Anleitung – handleiding – instructions – notice pédagogique

PAPILO

Nederlands

3

Doelstelling:

Met Papilo leert het kind al spelend vormen en kleuren vergelijken. Het samen spelen met Papilo bevordert tevens de sociale vorming. Daarnaast biedt Papilo tevens aanknopingspunten voor het leren kennen van de levenscyclus van de vlinder. Bovendien leren de kinderen dat diverse soorten planten belangrijk zijn voor de verschillende levensstadia van dit insect. Inhoud:

- een kist met deksel (25,5 x 18,5 x 4,5 cm); - 36 stukjes met halve afbeeldingen van zes verschillende vlinders; - 36 stukjes met halve afbeeldingen van zes verschillende planten; - een handleiding.

Mogelijkheden:

Individueel spel Sorteren 1

Het kind neemt de serie vlinders uit de kist en legt deze voor zich op tafel. Het kind zoekt nu zo veel mogelijk paren bij elkaar. Dit zijn twee stukjes, waarmee één hele vlinder gevormd kan worden, als ze tegen elkaar worden gelegd. Deze oefening kan ook met de serie planten worden gedaan. Sorteren 2

Het kind legt alle stukjes met vlinders voor zich op tafel en zoekt nu 15 spiegelbeeldige paren bij elkaar. Dit zijn twee stukjes, waar van twee vlinders de helften in spiegelbeeld op staan, bijvoorbeeld stukje 1: koninginnenpage - monarchvlinder en stukje 2: monarchvlinder - koninginnenpage. Door de twee stukjes aan weerszijden aan elkaar te leggen kijkt het kind of de vlinderhelften aan beide kanten passen. Is dat zo, dan is een spiegelbeeldig paar gevonden. Aan het eind blijven zes stukjes over, waar steeds twee helften van dezelfde vlinder op staan. Hiermee kunnen geen paren gevormd worden. Dezelfde oefening kan ook weer met de serie planten worden gedaan.

Nederlands

4

Cirkel leggen

Het kind neemt de vlinderserie uit de kist, en legt deze op een grote tafel of op de grond neer. Vervolgens legt het alle stukjes aan elkaar, en maakt daarbij steeds hele vlinders, tot de cirkel gesloten is. Na deze oefening wordt hetzelfde met de plantserie gedaan. De cirkel met planten past in die met de vlinders. Spelvormen voor 2 - 6 spelers Domino

Voorbereiding: Er wordt gekozen, met welke serie het eerst wordt gespeeld: de vlinders, of de planten. De volgende twee varianten kunnen nu worden gespeeld, met de vlinderserie als voorbeeld. Hetzelfde spel wordt met de plantenserie gedaan; de plantencirkel past in die met de vlinders. Variant 1

Alle stukjes worden opgedeeld (bij vijf spelers blijft één stukje over: dit is het beginstuk). Het kind dat mag beginnen, legt een stukje neer. Daarna probeert het volgende kind een hele vlinder te maken, door een ander stukje aan te leggen. Zo leggen de spelers om de beurt een stukje aan. Als een speler geen stukje kan aanleggen, is de beurt voorbij. Winnaar is het kind, dat als eerste alle stukjes heeft uitgespeeld. Variant 2

Dit spel verloopt als variant 1, met dit verschil, dat niet alle stukjes worden opgedeeld. Bij twee tot vier spelers krijgt elke speler zes stukjes, bij vijf of zes spelers vijf stukjes. De rest van de stukjes wordt met de afbeelding naar boven op een stapel gelegd. Als een speler tijdens zijn beurt niet kan aanleggen, neemt hij het bovenste stukje van de stapel en kijkt of hij nu wel kan aanleggen. Past het stukje niet, dan is de beurt voorbij. Kleurblok

Van de vlinders, rupsen, poppen, bloemen en planten die op de stukjes van Papilo voorkomen, is een aparte kleurplaat gemaakt. Deze

Nederlands

5

kleurplaten kunnen als kleurblok van 50 vel (A4-formaat, 30 x 21 cm) worden besteld. Met de vlinders en planten van het spel als voorbeeld, of naar eigen idee, kunnen de kleurplaten door de kinderen worden ingekleurd. Dit inkleuren kan in samenhang met een les over het leven van de vlinder worden gedaan. Op de achterzijde van deze handleiding is een verkleinde versie van de kleurplaat afgebeeld. De levenscyclus: van ei tot vlinder

Er zijn vele soorten vlinders, die elk op hun eigen manier leven. De volgende beschrijving is zeer algemeen en kan daarom nooit volledig zijn. Hij is bedoeld als eerste kennismaking met de boeiende levensloop van de vlinder. Het leven van een vlinder begint als eitje, dat door de moedervlinder wordt gelegd. Vlindereitjes zijn ongeveer 1 mm groot en lijken niet op een vogelei. Soms zien ze er uit als heel kleine zee-egeltjes, maar er zijn ook eitjes, die op een piepklein geel augurkje lijken. De moedervlinder legt haar eitjes op planten met veel bladeren, omdat de meeste rupsen die uit het eitje komen veel groene bladeren eten. Na ongeveer tien dagen komt een klein rupsje uit het ei. Eerst eet hij de schaal van het ei op en begint daarna als een echte eetmachine de bladeren van de plant op te eten. Ons vel groeit mee als we groter worden, maar bij de rups (en ook alle andere insecten) gebeurt dat niet. Het vel rekt wel een beetje mee, maar na ongeveer een week, en soms ook veel langer, wordt het echt te klein: de rups gaat dan vervellen. Hij kruipt uit zijn oude vel en gaat daarna weer door met eten. Soms kun je deze weggegooide “jasjes” buiten vinden. Vlinderrupsen zien er allemaal verschillend uit: er zijn naakte rupsen, maar ook die kort of lang, veel of weinig haar hebben. Er zijn zelfs rupsen met doorns en wratten! Er zijn veel rupsen die maar een paar weken rups blijven, maar er zijn er ook, die wel een paar jaar rups blijven voor ze gaan verpoppen. Als een rups verpopt maakt hij een soort huisje om zich heen om daarin rustig in een vlinder te veranderen. Dat huisje (de pop) is vaak zijn laatste vervelling: in plaats van een nieuwe rupsenhuid krijgt de rups een poppenhuid. Deze is eerst nog zacht, maar wordt snel hard. Er zijn ook rupsen, die een kilometers lange draad om zich heen

Nederlands

6

spinnen. Een pop die onder een blad hangt kun je wel eens vinden. Er zijn ook rupsen, die een rustig plekje in de grond zoeken om te verpoppen; lekker veilig! Veel rupsen verpoppen in enkele weken, sommige doen er veel langer over. Kort voordat een pop uitkomt, kun je de vleugels van de vlinder er al doorheen zien. Als het zover is, scheurt de buitenkant van de pop open en wringt de vlinder zich er in een paar tellen uit. Hij kan dan nog niet meteen wegvliegen, omdat zijn vleugels nog niet klaar zijn. De vlinder pompt lucht (net als bij een luchtbed) en bloed in zijn vleugels om ze uit te spreiden. En dan moet hij nog wachten, tot zijn vleugels helemaal droog zijn geworden. Dat wachten is gevaarlijk, omdat allerlei andere dieren, zoals vogels, hagedissen en ook andere insecten dol op een lekkere vlinder zijn. Maar na een paar uur kan de vlinder eindelijk de lucht in en op zoek gaan naar bloemen om daar de nectar uit te drinken. In een tuin met veel bloemen zie je daarom ook vaak prachtige vlinders. Op twee afbeeldingen bij de plantenstukjes, het eikenblad en de brandnetel, staan rupsen en poppen afgebeeld. De bloemen op de plantenstukjes worden graag door vlinders opgezocht: lavendel, afrikaantje, boterbloem en vlinderstruik. Deze planten horen niet speciaal bij de gebruikte vlinders in Papilo. De vlinders in Papilo zijn soorten die soms in grote delen van de wereld voorkomen, maar ook die alleen in kleine gebieden te vinden zijn. Hieronder staat de namenlijst van de vlinders en planten, die past bij de afbeeldingen elders in deze handleiding. Naam Hoofdkleuren 1) Koninginnenpage geel, zwart, blauwe rand (Papilio machaon) 2) Dagpauwoog (Inachis io) roodbruin met paars/gele ogen op de vleugels 3) Monarch (Danaus plexippus) oranje, zwart, witte puntjes

Nederlands

7

4) Donau-weerschijnvlinder (Apatura metis) blauw/paars, roze, oranje 5) Morpho helena lichtblauw met witte vlekken 6) Ornithoptera goliath felgroen en geel 7) Eikenblad 8) Brandnetel 9) Lavendel 10) Afrikaantje 11) Boterbloem 12) Vlinderstruik Wilt u meer informatie of lespakketten over vlinders, neem dan contact op met:

De Vlinderstichting Postbus 506 - NL-6700 AM Wageningen - Tel. (0317) 46 73 46

Illustrator: E. Koopmans Bestelnr.: 3.264.00

Kleurblok Papilo (50 vel A4) Bestelnr.: 3.264.01

English

9

Objective:

Papilo teaches children shapes and colour comparisons during play. Playing Papilo in groups also enhances social development. In addition, Papilo also fosters an ability to recognise the life cycle of butterflies. Moreover, children learn the importance of various kinds of plants for the various life stages of this insect. Contents:

- a box with lid (25.5 x 18.5 x 4.5 cm). - 36 cards with partial illustrations of six different butterflies. - 36 cards with partial illustrations of six different plants. - instructions.

Possibilities:

Played Individually Sorting method 1

The child removes the series of butterflies from the box and places them in front of him/her on the table. He/she now matches as many pairs as possible. This requires two cards that form a complete butterfly when placed side by side. This exercise can also be done using the series of plants. Sorting method 2

The child places all the cards with butterflies in front of him/her on the table and then matches fifteen mirror-image pairs. This makes up two cards, both of which contain a half, mirror-image butterfly. For example: the first card, a swallowtail and a monarch butterfly; the second card, a monarch butterfly and a swallowtail butterfly. By placing the two cards side by side, the child can see whether the butterfly halves on both sides match. If so, he/she has found the mirror image. Six cards are left over at the end, which contain two halves of the same butterfly. No pairs can be formed. The same exercise can also be done using the series of plants.

English

10

Making a Circle

The child removes the butterfly series from the box and places them on a large table or on the floor. He/she then places all the cards together to reveal complete butterflies, until the circle is complete. After this exercise, it is repeated using the plant series. The circle with plants fits inside the one with butterflies. Game Rules for Two to Six Players Domino

Preparations: The first series to be played with is selected, the butterflies or the plants. The following two variants can now be played, using the butterfly series as an example. The same game is played using the plant series. The plant circle fits inside the one with butterflies. Variant 1

All cards are passed out (with five players, one card is left over: this is the starting card). The child that begins plays one card. The next player tries to make a complete butterfly by adding another card to the first one. In turn, the players play their cards. Players who cannot play a card lose their turns. The winner is the one who plays all his/her cards first. Variant 2

This game parallels variant 1, except that not all the cards are distributed. With two to four players, each player receives six cards; with five or six players, five cards. The rest of the cards are placed on a pile with the illustrations face up. When a player whose turn it is cannot add a card, he/she takes the top card from the pile and tries to match it. If it does not match, the turn passes. Colouring Pad

There is separate colouring paper with illustrations of butterflies, caterpillars, pupae, flowers and plants that appear on the Papilo cards. This colouring paper can be ordered in pads of 50 sheets

English

11

(A4 format, 30 x 21 cm). With the game’s butterflies and plants as examples - or using their own imagination - the children can colour the illustrations on the paper. This colouring could be done in conjunction with a lesson about the life of the butterfly. On the reverse side of these instructions for use there is a miniature replica of the colouring paper. The Life Cycle: from egg to butterfly

There are many species of butterflies, each with its own way of living. The following is a general description, intended as an introduction to the exciting life span of the butterfly. The life of a butterfly starts with eggs laid by a female butterfly. Butterflies’ eggs are about 1 mm in size. They do not resemble birds’ eggs. Sometimes they look like tiny sea urchins. Others resemble miniature yellow pickles. The mother butterfly lays its eggs on plants with many leaves. This is because most newly-born caterpillars eat many green leaves. After approximately ten days, tiny caterpillars, larvae, emerge from the eggs. First, they eat the shells of the eggs and then, as born eating machines, they immediately start to consume the leaves of the plant. Human skin grows as the body grows, but this is not the case with caterpillars (or other insects). Although the skin stretches somewhat, after a week or sometimes much longer, it breaks open and the larvae shed their skins. After doing so, they resume eating. Sometimes you can find these abandoned ‘coats’ outdoors. Caterpillars vary in appearance. Some caterpillars are hairless. Others have short, long, much or little hair. There are even caterpillars that have thorns or warts! Many only remain caterpillars for a few weeks. There are others, however, that continue as caterpillars for several years before pupation. During pupation, they build a kind of house around themselves so they can turn into butterflies undisturbed. Its house (the chrysalis) is usually the last stage in shedding the skin. Instead of a new skin, the caterpillar now gets a pupa sheath. Soft at first, it quickly hardens. There are also caterpillars that spin kilometres of silk thread around

English

12

themselves. You can sometimes find a pupa hanging under a leaf. Some caterpillars seek out a safe, undisturbed spot underground to pupate! Many caterpillars pupate in several weeks. Others take much longer. Shortly before it emerges from the transparent chrysalis, you can see the wings of the butterfly. When the time comes, the exterior of the chrysalis breaks open and the butterfly wriggles out quickly. It cannot immediately fly, since its wings are not yet ready. Butterflies pump air (much like an air mattress) and blood into their wings so they can spread them. Then, they must wait until their wings are completely dry. This waiting can be dangerous. There are other animals, such as birds, lizards and even other insects that like to dine on butterflies. After several hours, however, the butterfly is airborne and goes in search of flowers, to drink the nectar they hold. That is why you can often see magnificent butterflies in gardens that have many flowers. There are illustrations of caterpillars and pupae on two of the illustrated plant cards, the oak leaf and the nettle. Butterflies enjoy visiting the flowers shown on the plant cards: the lavender, the African marigold, the butter flower and the papilionaceous flower. The butterflies used in Papilo do not necessarily favour these plants. Some of the species used in Papilo can be found throughout the world; others are more rare. The list of names for butterflies and plants shown below matches the illustrations shown elsewhere in this manual. Name Main Colours 1) Swallowtail (Papilio machaon) yellow, black, blue edge 2) Peacock (Inachis io) reddish-brown with purple/ yellow eyes on the wings 3) Monarch (Danaus plexippus) orange, black, white dots 4) Apatura metis blue/purple, pink, orange 5) Morpho helena light-blue with white spots 6) Ornithoptera goliath bright green and yellow 7) Oak leaf 8) Nettle

English

13

9) Lavender 10) African marigold 11) Butter flower 12) Papilionaceous flower Illustrator: E. Koopmans Article no.: 3.264.00

Papilo Colouring Block (50 sheets A4) Article no.: 3.264.01

Deutsch

15

Ziel:

Mit Papilo lernt das Kind, spielend Formen und Farben zu kombinieren. Das gemeinsame Spiel mit diesem Material fördert daneben auch die soziale Bildung. Papilo bietet Anknüpfungspunkte, um den Lebenszyklus der Schmetterlinge kennenlernen zu können. Außerdem lernen die Kinder, dass für verschiedene Stadien im Leben dieses Insekts auch verschiedene Pflanzenarten wichtig sind. Inhalt:

- ein Kasten mit Deckel (25,5 x 18,5 x 4,5 cm); - 36 Teile mit halben Abbildungen von sechs verschiedenen

Schmetterlingen. - 36 Teile mit halben Abbildungen von sechs verschiedenen

Pflanzenarten. - eine Anleitung. Möglichkeiten:

Individuelles Spiel Sortieren 1

Das Kind nimmt die Teile der Serie aus dem Kasten und legt sie vor sich auf den Tisch. Danach sucht es möglichst viele Paare zusammen. Diese werden aus zwei gegeneinander gelegten halben Abbildungen geformt und es entsteht damit ein vollständiger Schmetterling. Diese Übung kann natürlich auch mit der Serie Pflanzen durchgeführt werden. Sortieren 2

Das Kind legt alle Teile der Schmetterlingsserie vor sich auf den Tisch und sucht anschließend 15 Spiegelbildpaare aus den Teilen, auf denen die Hälften von zwei Schmetterlingen spiegelbildlich abgebildet sind, zusammen. Wenn das Kind zwei Teile aneinanderfügt, sieht es, ob die beiden Teile an den beiden Kanten auch gleich sind. Ist das dann so, ist ein Spiegelbildpaar gefunden. Am Ende bleiben sechs Teile übrig, auf denen zwei Hälften der gleichen Schmetterlinge abgebildet sind. Damit können dann keine weiteren Paare gebildet werden. Die beschriebene Übung kann statt

Deutsch

16

mit den Schmetterlingen auch mit der Pflanzenserie durchgeführt werden. Kreis legen

Das Kind nimmt die Schmetterlingsserie aus dem Kasten und legt sie auf einem großen Tisch oder auf dem Boden aus. Danach legt das Kind alle Stücke aneinander, wobei immer vollständige Schmetterlinge gebildet werden, bis ein Kreis geschlossen ist. Wenn diese Übung abgeschlossen ist, wird die gleiche mit der Pflanzenserie durchgeführt; der mit dieser Serie gebildete Kreis passt genau in den Kreis der Schmetterlinge. Spielformen für zwei bis sechs Spieler Domino

Vorbereitung: Es wird ausgewählt, mit welcher Serie zunächst gespielt werden soll, mit der Schmetterlings- oder der Pflanzenserie. Die nachfolgend beschriebenen beiden Varianten können beispielsweise mit der Schmetterlingsserie gespielt werden. Wenn diese Übungen abgeschlossen sind, werden die gleichen mit der Pflanzenserie durchgeführt; der mit dieser Serie gebildete Kreis passt genau in den Kreis der Schmetterlinge. Variante 1

Alle Teile der Serie werden unter den Mitspielern aufgeteilt (bei fünf Mitspielern bleibt dann ein Stück übrig; mit diesem wird das Spiel begonnen). Ein Kind beginnt und legt das erste Stück aus. Das folgende Kind versucht durch Auslegen eines weiteren Stückes einen vollständigen Schmetterling zu bilden. So legen alle Mitspieler der Reihe nach die Einzelteile aus. Wenn eines der Kinder kein Teil anlegen kann, ist das nächste Kind an der Reihe. Gewinner des Spiels ist derjenige Spieler, der als erster alle seine Einzelteile auslegen konnte. Variante 2

Das Spiel verläuft wie bei der Variante 1 beschrieben, jedoch mit dem Unterschied, dass nicht alle Einzelteile der Serie ausgeteilt

Deutsch

17

werden. Beim Spiel mit zwei bis vier Mitspielern bekommt jeder der Spieler sechs Einzelteile, beim Spiel mit fünf oder sechs Kindern werden nur fünf Einzelteile ausgegeben. Der Rest der Teile wird jeweils mit der Abbildung nach oben auf einen Stapel gelegt. Wenn ein Spieler nun an der Reihe ist und kein Einzelteil ablegen kann, darf er das oberste Stück vom Stapel nehmen und, wenn möglich, anlegen. Kann nicht angelegt werden, ist der nächste Spieler an der Reihe. Malblock

Aus den Schmetterlingen, Raupen, Puppen und Blumen, die in Papilo vorkommen, wurde ein separates, auszumalendes Bild gemacht. Diese Bilder können in Form Malblocks mit 50 Blättern (A4-Format, 30 x 21 cm) bestellt werden. Mit den Schmetterlingen und Pflanzen des Spiels als Vorlage / - oder so, wie sie es selbst wollen - können die Kinder die Bilder ausmalen. Damit kann auch eine Lektion über das Leben des Schmetterlings einhergehen. Auf der Rückseite der Anleitung befindet sich eine verkleinerte Version des auszumalenden Bildes. Der Lebenszyklus: vom Ei bis zum Schmetterling

Es gibt viele Arten von Schmetterlingen, die alle auf ihre eigene Weise leben. Die folgende Beschreibung ist sehr allgemein und kann daher unter keinen Umständen vollständig sein. Sie ist als erster Einblick in das spannende Schmetterlingslebens gedacht. Das Leben eines Schmetterlings beginnt als Ei, welches von der „Schmetterlingsmutter“ gelegt wird. Diese Eier sind etwa 1 mm groß und gleichen absolut nicht einem Vogelei. Manchmal sehen sie aus wie ganz kleine See-Igelchen, manche sehen aber auch aus wie eine „klitzekleine gelbe Gurke“. Die Schmetterlingsmutter legt ihre Eier auf Pflanzen mit vielen Blätter, weil die meisten Raupen, die aus den Eiern schlüpfen, viele grüne Blätter essen. Nach etwa zehn Tagen schlüpft die Raupe aus dem Ei. Nachdem sie zuerst die Schale des eigenen Ei´s aufgegessen hat, entwickelt sie sich wahrlich zu einer Raupe „Nimmersatt“, einer Fressmaschine, die sich bemüht, möglichst viele Blätter der Gastpflanze aufzuessen.

Deutsch

18

Wenn wir Menschen wachsen, wächst auch unsere Haut mit. Das ist nicht so bei den Raupen und allen anderen Insekten. Die Haut dehnt sich ein wenig mit, aber nach etwa einer Woche - manchmal auch nach viel längerer Zeit - wird sie wirklich zu klein: die Raupe verlässt ihre bisherige Haut - um weiter zu essen! Manchmal kann man, wenn man gut hinsieht, die „weggeworfenen Jacken“ der Raupen auf den Pflanzen finden. Schmetterlingsraupen sehen ganz verschieden aus: es gibt nackte Raupen, aber auch solche, die kurze oder lange, viel oder wenig Haare haben. Es gibt sogar welche mit Dornen und sogar Warzen! Viele Raupen bleiben nur kurze Zeit, also nur ein paar Wochen im „Raupenzustand“; andere bleiben selbst ein paar Jahre Raupe, bevor sie verpuppen. Eine Raupe verpuppt sich, baut also ein Häuschen um sich herum, um sich darin ungefährdet zum Schmetterling zu verändern. Das Häuschen (die Puppe) ist oft die letzte Häutung: Anstelle einer neuen Raupenhaut bekommt die Raupe eine Puppenhaut. Diese ist zuerst noch weich, wird aber schnell hart. Es gibt auch Raupen, die einen kilometerlangen Faden um sich herum spinnen. In der freien Natur kann man häufig an einem Blatt hängende Puppen entdecken, es gibt aber auch Raupen, die sich einen ruhigen und sicheren Platz unter der Erde suchen, um sich dort zu verpuppen. Bei manchen Raupen dauert das Verpuppen nur einige Wochen, bei anderen dauert es erheblich länger. Kurz bevor ein Schmetterling aus der Puppe schlüpft, kann man bereits die Flügel durchschimmern sehen. Wenn es dann soweit ist, platzt die Puppe auf und der Schmetterling zwängt sich in ein paar Sekunden heraus. Er kann aber noch nicht sofort wegfliegen, da seine Flügel noch nicht so weit sind. Der Schmetterling pumpt Luft (wie bei einer Luftmatratze) und Blut in seine Flügel, um sie ausbreiten zu können. Er muss dann nur noch warten, bis sie trocken sind. Dieses Warten ist für den Schmetterling gefährlich, da er für eine Menge anderer Tiere wie Vögel, Eidechsen und auch andere Insekten ein Leckerbissen ist.

Deutsch

19

Nach ein paar Stunden endlich kann der Schmetterling in die Luft steigen und auf die Suche nach Blumen gehen, um dort den Nektar zu trinken. In einem Garten mit vielen Blumen sieht man daher auch viele wunderschöne Schmetterlinge. Auf zwei Abbildungen der Pflanzenserie, dem Eichenblatt und der Brennnessel, sind Raupen und Puppen abgebildet. Die Blumen auf den Pflanzenabbildungen werden gerne von Schmetterlingen aufgesucht: Lavendel, Samtblume, Butterblume und Schmetterlings-strauch. Diese Pflanzen gehören nicht unbedingt zu den in Papilo abgebildeten Schmetterlingen. Die in Papilo abgebildeten Schmetterlinge sind vornehmlich solche, die in großen Teilen unserer Erde vorkommen; es sind aber auch solche vertreten, die nur in speziellen Gebieten zu finden sind. Es folgt eine Liste der Namen von Schmetterlingen und Pflanzen, die an anderer Stelle in dieser Anleitung abgedruckt sind. Name Hauptfarben 1) Schwalbenschwanz gelb, schwarz, blauer Rand (Papilio machaon) 2) Pfauenauge (Inachis io) rotbraun mit violett/gelbe Augen auf den Flügeln 3) Monarch orange, schwarz, weiße Pünktchen 4) Apatura metis blau/violett, rosa orange 5) Morpho Helena hellblau mit weißen Flecken 6) Ornithoptera Goliath apfelgrün und gelb 7) Eichenblatt 8) Brennnessel 9) Lavendel 10) Samtblume 11) Butterblume 12) Schmetterlingsstrauch Illustrationen: E. Koopmans

Deutsch

20

Bestellnr.: 3.264.00

Farbblöcke Papilo (50 Blatt A4) Bestellnr.: 3.264.01

Français

21

Objectif:

Papilo permet à l’enfant d’apprendre, tout en jouant, à comparer les formes et les couleurs. Le fait de jouer ensemble à Papilo favorise également la socialisation. Papilo offre, en outre, un point de départ pour apprendre à connaître le cycle de vie du papillon et découvrir que certaines plantes sont importantes à chaque stade du développement de cet insecte. Contenu:

- une boîte et son couvercle (25,5 x 18,5 x 4,5 cm). - 36 pièces comportant les demi-représentations de six papillons différents. - 36 pièces comportant les demi-représentations de six plantes différentes. - une notice pédagogique. Possibilités:

Jeu individuel Trier (1ère méthode) L’enfant sort la série papillons de la boîte et la place face à lui sur la table. Il reconstitue ensuite autant de paires que possible, en associant chaque fois les deux pièces permettant de former un papillon entier. Il est également possible de pratiquer cet exercice à l’aide de la série des plantes. Trier (2ème méthode) L’enfant doit placer toutes les pièces figurant un papillon face à lui, sur la table, et reconstituer 15 paires inverses en associant chaque fois les deux pièces figurant les deux moitiés inverses de deux papillons. Par exemple, pièce no. 1 : grand porte-queue - monarque et pièce no. 2 : monarque - grand porte-queue. L’enfant associe ainsi les deux pièces des deux côtés et regarde si les deux moitiés concordent d’un côté comme de l’autre. Si c’est le cas, il a trouvé une paire inverse. A la fin, il ne reste plus que six pièces figurant chacune les deux moitiés d’un même papillon. On ne peut alors plus

Français

22

reconstituer de paire. Le même exercice peut également être pratiqué avec la série des plantes. Disposer en cercle

L’enfant sort la série des papillons de la boîte et la place face à lui sur une grande table ou sur le sol. Il assemble ensuite toutes les pièces les unes aux autres, formant ainsi chaque fois des papillons entiers, jusqu’à ce que le cercle soit complet. Ceci fait, on recommence ensuite le même exercice avec la série des plantes. Le cercle des plantes s’inscrit sans celui des papillons. Formes de jeu pour deux à six joueurs Domino

Préparation : Choisir la série (papillons ou plantes) avec laquelle on jouera en premier. A titre d’exemple, les variantes suivantes sont proposées avec la série des papillons. Le même exercice peut être effectué avec la série des plantes; le cercle des plantes s’inscrit dans celui des papillons. Variante 1

Distribuer toutes les pièces aux joueurs (à cinq, il reste une pièce excédentaire, celle-ci constitue la pièce de départ). Le premier joueur pose une pièce. Le joueur suivant, s’efforce de reconstituer un papillon entier en posant une pièce à son tour et ainsi de suite. Lorsqu’un joueur ne peut poser de pièce, il passe la main. Le vainqueur est celui qui a épuisé toutes ses pièces le premier. Variante 2

Ce jeu se déroule de la même façon que la variante 1, à cette différence près qu’on ne distribue pas toutes les pièces. De deux à quatre joueurs, chaque joueur reçoit six pièces et de cinq à six joueurs, cinq pièces. Les pièces restantes sont empilées les unes sur les autres, illustration vers le haut. Lorsqu’un joueur n’a pas de quoi poser, il tire la pièce supérieure de la pioche et regarde alors s’il peut poser. Dans la négative, il doit passer la main.

Français

23

Bloc de coloriage

Une image à colorier distincte est produite pour les papillons, chenilles, chrysalides, fleurs et plantes figurant sur les pièces de Papilo. Ces images à colorier peuvent être commandées sous la forme d’un bloc de coloriage de 50 feuilles (format A4, 30 x 21 cm). Avec les papillons et les plantes en guise d’exemple, ou au gré de leur imagination, les images peuvent être coloriées par les enfants. Ce coloriage peut s’inscrire par exemple dans le cadre d’une leçon sur la vie des papillons. Au verso du présent mode d’emploi, figure une illustration à l’échelle d’une image à colorier. Le cycle de vie : de l’œuf au papillon

Il existe de nombreuses espèces de papillons, vivant chacun à leur manière. La description suivante est très générale et ne peut donc être complète. Elle est destinée à une première initiation à la vie passionnante du papillon. La vie d’un papillon commence par un tout petit œuf, qui mesure environ 1 mm, pondu par la femelle. Il ne ressemble en rien aux œufs d’oiseaux mais à de minuscules oursins ou de tous petits cornichons jaunes. La femelle du papillon pond des œufs sur des plantes très feuillues car la plupart des chenilles se nourrisent de feuilles vertes. Une dizaine de jours après la ponte, une petite chenille sort de l’œuf. Elle commence par manger sa coquille, puis, telle une machine, dévore systématiquement les feuilles de la plante. Si notre peau grandit avec nous, il n’en est pas de même pour la chenille (et tous les autres insectes). Sa peau s’étire un peu mais après une semaine environ et parfois beaucoup plus longtemps, elle devient trop petite et la chenille doit muer. Une fois sortie de sa ancienne peau, elle se remet à manger, et l’on peu alors retrouver sa mue dans la nature. Les chenilles de papillon sont toutes différentes : certaines sont complètement lisses et d’autres peuvent avoir des poils plus ou moins long. Il existe même des chenilles pourvues d’épines et de verrues ! Le temps de transformation des chenilles en chrysalide varie de quelques jours à des années. Lors de sa transformation,

Français

24

elle fabrique une sorte de petite maison autour d’elle. Cette maison-là (le cocon) est souvent sa dernière mue : la chenille obtient alors une peau de chrysalide et non plus de chenille. Cette peau, molle au début, durcit rapidement. Certaines chenilles tissent autour d’elles-mêmes un fil de plusieurs kilomètres de long. On trouve parfois ces cocons suspendus aux feuilles. D’autres cherchent un endroit tranquille dans le sol pour se transformer en chrysalide. Elles sont ainsi bien à l’abri ! Peu avant l’éclosion, on peut apercevoir les ailes du futur papillon à travers le cocon. A ce stade, l’extérieur du cocon se déchire et le papillon sort en un rien de temps. Cependant, il ne peut pas encore voler car ses ailes ne sont pas tout à fait prêtes. Le papillon pompe alors de l’air (tout comme pour un matelas pneumatique) et remplit ses ailes de sang, pour pouvoir les étendre. Il doit ensuite attendre qu’elles soient complètement sèches. C’est un moment ou le papillon est très vulnérable et peut être la proie de toutes sortes d’animaux, tels les oiseaux, les lézards et même d’autres insectes. Quelques heures plus tard, le papillon peut enfin s’envoler et partir à la recherche de fleurs dont il boit le nectar. C’est pourquoi on aperçoit souvent de magnifiques papillons dans les jardins très fleuris. Parmi les pièces représentant des plantes, deux figures, la feuille de chêne et l’ortie, comportent des chenilles et des cocons. Les papillons figurant dans le jeu mais également tous les autres papillons raffolent des plantes représentées sur les planchettes et particulièrement des fleurs de : lavande, tagète, bouton d’or et buddleia. Les papillons représentés dans Papilo appartiennent à des espèces présentes tant dans de vastes parties du monde que dans des zones plus réduites : Voici ci-dessous la nomenclature des papillons et des plantes, correspondant aux illustrations du présent mode d’emploi. Nom Couleurs principales

1) Grand porte-queue (Papilio machaon) jaune, noir, bordé de bleu

Français

25

2) Paon de jour (Inachis io) rougeâtre avec des taches violette/jaunes en forme d’œil sur les ailes 3) Monarque (Danaus plexippus) orange, noir, points blancs 4) Mars changeant (Apatura metis) bleu/violet, rose, orange 5) Morpho helena bleu ciel tacheté de blanc 6) Ornithoptera goliath vert vif et jaune 7) Feuille de chêne 8) Ortie 9) Lavande 10) Tagète 11) Bouton d’or 12) Buddleia Illustrateur : E. Koopmans Référence: 3.264.00

Bloc de couleur Papilo (50 feuilles A4) Référence : 3.264.01

26

1 7

3 9

2 8

4 10

5 11

6 12

voorbeeld kleurblok - specimen colouring block -

Muster Farbblock - modèle bloc de couleur

Nienhuis ontwikkelt en produceert educatief materiaal. Veel aandacht wordt besteed aan kwaliteit en veiligheid van elk product. Voor de onderwijskundige functionaliteit van Nienhuis producten moet echter veelal gebruik worden

gemaakt van vormen en afmetingen, zoals scherpe punten of kleine onderdelen, die bij oneigenlijk gebruik kunnen leiden tot verwondingen of ingeslikt worden, waardoor producten niet geschikt zijn voor kinderen beneden de 3 jaar en altijd gebruikt worden onder toezicht van volwassenen. Bewaar deze handleiding/bijsluiter bij het product, zodat elke gebruiker zich op de hoogte kan stellen van de wijze waarop dit product gebruikt moet worden.

Nienhuis develops and produces educational materials. It devotes much attention to the quality and safety of each product. To enable Nienhuis products to function properly in education, however, shapes and dimensions,

such as sharp points or small components, generally have to be used; these can cause injury or can be swallowed if used improperly. Therefore these products are not suitable for children under 3 years of age and must always be used under adult supervision. Keep this instruction/enclosure with the product, so that each user can inform him or herself of the manner in which this product must be used.

Nienhuis entwickelt und produziert Unterrichtsmaterial. Viel Aufmerksam-keit wird der Qualität und der Sicherheit jedes Produktes geschenkt. Für die schulpädagogische Funktionalität der Nienhuis-Produkte müssen

jedoch oft Formen und Abmessungen benutzt werden, wie spitze Ecken oder kleine Teile, die bei zweckwidriger Verwendung zu Verletzungen führen können oder verschluckt werden können, wodurch die Produkte sich nicht für Kinder unter 3 Jahren eignen, und immer unter Aufsicht von Erwachsenen benutzt werden müssen. Bewahren Sie diese Anleitung/diesen Beipackzettel beim Produkt auf, so dass jeder Benutzer sich über die Weise, auf die dieses Produkt zu benutzen ist, informieren kann.

Nienhuis développe et produit du matériel éducatif en consacrant beaucoup d’attention à la qualité et la sécurité de chaque produit. Pour des raisons de qualité didactique, les produits Nienhuis présentent certaines formes et dimensions, telles des angles pointus ou de petits

éléments qui, utilisés de façon abusive, risqueraient de causer des blessures ou d’être ingérés. Ces produits ne conviennent donc pas aux enfants de moins de 3 ans et doivent toujours être utilisés sous la surveillance d’adulte. Conservez cette notice pédagogique/ces instructions avec le produit afin que chaque utilisateur puisse s’informer de ses conditions d’utilisation.

© Nienhuis B.V. Industriepark 14, 7021 BL Zelhem - Holland Tel. +31 314 627127, Fax +31 314 627128 Internet: www.nienhuis.com • eMail: nienhuis@nienhuis.nl