PARLEMETER 17 EEN KRACHTIGERE STEM · 2017. 12. 15. · belangrijke politieke en economische...
Transcript of PARLEMETER 17 EEN KRACHTIGERE STEM · 2017. 12. 15. · belangrijke politieke en economische...
PARLEMETER 2017
STUDIE – Reeks Analyse van de publieke opinieEurobarometer-enquête, uitgevoerd in opdracht van het Europees ParlementAfdeling Analyse van de publieke opinieOktober 2017 – PE 608.741
EEN KRACHTIGERE STEMDE STANDPUNTEN VAN DE BURGER OVER HET PARLEMENT EN DE EU
PARLEMETER 2017
EEN KRACHTIGERE STEMDE STANDPUNTEN VAN DE BURGER OVER HET PARLEMENT EN DE EU
STUDIE
Reeks Analyse van de publieke opinie
Directoraat-generaal Communicatie
Afdeling Analyse van de publieke opinie
PARLEMETER 2017: EEN KRACHTIGERE STEM4
IMPRESSUM
AUTEURS
Philipp SCHULMEISTER, afdelingshoofd (Redacteur)
Elise DEFOURNY, Said HALLAOUY, Luisa MAGGIO
Matthias BÜTTNER
GRAFISCHE ONDERSTEUNING
Katarzyna ONISZK, Marianna COLONNA
Manuscript voltooid in oktober 2017
Brussel, © Europese Unie, 2017
Omslagfoto: Shutterstock
OVER DE UITGEVER
Dit document is opgesteld door de afdeling Analyse van de publieke opinie binnen
het directoraat-generaal Communicatie (DG COMM) van het Europees Parlement.
Om contact op te nemen met de afdeling Analyse van de publieke opinie kunt u
schrijven naar: [email protected]
TAALVERSIE
Origineel: EN
BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID
Dit document is opgesteld voor, en voornamelijk gericht aan, de leden en de ambtenaren
van het Europees Parlement ter ondersteuning van hun parlementaire werkzaamheden.
De inhoud van dit document valt uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de
auteur(s) en de hierin geuite meningen geven niet noodzakelijkerwijs het officiële
standpunt van het Europees Parlement weer.
PARLEMETER 2017: EEN KRACHTIGERE STEM 5
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD .............................................................................................................................................................. 7
SAMENVATTING ......................................................................................................................................................... 9
ACHTERGROND ............................................................................................................................................................ 11
HOOFDSTUK I: EEN KRACHTIGERE STEM ........................................................................................... 13
Mijn stem telt mee in de EU en in mijn land ................................................................................ 14
Interesse in Europese kwesties ............................................................................................................. 16
Het EU-lidmaatschap als goede zaak ................................................................................................ 17
Het EU-lidmaatschap heeft voordelen opgeleverd voor mijn land ... en waarom .. 18
Gaat het de goede kant op? ................................................................................................................... 23
Is mijn land of de EU op de juiste weg? .......................................................................................... 26
Beeld en rol van het Europees Parlement .................................................................................... 26
Interesse in de Europese verkiezingen ........................................................................................... 30
HOOFDSTUK II: WAT MOET BESCHERMD WORDEN? .................................................................... 31
De dreiging van terrorisme bestrijden ............................................................................................ 33
Sociaal-demografische profielen van respondenten ............................................................. 39
Europese en nationale identiteit: een raakvlak ........................................................................... 40
Digitaal Europa in de schijnwerpers .................................................................................................. 41
Cyberveiligheid in de schijnwerpers ................................................................................................. 41
HOOFDSTUK III: EEN OPROEP TOT ACTIE, GEBASEERD OP DUIDELIJKE WAARDEN 43
Terrorismebestrijding is een prioriteit voor ... ................................................................................ 44
Armoede en sociale uitsluiting bestrijden ................................................................................... 45
Bestrijding van jeugdwerkloosheid ................................................................................................... 46
Bestrijding van klimaatverandering met creatieve oplossingen ..................................... 47
Bestrijding van klimaatverandering ten opzichte van stimulering van de economie:
een contradictie? .......................................................................................................................................... 48
Voortdurende inspanning voor Europese waarden ............................................................... 50
TECHNISCHE SPECIFICATIES .......................................................................................................................... 54
PARLEMETER 2017: EEN KRACHTIGERE STEM6
PARLEMETER 2017: EEN KRACHTIGERE STEM 7
VOORWOORD
Meningen zijn van belang. Voor een democratisch gekozen Europees
Parlement, de vertegenwoordiging en stem van alle burgers in de
Europese Unie, is het belangrijk om naar deze meningen te luisteren en ze in al
hun verscheidenheid te begrijpen. Ook in het tiende jaar van zijn bestaan peilt
de “Parlemeter” van het Europees Parlement weer de meningen van Europese
burgers inzake het EU-lidmaatschap en de voordelen ervan, de vraag of hun
stem in de Unie wordt gehoord en, niet in de laatste plaats, hun houding ten
opzichte van het Europees Parlement, zijn prioriteiten, handelingen en missie.
De Parlemeter is een spiegel van de huidige Europese Unie, en destilleert een
gemeenschappelijk beeld uit verscheidenheid.
Sinds 2007 schetsen de onderzoeken van Parlemeter een beknopt en grondig beeld
van de ontwikkelingen van de Europese publieke opinie in de loop der tijd. In tijden van
crisis en succes worden de schommelingen en tendensen gevolgd, en wordt verslag
uitgebracht van de voortdurende inspanning en toewijding van Europese burgers voor
fundamentele rechten en vrijheden. De onderzoeken van het Europees Parlement naar
de publieke opinie werpen licht op het belang van de EU bij de aanpak van mondiale
bedreigingen, en meten het bewustzijn onder de burgers, namens hen en in hun belang,
van de wetgevende maatregelen van de EU en met name het Parlement.
Hierdoor bieden de onderzoeken van de Parlemeter een schat aan gegevens en
informatie, zodat gedetailleerd kan worden gekeken naar trends binnen de publieke
opinie, niet alleen op Europees gemiddeld niveau, maar tevens op basis van de veel
gedetailleerdere gegevens die beschikbaar zijn op landspecifiek of sociaal-demografisch
niveau.
Het is precies deze beschikbare hoeveelheid gedetailleerde informatie die de Parlemeter
tot zo’n waardevol en handig hulpmiddel maakt. Zoals het huidige onderzoek zal
aantonen, vertellen de Europese gemiddelde resultaten voor elk van de afzonderlijke
vragen niet het hele verhaal. Alleen in combinatie met, en vaak afgezet tegen, de
verschillende nationale resultaten, verschijnt er een volledig beeld van de Europese Unie
door de ogen van haar burgers.
Het veldwerk voor deze Eurobarometer van het Europees Parlement werd tussen 23
september en 2 oktober 2017 uitgevoerd. Kantar Public nam met respondenten in alle 28
lidstaten in totaal 27 881 persoonlijke interviews af.
PARLEMETER 2017: EEN KRACHTIGERE STEM8
De presentatie van de resultaten begint met een beschrijving van de context,
belangrijke politieke en economische gebeurtenissen die de afgelopen maanden
hebben plaatsgevonden en die van vitaal belang zijn om de verschuivingen in opinies
en trends te begrijpen. Het verslag omvat drie hoofdstukken die opgebouwd zijn rond
drie hoofdthema’s: In het eerste hoofdstuk wordt gekeken naar de stem van de burgers
en hun houding ten opzichte van de Europese Unie en het Europees Parlement. In
het tweede hoofdstuk worden de opinies van de burgers besproken betreffende de
bedreigingen waarvoor de Europese Unie hen prioritair zou moeten beschermen,
evenals de prestaties en successen van de Europese Unie die zij willen behouden. Tot
slot werpt het derde hoofdstuk licht op de politieke prioriteiten waarnaar het Europees
Parlement volgens de Europese burgers zou moeten handelen en, niet in de laatste
plaats, op de waarden die deze burgers belangrijk vinden.
Voor veel belangrijke vragen is een trendlijn sinds 2007 opgesteld, die inzicht geeft in de
verschuivingen in de opinie van Europese burgers. Sommige vragen zijn niet gesteld in
alle ronden van de Parlemeter. De trendlijnen van de verschillende indicatoren kunnen
daarom variëren.
PARLEMETER 2017: EEN KRACHTIGERE STEM 9
SAMENVATTING
De Parlemeter 2017 toont de sterker geworden stem van Europese burgers,
hun toegenomen geloof in het Europese project, evenals een versterkt beeld
van het Europees Parlement in de ogen van de burgers. In het kader van een
nieuw opgelaaide discussie over de toekomst van Europa en een eenheid binnen
de Europese Unie die op de proef wordt gesteld, heeft 47% van de Europese
burgers het gevoel dat hun stem meetelt in de EU. Dit is het beste resultaat sinds
de Europese verkiezingen van 2009. Daarnaast heeft 57% van de respondenten
het gevoel dat het EU-lidmaatschap iets goeds is voor hun land, waarmee deze
indicator ook bijna terug is op het niveau van vóór de crisis.
TDe Parlemeter 2017 van het Europees Parlement beoogt de opinies van burgers
inzake het EU-lidmaatschap en de voordelen ervan in kaart te brengen. Daarbij gaat het
onder meer om de vraag of hun stem meetelt in de Europese Unie en hun houding ten
opzichte van het Europees Parlement, zijn prioriteiten, handelingen en missie.
Positieve tekenen van economisch herstel in de EU en een terugkeer naar stabiliteit
worden steeds meer gezien als de “nieuwe standaard”. In het eerste deel wijst de
Parlemeter 2017 op de steeds positievere houding van de burgers ten opzichte van de
EU, zoals reeds is aangetoond in eerdere onderzoeken sinds 2016. Het laatste onderzoek
van maart 2017, “Nog twee jaar te gaan tot de Europese verkiezingen van 2019”, laat al
zien dat burgers zich doorgaans steeds meer bewust zijn dat de EU namens hen optreedt
op de gebieden die zij als prioriteit aangeven. Voortbouwend op deze toenemende
erkenning van het optreden van de EU, blijft de belangstelling in de EU met 57% groot,
en laat het in de loop der tijd een gestage groei zien.
In het kader van het hernieuwde debat over de toekomst van Europa blijft een duidelijke
meerderheid van de Europeanen achter het EU-lidmaatschap van hun land staan. 57%
van de respondenten is van mening dat het EU-lidmaatschap een goede zaak is voor
hun land, bijna net zoveel als vóór de crisis. Terwijl dit cijfer lager is in de meest getroffen
lidstaten, zijn de burgers van economisch stabielere landen doorgaans vaker voorstander
van de EU. In alle lidstaten tezamen zegt een meerderheid van de respondenten dat
het EU-lidmaatschap hun land voordelen heeft gebracht. Ten opzichte van 2016 neemt
dit sentiment op EU-niveau met vier procentpunten toe, met een waarde van 64%.
Bovendien vinden meer burgers dat het de goede kant opgaat in de EU (31%, een
toename met 6 procentpunten vergeleken met maart).
PARLEMETER 2017: EEN KRACHTIGERE STEM10
Tegen de achtergrond van dit gestaag groeiende optimisme, mag ook het Europees
Parlement zich verheugen in een verbetering van de publieke opinie. Een stijging van
acht procentpunten toont aan dat momenteel 33% van alle burgers een positief beeld
van het Europees Parlement heeft. Deze stijging gaat gepaard met een vergelijkbare
daling van 7 procentpunten tot een totaal van 21% van de burgers dat een negatief
beeld heeft van het EP, terwijl nog steeds 42% van de respondenten een neutraal beeld
heeft.
Tot slot kan deze uitslag een interessant licht werpen op de aanstaande Europese
verkiezingen van 2019. Met minder dan twee jaar te gaan, wil 47% van de Europeanen
een belangrijkere rol voor het Europees Parlement, terwijl 55% van de Europeanen nu al
blijk geeft van zijn interesse in de komende Europese verkiezingen.
In het tweede gedeelte onderzoekt de Parlemeter 2017 de publieke opinie met het oog
op bedreigingen en bescherming van de EU. Het idee van “een Europa dat bescherming
biedt” heeft in het politieke debat in de EU al stevige voet aan de grond gekregen. Uit
recente onderzoeken van Eurobarometer blijkt dat kwesties zoals terrorisme, immigratie
en de economische situatie grote punten van zorg zijn.
Dit hoofdstuk identificeert daarom in de eerste plaats gebieden waar Europeanen
bescherming van de EU verwachten. In 58% van de gevallen komt terrorisme uit de
bus als grootste bedreiging waarvoor Europeanen bescherming van de EU willen. De
precaire economische situatie waar vele Europeanen van te lijden hebben, kenschetst
de volgende kwesties zoals werkloosheid (43%) en armoede en uitsluiting (42%).
Bescherming tegen ongecontroleerde migratie, met gemiddeld 35%, staat nog steeds
hoog op de agenda van burgers. Minder dan een kwart van de Europeanen noemde
klimaatverandering (23%), religieus radicalisme (23%), georganiseerde misdaad (22%),
gewapend conflict (21%), politiek extremisme (20%), verspreiding van besmettelijke
ziekten (10%), cyberaanvallen, sociale dumping en bedreigingen voor gegevensprivacy
(alle drie 9%).
Het onderzoek beoordeelt vervolgens de belangrijkste verworvenheden waarvan
burgers willen dat de EU deze voor hen beschermt. Antwoorden kunnen in twee
hoofdtypen worden ingedeeld: aan de ene kant zijn er de grondrechten (44%) en de
vrijheid om te reizen, werken en studeren in de EU (36%); aan de andere kant staan de
sociale en economische prestaties, namelijk arbeidsrechten (34%), adequate pensioenen
(34%) en de economische welvaart (33%). Deze resultaten komen voldoende overeen
met de waarden die Europeanen als prioriteit door het EP verdedigd willen zien: de
PARLEMETER 2017: EEN KRACHTIGERE STEM 11
bescherming van mensenrechten (56%), vrijheid van meningsuiting (34%) en gelijkheid
tussen mannen en vrouwen (32%).
In het derde hoofdstuk geeft de Parlemeter 2017 aan welk concreet beleid Europeanen
verwachten van het Europees Parlement. In lijn met de eerder vastgestelde
bedreigingen, steunen de Europeanen voornamelijk en gelijkmatig maatregelen op het
gebied van armoede en uitsluiting (41%), evenals tegen terrorisme (41%). Bestrijding van
jeugdwerkloosheid is gemiddeld het derde meest genoemde punt (31%). Deze top drie
geeft grotendeels de zorgen van Europese burgers aan: ze willen hun leven vervullen op
een plek die hun economische kansen garandeert en hun vrijheid beschermt.
PARLEMETER 2017: EEN KRACHTIGERE STEM12
ACHTERGROND
Net als bij al dit soort onderzoeken, is begrip van de nationale, Europese en
internationale context waarin de interviews werden afgenomen, essentieel
om de bevindingen goed te analyseren.
In de Europese Unie worden positieve tekenen van economisch herstel en een terugkeer
naar stabiliteit steeds meer gezien als de “nieuwe standaard”. In deze zin bouwt de
toespraak over de Staat van de Unie van de voorzitter van de Europese Commissie,
Jean-Claude Juncker, tot het Europees Parlement op 13 september 2017, voort op de
specifieke kenmerken van de positieve resultaten die behaald zijn als goed uitgangspunt
voor het creëren van een sterkere Europese Unie.
Het geleidelijke economische herstel dat de lidstaten heeft bereikt lijkt zijn weerslag te
vinden in een groeiend optimisme over de toekomst van de EU. Volgens Eurostat hadden
in het tweede kwartaal van 2017 235,4 miljoen mannen en vrouwen een baan in de EU281:
dit is het hoogste niveau dat ooit is gemeten. Tegelijkertijd schat Eurostat dat het voor
seizoensinvloeden gecorrigeerde bbp in het tweede kwartaal van 2017 met 0,6% in het
eurogebied (EA19) en 0,7% in de EU28 toenam. Vergeleken met hetzelfde kwartaal van
het vorige jaar, nam het voor seizoensinvloeden gecorrigeerde bbp over het tweede
kwartaal van 2017 toe met 2,3% in het eurogebied en met 2,4% in de EU282 .
De oproep van voorzitter Juncker om een hervormingsproces voor de Europese Unie op
te starten is overgenomen door Europese politici en de media, wat leidt tot een groter
publiek debat en meer bewustzijn.
Hoewel de massale toestroom van vluchtelingen en illegale migranten langs de
belangrijkste routes is afgenomen en het aantal asielzoekers sinds 2014 aanzienlijk is
gedaald, heeft de Europese Unie nog altijd te maken met migranten en vluchtelingen die
hoofdzakelijk via de Middellandse Zee komen, hetgeen tot een aantal tragische verliezen
heeft geleid.
Terroristische aanslagen blijven onschuldige slachtoffers maken in verschillende EU-
landen. Deze zomer werden twee terroristische aanslagen gepleegd in het Verenigd
Koninkrijk: op de London Bridge op 3 juni en in een Londense metro op 15 september.
1 http://ec.europa.eu/eurostat/documents/2995521/8220116/2-13092017-AP-NL.pdf/c2bdcb38-37b8-4b8d-9832-24e1cec1e6bf2 http://ec.europa.eu/eurostat/documents/2995521/8213935/2-07092017-AP-NL.pdf/6fe1f60c-51e2-4b98-9d14-ca6ea5c7e260
PARLEMETER 2017: EEN KRACHTIGERE STEM 13
Op 17 augustus werd Barcelona getroffen door een terroristische aanslag waarbij 14
mensen om het leven kwamen en meer dan 130 mensen gewond raakten. België had
opnieuw te lijden onder twee terroristische aanslagen die op 20 juni en 25 augustus in
Brussel werden gepleegd. Ten slotte vonden er twee terroristische aanslagen plaats in
Frankrijk, in Parijs en Marseille, respectievelijk op 6 juni en 1 oktober.
Verschillende EU-landen zijn getroffen door natuurrampen. In Italië vonden op 9
september overstromingen plaats in de stad Livorno, en op 21 augustus werd Ischia
door een aardbeving getroffen. Een andere aardbeving trof het Griekse eiland Kos op 21
juli. In een bredere context brachten de Europese media uitgebreid verslag uit van een
reeks verwoestende orkanen die de Caribische eilanden, Puerto Rico en het Amerikaanse
vasteland troffen.
Wat het Verenigd Koninkrijk en de doorlopende brexit-onderhandelingen betreft, blijven
de gesprekken met de Europese Unie moeilijk verlopen en wordt de vooruitgang nog
steeds als onvoldoende beschouwd, hoewel er wel pogingen worden gedaan om
procedures nieuw leven in te blazen. Over de problemen in verband met het proces voor
vertrek uit de Europese Unie, evenals de mogelijke gevolgen daarvan, wordt uitgebreid
bericht door de media in de Europese Unie.
Ondertussen heeft de politieke crisis in Spanje, veroorzaakt door de situatie in Catalonië,
niet alleen in Spanje het publieke debat sterk gedomineerd.
Verkiezingen roepen burgers vaak op om hun politieke opvattingen en hun standpunt
in belangrijke kwesties te heroverwegen. Op nationaal niveau vonden er vóór of na het
veldwerk verschillende parlements- en presidentsverkiezingen plaats. Op 24 september
2017 werden er parlementsverkiezingen gehouden in Duitsland, terwijl er begin oktober
lokale verkiezingen plaatsvonden in Portugal. Daarnaast worden burgers op 15 oktober
opgeroepen om te stemmen tijdens de parlementsverkiezingen in Oostenrijk, en op
22 oktober in Tsjechië. In oktober dit jaar vinden tevens de lokale verkiezingen plaats in
Estland, evenals de eerste ronde van de presidentsverkiezingen in Slovenië.
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL14
HOOFDSTUK I: EEN KRACHTIGERE STEM
Het afgelopen jaar gaven de trends in de publieke opinie aan dat er positiever
naar de EU wordt gekeken, zoals blijkt uit de Speciale Eurobarometer van het
Parlement “Nog twee jaar te gaan tot de Europese verkiezingen van 2019” (maart
2017)3 , de “Parlemeter 2016” 4 en de Standaard Eurobarometer 87 van de Europese
Commissie (mei 2017)5 .
47% van de Europese burgers heeft het gevoel dat zijn/haar stem meetelt in de EU. Dit is
het beste resultaat sinds de Europese verkiezingen van 2009. Bovendien is deze indicator
ook bijna terug op het niveau van vóór de crisis, met 57% van de respondenten die het
gevoel heeft dat het EU-lidmaatschap een goede zaak is voor hun land. De belangstelling
voor de EU blijft groot met 57%, waarbij over de tijd een gestage groei is te zien.
Een duidelijke meerderheid van de Europeanen blijft het EU-lidmaatschap van hun land
ondersteunen. 57% van de respondenten is van mening dat het EU-lidmaatschap een
goede zaak is voor hun land, bijna net zoveel als vóór de crisis. 64% van de respondenten
in de EU zegt dat het EU-lidmaatschap hun land voordelen heeft gebracht. Dit sentiment
groeit op EU-niveau met vier procentpunten vergeleken met 2016. Bovendien vinden meer
burgers dat het de goede kant opgaat in de EU (31%, een toename met 6 procentpunten
vergeleken met maart).
Europeanen hebben een veelzijdige blik op de EU, die zij enerzijds zien als wereldspeler
die internationale uitdagingen aangaat en anderzijds het juiste bestuursniveau om op
een aantal beleidsterreinen besluitvaardiger te handelen6 . Burgers verwachten echter
niet alleen meer van de EU, ze lijken ook de handelingen van de EU op deze terreinen
aandachtiger te volgen.
Het laatste onderzoek van het Europees Parlement, “Nog twee jaar te gaan tot de Europese
verkiezingen van 2019”, heeft duidelijk een groeiend bewustzijn onder Europese burgers
aangetoond over wat de EU voor hen doet. Als we de resultaten van 2016 met die van 2017
3 Europees Parlement, Speciale Eurobarometer “Nog twee jaar te gaan tot de Europese verkiezingen van 2019”, maart 2017, http://www.europarl.europa.eu/pdf/eurobarometre/2017/2019ee/two_years_un-til_ee2019_synthesis_nl.pdf4 Europees Parlement, Speciale Eurobarometer “Parlemeter 2016”, http://www.europarl.europa.eu/RegDa-ta/etudes/STUD/2016/589761/EPRS_STU(2016)589761_NL.pdf5 Europese Commissie, Standaard Eurobarometer 87, mei 2017, http://ec.europa.eu/commfrontoffice/publicopinion/index.cfm/Survey/getSurveyDetail/instruments/STANDARD/surveyKy/21426 Europees Parlement, Speciale Eurobarometer “Nog twee jaar te gaan tot de Europese verkiezingen van 2019”, maart 2017.
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL 15
vergelijken, is het aantal respondenten dat van mening is dat “de EU adequaat handelt” in
bijna elke lidstaat op de meeste beleidsterreinen significant gestegen. In hoofdstuk II zal
worden ingegaan op het belang van dit toegenomen bewustzijn van Europese burgers
met betrekking tot het handelen van de Europese Unie overeenkomstig de verwachtingen
van burgers. Dit zou daarnaast een aanzienlijke stijging kunnen verklaren op een belangrijk
gebied verklaren, namelijk de vraag of burgers wel of niet geloven dat hun stem “meetelt in
de EU”.
Mijn stem telt mee in de EU en in mijn land
Europeanen hebben het gevoel dat hun mening belangrijk is en dat hun stem wordt
gehoord: het percentage Europeanen dat van mening is dat “hun stem meetelt in de EU”
reikt tot 47%, het hoogste punt sinds de Europese verkiezingen in juni 2009.
Omgekeerd bedraagt het percentage Europeanen dat denkt dat “zijn/haar stem niet
meetelt in de EU” 48%, een daling van 11 procentpunten sinds het hoogtepunt in
september 2016. Beide trendlijnen laten een recente convergentie zien, waarbij het
positieve gevoel van 4 procentpunten winst boekt, vergeleken met maart 2017 en 10
procentpunten vergeleken met een jaar geleden.
Deze ontwikkeling wordt geleid door een wijdverbreide verbetering in een overgroot
Bron: Parlemeter 2017, D72.1
Vertelt u mij in welke mate u het eens of oneens bent met de volgende uitspraak: “Mijn stem telt mee in de EU”. ?
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL16
deel van de lidstaten. Met een stijging van 10 procentpunten of meer, staan landen
als Slovenië, Zweden, Denemarken, Oostenrijk en Ierland bovenaan de lijst van deze
opwaartse ontwikkeling. Alleen in Bulgarije, Litouwen en Roemenië is er een negatieve
tendens, terwijl het cijfer in Cyprus en Letland onveranderd is gebleven.
De onderliggende redenen waarom burgers van mening zijn dat hun stem nu
meer meetelt in de EU, dient voor elk land zorgvuldig beoordeeld te worden, met
inachtneming van de respectieve politieke context. Intensiever EU-optreden in lijn met
geuite verwachtingen kan heel goed een motivator zijn voor deze resultaten. Daarnaast
kunnen echter ook verschillende politieke ontwikkelingen, zoals het succes van een
nationale overheid bij het nastreven van bepaalde beleidslijnen of posities op Europees
niveau, in belangrijke mate invloed uitoefenen op de vraag of burgers vinden dat hun
stem beter in de EU wordt gehoord.
In aanvulling op het standpunt over in hoeverre hun stem meetelt in de EU, werd burgers
ook gevraagd hoe zij de invloed van hun stem in hun eigen land zien. Dit sentiment
blijft sterk en bereikt een hoger niveau dan voor de EU. De grote meerderheid van de
Europeanen denkt dat zijn/haar stem op nationaal niveau meetelt (61%); slechts 35% van
de respondenten gelooft dat zijn/haar stem in zijn/haar eigen land niet meetelt.
In bijna alle landen geloven burgers dat hun stem zwaarder weegt in de nationale dan in
de Europese context. De enige uitzonderingen zijn Roemenië en Litouwen, waar burgers
eerder geloven dat hun stem meer telt in de EU dan in hun eigen land, alhoewel, zoals
Bron: Parlemeter 2017, D72.2
? Vertelt u mij in welke mate u het eens of oneens bent met de volgende uitspraak: “Mijn stem telt mee in [ons land].”
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL 17
hierboven vermeld, ook dit gevoel afneemt. In deze context dient opgemerkt te worden
dat de Roemeense regering in juni 2017 ten val kwam, wat leidde tot een nieuwe
premier, terwijl in de winter van 2016 in Litouwen een nieuwe regering aan het bewind
kwam.
Waar is het sentiment “mijn stem telt mee” het sterkst en het zwakst?
Zweden is het land waar de meeste burgers van mening zijn dat hun stem meetelt,
zowel op nationaal niveau (95%) als op EU-niveau (84%). Dit is niet nieuw voor
Eurobarometer-onderzoeken, aangezien het aantal Zweedse burgers dat gelooft dat zijn/
haar stem meetelt altijd heel hoog is geweest. Dezelfde trend kan worden waargenomen
in Denemarken, waar 94% van de burgers denkt dat zijn/haar stem meetelt in zijn/haar
land en 80% dat deze meetelt op EU-niveau.
Griekenland laat de tegenovergestelde situatie zien: het sentiment onder burgers over
de waarde van hun stem is bijzonder laag, zowel op nationaal niveau (23%) als op EU-
niveau (21%), alhoewel er sinds vorig jaar wel een opwaartse trend te zien is. In Litouwen
blijven de resultaten gelijk: 23% denkt dat zijn/haar stem meetelt in zijn/haar land en 25%
gelooft dat dit geldt voor de EU.
Hoogopgeleide personen, kaderpersoneel en burgers met relatief weinig moeilijkheden
hebben om hun rekeningen te betalen, antwoorden doorgaans eerder dat hun
stem meetelt, zowel op EU-niveau als op nationaal niveau. Tegelijkertijd is de grote
meerderheid van de respondenten die tevreden zijn met het leven dat zij leiden en die
optimistischer zijn over hun toekomstperspectief, eveneens eerder geneigd deze mening
te delen.
Interesse in Europese kwesties
Ook na het brexit-referendum blijft de interesse in EU-kwesties groot. Bij een aantal
nationale verkiezingen speelde de EU-dimensie een sleutelrol in het politieke debat.
57% van de Europeanen verklaart belangstelling te hebben voor Europese
aangelegenheden, maar toch zijn er onder dit EU-gemiddelde grote verschillen tussen
de lidstaten te vinden.
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL18
Hoewel de gemiddelde
EU-waarde de
gebruikelijke trend volgt
die door eerdere onderzoeken is aangetoond,
onderscheiden sommige landen, zo als Finland
en Slovenië, zich door een sterke toename van de
interesse in Europese kwesties (toename met 9
procentpunten in Finland en met 8 procentpunten
in Slovenië). Andere landen daarentegen laten een
significante afname zien, zoals Ierland en Letland
(beide een afname met 7 procentpunten).
Welke burgers hebben de meeste interesse in Europese kwesties?
Het opleidingsniveau en het beroep vormen belangrijke factoren voor de verschillen
in hoe er tegen deze kwestie wordt aangekeken: hoger opgeleide respondenten,
kaderpersoneel en zelfstandigen hebben over het algemeen meer interesse in Europese
kwesties hebben. Daarnaast blijkt uit de sociaal-demografische analyse dat de plek waar
mensen wonen eveneens een rol speelt, aangezien inwoners van stedelijke gebieden
meestal geïnteresseerder zijn.
Als we naar de leeftijdsverdeling kijken, zien we dat jongeren minder geïnteresseerd zijn
in EU-kwesties dan de oudere generaties (52% voor 15- tot 24-jarigen tegen 57% voor
55 jaar en ouder). Dit is in lijn met de mindere politieke interesse van jongeren zoals die
bijvoorbeeld ook blijkt uit het Postelectoraal onderzoek van het Europees Parlement7 .
Desalniettemin zijn de jongsten, behalve dat ze over het algemeen een optimistischer
standpunt hebben over de EU8 , eerder van mening dat hun stem meetelt in de EU (49%
tegenover 44% voor 55 jaar en ouder).
7 Europees Parlement. Postelectoraal onderzoek 2014, oktober 2014, veldwerk mei-juni 2014, http://www.europarl.europa.eu/pdf/eurobarometre/2014/post/post_2014_survey_analitical_overview_nl.pdf8 Uit dit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat jongeren meer dan oudere generaties geneigd zijn te denken dat “het de goede kant opgaat in de EU” (33% voor 15- tot 24-jarigen en 28% voor 55 jaar en ouder). 61% van hen is van mening dat het EU-lidmaatschap een goede zaak is, vergeleken met 54% van de groep 55 jaar en ouder
? Zou u zeggen dat u zeer geïnteresseerd, redelijk geïnteresseerd, niet erg geïnteresseerd of helemaal niet geïnteresseerd bent in Europese kwesties?
Bron: Parlemeter 2017, QA1
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL 19
Het EU-lidmaatschap als goede zaak
Een duidelijke meerderheid van de Europeanen blijft het EU-lidmaatschap van hun
land steunen. Het sentiment dat de EU een goede zaak is blijft sterk met 57% van de
respondenten, dat dit ondersteunt. Dit resultaat brengt deze indicator bijna terug tot het
niveau van vóór de crisis. Deze vernieuwde stabiliteit moet niet alleen gezien worden
in de context van de lopende en moeilijke onderhandelingen tussen het Verenigd
Koninkrijk en de Europese Unie. De context van het begin van een publiek debat over de
toekomstige richting van de EU dient ook in aanmerking te worden genomen, zoals aan
het begin van het najaar 2017 werd onderstreept door de Franse president Emmanuel
Macron, evenals door de voorzitter van de Commissie ten overstaan van het Europees
Parlement.
Opnieuw is de nationale context sterk van invloed op de resultaten, die duidelijk
uiteenlopende meningen laten zien. Burgers staan vaak gunstiger tegenover de EU in
landen die economisch stabieler zijn of die onlangs een positieve economische groei
hebben doorgemaakt, bijv. Luxemburg, Duitsland, Nederland en Ierland.
?Denkt u dat het EU-lidmaatschap van [ons land] in het algemeen een ... is?
Bron: Parlemeter 2017, QA10
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL20
Het EU-lidmaatschap heeft voordelen opgeleverd voor mijn land ... en waarom
De meeste Europeanen zijn van mening dat hun land voordeel heeft gehaald uit het
lidmaatschap van de EU. Gemiddeld geeft 64% van de EU-burgers aan dat hun land hiervan
dus heeft geprofiteerd, vergeleken met 25% dat het tegenovergestelde denkt. Sinds mei
2011 is er een opwaartse trend, die sinds het einde van de economische crisis en het begin
van het economisch herstel in de EU steeds duidelijker wordt.
Dit gevoel komt zelfs sterker naar voren dan in 2016, met een toename van vier
procentpunten vergeleken met september 2016. Niettemin zijn er in de EU-landen grote
verschillen te zien, variërend van meer dan 85% in Ierland, Malta, Litouwen en Luxemburg
tot minder dan 50% in Griekenland, Cyprus en Italië.
? Heeft [ons land], alles welbeschouwd, naar uw idee wel of geen voordeel gehaald uit zijn lidmaatschap van de EU?
Bron: Parlemeter 2017, QA11
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL 21
?Heeft [ons land], alles welbeschouwd, naar uw idee wel of geen voordeel gehaald uit zijn lidmaatschap van de EU? (Totaal “Wel voordeel”)
Bron: Parlemeter 2017, QA11
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL22
Welke van de volgende redenen zijn de belangrijkste redenen om te denken dat [ons land] voordeel heeft gehaald uit zijn lidmaatschap van de EU? (Cijfers o.b.v. een totaal van max. drie antwoorden)
Bron: Parlemeter 2017, QA12. Houd er rekening mee dat deze vraag alleen aan de respondenten werd gesteld die hadden geantwoord dat “hun land voordeel heeft gehaald uit zijn lidmaatschap
van de EU” (Q11).
?
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL 23
Respondenten die hadden geantwoord dat “hun land voordeel heeft gehaald uit zijn
lidmaatschap van de EU” werden vervolgens gevraagd hun mening te geven over de
redenen die zij hiervoor zouden aandragen.
De antwoorden omvatten een groot aantal verschillende redenen: economische groei (36%),
vrede, veiligheid (30%) en de samenwerking tussen landen van de EU (30%) behoren tot de
belangrijkste, maar de volgorde van de redenen varieert sterk van land tot land.
?Redenen waarom [uw land] voordeelheeft gehaald uit het EU-lidmaatschap
Bron: Parlemeter 2017, QA12
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL24
Zelfs wanneer de mate van steun van de EU hetzelfde is, kunnen de stuwende krachten
daarachter verschillen. Dit kan goed worden geïllustreerd aan de hand van een
vergelijkende analyse van Spanje en Portugal: de meeste burgers in beide landen zeggen
dat het EU-lidmaatschap een goede zaak is voor hun land (62% in Spanje en 60% in
Portugal). Evenzo denken zij dat hun land voordeel heeft gehaald uit dit lidmaatschap
(respectievelijk 70% en 73%). De belangrijkste reden waarom burgers denken dat zij
voordeel hebben gehaald verschilt echter:
Belangrijkste reden:“De EU draagt bij aan de economische groei”
(39%)
70% van de respondenten in Spanje zegt dat hun land voordeel heeft gehaald uit
het lidmaatschap van de EU.
Belangrijkste reden:“De EU brengt meer werkgelegenheid”
(32%)
73% van de respondenten in Portugal zegt dat hun land voordeel heeft gehaald uit
het lidmaatschap van de EU.
Als we richting het noorden kijken, vinden we een even interessante vergelijking in
Denemarken en Estland: de meeste burgers in beide landen vertrouwen erop dat het EU-
lidmaatschap een goede zaak is (67% in Denemarken en 68% in Estland). Evenzo denken zij
dat hun land voordeel heeft gehaald uit dit lidmaatschap (beide op 81%).
De belangrijkste reden waarom zij voordeel hebben gehaald verschilt echter ook hier: in
Denemarken noemen de burgers de verbeterde samenwerking tussen landen in de EU,
terwijl in Estland eerder de economische groei wordt aangehaald.
Belangrijkste reden:“Samenwerking met andere EU-landen”
(47 %)
81 % van de respondenten in Denemarken zegt dat hun land
voordeel heeft gehaald uit het lidmaatschap van de EU.
Belangrijkste reden:“De EU draagt bij aan economische groei”
(49 %)
81 % van de respondenten in Estland zegt dat hun land
voordeel heeft gehaald uit het lidmaatschap van de EU.
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL 25
Het EU-lidmaatschap wordt vooral door jongeren, kaderpersoneel en studenten als een goede zaak gezien
Jongeren, kaderpersoneel en studenten zijn degenen van wie het meest kan worden
verwacht dat zij het EU-lidmaatschap ondersteunen. Dit is ook het geval voor de
mensen die zeggen tevreden te zijn met het leven dat ze leiden en degenen die hun
levensomstandigheden in de komende vijf jaar verbeterd zien. Daarnaast biedt het
EU-lidmaatschap voordelen voor hun land, vooral voor de respondenten met een hoger
opleidingsniveau.
Gaat het de goede kant op?
Het geleidelijke economische herstel dat de lidstaten heeft bereikt lijkt zijn weerslag
te vinden in een groeiend optimisme over de toekomst van de EU. Volgens gegevens
van Eurostat hadden in het tweede kwartaal van 2017 235,4 miljoen mannen en
vrouwen een baan in de EU289 : dit is het hoogste niveau dat ooit is gemeten. Het voor
seizoensinvloeden gecorrigeerde bbp over het tweede kwartaal van 2017 nam met
0,6% toe in het eurogebied (EA19) en met 0,7% in de EU28, vergeleken met het vorige
kwartaal. In het eerste kwartaal van 2017 groeide het bbp met 0,5% op beide gebieden.
Vergeleken met hetzelfde kwartaal van het vorige jaar, nam het voor seizoensinvloeden
gecorrigeerde bbp over het tweede kwartaal van 2017 toe met 2,3% in het eurogebied
en met 2,4% in de EU2810 .
In zijn toespraak over de Staat van de Unie ten overstaan van het Europees Parlement
benadrukte de voorzitter van de Europese Commissie de sleutelrol van de Europese
instellingen bij het “helpen veranderen van de wind”: het Europese investeringsplan,
een vastberaden optreden in de banksector en de “intelligente toepassing” van het
stabiliteits- en groeipact waren drie van de voornaamste resultaten die in zijn betoog
werden genoemd.
Hoewel de meerderheid van de burgers nog steeds het standpunt inneemt dat “dingen
niet de goede kant opgaan” (49% voor hun land en 44% voor de EU), beginnen de
houdingen te veranderen, juist wanneer gekeken wordt naar de context van de situatie
van de Europese Unie.
9 http://ec.europa.eu/eurostat/documents/2995521/8220116/2-13092017-AP-NL.pdf/c2bdcb38-37b8-4b8d-9832-24e1cec1e6bf10 http://ec.europa.eu/eurostat/documents/2995521/8213935/2-07092017-AP-NL.pdf/6fe1f60c-51e2-4b98-9d14-ca6ea5c7e260
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL26
Vergeleken met maart 2017 heeft een grotere groep burgers de neiging te geloven dat
“dingen de goede kant opgaan in de EU” (31% in september 2017, vergeleken met 25%). De
trend zet gestaag door vanaf het crisisgerelateerde laagtepunt van 19% dat bereikt werd
in november 2011. Deze stijgende lijn is terug te vinden in alle lidstaten.
Parallel met het sterkere sentiment dat “dingen de goede kant opgaan in de EU”, is er een
neerwaartse tendens van de tegenovergestelde visie. Uit dit onderzoek blijkt dat het
percentage mensen dat gelooft dat de “dingen de verkeerde kant opgaan in de EU” met 6
procentpunten is afgenomen vergeleken met maart 2017, en met 10 punten vergeleken
met een jaar terug.
11% van de respondenten geeft spontaan aan dat het “op EU-niveau noch de goede
noch de verkeerde kant opgaan”, drie procentpunten minder dan in maart 2017. Zoals in
de bovenstaande grafiek is te zien, blijkt dat beide neerwaartse trends voor “verkeerde
kant” en voor “noch de ene noch de andere kant” de opwaartse trend van de blauwe lijn
ondersteunen (“goede kant”).
Toch is het spectrum van nationale percepties bont geschakeerd.
De volgende grafiek geeft een overzicht van waar de burgers van elk land zichzelf
positioneren bij de volgende twee vragen: “Gaat het de goede kant uit in uw land?” en “in
de EU?” Als we naar beide vragen kijken, zien we dat er in 17 landen nog altijd een hoger
percentage respondenten is dat van mening is dat dingen de goede kant uitgaan in hun
land. Het is interessant om op te merken dat in sommige lidstaten een wijdverspreid
? Zou u zeggen dat het over het algemeen de goede kant of de verkeerde kant opgaat in de Europese Unie?
Bron: Parlemeter 2017, D73.b
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL 27
sentiment heerst dat het niet zo goed gaat, noch op nationaal noch op EU-niveau. Dit
geldt o.a. voor Griekenland en Italië11, te vinden in de linker benedenhoek van de grafiek.
In andere landen, zoals Bulgarije en Litouwen, is het aantal respondenten dat gelooft dat
het de goede kant uitgaat in de EU een stuk hoger (48% in Bulgarije en 46% in Litouwen)
dan bij degenen die dat denken voor hun land (respectievelijk 28% en 27%).
Omgekeerd hebben burgers in Malta of Nederland bijvoorbeeld het gevoel dat hun land
meer op de goede weg is dan de EU: het gaat de goede kant uit in hun land voor 64%
van de respondenten in Malta en 59% in Nederland. Voor wat betreft de EU is dit cijfer
respectievelijk 41% en 46%.
Het zeer positieve maar eveneens uitzonderlijke geval van Ierland laat de hoogste
waarden zien voor wat betreft de vraag of het de goede kant uitgaat, zowel op landelijk
als op EU-niveau (75% en 59%).
11 In Griekenland denkt 16% van de burgers dat het de goede kant uitgaat in de EU; 8% denkt daar hetzelf-de over voor hun land. In Italië wordt deze mening gedeeld door respectievelijk 21% en 16%.
?Het gaat de goede kant uit – [ons land] ten opzichte van de Europese Unie
Bron: Parlemeter 2017, D73.a en D73.b
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL28
Is mijn land of de EU op de juiste weg?
Met betrekking tot het sociaal-demografisch profiel, zijn het over het algemeen de
jongeren die meer het gevoel hebben dat de EU op de juiste weg is, terwijl oudere
generaties een positievere houding ten opzichte van hun eigen land hebben.
Mensen die over het algemeen meer tevreden zijn met het leven dat zij leiden en die
ervan uitgaan dat hun levensomstandigheden in de volgende vijf jaar zullen verbeteren,
zijn eerder geneigd te antwoorden dat “het de goede kant uitgaat”, zowel op EU-niveau als
op landelijk niveau.
Beeld en rol van het Europees Parlement
Zoals hierboven is aangegeven, heeft een fors toenemend aantal mensen het gevoel
dat hun stem meetelt in de EU. Samen met dit toegenomen bewustzijn bevestigt de
stabiele ondersteuning voor het EU-lidmaatschap, evenals de overheersende mening
dat dit lidmaatschap gunstig is geweest, de toenemende positieve houding van de
burgers tegenover het EU-project. In de context van het gestaag groeiende economische
optimisme, lijkt ook het Europees Parlement te profiteren van een herstel van het
vertrouwen.
Volgens de Standaard Eurobarometer 87 van de Europese Commissie12 , is het Europees
Parlement voor Europeanen de Europese instelling met het hoogste vertrouwen: 45% van
de burgers vertrouwt deze instelling. 41% vertrouwt de Europese Commissie, terwijl 37% de
Europese Centrale Bank vertrouwt. In totaal verklaart 42% van de respondenten vertrouwen
te hebben in de Europese Unie. Vertrouwen in de EU en het Europees Parlement is daarom
ook hoger dan in nationale parlementen (36%) en nationale overheden (37%).
Hoewel veel respondenten (42%) een “neutraal beeld” hebben van het Europees Parlement,
neemt het aantal mensen dat positief is over de instelling duidelijk toe (33% vergeleken
met 25% in september 2016). Deze stijging leidt tot een directe daling van het aantal
respondenten die een negatieve mening over deze instelling hebben, terwijl het aandeel
van degenen die een neutraal beeld hebben, de afgelopen tien jaar vrijwel stabiel is
gebleven, met een waarde tussen 41% en 46%.
Ierland voert de lijst aan met een absolute meerderheid van respondenten (54%) die een
positief beeld heeft, gevolgd door Bulgarije, Malta en Luxemburg met meer dan 45% van
de respondenten dat een positief beeld heeft van het Europees Parlement. Onderaan de
12 Europese Commissie, Standaard Eurobarometer 87, mei 2017, http://ec.europa.eu/commfrontoffice/publicopinion/index.cfm/Survey/getSurveyDetail/instruments/STANDARD/surveyKy/2142
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL 29
lijst vinden we Tsjechië met een positieve respons van 18%, en Letland en Frankrijk die een
waarde voor “positief beeld” laten zien van 20% of lager.
?Heeft u in het algemeen een zeer positief, tamelijk positief, neutraal, tamelijk negatief of zeer negatief beeld van het Europees Parlement?
Bron: Parlemeter 2017, QA6
?Antwoorden op “positief beeld van het Europees Parlement” in procentpunten per lidstaat
Bron: Parlemeter 2017, QA6
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL30
De opwaartse trend voor de “positieve houding” houdt aan in alle lidstaten, zoals blijkt uit
het staafdiagram hierboven. Ierland voert wederom de lijst aan met een toename van het
aantal antwoorden ten aanzien van een “positief beeld van het EP” van 16 procentpunten
sinds najaar 2016, terwijl alleen Cyprus en Kroatië stabiel blijven in hun antwoord op een
“positief beeld”.
Afgezien van deze positieve ontwikkeling van het beeld van het Europees Parlement, is het
aandeel respondenten dat een “neutrale mening” over het Europees Parlement heeft, bij
een aantal lidstaten nog steeds bijzonder opmerkelijk. Om er maar een paar te noemen,
Estland (59%), Letland (58%), Finland (57%) en Litouwen (56%) zijn de landen met de
hoogste scores voor neutrale antwoorden.
Als we op EU-niveau kijken naar de burgers die zeggen dat ze een “neutrale” mening over
het Europees Parlement hebben, dan zien we een hoger percentage vrouwen, personen
die geen uitgesproken mening hebben, evenals respondenten die denken dat hun stem
niet meetelt en dat het EU-lidmaatschap noch een goede noch een slechte zaak is.
? Toename van het aantal antwoorden ten aanzien van een “positief beeld van het EP” in alle lidstaten (resultaten worden getoond als verschil in procentpunten sept./okt. 2016-okt. 2017)
Bron: Parlemeter 2017, QA6
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL 31
Een belangrijkere rol om te spelen
Als we kijken naar het Europees Parlement in de toekomst, dan zou het grootste aantal
burgers (47%) willen dat deze instelling een belangrijkere rol speelt.
Hoewel de antwoorden in lijn zijn met de voorgaande jaren, zijn enkele uitzonderingen
vermeldenswaardig: veel minder respondenten in Malta, Slowakije en Estland hebben
bijvoorbeeld geantwoord dat zij graag zouden willen dat het EP een belangrijkere rol
speelt in de toekomst.
Het is interessant om de standpunten van de burgers over het beeld van het EP parallel
te analyseren met de gewenste rol van het Europees Parlement, aangezien de nationale
context van aanzienlijk belang is. De wens voor een belangrijkere rol van het Europees
Parlement in de toekomst wordt gedeeld door zowel respondenten in landen met een
positieve mening over het Parlement als in sommige lidstaten met een negatievere
mening daarover.
De gegevens die door dit en voorgaande Eurobarometer-onderzoeken zijn verzameld
over het beeld en de gewenste rol van het Europees Parlement, gekoppeld aan de
ontwikkeling van de standpunten over het EU-lidmaatschap en de voordelen hiervan,
alsmede over andere indicatoren die in dit hoofdstuk worden besproken, geven reden
om aan te nemen dat het Europees Parlement door zijn burgers een steeds beslissendere
rol wordt toevertrouwd, zowel door aandachtig te luisteren naar de krachtigere stem van
de burgers als door effectief in te gaan op de door hen gestelde prioriteiten.
?Zou u persoonlijk graag zien dat het Europees Parlement een belangrijkere rol of een minder belangrijke rol speelt?
Bron: Parlemeter 2017, QA7
PARLEMETER 2017: LIDMAATSCHAP, BEELD EN ROL32
Interesse in de Europese verkiezingen
Minder dan twee jaar voor de volgende Europese verkiezingen, en samen met hun
oproep tot een belangrijkere rol voor het Europees Parlement, verklaart een meerderheid
van de Europeanen (55%) belangstelling te hebben voor de volgende Europese
verkiezingen in 2019.
De belangstelling is vooral groot in Nederland met 79%, gevolgd door Zweden met 70%,
Ierland met 69% en Duitsland met 68%. In sommige lidstaten is de mate van interesse
echter nog steeds vrij laag, zoals in Slowakije (30%) en in Tsjechië (23%), de twee
landen die de laagste opkomst hadden bij de Europese verkiezingen van 2014. Voor de
laatstgenoemde kan de belangstelling van de respondenten op dit moment ook meer
gericht zijn op de komende nationale verkiezingen, die in Tsjechië plaatsvinden op 20/21
oktober 2017. Over het algemeen, op algeheel EU-niveau, behoren de respondenten
die geïnteresseerd zijn in de volgende Europese verkiezingen, eerder tot de groep van
hogeropgeleiden. Deze respondenten hebben ook het gevoel dat hun stem meetelt in
de EU, zijn geïnteresseerd in Europese kwesties en hebben een positief beeld van het
Parlement.
De antwoorden op deze vraag komen overeen met de algeheel toenemende positiviteit
ten opzichte van het EU-project, die in heel Europa wordt gemeten. Desalniettemin zou
deze specifieke indicator zorgvuldig behandeld moeten worden, aangezien de Europese
verkiezingen nog geen deel uitmaken van een breed politiek publiek debat en derhalve
nog niet duidelijk verankerd zijn in de denkwijze van de Europese burgers.
? Percentage “volledig geïnteresseerd” in de volgende Europese verkiezingen per land
Bron: Parlemeter 2017, QA15
PARLEMETER 2017: WAT MOET BESCHERMD WORDEN? 33
HOOFDSTUK II: WAT MOET BESCHERMD WORDEN?
Het idee van een “Europa dat bescherming biedt” heeft in het politieke debat
over de EU stevige voet aan de grond gekregen. De gezamenlijke verklaring
over de wetgevingsprioriteiten van de EU voor 2017, zoals ondertekend door de
drie voorzitters op 13 december 2016, draagt het motto “Naar een Europa dat ons
beschermt, sterker maakt en verdedigt”.
Dit concept wordt regelmatig aangehaald door tal van vooraanstaande nationale
en Europese politici. Terwijl het uitgangspunt voornamelijk verband hield met
veiligheidsproblemen, worden bij het debat inzake bescherming vandaag de dag
tal van andere aspecten betrokken en is het door een aantal specifieke voorstellen
afgezwakt.
Dit onderzoek streeft naar een beter inzicht in de gebieden en de mate waarin Europeanen
verwachten dat de Europese Unie hen beschermt. In dit verband is het begrip bescherming
tweeledig. Enerzijds is het nodig om te bepalen tegen welke bedreigingen de burgers
Europese bescherming wensen te krijgen. Anderzijds zijn we op zoek naar die Europese
verworvenheden waarvan burgers willen dat de EU deze voor hen beschermt en behoudt.
Uit de laatste Eurobarometer-studie van het Parlement, “Nog twee jaar te gaan tot de
Europese verkiezingen van 2019”13, bleek dat Europeanen zich duidelijk bewust zijn van het
dreigende bestaan van een aantal globale geopolitieke ontwikkelingen, zoals de toename
van de macht en wereldwijde invloed van Rusland en China of de groeiende instabiliteit in
de Arabische/moslimwereld. Geconfronteerd met deze onzekerheden, hebben Europeanen
in grote meerderheid een voorkeur gegeven aan een gemeenschappelijke EU-aanpak.
Het zijn tegenwoordig echter lang niet alleen de globale ontwikkelingen waar Europese
burgers zich zorgen om maken.
De recente Standaard Eurobarometer 8714 toonde al aan dat kwesties zoals terrorisme,
immigratie en de economische situatie grote punten van zorg zijn. Ze resulteren in
een gevoel van onzekerheid dat wordt versterkt door aanvullende factoren zoals
klimaatverandering.
In maart 2017 onderzocht de Eurobarometer-studie “Nog twee jaar te gaan tot de
Europese verkiezingen van 2019” ook de verwachtingen van Europeanen voor meer EU-
optreden: hierbij bleek er significante steun te zijn voor een EU die zich sterker maakt in
13 Europees Parlement, Speciale Eurobarometer “Nog twee jaar te gaan tot de Europese verkiezingen van 2019”, maart 2017, http://www.europarl.europa.eu/pdf/eurobarometre/2017/2019ee/two_years_un-til_ee2019_synthesis_nl.pdf14 Europese Commissie, Standaard Eurobarometer 87, voorjaar 2017, http://ec.europa.eu/commfrontof-fice/publicopinion/index.cfm/Survey/getSurveyDetail/instruments/STANDARD/surveyKy/2142
PARLEMETER 2017: WAT MOET BESCHERMD WORDEN?34
uiteenlopende vormen van beleid. Boven alles toonde het aan dat respondenten zich
steeds meer bewust worden van het EU-optreden op gebieden waar ze het meest bezorgd
over zijn. Dit geldt met name voor terrorisme, de bescherming van de buitengrenzen,
migratie, veiligheid en defensie. De volgende grafiek combineert het beeld dat Europeanen
hebben van EU-optreden op bepaalde gebieden, hun verwachting van EU-optreden op
deze gebieden en de ontwikkeling over een jaar van 2016 tot 2017. Voor de strijd tegen
het terrorisme toont de groene balk bijvoorbeeld een toename met 10 procentpunten ten
opzichte van vorig jaar voor het aantal respondenten die het EU-optreden als adequaat
beschouwen. De rode balk wijst op een afname met 12 procentpunten van het aantal
respondenten die het EU-optreden als ontoereikend zien, terwijl het aantal respondenten
dat oproept tot meer interventie is afgenomen met 2 procentpunten afgezet tegen 2016.
Dit overzicht laat zien dat steeds meer burgers zich bewust zijn van het EU-optreden op
hun aandachtsgebieden.
Op basis van deze bevindingen wordt een volgende stap gemaakt om vast te stellen
op welke gebieden Europeanen bescherming van de EU verwachten. Aangezien er nog
?
Bron: Eurobarometer “Nog twee jaar te gaan tot de Europese verkiezingen van 2019”, maart 2017
Perceptie van EU-optreden ten opzichte van verwachtingen voor toekomstige interventie. Ontwikkeling van 2016 tot 2017
PARLEMETER 2017: WAT MOET BESCHERMD WORDEN? 35
steeds aanslagen plaatsvinden in Europese lidstaten, komt terrorisme naar voren als de
grootste bedreiging waarvan Europeanen denken dat de EU hen daartegen zou moeten
beschermen: gemiddeld 58% van de respondenten geeft dit aan. Voor respondenten uit
18 lidstaten, waaronder de landen die onlangs zijn getroffen, vormt terrorisme de grootste
bedreiging. Gemiddeld wordt dit het meest aangegeven door respondenten in Tsjechië, het
Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Malta en Spanje.
De dreiging van terrorisme bestrijden
In overeenstemming met de bevindingen van de vorige Eurobarometers van het
Parlement15 , werden ook in 2016 Europeanen gevraagd op welk niveau de terroristische
dreiging het meest doeltreffend bestreden zou kunnen worden: 38% antwoordde op
wereldwijd niveau, 23% op Europees niveau, 21% koos voor nationaal niveau, 6% voor
lokaal of regionaal niveau, en 10% antwoordde spontaan op alle niveaus. In dit onderzoek
uit 2016 werden ook de drie meest dringende maatregelen vastgesteld om terrorisme
te bestrijden, namelijk bestrijding van de financiering van terroristische groeperingen,
15 Europees Parlement, Speciale Eurobarometer 85.1, “Perceptie en verwachtingen, de strijd tegen terror-isme en radicalisering”, juni 2016, http://www.europarl.europa.eu/pdf/eurobarometre/2016/attentes/eb85_1_synthesis_perceptions_wishes_terrorism_nl.pdf
?De EU en haar burgers worden geconfronteerd met een aantal bedreigingen. Tegen welke van de volgende bedreigingen moet de EU haar burgers beschermen? (Totaal responspercentages voor “terrorisme”)
Bron: Parlemeter 2017, QA13
PARLEMETER 2017: WAT MOET BESCHERMD WORDEN?36
? De EU en haar burgers worden geconfronteerd met een aantal bedreigingen. Tegen welke van de volgende bedreigingen moet de EU haar burgers beschermen? Ten eerste? En daarna?
Bron: Parlemeter 2017, QA13
PARLEMETER 2017: WAT MOET BESCHERMD WORDEN? 37
bestrijding van de wortels van terrorisme en radicalisering, alsmede een sterkere controle
van de buitengrenzen van de EU.
Als we dan weer naar de huidige studie kijken, zien we dat de volgende meest genoemde
bedreigingen het gevolg zijn van de hachelijke economische situatie waar veel Europeanen
onder lijden: in de eerste plaats, werkloosheid (43%), en vervolgens armoede en uitsluiting
(42%). Tegen de achtergrond van economisch herstel is de nasleep van de crisis nog steeds
duidelijk merkbaar in de antwoorden van de respondenten in Griekenland. Over het
algemeen wijkt Griekenland op sociaal-economisch vlak het meest af van het Europese
gemiddelde. Ook in Cyprus, Portugal, Spanje en Kroatië bestaat er grote bezorgdheid over
deze kwesties. Bovendien worden in Litouwen armoede en uitsluiting als de grootste
bedreiging gezien. Als we de gehele bevolking in ogenschouw nemen die door dit
onderzoek wordt vertegenwoordigd (ongeveer 28 000 respondenten), verklaart 33% van
de respondenten eigenlijk soms, of vaak, moeilijk de rekeningen te kunnen betalen aan het
einde van de maand.
Gelet op de nieuwe migratiegolven in de zomer van 2017, geeft 35% van de Europeanen
aan behoefte te hebben aan bescherming tegen ongecontroleerde migratie; dit loopt op
tot minstens de helft van de respondenten in Malta, Tsjechië, Estland, Italië, Hongarije en
Griekenland. Zoals verwacht vinden we onder deze lidstaten de landen van binnenkomst,
doorvoer of bestemming. Interessant is echter om te zien dat het responspercentage
ook hoger is dan het EU-gemiddelde in een andere categorie landen die minder direct
door de immigratie zijn getroffen. Een kruisanalyse met de asielcijfers van Eurostat voor
201616 laat geen verband zien met de ongecontroleerde migratie die burgers vooral als
bedreiging zien. Resultaten in bijvoorbeeld Tsjechië, Estland, Slowakije of Polen kunnen
de indruk wekken dat het nationale publieke debat meer dan de feitelijke situatie in het
land van invloed is op de perceptie van burgers. Dit is echter slechts één van de mogelijke
verklaringen. Een grondigere sociaal-demografische analyse zou andere verklaringen
kunnen bieden, zoals diversiteit die als bedreiging wordt beschouwd of economische druk.
De volgende gebieden die aan de respondenten werden voorgelegd, worden gemiddeld
door minder dan een kwart genoemd. Ex aequo op de vijfde en zesde plaats bevinden
zich de volgende vermeende bedreigingen: 23% van de respondenten denkt dat de EU
hen zou moeten beschermen tegen klimaatverandering en, in een zelfde percentage,
tegen religieus radicalisme. Terwijl klimaatverandering wordt gezien als de op een na
belangrijkste bedreiging in Zweden, ligt religieus radicalisme ver boven het Europese
gemiddelde in Nederland, België en in Oostenrijk, waar de cijfers hoger liggen dan
30%. Over de hele EU gemiddeld noemt ongeveer een op de vijf respondenten
georganiseerde misdaad, gewapend conflict en politiek extremisme als vermeende
16 Eurostat, Asylum and first time asylum applicants by citizenship, age and sex Annual aggregated data (11 oktober 2017), http://appsso.eurostat.ec.europa.eu/nui/show.do?dataset=migr_asyappctza&lang=NL
PARLEMETER 2017: WAT MOET BESCHERMD WORDEN?38
bedreigingen. Ten slotte worden – in mindere mate, namelijk door een op de tien
respondenten – de verspreiding van besmettelijke ziekten, cyberaanvallen, sociale
dumping en bedreigingen voor gegevensprivacy genoemd. Onder deze laatstgenoemde
bedreigingen zorgen cyberaanvallen en bedreigingen voor de gegevensprivacy (beide
9%) voor een uiteenlopend beeld onder respondenten als we kijken naar hun leeftijd en
opleidingsniveau: hoe hoger opgeleid de respondenten zijn, des te bezorgder zij zijn over
deze twee met elkaar verband houdende aspecten.
De sociaal-demografische verdeling van respondenten op het gebied van sociale
dumping brengt een ander interessant gegeven aan het licht. Hoewel er geen verband
bestaat tussen de antwoorden inzake sociale dumping en de antwoorden van burgers
op de vraag of “armoede en uitsluiting” als een bedreiging worden gezien, is er tevens
geen statistisch verband met het werkelijke aantal mensen dat een armoederisico loopt,
zoals gerapporteerd door Eurostat. De kwestie van “sociale dumping” als prioritair thema
wordt vaker ter sprake gebracht door de hogere middenklasse en de bovenklasse. Ook
bij analyse vanuit een sociaal-professioneel perspectief, zijn vertegenwoordigers van het
kaderpersoneel het meest bezorgd over sociale dumping. Er zou daarom verder onderzocht
kunnen worden of het concept sociale dumping al een door alle burgers algemeen
aanvaard concept is geworden.
? Respondenten over de kwestie “sociale dumping” verdeeld per sociale klasse
Bron: Parlemeter 2017, QA13
? Respondenten over de kwestie “sociale dumping” uit sociaal-professioneel perspectief
Bron: Parlemeter 2017, QA13
PARLEMETER 2017: WAT MOET BESCHERMD WORDEN? 39
Positieve resultaten die behouden moeten blijven
Hoewel de Europese samenleving voor grote uitdagingen staat, brengt zij waarden,
successen en positieve resultaten met zich mee die nog steeds door de Europese
burger worden gekoesterd. In het laatste Standaard Eurobarometer-onderzoek van de
Commissie17 wordt dit duidelijk aangetoond. Zo zijn vrede in de EU, het vrije verkeer
om te reizen, werken en studeren in de gehele EU, de eenheidsmunt en het Erasmus-
programma de meest positieve resultaten in de ogen van de Europese respondenten. Dit
huidige onderzoek ontwikkelt dit idee verder om te achterhalen welke verworvenheden
volgens de burgers door de EU met prioriteit beschermd moeten worden. Vervolgens
worden er twee hoofdtypen prestaties vastgesteld: enerzijds vrijheden in termen van
grondrechten en vrij verkeer, en anderzijds sociale en economische verworvenheden,
met name arbeidsrechten, pensioenen en economisch welzijn. Het zal blijken dat
er groepen lidstaten zijn, die geïdentificeerd kunnen worden op grond van de
verworvenheden die zij door de EU beschermd willen zien.
Met 44% van de respondenten gaat de prioriteit in de EU uit naar het handhaven van
17 Europese Commissie, Eurobarometer Standaard 87, voorjaar 2017, http://ec.europa.eu/commfrontof-fice/publicopinion/index.cfm/Survey/getSurveyDetail/instruments/STANDARD/surveyKy/2142
Bron: Parlemeter 2017, QA14
PARLEMETER 2017: WAT MOET BESCHERMD WORDEN?40
de fundamentele rechten en vrijheden. Het zij echter opgemerkt dat deze kernwaarden
consequent de hoogste score behaalden in alle Eurobarometer-onderzoeken tot nu
toe. In het jaar van de zestigste verjaardag van de Verdragen van Rome en de tiende
verjaardag van het Europees Bureau voor de grondrechten, bevestigen de resultaten
dat fundamentele rechten en vrijheden worden beschouwd als de basis van de
Europese eenheid. Als tweede, met een EU-gemiddelde van 36%, wordt de vrijheid om
te reizen, werken en studeren in de EU genoemd. Over het geheel genomen worden
deze twee categorieën vrijheden voornamelijk aangehaald in Zweden, Finland en
Duitsland. Grondrechten worden even vaak genoemd door respondenten in Nederland,
Denemarken, Cyprus en Oostenrijk. De vrijheid om te reizen, werken en studeren in de
EU is het hoogste resultaat in de Baltische staten (Litouwen, Estland en Letland). Naast
Zweden, Finland en Duitsland, krijgt het ook een hoog responspercentage in Bulgarije,
Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Slowakije.
Als we de volgende resultaten en doelstellingen bekijken die de EU voor burgers zou
moeten beschermen, dan zien we dat de sociaal-economische aspecten op het gebied
van arbeidsrechten (34%), adequate en zekere pensioenen (34%) en voorspoed en
economische welvaart (33%) een centrale plaats innemen. Ze worden vooral genoemd
in Griekenland, Spanje, Italië en Portugal. Slovenië en Frankrijk laten duidelijke scores
zien op het gebied van arbeidsrechten en pensioenen. Letland, Litouwen, Oostenrijk,
Hongarije en België laten hoge percentages zien als het gaat om zowel pensioenkwesties
als welvaart.
33% van de respondenten noemt het milieu als het volgende gebied dat de EU zou
? Er zijn resultaten en doelstellingen van de EU die u wellicht na aan het hart liggen. Welke van de volgende zaken zou de EU voor u met prioriteit moeten beschermen? (Meest genoemde zaken per land)
Grondrechten en fundamentele vrijheden
ArbeidsrechtenVrijheid om overal in de EU te
reizen, werken en studeren
Bron: Parlemeter 2017, QA14
PARLEMETER 2017: WAT MOET BESCHERMD WORDEN? 41
moeten behouden. Dit aspect wordt het meest aangehaald door respondenten in
Zweden, Nederland en Denemarken.
Over de EU gemiddeld noemt 27% van de respondenten veiligheid op het vlak van
gezondheidsnormen. Bijna een op de vijf noemt de gemeenschappelijke Europese
waarden (19%), en de nationale en culturele identiteit (18%). De consumentenrechten
binnen de interne markt (16%) en de online veiligheid en privacy (13%) staan onderaan
op de lijst van kwesties die door respondenten worden gekozen. Op nationaal niveau
worden gemeenschappelijke Europese waarden het meest aangehaald in Duitsland
en Oostenrijk, en bij laatstgenoemde even vaak als de nationale en culturele identiteit.
Dit aspect wordt het minst genoemd in Portugal, waar het door een op de tien
respondenten wordt gekozen. We zullen later op deze resultaten terugkomen.
Sociaal-demografische profielen van respondenten
Als we dieper op de analyse ingaan, tonen de resultaten in de eerste plaats dat de
sociaal-economische situatie van de respondenten van invloed is op hun antwoorden
ten aanzien van zowel bedreigingen als positieve verworvenheden die voor bescherming
van de EU in aanmerking komen. Uiteraard worden economisch gerelateerde kwesties
eerder genoemd door degenen die zich in een situatie van economische kwetsbaarheid
bevinden. Toch wordt ook terrorisme genoemd, vooral door oudere leeftijdsgroepen.
In de tweede plaats lijkt het erop dat de respondenten in hun interviews meestal
worden geleid door ingenomen standpunten ten opzichte van de EU. Terrorisme evenals
zaken op economisch vlak (zoals arbeidsrechten en pensioenen) die zeer vaak door
Europeanen worden aangehaald, gaan meestal samen met antwoorden die minder
belangstelling voor politiek laten zien en over het algemeen een onverschilligheid tonen
jegens de EU en het lidmaatschap, de voordelen en het beeld ervan. Bijgevolg is dit vaker
terug te zien bij burgers die zich niet met verkiezingen verbonden voelen en in hogere
mate geloven dat hun stem niet meetelt in de EU.
Aan de andere kant halen burgers die over het algemeen meer binding hebben met
de EU meestal kwesties aan, ná terrorisme en economische zaken, die betrekking
hebben op het milieu (of de dreiging van klimaatverandering) en de bescherming van
de vrijheden binnen de EU. Daarbij kan worden geconstateerd dat de gerapporteerde
levensstandaard van deze respondenten doorgaans wat hoger is en dat deze
respondenten meer vertrouwen hebben in de toekomst. Ze zijn voorstander van het
EU-lidmaatschap en geloven dat hun land er voordeel uit heeft geput. Bovendien tonen
ze interesse in politiek en zijn ze van oordeel dat stemmen belangrijk is.
Als het gaat om het noemen van bedreigingen zoals politiek extremisme, bestaat
PARLEMETER 2017: WAT MOET BESCHERMD WORDEN?42
er vergelijkbaar patroon ten aanzien van interesse in Europese kwesties. Ook het
responspercentage voor religieus radicalisme, georganiseerde misdaad of gewapend
conflict is hoger van burgers die in politiek geïnteresseerd zijn en een positieve houding
hebben ten opzichte van de EU, zij het in mindere mate. Vrij verkeer komt ook in
deze categorie voor, vooral onder jongeren geboren na 1980. De bovengenoemde
voorbeelden dienen te worden gebruikt als indicaties op grond waarvan de gegevens
nader geanalyseerd zouden kunnen worden. Ze zijn in geen geval een absolute
beschrijving van een specifieke sociaal-demografische groepering.
Europese en nationale identiteit: een raakvlak
Voortbouwend op het bovenstaande wordt nader gekeken naar twee kwesties die
verband houden met waarden: gemeenschappelijke Europese waarden enerzijds,
en nationale en culturele identiteit anderzijds. Qua gekoesterde EU-verworvenheden
die beschermd moeten worden, liggen deze percentages zeer dicht bij elkaar met
respectievelijk 19% en 18% van de antwoorden. Interessant genoeg worden deze
twee zaken genoemd door respondenten die een raakvlak met elkaar hebben: ze zijn
allemaal geïnteresseerd in politiek in het algemeen evenals in de komende Europese
verkiezingen van 2019. Nationale en culturele identiteit wordt echter over het algemeen
meer genoemd onder respondenten die negatiever zijn over de EU. De analyse van hun
algemene profiel op EU-niveau laat inderdaad zien dat zij een vrij negatief beeld hebben
van de EU, omdat zij het EU-lidmaatschap van hun land als een slechte zaak beschouwen,
zonder voordelen voor hun land. Respondenten met een hoog responspercentage voor
nationale en culturele identiteit hebben doorgaans een slecht beeld van zowel de EU als
het EP en willen dat laatstgenoemde in de toekomst een minder belangrijke rol speelt.
Vanuit nationaal oogpunt zijn er in Duitsland en Zweden veel meer respondenten die
gemeenschappelijke Europese waarden noemen dan culturele en nationale identiteit. In
Estland en het Verenigd Koninkrijk daarentegen worden culturele en nationale identiteit
door respondenten meer aangehaald dan gemeenschappelijke Europese waarden. Dit
geldt, in mindere mate, ook in Griekenland, Ierland, Kroatië en Malta. Aan de andere kant
worden beide zaken als even belangrijk gezien in Oostenrijk, Finland, Tsjechië, Nederland,
Denemarken, Bulgarije en Litouwen.
In de context van de discussies rondom zowel nationale en culturele identiteit als
Europese waarden, dient verwezen te worden naar een belangrijk resultaat uit de laatste
Standaard Eurobarometer 8718 van mei 2017: bij de beantwoording van deze traditionele
Eurobarometer-vraag over het Europese burgerschap, antwoordde 68% van alle18 Europese Commissie, Standaard Eurobarometer 87, voorjaar 2017, http://ec.europa.eu/commfrontof-fice/publicopinion/index.cfm/Survey/getSurveyDetail/instruments/STANDARD/surveyKy/2142
PARLEMETER 2017: WAT MOET BESCHERMD WORDEN? 43
respondenten dat ze zich burgers van de EU voelden. Dit is het hoogste niveau dat ooit
door deze indicator is aangetoond.
Digitaal Europa in de schijnwerpers
Onder de bedreigingen en EU-verworvenheden die beschermd dienen te worden,
verwijzen verschillende kwesties naar de digitalisering in een verbonden Europa. Het zijn
niet de meest genoemde zaken, maar in die gevallen dat ze genoemd worden, kan er
een positief verband in de antwoorden worden gevonden tussen de beide vermeende
bedreigingen “Cyberaanvallen” en “Bedreigingen voor gegevensprivacy”. Tegelijkertijd is er
een significante samenhang met “Online veiligheid en privacy” die prioritair door de EU
beschermd moet worden voor haar burgers. Op nationaal niveau komen de meeste
zorgen over cyberaanvallen en bedreigingen voor gegevensprivacy uit Nederland
(respectievelijk 19% en 21%). Hetzelfde geldt voor de bescherming van online veiligheid
en privacy wanneer het gaat om verworvenheden die behouden moeten worden,
met opnieuw het hoogste percentage in Nederland (29%). Hierbij zij aangemerkt dat
respondenten in Nederland de meest verbonden Europeanen blijken te zijn met 93% dat
verklaart dagelijks het internet te gebruiken, vergeleken met gemiddeld 71% in de EU.
Verrassend is echter dat de Nederlandse respondenten het minst geïnteresseerd zijn in
Europese bescherming van de rechten van consumenten binnen de interne markt (9%,
met hetzelfde percentage in Finland).
Cyberveiligheid in de schijnwerpers
Het onderzoek van de Europese Commissie van juni 2017 over de houding
van Europeanen ten opzichte van cyberveiligheid19 toont aan dat 51% van de
respondenten eigenlijk zegt zich niet goed geïnformeerd te voelen over de risico’s
van cybercriminaliteit, terwijl 46% het gevoel heeft wel geïnformeerd te zijn.
Cybercriminaliteit wordt door 56% van de respondenten gezien als een zeer belangrijke
uitdaging voor de interne veiligheid van de EU. Deze zorg zou in de komende jaren
groter moeten worden, aangezien dit onderzoek ook aantoont dat het gebruik van
internet in de EU blijft toenemen, ongeacht de wijze hoe men er toegang tot heeft (thuis,
mobiel apparaat, op de werkplek of op school/de universiteit).
19 Europese Commissie, Speciale Eurobarometer 464a, Europeans’ attitudes towards cyber security, juni 2017, http://ec.europa.eu/commfrontoffice/publicopinion/index.cfm/Survey/getSurveyDetail/instru- ments/SPECIAL/surveyKy/2171
PARLEMETER 2017: PRIORITEITEN EN WAARDEN44
? THet EP neemt beslissingen over Europese wetgeving die direct van invloed zijn op het leven van iedere burger.Aan welke van de volgende zaken zou volgens u prioriteit moeten worden gegeven door het Europees Parlement?
Bron: Parlemeter 2017, QA8
PARLEMETER 2017: PRIORITEITEN EN WAARDEN 45
HOOFDSTUK III: EEN OPROEP TOT ACTIE, GEBASEERD OP DUIDELIJKE WAARDEN
Het derde en laatste hoofdstuk van de Parlemeter 2017 behandelt de politieke
prioriteiten van burgers. Voortbouwend op hun beoordeling van die
bedreigingen waar ze een voor hen beschermende rol zien weggelegd voor de
Europese Unie, geven burgers hun mening over de prioriteitsgebieden voor meer
actie door het Europees Parlement.
In lijn met de eerder vastgestelde bedreigingen, steunen Europeanen voornamelijk en
gelijkmatig een intensiever optreden tegen armoede en sociale uitsluiting, net als de
strijd tegen terrorisme. Voor beide gebieden is 41% steun op EU-niveau.
Met 31% van de respondenten die dit aangeven, is de bestrijding van jeugdwerkloosheid
gemiddeld het op twee na meest genoemde punt. Deze drie belangrijkste onderwerpen
geven ook min of meer de contouren aan van de zorgen van Europese burgers: ze willen
hun leven leiden op een plek waar ze kansen krijgen en waar hun vrijheid beschermd
wordt tegen terroristische dreigingen.
Vervolgens wil 22% van de respondenten dat het Parlement wetgeving opstelt
inzake manieren om een gemeenschappelijk Europees antwoord te vinden op het
migratievraagstuk. Daarnaast blijkt uit de resultaten dat ongeveer een op de vijf
respondenten er een voorstander van is dat er nieuwe manieren worden gevonden
voor het stimuleren van de economie en groei (21%) en het met creatieve oplossingen
bestrijden van klimaatverandering (19%).
Deze zaken vormen het grotere geheel en vertellen een Europees verhaal, mits zij
worden gelezen in het licht van elke nationale context. In dit kader is het beleid dat in
elke lidstaat als prioriteit wordt beschouwd sterk afhankelijk van de bezorgdheid van zijn
burgers.
Het blijkt dat dit soms afwijkt van wat men zou kunnen verwachten. Ten aanzien van
terrorismebestrijding zien wij bijvoorbeeld de volgende verschijnselen: respondenten uit
Tsjechië (55%), Italië en Malta (beide 48%) noemen het vaakst terrorisme, terwijl juist blijkt
dat deze landen in de afgelopen jaren geen slachtoffers zijn geweest van terroristische
aanslagen. Aan de andere kant laten de resultaten zien dat respondenten in Slovenië
(28%), Letland (28%), Litouwen (25%) en Griekenland (21%) het minst geneigd zijn deze
kwestie te noemen als een van de prioriteiten van het Europees Parlement.
PARLEMETER 2017: PRIORITEITEN EN WAARDEN46
Terrorismebestrijding is een prioriteit voor...
Over het algemeen wordt dit punt vaker door vrouwen (43%), mensen van 55 jaar
en ouder (45%), huisvrouwen/-mannen (50%) en gepensioneerden (45%) genoemd.
Deze sociaal-demografische groepen geven ook vaker aan dat “terrorisme” de grootste
bedreiging is die de EU moet aanpakken.
Het verband tussen terrorisme als vermeende bedreiging en de oproep aan het Europees
Parlement om terrorisme als topprioriteit aan te pakken, is duidelijk. Zoals hierboven
vermeld, wordt terrorisme gezien als de grootste bedreiging in Europa (58%), met
aanzienlijke verschillen tussen de lidstaten. Het bestrijden van terrorisme is dan ook de
meest gewenste prioriteit voor het Europees Parlement (41%), samen met de aanpak van
armoede en sociale uitsluiting (41%).
De landen die zich het meest zorgen maken over terrorisme, zijn Tsjechië (69%), Italië
(65%), het Verenigd Koninkrijk (65%), Frankrijk (63%) en Malta (63%). Respondenten uit
vier van deze landen verlangen ook dat het Europees Parlement deze kwestie met hoge
prioriteit aanpakt (Tsjechië 55%, Italië 48%, Malta 48% en Frankrijk 45%).
? “Terrorisme als bedreiging” en “terrorisme als prioriteit voor het Europees Parlement”
Bron: Parlemeter 2017, QA8 en QA13
PARLEMETER 2017: PRIORITEITEN EN WAARDEN 47
Armoede en sociale uitsluiting bestrijden
Het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting is het enige punt dat in verschillende
lidstaten een hoger percentage heeft dan 50%, namelijk in Portugal (67%), Litouwen
(58%), Griekenland (57%), Letland (55%), Cyprus en Slovenië (beide 51%) en Spanje (50%).
In Italië (31%), Tsjechië en Denemarken (beide 30%) daarentegen wordt dit punt het
minst aangehaald.
Armoede bestrijden is een belangrijk punt voor...
Het is geen verrassing dat armoedebestrijding eerder een prioriteit is voor de meest
sociaal kwetsbare categorieën: vrouwen (43%), huisvrouwen/-mannen (46%) en
werklozen (43%). Mannen (38%), kaderpersoneel (36%) en zelfstandigen (33%) zijn iets
minder geneigd dit punt te noemen.
?Responspercentages voor “armoede en sociale uitsluiting bestrijden” per land
Bron: Parlemeter 2017, QA8
PARLEMETER 2017: PRIORITEITEN EN WAARDEN48
Bestrijding van jeugdwerkloosheid
In Griekenland zou 67% van de respondenten de kwestie van de bestrijding van
jeugdwerkloosheid tot topprioriteit voor het Europees Parlement willen maken. Cyprus
(61%), Portugal (55%) en Kroatië en Slovenië (beide 51%) volgen deze lijn. Onderaan
de lijst van respondenten die jeugdwerkloosheid als topprioriteit noemen, vinden we
Denemarken met 9%, Nederland met 8% en tot slot Zweden met 7%. De kloof tussen het
noorden en het zuiden, die in de resultaten kan worden teruggelezen, kan tot op zekere
hoogte worden verklaard door de verschillen in de nationale economieën.
Het is echter even interessant om met betrekking tot het belang dat elk land aan
het onderwerp toekent, te kijken naar de werkelijke jeugdwerkloosheidscijfers
van dat land. De gegevens, zoals weergegeven in de volgende tabel, laten een
sterke positieve correlatie zien. Een eerste groep landen, waaronder Tsjechië,
? Responspercentages voor “bestrijding van jeugdwerkloosheid” per land
Bron: Parlemeter 2017, QA8 en QA13
PARLEMETER 2017: PRIORITEITEN EN WAARDEN 49
Denemarken, Estland, Duitsland, Malta, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, kent
lage jeugdwerkloosheidscijfers. Respondenten uit deze landen kennen relatief weinig
prioriteit toe aan de bestrijding van dit fenomeen. Daarentegen willen respondenten
uit Kroatië, Cyprus, Frankrijk, Griekenland, Italië, Portugal en Spanje – allemaal landen
met een jeugdwerkloosheidscijfer boven het EU-gemiddelde, en tot op zekere
hoogte in vergelijkbare mate boven het EU-gemiddelde – dat de bestrijding van
jeugdwerkloosheid tot prioriteit wordt gemaakt. Ten slotte is het de moeite waard
om naar Slovenië, Litouwen en Letland te kijken: hoewel deze landen relatief lage
jeugdwerkloosheidscijfers laten zien, zijn de burgers veel meer geïnteresseerd om deze
kwestie als prioriteit voor het Europees Parlement te zien.
Bestrijding van klimaatverandering met creatieve oplossingen
Bestrijding van klimaatverandering met creatieve oplossingen is een uitdagend punt
dat het meest wordt genoemd in Zweden (50%), Nederland (42%) en Denemarken
(41%). Regeringen, bedrijven en het grote publiek in deze landen zijn zich er
?“Bestrijding van jeugdwerkloosheid” genoemd als prioriteit en jeugdwerkloosheidscijfers per land
Bron: Parlemeter 2017, QA8 enEurostat, 12 oktober 2017
PARLEMETER 2017: PRIORITEITEN EN WAARDEN50
bewust van geworden dat het beschermen van het milieu hand in hand gaat met
economische activiteit en arbeidsplaatsen. Het Europees Parlement is ervan overtuigd
dat een op markteconomie gebaseerd milieubeleid de motor kan worden voor
groei en werkgelegenheid in alle economische sectoren. Echter, ondanks de enorme
vooruitgang die de afgelopen jaren in Europa op het gebied van groene technologie en
werkgelegenheid is geboekt, bestaan er nog steeds grote verschillen tussen de lidstaten.
Bestrijding van klimaatverandering ten opzichte van stimulering van de economie: een contradictie?
Het is interessant om te zien dat de meeste landen hoge prioriteit toekennen aan hetzij
bestrijding van klimaatverandering, hetzij stimulering van de economie, maar niet aan
beide tegelijk. Beide prioriteiten laten zelfs een significante negatieve correlatie zien.
Stimulering van de economie wordt als een bijzonder hoge prioriteit gezien in Litouwen
(46%), Griekenland (36%) en Spanje (34%), terwijl de bestrijding van klimaatverandering
tegelijk een lage prioriteit heeft (Litouwen 6%, Griekenland 11%, Spanje 14%).
Deze relatie lijkt vooral te worden beïnvloed door de economische situatie in de
lidstaten. Economische groei wordt voornamelijk als hogere prioriteit genoemd in
? Responspercentages voor “bestrijding van klimaatverandering” en “stimulering van de economie en groei”
Bron: Parlemeter 2017, QA8
PARLEMETER 2017: PRIORITEITEN EN WAARDEN 51
lidstaten met een lager bbp per hoofd van de bevolking. Daarentegen wordt de kwestie
van de bestrijding van klimaatverandering in rijkere landen als belangrijker gezien.
Bron: Parlemeter 2017, QA8 enEurostat, 12 oktober 2017
?“Bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking en de prioriteit van “bestrijding van klimaatverandering” per land
PARLEMETER 2017: PRIORITEITEN EN WAARDEN52
Voortdurende inspanning voor Europese waarden
De politieke prioriteiten voor de Europeanen gaan hand in hand met hun belangrijkste
waarden. Van welke waarden willen de Europeanen dat het Europees Parlement deze voor
hen verdedigt? Zoals het geval was in alle Eurobarometer-onderzoeken sinds 2007, is de
“bescherming van mensenrechten” (56%, een afname met 1 procentpunt sinds 2016) in de
ogen van Europeanen de belangrijkste waarde om te steunen en te verdedigen.
De bescherming van mensenrechten wordt gezien als de waarde die zonder uitzondering
in alle sociaal-demografische categorieën prioritair verdedigd moet worden, en dan vooral
onder vrouwen (57%), 25- tot 34-jarigen (61%), kaderpersoneel (61%), kantoorbedienden
en studenten (beide 58%).
Op de tweede plaats volgt “vrijheid van meningsuiting” met 34%. Deze waarde wordt vaker
genoemd door mannen (37%), 15- tot 24-jarigen (40%), studenten (38%), handarbeiders
(37%), kaderpersoneel en werklozen (beide 36%).
? Welke van de volgende waarden zou het Europees Parlement volgens u met prioriteit moeten verdedigen? (Totaal van max. drie antwoorden) Bron: Parlemeter 2017, QA9
PARLEMETER 2017: PRIORITEITEN EN WAARDEN 53
?Welke van de volgende waarden zou het Europees Parlement volgens u met prioriteit moeten verdedigen? (Totaal van max. drie antwoorden)
Bron: Parlemeter 2017, QA9
PARLEMETER 2017: PRIORITEITEN EN WAARDEN54
Gelijkheid tussen mannen en vrouwen wordt door 32% (afname met 1 procentpunt) van
de respondenten als prioriteit gezien, terwijl 28% van de Europese burgers (afname met 2
procentpunten) solidariteit tussen de EU-lidstaten noemt.
Dit wordt gevolgd door “solidariteit tussen de EU en ontwikkelingslanden” (20%,
afname met 3 procentpunten), “dialoog tussen culturen en religies” (20%, afname met 3
procentpunten), “de bescherming van minderheden” (19%, toename met 1 procentpunt)
en “afschaffing van de doodstraf overal ter wereld” (10%, afname met 2 procentpunten).
Opgemerkt moet worden dat er minder vaak gekozen is voor “solidariteit tussen EU-lidstaten”
en dat dit thema sinds oktober 2017 met 8 procentpunten is gedaald. De helft van de
respondenten in Griekenland (52%) haalt dit punt aan, evenals 46% in Bulgarije, 37% in
Cyprus en Slovenië, en 36% in Duitsland. Dit staat tegenover 22% in Spanje, 20% in Zweden,
19% in Malta en 13% in het Verenigd Koninkrijk.
De grote verscheidenheid tussen lidstaten ten aanzien van deze waarde, evenals
de algehele afname van het aantal vermeldingen als prioritaire waarde, kan worden
verklaard door de perceptie van Europese burgers dat solidariteit tussen EU-lidstaten
onlosmakelijk verbonden is met de respectieve nationale context waarin deze wordt
blootgesteld. Tegelijkertijd kan deze waarde licht variëren vanwege verschillende nationale
beleidsagenda’s.
Wat het sociaal-demografisch profiel betreft, wordt solidariteit tussen lidstaten vaker
genoemd door mannen (31%), de groep 55-jarigen en ouder (30%), zelfstandigen,
kantoorbedienden en kaderpersoneel (alle 33%). Dit geldt ook voor mensen die een
positief beeld hebben van de EU (35%) en die het Europees Parlement een belangrijkere rol
willen zien spelen (33%).
Niet in de laatste plaats moet erop worden gewezen dat alle waarden, behalve voor
“bescherming van minderheden”, een iets lager percentage hebben gekregen, zij het dat de
hiërarchie van waarden niet is veranderd.
PARLEMETER 2017: PRIORITEITEN EN WAARDEN 55
PARLEMETER 2017: PRIORITEITEN EN WAARDEN56
PARLEMETER 2017: PRIORITEITEN EN WAARDEN 57
PARLEMETER 2017: EEN KRACHTIGERE STEM58
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Bereik: EU28
Bevolking: 27 881 Europeanen van 15 jaar of ouder
Methode: direct persoonlijk contact
Veldwerk: 23 september t/m 2 oktober 2017, onderzoek uitgevoerd door
Kantar Public
Toelichting
De resultaten van het onderzoek zijn gebaseerd op schattingen en de nauwkeurigheid
ervan hangt af van de steekproefgrootte en het geconstateerde percentage.
Voor ongeveer 1 000 interviews (steekproefgrootte die doorgaans op het niveau van
een lidstaat wordt gebruikt), schommelt het werkelijke percentage tussen de volgende
betrouwbaarheidsintervallen:
Waarge-nomen
percentages10% of 90% 20% of 80% 30% of 70% 40% of 60% 50%
Foutenmarges+/- 1,9 punten
+/- 2,5 punten
+/- 2,7 punten
+/- 3,0 punten
+/- 3,1 punten
Dit Eurobarometer-onderzoek van het Europees Parlement (EP/EB 88.1) is uitgevoerd
in alle 28 lidstaten van de Europese Unie, van 23 september t/m 2 oktober 2017, door
Kantar Public.
De Parlemeter 2017 onderzoekt de meningen van Europese burgers over het EU-
lidmaatschap en de voordelen hiervan, hun houding ten opzichte van het Europees
Parlement, en de prioriteiten, handelingen en missie daarvan. Er wordt ook ingegaan
op de rol van de EU bij de aanpak van grote bedreigingen en de bescherming van de
voornaamste verworvenheden die door haar burgers worden gekoesterd.
Dit is een publicatie van de afdeling
Analyse van de publieke opinie
Directoraat-generaal Communicatie,
Europees Parlement
PE 608.741
ISBN: 978-92-846-1930-6
ISSN: 2529-7120
DOI: 10.2861/901588
QA-CE-17-001-NL-N
De inhoud van dit document valt uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de
auteurs en de hierin geuite meningen geven niet noodzakelijkerwijs het officiële
standpunt van het Europees Parlement weer.
Dit document is voornamelijk bedoeld voor de leden en de ambtenaren van het EP, ter
ondersteuning van hun parlementaire werkzaamheden.
© Europese Unie 2017
PARLEMETER 2017: EEN KRACHTIGERE STEM