Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar...

27
G2020 1.1.4 VERSIE A Gesloten boek 1. Welke effecten heeft het stresshormoon adrenaline (epinephrine) met betrekking tot het metabolisme? (a) Gluconeogenese en lipogenese (b) Glycogeen afbraak en lipogenese (c) Gluconeogenese en lipolyse 2. Sympathicolytica zijn stoffen die de werking van de n. sympathicus tegen gaan. Zo’n stof werkt als een: (a) Agonist (b) Partiële agonist (c) Inverse agonist (d) Antagonist 3. Een 19-jarige vrouw, met een goed ingestelde Diabetes Mellitus type 1, wil graag sporten in de avond na het avondeten. Haar endocrinoloog heeft haar verteld dat zij dan bij het avondeten minder insuline moet spuiten. Wat is hiervoor de belangrijkste reden? Het voorkomen van een: (a) hyperglykemie (b) hyperinsulinemie (c) hypoglykemie (d) hypolipidemie 4. Welk proces wordt door glucagon gestimuleerd? (a) Gluconeogenese (b) Glycogenese (c) Glycolyse (d) Lipogenese Page 1

Transcript of Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar...

Page 1: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

Gesloten boek

1. Welke effecten heeft het stresshormoon adrenaline (epinephrine) met betrekking tot het metabolisme?

(a) Gluconeogenese en lipogenese(b) Glycogeen afbraak en lipogenese(c) Gluconeogenese en lipolyse

2. Sympathicolytica zijn stoffen die de werking van de n. sympathicus tegen gaan. Zo’n stof werkt als een:

(a) Agonist(b) Partiële agonist(c) Inverse agonist(d) Antagonist

3. Een 19-jarige vrouw, met een goed ingestelde Diabetes Mellitus type 1, wil graag sporten in de avond na het avondeten. Haar endocrinoloog heeft haar verteld dat zij dan bij het avondeten minder insuline moet spuiten.Wat is hiervoor de belangrijkste reden? Het voorkomen van een:

(a) hyperglykemie(b) hyperinsulinemie(c) hypoglykemie(d) hypolipidemie

4. Welk proces wordt door glucagon gestimuleerd?

(a) Gluconeogenese(b) Glycogenese(c) Glycolyse(d) Lipogenese

Page 1

Page 2: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

5. Er zijn drie typen spierweefsel te onderscheiden. Onderstaande foto toont een microscopische opname (hematoxyline-eosinekleuring) van de distale slokdarm waarin één van de drie typen spierweefsel is afgebeeld.

Welk van onderstaande kenmerken is alleen van toepassing op het afgebeelde type spierweefsel en niet op de overige twee typen spierweefsel?

(a) Calcium bindt aan troponine C in de sarcomeer(b) Celkernen liggen centraal in de cel(c) Dunne actine myofilamenten zijn verbonden met “dense bodies”(d) T-tubuli overlappen met Z-lijnen

6. Wat gebeurt er met het erythropoietine gehalte bij een anemie door beenmergfalen? Het erythropoietine gehalte zal:

(a) verhoogd zijn.(b) normaal zijn.(c) verlaagd zijn.

7. Verandert de HbO2 dissociatiecurve bij iemand tijdens inspanning?

(a) Ja, de curve schuift naar links(b) Ja, de curve schuift naar rechts (c) Nee, de curve blijft onveranderd

Page 2

Page 3: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

8. Een gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is het percentage zuurstof in de lucht op deze hoogte van 2500 m vergeleken met die op zeeniveau?

(a) Even groot (b) Groter(c) Kleiner

9. Welke laboratorium uitslagen verwacht je bij een patiënt met een anemie van chronische ziekte?

(a) Normaal MCV, verhoogd ijzer en normaal ferritine(b) Laag MCV, verlaagd ijzer en verlaagd ferritine(c) Normaal MCV, verlaagd ijzer en verhoogd ferritine(d) Verhoogd MCV, verhoogd aantal reticulocyten en verhoogd ferritine

10. Welke stollingsfactor zorgt voor het ‘cross-linken’ van fibrinedraden?

(a) Trombine(b) Factor VII(c) Von Willebrandfactor(d) Factor XIII

11. Welke stollingsfactoren zorgen voor de activatie van stollingsfactor X?

(a) Enkel stollingsfactor Va in combinatie met stollingsfactor IIa(b) Enkel stollingsfactor VIIa in combinatie met weefselfactor (TF)(c) Enkel stollingsfactor VIIIa in combinatie met stollingsfactor IXa(d) Zowel stollingsfactor VIIa met TF, als stollingsfactoren VIIIa en IXa

12. Wat is de rol van Ca2+ in de stollingscascade? Ca2+ speelt een rol bij de activatie van:

(a) alle stollingsfactoren.(b) bijna alle stollingsfactoren.(c) enkel de stollingsfactoren van de intrinsieke route.(d) enkel de stollingsfactoren van de extrinsieke route.

Page 3

Page 4: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

13. Hoe is proteïne S betrokken bij antistolling? Proteïne S:

(a) inactiveert stollingsfactor IIa.(b) is een cofactor van proteïne C.(c) stimuleert de productie van antitrombine (AT).

14. Tumoren kunnen onderscheiden worden in benigne en maligne tumoren op basis van een aantal kenmerken.Bij welke van onderstaande kenmerken weet je zeker dat het een maligne tumor is?

(a) Een slechte prognose bij de patiënt(b) Snelle groei van de tumor(c) Dysplasie van de tumorcellen(d) Aanwezigheid van metastasen

15. In promyelocyten leukemie wordt vaak de translocatie t (15;17) gevonden.Het fusiegen dat ontstaat door deze translocatie:

(a) is een tyrosine kinase eiwit in de leukemie cellen.(b) remt de differentiatie van de leukemie cellen .(c) verhoogt de apoptose van de leukemie cellen.

16. Waar duidt een homogeen aspect van een beenmerg preparaat op?

(a) Een laag vitamine concentratie(b) Een hematologische maligniteit(c) Een verspreide infectie(d) Een lokale infectie

Page 4

Page 5: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

17. Welke spier wordt met de pijl aangeduid in onderstaande figuur?

(a) M. pectoralis major (pectoralis major muscle) (b) M. pectoralis minor (pectoralis minor muscle) (c) M. serratus anterior (serratus anterior muscle)(d) M. subclavius (subclavius muscle)

18. Solide tumoren kunnen volgens de “American Joint Committee on Cancer Staging” worden gestadieerd met behulp van de TNM classificatie. Zo kun je een uitspraak doen over de prognose van de patiënt.Welke van de onderstaande kenmerken wordt in de TNM classificatiemeegenomen?

(a) De grootte van de primaire tumor(b) De leeftijd van de patiënt(c) Het aantal mitosen die in de tumor worden gezien(d) Het aanwezig zijn van gewichtsverlies

19. In welk land is de incidentie van het huidmelanoom het hoogst?

(a) Australië(b) Japan(c) Nederland(d) Zuid Afrika

20. Borstkanker is de meest voorkomende vorm van niet huid gerelateerde maligniteit bij vrouwen. Wat geeft het hoogste life time risico op het ontwikkelen van een mammacarcinoom bij vrouwen?

(a) Het gebruik van oestrogenen(b) Overgewicht

Page 5

Page 6: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

(c) Het aanwezig zijn van een BRCA2 mutatie(d) Bestraling op de thorax in het verleden

21. De onderstaand foto betreft de volgende 2 vragen

De hierboven afgebeelde moedervlek is verdacht voor melanoom

(a) Juist(b) Onjuist

22. Welk kenmerk van de ABCDE regel voor het beoordelen van huidafwijkingen kun je op deze foto niet beoordelen?

(a) B(b) C(c) D(d) E

23. Sommige vormen van kanker hebben een voorloperstadium (zogenaamde dysplasie).Wat is het voorloperstadium van het plaveiselcelcarcinoom van de huid?

(a) Actinische keratose(b) Basaalcelcarcinoom(c) Lentigo maligna(d) Verruca seborrhoica

Page 6

Page 7: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

24. Wat is de meest voorkomende lokalisatie van het basaalcelcarcinoom van de huid?

(a) De armen(b) De benen(c) Het gelaat(d) De romp

25. Onderstaande afbeelding toont een microscopische opname (van Gieson kleuring) van huid. De inzet toont een uitvergroting van het gele kader.

Tot welke laag van de epidermis behoren de met pijlen aangegeven cellen?

(a) Stratum basale (b) Stratum granulosum(c) Stratum lucidum (d) Stratum spinosum

26. Gramnegatieve en grampositieve bacteriën onderscheiden zich door een verschillende cellulaire opbouw.Hoe is de celwand van een Grampositieve bacterie opgebouwd?

(a) Twee membranen met daartussen een dunne peptidoglycaan laag(b) Een membraan met daar bovenop een dikke peptidoglycaan laag(c) Twee membranen met daartussen een dikke peptidoglycaan laag

Page 7

Page 8: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

(d) Een membraan met daar bovenop een dunne peptidoglycaan laag

27. De productie van biofilms door Pseudomonas aeruginosa in de longen van cystic fibrosis patiënten ontstaat via quorum-sensing.Quorum sensing is een proces waarbij de expressie van de genen betrokken bij biofilmvorming geactiveerd wordt door een lage concentratie van signaal moleculen.

(a) Juist(b) Onjuist

28. Tetanus en miltvuur ontstaan door endospore-infectie van wonden. Waarom vormen bacteriën sporen?

(a) Dit is nodig voor de groei van sporenvormende bacteriën onder alle omstandigheden.(b) Het helpt sporenvormende bacteriën te overleven onder moeilijke groeiomstandigheden.(c) De vorming van sporen is het gevolg van fouten in de celdeling van sporenvormende bacteriën.(d) De vorming van sporen is onderdeel van de standaard groei curve van elke bacteriële cel.

29. Welke cellen zijn het meest belangrijk voor het elimineren van cellen die virus-geïnfecteerd zijn?

(a) B-lymfocyten(b) CD4+ T-lymfocyten(c) CD8+ T-lymfocyten(d) Plasma cellen

30. Bij een microbiële infectie kan complement op verschillende manieren geactiveerd worden. Een van deze manieren is de alternatieve route. Welke van onderstaande eigenschappen is een kenmerk van deze route?

(a) Bij deze activatie wordt complement direct geactiveerd door binding van een lectine (=koolhydraat bindend eiwit) aan het oppervlak van het micro-organisme.(b) De activatie begint met het binden van een splitsingsproduct van C3 aan het micro-organisme.(c) IgM antilichamen met lage affiniteit binden aan het micro-organisme, waardoor het complement geactiveerd wordt.

Page 8

Page 9: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

31. Zowel neutrofiele granulocyten als macrofagen spelen een belangrijke rol bij het opruimen van micro-organismen. Er zijn zowel verschillen als overeenkomsten tussen beide celtypen. Wat is een belangrijke overeenkomst tussen neutrofiele granulocyten en macrofagen?

(a) De aanwezigheid van Fc receptoren op het celoppervlak(b) De levensduur van beide celtypen(c) Het vermogen tot netosis(d) De inhoud van de granula

32. Micro-organismen kunnen zich via verschillende routes door het lichaam verspreiden. Welk micro-organisme verspreidt zich via de perifere zenuwen?

(a) Varicella zoster virus(b) Epstein-Barr virus(c) Cytomegalovirus(d) Neisseria meningitidis

33. Bij welk van onderstaande microorganismen speelt de vorming van granuloma een belangrijke rol in de afweer?

(a) Corynebacterium diphteriae(b) Mycobacterium tuberculosis(c) Staphylococcus aureus(d) Streptococcus pneumonia

34. Hoe zorgt het HIV virus ervoor dat het niet wordt herkend en niet wordt opgeruimd door het immuunsysteem?

(a) Anti-genetische shift(b) Integratie in genoom gastheer(c) Latentie in neuronen(d) Productie Fc-receptoren

35. Er zijn verschillende virussen die ‘oncogeen zijn’. Dat wil zeggen dat ze kanker kunnen veroorzaken.

Tegen welke oncogene virussen zijn vaccins beschikbaar?

(a) Epstein-Barr Virus en hepatitis B virus(b) Humaan papillomavirus en hepatitis B virus(c) Epstein-Barr Virus en mazelen(d) Mazelen en hepatitis B virus

Page 9

Page 10: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

36. Op welk proces wordt door de meeste antivirale middelen aangegrepen?

(a) Virus binding aan de gastheer cel(b) Synthese van viraal DNA en/of RNA(c) Vormen van nieuwe virus deeltjes(d) Virionen loskoppelen van de geïnfecteerde cel

37. Waar bestaat een conjugaat vaccin uit?

(a) Een polysaccharide en een eiwit of een toxoid(b) Een subunit vaccin en een adjuvant (c) Een toxoid en een eiwit(d) Subunits van verschillende pathogenen

38. Interferonen omvatten een groep van verschillende cytokinen. Deze zijn in staat om bijvoorbeeld macrofagen te activeren. Type I interferonen (alfa-IFN) hebben tevens andere belangrijke functies. Welke van onderstaande eigenschappen is ook een belangrijke functie van type I interferon?

(a) Antivirale werking(b) Bactericide werking(c) Rem van schimmelgroei(d) Opsoniserende werking

39. Het Ig molecuul op het oppervlak van B-lymfocyten is opgebouwd uit twee lichte en twee zware ketens. De zware en de lichte keten zijn beide opgebouwd uit een variabel deel en een constant deel.Welke stelling over het variabele deel van de lichte en/of zware keten is juist?

De aminozuur volgorde van het variabele deel van beide lichte ketens verschilt van elkaar. De aminozuur volgorde van het variabele deel van beide zware ketens verschilt van elkaar. De aminozuur volgorde van het variabele deel van de lichte keten is identiek aan de aminozuur

volgorde van het variabele deel van de zware keten. De aminozuur volgorde van het variabele deel van de lichte keten verschilt van de aminozuur

volgorde van het variabele deel van de zware keten.

Page 10

Page 11: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

40. De levensduur van IgG moleculen in het serum is veel groter dan de levensduur van IgM moleculen.

Wat veroorzaakt dit verschil?

Het Fc gedeelte van IgM moleculen is veel gevoeliger voor afbraak door proteolytische enzymen in het serum dan IgG moleculen

IgG moleculen kunnen door endotheelcellen opgenomen worden, maar IgM moleculen niet IgG moleculen zijn monomeren en IgM moleculen zijn pentameren IgG moleculen hebben een kappa lichte keten en IgM moleculen hebben een lambda lichte keten

41. Bij transplantatiepatiënten en HIV patiënten met een laag CD4 getal die zich presenteren met meningitis dient behalve aan reguliere verwekkers van meningitis ook gedacht worden aan de volgende opportunistische infectie:

Pneumocystis jiroveci Pneumonia (PCP) Cryptococcus neoformans Hepatitis E virus Coxsackie virus

42. Bij transplantatie- en HIV patiënten heeft een chronische hepatitis B virus infectie een slechtere prognose dan bij patiënten zonder deze co-morbiditeiten. Waarom is dit het geval? Omdat:

er een grotere kans is op het sneller ontwikkelen van levercirrose bij deze patienten deze patiënten sneller icterisch worden er geen antivirale behandeling mogelijk is bij deze patienten er een meer uitgesproken hepatitis beeld met ontsteking ontstaat met meer klachten en schade

als gevolg

43. Met welke van onderstaande testen kan worden aangetoond hoeveel lymfocyten bepaalde cytokines produceren?

ELISA PCR Western blot ELISPOT

Page 11

Page 12: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

44. Het peptide CLIP maakt deel uit van de invariante keten. CLIP kan binden aan MHC-klasse-II moleculen. Waar bindt CLIP aan MHC-klasse-II moleculen?

In het cytosol In het endo-lysosoom In het ruwe endoplasmatisch reticulum Op het oppervlak van de cel

45. MHC-klasse-II moleculen op het oppervlak van antigeen presenterende cellen hebben peptiden in hun groeve. Van welke eiwitten zijn deze peptiden afkomstig? Van

eiwitten die door de cel zelf geproduceerd zijn. eiwitten die door endocytose zijn opgenomen door de cel. microbiële eiwitten die in het cytosol aanwezig zijn.

Page 12

Page 13: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

Open boek

1. Wat accumuleert er in de lever van een patiënt met glycogeenstapelingsziekte (GSD) type Ia?

Alleen glycogeen Alleen vet Glycogeen en vet

2. In de omgeving van kerncentrales wordt aan de bevolking jodiumtabletten uitgedeeld.In het geval van een nucleair ongeval kunnen deze tabletten de schildklier beschermen tegen radioactief jodium.Op welk deelproces van de schildkliersynthese berust de werking van de tabletten?

Actieve opname van jodium Koppeling van jodium aan thyreoglobuline Oxidatie van het jodium ion Thyroxine afsplitsen van thyreoglobuline

3. Bij patiënten met Diabetes mellitus type 1 die even geen insuline spuiten, kunnen ketonen in het bloed aangetroffen worden.Wat is hiervoor het meest verantwoordelijk?

Afgenomen gluconeogenese Afgenomen glycogenolyse Toegenomen gluconeogenese Toegenomen glycogenolyse

4. Bij een vrouw is een secundaire hypothyreoïdie geconstateerd.Wat is dan meest waarschijnlijke uitkomst voor de plasmaconcentraties van TRH (thyrotropine releasing hormoon) en TSH (thyroïd stimulerend hormoon)?

TSH verhoogd, TRH verhoogd TSH verhoogd, TRH verlaagd TSH verlaagd, TRH verhoogd TSH verlaagd, TRH verlaagd

5. De positief voorspellende waarde is:

Het aantal terecht-positieve uitslagen gedeeld door het aantal fout-negatieve uitslagen. Het aantal terecht-positieve bevindingen gedeeld door het totaal aantal uitslagen. Het aantal terecht-positieve bevindingen gedeeld door het totaal aantal positieve uitslagen.

Page 13

Page 14: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

6. Van twee even grote bloedmonsters wordt de pO2 bepaald. Van het ene monster is de pO2 20 mmHg, van het andere 120 mmHg. Wat is de pO2 van het gemengde bloed als de twee monsters samengevoegd worden?De pO2 van het gemengde bloed ligt het dichtst bij:

30 mmHg 50 mmHg 70 mmHg 90 mmHg

7. Een patiënt heeft een verhoogde hematocriet van 60%. Hoe zijn de arteriële PaO2 en de saturatie (SaO2) het meest waarschijnlijk veranderd bij deze patiënt?

PaO2 toegenomen en de SaO2 niet veranderd PaO2 niet veranderd en de SaO2 toegenomen PaO2 en de SaO2 beide toegenomen PaO2 en de SaO2 beide niet veranderd

8. Een patiënt van 64 jaar heeft last van toenemende vermoeidheid sinds 2 maanden. Het bloedonderzoek laat de volgende uitslagen zien: Hb 9.35 g/dL (5.8 mmol/L), MCV 65 fl, ferritine 10 microgram/L.Wat is het meest logische vervolg onderzoek om de oorzaak van de anemie op te sporen?

Beenmergaspiratie Genetische analyse van de erythrocyten Een dikke darm onderzoek, colonoscopie Bepaling van B12 concentratie in het bloed

9. Een 25 jarige vrouw, afkomstig uit Kenia heeft last van vermoeidheid. Het bloedonderzoek laat de volgende uitslagen zien: Hb 6,77 g/dL (4,2 mmol/L), MCV 123 fl, ferritine 120 microgram/L, leukocyten 2,5 x109/l (hypergesegmenteerd), trombocyten 58 x109/l. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van deze anemie?

Vitamine B12 deficiëntie IJzer tekort Thalassemie

Page 14

Page 15: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

10. Waar in de stollingscascade hoort factor XIII?

Vóor factor XII in de intrinsieke route Met factor VII in de extrinsieke route Ná de vorming van fibrine Factor XIII heeft geen rol in de stolling

11. Welk effect geeft toediening van recombinant tissue-Plasminogeen Activator (t-PA)?

Groot risico op ontstaan van hematomen en neusbloedingen Groot risico op ontstaan van gewrichtsbloedingen Groot risico op bloeding ter plaatse van recente ingreep Groot risico op diffuse intravasale stolling

12. Verschillende genetische afwijkingen kunnen zorgen voor een verhoogde kans op bloedingen of een verhoogde kans op trombose. Welke afwijking is de meest-voorkomende genetische afwijking die zorgt voor een verhoogde kans op trombose? Een mutatie in:

chromosoom 12. het Factor V gen. het protrombine gen. het X-chromosoom.

13. Bij een patiënt met hemofilie A worden de internationale genormaliseerde ratio (INR), de geactiveerde partiële tromboplastine tijd (aPTT), en de trombine tijd (TT) bepaald in een lab. Welke uitslagen worden het meest waarschijnlijk gevonden? Een onveranderde …

aPTT en INR, maar een verlengde TT aPTT en TT, maar een verlengde INR INR en TT, maar een verlengde aPTT

14. Een patiënt van 21 jaar oud wordt verwezen naar de spoedopvang vanwege vermoeidheid, hoofdpijn, duizeligheid en verstoord zicht sinds 4 dagen. Bloedanalyse laat zien: Hb 9,67 g/dL (6,0 mmol/L), MCV 88 fl, leukocyten 28x 109/L (90% blasten) en trombocyten 40 x 109/L. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?

Acute myeloide leukemie Acute lymphoblastaire leukemie Polycytemia vera Chronische lymfatische leukemie

Page 15

Page 16: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

15. Een patiënt van 61 jaar oud wordt verwezen naar de spoedopvang vanwege vermoeidheid, hoofdpijn, duizeligheid en verstoord zicht sinds 4 dagen. Bloedanalyse laat zien: Hb 9,02 g/dL (5,6 mmol/L), MCV 88 fl, leukocyten 228 x 109/L (90% blasten) en trombocyten 9 x 109/L Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?

Chronische myeloide leukemie in een chronische fase Multipel myeloma Acute leukemie met hyperviscositeit syndroom Chronische lymfatische leukemie

16. Een patiënt van 55 jaar oud heeft een vergrote milt zonder lymfadenopathie. Analyse van het bloed laat zien: Hb 11,28 g/dL (7,0 mmol/L), trombocyten 440 x 109/l en leukocyten 90 x 109/l (promyelocyten 5%, myelocyten 12%, basofiele granulocyten 5%). Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?

Acute lymphoblastaire leukemie Acute myeloide leukemie Chronische lymfatische leukemie Chronische myeloide leukemie

17. Een patiënt wordt gediagnostiseerd met een chronisch myeloide leukemie.Wat is de eerste behandeloptie voor deze patiënt?

Arseen trioxide All-trans retinoid zuur Intensieve chemotherapie Imatinib

18. Welke van de onderstaande wervelstructuren heeft een ronde opening in het processus transversus?

Os coccygis Sacrum Vertebra C1 Vertebra T12

Page 16

Page 17: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

19. De opa (vader van de vader) van een patiënt, meneer B, had een zus die borstkanker doormaakte op de leeftijd van 33 jaar. Deze oudtante is nu 71 jaar. Als er een BRCA1 mutatie wordt gevonden bij deze oudtante, heeft meneer B een kans van 12,5% om ook die BRCA1 mutatie te hebben.

Juist Onjuist

20. Een vrouw van 72 jaar heeft zelf een knobbel van 4 cm in de rechter borst ontdekt, na een cytologische punctie blijkt dit een maligniteit te zijn. Bij lichamelijk onderzoek voelt u een lymfeklier van 2 cm in de rechter oksel.Er wordt voorgesteld (als vervolgstap) om aanvullende beeldvorming te doen om te kijken of er metastasen op afstand zijn (M1?) want als er metastasenop afstand zijn ga je de borst niet opererenIs dit de meest logische vervolgstap?

Ja, dat klopt Ja, maar er kan altijd nog een reden zijn om de borst te opereren Nee, dat klopt niet

21. Als in borstkanker een somatische BRCA1 mutatie wordt vastgesteld, dan is er ook een verhoogde kans op eierstokkanker.

Juist Onjuist

22. Bij >90% van de melanomen blijkt er sprake te zijn van een BRAF mutatie.

Juist Onjuist

23. Actinische keratose (AK) is een marker voor de hoeveelheid UV-schade die iemand heeft opgelopen

Juist Onjuist

Page 17

Page 18: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

24. Welke afwijking is te zien op deze microscopische opname?

Actinische keratose Basaalcelcarcinoom Melanoom Plaveiselcelcarcinoom

25. Keratitis-ichthyosis-deafness (KID) syndroom is een zeer zeldzame genetische aandoening die gepaard gaat met doofheid. KID wordt veroorzaak door een mutatie in het GJB2 gen dat codeert voor het eiwit connexine 26. Welke intercellulaire verbindingen zullen bij KID niet goed functioneren?

Desmosomen Gap junctions Tight junctions Zonula adhaerens

26. Helicobacter pylori heeft een goede strategie om in de maag te overleven.Wat is deze strategie?

Het beschermt zich door slijm te maken Het produceert urease Het gaat intracellulair in de maagwand zitten Het heeft een extra dikke celwand

27. Waar in het lichaam bevinden zich meer dan 1010 bacteriën/gram?

Op de huid In de mond

Page 18

Page 19: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

In het ileum In het colon

28. In welk van de onderstaande lichaamsdelen kun je bij gezonde mensen Haemophilus influenzae verwachten?

Op de huid In de keel In de longen In de darm

29. Patiënten met brandwonden lopen een verhoogd risico op infecties. Welke micro-organismen zijn hiervoor meestal verantwoordelijk?

Bacteriën uit de omgeving Bacteriën uit de normale flora van de patiënt Huidparasieten

30. Bij een eerste contact met een virus duurt het wel 2 weken voordat de eerste IgG antilichamen in het bloed waargenomen worden. Waarom duurt dit zo lang?

Omdat aanmaak van virus-specifieke B-lymfocyten in het beenmerg een tijdrovend proces is Omdat alvorens B-lymfocyten kunnen reageren het virus eerst afgebroken moet worden door

macrofagen. Omdat uitrijping van B-lymfocyt tot plasmacel veel tijd kost Omdat virus-specifieke B-lymfocyten eerst moeten prolifereren

31. Natural killer (NK) cellen zijn in staat om direct tumorcellen te doden. Hoe komt het dat NK cellen dit doen?

Expressie van co-stimulatoire moleculen op de tumorcellen. Herkenning van specifieke tumorantigenen op het oppervlak van de tumorcellen Secretie van cytokinen door de tumorcellen die de NK cellen activeren Veranderde expressie van MHC klasse I moleculen op de tumorcellen

Page 19

Page 20: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

32. In 2009 heerste het influenzavirus H1N1pdm09 of ‘de Mexicaanse griep’. Waarom leidde dit tot een pandemie?

Door anti-genetische drift ontstond een nieuw virus; in de populatie was nog geen immuniteit Door anti-genetische shift ontstond een nieuw virus; in de populatie was nog geen immuniteit Door anti-genetische drift ontstond een nieuw virus; de kudde-immuniteit was zeer laag door een

lage vaccinatiegraad Door anti-genetische shift ontstond een nieuw virus; de kudde-immuniteit was zeer laag door een

lage vaccinatiegraad

33. Welke virussen kunnen latent aanwezig blijven na infectie?

Norovirus, rhinovirus, CMV Hepatitis B virus, Epstein-Barr Virus, adenovirus Hepatitis C virus, adenovirus, influenzavirus Parainfluenzavirus, HIV, rotavirus

34. Wat is het belangrijkste verschil tussen het bestrijden van een virale infectie door antivirale middelen of door vaccinatie?

Een vaccin kan minder effectief worden door mutaties van het virale genoom waardoor het kan ontsnappen aan het immuunsysteem. Een antiviraal middel blijft effectief zelfs wanneer het virus muteert

Het beschermende effect van vaccinatie is langdurig, terwijl het beschermende effect van een anti-viraal middel stopt wanneer het middel niet meer gebruikt wordt

Vaccins worden toegediend door middel van een subcutane injectie waarvoor geschoold personeel nodig is terwijl alle antivirale middelen oraal kunnen worden ingenomen en deze zijn dus geschikt voor zelfmedicatie

35. Een patiënt heeft 5 jaar geleden een niertransplantatie ondergaan . Sinds die tijd neemt hij trouw immunosuppressieve middelen. Hij is over het algemeen gezond geweest, maar nu is hij opgenomen in het ziekenhuis vanwege ernstige luchtwegklachten die in de afgelopen 8 dagen steeds erger werden. Het blijkt dat hij is geïnfecteerd met influenza A virus. Welke antivirale behandeling wordt aanbevolen voor deze patiënt?

Amantadine, een remmer van de uncoating stap Nevirapine, een reverse transcriptase remmer Oseltamivir, een neuraminidase remmer Ritonavir, een virus protease remmer

Page 20

Page 21: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

36. Bepaalde virussen, zoals het Epstein-Barr virus, zijn in staat aan afweer te ontkomen door het eiwit TAP (transporter of antigen processing) in het endoplasmatisch reticulum te blokkeren. Welk proces is verstoord als gevolg van deze blokkade?

Activatie van CD4+ T-lymfocyten door antigeenpresenterende cellen Activatie van natural killer (NK) cellen Herkenning van de met virus besmette cel door cytotoxische T-lymfocyten Vorming van neutraliserende antilichamen

37. Antigenen worden herkend door het Fab gedeelte van een immuunglobuline. Hoeveel complementarity determining regions (CDR’S) zijn betrokken bij de binding van het Fab gedeelte aan een antigeen?

1 2 3 6

38. Onderstaande figuur laat de antistof concentratie zien in kinderen die geïmmuniseerd zijn met een levend polio vaccin (links) en een geïnactiveerd polio vaccin.

Waarom zorgt het levende polio vaccin voor IgA productie in het duodenum en het geïnactiveerde polio vaccin niet?

Levend polio vaccin induceert CD8+ T cellen die helpen bij het activeren van B cellen in de neus en het duodenum om antistoffen aan te maken

Levend polio vaccin bestaat uit hele virus deeltjes en is daarom meer immunogeen waardoor er een sterkere en bredere immuun response ontstaat.

Levend polio vaccin wordt in een veel hogere dosis gegeven dan geïnactiveerd vaccin en daarom ontstaat er een sterkere immuunrespons.

Levend polio vaccin wordt oraal toegediend, waarbij in de darm een lokale immuun respons wordt opgewekt. Het geïnactiveerde vaccin wordt via injectie toegediend.

Page 21

Page 22: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

39. Een 29 jarige ex-verslaafde is behandeld voor een chronische hepatitis C virus infectie. 24 weken na afronden van de behandeling wordt er bloedonderzoek gedaan. HCV IgG antistoffen: positiefHCV PCR op plasma: negatiefDeze patiënt:

is succesvol behandeld. heeft gefaald op de behandeling. moet over 3 maanden een nieuw bloedonderzoek krijgen. moet opnieuw (langer) behandeld worden.

40. Een 30 jarige verpleegkundige wordt verdacht van een infectie met Kinkhoest. Ze heeft sinds enige dagen een blafhoest. Er werd een nasopharynx swab afgenomen en bloedonderzoek ingezet. PCR nasopharynx-swab: positief voor B. pertussisSerologie: negatief voor B. pertussisWaarvan is hier sprake? Van:

Geen Kinkhoest. Ze is niet besmettelijk voor haar omgeving Doorgemaakte Kinkhoest. Ze is niet besmettelijk voor haar omgeving Kinkhoest. Ze is besmettelijk voor haar omgeving Kinkhoest. Ze is niet besmettelijk voor haar omgeving

41. Op de eerste hulp ziet u een voorheen gezonde jongeman van 34 jaar met dyspnoe diezojuist een Bronchoalveolaire lavage (BAL) heeft ondergaan i.v.m. een sterk afwijkende X-thorax. Hij wordt opgenomen met een zojuist vastgestelde PCP (Pneumocystis Jiroveci Pneumonia) infectie. Bij klinisch onderzoek is er sprake van Candida in zijn mond en heeft hij meerdere palpabele klieren in de oksels en liezen. Waarvoor wordt diagnostiek ingezet?

(a) Bartonella henselae(b) HIV(c) CVID (Common Variable Immunodeficiency Disorder)(d) Complement deficiëntie

42. Tegen welke groep van bacteriën is vancomycine werkzaam?

(a) Gram-negatieve bacteriën(b) Gram-positieve bacteriën(c) Zowel gram-negatieve als gram-positieve bacteriën

Page 22

Page 23: Bachelor - M.F.V. Panacea · Web viewEen gezond iemand gaat op wintersport in de Alpen en komt daar op een hoogte van 2500m. De luchtdruk is hier ongeveer 500 mm Hg. Hoe groot is

G2020 1.1.4 VERSIE A

43. Bij welk antibioticum is het werkingsmechanisme gebaseerd op synergisme?

(a) Amoxicilline-clavulaanzuur(b) Piperacilline-tazobactam(c) Co-trimoxazol(d) Imipenem-cilastatine

44. Na een infectie met bacteriën wordt een verhoogde hoeveelheid C-reactive protein (CRP) gevonden in het bloed. Van welke cellen is dit CRP afkomstig?

(a) Dendritische cellen(b) Epitheelcellen(c) Levercellen(d) Macrofagen

45. T cellen kunnen in vitro gestimuleerd worden door middel van een combinatie van antistoffen tegen CD3 en tegen CD28. Wat is de functie van de antistoffen tegen CD3 hierbij?

(a) adhesie van de TCR+ cel aan antigeen presenterende cellen.(b) co-stimulatie van de TCR+ cel.(c) remming van de functie van de TCR(d) signaaltransductie via de TCR.

Page 23