pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie,...

123
1 Hoofdstuk 1: Geschiedenis, theorie en onderzoeksstrategieën 1. Domein ontwikkelingsᴪ Ontwikkelingsᴪ= bestudeert de verandering en stabiliteit over de levensloop 3 aspecten: - Wetenschappelijk : beschrijven & vaststellen van factoren die de samenhang en veranderingen van mensen beïnvloeden, van geboorte tot overlijden - Toegepast : sterk op praktijk gericht - Interdisciplinair : ontw. zich door gecombineerde inspanningen vanuit vele wetenschappen die een oplossing zoeken op alledaagse problemen (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten ontwikkelingsᴪ Theorie over ontwikkeling Theorie = een geordend en samenhangend geheel van uitspraken dat gedrag beschrijft, verklaart en voorspelt Theorieën zijn nuttig voor: - Zorgen voor georganiseerd kader bij observaties van personen leiden hetgeen we zien+ geven er betekenis aan - Basis voor praktijk theorie helpt het begrijpen van de ontw. waardoor we instaat zijn om de behandeling en het welzijn van de kinderen beter in te schatten. OPMERKING: theorieën zijn cultuur en context gebonden maar het voortbestaan van de theorie kan gegarandeerd w door wetenschappelijke verificatie Dmv. wetensch onderzoek theorie herhaaldelijk kunnen bevestigen! Verschillende theorieën categoriseren dmv. 3 basisvragen: - Is de ontwikkeling continu / discontinu? - Is er 1 verloop van de ontwikkeling / meerdere? - Is erfelijkheid of milieu het belangrijkst ? 2.1 Continu of discontinu?

Transcript of pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie,...

Page 1: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

1

Hoofdstuk 1: Geschiedenis, theorie en onderzoeksstrategieën 1.Domein ontwikkelingsᴪ Ontwikkelingsᴪ= bestudeert de verandering en stabiliteit over de levensloop3 aspecten:

- Wetenschappelijk : beschrijven & vaststellen van factoren die de samenhang en veranderingen van mensen beïnvloeden, van geboorte tot overlijden

- Toegepast : sterk op praktijk gericht- Interdisciplinair : ontw. zich door gecombineerde inspanningen vanuit vele

wetenschappen die een oplossing zoeken op alledaagse problemen (biologie, antropologie, sociologie, neurologie)

2. Basisuitgangspunten ontwikkelingsᴪTheorie over ontwikkelingTheorie = een geordend en samenhangend geheel van uitspraken dat gedrag beschrijft, verklaart en voorspelt

Theorieën zijn nuttig voor:- Zorgen voor georganiseerd kader bij observaties van personen leiden hetgeen we

zien+ geven er betekenis aan - Basis voor praktijk theorie helpt het begrijpen van de ontw. waardoor we instaat

zijn om de behandeling en het welzijn van de kinderen beter in te schatten. OPMERKING: theorieën zijn cultuur en context gebonden maar het voortbestaan van de theorie kan gegarandeerd w door wetenschappelijke verificatie Dmv. wetensch onderzoek theorie herhaaldelijk kunnen bevestigen! Verschillende theorieën categoriseren dmv. 3 basisvragen:

- Is de ontwikkeling continu / discontinu?- Is er 1 verloop van de ontwikkeling / meerdere?- Is erfelijkheid of milieu het belangrijkst ?

2.1 Continu of discontinu?

Continu DiscontinuGeleidelijk uitbreiden van zelfde soort vaardigheden die er in begin al waren. verschil kind – volwassene? =moeilijkheidsgraad:een kind & volwassene reageren hetzelfde, alleen kan de volwassene moeilijkere dingen aan.

Ontwikkeling= nieuwe manier van reageren in specifieke periodes. Elk niveau heeft zijn eigen gedragingen, gedachten,…

Geleidelijke ontwikkeling

graduele, voortdurende transformatie

Ontwikkeling in stadia: kwalitatieve veranderingen in denken en doen kenmerkend voor bepaalde perioden ~ trap beklimmen: elke trap = meer volwassen manier van functioneren snellere transformatie bij trapje hoger gaan (plotselinge verandering)

Page 2: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

2

2.2 verloop of meerdere?VROEGER: aanhangers van stadiatheorieën iedereen doorloopt dezelfde sequentie (=opeenvolging) van ontw.NU: meerdere vormen van ontw. mogelijk door contexten

Context= unieke combinaties van persoonskenmerken en omgevingskenmerken die kunnenleiden tot verschillende trajecten van ontw.verschillende omstandigheden creëren verschillen in intellectuele capaciteiten, socialevaardigheden en gevoelens over zichzelf en anderen.Bvb: verlegen kind moeder gaat de omgeving aanpassen aan het karakter van het kind (aanmoedigen om te spelen met anderen) extravert kind (minder aanmoediging nodig)

2.3 Erfelijkheid of omgeving?Nature nurture Nature NurtureAangeboren, biologische eigenschappen genetische overerving

Complex systeem van de fysische en sociale wereldBeïnvloedt biologische en psychologische ont.

Alle theorieën vinden beide elementen belangrijk; maar klemtoon ligt vaak anders:- Stabiliteit (behouden van de relatieve positie):

o Klemtoon erfelijkheid: individuen die hoog/laag scoren op een bepaald kenmerk, blijven dat doen op latere leeftijd o Klemtoon omgeving: vroege ervaringen kunnen levenslang invloed hebben op het gedrag

- Plasticiteit (verandering is mogelijk):o Klemtoon omgeving: verandering is mogelijk, gebaseerd op ervaringen

3. Het levensloopperspectief Dynamische systeembenadering: ontw. w gezien als een dynamisch systeem dat steeds verder gaat, zich uitstrekt van bevruchting tot dood en vorm krijgt door een complex netwerk van biologische, psychologische en sociale invloeden. compromis tussen basisvragen continu/discontinu en nature/nurture

BELANGRIJKSTE AANHANGER: levensloopperspectief4 veronderstellingen bij dit systeem:- Ontwikkeling is levenslang- Ontwikkeling is multidimensioneel en veelvormig- Ontwikkeling is plastisch - Ontwikkeling w beïnvloedt door vele krachten in interactie met elkaar3.1 Ontwikkeling is levenslangElke verandering binnen eender welke fase van de ontw. heeft een even groot effect op hetverdere verloop van het leven geen superieure fasen, elke fase even belangrijk!

Page 3: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

3

In elke periode komen er veranderingen voor binnen 3 domeinen:- Fysiek: lengte, coördinatie, proporties lichaam, fysieke gezondheid, motorische capaciteiten- Cognitief: intellectuele capaciteiten (aandacht, geheugen, probleemoplossend denken, taal)- Emotioneel en sociaal: emoties, apathie, vriendschap, moraliteit, inzicht eigen emoties

Veranderingen gebeuren niet bij iedereen op hetzelfde tijdstip / volgens hetzelfde patroon!

3.2 Ontwikkeling is multidimensioneel en veelvormingMultidimensioneel = bepaald door een complex samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren Veelvormig; 2 manieren

Veelvormig: er is niet altijd vooruitgang in alle domeinen; het ene domein kan sterker ontw. dan het andere

Veelvormig: vooruitgang maar ook achteruitgang mogelijk binnen éénzelfde domein bvb; bejaarden cognitief en fysiek achteruitgang

3.3 Ontwikkeling is plastisch~Kneedbaarheid, veranderbaarheid: ontw. is niet vastgelegdEr zijn grote verschillen tussen individuen.! Plasticiteit neemt af naarmate de capaciteit en mogelijkheid voor de verandering afneemt

3.4 Ontwikkeling w beïnvloedt door vele krachten in interactie met elkaarw georganiseerd binnen 3 categorieën:o Leeftijdsgebonden invloeden: gebeurtenissen sterk gebonden aan leeftijd en daardoor

voorspelbaar Vooral aanwezig binnen kindertijd en adolescentie snelle biologische

veranderingen + culturele ervaringen zorgen voor de capaciteiten nodig om te participeren aan de maatschappij

Normatief iedereen gaat deze invloeden dooro Gebonden aan geschiedenis: ervaren door mensen geboren rond eenzelfde tijdstip

(cohort) (normatief) Bvb; epidemies, oorlogen, economische depressie, …

o Niet-normatieve gebeurtenissen: gebeurtenis belangrijk voor slechts 1 persoon en daarom niet voorspelbaar

Vaak sterke invloed op de persoon Bvb; relatie aangaan, dood geliefd persoon,…

Prenataal Bevruchting - geboorteBaby & peuter Geboorte - 2 jrVroege kindertijd 2-6 jrMidden-kindertijd 6-11 jrAdolescentie 11-18 jrVroege volwassenheid 18-40 jrMidden-volwassenheid 40-65 jrLate volwassenheid 65jr - dood

Page 4: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

4

OPMERKING LEVENSLOOPVISIE:Veel potentiële ontw. mogelijk elk domein ~ 1 boom en de takken lopen naarmate we ouder w steeds meer in elkaar over en ondergaan continue en stadiumgewijze transformaties.

4. Voorgeschiedenis

4.1 Wetenschappelijke voorvaders

Evolutietheorie Darwin~ kernprincipes basis ontwpsyNatuurlijke selectie = soorten hebben kenmerken die aangepast zijn aan hun

omgeving Survival of the fittest: individuen die het best aangepast zijn aan de omgevingoverleven en planten zich voort genen w doorgegeven aan de volgende generaties

Normatieve benadering Normatief = gedrag wordt bij een groot aantal personen gemeten waarbij leeftijdsgebonden invloeden de typische ontwikkeling voorstellen.

Grondleggers Hall en Gesell:Onderzochten wat kinderen kunnen op bepaalde leeftijden. (adhv. Vragenlijsten, oberservaties, intervieuws). Ze vonden dat er een vast patroon is i de ontw. (Je zou bepaalde dingen moeten kunnen op bepaalde leeftijden)

TestbewegingDOEL: kinderen met leerproblemen identificeren Binet & Simon: eerste succesvolle intelligentietest.

5. Midden 20 ste eeuw: theorieën (Psycho-analyse, Behaviorisme- sociaal leren & Cognitieve OP)5.1 Klassieke theorieën

Psychoanalytische visie VISIE: kinderen gaan door een reeds stadia waarin er conflicten zijn tussen de biologische driften (agressief, seksueel) en sociale verwachtingen oplossing bepaalt psychisch functioneren 2 belangrijke vertegenwoordigers: Freud & Erikson

1. Freud Psychoseksuele theorie= hoe ouders omgaan met de impulsen/driften van de kinderen in de eerst levensjaren is cruciaal en bepaalt de verdere ontwikkeling van de persoonlijkheid.

Id Ego Superego-Onbewust-Ruimste aspect-Biologische behoeften/verlangensaanwezig bij geboorte

= bewuste, rationele aspect -Impulsen van id in aanvaardbare richting sturen

ontstaan vroege kindertijd

= het geweten-Ontstaan door interacties met verzorgers

ontstaan 3-6jr

Page 5: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

5

Relaties tussen 3 aspecten van de persoon: id, ego en superego bepalenbasispersoonlijkheid individu

Aandacht voor ≠ lichaamszones, correcte hoeveelheid bevrediging

Oraal Anaal Fallisch Latentie GenitaalGeboorte – 1 jr 1-3 jr 3-6 jr 6-11 jr AdolescentieLust geconcentreerd rond de mond levensdrift; voedsel

Beheersen eigen ontlasting

Biologische geslachtsverschillen vaststellen

Rustfase energie op leren

Interesse seksualiteit

De psychoseksuele stadia:DOEL: evenwicht tussen driften / bevrediging zoeken anders vertekende persoonlijkheid bvb; geen evenwicht orale fase roken

KRITIEK FREUD:

- Klemtoon te fel op seksuele gevoelens in ontwikkeling - Theorie cultuur-specifiek afgestemd op de 19e eeuwse Victoriaanse maatschappij- Geen onderzoek bij kinderen zelf!

2. Erikson Uitbreiding theorie Freud 3 extra stadia toevoegen + andere naamgevingPsychosociale theorie =Ego bemiddeld niet alleen tussen het id en superego, maar is ook een positieve kracht in de ontw. Het streeft ernaar om de relaties zo goed mogelijk te laten verlopen. Freud: Erikson erkent het belang van de culturele context (aandacht andere culturen)

Verschillende stadia met in elk stadia een basisconflict:

Vertrouwen ↔ wantrouwen Geboorte tot 1 jaarAutonomie ↔ schaamte/twijfel 1 - 3 jaarInititief ↔ schuld 3 - 6 jaarVlijt ↔ minderwaardigheid 6 - 11 jaarIdentiteit ↔ minderwaardigheid AdolescentieIntimiteit ↔ isolement Vroege volwassenheidGenerativiteit ↔ stagnatie Midden-volwassenheid

Page 6: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

6

Integriteit ↔ wanhoop Late volwassenheid

Voor- en nadelen psychoanalytische theorieën:

Behaviorisme + sociaal leren (’50) Behaviorisme : directe observeerbare gebeurtenissen gedefinieerd als stimuli en reacties GRONDLEGGER: Watson (Little Albert)

1. Klassieke conditionering: stimulus-respons - Watson was geïnspireerd door Pavlov’s experiment (spijsvertering

honden) en voerde zo ook het experiment met kleine Albert uit en slaagde erin om aan te tonen dat de omgeving een grote rol speelt in de ontw. en het maken van stimulus-respons associaties.

- ~ Locke’s tabula rasa: omgeving = dominant + een continu proces

2. Operante conditionering: bekrachtigen en straffen - Grondlegger: Skinner (experiment rat skinnerbox): leren uit de

gevolgen van het gedrag- IDEE: gedrag zal toenemen wanneer er een positieve reactie op is & het

zal afnemen bij negatieve reacties

3. Sociale leertheorie: model-leren - Grondlegger: Bandura rol van cognitie komt naar voor (nadruk hoe we

over onszelf en anderen denken) DUS eerder sociaal-cognitieve theorie- Kijken naar anderen en zien wat hun gedrag tot gevolg heeft; hoe

anderen zich prijzen en verwijten maken - Kinderen zijn selectief in wat ze imiteren (cognitief denken) model-

leren dmv. standards (persoonlijke normen) van gedrag + self-efficacy (het geloof dat hun eigen mogelijkheden en karaktertrekken hun zullen helpen te slagen)

Voor- en nadelen behaviorisme:Voordelen Nadelen+ toegepast in gedragstherapie:

dmv. conditionering en model-leren ongewenst gedrag elimineren & gewenst gedrag stimuleren

- beperkte visie omgevingsinvloeden (kinderen leren nog via andere kanalen)- onderschatten van eigen bijdrage kind tot ontwikkeling

Piaget’s cognitieve ontwikkelingstheorie

Voordelen Nadelen+ klinische methode + inspireerde onderzoek over aspecten emotionele/sociale ontw.

- weinig aandacht voor andere methodes geïsoleerd van andere theorieën- ideeën zijn slechts veronderstellingen en kunnen moeilijk onderzocht worden

Page 7: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

7

Cognitieve ontwikkelingstheorie = kinderen bouwen actief kennis op door omgaan met en verkennen van de wereld.

Centraal: biologisch concept adaptatie: de structuren van de hersenen ontwikkelen zich om zo goed mogelijk te passen of de externe wereld zo goed mogelijk te begrijpen. Kinderen bekijken deze ideeën om een equilibrium (evenwicht) te bereiken tussen de interne structuren en informatie Bvb; baby’s beseffen niet dat als je een voorwerp wegneemt, het buiten hun zicht verder blijft bestaan realisatie door equilibrium

Vier stadia: gekenmerkt door een kwalitatieve onderscheidbare manier van denken:

Senso-motorisch stadium

0-1 jr Cognitieve ontw. begint bij baby door het gebruik van zintuigen en bewegingen om de wereld te ontdekkendenken = handelen (kan niet anders in contact komen met de wereld)

Pre-operationeel stadium

2-7 jr Handelen evolueert naar symbolisch, maar nog onlogisch denken

Concreet-operationeel stadium

7-11 jr

Cognitie w getransformeerd meer georganiseerd denken

Formeel-operationeel stadium

11 jr Gedachten w complexe, abstracte redeneringen vd adolescent / volwassene

Methode onderzoek:BEGIN CARRIÈRE: observatie eigen kinderen die hij voor alledaagse problemen stelde theorie gebaseerd op de reacties vd. kinderen gedurende eerste 2 levensjaren Beperkt: kunnen niet zeggen wat ze voelen/denkenLATERE CARRIÈRE: klinische interviews (open vragen) beginnen met 1 vraag, afhankelijk van het antwoord nieuwe vraag stellen (~ gesprek)

Voor- en nadelen:Voordelen Nadelen+ kinderen leren actief dmv. rijke, gestructureerde intelligentie + stimuleerde veel onderzoek over kinderen

-onderschatting competentie baby’s en kleuters-prestatie kan verbeterd w door training-niet genoeg aandacht voor socioculturele invloeden op ontwikkeling-volgens Piaget geen cognitieve veranderingen meer na adolescentie

6. Recente theorieën + 3 contextuele theorieën

Informatieverwerking

Page 8: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

8

Informatieverwerking: metafoor van de computer opvatting dat de menselijke geest een systeem is dat symbolen manipuleert en waar informatie doorstroomt.° Input: ervaring°Output: gedrag/respons

Ontwikkeling w gezien als continu, dus geen stadia ( Piaget)Gebruik van flowcharts: diagrammen die een serie van stappen weergeven die individuen zouden gebruiken om problemen op te lossen. Verschillende modellen:

- De één geeft de kinderen hun kunnen weer via 1 / meerdere taken- Anderen beschrijven het menselijke systeem als 1 geheel

Voordelen Nadelen+ kind als actieve denker maar geen stadia+ zorgvuldige, rigoureuze onderzoeksmethoden

- geen omvattende theorie van ontwikkeling- geen verbeelding, creativiteit- labo-studies veralgemeenbaar voor echte leven?

Cognitieve ontwikkelings-neurowetenschapCognitieve ontwikkelings-neurowetenschap= nieuw onderzoeksdomein dat onderzoekers uit ᴪ, biologie, neurowetenschap en geneeskunde samenbrengt om de relatie te bestuderen tussen veranderingen in de hersenen en de ontwikkeling van denken en gedrag.relatie nagaan tussen veranderingen in de hersenen en het gedragspatroon dmv. nieuwe methoden van brain-imaging

CONCLUSIES:- Hersenen vooral plastisch tijdens eerste 5 jaar (later evt. ook nog)- Invloed van ervaring, neurale basis van vele leer- en gedragsstoornissen,

interventieonderzoek

3 contextuele theorieën 1) Ethologie en evolutionaire ontwikkelingsᴪ

Ethologie= houdt zich voornamelijk bezig met de aanpassende of overlevingswaarde van gedrag en de geschiedenis ervan in evolutie. (Bestudeert de kritische en gevoelige periodes.)Bekendste vertegenwoordigers: Lorenz en Timbergen: onderzochten gedragspatronen bij verschillende diersoorten die de kans op overleven vergroten IMPRINTING; gedrag aangeleerd in vroege, korte periode bvb; ganzen volgen na geboorte het eerste bewegende voorwerp dat ze zienOnderscheid:

o Kritische periode : individu is biologisch voorbereid om adaptieve gedragingen aan te leren gedurende korte tijdsinterval dmv. de omgeving die het leerproces stimuleert

o Gevoelige periode : optimale periode om te leren, bijzonder gevoelig voor omgevingsinvloeden periode waarin vaardigheden best w aangeleerd (later moeilijk). De grenzen zijn minder duidelijk omschreven.

Evolutionaire ontwikkelingsᴪ: probeert aanpassingswaarde te begrijpen van menselijke competenties.Bestudeert cognitieve, emotionele en sociale competenties die veranderen met de leeftijd. Bvb: Spelen met kinderen van hetzelfde geslacht.

Input w gecodeerd + getransformeerd

Page 9: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

9

Bouwt verder op ethologie.

Niet alleen interesse voor biologische component van ontw maar ook voor sociale component dus ook interesse in het ‘leren’.

2) Socioculturele theorie van Vygotsky Socioculturele theorie: focus op hoe de cultuur (waarden/overtuigingen/gewoonten/vaardigheden) w overgedragen op de volgende generatie sociale interactie nodig voor kinderen om manieren van denken en gedragingen te leren van de gemeenschapscultuur.

Sociale interactie = samenwerken en dialogeren met mensen die meer weten.

gebaseerd op steun van anderen (sociaal gemedieerd proces)

! Verschillende culturen selecteren andere taken die de kinderen moeten leren bvb; bij ons is lezen belangrijk, in het Midden-Oosten leren verkopen

Opvolgers Vygotsky : zoeken nr evenwicht tussen

individuele en sociale invloeden

3) Ecologische systeemtheorie Bronfenbrenner Ecologische systeemtheorie= de mens ontwikkelt zich binnen een complex systeem van relaties en is beïnvloed door verschillende niveaus van omgevingniveaus: reeks van concentrische cirkels (van binnen nr buiten) bio-ecologisch model: naast de biologische factoren ook veel invloed van de omgevingVerschillende systemen: - microsysteem - mesosysteem - exosysteem - macrosysteem - chronosysteem

==> Dynamisch

NIVEAUS:-Microsysteem:

= activiteiten en interacties in de onmiddellijke omgeving bvb; gezin, leeftijdsgenoten, school= bidirectioneel (beïnvloeding in 2 richtingen)! andere individuen in microsysteem hebben ook een invloed op de kwaliteit van een tweepersonenrelatie

Voordelen Nadelen+ kinderen ontwikkelen unieke vaardigheden in elke cultuur+ erkend belang van overerving en groei hersenen+ benadrukt sociale overdraging van kennis

- verwaarlozing biologische invloeden- verwaarlozing eigen bijdrage tot ontwikkeling (alles gaat via sociale mediatie)

Page 10: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

10

Bvb; huwelijksproblemen vijandige reacties nr kinderen toe kinderen w vijandig

- Mesosysteem:= verbindingen tussen microsystemen bvb; ouders-school; ouders moeten voldoende invloed hebben bij huiswerk om te zorgen dat het op school goed gaat

- Exosysteem:= sociale contexten die kind niet omvatten, maar toch invloed hebben op de onmiddellijke omgeving bvb; werk; flexibiliteit werkuren vader bepaalt hoeveelheid contact met kind = onderscheid

Formeel bvb; dokters in de buurt, werk van ouders

Informeel bvb; vrienden, buren, familie

- Macrosysteem:= culturele waarden, wetten, gebruiken en hulpbronnen bvb; kinderopvang! De voorrang die het macrosysteem geeft aan de noden van kinderen en volwassenen beïnvloedt de steun die ze krijgen in de binnenste cirkels.

- Chronosysteem:= tijdsdimensie van model ; omgeving verandert altijd (door omgeving / individu)

Voordelen Nadelen+ ontwikkeling is een samenspel van omgeving en individu + mens is product en producent van eigen omgeving+ omvattende theorie

Geen nadelen !

4) Vergelijken theorieën Heel belangrijk voor examen!!! Theorieën richten zich op verschillende domeinen van ontwikkeling (bvb: cognitief vs

emotioneel en sociaal) Iedere theorie heeft een opvatting over 3 basisvragen. Zie tabel in boek! Alle theorieën hebben voor- en nadelen

7. Onderzoek in de OP

BEGIN: hypothese (= voorspelling vanuit theorie; stellingen over wat we moeten observeren wanneer we onderzoeken) Keuze onderzoeksstrategie met oog op:

o Onderzoeksmethode: specifieke activiteiten van deelnemers (test, vragenlijst, interview), basisbenadering voor verzamelen van info

o Onderzoeksopzet (design): algemeen plan van onderzoek dat beste toets van hypothese mogelijkmaakt

o Ethische aspecten onderzoek

7.1 Onderzoeksmethoden

Methode Beschrijving Voordelen Nadelen

SYSTEMATISCHE = observatie in veld, + alledaags gedrag zien - weinig controle

Page 11: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

11

OBSERVATIE:Naturalistische observatie

natuurlijke omgeving

SYSTEMATISCHE OBSERVATIE:Gestructureerde observatie

= observatie van gedrag in een laboratorium, waar de condities gelijk zijn voor alle proefpersonen (opgezet gedrag)

+ meer controle want iedere deelnemer heeft gelijke kans om bestudeerde gedrag te vertonen

- labo-gedrag ≠ alledaags gedrag

ZELF-RAPPORTERING:Klinisch interview

= flexibele interviewstijl (~ gesprek) waarbij de interviewer vraagt naar de invalshoek/visie vd deelnemer over een onderwerp

+ goed beeld van hoe proefpersoon redeneert in het alledaagse leven + grote hoeveelheid + diepgaande informatie kan gewonnen w in een korte tijd

- Geen accuraatheid in respons- Moeilijk te vglk met andere deelnemers- Invloed proefleider (vraagstelling)

ZELF-RAPPORTERING:Gestructureerd interview, vragenlijst, test

= aan elke deelnemer w dezelfde vragen op dezelfde manier gesteldSoms vragenlijsten gebruikt om antwoorden van grote groepen te bekomen

+ vglk tussen deelnemers is mogelijk + bij vooropgestelde vragen kan je meer keuze geven dan bij klinisch interview (niet aan denken op die moment)

- Niet diezelfde diepgaande informatie als bij klinisch interview - Antw zijn nog steeds onderhevig aan invloed van proefleider

Klinische methode / gevalsstudie

= brengt veel en uiteenlopende informatie samen over een persoon door een combinatie van test, interviews en observaties DOEL: een zo compleet mogelijk beeld verkrijgen van het psychisch functioneren van 1 persoon

+ Rijke informatie over de factoren die de ontw van 1 persoon beïnvloeden

- Bevindingen kunnen niet veralgemeend w en zijn niet van toepassing op alle andere individuen

METHODEN OM CULTUUR TE BESTUDEREN:Cross-cultureel onderzoek

= aan verschillende individuen van een cultuur dezelfde vragen stellenDOEL: veralgemeenbaarheid

? ?

METHODEN OM CULTUUR TE BESTUDEREN:Etnografische methode

= beschrijvende / kwalitatieve techniek waarbij de onderzoeker vaak participeert dmv. bij een cultuur te gaan leven en zo aantekeningen maken (field notes) en deze samenbrengen (monografie)

+ meer complete beschrijving van deze cultuur dan één observatie / één interview

- kan beïnvloedt w door waarden/ theoretische veronderstellingen van de onderzoeker - kan niet veralgemeend w naar andere culturen / studies

EXAMENVRAAG: vooral over gelijkenissen / verschillen dmv. invulvragen

7.2 Onderzoekdesigns

Correlationeel design: onderzoekers verzamelen informatie van de individuen in natuurlijke leefsituaties zonder deze informatie te schaden. Daarna kijken ze naar de onderlinge relaties tussen participanten hun karakteristieken, gedrag of ontwikkeling.

Page 12: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

12

Duidt op een samenhang tussen variabelen en toont GEEN oorzaak-gevolg effect aan! Bvb; hoe hangt de opvoeding samen met het IQ van de ouders?ECHTER GEEN OORZAAK-GEVOLG WANT:o Beïnvloeding kan in 2 richtingen gebeuren (A B of B A)o Er kan een derde variabele meespelen (C A&B)

Samenhang tussen 2 variabelen w aangeduid dmv. correlatiecoëfficiënt:

*Waarbij de grootte duidt op de sterkte van de samenhang:- Grootte van getal = tussen 0-1Dichter bij 1 (positief / negatief) is een meer uitgesproken samenhang

*Waarbij het teken duidt op de richting van de samenhang:-Aangegeven door + of – tekenPositief (+): als de ene variabele toeneemt, neemt ook de andere variabele toeNegatief (-): als de ene variabele toeneemt, neem de andere variabele af

Experimenteel design: interferenties oorzaak-gevolg w mogelijk door toevallige toewijzing van proefpersonen aan condities.

2 soorten variabelen:- Onafhankelijke variabele: de variabele die de onderzoeker manipuleert

veroorzaakt veranderingen in de andere variabele- Afhankelijke variabele: de variabele die de onderzoeker gaat meten w beïnvloedt

door de OV

Belang van toevallige toewijzing: onderzoekers gebruiken een onbevooroordeelde procedure om de deelnemers toe te wijzen aan verschillende condities verhoogt de kans dat de kenmerken gelijk verdeeld zullen zijn over de condities!

VARIANTEN OP EXPERIMENTEEL ONDERZOEK:- Veldexperiment: in natuurlijke omgeving, maar met toevallige toewijzing

(manipulatie van condities). Maakt gebruik van mogelijkheden voor toevallige toewijzing in natuurlijke om gevingen

- Natuurlijk experiment: Bestaande behandelingen vergeleken, groepen zo vergelijkbaar mogelijk maken. (Matching)

7.3 Onderzoeksdesigns voor ontwikkelingsᴪLongitudinaal Cross-sectioneel Sequentieel= zelfde groep bestuderen op verschillende momenten in het leven vd proefpersonen

= verschillende groepen qua leeftijd bestuderen op eenzelfde moment in de tijd

= Verschillende gelijkaardige studies (cross-sectioneel of longitudinaal) bestuderen op verschillende momenten2 soorten:*Longitudinale sequens: een opeenvolging van 2 of meer longitudinale studies (meerdere groepen w een aantal jaar gevolgd)*Cross-sectionele sequens:

Page 13: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

13

+ algemene patronen en individuele verschillen w duidelijk+ relaties tussen vroegere en latere gebeurtenissen kunnen gelinkt w- 3 problemen:Praktisch: uitval (deelnemers vallen weg)Praktijkeffecten: als je een test meerdere malen gaat afnemen, zullen de deelnemers anders reageren Cohorteffecten: mensen geboren in zelfde periode, zelfde historische invloeden veralgemenen?

+ meer efficiënt (minder lang onderzoek doen)+ geen uitval / praktijkeffecten- alleen algemene trends, geen individuele verschillen in de ontw- cohort-effecten: iedere leeftijdsgroep behoort tot een andere cohort (leeftijdsverschillen = vertekend!)

een opeenvolging van 2 of meer cross-sectionele studies (meerdere keren verschillende groepen vergelijken die van leeftijd verschillen op eenzelfde moment in de tijd) + zowel longitudinale als cross-sectionele vergelijkingen+ cohort-effecten analyseren - dezelfde problemen als longitudinaal en cross-sectioneel, maar wel bewust van de problemen

Sequentieel design

Combinatie experimenteel en ontwikkelingsopzet

Alle onderzoek in ontwpsy laat alleen correlationele conclusies toe, geen causale interferenties Toch causale informatie nodig?OPLOSSING: experimenteel manipuleren van de ervaringen ontw verloopt beter dmv. manipulatie = evidentie voor causale samenhang--> Combinatie experiment en longitudinale behandeling komt steeds vaker voor!

8. Rechten van de deelnemers

Ethische aspecten onderzoek

Elk onderzoekscentrum heeft een eigen ethische commissieRechten van deelnemers aan onderzoek:1. Bescherming tegen nadelen

Page 14: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

14

2. Geïnformeerde toestemming (7 jr) omvat recht om deelname te beëindigen3. Privacy4. Kennis van resultaten5. Voordelige behandelingen

Indien misleiding / iets achterhouden, dan moet er een debriefing komen (uitleg als onderzoek afgerond is)

Hoofdstuk 3: Prenatale ontwikkeling, geboorte en pasgeboren baby Thema’s:

- Prenatale ontwikkeling en invloeden- (Natuurlijke) geboorte, medische ingrepen en geboortecomplicaties- Verbazende capaciteiten van pasgeborenen (reflexen, states, zintuigen)

1.Prenatale ontwikkeling

In de helft van de menstruele cyclus (+- 14dagen) vindt er een eiersprong plaats:- Het eitje werd gerijpt in de eierstok binnen in de follikel- Rond ongeveer 14 dagen barst de eicel uit de follikel en blijft het gele lichaam over &

sterft af- Eicel w opgevangen in de eileider waar de eventuele bevruchting plaats vindt

BEVRUCHTING:° ♂: 300 miljoen zaadcellen /dag productie teelballen; zaadcellen binnen bij ♀ langs lange weg (vagina baarmoeder eileider)

- Dmv. trilharen w de bevruchte eicel, die begint de delen (na 4 dagen; blastocyt), naar de baarmoeder gebracht waar ze zich in de wand van de baarmoeder zal nestelen

-->Ontstaan zygote: ingenestelde, bevruchte eicel -->Resorptie als de eicel niet w bevrucht: cel w afgebroken en opgenomen in het lichaam. Wordt verwijderd tijdens de menstratie.

3 perioden in de prenatale ontwikkeling:- Zygote - Embryo - Foetus

1.1 Periode van de zygoteDUUR: 2 weken4 e dag: blastocyt = verschillende gedeelde cellen klonteren samen + ontstaan holte binnen eicel (blastula) blastocyt bestaat uit:

o Embryoblast: binnenlaag en basis voor het nieuwe organismeo Trophoblast: buitenste laag en beschermlaag + voedselvoorziener

Na ongeveer 7-9 dagen: innesteling = blastocyt nestelt zich diep in de baarmoederwand trophoblast groeit snel en vormt het amnion (vlies) zorgt ervoor dat het organisme gaat liggen in vruchtwater, wat er op zijn beurt voor zorgt dat er een constante temperatuur is + stootkussen voor organisme

Page 15: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

15

ontstaan dooierzak: productie bloedcellen totdat de lever, milt en beenmerg klaar zijn om de productie over te nemen! 30% vd zygoten overleeft deze fase NIET

Einde 2 e week: trophoblast ontw. nieuw vlies, chorion, welke de amnion omringt. Uit de chorion ontstaan vlokken (bloedvezels) die zich zullen nestelen in de baarmoederwand waardoor de placenta kan ontstaan.Placenta (moederkoek): voorziet voedsel + zuurstof voor organisme & verwijderd afvalstoffen organisme (2 functies: in- en uitvoer)Placenta is verbonden met de navelstreng: bestaat uit 1 ader die bloed + voedsel voorziet en 2 slagaders die de afvalstoffen wegvoeren (is eerst klein maar groeit tijdens de zwangerschap)*Kind lijkt op een astronaut omdat het gevoed wordt door een ‘buisje’ van de moeder

1.2 Periode van de embryoDUUR: 6 weken (2e – 8e week) snelste prenatale veranderingen vinden plaats + vorming interne structuren en organen (basis baby)

Laatste helft 1 e maand: Embryoblast w verdeeld in 3 cellagen:- Ectoderm: zenuwstelsel + huid (buitenste deel)- Mesoderm: spieren, skelet, hart, bloedvaten + andere interne organen (middelste

deel)- Endoderm: spijsverteringssysteem, longen, urinewegen + klieren (binnenste deel) Ectoderm vormt om tot neurale buis die later zal uitgroeien tot het ruggenmerg en

de hersenen

3 en halve week : productie neuronen (zenuwcellen) w aan zeer hoog tempo geproduceerd (250000/min) MIGRATIE: cellen verplaatsen zich naar hun permanente locatie in de hersenen (elk groepje krijgt zijn specifieke functie)

De hersenen ontwikkelen zich. Zenuwstelsel ontwikkeld zich, hart begint bloed te pompen, spieren, ruggengraat, ribben en spijsverteringsstelsel beginnen te verschijnen.

Tweede maand: snelle groei Gezicht: oren, ogen, neus, kaak, nek Stompjes vormen ledematen: armen (+ vingers), benen (+tenen) Interne organen: darmen groeien, hart ontw kamers, lever en milt nemen productie over van dooierzak Reageert op aanraking Beperkte beweging (zo kleine bewegingen dat de moeder dit niet voelt)

1.3 Periode van de foetusDUUR: 30 weken (9e – 38e week/einde zwangerschap): snelle groei en fijne afwerking → organisme groeit snel

Derde maand (eind eerste trimester): organen, spieren en zenuwstelsel organiseren + verbinden met elkaargeorganiseerde bewegingen (stampen, tenen krullen, mond openen,…)Kleine longen worden groter en beginnen met een vroege oefening van de

ademhalingsbewegingengeslacht kan bepaald w (12e week)hartslag kan gehoord w dmv. stethoscoop

Page 16: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

16

fijne afwerkingen: vingernagels, teennagels, oogleden openen/sluiten

Tweede trimester:beweging voelbaar door moeder (doordat de foetus groot genoeg is om de bewegingen te

voelen)Huid bestaat uit:

° vernix (huidsmeer) = witte, kaasachtige stof die de huid beschermd tegen het lange baden in het vruchtwater° lanugo = wit donshaar die de vernix vasthoudt en doet kleven aan de huid

Hersenen: neuronen zijn al grotendeels op hun plaats, sommigen moeten hierna nog geproduceerd worden Glia-cellen zorgen voor voedsel en ondersteuning van de neuronen en blijven aan hoog tempo toenemen

Gewicht hersenen: 10x groter (van week 20 tot geboorte)Zintuigen: foetus ‘hoort’ storende geluiden + ‘ziet’ bij foetoscopie (ontwijkt licht dat binnenschijnt in vagina)! Toch te vroeg voor geboorte: foetus kan nog niet zelf ademen + de hersenen kunnen de ademhaling eigen lichaamstemperatuur nog niet regelen

Derde trimester: bereiken leefbaarheidsgrens (22-26 weken) ; longen zijn nog niet functioneel!Hersenen blijv en ontw: cerebrale cortex groeit”states” ~ bewustzijnstoestanden: 11% wakker (28 weken) 16% wakker (38 weken) Kenmerken persoonlijkheid: foetale activiteit ~ temperament:

° Rustige foetus: later kalm, voorspelbare states° Actieve foetus: beter omgaan met frustratie (1jr) + minder angstig (2jr)° Verklaring: foetale activiteit is aanwijzing voor gezonde neurologische ontw° Voorkeur voor smaken (foetus slikt vruchtwater in dat smaak van voeding moeder heeft)

Reacties externe stimulatie: pijn voelen, reageren op geluiden + stem moeder herkennen In de laatste 3 maanden groeit en verdikt de baby erg.In maand 8 krijgt de baby een vetlaag om de lichaamstemperatuur beter te kunnen regelen.De foetus ontvangt antilichamen van de moeder om zich te beschermen tegen ziektes. (Het immuunsysteem gaat pas goed werken enkele weken na de geboorte.In de laatste week gaat de baby ondersteboven liggen. Dit komt door de vorm van de baarmoeder en doordat het hoofd meer weegt dan de voeten. De groei gaat vertragen en de bevalling gaat bijna plaats vinden.

2.Prenatale omgevingsinvloeden

2.1 Teratogenen Teratogenen= elke omgevingsfactor die in de prenatale periode schade veroorzaakt‘teras’= misvorming + ‘genesis’=ontstaan

Schade hangt af van meerdere factoren: Dosis: grotere dosissen over langere tijdsperiodes hebben meestal meer

negatieve effecten. bvb; 5 pakjes sigaretten meer invloed dan 1tje Erfelijkheid: sommige organismen zijn beter beschermd door een goede

combinatie vd. genen van ♀ ♂ Andere negatieve invloeden bvb; beperkte medische zorg, beperkte

hygiëne, slechte voeding Leeftijd op moment van blootstelling: vooral belangrijk!

Page 17: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

17

De effecten van de teratogenen hangen af van de periode wanneer het kind eraan bloot gesteld is. Een gevoelige periode in een gelimiteerde tijd waarin een deel van het lichaam biologisch ontwikkeld wordt. Als men tijdens deze ontwikkeling wordt bloot gesteld aan een teratogene stof, kan schade optreden. Herstelling is moeilijk en soms onmogelijk.ZYGOTE: weinig impactEMBRYO: grootste impact omdat de fundamenten van het lichaam nu ontstaan. FOETUS: impact nog mogelijk. Teratogene schade is meestal klein, maar bij sommige organen zoals de hersenen, oren, ogen, tanden en de genitaliën kan er wel grote schade optreden.

Schema gevoelige perioden prenatale ontw:

Balkjes: gevaar bloostelling teratogenen BLAUW = groot gevaar, GROEN = minder gevaar (maar nog steeds gevaar!) Sommige organen zijn al volledig ontw. en afgesloten voor de stof

Embryo: zware structurele afwijkingen mogelijkFoetus: lichte structurele afwijkingen + fysieke letsels mogelijk

Er kunnen ook psychologische gevolgen ontstaan door lichamelijke schade.

Bi directionele invloeden: tussen kind en omgeving.

Verschillende teratogene stoffen: HEEL BELANGRIJK!!! DRUGS/MEDICIJNEN

OP VOORSCHRIFT DOEL GEVOLGENThalidomide (Softenon) Kalmeermiddel

(om zwangere vrouwen rustig te krijgen)

°misvormingen ledematen embryo (armen, benen)°oorschade, schade aan nieren, hart, geslachtsdelen°Later: minder intelligent effect centraal zenuwsysteem

DES (diethylstilbestrol) miskramen voorkomen

°♀ kinderen kanker vagina, misvorming baarmoeder, onvruchtbaarheid °♀ later zelf premature kinderen, laag geboortegewicht, miskramen♂ onvruchtbaarheid, teelbalkanker

Accutane (vitamine A) acné verminderen

misvormingen bij ogen, oren, schedel, hersenen, hart en immuniteitssysteem

ZONDER VOORSCHRIFT

DOEL GEVOLGEN

Page 18: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

18

Aspirine pijnstiller °laag geboortegewicht° dood bij geboorte° minder motorisch ontw.°lagere intelligentie!! niet duidelijk bewezen!!

Cafeïne (koffie ,thee, cola, cacao) grote hoeveelheden 100 mg / dag

°laag geboortegewicht°miskraam°kinderen geïrriteerd en braken

Anti-depressiva tegen depressie °geboortecomplicaties zoals ademhalingsproblemen, hoge bloeddruk tijdens kindertijd

NIET-LEGALE DRUGS GEVOLGENHeroïne, cocaïne, methadon (een minder verslavende drug, gebruikt om mensen van de heroïne te houden)

°Prematuur°laag geboortegewicht°fysieke defecten°ademhalingsmoeilijkheden°risico op dood bij geboorte°DRUGSVERSLAAFD GEBOREN ontwenningsverschijnselen als koorts, geïrriteerd, slaapproblemen, schril gehuil (= symptoom stress)

Heroïne en methadon °Later: minder omgeving opnemen, trage motorische ontw, sommige na 7 jr beter, anderen blijven onaandachtig en nerveus

Cocaïne °Vernauwing bloedvezels tijdens hoogtepunt inname cocaïne (moeder) zuurstoftekort bij baby, negatief effect voor de productie en functioneren vd. neuronen en chemische balans°fysieke misvormingen (ogen, beenderen, genitaal, urinewegen, nier, hart + hersenbloedingen en groeiachterstand) °Later: motorische, visuele aandachts-,geheugen-, en taalproblemen blijvende gevolgen!!! Andere onderzoekers vinden geen negatieve gevolgen van de inname van cocaïne. Moeilijk om de gevolgen te onderzoeken (omdat niet alle gebruikers evenveel cocaïne gebruiken)

Marijuana / cannabis °Laag geboortegewicht + vroeggeboorte°kleiner hoofd°slaap-, aandachts-, geheugen-, leerproblemen°Impulsiviteit en overactiviteit°depressie kindertijd°Schrik en agressie in kindertijd en adolescentie !!! Langdurige effecten zijn niet helemaal zeker!

De effecten van illegale drugs zijn veel onduidelijker dan ‘legale drugs’ TABAK

17% zwangere ♀ rookt in USA , 19% in Canada (% niet kennen)Best gekende gevolg: laag geboortegewicht Andere mogelijke gevolgen: miskraam, prematuur, zwakke ademhaling en hartslag tijdens slaap, astma, kanker later in kindertijd Hoe meer sigaretten de moeder rookt, hoe meer kans dat de baby gevolgen zal voelen! Stoppen, ook later, heeft onmiddellijk effect!! Fysiek geen problemen, soms nog lichte abnormaliteiten in gedrag (minder alert voor geluid, spierspanning gevoeliger, koliek = blijven huilen)~ negatieve effecten van ontw. hersenen

Page 19: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

19

Later: minder lang aandachtig blijven, impulsiviteit, overactiviteit, slechter geheugen, lagere intelligentie, meer gedragsproblemen zoals agressieEffecten nicotine:

o Verenging van de bloedvaten; placenta w groter, minder bloed / voeding voor de foetus!

o Meer koolstofmonoxide (ipv zuurstof) in bloed ! ook passief roken heeft gevolgen voor de baby!

ALCOHOLFeta alcohol spectrum disorder (FASD)= reeks van lichamelijke, mentale en gedragsmatige outcomes van overmatig alcoholgebruik tijdens de zwangerschap.3 gradaties:

- Fetal alcohol syndrome (FAS): zwaar alcoholgebruikvertraagde groei3 typische kenmerken aangezicht: ogen half open, dunne bovenlip, uitvlakking gootje(tussen neus en bovenlip)Hersenbeschadiging; klein hoofd + problemen in minstens 3 domeinen (geheugen, taal, communicatie, aandacht vermogen en activiteitsniveau, planning en redeneren, motorische coördinatie, sociale vaardigheden)

- Partial fetal alcohol syndrome (p-FAS): minder alcoholgebruik + niet tijdens gevoelige periodestwee vd. 3 kenmerken aangezicht hersenbeschadiging met problemen binnen minstens 3 domeinen

- Alcohol-related neurodevelopmental disorder (ARND): weinig alcoholgebruikproblemen in minstens 3 domeinengroei en aangezicht normaal

+ vele lange-termijn effecten: Effecten zijn blijvend!- Lagere schooljaren:

motorische coördinatie beperkterverstoorde informatieverwerking & redeneringlager IQ

- Adolescentie:slechtere schoolresultatenproblemen met wettenonaangepast seksueel gedragzelf alcohol + druggebruikdepressie + mentale problemen

Verklaring effect alcohol?- Verstoort de ontwikkeling en productie/migratie van neuronen- Alcohol verbreekt zuurstof, welke het kind nodig heeft voor celgroei - Kan generatie op generatie w voortgezet

Zelfs wanneer men weinig alcohol drinkt tijdens de zwangerschap (minder dan 1 drankje per dag) zorgt voor een kleiner hoofd, tragere groei bij kinderen die opgevolgd werden tot in de adolescentie.

OVERIGE FACTORENBESTRALING

- Nucleaire bestraling: miskramen, baby’s met onderontwikkelde hersenen, fysieke misvormingen en vertraagde groei

Page 20: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

20

Bvb; Chernobyl, Hiroshima,- X-stralen: risico op kanker tijdens kindertijd

Bvb; foto’s laten trekken voor een gebroken botLangetermijneffecten: Gevolgen zijn niet direct zichtbaar!

- Midden kindertijd: abnormale hersenactiviteit, lager IQ, taalproblemen en emotionele stoornissen (2-3x meer dan bij gewone kinderen)

Hoe meer stress de ouders vertoonden bij de verplichte evacuatie uit hun huis en de zorgen die ouders vertoonden over de blootstelling aan de nucleaire bestraling, hoe slechter het emotioneel functioneren van de kinderen is.

VERVUILDE OMGEVING- Kwik (’50: afkomstig uit een installatie naast een baai water + voedsel

besmet): fysieke misvormingen, mentale stoornissen, spraakproblemen, problemen met kauwen en slikken + coördinatieproblemenSchooljaren: problemen in de snelheid van de cognitieve processen, motorische bewegingen, aandacht, resultaat van verbale test .

- Polychloorbifenylen (PCBs): Grote blootstelling= laag geboortegewicht, verkleurde huid, misvorming van tandvlees + nagels, cognitieve ontwikkelingsachterstand, abnormale hersenactiviteitKleine blootstelling= laag geboortegewicht, kleinere hoofdjes, weinig aandacht, geheugenproblemen, lager IQ

- Lood (verf): Grote blootstelling= prematuur, laag geboortegewicht, hersenschade, fysieke gebrekenKleine blootstelling= mindere motorische/mentale ontw,

- Dioxines (giftige samenstelling ontstaat door verbranding): hersenschade, schade aan immuniteitssysteem, problemen met schildklier, bij ♀ grotere kans op baarmoederkanker en borstkanker . Dit komt door een slechte hormoonregeling! geslachtsverhouding: meer dioxine bij vader in bloed; 2x meer meisjes dan jongensDe oorzaak hiervan is onbekend.

FACTOREN MOEDERINFECTIEZIEKTEN (geraken tot bij het kind door kleine cellen)

- Rode hond (rubella): *infectie tijdens embryonale fase: Bij meer dan 50% heeft de baby volgende defecten:, staar; doofheid; defecten van het hart, genitaliën, urinaal, beenderen, tanden & mentale achterstand *Infectie tijdens foetale periode: minder gevaarlijk! Minder geboortegewicht, minder gehoor, beenderen defecten kunnen toch voorkomen. oplossing door vaccinatie

- HIV / AIDS: w in 20-30% vd gevallen doorgegeven aan het kind als de moeder niet behandeld is vernietiging immuunsysteem, Na 6 maand: gewichtsverlies, diarree, herhalende luchtwegaandoeningen zijn vaak voorkomend. Veroorzaakt ook hersenschade zichtbaar door: beroerte, afname van hersengewicht, vertraagde mentale en motorische ontwikkelingen.Helft van deze baby’s sterft rond de leeftijd van 1 jaar, 90% rond 3 jaar. oplossing: zidovudine (slechts 5% kans dat de baby het virus krijgt)

- Herpes: Veel varianties erin ( cytomegalovirus: overdraaglijk door seksueel contact en ademen en herpes simplex 2: overdraaglijk door seksueel contact => deze 2 zijn heel gevaarlijk ) Kind wordt besmet via contact in geboorte kanaal tijdens zwangerschap of geboorte.

Page 21: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

21

miskraam, laag geboortegewicht, fysieke misvormingen, mentale achterstand geen behandeling!

Bacteriën / parasieten: meest voorkomende = toxoplasmose (in eten, uitwerpselen dieren) 40% van besmette moeders geven het door naar hun kinderen.Infectie tijdens eerste trimester => gevolgen oog- en hersenbeschadiging. Latere infectie => gevolgen: milde visuele en cognitieve beschadigingVoorkomen: enkel goed gebakken vlees eten, dieren laten nakijken op infectie

VOEDING MOEDER- Ideaal: 11-13kg zwaarder w tijdens zwangerschap- Ondervoeding

effect hersenen (hoe slechter eten, hoe kleiner de hersenen) lagere intelligentie + leerproblemenbeschadiging pancreas, lever, nieren en andere organen =>levenslange gezondheidsproblemen zoals hart- en vaatziekten en diabetes tijdens volwassenheidZiekten van de luchtwegenvitamines en mineralen ook belangrijk ; foliumzuur rond de bevruchting geven wat kind zal beschermen tegen open rug (gunstig voor neurale buis) + voorkomen geboortecomplicaties en andere fysieke defecten + 50% minder kans op premature geboorte en laag geboorte gewicht.

- Enkele programma’s die helpen: WIC: the U.S. Special Supplement Food Program for Women, Infants and Children voor zwangere vrouwen met lagere inkomens + bereikt 90% van de vrouwen

-Gevarieerde voeding is belangrijk!

EMOTIONELE STRESS-Sommige vrouwen voelen intense angst tijdens de zwangerschap

- Oorzaak 1= Stress: minder zuurstof en voeding naar kind (meer naar eigen lichaam)

- Oorzaak 2= Stresshormonen langs placenta => dramatische stijging in fatale stress hormonen => hogere hartslag kind, hogere bloeddruk,…

- Stresshormonen veranderen neurologisch functioneren van foetus. Cortisol regelt stress-reactie. Baby het extreem hoog of extreem laag cortisol gehalte later gevoeliger voor stress

- Gevolgen: miskramen, prematuur, laag geboortegewicht, ademhalingsproblemen, spijsverteringsproblemen, slaapstoornis, koliek, prikkelbaar tijdens eerste 2 levensjaren.

- Heeft verschillende negatieve gedragingen als gevolg: angst, korte aandachtigheid, agressie, woede, overactiviteit, lager IQ

- Mogelijk gevolg: Hazelip (Open gehemelte)- Mogelijk gevolg: pyloris stenose (= Pyloris zorgt voor afsluiten vd maag tijdens

het toevoegen van de maagsappen, door stenose blijft de pyloris gesloten DUS braken)

- Stress = verzwakking immuunsysteem moeder gevoeliger voor infectieziekten! Sociale ondersteuning = stressrecuderend

RHESUS-INCOMPATIBILITEIT- RH-factor = bepaalde proteïne in bloed aanwezig ( naam: afkomstig vd. Rhesus-

aap)- PROBLEEM: als moeder RH- en vader RH+ is baby RH+

Page 22: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

22

Bloed baby + bloed moeder in contact aanmaak antilichamen bloedcellen blijven in bloed tot volgende baby anti-lichamen tegen volgende babyKan ook fataal zijn voor de huidige foetus.

- OPLOSSING: vaccin met RH+: lichaam erkent RH+ als eigen stof (Moeders Rh- die baby krijgen Rh+ krijgen altijd een vaccin om de aanmaak van de antistoffen tegen te gaan)

LEEFTIJD MOEDER EN EERDERE GEBOORTES- Oudere moeders: grotere kans op onvruchtbaarheid, misval, afwijking

chromosomen vd baby’s MAAR: nauwkeurige opvolging!- Boven de 40 jaar stijging prenatale complicaties met scherpe stijging tussen 50-

55 jr- Tienermoeders; niet meer prenatale complicaties door leeftijd maar:

o Geen goede medische begeleiding (gynaecoloog) => gezondheidsproblemen

o Armoede (ondervoeding)o Stress

Belang van zwangerschapsbegeleiding- Nodig bij: diabetes (teveel aan suiker kan invloed op baby hebben vb: grotere

baby dan gemiddelde=> zwangerschap- en geboorteproblemen ) , toxemie (=eclampsie; te hoge bloeddruk=> hoofd, handen en voeten van de baby zwellen op in de laatste helft van de zwangerschap + kan stuiptrekkingen veroorzaken bij moeder + dood foetus)

- Te laat consulteren heeft vaak tot gevolg: laag geboortegewicht + overlijden Sommige moeders laten zich niet consulteren door situationele problemen (vb: geen vervoer) of persoonlijke problemen (vb: niet geplande zwangerschap, niet doorhebben dat je zwanger bent)

3.De geboorte 3.1 3 stadia van geboorte1. Verwijden + ‘verdwijnen’ baarmoederhals: - Eerste geboorte : 12-14 uur , latere geboorte: 4-6 uur- Krachtige en regelmatige weeën ontstaan door oxytocine samentrekking buik en

baarmoeder Baarmoederhals gaat zich openen ; transitie (overgang) wanneer de baarmoederhals

volledig open is en de weeën een piek bereiken - De baby bevindt zich in het geboortekanaal

2. Geboorte baby: - Eerste geboorte: 50 min, latere geboorte: 20min- Persen samen met weeën baby3. Uitdrijven van placenta (nageboorte): - 5-10 min (bij zowel eerste als latere geboorte)- Placenta komt los door laatste contracties baarmoeder + persingen moeder

3.2 Gevolgen van geboorte op baby- Kracht weeën = productie stress-hormonen bij baby:

o Hormonen sturen bloed naar hersenen en harto Hormonen bereiden longen voor op ademen (longpijptakken + longblaasjes

voorbereiden)o Maken kind alert bij geboorte

- Uitzicht baby:o Jongens vaak langer & zwaarder dan meisjeso Gemiddeld: 50 cm lang en 3kg400gr zwaaro Hoofd in verhouding groot, benen kort en gekromd (onmogelijk om hierop te staan

of te lopen)o Rond gezicht, mollige wangen, groot voorhoofd en grote ogen aantrekkelijk voor

volwassenen (schattig)

Page 23: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

23

3.3 De fysieke conditie van de baby bepalen – APGAR schaal APGAR SCHAAL =Snelle inschatting van lichamelijke toestand van kind dmv. 5 criteria die w gequoteerd van 0-2, waarbij 0 totaal afwezig/ niet in orde is, 1 matig, en 2 aanwezig / in orde is.Appearance: 0 volledig blauwe kleur – 1 lichaampje roze, ledematen blauw – 2 roze kleur Pulse: 0 geen hartslag – 1 hartslag minder dan 100/min – hartslag tussen 100-140/minGrimace: 0 geen reflexen – 1 weinig reflexen – 2 goede reflexen (niezen, grijns, hoesten)Activity: 0 geen beweging – 1 zwakke bewegingen – 2 krachtige bewegingen met

ledematenRespiration: 0 geen ademhaling binnen 60 sec – 1 onregelmatige, zwakke ademhaling – 2

sterke ademhaling en gehuil

DOEL: getallen optellen som:o 7 of meer = gezonde babyo 4 tot 6 = hulp nodig bij bvb ademhalingo 3 of minder = in ernstig gevaar & onmiddellijke hulp nodig

2 beoordelingen: na 1 minuut & na 5 minuten (soms moet de baby zich wat aanpassen)

3.4 Benaderingen van bevallingVroeger: thuisbevallingen (veel familie bij betrokken)

Historische evolutie : door industriële revolutie meer in hospitaal DUS familie minder bij betrokken bij geboorte. (Kennis over bevalling verdwijnt doordat men het minder vaak mee kan maken door minder thuisbevallingen)GEVOLG: ’50 meer vragen gesteld rond de medische procedure tijdens bevalling (medicatie, instrumenten,….)

Ontstaan Europese tegenbeweging : natuurlijke bevalling en voorbereiding op bevalling natural and prepared childbirth= groep van technieken die pijn en medische ingrijpen verminderen en van bevalling een gebeuren maken dat voldoening geeft

- Aspecten natuurlijke bevalling en voorbereiding: (Opleiding voor bevalling o Meeste programma’s volgen de methoden van Dick-Read (Engeland) of

Lamaze ( Frankrijk) erkenden dat culturele houdingen de vrouw geleerd hebben schrik te hebben voor de geboorte. Een angstige vrouw die aan het bevallen is trekt haar spieren samen wat als gevolg heeft dat een kleine pijn (bij contracties) omgezet wordt in een grote. 3 dingen waar een zwangere vrouw aan kan deelnemen:

o Lessen= proces van arbeid en bevalling beter begrijpen zodat moeders minder angstig zijn

o Ontspannings- en ademhalingstechnieken= pijn van contracties tegen gaan

o Coach bij bevalling= lichamelijke en emotionele steun (herinnering ademhaling, massage van rug)+ belang sociale steun: ONDERZOEK met steun van begeleider zijn er minder geboorte-complicaties en duurt de bevalling minder lang, er is een positievere interactie met het kind, minder keizersneden w ondernomen, minder medicatie nodig om de pijn te beheersen en hogere APGAR scores

- Thuisbevalling: o Cijfer neemt toe (VS 1%)

Page 24: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

24

o Komt niet veel voor in Belgiëo Thuisbevalling vaak onder leiding van verpleegster-vroedvrouw (! Wel

moeilijke contacten te leggen omdat er in België niet veel bestaan) o Veilig indien geen risico op complicaties + bijgestaan door goed opgeleide

vrouwo Indien kans op complicaties => in hospitaal bevallen. Want hier is apparatuur

die levens kan redden.

4.Medische ingrepen bij bevallingNodig bij:Hersenverlamming (cerebral palsy) = reeks stoornissen inzake motorische coördinatie door hersenbeschadiging voor, tijdens en na bevallingVEROORZAAKT DOOR:

- Anoxie: onvoldoende zuurstoftoevoer tijdens arbeid en bevalling- Stuitligging (breech position): foetus omgedraaid zodat kind er met billen of voeten

eerst uitkomt- Rhesus-factor incompatibiliteit (zie daarnet)

Medische oplossingen:- Foetale monitor: elektronisch apparaat dat hartslag vd baby registreert tijdens de

bevallingFUNCTIE: abnormale hartslag ~ gevaar anoxieWAT: monitor op onderbuik van de moeder

Voordelen Nadelen°Veilige procedure°Redding van risico-baby’s mogelijk

°Frequentie hersenbeschadiging niet verminderd°Overidentificatie aantal gevaarbaby's°Toename keizersnedes°Ongemakkelijk tijdens bevalling voor moeder

Vaak is dit niet noodzakelijk maar dokters (vooral in de VS) gebruiken het voor het geval dat iemand hun aanklaagt dat ze de oorzaak zijn van een gestorven baby. Zo kunnen ze bewijzen dat ze alles gedaan hebben om het sterfgeval te voorkomen. (Ze staan sterker in hun schoenen bij een rechtszaak).

- Medicatie voor arbeid en bevalling: Pijnstillers: kleine hoeveelheden voor vermindering van de pijn Verdoving: sterke pijnstiller voor gevoelloos maken (anesthetics) Epidurale verdoving: plaatselijk, moeder blijft contracties voelen en kan persen.

NADELEN van verdoving:°langere duur bevalling; verdoving maakt contracties minder sterk°baby’s slaperig en teruggetrokken gedrag lagere APGAR-scores! KRITIEK:Blijvend effect op kind?Vroeger meende men van wel; nu niet langer bewezen MAAR samenhang met andere risico –factoren DUS zo min mogelijk gebruik van medicatie!

- Keizersnede (cesarean delivery):= bevalling door chirurgische ingreep Stijging frequentie in heel de wereld: (15% Finland tot 29% USA) Wanneer nodig (indicaties)?medische noodsituaties bvb; Rhesus-factor, placenta komt te snel los, herpes,…

Page 25: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

25

eerdere geboorte met keizersnede WANT baarmoeder kan sneller scheuren + kind sterven “Eens keizersnede, altijd keizersnede”Stuitligging

De bevalling zelf is veilig, maar de baby en de moeder hebben meer tijd nodig om te herstellen.

5.Prematuren & laag geboortegewichtPrematuur= meer dan 3 weken te vroeg geboren of minder wegend dan 2,5kg geboortegewicht = beste voorspeller van overleven en gezonde latere ontwikkeling:Minder dan 1.5kg; ernstige en blijvende problemen (w erger naarmate het gewicht lager is)

Problemen tijdens kindertijs, adolescentie en volwassenheid: hersenafwijkingen, vaak ziek, onaandachtig, overactief, taalproblemen, lage intelligentie, problemen motorische coördinatie, gedrags- en emotionele problemen

Komen vaak voor bij arme vrouwen (etnische minderheid, tienermoeders) door ondervoeding, omgevingsinvloeden (vb: stress) en niet-begeleide zwangerschap (niet naar gynaecoloog gaan)Komt vaak voor bij de geboorte van meerlingen. Doordat de plaats in de baarmoeder beperkt is, nemen meerlingen minder toe in gewicht dan enkelingen in de 2de helft van de zwangerschap.

5.1 Te vroeg vs. te kleinTe vroeg (preterm) Te klein (small-for-date)

Weken voor geplande datum geboren

Kunnen gepast gewicht hebben voor duur zwangerschap

Op tijd / te vroeg geboren Beneden verwacht gewicht voor

zwangerschap

te kleine baby’s (small-for-date baby’s) hebben gewoonlijk meer problemen:- Tijdens eerste jaar meer kans op sterven, meer kans op infecties, hersenschade- Midden kindertijd: kleiner gestalte, lager IQ, minder aandachtig, sociaal onrijp.- Stress-hormonen, neurologische problemen hersenbeschadiging- Midden-kindertijd: lagere intelligentie, minder aandachtig, minder goede

schoolresultaten, sociaal onrijp- Te kleine baby’s hadden een niet evenwichtige voeding voor de geboorte. Ooraak:

Moeder at niet goed, placenta functioneerde niet normaal, baby’s zelf hadden problemen met de groei.

Gevolgen voor de verzorgers:- Uitzicht en gedrag baby maken ouders minder gevoelig en responsief (Door heel

breekbare en gevoelige uitzicht en door niet actieve gedrag)- Kans op overstimulering- Risico voor kindermishandeling (vooral geïsoleerde, arme moeders) indien geen

goede voeding, verzorging of opvoeding Veel hangt af van de ouder-kind relatie!

Interventies voor prematuren - Couveuse (incubator): bedje omgeven dor plexi-glas, temperatuur geregeld

(omdat baby’s dat zelf nog niet kunnen) en lucht gezuiverd ter bescherming van infecties

- Beademing: meer dan 6 wkn te vroeg geboren vaak levensbedreigende ademhalingsproblemen door niet rijpe longen: longblaasjes zakken in door hyaline

Page 26: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

26

membraam (vlies op wand van longblaasjes dat in de laatste weken verdwijnt) kind moeilijk ademen

- Voedingssonde en intraveneuze medicatie: voedingssonde door maag / door sonde medicatie krijgen

- Speciale stimulering voor het kind (Special Infant Stimulation): stimulatie kan helpen bij ontw bvb; liggen op waterbed, schommelen in hangmat (ervaring nabootsen die kind gemist heeft in baarmoeder), geluid van hartslag, rustige muziek of stem van de moeder

Snellere toename gewicht, betere slaappatronen (slapen ’s nachts, wakker zijn overdag), grotere alertheid

Aanraking zeer belangrijk ; chemische stoffen in hersenen stimuleren lichamelijke groei, snellere gewichtstoenameKangoeroezorg: Baby wordt naakt op borst van moeder/vader geplaatst.zachte stimulering van alle zintuigen baby (gehoor: baby hoort ouder beter, reukzin: baby ruikt ouder beter, tastzin: kind klampt zich vast aan de ouder + huid op huid contact, gezichtszin: als de baby op zijn buik ligt kan het beter de omgeving zien)zuurstoftoevoer, temperatuur regeling, slaap, borstvoeding, alertheid verbeteren + meer kans op overleven ouders meer zelfvertrouwen in omgang met kind, meer affectie en sensiviteit

Kinderen scoren later hoger inzake mentale en motorische ontw (na 1ste levensjaar)

6.Geboortecomplicaties, opvoeding en veerkrachtAlgemene principes?Onderzoek in Hawaï op het eiliand Kauai door Werner en Smith3 groepen, telkens met matching aan gezond kind (zonder geboortecomplicaties) waarbij men zo veel mogelijk gelijke omgevingskenmerken (geslacht, socio-economische status,…) wil hebben: (ze hebben deze kinderen in de tijd opgevolgd)

- Lichte geboortecomplicaties (hangt af van omgeving)- Matige geboortecomplicaties (hangt af van omgeving)- Ernstige geboortecomplicaties (problemen op lange termijn)

CONCLUSIES: Indien de complicaties niet te ernstig zijn (G1&2) kan een stimulerende omgeving de

ontw weer helemaal op niveau brengen Ook uitzonderingen: ernstige geboortecomplicaties en toch goed ontw door

veerkracht/ resilience!Soms hadden deze kinderen alternatieve bronnen van steun. Mensen uit de omgeving die voor kind zorgt.

7.Capaciteiten van de pasgeborene

7.1 ReflexenReflex= aangeboren, automatische reactie op een specifieke vorm van stimulatieJe kan reflexen niet onderdrukken.Sommige reflexen hebben overlevingswaarde (vb: snuffelreflex, zuigreflex)Sommige reflexen vormen de basis voor latere bewegingen (vb: stapreflex)Sommige reflexen helpen ouders-kind tot bevredigende interactie komen

Page 27: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

27

Meeste reflexen verdwijnen na de eerste 6 mnd door grotere controle over gedrag door rijping van de hersenen dmv. onderzoek kan je eventuele hersenbeschadiging nagaan (bvb; reflex aanwezig na 6 mnd ~ kans beschadiging)

Reflex Stimulatie Response Functie Ooglidreflex Licht schijnen in

ogen / klappen in de handen dichtbij hoofd baby

Kind sluit snel ogen Beschermen van sterke stimulatie

Snuffelreflex (rooting)

Kind strelen nabij de mondhoek

Kind draait oog naar de kant van stimulatie

Helpt het kind de tepel van de moeder te vinden

Zuigreflex Vinger in mond van kind plaatsen

Kind gaat ritmisch aan vinger zuigen

Voorziet voeding

Mororeflex Kind horizontaal leggen op z’n rug en hoofdje lichtjes laten zakken

Kind maakt een omhelzingsbeweging door zijn armen en benen uit te strekking, armen naar voor te slaan

Evolutionair verleden: vasthangen aan de moeder (aapjes)

Palmgreepreflex Vinger in het handje van het kind stoppen en tegen de handpalm duwen

Kind zal stevig in de vinger knijpen

Voorbereiding van vrijwillig grijpen

Nekspanningsreflex / tonische nekreflex

Gezicht van de baby naar een kant draaien terwijl hij op z’n rug ligt

Kind ligt in schermende positie: arm langs kant hoofd ligt voor de ogen en andere arm is gebogen

Voorbereiding voor vrijwillig grijpen

Stapreflex Kind onder de armen vasthouden zodat voetjes net de grond raken

Kind heft ene voet na de andere op net zoals bij stappen

Voorbereiding op stappen

Babinskireflex Strelen over voet van teen naar hiel

Kind strekt tenen uit en kromt voet

? onduidelijk

De meeste reflexen verdwijnen na 6 maanden. Alleen de ooglidreflex verdwijnt niet!7.2 States of arousal 5 verschillende activatietoestanden (= verschillende gradaties van slapen of wakker zijn) bij pasgeborenen.

- Rustige slaap 8-9u- Onrustige slaap 8-9u- Slaperig wisselend- Rustig alert 2-3u- Wakker en huilen 1-4u

Gedurende de eerste maand wisselen deze stadia zich vaak af: de minst frequentste is rustig alert dat vaak overgaat naar wakker en huilen.Slaappatroon volgt honger-bevredigend patroon ipv. donker-licht patroongrote verschillen tussen kinderen in dagelijkse ritme die houding van ouders tov. hun interacties met kind beïnvloeden. (Vb: Als ouders uitgeput zijn gaan ze minder actief kunnen spelen)baby’s die langer / vaker alert zijn, kunnen meer sociaal gestimuleerd w en meer exploreren waardoor ze een lichte voorsprong op hun mentale ontw hebben

- Slaap:

Page 28: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

28

16-18u per dagREM (rapid eye movements) slaap: hersenen en deel lichaam actief; hersenenactiviteit bijna hetzelfde als persoon wakker is; ogen bewegen snel onder oogleden; hartslag, bloeddruk en ademhaling onregelmatig

o 50% van de totale slaap (daalt tot 20% bij volwassenen)o ~ vorm van zelf-stimulatie van de herseneno Goed voor groei centraal zenuwstelsel en herseneno Goed voor gezondheid van oogo Observatie slaappatroon kan afwijkingen van het centraal zenuwstelsel helpen

opsporen o Bij volwassene is dit de droomperiode; baby droomt anders (≠ herbeleving

activiteiten, maar vorm van zelf-stimulatie hersenen) NREM (non-rapid eye movements) slaap: lichaam is rustig; hartslag, ademen en hersenactiviteit zijn traag en regelmatigBaby’s met slecht slaappatroon gedragsproblemen, moeilijk leren, vermijdende interacties met verzorger

Huilen = eerste manier van communicatie= middel om lichamelijke behoeften kenbaar te maken; honger meest frequente oorzaak maar ook andere bvb; plotselinge geluiden, grote temperatuurverschillen, pijn => fysieke noden! baby’s huilen vaak mee wanneer een andere baby huilt aangeboren vermogen om te reageren op lijden van anderen Hoeveelheid huilen bereikt een piek rond 6 wkn en daalt dan langzaam DOEL: Huilen roept sterke gevoelen van algemene opwinding en onbehagen op bij ouders (en niet-ouders) ! huilen van kinderen met geboortecomplicaties /hersenschade klinkt vaak schril en doordringend Koliek = langdurend wenen met hoge en harde geluiden

Sensorische capaciteiten

TastzinStimuleert de fysieke groei en emotionele ontwReflex-reactie op aanraking mond, handpalmen, voetzolen, genitaliaBaby’s zijn zeer gevoelig voor pijn:GEVOLGEN: geïrriteerd, stressvol, veel huilen, dramatische stijging hartslag en bloeddruk, zweten handpalm, pupilverwijding en spierspanning Bij aanraking van ouder w endorfines vrijgegevenOPLOSSING: Pijn verminderen door pijnstillers, suikeroplossing, zacht vasthouden

Smaak- en reukzin Pasgeborene kunnen verschillende basis smaken onderscheiden. Hun gezichtsuitdrukkingen maken dit duidelijk. (Gezichtsspieren onspannen bij zoet, lippen samentrekken bij zuur en show a distinct archlike mouth opening when it is bitter) Zoals bij volwassenen.voorkeur voor zoete smaken bij de geboorte, maar leert snel houden van nieuwe smakenvoorkeur voor geuren vanaf geboorte + kan geuren lokaliseren en moeder herkennen via haar geur Baby’s die borstvoeding krijgen verkiezen de borst van de eigen moederBaby’s die flesvoeding (formula) krijgen verkiezen de borst van zogende vrouw boven fles

Page 29: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

29

Proefje: anijsG1 werd reeds blootgesteld aan de anijssmaak (moeder at regelmatig iets met anijs in vruchtwater)G2 niet blootgesteld aan anijssmaakREACTIES: G1 tong uitsteken, mond openen (herkennen de geur en reageren positief)G2 neus afwenden, mond optrekken (herkennen de geur niet en reageren negatief. Dit blijft tot 4 dagen na de geboorte.

GehoorzinBaby kan grote verscheidenheid aan geluiden horen bij geboorte, maar verkiest complexe geluiden (menselijke stem) boven eenvoudige klanken. Het gehoor verbetert snel tijdens de eerste maanden na de geboorteleert klankpatronen in enkele dagen (gaat klankpatronen onderscheiden)gevoeligheid voor menselijke stem + biologisch voorbereid om taal te leren (ook andere talen dan de moedertaal)

Gezichtszin= minst ontw zintuig bij pasgeborenen want visuele structuren in ogen en hersenen zijn nog niet volledig gevormd (cellen op het netvlies zijn nog niet goed ontw en lensspieren om te focussen zijn nog zwak)(Doordat baby niet heeft moeten zien in de baarmoeder)GEVOLG:beperkte gezichtsscherpte (kan niet goed inzoomen). De fijnheid of het onderscheidingsvermogen van het gezicht is nog beperktbaby zoekt omgeving af naar bewegende voorwerpenkleurenzicht verbetert in de eerste 2 mndonderscheiden van dingen is beperktoogbewegingen zijn traag en accuraat, maar ze gaan toch rondneuzen ondanks het feit dat de baby nog niet zo goed kleuren kan onderscheiden, trekken felle kleuren hem aan bvb; mama heeft felgele bloes aan = aandacht vestigen op mama

Evaluatie pasgeborene Neonatal Behavioral Assessment Scale (NBAS) van Brazelton= evalueert de reflexen, veranderingen in arousal states (slapen-wakker) reacties op lichamelijke en sociale stimuli en andere reacties over het algemeen. DOEL: capaciteit nagaan om de steun van verzorger uit te lokken en gedrag aan te passen zodat de baby niet overgestimuleerd raakt

Veranderingen in scores over eerste 2 wkn (herstelcurves / recovery curves) laten toe intelligentie en ontbreken van emotionele en gedragsproblemen op kleuterleeftijd te voorspellen(test 2 keer afnemen, meestal is de 2de score beter)

! NBAS scores geven ouders info over het kind waardoor ze beter vertrouwen hebben en beter met het kind omgaanTOEPASSINGEN-Vaststellen van individuele en culturele verschillen-Helpt ouders hun kinderen beter te leren kennen-Geen goede voorspeller voor latere ontwikkeling

Page 30: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

30

8. Aanpassingen aan veranderend gezin

8.1 Hormonen die de verzorging van de baby bevorderenMoeder: - toename oxytocine = gaat de samentrekkingen van baarmoeder organiseren,

borstklieren klaarmaken voor moedermelk, zorgt voor een rustige mood en promoot responsiviteit naar de baby toe

Vader: - toename prolactine = hormoon dat de melkproductie in gang houdt hechting

met baby- toename oestrogenen = vrouwelijk geslachtshormoon zachtheid voor baby- afname androgenen = mannelijk geslachtshormoon

EFFECT dieren: positieve emoties t.o.v. kind en verzorging EFFECT mensen:o effect van ervaringen speelt mee bvb: zelf positieve ouder-kind relatie

ervareno hormonale veranderingen zijn niet altijd nodig voor effectief opvoeden!

Bvb; adoptie geen hormonale veranderingen maar toch goede opvoeding bieden aan kind

Vele veranderingen binnen het gezin:- Moeder: herstellen van bevalling + geeft borstvoeding moe- Vader: deel worden van nieuw systeem met 3 leden, moeder steunen en omgaan

met ambivalente gevoelens- Andere kinderen: soms jaloers of boos

DUUR aanpassing?Als ouders elkaar steunen is de stress dragelijk en duurt het slechts enkele maanden voor alles weer in plooi valt.

Hoofdstuk 5: Cognitieve ontwikkeling van baby en peuter 1.Piaget

Cognitieve ontw = doorlopen van 4 stadia van kindertijd tot adolescentieKinderen zijn gemotiveerde ontdekkers gedachtegang w ontwikkeld in interactie met de omgeving.

De gedachten van kinderen vormen psychologische structuren zodat ze beter kunnen omgaan met de externe realiteit

(Namen verwijzen naar de middelen die het kind nodig heeft om iets te leren over ontwikkeling.)

1e stadium: sensorimotorisch stadium (0-2jr)= baby’s en peuters “denken” met hun ogen, oren, handen en andere senso-motorische middelen

Echt denken kan nog niet uitgevoerd w

1.1 Schema’s = specifieke psychologische structuren georganiseerde manieren om betekenis te geven aan ervaringen =Wat aan een handeling gemeenschappelijk is & kan herhaald wordenSchema’s veranderen met de leeftijd:

Page 31: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

31

- Eerst gebaseerd op handelingen (bewegingspatronen)- Later overgang naar mentaal niveau (denken)

OPBOUW VAN SCHEMA’S:- Aanpassing:=Opbouw van schema’s door directe interactie met omgeving 2 complementaire

activiteiten

Assimilatie Accommodatie= het gebruik van oude / bestaande schema’s om de buitenwereld te begrijpen

Gebruik van assimilatie tijdens evenwicht: geen verandering (info die binnenkomt is on verhouding met wat men al weet)

= aanpassen van oude schema’s & vormen van nieuwe schema’s om zich beter aan te passen aan de omgeving. Na besef dat bestaande schema’s niet volledig aansluiten met de omgeving.Onevenwicht leidt tot accommodatie: snelle veranderingen (info die binnenkomt is niet in verhouding met wat men al weet)

Als kinderen merken dat nieuwe info niet past bij huidige schema’s gaan ze over tot accommodatie. Zijn de schema’s aangepast gaan ze terug naar assimilatie & oefenen ze de nieuwe structuren. Zo zullen meer effectieve schema’s ontstaan. Volgens Piaget verandert het evenwicht tussen assimilatie en accommodatie over de tijd.

Organisatie: intern herschikken en verbinden van schema’s om zo een sterk onderling verbonden cognitief systeem te ontw. bvb; “gooi” schema verbinden met schema “dicht/ver”

1.2 Sensorimotorisch stadium (meest complexe stadium van de ontwikkeling)Van 0-2 jaar groot verschil tussen baby en 2-jarige: stadium ingedeeld in 6 sub stadia Opbouw van schema’s door sensorische en motorische exploratieCirculaire reacties: bijzondere manier om eerste schema’s aan te passen. Het kind stuit onverwacht op een nieuwe ervaring door eigen bewegingen de reactie is circulair omdat de baby het gebeuren steeds wil herhalen.3 vormen waarrond de circulaire reactie zich bevindt:

- Rond het eigen lichaam- Rond voorwerpen (buiten eigen lichaam)- Rond het produceren van nieuwe effecten (experimenteren)

3 stappen in sensorimotorisch denken:- Herhalen toevallige gebeurtenissen- Intentioneel gedrag (bedoeling)- Mentale voorstellingen

De 6 stadia met de 3 verschillende stappen in het senso-motorisch denken:Oefenen aangeboren reflexen

Geboorte – 1 mnd

Reflexen vd pasgeborene

Primaire circulaire reacties

1 - 4 mnd Eenvoudige motorische gewoonten (habits) ivm eigen lichaam

Secundaire circulaire reacties

4-8 mnd Herhaling van interessante effecten in de omgeving

Coördinatie van secundaire circulaire reacties

8-12 mnd Intentioneel, doel-gericht gedrag: object permanentie

Herhalen toevallige gebeurtenissen

Intentioneel gedrag

Page 32: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

32

Tertiaire circulaire reacties

12-18 mnd Exploreren van eigenschappen van voorwerpen door nieuwe handelingen

Mentale voorstellingen 18 mnd – 2 jr Interne weergave objecten of gebeurtenissen: uitgestelde imitatie

Mentale voorstellingen

Substadium 1: inoefenen van aangeboren reflexen Geboorte-1 mndaangeboren reflexen zijn de bouwstenen van het senso-motorisch denken; baby’s gaan zuigen, grijpen en kijken op dezelfde manier ongeacht de omstandigheden

Substadium 2: primaire circulaire reacties1-4 mndherhalen van toevallige handelingen om basisbehoeften te bevredigen; hier is steeds het eigen lichaam bij betrokken bvb; zuigen op duim => Dit zal leiden tot enkele simpele basis gedragingen.Gedrag zal aangepast w aan de omstandigheden bvb; baby opent mond anders voor tut & tepelVanaf 3 mnd gedrag afstemmen op events bvb; baby weent als hij honger heeft, stopt met wenen als de moeder binnenkomt omdat hij weet dat hij eten zal krijgen

Substadium 3: secundaire circulaire reacties 4-8 mnd Baby kan rechtzitten en kan reiken naar objecten & deze manipuleren; richten zich naar externe omgevingGaan bewegingen herhalen die een invloed hebben op de omgeving bvb; speelgoed laten rollenKunnen imiteren van vaak geziene handelingen

Intentioneel gedragSubstadium 4: coördineren van secundaire circulaire reacties8-12 mndCombineren van schema’s in meer complexere actiereeksenOntstaan intentioneel / doelgericht gedrag ( toevallig): opzettelijk coördineren van schema’s om eenvoudige problemen op te lossen Bvb: voorwerp verstoppen (2 schema’s combineren; opzijschuiven + grijpen) basis probleemoplossend gedragObject-permanentie: inzien dat voorwerpen blijven bestaan als ze uit het zicht zijnBewustzijn ≠ compleet, Eerst nog onvolledig: A-niet-B-fout; als de baby paar keer een voorwerp vindt op plaats A en het dan zichtbaar verplaatst w naar plaats B; zal de baby op plaats A blijven zoeken nog geen duidelijk beeld van waar het object zich bevindtVerbeteringen:

° beter anticiperen op gebeurtenissen en proberen te veranderen bvb; achter moeder aanlopen en wenen als ze vertrekt

° imiteren van gedragingen die lichtjes anders zijn dan gewoonlijk bvb; lepel hanterenSubstadium 5: tertiaire circulaire reacties12-18 mndherhalen van handelingen met kleine variaties wat een ander resultaat geeft (resultaat: beter problemen kunnen oplossen.)Ontdekken van nieuwe middelen door actief te experimenteren bvb stok om bij ver speelgoed te raken

Mentale voorstellingen

Page 33: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

33

verdwijnen van de A-niet-B fout: kind zal op meerdere plaatsen gaan zoeken

Mentale voorstellingenSubstadium 6: mentale voorstellingen18 mnd – 2jaarMentale voorstellingen = interne weergave van informatie, voorwerpen, gebeurtenissen, mensen die in gedachten kunnen gemanipuleerd worden2 soorten mentale voorstellingen:

° mentale beelden van objecten, personen, plaatsen: imiteren van andermans gedrag nadat we het gezien hebben & nagaan van de voorbije stappen° begrippen of concepten waar gelijke gebeurtenissen bij gegroepeerd zijn: efficiënt denken + organisatie van denken in units

Problemen w opgelost in het hoofd ipv. steeds te proberen en te stuiten op fouten bvb; object zoeken met onzichtbare verplaatsingDoor mentale voorstelling mogelijkheid tot:

° Uitgestelde imitatie= gedragingen van niet-aanwezige modellen onthouden en uitvoeren

° Verbeeldingsspel (make-believe-play)=alledaagse en ingebeelde gebeurtenissen uitbeelden

Onderzoek na PiagetStudies toonden aan dat:

- Baby’s veel vroeger dingen kunnen dan Piaget beweerde- Baby’s veel weten over fysieke eigenschappen van voorwerpen, indien procedures

gebruikt worden waarbij ze niet actief naar voorwerpen moeten zoeken Manieren van onderzoek om te weten te komen wat kinderen over verstopte

voorwerpen weten:° Habituatie / herstel onderzoek (habituation/recovery)= als stimulus vaak/lange tijd gezien w, dan vermindert de aandacht; herstel opnieuw aandacht & langer kijken DMV. ingaan tegen de verwachtingen (Violation-of-expectations):Eerst gewoon maken aan een fysische gebeurtenis. Daarna gaan kijken of kinderen langer gaan kijken naar een mogelijke gebeurtenis of naar een onmogelijke gebeurtenis. Wanneer het kind langer kijkt naar het onmogelijke dan is het kind verrast door de afwijking van de fysische werkelijkheid en is zich er dus van bewust.

Kritiek?- Slechts beperkt bewustzijn van de fysische werkelijkheid, begrijpen het niet volledig- Toont slechts aan dat kinderen een voorkeur hebben voor iets ‘nieuws’

Object-permanentieGebruik van vereenvoudigde procedure (ingaan tegen verwachtingen): baby’s van 3mnd kijken langer naar onmogelijke gebeurtenisExperiment Reneé Baillargeon:A: kind laten habituren tav. Gebeurtenis uit fysieke realiteit wortel beweegt achter schermB: mogelijke gebeurtenis (variatie van 1ste gebeurtenis waarbij de wetten vd fysica gerespecteerd w) korte wortel onzichtbaar achter scherm met vensterC: onmogelijke gebeurtenis die ingaat tegen de wetten vd fysica lange wortel onzichtbaar achter scherm met venster

Herstel bij C baby is verwonderd over afwijking vd fysieke realiteit

Het zoeken naar objecten veronderstelt een gevorderd begrip van objectpermanentie, want sommige taken van object-zoeken worden opgelost voor andere:

Page 34: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

34

- 10 maanden: voorwerp met doek over- 14 maanden: hand stopt voorwerp onder doek

Eenmaal ze actief gaan zoeken naar de verstopte voorwerpen (8-12mnd) gaan ze de A-niet-B fout maken omdat:

° ze problemen hebben met het onderdrukken van de reactie die voordien beloond werd

° geen aandacht hadden wanneer men het voorwerp van B naar A verplaatste° complex, dynamisch systeem van factoren: gewoonte gekweekt om te zoeken naar A, blijven zoeken op A

Conclusie:° voor 12 mnd hebben baby’s het moeilijk om kennis over de locatie van voorwerpen om te zetten in een goede zoekstrategie°De rijping van de hersenen speelt mogelijk een rol°Ook grote verscheidenheid aan ervaringen waarbij baby’s kijken naar, omgaan met en zich herinneren van voorwerpen

Mentale voorstellingen*Uitgestelde imitatie (vroeger dan Piaget beweerde)

- 6 weken: imiteren van gelaatsuitdrukking volwassene op zelfde dag (volgens Meltzoff & Moore)

- 6 mnd: activiteiten van volwassene imiteren, 1 dag later dan de activiteit zich voordeed bvb; pop & handschoenen: volwassene haalt handschoenen van pop waardoor belletje rinkelt, kind kan dit ook (zelfs 1 dag later en met andere pop)

- 12 – 18 mnd: imitatie over langere perioden (maanden) en over veranderende contexten heen

- 14 mnd: meer doelgerichte handelingen - 18 mnd: peuters kunnen acties die volwassene probeert te doen nadoen, ook al

waren deze niet volledig bvb; moeder doet snoepje in de doos, de rest valt op de grond kind raapt snoepjes op en doet deze in de doos

- 2 jr: kinderen imiteren sociale rollen bvb; moedertje spelen*Problemen oplossen door analogie (vroeger dan Piaget beweerde)

- Al voor het 1e levensjaarBvb; obstakel en speelgoed ‘pakken’ met behulp van draad & generaliseren naar versch. situaties

*Symbolisch inzicht- Woorden:

Referentieverschuiving: inzien dat een woord mentale beelden kan oproepen van voorwerpen die niet aanwezig zijn (1 jaar) bvb; Woord (“Lucy” voor speelgoedkikker)kijken of wijzen naar plaats waar voorwerp gewoonlijk ligt (bvb: Als je Lucy zegt)Maar nog veel beperkingen!

- Tekeningen/afbeeldingen: Besef van symbolische functie van afbeeldingen ontstaat in het eerste jaar.

Moeilijker

Evaluatie senso-motorisch stadiumOntwikkelen zich zoals Piaget dacht ° object zoeken

° A-niet-B fout° Verbeeldingsspel (uitbeelden wat je gezien hebt)

Ontwikkelen zich vroeger dan Piaget dacht ° object-permanentie° uitgestelde imitatie° Categorisatie

Page 35: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

35

° Probleemoplossen via analogie Sommige auteurs suggereren dat baby’s geboren w met basiskennis in verschillende domeinen van denken

Theorie van de basiskennis (Core knowledge perspective)= kinderen w geboren met een reeks van kennissystemen (core systems of thought) systemen laten toe snel nieuwe, verwante info te vatten en leidt tot vroege/snelle ontw van het denken, ondersteunen zo snelle vroege ontwikkeling

- Taalkundige kennis- Psychologische kennis- Fysische kennis- Numerieke kennis

Onderzoek numerieke kennisBaby’s van 5 mnd oudkijken langer naar onmogelijke gebeurteniswnr er een 3e muis werd bijgeplaatst & er maar 1 stond keken ze nog langer

Baby’s zouden in staat zijn tot:- Onderscheiden van aantallen tem. 3- Eenvoudige rekenkunde

!Bevindingen zijn controversieel (sommige onderzoekers hebben aangetoond dat dit wel zo is, anderen niet)! Ervaringen zijn belangrijk om de aangeboren kennis aan te vullen

Voordelen Nadelen+ focus van ontw scherper gesteld: ° uitgangpunt vh denken werd belicht ° stappen die daarop volgen w duidelijk in kaart gebracht

- men weet niet welke ervaringen belangrijk zijn om kennis uit te bouwen en hoe kinderen hier voordeel uit halen blijft onduidelijk.

ALGEMENE CONCLUSIE:- Sensomotorische activiteit helpt baby’s om bepaalde vormen van kennis op te

bouwen (zoals Piaget dacht)- MAAR er is veel meer “aangeboren” dan Piaget vermoedde- Ruime consensus over 2 zaken:

o Vele cognitieve veranderingen gebeuren geleidelijk en continu (≠ plots & stadia)

o Verschillende aspecten van het denken van baby’s ontw zich NIET tegelijkertijd, maar op eigen tempo in functie van uitdagingen uit de omgeving (zie informatieverwerkingstheorie)

2. Informatieverwerkingstheorie Mentale strategieën w toegepast op informatie die door het systeem stroomt waardoor die beter onthouden en efficiënter gebruikt w3 vormen van geheugen:

- Zintuiglijk geheugen (sensory register) : beelden en geluiden worden rechtstreeks voorgesteld en korte tijd opgeslagen

- Korte-termijn geheugen (=werkgeheugen): er w actief gewerkt op een beperkte hoeveelheid info door toepassing van mentale strategieën

Page 36: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

36

Heeft een basiscapaciteit: beperkt aantal elementen tegelijk verwerkenMentale werkruimte: voert de bewerkingen op deze elementen uit.Capaciteit vermindert van kindertijd tot volwassenheid.

o Deel van KTG = Centrale uitvoerende instantie (central executive): stuurt de stroom van informatie: waarop letten, combineren van oude & nieuwe info, selecteren, toepassen en opvolgen strategieën (= controle kamer)

o Deel van KTG = Automatische processen: Ruimte vrij in werkgeheugen voor andere processen. (VB: dingen die je al kent ga je heel snel leren waardoor er plaats overblijft in de werkruimte)

- Lange-termijn geheugen: permanente opslagplaats van kennis met onbeperkte capaciteit Doordat we zoveel opslagen in het LT geheugen hebben we vaak moeite met het terugvinden van info (retrival). Om het terugvinden te verbeteren: informatie in categorieën opgedeeld (categorized) . Dit deel is ongelimiteerd.

Deze structuur vh systeem blijft hetzelfde in de loop van de ontw, maar er komt een toename in :

Capaciteit (meerdere dingen tegelijk verwerken) Door betere ontw vd hersenen

Snelheid + effectievere toepassing van

Strategieën Functioneren van centrale uitvoerende instantie

Onderscheid:

Herkenning (recognition): opmerken dat een stimulus identiek of gelijkaardig is aan 1 die men vroeger gezien heeft

Herinnering (recall): zich iets herinneren zonder perceptuele ondersteuning (~ mentaal beeld vorige ervaring)

OPSLAGMODEL

Vooruitgang van informatieverwerking

Aandacht °Efficiëntie en vermogen om focus te veranderen gaat verbeteren (sneller info opnemen)°Minder aangetrokken tot nieuwheid, langer volhouden van aandacht na 1e jr aandacht flexibel

Page 37: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

37

Geheugen °Meer over langere tijd onthouden (retention)°Herinnering (recall) verschijnt in het 1e jr, & is uitstekend in 2e jr

Categorisatie °Indrukwekkende perceptuele categorisatie in 1e jr°Conceptuele categorisatie in 2e jr

Voordelen Nadelen+ Denken w nauwkeurig geanalyseerd in zijn versch componenten (bvb: aandacht, perceptie, geheugen)

- componenten w later niet geïntegreerd in een brede, omvattende theorie over de ontw van het denken

Mogelijke oplossingen:o Combineer info-verwerkingstheorie

met Piageto Dynamisch systeemdenken

3.Socioculturele theorie van Vygotsky Belang vd sociale context: andere mensen dragen bij tot de cognitieve ontw van het kindComplexe mentale activiteiten (aandacht, geheugen, problemen oplossen) vinden hun oorsprong in sociale interacties.

Zone van naaste ontwikkeling (zone of proximal development); = reeks taken die het kind niet alleen kan uitvoeren maar kan leren met hulp van meer ervaren partners (we leren zaken van mensen die meer weten)volwassene gaat kind begeleiden met activiteit waardoor het kind mentale strategieën zal aanleren, waarna de volwassene een stap terug zal nemen en het kind zelf verantwoordelijkheid krijgt

Meestal onderzocht bij ouderen kinderen. MAAR: Onderzoek door Barbara Ragoff “jack-in-the-box”: bij baby’s en peuters!

- Voordoen- Hand van kind leiden- Helpen van grote afstand dmv. gebaren

! Belang van culturele verschillen in sociale ervaringen Beïnvloeden socialestrategieën.Bvb; middenklasse focus op 1 omstandigheid – ontwikkelingslanden focus op meerdere omstandigheden

Page 38: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

38

BESLUIT:- Piaget: kinderen en peuters creëren nieuwe schema’s door te handelen met de

fysische wereld- Infoverwerkingstheorie: sommige vaardigheden w beter ontw wanneer kinderen hun

ervaringen meer efficiënt en betekenisvol representeren- Vygotsky: verschillende aspecten van cognitieve ontw zijn verbonden met sociale

interactie

4.Individuele verschillen in mentale vaardigheden Cognitieve theorieën proces van ontwikkeling verklarenSpecialisten inzake mentale vaardigheden richten zich op cognitieve producten (= scores die latere prestaties voorspellen)

4.1 Intelligentietests voor baby’s en peutersUitdaging: intelligentie meten bij kinderen die nog niet kunnen praten / taken uitvoeren Tests = infant tests perceptuele en motorische reacties, maar ook vroege taal en probleemoplossend en sociaal gedrag

Enkele tests:Bayley schalen (1mnd – 3.5 jr)

o Cognitive: aandacht voor gekende/ongekende voorwerpen, spel nadoen, zoeken naar een object

o Language: begrijpen en uitdrukken van taal bvb; mensen/object herkennen, instructies volgen

o Motor: grote en kleine motoriekkunde bvb grijpen, klimmen, zitteno Social-emotional: er w aan de verzorgers gevraagd naar gedrag zoals gemak

om te kalmeren, sociale responsiviteit,…o Adaptive behavior: er w aan de verzorgers gevraagd hoe het kind zich

aanpast aan de eisen vh dagelijkse leven bvb; regels nakomen, communicatie met anderen

Social-emotional en adaptive behavior wordt beoordeeld door de ouders.

De intelligentietestTest afgenomen bij een grote groep mensen resultaten w gebruikt als standard om scores te interpreteren

Resultaten vormen een normale verdeling waarbij de meeste scores rond het midden liggen Op basis van de curve zijn er normen waarmee de persoon kan vergeleken w:

- < 100 : persoon ligt achter op ontw- = 100 : persoon is gemiddeld inzake ontw (mediaan)- > 100 : persoon loopt vooruit op ontw

IQ (intelligentie-quotiënt)= score die toelaat om de prestatie van een kind op een intelligentietest te vergelijken met de prestaties van andere kinderen van dezelfde leeftijd

KRITIEK bij jonge kinderen; intelligentietests bij jonge kinderen zijn slechte voorspellers omdat:

- Intelligentie schommelt (longitudinaal onderzoek)- Jonge kinderen snel afgeleid zijn - Op jongere leeftijd hebben de test vaker andere inhoud (meer motorisch, meer op

beweging en zintuigen terwijl later meer over het denken)

Page 39: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

39

OPLOSSING: scores op de tests voor jonge kinderen ~ ontwikkelingsquotiënten (OQ)- Predictie iets beter voor zeer laag scorende baby’s, daarom meestal gebruikt als

screeningsinstrumenten om kinderen met problemen op te sporen- Onderzoekers richtten zich vooral tot informatieverwerkingstheorieën om vroege

mentale processen te onderzoeken Beste voorspellers zijn snelheid van habituatie en herstel, object-permanentie en

categorisatie & daarom ook opgenomen in de Bayley test voor kinderen

MAAR INTELLIGENTIE = ZOWEL NATURE ALS NURTURE DUS…4.2 Vroege omgeving

Home Observation for Measurement of the Environment (HOME) = checklist om informatie te verzamelen over de kwaliteit van de thuisomgeving van kinderen door observatie en interviews met de ouders Indicaties voor hoger IQ:1: een fysieke omgeving die georganiseerd en stimulerend is + ouders die aanmoedigen, betrokken zijn en regelmatig affectie tonen = voorspelling IQ bij baby’s en in vroege kindertijd (ONGEACHT sociaal economische status / etniciteit! )2: praten met baby en peuter blijkt heel belangrijk te zijn stimuleert taalontw voorspelt IQ & prestaties school 3: Kwaliteit van thuisomgeving (HOME) voorspelt IQ van kind bovenop effect van IQ van ouders en opleiding

4.3 Kinderopvang (vroege interventieprogramma’s)Vandaag de dag veel vraag naar kinderopvang doordat veel moeders gaan werken.Kwaliteit kinderopvang heeft belangrijke invloed op mentale & sociale ontw:

- Slecht: lager scoren op cognitieve/sociale vaardigheden - Goed: vermindert negatieve invloed van gezinsleven + ondersteunt voordelen goed

gezinsleven

Probleem: EU controle kinderopvang VS/Canada geen controle kinderopvang (kwaliteit?!) Organisaties: Developmentally appropriate practice= geheel van normen voor opvangprogramma’s die aangepast zijn aan ontwikkelingsbehoeften en individuele behoeften van jonge kinderen (regels in de praktijk aanpassen aan de behoeften van de kinderen.

Kinderopvang beïnvloed door macro-systeem in VS

4.4 Stimuleringsprogramma’sKinderen in armoede: Geleidelijke daling in IQ en zwakke prestaties op school door moeilijke thuissituatie

Stimuleringsprogramma’s

Center-based: kinderen w naar een centrum/instelling gebracht (~kleuteronderwijs)

Home – based: begeleiding van de ouders aan huis

CAROLINA ABECADERIAN project (center based) Hele jaar lang, kinderopvang van hoge kwaliteit111 baby’s :

° 57 stimulerend programma + goede levensomstandigheden ° 54 controlegroep, maar wel goede levensomstandigheden->98% afro Amerikaans

Page 40: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

40

->vanaf 4 maanden stimulatie (= zeer vroeg!)->educatieve activiteiten spelend aanleren->vooruitgang regelmatig controlerenResultaten?

- Hoger IQ dan CG- Betere schoolprestaties dan CG- Langere schoolcarrière dan CG- Minder speciale scholen dan bij CG- Hogere opleiding dan CG

EARLY HEAD START° evaluatie als kinderen 3 jaar oud zijnGEVOLGEN:Ouders: warmer, meer stimulerend opvoeden & minder hard straffenKinderen: vooruitgang in cognitieve- en taalontw & afname agressie ! meeste effect als combinatie van center-based en home-based

5.Ontwikkeling taal Snelle ontwikkeling:

- Gemiddeld 1e woord op 12 maanden (bereik ; 8-18 mnd)- Tussen 1.5 en 2 jr: twee-woorden-zin - Op 6 jr: woordenschat van 10.000 woorden

Hoe leren kinderen taal – 2 theorieën: - Behaviorisme- Nativisme- Interactionisme

5.1 Nativisme (extreem)Noam ChomskyPeuters hun taalvaardigheid is gegrift in het structuur van de hersenen. De regels voor zinsconstructie is veel te complex om direct geleerd te worden aan of om ontdekt te worden door kinderen.

Kinderen zijn geboren met een Language acquisition device (LAD): aangeboren systeem dat een geheel van regels omvat dat gemeenschappelijk is aan alle talen. Bereidt baby’s biologisch voor om regels van taal te leren.Laat kinderen toe een (ongeacht welke) taal te begrijpen en te spreken op een door regels gedreven manierKinderen voelen regels aan en denken zelf na waardoor ze de taal kunnen spreken

Voordelen Nadelen+ Over de hele wereld gelden dezelfde mijlpalen rond taal in dezelfde volgorde + Taal is enkel bij mensen ( chimpansees)+ Gevoelige periode voor taalontw is bewezen (later taal aanleren = moeilijker)

- Het gemeenschappelijke grammaticale systeem voor alle talen is niet gevonden- Taalontwikkeling verloopt niet snel, maar geleidelijk

5.2 Interactionisme (gematigd)Taal ontw zich door een interactie tussen aangeboren capaciteiten & invloeden vanuit de omgeving (In de omgang met anderen leren we taal) Sociale context is belangrijk.2 soorten:

- Type 1: klemtoon op informatieverwerking

Page 41: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

41

Toepassen van krachtige, algemene strategieën (toename van geheugen en aandacht maakt meer taalvaardigheid mogelijk)= combinatie van Chomsky & infoverwerking

- Type 2: klemtoon op sociale interactie Sociale vaardigheden en taalervaringen zijn belangrijk voor taalontw kind heeft sterk verlangen met anderen te communiceren bvb; kind wijst naar voorwerp; ouders moeten zeggen wat dat voorwerp is

CONCLUSIE: - Aangeboren capaciteiten- Cognitieve verwerkingsstrategieën spelen alle drie een rol! - Sociale ervaringen

5.4 Voorbereiding op pratenVoor praten: baby’s luisteren aandachtig naar menselijke taal & produceren dezelfde klanken

- Eerste taalklanken Rond 2 maand: vocalisaties (cooing) baby maakt klinkerachtige geluiden bvb; ooo, aaaRond 4 maand: medeklinkers toegevoegd brabbelen (babbeling) kind herhaalt combinaties van medeklinkers & klinkers bvb; nanananana

Universeel; begint bij alle baby’s rond dezelfde leeftijd & produceren dezelfde soort klanken

Voor verdere taalontw: kind moet veel menselijke spraak horen (probleem: dove kinderen zullen uiteindelijk stoppen met brabbelen)

Rond 7 mnd: baby experimenteert met vele klanken en geluiden vd volwassene Rond 10 mnd: gebruik intonatie in kindertaal

Ontdekken en produceren betekenisvolle taaleenheden.Experimenten met vele klanken.

Als dove baby’s bloot w gesteld aan gebarentaal van bij hun geboorte, zullen zij hun handen bewegen op dezelfde manier als horende baby’s wanneer zij brabbelen

- Echte communicatie Gedeelde aandacht

-Vanaf 4 mnd: kind gaat in dezelfde richting kijken als volwassene -Volwassenen kijken in zelfde richting als baby en benoemen omgeving.-Gedeelde aandacht zorgt ervoor dat de baby taal gaat leren begrijpen, de productie van woorden op gang komt en de woordenschat gaat ontw

Geven en nemen-Tussen 4-6 mnd: interacties zorggever – baby dmv. geven en nemen spelletjes -waarbij spelers elk om de beurt meedoen (handjeklap & kiekeboe) -Leert zo inzicht te krijgen in het beurtelings karakter (turn-taking) van conversatie belangrijk voor taal & communicatievaardigheden

Preverbale gebaren

Page 42: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

42

-Rond 12 mnd: gebruik van preverbale gebaren om het gedrag van anderen te beïnvloeden bvb; wijzen naar kast; mama zegt “wil je een koekje” -Leert dat taal kan leiden tot gewenste resultaten -Later: woorden verbinden met gebaren waarna uiteindelijk de woorden belangrijker worden

5.5 Beginnen praten: één-woord-zin6 mnd: bewezen dat baby’s mama & papa kunnen onderscheiden Tv-experiment (Tincoff & Juscyk)

2 video’s afspelen; 1 van mama, 1 van papa; kind opdracht geven ‘mama’ & kind zal naar het scherm met de mama kijken

12 mnd: eerste woorden w gezegd: Belangrijke mensen (mama, papa) Objecten die bewegen (auto, bal) Bekende handelingen (dada, op, meer) Resultaten bekende handelingen (nat, warm)

Zelden woorden die ergens gewoon staan (vaas, tafel)Sommige woorden hangen samen met specifieke cognitieve prestaties: woorden aanleren die relevant zijn voor cognitieve problemen (Piaget)Bvb; alles weg bij objectpermanentieEmoties uitdrukken; gewone woorden combineren met hun gevoelens; einde 2e jr emoties benoemen met blij, triets, verdrietigKinderen zijn gemotiveerd om woorden te leren die relevant zijn voor probleem-oplossenBij eerste woorden vaak 2 fenomenen:

- Onderextensie: woord w slechts toegepast op een kleiner aantal voorwerpen / gebeurtenissen dan waarvoor het geschikt is. (term wordt te eng toegepast) bvb; beer is alleen maar teddybeer en niet het echte dier

- Overextensie: woord w toegepast op een bredere verzameling van voorwerpen/gebeurtenissen dan waarvoor het geschikt is (term te breed toepassen) bvb; auto = bus, trein, tram, …

Overextentie omdat kinderen moeilijkheden hebben zich het juiste woord te herinneren + ze gevoelig zijn voor categorieën

Duidelijk onderscheid tussen: Spreken (production): de woorden die de kinderen zelf gebruiken => vaker

overextensie Begrijpen (comprehension): de woorden die de kinderen begrijpen => minder

overextensieBvb; het kind kan wel de trein herkennen en aanduiden uit een reeks voertuigen, maar kan deze zelf niet benoemen

5.6 Twee-woorden zinTussen 18-24 mnd: toename in woordproductie is zeer groot; 1 of 2 woorden per dag; spurt in vocabulariumVan zodra de kleuter 200 woorden kent; combinaties van 2 woorden gebruiken (twee-woordenzin) = telegram-stijl: kinderen focussen enkel op de belangrijkste woorden en laten de kortere en minder belangrijke woorden uit hun zin Zin gevormd adhv eenvoudige vorm “willen + x” of “meer + x”vaak grammaticale fouten, soms ook niet maar dan kopiëren ze vaak de woordparen die de volwassene gebruikt

5.7 Individuele en culturele verschillen bij taalontwikkeling

Page 43: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

43

Kinderen produceren eerste woorden rond hun eerste verjaardag, maar dit kan sterk variëren, van 8 tot 18 maand. Variatie hangt af van verschillenden genetische en omgevingsfactoren.

- Geslacht: ♀ lopen licht vooruit op ♂ bij vroege ontw woordenschat (zijn vroeger fysiek rijp waardoor de linker hemisfeer vroeger w ontw)

- Persoonlijkheid (temperament): als het kind gereserveerd is zal het later beginnen praten

- Omgeving: hoe meer woorden de ouders gebruiken, hoe meer de kinderen leren Geslacht: ouders praten meer met ♀ dan met ♂ Temperament: ouders praten sneller met sociale kinderen dan met verlegen

kinderen (wat de verlegenheid in de hand werkt)- Sociaal economische status: kinderen met lage SES minder verbale stimulering thuis

(bvb voorlezen uit kinderboeken; middenklasse 1000u 25u lage klasse) waardoor grote taalachterstand (hebben maar ¼ vd woordenschat van de hoge SES kinderen)

Stijl van praten- Referentiële stijl: vroege woordenschat bestaat vooral uit woorden die verwijzen naar

voorwerpen Snellere toename van woordenschat Visie op taal: woorden dienen om naar voorwerpen te verwijzen Verkennen actief voorwerpen met steun vd ouders

- Expressieve stijl : gebruiken veel meer voornaamwoorden (bvb;ik) en sociale uitdrukkingen of zegswijzen (bvb;danku)

Visie op taal: woorden dienen om over de gevoelens en behoeften te praten Zijn meer sociaal en ouders ondersteunen dat

! Culturele invloed: Westen meer referentiëel, Oosten meer expressief

Wanneer spreken we van een taalachterstand? Als kind sterk achterloopt op taalnormen:2 maand Kinderen doen aan vocalisaties; maken aangename klinker geluiden4 maand Kinderen doen aan brabbelen; maken aangename medeklinker

geluiden 8-12 maand

Brabbelen als volwassenen taal (bvb: intonatie gebruiken)

12 maand Eerste herkenbare woorden18-24 maand

Woordenschat breidt uit: 50-200 woordenTwee-woordenzin (2 woorden combineren)

Bvb; laat brabbelen = trage ontw taalBvb; op 2 jr nog geen richtlijnen kunnen volgen / gedachten moeilijk onder woorden brengen mogelijk problemen

5.8 Ondersteunen van taalverwervingTaal gericht naar het kind: Child Directed speech (CDS): vorm van communicatie met:

- Korte zinnen- Hoge stem- Overdreven expressiviteit- Duidelijke uitspraak- Duidelijk afgescheiden pauzes tussen zinsonderdelen- Herhalen van nieuwe woorden in nieuwe contexten

Vaak onbewust maar kinderen geven al een voorkeur aan dit soort taal van bij de geboorte.mate waarin ouders hun CDS bijsturen in functie van de behoeften van hun kind, stimuleert het begrijpen van taal

Page 44: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

44

dove moeders vertonen in hun gebarentaal met baby’s een gelijkaardige stijl van communiceren om beurten praten (geef en neem) in conversatie voorspelt taalontw en latere schoolprestatiesCDS en om de beurt praten creëren een zone van de naaste ontw waarin taal gaat uitbreiden

Hoofdstuk 6: Emotionele en sociale ontwikkeling van baby en peuter

1. Theorie van EriksonOvergenomen van Freud: belang kind-ouderrelatie MAAR verandering interpretatie: F.: belang orale stimulatie (voedsel) E.: kwaliteit van verzorging (kind zacht vasthouden, geduldig eten geven tot het kind voldoende heeft,…)

Belangrijkste neo-freudiaan die de psychosociale theorie aanhangt

1.1 Basisvertrouwen vs wantrouwenFreud: orale fase (0-1 jr) behoefte aan voeding en orale stimulatie is cruciaal.

Erikson: goed verloop ontw hangt af van de kwaliteit van gedrag van moeder tijdens voeden; geen enkele ouder kan perfect alle noden van de baby voldoen (veel storende factoren zoals andere kinderen in de familie, eigen geluk,…)

MAAR: zolang de verzorging liefdevol en welwillend is, zal het conflict basisvertrouwen vs wantrouwen opgelost zijn

Kind zal de wereld positief interpreteren (hij voelt dat deze goed & bevredigend is) & zal genoeg vertrouwen hebben om te exploreren wantrouwende kind: kan niet rekenen op anderen & trekt zich terug

1.2 Autonomie vs schaamte/twijfel Freud: anale fase (1-2 jr) driften gericht op anale zone met als doel zindelijkheidstraining

Erikson: zindelijkheid is 1 vd vele belangrijke ervaringen die peuters onder controle willen hebben ze willen in bijna elke situatie voor zz. beslissen

MAAR: zolang de ouders gepaste begeleiding geven & redelijke keuzes aanbieden zal het conflict autonomie vs. schaamte en twijfel opgelost zijn

Kind met zelfvertrouwen heeft ouders die hem steunen bij het leren van nieuwe vaardigheden & komen tegemoet in zijn wil om zelfstandig te zijn Kind zonder zelfvertrouwen (ouders die te (weinig) controlerend zijn) voelt zich geforceerd en twijfelt over zijn mogelijkheid om autonoom te handelen, kan later aanpassingsproblemen veroorzaken.

2.Emotionele ontwikkelingEmoties: belangrijke rol in de ontwikkelingen die Erikson belangrijk vond bvb; relaties met verzorgers, verkennen omgeving, ontdekking van het zelf)Cross-cultureel onderzoek (Ekman): mensen van over heel de wereld associëren bepaalde foto’s van versch gezichtsuitdrukkingen met bepaalde emoties emoties zijn ingebouwd in sociale signalen.

Page 45: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

45

2.1 Ontwikkeling basisemotiesBasisemoties= universeel bij mensen, hebben een lange geschiedenis in evolutie (bevorderen overleving) en kunnen rechtstreeks afgeleid worden uit gelaatsuitdrukkingen.Bij baby: weinig differentiatie 2 globale toestanden van opwinding (arousal) :

- Aantrekking tot aangename stimulatie - Terugtrekken van onaangename stimulatie

Geleidelijk w emoties duidelijke, goedgeorganiseerde signalen door “spiegelen” van emoties ouders Rond 12 mnd: emotionele expressies (stem, gezicht, houding) zijn goed georganiseerd en specifiek kunnen ons info geven over de gevoelens van het kind

Ontwikkeling vd basisemoties:GelukHappiness

Verbindt de ouders en baby met elkaar & bevordert de competentie van het kind GLIMLACH°1 e weken: als voldaan, tijdens REM slaap, bij zachte aanrakingen °6-10 weken: sociale glimlach door herkennen menselijk gelaat (kunnen nu visuele patronen herkennen) LACHEN°3-4 mnd: als reactie op actieve stimuli °10-12mnd: verschillende vormen van lachen naargelang de context (Bvb: brede glimlach om ouders te begroeten, bescheiden glimlach naar vreemde, schaterlach tijdens spel)

WoedeAngerDroefheidSadness

WOEDEPasgeboren baby’s ervaren leed bij ervaringen zoals honger, pijnlijke ingrepen, veranderingen lichaamstemperatuur, te veel/ te weinig stimulatie4-6 mnd: uitdrukkingen van woede nemen toe in frequentie & intensiteitWaarom toename met leeftijd?

- Cognitieve ontw (Piaget) : intentioneel gedrag eigen acties onder controle houden

- Adaptief: nieuwe motorische vaardigheden dienen om zz te verdedigen & obstakels te overwinnen

- Ouders zijn gemotiveerd om onbehagen te verminderen DROEFHEIDMinder frequent dan woedeSoms als reactie op pijn of scheidingVaker als de communicatie met verzorger ernstig verstoord is bvb; depressieve ouders

AngstFear

Neemt doe vanaf 6 mnd bvb; nieuw speelgoed, hoogtes, …Vreemdenangst: meest frequente expressie van angst = afhankelijk van vele factoren (temperament kind, vroegere ervaringen met vreemden, contextWaarom toename met leeftijd?

- Cognitieve ontw (Piaget): intentioneel gedrag eigen acties onder controle houden

- Adaptief bij verkennen omgeving (overleving): angst zorgt ervoor dat bij het verkennen de kinderen dichtbij de ouders gaan blijven (ouders als veilige uitvalsbasis )

- Invloed cultuur & opvoedingspraktijken bvb; Efe-baby’s: door hoog sterftecijfer van vrouwen w baby sneller doorgegeven naar een andere vrouw; lagere vreemdenangst

2.2 Het begrijpen van emoties van anderen

Page 46: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

46

In het begin: emoties van andere ontdekken door “automatisch” proces van emotionele besmetting /operante conditionering: andere baby huilt, zelf meehuilen

4 mnd: - Gevoelig voor structuur en timing van interacties- Verwachting dat partner reageert- Bewust van alle emotionele uitdrukkingen

5 mnd:- Gelaatsuitdrukkingen w gezien als georganiseerde patronen- Emotie in de stem kan gelinkt w aan de gelaatsuitdrukking Bewustwording van het feit dat de emoties betekenisvolle signalen zijn als reactie op

een specifiek object of gebeurtenis 8-10 mnd:

- Sociale bevestiging zoeken: kind baseert zich op emotionele reactie van vertrouwenspersoon om te beslissen hoe te reageren in een onzekere situatie bvb; reactie van volwassene (blij, angstig) beslist of het kind met een vreemde zal spelen

Belang van de stem: stem heeft meer effect dan gelaatsuitdrukking alleen. Doordat de ouders de nadruk leggen op sociale bevestiging zal het kind leren

reageren op alledaagse gebeurtenissen Vergelijking eigen inschatting met die van anderen Rond 1,5 jr: besef dat de emotionele reacties van anderen kunnen verschillen

van de eigen reacties CONCLUSIE:Emotionele signalen w gebruikt om:

- Richting te geven aan het eigen handelen- Interne toestanden van anderen af te leiden Verzorgers kunnen hier gebruik van maken om kinderen te leren hoe ze moeten

reageren

2.3 Ontstaan van zelfbewuste emoties= schaamte= verlegenheid= schuld tweede reeks emoties (hogere orde) als versterking/kwetsen van ons zelf = jaloersheid= trotsOntstaan rond midden van 2 e levensjaar: kind is zich bewust van het zelf als uniek individueel iets=Omvatten een kwetsen van of een versterking van ons gevoel een eigen zelf te zijn.Vormen naast de basisemoties een 2e reeks emoties die van hogere orde zijn.schaamte, verlegenheid, trots, schuld, jaloersheidBelang van ouderlijke instructie: spelen een belangrijke rol in gedragingen die verband houden met prestaties en in morele gedragingen bvb; ouder zal zeggen: je zou beschaamd moeten zijn omdat je hem geslagen hebtSituaties waarin ouders deze emoties aanmoedigen verschilt van cultuur tot cultuur bvb; Westen als individuele cultuur meer trots China & Japan als collectieve cultuur minder trots bij individueel succes (geen oog voor anderen) 2.4 Emotionele zelfregulering Emotionele zelfregulering = de strategieën die we gebruiken om onze emotionele toestand tot een comfortabel intensiteitsniveau te brengen zodat we onze doelen kunnen bereikenGoede start bij regelen van emoties = meer autonomie, beheersen van cognitieve en sociale vaardigheden!

Page 47: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

47

Grote rol van bewuste controle (effortful control)= vrijwillig een dominante, maar minder gepaste emotionele reactie onderdrukken om meer aangepaste emotionele reacties te vertonen hangt samen met de ontw van de hersenschors (frontale cortex moet ontw zijn)hulp van ouders is belangrijk ! Individuele verschillen w al snel duidelijk, belangrijk voor aanpassing (temperament)

1 e mnd: beperkt vermogen om emoties te reguleren Verzorgers dragen bij tot de stijl van emotionele zelfregulering van kindOuders leren aan wat sociaal aanvaard is (pos emoties vaker imiteren dan neg emoties)Geslachtsverschillen:

- Jongens minder emotie-expressieCultuurverschillen:- Japan & China stimuleren minder het uiten van emoties bij baby’s minder emotie-

expressie

2 jr: Piaget + taal voorstellingsvermogen stijgt + taal gebruiken

3. Temperament en ontwikkelingTemperament = stabiele individuele verschillen in de kwaliteit en intensiteit van

reactiviteit enzelfregulering

- Reactiviteit: snelheid en intensiteit van Emotionele reacties (arousal) Aandacht Activiteitsniveau

- Zelfregulering: strategieën die de reactiviteit veranderen

Thomas & Chess: bekendste longitudinale studie over temperament met als resultaten:- Temperament voorspelt de psychologische aanpassing- Opvoedingsstijl ouders beïnvloedt emotionele stijl kind

3.1 Structuur temperament2 modellen van temperamentT&C: 9 dimensies R: 2 dimensies met subcategorieën

Thomas & Chess RothbartActiviteitsniveau

Verhouding actieve periodes tov. passieve

REACTIVITEIT Activiteitsniveau

Niveau van motorische activiteit

Ritmiek Regelmaat van lichaamsfuncties

Kalmering * Reactie van drukte, pijn,… als respons op troost verzorger

Afleiding Mate waarin stimulatie vd omgeving het gedrag verandert

Aandacht Tijd van interesse

Page 48: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

48

Toenadering / vermijden

Reactie op nieuw object/voedsel/persoon

Angstig Angst op een intense stimulus + tijd nodig om aan te passen aan nieuwe situaties

Aanpassing Mate waarin kind aanpast aan nieuwe situatie

Geïrriteerd Mate van drukte wnr behoeften niet bevredigd w

Intensiteit reactie

Energieniveau van de reactie

Positief affect Frequentie van positieve responsen

Reactiedrempel

Intensiteit nodig voor een respons

ZELFREGULERING

Kwaliteit humeur

Niveau van vriendelijkheid, vrolijk gedrag tov onvriendelijk, depri gedrag

Bewuste controle

Capaciteit om een dominant reactief antw te onderdrukken en een meer geschikt antw te geven

*Kalmering niet leren!

Waarbij we 2 modellen naast elkaar zien; T&C als iets ouder model , R als recenter model

Structuur temperament volgend Thomas & Chess:3 types (+1) van kinderen verkregen adhv interviews/vragenlijsten op basis van de 9 dimensies:

1) Makkelijk= 40%

- Als baby snel tot gewoonten & routines komt bvb; ’s nachts slapen, overdag wakker- Meestal opgewekt- Past zich goed aan aan nieuwe ervaringen

2) Moeilijk= 10%

- Als baby onregelmatig in dagelijkse gewoonten & routines- Reageert negatief en intens- Past zich traag aan aan nieuwe ervaringen

3) Slow-to-warm-up= 15%

- Niet actief- Reageert matig & weinig intens op omgeving, vaak negatieve stemming- Past zich traag aan, maar uiteindelijk toch wel, aan nieuwe ervaringen

4) Niet-geclassificeerd= 35%

- Unieke combinatie temperament kenmerken !

PROBLEMEN:- Moeilijk: aanpassingsproblemen, angstig, agressief gedrag op school - Slow-to-warm-up: angstig, traag op gang in school & met klasgenoten

ROTHBART: (recenter) Belangrijk voor examen!!!Bouwt verder op model Thomas & Chesstemperament is niet alleen afhankelijk van reactiviteit MAAR ook van zelf-regulering & bewuste controle (mogelijkheid om onaangepast gedrag om te vormen tot meer aanvaardt gedrag)

Page 49: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

49

3.2 Meten van temperamentMethoden:

- Interviews met of vragenlijsten voor ouders - Gedragsbeoordelingen door mensen die het kind kennen bvb; kinderdokters, lkr- Rechtstreekste observatie door onderzoeker

Waarde?- Beoordelingen ouders

Vaak onder kritiek (vooringenomen + subjectief) Toch matige correlatie met gedragsobservaties

- Observatie thuis Sommige gedragingen weinig frequent thuis

- Observatie labo Meer controle + fysiologische metingen mogelijk Belastend voor kind (toont ander gedrag)

3.3 Stabiliteit temperamentVele studies bewijzen idee dat temperament stabiel is Toch is deze stabiliteit vaak laag of matig

Reden: temperament ontw zelf; dezelfde gedragingen bij baby’s w anders beoordeelt dan bij oudere kinderen bvb; baby hevig bewegen met armen = weinig interesse omgeving ; baby stil liggen = meer omgeving onderzoeken rondkruipend kind = omgeving opnemen ; kind dat stil zit = weinig omgeving opnemen

Predictie temperament is pas mogelijk vanaf het 3e levensjaar en later vanaf dan: beter gedrag vertonen dat past bij ≠ taken door onderdrukking van impulsen

Vele factoren spelen een rol bij stabiliteit: - Ontwikkeling biologische systemen- Bewuste controle- Opvoedingservaringen

3.4 Genetische invloedenTemperament impliceert een genetische basis voor individuele versch in persoonlijkheid ONDERZOEK dat genetische invloed aantoont:

Tweelingenstudies- Eeneiige tweelingen: 100% identieke genen- Twee-eiige tweelingen: 50% identieke genen Eeneiige tweelingen meer gelijkaardig temperament dat twee-eiige

tweelingen

Etnische verschillen- Aziatische baby’s zijn minder actief en irriteerbaar, maken minder lawaai,

makkelijker te troosten blanke baby’s Geslachtsverschillen

- Jongens zijn meer actief en durven meer meisjes meer angstig en terughoudend

Temperamentstrek (negatief – positief) en leeftijd spelen meeBvb; negatieve emoties meer erfelijk dan positieve, rol van erfelijkheid is groter in de kindertijd dan in de latere jaren

3.5 OmgevingsinvloedenONDERZOEK dat de omgevingsinvloeden aantoont:

Etnische verschillen

Page 50: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

50

- Verschillen in temperament w aangemoedigd door culturele overtuigingen en praktijkenBvb; Aziatische moeders troosten kind meer om zo kind meer te stimuleren te leven in groep blanke moeders troosten baby minder om zo autonomie te ontw

Geslachtsverschillen- Versch perceptie: binnen 24u na geboorte benaderen de ouders hun kind

anders:Jongens: w aanzien als sterker, beter gecoördineerd, alerterMeisjes: w aanzien als zachter, zwakker, meer delicaatjongens stimuleren voor fysieke activiteitmeisjes stimuleren voor hulp te bieden / fysieke nabijheid

Opvoeding oudersOuders zoeken naar verschillen in persoonlijkheid in beklemtonen deze door vglk van hun kinderen:

- Eeneiige tweelingen: ouders zien minder gelijkenis dan observatoren- Twee-eiige tweelingen: ouders zien meer verschil dan observatoren

CONCLUSIE: temperament is een complexe interactie tussen omgeving en genetica

3.6 Goodness-of-fit model Thomas & Chess Goodness-of-fit = model dat verklaart hoe temperament en omgeving samen tot gunstige resultaten kunnen leiden. Men richt een opvoedingsomgeving in waarin het temperament van elk kind erkend w en tegelijk meer aangepast functioneren aangemoedigd w bvb; verklaart waarom moeilijke kinderen problemen hebben opvoeding voldoet niet aan noden kind; kind kan zich niet aanpassen; ouders w steeds bozer & het proces zet zz voortModel verklaart waarom moeilijke kinderen vaak problemen hebben.Hangt af van:

- Levensomstandigheden (Rusland depressieve economie; zware financiële zorgen + veel werken; minder tijd en energie voor kinderen en opvoeding)

- Culturele waarden (China: schuchter zijn is maturiteit & rekening houdend met anderen Westen: schuchterheid is sociale incompetentie) NU verandert: China nieuw economisch modelerkenning belang mondig te zijn in my

Hoe goede overeenkomst vinden?- Ouders moeten warm zijn & redelijke verwachtingen hebben - Ouders erg stimulerend:

Stimulatie bevordert exploratie bij minder actieve baby’s Vermindert exploratie bij actieve baby’s (verdwijnen eigen lust om te

onderzoeken) Ouders spelen belangrijke rol: omgeving creëren die voortbouwt op de sterke kanten

van het kind

4. Ontwikkeling van gehechtheidGehechtheid = de sterke affectieve band die we hebben met bijzondere mensen in ons leven. Deze band zorgt ervoor dat we plezier en vreugde beleven als we met hen omgaan en dat we getroost w door hun nabijheid in tijden van stress.

Page 51: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

51

na 12 mnd geraken baby’s gehecht aan personen die hun noden vervullen

OUDE THEORIEËN:- Psycho-analyse: Freud: voeding als primaire context waarin deze band w uitgebouwd- Erikson: emotionele band met moeder = basis voor latere relaties - Behaviorisme: tijdens voeding ontw baby voorkeur voor aanrakingen door moeder

(baby zal voedsel & aanrakingen associëren)HOEWEL voeding een belangrijke context is waar een affectieve moeder-kind band kan opgebouwd w, is dit niet het enige element! 1950 experiment: rhesus-aapjes konden kiezen tussen harde moeder (draden) met eten / zachte moeder zonder verkozen de zachte moeder zonder eten.

4.1 Ethologische theorie van gehechtheidJohn Bowlby Ethologische theorie = de emotionele band van de baby met de verzorgingsfiguur is een gedrag dat in de evolutie naar voor is gekomen en overleving bevordert

Meest aanvaarde theorie over gehechtheidBaby heeft een set van aangeboren gedragingen (huilen, lachen, brabbelen) die functioneren als sociale signalen om te verzorger ertoe aan te zetten om met de baby om te gaan & ervoor te zorgen

DOEL: overleving Ouder-kindrelatie berust eerst op aangeboren signalen waardoor de volwassene naar de baby toegaat maar geleidelijk aan in 4 fasen ontw een echte emotionele band:

Fase 1: Nog geen gehechtheid (pregehechtheids fase)0-6 wkn

Ingebouwde signalen (wenen, lachen, staren, grijpen) helpen contact te krijgen met verzorger

Verzorger – onbekende = geen verschil Fase 2: Beginnende gehechtheid

6 wkn tot 6-8 mnd Begin van differentiële reactie: verzorger ≠ onbekende Gevoel van basisvertrouwen: bewust dat hun handelingen de

omgeving beïnvloeden verzorger zal reageren wnr nodig Geen separatieangst

Fase 3: Duidelijke gehechtheid6-8 mnd tot 18 mnd – 2 jr Gehechtheid aan verzorger duidelijk aanwezig

Separatieangst: kind raakt van streek wnr de persoon waarop het is gaan vertrouwen weggaat (piek 6-15 mnd)laanwezigheid verzorger verzekeren bvb: op schoot klimmen

Veilige uitvalsbasis: verzorger is een punt van waaruit de omgeving w verkend w en waar men kan terugkeren voor emotionele steun

Fase 4: Ontstaan wederkerige relatieVanaf 18mnd / 2 jr

Door ontw taal beter begrijpen het gaan en komen vd ouders dalen separatieangst

Kind kan onderhandelen met ouders

Door ervaringen uit 4 fasen: Ontstaan intern werkmodel = geheel van verwachtingen over beschikbaarheid gehechtheidsfiguren en de kans dat ze hulp zullen bieden in stressmomenten model voor latere intieme relaties

Page 52: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

52

TEST:op basis van habituatie – herstel

- Kinderen van 12 – 16 mnd- Krijgen 2 video’s te zien (animatie) - Verzorger (rood) klimt berg op ;

kind (blauw) huilt Video 1: Responsieve

verzorger keert terug naar kind

Video 2: Niet-responsieve verzorger verzorger klimt verder berg op

- REACTIE kinderen:…als veilig gehecht: kijken langer naar niet-responsieve video (kennen dit fenomeen niet)

…als onveilig gehecht: kijken even lang naar beide video’s

4.2 Meten van gehechtheidVreemde situatie = veel gebruikte techniek om kwaliteit van gehechtheid te meten tussen 1-2 jr welke de baby meeneemt door 8 fasen waarin korte scheiding van de verzorger voorkomt. (Mary Ainsworth)Principes:

- Veilig gehechte kinderen gebruiken ouder als veilige uitvalbasis om onbekende speelkamer te verkennen

- Als ouder weggaat, zal de onbekende minder troost kunnen bieden Aandacht voor scheiding en hereniging met ouder

GEBEURTENISSEN1. Introductie in speelkamer 2. Ouder zit neer en kind speelt (ouder als veilige uitvalsbasis) 3. Vreemde komt binnen, zit neer, praat met ouder (reactie op vreemde)4. Ouder gaat buiten, vreemde reageert op / troost kind (separatieangst)

Kan het kind getroost worden?Maakt het kind onderscheid tss ouder en vreemde?

5. Ouder komt weer binnen, vreemde gaat weg (herenigingsfase)6. Ouder verlaat weer kamer (kind is alleen) (separatieangst)7. Vreemde komt binnen en probeert te troosten (mogelijkheid getroost w door

vreemde)8. Ouder komt binnen en wekt belangstelling speelgoed (herenigingsfase)

Als reacties werden 3 onveilige gehechtheidspatronen onderscheiden en 1 veilig gehechtheidspatroon:

Veilige gehechtheid (60%)= kind gebruikt ouder als veilige uitvalsbasis= bij separatie huilen/niet huilen, maar sowieso voorkeur voor ouder= bij hereniging gaan ze actief contact zoeken en mindert het huilen.

Vermijdende gehechtheid (15%)= niet responsief tov ouder= bij separatie geen verdriet, zelfde reactie onbekende – ouder= bij hereniging vermijden ze ouder, traag in begroeten, als ze opgepakt w klampen ze zich niet vast

Page 53: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

53

Afwerende gehechtheid (10%)= zoekt nabijheid bij ouder, weinig exploratie = bij separatie waarschijnlijk huilen= bij hereniging woede en verzet, duwen/slaan van ouder, moeilijk te troosten, blijven huilen

Gedesoriënteerde gehechtheid (15%)= vertonen grote onveiligheid= bij hereniging heel veel verwarde en tegenstrijdige gedragingen (blik afwenden ouder, depressieve emotie, bevroren houding), moeilijk te troosten

ALTERNATIEVE METHODE: Attachment Q-sortQ- sort = gebruik van antwoordcategorieën volgens vooraf bepaalde verdeling

Attachment Q-sort = alternatieve methode voor meting van gehechtheid, geschikt voor kinderen van 1 – 4 jr gebaseerd op thuisobservaties METHODE:

- Ouder/observator moet kinderen beoordelen op basis van 90 gedragingen bvb; kind begroet moeder met grote glimlach, als moeder beweegt; beweegt het kind mee,…

- 90 items sorteren adhv. 9 categorieën waarbij continuüm varieert van “heel erg van toepassing bij het kind” tot “helemaal niet van toepassing bij het kind”

Ontstaan een score van weinige – hoge gehechtheid

Voordeel Nadeel+ beter beeld alledaagse relatie ouder-kind

- tijdrovend - aan strikte regels houden bij observatie- voor beste resultaten moet observator beoordelen lang samenleven bij gezin?!

Deze meting komt goed overeen met vreemde situaties als de observator oordeelt, maar als de ouders oordelen, komt dit niet overeen.

4.3 Stabiliteit van gehechtheid

- Kwaliteit van gehechtheid is meestal veilig en stabiel voor baby’s uit midden sociaal economische klasse in gunstige levensomstandigheden

- Overgang van onveilig veilig: meestal moeders die goed aangepast zijn en met positieve relaties (familie, vrienden): door sociale steun groeien in hun rol

- Lage SES: veel stress, weinig steun van veilig nr onveilig of van ene vorm onveilig nr andere vorm van onveilig

CONCLUSIE: veilig gehechte baby’s behouden hun status vaker dan onveilig gehechte baby’s

Uitzondering: gedesoriënteerd/gedesorganiseerd: stabiel over 2e levensjaar.

4.4 Cultuurverschillen bij gehechtheidCross-cultureel onderzoek bewijst dat gehechtheid anders moet geïnterpreteerd w over binnen versch culturen. Duitse ouders:° moedigen kind aan tot onafhankelijkheid waardoor er meer vermijdende gehechtheid voorkomtJapanse ouders:° laten kinderen zelden in handen van vreemden

Page 54: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

54

Waardoor er meer afwerende gehechtheid voorkomt (vreemde situatie zorgt voor meer stress)MAAR: alle culturen = veilige gehechtheid het meest!

4.5 Factoren die invloed hebben op veilige gehechtheid Vroege beschikbaarheid consistente verzorger:

Onderzoek Spitz kinderen in instelling (weeshuis) gewichtsverlies, emotionele problemen, slaapproblemen, huilen, zich terug trekken

Problemen niet ontstaan door scheiding van moeder MAAR doordat ze geen band konden vormen met 1 of enkele volwassenen.

Latere adoptie: gehechtheidsband mogelijk MAAR meer emotionele en sociale problemen (weinig vrienden, heel vriendelijk tegen vreemden, wens voor volwassenenaandacht )

Normale ontwikkeling gehechtheid hangt af van mogelijkheid band vormen met verzorgers in eerste levensjaren.

Kwaliteit van opvoeding:Sensitieve opvoeding = snel, consistent en op de juiste manier omgaan met baby’s en ze zacht en vol zorg vasthouden.matige samenhang met gehechtheid

Kinderen die onveilig gehecht zijn; ouder houden vaak niet van fysiek contact, gaan onhandig om met baby & handelen sterk volgens routine

Interactie-synchronie = een nauwkeurig afgestelde “emotionele dans” waarbij de verzorger reageert op signalen kind op een goed-getimede, ritmische en gepaste manier. Beide partners stellen ook hun emotionele toestanden op elkaar af, vooral de positieve.

Vermijdend: -vaak over stimulerende of intrusieve (ouder dringt binnen in de belevingswereld van het kind) opvoeding -vermijden is ontsnappen aan

Afwerend: -gebrek aan betrokkenheid (inconsistente opvoeding: niet reageren op signalen, maar exploratie onderbroken) -afweren is over afhankelijkheid of woede

Gedesoriënteerd/ gedisorganiseerd: -vaak mishandeling-vaak depressieve moeders

Opvoeding erg inadequaat goede voorspeller van verstoorde gehechtheid

Mishandeling komt bij 3 vormen van onveilige vormen voor. Culturen variëren in hun mening over gevoeligheid tegenover kinderen.

Kenmerken van het kind Vroeggeboren, geboortecomplicaties en ziekten bij pasgeborene hangen

samen met onveilige gehechtheid bij armoedegezinnen onder stress Temperament hangt niet duidelijk samen met gehechtheid Moeilijke kinderen + angstige moeders = niet harmonieuze relatie (vaak

onveilige gehechtheid) Erfelijke bepaaldheid van gehechtheid is bijna 0 Vele kenmerken van het kind kunnen leiden tot veilige gehechtheid MAAR

de verzorger moet sensitief zijn & de opvoeding aanpassen aan behoeften van het kind!

Page 55: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

55

Omstandigheden gezin Stress en instabiliteit in gezin leidt tot onveilige gehechtheid Aanwezigheid van sociale steun vermindert stress en bevordert veilige

gehechtheid Intern werkmodel vd ouders werd vroeger opgebouwd in

gehechtheidservaringen met eigen oudersouders die objectiviteit & evenwicht vertonen in hun beschrijving van eigen ervaringen kindertijd hebben vaak veilig gehechte baby’souders die deze ervaringen onbelangrijk vinden of woedend en in verwarring beschrijven hebben vaak onveilige gehechte baby’s

Door onze vroege opvoeding zijn we niet voorbestemd om (in)sensitieve ouders te worden

!! Interne werkmodellen zijn gereconstrueerde herinneringen; invloed van vele factoren in levensloop

4.6 Meervoudige gehechtheidBowlby: kinderen hechten zich vaak aan 1 gehechtheidsfiguur (meestal moeder) neiging neemt af in 2e levensjaar.Recenter onderzoek naar de rol van vaders/broer/zus

Vaders Sensitieve verzorging door vader voorspelt veilige gehechtheid

Verschil relatie met kind: moeder meer verzorging, vader meer spelen (speelkameraad)! beeld verandert; moeder gaan nu ook werken soms ook meer spelen met kind & vader ook betrokken bij verzorging

Moeders en vaders spelen ook anders met kind Vaders die erg betrokken zijn bij opvoeding => Kinderen zijn minder

stereotiep in opvatting geslachtsrollen, hebben sympathieke, vriendelijke persoonlijkheid en zien ouderschap als verrijkende ervaring

Warme, voldoening gevende huwelijksrelatie ondersteunt betrokkenheid op kinderen, vooral belangrijk voor vaders.

Belangrijke factoren bij gehechtheid: sensitiviteit, warmte, gezinsattitudes, relaties

Jonge en oude vaders Vaders jonger dan 29 jaar:

-Besteden aan hun kinderen bijna 85% van de tijd die moeders eraan besteden-Is verdubbeling tov 30 jaar geleden

Vaders van 29 tot 42 jaar-Besteden minder tijd aan kinderen-Toch ook toename tegenover 30 jaar geleden, maar minder groot

Broers en zussen Geboorte jongere broer / zus Vaak moeilijke ervaring, soms ook positieve

reacties Conflict tussen broers/zussen: neemt toe als 1 van hen zeer emotioneel is of

zeer actief

Page 56: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

56

Veilige gehechtheid (moeder-kind) en warmte tov kinderen hangt samen met positieve interactie tss broers/zussen afstandelijkheid hangt samen met wrijving tss broers/zussen

Speciale momenten voorzien met oudste kind draagt bij tot harmonische relaties tss broers/zussen

Gehechtheid en latere ontwikkelingVeilige gehechtheid hangt samen met positieve outcomes in:- Kleuterschool - BasisschoolContinuïteit van opvoeding zou band kunnen vormen tussen gehechtheid en latere ontwikkeling

Ouders die sensitief zijn zowel tijdens de kindertijd als latere jaren = betere ontwikkeling

Gevolgen later:- Veilig gehecht: hoge zelfwaardering, sociaal competent, werkt goed samen,

populair- Vermijdend: geïsoleerd, weinig contacten- Afwerend: storend en moeilijk gedrag- Gedesoriënteerd/gedisorganiseerd: grote vijandigheid en agressie

! CAUSALE VERBANDEN NOG NIET AANGETOOND ! Mogelijk continuïteit van opvoeding bepalend of veilige gehechtheid verbonden zal zijn met latere ontwikkeling! Ook rol van veerkrachtCONCLUSIE: vele factoren spelen een rol

Gehechtheid alleen te begrijpen binnen ecologische systeembenadering (Bronfenbrenner)

5.Ontwikkeling van het zelf Zelfbewustzijn

1e stap: bewustzijn van het lichaam als eigen entiteit 2e stap: zelfherkenning = herkenning van zichzelf als fysiek uniek wezen (vanaf 2 jr) bvb; rode stip op neus, in spiegel zien, dan neus aanraken; zz herkennen op foto’s Begin ligt in inzicht dat eigen handelingen voorspelbare acties veroorzaken van voorwerpen (en andere mensen)Ouders die kinderen aanmoedigen om te exploreren en te reageren op hun signalen hebben baby’s die verder staan inzake ontw van het zelf

Schaalfouten Jonge kinderen maken schaalfouten = dingen doen die door hun

lichaamsgrootte niet mogelijk zijn. Bvb; op stoel van pop gaan zitten

MAAR: misschien is dit gewoon experimenteren?

Fouten nemen af vanaf 2 jaar

CULTURELE VERSCHILLEN:-Griekenland: individualistische cultuur; wat heb ik gedaan, wat zijn mijn prestatiesdistale opvoedingsstijl: aanmoedigen onafh., vanop een afstand, praten ipv knuffelen

Page 57: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

57

-Kameroen: collectivistische cultuur; wat kan ik bijdragen aan de myproximale opvoedingsstijl: samenzijn centraal, veel fysiek contactRESULTATEN: °Individualistische cultuur: meer zelfherkenning & bewustzijn van het ik, minder gehoorzaamheid°Collectivistische cultuur: meer gehoorzaamheid & minder zelfherkenning

Vroege emotionele en sociale ontwikkeling Kind worden verlegen en beschaamdZelfbewustzijn leidt tot eerste pogingen om het perspectief van anderen te begrijpenhangt samen met empathie = vermogen om emotionele toestand van iemand anders te begrijpen en mee te voelen of emotioneel gelijkaardig te reageren Bvb; anderen troosten op manieren waar men zelf troost vindt; mama knuffelt mij als troost, ik ga het andere kindje knuffelen

Zelfcategorisatie Zichzelf en anderen indelen in sociale categorieën: leeftijd, fysieke kenmerken, goed & slecht.Eerste teken: zichzelf vergelijken met anderen (tussen 18 – 30 mnd) bvb; ik ben goed, anderen slecht, geslacht onderscheiden, fysieke kenmerken dmv categorisatie gedrag organiseren

Categorische zelf

Bewuste controle (effortful control)Effortful control = -onderdrukken van impulsen-omgaan met negatieve emoties-aanvaardbaar gedrag vertonen

het vermogen om weerstand te bieden aan negatieve impulsen en deze om te zetten tot sociaal aanvaard gedragKinderen hebben nodig:- Bewustzijn van zz als afzonderlijk en autonoom - Vertrouwen in richting geven aan eigen handelen- Geheugen voor instructies

Zelf controle= vermogen om weerstand te bieden aan impulsenVerschijnt rond 18 maanden Neemt toe in vroege kindertijd (weerstand tegen verleiding / uitstel van bevrediging) Individuele verschillen blijvend:- Geslacht (vrouwen hebben meer zelf controle dan mannen)- Sensitieve verzorging(als er goed op je behoeften ingespeeld wordt => meer

zelf controle

Gehoorzaamheid= begrijpen van en gehoorzamen aan wensen en normen van verzorgingsfiguren Komt op tss 12-18 mndPeuters bevestigen hun autonomie door soms niet te gehoorzamenWarme sensitieve zorg doet gehoorzaamheid toenemen

Page 58: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

58

Hoofdstuk 7: Psychologische en cognitieve ontwikkeling kleuterCognitieve ontwikkeling

1. Piagets preoperationeel stadium 2-7 jr met enorme vooruitgang in mentale voorstellingen (symbolen)Preview-Verbeeldingsspel-Relatie symbool- echte wereldBeperkingen van denken:-egocentrisme-Conservatie-Hiërarchische classificatie

-e1.1 Ontwikkeling in verbeeldingPiaget:Taal= meest flexibele bij mentale representatie door in woorden te denken kunnen we het verleden/heden/toekomst plaatsen & louter het ‘nu’ overstijgen Sensori-motorische activiteit leidt tot mentale voorstellingen van ervaringen, die kinderen benoemen met woorden.

1.2 VerbeeldingsspelNaarmate het kind ouder w, verandert de verbeelding geleidelijk aan:

- Meer los van reële levensomstandigheden: niet meer enkel met realistische voorwerpen spelen, maar dmv. taal spelen & uitbeelden met minder realistische objecten tot uiteindelijk het spel loskomt van de echte wereld

- Minder gecentreerd op zz: minder op zz gecentreerd omdat kinderen beseffen dat deelnemers van uitgevonden acties onafhankelijk van zz kunnen zijn

- Meer complexe combinatie van schema’s: sociodramatisch spel = het verbeeldingsspel dat samen met anderen gespeeld wordt; vanaf 2.5 jr gaan kinderen samen creëren en coördineren van verschillende rollen in een complex verhaal (plot) =Rollenspelkinderen zijn zich bewust dat verbeeldingsspel een representationele activiteit is Voordelen+ inoefenen en versterken van voorstellingsschema’s + nadenken over denken, controle over gedrag en standpunt van iemand anders innemen+ verbeteren van sociale en taalkundige vaardigheden+ verbeteren van aandacht, geheugen en logisch denken + versterken van verbeelding en creativiteit

1.3 Relatie symbolen – echte leven

Inzicht krijgen dat elk symbool staat voor een specifieke toestand in het echte leven EXPERIMENT:2.5-3 jr oude kinderen:

- Maquette van kamer waarin een kleine Snoopy verborgen was kinderen laten zoeken

- Nadien in echte kamer (~ maquette) grote Snoopy zoeken die verborgen wasConclusie: slechts vanaf 3 jr gebruiken de kinderen de maquette als gids om grote Snoopy te vinden

Page 59: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

59

2.5 jr oude kinderen hadden problemen met dubbele voorstelling = een symbolisch voorwerp zien als een voorwerp op zich en als symbool (voor iets anders)

Uiterlijke Verschijning en Realiteit: In bepaalde situaties worden kinderen makkelijk misleid door uiterlijke verschijning - Vb. steen die beschilderd is als een ei

- Vraag: “Is dit“echtig-in-’t-echtig” een ei?”- Vele kleuters zeggen “Ja” !- Verklaring: Kinderen hebben het moeilijk met de taal van deze takenAls niet-verbale versie van taak (aanwijzen wat “echt” een ei is), dan meeste kleuters wel correct antwoord

• Belang van dubbele voorstelling: voorwerp is één ding (een steen) maar is symbool voor een ander ding (een ei)

Ouders kunnen helpen inzicht te verwerven: - Ervaringen met versch soorten symbolen:

Plannen/foto’s/tekeningen/mogelijkheden voor verbeeldingsspel om de ervaring van kinderen met symbolen te stimuleren

- Gelijkenissen tss modellen/symbolen & de echte wereld aantonen

1.4 Beperkingen van het preoperationele denken Piaget beschrijft kleuters in termen van wat ze niet kunnen & niet in termen van wat ze wel kunnen “Pre-operationeel”= nog niet in staat tot operaties (= mentale handelingen die beantwoorden aan logische regels)

Hun denken is rigied (gebeurt altijd op dezelfde manier); en is op elk moment beperkt tot 1 aspect vd situatie & sterk beïnvloed door de manier waarop de dingen zich voordoen op een bepaald moment

Beperkingen: Kan geen mentale operaties uit voeren (zie daarnet)

Egocentrisme (kind is gecentreerd op zichzelf)Egocentrisme = de symbolische gezichtspunten van andere mensen niet kunnen onderscheiden van het eigen gezichtspuntbij eerste mentale voorstellingen pure focus op eigen gezichtspunt & ervan uitgaan dat anderen net hetzelfde gezichtspunt hebbenEXPERIMENT:3 bergen probleem: Kind moet uit foto’s kiezen hoe de pop (met een ander gezichtspunt) de 3 bergen ziet

Kiest de foto van zijn eigen gezichtspunt Andere uiting van egocentrisme animistisch denken= de overtuiging dat niet-levende objecten kwaliteiten (eigenschappen) hebben van levende wezens (gedachten/wensen/gevoelens/bedoelingen)Bvb; de zon is boos en jaagt de wolken weg

PIAGET: door egocentrisme kan het kind onvoldoende accommoderen (eigen redeneren aanpassen aan realiteit)

Beperking tot conservatieConservatie = de idee dat bepaalde fysieke eigenschappen van voorwerpen dezelfde blijven, zelfs wanneer hun uiterlijke verschijningsvorm verandert bvb; aantal, lengte, gewicht, hoeveelheid

Page 60: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

60

Conservatieproef:

Verschillende hoeveelheden (vloeistof, massa, aantal, gewicht) w getransformeerd en men stelt de vraag aan het kind of deze hoeveelheden hetzelfde blijven.Kind ervaart 2 beperkingen bij conservatie:

1) Centratie: aandacht richten op 1 aspect en de andere verwaarlozen bvb; alleen denken aan hoogte OF breedte

2) Onomkeerbaarheid: kan de reeks van stappen niet omkeren in gedachten

Gebrek aan hiërarchische classificatie = organiseren van voorwerpen in klassen en subklassen (waar een hiërarchische relatie tussen bestaat) op basis van gelijkenissen en verschillen.

Piaget: klasse-inclusie taak

16 bloemen: 4 blauwe & 12 rodeZijn er meer rode bloemen of meer bloemen? Vraag over subklasse en over klasse; kind ziet de subklassen niet als iets dat opgenomen w in de klasseAntw: er zijn meer rode bloemen

1.5 Later onderzoek over preoperationeel denken Vele taken van Piaget bevatten voor kinderen onbekende elementen / te veel informatie-elementen om tegelijkertijd te verwerken

Capaciteiten van kinderen (in ‘real life’ situaties) onderschat

Page 61: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

61

Kritiek op negatieve beschrijving van kleuter.Egocentrisch denken *Kan taal aanpassen aan anderen en het

standpunt van anderen innemen in eenvoudige situaties*Animistisch denken komt voort uit onvolledige kennis van objecten

Onlogisch denken *In staat tot vereenvoudigde conversatie*Kan redeneren dmv analogie

Catergorisatie *Alledaagse kennis zit in categorieënVerschijning versus realiteit *Kan taken op verschijning-realiteit

oplossen op niet-verbale manieren

EgocentrismeIpv. 3 bergenprobleem het kind met vertrouwde voorwerpen laten werken + geen foto’s laten kiezen => Piaget onderschat kinderen door te moeilijke proeven.Op 4 jaar al inzicht in verschillende gezichtspunten In conversaties passen kinderen hun taalgebruik aan aan de behoeften van de luisteraars bvb; 4 jarige kinderen in gesprek met 2 jaar oude kinderen gebruiken minder complexe zinnen

Dus kinderen zijn niet egocentrisch Animistisch denken

Kinderen zijn weinig vertrouwd met wolken en zon.Kinderen maken animistische fouten vooral bij voorwerpen die uit zz bewegen bvb; auto koplampen ~ ogen

Misvattingen komen vooral voort uit onvolledige kennis over voorwerpen & niet uit het geloof dat deze voorwerpen levend zijn

Magisch denken Tussen 3-4 jr: geloven in dingen zoals elfen en kabouters omwille van het feit dat ze bepaalde alledaagse gebeurtenissen niet kunnen vatten toeschrijven aan magisch denken Tussen 4-8 jr: magisch denken verdwijnt door grotere vertrouwdheid met effecten en principes vd fysica religie en cultuur spelen een rol bvb; Joodse kinderen zullen minder in de Kerstman geloven; geen geloof meer in culturele mythes zoals een wens doen voor je een kaars uitblaast

Niet-logisch denken Als taken vereenvoudigd w en overeenkomen met het dagelijkse leven, doen kinderen het beter dan Piaget beweerde Bvb; conservatie van aantal met maximum 3 voorwerpen wél succesvol Bvb; redeneren door analogie over fysieke veranderingen; een brood is tot een snede brood gelijk aan een appel tot... stukjes appel (juiste antw uit versch mogelijkheden halen)

Categorisatie-Alledaagse kennis w al vroeg opgedeeld in hiërarchische klassen-Globale categorieën (bvb planten, dieren, meubelen,…)-Basiscategorieën en algemene categorieën en later subcategorieën.-Woordenschat en algemene kennis breidt uit.

Conclusie: categorisatiesystemen zijn nog niet complex, maar het vermogen om hiërarchisch te classificeren is al vroeg aanwezig

1.6 Evaluatie van het preoperationeel stadiumAls proeven w vereenvoudigd, vertonen kleuter al sneller een begin van logische operaties Daarom: logische operaties w geleidelijk verworven

Page 62: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

62

Is er nog wel sprake van een preoperationeel stadium? (Maken ze niet een plotse overgang)

Sommige auteurs zeggen van niet aanhangers informatieverwerkingstheorie (verwerpen Piaget)

Andere auteurs (neo-Piagetiaanse denkers) combinatie van Piaget + informatieverwerkingstheorie met een meer flexibel stadiumconcept

Geheel van onderling samenhangende competenties ontwikkelt over een langere periode, afhankelijk van ontw hersenen en van specifieke ervaringen

1.7 Piaget en onderwijs 3 opvoedkundige principes afgeleid uit Piagets theorie:

- Ontdekkingsleren: kinderen w aangemoedigd om zelf te ontdekken door spontane interactie met de omgeving. Geen klaargemaakte kennis w overhandigd, wel dingen om zelf te exploreren bvb; puzzels, boeken,…

- Gevoeligheid voor bereidheid van kinderen om te leren : lkr bouwen verder op datgene dat de lln al weten, enkel als ze interesse hebben en klaar zijn om nieuwe vaardigheden te leren

- Aanvaarden van individuele verschillen: alle kinderen overlopen elk stadium van ontw, maar niet allemaal op hetzelfde tempo. Lkr moeten vooruitgang evalueren op basis van vroegere ontw ipv op basis van een gemiddelde!

2. Vygotsky’s socioculturele theorie Benadrukt de sociale context bij cognitieve ontwikkeling. Via taal gaan kleuters participeren in sociale dialogen met mensen die meer kennis hebben. Later communiceren kleuters met zichzelf: op die manier hun denken verhogen en hun gedrag onder controle houden.

2.1 Private taal Vele jonge kinderen praten luidop tegen zzHelpt richting geven aan gedrag. Vaker gebruikt als taken uitdagend zijn, na fouten of bij verwarring.Wordt geleidelijk meer ‘stille’ taal.

- Opvatting Piaget (negatief): Egocentrische taal Ontstaan omdat kinderen het moeilijk hebben met het overnemen van

perspectief van anderen tegen zz praten ongeacht of een luisteraar hen kan horen of niet

Grotere cognitieve rijpheid en specifieke sociale ervaringen (het niet eens zijn met leeftijdgenoten) leiden tot verdwijnen van egocentrische taal

- Opvatting Vygotsky (positief): Kinderen gebruiken dit soort taal om richting te geven aan eigen handelen,

helpt te denken over mentale activiteiten Basis voor alle hogere cognitieve processen: gecontroleerde aandacht,

vrijwillig memoriseren, herinneren, categoriseren, plannen, probleem oplossen en zelf-reflectie

Later onderzoekSteun voor Vygotsky: wanneer gebruiken kinderen private taal?

- Altijd = egocentrisme- Bij moeilijke opdrachten om tot beter resultaat te komen = private taal Taal w altijd stiller en stiller tot het uiteindelijk innerlijke taal w

2.2 Sociale oorsprong van denken Waar komt private taal vandaan?

Page 63: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

63

Vygotsky: leren vindt plaats in de zone van de naaste ontwikkeling = reeks van taken die te moeilijk zijn om alleen op te lossen, maar wel kunnen opgelost w met hulp van anderen

Anderen doen aan ondersteuning (scaffolding) = aanpassen van de steun die men geeft tijdens een leersessie in overeenstemming met het huidige niveau van presteren van het kind

Empirische steun bij onderzoek:- Ouders die effectief steunen hebben kinderen die meer private taal gebruiken en

later analoge taken beter alleen kunnen- Plannen en probleemoplossen beter als met meer ervaren “peer” of volwassene

werken - Het niet eens zijn met de peers is niet zo belangrijk, de taak niet kunnen oplossen

wel

2.3 Vygotsky en onderwijsGelijkenissen Piaget en Vygotsky:

- Belang van actieve deelname van het kind- Aandacht voor de individuele verschillen

Vygotsky bevordert:- Het begeleid ontdekkingsleren : leraren gidsen kinderen met uitleg,

demonstraties, verbale geheugensteuntjes,… Piaget: onafhankelijke ontdekkingsleren

- Samenwerking met leeftijdsgenoten: kinderen van verschillend niveau kunnen helpen

- Verbeeldingsspel = unieke zone van de naaste ontwikkeling ; waarin kinderen veel uitdagende activiteiten uitproberen en veel nieuwe competenties verwerven, en zo tot een grotere zelfcontrole komen

-2.4 Evaluatie theorie Vygtosky Voordelen Nadelen+ belang van onderwijs en communicatie w benadrukt+ aandacht voor culturele verschillen

- Theorie = westerse theorie; ouders in het Westen doen veel aan scaffolding- verbale communicatie ≠ enige middel waardoor kinderen leren communicatie! NIEUWE BREDERE TERM:= geleide deelname: samenwerking tussen deelnemers die meer of minder expertise hebben, zonder specifieke kenmerken van communicatie te beschrijven variaties over culturen en situaties mogelijk - Vygotsky zei weinig over hoe basisvaardigheden (motoriek, perceptie, aandacht, geheugen,..) bijdragen tot hogere cognitieve processen, die via sociale bemiddeling w overgedragen

3. InformatieverwerkingstheoriePreview

Vooruitgang in het verwerken van informatie:- Aandacht

Inhibitie Planning

- Geheugen Geheugenstrategieën

Page 64: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

64

Alledaagse ervaringen- Theory of mind

Metacognitie - Beginnen lezen en schrijven - Mathematisch redeneren

Ordinaliteit, tellen en cardinaliteit

3.1 AandachtKleuter kan slechts korte tijd met taak bezig zijn, let minder op details en raakt makkelijk afgeleid

InhibitieKleuters w beter in inhibitie = onderdrukken van impulsen die het meest logisch zijn bij de situatie

Proefje:Kind moet 1x tikken als de volwassene 2x tikt, en 2x tikken als de volwassene 1x tikt Kind moet dag zeggen bij een foto van de sterren en nacht bij een foto van de zon

Naarmate het kind ouder w zal het kind beter slagen in dit soort proeven omdat ze de impulsen kunnen onderdrukken

Tools of the mind: (Vygotsky) =Hulpmiddelen om de aandacht en inhibitie te

verbeteren.

PlanningPlanning = vooraf een opeenvolging van handelingen uitdenken en de aandacht verdelen in functie van het bereiken van het doel.Verbeterd sterk bij kleuters maar wel enkel bij minder complexe en meer vertrouwde taken nog een lange weg af te gaan: soms vergeten ze belangrijke stappen uit te voeren bij het plannensamenwerken met meer ervaren planners helpt

3.2Geheugen Geheugenstrategieën

Kleuters bezitten de nodige taalvaardigheid om te beschrijven wat ze zich herinneren en kunnen instructies volgen in eenvoudige geheugentaken (waardoor het geheugen makkelijker te bestuderen w) Herkenning is makkelijker dan herinnering

Herkenning Herinnering= opmerken dat een stimulus identiek is aan één die men eerder heeft gezien Is makkelijker dan herkenning.

= genereren van een mentale voorstelling van een afwezige stimulus.Is moeilijker dan herkenning.

Kleuters zijn minder goed in het gebruik van geheugenstrategieën = bewuste mentale activiteiten die de kans op herinnering doen toenemen

Page 65: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

65

Strategieën belasten het gelimiteerde werkgeheugen van de kleuters hebben het moeilijk nog-te-leren- informatie vast te houden en een strategie tegelijk te gebruiken

Kleuters vertonen al het begin van geheugenstrategieën, maar herhalen niet en organiseren items niet in categorieën.

Geheugen voor alledaagse gebeurtenissen BIJ BEKENDE GEBEURTENISSEN:Kinderen onthouden bekende gebeurtenissen in termen van scripts = algemene beschrijvingen van wat er gebeurt en wanneer het gebeurt in een specifieke situatie.Soort scenario van wat er zal gebeuren, in correcte volgorde bvb; wat op restaurant? Je gaat binnen, bestelt, eten, betalen,….Elementaire middelen waardoor kinderen & volwassenen hun alledaagse ervaringen kunnen organiseren Naarmate het kind ouder w, w scripts uitgebreider en kunnen ze gebruikt w om te voorspellen wat er zal gebeuren in gelijkaardige situaties W ook gebruikt bij verhalen, verbeeldingsspel,… GEHEUGEN VOOR EENMALIGE GEBEURTENISSEN:Autobiografisch geheugen = voorstellingen van persoonlijke betekenisvolle en eenmalige gebeurtenissen bvb; naar de zoo gaan 2 stijlen van ouders om een autobiografisch verhaal te herhalen:

- Uitbreiden: verschillende soorten vragen stellen, informatie toevoegen aan kinderen hun herinneringen,… Willen dat de kleuter zich steeds meer herinnert beter want dan gaat het kind meer georganiseerde verhalen creëren

- Herhalen: hetzelfde soort vragen stellen (wat heb je gedaan? Wat dan?...) ! Verschil hangt af van emotionele ouder-kind relatie: veilig gehechte band uitbreidingsstijl ! Geslachts- en culturele verschillen :

- Meisjes: meer gedetailleerde verhalen dan jongens (ouder praten meer met meisjes)

- Westerse kinderen: meer verhalen over eigen mening, gedachten en voorkeuren (individualistisch) Oosten: ouders ontmoedigen kinderen om te praten over zz (collectivisme)

3.3 Theory of mindTheory of mind = samenhangend geheel van ideeën over mentale activiteitenVaak ook omschreven als metacognitie = “denken over het denken”, bewustzijn & begrijpen van de verschillende aspecten van het denken

- 1jr: interactieve vaardigheden doordat baby’s mensen zien als intentionele wezens die andermans mentale staat kunnen beïnvloeden bvb: gedeelde aandacht ouders wijzen naar iets, aandacht daarop vestigen

- 2 jr: bewust van het feit dat het perspectief van anderen verschilt van het eigen perspectief + eerste ww’en zoals denken, onthouden, doen alsof

- 2-3 jr: wensen hebben invloed op gedrag. Overtuigingen minder goed begrepen fouten in false-belief taak

- 3-4 jr : gebruik van ‘denken’ en ‘weten’ om te verwijzen naar eigen gedachten en overtuigingen & die van anderen

- 4 jr : zowel wensen als overtuigingen hebben invloed op gedrag correct antwoord false-belief taak

- 4-6 jr: inzicht in false belief neemt toe

Page 66: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

66

False belief = de overtuiging die niet overeenkomt met realiteit kan het gedrag van mensen beïnvloeden False belief taak:

- 2 doosjes tonen 1 met een merknaam , 1 zonder merknaam - Aan kind laten zien dat de pleisters zitten in het doosje zonder merknaam - Vraag: hier is de pop die pleisters nodig heeft, waar zal ze deze zoeken?

andere doos= geen idee van false beliefmerknaamdoos = wel idee van false belief

False belief• Wel impliciet begrijpen van ‘false belief’• Blijkt uit niet-verbaal gedrag

(bvb: Zoekende volwassene helpen, Kijken naar plaats waar volwassene gaat zoeken)

• Gaat vooraf aan expliciet begrijpen• Niet alle onderzoekers zijn hiermee akkoord

Factoren die bijdragen tot Theory of mind - Taal:

Rijke woordenschat over mentale toestanden Kinderen die getraind zijn op complexe zinnen met mentale statuswoorden te

gebruiken: gaan meer slagen op false belief taak - Cognitieve vaardigheden:

Ongepaste reacties onderdrukken (inhibitie), flexibel denken, plannen bij false belief taak bvb tegenstrijdig antwoord onderdrukken

- Sociale vaardigheden: Moeders veilige gehechtheid Oudere broers/zussen zullen kind wel eens in contact laten komen met

false belief Leeftijdsgenoten verbeeldingsspel: inleven in versch rollen Volwassenen

- Voorbereid op biologisch vlak: Ontbreekt bij kinderen met autisme: moeilijk om mentale toestand toe te

schrijven aan zz / anderen

Beperkt inzicht in mentale levenBij kleuters is het mentale inzicht nog ver van volledig:

- Geloven dat de mentale activiteit ophoudt als er geen uiterlijke tekenen van denken zijn bvb; wenkbrauwen gefronst

- Besteden weinig aandacht aan het proces van het denken bvb; snappen onderscheid tussen kennen en vergeten niet zo goed

- Begrijpen niet dat mentale interferenties een bron van kennis kunnen zijn (denken dat alles direct observeerbaar moet zijn om erover te denken)

CONCLUSIE:- Jonge kinderen zien de menselijke geest als passief recipiënt (container waar

informatie kan w ingestoken) Oudere kinderen zien de menselijke geest als actief en constructief (dat bewerkt

kan worden)

3.4 Lezen en schrijven: vroege vormen Emergent literacy/vroege geletterdheid= proberen te begrijpen hoe geschreven symbolen betekenis hebben

Page 67: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

67

nog voor kinderen leren lezen begrijpen ze al veel over geschreven taal op een conventionele manier:

- Eerst geloven ze dat 1 letter = 1 woord; ideeën gaan evolueren wnr de perceptuele cognitieve capaciteiten verbeteren & ze teksten zien in versch contexten

- Daarna inzien dat letters deel uit maken van woorden en herkennen ze de band tussen de letters en klanken

Eerst focus op klank vd letters, daarna kijken naar relatie letter-klank, later besef dat een letter versch klanken kan hebben

Hoe meer informele ervaringen met lezen/schrijven, hoe beter voorbereid op lezen/schrijven bvb: spelletjes, boekjes met verhaaltjes belang van interactief voorlezen: kind betrekken bij het leesproces

! Kinderen uit lage SES minder verhaaltjesboekenKleuterschool overspoeld met boeken en training aan de verzorgers hoe ermee om te gaanOuders boeken geven & richtlijnen over hoe ze de boeken moeten gebruiken.

Gunstige effecten op informele kennis lezen/schrijven Verschillen hoge en lage SES

3.5 Mathematisch redeneren: vroege vormen Bouwt voort op informeel verworven kennis:14-16mnd: ordinaliteit = de volgorde-relaties tussen kwantiteiten begrijpen bvb; 3>2, rangtelwoorden)later: verbale labels toevoegen bij het benoemen (meer, minder, groter, kleiner,…)2-3 jr: kunnen tellen van rijen van 5 voorwerpen maar met beperkingen want ze beseffen nog niet hoeveel de getallen echt inhouden 3,5 – 4 jr: tellen tot 10 + cardinaliteit = principe dat het laatste getal in een telreeks het aantal elementen van de verzameling weergeeft Vanaf 4 jr: eenvoudige rekenopgaven oplossen:eerst verder tellen met de vingerslater aftrekken

Hoe meer thuis geoefend w, hoe sneller onder de knie! 4. Individuele verschillen in mentale ontwikkelingVerschillende vaardigheden kunnen onderzocht w:

- Verbaal bvb; woordenschat- Niet-verbaal bvb; ruimtelijk inzicht

Page 68: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

68

Dit gebeurt via tests bij kleuters en is moeilijk te onderzoeken. Kinderen van lage SES & etnische mindergroepen = scoren minder goede resultaten op IQ test vragen over culturele benadeling? Vanaf 6-7 jr: IQ tests zijn goede voorspellers van latere intelligentie & latere schoolprestaties

FACTOREN DIE BIJDRAGEN TOT INDIVIDUELE VERSCHILLEN Thuisomgeving

HOME = Home Observation for Measurement of the Environment (special versie voor kleuters)Ideaal:

- Fysieke omgeving met veel speelgoed en boeken- Ouders die warm en intellectueel stimulerend zijn, redelijke eisen stellen voor

het sociaal aangepast gedrag en conflicten oplossen met redelijkheid (niet snel straffen)

Deze kenmerken komen minder vaak voor bij arme gezinnen.! als lage SES-ouders toch hoge HOME-scores halen dan doen hun kinderen het ook beter op IQ tests BESLUIT: thuisomgeving speelt grote rol in zwakkere intellectuele prestaties van lage SES-kinderen

Kleuterschool en kinderopvang Kleuterschool = geplande, opvoedende ervaringen bedoeld om ontwikkeling van 2 tot 5 jarigen te bevorderen Kinderopvang = reeks voorzieningen om toezicht te ouden op kinderen van werkende ouders

Van opvang thuis naar opvang in centrum & vaak wisselen van vormGrens niet altijd duidelijk tss de 2:kinderscholen en kindergarden in N-Amerika: van uren naar halve tot hele dagenkinderopvang: zelfde doelen als kinderscholen; zelfde educationele ervaringen bieden KLEUTERSCHOOL: 2 soorten

Kind-gerichte (child centered) Schoolse (academic)= kinderen kiezen uit brede waaier activiteiten= vooral leren uit spel

Bvb; Montessorispeciale vorm onderwijs: spelvorm (kindgerichte vorm onderwijs met vele voordelen voor het kind zoals beter lezen, rekenen, activiteit)

= lkr geven structuur aan het leren van schoolse vaardigheden bvb; letters, getallen, kleuren, vormen= formele lessen dmv. herhaling en drill

Grote druk op klemtoon formeel schools leren maar met vele nadelen:- Motivatie neemt af- Meer stressgedragingen bvb wiebelen, schommelen,…- Minder vertrouwen in eigen mogelijkheden - Minder verkiezen van uitdagende taken - Minder gevorderd in motorische, academische, sociale vaardigheden en taal - Slechtere studiegewoonten & zwakkere schoolprestaties (vooral bij lage SES

kinderen)

INTERVENTIES bij kleuters:In USA: leerproblemen best vroeg aanpakken voor begin van formeel onderwijs Bekendste programma: Head Start opgestart in 1965 door Amerikaanse overheid:

Page 69: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

69

- 2 jaar lang kleuterschool, voeding en gezondheidzorg bieden + ouders betrekken bij proces

Goede resultaten bij interventies Hoger IQ + betere schoolprestaties in eerste 2-3jr van lagere school; met vaak langdurige effecten tot in adolescentie

High/Scope Perry Preschool Project:in adolescentie: vaker werk, minder delinquent gedrag27jr: vaker opleiding afgemaakt, hoger loon40 jr: voorsprong blijft behouden op alle domeinen = geen onderzoek aan de universiteit maar effecten zijn gelijkaardig (alleen minder uitgesproken) Head Start kleuters meer economisch benadeeld dan in universiteitsgebonden programma’s Verklaring afname effect: zwakke kwaliteit lagere schoolVerklaring gunstige effecten op lange duur: invloed ouders(betere thuisomgeving, betere opvoeding) (Ouders w berokken en zullen blijvend betrokken zijn)

KINDEROPVANGGoede kinderopvang kan ontwikkeling bevorderen Maar: negatieve kwaliteit kinderopvang = lagere sociale en cognitieve vaardighedenVaak veranderen van opvang:

- Welbevinden neemt af- Gedragsproblemen en emotionele problemen nemen sterk toe (vooral bij moeilijk

temperament want meer problemen bij verandering) Bij kleuters:

- Opvang in centrum = meer cognitieve vooruitgang- Hogere kwaliteit (thuis of in centrum): bescheiden vooruitgang in cognitieve,

emotionele en sociale ontw Effecten merkbaar tot in eerste jaren lagere school

Opvoedkundig verantwoorde mediaTELEVISIEKinderen kijken veel TV (vooral lage SES kinderen weinig andere vorm entertainment) Programma’s die kind moeten stimuleren voorbeeld opvoedkundig verantwoord programma Sesamstraat

Page 70: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

70

- Aanleren basisvormen lezen schrijven & getalconcept- Bijbrengen algemene kennis, emotioneel en sociaal begrip + sociale vaardigheden- Oorspronkelijk snel tempo van de serie (zoals reclame)

Evolutie naar rustig tempo met duidelijke verhaallijn. Zodat kleuters er meer v onthouden.

Hoe meer kinderen kijken, hoe hoger score op toetsen/observaties die leerdoelen meten Andere studies: hoe meer TV kijken, hoe minder activiteiten die schoolse vaardigheden bevorderen bvb; boek lezen, spelen met andere kinderen,…

Gevaren TV Voordelen TV° agressie° etnische en geslachtsstereotypen° consumentengedrag (reclame)° tijd verloren voor andere activiteiten

° leren, verbeeldingsspel opvoedkundige programma’strage makkelijke verhalen° prosociaal gedrag

COMPUTERVanaf 3jaar begint het kind met de pc te werken

- Tekstverwerker : handig om te leren schrijven, experimenteren met letters en woorden, tekst makkelijk bewerken & spelling leren

- Computerspelletjes : basisvaardigheden inoefenen bvb; tellen, letter-geluid correspondenties

- Programmeren : dmv vereenvoudigde computertalen Vygotsky: belang van samenwerkenVolwassenen: kinderen steunen + laten reflecteren & uitleggen bij welke stappen ze nemen

Vooruitgang probleemoplossend gedrag & metacognitieAndere kinderen: samenwerken tot oplossing gevonden w (ookal is het een grote uitdaging)

Nadelen° geen goed vertrouwelijk beeld° agressie

5. Taalontwikkeling in vroege kindertijd

5.1 WoordenschatRond 2 jr = 200 woorden rond 6 jr = 10 000 woorden (Tussen 2&6 j enorme vooruitgang in taal)Mogelijk door fast-mapping = verbinden van een woord met een onderliggend concept na een zeer korte kennismaking met het woord

Snelle manier om woordenschat uit te breiden na een woord 1 of 2 maal gehoord te hebben

1. TYPES van woorden:- Woorden voor voorwerpen snel geleerd net zoals actiewoorden en adjectieven bvb;

eerst groot-klein, lang-kort, hoog-laag, wijd-breed- Nieuwe woorden maken door gebruik van woorden die ze al kennen bvb; plant-man

= tuinier- Metaforen gebruiken: concrete zintuiglijke vergelijkingen bvb; wolken zijn kussens 2. STRATEGIEËN om woorden te leren:

Principe van wederzijdse exclusiviteit = kinderen veronderstellen dat woorden verwijzen naar niet-overlappende categorieën - nagaan hoe woorden in zin w gebruikt (als ze in meerdere categorieën thuishoren bvb; citroen zowel voor fruit als voor kleur) - gebruik maken van sociale aanwijzingen

Page 71: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

71

-Hulp van volwassenen.

3. VERKLARING ONTWIKKELING woordenschat:- Aangeboren principes bvb; wederzijdse exclusiviteit- Zelfde cognitieve strategieën als bij niet-taalkundige informatie kinderen leren het

snelst als er meerdere soorten informatie aanwezig zijn

5.2 GrammaticaGrammatica = de manier waarop we woorden combineren tot betekenisvolle uitdrukkingen en zinnen.

1. BASISREGELS:- Grammaticale regels eerst voor een beperkt aantal ww’en - 3,5 – 4 jr : basisstructuur (onderwerp – ww – voorwerp) toegepast op alle ww’en- Bij 3-woordenzin, dan geleidelijke uitbreidingen en veranderingen om beter uit te

drukken bvb; meervoud, wwstijlen Fout: over-regularisatie = regels te ver uitbreiden zodat uitzonderingen er ook onder vallen bvb; mijn beker is gevald

2. COMPLEXERE STRUCTUREN:2-3 jr: vaak fouten bij vragenzinnen (omkering onderwerp-ww gaat moeilijk)Fouten bij passieve zinnen pas op het einde van lagere school correct gebruikt4-5 jr: al vele moeilijke zinsconstructies Einde kleutertijd: competent gebruik van bijna alle zinsconstructies uit moedertaal

5.3 ConversatiePragmatiek = de praktische, sociale kant van taal, die kinderen moeten leren om effectief en op de gepaste manier met anderen te communiceren2 jr: in persoonlijk gesprek om beurten praten, gepast reageren op opmerkingen + onderwerp lange tijd aanhouden4 jr: conversatie w aangepast aan leeftijd, geslacht of sociale status vd luisteraar! toch nog problemen bij moeilijke situaties bvb; telefoon kunnen elkaar niet zien; geen gebaren gebruiken

5.4 Ondersteunen van taalontwikkelingMogelijkheid voor tweerichtings-communicatie hangt samen met vooruitgang in taalontwikkeling Sensitieve ouders doen 2 dingen:

- Helpende, expliciete feedback: uitbreiden en herformuleren vh kind- Fouten niet overmatig corrigeren + geen kritiek geven: anders ontmoedigt dit de

kinderen Uitbreidingen = reacties van volwassenen die uitdrukking van het kind verder uitwerken en daardoor complexer makenHerformuleringen = reacties van volwassenen die foutief taalgebruik herstructureren tot de correcte vorm => Vygotsky: volwassenen brengen kind zachtjes tot volgende stap in ontwikkeling Hoofdstuk 8: emotionele en sociale ontwikkeling in de kleutertijd

1. EriksonKleutertijd als periode voor ontplooiing Conflict :Initiatief Schuld

Page 72: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

72

= nieuw gevoel van doelgerichtheid->enthousiast nieuwe taken proberen ->samen dingen doen met peers-> ontdekken wat ze kunnen doen mbv volwassenen

=overmatig streng geweten (superego) veroorzaakt teveel schuldgevoel->verband met overdreven bedreigingen, kritiek of straf door volwassenen

DMV. spel: - Leren over zz en hun sociale wereld : nieuwe vaardigheden uitproberen met

eventueel risico op falen / kritiek- Sociale organisatie van kinderen die samenwerken om doel te bereiken

Voortgebouwd op theorie Freud:- Ontwikkeling geweten (superego): ontstaat door identificatie met ouder zelfde

geslacht (Elektra- of Oedipuscomplex) overnemen moreel bewustzijn en geslachtsrol ERIKSON: overmatig streng superego veroorzaakt door ouders die te hard straffen/bedreigen/bekritiseren

Ontwikkeling geweten = ontstaan tegenpool schuldgevoelens

2. Zichzelf begrijpenOntwikkeling taal meer praten over zzZelf-concept = geheel van kenmerken, vaardigheden, houdingen en waarden waarvan een individu gelooft dat het omschrijft wie hij / zij is2 aspecten:

- Fundamenten van zelf-concept- Zelf-waardering

2.1 Fundamenten zelf-conceptEerst gebaseerd op observeerbare kenmerken (uiterlijk, bezittingen, gedrag)

- typische attitudes en emoties kleine bewustheid psychologische karaktertrekken- Belangrijk: rechten doen gelden op voorwerpen (van mij!) helpt de grenzen van het

zelf te omschrijven Ouders: compromissen proberen te sluiten (ja dat is van jou, maar het zou fijn

zijn als je kan delen) Beter zelf-concept = beter problemen oplossen, discussiëren en spelletjes spelen

2.2 Zelf-waarderingander aspect van het zelf-concept; =oordelen die we vormen over onze eigen waarde en gevoelens die we daarbij hebben Belangrijkste onderdeel van zelf-ontwikkeling want evaluaties van onze competenties beïnvloeden onze emotionele ervaringen, toekomstig gedrag en psychologische instellingOmvat:

- Globale inschatting: ‘Wat ben ik in het algemeen waard als persoon?’- Oordelen over verschillende aspecten van het zelf; goed presteren, hard je best

doen, vrienden makenProblemen (typisch aan kleuters):

- Eigen vaardigheid heel hoog inschatten & moeilijkheid taak onderschatten- Invloed op initiatief nemen bij verwerven nieuwe vaardigheden- Negatieve ouders:

Sneller opgeven bij moeilijke taak Angst voor straf na faling

Ouders moeten ondersteunen door: Verwachtingen aanpassen aan het kind Scaffolding bij moeilijke taken Uitdrukken van inzet en stijgende vaardigheid bij kinderen

Page 73: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

73

3. Emotionele ontwikkelingLeeftijd 2-6 jr emotionele competentie:

- Eerst: begrijpen van emoties, dan erover praten en op anderen hun emoties reageren- Dan: emotionele zelfregulering, vooral omgaan met sterke negatieve emoties- Later: vaker zelfbewuste emoties en inlevingsvermogen + ontw moraliteit

3.1 Begrijpen van emotiesBij kleuters snelle uitbreiding vd woordenschat over emoties: oorzaken, gevolgen en uiterlijke tekenen kunnen verwoordenOntstaan vermogen om gevoelens van anderen te interpreteren, voorspellen en veranderenKleuters hebben inzicht in:-oorzaken van emoties-Gevolgen van emoties-Gedragsmatige tekenenBeperkingen:

- In situaties met tegengestelde aanwijzingen moeilijk weten wat er gebeurd is door centratie bvb; kind lacht en heeft gebroken fietswiel vast centreren op lach / fietswiel

Beïnvloedende factoren:- Volwassenen: veilige gehechtheid mogelijkheid om emoties te bespreken

waardoor later beter emoties zelf beoordelen - Andere kinderen: socio-dramatisch spel draagt bij tot het begrijpen van versch rollen

en emoties hiermee verbonden- Broers/zussen: spel beïnvloedt emotioneel begrijpen

3.2 Emotionele zelf-reguleringEmotionele zelf-regulering = vermogen om expressie ven emoties onder controle te houden op een aanvaardbaar peil Rond 3-4jTaal ~ strategieën om iets onder woorden te brengen:

- Afzwakken van emoties: beperken van sensorische input, tegen zz praten, van doel veranderen

- Bewuste controle: vrijwillig een dominante, maar minder gepaste emotionele reactie (een stimuli) onderdrukken om een meer aangepaste emotionele reactie te vertonen (van aandacht veranderen

GEVOLG: minder emotionele uitbarstingen MAAR veel fantasie in kleutertijd waardoor er kinderangsten ontstaan

Factoren die bijdragen tot emotionele zelfregulering: - Opvoeding: kinderen gaan na hoe de ouders omgaan met hun eigen gevoelens

lukt het de ouders om hun eigen emoties onder controle te houden dan ervaren de kinderen ook minder stress. (Je moet als ouder dus een goed voorbeeld zijn voor je kinderen.)

- Temperament: kinderen die negatieve emoties sterk ervaren, zullen er moeilijker mee omgaan

3.3 Zelfbewuste emotiesZelfbewuste emoties = emoties waarbij het zelf versterkt/gekwetst wordtSchaamte, verlegenheid, schuld, trotskomen vaker voor bij kleuters omdat het zelf-concept beter ontw is vanaf 3jr: duidelijke band met zelfevaluatie

Page 74: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

74

Kleuters zijn afhankelijk van de ouders om te weten wnr ze wat voelen:- Ouders beklemtonen de waarde van prestatie bvb; dat is niet goed, je zou je moeten

schamenGEVOLG: snel slechte zelfbewuste emoties

- Ouders beklemtonen hoe de prestatie kan verbeterd w bvb; dat is niet goed, probeer het volgende keer zo eens GEVOLG: minder snel slechte zelfbewuste emoties doorzettingsvermogen bij moeilijke taken

Ouders hebben hierbij een grote invloed.Westen: intenste schaamte w geassocieerd met gevoelens van persoonlijk tekort schieten en onaangepast gedrag cultuur heeft een invloed! Schuld in geschikte toestanden en niet samengaan met schaamte: aangepast gedrag (onderdrukken schadelijke impulsen, zich later beter gedragen). Wanneer kinderen overtredingen begaan, gaat schuld hen helpen de schade te herstellen en zich meer aangepast te gedragen.

3.4 Empathie, sympathie en prosociaal gedragEmpathie = meevoelen met iemand anders en emotioneel op een gelijkaardige manier reagerencomplexe mengeling van denken & emotie emoties moeten opgemerkt w waardoor men het standpunt van iemand anders kan innemen Sympathie = gevoelens van bezorgdheid of verdriet om het lot van iemand anders Prosociaal/altruïstisch gedrag = handelingen die een ander persoon voordeel brengen zonder dat er te verwachten voordelen voor het eigen zelf zijn

Uitbreiding woordenschat kleuters meer praten over empathische gevoelensEmpathie = motiverende factor voor prosociaal gedragMAAR empathie gaat niet altijd gepaard met vriendelijkheid en hulpvaardigheid bvb; boze ouder kind voelt mee en is eerder bezig met zijn eigen gevoelens verdriet DUS empathie geeft geen weg aan sympathie

Beïnvloedende factoren:- Temperament bvb; weinig emotionele zelfregulering overweldigd door eigen

gevoelens minder sympathie & moeilijk iemand helpen Wanneer men sociaal, assertief en goed in emotionele zelfregulering is heeft men een grotere kans om sympathie en prosociaal gedrag te vertonen.

- Opvoeding ouders: model-leren; aanleren dat vriendelijk zijn belangrijk is, warm en aanmoedigend zijn

4. Relaties met leeftijdsgenoten4.1 Vooruitgang in relaties met leeftijdsgenotenMildred Parten deed als eerste studie naar de relaties tss kinderen van 2-5jr en ontdekte:

- Vooruitgang in sociabiliteit met leeftijdsgenoten (meer sociaal spel) IDEE: ontw inzake spel gebeurd in 3 stappen (niet-sociaal, parallel, sociaal) waarbij

de 3 soorten evolueren qua frequentie en omvang per leeftijdDUS spel w altijd socialer

Niet-sociale activiteit

°Niet-betrokken, toeschouwersgedrag kind speelt niet°Solitair spel; alleen spelen

Parallel-spel °Speelt in nabijheid van andere kinderen met gelijkaardig speelgoed°Probeert hen niet te beïnvloeden

Sociale interactie °Associatief spel: apart spelen maar speelgoed uitwisselen & commentaar geven bvb; mijn toren is hoger°Coöperatief spel: kinderen spelen samen met 1 doel bvb; samen toren bouwen

Page 75: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

75

ONDERZOEK NA PARTENLongitudinaal onderzoek bewees dat:

- Alle 3 soorten spel voorkomen bij kleuters met vaak overgangen tussen spelvormen - Niet-sociaal spel is het meest voorkomend bij 3-4 jarigen- Solitair en parallelspel komt het meest voor bij 3-6 jarigen NIEUW IDEE: binnen elk van de 3 soorten spel neemt de cognitieve rijpheid van

het spel toe met leeftijd Drie nieuwe categorieën van cognitieve rijpheid:Functioneel spel (0-2jr) °Eenvoudige, repetitieve bewegingen

°Met of zonder voorwerpen(lichaamsfuncties oefenen)

Constructiespel (3-6jr) °Creëren of construeren van iets(eindproduct creëren)

Rollenspel (2-6jr) °Uitbeelden van alledaagse en ingebeelde rollen (door samenwerking)

Alleen spelen is alleen een probleem als het een laag niveau van cognitieve rijpheid weerspiegelt (doelloos rondlopen, ‘rondhangen’ bij leeftijdgenoten, onrijp & repetitief gedrag) Culturele verschillen binnen spel:

- Andere vormen van spel in verschillende culturen bvb; India: kinderen spelen in grote groepen imiteren, groot contact, hoge coöperatie

- Verschillend belang gehecht aan spel: volwassenen die spel zien als een pure entertainment minder aanmoedigen ouders die nadruk leggen op doorzettingsvermogen bij een taak meer

parallel aanmoedigen ipv samen make-believe spel- Socio-dramatisch spel met vele materialen en thema’s is belangrijk als ouders en

kinderen in eigen wereld leven

4.2 Eerste vriendschappenVriendschap (voor volwassenen) = wederzijdse relatie die omvat: elkaar gezelschap houden, delen van emoties en ervaringen, begrijpen van gedachten en gevoelens en voor elkaar zorgen in tijden van nood! Rijpe vriendschappen blijven duren in de tijd en overleven occasionele conflicten

Vriendschap bij kleuters:- Kleuters begrijpen iets over de uniekheid van vriendschap (iemand die je leuk vindt,

met jou speelt & speelgoed deelt) MAAR nog geen mature ideeën over vriendschap puur baseren op gedeelde activiteiten. Nog geen wederzijds vertrouwen.

- Vriendschappen veranderen vaak (bij conflict is iemand al snel “mijn vriend niet meer!”)

- Relaties tussen kleuters zijn toch uniek: Meer investeringen bij kinderen die ze aanzien als vriend; groeten,

complimenten,… Tegen vrienden meer emotioneel expressiever dan tegen niet-vrienden Vriendschap biedt sociale steun Vlot vrienden maken voorspelt latere gedragingen ivm schoolse prestaties

4.3 Invloeden van ouders op vroege relaties met peersDirect Indirect= rechtstreeks beïnvloeden van de relaties met de peers regelen van informele activiteiten met peersrichtlijnen over hoe zich gedragen tov.

= beïnvloeden van het gedrag en spelgedrag van het kindveilige gehechtheid met de ouder zorgt voor betere sociale contactencoöperatief spel (samen spelen) (vader-

Page 76: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

76

anderen (suggesties voor het oplossen van problemen met leeftijdsgenoten)

zoon, moeder-dochter)

5. MoraliteitVanaf 2 jr: begin bezorgdheid over dingen die niet horen of over mensen die zich niet correct gedragenOuders vinden dat kinderen meer verantwoordelijk moeten zijn voor hun eigen gedrag

Ontstaan geweten: Eerst onder externe controle van volwassenen: ouder zegt wat mag en wat

niet Later evolutie naar innerlijke normen: geïnternaliseerd; kind zegt zelf wat

mag en wat niet

Verschillende theorieën met andere klemtoon:Psychoanalytisch °FREUD: superego en schuld

°NU: inductie, op empathie gebaseerde schuld

Nadruk emotionele kantSociaal leren °Beloning en straf

°Voor- en nadelen moreel gedrag Nadruk op gedrag

Cognitieve-ontwikkelingstheorie °Kinderen als actieve denkers over sociale regels

Nadruk op denken

5.1 Psychoanalytische visieFreud: vorming van het geweten (superego) dmv. identificatie met ouder van hetzelfde geslacht.Door gehoorzamen aan superego kan het kind schuld vermijden morele ontwikkeling afgerond op 5-6 jrKritiek:Onderzoekers zijn het niet eens met Freud schrik van straf en verlies van ouderlijke liefde motiveert het vormen van bewustzijn en moraal gedrag zegt Freud.MAAR:

- Kinderen bij wie ouders vaak gaan dreigen voelen vaak weinig schuld- Als ouders terugtrekken van liefde dan veel zelf-verwijten bij het kind- Kind dat schuld gaat ontkennen heeft een zwak geweten

DUS ontstaan nieuwe benadering:a. Inductieve opvoeding

Inductie = speciale vorm van disciplinering waarbij men kind helpt om te letten op gevoelens door te wijzen op de gevolgen van het foute gedrag van het kind voor anderen.Bvb; zij weent omdat jij haar speelgoed hebt gepikt

Succes van inductie: kinderen w gemotiveerd tot actieve betrokkenheid op morele normen - Inductie geeft kinderen informatie die ze kunnen gebruiken in latere situaties - Empathie en sympathie aanmoedigen meer prosociaal gedrag - Geven de ouders redenen om het gedrag te veranderen dan worden de morele

normen voor het kind zinvol Falen bij inductie:

- Te veel dreigen met straf / terugtrekken van liefde angst kinderen zodat ze niet meer kunnen nadenken wat te doen

- Kinderen internaliseren de morele normen niet

Page 77: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

77

Bij inductie rekening houden met: b. Kenmerken kind

Tweelingenstudies: empathie heeft een beperkte genetische component+ invloed temperament:

- Angstige kinderen : nood aan een zachte aanpak + eisen meer geduld van de ouders dit soort aanpak weinig effect bij impulsieve kinderen

- Impulsieve kinderen : veilige gehechtheidsrelatie van belang en combinatie van krachtig straffen en inductieve opvoeding

c. Rol van schuld- Freud was correct met het idee dat schuld een rol speelt bij moraliteit induceren

van op empathie gebaseerde schuld (schuld moet voortkomen uit empathie bvb; het spijt me dat ik hem gekwetst heb) door uitleggen dat het kind iets fout gedaan heeft en de ouder zo ontevreden is

MAAR (tegen Freud):- schuld is niet lang de enige factor

5.2 Sociale leertheorieTraditioneel behaviorisme: operante conditioneren of versterking (op gepast gedrag volgen positieve reacties)Kan niet alles verklaren veel prosociaal gedrag bvb; helpen, delen komt spontaan niet vaak genoeg voor om het telkens te versterken DUS belang model-leren = observeren en imiteren van mensen die gepast gedrag vertonen

a) Belang van een goed model Vanuit een goed model imiteren van gedragDUS hulpvol en vrijgevig model kind later meer prosociaal gedrag

Kenmerken die de wil tot imitatie vertonen:- Warmte en responsiviteit: kleuters gaan sneller de handelingen imiteren van een

ouder die warm en responsief is dan van een ouder die koud en afstandelijk is - Competentie en macht: kinderen bewonderen sneller competente en krachtige

modellen die ze sneller zullen imiteren vooral oudere leeftijdsgenoten/volwassenen als model

- Consistentie woord – gedrag: als modellen een idee belangrijk vinden maar zich er niet naar gedragen zullen kinderen dit ook niet goed kopiëren bvb; het is belangrijk anderen te helpen MAAR als ouder niet behulpzaam zijn

Modellen hebben het meeste invloed tijdens de kleuterjaren nadien internalisatie van prosociale regels door herhaalde observatie en motivatie van anderen

b) Straffen in vroege kindertijdVaak en zwaar lichamelijk straffen heeft ongewenste en negatieve neveneffecten Alternatieven voor zwaar straffen °Time out

°Ontnemen van privileges°Positieve discipline

Ouders kunnen effectiviteit van straffen verhogen door

°Consistentie°Warme ouder-kind relatie°Toelichtingen (uitleg)

Verschillende technieken voor straffen:

Page 78: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

78

- Scherp terechtwijzen door fysieke kracht mag evt gebruikt worden bij gevaar bvb; kind wil straat oversteken en je neemt hem snel bij de arm

- Warmte, redeneren voor lange termijn doelen te bereiken bvb; beleefd zijn- Combinatie van krachtbehoud en redeneren voor ernstige overtredingen bvb; stelen

Vaak straffen heeft geen blijvende verandering op het gedrag! (Als jij als ouder niet in de buurt bent, gaat het kind dat gedrag opnieuw uitoefenen.

MAAR hoe meer straffen, hoe meer nadelige gevolgen: ongewenste neveneffecten- Straf dient als model voor agressie te ontw. Het kind w zelf agressief doordat het

gestraft w.- Persoonlijke bedreiging klemtoon op eigen negatieve beleving ipv. de negatieve

gevolgen voor de ander- Kind leert straffende ouder te vermijden bvb; wacht maar tot papa thuis is! - Straf als gunstig effect voor ouders (bvb; eindelijk rust) steeds weer versterking!

De ouder gaat dan steeds meer straffen.- Meer aanvaarding van het feit dat ze gestraft w overdracht naar volgende

generatie (eigen kinderen later ook veel straffen)

TOCH komt straffen vaak voor:- Vooral bij jonge kinderen word er herhaaldelijk gestraft.- Vaak hard voorwerp gebruik om mee te slaan Amerikaans idee: lichaamsstraf heeft geen nadelen en soms zelfs voordelen als de

ouders maar van het kind houden…OPMERKING: positieve strategieën hebben meer effect!

Alternatieven voor zwaar straffen:

- Time Out = kinderen tijdelijk verwijderen uit omgeving tot ze bereid zijn zich gepast te gedragen

- Ontnemen van privileges Doel: hardere bestraffing vermijden

Hoe efficiëntie straf verhogen?- Consistentie: de ene keer iets toelaten en de andere keer niet is fout, als het kind

iets gelijkaardigs fout doet op eenzelfde manier straffen anders verwarring- Warme ouder-kind relatie: relatie terug opbouwen na iets fout te doen kind

moet goedkeuring terug winnen- Toelichtingen (uitleg): redenen geven voor straf zodat kinderen de straf in de

toekomst kunnen vermijden

5.3 Cognitieve ontwikkelingsbenaderingKinderen als actieve denkers over de sociale regels psychoanalyse & sociale leertheorie: kinderen als passief Vanaf kleutertijd: morele oordelen

Sociale domeintheorie: kleuters kunnen onderscheid maken tussen 3 domeinen:Morele regels Sociale conventies Persoonlijke keuze= rechten en welbevinden van andere mensen niet schaden bvb; niet stelen

Slachtoffers en andere kinderen reageren zeer sterk op morele overtredingen

= afspraken van de cultuur, gewoonten bvb; beleefdheidsregels, tafelmanieren

‘Peers’ reageren zelden op een schending van sociale conventies

= er worden geen rechten geschonden, wordt niet sociaal gereguleerd maar is afhankelijk van individu

Belang persoonlijke keuze wordt groter in de midden kindertijd & adolescentie

Page 79: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

79

Taak volwassene: toelichten gevoelens slachtoffer

Kinderen vinden morele overtredingen vaak erger dan sociale conventies overtreden

Volwassenen geven minder toelichting, eisen gehoorzaamheid

Kinderen leren deze onderscheidingen door actief betekenis te geven aan hun ervaringen

Binnen deze morele domeinen is het denken nog zeer rigied onthouden enkel de opvallende kenmerken van de situatie Bvb; stelen is altijd fout volwassene gaat eten stelen om zijn kinderen te voeden is even erg als iemand die een bank beroofd

Sociale ervaringen zijn cruciaal om te leren denken over morele kwesties:- Broers en zussen : ruzies om rechten, eigendom & bezittingen eerste ideeën over

rechtvaardigheid & eerlijkheid- Volwassenen : omgaan met overtredingen van de regels + aangepaste comminicatie - Leeftijdgenoten : kinderen die niet graag gezien zijn, kennen het onderscheid moreel-

conventioneel niet zo goed goede peers is belangrijk!

Einde van de 3 domeinen.5.4 Ander aspect van moraliteit: ontwikkeling agressieVerschillende types:

Instrumenteel / pro-actief =Vooruit in de tijd denken om iets te bereikenBedoeld om het kind iets te laten bekomen (bvb; voorwerp, ruimte) dat het wil (bvb; roepen, anderen wegduwen)

Vijandig / reactief =Reactie op wat anderen gedaan hebben, om deze mensen te kwetsen.Kan op 3 manieren:°Fysieke agressie = lichamelijk nadeel toebrengen °Verbale agressie = verbaal aanvallen°Relationele agressie = schade aanbrengen aan sociale relaties

Agressie kan direct / indirect zijn DUS bij vijandige agressie :

- Fysieke agressie bvb; lichamelijk nadeel aanbrengen, vernietigen van eigendom kan zowel direct als indirect zijn

- Verbale agressie bvb; bedreigen, beledigen, treiteren is altijd direct- Relationele agressie bvb; sociale uitsluiting, kwaadaardige roddels, manipuleren

vriendschappen kan zowel direct als indirect zijn

Er zijn evoluties doorheen de tijd qua agressieve gedragingen:- Fysieke agressie neemt af met het ouder w- Verbale agressie neemt toe met het ouder w (betere woordenschat)- Instrumentale agressie neemt af met het ouder w (men kan een compromis creëren

over bezittingen) - Vijandige agressie neemt toe (vijandige intenties van de anderen w sneller herkend

meer terugslaan)

Geslachtsverschillen bij agressie:

Page 80: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

80

♂: - Mannelijke geslachtshormonen (androgenen) meer activiteit; meer openlijke

agressie - Spelen vaker competitief spel in grote groepen- Kleuters zijn zich bewust van geslachtsrollen meer gedragen naar ‘stoere’ jongens

♀:- Reputatie: meer verbale en relationele agressie

MAAR meisjes concentreren het meeste van hun agressie acties in relationeel verband en indirect,

Oorzaken agressie:- Individuele verschillen: temperament, geslacht- Gezin :

Harde, inconsistente discipline Cycli van discipline --> jammeren --> toegeven Kritische, bestraffende ouders = meer agressieve kinderen

- Televisie en geweld: Tekenfilms zijn vaak het meest gewelddadig en suggereren dat agressie geen

blijvende gevolgen heeft Jongere kinderen zijn zeer beïnvloedbaar begrijpen nog niet alles heel goed Gewelddadige TV & spelletjes vormen cursus in gedrag meer vijandige

gevoelens en agressief gedragMet korte termijn effecten op ouders en peersMaar ook lange-termijn effecten meer agressie in vroege volwassenheid

Het maakt kinderen "harder” in verband met agressie. Meer TV kijken = vaak overschatting van het geweld in de wereld

Oplossing?USA: V-chip (violence chip) in alle nieuwe TVS + beoordeling van programma’s in tv-gids

Behandelingsprogramma’s:- Vroeg beginnen voor het antisociaal gedrag goed geoefend is want dan is het

moeilijk te veranderen- Doorbreken van cycli van vijandigheid bvb; niet toegeven - Aanleren van emotionele competentie en betere manieren van omgaan met ‘peers’

bvb; empathie, sympathie- Training in oplossen van sociale problemen; (conflicten uitbeelden, manieren van

oplossen bespreken, inoefenen succesvolle strategieën)

Incredible years Trainingsprogramma

-voor ouders => positieve aanpal-voor leraren =>orde in klas-voor kinderen => aangepaste vaardigheden

Resultaten agressieve kinderen-Zeer goede resultaten bij oudertraining-Oudertraining + leraren of + kinderen: meer effect

Page 81: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

81

-Effecten blijven duren (kinderen werden lang opgevolgd en de effecten verdwenen niet.

Helpen om agressie te controleren Geef redenen bij bevelen Vermijd om “toe te geven” Vermijd verbale beledigingen en lichaamsstraffen

-Time-out-Ontnemen van privileges

Training in oplossen van sociale problemen Verminderen stress in gezin

6. Stereotiepe geslachtsrollenGeslachtsrol-stereotypering = iedere associatie van voorwerpen, activiteiten, rollen of (persoonlijkheids)trekken met één van de geslachten op een manier die aansluit bij de culturele stereotypesTheorieën:

- Sociaal leren (versterking en model-leren)- Cognitieve ontwikkelingsbenadering (kind als actieve denker)- Geslachtsschema’s (combinatie van de 2 vorige)

Geslachtsgebonden overtuigingen en geslachtsgebonden gedragRond 2 jaar: termen jongen en meisje correct gebruiken+ geslachtsgebonden voorkeuren speelgoedVerschillende persoonlijkheidstrekken:

- Jongens: assertief, actief, openlijk agressief- Meisjes: angstig, afhankelijk, relationeel agressief

Geslachtsgebonden overtuigingen worden sterker in kleuterperiode geen afwijkingen geduld! Bvb; man met kilt MAAR nog zeer rigied: kleuters beseffen nog niet dat kenmerken die samenhangen met geslacht niet bepalen of iemand mannelijke of vrouwelijk is bvb; een man in een kleed = een vrouw want hij draagt vrouwenkledij

Eenzijdige oordelen zijn het product van geslachtsstereotypering en beperkingen van het denken

Deze geslachtsverschillen komen voor in veel culturen over de hele wereld.

6.1 Invloed op geslachtsrollen Genetische invloed

Overeenkomsten in verschillende culturen (en bij zoogdieren):- Mannen : activiteitsniveau + agressie- Vrouwen : emotionele sensiviteit- Voorkeur spelen met eigen geslacht

Evolutionaire aanpassingswaarde:- Mannen : competitie om vrouwelijke partners ontstaan dominantie- Vrouwen : opvoeden van kinderen ontstaan intimiteit en responsiviteit

Hormonen bepalen stijl van spelen:- Jongens : ruwe en lawaaierige bewegingen- Meisjes : kalm en rustige handelingen

Door verschillende stijl van spelen: geleidelijk aan meer leden eigen geslacht opzoeken om mee te spelen

OmgevingsinvloedOuders: geslachtsgebonden opvattingen willen dat kinderen spelen met ‘correct’ speelgoed

Page 82: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

82

- Direct: komt tot uiting in opvoedingsgedrag Bvb; verschillende speelstijl aangemoedigd Bvb; onafhankelijkheid versterkt bij jongens, intimiteit en afhankelijkheid bij meisjesBvb; moeders gaan emoties vaker benoemen voor meisjes en verklaren voor jongens

- Indirect: aanwijzingen (cues) in taal zonder het bewust te beseffenBvb; geslacht benoemen bij prentboekenBvb; algemene uitspraken doen over geslacht

Als ouder minder traditioneel = kind minder stereotiep Jongens meestal meer stereotiep door grote invloed vader (angst als jongen

zich zoals een meisje gedraagt)

Begin: Moeders meer dan kinderen4j:Bij beide toegenomen6j: Omgekeerd, kinderen doen dit meer dan moeders

Leraren (kleuterschool): meisjes worden meer aangemoedigd voor deelname aan activiteiten gestructureerd door volwassenen, jongens meer ongestructureerde activiteiten + meer afkeurend en controleren tov. jongens

Leeftijdgenoten: - Versterken gedrag dat past bij eigen geslacht- Bekritiseren gedrag dat hoort bij ander geslacht bvb jongens die zich

vrouwelijk gedagen links laten liggen- Jongens en meisjes andere stijl van sociale beïnvloeding (daardoor minder met

elkaar omgaan) - Bevoordelen eigen groep (ingroup favoritism) meer waardering eigen

geslacht

Bredere sociale omgeving bvb; TV, beroepen,…

6.2 GeslachtsidentiteitGeslachtsidentiteit = beeld van zichzelf als iemand met relatief mannelijke of vrouwelijke kenmerken Midden kindertijd: geslachtsidentiteit meten door kinderen te vragen hunzelf op persoonlijke kenmerken te beoordelen3 vormen:Mannelijk Vrouwelijk Androgeen° hoge score op mannelijke kenmerken° lage score op vrouwelijke

° hoge score op vrouwelijke kenmerken° lage score op mannelijke

° hoge score zowel op mannelijke als vrouwelijke kenmerken

Page 83: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

83

kenmerken kenmerken

Geslachtsidentiteit als goede voorspeller van psychologische aanpassing:- Mannelijk & androgeen: hoge zelfwaardering- Vrouwelijk: lage zelfwaardering (kenmerken niet sterk geaccepteerd in de

maatschappij)- Androgenen: meer flexibel bvb; mannelijke onafhankelijkheid en vrouwelijke

sensiviteit afhankelijk van de situatie

Theorieën over geslachtsidentiteit:Sociaal leren Gedragsgebonden gedrag leren

Dan organiseren in geslachtsgebonden ideeën over zz

Cognitieve ontwikkelingsbenadering Inschatting van het geslacht als iets blijvendIdeeën gebruiken om richting te geven aan zz

Geslachtsschema’s Combinatie van sociale leer- en cognitieve ontwikkelingstheorieën

Geslachtsconstantie = het inzicht dat het geslacht een biologische basis heeft en hetzelfde blijft zelfs als kleding, haarstijl en spelactiviteiten veranderenInzicht verworven eind kleuterperiode (rond 6 jaar) vroeger snel verwarring (bvb;kan jij nog een jongen worden ja)Conservatie en uiterlijke verschijning-realiteitKomt door cognitieve onrijpheid en niet door een gebrek aan sociale ervaring MAAR kan niet alles verklaren: ook jonge kinderen vertonen al geslachtsgebonden gedrag

Rol van geslachtsconstantie in ontwikkeling geslachtsidentiteit is onduidelijk MAAR als kinderen over geslachtsrollen nadenken versterking geslachtsgebonden

gedrag

THEORIE GESLACHTSSCHEMA’STheorie geslachtsschema’s= informatieverwerkings-benadering van geslachtsrolstereotypering die elementen combineert van sociale leertheorie en cognitieve ontwikkelingstheorie. Ze legt uit hoe dat zowel omgevingsinvloeden als het denken van het kind samen vorm geven aan de ontwikkeling van geslachtsrollen bij kinderen

Kinderen leren al jong geslachtsgebonden voorkeuren (sociale leertheorie)MAAR ze organiseren ook al snel hun ervaringen in geslachtsschema’s Geslachtsschema’s = mannelijke en vrouwelijke categorieën waarmee ze hun wereld interpreteren (cognitieve ontwikkelingstheorie)

Wanneer kleuters hun eigen geslacht etiketteren gaan ze geslachtsschema’s selecteren die er consistent mee zijn schema’s toepassen op zz waardoor hun zelfperceptie geslachtsstereotiep zal w

OPGELET: schema = schematische voorstelling van iets

Page 84: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

84

Piaget: schema = wat in een handeling / denkoperatie herhaald kan w

- Jongen ziet pop- Is aan het denken over geslacht (‘gender salience filter’) 1) Jongen houdt zich aan geslachtschema’s (‘gender schematic’)- Vraag “Spelen jongens met poppen?” (‘gender schema filter’)

- Neen => geen aandacht voor pop 2) Jongen houdt zich niet aan schema’s (‘gender aschematic’)- Vraag “Vind ik dit speelgoed leuk?’ (‘interest filter’)- Ja => spelen met pop

Geslachtsschema’s hebben sterk effect: als gedrag wordt gesteld dat niet overeenkomt met geslachtrollen dan:

- Zich niet herinneren - Herinneringen vervormd tot ze overeenkomen met geslachtsschema’s

Bvb; verpleger in herinnering dokter

6.3 Hoe geslachtsrolstereotypering verminderen- Algemeen: ervaringen die ingaan tegen stereotypen kinderen hebben nog cognitieve

beperkingen dus als volwassenen inspelen op kind- Volwassenen: minder aan stereotypering doen in eigen gedrag + in aanbod aan

kinderen - Leraren: omgang met meisjes en jongens aanpassen- Kinderen afschermen van TV- Kinderen wijzen op uitzonderingen op de regel (zoals ongewone beroepen)- Redeneren hierover helpt om gender-biased denken te verminderen

7. OpvoedingsstijlenTot nu toe: verschillende opvoedingspraktijken werden afzonderlijk bestudeerd Nu: samenbrengen in globale visie op effectief opvoedenOpvoedingsstijlen= combinaties van opvoedingsgedragingen die voorkomen over een breed bereik van situaties en daardoor een duurzaam opvoedingsklimaat doen ontstaanSoorten benaderingen:

- Klassieke benadering: 2 opvoedingsdimensies- Hedendaagse benadering: 3 opvoedingsdimensies

Soorten opvoedingsstijlen binnen de benaderingen:- Democratisch - Autoritair- Toegefelijk- Niet-betrokken

Page 85: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

85

7.1 Klassieke benadering Opvoedingsstijlen adhv 2 dimensies:

- Warmte - Controle

Toegeeflijk+ warmte, - controle

Democratisch + warmte, + controle

Niet-betrokken- warmte, - controle

Autoritair- warmte, + controle

7.2 Hedendaagse benaderingOpvoedingsstijlen adhv 3 dimensies:

- Warmte- Controle- Autonomie toekennen

Aanvaarding Betrokkenheid Controle AutonomieDemocratisch

Hoog Hoog Aangepast Aangepast

Autoritair Laag Laag Hoog LaatToegeeflijk Hoog Te laag / te hoog Laag HoogNiet-betrokken

Laag Laag Laag Onverschillig

Democratische opvoedingsstijl: meest succesvolle opvoedingsstijl;- Positieve stemming & ouder-kind relatie- Zelfcontrole, doorzettingsvermogen eisen van het kind- Goed leren samenwerken met anderen- Hoge zelfwaardering- Rijpheid op sociaal en moreel vlak- Goede prestaties op school

Autoritaire opvoedingsstijl: gaat uit van een attitude “Doe het omdat ik het zeg”beslissingen maken voor het kind en het kind moet deze gewoon aanvaarden

Negatieve effecten;- Angstig en ongelukkig, lage zelfwaardering- Reageren vijandig bij frustraties - Jongens: vaker woede en opstandig gedrag- Meisjes: afhankelijk, weinig interesse in exploratie, moeilijk met uitdagende

opdrachten Ouders maken vaak gebruik van psychologische controle = meer subtiele vorm van controle waarbij ouders binnendringen in en manipulerend optreden in de verbale expressie, individualiteit en gehechtheid aan de ouders.beslissen alles voor het kind (ideeën, vrienden,…)bij ontevredenheid vaak terugtrekken van liefde affectie is afhankelijk van de gehoorzaamheidbuitensporig hoge en onaangepaste verwachtingen aan het kind zijn capaciteiten

- War

mte

+

- Controle +

Page 86: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

86

Later vele aanpassingsproblemen zoals angstig, teruggetrokken gedrag of uitdagend en agressief gedrag Toegeeflijke opvoedingsstijl: komt vaak voort uit gebrek in vertrouwen van het eigen kunnen Negatieve effecten;

- Impulsief, ongehoorzame en rebellerende kinderen - Kinderen stellen te hoge eisen aan zichzelf + zijn te afhankelijk van volwassenen- Minder doorzetten bij moeilijke taken, slechte schoolresultaten - Jongens meer effecten van dit soort opvoeding => Afhankelijk gedrag, geen

prestaties leverenNiet-betrokken opvoedingsstijl: meer terug te vinden bij depressieve ouders / ouders onder stress geen tijd voor kinderenSoms in extreme vorm verwaarlozing (kindermishandeling)Negatieve effecten;

- Vroeg begin van dit soort opvoeding alle aspecten van ontwikkeling verstoord (sociaal, gehechtheid, denken, emotioneel)

- Minder extreem ook nog veel problemen: emotionele zelf-regulatie, lagere schoolprestaties, antisociaal gedrag

Verklaring goede werking autoritatieve opvoedingsstijl?Verband:

- Brave kinderen - goede opvoeding- Maar ook brave kinderen – eenvoudig op te voeden Longitudinaal onderzoek: democratisch opvoeden vermindert negatief gedrag,

controlerend optreden doet problemen toenemenVerklaring werking:

- Warme ouders vormen een goed model- Bij eerlijke en redelijke controle zullen de kinderen deze eenvoudiger volgen en

internaliseren - Controle en autonomie = verantwoordelijkheid die men kan nemen: meer

competentie, zelfwaardering en rijpheid bij het kind- Steun beschermt tegen negatieve effecten van stress en armoede

Culturele varianten binnen opvoedingsstijlen: Vanaf hier niet meer aangeduid in boek!Etnische groepen hebben verschillende ideeën en praktijken over opvoeding van kinderen China: meer controlerend, maar ook warmSpaans-sprekend: groot respect vader, maar vader speelt veel met kinderenAfro-Amerikanen: veel strikter; belang voor zelf-controle wonen in gevaarlijke buurten maar veel warmte

Conclusie: opvoedingsstijlen kunnen alleen begrepen w in bredere ecologische context

In vergelijking met Europese-Amerikanen uit de middenklasse, zouden sommige groepen:- Meer gedragsmatige controle gebruiken- Meer lichamelijk straffen- Minder warm kunnen lijken

Maar zij zijn mogelijk meer aangepast aan de context 7.3 KindermishandelingKomt het meest voor in geïndustrialiseerde natiesschatting: 1 kind op 100Verschillende vormen mishandeling:

- Lichamelijke mishandeling

Page 87: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

87

- Seksueel misbruik- Verwaarlozing - Emotionele mishandeling; gebrek aan affectie en emotionele steun / handelingen;

belachelijk maken, vernederen Patronen:

- Ouders: 80% , andere verwanten 7%- Moeders: verwaarlozing, vaders: seksueel misbruik- Jonger kind: verwaarlozing, ouder kind: overige vormen

Factoren die verband houden met kindermishandelingVroeger dacht men dat vooral een psychologische stoornis bij de ouders een oorzaak zou kunnen zijn, maar misbruik gebeurd ook vaak door ‘normale’ oudersNu: ecologische theorie

Kenmerken ouders

Psychologische stoornis, alcohol- of drugmisbruik, zelf misbruikt als kind, overtuigd van een harde, fysieke discipline, verlangen om niet bereikte emotionele noden door het kind te verkrijgen, onredelijke verwachtingen voor het gedrag van het kind, jonge ouder, laag educatief niveau,…

Kenmerken kind

Prematuur, vaak ziek, moeilijk temperament, onaandachtig, overactief, andere ontwikkelingsproblemen,…

Kenmerken gezin

Laag inkomen, arm, dakloos, huwelijksproblemen, sociale isolatie, fysieke mishandeling van moeder door vader of vriend, grote families met weinig ruimte voor de kinderen, ongeorganiseerd huishouden, gebrek aan stabiele ontplooiing, anderen tekenen van hoge stress in het leven,…

Gemeenschap

Gekenmerkt door sociale isolatie, weinig parken, weinig opvangcentra, geen aangepaste schema’s of recreatiecentra, en verenigingen om de familie te ondersteunen,…

Cultuur Toestemming van fysiek geweld als een manier om problemen op te lossenBvb; in USA en Canada lichaamsstraffen op school toegelaten

eens in gang gezet houdt de mishandeling zichzelf vaak in standdoor moeilijke situatie:

- Basisverantwoordelijkheden opvoeding te zwaar- Frustraties afreageren op kind

Bredere context:Bredere gemeenschap: ouders geïsoleerd van informele en formele sociale ondersteuningInformeel: geen steun van vrienden en verwantenwantrouwen en vermijden anderenonvoldoende sociale vaardighedenFormeel: wonen in niet-stabiele, vervallen wijkengeen parken, kinderopvang, kleuterscholen, ontspanningscentraCultuur: Geweld gezien als manier om problemen op te lossen.Bvb: In USA en Canada zijn lichaamsstraffen op school toegelaten, in alle ander geïndustrialiseerde landen zijn lichaamsstraffen bij wet verboden.

Gevolgen kindermishandelingEffecten:

- Minder emotionele zelf-regulering, empathie en sympathie- Negatief zelf-concept- Minder sociale vaardigheden - Minder gemotiveerd op school- Op termijn: erntige leer-en aanpassingsproblemen

Verklaringen:

Page 88: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

88

- “Leerprocessen”: vijandige cycli, vaak ook mishandeling partner, kind leert dat agressie de manier is om problemen op te lossen

- Negatieve boodschappen vd ouder: lage zelfwaardering, angst, zelf-verwijt met evt. suicide-poging aanpassingsproblemen; agressie, problemen leeftijdgenoten, druggebruik, delinquentie, school- en leerproblemen

- Fysiologische veranderingen: abnormale hersengolven, omvang en functioneren cortex (dit deel is kleiner en minder ontwikkeld), meer stresshormonen

Preventie kindermishandelingMoet gericht zijn zowel op het gezin, de gemeenschap als de cultuur =>Op alle niveaus!Verschillende benaderingen:

- Aanleren effectieve ouderschapsstrategieën - Vak ontwikkelingsᴪ in secundair onderwijs- Brede sociale programma’s lagere SES

Sociale ondersteuning (vermindert stress)Minstens 1 vertrouwenspersoon”Parents Anonymous”; ook sociale ondersteuningHuisbezoeken (Healthy Families America)

Dus:- Training hoge-risico ouders- Sociale steun voor gezinnen

Huisbezoeken Parents anonymous

- Gezinnen die niet kunnen veranderen uit elkaar halen

Hoofdstuk 9: Psychologische en cognitieve ontwikkeling lagereschoolkindCognitieve ontwikkeling

1. PiagetConcreet-operationeel stadium = van 7-11 jr waarbij het denken logischer, flexibeler en beter w georganiseerd dan in de kleuterperiode.

1.1 ConservatieConservatietaak kan correct w opgelost door de aanwezigheid van operaties (mentale handelingen die gehoorzamen aan logische regels) Ontstaan:

- Decentratie = focussen op meerdere aspecten van het probleem dat ze met elkaar in verband brengen, eerder dan zich op een aspect te richten

- Omkeerbaarheid = vermogen om te denken in een reeks van stappen en dan in gedachten de richting omkeren en weer op het uitgangspunt terugkeren (is een onderdeel van elke logische operatie)

1.2 ClassificatieKlasinclusietaak w nu correct opgelost:

- Kind is zich bewust van de hiërarchie in classificatie- Focussen op hoofd- en specifieke categorieën (mogelijkheid tot 3 tegelijkertijd)

Page 89: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

89

hierdoor gaan kinderen ook veel verzamelen rond deze leeftijd bvb; postzegels, kaartjes,…

1.3 SeriatieSeriatie = het vermogen om items te ordenen langs een kwantitatieve dimensie, zoals lengte of gewichtTest Piaget: staafjes ordenen op basis van versch lengte kleuters vormen een rij met veel foutenlagere school: beginnen met de kortste staaf en werken zo verder tot de rij klopt

Lagere schoolkind kan ook doen aan transitieve inferentie = seriatie op mentaal vlak Test Piaget: 3 staven met verschillende lengte en kleur°staaf A is langer dan staaf B °staaf B is langer dan staaf C kind zal interferentie maken: dan is staaf A langer dan staaf C (mogelijkheid tot 3 relaties te integreren)

1.4 Spatiaal redeneren: cognitieve kaartenCognitieve kaarten = mentale voorstellingen van bekende plaatsen van grotere omvang bvb; school, buurtlagere schoolkind veel beter besef van ruimte dan kleuter

- Jongere kinderen : vooral oriëntatiepunten MAAR snel problemen als de kaart wordt gedraaid

- Rond 8-10 jr : betere organisatie oriëntatiepunten langs een georganiseerde reisroute MAAR nog steeds problemen als kaart gedraaid w

- Rond 10-12 jr : combinatie oriëntatiepunten & routes in een globaal beeld van grotere ruimte en ook minder problemen als de kaart gedraaid w

Culturele verschillen: - Niet-Westerse landen: minder gebruik

van kaarten om weg te vinden zitten niet vaak in auto en krijgen geen globaal beeld van de omgeving

India: kaarten dmv mensen, gebouwen, bomen (door wandelen in buurt) veel oriëntatiepunten

VS: kaarten dmv hier naar links, hier naar rechts (door rondrijden in buurt) meer formele voorstelling

1.5 Beperkingen concreet operationeel denken- Enkel georganiseerd en logisch denken als omgaan met concrete informatie die

direct waarneembaar is, mentale operaties werken niet met abstracte categorieënBvb; transitieve inferentie lukt met 3 staven maar niet met hypothetische versie vd taak voorbeeld; Susan is groter dan Sally en Sally is groter dan Marie, wie is het grootst

Denken alleen toegepast op concrete situaties - Concreet operationeel denken wordt geleidelijk verworven bvb; eerst conservatie van

aantal, dan pas andere vormen

Page 90: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

90

Denken = continuüm van verwerving = geleidelijk aan beheersen van logische begrippen

1.6 Later onderzoek na Piaget Invloed van cultuur en formele opleiding

- Niet-Westerse culturen : gaan weinig naar school conservatie is vaak veel later verworven (11jr of later)

MAAR deelname aan relevante alledaagse activiteiten helpt hem wel om problemen onder controle te krijgen

Kinderen die naar school zijn geweest doen het beter op Piaget-taken MAAR ook ervaring met niet-schoolse activiteiten bevorderen concreet-operationeel denken bvb; meisjes leren weven in Mexico

DUS: logisch denken ontwikkelt niet spontaan, maar invloed van zowel opleiding als context en cultuur

Informatieverwerkings-benaderingNeo-piagetiaanse theoretici (bvb; Case) gaan uit van een geleidelijke verbetering van informatieverwerking, ipv een plotse overgang naar een nieuw stadium cognitieve schema’s gaan door veel oefenen meer automatisch w dit zorgt voor meer plaats in het werkgeheugen waardoor kinderen beter oude schema’s kunnen combineren / nieuwe vormen laten aannemen schema’s automatisch genoeg plaats vrij in het werkgeheugen om de schema’s te integreren in een betere representatie. Daardoor gaan kinderen centrale conceptuele structuren ( = netwerken van begrippen en relaties die denken bevorderen in veel verschillende situaties) verkrijgen.Schema’s:

- Eerst: op 1 dimensie focussen (kleuter)- Dan: 2 dimensies coördineren (lagere schoolkind)- Later: meerdere dimensies integreren (9-11jr)

Verklaring geleidelijk verwerven van logische begrippen (Case):- Conservatietaken stellen verschillende vereisten inzake informatie-verwerking, dus

meer of minder werkgeheugen eerst degene leren met minder werkgeheugen - Ervaringen van kinderen verschillen sterk bvb; sommigen tekenen meer, anderen

vertellen meer - Als kinderen de centrale, conceptuele structuren van hun eigen leeftijd niet hebben,

dan kunnen die aangeleerd worden door training.- Transfer naar schoolse taken, vandaar toepassingen in onderwijs-setting

1.7 Evaluatie concreet-operationele stadium+ Piaget: kinderen lagere school redeneren veel systematischer en meer rationeel dan kleuters MAAR onduidelijk of dit een kwestie is van:

- Continue verbetering van logische vaardigheden (informatieverwerking)- Discontinue herstructureringen van het denken (Piaget) Vele onderzoekers geloven dat het een combinatie is van de 2 soorten veranderingen Conclusie: combinatie van Piaget en informatie-verwerkingstheorie biedt meeste

perspectief om ontwikkeling van het denken bij het lagere-schoolkind te begrijpen

2. InformatieverwerkingstheorieOnderzoekt de afzonderlijke aspecten van het denkenBelangrijke verbeteringen in informatieverwerking:

- Toename van informatie-verwerkingssnelheid en capaciteit Tijd die nodig is voor verwerking neemt bij vele taken af tss 6-12 jr

Page 91: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

91

Biologisch: myelinisatie (= aanbrengen van myeline op de zenuwuiteinden zodat de info sneller door het zenuwstelsel kan stromen) en vermindering aantal actieve synapsen (waardoor de weg korter is)

Werkgeheugen neemt toe (cijferreeksen van 4 nr 7)- Toename van inhibitie

Cognitieve inhibitie : het vermogen om controle uit te oefenen over interne en externe stimuli die afleiden

Biologisch: verdere ontw van frontale lob van de hersencortex Rol van strategieën

Houden beide mogelijk verband met de ontwikkeling van de hersenen

2.1 Aandacht in midden-kindertijdAandacht w meer:

- Selectief: enkel aandacht voor wat relevant is Onderzoek: niet relevante stimuli opnemen in taken

- Aanpasbaar: aandacht aanpassen aan eisen van de situatie Onderzoek: eerst indelen volgens kleur en dan vorm

- Planmatig: Meer gestructureerde aanpak van takenOnderzoek: systematischer zoeken naar gelijkenissen en verschillen; beslissen wat eerst en wat laatst te doen plannen leren door samenwerken met meer ervaren anderen (ouders, leeftijdgenoten) ~ Vygotsky

2.2 Ontwikkeling geheugenstrategieënHerhalen = (voor zichzelf) herhalen van informatie begin lagere schoolOrganisatie = het groeperen van items die bij elkaar horen begin lagere schoolkennisbestand helpt bij organisatie, hoe meer strategieën combineren, hoe beter onthouden Elaboratie (verdere uitwerking) = een relatie of gedeelde betekenis, tot stand brengen tussen 2 of meer stukken informatie die niet tot dezelfde categorie behoren einde lagere school bvb; vis – pijp w vis die een pijp rooktGevolg: organiseren en elaboratie combineren elementen tot betekenisvolle eenheden waardoor het werkgeheugen uitbreidt en de nieuwe informatie beter uit het geheugen kan opgeroepen w

2.3 Kennisbestand Lange-termijngeheugen w doorheen de midden-kindertijd uitgebreider en w georganiseerd door hiërarchisch gestructureerde netwerkenIn eerste instantie: rol van reeds aanwezige kennisals je meer weet over een onderwerp, dan is nieuwe informatie meer vertrouwd, makkelijker om op te slaan & makkelijker weer op te roepen bvb; kinderen die veel weten over voetbal (Schneider & Bjorklund): kinderen met grote kennisbasis over dat onderwerp organiseren de informatie met weinig of geen moeite Daarnaast: rol van motivatieals je meer weet over een onderwerp, ga je actiever gebruik maken van wat men al weet over bij te leren over dat onderwerp Einde basisschool: kennisbestand en geheugenstrategieën hangen nauw samen

Experiment Schneider en Bjorklund => Examen!!!2 groepen 1 die wel iets van voetbal weet en 1 die hier niks van weet.Ze krijgen 2 groepen van woorden. Groep 1 woorden had niks met voetbal te maken. Groep 2 woorden had wel iets met voetbal te maken.

Page 92: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

92

Resultaten:Voetbal experts herinnerden veel meer woorden van de voetbal lijst dan niet experts.Gedurende herinnering was de lijst van items van experts beter georganiseerdOp vlak van de lijst met niet voetbal termen vond men geen onderscheid tussen experts en niet experts => Dit resultaat suggereert dat kinderen met een brede kennis van info over een bepaald onderwerp organiseren hun area van expertise met weinig tot geen moeite.2.4 Geheugen en cultuurRol van cultuur:

- Westerse cultuur: strategieën (herhalen, organiseren, elaboratie) bij taken waarbij men informatie onthoudt om de informatie zelf

- Niet-Westerse cultuur : andere technieken (bvb; plaats in ruimte / schikking van voorwerpen) als normaal bijproduct van de activiteit zelf

Ontwikkeling geheugenstrategieën hangt af van Vlotter verwerken van informatie Culturele omstandigheden & vereisten taak

2.5 Theory of mindTijdens lagere school periode: theory of mind wordt meer uitgebreid Meer reflexieve, procesgerichte visie op denken en op psychologische factoren die prestatie kunnen beïnvloeden:

- Beter inzicht in aandacht & geheugen- Relaties tss mentale activiteiten beter vatten- Begrijpen dat mentale inferenties bron van kennis zijn Ontstaan inzicht in “false belief” van de tweede orde

Als je meer aandacht aan iets besteed, ga je dit beter kunnen onthouden.

Vraag: waar denkt Lisa dat Jason de brief zal zoeken?Rond 7 jr correct antw: Lisa denkt dat Jason de brief onder het hoofdkussen zal zoeken (omdat zij niet gemerkt heeft dat Jason gezien heeft dat ze de brief in de lade legt.Door inzicht in ‘false

belief’ van 2e orde:- Beter de redenering vatten waarom iemand anders tot een bepaalde overtuiging

(belief) komt- Beter het standpunt van anderen kunnen innemen

Ontstaat door?- Ervaringen op school- Private taal (terwijl kinderen lezen, rekenen, schrijven)

2.6 Cognitieve zelfreguleringCognitieve zelfregulering = proces van continu opvolgen van de vooruitgang in de richting van het gestelde doel, evalueren van de resultaten, en niet-succesvolle benaderingen een andere richting opsturen

Page 93: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

93

Geleidelijke ontwikkeling want zelfregulering vraagt veel; vereist cst evaluatie van het procesOuders en opvoeders kunnen hierbij helpen; bvb; suggereren van goede strategieën en uitleggen waarom ze zouden werken

- Wijs op belangrijke kenmerken van taken- Beklemtoon het belang van planmatig leren- Stel effectieve leerstrategieën voor zorg voor evaluatie van effectiviteit- Beklemtoon opvolgen (monitoring) van vooruitgang

Z elfregulering = voorspeller van latere schoolprestaties Veel zelfregulering zelfvertrouwen in prestaties op school (academic self-efficacy) Weinig zelfregulering aangeleerde hulpeloosheid

2.7 Informatieverwerking en leren op school Lezen

Gebruik van verschillende vaardigheden tegelijk meeste vaardigheden moeten wel automatisch verlopen.Sommige vaardigheden slecht ontw daling capaciteit lezen Fonologisch bewustzijn = het vermogen om na te denken over en om te gaan met de klankstructuur van de gesproken taal, zoals dat blijkt uit gevoeligheid voor veranderingen in klanken en woorden en voor niet-correcte uitspraak helpt om onderdelen in gesproken taal af te zonderen en met elkaar te verbinden DUS beter lezen Andere vaardigheden:

- Snelheid van informatieverwerking- Visueel scannen en onderscheidingsvermogen

2 benaderingen van lezen :- Globale benadering (whole language approach) = lezen aangeleerd zoals

natuurlijke taalverwerving. Tekst in volledige vorm, leren van communicatieve functie van geschreven taal

- Fonetische benadering (phonics approach)= lezen aangeleerd door aanbieding vereenvoudigde leesmaterialen. Eerst aandacht voor fonetiek (= basisregels voor omzetten van geschreven symbolen in klanken) . Later pas aandacht voor complexere leesmaterialen.

Onderzoek toont aan dat een combinatie van beide benaderingen het beste is voor de kinderen relatie tss letters en geluiden helpt kinderen om woorden te ontdekken die ze nog nooit gezien hebben

RekenenGrote vooruitgang bij kinderen op basisschool; uitbreiden van informele kennis, nummerconcepten en tellen. basiskennis van wiskunde verwerven door een combinatie van frequent oefenen, redeneren over nummerconcepten en les krijgen over gebruik van frequente strategieën.

Analoog aan discussie over leren lezen:Beste = combinatie van:

- Drills (inoefenen)- Getalgevoel (inzicht)

Idem voor meer complexe vaardigheden bvb; lenen bij aftrekken, werken met breuken Aziatische kinderen: meer ondersteuning

- In taal° zuiver positioneel systeem bvb 15 = tien vijf °telwoorden zijn kort, makkelijk uit te spreken

Page 94: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

94

- Op school°minder drill°meer inzicht

3. Individuele verschillen in mentale ontwikkelingRond 6 jr : stabiel IQ + hoge correlatie met academische resultaten IQ voorspelt schoolresultaten

3.1 Klassieke benadering van intelligentietestsAlgemene intelligentie= globale score (het IQ) die het redeneervermogen omvatdmv factoranalyse = statistische techniek waarmee men de verschillende vaardigheden kan identificeren die intelligentietests meten bepalen welke set van items een goede cluster vormen Collectieve intelligentietests Individuele intelligentietests°Minder opleiding nodig °Grote aantallen studenten gescreend ’Screening’ = identificeren van kinderen waarvoor meer uitgebreide evaluatie nodig is°Nuttig voor planning en opzet van onderwijs

°Veel ervaring/opleiding nodig om test af te nemen °Gedrag bestuderen + antw beoordelen door observatie inzicht of de resultaten overeenkomen met de capaciteiten vh kind°vb; Stanford-Binet schaal / WISC

3.2 Hedendaagse benaderingen van intelligentieVaak combinatie van factoranalyse en informatieverwerking: richten op cognitieve processen die verantwoordelijk zijn voor intellectuele capaciteiten beter zicht welke capaciteiten nog werk vereisen

Componentiële analyses = zoeken naar relaties tussen aspecten (componenten) van informatieverwerking en het IQ van kinderen bvb; snelheid van verwerking, gebruik van strategieën)Nadeel: oorzaken enkel gesitueerd binnen het kind omgeving?

2 hedendaagse benaderingen:- Sternbergs Triarchische Theorie van intelligentie- Gardners theorie van de meervoudige intelligenties

Sternberg Triarchische Theorie van intelligentie EXAMEN!!!!Triarchische theorie van succesvolle intelligentie: omvat 3 soorten intelligentie (die elkaar in evenwicht moeten houden) en die te maken hebben met:

- Vaardigheden ivm informatieverwerking- Vaardigheid om nieuwe taken op te lossen- Toepassingen op alledaagse situaties

Analytische intelligentie Creatieve intelligentie Praktische intelligentie°toepassen van strategieën °verwerven van informatie°meta-cognitie°zelf-regulering

°nieuwheid van de taak°automatisering van vaardigheden

°aanpassen aan omgeving°vorm geven aan omgeving°kiezen van een omgeving belang cultuur!

Intelligentie volgens Sternberg staat nooit los van cultuur & is complexAutomatisering: als iets vlotter gaat doordat je het al vaker gedaan hebt, gaat dit sneller gaan en is er meer ruimte voor nieuwe dingen.

Page 95: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

95

Gardners meervoudige intelligenties EXAMEN!!!!Theorie van de meervoudige intelligenties: omschrijft intelligentie in termen van verschillende ‘sets’ van bewerkingen die individuen toelaten om deel te nemen aan allerlei activiteiten die binnen een cultuur gewaardeerd worden

Er is niet 1 intelligentie, maar er bestaan 8 vormen Elke vorm heeft:

- Een unieke biologische basis- Een eigen ontwikkelinsgverloop- Een eigen eindtoestand

waarbij culturele waarden en mogelijkheid tot leren beïnvloeden welke intelligente eigenschappen goed ontwikkeld zijn.

Taalkundig Gevoeligheid voor geluiden, ritme en woordbegrippen & functie van taal

Poëet, journalist

Logisch-wiskundig

Gevoeligheid voor, en capaciteit om, logische/numerieke patronen te detecteren & vermogen om om te gaan met lange logische redeneringen

Wiskundige

Muzikaal Vermogen om mooie geluiden voort te brengen, ritme of melodie herkennen en een verfijnde kwaliteit van muzikale expressie

Speler van een instrument, Componist

Ruimtelijk Mogelijkheid om de visueel, ruimtelijke wereld precies te zien, om veranderingen in die perceptie naar voor te brengen en om aspecten van de visuele ervaringen te recreëren bij afwezigheid van relevante stimuli

Beeldhouwer, gids

Lichaams-bewegelijk

Mogelijkheid om het lichaam vaardig en expressief te gebruiken, zelfs voor doelgerichte onderstellingen of de mogelijkheid om vaardig met voorwerpen te handelen

Danser, atleet

Natuur Mogelijkheid om verschillende variëteiten van dieren, planten en mineralen te herkennen en te classificeren.

Bioloog

Interpersoonlijk

Mogelijkheid om op een gepaste manier stemmingen, temperamenten, motivaties en bedoelingen van anderen te herkennen en erop te reageren

Therapeut, verkoper

Intrapersoonlijk

Mogelijkheid om complexe, innerlijke gevoelens achter te stellen en hen te gebruiken als gids bij iemands gedrag, kennis van zijn eigen zwakken en sterke punten, verlangens en intelligentie

Persoon met goede zelfkennis (Hier hoort geen beroep bij)

1ste kolom: soort intelligentie2de kolom: Wat houdt de intelligentie in? 3de kolom: Typische beroepen die daar bij aansluiten.Voor ieder van de intelligentie kan je aangeven of dit vroeg of laat ontwikkeld wordt. Bvb: Sporters moeten vroeg pieken, Dichters schrijven beter als ze wat ouder zijn en al rijper zijn.Kritiek: geen stevige (neurologische) basis in onderzoek + 8 types overlappen vaakVoordeel: goede basis voor werk met hoogbegaafden 4

3.3 Verklaren van verschillen in IQGenetica: verklaart ongeveer de helft van de verschillenOmgeving

Page 96: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

96

- Socio-economische status- Cultuur

°verschillende communicatiestijlen °’cultural bias’ in inhoud van tests Verschillen tss groepen zijn aanzienlijk:

- Afro-Amerikaanse kinderen blanke kinderen verschil van 15 IQ punten - Lage socio-economische status hoge socio-economische status verschil van 9 IQ

punten! belang overlap van 2 effecten ! ook grote verschillen binnen elke etnische/SES groep Verklaringen:

- ’70 (Jensen) vooral erfelijkheid- ’90 (Hernstein & Murray) aanzienlijke bijdrage van erfelijkheid, maar precieze rol van

genen en omgeving blijft onduidelijk

Erfelijkheid en omgevingVerwantschapsstudies:

- Door vglk van verschillende soorten van verwanten wordt de erfelijkheidscoëfficiënt geschat

Bvb; eeneiige vs twee-eiige tweelingenNadelen:

- Effect genen overschat, effecten omgeving onderschat- Geen inzicht in interactie genen-omgeving

Meer info via adoptiestudies:- Laag IQ moeders: testresultaten sterk verbeterd, maar niet zo goed als bij hoog-IQ

moeders- Afro-Amerikaanse kinderen na adoptie: hoger IQ maar IQ daalt in adolescentie

(motivatie?)

Culturele invloedenEtnische verschillen mogelijkheid ook gevolg van test bias (waarbij bias = vooringenomenheid)tests doen beroep op kennis en vaardigheden waarvoor niet alle groepen van kinderen gelijke kansen gehad hebben om die te leren!

Verschillende visies:- Tests meten succes in de cultuur die alle groepen gemeenschappelijk hebben - Bredere visie op ‘test bias’

°gebrek aan ervaring met bepaalde soorten kennis / communicatie°negatieve stereotypen over etnische groep kindCulturele factoren kunnen testprestaties negatief beïnvloeden:

- Communicatiestijlen- Testinhoud- Stereotypen

Communicatiestijlen: Type van vragen Stijlen van communicatie°Blanke gezinnen: ‘onechte’ vragen met als doel kennis te trainen°Afro-Amerikaanse gezinnen: ‘echte’

°Collaboratieve stijl (lagere SES): samenwerken op gecoördineerde, vlotte manier, allemaal gericht op zelfde aspect

Page 97: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

97

vragen, analogievragen of uitlokkers (om verhaal te laten vertellen)

van probleem °Hiërarchische stijl (hogere SES): ouder zegt kind wat te doen, kind werkt onafhankelijk

Testinhoud:- Kinderen uit andere culturen hebben bv. meerdere en andere betekenis voor

bepaalde woorden. Maar de ingreep om de testen te veranderen door het elimineren van verbale items en het toevoegen van meer performantie- en spatiale taken had weinig effect.

- Leermogelijkheden zijn ook nodig voor nonverbale items- Hoe langer op school, hoe hoger IQ

Stereotypen:Bedreiging door negatieve stereotypen = de vrees om beoordeeld te worden op basis van een negatief stereotype. Kan leiden tot angst en zo tot minder goede prestatiekinderen van etnische groepen bewust van negatief stereotype + mededeling dat dit een test is prestatie kinderen daaltlager secundair onderwijs; school is niet belangrijk zelfbescherming tegen negatieve stereotypen

Hoe culturele bias verminderen in tests?- Vaak onderschatten van ‘ware’ IQ (vooral bij andere culturen) - Dynamisch testen = vernieuwing in testen waarbij de volwassene gericht leren

inbouwen in testsituatie om na te gaan wat kind kan doen met behulp van sociale ondersteuning (~Vygotsky; zone naaste ontwikkeling)

MAAR dynamisch testen voorspellen prestaties op school NIET beter dat de traditionele tests

4. TaalontwikkelingTwee talen leren:Op verschillende manieren:

- OF beide talen tegelijk leren (beste manier) - OF eerst de ene taal, dan de andere (duurt 3-5jr om tweede taal te beheersen)

gevoelige periode: kindertijd met continue daling van het bereikte niveau in functie van latere aanvangsleeftijd

Tweetaligheid heeft positieve gevolgen voor ontwikkeling:- Aandacht, redeneren, conceptvorming, flexibiliteit- Meer nadenken over taal - Overzetten taalvaardigheden van de ene taal naar de andere

Tweetalig onderwijs:- Onderdompeling of taalbad

Bvb; Engelstalige kinderen krijgen les in Frans (Canada)- Tweetalig onderwijs (= integreren van moedertaal in onderwijs)

Bvb; VS: SpaansGevaar: ontoereikende taalbeheersing in de twee talen Indien 2 talen geïntegreerd in leerplan; dan presteren kinderen van minderheidsgroepen (andere taal) beter!Probleem VS: andere talen (zoals Spaans) niet gewaardeerd in bredere samenleving

Page 98: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

98

5. Leren op school

5.1 KlasgrootteKinderen die consistent in kleinere klassen hebben gezeten (van kindergarten tot 3e lj) doen het later beter dan kinderen die in klassen van normale klasgrootte gezeten hebbenVerklaring:°onderwijzers: minder tijd aan discipline, meer individuele aandacht°kinderen: meer geconcentreerd°kinderen: betere deelname aan klasgebeuren°kinderen: positievere houding tov. school

5.2 OnderwijsopvattingenTraditionele klas Constructivistische klas (invloed

Piaget)°Onderwijzer is enige bron van gezag in klas inzake kennis, regels & beslissingen°Onderwijzer is meestal aan het woord°Leerlingen zijn passief en luisteren°Vooruitgang geëvalueerd via uniforme normen

°Leerlingen aangemoedigd om zelf kennis op te bouwen°Kinderen reflecteren op en coördineren hun ervaringen°Leerlingen werken in kleine groep of individueel°Leraar begeleidt en ondersteunt volgens behoeften van kinderen°Vooruitgang geëvalueerd door vglk met eigen vroegere ontwikkeling; vglk met andere lln is minder belangrijk

Historische evolutie:Slingerbeweging:Jaren ’60 constructivistisch MAAR later klassiek

Beide benaderingen hebben voor & nadelen:- Klassiek

+: betere prestaties vooral bij oudere kinderen-: motivatie neemt af (vooral bij lage SES)

- Constructivistisch+:kritisch denken, grotere sociale en morele rijpheid, positieve houding tov. school-: iets mindere prestaties

Sociaal-constructivisme (Vygotsky)= kinderen nemen deel aan breed bereik van uitdagende activiteiten met andere kinderen en leraar, met wie ze samen kennis opbouwenworden competente leden van en dragen bij tot hun klasgemeenschboeken vooruitgang in cognitieve en sociale ontw

Principes:- Leraren zijn partners in het leerproces - Ervaring met vele types van symbolische communicatie in betekenisvolle activiteiten- Onderwijs aangepast aan de zone van de naaste ontwikkeling van de leerling Vertalen van deze principes in praktijk van klasgebeuren

Page 99: pedagogischekringleuven.files.wordpress.com€¦  · Web view2020. 9. 19. · (biologie, antropologie, sociologie, neurologie) 2. Basisuitgangspunten . ontwikkelings. ᴪ. Theorie

99

Bvb; wederzijds leren een onderwijzer & 2-4 lln werken samen als groep en nemen om de beurt de leiding van een dialoog over een tekst. Binnen deze dialoog w 4 strategieën toegepast: vragen, samenvatten, verduidelijken, voorspellenEffect:

- Grote vooruitgang in begrijpend lezen- Zone van naaste ontwikkeling gecreëerd - Belangrijke vaardigheden voor gewone leven aangeleerd

5.3 Interactie onderwijzer-leerlingKenmerken goede onderwijzer:

- Zorgzaam- Behulpzaam- Stimulerend

Stimuleren: vele Amerikaanse onderwijzers beklemtonen drill en herhaling MAAR meer aanwezig en meer vooruitgang (rekenen) als klemtoon ligt op het denken van hoger niveauOnderwijzers behandelen kinderen anders:“Brave” kinderen: meer aanmoediging“Stoute” kinderen: meer conflict, meer kritiek

Opvattingen van onderwijzers over kinderen vaak te extreem door:Self-fulfilling prophecies = kinderen nemen de positieve / negatieve beelden over die hun onderwijzers over hen hebben en beginnen zich te gedragen in overeenstemming met die verwachtingeneffecten minder uitgesproken bij kinderen die minder goed presterenmeestal negatief vooroordeel bij onderwijzers: lagere verwachtingen bij lln die minder goed presteren minderheidsgroepen bedreiging door negatief stereotype