. In de envelop zit een blootfoto van mezelf. Over mijn lul is een snor getekend. De foto ruikt naar shag. Op de achterkant is een plattegrond getekend. Richtingaanwijzingen.

Even later zit ik tegenover Arnon Grunberg in een Italiaans restaurant op 3rd Avenue. Arnon heeft voor ons beiden eten en drinken besteld. Vitello tonato vooraf, en vervolgens agnello con spinaci. Ik ben vegetariër. We drinken een droge Orvieto Classico. Hoewel ik sneller drink dan hij, vult Arnon de glazen pas bij als hijzelf niets meer heeft. Als ik iets wil zeggen, steekt Arnon zijn open hand in de lucht – zachte, slappe palm – en stopt snel een hap eten in zijn mond. Arnon moet plassen, veegt met zijn servet zijn mond schoon, legt het servet op zijn stoel en blijft een kwartier weg. Als hij terugkomt zijn de vlekken in zijn kakikleurige pantalon duidelijk te zien. Arnon gaat zitten, vouwt zijn handen en kijkt me aan. ‘Zeg’, zegt hij, ‘ligt het aan mij of heeft die ober daar een plaksnor op?’ Ik kijk achter me, maar zie niets. Als ik me weer omdraai, is Arnon Grunberg verdwenen. De ober legt de rekening neer. Hij draagt geen plaksnor.

KLEINE DINGENIk wil weinig dingen. Ik wil tekeningen maken, verhalen schrijven, drinken, roken, films kijken, boeken lezen, muziek luisteren, met blote vrouwen in bed liggen en heel soms met mensen die ik al ken, praten. Dat is het wel. Al het andere stoot ik af, negeer ik of besteed ik uit. Twee keer per maand komt een schoonmaker mijn huis schoonmaken. Ik heb de schoonmaker gevonden via Marktplaats. Hij prees zichzelf aan als iemand die van aanpakken weet, enthousiast is en ook goed is in het repareren van kleine dingen. Na wat mailtjes kwamen we een zwart arbeidscontract overeen: voor tweeënhalf uur schoonmaken vraagt hij dertig euro contant. Om de dertig euro te kunnen betalen draai ik een extra zaterdagdienst in de dierenwinkel waar ik werk.

De eerste keer dat de schoonmaker kwam, hield mijn vriendin hem scherp, maar onopvallend in de gaten. Ze werkte in haar studeerkamer aan haar scriptie en af en toe loerde ze onder de deur door naar de schoonmaker. Ze zag dat hij hard werkte en ook de handgrepen van de keukenkastjes schoonmaakte. Wij wisten niets eens dat onze keukenkastjes handgrepen hadden.

Ik kwam thuis uit mijn werk, de schoonmaker was net klaar, hij bracht verslag uit van wat hij allemaal had gedaan. Met z’n drieën dronken we nog een glas 7Up.

De tweede keer dat de schoonmaker kwam, was mijn vriendin niet thuis. Ze was op bezoek bij een vriendin die ook aan haar scriptie werkt. De schoonmaker had de sleutel van ons huis gekregen.

Ik kom thuis. De deur is niet op slot. Ik loop naar binnen en hoor gekreun uit de slaapkamer komen. Het huis ziet er niet schoon-gemaakt uit. Ik loop naar de slaapkamer en doe de deur open. De schoonmaker ligt dronken in mijn bed. Alleen zijn hoofd steekt boven de dekens uit. Op de grond liggen lege flessen rosé. Mijn merk. Mijn vriendin verstopt drank in huis, op geheime plekken, omdat ik anders alle drank meteen opdrink. De schoonmaker staart me met wijd opengesperde ogen aan. Onder de deken zie ik zijn dikke buik op en neer bewegen. Hij heeft een regelmatige ademhaling. Zijn haar zit in de war.

10 Mare · 27 september 2012

Voorpublicatie

Naaktfoto’s voor Grunberg Voorpublicatie Er gebeurde o.a. niets

Dierenwinkelmedewerker, Mare-tekenaar en auteur Joubert Pignon. Foto Tessa Posthuma de Boer

Joubert Pignon, Er gebeurde o.a. niets Atlas Contact. € 17,95

Page 11: Mare, jaargang 36, nr. 4

Wat was uw afstudeercijfer? ‘Dat weet ik niet meer precies. Maar ik ben wel cum laude afgestudeerd.’

Proficiat nog. ‘(lacht hartelijk) Dank u. Als ik me heel ongelukkig voel, dan denk ik daar nog wel eens aan.’

Voelde het toen als een triomf?‘Ik wil niet overdreven bescheiden klinken maar of ik nu een acht of een negen haalde, maakte mij niet zoveel uit. Zelf een onderwerp kiezen, dat helemaal in je eentje uitzoeken en opschrijven, merken dat je dat leuk en interessant vindt – dat is veel belangrijker.

‘Ik ben toen best eigenwijs aan de slag gegaan. Ik heb het in de zomer van 1990 geschreven terwijl iedereen op vakantie was. Toen mijn begelei-der terugkwam, kreeg hij opeens een volledige scriptie zonder dat ik ooit tussenversies had voorgelegd.’

Uw scriptie onderzoekt de syn-taxis van moedertaalsprekers van het Esperanto, een kunstmatige taal die ooit bedacht is om de com-municatie tussen volkeren te verge-makkelijken. Hoe komt een mens daarbij terecht?‘Het is best een dwars onderwerp. Als je taalkunde gaat studeren, krijg je bij wijze van spreken op col-lege één van het vak “Inleiding tot de taalwetenschap” te horen dat de taalwetenschap zich bezighoudt met de natuurlijke taal van mensen. Niet met bijen- of computertaal en ook niet met bedachte talen zoals Esperanto. Eén van de argumenten daarvoor is dat kunsttaal geen moe-dertaalsprekers kent. Ik had mezelf op mijn dertiende Esperanto geleerd en wist er dus al het nodige vanaf. En als eerstejaars dacht ik meteen: dat klopt niet. Heel eigenwijs, zoals ik al zei.’

Dus toen u nog maar net studeerde, had u al een scriptieonderwerp te pakken?‘Zo zou je het kunnen zeggen. Toen ik het onderwerp jaren later inle-verde, dacht ik nog dat het wat con-troversieel zou zijn, maar het werd meteen geaccepteerd.’

Op je dertiende Esperanto aanle-ren, de liefde voor taal zat er vroeg in.‘Ja. Toen ik als kind op vakantie naar Wales ging, leerde ik de naam van dat ene dorp daar uitspreken: (Zon-der haperen) Llanfairpwllgwyngyll-gogerychwyrndrobwllllantysiliogo-gogoch. Die ken ik dus ook al dertig jaar uit mijn hoofd.

‘In de openbare bibliotheek van Den Bosch - waar ik woonde - vond ik een cursusboek van de Federatie van Arbeiders-Esperantisten en zo ben ik mij erin gaan verdiepen.’

Voor scriptie deed u onderzoek naar moedertaalsprekers van Es-peranto. Wat voor mensen zijn dat? ‘De beste zijn drietalige mensen die het kind zijn van internationale ou-ders die elkaar ontmoet hebben op een Esperanto-congres. Dus dan le-ren ze de taal van moeder, vader en Esperanto.

‘Ik vond die via het Internationaal Esperanto-instituut in Den Haag. Een half uur nadat ik ze had opge-beld, kwamen ze met een lijstje van moedertaalsprekers in Nederland. Daaruit heb ik de meest geschik-te gekozen en ze een vragenlijst opgestuurd.’

Een scriptie moet, hoe minimaal ook, nieuwe informatie presente-ren. Wat was uw ontdekking?‘Je hebt een traditie die zegt dat Espe-ranto geen syntaxis heeft. Er bestaan zestien grammaticaregels. Heel sim-pel dus. Alles wat niet door die re-gels verboden wordt, kan. Maar hoe je dan een zin opbouwt, dat moet dus ergens vandaan kan komen.

‘Ik heb laten zien dat in het Espe-

ranto van die moedertaalsprekers dingen zitten die je niet kunt verkla-ren aan de hand van de andere talen die die mensen ook spreken.

‘Mijn conclusie was dan de syn-taxis dus aangeboren was. Over die uitkomst zijn mijn gedachten nu wat veranderd. Inmiddels vind ik dat antwoord niet afdoende. Want als het niet aangeboren is, waarom komt het dan ook niet in die talen voor? Nu zou ik zeggen dat het voor-gekomen is uit een clash van de talen van de ouders. Je wordt sadder and wiser, hè.’

Ziet u soms eigenwijze studenten in de collegezaal zitten die u doen denken aan hoe u vroeger was?‘Ik vind het leuk om twee studenten elkaar in de haren te zien vliegen over de vraag of een klankregelma-tigheid nu aangeboren of historisch zo ontwikkeld is. Vroeger was ik één van hen.’

Nooit zorgen gemaakt over wat u zou doen na uw afstuderen?‘Nee. Na een jaar Nederlands te heb-ben gestudeerd, ben ik overgestapt naar algemene taalwetenschap en heb ik er ook een propedeuse infor-matica bij gedaan. Ik ben uiteindelijk afgestudeerd in de computertaalwe-tenschap. Begin jaren negentig wist je dat je dan meteen aan de slag kon.

‘Ik had bovendien de ongelofe-lijke luxe dat er meerdere promotie-plaatsen beschikbaar waren. Maar misschien moet je dat maar niet opschrijven want anders worden

studenten van nu wanhopig jaloers als ze dat lezen.

‘Wel dacht ik toen soms: “Als ik nu ga promoveren, dan ben ik vier jaar ouder en heb ik mezelf dan niet uit de markt geprijsd?” Maar in 2000 had je een crash en kwamen veel in-formatici op straat te staan. Ik kreeg toen net mijn eerste vaste baan.’

Studeren draaide voor u altijd om kennisverrijking blijkbaar, nooit om je klaar te stomen voor een baan.‘Precies. In het eerste jaar moest je een enquête invullen. Wat je wilde worden met deze opleiding en wat je dacht te gaan worden. De mees-ten gaven als antwoord op de eerste vraag “journalist” of “dichter” en op de tweede “leraar”.

‘Er was maar één iemand die op al-lebei de vragen invulde ‘hoogleraar’. Nu moet ik zeggen, ik was de eerste van mijn familie die ging studeren, dus ik wist was waarschijnlijk niet zo goed wat dat precies inhield. (lacht)’

Sommige studenten kunnen einde-loos tegen de scriptie aanhikken. ‘Ja, voor sommigen kan het iets te groot worden. Perfectionisme kan dan gaan tegenwerken.

‘Als ik mensen begeleid, raad ik hen aan zo snel mogelijk aanteke-ningen te maken. Ga zo snel mogelijk tikken, stel het niet uit.

‘Dat is mijn enige truc, het enige wat ik voor heb op mensen die het moeilijk vinden om tot iets te komen. Ga gewoon zitten en (gooit zijn han-

den op het toetsenbord). Als het niets is, kun je het nog weggooien. Mijn nadeel is dat ik corrigeren en her-werken dan weer minder leuk vindt. Mijn scriptie was ook het eerste werk dat ik op een computer schreef.

‘Van die gigantische floppy’s had je toen nog. Vooral met het bijhouden van de verschillende versies die je op andere computers had geschreven, ging het wel eens mis.’

Dacht u tijdens het schrijven van die scriptie nooit: ‘God, dit moet ik nu tot mijn vijfenzestigste zien vol te houden’?‘Nee, alleen zijn, schrijven en na-denken, ik vind het nog steeds fantastisch.’

Door Thomas BlonDeau

Achtergrond

27 september 2012 · Mare 11

Wie is hij?Marc van Oostendorp (1967) ging als eer-ste van zijn familie naar de universiteit. Hij ving zijn studie aan in Leiden om in 1991 cum laude af te studeren in Taal en Informatica te Tilburg. In 1995 promo-veerde hij aldaar, eveneens cum laude.

Momenteel werkt hij als senior-onder-zoeker op het Meertens Instituut, het on-derdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen dat zich bezighoudt met de bestudering en do-cumentatie van Nederlandse taal en cul-tuur.

Bij de Leidse taalkunde-opleiding is hij hoogleraar fonologische microvari-atie. Daarnaast levert hij bijdrages over taal aan verschillende media zoals Radio Noord-Holland, het tijdschrift Onze Taal en het weblog Sargasso.

Ook werkte hij mee aan Dat is andere taal!, een tv-serie over dialect en moe-dertaal, te zien op Nederland 2 op maan-dagavond.

Marc van Oostendorp, in de zomer van 1990 toen hij aan zijn scriptie werkte.

Page 12: Mare, jaargang 36, nr. 4

De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via [email protected] uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aan-geboden voor commerciële doelein-den worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan.

Doe iets met je kennis. Help een leerling op streek in 1 uur per week. In Leiden-Noord hebben 42 basis-schoolleerlingen bijles nodig, waar-van zes met vergoeding van €5,- per les. In Leiden-Zuid 15 basisschoolleer-lingen, waarvan vijf met vergoeding van €5,-. Hulp is nodig bij rekenen, begrijpend lezen, woordenschat en spelling. Vijf brugklassers uit Leiden-Noord zoeken hulp bij Nederlands, wiskunde en huiswerkbegeleiding. Ook hulp gezocht voor: Marokkaans meisje, Engels, Nederlands, 4vmbo; Somalisch meisje, lezen, woorden-schat, praktijkschool; Marokkaans meisje, Engels, 4vwo; Marokkaanse jongen, Nederlands, Engels, 4vmbo; Irakees meisje, natuurkunde, schei-kunde, Nederlands, 4vmbo-TL. Bijles in Onderwijswinkel, buurthuis Vo-gelvlucht, of bij leerling. Ook zoeken wij vrijwilligers voor bijles/huiswerk-hulp op twee basisscholen en op het woonwagencentrum Trekvaartplein, Leiden. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, woe en do, 15-17u. Tel: 071-5214256. Ons e-mailadres is [email protected].

Zangles in het centrum van Leiden. Pop, jazz, musical en muziektheorie. Ervaren docent met kennis van EVT. Les wordt overdag gegeven. Bel voor

een gratis proefles: Norman Ebicilio, 06-45308413, [email protected].

Wij zoeken een student(e) Engels die gedurende de komende 2 maan-den onze zoons (7 en 10) Engelse les kan geven, i.v.m. vertrek naar het buitenland. Gaarne reageren via 071-5143201.

Oppas gezocht (Professorenwijk, vlak bij Centrum) voor een meisje (10 jaar) voor avonduren (meestal dinsdag/donderdag). Bij voorkeur stu-dente die soms ook huiswerkbegelei-ding kan doen. Voor nadere info, bel: 06-22974158.

Gezocht: persoonlijk begeleidster voor onze dochter in Lisse (met zorg-taken). Het aanbieden van praktische vaardigheden op basisschoolniveau groep 3. Ben je zelfstandig, communi-catief, initiatiefrijk, neem dan contact op met 0252-416856 of [email protected].

NieuwsMaretjes

12 Mare · 27 september 2012

Prof.mr. B. Barentsen zal op vrijdag 28 september een oratie houden bij de benoeming van de Stichting Albeda Leerstoel / CAOP als vestiging bij de faculteit der rechtsgeleerdheid met als leeropdracht Arbeidsverhoudingen in de Publieke Sector.M. van Beuzekom zal op dinsdag 2 oktober om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Latent Risk Factors in Operating Theatres and Intensive Care Units’. Promotor is Prof.dr. A. Dahan. P.J.A. Keijsers zal op donderdag 4 ok-tober om 13.45 uur promoveren tot doc-tor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘In zijn eigen leemte afgerond’. Promotor is Prof.dr. E.J. van Alphen. C.A.A. van Heijningen zal op donder-dag 4 oktober om 15.00 uur promo-veren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘On the production and perception of syntactical regularities in zebra finches’. Promotor is Prof.dr. C.J. ten Cate. K.J. Wardenaar zal op donderdag 4 oktober om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘From Syndromes to Symptoms: Towards Validation of a Di-mensional Approach to Depression and Anxiety’. Promotoren zijn Prof.dr. F.G. Zitman en Prof.dr. B.W.J.H. Penninx (VU Medisch Centrum).R.J. Pat El zal op dinsdag 9 oktober om 10.00 uur promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Lost in translation: Congruency of teacher and student

perceptions of assessment as a predic-tor of intrinsic motivation in ethnodiver-se classrooms’. Promotoren zijn Prof.dr. P. Vedder en Prof.dr. M. S. R. Segers (Universiteit van Maastricht).A.S.Y. Chain zal op dinsdag 9 oktober om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschap-pen. De titel van het proefschrift is ‘Mind the Gap: Predicting Cardiovascu-lar Risk During Drug Development’. Pro-motoren zijn Prof.dr. M. Danhof en Prof.dr. M.C.J.M. Sturkenboom (EUR).E.M. Meulenbroek zal op dinsdag 9 oktober om 16.15 uur promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwe-tenschappen. De titel van het proef-schrift is ‘Structure-based insights into the repair of UV-damaged DNA’. Promo-toren zijn Prof.dr. J.P. Abrahams en Prof.dr. L.H.F. Mullenders.M. Urban zal op woensdag 10 oktober om 11.15 uur promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Analyzability and Semantic Associations in Referring Expressions. A Study in Comparative Lexicology’. Promotoren zijn Prof.dr. M.P.G.M. Mous en Prof. dr. B. Comrie (Max Planck Institute, Leipzig). E.H.J. Krekels zal op woensdag 10 ok-tober om 13.45 uur promoveren tot doc-tor in de Wiskunde en Natuurweten-schappen. De titel van het proefschrift is ‘Size does Matter - drug glucuronida-tion in Children’. Promotoren zijn Prof.dr. C.A.J. Knibbe en Prof.dr. D. Tibboel (Erasmus MC).J.T. Jonker zal op woensdag 10 oktober om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proef-

schrift is ‘Ectopic fat depositions in obe-sity and diabetes. Nutritional, exercise and pharmacological interventions’. Promotoren zijn Prof.dr. J.W.A. Smit, Prof.dr. J.A. Romijn en Prof.dr. A. de Roos. P.E.C. Mourad-Baars zal op woens-dag 10 oktober om 16.15 uur promo-veren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Helico-bacter pylori in childhood. Aspects of prevalence,diagnosis and treatment’. Promotor is Prof.dr. J.M. Wit. B.H.J. Litamahuputty zal op donder-dag 11 oktober om 11.15 uur promo-veren tot doctor in de Geestesweten-schappen. De titel van het proefschrift is ‘Ternate Malay: Grammar and Texts’. Promotor is Prof.dr. M.P.G.M. Mous. J. Swildens zal op donderdag 11 okto-ber om 13.45 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Viral vector-mediated gene transfer in fundamental and ap-plied cardiovascular research’. Promo-toren zijn Prof.dr. M.J. Schalij en Prof.dr. A. van der Laarse.J.P. Janssen zal op donderdag 11 okto-ber om 15.00 uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Advances in Quantita-tive Coronary and Vascular Angiograp-hy’. Promotor is Prof.dr.ir. J.H.C. Reiber. M.S. van Noorden zal op donderdag 11 oktober om 16.15uur promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘On real-world patients and real-world outcomes. The Leiden Routine Outcome Monitoring Study in patients with Mood, Anxiety and Somatoform disorders’. Promotor is Prof.dr. F.G. Zitman.

Academische Agenda

Brief In deze rubriek kunnen lezers in maximaal 300 woorden reageren op artikelen in Mare. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Over weigering wordt niet gecorrespondeerd. Mail naar [email protected]

> Vervolg van de voorpagina

‘In het voorjaar was er een soort glijbaan gebouwd in de sociëteit, waarbij een meisje een brandwond opliep. Maar dat heeft niets te maken met de veiligheid van het gebouw. Alle partijen waren het erover eens dat er sprake was van een ongeluk. Verder weet ik echt niets. Nou ja, het brandalarm is wel va-ker afgegaan. Maar dat komt doordat we een uitstekende installatie hebben, die nogal snel reageert. Bijvoorbeeld ook op de hitte die tij-dens een drukke avond ontstaat.’’

Castelein blijft onvermurwbaar: ‘Eigenlijk weet ik zelf ook niet wat er eerder is voorge-vallen. Maar er is heus voldoende gebeurd om de burgemeester tot dit besluit te brengen.’

Ten slotte de ontruiming, waarbij volgens Van Ham vrijwel iedereen al buiten was voor de brandweer arriveerde. ‘Achteraf hebben we natuurlijk nog wel een rondje door het pand gelopen, mét de brandweer.’ Castelein beaamt dat het bestuur de ontruiming reeds was begonnen. ‘De brandweer heeft het vervolgens wel overgenomen. Maar wat we

zeggen, ligt toch in elkaars verlengde? We zijn het eigenlijk helemaal niet met elkaar oneens.’

Aangezien Minerva, net als de gemeente, veiligheid voorop heeft staan, is het bestuur druk bezig met een veiligheidsplan. ‘Er werd wel vaker vuurwerk afgestoken na bestuurs-wissels, maar in deze vorm hebben we de avond vanaf nu afgeschaft. Ook al hebben we de hele tijd alles onder controle gehad. Goed, de avond verliep wel enigszins chao-tisch en hoe er spiritus op de gordijnen te-rechtkwam weet ik ook niet. Dat zoeken we via ons interne college voor de rechtspraak momenteel uit. De aanstichters kunnen bij-voorbeeld rekenen op een schorsing of een boete.’ Wanneer het plan uiteindelijk niet voldoende garanties biedt voor de toekomst, kan Lenferink de sluiting verlengen.

Op een nacht in 1959 werd de sociëteit van Minerva al eens volledig verwoest door een brand. Die avond hadden de leden een siga-renwedstrijd gehouden in de leeszaal, maar of die de brand veroorzaakt heeft, is nooit duidelijk geworden. MVW

Foto van een brandend Minerva in 1959. Het gebouw werd toen in as gelegd. Daarna orga-niseerden leden van Het Leidsch Studenten Cabaret optredens om fondsen te werven voor de nieuwbouw. Foto Regionaal Archief Leiden

Hoe kwam de spiritus op de gordijnen?

Politicologiepromovendus Peyman Jafari riep op Volkskrant.nl de autochtone ge-meenschap op om de rellen in Haren te veroordelen.

Pardon?‘De invloed van de Westerse cultuur is dui-delijk aanwezig bij rellen zoals in Haren en Hoek van Holland. Het zijn gevolgen van de doorgeslagen alcohol- en vrijheidscultuur in het Westen. De autochtone gemeenschap zou afstand moeten nemen van zulk gedrag, en be-langrijke rolmodellen zouden daarin het voor-touw moeten nemen.’

Er stond een disclaimer onder, dat het iro-nisch was bedoeld.‘Daarin stond dat ik het niet meende, en dat ik niet denk dat er inderdaad zo’n verband be-staat. Ik wilde vooral een spiegel voorhouden; want dat soort conclusies trekt men wèl als het over allochtone relschoppers gaat. Dan moeten de imam, de hoogleraar en de bakker om de hoek er ineens “afstand van nemen”, terwijl ze er niets mee te maken hadden. Die extra uitleg bleek overigens niet onnodig. Wat voor reacties krijg je erop? ‘Het stuk heeft een record gebroken: het is meer dan 10.000 keer gedeeld op Facebook, en het best gelezen opiniestuk op de Volkskrant-site van de afgelopen tijd. Ik krijg gelukkig geen hatemail of bedreigingen, al staan er soms ab-surde reacties op internetfora. Mensen die over

de disclaimer heen gelezen hadden, noemden me een racist. Dat was nou juist het punt.’

Je schrijft het wel ironisch op, maar er is toch een verband tussen de rellen en de Neder-landse alcoholcultuur?‘De redenering lijkt te kloppen; dat is de grens die ik op wilde zoeken. Maar zegt alcoholmis-bruik echt iets over de Nederlandse cultuur?’

Ja.‘Echt? Er zijn zoveel feesten waar gedron-ken wordt en die niet uitmonden in rellen. Het klopt niet dat een cultuur daarop wordt afgerekend.

‘Maar zelfs als je oprecht vindt dat het zo is, dan wordt dat verband in de media en de beeldvorming niet gelegd. Omgekeerd, bij al-lochtonen, gebeurt dat wel.’

In de tijd voor Pim Fortuyn was er in de me-dia een taboe op het noemen van afkomsten. Moet dat terugkomen?‘Ik ben niet voor taboes, maar wel voor dis-cussie. In België besloot De Morgen het woord “allochtoon” niet meer te gaan gebruiken. Niemand schrijft in Nederland dat “een groep autochtonen” een spoor van vernieling heeft getrokken, maar als het allochtonen zijn werkt het ineens anders. Dat zorgt voor beeldvor-ming die maatschappelijke effecten heeft. Er is na Fortuyn juist een nieuw taboe gekomen: je mag niet meer zeggen dat dat eigenlijk dis-criminatie is.’ BB

‘Autochtone jongeren slopen Haren’

Maretjes extra

Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi-commerciële instanties. De prijs voor een Maretje-extra is €23,– incl. BTW voor elke vijfen-dertig woorden. U kunt deze ad-vertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail: [email protected]

VACATURES Leiden (+ regio en Bollenstreek) Thuiszorg, Hulp bij het huishouden. Studenten (v/m) gezocht. Ook vakantiewerk ! Jij bepaalt waar en wanneer (6 – 24 uur p.w) Solliciteren ? Brief met CV www.thuiszorginholland.nl

Training Juridische informatie op internet. Ervaren juridische in-formatiespecialiste geeft training (individueel of in groepen) in het gebruik van en het efficiënt zoeken naar specifieke juridische vakinfor-matie.

Welke informatiebronnen zijn actueel, bevatten officiële docu-menten? Hoe vind ik Europese/internationale of Nederlandse wet-geving en/of jurisprudentie? Bel 0639493965 of www.lkclegalknow-ledgeconsultancy.nl

Op vrijdag 19 oktober organiseert Voluntá een voorbereidingsdag over vrijwilligerswerk in het bui-tenland in Plexus. Ben je je nog aan het oriënteren, of heb je al concrete plannen? Je bent welkom! Meer in-formatie op www.volunta.nl.

ADVERTENTIE

Nu ook in Leiden

Rondom relaties, assertiviteit,agressie & hoogbegaafdheid.

023 5252241 - www.idee-tt.nlal jaren vertrouwd

mare-idee 120914.indd 1 20-09-2012 15:34:00

ErectieIn Mare 3 (20 september) wordt aan-dacht besteed aan het onderzoek dat Tinde van Andel deed naar tropische afrodisiaca. Ze noemt daarin drankjes met daarin bois bandé, wat zij ‘een gekke naam’ vindt, want ‘het hout heeft

helemaal geen strepen’. Ze denkt dat het gaat om een verbastering van een Afrikaanse naam. Maar de verklaring is helemaal niet zo ingewikkeld: het Franse woord ‘bander’ betekent eenvoudigweg: een erectie krijgen. Niet vreemd dus dat de lokale

bevolking de term ‘dikkepiemelboom’ gebruikt. Zo zie je maar: Frans in je pakket kiezen is toch wel handig, zo nu en dan.Arie Hoeflaak, Voormalig universitair docent bij opleiding Frans en oud-lid van de Universiteitsraad

Page 13: Mare, jaargang 36, nr. 4

Vieren U kunt vechten, u kunt vluchten, of u geeft zich er gewoon aan over. Zo-als uw gezelschap na een paar bier steeds knapper wordt, zo zal ook de charme van het Leidens Ontzet zich na een paar alcoholische versnape-ringen aan u ontvouwen.

Drie oktober draait niet om de grote namen. Natuurlijk, er is nog net genoeg geld om Lange Frans een half uurtje te laten rappen, en beroepsweirdo Paul Turner heeft Expeditie Robinson blijkbaar over-leefd, want ook hij mag in zijn raarste outfit een liedje komen zingen. Toch zal de echte Leienaarrr eerder te vin-den zijn bij lokale beroemdheden als Rubberen Henkie (een Rubberen Robbie tribute-band), hét muziekfe-nomeen Barry Badpak (bekend van ‘Kamelenteen’) en de Leidse Elvis.

De ware drie-oktobersfeer ont-popt zich bij kleine cafeetjes. Breng een bezoekje aan de Bonte Koe voor The Amazing Stroopwafels. Ze schreven hun eerste singles in 1980 en ja, die spelen ze nog steeds. Zing mee met liedjes als Radijs, Dakpan en Verse Vis. Stoor je vooral niet aan de vijftigers voor het podium, ze hebben zich net genoeg moed in-gedronken om af en toe een truttige dansbeweging te maken.

Op 3 oktober kan je de kater van 2 oktober op zeer vermakelijke wijze uitzitten in het Van der Werfpark. Nadat de Polsstokbond Holland heeft laten zien hoe je wél droog naar de overkant komt, bewijzen teams van vier Leidse studentenverenigin-gen dat fierljeppen ook kan eindigen in de gracht.

Een goede bodem voor de laatste avond vol foute covers en frutsel-bandjes bestaat natuurlijk niet uit haring en wittebrood. Sleep je meest ranzige huisgenoot mee naar het eer-ste Open Leidsch Kampioenschap Frikandel Eten, om 17.00 uur in de Hut van Ome Henne. De winnaar ontvangt een beker en een diner bij Brasserie Bennies. De tweede prijs is, hoe kan het ook anders, een pak frikadellen.

Woon je in het centrum maar heb je geen zin om je in het feestgedruis te storten? Haal het feest naar jou toe. Plant een bordje in de tuin met: ‘toilet: 50 cent’ en word rijk terwijl je de rij wachtende meisjes aan de praat houdt. Regel meteen een date voor het vuurwerk bij de Zijlpoort. Bezo-pen mannen blijven je bespaard: heel Leiden is vanavond hun toilet. PM

Voor een overzicht van het hele programma: leidensontzet.comEr is ook een 3 oktober-app. Misschien werkt hij dit jaar wel.

Vluchten Oh, god. Drie Oktober staat alweer voor de deur! Voor veel mensen re-den om hun spaarvarkentje kapot te slaan en zich op de kermis en in de kroeg een delirium te zuipen. Een paar dagen lang wordt Leidens ont-zet, ironisch genoeg, gevierd door de complete stad te bezetten en ter-roriseren, en er zo’n rotzooi van te maken dat het voor bewoners van de binnenstad vrijwel onmogelijk is om nog de deur uit te komen of nacht-rust te pakken. Leuk als je gezellig meefeest, maar niet iedereen heeft daar behoefte aan. Wat kun je doen als je het hele gedoe wilt vermijden?

Ga eens aPPels PlukkenMaak van de nood een deugd door de schoonheid van het vaderland te herontdekken. Bezoek een natuur-reservaat, ga eens wandelen langs het strand of doe één van de mooie, historische locaties aan die ons land rijk is. Ga bijvoorbeeld langs land-goed de Olmenhorst, een onver-wachte oase van rust in het hart van de Randstad. Hier kun je een wan-deling langs de boomgaarden ma-ken, workshops volgen, lekker een drankje doen of meehelpen bij het plukken van appels en peren. Zeer geschikt voor de biologisch verant-woorde natuurliefhebber.

koM tot jezelfGrijp de kans aan om, in deze tijd van absolute chaos, je eigen rustplek diep in jezelf te vinden. Verdiep je in een nieuwe religie, leer mediteren of probeer yoga eens uit. Je hoeft niet eens naar Tibet om tot verlichting te komen: Leiden is rijk aan boeddhisti-sche- en meditatiecentra. Zo is er het zencentrum Suiren-Ji aan de Hoge-woerd 162, waar je door middel van meditatie en ademhalingsoefeningen een baken van vreedzame acceptatie en kalmte kunt worden. Ideaal voor het spirituele, hippieachtige type.

PrePare for the worstSoms is het het best om je gewoon terug te trekken en te wachten tot de wereld weer normaal gaat doen. Maar dat hoeft nog niet te beteke-nen dat je alles maar over je heen laat komen! Bereid je voor door groot boodschappen te doen en al je favo-riete snacks/levensbehoeften in huis te halen. Huur een scala aan films (of bezoek de videotheek om te kijken welke films je wilt downloaden) en plan een paar gezellige avondjes met vrienden of je geliefde. Sluit je huis vervolgens hermetisch af en laat de stad zichzelf verscheuren terwijl jij met een koker pringles zombieflicks zit te kijken. De droom van elke new-age kluizenaar. Ms

Vlucht, Vier of Vreet!Hoe overleef je Drie oktober?Willem van Oranje bevrijdde Leiden in 1574 van de Spaanse bezetting. De Leidenaren werden voor hun moed bedankt met een universiteit. Dat heuglijke feit wordt nog elk jaar met veel feestgedruis gevierd. Tot jolijt en ergernis van velen. Mare presenteert een driestappenplan voor het grote volksfeest.

VretenDe mythische hutspot die in 1574 op de Spaanse schansen stond en symbool werd voor het einde van de hongersnood ten gevolge van de Spaanse bezetting, leek niet op de moderne peen en ui. De aardappel had Nederland nog niet bereikt – vermoedelijk zat er roggebrood in als zetmeelbron. Als er al wortel in ging, was die niet oranje: de mo-derne penen hebben die kleur van-wege nationalistische Nederlandse plantenveredelaars. Nationalisme dat teruggreep op de tachtigjarige oorlog: misschien waren zonder Willem van Oranjes succes op 3 oktober 1574 wortels wel nooit oranje geweest.

Wie iets historisch verant-woords wil bouwen, moet aan de slag met pastinaken, gele wortels, vlees, rogge en vermoedelijk peul-vruchten. Voor de gemakzuchtiger lezers beperken we ons tot drie hutspot-tips.

tiP 1: veel Mensen HouDen niet van HutsPot Een verstandige kok houdt daar rekening mee, en geeft een beetje hutspot met heel veel bijgerecht. In de Leidse invented tradition is dat in elk geval draadjesvlees (klap-stuk). Het geheime ingrediënt van draadjesvlees is tijd; het makke-lijkste en lekkerste is het om het de avond van tevoren te maken en ’s nachts te laten nagaren. Onze-kere koks kunnen hun hutspot he-lemaal verstoppen onder nog meer soorten vlees. De penenstamp zelf is spotgoedkoop, dus houd een la-ding achter voor de mensen die het wèl lekker vinden.

tiP 2: bouillonWe kunnen hier veel schrijven over zelfgetrokken bouillon, spe-ciale wortelrassen en geavan-ceerde kooktechnieken, maar dat zal de meeste Leidenaars worst wezen. Kook de groente gaar met bouillonblokjes om zout en andere smaakversterkers toe te voegen. Groentebouillon is prima, en ge-schikt voor eventueel aanwezige vegetariërs.

tiP 3: rooMboterZoveel als je durft. Geen gezanik met pakjes halfvolle melk; gewoon knallen: 3 oktober is geen gezond-heidsfestival. Wie het feest op de traditionele manier viert, kan bo-vendien wel een stevige bodem ge-bruiken voor alle drank. bb

27 september 2012 · Mare 13

3 oktober

Page 14: Mare, jaargang 36, nr. 4

Men in Africa and the Caribbean take bitter-tasting draughts to improve their libido; a botanist from Leiden examined the ingredients, and why they are used.

BY BART BRAUN Tinde van Andel has spread out her collection of tropical aphrodisiacs on a table in the Van Steenis building: bottles from various countries in Africa that once contained fruit juice or vodka, now filled with chips of wood and bottles from islands in the Caribbean containing dried leaves, seeds, roots and more pieces of wood.

One Jamaican bottle, its label boasting “Pump it up wid Big Man roots tonic wine islands” holds a brown liquid without any visible ve-getable traces.

“If you are researching how peo-ple use plants, this is the first thing you will run into. My male students are swamped with aphrodisiacs, whether they are interested or not”, says Van Andel. She works at the National Herbarium, currently a di-vision of the Naturalis Biodiversity Center. Originally, she trained as a plant biologist, but as she investi-gates what people do with plants, her work involves many aspects of cultural-anthropology.

“Perhaps one per cent of the men who take these potions drink them because they actually have erectile problems,” she postulates. The rest of them take them because they al-legedly “purify the blood”, because it is virile to be able to take these bit-ter draughts, and because everyone does, and has done for generations. “On Trinidad, the men drink ‘mau-by’, which is so bitter it makes you gag, but migrants from Trinidad get homesick if they can’t get it.”

The Caribbean potions probably have their roots in similar brews imbibed in West Africa. African slaves, transported across the Atlantic, had to impro-vise, and because many Af-rican plants do not grow in the Caribbean, they were forced to look for new ingredients, often aided by the local Amerindian people.

Van Andel and an international team of scientists are to publish a paper in the Jour-nal of Ethnophar-macology soon, in which they discuss these “men drinks”. 35 African and 117 Caribbean concoc-tions from sixteen different countries were analysed in the wood collec-tion at Naturalis to see which plants they actually con-tained. And they contained quite a few – in total, the

The richest mixtures contain up to 27 different types of plants

Swamped with aphrodisiacs

be a corruption of the African name for the ingredient it was supposed to replace.

Now, centuries after the slave trade, Van Andel has noticed the same phenomenon: people are mov-ing to a new continent – Europe – and have to make do with whatever is available.

Ghanaian potions sold in districts of London where many immigrants live contain roots from Jamaica. And she herself was once mystified by strange petals in a bottle from a shop in Amsterdam’s Bijlmer district. “But Ms Van Andel, surely you recognise all the plants?” asked the Suriname shop assistant. The petals were ordi-nary Dutch marigolds.

“Moreover, the locals called it ‘potency wood’

or ‘fat dick tree’.”Photo Jorik Swier

scientists discovered 324 different species, of which 180 only occured once. However, the richest mixtures contained up to 27 different types of plants; some of them actually work – at least, in the lab they increased sperm production or produced erections.

In many countries, ingredients of animal origin are also added. To em-phasise the sexual nature, they might contain armadillo tails, cock spurs, pieces of octopus or the genitals of tortoises or coati. To make things worse, the alcohol content can be as high as sixty per cent.

Like its cuisine, the Caribbean aphrodisiacs are influenced by a mixture of African, European and local culture. The Haitians add Ar-

temisia to their “tifey”, following the French tradition of absinth, while Jamaican cordials incorporate im-ported European herbs.

The French Caribbean draughts include bois bandé. “Moreover, the locals called it ‘potency wood’ or ‘fat dick tree’.”

The name does not really have much to do with the tree it desig-nates; in the Caribbean, as many as ten trees are called bois bandé, though they are not related. “Every island has its own kind, and taxo-nomically, they are not related to each other at all.”

However, this year, on a field trip to Gabon, she discovered that a lo-cal Mostuea variety is called sete mb-wandé in Bakéle. Bois bandé could

14 Mare · 27 september 2012

English page

The very first farmersIn the Journal of Archaeological Science, Leiden archaeologist Corrie Bakels tells the story of the rise of agriculture in Europe. Agriculture developed some ten thousand years ago on different conti-nents, and spread from there. European agriculture came from the Middle East and started with eight plants: legumes, grain that you can only buy at organic shops nowadays and flax. As thousands of years past and agriculture advanced slowly towards the northwest, some plants disappeared from this selection: lentils, chick peas and another legume, bitter vetch. Another crop was added: the poppy – perhaps prehistoric farmers liked a little opium now and then. There is adequate evidence for the presence of the crops, explains Bakels, but we do not know on what sort of land they were grown. Did the farmers set fire to the fields before using them for cultivation for a few years and then move on, or was it a more permanent situation?

From A to ZIf you want to achieve anything in sci-ence, you must get your work published work in scientific journals. Once that’s done, you have to wait for your fellow scientists to cite it. Now that bosses and directors are starting to a closer look at citations, the order in which authors are named in a joint publication is becoming increasingly important: the general rule is that either the first or the last author to be named is the most important. In the journal Informetrics, bibliome-trist Ludo Waltman describes how the custom to list the authors in alphabetical order is dying out. Having made a study of papers published in 2011, he ob-served that less than four per cent used alphabetical order, against 8.9 per cent in 1981. However, when large groups of people collaborate on a paper, as hap-pens in genetics or particle physics, the authors are more and more frequently listed alphabetically once the main authors have been named.

Sandwiched cultureIn the Journal of Microbiological Me-thods, Leiden biologists Inez de Jong and Dennis Claessen describe a new method of cultivating the bacterium Streptomyces coelicolor. Normally, if you grow this species on a Petri dish, it will be exposed to air and consequently produce all sorts of substances such as antibiotics and fungicidal molecules. Which is great for the pharmaceutical industry but a nuisance if you are intere-sted in what this bacterium does when it is not exposed to air. Accordingly, the biologists warmed the bacterial colony in an oven, and then covered it with a cellophane plate. The Streptomyces grow more slowly in this “sandwiched culture” but they don’t get up to any of tricks they perform when they are grown on a single plate, making it easier to find out how those tricks work.

Chick peas.

Page 15: Mare, jaargang 36, nr. 4

F I L MOp 2 en 3 oktober zijn alle Leidse bioscopen gesloten.TRIANONTeddagelijks 18.45 + 21.30, za + zo ook 14.15Intouchablesdagelijks 18.45 + 21.30Tous ensembledagelijks 19.00A Royal Affairdagelijks 21.30LIDOSavagesdagelijks 18.30 + 21.30Hope Springsdagelijks 18.45 + 21.30The Possessiondagelijks 21.30The Bourne Legacy dagelijks 18.30 + 21.30De Verbouwing 12jr.dagelijks 18.45 + 21.30KIJKHUISTo Rome with Lovedagelijks 18.45 + 21.15Simon and The Oaksdagelijks 19.15Shadow Dancerdagelijks 21.45

M U Z I E K LVCBUNK: Architects, Mudde, Full CrateVr 28 september 23.00u €7,50Revenche of the Rock & Roll Monsters TourZa 29 september 20.00u €15,-HutspotklapperrrDi 2 oktober 23.00u €10,-HutspotklapperrrWo 3 oktober 23.00u €10,-DE TWEE SPIEGHELSLucas Meijers en Tim EijmaalVr 28 september 21.00uTriplicate Za 29 september 16.00uNiek de Bruin ProjectZo 30 september 16.00uLOKHORSTKERKClavichordconcertenVr 28 september 20.00u; za 29 september 20.15u; zo 30 september 14.15uQ-BUSDivera – Vera van der Poel & BandVr 28 september 20.30u €10,-De Leidse Danssalon: Indian Summer PartyZa 29 september 20.00u €10,-Royal Wood & RailsZo 30 september 20.30u €15,-Jeff Hershey & The HeartbreaksZo 7 oktober 20.30u €10,-The Patrick Sweany BandMa 8 oktober 20.30u €10,-VELVETMokeZo 30 september 13.00u-13.45uDE WAAGPort of CallZo 30 september 13.45u-14.45u

T H E AT E RTHEATER INS BLAUSchwalbe speelt valsDo 27 september 20.30u €14,50OpeningsfestivalZa 29 september 20.30u gratis toegangCAFÉ DE UYLCabaret: Lopes & Van Teijn e.a.Za 29 en zo 30 september 14.00u-18.00u

D I V E R S E NHAAGWEG 4KaterfietstochtDo 4 oktober 9.00u €5,-QUINTUSInternational Blacklight Party door AEGEE, SiB, SOL e.a.Vr 5 oktober 23.00u vvk: €4,- deur: €5,- (incl. 2 bodypaintsticks)SELEXYZ-KOOYKERPoëzie/monoloog/improvisatieZo 30 september 13.00u-15.45uHORTUS BOTANICUSPlantenolympiadet/m 1 oktober 2012LEIDS WEVERSHUISDrukdrukdruk!t/m 21 oktober 2012HET LEIDSE VOLKSHUISExpositie Schilderijen en beeldent/m 3 november 2012MUSEUM VOLKENKUNDEDe verborgen tuin: Juwelen uit Indiat/m 6 januari 2013LAKENHALParelen in kunst, natuur & dans16 september t/m 13 januari 2013

De telefonische wachttoon van KPN, een boze TomTomstem. Tony Roe van Tin Men & The Telephone haalt overal muziek uit. ‘Vooral als het me irriteert.’

DOOR MARLEEN VAN WESEL De drie mu-zikanten van Tin Men & The Telep-hone werkten al langer samen, maar vonden pas echt hun richting toen toetsenist Tony Roe problemen had met zijn internetverbinding. ‘Toen ik voor de zoveelste keer het ogenblik-geduld-rieldeltje op mijn telefoon aanhoorde, heb ik het op-genomen en er een nummer van ge-maakt en opgestuurd naar KPN. Ze vonden het heel leuk, wat eigenlijk helemaal niet mijn bedoeling was. Maar ineens ontdekte ik ook iets waarbij alles samen kwam. Wan-neer je op deze manier zoekt zijn de mogelijkheden veel breder dan wanneer je alleen vanuit de muziek kijkt.’

Vanwaar die naam?‘Ik wilde niet iets met mijn eigen naam en ik hield wel van de vage lange namen van oude hiphopcol-lectieven, zoals Grandmaster Flash and the Furious Five. Bovendien hebben we een rode telefoon die bij van alles in onze show meedoet. En ik houd gewoon niet zo van bellen. Dingen waaraan ik me irriteer zijn een eindeloze inspiratiebron. Veel meer dan prettige dingen.’

Hoe groot is het bereik van jullie muziek? ‘We hoeven niet op 3FM, maar ik denk dat je ook met complexe mu-ziek meer kunt aanspreken dan al-leen een klein nichepubliek. Belgen en Duitsers staan naar mijn idee wel wat meer open voor aparte muziek.

‘De buitenlandplannen liggen dan ook al klaar. Over twee maanden willen we op tour door België, Enge-

De eindeloze inspiratie van irritatieSpeelse jazz-experimenten rond moderne fratsen

en rekwisieten uit de films getoond, naast de echte, uitgebreide archeolo-gische verzameling van het museum. Zo laten we zien wat echt en nep is op het witte doek.

‘Maar er wordt geen oordeel over uitgesproken. Je moet de films im-mers kunnen waarderen voor wat ze wél doen: het grotere publiek interes-seren in een fascinerend onderwerp.’

Hoe is het tot stand gekomen? ‘Ik ben altijd al geïnteresseerd ge-weest in films. Toen ik egyptologie ging studeren in Leiden werd het Egypte in film en op tv een soort specialisatie van me. Ik ging van alles verzamelen: posters, filmstills, foto’s. Inmiddels heb ik meer dan duizend stukken.

‘Maar hoewel ik erg van de films houd, en er veel prachtige scènes bijzitten, bevat elke film wel fouten en onwaarheden. Als expert ben je je daarvan bewust, maar veel mensen geloven wel dat het echt is, wat er in die films gebeurt.

'Immers: Hollywood geeft zo veel geld uit aan die films, dan zal het toch wel kloppen? Dan zit je als egyptoloog te knarsetanden. Het is mooi dat de interesse in het onder-werp erdoor wordt aangewakkerd,

Het knarsetanden van de kennerHoe Hollywood de farao’s verbeeldde

Wat is er echt en nep op het witte doek? Het Rijksmuseum van Oud-heden turft de fouten van de filmindustrie. 'Veel mensen denken: er is zo veel geld aan uitgegeven, dan zal het toch wel kloppen?'

Gastconservator Hans van de Berg, wat houdt de tentoonstelling Het Egypte van Hollywood in? ‘Er worden filmfragmenten, posters,

maar Hollywood wijkt vaak juist enorm af.’

Hoe komt u aan al het materiaal? ‘Daar ben ik jaren mee beziggeweest. Contacten opbouwen, interessante objecten lokaliseren, enzovoorts. Het meeste komt uit Los Angeles. We hebben veel rekwisieten die echt in de films zijn gebruikt.

‘Dat is heel bijzonder is. Filmmaat-schappijen lenen namelijk zelden objecten uit voor tentoonstellingen: het zal maar kapot gaan. Ook wor-den ze soms hergebruikt en kunnen dus niet worden uitgeleend.

‘Dat dergelijke voorwerpen naar het buitenland gaan is dus uitzon-derlijk, een primeur. Gelukkig zijn de mensen die zulke films maken en het archief van filmmaatschappijen beheren vaak erg betrokken bij hun verzameling.

‘Ik ben gewoon stout geweest en heb ze benaderd met de vraag, of ik ze kon tentoonstellen in een oud-heidkundig museum. Dat idee von-den ze uitzonderlijk; hun rekwisie-ten die nu een plek krijgen naast de real deal. Dat vinden ze een eer. Zo is deze uitzonderlijke samenwerking tot stand gekomen.

‘Het leuke aan de Hollywood-

objecten is trouwens dat ze meestal goedkoop en voor eenmalig gebruik zijn gemaakt, voor één scene. Dat zie je niet in een filmproductie, maar buiten de spotlichten zie je dat het vaak best eenvoudig in elkaar zit.’

Zelf nog favoriete films? ‘In de jaren ’50 zijn er een aantal prachtige verfilmingen uitgekomen. Men had toen nog gevoel voor his-toriek. Ben Hur, The Egyptian, The Ten Commandments, Land of the Pharaohs zijn mooie voorbeelden.

‘In The Egyptian wordt fantastisch de entree van de farao in het paleis weergegeven. Erg mooi, maar de zaal is veel te groot. In Land of the Pha-raohs wordt het uithakken en trans-port van de steenblokken voor de piramides erg goed uitgebeeld.

‘Dat zijn allemaal massascènes, geen computerwerk. Duizenden mensen aan het werk! Enorm veel aandacht voor detail. Dat zie je ge-woon niet meer.’

DOOR MAX SMITSLOO

Rijksmuseum van OudhedenVan 13 oktober t/m 17 maart€ 5,50-9

land, Duitsland, Frankrijk, Turkije, Zuid-Afrika en Amerika.’

Komt er na jullie debuut Moetje-nou!? uit het najaar van 2010 en een experimenteel kerstalbum uit 2011 binnenkort nog iets nieuws? ‘Jazeker, begin 2013. Het wordt iets bijzonders, qua vorm. Geen cd, maar een soort applicatie, waarbij de muziek verandert tijdens het luisteren. Het wordt interactief en visueel, net als onze shows.’

Contrasteert dat geëxperimenteer met moderne technologieën niet met licht maatschappijkritische nummers als KPN en TomTom,

een nummer waarin een naviga-tiestem boos wordt omdat de au-tomobilist nooit luistert? ‘De ene keer ben ik een liefhebber van moderne fratsen, de andere keer verfoei ik ze. Ik spendeer voor mijn werk enorm veel tijd achter de computer, maar ik ben niet altijd fan van het apparaat. Daar zit een interessant spanningsveld.’

Het visuele aspect, door film-pjes via een beamer, is belangrijk bij jullie shows. Is er daardoor nog wel plaats voor ouderwetse jazzimprovisatie?‘Bij TomTom en KPN inderdaad niet echt, want video staat nu een-

maal nogal vast. Maar we hebben ook een nummer waarbij een groep koeien op het scherm naar mij kijkt wanneer ik iets speel, en dan weer naar de contrabassist.

‘De bewegingen van de koeien staan niet vast, maar zijn gekoppeld aan mijn toetsen. Het type interac-tie is daardoor nog steeds beperkt, maar dat maakt het juist interes-sant. Wanneer je vanuit een beper-king improviseert, kom je juist op dingen waar je anders niet op was gekomen.’ Tin Men And The Telephone, De Burcht (Tuinzaal) za 29 september 21.00u, €15,-

Cultuur

27 september 2012 · Mare 15

Agenda

Tin Men & The Telephone. Foto PR

‘Elke film bevat onwaarheden. In The Egyptian is de paleiszaal is veel te groot.’

Page 16: Mare, jaargang 36, nr. 4

‘We worden vast afgeslacht’Football Factory Dameselftal 2, ook wel ‘FC Kneus’Mariska Beijer (20, psychologie): ‘Zon-dag hadden we onze eerste wedstrijd. We hebben met 13 - 0 verloren. Van tevoren kregen we snel nog even uitge-legd wat buitenspel is en deden we een namenrondje. Driekwart van de meiden had voor de eerste training nog nooit een bal aangeraakt.’Taylor Bouwman (17): ‘We hebben ei-genlijk best goed gespeeld. Het eindre-sultaat was alleen niet zo goed. Maar we hebben wel gescoord.’Daniëlle Poot (19, pedagogische we-tenschappen): ‘In eigen goal, ja. Dankzij Mariska. Ik denk dat FC Kneus wel een goede naam voor ons is.’Mariska Beijer: ‘Ik richtte niet bewust, hoor. Hij kwam per ongeluk tegen mijn voet.’ Elize Nunes Goncalves (23): ‘Maar de meiden uit dat andere team speelden

ook al zes jaar samen. En ze kwamen uit een dorp. Wij hebben pas drie keer getraind.’ Mariska Beijer: ‘Mohammed, de trainer, moet ons nog even leren hoe we een bal af kunnen pakken. En hoe we een bal aan moeten nemen.’Trainer Mohammed Naciri: ‘Tijdens een training moet je dingen leren. Jullie kun-nen nog veel leren.’Lisa Mesander (19, pedagogische we-tenschappen): ‘Ons spel moet verbete-ren. En onze conditie. Na de wedstrijd had ik zoveel spierpijn dat ik mijn eigen veters niet meer kon strikken. Maar de sfeer was goed. Als je de bal ziet ga je er gewoon voor, al ben je eigenlijk kapot.’Maura van den Kommer (19, cultu-rele antropologie): De meesten van ons hebben geen enkele voetbalervaring. Ik wilde met een clubje vriendinnen van

Quintus voetballen, maar had te weinig meisjes voor een team. Daniëlle had hetzelfde idee met wat meiden van haar studie. Via Facebook kwamen we in con-tact.Daniëlle Poot: ‘Ik heb twaalf jaar aan theater gedaan, maar wilde eens wat an-ders. Nu gebruik ik de voetbalschoenen en oude scheenbeschermers van mijn broertje. Hij vindt het geloof ik wel stoer.’Eva Hartman (26): ‘Mijn vriend vindt het ook prachtig. Hij wil steeds komen kijken. Dat heb ik hem verboden, we moeten eerst beter worden. Over een paar we-ken herken je ons niet meer terug.’Nadia van Alten (19, pedagogische we-tenschappen): ‘Sanne is ons geheime wapen omdat ze jarenlang op trampoli-nespringen zat. Ze kan salto’s maken en naar alle hoeken van het doel duiken. En Yvonne keept ook heel goed.’

Yvonne Versluys (20, geneeskunde): ‘Ik heb een jaar op voetbal gezeten, maar had nog nooit gekeept. Het lijkt heel wat, maar dat komt vooral omdat de meiden nog niet zo goed kunnen richten en vrij zacht schieten. Daardoor houd ik de bal-len gemakkelijk tegen. Zondag kwam de bal ineens keihard van alle kanten. Toen dacht ik wel even: “Help, dit kan ik niet.”’Lisanne van der Have (20, rechten): ‘Volgende zondag gaan we in elk geval proberen om één doelpunt te scoren.’Farah Mesbahi (21, psychologie): ‘We worden waarschijnlijk weer afgeslacht, maar het blijft gezellig. Zolang we het doelsaldo van de tegenpartij maar onder de 15 weten te houden. Uiteindelijk wor-den we heus wel beter.’ Door PETrA MEijEr

Eén dag meerWaarom heeft een week niet acht da-gen? Een dagje extra weekend zou het leven zoveel gemakkelijker maken…

Studie, werk, sport, vrienden, vrien-dinnen, slapen, eten. Alles moet in razend tempo worden afgewerkt. Het is alsof we als doventolk in een stu-dentenversie van ramses Shaffy’s ‘zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder’ terecht zijn gekomen. Heftig gebarend en van de hak op de tak springend bezigen we ons met al onze bezigheden. Dat alles met een aanzwellende passie, want we doen immers wat we leuk vinden. We heb-ben er toch allemaal zelf voor gekozen. Toch? of hadden we helemaal geen keuze?

Studie, moet. Werk, moet. Sport, moet misschien niet voor iedereen, maar velen zouden het kunnen gebrui-ken. Vrienden, moet. Vriendin, over-komt je, daarna: moet. Slapen, lijkt me verstandig. Eten, idem dito. Dus hebben we een keuze? Niet bepaald.

Goed, nu we vastgesteld hebben dat het leven een drukke bezigheid is die je geen dag met eeuwige rust laat, is het tijd om een klein rekensommetje te maken. Laten we eens wat bezig-heden op een rijtje zetten met de tijd die we er gemiddeld per week aan kwijt zijn, te beginnen met de studie: een 40-urige studielast. Werken komt al gauw uit op ongeveer acht uur. Van slapen wordt gezegd dat acht uur per dag gezond is. Sport 5 uur, eten 15, wakker worden en gaan slapen 7, reis-tijd 15…

168-40-56-8-5-15-7-15=22 uur over voor vrijetijdsbesteding te verdelen over je vrienden, je geliefde en, niet te vergeten, jezelf. Dat lijkt misschien nog aardig wat, maar bedenk dat dit maar drie uur per dag is. Één uur voor je vrienden, één uur voor je geliefde en één uur jezelf. Ga dan na hoe strikt jouw schema is. Zie je het getal al krimpen? En dan gaat dit nog maar om een ‘normale’, behoorlijk saaie week, waarin geen bijzondere gelegenheden een rol spelen. Zo’n week heb je na-tuurlijk nooit.

Echter, een klaagzang als deze wordt natuurlijk niet serieus genomen. Stu-denten zijn immers luie schepsels die de hele dag alleen maar ‘borrelen’ en feesten. De studententijd is de beste tijd van je leven - dat weten we alle-maal - dus als wij gaan zeuren, kan het niet anders dan dat het voortkomt uit onwetendheid en arrogantie. We verkeren in een bevoorrechte positie en het enige dat ons interesseert is die positie behouden. Particularisme in de 21e eeuw.

Er zit ergens wel wat in. Natuurlijk trekt de student ten strijde voor wat hem lief is en tegen wat hem deert. Dat doet iedereen.

Maar een beetje meer ‘rust in de tent’ doet toch niemand kwaad? Dus wat is er tegen een achtste dag in de week? Het ziekteverzuim zal even-redig dalen met de stressfactor. De arbeidsproductiviteit zal stijgen en iedereen wordt ontspannener en ge-lukkiger. Laat iedereen zijn eigen gang maar gaan. Doen we het eens anders dan we altijd hebben gedaan. Één dagje maar… KEY TENGELEr

MaaiKey

16 Mare · 27 september 2012

Bandirah

Het clubje

Foto Taco van der Eb