p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor...

36
p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst 14 mei in Dordrecht BULLETIN VAN DE VERENIGING REMBRANDT JAARGANG 15 NO 1 VOORJAAR 2005

Transcript of p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor...

Page 1: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

p Kunst verzamelen:

Museale aankopen met

een koninklijke allure

p Professor Henk van Os:

Geschiedenis van wie?

p De Vereniging Rembrandt

1913-1923

p Voorjaarsbijeenkomst

14 mei in Dordrecht

BULLETIN VAN DE VERENIGING REMBRANDT JAARGANG 15 NO 1 VOORJAAR 2005

Page 2: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

Beschermvrouwe H.M. de Koningin

BESTUUR

Mr J.M. Boll, voorzitterJhr Mr A.A. Loudon, vice-voorzitterMevrouw Mr A.A. van Berge,

secretarisDrs H.B. van Wijk, penningmeesterProf. Dr C.H. BlotkampProf. Dr R.E.O. EkkartProf. Dr P.A. HechtProf. Drs R. de LeeuwDr J.R. ter MolenDr M. SandersMevrouw L.C.E. van Tets-van

TienhovenMr J.G. de Vries RobbéJhr M.A. van Weede

RAAD VAN ADVISEURS

Prof. dr J. Th. M. BankDrs M.A. van den BerghMr Drs L.C. Brinkman Mevrouw Prof. Dr C.A. Chavannes-

Mazel Drs H.L.M. Defoer Prof. Mr E.J. Dommering Drs F.J. Duparc Mevrouw Prof. Dr C.W. Fock R.H. Fuchs J.A. de Gier Mevrouw A. van Grevenstein-Kruse Mr E. GroenewaldMr R.W.J. Groenink Drs J.H. van Heijningen Nanninga Drs B.F. van IttersumProf. Dr C.J.A. Jörg Mevrouw M. LambertJ.M.N. Leighton Dr J.L. Locher

Mevrouw Drs D.H.A.C. Lokin Jhr G.E. Loudon Drs Ing. C. Maas Drs H.J.A.T. Meertens Drs R.C.J. Meijer Dr D. Overbosch Mr L. R. J. ridder van RappardMr S.A. Reinink M.J.M. van Rooy Prof. dr P. SchnabelDrs J.J.Th. Sillevis Mevrouw Dr M.F. Simon Thomas Mevrouw Dr N.C. Sluijter-Seijffert Drs C.B. Smithuijsen A.L. StalDr E.J. van Straaten Drs C. baron van Tuyll van

SerooskerkenK. van TwistE.W. VeenDrs M.J.F. Weck

BUREAU (9 – 13 UUR)

Drs H.M. Blankenberg, directeurContacten Musea/PR

Mevrouw Drs F.M. Bijl de Vroe-Verloop

Fondsenwerving

Mevrouw Drs C.S. de Witt Wijnen-Jansen Schoonhoven

Lange Voorhout 15, 2514 EA Den HaagT: 070-4271720 F: 070-4271940E: [email protected]

REKENINGEN

Bank Mees Pierson, Amsterdam 25 22 00 861 (voor betaling contributie)Bank Mees Pierson, Amsterdam 21 33 99 385Postbank 11 71 21ten name van de VerenigingRembrandt, Den Haag

KLACHTENCOMMISSIE

FONDSENWERVING

Mr S. Royer, voorzitter Mevrouw Mr A.M.C. Marius-van

Eeghen, secretarisMevrouw Mr M.C. ScholtenDr J.M. de GrootMr H. baron van Imhoff

Leden van de Vereniging Rembrandt

kunnen bij het secretariaat extra

Bulletins bestellen voor € 7,- per stuk

(excl. portokosten).

Colofon:

Samenstelling en redactie: Teio Meedendorp en

Kees Keijer, Amsterdam

Ontwerp: van Rosmalen & Schenk, Amsterdam

Druk en lithografie:

Drukkerij Onkenhout BV, Hilversum

i l lus t rat ie oms lag:

Bloempiramide

Toegeschreven aan plateelbakkerij

De Metale Pot, Delft

ca. 1695. Aardewerk, H 156 cm

Rijksmuseum Amsterdam

Page 3: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

De Vereniging Rembrandt

is een particuliere organisatie,

opgericht in 1883. Zij heeft

als doel door het beschikbaar

stellen van geldelijke middelen

musea en andere openbare

verzamelingen effectieve hulp

te bieden bij het verwerven

van kunstvoorwerpen.

Vivat Oraenge in speMr Jan Maarten Boll

Museale aankopen met een koninklijke allure. De Vereniging Rembrandt & Paleis Het LooJohan R. ter Molen

De actie Vivat Oraenge heeft als bedoelingom De Heems stilleven met deze titel ditjaar te verwerven voor Paleis Het Loo, termarkering van het 25-jarig ambtsjubileumvan Koningin Beatrix. In zijn relatief korte

bestaan als museum heeft Paleis Het Loo al diverse bijzonderekunstwerken kunnen verwerven met steun van de VerenigingRembrandt. De directeur van Paleis Het Loo Nationaal Museumen bestuurslid van onze vereniging, Dr J.R. ter Molen, geefteen overzicht.

Ogenblik: Geschiedenis van wie?Prof. Dr H.W. van OsWas onze grote kolonisator Jan Pietersz. Coen een held of eenschurk? En hoe kijkt een Indonesiër daar tegenaan? Op Balikwam professor Henk van Os tot een opmerkelijk inzicht,waarbij een fietsende kunstenaar hem de weg wees.

Over aanwinsten 1913-1923Fusien Bijl de Vroe

Het rommelde even in de gelederen van devereniging toen Den Haag en Amsterdamin 1913 onenigheid kregen over de verde-ling van een aantal kunstwerken. Met deoprichting in 1920 van het Rembrandt

Syndicaat kon er voor het eerst gericht buitenlandse kunstworden verworven.

Nieuws van de Vereniging Rembrandt

Algemeen

Op 14 mei vindt de Voorjaarsbijeenkomst van de VerenigingRembrand plaats in het Dordrechts Museum, ter gelegenheidvan de tentoonstelling Dromen van Dordrecht buitenlandse kunste-naars schilderen Dordrecht tussen 1850 -1920. Op de achterzijde vandit Bulletin vindt u de benodigde informatie over het programmaen hoe u zich kunt opgeven.

I N H O U D A A N W I N S T E N

4

5

9

29

32

34

10

12

16

19

22

26

ALLARD PIERSON MUSEUM, AMSTERDAM

Vier Tarentijnse applieken

RIJKSMUSEUM AMSTERDAM

Twee bloempiramidesPlateelbakkerij De Metale Pot, Delft (toegeschr.)

GELDERS ARCHIEF, ARNHEM

De ‘Salon’ bij de beek op het landgoedBeekhuizen, VelpDaniel Kerkhoff

HANNEMAHUIS, HARLINGEN

Verguld zilveren dekselbokaalWillem Anskes Zeestra

TEYLERS MUSEUM, HAARLEM

VeerpontJacob Maris

MUSEUM BOIJMANS VAN BEUNINGEN, ROTTERDAM

Mae West Lips SofaSalvador Dalí

Prins Bernhard

Cultuurfonds 65 jaar

Het Prins Bernhard Cultuur-

fonds, dat onze vereniging al

vele jaren trouw substantieel

ondersteunt, viert dit jaar zijn

65-jarig bestaan. De Vereniging

Rembrandt wenst het PBC van

harte geluk met dit jubileum

en hoopt de succesvolle en

vruchtbare samenwerking ten

behoeve van ons cultureel

erfgoed tot in lengte van jaren

te kunnen voortzetten.

Page 4: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

Intussen gaat het andere werk van de Vereni-ging Rembrandt gewoon door. Een belangrijkeuitdaging voor de komende tijd is om te helpende financiering rond te krijgen van de tekenin-genserie De twaalf maanden van Hans Bol voorMuseum Boijmans Van Beuningen. In 2003 werdhiertoe al een poging ondernomen. Ondankseen forse bijdrage van de Vereniging Rembrandtlukte dat toen echter niet. Nu wordt in samen-werking tussen Museum Boijmans, de VerenigingRembrandt, de Mondriaanstichting, en een aantalRotterdamse fondsen en particulieren – de namenvan Daan Dura en Jaques Schoufour mogendaarbij niet onvermeld blijven, zij spannen zichgeweldig in voor het goede doel! – geprobeerdhet benodigde bedrag alsnog bij elkaar te krijgen.We kunnen in dit kader inspiratie putten uit hetartikel van Fusien Bijl de Vroe over de geschiedenisvan onze vereniging in de periode 1913-1923.Daaruit blijkt dat, wanneer het echt nodig wasom belangrijke kunstwerken voor ons openbaarkunstbezit te behouden, er altijd particulieren be-reid waren om bij te springen. Dat was het geval

bij de oprichting van het Rembrandt Syndicaat in1920. Hierdoor konden destijds enkele topstukkenvoor het Rijksmuseum worden aangekocht.

In het geval van de Boltekeningen, die onlangsnog in hun volle glorie in Museum Boijmans tezien waren, gaat het om hoogtepunten uit detekenkunst. Als de geschiedenis zich herhaalthoeft de lijst van ‘gemiste kansen’ niet te wordenuitgebreid en beleeft dit zoveelste gevecht voorons openbaar kunstbezit een gelukkige afloop. Maar terug naar ’t begin: het gaat erom dat zoveel mogelijk mensen – jong en oud – meedoenom Vivat Oraenge ter ere van Koningin Beatrixaan ons openbaar kunstbezit toe te voegen. We hopen op een lijst met heel veel namen alsblijk van hulde. Wat ons betreft: we hebbenonze hoop gevestigd op u, als pleitbezorgervoor zo’n passend geschenk van ons allemaalaan ons allemaal.Vivat!

Jan Maarten Boll is voorzitter van de Vereniging Rembrandt

4 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

In de aanloop naar 29 en 30 april

2005, de data waarop de viering van

het zilveren regeringsjubileum van

koningin Beatrix officieel van start

gaat, komt de actie voor de aankoop

van het schilderij Vivat Oraenge in

een nieuwe fase. Dat gebeurt in het

toenemend vertrouwen dat het ook

gaat lukken, mede dankzij de steun

van TPG en de Staatsloterij die onze

campagne met volle kracht steunen.

De leden van de Vereniging Rem-

brandt hebben in de beginfase een

voortreffelijk voorbeeld gegeven door

massaal en ruimhartig de machti-

gingscoupons in het vorige Bulletin

in te sturen. Zeer verheugd zijn we

dat de eigenaar er in heeft toege-

stemd om het schilderij desgewenst

voor enige tijd in Nederland te expo-

seren. Wij zijn geneigd om van dit

aanbod gebruik te maken omdat we

langzamerhand de hoop hebben dat

we Vivat Oraenge niet meer hoeven

te laten gaan. Natuurlijk hopen we

dat de aanwezigheid van het schilderij

velen zal inspireren om mee te doen

opdat we vanaf de zomer het schilderij

blijvend in Paleis Het Loo zullen

kunnen bewonderen.

MR JAN MAARTEN BOLL

De twaalf

maanden:

maart,

Hans Bol

1534-1593.

Pen en bruine

inkt, bruine

wassing,

diameter

ca. 140mm.

Vivat Oraenge in spe

Page 5: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

5 VERENIGING REMBRANDT VOORJAAR 2005

Het vroegste voorbeeld van een dergelijkinitiatief, dat dankzij een voortreffelijk be-heer en een actief beleid na meer dan tweeeeuwen nog steeds een prominente plaatsinneemt binnen het brede scala aan Neder-landse musea en oudheidkamers, is TeylersMuseum in Haarlem. Toen de gefortuneerdelakenhandelaar Pieter Teyler van der Hulstin 1778 overleed, liet hij niet alleen eenomvangrijk kunstbezit na, maar stelde hijook zijn vermogen beschikbaar om zijn be-langstellingsgebieden op het gebied vancultuur en wetenschap verder te stimuleren.De verzamelingen, die door latere generatiesaanzienlijk werden en worden uitgebreid,zijn ondergebracht in een speciaal daartoegebouwd museumcomplex, verbonden methet voormalige woonhuis van de erflater.

ORANJE

Ook de leden van het Huis van Oranje heb-ben gedurende verschillende generatieseen belangrijk kunstbezit bijeen gebracht,dat niet alleen de basis vormt van hetMauritshuis maar waarvan ook onderdelenopgenomen zijn in de openbare collectiewaaruit het Rijksmuseum is voortgekomen.Wanneer men echter overziet, hoe omvang-rijk de verzamelingen van de Oranjes opbepaalde momenten geweest zijn, dan wordtduidelijk dat slechts een fractie hiervan inde zojuist genoemde Nederlandse museaterechtgekomen is. Veruit het merendeelvan de schilderijen, sculpturen en kunstnij-verheid zijn veelal bij een eerstvolgendegeneratie alweer in andere handen overge-gaan. Hieraan liggen dynastieke, politiekeen financiële redenen ten grondslag.Anders dan in de meeste Europese landenwaren de Noordelijke Nederlanden in de17de en 18de eeuw een vanuit de burgerijbestuurde republiek en geen monarchie.De prinsen van Oranje vervulden binnendeze bestuursvorm weliswaar langdurig defunctie van stadhouder, de hoogste militairegezagsdrager, maar hielden hun bezittingenniet bijeen voor degenen die na hen dezepositie zouden gaan bekleden. Zoals ge-

Nederland kan worden gerekend tot de landen met de grootste

‘museumdichtheid’. Allereerst zijn er de internationaal bekende grote

musea van kunst- en cultuur. Maar daarnaast beschikt vrijwel elke

stad en dorp over een openbare collectie, soms gewijd aan de lokale

historie maar niet zelden voortgekomen uit een particuliere verzameling

met een specifiek thema, door de oorspronkelijke eigenaar gedurende

zijn leven met veel zorg samengesteld en vervolgens aan de gemeen-

schap ter beschikking gesteld.

Museale aanwinsten met een koninklijke allureDe Vereniging Rembrandt & Paleis Het Loo

K U N S T V E R Z A M E L E N

JOHAN R. TER MOLEN

Paleis Het Loo, gezien vanuit de gereconstrueerde formele tuin. Het geheel gerestaureerde paleis met zijn

vorstelijke woonvertrekken is sinds 1984 als nationaal museum opengesteld.

Paleis Het Loo, gezien vanuit de gereconstrueerde formele tuin. Het geheel gerestaureerde paleis met zijn

vorstelijke woonvertrekken is sinds 1984 als nationaal museum opengesteld.

Page 6: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

6 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

Overdracht van de twee

wapentapijten naar ont-

werp van Marot door de

voorzitter van de

Vereniging Rembrandt,

H.J. de Koster, aan

H.K.H. Prinses Margriet,

lid van de Commissie van

Advies van Paleis Het

Loo, 26 augustus 1983

Wandtapijt met de

wapens van koning-

stadhouder Willem III

en koningin Mary

Stuart II.

Vervaardigd te Brussel,

ca.1690, naar ontwerp

van Daniel Marot.

PALEIS HET LOO

NATIONAAL MUSEUM

Schenking Vereniging

Rembrandt, 1983bruikelijk bij het burgerlijk erfrecht kregenook bij hen alle kinderen hun erfdeel. Ditheeft bijvoorbeeld tot gevolg gehad, datde met Duitse vorsten gehuwde dochtersvan stadhouder Frederik Hendrik en Amaliavan Solms na het overlijden van hun oudersieder een omvangrijke collectie kunstvoor-werpen en kostbaarheden ontvingen, waar-van onder meer in de Berlijnse musea nogbelangrijke voorbeelden aanwezig zijn.Nadat in 1795 de Fransen Nederlandwaren binnengevallen, zag de stadhouder-lijke familie zich gedwongen om naar hetbuitenland uit te wijken. Het belangrijkstekunstbezit van de Oranjes dat was achter-gebleven, werd in beslag genomen en naarFrankrijk overgebracht; een gedeelte hiervanis nooit teruggekeerd. De verdere inventarisvan de paleizen is verkocht of anderszinsverdwenen. Datgene, wat de familie inballingschap had kunnen meenemen, isnadien voor een belangrijk deel te gelde

gemaakt om in het levensonderhoud tekunnen voorzien.Zodra de Fransen in 1813 waren verdreven,werd Nederland een koninkrijk met de uitballingschap teruggekeerde zoon van delaatste Oranje-stadhouder als staatshoofd.Zijn opvolger, koning Willem II, slaagdeerin om opnieuw een kunstverzamelingvan internationale allure bijeen te brengen,die een plaats kreeg in de daartoe gebouwde‘gotische zaal’ in Den Haag. Helaas warenfinanciële schulden er de oorzaak van datook dit kunstbezit na de dood van de vorstin 1849 uiteenviel. Een belangrijk deel werdopgeëist door zijn Russische schoonfamilieen bevindt zich sedertdien in de Hermitage.

PALEIS HET LOO

In de afgelopen 30 jaar is het – mede dankzijgenereuze steun vanuit de VerenigingRembrandt – mogelijk gebleken om eenaantal belangrijke kunstwerken, die ooit in

het bezit waren van de Oranjes en die omeen van de hierboven genoemde redeneneen andere eigenaar hadden gekregen, aante kopen en binnen de muren van PaleisHet Loo een voor het publiek toegankelijkemuseale bestemming te geven.Deze residentie van de Oranjes was in 1686gebouwd als jachthuis en zomerverblijf voorstadhouder Willem III. Nadat hij en zijnechtgenote Mary Stuart II in 1689 koningen koningin van Engeland waren geworden,werden het paleis en de daarachter gele-gen tuinen nog verder uitgebreid. De uitFrankrijk afkomstige architect en ontwerperDaniel Marot heeft bij de vormgeving enversiering van dit omvangrijke complex eenbelangrijke rol gespeeld. Door verschil-lende kunstenaars werden series prentenuitgegeven, die een indruk geven van ditvorstelijke landgoed, waarvan de kostbareinrichting en de volgens een strenge sym-metrie aangelegde tuinen met hun exotischeplanten, sculpturen en imposante fonteinenvoor Nederland volstrekt uniek waren. Totin detail is de situatie ter plekke beschrevendoor een ooggetuige, de Engelse lijfartsvan de koning-stadhouder Walter Harris,wiens observaties in 1699 te Londen werdengepubliceerd. Ook in later eeuwen verbleven de Oranjesgedurende de zomermaanden graag op HetLoo. Als laatste heeft koningin Wilhelminadeze favoriete residentie permanent be-woond na haar abdicatie in 1948; zij is er in1962 overleden. Nadien moest een besluitgenomen worden over de toekomstige bestemming van dit bakstenen paleis, datsedert de 19de eeuw van een pleisterlaagwas voorzien en nadien nog allerlei ver-bouwingen en uitbreidingen had ondergaan.Ook was de Franse tuinaanleg verdwenen

Page 7: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

7 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

en was dit gebied achter het gebouwen-complex onderdeel geworden van een romantisch landschapspark. Gekozen werdvoor een zeer ingrijpende restauratie,waarbij zowel het paleis als de tuin in hunoorspronkelijke staat zouden worden te-ruggebracht. Na de voltooiing hiervan werdPaleis Het Loo in 1984 als nationaal museumvoor het publiek opengesteld.In het centrale hoofdgebouw zijn vertrekkeningericht, die de ontwikkeling laten zienvan vorstelijke wooncultuur in Nederlandgedurende drie eeuwen, terwijl in een museale presentatie in de zijvleugels ondermeer een beeld wordt gegeven van de geschiedenis van het Huis van Oranje.Hoewel uit inventarissen en beschrijvingendoor tijdgenoten afgeleid kon wordenwelke bestemming de verschillende ruimtes

in de loop der tijd hebben gehad en hoedeze waren ingericht, kon slechts voor denegentiende eeuw geput worden uit eenruime selectie aan meubelen en anderhuisraad. Voor de vroegere tijd moest deinrichting van de woonvertrekken voor-namelijk worden gereconstrueerd aan dehand van vergelijkbare werken die daartoevanuit de kunsthandel moesten wordenaangekocht. Daarnaast kwamen en komenregelmatig kunstwerken en bijzonderekunstnijverheidsobjecten tevoorschijn, dieooit aan de Oranjes hebben toebehoord ofdie getuigen van de sympathie van landge-noten voor het vorstenhuis.Dat op grote schaal aankopen konden wor-den gedaan is met name te danken aan demogelijkheden, die de Stichting ’t KoningsLoo daartoe biedt, de steunstichting van

het museum die onder meer met eenteam van vrijwilligers de winkel exploiteert.Voor zeer kostbare verwervingen heeft deVereniging Rembrandt steeds op genereuzewijze steun verleend.

‘REMBRANDT’ EN HET LOO

Sinds haar oprichting in 1883 heeft deVereniging Rembrandt zich ervoor ingezetom belangrijk kunstbezit voor Nederland tebehouden. In de loop der tijd is deze doel-stelling ruimer geïnterpreteerd en wordenmusea financieel gesteund bij de aankoopvan kunstvoorwerpen, die een waardevolleaanvulling vormen voor de reeds aanwezigecollectie. Het gaat hierbij om werken vanallerlei aard, daterend vanaf de klassiekeoudheid tot de dag van vandaag en niet alleen vervaardigd door Europese kunste-naars maar ook met een ontstaansgeschie-denis in andere delen van de wereld.Hoewel Paleis Het Loo, in vergelijking metde meeste andere Nederlandse musea diesteun ontvangen van de VerenigingRembrandt, een relatief jonge instelling is,konden sedert 1975 reeds 12 belangrijkeaanwinsten dankzij dit fonds verworvenworden. Tot de hoogtepunten behorentwee wandtapijten met de wapens van debouwheer Willem III en zijn echtgenoteMary Stuart II, die omstreeks 1690 naarontwerp van Daniel Marot in Brussel ver-vaardigd zijn. Zittende figuren van Mars enMinerva houden een koningskroon bovenhet wapenschild, waaronder het devies JEMAINTIENDRAY te lezen is; op een cartouchelangs de bovenrand staat ook het monogrammet de initialen van het vorstelijk paar.Deze tapijten werden door de VerenigingRembrandt ter gelegenheid van haar eeuw-feest in 1983 aan Paleis Het Loo geschon-ken. Naast acht exemplaren met zittendegodenfiguren, is een soortgelijke reeks tapijten vervaardigd waarop een staandeHercules en Apollo het koninklijke wapenflankeren. Inmiddels zijn respectievelijk vieren twee van deze Brusselse tapijten in decollectie van Paleis Het Loo opgenomen;andere exemplaren bevinden zich ondermeer in het Rijksmuseum te Amsterdam,het Metropolitan Museum in New York enWindsor Castle.

Zilveren kan en schotel

Vervaardigd door Adam

Loofs, hofzilversmid van

koning-stadhouder

Willem III. Den Haag

1693.

PALEIS HET LOO

NATIONAAL MUSEUM

Verworven met steun van de

Vereniging Rembrandt, 1990

Enkele onderdelen van het

in 1772 te Meissen ver-

vaardigde porseleinen eet-

servies met topografische

gezichten, dat door de

VOC aan prins Willem V

werd geschonken.

PALEIS HET LOO

NATIONAAL MUSEUM

Verworven met steun van de

Vereniging Rembrandt 1975

Page 8: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

In 1680 werd de Haagse meester AdamLoofs, die voordien gedurende vrij lange tijdin het toonaangevende Parijs werkzaamwas geweest en die daar in de omgevingvan het hof van Lodewijk XIV ongetwijfeldmet de nieuwste stilistische ontwikkelingenop het gebied van de edelsmeedkunst inaanraking zal zijn gekomen, aangesteld tothofzilversmid van Willem III. Tot zijn takenbehoorde het beheer over de zilverkameren verder werden het onderhoud en de reparaties aan de gouden en zilveren voor-werpen aan hem toevertrouwd. Uit eendoor Loofs in 1697 opgestelde inventarisblijkt, dat veel van de aanwezige objectendoor hemzelf vervaardigd waren. Om eenindruk te kunnen geven van de artistiekekwaliteit van het zilver dat door AdamLoofs aan de koning-stadhouder geleverdwerd, was het van groot belang dat eendoor hem in 1693 vervaardigde zilveren kanen schotel met steun van de VerenigingRembrandt kon worden verworven. Naastdeze imposante voorwerpen getuigen ookenkele zilveren wandarmen in de doorMarot ontworpen bibliotheek van Paleis

Het Loo van het vakmanschap van dezezilversmid.Een eeuw later, omstreeks 1772 werd inMeissen een zeer uitzonderlijk porseleinenservies vervaardigd, dat vermoedelijk uit435 voorwerpen heeft bestaan en dat doorde Oostindische Compagnie aan stadhouderWillem V werd geschonken. Alle onderdelenvan dit omvangrijke ensemble zijn binneneen omlijsting van rocailles en guirlandes be-schilderd met topografische voorstellingen:gezichten van talloze steden en dorpen inNederland en op het eiland Java, alsmedebelangrijke paleizen, landhuizen en anderegebouwen. De stadhouder heeft dit kostbaregeschenk meegenomen bij zijn gedwongenvertrek naar Engeland in 1795 en heeft hetdaar vermoedelijk verkocht. In ieder gevalwas het gehele servies in 1823 eigendomvan William Beckford, toen diens legendari-sche collectie in Fonthill Abbey werd geveild;via latere veilingen zijn de onderdelen overde gehele wereld verspreid geraakt. In 1975konden dankzij de Vereniging Rembrandtin één keer 59 voorwerpen voor Paleis HetLoo verworven worden, waar zij werdentoegevoegd aan een deel van dit bijzondere‘stadhouder-servies’ dat de KoninklijkeFamilie in de loop der tijd had teruggekocht.Ook in later jaren konden incidenteel nogenkele aankopen worden gerealiseerd,zodat nu weer 167 stukken bijeen zijn.Joseph Germain Dutalis, die kort na 1800

in Parijs was opgeleid als zilversmid en daarbeïnvloed is door het werk dat belangrijkemeesters als Odiot en Biennais aan het hofvan Napoleon leverden, heeft zich nadienin Brussel gevestigd. Gedurende de korteperiode, waarin de Noordelijke en ZuidelijkeNederlanden in één koninkrijk verenigdwaren, werden door hem belangrijke op-drachten uitgevoerd voor koning Willem Ien diens hofhouding. In 1828 bestelde dekoning bij hem een omvangrijke toiletset,die bestemd was als huwelijksgeschenkvoor zijn dochter prinses Marianne. Alvorensdeze aan het bruidspaar werd overgedragen,was de kostbare set met een bijbehorendetafel in 1830 te zien op een Nationale Nijver-heidstentoonstelling in Brussel. Nadat de doorgracieuze vrouwenfiguren vastgehoudenspiegel in 1995 met steun van de VerenigingRembrandt door het Rijksmuseum inAmsterdam kon worden aangekocht, ont-ving Paleis Het Loo in 2000 een financiëlebijdrage waarmee de verwerving van debijbehorende juwelenkist mogelijk werdgemaakt. Deze imposante verguld-zilverendoos is versierd met ornamenten die ook bij

8 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

Verguld-zilveren juwelenkist

Vervaardigd door Joseph Germain Dutalis, hofzilversmid

van koning Willem I. Brussel 1828-’30. Onderdeel van

een toiletset, bestemd als huwelijksgeschenk van de

koning aan zijn dochter, prinses Marianne.

PALEIS HET LOO NATIONAAL MUSEUM

Verworven met steun van de Vereniging Rembrandt, 2000

Vivat Oraenge

Jan Davidsz. de Heem,

ca.1670, olieverf op

doek, 63 x 49 cm. Via

een door de Vereniging

Rembrandt georgani-

seerde actie worden

middelen bijeenge-

bracht om dit belang-

rijke schilderij ter ere

van het zilveren rege-

ringsjubileum van

koningin Beatrix aan

te kunnen kopen

voor Paleis Het Loo

Nationaal Museum.

Page 9: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

de genoemde Parijse edelsmeden kunnenworden aangetroffen. Op het deksel is eenkussen bevestigd met daarop een konings-kroon, terwijl het geheel gedragen wordtdoor vier gevleugelde leeuwen. Opmerkelijkis, dat twee schoonzusters van de prinses – dochters van koning Friedrich Wilhelm IIIvan Pruisen – in de voorafgaande jaren even-eens een dergelijke toiletset als huwelijks-geschenk ontvangen hadden. Deze warenontworpen door de beroemde Duitse archi-tect Karl Friedrich Schinkel en maken on-danks de opvallende gelijkvormigheid vande diverse onderdelen een veel statischerindruk dan dit op Franse inspiratiebronnengebaseerde toiletservies, dat behalve degenoemde spiegel en juwelenkist nog uiteen tiental dozen heeft bestaan.

VIVAT ORAENGE

In het afgelopen jaar nam de VerenigingRembrandt het initiatief tot een breed op-gezette nationale actie met als doel om tergelegenheid van het 25-jarig regeringsjubi-leum van koningin Beatrix in 2005 een be-langrijk kunstwerk aan het openbaar kunst-bezit toe te voegen. Het gaat om eenpronkstilleven van Jan Davidsz. de Heemmet de wel zeer toepasselijke titel VivatOraenge, dat na de verwerving een plaatszal krijgen in een van de statievertrekkenvan Paleis Het Loo waar ook ten tijde vande koning-stadhouder al werk van deze ta-lentvolle meester aanwezig was. Het doekis waarschijnlijk tussen 1667 en 1672 – hetjaar waarin prins Willem III tot stadhouderwerd benoemd – door de toen in Utrechtwerkzame kunstenaar geschilderd in op-dracht van een fervente aanhanger van hetHuis van Oranje.Weergegeven is een nis met daarin diversekostbare voorwerpen en lekkernijen, alsmedeeen aan een strik opgehangen ‘oranje-appel’onder een lauwerkrans. Samen met desinaasappel- en olijftakken aan weerszijdenvan de zo symbolische vrucht wordeneeuwige roem, vrede en wijsheid onder hetHuis van Oranje tot uitdrukking gebracht.Laten wij hopen dat dankzij de donaties vanvele duizenden kunstliefhebbers dit voorNederland zo belangrijke stilleven zal kun-nen worden verworven. Vivat Oraenge! s

9 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

• O G E N B L I K •

• O G E N B L I K •

Geschiedenis van wie?

2005 is uitgeroepen tot het jaar van de vaderlandse historie. Wat is dat eigen-lijk voor een soort geschiedenis? Kan je een gedeelte van de geschiedenisclaimen als alleen maar van jou en van jouw landgenoten?

Zo’n vijftien jaar geleden is er in het Westfries Museum in Hoorn een ten-toonstelling georganiseerd over Jan Pietersz. Coen, de heerser van het toen-malige Nederlands-Indië. In mijn geschiedenisboek van de middelbare schoolfigureerde hij als een bekwaam en streng bestuurder. Aan scholieren van eenjongere generatie werd hij gepresenteerd als een hardvochtig kolonisator.Geen wonder, dat er opwinding ontstond over het initiatief om zo’n man teherdenken met een expositie. Dat er voor zo’n wreedaard destijds in Hoorneen standbeeld was neergezet was al ergerlijk, maar ook nog een tentoonstel-ling in het postkoloniale tijdperk, dat kon eenvoudig niet. Woedend demon-streerden de antikolonialen voor het museum voor en tijdens de opening van detentoonstelling vanwege deze smet op hun vaderlandse geschiedenis.Tot zover liep alles geheel naar verwachting. Maar er was iets wonderlijks.Die opening werd verricht door niemand anders dan de ambassadeur van deRepubliek Indonesië in Nederland. Voor hem was Jan Pietersz. Coen allangeen integraal onderdeel van zijn vaderlandse geschiedenis geworden. Hij kondan ook de lawaaischoppers bij de voordeur van het museum niet anders ziendan verlate kolonialen, die hem de geschiedenis van zijn land niet gunden.Na zijn openingsspeech werd de ambassadeur stiekem door de achterdeurhet museum uitgeloodst, omdat de actievoerders uit naam van het antikoloni-alisme de voordeur blokkeerden. Over wiens vaderlandse geschiedenis ginghet hier eigenlijk?

Onlangs werd ik mij opnieuw bewust van het relatieve van het vaderlandsevan vaderlandse geschiedenis. Samen met mijn vrouw verbleef ik op Bali.Aan de noordkust van het eiland ligt het dorp Kubutambahan. Op één van dereliëfs van een hindoetempel daar is de Nederlandse kunstenaar WijnandNieuwenkamp voorgesteld. Ongeveer een eeuw geleden reed hij op een fietsover het strand. Niemand in Kubutambahan had ooit zoiets gezien. Een blankeman op wielen. Dat moest wel een god zijn. Daarom werd hij vereeuwigd opde tempel. Wij waren hiernaartoe gereisd vanwege onze verbondenheid metéén van de dochters van de kunstenaar. Nieuwenkamp hoorde bij onze ge-schiedenis. Maar in Kubutambahan ontdekten we, dat hij dankzij dat reliëfde held van het dorp was geworden. Iedereen die ons aansprak noemde mettrots ‘W.O.J. Nieuwenkamp who visited us on his bike in 1909’. De fietsendegod was één van hen. Wij waren alleen maar op visite.Ik reed terug naar het hotel op een gehuurde oude Fongers. Zou dit de fiets vanNieuwenkamp zijn geweest? Onzin natuurlijk. Maar door dit bezoek wist ikéén ding zeker: jouw geschiedenis wordt veel spannender, wanneer anderenzich die geschiedenis op hun manier eigen hebben gemaakt.

P R O F. D R H . W. V A N O S

Page 10: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

KLEI

In de klassieke oudheid vond klei overal op grote schaal toepas-sing. Eenmaal gebakken is een voorwerp van klei vrijwel onver-gankelijk en draagt het voor altijd het stempel van de cultuurwaarin het ontstaan is. Het materiaal werd niet alleen gebruiktom potten en pannen van te draaien, ook godenbeelden entempelversieringen in heiligdommen waren bij uitstek gemaaktvan klei. Dat geldt al helemaal voor de gaven die aan een godgewijd werden. Votiefbeeldjes van klei - de archeoloog spreektvan terracotta’s - werden massaal met behulp van vormen ge-maakt. Het kunstzinnig gewicht van zulke producten is meestalgering, maar godsdiensthistorisch gezien zijn ze zeker van be-lang. Toch ontstijgen terracotta’s soms dat bescheiden artistiekeniveau. We hebben dan te maken met kunstwerken waaruit decultuur, ontstaanstijd en soms zelfs de persoonlijkheid van demaker spreekt. Dat geldt zeker voor terracotta’s uit Tarente,het antieke Taras, gelegen in de hak van Italië.

Deze vier kleine opengewerkte reliëfs zijn er een bewijs van.De twee leeuwen en twee fabeldieren, griffioenen, werden on-langs door het Allard Pierson Museum verworven als gezamen-lijke schenking van de Vereniging Rembrandt en de Verenigingvan Vrienden van het Allard Pierson Museum. De reliëfs zijngemaakt van zorgvuldig gezuiverde helder bruin bakkendeklei. Nadat ze uit de mallen waren gehaald, maar voordat ze

werden gebakken, zijn in het nog vochtige materiaal met eenmodelleerhoutje details verfijnd, zoals de manen van de leeuwen.Ook de omtrek van de reliëfs en de ruimte bij de poten zijnajour bijgewerkt terwijl de achterkanten van de reliëfjes ruwwegzijn afgeplat.

De dieren waren verguld met bladgoud en sierden grafkisten;dat bewijzen dergelijke reliëfs die bij officiële archeologischeopgravingen te Tarente zijn teruggevonden en die daar nu inhet museum worden bewaard. De dieren waren op de wandenvan een doodskist vastgezet met een pennetje dwars door hunlijf. Het gat daarvan is nog goed te zien. Het hout van die kistenis vergaan en het bladgoud is op minuscule stukjes na helemaalverdwenen, maar uit Zuid-Rusland zijn dergelijke kisten wel be-waard gebleven. Daardoor is het mogelijk een indruk te krijgenvan het decoratiesysteem waartoe ze behoorden. De dierenwaren in rijen geplaatst en soms tegenover elkaar. Het hout wasbeschilderd zodat een rijk contrast met de gouden, glanzendereliëfs ontstond. Gelukkig hebben deze felle dieren de tijd re-delijk weten te trotseren. Alleen van de ons aankijkende leeuwontbreekt een voorpoot die geheven was. De reliëfs zullen stam-men uit werkplaatsen in Tarente die rond 325 voor Christus actief waren. Daar werd overigens gewerkt in een stijl die overde gehele Griekse wereld en zelfs daarbuiten in zwang was.

TARAS

Wij zijn het bijna vergeten, maar Tarente was een machtige enpolitiek belangrijke stad. De naam betekent waarschijnlijk ‘nederzetting aan de Tara’, een rivier die in de legende wordtverpersoonlijkt in de stroomgod Taras, een zoon van Poseidonen een lokale nymf. Nieuwkomers uit het Griekse Sparta koloni-seerden Taras in 706 voor Christus. Maar de Spartaanse reputa-tie van tucht en hardheid bereikte Tarente nooit, integendeel!Wie Tarente noemde, riep beelden op van rijkdom en luxe.De stad was gezegend met een beschutte haven en lag in eenvruchtbaar gebied. Het gevolg was een bloeiende handel, een

10 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

Vier Tarentijnse applieken

Omstreeks 325 voor Christus. Terracotta, eens verguld, gemiddelde lengte 10,8 cmHerkomst: veiling Christie’s Londen, 28 april 2004

Allard Pierson Museum, Archeologisch

Museum van de Universiteit van Amsterdam

Het Allard Pierson Museum heeft een grote en bloeiende vereni-ging van vrienden. Het is goed dat het museum, naast individueleschenkingen, ook van deze vereniging van tijd tot tijd de middelenkrijgt om de verzameling te verdiepen. Dat dit nu samen met de Vereniging Rembrandt lukte, sluit aan bijeen mooie traditie. Het museum zelf is immers in 1934 ontstaandankzij de betrokkenheid van vrienden van de antieke beschavingen de Vereniging Rembrandt.

Page 11: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

11 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

grote welvaart en indrukwekkende kunst, zeker in de tijd waaruitde hier besproken reliëfs stammen. Het museum van Tarentebezit daar verbluffende voorbeelden van die overigens, als on-derdeel van de tentoonstelling Gli ori di Taranto in età Ellenistica,in 1984 en 1985 op veel plaatsen in Europa, van Milaan totHamburg, te zien waren.

DRINKSCHAAL

Uit de heiligdommen en de graven van Tarente uit de 2de helftvan de 5de eeuw, uit de 4de en de 3de eeuw voor Christus stamteen enorme hoeveelheid votiefbeeldjes van terracotta. Alleenal bij de aanleg van een nieuwe wijk aan het eind van de 19deeeuw zijn er tienduizenden fragmenten gevonden. Het meren-deel bestaat uit voorstellingen van een liggende mannelijke figuur met een drinkschaal. Naast het museum van Tarente zelfzijn ze over de hele wereld verspreid geraakt. Het Allard PiersonMuseum bewaard er bijna honderd. Het zijn steeds variantenop hetzelfde thema. Figuren uit de 4de eeuw voor Christus

getuigen vaak van een grote religieuze diepgang die zeer knapis verbeeld en indringend de vraag naar de betekenis van dezefiguren oproept.

Constant Willem Lunsingh Scheurleer (1881-1941) wiensverzameling sinds 1934 de kern van het Allard Pierson Museumvormt, begon in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuwdeze Tarentijnse terracotta’s op grote schaal te verzamelen en teonderzoeken. Ze maken deel uit van een veel grotere collectiedie de beschaving van Griekse nieuwkomers in Italië, in MagnaGraecia, documenteert.

DE DOOD

Lunsingh Scheurleer meende dat de liggende figuren dodenvoorstellen die in het hiernamaals aanliggen aan een eeuwigdurend feestmaal bij de god Dionysos. De beker die de figurenvaak vasthouden verwijst naar de specifieke gift van Dionysosaan de beschaafde wereld: wijn. Die wijn moet in spirituele zinopgevat worden als een metafoor voor het gelukzalige leven nahet sterven. De discussie over de betekenis van deze figuren isnog niet geluwd, maar dat die met opvattingen over de dood temaken heeft, staat vast.

De vier nieuwe aanwinsten hebben ook alles te maken metDionysos, Tarente en de dood. Zo vullen ze een lacune op inde collectie. De reliëfs waren, zoals gezegd, deel van de orna-menten van grafkisten. Leeuwen en de mythische griffioenen,bewakers van even mythische hoeveelheden goud, komen vol-gens Griekse opvattingen net als Dionysos uit het Oosten. Zehoren bij de god en de hoop op geluk na de dood. Opbeschilderde vazen wordt hij weergegeven als een baardige,eerbiedwaardige gestalte. Een fragment in Würzburg laat in de-tail zijn somptueuze gewaad zien, dat rijk geplooid zijn heupenen benen bedekt. We herkennen rijen figuren die herinnerenaan de reliëfs van terracotta. Op de sprei over zijn aanligbedstaan ze ook. Het ligt voor de hand aan te nemen dat rijkver-sierde gewaden en kleden – luxeproducten die de roem vanhet rijke Perzië waren en waarvan maar een heel enkel frag-ment bewaard is – de inspiratie vormden voor de appliques.Ornament dat door rijkdom imponeert is niet strijdig metgodsdienstige diepgangs

Robert Lunsingh Scheurleer

Dionysos, fragment van

een Atheens mengvat

voor wijn uit Tarente,

circa 400 v. Chr.MARTIN-VON-WAGNER-

MUSEUM, UNIVERSITEIT

WURZBURG

Page 12: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

BINNENHUIS EN TUIN

In de 17de eeuw vond een cruciale verandering plaats in het denken over de functie van het voorname huis,het interieur dat daarbij hoorde en de tuinen waarmeehet was omringd. Het huis werd een woning waar menkon ontvangen en het interieur werd verrijkt met nutte-loze voorwerpen die voor de vorstelijke families inEuropa maar één doel hadden: het tonen van macht enrijkdom. Kostbaar uitgevoerde, vaak met zilver beklede,meubelen en omvangrijke buffetten met gedreven zilverbeantwoordden aan het doel om hoveling, buitenlandsegast en onderdaan te imponeren. Hetzelfde geldt voor,toen kostbare, boeketten van kleurige en hevig geurendebloemen in de openbare ruimten van een kasteel of paleis.

In de tuin werden gewassen geplant met kleurige enwelriekende bloemen die direct na de vorstperiode en totin de late herfst voor een weelde aan kleur en geur moes-ten zorgen. Bloemen liet men in eigen tuin kweken enverzorgen. Mary II Stuart, echtgenote van prins Willem III,prins van Oranje, stadhouder in de Nederlanden en vervolgens ook koning van Engeland, liet in 1678 speci-aal een contract opmaken met Charles du Buisson, debeheerder van de tuinen van hun huis Honselaarsdijk:Reglement voor den Thuynman tot Honsholredyck in date 5

november 1678, punt VII: Alle planten bollen ende saden van

Bloemen die hem ter hant gestelt syn ende noch sullen worden,

sal hy wel in acht nemen, deselve trachten niet alleen wel

ende trouwelyck te bewaren maer oock te vermeerderen ende

soo mogelyck in alle saysoenen bloeyende te hebben om van

dezelve alle weke twee a drye bouqetten ten dienste van hare

Hoocht te maken.

12 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

Rijksmuseum

Amsterdam

Twee bloempiramidesToegeschreven aan plateelbakkerij De Metale Pot, Delft

ca. 1695. Aardewerk, H 156 cmGeen merkenHerkomst: kunsthandel Salomon Stodel Antiquités, Amsterdam

Al meer dan vijftig jaar verlangde het Rijksmuseum een paarbloempiramides om de verzameling Delfts aardewerk een vorste-lijke uitstraling te kunnen geven. Het was de grote verzamelaarsvan Delfts aardewerk in de tweede helft van de 19de eeuw nietgelukt om een mooi paar grote bloemvazen te verwerven:noch John Loudon (wiens verzameling nu in het Rijksmuseumis) of de Brusselse Baron Evenepoel, noch de volgende genera-tie overwegend Nederlandse verzamelaars hadden kans gezieneen fraai exemplaar, laat staan een paar, te bemachtigen. Deoorspronkelijke eigenaren waren in die tijd nog niet aan ver-kopen toe. Het valt bijzonder te waarderen dat, mede doorsteun van de Vereniging Rembrandt, het nu wel gelukt is omvoor een Nederlandse openbare collectie twee bloempiramidesvan de allergrootste maat te verwerven.

Page 13: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

13 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

SNIJBLOEMEN

Een vaas voor bloemen werd ooit ‘ontworpen’ om het levenvan de gesneden bloem te verlengen. Afgesneden bloemenkregen na verloop van tijd een eigen term: snijbloemen.En omdat naast de kleur ook de geur van de afgesnedenbloem belangrijk was, wordt een bos of een arrangementvan snijbloemen in Nederland sinds die tijd ook wel ‘ruiker’genoemd. Al naar gelang het seizoen zal men die bloemenhebben geplukt of afgesneden die op dat moment inbloei en enige dagen als snijbloem houdbaar waren. Debloemen van de kostbare bolgewassen als hyacinth en tulpzullen in het voorjaar wel eens in een vaas zijn gezet, maarmen kan gevoeglijk aannemen dat vazen het hele jaar doorvoor allerlei soorten bloemen in huis zullen zijn gebruikt.Bollen werden nu eens als snijbloem, dan weer als plantbeschouwd. Speciaal ontworpen bollenpotjes kwamenpas toen de bol goedkoper en algemener was geworden,in de tweede helft van de 18de eeuw.

Dat men bloemen in zijn tuin kweekte, vervolgens afsneed en de losse bloemen tot boeketten arrangeerdewas een nieuw fenomeen dat in de jaren dertig van de17de eeuw in Italië zo populair was dat het door GiovanniBattista Ferrari in een geïllustreerd boek werd beschreven.Men zal aanvankelijk bestaande siervazen hebben gebruiktom boeketten in te arrangeren, maar mogelijk ook welvoorwerpen hebben aangepast aan een nieuw gebruik.Er is een afbeelding bekend van een wijnkoeler die menhad overspannen met metalen gaas en zo geschikt hadgemaakt om er een boeket in te zetten, en Ferrari beelddein zijn boek al siervazen af die voor een deel waren ge-perforeerd met gaatjes die in verbinding stonden meteen reservoir dat met water kon worden gevuld.

NIEUWE VORMEN

Na het midden van de 17de eeuw werden in Amsterdamnieuwe en bijgewerkte edities van het boek van Ferrariverzorgd en werd deze nieuwe vorm van decoreren van het huis ook in Nederland bij de bovenlaag van debevolking geïntroduceerd. Er ontstonden speciaal gemaakte houders van Delfts aardewerk met gesloten reservoirs voor water waarin men snijbloemen enigedagen vers en bloeiend kon houden. In eerste aanleg ginghet om vormen die waren afgeleid, verkleind of juist ver-groot van al bestaande voorwerpen. Zo is het model vande bekendste 17de-eeuwse Delftse bloemvaas, een ovalegeplooide bak op een voet met twee oren in de vorm vangriffioenen, ontleend aan, veel grotere, koelvaten vanmetaal. Maar tegelijkertijd werden er allerlei exotischevormen, zoals de obelisk, geschikt gemaakt om snijbloe-men in te zetten. Toen hadden ontwerpers immers ookal moeite om voor iets echt nieuws ook een echt nieuwevorm te bedenken. De eerste hoge bloemhoudersbestonden uit gestapelde bollen, daarna heeft menvier- en zeskantige sokkels met gestapelde reservoirs ontworpen die enige vormverwantschap hebben metde obelisk, althans meer dan met een piramide of een Chinese pagode waarnaar bloem- of tulpenpiramides/pagodes in het verzamelaars- en antiquairsjargon welworden genoemd. Deze klassieke vorm was tevens eenteken van macht, wat in het geval van de twee recentaangekochte piramides nog eens wordt versterkt doorde vier leeuwen, elk met een wereldbol, die de sokkeldragen. Het geheel bestaat uit vier tot negen geledingenop een basement. Elk niveau heeft een waterreservoirmet vier en soms zes tuitjes.

Page 14: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

14 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

DELFT

Onder het hoofdje Delfs porceleyn hetgeen ten deele

beschadigt is staande op beyde galderijen werden bij de in-ventaris van huis Honselaarsdijk, een van de huizen van Willem en Mary, in 1755 de overblijfselen opgesomd vanwat ooit de mooiste en meest vorstelijke aankleding metDelfts aardewerk in Nederland was geweest: 3 bloempotten,

2 piramides, 1 bloempot, 2 piramides, 1 koelvat, 1 groote

piramide, gebrooken, drie bakken met deksels en gaaten,

beschadigt, 2 dito geschulpte bloembakken, gebrooken, 2 kleyne

piramides, gebrooken, 2 dito kleynder, gebrooken, 1 geschilpte

bak, Een halve piramide, gebrooken, Twee kleyndere piramides,

4 dito pedestallen, gebrooken, Twee kleyne piramide vaasjes,

vier kindertjes, 2 groote piramides, ses groote ronde piramides,

4 dito nog grooter, en 2 pedestallen, defect.

Dat er bloemvazen waren van Delfts aardewerk in veleverschillende maten en vormen, is gezien de belangstel-ling voor (snij)bloemen van prinses Mary en de heersendemode niet verwonderlijk. Voor de Delftse plateelbakkersals toeleveranciers van ceramische sierstukken moetendeze ontwikkelingen een commerciële, technische en artistieke uitdaging zijn geweest. Dankzij de in de jaren1620 tot 1645 opgebouwde technische kennis, het weg-vallen van de import van het Chinese porselein na omst-reeks 1650 en het artistieke klimaat in de provincie Holland, had de Delftse faience een grote technische enartistieke voorsprong op alles wat er in Europa in dezetechniek werd gemaakt. Al heel snel na 1650 vormdeDelft op dit gebied de top van de Europese industrie.De superieure Delftse producten werden in heel Europaafgezet en men bewonderde de Delftse prestaties overalzozeer, dat deze faience de standaard was waar iedereenzich naar richtte. Dit zou tot omstreeks 1725 zo blijven.

In de Delftse faience-industrie lag de nadruk bij de ont-wikkeling van het product op de beschildering. Bijzonderestukken werden haast altijd zeer zorgvuldig en door debeste schilder in het bedrijf van een decoratie voorzien.De beschildering is dan ook veelal bepalend voor dewaardering maar ook voor de toeschrijving en de dateringvan een groot gedeelte van de nu nog overgeblevenDelftse faience. Van de bijna dertig plateelbakkerijen dieomstreeks 1700 in Delft in bedrijf waren, speelden maarenkele bedrijven een belangrijke rol bij de vernieuwingvan het product. Van de vijf of zes belangrijkere bakkerijentraden De Grieksche A en De Metale Pot in de jarennegentig van de 17de eeuw het meeste op de voorgrond.

In 1685 overleed Samuel van Eenhoorn, eigenaar vanDe Grieksche A. De plateelbakkerij werd door zijn weduwe

Page 15: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

15 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

Cecilia Houwaert in 1686 verkocht aan haar zwager Adrianus Kocks, koopman te Rotterdam. Deze liet zichin 1687 als winkelhouder bij het gilde aantekenen. Hetechtpaar Adrianus Kocks en Judith van Eenhoorn heeftdeze plateelbakkerij vervolgens tot grote bloei gebracht.Hier werden de leveranties voor het Engelse hof, de Nederlandse Willem III en zijn echtgenote Mary Stuart,verzorgd. Ensembles van grote vazen, bloemhouders enbasementen voor kannen van een afmeting die paste bijde vorstelijke ruimtes in het nieuwe paleis van HamptonCourt, maar ook voor het al bestaande huis Honselaarsdijkwerden in De Grieksche A vervaardigd. Er werd Delftsefaience besteld van een voor Nederland ongekende allure.

De faience-industrie in Delft was zo gericht op hetverfraaien van de voorwerpen door een goede beschilde-ring, dat de vormgeving niet in alle gevallen voldoendeaandacht kreeg. Met gedraaide schotels, vazen en pottenhad men door de grote ervaring doorgaans geen enkelprobleem, maar als er ingewikkelder vormen moestenworden gemaakt, werd het gemis van een modelleur somspijnlijk zichtbaar. Toen Lambertus van Eenhoorn, eenbroer van Samuel en Judith, in 1691 plateelbakkerij DeMetale Pot uit de boedel van zijn kort tevoren overledenneef Lambertus Cleffius kocht, moet hij deze lacune inde bedrijfsvoering hebben gevoeld. Op 25 juli 1691 namVan Eenhoorn de Fransman Guillaume Nieullet als modelleur in dienst. In 1693 werd het contract voor tienjaar opnieuw vastgelegd. Daarin werd expliciet gesteld datin geval van overlijden van Nieullet alle door hem gebruik-te vormen eigendom van Van Eenhoorn zouden worden.In enkele akten wordt hij ‘beeldsnijder’ genoemd. Aande producten die in die jaren in deze plateelbakkerij

werden gemaakt, is de aanwezigheid van een speciaalaangestelde modelleur af te lezen. De bloempiramidesvan De Metale Pot, zoals nu door het Rijksmuseum aan-gekocht, hebben een geweldige uitstraling en zijn danook krachtiger van vormgeving dan die van De Griek-sche A.

KWETSBAAR

Gecompliceerd gemaakte gebruiksvoorwerpen die uit velelosse onderdelen bestaan zijn kwetsbaar in het gebruiken bij het schoonmaken. Het overgrote deel van dezevoorwerpen zal verloren zijn gegaan en van de bewaardgebleven exemplaren is maar een enkel, doorgaans watkleiner voorbeeld nog compleet bewaard gebleven. Vangeen enkel exemplaar zijn alle tuiten of alle segmentennog gaaf of origineel.

Als eerste werden er tuitjes afgestoten, vervolgensbrak men eens een segment en daarna zal het overgrotedeel van de ooit gemaakte exemplaren zijn weggegooid,of, onbruikbaar maar te mooi om weg te gooien, in eenkelder of op een zolder bewaard zijn gebleven totdat ver-zamelaars omstreeks 1860 belangstelling kregen voor deDelftse faience als uiting van kunstnijverheid. Maar toenwas de mode om imposante, gestapelde vazen in vorste-lijke verblijven met bloemen te vullen al omstreeks 130jaar voorbij, een tijdspanne waarin veel was veranderden de cultuur van de adel in bepaalde streken zelfs metgeweld was geëlimineerd. Het is dan ook een wonder dathet Rijksmuseum een paar van het grootste soort voorde verzameling heeft kunnen verwervens

Jan Daniël van Dam

Page 16: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

16 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

POETISCH PARK

Het landgoed Beekhuizen bij Velp(gemeente Rheden) maakte rond1800 deel uit van de bezittingen vanhet huis Biljoen in Velp. Dit kasteelwas sinds 1661 in het bezit van hetgeslacht Van Spaen. A.J van der Aaomschreef Beekhuizen in het Aardrijkskundig Woordenboek derNederlanden in 1839 als volgt: Het was

voor omtrent vijftig jaren een eenvormig

eiken akkermaalsbosch en heidegrond, dat

thans in de fraaiste wandelingen herscha-

pen is, die den wandelaar de schoonste

gezigten opleveren. J.F.W baron vanSpaen (1746-1827) maakte van deomgeving van de beek op het land-goed Beekhuizen een poëtisch park.Het heuvelachtige Beekhuizen moesteen arcadisch landschap worden,waarbij de mens als ronddwalende

herder zijn stemming liet bepalendoor het landschap. De aanleg vanhet landschapspark op Beekhuizenwerd begonnen omstreeks 1777. VanSpaen liet zich onder meer inspirerendoor reizen die hij maakte naar Italië,Frankrijk en Zwitserland. Het parkwerd voor het publiek toegankelijk in1790. In het park waren verschillendegedichten en spreuken van de dichteren landschapsfilosoof Jacques Delille(1738-1813) terug te vinden, ondermeer in de Salon en op stenen. DeSalon deed dienst als theepaviljoenen boswachterwoning. Beekhuizenwas één van de eerste plaatsen in Nederland waar een verandering innatuurbeleving zichtbaar werd.

Tegenwoordig maakt Beekhuizendeel uit van het Nationaal Park Velu-wezoom, eigendom van de VerenigingNatuurmonumenten. De plek van deSalon en zijn arcadische omgevingop het landgoed Beekhuizen ziet erthans anders uit. De Salon is nietmeer. De zoon van J.F.W. van Spaen,A.J. van Spaen, besteedde minderaandacht aan landschapszorg danzijn vader. Hij liet in 1847 een hotelbouwen aan de beek en brak deSalon af.

KERKHOFF

Wat opvalt aan Kerkhoffs tekeningvan de Salon op het landgoed Beek-huizen is het oog voor detail. Vanuiteen laag standpunt kijken we op eenbeek die zich door de zandheuvelsvan de Veluwezoom slingert. In hetmidden is een hoge houten brugzichtbaar waarop een jager met zijnhond loopt. Aan beide zijden van debeek bevindt loopt een pad. Hetrechterpad loopt iets omhoog naareen rustieke houten trap die naar dewitte Salon leidt. Deze weerspiegeltfraai in het water van de beek, even-als het meisje met haar stok en mand

op de voorgrond. Aldus weet Kerkhoffeen intiem tafereel op te roepenwaarbinnen je oog van het ene naarhet andere detail wordt getrokken.Het van linksboven binnendringen-de zonlicht wordt fraai gefilterddoor het blad van de forse berken-bomen op de voorgrond. Verdernaar achteren zijn ook eiken zicht-baar en geheel in de achtergrond iszelfs een grote spar herkenbaar. Inal zijn precisie heeft de kunstenaarde romantische, herderlijke sfeergoed weten te vangen.

Daniël Kerkhoff werd geboren inAmsterdam en kreeg les van PieterBarbiers II (1749-1842). Tot 1796werkte hij als tekenaar en ontwer-per in de fabriek voor tapijten enbehangsels van zijn leermeester.Kerkhoff staat bekend als aquarellisten tekenaar van vooral landschappenen stadsgezichten. Hij behoorde toteen groep van Amsterdamse land-schapstekenaars die zich op eenmeer romantische benadering vanhet landschap en stadsgezicht toe-legde, zonder het typisch topogra-fische uit het oog te verliezen. Behalve in Amsterdam werkte hijook in Gelderland en in het DuitseRijngebied. Kunstkenners beschou-wen 1808-1814 als zijn beste periode.In 1814 werd hij lid van de sociëteitFelix Meritis (Gelukkig door Verdiens-ten) in Amsterdam, opgericht doorde gegoede burgerij ter bevorderingvan de kunsten en wetenschappen.Verschillende musea, waaronder hetHaarlemse Teylers Museum, MuseumBoijmans Van Beuningen en hetRijksprentenkabinet, hebben werkvan hem in hun collectie. Ook in deTHA Gelderland bevinden zich en-kele tekeningen van Kerkhoff, waar-onder gezichten van park Sonsbeekin Arnhem.

Gelders Archief

Arnhem

De ‘Salon’ bij de beek op het landgoed Beekhuizen, VelpDaniël Johannes Torman Kerkhoff (Amsterdam 1766 –1821 Amsterdam)

1814. Houtskool, pen in zwarte inkt, waterverf, gehoogd met wit en arabisch gom, 570 x 482 mm.Gemerkt verso: Op de Celon te Zien op Beekhuizen in Gelderland, D Kerkhoff. 1814.

Herkomst: kunsthandelaar Crispian Riley-Smith, Londen, 2004

Het Gelders Archief heeft met het oog opde komst van de Topografische HistorischeAtlas Gelderland (THA) zijn eerste belang-rijke aankoop kunnen doen: een prachti-ge aquarel uit 1814 van een gezicht op deSalon van het landgoed Beekhuizen bijVelp door Daniël Kerkhoff. De tekeningis vrij uniek, omdat slechts weinig histori-sche illustraties van het landgoed Beekhui-zen bekend zijn. Het historisch-topogra-fisch belang voor de regio Veluwezoom ende provincie Gelderland is daarom groot.De aankoop werd gefinancierd door deVereniging Rembrandt – als grootste geld-schieter – en verder het Fonds A.H. Martensvan Sevenhoven en de gemeente Rheden.Bij de verwerving was haast geboden,want de eigenaar wilde de tekening, diein consignatie was bij een Nederlandseart consultant, voor verkoop terug naarEngeland halen.

Page 17: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst
Page 18: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

18 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

THA GELDERLAND

De THA Gelderland, een collectievan circa 4500 tekeningen daterendvan de 16de tot in de 20ste eeuw, bevindt zich thans in het HistorischMuseum ‘Het Burgerweeshuis’ inArnhem. De werken in deze collectiehebben alle betrekking op de provin-cie Gelderland of onderdelen daar-van (steden en dorpen, kastelen enhuizen, molens, landschappen e.d.).De gemeente Arnhem is in de collec-tie ruim vertegenwoordigd met 857werken (bijna 20%). Dat ligt ook welvoor de hand omdat de basis van deAtlas gevormd is door een omvang-rijk legaat van de Arnhemse tekenaaren kunstverzamelaar Alexander Ver-huell (1822-1897) aan de gemeenteArnhem in 1897. Sindsdien is de col-lectie door de gemeente beheerd enin fasen aanzienlijk uitgebreid tot dehuidige omvang. Deze aanwas vond

plaats door schenkingen, legaten,maar ook in toenemende mate dooraankopen, zowel uit regulier budgetals uit extra middelen. Eind 2003 heeft de directeur van degemeentemusea in Arnhem in zijnnotitie over de herpositionering vanhet Historisch Museum aangegevenin de presentaties minder nadruk tewillen leggen op het historische element en meer aandacht te vragenvoor de Arnhemse sierkunstcollecties.In dat kader is aangegeven dat de THAGelderland mogelijk als langdurigbruikleen aan het Gelders Archiefzal worden overgedragen. De raads-commissie voor cultuur heeft metdie beleidslijn ingestemd, zodat ergesprekken gaande zijn over hetoverbrengen van de Atlas naar hetGelders Archief. Het Gelders Archiefheeft de intentie om de werken in deTHA Gelderland te digitaliseren en

via het internet ter beschikking testellen van een breed publiek. Ookzullen er regelmatig tentoonstellingenworden georganiseerd met werkenuit de THA Gelderlands

Marjolein Kaarsemaker

Elio Pelzers

L i t e r a t u u r

M.J.C. Otten & C. Schepel, Getekende stads- en dorps-gezichten uit de Topografi-sche Atlas Gelderland. Veluwezoom, Nijmegen enomgeving, Rivierengebied,Westervoort 2000

Jan Bervoets, Alexander Verhuell1822-1897, een levensbe-schrijving, Zutphen 1992

U.M. Mehrtens & H.M.J. Tromp,‘De aanleg vanBiljoen en

Beekhuizen in de tijd vanJ.F.W. baron van Spaen vanBiljoen’, in: Bijdragen tot het bronnenonderzoek naarde ontwikkeling van Neder-landse historische tuinen,parken en buitenplaatsen,jrg. 14, Zeist 1984

P.A. Scheen, Lexicon Nederlandsebeeldende kunstenaars 1750-1950, ’s Gravenhage1969

De kerk van

Muiderberg

Daniel Kerkhoff

1817. Zwart krijt,

penseel in zwart en

grijs, 317 x 415 mm

TEYLERS MUSEUM,

HAARLEM

Page 19: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

19 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

FRIES ZILVER

In Friesland is in de 17de en 18de eeuw een belangrijkezilverproductie geweest. Het onbetwiste hoogtepunt vanhet bewaard gebleven zilver is de zogenoemde Poptaschat.De naam van deze schat is ontleend aan de vroegere eigenaar, dr Henricus Popta, bewoner van Heringa statete Marssum, ook wel Popta slot genoemd. Zijn nalaten-schap wordt sinds 1712 beheerd door de Voogden vanhet Popta Gasthuis. Het zilver is in 1881 in langdurigbruikleen gegeven aan het Fries Museum te Leeuwarden,waar het zich nog steeds bevindt. Deze collectie bestaatuit een grote schotel met lampetkan, een kleine schotel,twee kandelaars en een kaarsensnuiter. Ze werden rond1670 vervaardigd door de Leeuwarder zilversmeden Rintje

Jans en Nicolaas Mensma, en laten zien waartoe de Friesezilversmeden in staat waren.1

Dat doet ook de Harlinger zilversmid Willem AnskesZeestra, de maker van de rijk gedecoreerde huwelijks-bokaal. Wanneer deze wordt vergeleken met het overigeHarlinger zilver, moet worden vastgesteld dat de bokaalde kwaliteit van de andere nog bekende stukken verreoverstijgt. Een vergelijkbare bokaal uit een Friese stad isons niet overgeleverd. Ook in vergelijking met dergelijkeobjecten uit andere Nederlandse steden valt zowel deoriginele decoratie als het vakmanschap op. Het drijfwerken de manier waarop het stuk is geciseleerd zijn van eenbijzondere kwaliteit. Vooral de florale versieringen sluitengoed aan op de mode in Friesland in de late 17de envroege 18de eeuw.

Willem Anskes Zeestra werd in 1661 te Harlingen gedoopt en werkte als leerling bij de Harlinger meesterPieter Jacobs Clinckhamer. Vermoedelijk heeft hij eendeel van zijn gezellentijd in Polen doorgebracht. In 1690werd hij meester zilversmid in zijn geboortestad. HetHarlinger zilver is goed gedocumenteerd en uit de groten-deels bewaard gebleven keurloonboekjes van het lokalegoud- en zilversmedengilde tekent zich een betrouwbaarbeeld af van hetgeen in de late 17de eeuw bij het gilde terkeur werd aangeboden.2 Er bestaat derhalve een goedoverzicht van het oeuvre van Zeestra, hoewel van 1691 – het jaar waarin hij de huwelijksbokaal maakte – de gegevens verloren zijn gegaan. Maar in 1692 kreeg hijopnieuw opdrachten van formaat en maakte hij ondermeer twee kannen (127 lood = ongeveer 1,9 kilo), eenlampet en kan (116 lood = ongeveer 1,7 kilo) en een kom-foor en een koffieketel (140 lood = ruim 2 kilo).3 In hetvoetstuk van de bokaal staat het meesterteken WAZ vanWillem Anskes Zeestra.Van Zeestra was dit meestertekennog niet bekend, maar zijn latere meesterteken, dat alleenuit een Z bestaat, vertoont in detail zoveel overeenkomstmet de Z in het WAZ teken, dat hij als enige in aanmer-king komt.

HUWELIJKSAANDENKEN

Op 21 november 1691 was het feest in Harlingen wantDirck Sickes en Pijttie Jacobs Braam trouwden op hetstadhuis. Zowel de bruidegom als de bruid stamden uiteen gefortuneerde doopsgezinde familie. De koopmanDirck Sickes werd in 1694 ook leraar der Doopsgezindente Harlingen. Pijttie Jacobs Braam was de dochter vanhoutkoper Jacob Klaesen Braam en zijn vrouw. Haar

Gemeentemuseum

Het Hannemahuis

Harlingen

Ottema-Kingma Stichting

Leeuwarden

Verguld zilveren dekselbokaalWillem Anskes Zeestra (Harlingen 1661-1729 Harlingen)

1691. Zilver, gedreven, gegoten, geciseleerd en verguld, H 30,5 cm.Merken: WAZ, onderrand voetstuk, letters ineen, meesterteken Willem Anskes Zeestra; Dirck Sickes & Pijttie

Jacobs Braam, inscriptie op de binnenbeker; tussen de namen een cartouche met twee ineengestrengeldehanden, daaronder 1691, daarboven een vlammend hart.Herkomst: kunsthandel S.J. Phillips Ltd., Londen, 2004

Dankzij een royale bijdrage van de Vereniging Rembrandt kon deOttema-Kingma Stichting een laat 17de-eeuwse dekselbokaal verwer-ven die geplaatst is in Gemeentemuseum Het Hannemahuis inHarlingen. De verguld zilveren bokaal, gemaakt ter gelegenheid vaneen huwelijk in 1691, is van een uitzonderlijke kwaliteit. Uit het drijf-en ciseleerwerk spreekt een uitstekende beheersing van de technieken het decoratieschema met de vier jaargetijden komt op vergelijk-bare bokalen niet voor. Het is, met andere woorden, een object vangroot belang dat aan het openbaar bezit kan worden toegevoegd.

Overzicht van de losse

onderdelen waaruit de

bokaal is opgebouwd.

Page 20: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

grootvader van vaders zijde, Claas Freerks Braam, was in1672 met een vermogen van ƒ 200.000,- veruit de rijksteHarlinger. Dirck en Pijttie stonden in 1697 met een ver-mogen van ƒ 83.000,- op de derde plaats. Sickes overleedin 1723, zijn vrouw twintig jaar later. Een pronkstuk alsdeze verguld zilveren dekselbokaal paste in het milieuwaar het echtpaar deel van uitmaakte, al is het opmerke-lijk dat de doorgaans als sober bekend staande doopsge-zinden een zo rijk gedecoreerd stuk bij hun huwelijkkregen, of hebben laten maken. Zilversmid Zeestra waszelf overigens van gereformeerde huize.

DECORATIES

De bokaal kan in zes onderdelen uiteen genomen wor-den: het deksel, een cuppa die uit vier elementen is op-gebouwd, en het voetstuk. Het deksel wordt bekroonddoor Bacchus, god van de wijn en hier de personificatievan de Herfst. De figuur is verwant aan een marmerenbeeld gemaakt tussen 1680 en 1690 door de beeldhouwerArtus Quellinus de Jonge (1625-1700).4 De ondergrondwaarop Bacchus staat is voorzien van wijnranken. De decoratie van het deksel bestaat verder uit drie cartoucheswaarin de overige jaargetijden zijn verbeeld. Een zaaierop een geploegde akker staat voor het Voorjaar, eenschaapsscheerder verbeeldt de Zomer en een oude manbij een open vuur de Winter. De laatste is ontleend aaneen prent die Johannes Sadeler I (1550-1600) in 1629maakte. Tussen de drie cartouches bevinden zich sierlijkeacanthusbladen en drie festoenen met granaatappels,peren, appels, artisjokken en kersen.

De kern van de cuppa is een gladde, conische binnen-beker met een brede bovenrand. Deze rand heeft eengegraveerde inscriptie: Dirck Sickes & Pijttie Jacobs Braam.

Tussen beide namen zijn twee ineengeslagen handen gegraveerd met daarboven een vlammend hart. Het jaartal1691 staat eronder. De buitenzijde van de bodem is rondde schroef waarmee de voet en de cuppa aan elkaar ge-draaid kunnen worden, voorzien van drie grote harten enenkele kleine. Deze harten refereren uiteraard aan hethuwelijk waarvoor deze dekselbokaal is gemaakt. De bin-nenzijde van de beker is geheel verguld. De buitenzijde isvoorzien van twee vergulde banden, bij de drinkrand en terhoogte van de vertreding. Rond de binnenbeker wordendrie gedecoreerde delen geschoven. Aan de bovenzijdeeen rijke gedreven sierrand bestaande uit bloemen enpapegaaien. Een smalle, staande rand is ajour gezaagd,waardoor de binnenbeker enigszins zichtbaar wordt. Rondhet zaagwerk zijn bladranken gegraveerd.

Page 21: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

21 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

Het conische middenstuk van de cuppa is voorzien vangedreven en geciseleerde decoraties. Voorgesteld zijn devier jaargetijden, ontleend aan prenten die Jacob Matham(1571-1631) in 1589 maakte naar voorbeelden van zijnstiefvader Hendrick Goltzius (1558-1617). Het Voorjaarwordt gepersonifieerd door Flora, afgebeeld als een half-naakte jonge vrouw met een bloemenkrans in het haaren een boeket bloemen in haar hand. De Zomer wordtverbeeld door een vrijwel naakte man met korenaren inzijn hand. Eveneens bijna naakt is Bacchus die met zijndruiventros de Herfst uitdrukt. De Winter wijkt in stijlweliswaar enigszins af van de drie andere jaargetijden,maar hoort wel bij de serie prenten van Matham. Een oudeman met baard, gekleed in een lange jas met capuchon,houdt een vuurpot met hengsel in zijn handen. Achterde vier figuren zijn taferelen te zien die de jaargetijdenverder benadrukken. Dit bijwerk zal ontleend zijn aanandere prenten.

De jaargetijden kunnen de verschillende levensfasenvan de mens – zoals geboorte, huwelijk, ouderschap enouderdom – symboliseren en zijn derhalve uiterst geschiktals decoratie op een huwelijksbeker. Het decoratieschemakomt ook op enkele zilveren knottekistjes voor. Dezewerden in Friesland en West-Friesland in de 17de eeuwdoor een man aangeboden aan zijn geliefde. Accepteerdezij dit kistje met kostbare inhoud, dan gaf zij te kennenmet hem in het huwelijk te willen treden. Uit Groningenzijn nog twee conische bekers bekend waarvan de deco-ratie is gebaseerd op dezelfde prenten van Matham. In zijnHouwelick dat is Het gansche Beleyt des Echten-staets uit 1655onderscheidt Jacob Cats evenwel in een ander schema debruydt als Lente, de vrouwe als Zomer, moeder als Herfst enweduwe als Winter.

Het onderste deel van de cuppa gaat over in een nodus(verdikking, knobbel) die met acanthusbladen is gede-coreerd. Tussen de bladeren is een jachtscène afgebeeld,bestaande uit een ruiter met speer, een jachthond methalsband, een springende vos en een hert. De ‘afdrukken’

van de handen van Hercules, die deel uitmaakt van hetvoetstuk, zijn in de nodus terug te vinden. Hierdoor passende onderdelen slechts op één manier in elkaar. De sierlijkgemodelleerde Hercules, getooid met de huid van deleeuw van Nemea, draagt de cuppa. Op de grond, tussenzijn benen, ligt de knots waarmee hij doorgaans wordt af-gebeeld. De Herculesfiguur rust op een nodus die alleenaan de bovenzijde bewerkt is. De welving eronder is gladen mondt uit in een ring van gestileerde florale motievendie herinneren aan de cut card techniek. Het decoratie-schema van het gewelfde voetstuk is vergelijkbaar met datvan het deksel. Hierin zijn drie cartouches aangebrachtmet Italianiserende landschappen. Deze bevatten vooralarchitectonische elementen. Net als bij het deksel wordende cartouches van elkaar gescheiden door festoenen metfruit, omgeven door acanthusbladeren.

TERUG IN HARLINGEN

De huwelijksbeker is geplaatst in Gemeentemuseum HetHannemahuis in Harlingen, waarmee de bokaal is terug-gekeerd naar de stad waar hij werd gemaakt. De komstvan dit topstuk betekent een enorme kwaliteitsimpulsvoor de verzameling van het museum. De gevarieerdezilvercollectie is gericht op Harlinger zilversmeden enbevat twee knottekistjes, enkele bekers, brandewijnkom-men, komforen, theebussen, mosterdpotten, gelegen-heidslepels en andere gebruiksvoorwerpen uit de 17detot en met de 19de eeuw. Dankzij de Ottema-KingmaStichting kunnen naast een aantal andere objecten, eenfraai gegraveerde brandewijnkom uit 1685, een trekpotuit 1722 en twee zilveren kandelaars uit 1723 worden getoond. De Ottema-Kingma Stichting bewijst al vijftigjaar buitengewoon actief te zijn voor het behoud van hetFriese cultureel erfgoed en de bruikleengave ervan inFriese musea. De aankoop van de bokaal is een uitstekendvoorbeeld van het beleid van de stichting s

Hugo P. ter Avest

N o t e n

1. M. Stoter, De zilvereneeuw. Fries pronkzilver inde 17de eeuw, Franeker2000

2. H.P. ter Avest, Harlingerzilver, Harlingen 1996.

3. Archief Goud- en zilver-smedengilde, nr. 2, Ge-meentearchief Harlingen.

4. Y. Bruijnen, P. Huys Jansen,e.a., De Vier Jaargetijdenin de kunst van de Ne-derlanden 1500-1750,Zwolle/’s-Hertogenbosch2002, p. 194.

Zomer

Jacob Matham naar

Hendrick Goltzius, 1589.

Gravure, diameter 23,6 cm

AMSTERDAM RIJKSMUSEUM,

RIJKSPRENTENKABINET

Detail van de cuppa

met de verbeelding

van de Zomer

Page 22: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

BETOVERENDE STEMMING

In Maris’ rivierlandschap is de weersgesteldheid bijna tast-baar. Het water heeft de kleur van de wolken aangenomenen beide elementen suggereren tezamen een onmetelijkeruimte. Vochtige lucht hangt boven de rivier, een hellezon prikt achter een wolkensluier. De heiige oevers aan dehorizon zijn verbeeld als banen grijzig groen en blauw,waarvan de tonen onderling minimaal variëren. De be-schouwer krijgt het gevoel van een zomerochtend. Marisbrengt alle vormen terug tot eenvoudige kleurvlakken.De techniek waarmee de verf met een paletmes in brede,platte vlakken is uitgesmeerd, benadrukt de gelijkmatigeatmosfeer. In dit bijna tastbaar dampige licht drijft inhet midden van het beeld een donkere veerpont. Kleur,tonaliteit en de heldere ordening in horizontale banen,verlenen deze voorstelling een stemming van kalmte enbroeierige warmte.

Met het onderwerp van de veerpont hield Maris zichrond 1870 intensief bezig. Hij schilderde toen vijf varian-ten die, op een na, vrij donker van toon zijn.1 Het doorTeylers verworven doek valt binnen deze groep op doorde on-Hollandse losse toets en stralende lichtwerking.Het is hoogstwaarschijnlijk dit werk dat de kunstenaarinzond voor de Parijse Salon van 1870. De invloedrijkerecensent Lemonnier beoordeelde Maris’ Veerpont daarnamelijk als volgt: Op de rand van een lichtende horizon

verenigen zich lucht en water als twee verliefde monden. (…)

Een betoverend doek, smaakvol en kleurrijk.2

SLEUTELSTUK

Maris werd door tijdgenoten beschouwd als een van devoornaamste schilders van de Haagse School. Zijn leer-meesters, onder wie Huib van Hove (1814-1864), stondennog volledig in de traditie van de romantische school. Deinterieurstukken van Van Hove, en ook de vergelijkbarestukken die de jonge Maris schilderde, zijn geïnspireerdop werk van onder anderen Pieter de Hooch (1629-ca.1684) en Nicolaes Maes (1634-1693). De Veerpont uit 1870is een werk uit Maris’ Parijse tijd en is geheel anders vankarakter. Zijn verblijf in Frankrijk, van 1865 tot 1871,heeft een doorslaggevende invloed gehad op zijn stijl-ontwikkeling. Hij kwam er in aanraking met het werk

Sinds Teylers Museum in 1824 zijn eerste schilderijen verwierf, werd metregelmaat werk aangekocht van levende kunstenaars. In de loop van detijd werd zo een verzameling ‘eigentijdse kunst’ gevormd die uniek is inNederland. De Haagse School is goed vertegenwoordigd, met landschap-pen van onder anderen P. Gabriël, W. Roelofs, W. Mesdag, A. Mauve, J. Israëls en J.H. Weissenbruch. Het is echter opvallend dat een werk vanJacob Maris (1837-1899), een van de belangrijkste vertegenwoordigersvan die stroming, tot voor kort ontbrak. Uit archiefonderzoek is geble-ken dat het museum tegen het einde van Maris’ leven heeft geprobeerdeen schilderij van zijn hand te kopen. Zijn werk werd toen echter tekostbaar gevonden. Naar aanleiding van het afscheid van Hoofdconser-vator Kunstverzamelingen Carel van Tuyll van Serooskerken, in decem-ber 2004, is met steun van de Vereniging Rembrandt, Mr. M. de Clercq,het Teylers Museumfonds en het Van Regteren Altena-Loman Fonds,alsnog een Maris verworven: de Veerpont. Het schilderij is gedateerd1870 en mag worden beschouwd als een sleutelstuk in zijn oeuvre.

22 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

Teylers Museum

Haarlem

VeerpontJacob Maris (Den Haag 1837– Karlsbad 1899)

1870. Olieverf op doek, 38 x 66 cmGesigneerd: J. Maris ft. 70

Herkomst: Kunsthandel R. Polak, Den Haag

Page 23: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

van de schilders van Barbizon. In Parijs koos Maris steedsvaker onderwerpen in de buitenlucht, waarbij bestuderingvan de effecten van de natuur een belangrijk uitgangs-punt was. Een voorbeeld van de Franse invloed op zijnwerk is zijn Gezicht op Montigny-sur-Loing, eveneens uit1870.3 In dat werk is het kleurgebruik nog opvallend af-hankelijk van de landschappen van Jean-Baptiste CamilleCorot (1796-1875) of Charles-Francois Daubigny (1817-1878). In de Veerpont wist Maris daarentegen voor heteerst evenwicht te bereiken tussen zijn twee belangrijksteinvloeden: de Hollandse erfenis van de Gouden Eeuwen de nieuwe schilderkunst die hij in Parijs om zichheen zag.

Vanaf circa 1850 waren Nederlandse kunstliefhebbersin toenemende mate belang gaan hechten aan natuur-getrouwe uitstraling en directheid in geschilderde land-schappen. Dat ging ten koste van de waardering voor deschilders van de Hollandse romantiek. Van de nieuwegeneratie werd Jacob Maris door tijdgenoten beschouwdals een van de kunstenaars die er het beste in slaagdengeloofwaardige natuurimpressies te schilderden. In 1898verwoordde mejuffrouw Marius Maris’ talent als volgt:Het heerlijke diepe gevoel, dat ons, bij het genieten van zijn

werken, doet trillen van sympathie en bewondering, komt nooit

van het onderwerp zelf, want nooit offerde hij sentimenteele of

romantische onderwerpen aan het daarvoor zoo ontvankelijke

23 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

Page 24: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

publiek (…); maar van het schilderen zelf, van de grootschheid

van opvatting, van de volkomen harmonie van gedachte en uit-

voering.4 Het ging vooral om de poëzie van het alledaagse,een dichterlijk gevoel dat volgens Maris niet om zeepmoest worden gebracht door het uitwerken van details.Hij zei daarover eens: Een schilderij is af als men zien kan

wat het voorstelt.5 Carel Vosmaer (1826-1888), tijdgenooten bewonderaar van Maris’ werk, observeerde dat dekunstenaar niet gewoon de vormen en kleuren schildertdie je ziet, maar getransfigureerde kleuren en tonen (…) door

de terugwerking van des schilders eigen gevoel.6 Maris eerdemet deze houding vooral de traditie van de Hollandseschilders van de Gouden Eeuw, met name die van Rem-brandt (1606-1669). Diens kleurgevoel en het vermogenom in de schilderkunst aan een eenvoudig onderwerponsterfelijke schoonheid te verlenen, werden door Marisen zijn tijdgenoten als een typisch Hollandse gave be-schouwd. Hij zag zichzelf dan ook beslist niet als impres-sionist: Bijna alle nieuwe Fransche kunst heeft voor mij een plat,

leeg karakter zonder afstand en diepte in kleur. De schilderijen

lijken witte velletjes papier met kleurtjes erop.7

De Hollandse erfenis strekt zich ook uit tot het on-derwerp van het onderhavige schilderij. Bij beschouwingvan de Veerpont in het Stedelijk Museum Amsterdam ligteen associatie met Jan van Goyen (1596-1656) voor dehand, niet alleen wat betreft de stemming en het bruinekleurgebruik, maar ook vanwege het onderwerp. Salomonvan Ruisdael (1600-1670) is een andere schilder van wieveel veerponten bekend zijn, maar het onderwerp was voorhet eerst te zien bij Esaias van de Velde (ca. 1591-1630).

Sindsdien is de veerpont steeds weer opgedoken in deNederlandse schilderkunst, met name bij 19de-eeuwseschilders als Andreas Schelfhout (1787-1870), BarendCornelis Koekkoek (1803-1862) of Paul Gabriël (1828-1903).8 Met zijn vijf varianten uit 1870 behoorde JacobMaris tot een van de laatsten die het onderwerp aangrepen.Dat hij daartoe kwam in Parijs, komt wellicht doordatjuist daar een aantal schilders, onder wie Jules JacquesVeyrassat (1828-1893), toen hernieuwde belangstellingaan de dag legde voor het thema van de veerpont.9

Dergelijke rivierlandschappen bleken in Parijs goedverkoopbaar te zijn.

JACOB MARIS IN TEYLERS MUSEUM

Teylers Museum begon in 1824 met het verzamelen vaneigentijdse schilderijen, ruim voor welke andere open-bare collectie in Nederland dan ook. De verzamelingweerspiegelt daarom ‘de smaak van de tijd’ en wordt gepresenteerd in haar nog grotendeels oorspronkelijke19de-eeuwse context. Dat is uniek voor Nederland; deopstelling is dan ook van nationale betekenis. Zoals hier-boven is opgemerkt, zijn vrijwel alle grote namen van deHaagse School vertegenwoordigd. Het museum heeftvoor die schilderijen in veel gevallen forse bedragen be-taald. Zo werd in 1890 van Jozef Israëls (1824-1911) hetkapitale schilderij De verkwikking aangekocht voor 8.000gulden. Israëls en Maris waren de bekendste en duursteschilders van de Haagse School. Maar ook bijvoorbeeldHendrik Willem Mesdag (1831-1915) (Avondstond op zee,aankoop in 1876, 2.500 gulden) en Anton Mauve (1838-

24 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

Veerpont

Jacob Maris (1837-1899)

1870. Olieverf op doek,

46 x 80,5 cm

STEDELIJK MUSEUM,

AMSTERDAM

Page 25: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

1888) (Schapen op de heide, aankoop in 1888, 2.400 gulden)leverden monumentale en kostbare doeken.

Het is niet bekend waarom in Teylers Museum eenlandschap van Jacob Maris ontbrak. Als museale collectiestond Teylers daarin echter lange tijd niet alleen, wantpas aan het einde van Maris’ leven vonden schilderijenvan zijn hand mondjesmaat hun weg naar museale col-lecties.10 Maris genoot aanvankelijk vooral populariteitin het buitenland. Veel van zijn werk werd verkocht dooronder andere de Parijse en Londense filialen van kunst-handel Goupil. Aan het einde van zijn loopbaan verkochtMaris ook meer en meer schilderijen aan Nederlandse,meest particuliere, verzamelingen. Vooral aan het beginvan de 20ste eeuw, toen vanuit particuliere collectiesstukken aan diverse Nederlandse musea werden gelega-teerd, werden Nederlandse openbare collecties betervoorzien van Maris’ werk. De nu verworven Veerpont vult,alhoewel rijkelijk laat, een in het oog springende lacuneop in Teylers overzicht van de Nederlandse schilderkunstvan de 19de eeuw. Het rivierlandschap illustreert binnende collectie 19de-eeuwse schilderkunst in Teylers Museumop voortreffelijke wijze de omslag naar de natuurlijkeobservatie in de buitenlucht. De evidente invloed vanMaris’ Franse collega’s op dit werk is daar debet aan. Tijdens de overzichtstentoonstelling van Jacob Maris inTeylers Museum, in 2003-2004, is het schilderij tijdelijkte gast geweest in Haarlem. Het is een geluk dat het nueen permanente plaats krijgt in de vaste presentaties

Frank van der Velden

25 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

N o t e n

1. Volgens de verkoopboeken vanGoupil werden twee versies ver-kocht in de maand van ontstaan,waaronder een Veerpont, ochtend(Goupil 4840). Boussod Valadon etCie., Lijst van werken van Marisdie tussen 1863 en 1874 door hetParijse filiaal van Goupil et Cie.verhandeld werden, Parijs 1900.Rijksbureau voor KunsthistorischeDocumentatie, Den Haag, afdelingArchivalia, collectie Maris. Naast detwee in dit artikel afgebeelde veer-ponten zijn er nog een variant inhet Stedelijk Museum Amsterdamen een in het Haags Gemeente-museum. Zie ook: tent. cat. JacobMaris (1837-1899), Ik denk inmijn materie, Teylers Museum,Haarlem/Museum Jan Cunen,Oss, 2003, cat. nr 14, noot 2; tent.cat. Langs velden en wegen, Rijks-museum, Amsterdam, 1997-1998,cat. nr 77, noot 4.

2. Le bac de M. Maris mêle dans lematin, sur le bord d’un horizonlumineux, le ciel et l’eau commedes bouches amoureuses. Des bœufsglacés de clartés traversent le lac

qui scintille, et dans leur nids de brumes, les villages au loin s’éveillent au sein d’une ombreclaire. Toile ravissante et sans fadeur: C. Lemonnier, Salon deParis, Paris 1870.

3. Museum Boijmans Van Beuningen,Rotterdam. Afgebeeld in tent. cat.Haarlem 2003 (zie noot 1), cat. nr 15.

4. G.H. Marius, ‘Jacob Maris’, HetSchildersboek. NederlandscheSchilders der Negentiende eeuw,Amsterdam 1898, p. 4.

5. Ibid., p. 11.

6. C. Vosmaer, ‘Jacob Hendrik Maris’,Onze Hedendaagsche Schilders,Den Haag 1883, p. 3.

7. Tent. cat. Haarlem 2003 (zie noot 1),p. 77, noot 78.

8. H.C. de Bruijn, ‘Per veerpont van Romantiek naar Haagse School’,Antiek 27 (1992), pp. 168-177.

9. J. Knoef, ‘Fransche invloeden opJacob Maris,’ Oud Holland LXII(1946), pp. 204-212.

10. Tent. cat. Haarlem 2003 (zie noot 1),pp. 66-67.

Het pontveer

Esaias van de Velde (ca. 1591-1630)

1622. Olieverf op paneel, 75,5 x 113 cm

RIJKSMUSEUM, AMSTERDAM

Page 26: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

26 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

SURREALISME

Salvador Dalí is een van de meest veelzijdige en excentriekekunstenaars uit de 20ste eeuw. Zijn oeuvre bestaat nietalleen uit schilderijen, prenten, tekeningen en sculpturenmaar omvat ook uitingen op het terrein van reclame totspeelfilm en van mode tot interieur. Bovendien was zijnbizarre levensstijl een kunstwerk op zich. Tot voor kortrichtte het verzamelbeleid van Museum Boijmans VanBeuningen zich vooral op de vroege schilderijen en sculptu-ren van het surrealisme. Dalí was daarbij een sleutelfiguur.De afgelopen jaren is deze collectie breder geworden. Er werden objecten van Man Ray, schilderijen van FrancisPicabia en foto’s van Hans Bellmer verworven. Daarnaastwerd de conceptuele kant van het surrealisme versterktmet edities van Marcel Duchamp. De bibliotheek richttezich op de aankoop van surrealistische boeken en mani-festen. Zo kon de luxueuze Albert Skira uitgave van Leschants de Maldoror, verluchtigd met 42 etsen door Dalí, uit1934 worden aangekocht.1 De verbrede aandacht maakteook de weg vrij voor ‘designobjecten’. In 1995 kon uit decollectie van Edward James de White Aphrodisiac Telephonevan Dalí uit 1936 worden aangekocht, een telefoontoestelmet een hoorn in de vorm van een kreeft. Inmiddels zijnook enkele parfumflessen van Elsa Schiaparelli aangekochtwaaronder de mannengeur Snuff (ca 1945), een flacon inde vorm van een pijp met een sigarenkist als verpakking.Eveneens van Schiaparelli, naar ontwerp van Dalí, is LeRoi Soleil (1946), een flacon in de vorm van een golfendezee waarop een stralende zon als stop, met ogen, neus enmond opgebouwd uit opvliegende vogels. De aankoopvan de Mae West Lips Sofa is een absoluut hoogtepunt inde verzamelactiviteiten. Dat de bank de publiciteitscam-pagne van de aanstaande Dalí tentoonstelling siert, geeft

aan hoe belangrijk en emblematisch het stuk wordt geachtvoor de collectie van het museum.2

EDWARD JAMES

Edward James, de erfgenaam van een indrukwekkend familiekapitaal, wijdde zijn leven aan lezen en schrijven.Tevens toverde hij het familiehuis Monkton House in WestDean, Sussex – een statig buiten naar ontwerp van SirEdwin Lutyens uit 1902 – om tot een ontmoetingsplaatsvoor de avant-garde van internationale kunststromingen.Zijn marriage de raison met de prima ballerina Tilly Losch(James was homoseksueel), leidde tot Gesamtkunstwerkenwaarbij muziek, kostuums en dans tot een nieuwe synthesekwamen. Al snel raakte James in de ban van het surrea-lisme. Hij maakte in 1935 kennis met Dalí en kocht van1936 tot 1938 bijna al zijn werken. Ook René Margrittekon op zijn onvoorwaardelijke steun regelen. Tegen heteind van de jaren ’30 werd Monkton House een flam-boyante plek waar het surrealisme tot grote bloei kwam.

Hoewel de exacte ontstaansgeschiedenis en daarmee deexacte datering van de verschillende Mae West Lips Sofa’sniet helemaal eenduidig is, lijken de eerste exemplarenomstreeks 1937-38 te zijn ontstaan uit een samenwerkingtussen Dalí en James. Er zijn zes vroege exemplaren be-kend. Dit zijn drie paren, in een onderling verschillendeuitvoering, alle mogelijk uitgevoerd door het Londensedecorateurbedrijf Green & Abbot. In zijn autobiografiemeldt Dalí dat het eerste paar werd gemaakt door JeanMichel Franck.3 Dit was bestemd voor de Parijse boetiekvan Elsa Schiaparelli en gestoffeerd in ‘Shocking Pink’satijn, de kleur van Schiaparelli’s lippenstift. Deze bankenzijn hoogstwaarschijnlijk nooit in de salon aan de PlaceVendôme geplaatst en mogelijk is dit de set die Dalí zelfhad. Een exemplaar hiervan is in het bezit gekomen vanEdward James en is vandaag de dag door de Edward JamesFoundation in bruikleen gegeven aan het Victoria & AlbertMuseum in Londen. De andere bank, waarvan bekend isdat hij in het huis stond van Baron Roland de l’Esprée,is zoek geraakt. Daarnaast is een paar bekend, een lang-gerekte versie met zwarte franjes langs de onderkant, datnog steeds in het bezit is van de Edward James Foundation.Een exemplaar van dit stel is in bruikleen gegeven aanhet Museum of Moving Image in Londen.

Tenslotte is er een paar dat gestoffeerd is in tweekleuren flanel. De rug en zitting zijn knalrood. De plint,die afgezet is met geelkoperen klinknagels en die decontouren van de mond volgt, en de rechte rug zijn zalm-roze. Langs de bovenrand loopt een identiek gekleurde

Museum Boijmans

Van Beuningen

Rotterdam

Mae West Lips SofaOntwerp: Salvador Dalí (Salvador Felipe Jacinto Dalí Y Domenech, Figueras 1904 – 1989 Barcelona)

Uitvoering: John Hill voor Green and Abbot, 123 Wigmore Street, Londen 1937-1938. Gestoffeerd houten frame, bekleed met zalmroze en rode wollen flanel, afgezet met messing klinknagels, 92 x 213 x 84 cm.Herkomst: Veiling Christie’s, Londen, ‘Designed by Architects, Including Important 20th Century Design’, 8 oktober 2003, nr. 64.

Museum Boijmans Van Beuningen bezit een omvangrijke collectie sur-realistische werken van wereldfaam. Met de aankopen in 1977 en 1979van 12 werken uit de collectie van de excentrieke mecenas Edward James(1907-1984), waaronder zes sleutelstukken van Salvador Dalí en hetenigmatische La reproduction interdite van René Margritte, werd het surrea-lisme een van de belangrijkste pijlers van het museum. Eind 2003 werdeen ander hoogtepunt uit de collectie van Edward James te koop aan-geboden: de Mae West Lips Sofa, een van de banken die Salvador Dalíomstreeks 1938 ontwierp. Het was een unieke kans want dit exemplaarbleek het enige vroeg geproduceerde stuk dat ooit nog in de handelzou komen. De Vereniging Rembrandt leverde een belangrijke bijdrageaan de financiering van de aankoop.

White Aphrodisiac

Telephone

Salvador Dalí 1936.

MUSEUM BOIJMANS VAN

BEUNINGEN, ROTTERDAM

(ex coll. Edward James)

Page 27: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

27 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

roze bies. Dit paar, eveneens afkomstig van Edward James,is in 1983 gesplitst. Een bank is aangekocht door deBrighton Art Gallery and Museum. De andere is via deLondense Mayor Gallery terechtgekomen bij een particu-liere collectioneur. Dit exemplaar is vorig jaar ter veilingaangeboden bij Christie’s in Londen en kon door deStichting Museum Boijmans Van Beuningen worden aan-gekocht, royaal gesteund door de Vereniging Rembrandt.

INSPIRATIE

In zijn autobiografie uit 1940 beeldt Dalí zes foto’s af diede mond als esthetisch motief laten zien. Bij een foto vanpuntige rotsen aan de kust vermeldt het bijschrift: Theexact spot at Cadaques where the jagged Rocks made it uncom-fortable to sit, which inspired the famous Divan in the Shape ofa Mouth.4 Bij een foto met een satijnen bank: My idea asrealized by the decorateur, Jean-Michel Frank, one of my greatfriends during the Paris period, who was to commit suicide almost immediately after his arrival in America. Als bijschriftbij welvende balkons van Casa Milá van Antoni Gaudì inBarcelona uit 1906-1910: The mouth, the sea, and its foamtreated as aesthetic forms in wrought iron by the architect Gaudiof Barcelona. Bij twee van zijn schilderijen uit het middenvan de jaren ’30 waarin monden dubbelzinnig aanwezigzijn: Mysterious Mouth appearing in the back of my nurse enFour Mouths or “Age, Adolescence, and Youth”. En tenslottebij een schilderij uit 1934-35 waarin tegelijkertijd Mae

West als een ingerichte kamer te zien is: The Face of MaeWest, which might be used as an apartment. Een andere duide-lijke inspiratiebron voor de sofa is de tekening The Birthof Paranoic Furniture eveneens uit 1934-1935 waarbij eenbank, die de vorm heeft van een paar lippen, in een inte-rieur staat.5 Verder is er nog een aantal schetsen bekendvan decorontwerpen uit 1938 met lippenbanken voor eenfilm met de Marx Brothers, die niet werd opgenomen.6

PIKANTE DUBBELZINNIGHEDEN

De Mae West Lips Sofa moet op het moment van ontstaanals uiterst pikant zijn ervaren. Het is vandaag nauwelijksvoor te stellen, maar het plaatsnemen op een mondmoet gelijk gestaan hebben aan een obscene daad diezeker voor veel hilarische momenten zal hebben gezorgd.Met recht waren het conversation pieces. Bovendien warende lippen van Mae West – voluit Mary Jane West (1893-1980) – zeker een hot item in die tijd. En niet alleen haarlippen want haar maten – 36-26-36 inch – waren zomogelijk nog veelzeggender. Eind jaren ’20 kreeg zijbekendheid als vaudeville artieste en in 1926 was zij voor-paginanieuws in Amerika vanwege eigenhandige obsceneteksten in het toneelstuk Sex. Zij verwierf onsterfelijkheidnadat zij naar Hollywood ging en in 1932 haar eerstehoofdrol speelde in Night after Night. Niet zozeer haar acteerkwaliteiten als wel haar zwaar seksueel getinte teksten leidden tot censuur, opgelegd door de Motion

De mond als esthetisch motief.

Salvador Dalí, The Secret Life

Salvador Dalí, Dial Press 1940.

Page 28: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

Picture Production Code. Om toch aan de strenge regelste ontsnappen sprak zij vanaf dat moment nog uitsluitendin dubbelzinnige oneliners als: Is that a gun in your pocket

or are you just glad to see me? en A hard man is good to find.

In 1936 is Mae West wereldwijd de best betaalde actrice,om kort daarna uit het zicht te verdwijnen. Zij verscheentegen het eind van haar leven nog twee keer op het wittedoek, maar haar roem was vervaagd en haar verschijningover the top.

De reden dat Dalí zich aangetrokken voelde tot MaeWest kan gelegen hebben in hun gedeelde liefde voordubbelzinnigheden. West door haar dubbelzinnigetaalgebruik, Dalí vanwege zijn interesse in zogenaamdedubbelbeelden, beelden die voortkwamen uit zijn dromenen paranoïde visioenen.

RESTAURATIE EN CONSERVERING

Net als het exemplaar in Brighton heeft de Rotterdamsebank in het verleden enigszins geleden onder inadequateopslag. Het stof van jaren had zich vastgezet in de bekle-ding en motten hebben ook her en der hun sporenachtergelaten in het flanel. Het Rotterdamse exemplaarhad bovendien twee winkelhaken in de zitting, die ge-lukkig wel professioneel waren geconsolideerd. Toch wasde algehele staat allerminst verontrustend; de stof wasnauwelijks verkleurd en 100% origineel. Bovendien washet duidelijk dat de bank middels een adequate reinigingen subtiele restauratie weer in haar volle glorie zoukunnen worden gepresenteerd.

De textielrestauratrice Saskia Rijsdijk heeft de bankde afgelopen maanden onder handen genomen. Aller-eerst is de sofa met een stofzuiger voorzichtig schoonge-maakt. De rug en de plint zijn tevens gereinigd met eenlicht vochtig microvezel doekje waardoor vastgezet vuilbijna geheel kon worden verwijderd. De meest ingrijpendeoperatie betrof de rug. Deze is gedemonteerd en waarnodig plaatselijk gedoubleerd met flanel in dezelfde kleur.De oude bespanning van springveren en singels is intactgelaten maar wel opnieuw aangespannen door nieuwesingels over de oude te zetten. De oorspronkelijke watten-laag is verwijderd en vervangen door een polyester vlies.Alle oude restauraties die waren uitgevoerd met een afwijkend gekleurde zijden draad zijn verwijderd en ver-vangen door een polyester filamentgaren met spansteken.Ter camouflage van storende mottengaatjes zijn alleende allergrootste met steunweefsel in de exacte kleur ge-doubleerd. Door deze terughoudende restauratie heeftde bank haar authenticiteit behouden. De bank zal eencentrale plaats krijgen in de opstelling van surrealistischemeesterwerken. Gezien de kwetsbaarheid en gevoelig-heid voor licht zal de bank met een vast ritme van driejaar afwisselend op zaal worden getoond en worden op-geslagen in het donker. Alleen zo is de bank voor lateregeneraties zo origineel mogelijk te bewonderens

Thimo te Duits

28 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

N o t e n

1. Comte de Lautréamont [pseu-doniem van Isidore Ducasse(1846-1870)], Les chants deMaldoror, Parijs (ed. Skira)1934, met 30 originele losseen 12 in de tekst opgeno-men etsen van Dalí.

2. Tentoonstelling: Alles Dalí,Museum Boijmans Van Beu-ningen, Rotterdam, 5 maart- 12 juni 2005.

3. Salvador Dalí, The Secret Lifeof Salvador Dalí, Dial Press1940, afb. XII, t.o. p. 279.

4. De familie van Dalí had eenbuitenhuis in Cadaqués.

5. Tent. cat. Dalí, Rotterdam(Museum Boymans-vanBeuningen) 1970, cat. nr.118.

6. Ibidem, cat. nrs. 119 a en b.

De restauratie van de bank

Page 29: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

VEILING STEENGRACHT

In het jaar 1913 had, zo valt te lezen in het jaar-verslag over dat jaar, een van de belangrijkste ge-beurtenissen uit het gehele bestaan der verenigingplaats. Vijf van de meest waardevolle schilde-rijen uit de beroemde Haagse verzameling Steen-gracht werden te Parijs aangekocht voor eenbedrag ƒ 550.000,- om deze vervolgens voor ƒ 400.000,- aan het Rijk af te staan. Het gingom vijf schilderijen, te weten Hollands Grachtjedoor Job Berckheyde (1630-1693), Moederlijkezorgen door Gerard Terborgh (1617-1681),Twee watermolens door Meindert Hobbema(1638-1709), De Varkensdrijver door Isaack vanOstade (1621-1649) en Soo voer gesongen, sona gepepen door Jan Steen (1626-1679). Doorbelangstellenden uit alle delen van het land werdƒ 81.649,- geschonken in het speciaal daartoeopgerichte Fonds tot aankoop van schilderijenuit de collectie Steengracht. Het voorbeeld totschenken werd gegeven door H.M. de Koninginen H.M. de Koningin Moeder. De VerenigingRembrandt vulde dit fonds uit eigen kapitaal aantot ƒ 150.000,-, waardoor het verschil tussenkoop- en verkoopprijs gedekt werd.Bij deze veiling werd duidelijk hoezeer de Vere-niging Rembrandt op Amsterdam georiënteerdwas. Uit het jaarverslag: [...] gelet op de oorsprongder schilderijen en onder eerbiediging van detraditie, die hun in dit opzicht aankleeft, achtte

het bestuur het gewenst, dat een voornaam deelvan de aankoop aan het Mauritshuis ten goedezou komen. Voorts dient als onontbeerlijke factorvoor het welslagen der pogingen tot behoud dezervijf stukken te worden genoemd het Amsterdamsemecenaat, waaraan de vereniging niet alleenhaar ontstaan, maar grotendeels haar bloei tedanken heeft, en dat ook ditmaal weer op onbe-krompen wijze voorging. Gezien het feit dat ruimde helft van het vergaarde geld bijeengebrachtwas door Amsterdammers, werd binnen het be-stuur geopperd een of twee schilderijen uit dezeuit Den Haag afkomstige collectie, onder tebrengen in het Rijksmuseum. Den Haag heeftweliswaar meer gesteund dan anders, maar tochniet bewezen zeer veel prijs op het bezit der werkente stellen. Het is niet alleen billijk, maar ook nodig,dat Amsterdam belangrijk van de aankoop profi-teert, wil men ook in de toekomst op steun kunnenrekenen. Ter ondersteuning hiervan gaf de secre-taris zelfs een staatje van de bijdragen per locatie (zie pagina 30).

Hoewel het Dagelijks Bestuur, met de (Haagse)stemmen van Hofstede de Groot en Bredius tegen,de minister adviseerde dat de Jan Steen in hetRijksmuseum behoorde te komen, zijn uiteinde-lijk toch alle vijf de werken in het Mauritshuisgeplaatst. Ook al zal het besluit van den Minister,voor zoover dit afwijkt van het advies der vereni-ging, bij sommigen enige teleurstelling hebbengewekt, toch vertrouwt het bestuur erop, dat desteun, dien het van alle landgenoten vraagt, bijeen volgende gelegenheid zoowel te Amsterdamals elders niet minder krachtig zal zijn, en evengaarne gegeven zal worden.Om de teleurstelling van de Amsterdammersenigszins te verzachten en ook om deAmsterdamse steun aan ‘Rembrandt’ te behou-den, schonk de toenmalige voorzitter van het

Haagse en Amsterdamse belangene n a a n d a c h t v o o r b u i t e n l a n d s e k u n s t

O V E R A A N W I N S T E N

In 1913 ontstond er enig rumoer toen Den

Haag en Amsterdam ‘streden’ om de verdeling

van een aantal schilderijen, waarbij de voor-

zitter van de Vereniging Rembrandt uiteinde-

lijk met een opmerkelijke gift de gemoederen

suste. Kort na de Eerste Wereldoorlog werd

het zaak om de financieel verzwakte positie

van de vereniging te verbeteren, hetgeen

onder andere leidde tot de oprichting van het

Rembrandt Syndicaat dat zich richtte op de

verwerving van buitenlandse kunstwerken.

FUSIEN BIJL DE VROE

18 8 3 – 18 9 3 – 19 0 3 – 191 3 – 19 2 3 – 19 3 3 – 19 4 3 – 19 5 3 – 19 6 3 – 19 7 3 – 19 8 3 – 19 9 3 – 2 0 0 3 – 2 0 0 8

29 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

Soo voer gesongen, soo na gepepen

Jan Steen (1626-1679)

Olieverf op doek, 134 x 163 cm

MAURITSHUIS, DEN HAAG

Page 30: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

Dagelijks Bestuur van de Vereniging Rembrandt,de heer M.P. Voûte, als pleister op de wondede Koning David van Aert de Gelder (1645-1727), een schilderij dat hij zelf op de veilingSteengracht had gekocht, aan het Rijksmuseum. Eveneens uit de collectie Steengracht werdJongensportret door Jacob Backer (1608-1651)verworven. Dit portret is door tussenkomst vande Vereniging Rembrandt in opdracht van mevrouw Rose-Molewater op de Parijse veilinggekocht en vervolgens geschonken aan hetMauritshuis. In ditzelfde jaar werd ook een tekening aangekocht uit de veiling Heseltine.Gezien de uitgaven aan de Steengracht veilingwerd slechts een deel van de koopsom doorRembrandt voorgeschoten, voor het overigewerd weer een beroep gedaan op een aantalparticulieren dat met een totaal van ƒ4.890,-aan schenkingen en dankzij een voorschot vananderen deze aankoop mogelijk maakte. Al metal kon het jaarverslag over 1913 – ondanks deonenigheden – op een positieve toon beslotenworden: De vereniging kan met voldoening ophet afgelopen jaar terugzien. Niet alleen heeft zijeen aantal werken van buitengewone waardevoor ons land kunnen behouden, maar tevenslukte het haar de belangstelling van zeer velelandgenoten te wekken. De vele en soms zeer be-langrijke giften, die werden ontvangen, en niet

minder de grote vermeerdering van het ledental,maken de toekomst hoopvol. Men vergete echterniet, dat de vereniging een buitengewoon grootoffer bracht en dat alleen bijzonder krachtige ennooit verslappende steun haar in staat kan stellen, met blijvend, zo mogelijk met klimmendsucces haar doel na te streven.En toch, ondanks een aantal renteloze voorschot-ten verleend aan musea buiten Amsterdam, blijftde Vereniging Rembrandt het bovengenoemdestaatje van bijdragen per locatie in het achter-hoofd houden. Zo schrijft F. Schmidt Degenerbij de aanwinst van een schilderij van AdriaenBrouwer, Boerenbinnenhuis, voor het MuseumBoijmans Van Beuningen in 1919: Moge dezegift der Vereniging Rembrandt, die slechts zeergeringe steun uit Rotterdam ontvangt, door eenruimere belangstelling in haar streven wordenbeloond.

HET REMBRANDT SYNDICAAT

In 1919 merkte het bestuurslid Prof. dr W. Martinop dat alles wijst op een verruiming der esthetischebehoeften en men mag deze kunstemoties ookaan het grote publiek niet onthouden. Hij doeldehier op de tendens van het, in eerste instantieparticulier, verzamelen van buitenlandse en in hetbijzonder van Italiaanse kunst. Nu is te verwach-ten, aldus Martin, dat tengevolge van het debaclein Midden-Europa, waar zich veel Italiaans werkbevindt, veel kunst aan de markt zal komen; reedsworden sommige collecties verkocht en wordt deverkoop van anderen verwacht. Wanneer ons landover enige miljoenen beschikt, kan het zeker menigbelangrijk werk machtig worden. De periode vande Eerste Wereldoorlog en ook de jaren daarnawerden gekenmerkt door financiële problemen.En daarmee werd het ook steeds moeilijker extrasteun te vinden bij particulieren voor een belang-rijke en zich vaak plotseling voordoende aankoop.Wat de vereniging nodig had was een financiëlebasis, een meer constante financiële structuur.Inspelend op deze noodzaak en op de gevoeldebehoefte ook buitenlandse kunst te verzamelen,werden onder aanvoering van de voorzitter vande Vereniging Rembrandt, de heer Voûte, be-sprekingen gevoerd met een aantal Amsterdamseen Rotterdamse kunstminnaars. Het resultaathiervan was de oprichting van het zogenaamdeRembrandt Syndicaat in 1920, waar een groepvan zestien zakenmensen aan deelnam. Ditsyndicaat had als doelstelling gelden bijeen tebrengen om, mocht de gelegenheid zich plotsvoordoen, kunstwerken van buitenlandse mees-ters aan te kunnen kopen en zo de gelegenheidte openen tot het vormen ener kern dezer kunst inonze openbare verzamelingen. Van het beoogdebedrag van 1,5 miljoen werd als startkapitaal15% volgestort.Als eerste werden met hulp van het RembrandtSyndicaat het Portret van Don Ramón Satuédoor Goya (1746-1828), Telemachus en Mentordoor Tiepolo (1696-1770) en het Portret vaneen geestelijke door Tintoretto (1518-1594),verworven voor het Rijksmuseum. Bij de afwik-keling van deze eerste aankopen door hetSyndicaat kreeg de Vereniging Rembrandt ook

30 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

Contr ibuerende leden:

1 JUNI 1913 1 JUNI 1913 TOENAME 1 JUNI 1914 1 JUNI 1914 1 JUNI 2004

aantal bedrag (ƒ) aantal aantal bedrag (ƒ) aantal

Amsterdam 139 1688,- 21 160 1998,- 1372

’s-Gravenhage, 78 850,- 9 87 940,- 914Scheveningenen Wassenaar

Rotterdam en 79 565,- — 79 565,- 303Kinderdijk

Elders in 137 1102,50 30 167 1432,50 5520Nederland

Buitenland 23 628,50 – 4 19 568,50 181

Totaal 456 4834,- 56 512 5504,- 8290

Portret van Don Ramón Satué

Francisco José de Goya y Lucientes (1746-1828)

1823. Olieverf op doek, 107 x 83,5 cm

RIJKSMUSEUM AMSTERDAM

Page 31: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

de beschikking over ƒ 75.691,98 om daarmeede vereniging in staat te stellen snel te reagerenop mogelijke nieuwe kansen het openbaar kunst-bezit met schilderijen van buitenlandse meesterste verrijken. Dit bedrag werd uit eigen kapitaalvermeerderd met ƒ 75.000,-. En zo verscheen opde creditzijde van de balans over het jaar 1922het nieuwe Fonds tot aankoop van schilderijen.

JUBILEUM

In 1923 bestond de Vereniging Rembrandtveertig jaar, een lustrum dat samenviel met het25-jarig ambtsjubileum van Koningin Wilhelmina.Als onderdeel van het officiële programma vande jubileumfeesten organiseerde ‘Rembrandt’een tentoonstelling in het Rijksmuseum, waar – naast een representatief beeld van de gesteundeaankopen uit de eerste veertig jaar – ook eenverzameling oude schilderijen van voornamelijkItaliaanse meesters getoond werd, die de vereni-ging voor Nederland probeerde te behouden. Hetwoord behouden is hier op zijn plaats: Zoals inons vorig verslag vermeld, waren wij in 1922 erreeds in geslaagd het Rijksmuseum van Schilde-rijen met enige buitenlandse meesters te verrijken.Voortbouwende op de gedachte, die aan dezeaanwinst ten grondslag lag, legden een tweetalleden van ons bestuur de hand op een gedeeltevan de beroemde schilderijen verzameling van de

Groothertog van Oldenburg, met namede Italianen en de Nederlanders van deXVIIde eeuw. Zij stelden de stukken,aan welker behoud de Directeur dezerverzameling de meeste waarde hechtte,gedurende enige tijd in handen onzervereniging met het doel ze definitief voor

het land te verwerven en aldus een voorons land ongekend ensemble van oude,

buitenlandse schilderkunst te vormen.De tentoonstelling werd bezocht door

11.290 betalende bezoekers, van de cataloguswerden 1200 exemplaren verkocht, en, nog be-

langrijker, ondanks de ongunstige economischeomstandigheden werd het Fonds tot aankoopvan schilderijen vermeerderd met ƒ 54.000,-.Onder de ingekomen giften vermelden wij in het

bijzonder een aanzienlijke bijdrage van H.M. deKoningin Moeder, die bovendien door een bezoekaan de tentoonstelling van Hare onverflauwdebelangstelling blijk gaf.Met dit Fonds werden acht schilderijen aan-gekocht, waaronder een Madonna van FraAngelico (?-1455), Portret van een vrouw doorJacopo Pontormo (1494-1557) en een portretvan Morosina Morosini door Leandro Bassano(1557-1622), en vervolgens geschonken aanhet Rijksmuseum. De overige zeven schilderijenwerden, in afwachting van ‘nieuwe’ fondsendoor de eigenaar in bruikleen aan het Rijksmu-seum afgestaan. Tot slot van het overzicht vande jaren 1913-1923 een bedankbrief van deMinister van Onderwijs, Kunsten en Weten-schappen, naar aanleiding van deze schenking:

31 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

Portret van een vrouw

Jacopo Pontormo (1494-1557)

Olieverf op paneel, 114 x 78 cm (ovaal)

RIJKSMUSEUM AMSTERDAM

Ministerie van Onderwijs, No. 131 Afd. K. W.Kunsten en Wetenschappen

Betr. Oldenburg CollectieBericht op schrijven van 5 januari 1924No. 3 V.

’s-Gravenhage, 10 januari 1924

Verrast en getroffen door den inhoud van Uw schrijven is het mij een behoefte, U mijnoprechte dank te betuigen voor dit hernieuwde blijk van voortdurende toewijding enoffervaardigheid Uwer vereniging. Volgaarne aanvaard ik Uw schenking, die op zoogelukkigen grootsche wijze uitbreiding geeft aan de – eveneens op Uw initiatief – in hetRijksmuseum sinds eenigen tijd aangelegde verzameling van Buitenlandsche Meesters.Juist onder de tegenwoordige tijdsomstandigheden, nu het Rijk zich genoodzaakt ziet totde uiterste beperking zijner uitgaven – ook op het gebied der Kunst – stemt Uw nobeledaad tot groote dankbaarheid. Ik blijf de belangen der Kunstverzamelingen in Uwe zorgaanbevelen en zie Uw nader bericht omtrent de bruikleengeving van de overige schilderijender collectie gaarne tegemoet. Nu ik – tot mijn leedwezen – niet in staat ben, den mijonbekenden aanbieder van dit kostbare bruikleen rechtstreeks mijn dank te betuigen,noodig ik U uit, dit wel uit mijn naam te willen doen. Ik waardeer het in hooge mate, datop deze wijze althans voorlopig de gehele collectie voor ons land bewaard blijft en geef deverzekering, dat ik binnen de grenzen van hetgeen het Rijk financieel mogelijk is, zalblijven medewerken in het belang van de definitieve verwerving dezer stukken voor onzeVaderlandsche Verzamelingen.

De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen

Get[ekend] J. Th. Visser

Page 32: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

N I E U W S V A N

BestuurTijdens de Algemene Ledenvergadering in Rotterdamop 30 oktober 2004 werden de volgende leden van

het bestuur herbenoemd: Mevrouw Mr A.A. van Berge, Dr J.R. ter Molen,Dr M. Sanders en Drs C. baron van Tuyll van Serooskerken.Per 1 januari 2005 heeft Drs C. baron van Tuyll van Serooskerken afscheidgenomen van het bestuur van de Vereniging Rembrandt vanwege zijn benoeming tot hoofdconservator prenten en tekeningen van het Muséedu Louvre. De heer Van Tuyll was van 1992 tot 2000 lid van de Raad vanAdviseurs en van 2000 tot 2005 lid van het bestuur. Hij blijft als lid van deRaad van Adviseurs aan onze vereniging verbonden. De Vereniging Rem-brandt is de heer Van Tuyll zeer erkentelijk voor zijn inzet en zijn deskundigeinbreng en wenst hem veel succes in zijn nieuwe, eervolle functie.

Raad van AdviseursOp de algemene ledenvergadering van 30 oktober jl. trad mevrouw drsM.H. Breitbarth-van der Stok wegens het vervullen van haar laatste ter-mijn terug als lid van de Raad van Adviseurs. Mevrouw Breitbart was van1986-1990 en van 2000-2004 lid van de Raad van Adviseurs en van1990-1999 lid van het Bestuur. Voor haar lange staat van dienst en dewijze waarop zij deze heeft ingevuld is de Vereniging Rembrandt haarzeer erkentelijk.Op dezelfde vergadering werden in de Raad van Adviseurs benoemd: Mevrouw M. Lambert en de heren K. van Twist en E.W. Veen. Herbenoemdwerden: Drs M.A. van den Bergh, J.M.N. Leighton, Mevrouw Drs D.H.A.C.Lokin, Drs R.C.J. Meijer, Dr D. Overbosch, Mevrouw Dr M.F. SimonThomas en Dr C.B. Smithuijsen

In dank aanvaardKort voor zijn dood, eind 2001, gaf de heer J.J.M. (Jan) Damen te kennendat hij een deel van zijn nalatenschap zou willen bestemmen voor het werkvan de Vereniging Rembrandt. Onlangs hebben zijn nabestaanden aandeze wens uitvoering gegeven door een substantieel bedrag door middelvan periodieke schenkingen aan onze vereniging ter beschikking te stellen.Dit gebaar ter nagedachtenis van Jan Damen wordt door de VerenigingRembrandt op hoge prijs gesteld.De bekende glasverzamelaar Hugo van Win overleed in 2004. Hij bedachtde Vereniging Rembrandt met een aanzienlijk legaat, dat zal worden aan-gewend voor nieuwe aanwinsten voor ons openbaar kunstbezit.

Gratis met de RembrandtkaartAan de lijst van musea die houdersvan de Rembrandtkaart gratis toe-gang bieden kon worden toegevoegdKasteel Duivenvoorde. Dat is het resultaat van de steun die onze vere-niging verleende aan de verwervingvan het portret van Jacob baron van

Wassenaer van Duivenvoorde door Willem van Mieris. In ons volgendeBulletin wordt nader op deze aanwinst ingegaan.

Verguld zilveren bokaalin het HannemahuisNaar aanleiding van de ver-werving van de verguld zilveren dekselbokaal voorhet Hannemahuis in Harlingen– die elders in dit Bulletinwordt beschreven – organi-seerde de Ottema KingmaStichting op 26 november jl.een bijzonder geanimeerdebijeenkomst waarop de nieuweaanwinst werd toegelicht enbewonderd. Daarbij warenook onze leden uit de drieNoordelijke provincies uitge-nodigd.

De Museumcollecties: Van Lust tot Last? Symposium 17 juni 2005 Het collectiebeleid van musea is al enige tijd aan verandering onderhevig. Hetlijkt erop alsof een aantal musea zoekt naar een nieuwe verhouding tussenhet beleid ten aanzien van de eigen collecties en dat van tentoonstellingen.Moeten tentoonstellingen over onderwerpen die weinig raakvlak hebbenmet de eigen collecties, veel meer dan voorheen een speerpunt worden?Op deze wijze trekken musea immers veel meer publiek. Fascinerend is dat het verschil tussen het tentoonstellingsbeleid van museamet een collectie en instellingen zonder een eigen collectie hierdoor steedskleiner wordt. Vandaar dat voor een aantal van deze musea de vraag ge-rechtvaardigd lijkt of de collecties van lust tot last zijn verworden. Deze vraag is het onderwerp van een symposium dat deze zomer zal wordengehouden. Hoe komt het dat het museale collectie- en tentoonstellingsbeleidis veranderd? Wat zijn de gevolgen op lange termijn voor de collecties?Moet er nog wel worden verzameld? Gaat op deze wijze kennis verloren?Wordt er voorbij gegaan aan de interesse van een deel van het publiek ?Dit zijn enkele van de thema’s die de revue zullen passeren.Het symposium De Museumcollecties: Van Lust tot Last? wordt aangebodendoor de Ottema-Kingma Stichting (OKS) in het kader van haar vijftigjarigjubileum. De OKS houdt zich bezig met het bevorderen van de kunst- encultuurhistorie in Friesland. Zij doet dit ondermeer door objecten en verza-melingen te verwerven die van belang zijn voor de openbare collecties inFriesland. De dag staat onder voorzitterschap van Mr J.M. Boll, terwijl ondermeerE.W. Veen (directeur van de Nieuwe Kerk in Amsterdam) en Prof. Dr. P.A.Hecht (hoogleraar kunstgeschiedenis universiteit van Utrecht) als sprekerstaan geprogrammeerd. U bent van harte uitgenodigd om aanwezig te zijn bij dit symposium, datplaatsvindt in de Grote Kerk in Harlingen op 17 juni 2005. U kunt zichvoorlopig aanmelden bij de organisatie (tel. 058-21378 88), waarna U deuitgebreide informatie ontvangt.

32 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

Page 33: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

D E V E R E N I G I N G

33 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

Voorjaarsvergadering in Dordrecht De voorjaarsvergadering van onze vereniging zal dit jaar plaatsvinden opzaterdag 14 mei in Dordrecht. Over het programma en de aanmeldings-mogelijkheden leest u op de achterzijde van dit Bulletin.

Jaarvergadering in Apeldoorn Voor uw agenda: de jaarvergadering zal plaatsvinden in de Grote Kerk enPaleis Het Loo in Apeldoorn op zaterdag 24 september. Nadere gegevensvolgen in ons volgende Bulletin.

Mae West Lips Sofa in MuseumBoijmansIn 2003 steunde de Vereniging Rembrandtde aankoop van de Mae West Lips Sofavan Salvador Dalí. Deze spectaculairebank (zie ook elders in dit Bulletin) zal hetbeeldmerk zijn van de tentoonstelling

Alles Dalí die van 5 maart tot 12 juni in Museum Boijmans Van Beuningenwordt gehouden.

Vivat OraengeOp onze oproep in het vorige Bulletin ommee te doen aan de verwerving van JanDavidsz. de Heems stilleven Vivat Oraengeis door de leden van de Vereniging Rem-brandt zeer goed gereageerd. Ook doorde pers is het project positief ontvangen,zodat er een vruchtbare bodem ligt voorde tweede en beslissende fase van deactie. Nu het jaar van het zilveren ambts-jubileum van Koningin Beatrix is aange-broken is Vivat ook werkelijk een onder-

deel van de jubileumactiviteiten en genereert het de bijbehorende publiciteit.Met de niet aflatende steun van TPG, die het project steunt met communi-catieadviezen, administratieve verwerking, drukwerk en website, en deStaatsloterij, die ter gelegenheid van de Koninginnedagloterij een paar miljoenmachtigingscoupons verspreidt, zien wij het resultaat met vertrouwen tege-moet. Tal van organisaties, waaronder de Stichting ‘t Konings Loo, diverseNederlandse verenigingen in binnen- en buitenland, en bedrijven hebbeninmiddels hun medewerking toegezegd om informatie met aanbevelingenvoor het insturen van coupons, te verspreiden. Maar… we zijn er nog niet. Degene die alsnog wil bijdragen kan dat doendoor via de website www.verenigingrembrandt.nl een machtigingscoupon inte vullen. Ook kan een bijdrage worden overgemaakt op bankrekeningnr.24 76 05 956 ten name van de Stichting Vivat Oraenge te Den Haag.

De CollectorsGroup, producent van o.a. kunstkaarten, heeft van het stillevenwenskaarten, reproducties (op ware grootte) en andere Vivat-artikelenvervaardigd. Een deel van de opbrengst komt ten goede aan de StichtingVivat Oraenge. Zie voor verdere informatie: www.collectorsgroup.nl

Ons lid van de Raad van Adviseurs Prof. Dr C.J.A. Jörg schreef over deporseleinen schotel op het schilderij Vivat Oraenge het volgende:

Onlangs ontving ik de fraai uitgegeven Rembrandtlezing 2004met “Vivat Oraenge” op de omslag. Als porseleinman kijk iknatuurlijk met extra aandacht naar de prominent door DeHeem afgebeelde schotel van Chinees kraak porselein, endaarbij viel mij iets op, waar ik je graag deelgenoot van wilmaken – ik ben tenslotte adviseur van de VR.Kraak porselein wordt veel afgebeeld op stillevens uit de 17eeeuw en zeker op de wat latere schilderijen zijn die stukkenmin of meer natuurgetrouw weergegeven. De vorm, de contrastrijke versiering in blauw op een witte ondergrond,de Chinese motieven zijn meestal heel herkenbaar.Wat nu bij De Heem opvalt is dat hij een kraak schotel heeftgeschilderd met een versiering die ik “in het echt” niet ken.Hij heeft namelijk niet alleen de vlakke, iets opstaande ge-stulpte rand voorzien van een versiering in brede en smallevlakken met vruchttakken en symbolen, maar hij heeft óók deopstaande wand van een dergelijk patroon voorzien. En datkomt op schotels en borden van kraak porselein niet voor:daar loopt de versiering van rand en wand in elkaar over metéén laag smalle en brede vlakken Een dubbele laag, zoalsdoor De Heem geschilderd, komt wél voor op de veel diepereklapmutsen van kraak porselein, hoewel dan de randversie-ring anders is. Maar van een klapmuts is hier geen sprake:hier is duidelijk een schotel afgebeeld.Wellicht wilde De Heem het exotische karakter van de schotelextra benadrukken met een dergelijke repetitie van Chinesemotieven: een Chinese schotel om een sinas/china appel opte leggen ís tenslotte heel passend.Ik hoop van harte dat verwerving van dit schilderij slaagt enbreed gedragen wordt! Met hartelijke groet,

C.J.A. Jörg

Page 34: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

34 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

Op welke wijze levert uw schenking meer op?

p Een gift is een schenking uit vrijgevigheid zonderdat daar op geld waardeerbare aanspraken tegen-over staan. De Vereniging Rembrandt is gebaatbij elke gift. De gift kan in geld of natura (w.o.kunstvoorwerpen) geschieden en als eenmalige ofperiodieke schenking gedaan worden. Fiscaal ishet het aantrekkelijkst voor u om de schenking invijf of meer vaste termijnen te voldoen. Voor eendergelijke gift is, evenals bij erfstellingen of lega-ten, het inschakelen van een notaris nodig. DeVereniging Rembrandt is bereid de notariële kos-ten voor haar rekening te nemen bij periodieke gif-ten vanaf € 200 per termijn.

p Door erfstelling of legaat kunt u uw vermogen,een bedrag en/of kunstvoorwerpen nalaten aande Vereniging Rembrandt. De bestemming van dekunstvoorwerpen kan worden bepaald in overlegmet de Vereniging Rembrandt. Hiervoor geldtonder bepaalde voorwaarden de genoemde vrij-stelling van successierechten.

p U kunt door tussenkomst van de VerenigingRembrandt een aanzienlijk bedrag aan successie-rechten besparen bij een zogeheten schenking oflegaat aan derden vrij van rechten en kosten. Wijgeven u hierover graag een nadere toelichting.

p Ten slotte noemen wij de bijzondere mogelijk-heid dat erfgenamen het successierecht gedeelte-lijk voldoen door overdracht van kunstvoorwerpenaan de Staat. U kunt ons hierover raadplegen.

Waaraan draagt u bij?

U draagt bij aan de realisatie van de algemenedoelstelling van de Vereniging Rembrandt:verrijking van ons openbaar kunstbezit in algemenezin, of aan de verwerving van kunstwerken opeen bepaald verzamelgebied. Nieuwe mogelijk-heden zijn: een Rembrandtfonds op Naam of eenThemafonds.

Wat is een Rembrandtfonds op Naam?

Een persoonlijke manier van schenken of nalaten.

Het is een apart fonds, waarvan de oprichter insamenspraak met de Vereniging Rembrandt denaam bepaalt (bijvoorbeeld de naam van destichter[s]), de doelstelling en de wijze van beste-ding. Voor een Rembrandtfonds op Naam geldteen minimum bedrag van € 75.000.

Wat is een Themafonds?

Deze fondsen worden in het leven geroepen voordegenen, die geïnteresseerd zijn in een bepaaldverzamelgebied. U kunt bijdragen aan een afzon-derlijk Themafonds, bedoeld om bepaalde onder-delen van de openbare collecties te steunen, bij-voorbeeld 17de-eeuwse schilderkunst, religieuzekunst, prenten en tekeningen, beeldhouwkunst,kunstnijverheid of moderne kunst. Op deze wijzekunt u daadwerkelijk bijdragen aan kunstaankopenin bepaalde richtingen. In een Themafonds kuntu participeren vanaf € 5.000.

Nadere informatie

Wij geven u graag nadere informatie over de ver-melde mogelijkheden. Hiervoor is een specialebrochure Geven om kunst? De kunst van het

Geven samengesteld, die wij u desgevraagd toezenden. Wij nodigen u uit om hierover contact op te nemen met het Bureau (Drs H.M.Blankenberg, telefoon 070-427 17 20, e-mail: [email protected]).

ALGEMEEN

De Vereniging Rembrandt werdonder de naam Vereeniging

Rembrandt tot behoud in

Nederland van kunstschatten

opgericht op 24 september1883. Het doel van de vereniging is het behoudenen uitbreiden van kunstschatten voor Nederland,en het verrijken van het openbare bezit aan kunst-schatten in Nederland.De vereniging is ingeschreven bij de Kamer vanKoophandel te Amsterdam, no V40531186.

LIDMAATSCHAP

De leden hebben op vertoon van hun lidmaatschaps-kaart gratis toegang tot de permanente collectiesvan de ruim honderd musea waaraan de Vereniging

Rembrandt steun heeft verleend, alsmede tot deledenvergaderingen en de bijzondere ledenbijeen-komsten. Voorts ontvangen de leden het Bulletinmet actuele informatie en beschouwingen doorexperts en fraaie afbeeldingen van de kunstwerkendie met steun van de Vereniging Rembrandt zijnverworven (echtpaar/partners leden ontvangenéén Bulletin).Ingevolge besluit van de Algemene Ledenverga-dering 2000 zijn de contributies met ingang van2002 als volgt vastgesteld:

p gewoon lidmaatschap:

ten minste 50 euro per jaar

p echtpaar/partners lidmaatschap (twee personen):

ten minste 75 euro per jaar

p jongerenlidmaatschap (t/m 25 jaar):

ten minste 20 euro per jaar

p lid voor het leven:

vanaf 1000 euroLeden die in een jaar in aanvulling op de contributieeen gift van (ten minste) 250 euro doen, kunnenvoor dat jaar de status van Donateur verkrijgen.

Voor nadere informatie kunt u contact opnemenmet het bureau van de Vereniging Rembrandt.

G E V E N O M K U N S T ? D E K U N S T VA N H E T G E V E N !De Vereniging Rembrandt steunt kunstaankopen van musea ten behoeve van onsopenbaar kunstbezit. Van overheidswege wordt dit particulier initiatief fiscaal ondersteund. Voor giften van particulieren gelden onder bepaalde voorwaardenaftrekmogelijkheden voor de inkomsten- en successiebelasting. De VerenigingRembrandt is geheel vrijgesteld van schenkings- en successierechten. Zo kan zijoptimaal profiteren van uw gift tijdens uw leven of bij erfstelling.

Page 35: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

35 VEREN IG ING REMBRANDT VOORJAAR 2005

ALKMAAR • Stedelijk Museum

AMERONGEN • Kasteel Amerongen

AMERSFOORT • Museum Flehite

AMSTELVEEN • Cobra Museum

AMSTERDAM • Allard Pierson Museum

• Amsterdams Historisch Museum

• Bijbels Museum

• Joods Historisch Museum

• Museum Amstelkring

• Museum het Rembrandthuis

• Museum Willet-Holthuysen

• Nederlands Scheepvaartmuseum

• Pijpenkabinet & Smokania

• Rijksmuseum

• Stedelijk Museum

• Stedelijk Museum Bureau

Amsterdam

• Tropenmuseum

• Van Gogh Museum

APELDOORN • Paleis Het Loo-Nationaal Museum

APPINGEDAM • Museum Stad Appingedam

ARNHEM • Gemeentemusea

ASSEN • Drents Museum

ASTEN • Beiaard- en Natuurmuseum Asten

BERG EN DAL • Afrika Museum

BERGEN OP ZOOM • Het Markiezenhof

BEVERWIJK • Museum Kennemerland

BREDA • Breda’s Museum

BRIELLE • Historisch Museum Den Briel

DELFT • Museum Lambert van Meerten

• Stedelijk Museum Het Prinsenhof

• Volkenkundig Museum Nusantara

DEVENTER • Gemeentemusea

DORDRECHT • Dordrechts Museum

• Museum Mr. Simon van Gijn

EINDHOVEN • Museum Kempenland

• Stedelijk Van Abbemuseum

ENKHUIZEN • Stg Rijksmuseum Zuiderzeemuseum

ENSCHEDE • Rijksmuseum Twenthe

GORINCHEM • Gorcums Museum

GOUDA • Stedelijke Musea

’S-GRAVENHAGE • Gemeentemuseum Den Haag

• Haags Historisch Museum

• Koninklijk Kabinet van

Schilderijen Mauritshuis

• Museum Meermanno

• Museum Mesdag

GRONINGEN • Groninger Museum

HAARLEM • Frans Halsmuseum

• Teylers Museum

HATTEM • Voerman Museum

’S-HEERENBERG • Kasteel Huis Bergh

HELMOND • Gemeentemuseum Helmond

’S-HERTOGENBOSCH • Museum het Kruithuis

• Noordbrabants Museum

HEUSDEN A/D MAAS • Het Gouverneurshuis

HILVERSUM • Goois Museum

HOORN • Westfries Museum

KATWIJK • Katwijks Museum

LAREN • Singer Museum

LEEK • Nationaal Rijtuigenmuseum

LEENS • Borg Verhildersum

LEERDAM • Nationaal Glasmuseum

LEEUWARDEN • Fries Museum

• Museum Het Princessehof/

Nederlands keramiekmuseum

LEIDEN • Museum Boerhaave

• Prentenkabinet der Rijks-

universiteit

• Rijksmuseum Het Koninklijk

Penningkabinet

• Rijksmuseum van Oudheden

• Rijksmuseum voor Volkenkunde

• Stedelijk Museum De Lakenhal

LOOSDRECHT • Kasteel-Museum Sypestyn

MAARSSEN • Slot Zuylen

MAASTRICHT • Bonnefantenmuseum

MARKEN • Marker Museum

MIDDELBURG • Zeeuws Museum

NIJMEGEN • Museum Het Valkhof

OTTERLO • Kröller-Müller Museum

• Nederlands Tegelmuseum

PURMEREND • Purmerends Museum

RIDDERKERK • Huys ten Donck (alleen de tuinen)

ROERMOND • Stedelijk Museum Roermond

ROTTERDAM • Atlas van Stolk/Het Schielandhuis

(Historisch Museum Rotterdam)

• Maritiem Museum Rotterdam

• Museum Boijmans Van Beuningen

• Wereldmuseum Rotterdam/

Museum voor Volkenkunde

• NAi Nederlands Architectuur-

instituut

ROZENDAAL • Kasteel Rosendael

DE RIJP • Rijper Museum In ‘t Houten Huis

RIJSWIJK (ZH) • Museum Het Tollenshuis

SCHIEDAM • Stedelijk Museum

SCHOONHOVEN • Goud-, Zilver-, en Klokkenmuseum

SLUIS • Oudheidkundige Verzameling

Belfort Sluis

SNEEK • Fries Scheepvaart Museum

TIEL • Streekmuseum De Groote

Sociëteit

TILBURG • De Pont, Stichting voor

hedendaagse kunst

UDEN • Museum voor Religieuze Kunst

UITHUIZEN • Menkemaborg

UTRECHT • Centraal Museum

• Nationaal Museum van

Speelklok tot Pierement

• Museum Catharijneconvent

VAASSEN • Kasteel de Cannenburch

VELSEN-ZUID • Museum Beeckestijn

VLISSINGEN • Zeeuws maritiem muZEEum

VOORBURG • Museum Swaensteyn

VOORSCHOTEN • Kasteel Duivenvoorde

WEESP • Gemeentemuseum

WIJHE • Kasteel het Nijenhuis

WOERDEN • Stadsmuseum Woerden.

ZAANDAM • Museum van het Nederlandse

Uurwerk

ZALTBOMMEL • Maarten van Rossummuseum

ZIERIKZEE • Maritiem Museum Zierikzee

• Stadhuismuseum

ZUTPHEN • Museum Henriëtte Polak in

De Wildeman

• Stedelijk Museum

ZWOLLE • Stedelijk Museum

De leden van de Vereniging Rembrandt hebben op vertoon van het bewijs van lidmaatschap vrije toegang tot de musea, die sinds deoprichting van de vereniging in 1883 zijn gesteund bij de aankoop van kunstwerken. Dit zijn:

Page 36: p Kunst verzamelen · p Kunst verzamelen: Museale aankopen met een koninklijke allure p Professor Henk van Os: Geschiedenis van wie? p De Vereniging Rembrandt 1913-1923 p Voorjaarsbijeenkomst

ZATERDAG 14 MEI 2005, AUGUSTIJNEN KERK/DORDRECHTS MUSEUM

Programma August i jnenkerk

16.30 uur deuren open van de Augustijnen Kerk, Voorstraat 216, Dordrecht2 minuten loopafstand van het museum.

16.45 uur inleiding op de tentoonstelling door Drs P.J. Schoon, directeur Dordrechts Museum

Vanaf 17.15 uur bent U welkom in het Dordrechts Museum om Dromen van Dordrechtte bekijken en natuurlijk ook de tentoonstelling De 19de eeuw op haar mooist,Rijksmuseum aan de Merwede. Vanaf 18.00 uur wordt u een glas wijn aangeboden.

Het museum sluit zijn deuren om 19.00 uur.

DORDRECHT: ‘EEN WARE KUNSTENAARSKOLONIE’

Meer nog dan Amsterdam en Rotterdam groeide de stad Dordrecht in de loop van de19de eeuw uit tot een echte lievelingsplek voor internationale kunstenaars. Meer dan250 kunstenaars bezochten tussen 1850 en 1920 de stad. In eerste instantie warenhet vooral Engelse kunstenaars die in het voetspoor van William Turner – die hier inde eerste helft van de 19de eeuw meer dan viermaal kwam – op zoek gingen naar de17de-eeuwse stad van Aelbert Cuyp.De kunstenaars kwamen vooral af op het pittoreske karakter van Dordrecht. Een staddie aan alle kanten door water is omgeven en waar de huizen, net als in Venetië enAmsterdam, letterlijk in het water staan. Een nog ongerepte stad ook, waarvan de‘skyline’ nog niet vervuild was door zware industrie.Vele Engelse, Franse, Duitse, Oostenrijkse, Scandinavische en Amerikaanse kunstenaarsbrachten in deze periode een al dan niet langdurig bezoek aan Dordrecht. De kunste-naars Daubigny, Boudin, Corot, Hermanns, Jongkind, Liebermann, Luce, Stengelin enWhistler vonden hun weg naar het verstilde 19de eeuwse Dordrecht. Eugene Boudin,die in 1884 een maand in Dordrecht verblijft, beschrijft de stad dan ook als ‘une vraiecolonie artistique.’

AANMELDEN VOOR 6 MEI 2005

Wij verzoeken u zich in verband met debeperkte capaciteit aan te melden voor 6 mei a.s. Dit kan per e-mail of door debijgevoegde antwoordkaart in te vullenen terug te sturen naar het Bureau vande Vereniging Rembrandt.

Voor leden van de Vereniging Rembrandtis deze bijzondere tentoonstelling gratistoegankelijk. Gelieve uw lidmaatschaps-kaart mee te nemen als bewijs van toe-gang. Introducés kunnen zich ter plaatseinschrijven als lid van de VerenigingRembrandt en hebben daarmee even-eens gratis toegang.

E-mail: [email protected]

Dordrechts Museum Museumstraat 40, DordrechtTrein: vanaf het station, bus 20 (halteScheffersplein), of 10 à 15 minuten lopen.Auto: parkeergarage Drievriendenhof.

Dordrecht, La Ville

Eugène Boudin, 1884, doek, 50 x 61 cm

THE REGIONAL GALLERY

Dromen van DordrechtBuitenlandse kunstenaars schilderen Dordrecht tussen 1850-1920

Voorjaarsbijeenkomst Vereniging Rembrandt ter gelegenheid vande tentoonstelling:

V e r g e e t n i e t u w R e m b r a n d t k a a r t m e e t e n e m e n !