Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

download Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

of 22

Transcript of Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    1/22

    De geschiedenis leert ons,dat we nooit iets geleerd hebben

    van de geschiedenis!!

    Het beleid van de Romeinse Keizers tot de 7 e eeuw.

    De beschuldiging door kerkvaders van christenvervolgingdoor Joden, en de bewuste opzet van anti-Judasme in het

    Romeinse Rijk tussen 300 - 428.De Acta Sanctorum

    Derde stukje

    Voordat we verder gaan met dit onderzoek naar de wetgeving betreffende deJoden is het nuttig de adviezen van de twee grote kerkvaders Hironymus vanStridon en Augustinus op te merken omdat hun geschriften invloedrijk en wijdverspreid waren in de hele Romeinse wereld van de vroege vijfde eeuw. De

    mening van de christelijke geestelijkheid over de Joden werd stellig benvloeddoor de zienswijze en woorden van de hogere kerkautoriteiten. Onder leidingvan de mensen die intellectueel werden gecontroleerd door Hironymus vanStridon en Augustinus ging men over tot gewelddadige acties tegen de Joden,zoals pogroms, synagogen in brand steken en meer van dien aard. Van hetuiteindelijke lot van de Joden is Hironymus, de kerkvader die meer aandachtgeeft aan Joodse aangelegenheden dan zijn tijdgenoten, niet zeker. Hij heeftdrie aannames: Soms gelooft hij in hun uiteindelijke en absolute afwijzing. Danweer denkt hij dat degenen die nog overblijven verlost zullen worden. En somsheeft hij zelfs een derde standpunt, dat allen verlost zullen worden en dat na

    het bijeenbrengen van alle heidenen heel Isral verlost zal zijn.

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Hi%C3%ABronymus_van_Stridonhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Hi%C3%ABronymus_van_Stridonhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Hi%C3%ABronymus_van_Stridonhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Hi%C3%ABronymus_van_Stridonhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Augustinus_van_Hippohttp://nl.wikipedia.org/wiki/Augustinus_van_Hippohttp://nl.wikipedia.org/wiki/Augustinus_van_Hippohttp://nl.wikipedia.org/wiki/Augustinus_van_Hippohttp://nl.wikipedia.org/wiki/Hi%C3%ABronymus_van_Stridonhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Hi%C3%ABronymus_van_Stridon
  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    2/22

    Het derde standpunt was het meest algemeen aanvaarde maar het zorgdevoor een kunstmatige verhouding tussen Joden en Christenen, omdat er nieteen onmiddellijke reactie van de Joden verwacht werd op een eventueelberoep dat op hen gedaan werd. Hironymus rangschikt de Joden onder deketters. Hij stelt dat degenen die God niet op de juiste manier zoeken nooitvrede zullen vinden. En de juiste manier is volgens Hironymus dat God alleenvia Christus te vinden zou zijn, wat de Joden niet geloven. Zij hebben huneigen godsdienst. Die vinden God zonder Christus. Hironymus noemt dat eenboosaardige manier van geloven. Daarom rangschikt hij Joden onder kettersdie God alleen met loze woorden zoeken en daarom dwaas zouden zijn,vooral ook omdat God in `ketterse zin te bevatten zou zijn met behulp vanzintuiglijke waarneming. Er is bij Hironymus dan ook geen enkele twijfel aande schuld van de Joden.Hij stelt de retorische vraag:

    Als Judas gezondigd heeft toen hij het bloed van de Verlosser verraadde,hoeveel meer hebben de Joden gezondigd, zij die Christus bloed eisten en ereen prijs voor geboden hebben, die Judas, de discipel, verleid hebben zijnHeer te verraden?

    Ook heeft hij in een aantal van zijn brieven uiting gegeven van zijn heftige anti-Joodse gevoelens, zelfs over Joden die hem persoonlijke gunsten bewezenhadden. Toen Hironymus in Bethlehem schreef naar aanleiding van zijnkennis van Hebreeuws, maakte hij zijn Joodse leraar verdacht:

    Wat een moeite en kosten heb ik mij moeten getroosten om Bar Aninas overte halen mij onder dekking van de nacht les te geven! Want in zijn angst voorde Joden schonk hij mij persoonlij k een tweede editie van Nicodemos.Indien het van pas is om iemand te haten en welk ras dan ook teverafschuwen heb ik een vreemde afkeer voor hen die besneden zijn. Totheden toe vervolgen zijn onze Heer Jezus Christus in de synagogen vanSatan.

    Toen hij enige jaren later aan Augustinus schreef herhaalde Hironymus dezeuitspraken en liet daarbij merken dat zijn haat tegen de Joden niet verdwenenwas:

    Maar als wij Joden op moeten nemen met orthodoxe Christenen dan zullen zijdit kunnen zien in de kerken van Christus, dat wat zij vervloeken in desynagogen van Satan. Ik moet zeggen dat ik niet denk dat Joden tot Christengemaakt worden maar dat zij ons tot Jood zullen maken .

    Hironymus schijft ook bitter over de Joden die hij veracht in de Commentaryon the Epistle to the Galatians (Commentaar op de brief aan de Galaten). Hij

    schrijft dat de Joden zeggen dat zij Hebreers (oud woord voor Isralietennomadisch shaapherdersvolk) zijn wat zij volgens hem niet zijn.

    http://www.amazon.com/Jeromes-Commentaries-Galatians-Titus-Philemon/dp/0268041334http://www.amazon.com/Jeromes-Commentaries-Galatians-Titus-Philemon/dp/0268041334http://www.amazon.com/Jeromes-Commentaries-Galatians-Titus-Philemon/dp/0268041334http://www.amazon.com/Jeromes-Commentaries-Galatians-Titus-Philemon/dp/0268041334http://www.amazon.com/Jeromes-Commentaries-Galatians-Titus-Philemon/dp/0268041334http://www.amazon.com/Jeromes-Commentaries-Galatians-Titus-Philemon/dp/0268041334
  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    3/22

    zij liegen want zij zijn van de synagoge van Satan. Noch moet men zichafvragen of de Joden als nabootsing van het Spirituele Isral een wellustigIsral gevestigd hebben, dat noch vrede noch erbarmen kent .

    Zijn toon in de Hosea commentaren is nog heviger:

    Een ontuchtige vrouw is een vrouw die met meerdere mannen gemeenschapheeft gehad. Een overspelige is een vrouw die, haar ware man verlaten heeften zich aan een ander bindt. De Synagoge is alle twee, en God zal haar vanhaar kleding ontdoen en de ornamenten die Hij haar schonk afnemen als zijmet haar ontucht en overspel doorgaat.

    Hironymus beweert zelfs dat de Joden en hun aanhang nog steedsChristenen van zijn tijd vervolgden, iets dat moeilijk is te geloven gelet op hetandere bewijsmateriaal van die tijd dat al eerder werd bekeken:

    Bovendien vervolgen zij, die de Bijbelteksten op de Joodse wijze volgen, totop heden de Kerk van Christus en vullen de kerk niet met ijver het woord vanGod maar met de tradities van verdorven individuen

    Opgemerkt dient te worden hoe vaag deze referenties naar de verdorven Joden waren.

    Verscheidene passages uit de Commentaren van Jesaja lijken aan te tonendat Hironymus wist van een daadwerkelijk ritueel van vervloeken vanchristenen die de Joden in hun synagogen gebruikten. De eerste heeft als doeleen idee van deze verwensing te geven:

    Dit wordt ook gezegd over de leiders van de Joden, die verdrinken in luxe enhebzucht: maar opgeroepen door God tot boetedoening en later door deapostelen, zelfs nu nog gaan de Joden door met hun godslastering en driemaal per dag spreken zij anathema over Christenen onder titel vanNazareniers. Dit is de essentie van hun vervloeking. Anathema op u die denktdat de dag des oordeels nog niet nabij is of de gevangenschap nog nietbedreigend zoals de uitspraken van de profeten voorspellen .

    Een paar bladzijden verder komt dezelfde frase terug als Hironymus zegt datde goede herder zijn eigen ziel boven liefde voor zijn verwanten voor laat gaanen niet doen als de Joden, die Christenen drie maal per dag in hun synagogenvervloeken onder de naam Nazareners. Augustinus was zeer mild ten opzichtevan de Joden in vergelijking met Hironymus. Zoals de correspondentietussen deze twee kerkvaders zal laten zien. De Afrikaanse bisschop heeft een

    groot gevoel van christelijke superioriteit. De Joden zo verklaart hij :

  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    4/22

    zijn onze dienbare slaven, die als het ware onze boekentas dragen, en onzemanuscripten terwijl wij ze bestuderen . Als wij met de heidenen debatteren,halen wij de voorspellingen aan die in de door Joden geschreven Bijbel staan

    In zijn commentaar op Psalm 63 verklaart hij dat de Joden tevergeefs naar deziel van Christus zoeken aangezien zij de kerk vervolgen of trachten tevervolgen, zoveel is zeker van hen: Zij zullen de aarde en zijn genoegens nietopgeven en daarom kruisigden zij Christus.

    Een van de meest belangrijke stellingen van Augustinus is dat de Jodenbehouden moeten blijven als vertegenwoordigers van de oude ontheffingdie eindigde toen Jezus geboren werd.Het Joodse ras moet niet uitsterven. Zeker, zij zijn overwonnen door deRomeinen, verspreid over de aarde en toegang tot Jeruzalem is henverboden, maar het is nog steeds het Joodse ras. De Joden zijn nooit zodanigveroverd dat zij geheel opgegaan zijn in de overwinnaars. Zij hebben het merkvan Cain; want zij besnijden hun kinderen volgens hun wet, zij houdenShabbat, zij vieren (het Joodse) Pasen en zij eten ongerezen brood. Toch zijnde Joden niet omgekomen en de gelovige volken hebben hen nodig. Zijmoeten nooit uitgeroeid worden, alleen verspreid over de wereld als levendegetuigenis van Gods misnoegen.God is, zoals Hironymus zegt, zo vertoornd door de Joden dat zij nuverspreid zijn als geestelijke bedelaars:

    Omdat deze lieden God onze Heer gekruisigd hebben. Want zij zijn niet inhun voormalige verblijfplaatsen maar zijn verspreid over de hele aarde. Hierspreekt de psalmist over de bedelarij van hun spirituele rijkdom. Want zijhebben noch profeten noch wet, noch priesterschap, noch offeranden maar inwerkelijkheid zijn zij tot b edelaars gemaakt.

    Augustinus werkt deze ideen verder uit in zijn Tractatus adversus Judaeos . Volgens Romeinen XI, 18 23, zegt hij dat de Joden door hun ongeloof nuafgesneden zijn van de wortel waartoe de patriarchen behoorden en deHeidenen zijn, door godsvrucht ingelijfd en delen nu in de rijkdom van deolijfboom. De Joden verwierpen dit en vragen waarom Christenen het vleesniet besnijden, zich onthouden van verboden voedsel, nemen de Shabbat inacht, nieuwe maan en offeren het lam en vieren het Paasfeest met ongerezenbrood.

    Augustinus beweert dat dit alles wordt waargenomen op spirituele wijze.Christus zelf vervulde alle vorige sacramenten. Allen moeten nu gehoorzaamzijn aan Zijn nieuwe convenant. Maar de Joden bevestigen dat dezezegeningen van God naar hen verwijzen en dat zij Gods uitverkorenen zijn.

    Augustinus antwoord hierop:

    Als u zijn uitverkoren volk bent, geeft u dan toe dat u hem naar zijn doodgeleid hebt. U bent zo blind dat u beweert dat er van u gesproken wordt

    http://www.jstor.org/discover/10.2307/3051040?uid=3738736&uid=2&uid=4&sid=21103034307923http://www.jstor.org/discover/10.2307/3051040?uid=3738736&uid=2&uid=4&sid=21103034307923http://www.jstor.org/discover/10.2307/3051040?uid=3738736&uid=2&uid=4&sid=21103034307923http://www.jstor.org/discover/10.2307/3051040?uid=3738736&uid=2&uid=4&sid=21103034307923
  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    5/22

    wanneer dat niet zo is en u herkent zelve niet waar u bent. Malachi spreektvan uw verwerping. Joden komt u dan tot Hem. Want het licht is niet in uJoden maar in Christus. Waar u in Hem gelooft, daar zult u tot Hem komen .

    Augustinus besluit met een aanmaning aan alle Christenen omoveral tot de Joden te preken in een geest van liefde, of zij bekeringverwelkomen of verwerpen. De beste manier om hen te winnen is metvriendelijkheid en niet met opscheppen.

    In dit overzicht wordt een indruk gegeven van anderhalve eeuw over de inhevigheid toenemende anti-Joodse propaganda. Deze theoretische aanvalwerd vaak aangevuld met fysiek geweld en actieve Jodenvervolging doorChristenen. Hoewel de kerkvaders en keizers Joden niet konden verbieden televen, was het belangrijkste doel van conciliaire en seculiere wetgeving eenpoging om de Joden binnen de grenzen van hun eigen gemeenschap op tesluiten voor zover het religieuze aangelegenheden betrof en hen hunburgerlijke vrijheden te ontnemen Echter op dat tijdstip was het moeilijk testoppen. De positie van de Joden werd steeds meer ondergeschikt gemaaktaan die van de Christenen. Al in 380 lieten kerk en de kerkvaders hun wensblijken om de Joden te straffen en te vernederen. Zij zijn een feralis secta (onuitsprekelijk beestachtig ?) in een synagoga Satanae (synagoge desSatans); de wetten spreken van turpitido sua (in zijn naaktheid) en suaflagitia (zijn misdaden); hun ontmoetingen zijn sacrilegi coetus (eengoddeloze groep). Aan het einde van de vierde eeuw staat trouwen met eenJood gelijk aan overspel en hen dienen is indigna vervitudo . (onwaardigeslavernij) Voor de Joden echter was het niet gemakkelijk deze scheiding teaccepteren en zich tot hun eigen gemeenschap te beperken. Evenminverbraken de lokale Christelijke kerken gemakkelijk sociale banden met deJoden of de godsdienstige banden met het Jodendom.

    Van hun kant merkten Romeinse gezagsdragers dat het moeilijk wasondergeschikten en fanatieke bisschoppen te overtuigen dat de wetten dietegen de Joden gericht waren niet stilzwijgende toestemming gaven om nogverder te gaan, ondanks de voortdurende aansporing van anti-Joodsepropaganda door de kerkelijke schrijvers. Als de Joden enig blijk gegevenhadden het Christendom te accepteren dan zouden de wetgeving envijandigheid tegen hen in de vroege vijfde eeuw niet zo ver gegaan zijn. Watwas in deze tijd van pogroms en synagoge vernietiging het verloop vancanonieke en keizerlijke wetgeving betreffende de veel geplaagde Joden?De religieuze vervolging van de Joden bereikte in dit tijdperk een hoogtepunt.

    De informatie over de canonieke wetten van deze jaren is niet voldoende.Hoewel er enige referenties zijn aan de Joden in de canons van de Afrikaansekerk, toch is het moeilijk hen te gebruiken als historische referenties omdat de

    datering niet duidelijk is. De Afrikaanse canons werden misschien gedurendehet Karolingische tijdperk in Galli verzameld en moeten met grote

  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    6/22

    voorzichtigheid gebruikt worden. Er werd voorgesteld het bewijs van dezecanons te gebruiken sinds het materiaal van de Vervalste Nicene Canonseerder gentroduceerd was.

    Canon 89 van het zogenoemde Vierde Concilie van Carthago, door Mansigedateerd 398, is volkomen in lijn met eerdere conciliaire wetgeving die deJoden betrof. Het verbiedt in algemene termen de aanname van Joodsbijgeloof en Joodse festivals:

    Eenieder die een slaaf is van de magische riten en bezweringen moetafgescheiden worden van de gemeenschap van de kerk; alsook eenieder dievasthoudt aan Joods bijgeloof of festivals [is om afgescheiden te zijn van dekerkgemeenschap . ]

    Twee andere Carthageense canons zijn een bijzonderheid voor Afrika enenigszins tegenstrijdig van toon. De ene herinnert de bisschoppen er aan datzij in geen geval Joden mogen verbieden kerkdiensten bij te wonen, zelfs demis van de catechumenen:

    Dat geen enkele bisschop ketter of heiden of Jood verbiedt de kerk tebetreden en de het woord van God te horen, zelfs de mis van decatechumenen

    Deze wet impliceert dat Joden in deze tijd zeer zeker bekeerd werden tot hetchristendom. In de andere canon herinneren de kerkelijke autoriteiten eraandat de Joden, die worden gezien als categorie schandelijke personen, dat zijniet voor een rechtbank mogen getuigen behalve tegen elkaar:

    Bovendien is het verordend dat het slaven en zij die bevrijd zijn niettoegestaan is criminele aanklachten publiek te maken: Ook die personen diegemerkt zijn door de smet van infamia (verlies van standing), te weten:acteurs en mensen met slechte gewoontes, en ook ketters, heidenen enJoden. Echter, het is toegestaan dat zij elkaar beschuldigen, hoewel het rechtvan algemene beschuldigingen maken hen niet toegestaan is .

    Dat deze herinnering is inbegrepen in een ecclesiastische verzameling iseigenaardig maar het is misschien de kopie van een keizerlijk edict dattoevallig bewaard gebleven is in de Carthageense collectie. Het is niet bekendof een dergelijk edict uit die vroege periode bewaard gebleven is maar CodexJustinianus 1, 5, 21, impliceert het bestaan van eerdere verwarde soortgelijkewetgeving.

    De vijfde eeuwse concilies voegen maar weinig toe aan het bewijsmateriaaldat al besproken is. Uit het bewijsmateriaal van de beschikbare seculiere

    wetten moet vermoed worden dat als we meer canons uit de vroege vijfdeeeuw gehad hadden die de Joden betroffen, dan zou het duidelijk zijn dat er

  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    7/22

    vele gebruiken in praktijk gebracht werden door Joden en Christenen die doorde concilies uit de vierde eeuw afgekeurd werden, maar nog steeds in devijfde eeuw bestonden.

    Beperkingen van het Joodse leven bleven niet langer bij enkele categorienzoals slavenhandel, huwelijk of het decunoriaat van 380 over de Joden, maarbleken gereguleerd en Joden werden ten opzichte van de Christenen in allesbenadeeld. De komst van de vijfde eeuw is ook het begin van deonbevoegdheid van de Joden, wat direct leidde tot het middeleeuwse getto.De deling van het Romeinse Rijk na de dood van Theodosius de Grote,tussen Honorius en Arcadius symboliseert de toekomstige ongelijkheid vanvoorspoed tussen de twee delen van het keizerrijk. De invasies van debarbaren, de grote gebeurtenissen van de vijfde eeuw, veroorzaakten chaos inhet westelijke Romeinse Rijk maar veranderde de wettelijke status van deburgers niet. De keizerlijke edicten, zoals die van de Codex Theodosianus , met inbegrip van die op de Joden sloegen, werden uitgevoerd door debarbaarse koningen en de bisschoppelijke en kerkelijke autoriteiten.

    De wettelijke uitvoering van de eerste eeuw was dat wanneer eenmaal eenrecht van de Joden verloren was gegaan, dat het bijna nooit hersteld werd.Beperkingen werden onophoudelijk strenger, en door wetteloosheid enkerkelijk enthousiasme werden van tijd tot tijd de rechten van de Joden dienog overgebleven waren in de Theodesische Code nog verder ingeperkt. DeCode vaardigde daarentegen bijna nooit wetten uit die de Joden nieuweprivileges gaf.Justinius somt de ontwikkeling aldus op: Alle verschillende stelsels waaronderzij leefden eindigden onder de invloed van de kerk, door Joden als etnischevreemdelingen te beschouwen en religieus als ongelovigen en in dezecapaciteit werden zij personen die beroofd waren van burgerrechten enonderhevig aan bijkomende beperkingen.

    In het Westen begon Keizer Honorius zijn anti-Joodse wetgeving in 398 mettwee decreten die de plichten van de Joden in de decurioraat.Om zijn behoefte aan geld boorde de jonge keizer iedere beschikbare bronaan: Al diegenen behorende tot welke sekte dan ook en die door welke wetdan ook nodig zijn voor de decurioraat zullen gehouden worden aan hetvoldoen van deze dienst. Deze wet ging gepaard met een andere van dezelfdedatum die duidelijk de ongelijkheden laat zien, voor christenen zowel als voorJoden, die aan het eind van de vierde eeuw in Itali heersten.

    Zoals al is aangetoond, burgers van verschillende standen zwierven door Apulia en Calabri in de veronderstelling dat zij vrijgesteld waren van deverplichte burgerlijke plichten omdat zij lid waren van de Joodse sekte en doorwetten die Joden aangingen en die in de oostelijke provincies uitgevaardigd

    waren. Daarom vaardigen wij door onze autoriteit uit dat deze zelfde wet, alser een dergelijke bekrachtiging is die duidelijke schadelijke is voor onze

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Codex_Theodosianushttp://nl.wikipedia.org/wiki/Codex_Theodosianushttp://nl.wikipedia.org/wiki/Codex_Theodosianushttp://nl.wikipedia.org/wiki/Honorius_(keizer)http://nl.wikipedia.org/wiki/Honorius_(keizer)http://nl.wikipedia.org/wiki/Honorius_(keizer)http://nl.wikipedia.org/wiki/Honorius_(keizer)http://nl.wikipedia.org/wiki/Codex_Theodosianus
  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    8/22

    provincies, geannuleerd wordt en dat al die personen die wettelijk door hetdecurionaat op enige wijze opgeist worden, ongeacht hun godsdienst, zullenverplicht zijn hun burgerlijke plichten uit te voeren in hun respectievegemeenschappen .

    Deze beperkende maatregelen herinneren ons er aan dataan het einde van de derde eeuw vrijheid van verkeer ontzegd was aan delagere standen en laat ons zien dat het economische keurslijf de handel in hethele rijk al bijna verstikt had. Het is geen wonder dat in deze ongelukkigesituatie het " aurum coronarium in 399 geconfisqueerd werd.Zo eigende Honorius stoutweg het geld toe dat normaliter naar de Joden in hetHeilige Land gestuurd werd. Dit deed hij kennelijk met het gevoel dat dit gelduit het Westen betaald werd aan een buitenlandse provincie. Uit de bijnacynische verwoording van het edict blijkt dat van de Italiaanse Joden verwachtwerd dat ze zich zouden verheugen in de opheffing van deze last die inwerkelijkheid noodzakelijk was voor het behoud van de eenheid van hetJodendom.

    Het was de gewoonte van het waardeloze bijgeloof van de Joden dat de Archisynagogi of de oudsten van de Joden f die personen die zij apostelennoemen, om onder leiding van de patriarch goud en zilver in te zamelen bij deindividuele synagogen en de sommen geld die opgehaald waren terug tebrengen naar de patriarch. In deze zaak bevelen wij dat alle gelden waarvanwe weten dat zij binnen een bepaalde tijd vergaard zijn nauwgezet naar onzeschatkist gezonden wordt; bovendien vaardigen wij uit dat geen gelden vanbovengenoemde categorie verzonden zullen worden.Laat het Joodse volk dus weten dat de last van deze diefstal van henafgevallen is. Maar als mensen die door die door de gewelddadige plunderaar[de patriarch] van de Joden gezonden zijn met de taak om geld af te persendan zullen zij door ons berecht worden net als er straf opgelegd wordt aanovertreders van onze wetten .

    Als de keizer inderdaad verwachtte dat de Joden van het Westen blij zoudenzijn met de bevrijding van de plundering van de Joden dan vergiste hij zichdanig, want vijf jaar later, in 404, gaf hij hen eens temeer toestemmingde aurum co rona r ium te sturen:

    Enige tijd geleden hebben wij bevolen dat de fondsen die volgens de traditievan deze landen door de patriarchen opgeist werden niet langer gevorderdzouden worden. Maar nu trekken wij deze wet weer in en wij wensen dat allenzich bewust zijn van dit Joodse privilege, dat hen door onze toegeeflijkheidgeschonken is, en het hen weer toegestaan is de fondsen volgens de oudeformule weer verzenden .

    De wetten van Honorius betreffende hetaurum co rona rium

    stammenruwweg uit dezelfde tijd van zijn belangrijke edicten die de Joden uitsloten van

    http://www.jewishencyclopedia.com/articles/2143-aurum-coronariumhttp://www.jewishencyclopedia.com/articles/2143-aurum-coronarium
  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    9/22

    militaire en gerechtelijke functies. De eerste van deze wetten werd in 404uitgevaardigd:

    Wij bevelen dat de Joden en Samaritanen, onder de illusie van de privilegesvan de keizerlijke uitvoerende macht, ontheven zullen worden van iederemilitaire en gerechtelijke rang.

    Deze wet lijkt van kracht geweest te zijn toen Hironymus zijn Commentaar opIsaiah schreef, van 408-410 want hij laat duidelijk zien dat de Joden in die tijdgeen wapens mochten dragen of in het leger mochten dienen: Noch is hetopmerkelijk dat iedere vechtlust van de Joden is vergaan, want het is hen niettoegestaan om te dienen onder het zwaard of wapens te bezitten .Omdat deze eerste wet uit 404 onrechtvaardig en ontoereikend bleek te zijn,vaardigde Honorius een meer omvattende wet uit in 418 die de Joden uitslotenvan overheidsdienst en van het leger. De Joden die al officile posities haddenkonden hun termijn afmaken en aftreden (als een bijzondere concessie), maariedere Jood die in het leger zat moest onmiddellijk gedegradeerd worden. Aande andere kant konden Joden wel advocaat worden en in de eer van de curieverantwoordelijkheid delen.

    In dienst treden bij het leger wordt geweigerd aan iedereen die een anderberoep heeft en die het Joodse geloof aanhangen. Daarom wordt het Jodendie f in dienst zijn van de regering f dienen in het keizerlijke leger de genadekrijgen hun ambtstermijn te voltooien en ontslag te nemen uit het leger(aangezien deze personen meer onwetend dan vijandig zijn), maar in detoekomst zal deze genade dat wij hen nu verleend hebben niet voortgezetworden. Bovendien bepalen wij dat diegenen die toegewijd zijn aan deverdorvenheid van deze Joodse staat, zij waarvan bewezen is dat zij dienst bijde krijgsmacht genomen hebben onmiddellijk beroofd zullen worden van huneer, en hen zal geen gratie verleend worden voor goede daden in hetverleden. Maar de Joden die opgeleid zijn in de liberale studies ontzeggen wijniet de vrijheid om de wet te volgen en wij staan hen de eer toe de curie tedienen waar zij de privileges van hoge geboorte en adel van de familie kunnengenieten. Dit zou voldoende moeten zijn en zij zouden hun uitsluiting vanmilitaire dienst niet als een schande moeten zien ,

    De economische nood, die om de afkondiging van de wetten die Joodsedeelname aan het decunoriaat afdwongen, waren niet het werkelijke motiefvoor deze wet van Honorius die de Joden hun gerechtelijke en militairefuncties ontnamen.Parkes en Lucas geloofden beiden dat de werkelijke reden voor deze actievevervolging was dat de Joden banden hadden met de Donatisten in de vroegevijfde eeuw. Lucas stelt dat de uitsluiting van Joden uit het leger en officilefuncties bij de wet gelijktijdig gebeurde met hun relatie met de Donatisten. De

    Donatisten waren tegenstanders van nauwe banden tussen kerk en staat endrongen aan op absolute kerkelijke zuiverheid. Augustinus viel hen aan als

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Donatismehttp://nl.wikipedia.org/wiki/Donatismehttp://nl.wikipedia.org/wiki/Donatisme
  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    10/22

    ketters, beginnend in 397. Dat de anti-Donatistische geschriften van Augustinus maar een paar jaar voor de uitsluiting van de Joden van burgerlijkeen militaire dienst uitgegeven waren, was voor Lucas een aanwijzing dat deJoden meegesleept werden in de val van deze christelijke ketterij. Maar aande hand van bewijsmateriaal van de Kerkvaders en wetten lijkt dat de anti-Joodse trend al in volle gang was voordat de Donatisten de laatste resten vanJoodse vrijheid hielpen vernietigen. Als de Donatisten er niet bij betrokkenwaren dan zou het Jodendom waarschijnlijk hetzelfde lot ondergaan zijn doorcontact met andere ketterse bewegingen.

    De zetel van de Donatistische sekte was gevestigd in Noord Afrika, waar Augustinus al een jaar of twintig tegen gevochten had en waar zij niet ingeweld onderdeden aan de Oostelijke monniken. De Joden waren slechtsincidenteel betrokken bij het keizerlijke pogingen om deze ketterij teonderdrukken, maar de wetten gaven aan dat de Joden een heel klein aandeelhadden in de aanvallen van de Donatisten op christelijke kerken enkerkdiensten. Dat Augustinus zweeg over de Joodse bijdrage aan dit geweldlijkt er op te wijzen dat de Joden er maar een klein aandeel in hadden. In eenwet van 408 staat dat Joden en ketters de Christelijke sacramenten nietmochten verstoren:

    Deze nieuwe en ongewone vermetelheid van de Donatisten en Joden toontaan dat zij de wens hebben de sacramenten van het katholieke geloof tedwarsbomen. Deze daden van plaag en besmetting breiden zich uit en komensteeds vaker voor. Daarom besluiten wij dat rechtvaardige straffen wordenopgelegd aan hen die de katholieke schade toebrengen of benadelen.

    Toen bleek dat deze wet niet afdoende was om de godsdienstige rellen in denoord Afrikaanse provincies te bedwingen vaardigde Honorius het jaar daarop,409, nog een wet uit die zijn voorgaande bevelen versterkte:

    Laat de Donatisten en andere ketters die niet overgehaald kunnen wordenom katholiek te worden maar ook degenen die heidenen genoemd worden,zoals Joden en ongelovigen, niet denken dat de wet die eerder tegen henuitgevaardigd werd niet meer geldig zou zijn. Laat alle rechters weten dat zijhun instructies die wij uitgevaardigd hebben tegen de Joden en ketters zonderaarzeling en met trouwe toewijding moeten uitvoeren. Maar als een rechterdoor een vergissing van de rechtbank de huidige wet niet uitvoert, laat hem enzijn hof, dat niet opgelet had toen hij ons keizerlijk bevel negeerde, dan wetendat hij dan een boete zal krijgen van twintig pond in goud. Ook als mensenmet een curiale rang die een dergelijke misdaad ten gunste van de Joden ofheidenen in hun stad of omgeving verbergen, laat hen weten dat zij gestraftzullen worden met deportatie en de verdiende confiscatie van hun bezittingen .

  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    11/22

    Tegelijkertijd met de Donatisten verschenen de Caelicolae (sekte) aan heteinde van de vierde eeuw op het toneel. Zij waren op de een of andere maniermet de Joden verbonden maar omdat zij nauwelijks genoemd worden buitende Theodosian Code weten wij bijna niets over hun gewoonten en wat zijgeloofden. De Code geeft de indruk dat alsof zij een judicerende sektegeweest zijn want er wordt gemeld dat zij bepaalde Christenen dwingen om devuile en onterende naam van Jood aan te nemen.De naam Caelicolae is gebuikt om een bijna ongehoord nieuw type crimineelbijgeloof te beschermen.

    Laat deze Caelicolae weten dat als zij niet binnen een jaar bekeerd zijn totgeloof in God en Christelijke verering dan zullen zij zelf verantwoordelijkgehouden worden volgens de wetten die wij uitgevaardigd hebben om ketterste bestraffen. Want het is zeker dat wat dan ook afwijkt van het geloof van deChristenen in afwijkt van de Christelijke wet.

    En zelfs nu hebben bepaalde personen, onachtzaam van hun ziel en destatuten, nu nog het lef om met de wet te knoeien aangezien deze duivelsebekeerders Christenen dwingen de vuile en onterende naam Jood aan tenemen. En hoewel de personen die deze misdaden toegegeven hebben en ineen rechtbank volgens de wetten van voorgaande keizers veroordeeld zijn,kan het toch geen kwaad u er veelvuldig aan te herinneren dat deze personendie op de hoogte zijn van de Christelijke mysteries niet gedwongen mogenworden het Joodse bijgeloof aan te nemen of enige andere sekte die nadelig isvoor de Roomse heerschappij nadat zij het Christendom aanvaard hebben.En wij vaardigen uit dat ieder die getracht heeft dit te doen, de daders met hunhandlangers van deze misdaad gevangengenomen zullen worden en gestraftzullen worden zoals voorgeschreven is door eerdere wetten, gezien het feit datdeze besmetting met het Joodse geloof voor een Christen erger is dan dooden verderf.En daarom, in het geval dat wij iets toestaan dat schadelijk is voor de kerkenof het verlies van de getrouwen en geliefden van God, onder de volgende

    precieze definitie, verordenen wij dat als iemand probeert deze wet te brekenhij aangehouden zal worden voor de misdaad van majesteitschennis .

    Het uitbannen van de Caelicolae schijnt succes gehad te hebben, en het beveldat het slechts en jaar te vergen was blijkbaar gehoorzaamd ; er is nooit meervan deze sekte gehoord behalve als onderdeel van de titel van een hoofdstukvan de Theodesiaanse Code dat de Joden, Samaritanen en Caelicolaebehandelde.(Waarschijnlijk is de hier genoemde sekte Caelicolae, dezelfde sekte die ookbekend staat onder de naam Manichesme welk we eerder omschrevenhebben)Hoewel de meeste wetgeving van Honorius betreffende de Joden die tot nu

    toe besproken is van onderdrukkende aard was, gelet op de tijd waarin hijleefde in aanmerking nemen, kan hij als relatief vriendelijk ten opzichte van de

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Codex_Theodosianushttp://nl.wikipedia.org/wiki/Codex_Theodosianushttp://nl.wikipedia.org/wiki/Codex_Theodosianushttp://nl.wikipedia.org/wiki/Maniche%C3%AFsmehttp://nl.wikipedia.org/wiki/Maniche%C3%AFsmehttp://nl.wikipedia.org/wiki/Maniche%C3%AFsmehttp://nl.wikipedia.org/wiki/Maniche%C3%AFsmehttp://nl.wikipedia.org/wiki/Codex_Theodosianus
  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    12/22

    Joden beschouwd worden. Zijn houding tegenover de Joden is veel minderkwaadaardig dan die van zijn co-regent, keizer Arcadius . De wens voorbinnenlandse vrede, uit angst voor de barbaarse hordes, kan een redengeweest zijn van deze goedertierenheid en ook de wens om de ontredderdeeconomie van het westerse keizerrijk te versterken door Joodse nijverheid tein stand te houden.Deze verstandige houding van Honorius, ten opzichte van zijn Joodseonderdanen, bleek uit zijn wetgeving over het kwestie van de vrijplaats,waarvan in normale tijden de schending als een misdaad vanmajesteitschennis beschouwd wordt. Het bewind van Honorius was natuurlijkverre van normaal maar hij stond Joden, die naar een vrijplaats gevluchtwaren, straffeloos toe om terug konden naar het Jodendom, zelfs degenen dietot het Christendom bekeerd waren. Een in de vroege vijfde eeuw bijna`ketterse houding in het licht van de conciliaire en wereldse wetgeving:.

    In oude en onze eigen strafrechtelijke clausules is uitgevaardigd dat als wij personen van het Joodse geloof ontdekt hebben, voor criminelebelastingontduiking en verschillende voorwendselen, en die zich met hetChristelijke geloof willen verbinden dit niet uit toewijding aan het geloofgebeurde maar listig gesimuleerd was. Dus de rechters van provincies waardeze handelingen zijn ontdekt, zijn zich zo bewust van de noodzaak vangehoorzaamheid aan wat onze statuten bepalen, dat zij deze personen zullentoestaan terug te keren naar het Jodendom als zij ontdekken dat zij noch staatin de standvastig zijn in hun religieuze overtuiging, noch doordrongen zijn vanhet geloof en het mysterie van de heilige doop, want dit is van groter voordeelaan het Christelijk geloof. (ik ben hier niet tevreden mee)

    Naast deze wet, die het geweten van veel gedoopte Joden gesust zal hebben,nam Honorius ook de unieke stap om van het consistente beleid vankeizerlijke wetgeving betreffende slaven af te stappen. Hij gaf Jodentoestemming om christelijke slaven te bezitten onder voorwaarde dat zij hetgeloof van de slaven niet zouden belemmeren en enige bemoeienis met hetJoodse bezit van dergelijke slaven zou streng gestraft worden.

    Wij besluiten dat Joodse meesters zonder blaam Christelijke slaven mogenbezitten op voorwaarde dat zij deze slaven toestaan hun eigen godsdienst tevolgen. Bovendien moeten de rechters van de provincies weten dat als hetbedrag van de openbare inbeslagname is gecontroleerd en dat de brutaliteitvan die mannen die hebben gedacht om ze te misleiden met tijdige gebedenbestraft dient te worden; en wij bepalen dat alle bezittingen die frauduleus zijnontnomen of ontnomen gaan worden van Joodse meesters aan henteruggegeven moeten worden. Als iemand deze wet breekt dan moet hijbestraft worden alsof hij heiligschennis gepleegd heeft.

    Honorius was zich zeer bewust van het gevaar van Christelijke vijandigheidtegenover de Joden. Hoewel de westelijke monniken hun oostelijke broeders

    http://en.wikipedia.org/wiki/Arcadiushttp://en.wikipedia.org/wiki/Arcadiushttp://en.wikipedia.org/wiki/Arcadiushttp://en.wikipedia.org/wiki/Arcadius
  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    13/22

    niet in woeste drift en wetteloosheid evenaarden, voelde Honorius zichgeroepen om twee wetten uit te vaardigen de heiligheid van de Sabbat en deveiligheid van de synagogen moesten beschermen:

    Wij besluiten dat op de dag van de Sabbat en gedurende de periodes waarinde Joden de riten van hun cultus vieren, niemand, de Joden zal lastig vallen ofin enig deel van de stad samenkomen (met kwade bedoelingen), aangezienhet afgesproken is dat de rest van de week voldoende is voor handel enzakelijke transacties van particulieren .

    Hier voegt de Codex Jus t in ianus aan toe:

    ( Wij besluiten eveneens dat de Joden geen toestemming zullen krijgen om opdezelfde dag bijeen te komen dat orthodoxe Christenen samenkomen, zodater geen kans bestaat dat Christenen geschaad kunnen worden door Joodseverstoring van voorgenoemde heilige dagen.)

    Een volgende wet uit 412 eiste weer dat de onschendbaarheid van synagogengerespecteerd zouden worden; klaarblijkelijk duurde de ontwijding vansynagogen voort:

    Laat niemand het durven om: de Jod en in hun bijeenkomsten hun gewoonteste verbieden, te ontheiligen, met geweld binnen te dringen, of de lezingen vanhun gebeden in de synagogen te verstoren omdat moet worden toegestaandat omdat hen toegestaan moet worden om al hun gewoonten in vredebehouden, overeenkomstig hun wet, zonder inmenging van buitenaf in hunreligie en cultus. En sinds oude gewoonten en praktijken de heilige dag van deSabbat voor het voorgenoemde Joodse volk bewaard hebben besluiten wij datook het volgende verboden is, te weten: dat van geen mens het privilegegeschonden wordt, dat geen Sabbat bijeenkomst een Jood mag hinderenonder het mom van publieke zaken of een particuliere herdenkingsdienst, alsalle andere dagen van de week voldoende worden geacht voor hetbedrijfsleven in de openbare wetten geacht de matiging van onze tijd. Wijbesluiten dit, hoewel het er op lijkt dat genoeg gezegd is hierover in de wettendie uitgevaardigd zijn door keizers uit het verleden.

    De opvolger in het westen, Valentinianus III laat in zijn wetgeving weinig zienvan de verzoenende en beschermende wetten die blijken uit de wetten vanHonerius.Zoals de laatste juridische uitingen van de houding ten opzichte van de Jodenin het West-Romeinse Rijk liet zien, uit de twee wetten van Valentinianus IIIdie Joden uitsloot van staatsdienst en hun van hun erfrecht beroofde, bleekdat de nacht van fanatisme en intolerantie op het Westen was gevallen inongeveer dezelfde tijd als de Joden werden beroofd van hun laatste privileges

    in het Oost-Romeinse Rijk. Valentinianus III herhaalde de wet die Joden

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Valentinianus_IIIhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Valentinianus_IIIhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Valentinianus_IIIhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Valentinianus_III
  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    14/22

  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    15/22

    Arcadius en Theodosius uitstortten over de hoofden van de Joden die degedurende de eerste jaren van de vijfde eeuw in het Oost-Romeinse Rijkleefden . Arcadius die Theodosius de Grote als keizer in 395 opvolgde in hetoostelijke gedeelte van het Romeinse Rijk was een onervaren jongen vanzeventien. De macht lag in handen van een reeks favorieten regenten, Rufinusen Stilicho, en het is tegen deze bewogen achtergrond dat zijn Joodsewetgeving werd doorgevoerd. De ellende uit de tijd van de barbaarse invallenhad ernstige gevolgen voor de situatie van de Joden. De wetgeving geeft onshet beste beeld van de Joods-Christelijke verhouding tijdens het bewind van

    Arcadius. Dit bewijs wordt geleverd door de vurige preken van Chrystostomusin Antiochi en van Cyril in Jeruzalem en hitste wanneer de gelegenheid zichvoordeed de toch al anti-Joodse bevolking die stond te popelen om de Jodente beroven, op. Joden leden nu ook onder aanvallen van ambtenaren,geestelijken en fanatieke bendes.

    Een kleine ergernis die verboden was door de wet uit 396 was de bemoeienismet Joodse slavenmarkten.

    Laat niemand buiten de Joden prijzen vaststellen voor de Joden als zijgoederen te koop aanbieden. Want het is alleen maar juist dat zij zelf de

    prijzen vaststellen. Bovendien mogen ambtenaren van de provincies jullie nieteen inspecteur of directeur opdringen. Maar als iemand het durft om dezekwestie zijn aandacht te geven in weerwil van uzelf en uw leiders, laat deoverheid dan haast maken met zijn bestraffing net zoals gedaan zou wordenmet hen die de goederen van anderen geroofd hebben .

    Deze wet toont aan dat ambtenaren opdringerig waren tegenover de Joden endat zij inbreuk maakten op hun handels privileges als Romeinse staatsburgers.Men kan eraan twijfelen dat de wet dit misbruik corrigeerde want de meerdirecte aanvallen op het Jodendom hadden aantoonbaar succes. Ondanks zijnhoge rang en dat hij officieel tot de adel behoorde werd in 396 het karakter enhet fatsoen van de patriarch van de Joden belasterd:

    Als iemand het durft om de doorluchtige patriarchen in het openbaar tebelasteren, laat hem dan bestraft worden .

    Maar alleen verbaal geweld tegen de patriarch was niet genoeg. Hij werdopenlijk beledigd, zijn rechten werden in twijfel getrokken en zijn beambtenwerden uitgedaagd, zoals een andere wet laat zien:

    Wij bevelen dat alle privileges die mijn vader zaliger en de keizers die hemvoorgingen hebben toegekend hebben aan de eerbiedwaardige patriarchen enzij die de patriarchen aangesteld hebben als beambte blijvend bewaardblijven .

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Arcadiushttp://nl.wikipedia.org/wiki/Arcadiushttp://nl.wikipedia.org/wiki/Arcadiushttp://nl.wikipedia.org/wiki/Arcadius
  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    16/22

    Ergens in de periode van 396-404 werd verloor de patriarch zijn titeldoorluchig (inlustris ) en hij werd alleen nog eerwaardig (spectabilis ).Dit was de eerste stap op weg naar zijn degradatie die plaats vond in 415onder Theodosius II.Onder bewind van Arcadius gingen Christenen in de oostelijke gedeeltevan het Romeinse rijk veel verder dan kleine pesterijen en beledigingen. Zijhielden zich ook bezig met het aanvallen en vernielen van synagogen envielen de Joodse aanwezigen aan met nog meer geweld dan hunmedeburgers in het Westen. Dit werd aan het licht gebracht door een edict uit397 dat specifiek gericht was aan de gouverneur van Illyricum.

    Parks gelooft dat dit edict werd uitgevaardigd vanwege de onlusten in deprovincie Illyricum die gepaard gingen met de invallen van Alaric en deVisigothen (Westgothen) in de regio:

    Uit hoofde van uw autoriteit zult u uw ambtenaren het bevel geven tezamente komen om hen te doordringen van het idee dat de Joden beschermdmoeten worden van de rooftochten van plunderaars en dat de synagogen hungebruikelijke rust moeten bewaren .

    Het is typerend voor de hardvochtige behandeling van Joden in het Oost-Romeinse Rijk dat een jaar of twintig voor Honorius in het Westen de Jodentoestond om terug te keren tot het Judasme als zij naar de kerk gevluchtwaren om economische redenen. ( CTh. , 16, 7, 23), In het Oosten had

    Arcadius tot schending van wijkplaats toegestaan en hij beval dat de Joden uitde kerken verdreven moesten worden tot zij hun schulden betaald hadden.

    De Joden die lastiggevallen worden voor schuld of een andere misdaad endie pretenderen dat zij verbonden wensen te worden met de Christelijke wetopdat zij hun misdaden of het betalen van hun schulden kunnen ontlopen doorbij de kerk hun toevlucht te zoeken moet verboden worden toe te treden tot dekerk, noch mogen zij als Christen geaccepteerd worden voordat zij hunschulden volledig betaald hebben of dat zij vrijgesproken zijn van debeschuldigingen tegen hen door hun onschuld te bewijzen .

    Dit edict toont met hoeveel wantrouwen gedwongen bekeringen gezienwerden in het Oosten en de toestemming tot schending van vrijplaats is eenindicatie van de wetteloosheid aan het eind van de vierde eeuw overalheerste. Het probleem van de Joodse dienstverrichting in het decurionaat wasiets waar Arcadius wetten over maakte zoals zijn co-regent ook deed. In hetbegin gaf hij de Joden een zeer brede vrijstelling van de curie plichten:

    Joodse geestelijken hebben dezelfde privileges als de Christelijkegeestelijkheid :

  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    17/22

    De Joden moeten zich beperken tot hun eigen erediensten: ondertussen doorhun privileges te beschermen streven wij de vroegere keizers na, door inwiens decreten werd vastgesteld dat de Joden de privileges behouden dietoegekend waren aan degenen die onderworpen zijn aan deopperheerschappij van de illustere patriarchen, en aan die hogepriesters en

    patriarchen en oudsten en de anderen de heilige riten van deze godsdienstverrichten: en wij besluiten door de toestemming van onze heilige wil dat deJoden tot in de eeuwigheid dezelfde privileges zullen behouden die gegundzijn aan de voornaamste priesters van de eerbiedwaardige christelijke wetvanwege hun heiligheid. Want niet alleen de heilige Constantijn enConstantius maar ook Valentianus en Valens hebben dit in hun goddelijkewijsheid bevolen. Laat daarom de Joodse priesters vrijgesteld worden vancurie verantwoordelijkheden en laat ze hun eigen plichten uitvoeren volgens hun eigen wetten .

    Aan het einde van de vierde eeuw, geplaagd door religieuze twisten, had eendergelijk liberale wet weinig kans om lang te overleven. Dit was waarschijnlijkde wet die Honorius stoorde en hij herriep die CTh. , 12, 1, 158 (q.v., p. 57). Dewestelijke keizer dacht dat deze onschendbaarheid de economie van zijnprovincies zou runeren en daarom vaardigde hij zijn eigen wet uit om deuitwerking van de wetten van Arcadius in het oosten te belemmeren. Na tweeen een half jaar scheen Arcadius ervan overtuigd te zijn dat zijn broer tochgelijk had en herzag hij zijn liberale beleid, een rampzalig feit voor de Joden.In 399 werden de Joden verplicht hun volle aandeel in het decunoriaat bij tedragen:

    De Joden die duidelijk aansprakelijk zijn voor de curie zullen hun volledigeverantwoordelijkheid in het decurionaat dragen . "

    Waarschijnlijk is een gedeelte van de wetten van Arcadius verloren gegaan bijde wetten van zijn opvolger, Theodosius II. Zijn opvolger, Theodosius II, heeftnamelijk verschillende wetten uitgevaardigd die wijzen op een versterking vaneerder uitgevaardigde wetten, die de vrijheid van de Joden beperkten. In 398vaardigde Arcadius een wet uit, die in hoge mate de gerechtelijke autonomievan de Joden beperkte, want hij dwong de Joden zich aan de Romeinse wet tehouden behalve voor puur religieuze kwesties:

    Laat de Joden die volgens de Romeinse wet en volgens gewoonterechtleven hun rechtszaken op plechtige manier voor de rechtbank brengen enbesluiten dat Romeinse wetten in die gevallen meer tot het forum en de wettenbehoren dan de wetten van hun eigen religie:

    Laat hen volgens onze wetten leven maar het oordeel van arbiters en het publiekrechtelijke wet mag die personen niet ontzegd worden als zij het met

    elkaar, als burgers, eens geworden dat zij zich aan de uitspraak van eenrechter te houden en zij besluiten om een civiele procedure te behandelen

  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    18/22

    voor rechters die gekozen zijn uit de Joden of patriarchen. Bovendien zullende rechters uit de provincies het vonnis van deze mannen uitvoeren .

    Naast het beperken van Joodse wetgeving tot aangelegenheden van de cultusheeft Arcadius hen mogelijk ook het recht ontnomen om in een Christelijk hofte getuigen. Ferradus, een Carthaagse diaken in de zesde eeuw heeft inzijn Brevia tio Canon um , een wet daarover opgenomen die waarschijnlijkstamt uit de tijd van Arcadius:

    Het is verordend dat alle slaven of zij die permanent bevrijd zijn of aldiegenen aan wie het volgens de algemene wet niet toegestaan is omopenbare aanklachten te doen, acteurs, ketters, heidenen en Joden zullengeen goedkeuring hebben beschuldigingen voor een rechtbank te maken.

    Parkes denkt dat deze canon nauwelijks kans had opgenomen te worden ineen kerkelijke verzameling zonder keizerlijke goedkeuring. Deze afzwakkingvan de legale positie van de Joden in het oostelijke deel van het keizerrijklegde de basis voor de wetgeving van Theodosius II, die de patriarchdegradeerde en van de Joden vreemden maakten in een vijandige wereld,alleen getolereerd als symbool van een vroegere dispensatie.De Joodse wetgeving van Theodosius II, die in 408 keizer werd toen hij paszeven jaar oud was en vele jaren lang een speelbal was van zijn kamerheren,toont een nieuwe sfeer van misnoegen en openlijke afkeer van de Joden.In het oostelijke gedeelte van het Middellandse Zee gebied waren de Joodsekolonies veel groter dan in het westen en toen het geweld van godsdienstigetwisten uitbrak vloeide er veel bloed. De afbraak van de samenleving door dezwakheid van het keizerlijke bewind, de invallen van de barbaren en deeconomische verstikking uitten zich in toenemende wetteloosheid en geweld.Het waren vooral de monniken in Syri die buitengewoon meedogenloos inhun anti-Joodse activiteiten waren, en stimuleerden door hun wreedheden enbeschuldigingen de eerste wetgeving betreffende de Joden door de nieuwekindkeizer.

    De oorspronkelijke wetgeving van Theodosius die specifiek Joodse problemenbetroffen was een klacht over de Joodse manier van de viering van hetPoerimfeest, het feest van de viering van de Joodse bevrijding van Haman.Rellen en baldadig gedrag kwamen veel voor tijdens dit festival en het ismogelijk dat echte Joodse schuld deze wet mede uitgelokt heeft.

    Laat de gouverneurs de Joden verbieden de beeltenis van Haman teverbranden en het kwaadwillig in brand steken van het heilige kruis uitminachting voor het Christelijke geloof, in het bijzonder de viering van hunfestival aan de nagedachtenis van de straf van Haman in vervlogen tijden;

    doet dat opdat de Joden het symbool van ons geloof niet bezoedelen met hunspotternijen en neerkijken op de Christelijke wet als inferieur aan hun eigen

  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    19/22

    riten want zij lopen het risico om te verliezen wat tot nu toe wettige privilegeswaren, tenzij zich onthouden van dergelijke activiteiten .

    De kerkhistoricus, Socrates vertelt ons over een waargebeurde Joodse moorddie plaatsvond een jaar of acht na deze wet tijdens het Haman festival teInmestar, niet ver van Antiochi. Dit Inmestar incident is al beschreven. Erwas grote verontwaardiging over dit incident onder de Christenen en deRomeinse autoriteiten gaven de daders zware straffen. Juster twijfelt aan deechtheid van dit verhaal omdat er geen gegronde basis voor is, en hij probeertde Joden van alle aanklachten van rituele moorden vrij te spreken. Maar demoord zelf lijkt een ongeluk te zijn en valt zeker niet onder het hoofdstukrituele moord .

    Parkes gelooft dat de echtheid van dit verhaal wordt gestaafd omdat er geenwonderen gebeurden en door de feitelijke niet fantastische aard van hetverhaal en deze redenering lijkt overtuigend te zijn. Het is zeker een zwartevlek op het Joodse blazoen. Het is misschien van betekenis dat Agapius, eenlatere kroniekschrijver, ook melding maakt van Joodse rellen Alexandri dieongeveer tegelijkertijd plaatsvonden.Een aantal Joden die met geweld gedwongen waren zich te laten dopennamen een beeld van Christus en kruisigden het in 411 en volgens dit verhaalbespotten zij de Christenen en schreeuwden: Dat is jullie Messias! Uiteraard volgde er een rel waarbij veel Joden en Christenen hun levenverloren.Deze gebeurtenis, die rampzalig was voor de Joden, omdat het antisemitischegevoelens opwekte, werd gevolgd door de rellen in Alexandri van 414 dieernstiger waren met als resultaat dat bisschop Cyril alle Joden uit Alexandriverdreef. Het was een grote slag voor het Jodendom omdat de Joodsegemeenschap in Alexandri heel groot was en er geen melding gemaakt werdvan een terugkeer naar die stad. De gedwongen bekering van alle Joden opMinorca in 418 werd bewerkstelligd door bisschop Severus. We hebben hetverslag van deze gruweldaad van de bisschop zelf. De vrome Severusverklaarde dat hij al lange tijd ontzet was dat de Joden zo talrijk en rijk warenin de twee grootste steden van Minorca, vooral Magona. Hij wenste al langetijd een heilige oorlog tegen hen te beginnen en hij werd uiteindelijkaangemoedigd in de hoop op een overwinning door de komst van derelikwien van Sint Steven, de martelaar, die op Minorca waren achtergelatendoor de gevierde Orosius.

    Na korte tijd begon het conflict en een langdurige woordenstrijd vond plaats.De Christenen werden door hun bisschop geleid, de Joden door een zekereTheodorus, een man die geschoold was in het rabbinaat en die ooit de functiehad van verdediger van de stad Magona. Na een slepend debat en eenstraatgevecht werd Theodorus omgekocht door het Christendom te

    aanvaarden en toen de rabbi toegaf, gaven alle Joden toe en bekeerden zich.Severus besloot zijn brief met zijn broeders warm aan te bevelen en het

  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    20/22

    voorbeeld van zijn eigen bezieling en succes te volgen. De wetten vande Theodos ian Code tonen duidelijk aan dat zijn advies gretig werdopgevolgd; de boosaardigheid van de gedwongen bekeringen ( wat dezemassa bekering op Minorca zeker was) werden latere vijfde eeuwgemeengoed. Misschien waren er in die tijd meer rellen tegen de Joden in dewijdverspreide delen van het rijk. In het jaar 420 was er een wet vanTheodosius gericht aan Filips, gouverneur van Illyri, die de Joden tegenaanvallen beschermt en het in brand steken van synagogen verbiedt en dietegelijkertijd de Joden waarschuwt niet de woede op te wekken van deChristenen. Dit kan tot uiting komen in actievevijandigheid die meer dan tien jaar duurt:

    En verder, geen Jood zal, als hij onschuldig is, onderdrukt worden noch maggeen enkele religie hem slachtoffer maken van kwade laster. De synagogenen ontmoetingsplaatsen van de Joden mogen nergens in brand gestokenworden, noch valselijk en zonder reden geschonden worden aangezien overhet algemeen, dat zelfs als iemand betrapt wordt op een misdaad, voor alleshet gezag van de rechtbanken geldt en de bescherming van het publieke rechtzijn opgericht voor dergelijke zaken. Maar terwijl we willen deze wetten wordenafgekondigd voor de juridische bescherming van hun persoon, bevelen wij ookdat zij als volgt gewaarschuwd worden:

    Laat de Joden niet op enige wijze onbeschaamd worden, hoogmoedig vanvertrouwen in hun eigen veiligheid en onbezonnen optreden tegen deheiligheid van de christelijke religie .

    Het meest ongelukkige resultaat van het vele Joods-Christelijke ???? zijnvooral het Inmestar incident en de twee rellen in Alexandri, die anti-joodsegevoelens kristalliseerden die in die eeuw al aan het toenemen waren.Deze massa hysterie, aangewakkerd door religieus fanatisme en de wens omte plunderen, hadden invloed op de heersers van het rijk en in 415 brachtTheodosius de Joden de grootste klap toe in een eeuw van Romeinsewetgeving waaronder zij al hadden geleden. Dit was de degradatie van depatriarch Gamaliel:

    Hoe hoger het ambt waartoe hij verheven werd, hoe meer Gamaliel dacht dathij ongestraft ongehoorzaam kon zijn aan onze bevelen. moge Uw Excellentieweten dat onze clementie bepaalde bevelen heeft gegeven aan deillustere magis ter off ic iorum : :

    Te weten, dat het blazoen van eervolle prefectuur van de patriarch aan hemontnomen wordt en eveneens dat hij teruggebracht wordt tot die rang die hijbekleedde hij voordat hem de prefectuur werd toegekend: bovendien mag hijgeen synagogen meer bouwen en wanneer synagogen verlaten zijn dan moet

    hij ze vernietigen als ze zonder rellen afgebroken kunnen worden en geenenkele Jood zal het recht hebben om Christenen berechten as er een geschil

  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    21/22

    ontstaat tussen Joden en Christenen dan moet dat door de gouverneurs vandie provincie beslecht worden. Indien een patriarch of enige andere Joodtracht een Christen, vrijgelaten slaaf of slaaf van welke sekte ook, tracht tebezoedelen met het teken van de Jood (besnijdenis) laat hem en de Jood danzijn wettige straf ondergaan. Bovendien, als een Jood christelijke slaven heeftdan moeten die slaven bevrijd worden en onder de hoede van de kerkgeplaatst worden, volgens de wet van Constantijn .

    Deze degradatie van Gamaliel, die hetzelfde was als het afschaffen van zijnambt, was misschien deels het gevolg van zijn eigen gebrek aanvoorzichtigheid. De zojuist geciteerde wet lijkt te impliceren dat hij zichbevoegdheden toe eigende die hij niet bezat zoals het bouwen van nieuwesynagogen, rechtsprak in zaken waar Christenen bij betrokken waren en hetbezit van Christelijke slaven. De geest van de tijd echter was dusdanig dat erongetwijfeld andere uitvluchten gezocht zouden worden als de gebruiktewetten niet bestaan hadden. De woorden van Jerome in zijn Commentarenvan Isaiah gaven aan dat al vroeg, in 408 of 410 de macht van de patriarch envan zijn rechters al ernstig beknot was;

    daarom is het zelfs mogelijk dat de officile degradatie van de patriarch in415 slechts de keizerlijke bevestiging was van een voldongen feit: Maar deJoden mochten niet eens hun eigen rechters hebben en zullen zich moetenonderwerpen aan de Romeinse rechtbanken: bovendien zullen de Romeinse

    prinsen de Joodse leiders berechten, die naar het schijnt slechts leiders zijnvan hun eigen volk. Maar dit moet ook opgemerkt worden, dat de Joden geenvoorvechter hebben die een gekwalificeerde rechter is maar al hun zaken zijnnutteloos en mislukken en zijn vervuld van dwaasheid .

    Zo kregen de al eeuwenoude antisemitische gevoelens een uitlaatklep doorreligieuze en bestuurlijke goedkeuring en de degradatie van de patriarch waseen noodzakelijke stap in het proces om van Joden verschoppelingen temaken in een Christelijke wereld.

    De fondsen van de patriarch, ondanks zijn degradatie, werden nog steedsdoor de Joden aan hun Palestijnse leiders betaald, tot ook dit gebruik in 429werd afgeschaft door Theodosius II.De leiders van de Joden, die zijn genomineerd in de vergaderingen van beidedelen van Palestina of die hun tijd in andere provincies besteden, moesten hetgeld, dat zij onder het voorwendsel van het pensioengeld na de ontbinding vanhet patriarchaat hebben verzameld afdragen .In de toekomst moest, met straf als dreigement, de gebruikelijke schatting vanalle synagogen, die de patriarchen eisten onder de naam aurum coronarium,gend worden door onze Palatini. Ongeacht de hoogte van het bedrag dat nagrondig onderzoek geconfisqueerd werd en de gelden die gewoonlijk aan de

    patriarchen van de westelijke provincies gestuurd werden moesten in beslaggenomen worden voor het Joodse liefdadigheidsfonds.

  • 8/13/2019 Joodse Vervolging van christenen 3e stukje

    22/22

    De opheffing van al deze belastingen maakte het extreem moeilijk voor elkecentrale organisatie van het Jodendom om te blijven functioneren. Dedegradatie van Gamaliel en het afschaffen van het Joodse belasting systemmaakte een eind aan georganiseerd Jodendom in het Romeinse Rijk. Deontwrichting van deze kleinere groep binnen het ongeorganiseerde RomeinseRijk bleek desastreus te zijn voor de Joden. Tijdens de middeleeuwenvormden de kerk en de paus een verbindingsschakel tussen de kleinereeconomische en politieke eenheden die west Europa vormden na hetuitgestrekte Romeinse Rijk.De joden verloren hun economische banden en hun patriarch tijdens hetbewind van Theodosius II. Hulpeloos en gesoleerd van de maatschappijhadden ze geen centrale organisatie gedurende de middeleeuwen.

    Wordt vervolgd

    In dit artikel zover, halen wij vrij regelmatig, en gebruiken we o.a. het boek: The conflict of the church and the Synagogue uit 1934 van James Parkes.

    Ter aanvulling van uw Digibieb kunt u deze hier downloaden.

    Diverse boeken stellen wij u regelmatig gratis ter beschikking.Een vrijwillige bijdrage aan het Digibieb-project, klein of groot, is zeer welkom.

    Naam en bankrekeningnummer: J.P. Siepman Sneek ING 3607055 ondervermelding van: donatie-boeken

    Reacties of aanvullingen: [email protected]

    http://www.scribd.com/doc/172369336/Conflict-of-the-Church-and-the-Synagogue-James-Parkeshttp://www.scribd.com/doc/172369336/Conflict-of-the-Church-and-the-Synagogue-James-Parkeshttp://www.scribd.com/doc/172369336/Conflict-of-the-Church-and-the-Synagogue-James-Parkesmailto:[email protected]:[email protected]:[email protected]:[email protected]://www.scribd.com/doc/172369336/Conflict-of-the-Church-and-the-Synagogue-James-Parkes