PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

32
jaargang 25 // nummer 5 // december 2011 PANESSAY Faculteitsblad der M.F.V. Panacea

description

PanEssay | faculteitsblad der M.F.V. Panacea Editie: December 2011

Transcript of PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

Page 1: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

jaargang 25 // nummer 5 // december 2011

PANESSAYFaculteitsblad derM.F.V. Panacea

Page 2: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea
Page 3: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

3

4

6

9

10

12

13

14

16

18

20

24

27

28

Uit ‘t bestuurshok

Commissies & onderwijs

Bericht van het f.t. bestuur

What you see, what I see

De onmisbare snelheidstrein

IBR 2

Plato, hoeren en huiselijk geweld

Het ECG

Ode aan de kankerpatiënt

Foto’s

De reizende student

Interview GIPS-M

Co-column

Vrouwe Panacea

het jaar vliegt voorbij voor het bestuur en neemt haar laat-ste momenten met jullie door.

INHOUD

medische gereedschap dat hier is ‘afgeschreven‘ is nog prima geschikt voor gebruik in de derde wereld; lees dit en meer commissienieuws.

a story about the value of love, life experiences andmemories.

het bestuur van Panacea 2012 stelt zich aan jullie voor. Lees hier wat voor topjaar ze voor jullie gaan verzorgen.

een interessante onderzoekspublicatie over de machts- verschuivingen in de arts-patiëntrelatie door opkomsten van moderne technieken.

de opperfoet ziet eindelijk een patiënt en vertelt wat dit met zijn tere linkse ziel gedaan heeft.

COLOFON // de PanEssay is het faculteitsblad van M.F.V. Panacea en verschijnt met een beetje mazzel vijf keer per jaar // plaatsing van een stuk houdt niet in dat de redactie de daarin weergegeven zienswijze onderschrijft // de redactie behoudt zich het recht voor taalkun-dige correcties aan te brengen of stukken niet te plaatsen (tja, soms is het gewoon té erg!) // kopij kan via e-mail of op een gangbaar medium aangeleverd worden bij de redactie // oplage 2850 stuks // druk verzorgd door drukkerij OCC de Hoog, Oosterhout // redactieadres A. Deusinglaan 1 t.a.v. PanEssay 9713 AV Groningen // telefoon 06 13959484 // e-mail [email protected] // voorzitter Hidde Kleijer // hoofdredacteur Davith de Vries // redactie Jop van den Berg, Maarten Jalink, Hidde Kleijer, Marko Pol, Sietske Poortinga, Eva Salters, Sandor Schokker, Christiaan Serbanescu-Kele, Davith de Vries // lay-out Janyte Holwerda, Joël Mellema, Marko Pol, Sietske Poortin-ga, Boukje van der Slik, Davith de Vries // omslagfoto Boukje van der Slik // Sluitingsdatum volgende editie: vrijdag 2 februari 2012

dronken mensen en het commissieuitje in aangename collage. De musicalfoto’s moesten helaas het onderspit delven in een strijd om auteursrechten.

Boukje woont in Eindhoven, dat is al kut, en daar moet ze dan ook nog met de trein naar toe. Tijd voor gal spuwen in haar debuutartikel.

internationale stages worden geregeld via GIPS-M, hierbij een introductie.

in hoeverre kun jij de realitieit naar jouw ideaal-beeld vormen?

na het leren aflezen van een thoraxfoto in het vorig nummer, leren we u nu hoe wijs te worden uit de 1400 verschillende afleidingen en intervallen bij een elektrocardiogram.

two IBR 2 members tell their first experience as newbies of the International Bachelor Representation 2.

het slijmspoor achter Maarten is nog niet helemaal opgedroogd, hij kruipt zijn weg omhoog naar de semi-artsstage.

gaat een prachtige, geneeskundig verantwoorde Sinterklaasfilm uitbrengen deze winter!

Page 4: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

2

Laat je boeken thuisbezorgen of haal ze af bij het boekenbureau. Het boekenbureau is iedere dinsdag en donderdag open van 12.00 - 14.00 uur (in de eerste 4 weken van ieder blok).

Page 5: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

Wanneer je in één van de PanEssays van het afgelopen jaar kijkt, lees je dat een jaar aan het hoofd staan van de M.F.V. Panacea te vergelijken is met een achtbaan; terwijl je in de rij voor de Goliath staat, probeer je je zo goed mogelijk voor te bereiden op de rit die komen gaat. Dan volgt het moment dat je in de achtbaan moet stappen: een jaar lang maak je de meest uit-eenlopende dingen mee, en voor je het weet is de rit voorbij en zijn degenen die achter jou stonden aan de beurt. Wij stappen nu bijna uit de achtbaan om plaats te maken voor onze opvolgers die mogen genieten van de rit die komen gaat!

Het laatste deel van onze rit liep onder andere door Thailand en Keulen. Vanaf een geweldige Full Moon-party in de Kokomo zijn wij gelift naar Keulen, waar de AkCie een erg leuk weekend voor ons in petto had.Onderweg zijn we bovendien een stuk wijzer gewor-den door onder andere de tentamenlezing en de radiologie-anatomie cursus én hebben we tijdens de Medische Carrière Dag al eventjes in de startblok-ken van onze carrière kunnen staan. Vóór deze reis zijn onze opvolgers bekend gemaakt; als jullie willen weten hoe avontuurlijk zij zijn, kunnen jullie dit ver-derop in deze editie lezen.

Gelukkig kunnen we, omdat het onmogelijk is om alle mooie momenten van onze rit in de achtbaan te onthouden, terugvallen op onze almanak. Dit prach-tige boekwerk verdient zeker een plaatsje in je kast en bevat alle hoogtepunten van het afgelopen jaar!

Zo, het einde van de achtbaan is nu echt in zicht en de snelheid begint al af te nemen. Bestuur 2012 staat te popelen om plaats te nemen; nog even en de hekjes gaan open, wij stappen uit en bestuur 2012 stapt in. Wij willen jullie graag bedanken voor het mooie jaar dat wij hebben meegemaakt en we wensen bestuur 2012 komend jaar heel veel plezier en succes!

Panacea

Uit het bestuurshokHet einde is in zicht

Lieve leden,

Wanneer jullie deze PanEssay in handen hebben, zijn de laatste paar weken voor ons als bestuur aangebroken. De over-drachtsperiode is al in volle gang en we zijn dan ook druk bezig om alles wat wij het afgelopen jaar hebben geleerd, door te geven aan onze opvolgers.

Panessay • 2011:5 • 3

Page 6: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

LiftwedstrijdAkCieAkCie Een nieuw jaar is weer aange-

broken en een nieuw jaar betekent een nieuwe AkCie! Dit jaar hebben Carlotte, Daan, Enzo en Marieke vier nieuwe geweldenaren mogen verwelkomen. De gelukkigen die de eer hebben onze commissie te komen versterken zijn: Barzi, Chris, Irene en Wieke! Barzi is de tweede krullenbol van de commissie. Hoewel je zijn naam schrijft als Jasper, zeg je Berzi. Chris is de Duitser van de commissie, maar kan het woord ‘Duitser’ niet eens uitspreken. Vandaar dat hij nu door het leven gaat als Doutzen. Irene is Fries, maar dat is niet erg want Friese dames kunnen erg mooi zijn. Wieke is de wilde tijger in een onschuldig jasje. Deze dame klimt op daken en schijnt een Viking als alter ego te hebben. We zijn allemaal hartstikke blij met onze nieuwe lichting en kijken uit naar een geweldig jaar. Onze eerste activiteit zal het Almanakfeest zijn op 28 november in de Kokomo, dus komt allen naar deze partij MET MASKER!

Commissies & onderwijs

Liftwedstrijd Jihaa! In het weekend van 29 en 30 oktober streden 16 kopppels om de titel van winnaar AkCie Liftwedstrijd 2011! De deelnemers begonnen ’s morgens om 7.30 sharp bij de Martinitoren om zich al liftend naar de tus-senstop te begeven. Dit was in Enschede bij de moeder van Daan. De eerste die hier arriveerden waren Bart en Arjen en dit al na twee uur. Deze twee lucky bastards hadden een lift direct naar het centrum van Enschede weten te regelen. Sommige koppels ging het wat min-der goed af, sommigen waren ’s avonds om half zeven nog niet weg uit Enschede. Uiteindelijk is bijna ieder koppel aangekomen en zijn de grote winnaars Bart en Arjen. Zij waren om 14.30 uur als eerste op de plaats van bestemming, Keulen. De AkCie was op dit moment nog lekker Keulen aan het verkennen, maar moest zich snel terug naar het hostel haasten. Nog voor we de Dom hadden beklommen, arriveerden Koen en Hilde ook in het centrum en zijn zij gezellig mee de Dom op gegaan. Langzaamaan druppelden steeds meer mensen Keulen binnen en werd de sfeer met het kwartier gezelliger.

Toen iedereen zich genesteld had op zijn mooie kamer, zijn we rond 20.00 uur gaan eten in een echt bierhuis. Er werd niet gevraagd of je meer bier wilde, het kwam gewoon en als je een keus gemaakt had moest je het menu doorscheuren. Jeroen heeft zijn rekening nog kwijtgegoocheld; al met al was het dus een supergezel-lige boel! Daarna was het chillen en drinken in het hos-tel en hebben we vervolgens lekker door Keulen geban-jerd om hier en daar nog een pilsje te doen. Uiteindelijk zijn we nog beland in een lekkende karaokebar (met zwembad!) hebben sommigen nog hun gouden keeltjes laten horen.

De volgende dag hadden redelijk wat mensen last van algehele malaise en de kabelbaan was dan ook een zeer inspirerende tocht. De terugreis is allen meegevallen en de automensen hebben de treinmensen op station Deventer mogen wederzien. Aangekomen in Groningen vervolgde iedereen zijn weg naar huis, waar ze konden nagenieten van het prachtige weekend! Wie weet, waar zullen we volgend jaar heen gaan?

4

Page 7: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

LiftwedstrijdWAHWAH Weet jij wat je moet

doen………als iedere seconde telt?

Wij van de WAH (Werkgroep Acute Hulpverlening) organiseren jaarlijks vele activiteiten gericht op de spoedeisende geneeskunde. Denk hierbij niet alleen aan de bekende EHBO-cursussen, maar ook aan workshops brandwonden, triage, hechten, gipsen of massage! Ook organiseren wij EHBO-posten op grote sporttoernooien en evenementen, waaronder de KEI-week in Groningen.

Dus wil je in de bachelorfase van je studie alvast leren hechten of gipsen? Wil je leren hoe je moet handelen in geval van nood en ervaring opdoen als EHBO’er op grote evenementen? Of lijkt het je leuk om EHBO-lessen aan kinderen te geven als invulling van je KPP? Houd dan je mailbox en de posters in de gaten, want wehebben komend jaar nog genoeg voor jullie georganiseerd!

PanEssay • 2011:5 • 5

Commissies & onderwijs

MASHMASH In Nederlandse ziekenhuizen worden per jaar duizenden kilo’s aan medische materialen weggegooid, die eigenlijk nog heel goed te gebruiken zijn. Deze spullen mogen óf volgens de Nederlandse wetgeving niet meer terug in de kast worden geplaatst, maar kunnen nog prima hun werking uitoefenen, óf er bestaat een kleine kans dat het product niet meer geheel steriel is. Al deze spullen verdwijnen regelrecht de prullenbak in. Maar is dit niet zonde? In een hoop ziekenhuizen in de wereld komen ze immers materialen tekort om goede zorg te verlenen! Dit is waar wij van de M.A.S.H., of-wel Medical Aid by Student Help, om de hoek komen kijken. Wij zamelen deze overgebleven medische materialen in en sturen ze naar het Turiani Ziekenhuis in Tanzania, waar ze nog veel patiënten kunnen helpen.

Elke maand komen we met onze vijftien leden bij elkaar om ervoor te zorgen dat alle aangeboden spullen worden opge-haald, gesorteerd, netjes worden ingepakt en op het vliegtuig worden gezet naar Tanzania. Hier zijn ze erg blij met alles wat ze krijgen, omdat zij hierdoor meer patiënten kunnen helpen met betere materialen. Zo hoeven ze bijvoorbeeld minder handschoenen te hergebruiken omdat wij ze steriele opsturen.

We krijgen regelmatig spullen van veel zorginstellingen, waar we erg blij mee zijn. In het Martini Ziekenhuis gaan we bijvoor-beeld elke maand spullen ophalen die voor ons zijn verzameld op alle verpleegafdelingen. Ook van de afdeling Orthopedie van het UMCG krijgen we dozen vol spullen. Afgelopen jaar hebben we ook van Kliniek Sportstad Heerenveen veel materiaal gekre-gen, waar we het Turiani Ziekenhuis enorm blij mee hebben kunnen maken. Dankzij deze instellingen en onze sponsoren hebben wij afgelopen jaar 600 kilo aan medische materialen kunnen verzenden naar het Turiani Ziekenhuis!

Wil jij ons helpen met ons werk? Of weet jij nog ergens overge-bleven medische materialen te vinden die wij zouden kunnen gebruiken? Stuur dan een mailtje naar [email protected] en help ons zo de zorg in Tanzania te verbeteren!

Page 8: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

Graag stellen we ons zelf aan jullie voor…Laten we beginnen bij onze lieftallige Commissaris Interne II. Nadja zal dit jaar de functie commissaris interne II vervullen. Je kunt haar herkennen aan haar aanstekelijke lach en het feit dat ze altijd op hakken loopt. Ook is Nadja erg creatief; ze kan ze met naald en draad overweg en wist ze ons kandidaatsbestuur

voor het Orgiefeest te schminken als wolven. Nadja gaat zich dit jaar voor de volle 100% inzetten om haar taken zo goed mogelijk te vervullen. Ervaring heeft ze al kunnen opdoen in de CuCo, waarin ze penning-meester en secretaris was.

Julia zal dit jaar de functie vervullen van Commis-saris Interne I. Onze Julia, ook wel ‘Juul’, heeft net als Nadja in de CuCo gezeten en was hierin de voorzits-ter. Dit jaar zal ze zich samen met Nadja ontfermen over de vele mooie commissies die Panacea rijk is. Samen met Nadja zal ze onder andere zorgen voor de promotie van commissies, werkgroepen en voor de collegepraatjes. Julia kun je herkennen in de kroeg aan de hoeveelheid bierviltjes die ze stuk maakt. Daar-naast is Julia een groot fan van gala’s en weet ze deze tot een spetterend eind te brengen.

Onze Commissaris Onderwijs wordt dit jaar…Claire.Claire zal dit jaar zorgen voor alles wat met het on-derwijs te maken heeft. Logisch hè, als Commissaris Onderwijs? Haar taak is onder andere om de leden op de hoogte te houden van alles wat er gebeurt in het onderwijs. Claire zal dit jaar veel samenwerken met de JV’s, IBR’s , Masterraad, CCC en werkgroep Tropen-geneeskunde. Onze Claire lacht het liefst om haar eigen grappen en houdt ervan om spreekwoorden te verdraaien. Daarnaast vindt ze het leuk om mensen in de maling te nemen, maar trapt ze zelf in iedere grap.

Joost Hendrik Jan van Erp zal dit jaar Commissaris Externe worden, maar jullie mogen hem gewoon ‘Joost’ noemen hoor! Onze Joost heeft GalaCie en MCD gedaan en zal dit jaar de externe contacten onderhouden. Dit houdt in dat hij contactpersoon is van onze huidige en nieuwe sponsoren. Ook begeleidt hij de acquisitiefunctionarissen van de commissies en werkgroepen. Joost kun je herkennen aan het feit dat hij altijd in overhemden loopt, ook al heeft hij naar eigen zeggen wel enkele truien in zijn kast hangen. Daarnaast is Joost erg goed in mexxen, dus gooi eens een dobbelsteentje met hem!

Ons stukje Friesland in het bestuur is Arjen, de pen-ningmeester. Ondanks dat Arjen Fries is, kan hij geen woord Fries spreken. Dit was een grote teleurstelling voor ons. Arjen drinkt naast een biertje graag melk, geen liters maar vaten. Daarnaast is hij erg muzikaal, vraag hem eens om wat te spelen op de piano! Onze Arjen is ‘the money’ en zal dit jaar onder andere con-tact houden met de penningmeesters van de diverse

f.t. Bestuur Welkomstwoord

6

Bericht van het f.t. bestuur 2012

1 Januari is het zover… Vanaf dan zal het 25ste bestuur der M.F.V. Panacea zich het hele lustrumjaar lang inzetten voor een onvergetelijk mooi, gaaf, leerzaam, aweso-me, paars-groen en te gek jaar. Tot deze tijd zijn wij druk bezig om alle ins en outs te leren en zullen wij ons actief inzetten om jullie beter te leren kennen. En wat zou een betere optie zijn dan ons eerst eens voor te stellen via de PanEssay aan al onze leden en externe contacten?

Page 9: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

Panessay • 2011:5 • 7

commissies. Hij zal de Panacea-portemonnee met hart en ziel bewaken en al onze inkomsten en uitgaven netjes bijhouden.

Michelle is de secretaris van ons bestuur en de rech-terhand van Eva. Michelle zal dit jaar mooie notulen maken (onder andere tijdens de ALV) en daarnaast het ledenbestand beheren en bijwerken. Michelle kun je altijd een passoa-jus aanbieden onder het motto ‘the sweeter the better’. Daarnaast gaat ze graag op vakantie naar de meest zonnige plaatsen (haar laatste bestemming was Curaçao). Paars is haar favoriete kleur en ze is naar eigen zeggen blij met de combinatie paars-groen voor het lustrum jaar. Michelle heeft al veel ervaring kunnen opdoen in JV1 en doet naast het bestuur nog SympCie.

Dit jaar zal Eva, onze voorzitter, er samen met ons voor zorgen dat alles op rolletjes loopt. Naast het feit dat ze haar eigen bestuur in de gaten houdt, zal ze ook op de hoogte blijven van alles wat er binnen de

vereniging gebeurt. Ze zal dit lustrumjaar vergade-ringen voorzitten maar ook het aanspreekpunt zijn van de M.F.V. Panacea. Ervaring als voorzitter heeft ze onder andere opgedaan in de SpoCo. Naast het feit dat ze Harry Potter fantastisch vindt, houdt ze ook erg van Mona toetjes en brownies. Mocht je goed kunnen tennissen, daag dan Eva uit voor een potje tennis!

Dit was ons voorstelrondje! Wij hopen jullie ook beter te leren kennen en zouden het leuk vinden als jullie gezellig langskomen tijdens onze zitdiensten op het hok vanaf januari.

Wij hebben er in ieder geval onwijs veel zin in het komende lustrumjaar!

Liefs,

f.t. BP’12 Eva, Michelle, Arjen, Joost, Claire, Julia en Nadja

www.rug.nl/umcg/alumni

Word als master voor €5,00 per jaar lid van de Medische Alumnivereniging Antonius Deusing!

Als lid van de vereniging kan je:

1. Gebruik maken van een netwerk vol kennis en ervaring.

2. Hulp kunnen vragen hoe het is om als specialist in een bepaald vakgebied te werken.

3. Hulp kunnen vragen om toe te worden gelaten tot een bepaald specialisme. Een keuze maken om bijvoorbeeld eerst onderzoek te gaan doen

4. Na je studie oude bekenden weer te ontmoeten op georganiseerde dagen

5. Verbondenheid met je oude universiteit, omdat deze een belangrijke rol heeft gespeeld voor je toekomst

Page 10: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

8

VERZEKERINGEN, PENSIOENEN, HYPOTHEKEN MET HET ACCENT OP Ù

Heeft u uw carrière al uitgedokterd?

VERZEKERINGEN

Meeùs is onderdeel van AEGON.

Kies voor een Arbeids-ongeschiktheids-verzekering via Meeùs!

Voor startende artsen is in samen-

werking met de LHV een speciaal

aanbod ontwikkeld.

Meeùs biedt u een aantal interes-

sante extra’s, zoals een zwanger-

schapsuitkering.

Tevens is bij het aangaan

van de verzekering geen

sprake van medische selectie

(tot max. 50.000 Euro).

Heeft u interesse? De afdeling

Vrije Beroepen vertelt u er graag

meer over!

Meeùs Assurantiën

Afdeling Vrije Beroepen

Kemelstede 4

4817 ST Breda

tel. (076)5313480

e-mail: [email protected]

www.meeus.com

id5_MAD_2340292_002.indd 1 30-8-2010 15:45:25

Page 11: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

They were lying next to each other on the grass on the warm summer night, looking up to the stars in the magnificent sky. The stars were blinking and shining, each steady in their own place, aware of their roles in the natural theater that has been inexplicably designed without any flaws. The sky has no time frame, or rather an endless time frame, and it sets no limits. At any instant, the observer can add his or her own magic to it. ‘The beauty lies in the eyes of the beholder’, as it is said. It seems like for the one who wants, magic can truly be achieved. It is like the brain is tuned into turbo-speed but at the same time paused and put into slow-motion, a thousand thoughts and emotions running through the eyes of the spectator. As was the case for the father and his little daughter, who were each adding the magic of their spirits into the perfect picture above them.

The scent of summer was persistent and felt like perfume for the soul. The father closed his eyes and breathed in the scent of freedom, dragging his fingers through the fresh grass and forming a fist around them. The little girl looked to her father, watching him breath out and opening his eyes again. He turned his head and winked at her, with the smile that would make the heart of the little girl melt.The two, distanced by a life of experiences and memories but bound to each other by their hearts, were watching the sky in silence. In complete silence. The sky, blinking back at them. Suddenly,

worry strikes the face of the girl and brings slight turmoil to its previously calm expression. The girl asks with her silky voice; ‘Papa, will we ever be apart?’

‘My darling sweetheart. There is a special kind of glue that holds us together. A glue that cannot be bought or sold, invented or taken away. It is a special kind of glue that will always be between us”. ‘What is that papa?’ ‘It is love, my dear.’

A teddy bear in one hand and a firm grip of her father’s fingers in the other, all she knew was that she did not want to let go of her father. There was something so comforting and soothing with his way of being. Something she could not explain or put into words, but only feel.

The two, distanced by a life of experiences and memories, but bound to each other by their hearts, were watching the sky in silence. In complete silence.The sky, blinking back at them…

Notes from the author:This is based on a true story dedicated especially to all the diseased children in the world. All children are innocent and deserve to be given the chance to live for their dreams. The best a parent can do for their child is to love them - and let them know how important and special they are.

Nelly KazemianIngezonden

Panessay • 2011:5 • 9

What You See, What I See

A little girl puts her soft fingers in her father’s grown hands. The father squee-zes the little girl’s hands. They speak of innocence and life. He looks down at his own hands and sees his whole life pass by before him within seconds. Such a long life, so many memories, how could they play and finish playing so quickly? Had they started to fade away? He was afraid of forgetting; forgetting his true self. His experiences were what had made him the person he was today, he did not want all that hardship to be worth nothing.

Page 12: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

In het kader van deze verandering werd door de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg in 2008 het pro-gramma Gezondheid 2.0 gestart, een combinatie van gezondheidsinformatie, gezondheidsdata en patiën-tenervaringen die patiënten door middel van ICT tot hun beschikking hebben. Dit nieuwe beleid zal er voor zorgen dat patiënt en arts beter samen zullen werken op weg naar een geschikte behandelmethode voor de patiënt. De patiënt zal dus een actievere rol gaan ver-vullen als het om zijn of haar eigen gezondheid gaat. Door informatie verkregen via moderne media, zoals bijvoorbeeld het internet, zal de patiënt over meer ken-nis beschikken omtrent de aandoening in kwestie.

Laten we naar de volgende casus kijken om het belang van Gezondheid 2.0 te illustreren. Mevrouw Jans-sen is 26 jaar oud en heeft last van acne rondom haar borsten en gezicht. Tijdens het eerste bezoek aan haar huisarts werd haar de crème Benzoylperoxide Hydrogel voorgeschreven. De ernst van haar situatie verminderde aanzienlijk, maar volgens mevrouw Jans-sen duurde de genezing te lang. Dit heeft mevrouw Janssen doen besluiten om aan een Facebook com-munity genaamd “Wij zeggen NEE tegen ACNE” deel te nemen, om zo haar eigen ervaringen uit te wisselen met die van andere mensen. Bovendien heeft mevrouw Janssen zichzelf verder georiënteerd op alternatieve behandelmethoden door te surfen op het internet, waardoor zij op een forum (over acne) het volgende bericht las: “Vroeger had ik erg veel last van acne, maar dankzij Isotretinoine ben ik er gelukkig van verlost.

Het is een echte aanrader, maar het moet wel worden voorgeschreven door de huisarts”. Na het lezen van dit bericht was mevrouw Janssen er van overtuigd dat Isotretinoine het juiste medicijn was om de strijd tegen haar aanhoudende acne te bespoedigen. Tijdens haar bezoek aan de huisarts heeft ze daarom, op basis van de door haar opgedane kennis, de huisarts gevraagd om Isotretinoine voor te schrijven.

Soortgelijke situaties vallen onder het fenomeen Gezondheid 2.0 en komen de afgelopen tijd in toenemende mate voor in de praktijken van huis-artsen. Deze manier van ‘samenwerking’ tussen arts en patiënt heeft zijn voordelen. Ten eerste zal de therapietrouw (de mate waarin patiënten voorge-schreven medicatie vertrouwen) toenemen, omdat de patiënt zelf ontdekt heeft waarom het geneesmiddel wordt voorgeschreven. Daarnaast wordt door deze manier van samenwerking de duur van de gemiddelde afspraak bij de huisarts verkort.

Naast de voordelen zijn er echter ook nadelen aan te wijzen. Zo kan de betrouwbaarheid van blogs en fora in twijfel worden getrokken. Tevens kan het gebruik van verschillende soorten medicijnen door elkaar voor ernstige bijwerkingen zorgen. Isotretinoine zorgt bijvoorbeeld voor bijwerkingen die lastig op internet te vinden zijn, laat staan te begrijpen voor de leek. Een verstoorde leverfunctie, te hoog cholesterol en een toegenomen frequentie van depressies en zelfmoord-neigingen zijn hier voorbeelden van.

Patiënten zien zich een grotere rol toegeschreven dan in het verleden. Het ‘Evidence Based Practice’ (EBP) behelst de fundamentele vraag hoe geneeskunde en gezondheidszorg in bredere zin het beste kunnen worden bedreven. Evidence Based Practice bestrijkt zes kernwaarden van de gezondheidszorg in de 21ste eeuw. Met behulp van deze kernwaarden (zie Figuur 1) van het EBP zal de huisarts van mevrouw Janssen beter kunnen inspelen op haar wensen.

Gezondheid 2.0 is echter niet gebonden aan enkel de huisartspraktijk, maar gaat veel verder: de volgende stap is dan ook de apotheek. De vraag die hierbij centraal staat, is of Gezondheid 2.0 ook een grote rol zou moeten spelen bij het verstrijken van medicijnen aan patiënten. De huisarts en de patiënt staan nauw in contact met elkaar, en zullen waar nodig samen met de apotheker de juiste beslissing nemen. De huidige apo-thekers moeten echter een grotere deelname krijgen

Sayf FarajIngezonden

10

De onmisbare snelheidstreinMet de gezondheidszorg aan boord

In de afgelopen jaren is de gezondheids-zorg onderhevig geweest aan een structu-rele verandering. Hoewel in het verleden de arts centraal stond, is vandaag de dag de situatie veranderd ten gunste van de patiënt. De rol die de patiënt speelt binnen de gezondheidszorg heeft een transformatie ondergaan, waardoor de patiënt nu een actieve deelnemer is ge-worden. Deze transformatie staat binnen de medische wereld ook wel bekend als patient empowerment en shared desci-sion making.

Page 13: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

in Gezondheid 2.0. Apothekers zijn, als specialist, medebehandelaars en nemen uiteindelijk als eind-verantwoordelijke de beslissing of medicijnen aan de patiënt worden meegegeven. Van hun expertise kan goed gebruik worden gemaakt als we kijken naar de mogelijke problemen die door Gezondheid 2.0 kunnen worden veroorzaakt. De onbetrouwbaarheid omtrent medicijnen die worden aangeraden via fora kan bij-voorbeeld makkelijker weg worden genomen. Apothe-kers zullen zich daarom meer moeten verdiepen in het fenomeen Gezondheid 2.0 en een prominentere rol op de voorgrond aan moeten nemen.

Het deelnemen aan een Facebook community en het zoeken naar therapiemogelijkheden via het internet zijn vormen van Web 2.0. Bij deze tweede fase van het World Wide Web bestaat naast de mogelijkheid om als bezoeker informatie te vergaren (Web 1.0), ook de mogelijkheid om een eigen mening naar voren te brengen. Patiënten kunnen op websites als forum.ziektevanpfeiffer.nl en forum.dehuid.com zelf informatie verspreiden over hun aandoening en samen uitzoe-ken welke medicijnen en/of vorm(en) van therapie het beste bij hen passen. Het is dan ook belangrijk dat huisartsen en apothekers leren hoe zij hier het beste mee om kunnen gaan.

Mijn verwachting is dat de overheid zowel in Web 2.0 als in Gezondheid 2.0 een sleutelrol zal moeten gaan spelen, want het is haar taak om de burgers kennis te laten maken met deze twee begrippen. De voorlichting over Web 2.0 zal bij de jeugd moeten beginnen. Dit valt te bereiken door op basisscholen in heel Nederland voorlichting te geven over veiligheid en privacy. In de afgelopen jaren zijn veel meldingen gedaan over misbruikers die opereren via Web 2.0. Om dit soort misdaden te reduceren is het van belang dat de over-heid voorlichting en steun geeft aan onze kinderen. Hierdoor zal een belangrijk gedeelte van Web 2.0 beter en veiliger kunnen worden gebruikt.

Betrouwbaarheid speelt ook een grote rol in Gezond-heid 2.0. De overheid moet op dit gebied ervoor zorgen dat veel voorkomende ziektes in Nederland (huidaan-doeningen, kanker, astma en diabetes) een eigen web-site en forum krijgen, die beiden worden gecontroleerd door artsen en apothekers, zodat deze groep specialis-ten aanvulling kunnen geven op medicijnen en thera-pieën die worden aangeraden door andere gebruikers. Voor het verkrijgen van een centrale website zullen de niet door de overheid opgerichte websites bij voorkeur moeten verdwijnen, waardoor het makkelijker is om controles uit te voeren. Het belang van gecertificeerde websites komt hier duidelijk naar voren, aangezien het onmogelijk is om centrale websites te verkrijgen in het tijdperk van moderne communicatietechnologie waarin we ons bevinden. Een keurmerk, dat aangeeft dat de website onder supervisie valt van artsen en apo-thekers, zal een grote stap in de goede richting zijn naar het inspelen op Gezondheid 2.0.

Kortom, in ons huidige zorgsysteem zitten veel pun-ten die verbeterd kunnen worden. De overheid zal de huidige ontwikkelingen die haar burgers ondergaan niet voor lief moeten nemen of als een tijdelijke fase moeten beschouwen. Het combineren en voorlich-ten van Web 2.0 en Gezondheid 2.0 zal tevens de portefeuille van de overheid ten goede komen. Door bezoekers van websites goed te informeren zullen mensen minder snel naar het ziekenhuis gaan, zullen afspraken korter worden en gaat de kwaliteit van de patiëntenzorg omhoog. Op dit moment bevindt de gezondheidssector zich in de snelheidstrein genaamd ‘de huidige technologie’ en u als overheid mag deze trein niet missen.

Panessay • 2011:5 • 11

Veiligheid Het voorkomen van schade door patiëntenzorg die in feite goed is bedoeld

EffectiviteitHet aanbieden van zorg op maat, met het voorkomen van over- en onder-gebruik van zorg

PatiëntoriëntatieHet respectvol aanbieden van zorg in antwoord op en in aansluiting met de voorkeuren en behoeften van patiënten

Tijdigheid Het reduceren van wachttijden voor zowel patiënten als zorgverleners

Efficiency Het voorkomen van verspilling van menskracht en middelen

Toegankelijkheid en gelijkheidHet aanbieden van zorg voor iedereen en onder gelijke condities, ongeacht leeftijd, etniciteit en sociaal-economische status

Page 14: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

Romualdas Urnikas, BlockCee: Deciding to apply for the vacant position in the IBR was a result of curiosity more than anything else. I mean, since when are students able to tell members of the faculty that they’re not doing a good job while looking them straight in the eyes? Coming from Lithuania (yes, it’s in Europe, check the map!) (Litowen red.), such power seemed to be rather unnatural, as my pre-formed idea of how a university worked was more along the lines of lecturers being ‘untouchable’ and students having to put up with whatever gets thrown at them. Thus, I thought that the IBR had to be something else than what they were officially saying they are, most probably some type of weird cult. Think about it: they have matching T-shirts, they get together once a week to do something behind closed doors (most probably satanic rituals) and they all have a nice alibi that they’re actually making block reports, evaluating exams, organizing events and making sure we get a better education. Sounds crazy, right?

Knowing that it’s impossible to unravel a conspiracy without becoming part of it, I took it on myself to infiltrate their ranks and finally expose the truth as to what they’re doing. And well - their alibi checks out. The meetings actually involve no contact with the supernatural and they really work! Thus, without winning an Oscar for an outstanding documentary, I’m trapped among a group of people that get together to do ... work. This whole thing still hasn’t sunk into my head yet and it still feels awful when once a week, while already making a nice warm meal in my head when leaving the crowded lecture rooms I am reminded of the fact that there is an IBR meeting today. It’s kind of like finding out that Santa Claus isn’t real. Once every week.

The moral of my story, if any, is that the IBR is not a cult that will do something horrible with you if you try to tell them your opinion or if you just want to vent your study-related anger. Find us, talk to us, and we’ll do the best we can to make sure that your input is heard by the right people.

P.S. If I go missing soon after this article is published, please disregard the part where I said the IBR is not a cult.

Max Heintzen, PRCee:Just like Romualdas, I was really curious and excited before our first meeting: What will it be like? Are we going to have a hazing, just like the ones that you have to go through before you can become a member of Vindicat, Albertus, or any other “Studentenvereniging”? Will they hunt us down with wooden sticks and beat us up? Will they make us drink beer until we start crying? Because then, for sure, I made the wrong choice when I applied for this exclusive club and all my effort to finally become a member of “THE” IBR would have been useless. But, we were just about to have our first mind-blowing IBR experience, so all my concerns and fears appeared just too late anyway.

But, in the end, it was nothing really what I expected. It was more like a nice and relaxed get-together and discussing topics that bothered our lovely fellow students. One might say that this sounds freaking boring and is a waste of time. Time that we, as we all know, at least should spend on studying and other things that make our lives so liveable.

But, once again, thist is not really true. In fact, it was not boring at all! It actually is pretty interesting to deal with all stuff that happens besides our study. In the end, Romualdas and I felt really well incorporated into the group and their work. We are both still very enthusiastic about the whole story and think that we can really contribute to the group and hopefully in a good way, which is still to find out.

So I guess in the end we can just tell you guys that from now on, you are more than welcome to talk to us, if something is bothering you, not saying that the rest of the IBR 2 will be completely deaf from now on!

A. OuweteurColumn

12

IBR 2An experience report by the newbies

This report includes the personal evalua-tion of the first few days with the employ-ers of the new member of IBR 2: Romual-das Urnikas and Max Heintzen, all rights reserved.

Plato, hoeren en huiselijk geweld

IBR Romualdas Urnikas and Max Heintzen

Will they hunt us down with wooden sticks and beat us up?

Page 15: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

De hulpverleenster zei namelijk iets in de trant van: ‘Iedereen kent toch het gevoel dat iemand je het bloed onder je nagels vandaan haalt? Dat gevoel dat je diegene het liefst met beide handen wilt vastgrijpen en langzaam wilt wurgen. Helaas zijn er weinig andere mensen dan diegenen die dichtbij je staan die je zo intens kunnen irriteren, uitzonderingen als politici daargelaten. Gelukkig handelen de meeste mensen niet naar dat gevoel en dat is nou precies wat we de (huiselijk) geweldplegers aan willen leren.’

Als een ware medicus maakte een medestudent de volgende logische opmerking: ‘Ja, maar is daarmee het probleem wel opgelost? Kan je niet beter die opkomende emotie bestrijden? Het is namelijk die emotie die slecht is en waar vervolgens het slechte geweldadige gedrag vandaan komt. Door alleen het gedrag proberen aan te passen doen jullie eigenlijk niets anders dan symptoombestrijding.’

Deze redenering gaat er echter nogal van uit dat emoties voorkomen kunnen worden. Persoonlijk denk ik dat emoties een gegeven zijn. Het gaat bij emotie om onbewuste en voor een groot deel fysiologische processen. Ergo, emoties zijn gegeven en je zal er mee om moeten leren gaan. Het maakt daarbij niet eens echt uit wat voor emoties dat zijn. Simpel gesteld denk ik dat het onmogelijk is iemand aan te leren om bepaalde emoties niet te hebben.

Dit houdt echter wel in dat we die emoties onder controle moeten zien te houden. Plato meende al dat de menselijke ziel bestond uit drie delen: de Rede, de passies en de lusten. Daarbij probeert de Rede als een wagenmenner de twee onstuimige paarden (de emoties) der passies en lusten in bedwang te houden. Bij Kant staat ook buiten kijf dat de natuurlijke

emoties van een mens veelal immoreel gedrag opleveren. Slechts door het aan de mens inherente verstand te gebruiken kan het uiteindelijke gedrag moreel juist zijn. Het is van belang om te begrijpen dat in deze overtuigingen emoties als inherente menselijke natuur worden gezien. Ze zijn dus een gegeven waarmee moet worden omgegaan.

Ik hoor jullie denken: ‘Wat de fok moet ik met al dit zweverige geneuzel?’ Nou ja, niets natuurlijk, niets moet. Het is misschien wel leuk om je te realiseren dat dit onderwerp te maken heeft met een veel bredere thematiek die je in de geneeskunde (en meer in het algemeen) vaker tegen zult komen. De achtergrond beslaat namelijk het dilemma of je de realiteit naar jouw idealen wil vormen, of de werkelijkheid voor lief wilt nemen om er vervolgens zo goed mogelijk mee om te gaan .

Als arts en als hulpverlener heb je nou eenmaal vaak te maken met een keiharde realiteit waar je niet omheen kunt. Je patiënten gaan uiteindelijk dood. Het enige wat je kunt doen om dit niet mee te maken, is zelf eerder het loodje leggen. De realiteit is nou eenmaal niet anders. Een ander voorbeeld zijn de prostituees op de Bornholmstraat hier in Groningen. Gaan we als maatschappij de realiteit proberen aan te passen aan onze idealen door bijvoorbeeld keihard tegen de tippelzone en prostitutie op te treden, in de illusie dat het fenomeen zal verdwijnen? Of kiezen we voor de huidige aanpak en accepteren we het feit dat dergelijke praktijken bestaan en proberen we het door middel van die gedoogde tippelzone enige controle over dit afschuwelijke fenomeen te houden?

Andere voorbeelden zijn beleidsvraagstukken rondom TBS en het gratis laten testen van drugs in grote steden. Let maar eens op, dergelijke dilemma’s zul je constant tegenkomen; in de politiek, je werk, je omgeving, noem maar op! De vraag blijft altijd in hoeverre we als maatschappij iets moeten accepteren als onveranderlijke werkelijkheid. Soms is de realiteit zeker aan te pakken, wij worden niet voor niets artsen. Het is alleen naïef om te denken dat de wereld naar een ideaalbeeld te scheppen is. Ook al zou ik soms stiekem willen dat ik daar wel in geloven kon.

Panessay • 2011:5 • 13

Plato, hoeren en huiselijk geweld

Het is maandagochtend en in het kader van het keuzevak Forensische Genees-kunde komen twee vrouwen vertellen over huiselijk geweld. De een is huisarts, de ander hulpverleenster. De boodschap kan ik kort samenvatten: ‘praat erover’. Bij deze dus. Tijdens hun praatje kwamen we op een leuke discussie die ik met jullie wil bespreken.

Wat de fok moet ik met al dat zweverige gedoe?

Hidde KleijerColumn

Page 16: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

Zoals bij iedere handeling die wordt verricht is het van groots belang eerst te controleren of je bij de goede patiënt staat. Controleer dus naam, geboortedatum en geslacht, deze staan linksboven op de film. Daaronder staan de hartfrequentie, geleidingstijden en hartas. Linksonder staat de snelheid van het papier (normaal 25 mm/s op de horizontale as), de gevoeligheid (10 mm/mV) en de frequentie van de filter (normaal 40 Hz). Kijk ook of het ECG goed geijkt is, normaal is 10 mm uitslag gelijk aan 1mV.

Stap 1: RitmeEen normaal ritme wordt geleid door de sinusknoop in het rechteratrium. De bundel van His leidt de impuls naar de ventrikels. Een sinusritme geeft een rustig PQRS patroon van 60-100 bpm (beats per minute) die iets varieert met de ademhaling. Verschillende afwijkende patronen zijn belangrijk te herkennen. Gemakkelijk te herkennen is de asystolie, de ‘flat-liner’. Oorzaken van asystolie zijn onder andere een stilstaand hart (ga direct over tot actie), maar als de patiënt nog tegen je spreekt is een los draadje een meer plausibele

oorzaak. De frequentie kan ook te hoog of te laag lig-gen. Een normale sinusfrequentie is 10 QRS-complexen per 15 cm ECG-papier. Bradycardie is < 60 bpm en tachycardie > 100 bpm. Andere snel herkenbare proble-men zijn een SA-block (dit geeft twee P-golven voor een QRS-complex) en de sinus arrest (pauze tussen P-golf en QRS-complex).

Stap 2: HartfrequentieDe frequentie is op drie verschillende manieren te bere-kenen, probeer zelf welke jou het beste ligt.1. De aftelmethode (300/150/100/75/60/50/43/37). Pak een R-golf die op een dikke lijn valt. Tel het aantal hokjes dat tussen dit punt en de volgende R-golf vallen. Een hokje geeft een ritme van 300 bpm, twee hokjes 150 bpm, drie geeft 100, etc. Je mag het natuurlijk een beetje middelen. 2. Kleine hokjes tellen (contra-indicatie: slechte ogen)Tel de kleine hokjes tussen twee QRS-complexen. Elk hokje is 1 mm en het papier loopt met 25 mm/s dus dan volgt: HF = (25 mm/s x 60 s/min) / aantal hokjes = 1500/aantal hokjes. 3. Drie seconden marker. Tel het aantal QRS-com-plexen dat binnen drie seconden valt. Vermenigvuldig met 20 en voilà: uw bpm.

Stap 3: GeleidingstijdenVoor de geleidingstijden kunnen de PQ-tijd, de QRS-duur en het QT(c)-interval gebruikt worden. 1. PQ-tijd is de duur van het begin van de atriumcon-tractie tot het begin van de ventrikelcontractie. Deze geeft de snelheid van de AV-geleiding aan. Normale PQ tijd is 0,12-0,20 s. Een verlenging kan duiden opslechte geleiding (1e, 2e of 3e graads AV-blok). Verkor-ting komt onder andere voor bij het Wolff–Parkinson–White syndroom. 2. QRS-duur geeft de ventriculaire depolarisatiesnel-heid aan, gemeten van de P-top tot het J-punt (scherpe deflectie van overgang van QRS-complex in het ST-segment). Normaal is deze < 0,10 s. Geleidingsvertra-ging komt voor bij onder andere anterior hemiblok of linker ventrikelhypertrofie. 3. Het maximale QT-interval is afhankelijk van de hart-frequentie en wordt vaker weergegeven als QTc, welke door de meeste moderne ECG-apparatuur automatisch berekend wordt via de Bazett-formule (QTc = QT / √RR interval in s). Bij een hartfrequentie van 70 is de QT normaal 417 ms. Verlenging kan onder andere wijzen op hypokaliëmie, postinfarct, lang QT-syndroom en medicatie (sotalol, erythromycine).

Sietske PoortingaMedisch

14

Het ECG

De vorige keer werden hier de grond- beginselen van de X-thorax beschreven. Dat was gelukkig niet het meest ingewik-kelde onderzoek. De basis van een ECG ligt op een iets hoger niveau en zal waar-schijnlijk nog wel wat meer studie vergen voordat een specialist onder de indruk zal zijn van je kwaliteiten als professioneel ECG-lezer. Voor de basis is er gelukkig een handig 7+2 stappenplan.

Page 17: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

Stap 4: HartasDoor alle elektrische signalen te middelen krijg je een vector die de gemiddelde ontlading aangeeft, de hartas. Een normale hartas ligt tussen de -30 en de +90 graden. Bij een normale hartas is het QRS-complex positief in de afleiding I, II en AVF. Bij een linkerhartas is het QRS-complex negatief in AVF en afleiding II. Dit kan wijzen op onder andere mechanische draaiing van het hart (expiratie, zwanger, ascites), hyperkaliëmie, onderwandinfarct en pacemakerritme, maar ook vaak fysiologisch op oudere leeftijd. Bij een rechterhartas is het QRS-complex negatief in I, maar positief in AVF. Dit komt voor bij onder andere mechanische draaiing van het hart (inspiratie en longemfyseem), rechterventri-kelhypertrofie, rechterventrikelbelasting (longembolie, cor pulmonale) en een lateraal myocardinfarct.

Stap 5: P-top morfologieEen normale P-top wijst op een sinusritme en voldoet aan drie kenmerken.1. De maximale hoogte in afleiding II en/of III en is ongeveer 2,5 mm.2. De maximale breedte is 0,12 seconden.3. De P-top is positief in afleiding II en AVF maar bifa-sisch in afleiding V1.Voldoet de P-top morfologie niet aan deze kenmer-ken, dan is er een atriaalritme, bijvoorbeeld door atriumdilatatie.

Stap 6: QRS-morfologieDe normale R-topprogressie is af te lezen in afleidingen VI t/m V6 met de maximale hoogte in afleiding V5. Een QRS-complex duurt normaal minder dan 0,12 seconden, verbreding wijst op geleidingsproblemen. Door middel van de QRS-morfologie is vast te stellen of

er sprake is van een linker-, of rechterventrikelhyper-trofie, intraventriculair geleidingsblok of een doorge-maakt myocardinfarct.

Stap 7: ST-morfologieHet ST-segment beslaat de repolarisatie van de ven-trikels en duurt normaal langer dan de depolarisatie. De richting van de T-top behoort in alle afleidingen gelijk te zijn aan de richting van het QRS-complex. Een ST-elevatie of depressie wijst in de meeste gevallen op acute ischemie, maar vele oorzaken zijn mogelijk. Ver-anderingen in de T-top treden snel op en heeft dus vele mogelijke veroorzakers. Een normale T-top is overeen-stemmend met het QRS-complex en ongeveer 1/8e tot 1/3e zo hoog als het QRS-complex.

Stap 7+1 :Vergelijking met het oude ECGHeb je ze voorhanden, gebruik ze dan. Wat normaal is kan voor de patiënt abnormaal zijn en vice versa natuurlijk!

Stap 7+2: ConclusieProbeer de conclusie te geven in één zin bijvoorbeeld “Oud lateraal infarct met nu een acuut onderwand myocardinfarct met QRS verbreding ten opzichte van het ECG van 11 november vorig jaar”, of iets korter “Normaal ECG”. Bluffen kan natuurlijk altijd, een be-tere aanrader is jezelf indekken door het starten van je conclusie “Naar mijn inzichten…”. Het blijft lastig een ECG te interpreteren, dus succes met oefenen!

# www.ecgpedia.nl (zakkaartje!)# www.pathofysiologie.nl# www.statusvoering.nl # www.skillstat.com

Panessay • 2011:5 • 15

Page 18: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

Mijn grote held zit naast mij te bellen. Hij heeft vast weer een belangrijk chirurgisch telefoontje gekregen. Het zal wel een spoedje worden of iemand die in blinde paniek, badend in het zweet vanaf de OK deze redelijk jonge edoch ervaren en kundige dokter om raad vraagt, die als een echte Messias - met een mij quasi-cryptisch aandoende beschrijving - de oplossing geeft en de rust weer in enkele seconden heeft hersteld. Met een diepe zucht bedenk ik me dat het nog wel een hele tijd zal duren voordat ik ook zo’n baken van licht zal zijn op een chirurgische afdeling.

Het groene mapje van de eerste patiënt gaat open. Ik geef een handje, de patiënt is enigszins in verwarring zo’n jonge arts te zien, dus ik vertel maar dat ik student ben. Ik ben nog niet eens halverwege de ene zin waarmee ik dat duidelijk denk te maken en de patiënt is al het kamertje binnengewandeld om de échte arts een hand te geven. Leuk. Ik slenter achter hem aan. Weinig bijzonders, iemand wil zijn oren laten schoonzuigen, maar laat dit om een duistere reden niet bij de huisarts doen. Waarom snapt niemand. Wat ik dan wel weer snap, is waarom mijn begeleider op de dagbehandelings-OK zei: “Als de KNO een kleur zou hebben, was het cerumenbruin”.

Daarna een vrouw die een dossier van meer dan negentig lapjes dode boom heeft, waarvan ruim de helft gevormd wordt door een ellenlang, keurig

handgeschreven relaas waarin ze werkelijk álles uit de doeken heeft gedaan wat ze in haar leven heeft ervaren. Mevrouw had van haar gezondheid haar levensepos gemaakt. Wat ze precies mankeerde, werd verdronken in ogenschijnlijk nutteloze informatie, maar het boekwerk was het lezen zeker waard. Onderdeel ervan was een drie bladzijden lange lijst van alles was ze zei te mankeren. Van long time favourites als chronisch vermoeidheidssyndroom en fibromyalgie tot multiple sclerose en rare cysteuze tumoren, overal zei ze een diagnose voor gekregen te hebben. Enige andere (officiële) documentatie, inclusief de verwijsbrief van de huisarts, bleken totaal onvindbaar, maar patiënten vertrouwen we uiteraard altijd op het woord. Als ze het kamertje binnenrolt, vragen we mevrouw waarvoor ze komt. “Kwaliteit van leven” is het antwoord. Uiteindelijk begint mevrouw over haar neusbijholten, die wel ontstoken móeten zijn (Écht! Want dat heeft ze op Wikipedia

Christiaan Serbanescu-KeleVerslag

16

Ode aan de kankerpatiënt

Mijn eerste dag polikliniek op de KNO, acht uur ‘s ochtends. Ik zit nerveus wachtend op een krukje heen en weer te draaien, trots op de van mijn begeleider geleende witte jas, waaronder (illegaal) lange mouwen - die niet veel later rijkelijk met bloedvlekken en tumorweefsel getooid zullen worden - zichtbaar uitsteken. Voordat de eerste patiënt komt zit ik nog even te lurken aan mijn merkwaardig genoeg best wel oude, niet te zuipen automaatkoffie.

Zelfs een papegaai aan de speed zou zich kapot schamen

Page 19: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

gelezen!) en dat ze zo “niet verder kán leven”, want het gevoel van vloeiend spul in haar neus is “ondraaglijk lijden”. Persoonlijk heb ik nog nooit een neusbijholteontsteking gehad, dus wie ben ik om te zeggen dat het inderdaad niet vreselijk is?

Een paar patiënten later krijgen we een vrouw met een koter van rond de vijf. De huisarts geeft aan dat het kind wel eens hoofdpijn heeft en dat de moeder klaagt over het feit dat het kind veel minder vrolijk is geworden, niet zoveel meer praat en weinig energiek lijkt. Het arme kind is volgens haar zo stilletjes! De deur gaat open, we roepen het kind, en binnen een halve seconde rent hij al rondjes door de kamer. “Minder vrolijk” en “stilletjes”, my ass. Het monster kraait aan één stuk door en braakt hyperactief zo ongelooflijk veel en zulke rare zinnen en woorden uit dat zelfs een papegaai aan de speed zich kapot zou schamen. Het kind gaat zo te keer dat de moeder bijna niet meer te verstaan is en de verpleegkundige maakt de onvergeeflijke fout te denken het kind stiller te krijgen door het een ballon te geven. Het onderkruipsel schiet tot drie keer toe de ballon in het gezicht van de moeder, die wat glimlacht, maar er uiteraard helemaal niets aan doet. Dan richt de koter de ballon op mij, maar bedenkt zich op het laatste moment. Of het mijn vernietigende blik is geweest, dan wel mijn dracula-achtige hoektanden, ik zal het nooit weten, maar ik ben blij dat ik dat smerige, bekwijlde stuk latex niet van mijn gezicht heb moeten plukken. Het kind mankeerde trouwens weinig. “Het is zó vaak ziek!” blijkt bij navraag te betekenen “Ongeveer één keer per jaar heeft hij een temperatuur van 39 graden”, waarmee het terreurwezen niet direct mijn medelijden verdient.

Dan de oncologische polikliniek. Direct een dramatisch verhaal. Hypofarynxcarcinoom, T4, vroeg doorgegroeid tot in de larynx, laat ontdekt. Lymfeklieren verdienen een N-score “oneindig”. Noem een orgaan en er zijn metastasen in te vinden. Palliatieve chemoradiatie, maar de tumor is allesvernietigend en onstopbaar. In de wachtkamer zit een meneer in een rolstoel. Aan zijn veel te wijde kleren te zien, is hij slechts een schim van zijn vroegere zelf. Als hij dichterbij komt, blijken echter zijn ogen te sprankelen! “Hoe gaat het met u?” beantwoordt hij met “Goed, dokter!”. Een stilte valt. “Echt, ik voel me goed! Naar omstandigheden heb ik niets te klagen!” Na zoveel onvoorstelbaar leed, heeft meneer blijkbaar zijn hele referentiekader zo ingesteld, dat hij vindt niets te klagen te hebben. Hij weet binnenkort niet meer op deze aardkloot

aanwezig te zullen zijn, alleen maar achteruit te zullen gaan en heeft er volledige vrede mee. Hoe hij zijn toekomst ziet? Eerst maar kerst vieren! Of hij wat speciaals gaat doen? “Nee, natuurlijk niet!” – hij gaat lekker met zijn gezin om de kerstboom zitten en genieten . Dat hij een PEG-sonde heeft en dus van het kerstdiner niet echt mee zal kunnen genieten, verpest voor hem niet de kerstgedachte. Een man zonder toekomst, met een realistisch toekomstbeeld. Zal dit een uitzondering zijn?

Neen. Álle patiënten met kanker die ik die dag op de poli heb mogen zien, waren zo. De meest afschuwelijke verhalen in de dossiers gingen vaak gepaard met de meest hoopvolle en hartelijke mensen. Als we na een operatie bij mensen langsgingen, waren ze ongelooflijk dankbaar voor de ingreep, zelfs bij gedeeltelijk slecht nieuws. Dat ik een tweedejaarsstudent ben, die in het beste geval alleen haakjes heeft mogen vasthouden, doet niets af een de quasi-verliefde blikken die de patiënt je geeft. Je staat naast de chirurg, net als hij in het wit, dús je hebt geholpen.

Zo achteraf nadenkend, overviel het me opeens dat in mijn korte stage bij praktisch alle goede herinneringen aan patiënten het de aandoening kanker betrof. Hoe afschuwelijk deze verzameling ziekten ook mag zijn, op de één of andere manier doet het wat met mensen. Mensen klagen vaak veel minder en zien eerder de positieve kant van het leven. Al weten ze dat negen-tiende van hun glas pils ongewild en ongemerkt door een brutale vlerk is leeggezopen, benadrukken ze dat er nog altijd één tiende glas pils over is en dat ze daarvan gaan genieten ook. Dat iets ‘ondraaglijk’ was heb ik in deze twee weken nog nooit uit de mond van een oncopatiënt gehoord – zelfs niet bij de meest pijnlijke, uitzichtloze, afschuwelijke gevallen. Zet dat tegenover de minimaal tien gevallen van mensen die dit wel hebben gezegd in verband met kuchjes, oorpijn, sinusitiden of andere, soms niet objectiveerbare klachten – die vast en zeker zeer onprettig zijn, begrijp me niet verkeerd – en voor mij is het duidelijk. Hoe cru het ook klinkt, mijn favoriete patiënt is de kankerpatiënt.

Panessay • 2011:5 • 17

De meest afschuwelijke verhalen gingen vaak gepaard met de meest hoopvolle en hartelijke mensen

Page 20: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

Foto’s

18

Page 21: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

Panessay • 2011:5 • 19

Page 22: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

Het begint al bij het inpakken van de tas. Je moet natuurlijk je was meenemen, maar een doorsnee student zal ook de goede voornemens hebben om wat aan datgeen te doen waarvoor ze in eerste instantie, mogelijk, hoogstwaarschijnlijk en hopelijk in die stad zijn gaan wonen: de studie. Helaas is er voor boeken van tien kilo vaak geen plaats, en worden het enkel kleren en een laptop, om vermaak te hebben in de trein natuurlijk. Er wordt overigens uiteraard wat ruimte vrijgelaten voor de terugweg: diepvrieshapjes van mama en vleeswaren, want dat scheelt weer wat poen. Vervolgens kom je aan in de fietsenstalling van het station, na drie valpartijen, scherpe boch-ten, oranje/rode stoplichten en botsingen met onder andere ongestelde buschauffeurs die hoognodig toe

zijn aan weekend (nou gebeurt dit overigens niet alleen op dit soort middagen, maar is dit meer een algemene kwestie in de

binnenstad). Dan sta je daar, terwijl je bijnieren zich te pletter werken, kijk je rond in deze fietsenopslag-plaats. Schouders beiden geluxeerd wegens fietsen met extreem zware en grote tas; een beetje zo’n open-boektentamengevoel. Je bedenkt je dan dat je sowieso te laat bent vertrokken, want de fietsenstalling heeft een chronisch tekort aan stalplaatsen en zie daar maar eens een plekje te vinden. Er zijn wel wat trucjes, maar die worden hier natuurlijk niet verteld. Dat zou zonde zijn voor degenen die deze trucjes hebben bedacht of per ongeluk hebben ontdekt.

Anyhow, je vindt toch altijd wel een plek. Ergens in een straal van een kilometer rond het station in een boom, hek of ondersteboven op een andere fiets.

Vervolgens strompel je met een astmatische ademha-ling naar het perron, waar je trein natuurlijk al staat. En dan heb je altijd weer een extra teleurstelling als er een dubbeldekker staat. Waarom? Dat weet je alleen als je er zelf in zit. Je hebt soms eerder de neiging om ervoor te springen dan erin te gaan zitten, maar zo’n tentamen suïcide gun je de andere reizigers natuurlijk ook niet. Ik zal nu een poging doen om de mens-heid te waarschuwen voor deze vehikels. Sommige toestellen maken bijvoorbeeld redelijk intimiderende geluiden. Eerst denk je dat je toch maar eens wat partyplugs moet kopen als je naar de kroeg gaat, maar uiteindelijk kom je tot de conclusie dat het geluid uit een mysterieuze kamer ergens in de trein komt en klinkt als een soort combinatie tussen een muizen-martelfabriek en een spannend avontuurtje tussen de conducteur en conductrice. Gelukkig wordt dit geluid onze gehoororganen in uitzonderlijke gevallen be-spaard, behalve als ze natuurlijk de intercom vergeten uit te zetten en je alsnog hiervan moet genieten. En daar word je naar van, geloof me.

Maar we zijn natuurlijk nog lang niet klaar. Wat is het doel van een trein? Mensen verplaatsen, uiteraard. Daar is de trein op zich wel voor ingericht: het heeft wielen en heeft in de meeste gevallen een dak. Er zijn stoelen, daar hebben ze zelfs ook nog aan gedacht. Jammer is wel weer dat éénderde van de stoelen met urine, braaksel, afval of koffie is besmeurd. Toch ben je altijd weer blij als je een stoel hebt weten te bemachtigen na een eervolle strijd tussen jong en oud, brak en fris, student en werkend. Jij wilt hoe dan ook een plek, want je hebt maar vier uur gesla-pen afgelopen nacht en je wilt ook niet dat je ouders meteen het ziekenhuis bellen omdat ze denken dat je een anemie hebt. Opgelucht ga je zitten, maar dan bedenk je dat een ieder, net als jij, spullen heeft meegenomen. En wat versta je dan onder spullen? Geen kleine rugzakjes, behalve dan van ongelooflijk hard krijsende kinderen die naar oma gaan met hun Mega Mindy tasje, waar enkel een tandenborstel en tandpasta in zit. Waarschijnlijk zijn ze alsnog hun lievelingsknuffel vergeten. Althans, dat hoop ik, want als ze een andere reden hebben om zo te krijsen dan zou ik toch echt even met de ouders gaan praten of eventuele jeugdzorgdiensten inschakelen. Kijk met-een even of haar femur in een rare positie staat, zodat je ook meteen het AMK kan bellen. Maar goed, geen kleine tasjes dus, maar variërend van een normaal formaat sporttas tot huge-ass koffer met beautycase (jawel, ze bestaan). Dan zou je denken dat een trein

A. OuweteurColumn

20

De reizende studentOpenbare ellende

Anyhow, je vindt toch altijd wel een plek, ergens, in een straal van een kilometer rond het station in een boom, hek of ondersteboven op een andere fiets

Veel studenten zijn het gewend: iedere vrijdagmiddag haasten naar het station, met een veel te zware tas achterop de fiets of mee in de bus. In horden verplaatsen ze zich van hun studentenkot richting de trein, waar ze zich vervolgens met zijn allen tegelijk in willen duwen, no matter what.

Boukje van der SlikColumn

Page 23: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

ook ingericht is voor de bagage van de reiziger, maar helaas. Ik denk dat ze tijdens het ontwerpen ernstig dronken waren, want de rare golvende bagagebakken bedenkt men niet zomaar. Bovendien heeft een bo-venvak van 20 centimeter hoog echt geen zin, geloof me! Er moet vervolgens geprobeerd worden om de tassen onder de stoelen te proppen, waar een ruimte van 25 centimeter is (it only get’s better and better). Vaak kom je dan toch tot de conclusie dat de tas op de stoel naast je moet staan, of voor je, waar normaal je onderste extremiteiten mogelijkheid hebben tot ademen. Echter, aangezien het nog steeds vrijdagmid-dag is, en een horde aan ‘studerende’ forenzen in dit kleine onpraktische toestel moet worden gepropt, moet je je eigen schoot opofferen. Soms kan je je tas drie coupés verderop neerzetten, omdat daar toeval-lig wel nog een plek is. Als je terugkomt zijn wel je laptop, je oplader en je sleutels verdwenen. Enfin, je zit en je tas is opgeborgen.

Dan ga je eens om je heen kijken. Je oog (en neus) valt meteen op een vieze man met morbide obesitas die als een zwijn uit een Burger King-tas zit te schran-sen. Je hoort zijn BMI gewoon stijgen. Nou is zo’n maaltijd zo nu en dan best smakelijk, maar het is vooral jammer dat jij dan met je appel en flesje water teleurgesteld bedenkt dat je toch liever een zak chips had gekocht in de AH to go. Helaas had je daar wegens omstandigheden geen tijd voor. Het zit ook niet mee. Negen van de tien keer zit er ook iemand die een gratis gehoorbeschadiging wil oplopen en denkt dat wij zijn hardstyle ook leuk vinden. Dat vinden wij niet. Over een paar jaar zie jij hem op de KNO-poli met bescha-digde trommelvliezen en denk je: Told you so. Intussen gaat de trein bijna rijden. Gelukkig roept de conducteur twee minuten voor vertrek nog even om dat als je in het bezit bent van een weekend OV-jaarkaart en je om kwart voor twaalf de trein richting het zuiden pakt, je een kaartje moet kopen tot Assen. Een prima timing van de NS, want daar zijn ze goed in. Een enkeling sprint naar buiten, laat zijn tas in uiterst optimisme in de trein staan en die tas blijft je vervolgens de hele reis aanstaren, zonder eigenaar. Die heeft namelijk de trein gemist, allemaal te danken aan die conducteur. Hij doet het er gewoon om! Deze perfecte timing laten ze ook blijken bij het omroepen

in een gecombineerde intercity. Ze roepen dan altijd om in welk deel jij je bevindt, op het moment dat deze al gesplitst is. Petje af, NS!Als de trein eenmaal rijdt is het klaar met de tegensla-gen, zou je denken. Maar nee, dan begint het onheil vaak pas. Iedereen kent het klassieke voorbeeld van ‘aanrijding met persoon’, maar er zijn nog meer varianten waar ik helaas getuige van ben geweest. Een aantal weken geleden werd er omgeroepen dat de trein naar Groningen niet zou rijden, vanwege aanrijding met een viaduct. Wat ik me dan voorstel, is dat het viaduct zijn leven echt niet meer zag zitten, zijn SSRI’s of benzo’s kwijt was of zonder te kijken het spoor overstak. Ik denk dat ze best wel iets beters kunnen verzinnen, al heb ik ook zo mijn twijfels bij de creativiteit van de NS. Toch hebben ze me laatst verrast met een bijna-grap! Een maand of drie geleden rond etenstijd in de trein, vlak voor Assen, zat ik me te verheugen op nog maar twintig minuten reizen en dat ik dan eindelijk kon gaan eten. Plotseling remt de trein wel heel hard en gaat derdemachtswortel van stapvoets km/u rijden. En ja hoor, onze grote vriend de conducteur pakt zijn microfoon en roept om: “Dames en heren, er lopen momenteel schaapjes op het spoor. Aangezien de machinist niet zo’n zin heeft in shoarma vandaag, wachten wij rustig totdat zij weg zijn. Ze lopen zo rechts van het spoor voorbij, voor de liefhebbers.” Het eerst wat ik dacht: ik heb verdomme wel zin in shoarma. En vervolgens dacht ik: hoe lang heeft de conducteur nagedacht over deze grap? Het is toch eigenlijk erg, ze proberen zo grappig te zijn. Soms zijn ze ook overdreven optimistisch en hoor ik ze eens per jaar omroepen: “Dames en heren, zoals u van ons gewend bent zijn wij op tijd aangekomen op onze eindbestemming”. Zeggen ze dit nu echt om alles goed te praten? Nou, bij deze: dat lukt ze nooit.Sommigen doen ook hun droomberoep na, waar ze net niet slim genoeg voor waren: piloot. Nou vliegen treinen in sommige gevallen ook echt, maar in de meeste gevallen is dat niet de bedoeling. In plaats van ‘de reis’ noemen ze het ‘de vlucht’ en zeggen ze na arriveren: “Welkom op uw bestemming”. Vaak geven ze de temperatuur en weersverwachting van de komende week er ook nog eens gratis bij. Als je het mij vraagt een beetje overdreven. Niemand lacht er om, echt niemand. Dus wees niet bang: je plast nooit bijna

Panessay • 2011:5 • 21

Page 24: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

in je broek van het lachen in de trein. Dat wil je ook niet, want dan zou je daarna het terrortoilet moeten gebruiken. Wat daar toch allemaal gebeurt?! De faeces zit aan de muur en spiegel gesmeerd, het papier is áltijd op en wat er uit de kraan komt is absoluut geen water. Godzijdank heb ik hier weinig ervaring mee, maar als je al 6 uur stilstaat en je net dat flesje water uit frustratie in een teug hebt leeggedronken ben je toch genoodzaakt. Je kan beter in zo’n ontzettend moderne plaszak plassen, al zijn deze dan weer niet aanwezig in deze dubbeldekkers. Of dit nou een voor-deel is, geen idee. In ieder geval: ophouden die plas.

Gelukkig staat de airco altijd extreem hard en blaast hij precies op je benen, waardoor aan het einde van de rit je benen necrotisch zijn of je ze af kan breken om als ijsklonten in je mohito te doen bij thuiskomst. Tip: zet je laptoptas ervoor. Het past precies en je kan als-nog je benen kwijt op dat volledig functieloze kleine randje aan de zijkant. Nu ik het toch over randjes zon-der functie heb: die tafeltjes bij een vierzits zijn ook onbegrijpelijk lelijk en nutteloos, een soort rudimen-tair orgaan. Soms staat er iets van kunst op, wat eerder op een koffievlek lijkt die je er af probeert te vegen en waar je je de hele reis nog aan irriteert. Vaak hebben ze ook nog een rare vorm en een knik, waardoor je je 17 inch laptop niet op die tafel kan zetten (of hij er bij iedere lichte bocht afdondert). Het wordt wel duidelijk dat je je helemaal niet hoeft te vervelen in de trein, want er zijn genoeg mankementen waar je je wezenloos aan kan irriteren.

Ik heb de eer om altijd in Utrecht over te stappen. De NS regelen het dan ook nog zo dat als de trein uit Groningen arriveert, de trein naar Eindhoven precies weggaat. Ik hoor letterlijk het fluitje van de trein aan de andere kant van het perron als ik uitstap. Ze vinden mij gewoon niet zo aardig, vermoed ik. Op zich pluk ik ze ook wel kaal, want als er ook maar ergens vertra-ging is vul ik het beroemde formuliertje ‘Geld terug bij vertraging’ in en heb je toch weer wat extra eutjes om je week door te komen. Tijdens het overstappen haal je dan eindelijk ook iets lekkers (na 2 uur kwij-lend naast dat schranzende zwijn gezeten te hebben) en loop je naar het perron. Daar staat de trein nooit klaar, maar wel echt een zee van mensen, dieren, kin-deren (kinderen zijn geen mensen) en fietsen. Maar vooral: veel tassen. Je weet dat er weer een dubbeldek-ker aankomt, dus daar gaat hetzelfde verhaal weer. Hier heb je dan nog het probleem dat het drie keer

zo druk is als in Groningen, waardoor het altijd weer een uitdaging is om precies daar te gaan staan waar de deur tot stilstand komt. Dit zit bij mij helaas niet in de genen, waardoor ik ondertussen goede vrienden ben met meneer ‘Trap-in-Trein’. Maar ook de stoelen in de eerste klas zitten erg goed, moet ik zeggen. Na een uur kom ik dan eindelijk aan op mijn eindbestemming en de rest daarvan is niet belangrijk. Het enige treurige is dat je weet dat je over twee dagen op zondagavond weer hetzelfde avontuur mag meemaken. ’s Avonds besef je je nog wel dat je vergeten bent uit te checken, want zelfs als je gratis reist moet dat tegenwoordig. Maar ik laat deze kwestie nu even voor wat het is, aangezien dat wel heel cliché is.

Toch doen we het iedere keer weer, maar waarom? Zelf behoor ik ook tot de groep die zo vaak als het kan teruggaat naar het zonnige zuiden, om weer even volledig de zachte g uit te kunnen spreken zonder dat er mensen raar opkijken. Stiekem houd ik ook wel van die sensatie van het reizen met de trein, want iedere keer gebeurt er wel iets nieuws. Op die momenten neem ik me overigens wel voor om nooit meer de trein te pakken en heb ik bijna een auto gekocht op autotrack.nl. Ook dat heeft zo zijn voor- en nadelen, maar ik heb genoeg gezeurd. Komt dit verhaal je te bekend voor? May the Force be with you, my friend.

22

Page 25: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

Panessay • 2011:5 • 23

vacatures - open dagen - traineeship - opleidingsplaatsen -sollicitatieadvies - job alert > www.bkv-groep.nl

De eersteBKV-trainees

zijn gestart per1 september!

Zoek jij ook eenveelzijdig Traineeship?BKV biedt je een tweejarig contract met vele voordelen. Je bent achtereenvolgens binnen drie verschillende specialismen werkzaam.

Neem contact op +31 (0)888 - 22 55 88 of [email protected]

Page 26: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

Om de waarheid te achterhalen hebben uw razende reporters een middagje koffie gedronken met de ‘sleu-telfiguren’ van GIPS-M, prof. Kallenberg, de voorzit-ter, en dr. Huizenga, de coördinator internationalise-ring van onze faculteit en secretaris van GIPS-M.

Het Groningen International Program of Science in Medicine, oftewel GIPS-M is een programma voor gemotiveerde studenten die meer uit hun stage weten-schap willen halen en deze in het buitenland doen. Het is opgericht in de jaren 80 door prof. Gips (wàt een toeval) voor onderzoek naar leverziekten. Hij maakte daarbij gebruik van zijn omvangrijke netwerk om geïnteresseerde studenten de kans te geven te participeren in belangrijk onderzoek op dat gebied. Later werd dit aangevuld met meerdere specialis-men. Na het vertrek van professor Gips in de jaren 90 sneeuwde het programma een beetje onder. Ruim 2 jaar geleden werd besloten dat dit concept toch de moeite van het nastreven waard was en werd een doorstart gemaakt onder de naam GIPS-M. Tot nu toe hebben 25 studenten aan dit project meegedaan en dit worden er steeds meer.

En wat voor studenten zijn dit nou? Zijn dit daadwer-kelijk de cum lauderige betweters, of zijn dit studen-ten zoals jij en ik. Professor Kallenberg kon niet snel genoeg benadrukken dat cijfers absoluut niet het be-langrijkste zijn. Het gaat, zoals dat dan zo mooi heet, om motivatie. De student is een visitekaartje voor de RUG, dus uitstraling en interesse in een vakgebied zijn minstens net zo belangrijk als studieresultaten, of zo-als prof. Kallenberg het verwoordde ‘laten we zeggen dat studenten sociaal niet erg onhandig moeten zijn’.

Als student kom je bij GIPS-M met een specialisme waar je onderzoek in wilt doen en een land waar je dat graag zou willen doen. In theorie zijn alle landen mogelijk maar zijn ook gedeeltelijk afhankelijk van de contacten die onze faculteit heeft met deze universiteiten.

Waar gaan studenten zoal heen? Komen ze eigenlijk rare bestemmingen tegen? Als we kijken naar de top 4 kunnen we concluderen dat de conservatieve keuze voor Engelstalige landen als Engeland, Amerika en Australië het meest populair zijn, maar ook Zweden scoort hoog. Exotische bestemmingen kunnen wel, maar op geleide van ervaringen vanuit de organisatie met een betreffend land/universiteit en de taalbe-heersing van de student. Overtuig de organisatie ervan dat je er heen moet en het kan. Maatwerk is het belangrijkste woord bij GIPS-M. Elk traject wordt afgestemd op de wensen van de individuele student en dat maakt het erg waardevol als je het optimale uit je wetenschappelijke stage wil halen.

Op de vraag bij wat voor instellingen studenten terecht komen en of ze daar nou ook blijven plakken komt het antwoord dat het hoofdzakelijk topinstitu-ten als de Mayo Clinics en Ivy League universiteiten. Tot nu toe zijn mensen nog niet echt blijven plakken, maar er zijn wel studenten die hun stage verlengd hebben en zelfs aanbiedingen hebben gekregen om daar te blijven voor onderzoek. Groningen bleek toch aantrekkelijker (rrrrrrrright…). Ook heeft een aantal studenten gepubliceerd in respectabele blaadjes of er een MD/PhD traject aan overgehouden (MAAR, het is dus ook voor studenten die niet per se de rest van hun leven onderzoek willen doen).

Hoe zit het dan met de buitenlandervaring van onze gesprekspartners? Professor Kallenberg heeft verhalen zat. Zo zat hij zelf in 1969 in de States voor onderzoek. Om het plaatje compleet te maken: het was in de tijd van Woodstock en de maanlanding. Voor het gemak denken we er een hippiekapsel bij. Roze brillen, lange haren. Prachtig. Enfin, in deze periode deed hij in

Interview

24

GIPS-M

Professor Kallenberg kon niet snel genoeg benadrukken dat cijfers absoluut niet het belangrijkst zijn

Wat is GIPS-M eigenlijk? Veel studenten hebben er waarschijnlijk nog nooit van gehoord en bij diegenen die er wel van weten bestaan er veel voordelen. Zo zou het alleen maar voor ‘van die vet slimme JSM mensen zonder leven’ zijn en zonder 8 gemiddeld kom je er niet binnen.

Maar je kunt natuurlijk ook je hele leven de hele dag appendixjes eruit slopen in Delfzicht

Page 27: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

Gainesville onderzoek naar de foetale circulatie bij geitjes om daarna in Poughkeepsie nog verder onder-zoek te doen. In zijn studententijd was zijn grote voor-beeld Jon van Rood, een hoogleraar immunologie aan de universiteit van Leiden, die aan de wieg stond van het HLA-onderzoek en nèt naast een Nobelprijs greep.

Voorspellingen over de grote wetenschappelijke doorbraak in de nabije toekomst krijgen we met moeite, maar je hebt het hier het eerst gelezen: er gaan stemmen op dat we veel mogen verwachten van de celbiologie, met name immunologie en monoklo-nale antilichamen. De methode van de toekomst zou translationeel onderzoek zijn, waarbij preklinische ervaring naar de kliniek vertaald wordt.

Wat is nou het leukste aan onderzoek in het buiten-land? Volgens prof. Kallenberg is dat het opsnuiven van de lokale cultuur, zowel binnen als buiten de gezondheidszorg (wij zijn benieuwd hoe de cultuur op Woodstock rook...). Daarnaast kan het erg leerzaam zijn om de verschillen te zien in de kliniek.

Waarom zouden wij allemaal voor het onderzoek moeten kiezen? De 3 belangrijkste redenen volgens prof. Kallenberg:1. Onderzoek is vernieuwend (werken aan de grenzen van het weten zoals de uni dat zo mooi noemt)

2. Je kunt werken met jonge mensen (argument geldt eigenlijk pas als je Woodstock hebt meegemaakt...)3. Je kunt internationale contacten opdoen (stiekem wel een hele grote pre natuurlijk)

Maar je kunt natuurlijk ook je hele leven de hele dag appendixjes eruit slopen in Delfzicht.

Panessay • 2011:5 • 25

GIPS-M in het kort VoorGemotiveerde studenten in M1 of M3Aanmelding 6-12 maand vóór start van de stage (wees op tijd!)Meer infoInformatiefolder is in te zien bij de studentenbalie GeneeskundeAlgemene vragen Dr. J.R. Huizenga, tel:050-3632877

Page 28: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

26

NEEM UW BANK OVERAL MEE NAAR TOE

Sms ‘mobiel’ naar 7500 voor de app

Mobiel bankierenWaar en wanneer u maar wilt geld overmaken. Dat kan met de Mobiel Bankieren app voor iPhone, iPad of Android Smartphone.

De belangrijkste voordelen:Gemakkelijk geld overmaken naar bekende rekeningenFoto’s en namen toevoegen aan rekeningenEenvoudig zoeken op bedragen, omschrijving en op rekeningenInloggen en overboeken met een zelfgekozen 5-cijferige pin

Wilt u meer weten over Mobiel Bankieren? Ga naar abnamro.nl/mobielbankieren of bel 0900-0024 (EUR 0,10 per minuut).

210070864 17.3.1 BASIS Mobiel Bankieren VO-A5 Zonder adres.indd 1 19-07-11 16:25

Page 29: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

Tijdens de gehele stageperiode ga je dieper in op de vakken die jij leuk vindt en probeer je een basis te leg-gen voor je eventuele vervolgopleiding. Gynaecolo-gen in spé doen uiteraard gynaecologie en kiezen daar dan bijvoorbeeld kindergeneeskunde bij terwijl de aankomend huisartsen na veertien weken in de eerste lijn gaan voor de kleinere vakken als dermatologie, KNO of oogheelkunde.

Het mooiste aan de hele semi-artsstage is dus het feit dat je zelf je vakgebied mag kiezen. Geen zin in psychiatrie of bedrijfsgeneeskunde? Da’s mooi, want je kan ook gewoon iets heel anders kiezen. Uiteraard blijft de kennis die je hebt opgedaan tijdens je eerdere co-schappen wél van belang. Een chirur-gisch patiënt kan delirant worden en een cardiologisch patiënt zal ongetwij-feld wel eens arbeidsongeschikt wor-den. De hoofdmoot zal echter altijd liggen bij de dingen die jij interessant vindt. Leuk voor iedereen dus!

Ik ben mijn semi-artsstage op moment van schrijven zeven weken geleden gestart op de afdeling abdominale chirurgie in het UMCG. Een leuke en leerzame combinatie van OK, poli en zaalwerk. Doel: zorgen dat je aan het einde van je stage redelijk kan functi-oneren als zaalarts en zodoende ook direct aan de slag kan. En geloof het of niet, maar er valt nog een heleboel bij te leren in die veertien weken.

Het is bijzonder om te zien dat er na 5 jaar nog steeds simpele dingen zijn die wij nooit geleerd hebben. Goed,

je kan minstens drie neurocutane syndromen uit het hoofd opnoemen, je weet precies waar je de infuus-naald moet steken bij een spanningspneumothorax en misschien heb je zelfs ooit alle spiertjes van de hand uit je hoofd geleerd. Maar dat is niet genoeg! Op hoeveel liter zet je een infuus? Wanneer mogen de hechtingen eruit? Wat mag je patiënt eten na de operatie? Wat zijn de doseringen voor fraxiparine, paracetamol, morfine, ascal, metoprolol en al die andere basismedicatie? En wat doe je in hemelsnaam met de centrale lijn, urinekatheter, duodenumsonde en de maagslang? Het zijn van die basale dingen die je pas leert beheersen als je er voor langere tijd mee bezig gaat. Gelukkig geeft de semi-artsstage je die tijd, want zonder deze kennis spring je als afgestudeerd arts echt in het diepe.

Kortom, denk er tijdens je normale co-schappen eens goed over na wat je uiteindelijk wil gaan worden. De zaken die je tijdens je semi-artsstage gaat bijleren zijn namelijk de echte handigheden die je nodig hebt als je eindelijk klaar bent. Zonder deze vaardigheden ben je er er nog lang niet; je bent maar een halve dokter, of beter gezegd semi-arts. En alleen met zo’n stage stoom je jezelf klaar voor het echte werk!

Maarten JalinkColumn

Panessay • 2011:5 • 27

Co-columnDe semi-artsstage

Het is zover, de semi-artsstage is begon-nen. Na dik twee jaar junior en senior co-schappen word ik geacht een redelijke (nou ja, ‘semi’) dokter te zijn. Verantwoor-delijkheden worden vergroot en de duur van de stage wordt van vier naar veertien weken gebracht. Tel daar een verdiepings-stage van zes weken bij op en je hebt een bijzonder interessant half jaar.

Page 30: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

Panessay • 2011:5 • 28

Vrouwe Panacea

Page 31: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea

ActiviteitenkalenderActiviteiten December19 WAH Workshop gipsen

Activiteiten 20126 feb AkCie Valentijnsfeest met themabekendmaking lustrum

8 feb WAH brandwondencursus

14 feb ALV

15-19 feb SpoCo Wintersport

5-10 maart 5e lustrum, met op 8 maart het Symposium

27-29 april Batavierenrace

16-22 mei BRC

Page 32: PanEssay | December 2011 | m.f.v. Panacea