Overzicht kabinetsvoornemens en wet- en regelgeving naar ...Sep 25, 2014  · 01-01-2013 Verval per...

41
Overzicht kabinetsvoornemens en wet- en regelgeving naar de stand op 25 september 2014 Hieronder volgt een overzicht van kabinetsvoornemens, aanstaande en recente wijzigingen. Inhoudsopgave Wijzigingen per 01-01-2015 4. Wijziging eigenwoningforfait inkomstenbelasting: nog niet bekend 6. Wijziging macronorm OZB: 3% voor 2015 7. Wetsvoorstel BIZ: In behandeling EK 8. Naheffingsaanslag parkeerbelasting: in Stcrt. 13. Wijziging leges akten burgerlijke stand: in Stcrt. 15. Wijziging leges rijbewijzen: nog niet bekend 22. Wijziging bedragen kostenwet: nog niet bekend (bijstellingsregeling) 24. Wijziging bijstandsnormen (Halfjaarlijks):nog niet bekend 26. Indexering griffierechten beroep, hoger beroep en cassatie: nog niet bekend Wijzigingen wellicht in 2014 2. Wijziging Wet WOZ: inwerkingtreding afhankelijk Besluit proceskosten WOZ, openbaarheid WOZ-waarde woningen, Landelijke Voorziening en afschaffing Fierens-drempel 3. Besluit proceskosten WOZ: vergroten redelijkheid kostenvergoeding bezwaar en beroep Wijzigingen per 01-07-2014 24. Wijziging bijstandsnormen (Halfjaarlijks): in Stcrt. Wijzigingen per 01-04-2014 23. Invorderingsrente: wijziging renteregeling invordering: minimaal 4% Wijzigingen per 09-03-2014 14. Wijziging maximumleges reisdocumenten en andere wijzigingen Paspoortwet: nieuwe grondslag Wijzigingen per 06-01-2014 16.Wet basisregistratie personen: gevolgen leges en toeristenbelasting

Transcript of Overzicht kabinetsvoornemens en wet- en regelgeving naar ...Sep 25, 2014  · 01-01-2013 Verval per...

  • Overzicht kabinetsvoornemens en wet- en regelgeving naar

    de stand op 25 september 2014

    Hieronder volgt een overzicht van kabinetsvoornemens, aanstaande en recente wijzigingen.

    Inhoudsopgave

    Wijzigingen per 01-01-2015

    4. Wijziging eigenwoningforfait inkomstenbelasting: nog niet bekend

    6. Wijziging macronorm OZB: 3% voor 2015

    7. Wetsvoorstel BIZ: In behandeling EK

    8. Naheffingsaanslag parkeerbelasting: in Stcrt.

    13. Wijziging leges akten burgerlijke stand: in Stcrt.

    15. Wijziging leges rijbewijzen: nog niet bekend

    22. Wijziging bedragen kostenwet: nog niet bekend (bijstellingsregeling)

    24. Wijziging bijstandsnormen (Halfjaarlijks):nog niet bekend

    26. Indexering griffierechten beroep, hoger beroep en cassatie: nog niet bekend

    Wijzigingen wellicht in 2014

    2. Wijziging Wet WOZ: inwerkingtreding afhankelijk Besluit proceskosten WOZ, openbaarheid

    WOZ-waarde woningen, Landelijke Voorziening en afschaffing Fierens-drempel

    3. Besluit proceskosten WOZ: vergroten redelijkheid kostenvergoeding bezwaar en beroep

    Wijzigingen per 01-07-2014

    24. Wijziging bijstandsnormen (Halfjaarlijks): in Stcrt.

    Wijzigingen per 01-04-2014

    23. Invorderingsrente: wijziging renteregeling invordering: minimaal 4%

    Wijzigingen per 09-03-2014

    14. Wijziging maximumleges reisdocumenten en andere wijzigingen Paspoortwet: nieuwe

    grondslag

    Wijzigingen per 06-01-2014

    16.Wet basisregistratie personen: gevolgen leges en toeristenbelasting

    http://www.vng.nl/onderwerpenindex/belastingenhttp://twitter.com/#!/VNGBelastingen

  • 2

    Wijzigingen per 01-01-2014

    1. Wijziging Wet WOZ: Verhuurdersheffing III (breder gebruik WOZ-waarde) in Stb. Wijziging

    percentages leegstandsratio Inkomstenbelasting en Successiewet. in Stb.

    4. Wijziging eigenwoningforfait inkomstenbelasting: bedragen in Stb.

    5. Wet elektronische bekendmaking: elektronisch gemeenteblad verplicht in Stb.

    6. Wijziging macronorm OZB: percentage macronorm 3,5% (2,45% met korting)

    8. Naheffingsaanslag parkeerbelasting: maximumbedrag verhoogd naar € 58

    13. Wijziging leges akten burgerlijke stand: bedragen verhoogd naar € 12,50 en € 22,30

    15. Wijziging leges rijbewijzen: wet maximering in Stb.

    22. Wijziging bedragen kostenwet: kosten dwangbevel wordt € 39, maximum wordt € 11.461

    (bijstellingsregeling)

    24. Wijziging bijstandsnormen (Halfjaarlijks): in Stcrt.

    26. Indexering griffierechten beroep, hoger beroep en cassatie: bedragen in Stb. Inclusief

    verhoging Besluit proceskosten bestuursrecht bedrag per punt en maximum verletkosten.

    Nieuw

    8. Parkeerbelasting: digitalisering handhaving in Stb.

    18. Omgevingswet: Wetsvoorstel naar TK

    20. Lokaal belastinggebied: aankondiging onderzoek uitbreiding gemeentelijke belastingen

    27. Vennootschapsbelasting voor overheidsbedrijven: Wetvoorstel naar TK

    28. BTW bij samenwerking: Brief van Stas. FIN

    naar inhoudsopgave

  • 3

    Inhoudsopgave

    Wijzigingen per 01-01-2015..................................................................................................................... 1

    Wijzigingen wellicht in 2014..................................................................................................................... 1

    Wijzigingen per 01-07-2014..................................................................................................................... 1

    Wijzigingen per 01-04-2014..................................................................................................................... 1

    Wijzigingen per 09-03-2014..................................................................................................................... 1

    Wijzigingen per 06-01-2014..................................................................................................................... 1

    Wijzigingen per 01-01-2014..................................................................................................................... 2

    Nieuw ....................................................................................................................................................... 2

    Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 3

    Vindplaatsen ............................................................................................................................................ 4

    Wetgevingstadium ................................................................................................................................... 4

    1. WOZ: breder gebruik ...................................................................................................................... 5

    2. WOZ: verruiming openbaarheid, landelijke voorziening, afschaffing Fierens-drempel .................. 7

    3. WOZ: proceskosten ........................................................................................................................ 8

    4. Wijziging eigenwoningforfait inkomstenbelasting ........................................................................... 9

    5. Wet elektronische bekendmaking ................................................................................................. 11

    6. Wijziging macronorm OZB ............................................................................................................ 11

    7. Wetsvoorstel BIZ ........................................................................................................................... 12

    8. Wijziging maximum kosten naheffingsaanslag parkeerbelastingen/ digitalisering parkeerbelasting

    13

    9. Afschaffing precariobelasting voor nutsbedrijven ......................................................................... 14

    10. Transparantie/marktwerking bij retributies .................................................................................... 15

    11. Wijziging WOB (omvangrijke verzoeken en kostenregeling) ........................................................ 17

    12. Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand ( leges) .................................................... 18

    13. Wijziging leges akten burgerlijke stand......................................................................................... 19

    14. Wijziging maximumleges reisdocumenten en andere wijzigingen paspoortwet ........................... 19

    15. Wijziging leges rijbewijzen ............................................................................................................ 21

    16. Wet basisregistratie personen ...................................................................................................... 22

    17. Huisvestingswet ( leges) ............................................................................................................ 25

    18. Omgevingsrecht ( leges) ........................................................................................................... 25

    19. Lokale lasten / verkenning gemeentelijk belastinggebied ............................................................ 27

    20. Wijziging Formeel verkeer belastingdienst (AWR) ....................................................................... 30

    21. Wijziging Leidraad invordering ...................................................................................................... 30

    22. Wijziging bedragen Kostenwet invordering rijksbelastingen......................................................... 30

    23. Invorderingsrente .......................................................................................................................... 31

    24. Wijziging bijstandsnormen (Halfjaarlijks) ...................................................................................... 32

    25. Overheidsvordering....................................................................................................................... 35

    26. Verhoging en indexering kosten deskundige, griffierechten beroep, hoger beroep en cassatie . 35

    27. Vennootschapsbelasting voor overheidsondernemingen ............................................................. 38

    28. BTW bij samenwerking en sport ................................................................................................... 39

    29. Gebruikte afkortingen ................................................................................................................... 39

  • 4

    Vindplaatsen

    Kamerstukken, wetsvoorstellen en wet- en regelgeving kunt u vinden op

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/Pages/UitgebreidZoeken.aspx of voor kamerstukken

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/zoeken/parlementaire_documenten, het is ook mogelijk om

    een staatsblad of staatscourantnummer te vinden door achter de volgende link

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/, het Staatsblad (stb-jaar-nummer.html) of

    Staatcourantnummer (stcrt-jaar-nummer.hmtl) in te toetsen en de link te volgen: bijvoorbeeld:

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2009-276.html of

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2009-12567.html. WOZ-aangelegenheden kunt u ook

    vinden op www.wozinformatie.nl.

    Wetgevingstadium

    In het overzicht is een balk toegevoegd die het stadium, waarin het wetsvoorstel verkeert, aangeeft.

    Waarbij de volgende afkortingen (in chronologische volgorde) worden gebruikt:

    VvW: Voorstel van Wet

    MvT: Memorie van Toelichting

    V: Verslag Tweede Kamer

    NnavV: Nota nav Verslag Tweede Kamer

    H TK: Handelingen Tweede Kamer

    Stm.: Stemming

    GVW: Gewijzigd Voorstel van Wet Eerste Kamer

    VV: Voorlopig Verslag Eerste Kamer

    MvA: Memorie van Antwoord Eerste Kamer

    EV: Eindverslag Eerste Kamer

    H EK: Handelingen Eerste Kamer

    Stb.: Staatsblad

    Iw.: Inwerkingtreding

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.

    In de wetgevingsbalk zijn weblinks opgenomen naar relevante parlementaire stukken, m.n. de MvT,

    en publicatie in Stb en Iw.

    naar inhoudsopgave

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/Pages/UitgebreidZoeken.aspxhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/zoeken/parlementaire_documentenhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2009-276.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2009-12567.htmlhttp://www.wozinformatie.nl/

  • 5

    1. WOZ: breder gebruik

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtredin

    g

    Laatste

    stukken

    Verhuurdersheffing IV

    (Wet maatregelen

    woningmarkt 2014 II))

    33819 Stb. 2013, 583 01-01-2014

    Brief minister

    over

    scenario’s en

    WWS

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.

    Verhuurdersheffing III

    (Wet maatregelen

    woningmarkt 2014 I))

    33756 Brief minister

    intrekking

    wetsvoorstel

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.

    Verhuurdersheffing 33407 Stb. 2013, 285

    Stb. 2013, 284 iw

    01-01-2013

    Verval per

    01-01-2014

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.

    Verhuurdersheffing II

    (novelle)

    33515 Stb. 2013, 284 01-01-2013

    Terugwerkende

    kracht

    Verval per

    01-01-2014

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.

    Wijziging IB (art. 17a

    Uitvoeringsbesluit IB) en

    Succ.Wet (art. 10a

    Uitvoeringsbesluit Sw)

    woning in verhuurde staat

    Stb. 2013, 569 01-01-2014

    Aanpassing

    Woningwaarderings-

    stelsel (WWS)

    Rapport

    varianten

    WOZ WWS

    Gevolgen voor uitvoering van de Wet WOZ

    De verhuurder krijgt belang bij een hogere WOZ-waarde, omdat daarmee een hogere huur kan

    worden gevraagd. De verhuurder gaat tegelijkertijd de verhuurderheffing betalen waardoor die belang

    krijgt bij een lagere WOZ-waarde. Het aantal bezwaren zal waarschijnlijk toenemen.

    Wijzigingen van de uitvoeringsregelingen IB en Succ.wet hebben geen gevolgen voor de uitvoering

    van de Wet WOZ.

    Korte inhoud Verhuurdersheffing

    De Verhuurderheffing heeft een moeizame parlementaire behandeling gehad. Het eerste wetsvoorstel

    werd door het tweede wetsvoorstel beperkt tot 2013. Het derde wetsvoorstel werd na behandeling in

    de TK ingetrokken omdat een onderdeel mogelijk niet door de EK zou worden aanvaard. Het vierde

    wetsvoorstel is zonder dat onderdeel door de EK aanvaard en geldt vanaf 2014.

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33819https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32847-E.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32847-E.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32847-E.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32847-E.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33819-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33819-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-583.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33407/stb-2013-284https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33756https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33756/kst-33756-29https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33756/kst-33756-29https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33756/kst-33756-29https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33756-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33756-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-583.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33407/stb-2013-284https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33407https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33407-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33407-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-285.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33407/stb-2013-284https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33515https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33515-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33515-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-284.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33407/stb-2013-284http://wetten.overheid.nl/BWBR0012066/geldigheidsdatum_24-01-2013#Hoofdstuk5_Artikel17ahttp://wetten.overheid.nl/BWBR0012066/geldigheidsdatum_24-01-2013#Hoofdstuk5_Artikel17ahttp://wetten.overheid.nl/BWBR0002227/geldigheidsdatum_24-01-2013#Hoofdstuk1_Artikel10ahttp://wetten.overheid.nl/BWBR0002227/geldigheidsdatum_24-01-2013#Hoofdstuk1_Artikel10ahttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-569.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-269153.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-269153.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-269153.pdf

  • 6

    De verhuurdersheffing wordt geheven van verhuurders van meer dan 10 huurwoningen in de

    gereguleerde sector. De heffingvrije voet heeft tot doel verhuurders van slechts enkele woningen

    buiten de heffing te laten, waardoor zowel de administratieve lasten voor bedrijven en burgers als de

    uitvoeringskosten voor de Belastingdienst aanzienlijk beperkt worden. Door de vrijstelling wordt

    bovendien geheven van meer professionele verhuurders. Dit rechtvaardigt de vormgeving van de

    heffing als een aangiftebelasting. De grondslag voor de heffing wordt gevormd door de totale WOZ-

    waarde van de huurwoningen in de gereguleerde sector van de verhuurder, verminderd met de

    waarde van 10 woningen (berekend naar de gemiddelde WOZ-waarde van alle huurwoningen in de

    gereguleerde sector van de verhuurder). Het tarief is, gegeven het aantal in de heffing te betrekken

    huurwoningen, een afgeleide van de beoogde opbrengst. Voor 2014 wordt uitgegaan van een

    opbrengst van € 1.165 miljoen, oplopend tot € 1.700 miljoen in 2017.

    De verhuurdersheffing is uitvoerbaar en handhaafbaar door de Belastingdienst.

    De verhuurdersheffing wordt vormgegeven als een heffing die moet worden voldaan op aangifte. Er

    wordt door de Belastingdienst een digitaal portaal ingericht. Op dit portaal zullen de bij de

    Belastingdienst bekende gegevens over de huurwoningen van een verhuurder en de WOZ-waarden

    van die woningen worden vermeld.

    In de Toelichting wordt invoering van de heffing onder meer gerechtvaardigd door verwijzing naar een

    rapport van de OESO (rapport “Tax and Economic Growth” uit 2007) waaruit volgt dat een belasting

    op onroerende zaken het minst verstorende effect op het bruto binnenlands product per hoofd van de

    bevolking heeft in vergelijking tot indirecte belastingen, inkomstenbelastingen en

    vennootschapsbelasting.

    Het wetsvoorstel hangt samen met het aanhangige wetsvoorstel dat scheefwonen moet tegengaan en

    inmiddels bij de Eerste Kamer ligt (Kamerstukken 33129). Dat wetsvoorstel maakt het mogelijk om

    meer huur te vragen aan verhuurders met een hoger inkomen.

    Beperking aftrekbare kosten eigen woning

    Met de tariefsaanpassing aftrek kosten eigen woning wordt, conform het regeerakkoord, bereikt dat

    belastingplichtigen die aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning tegen het tarief van de

    vierde schijf in aftrek brengen, ieder jaar een kleiner fiscaal voordeel zullen ervaren als gevolg van die

    aftrek. Het fiscale voordeel als gevolg van de aftrek van deze kosten is nu nog gelijk aan het bedrag

    dat wordt verkregen door alle aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning te

    vermenigvuldigen met het betreffende tabeltarief. Voor zover kosten in aftrek worden gebracht tegen

    het tarief van de eerste, tweede of derde schijf blijft dat zo. Voor zover kosten in aftrek worden

    gebracht tegen het tarief van de vierde schijf verandert dat en wordt het fiscale voordeel gelijk aan het

    bedrag dat aan aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning in aftrek wordt gebracht,

    vermenigvuldigd met het in dat jaar geldende aangepaste tarief. Dat aangepaste tarief bedraagt in

    2014 51,5% en wordt vervolgens jaarlijks met stappen van 0,5%-punt verlaagd.

    Woningwaarderingsstelsel

    Bovendien zal ook het woningwaarderingsstelsel (WWS) worden gewijzigd met de WOZ-waarde, in

    combinatie met het huidige WWS, als element voor het bepalen van de huur. Op welke wijze dat

    wordt ingevuld is nog onbekend.

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/behandelddossier/33129

  • 7

    Korte inhoud wijzigingen IB en Successiewet

    De percentages in art. 17a Uitvoeringsbesluit IB en art. 10a Uitvoeringsbesluit Successiewet wijzigen

    vanwege de ontwikkelingen van de WOZ-waarden. In de toelichting op de wijziging staat het

    volgende:

    De in artikel 17a, tweede lid, van het UBIB 2001 opgenomen tabel wordt gewijzigd in verband met de

    toegezegde periodieke toetsing op actualiteit. In deze tabel kan de leegwaarderatio worden afgelezen

    waarmee de op grond van de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde (WOZ-waarde)

    van een woning vermenigvuldigd mag worden om de waarde in verhuurde staat van die woning voor

    box 3 vast te stellen. Op basis van onderzoek naar verkoopprijzen van verhuurde woningen in 2012 is

    gebleken dat er aanleiding is de bestaande tabel aan te passen. Gebleken is namelijk dat de

    verkoopprijzen van verhuurde woningen in relatie tot de WOZ-waarde van die woningen zijn gewijzigd

    ten opzichte van 2011. De verkoopprijzen van verhuurde woningen met een hoge huur zijn in relatie

    tot de WOZ-waarde gestegen, terwijl de verkoopprijzen van woningen met een lage huur juist iets zijn

    gedaald in relatie tot de WOZ-waarde.

    De in artikel 10a, tweede lid, van het UBSW 1956 opgenomen tabel wordt gewijzigd in verband met de

    periodieke toetsing op actualiteit. Op basis van deze tabel wordt de in aanmerking te nemen waarde

    van verhuurde woningen bepaald. De tabel is gelijkluidend aan die welke in artikel 17a, tweede lid,

    van het UBIB 2001 is opgenomen om de waarde van verhuurde woningen voor box 3 in de

    inkomstenbelasting te bepalen. Op grond van de marktontwikkelingen van verhuurde woningen is er

    aanleiding de waardering van verhuurde woningen aan te passen. De ondergrens van de tabel wordt,

    voor wat betreft de leegwaarderatio, verlaagd naar 45% en de bovengrens wordt verhoogd van 78%

    naar 85%. Omdat de transacties een vlakkere trendlijn veroorzaken, worden de stappen van halve

    procenten gewijzigd in stappen van één procent om te voorkomen dat de tabel te lang wordt.

    naar inhoudsopgave

    2. WOZ: verruiming openbaarheid, landelijke voorziening, afschaffing

    Fierens-drempel

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste

    stukken

    Wetsvoorstel Wet WOZ:

    openbaarheid WOZ-

    waarde, landelijke

    voorziening, afschaffing

    Fierens

    33462 Stbl. 2013, 129 Streven

    Medio 2014

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.

    Wijziging

    Uitvoeringsbesluit

    kostenverrekening en

    gegevensverstrekking

    ivm de landelijke

    voorziening WOZ

    Ontwerpbesluit Streven

    Medio 2014

    Advies RvS

    Modernisering Wet WOZ

    (internetconsultatie)

    afgerond Reacties op

    internet-

    consulaties

    http://wetten.overheid.nl/BWBR0012066/geldigheidsdatum_24-01-2013#Hoofdstuk5_Artikel17ahttp://wetten.overheid.nl/BWBR0002227/geldigheidsdatum_24-01-2013#Hoofdstuk1_Artikel10ahttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33462https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33462-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33462-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-129.htmlhttp://www.raadvanstate.nl/adviezen/zoeken_in_adviezen/zoekresultaat/documenten/W.06.12.0287.pdfhttp://www.raadvanstate.nl/adviezen/zoeken_in_adviezen/zoekresultaat/?advicepub_id=10520http://www.internetconsultatie.nl/woz/reactieshttp://www.internetconsultatie.nl/woz/reactieshttp://www.internetconsultatie.nl/woz/reacties

  • 8

    Gevolgen voor uitvoering van de Wet WOZ

    De openbaarheid van de WOZ-waarde van woningen en de landelijke voorziening WOZ zal wellicht

    tot minder gegevensverstrekking van individuele gemeenten leiden, maar zal ook kunnen leiden tot

    meer bezwaren. Het Besluit proceskosten WOZ zal uiterlijk tegelijkertijd met de verruiming van de

    openbaarheid moeten worden ingevoerd (zie onder 3.).

    Korte inhoud Wetsvoorstel openbaarheid WOZ-waarde en technische wijzigingen

    Het wetsvoorstel behandelt de volgende onderwerpen:

    - Openbaarheid WOZ-gegevens voor woningen,

    - Landelijke voorziening Wet WOZ,

    - Afschaffing Fierens-marge,

    Het wordt door openbaarheid van de WOZ-waarde mogelijk om de WOZ-waarde van een woning op

    te vragen. Een transparantere WOZ-waarde draagt bij aan de acceptatie van de WOZ-waarde door

    burgers en verbetert de kwaliteit van die WOZ-waarde. Met de realisatie van een landelijke

    voorziening WOZ kunnen burgers eenvoudig en laagdrempelig de WOZ-waarde opvragen bij één

    centraal punt. Zij kunnen dan de WOZ-waarde van hun woning vergelijken met de WOZ-waarde van

    zelf gekozen woningen, zonder dat dit leidt tot een grotere uitvraag en daarmee tot hogere kosten

    voor gemeenten. Ook wordt ingegaan op een aantal pilots dat gehouden is met betrekking tot een

    meer informele wijze van contact met de burgers. Met deze meer informele wijze van contact tussen

    gemeenten en belanghebbenden hoeven belanghebbenden niet meteen in bezwaar te komen tegen

    hun WOZ-beschikking. Voor gemeenten biedt het leggen van informeel contact ook voordelen, zeker

    na het buiten toepassing raken van de Fierensmarge.

    Een concept-wetsvoorstel is via een internet ter consultatie voorgelegd. In dat voorstel stonden ook

    bepalingen voor een informele bezwarenafhandeling, maar dat deel is, na commentaar van oa. de

    VNG niet meer in wetsvoorstel opgenomen. Wel wordt in de Memorie van toelichting gewezen op de

    informele wijze van bezwarenafhandeling en de monitoring daarvan door de Waarderingskamer.

    Korte inhoud internetconsultatie Modernisering Wet WOZ

    Via een internetconsultatie heeft een ieder de gelegenheid gekregen commentaar te leveren op het

    concept-wetsvoorstel Modernisering Wet WOZ. De VNG heeft afzonderlijk gereageerd op het

    conceptvoorstel (http://www.vng.nl/smartsite.dws?id=115769).

    naar inhoudsopgave

    3. WOZ: proceskosten

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste

    stukken

    Besluit proceskosten Wet

    WOZ (concept

    internetconsultatie)

    Internet-

    consultatie

    Reacties op

    internet-

    consulaties

    Publicatie richtlijn

    gerechtshoven en

    rechtbanken voor

    vergoeding taxatiekosten

    Strcrt. 2012,

    26039

    http://www.vng.nl/smartsite.dws?id=115769http://www.internetconsultatie.nl/proceskostenvergoeding_woz/http://www.internetconsultatie.nl/proceskostenvergoeding_woz/http://www.internetconsultatie.nl/proceskostenvergoeding_woz/reactieshttp://www.internetconsultatie.nl/proceskostenvergoeding_woz/reactieshttp://www.internetconsultatie.nl/proceskostenvergoeding_woz/reactieshttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-26039.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-26039.html

  • 9

    in WOZ-zaken

    Gevolgen voor uitvoering van de Wet WOZ

    Het Besluit proceskosten bestuursrecht heeft een aantal tekortkomingen Een concept Besluit

    proceskosten WOZ is op internet ter consultatie aangeboden. Dat gaat uit van een redelijke

    tegemoetkoming. Het Besluit proceskosten WOZ zal uiterlijk tegelijkertijd met de verruiming van de

    openbaarheid moeten worden ingevoerd. De Raad van State heeft het ministerie van VenJ advies

    gegeven, maar dat heeft vooralsnog niet een regeling geleid.

    Korte inhoud concept Besluit proceskosten WOZ

    Dit besluit van de kosten die een partij of een belanghebbende maakt in verband met de behandeling

    van een door hem ingediend bezwaar- of beroepschrift in een procedure over de WOZ-waarde. De

    inhoud is onbekend.

    De VNG heeft een reactie op het concept gegeven. Daarbij is gewezen op de algemene taxatiepraktijk

    waarbij 10% als een redelijke afwijking wordt aangemerkt.

    Korte inhoud Richtlijn rechtscolleges

    Gerechtshoven en rechtbanken hebben een uniforme richtlijn opgesteld voor kosten van

    taxatiewerkzaamheden. Die richtlijn is gepubliceerd (Staatscourant 2012, 26039):

    Een uurtarief van € 50,-- exclusief BTW voor een woningtaxatie is redelijk.

    Een uurtarief van € 65 exclusief BTW is redelijk voor een kantoorpand.

    Een uurtarief volgens het gedeclareerde tarief met als maximum het bedrag in artikel 6 van het Besluit

    tarieven in strafzaken van € 116,09 exclusief BTW voor incourante niet-woningen. Voor het BTW-tarief

    wordt aangesloten bij de tijdstip van het verrichten van de dienst.

    naar inhoudsopgave

    4. Wijziging eigenwoningforfait inkomstenbelasting

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken

    Belastingplan 2008:

    Verval maximum,

    geleidelijke verhoging

    31205 Stb. 2007, 562 01-01-2009 t/m

    01-01-2016

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.

    Bijstellingsregeling:

    Jaarlijkse wijziging

    percentages en

    bedragen

    Stcrt. 2013,

    35144

    01-01-2014

    Gevolgen eigenwoningforfait

    Het forfaitpercentage van de WOZ-waarde van de eigen woning bedraagt voor 2014 (aangifte in

    2015):

    Als de WOZ-waarde meer

    is dan

    maar niet meer dan bedraagt het forfaitpercentage

    – € 12.500 Nihil

    € 12.500 € 25.000 0,25% van deze waarde

    http://www.vng.nl/onderwerpenindex/belastingen/wet-woz/nieuws/reactie-vng-op-concept-besluit-proceskosten-wozhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/31205https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2007-562.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2007-562.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2013-35144.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2013-35144.html

  • 10

    € 25.000 € 50.000 0,40% van deze waarde

    € 50.000 € 75.000 0,55% van deze waarde

    € 75.000 € 1.040.000 0,70% van deze waarde

    € 1.040.000 – € 7.350 vermeerderd met 1,80% van de

    eigenwoningwaarde voor zover deze uitgaat boven

    € 1.040.000.

    Voor 2013 (aangifte in 2014):

    Als de WOZ-waarde meer

    is dan

    maar niet meer dan bedraagt het forfaitpercentage

    – € 12.500 Nihil

    € 12.500 € 25.000 0,20% van deze waarde

    € 25.000 € 50.000 0,35% van deze waarde

    € 50.000 € 75.000 0,45% van deze waarde

    € 75.000 € 1.040.000 0,60% van deze waarde

    € 1.040.000 – € 6.240 vermeerderd met 1,30% van de

    eigenwoningwaarde voor zover deze uitgaat boven

    € 1.040.000.

    De cijfers voor 2015 (aangifte 2016) worden eind 2014 bekend gemaakt.

    Korte inhoud indexering

    In artikel 3.112 van de Wet IB 2001 blijft het percentage voor de berekening van het in aanmerking te

    nemen voordeel voor woningen met een waarde lager dan € 12.500 gelijk; het percentage voor

    woningen met een waarde tussen € 12.500 en € 50.000 gaat met 0,05%-punt omhoog; voor woningen

    met een waarde tussen € 50.000 en € 1.040.000 gaat het percentage met 0,1%-punt omhoog. Voor

    woningen met een waarde van € 1 040 000 of hoger gaat het naast het minimumbedrag geldende

    percentage ingevolge artikel 10.3a van de Wet IB 2001 – na afronding – met 0,25%-punt omhoog.

    Belastingplan 2008

    Bij 3e NvW is het wetsvoorstel Belastingplan 2008 gewijzigd. Met deze NvW wordt de verhoging van

    het eigenwoningforfait voor een woningwaarde boven € 1 mln., geleidelijker ingevoerd dan

    oorspronkelijk was voorgesteld. Vanaf 2010 wordt het eigenwoningforfait stapsgewijs voor een

    woningwaarde boven € 1 mln. verhoogd. Deze verhoging zal in zeven gelijke stappen gaan in de jaren

    2010 tot en met 2016, zodat in dat laatste jaar voor een woningwaarde boven € 1 mln. een

    eigenwoningforfait geldt van 2,35%. Voor 2014 is het percentage voor de hoogste categorie verhoogd

    naar 1,80%. Voor

    naar inhoudsopgave

  • 11

    5. Wet elektronische bekendmaking

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken

    Elektronisch

    Publicatie van

    algemeen

    verbindende

    voorschriften en

    andere besluiten van

    algemene strekking

    31084 Stb. 2008, 551

    Stb. 2012, 331

    01-01-2014

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.

    Gevolgen voor de belastingheffing (artikel 139 Gemeentewet)

    De inwerkingtreding van de laatste onderdelen van de wet heeft gevolgen voor de publicatie van

    belastingverordeningen en andere algemeen verbindende voorschriften. De wet verplicht het om de

    bekendmaking op elektronische wijze via een digitaal gemeenteblad op internet te publiceren.

    Korte inhoud

    Het laatste onderdeel (artikel XII) is op 1 januari 2014 in werking getreden. Gemeenten (en provincies

    en waterschappen) zijn verplicht hun algemeen verbindende voorschriften op via een digitaal

    gemeenteblad op internet te publiceren. Het ministerie van BZK komt met een centrale

    publicatievoorziening. Hiermee kunnen gemeenten het hier bedoelde elektronische publicatieblad

    produceren. Tot 2014 was de bekendmaking in een elektronisch blad voor decentrale overheden

    facultatief.

    naar inhoudsopgave

    6. Wijziging macronorm OZB

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken

    Macronorm

    wijziging

    01-01-2015

    Begrotingsstaat

    gemeentefonds

    16-09-2014

    Brief MIN FIN

    15-09-2014

    Bijlage

    Evaluatierapport

    macronorm OZB

    Gevolgen belastingheffing (MV OZB artikel 5; MV BRWBR artikel 7)

    De landelijke begrenzing voor stijging van OZB-opbrengsten voor het 2015 wordt 3%. De systematiek

    voor berekening van de macronorm zal in 2015 worden herzien. Daarbij wordt rekening gehouden met

    de evaluatie van de werking van de macronorm.

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/31084https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2008-551.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2012-331.htmlhttp://wetten.overheid.nl/BWBR0005416/TitelIII/HoofdstukVIII/5/Artikel139/ingangsdatum_01-01-2014/geldigheidsdatum_26-08-2014https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-B-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-B-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/34000-B/kst-34000-B-5https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-379971.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-379971.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-379971.pdf

  • 12

    Vaststellen macronorm 2014 (tekst brief MIN FIN 2014)

    In het rapport concludeert de werkgroep dat de macronorm onroerende zaakbelasting (OZB) geen

    effectief beheersingsinstrument is gebleken. Om die reden heeft de werkgroep voorgesteld deze norm

    af te schaffen. Door de werkgroep wordt een aantal mogelijke alternatieven geschetst. Het kabinet

    vindt de alternatieven in het rapport nog onvoldoende uitgewerkt om reeds nu te besluiten tot

    aanpassing of afschaffing van de huidige norm. Derhalve wordt de macronorm OZB in 2015 nog

    gehandhaafd als instrument. Conform de afgesproken berekeningssystematiek bedraagt de norm voor

    2015 3,0% over € 3,711 miljard. Vooral met het oog op de omvangrijke decentralisaties per 2015 heeft

    het kabinet besloten om dat jaar met een schone lei te beginnen. Dat betekent dat de overschrijding

    van de macronorm OZB in 2014 met € 11 miljoen niet in mindering wordt gebracht op de macronorm

    voor 2015.

    Nu de macronorm in 2015 wordt gehandhaafd zullen in lijn met het rapport nadere afspraken worden

    uitgewerkt over het spelregelkader. Daarbij gaat het om de factoren die worden betrokken bij de

    bestuurlijke weging van een eventuele overschrijding van de norm, een communicatielijn over de

    cijfers inzake de lokale lasten en OZB-ontwikkeling alsmede het moment van communiceren.

    Het kabinet is voor 2016 en verder voornemens om samen met de VNG te komen tot een

    woonlastennorm. Daartoe zal door de werkgroep die het evaluatierapport over de macronorm OZB

    heeft opgesteld de variant van woonlastennorm verder worden uitgewerkt ten behoeve van

    besluitvorming in het Bofv in het voorjaar van 2015.

    Het rapport Evaluatie macronorm is als bijlage bij de brief gevoegd.

    naar inhoudsopgave

    7. Wetsvoorstel BIZ

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken

    Internetconsultatie 23-08-2013

    Einde consultatie

    Internetconsulatie

    Wet

    bedrijveninvesterings-

    zones

    33917 Handelingen TK TK

    02-09-2014

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.

    Gevolgen voor de BIZ-heffing

    De Experimentenwet BIZ wordt omgezet in een permanente wet. De modelverordening BIZ wordt

    gewijzigd.

    Korte inhoud concept Wetsvoorstel BIZ permanent

    Het wetsvoorstel brengt een aantal wijzigingen ten opzichte van de Experimentenwet BIZ.

    1. De Experimentenwet BI-zones wordt een permanente wet.

    2. Eigenaren van onroerende zaken krijgen een aanslag BIZ-bijdrage.

    4. Activiteiten op internet die (mede) in het publiek belang zijn kunnen via de BIZ-bijdrage worden

    bekostigd.

    5. Activiteiten die gericht zijn op de economische ontwikkeling van de BI-zone kunnen ook via de BIZ-

    bijdrage worden bekostigd. Het gaat onder meer om gebiedspromotie (voorbeelden genoemd tijdens

    TK behandeling kerstverlichting, Sintviering, braderie met concert en een wijkmanager).

    http://www.internetconsultatie.nl/bedrijveninvesteringszoneshttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33917https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20132014-101-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33917/kst-33917-2https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33917/kst-33917-3https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33917-A.html

  • 13

    Bij amendement is ook de verplichting voor de gemeenteraad opgenomen om een Service Level

    Agreement met de ondernemersorganisatie te sluiten.

    naar inhoudsopgave

    8. Wijziging maximum kosten naheffingsaanslag parkeerbelastingen/

    digitalisering parkeerbelasting

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken

    Wijziging

    maximumbedrag

    Stcrt. 2014-24520 01-01-2015

    Wet

    parkeerbelasting

    per minuut

    33587

    en voor particulier

    parkeren

    33707

    Brief VNG

    10 april 2014

    NnavV

    31-07-2014

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.

    Digitalisering

    parkeerbelasting

    33697 Stb. 2014, 255 Nog niet bekend

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.

    Korte inhoud

    Het maximumbedrag voor de kosten van het opleggen van de naheffingsaanslag parkeerbelastingen

    is voor 2015 vastgesteld op € 59 (bedrag 2014: € 58).

    De naheffingsaanslag kan worden toegezonden of uitgereikt om digitale handhaving van

    parkeerbelasting mogelijk te maken (Digitalisering parkeerbelasting).

    De initiatiefwetsvoorstellen parkeerbelasting per minuut beogen de verplichting op te nemen om

    parkeerders per minuut te laten betalen. De VNG heeft geadviseerd de wetsvoorstellen in te trekken.

    Toelichting Naheffing parkeerbelastingen (MvT)

    Gemeenten kunnen belasting heffen voor het parkeren van een voertuig. Als deze belasting niet wordt

    voldaan door degene die het voertuig heeft geparkeerd, kan een naheffingsaanslag worden opgelegd

    van maximaal € 56 (per 1 januari 2013; artikel 3, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke

    parkeerbelastingen (Stcrt. 2012, nr. 14948). Bij een naheffingsaanslag is thans geen aankondiging op

    het voertuig verplicht gesteld. Uit een oogpunt van harmonisering wordt voorgesteld in de

    Gemeentewet te verduidelijken dat het desbetreffende aanslagbiljet ofwel conform de regels van de

    Invorderingswet 1990 kan worden toegezonden of uitgereikt aan de belastingschuldige, ofwel kan

    worden aangebracht op of aan het voertuig. De gemeenten hadden reeds de keuzevrijheid in de wijze

    van naheffen van parkeerbelastingen en sommige gemeenten hebben daarom reeds de digitalisering

    daarvan ingezet. De Gemeente Amsterdam is bijvoorbeeld voornemens om het betaald parkeren op

    straat volledig te digitaliseren door kentekenparkeren verplicht te stellen. Alle parkeerders – niet zijnde

    vergunninghouders – dienen per 1 juli 2013 verplicht hun kenteken in te voeren via de

    parkeerautomaat of de mobiele telefoon. Een parkeerkaartje is derhalve niet nodig en de beschikking

    wordt rechtstreeks naar de eigenaar van de auto verstuurd. De uitvoeringskosten van de

    verkeershandhaving kunnen hierdoor aanzienlijk dalen.

    In artikel 225 van de Gemeentewet is bepaald dat de gemeente parkeerbelastingen mag heffen. De

    voorgestelde wijziging ziet op artikel 234 van de Gemeentewet, de bepaling over de wijze van

    bekendmaking van de naheffing indien de parkeerbelasting niet is voldaan. Ten tijde van de invoering

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-24520.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33587https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33707http://www.vng.nl/files/vng/brieven/2014/bentv_m_u201400845_51325_tds.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33707/kst-33587-6https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33587/kst-33587-2https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33587/kst-33587-3https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33697/stb-2014-255https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33697https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33697/kst-33697-2https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33697/kst-336597-3https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33697/stb-2014-255https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33697/stcrt-2012-14948.html

  • 14

    van de parkeerbelasting was het nog nauwelijks mogelijk om te achterhalen van wie de auto was. De

    toezending van de naheffing was daarom niet mogelijk. Het uitreiken was eveneens slechts in

    beperkte mate mogelijk, omdat men in de praktijk meestal geen bestuurder aantrof. Daarom is

    indertijd bepaald dat in afwijking van artikel 8 van de Invorderingswet 1990, een aanslagbiljet ook kan

    worden aangebracht op het voertuig. Inmiddels kan men op grond van de techniek eenvoudig

    achterhalen wie de houder van het voertuig is. De hoofdregel van artikel 8 van de Invorderingswet

    1990, dat een belastingaanslag bekend wordt gemaakt door toezending of uitreiking van het

    aanslagbiljet aan de belastingschuldige kan daarom weer gevolgd worden. Tegelijkertijd blijft in

    afwijking daarvan de mogelijkheid bestaan om op «oude» manier een aanslagbiljet op het voertuig

    aan te brengen. Gemeenten kunnen kiezen voor digitale handhaving of voor handhaving met papieren

    bonnen. Voor de algemene toelichting op deze voorgestelde wijziging zij verwezen naar paragraaf 3.4

    van het algemeen deel van deze memorie van toelichting.

    Uitvoeringskosten parkeerbelastingen

    Voor de veelvoorkomende overtredingen inzake het fiscaal parkeren valt op te merken dat gemeenten

    verwachten dat bij volledige digitale handhaving van de naheffing van het niet voldoen van een

    parkeerbelasting, per saldo flinke bezuinigingen kunnen worden gerealiseerd op het terrein van de

    uitvoeringskosten. Zo verwacht de Gemeente Amsterdam een jaarlijkse lastenreductie van circa 20

    miljoen euro wanneer per 1 juli 2013 volledig digitaal wordt gehandhaafd door de verplichtstelling van

    het kentekenparkeren in deze gemeente (Gemeente Amsterdam, «Nota betaald parkeren op straat

    per 1 juli 2013»). Op deze wijze wordt namelijk de efficiency van de gemeentelijke handhaving

    verbeterd, aangezien enkel nog de kentekens hoeven te worden gescand. Verder is de verwachting

    dat het aantal controles wordt verdubbeld met als gevolg een verhoging van de pakkans. Tot slot

    wordt de parkeerboete rechtstreeks naar de eigenaar van het voertuig verstuurd en zijn uiteindelijk

    minder mensen nodig voor de parkeercontrole en om de naheffingsaanslag te verwerken.

    De geraamde lastenvermindering is niet gekoppeld aan dit wetsvoorstel en zal pas volledig kunnen

    zijn gerealiseerd op het moment dat de veelvoorkomende overtredingen overal in het land digitaal

    worden gehandhaafd. Tot dat moment zal op sommige plaatsen vooralsnog met de papieren

    combibon worden gewerkt (zie paragraaf 3.2).

    naar inhoudsopgave

    9. Afschaffing precariobelasting voor nutsbedrijven

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken

    Afschaffing

    precariobelasting

    voor ondergrondse

    infrastructuur

    Begrotingsstaat

    gemeentefonds

    2015 (MvT)

    16-09-2014

    Motie Van der

    Burg over

    precariobelasting

    op netwerken van

    nutsbedrijven

    32 500-VII, nr. 9

    07-12-2010

    Gevolgen belastingheffing (MV Precariobelasting artikel 4)

    Als het wetsvoorstel wordt aangenomen dan betekent dit dat gemeenten geen precariobelasting meer

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-B-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-B-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32500-VII-9.html

  • 15

    kunnen heffen op infrastructuur van nutsbedrijven. Over een eventuele afschaffing is nog niets

    duidelijk. Het MIN van BZK bestudeert de mogelijkheden.

    Korte inhoud

    De bedoeling is om een vrijstelling van precariobelasting voor infrastructuur van nutsbedrijven in de

    wet op te nemen. Aanleiding hiervoor was de Motie Van der Burg die ertoe strekt om zo snel mogelijk

    het wetsvoorstel vrijstelling precariobelasting op netwerken van nutsbedrijven in te dienen. De MIN

    van BZK stelt zijn brief van 30 juni 2011 dat in overleg met de VNG en de Unie van Waterschappen

    zal worden gezocht naar een uitwerking van het wetsvoorstel, waarbij de gevolgen voor de decentrale

    overheden zo beperkt mogelijk worden gehouden. Gedacht wordt aan een overgangstermijn voor de

    decentrale overheden die nu al precariobelasting heffen.

    In de MvT op de Begrotingsstaat van het gemeentefonds staat:

    4.3.4. Precariobelasting

    De precariobelasting is in 2014 gestegen naar € 132 miljoen, een stijging van 14,4 procent. De

    Minister informeert de Tweede Kamer in het najaar van 2014 over het wetsvoorstel afschaffing

    precario van nutsbedrijven, inclusief zijn bevindingen met betrekking tot de alternatieven. Er wordt dan

    ook besloten of het wetsvoorstel in zijn huidige vorm wordt ingediend.

    In september 2012 heeft de Raad van State advies uitgebracht over het wetsvoorstel tot afschaffing

    van de precariobelasting op infrastructuur van nutsbedrijven. De inhoud van het advies is nog niet

    bekend. Het wordt pas openbaar bij indiening van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer. Op een

    eerder wetsvoorstel met dezelfde strekking heeft de RvS zeer kritische gereageerd. Belangrijkste

    kritiek van de RvS en redenen om het eerdere wetsvoorstel niet in te dienen waren dat het

    wetsvoorstel een meer omvattende, consistente visie op het totale decentrale belastinggebied

    ontbeert en dat de noodzaak van het wetsvoorstel is komen te vervallen nu geen sprake is van een

    lastenverlichting voor de burger.

    Het ministerie van BZK heeft in april 2013 laten weten dat de MIN van BZK meer tijd neemt om te

    studeren op reële alternatieven. Hij onderzoekt of een analogie met de ‘gedoogconstructie’ in de

    Telecomwet mogelijk is. Het wetsvoorstel tot afschaffing precariobelasting op kabels en leidingen van

    nutsbedrijven houdt hij tot die tijd aan. In tegenstelling tot het bericht in de junicirculaire 2012 dat in de

    zomer van 2012 een wetsvoorstel zou worden ingediend, is er nog geen wetsvoorstel bij de TK

    ingediend. Het is nog niet bekend wanneer de wet in werking treedt.

    naar inhoudsopgave

    10. Transparantie/marktwerking bij retributies

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken

    Aanbieding

    Handreiking

    kostentoerekening

    leges en tarieven

    29515-199 Onderzoek naar mate

    uniformiteit en

    transparantie leges

    omgevingsvergunning

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32500-VII-109.html)https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29515-199.pdf

  • 16

    Rapport Deloitte

    12-10-2012

    Wet markt en

    overheid (wijziging

    mededingingswet

    31354 Stb. 2011, 162

    (08-04-2011)

    Stb. 2012, 254

    iw (14-06-2012)

    Stb. 2012, 255

    (Besluit markt

    en overheid)

    (14-06-2012)

    01-07-2012

    Overgangsrecht

    tot

    01-07-2014

    Stb. 2012, 255

    Besluit markt en

    overheid

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw

    Gevolgen belastingheffing transparantie (MV Retributies zoals Leges, Reinigingsrechten,

    Lijkbezorgingsrechten en Bestemmingsheffingen zoals Riool- en afvalstoffenheffing)

    Gemeenten moeten hun kostenberekeningen bij de retributies en andere kostengerelateerde

    heffingen transparanter maken. Gemeenten kunnen daartoe ondersteuning krijgen van de VNG

    (vng.nl).

    Gevolgen belastingheffing marktwerking (MV Retributies, zoals Leges, Reinigingsrechten en

    Lijkbezorgingsrechten)

    Als de gemeente retributies voor economische activiteiten heft, moet zij ten minste de integrale

    kostprijs doorberekenen. Dit kan zich voordoen bij reinigingsrechten, lijkbezorgingsrechten, leges,

    liggelden, havengelden, brandweerrechten.

    Korte inhoud

    De zgn. Wet Markt en Overheid heeft het doel concurrentievervalsing tegen te gaan en zo gelijk

    mogelijke concurrentieverhoudingen tussen overheden en bedrijven te creëren. De wet bevat vier

    gedragsregels die gelden als overheden economische activiteiten verrichten. De gedragsregels uit de

    Wet Markt en Overheid zijn opgenomen in de Mededingingswet (hoofdstuk 4b). Kiest een overheid

    ervoor om goederen of diensten op de markt aan te bieden, dan moet zij zich aan de gedragsregels

    houden. De vier gedragsregels zijn:

    1. Integrale kostendoorberekening: overheden moeten ten minste de integrale kosten van een

    economische activiteit doorberekenen in de (verkoop)prijs.

    2. Bevoordelingsverbod van overheidsbedrijven: overheden mogen hun eigen overheidsbedrijven

    niet bevoordelen boven concurrerende bedrijven.

    3. Gegevensgebruik: overheden mogen de gegevens waar ze over beschikken niet hergebruiken

    voor andere, economische activiteiten, tenzij de gegevens ook voor andere marktpartijen onder

    dezelfde voorwaarden beschikbaar zijn.

    4. Functiescheiding: heeft een overheid bij bepaalde economische activiteiten een bestuurlijke rol, en

    voert zij die economische activiteiten ook zelf uit, dan mogen niet dezelfde personen betrokken

    zijn bij de bestuurlijke en de economische activiteiten van die organisatie.

    Voor al op 30 juni 2012 bestaande economische activititeiten of overeenkomsten geldt

    overgangsrecht: voor gedragsregel 1 t/m 3 tot 1 juli 2014 en voor gedragsregel 4 tot 1 juli 2013.

    Het op de wet gebaseerde Besluit markt en overheid bevat regels voor overheden over de

    doorberekening van kosten en de toepassing van het bevoordelingsverbod.

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-188748.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/zoeken/resultaat/?zkt=Eenvoudig&pst=&vrt=31354https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2012-255.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31354-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31354-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2011-162.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2012-254.htmlhttp://www.vng.nl/onderwerpenindex/belastingen/leges/nieuws/vng-ondersteunt-gemeenten-om-nog-transparanter-te-zijnhttp://wetten.overheid.nl/BWBR0031654

  • 17

    Er zijn uitzonderingen mogelijk. Zo kan de gemeenteraad een economische activiteit als dienst van

    algemeen belang aanwijzen (artikel 25h, vierde en vijfde lid, Mededingingswet). De gedragsregels

    gelden dan niet. In de Handreiking Wet Markt en Overheid staan de uitzonderingen beschreven. De

    handreiking is een praktische gids voor overheden die met de Wet Markt en Overheid te maken

    krijgen. Aan de hand van een 'beslisboom' en door 9 vragen te beantwoorden kunnen overheden

    nagaan of de Wet Markt en Overheid op hen van toepassing is. De Autoriteit Consument en Markt

    (ACM: fusie van de Nederlandse mededingingsautoriteit (Nma), Opta en Consumentenautoriteit)

    houdt toezicht op de naleving van de gedragsregels. Ondernemers die vinden dat de overheid

    oneerlijk concurreert en zich niet aan de gedragsregels houdt, kunnen een klacht indienen bij de

    organisatie waar zij problemen mee hebben. Ook kunnen zij met hun klacht over oneerlijke

    concurrentie terecht bij de ACM. De ACM kan dan een onderzoek instellen naar

    concurrentievervalsing. Als de ACM vaststelt dat de wet wordt overtreden, kan zij een last onder

    dwangsom opleggen.

    Gemeenten kunnen zich bij de ACM aanmelden om een audit te laten uitvoeren over de economische

    activiteiten die zij zien.

    naar inhoudsopgave

    11. Wijziging WOB (omvangrijke verzoeken en kostenregeling)

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste

    stukken

    Internetconsultatie concept-

    wetswijziging WOB

    01-10-2012

    (einddatum

    consultatie)

    Internet-

    consultatie

    01-10-2012

    (afgerond)

    Internetconsultatie

    voorkoming misbruik WOB-II

    Internet-

    consultatie

    19-08-2014

    (afgerond)

    Initiatiefwet Voortman en

    Schouw (vh Peters) open

    overheid

    33328 NnavV

    13-05-2014

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw

    Korte inhoud internetconsultatie (MV Leges Tarieventabel Titel 1)

    Het nieuwe concept-wetsvoorstel (voorkoming misbruik WOB-II) beoogt het op innen van geld

    gerichte misbruik van de Wob tegen te gaan, door loskoppeling van de wet dwangsom van de WOB

    en het tegengaan van WOB-verzoeken gericht op proceskosten en beroepen bij de rechter via de wet

    dwangsom. De consultatie is afgerond. De reacties daarop zijn hier te vinden.

    Het concept-wetsvoorstel regelt dat de overheid onredelijke verzoeken om informatie niet in

    behandeling hoeft te nemen. Bij zeer omvangrijke verzoeken kan onder bepaalde voorwaarden de

    beslistermijn worden opgeschort en is het mogelijk deze verzoeken alleen voor een bepaald deel te

    behandelen. Hergebruik van openbare overheidsinformatie wordt vergemakkelijkt en er wordt een

    uniforme kostenregeling voorgesteld. Ten slotte bevat het wetsvoorstel regelingen voor zogenaamde

    bijzondere verstrekkingen.

    http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=handreiking+wet+markt+en+overheid&source=web&cd=3&ved=0CDsQFjAC&url=http%3A%2F%2Fwww.rijksoverheid.nl%2Fbestanden%2Fdocumenten-en-publicaties%2Frichtlijnen%2F2012%2F07%2F05%2Fhandreiking-markt-en-overheid%2Fhandreikinghttp://www.internetconsultatie.nl/wetaanpassingwobhttp://www.internetconsultatie.nl/wetaanpassingwobhttp://www.internetconsultatie.nl/wetvoorkomenmisbruikwobhttp://www.internetconsultatie.nl/wetvoorkomenmisbruikwobhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33328https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33328/kst-33328-12https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33328-8.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33328-9.htmlhttp://www.internetconsultatie.nl/wetvoorkomenmisbruikwob/reacties

  • 18

    Korte inhoud Initiatiefwet (MV Leges Tarieventabel Titel 1)

    Het doel van deze wet is om overheden en semi-overheden transparanter te maken, om zo het belang

    van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische rechtsstaat, de burger, het bestuur

    en economische ontwikkeling beter te dienen.

    De mogelijkheid om kosten in rekening te brengen wordt in artikel 8.5 voor alle organen beperkt tot de

    redelijke kosten die gemaakt worden bij het vervaardigen van kopieën. Bij algemene maatregel van

    bestuur kunnen voor alle organen nadere regels gesteld worden met betrekking tot de redelijke

    vergoeding. De Raad van State is kritisch.

    naar inhoudsopgave

    12. Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand ( leges)

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken

    Elektronische

    dienstverlening

    burgerlijke stand

    30844 Bij KB Brief MIN pilots

    10 juli 2014

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw

    Gevolgen voor legesheffing (MV Leges Tarieventabel Titel 1, H1)

    De (facultatieve) elektronische dienstverlening leidt tot administratieve besparingen voor burger en

    bedrijfsleven, waaronder besparing aan leges die nu voor over te leggen stukken dienen te worden

    betaald. Bijvoorbeeld: bij huwelijk hoeft geen afschrift of uittreksel uit de geboorteakte en het

    gewaarmerkte afschrift uit de GBA meer te worden overgelegd, waardoor legesheffing voor deze

    afschriften niet meer aan de orde is. De papieren dienstverlening blijft echter wel bestaan, waardoor

    het volgens VNG en NVvB onzeker is of de totale kosten van de dienstverlening en daarmee de leges

    omlaag gaan.

    Korte inhoud

    Het wetsvoorstel heeft tot doel om een aanzienlijke lastenvermindering voor de burger te realiseren

    door het wettelijke kader te scheppen voor de elektronische aangifte van geboorte, voorgenomen

    huwelijk en geregistreerd partnerschap, en voor de elektronische verkrijging van uittreksels en

    afschriften van de daarop betrekking hebbende akten. Dat biedt de burger in die gemeenten die voor

    elektronische dienstverlening kiezen, een plaats- en tijdsonafhankelijke toegang tot de burgerlijke

    stand en levert hem een tijd- en kostenbesparing op. Tevens wordt een lastenverlichting voor het

    bedrijfsleven bewerkstelligd door de elektronische aangifte van overlijden door uitvaartondernemers

    mogelijk te maken.

    De financiële consequenties, d.w.z. zowel de automatiseringskosten als de efficiencybaten, op

    gemeentelijk niveau hangen sterk samen met de vraag in welke mate men straks tot een – immers

    facultatieve – elektronische dienstverlening bij de burgerlijke stand over wil gaan, de mate waarin

    daarvan uiteindelijk gebruik zal worden gemaakt en de per gemeente soms sterk wisselende ict-

    aanpassingen die daartoe nodig zijn. Vanwege deze vele variabelen kan geen betrouwbare indicatie

    worden gegeven van de financiële implicaties voor gemeenten. Er zal nog een nadere inschatting van

    de budgettaire consequenties voor gemeenten plaatsvinden, waarbij rekening wordt gehouden met

    zowel het wegvallen van sommige legesinkomsten als het feit dat men een vergoeding kan blijven

    vragen voor (elektronische) dienstverlening door de burgerlijke stand, als de uitkomsten van de pilots

    daartoe aanleiding geven.

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32444https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32444/kst-32444-Hhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32444-2.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32444-3.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32444-A.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-74130.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-74128.pdf

  • 19

    naar inhoudsopgave

    13. Wijziging leges akten burgerlijke stand

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken

    Wijziging bedragen Stcrt. 2014,

    24518

    01-01-2015

    Gevolgen voor legesheffing (MV Leges Tarieventabel Titel 1, H1)

    Aanpassing van de bestaande tariefbepaling.

    Korte inhoud

    De leges akten burgerlijke stand, uittreksel akte of attestatie de vita voor 2015 zijn verhoogd van

    € 12,50 naar € 12,70; leges verklaring huwelijksbevoegdheid van € 22,30 naar € 22,60 (Legesbesluit

    akten burgerlijke stand).

    naar inhoudsopgave

    14. Wijziging maximumleges reisdocumenten en andere wijzigingen

    paspoortwet

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste

    stukken

    Wijziging bedragen Besluit

    Paspoortgelden

    Stb. 2014, 98 09-03-2014 Brief MIN

    tarieven

    paspoort

    14-08-2014

    Wijziging Paspoortwet ivm

    herinrichten van de

    reisdocumentenadministratie

    31324 Stb. 2009, 252

    Stb. 2009, 253

    iw

    28-06-2009 (deel)

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.

    Wijziging Paspoortwet o.a.

    wijziging status

    identiteitskaart

    33440 Stb. 2014, 11

    Stb. 2014, 97

    iw

    Tarieven

    reisdocumenten

    Min van BZK

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb Iw.

    Gevolgen legesheffing (MV Leges Tarieventabel Titel 1, H2)

    De maximumtarieven van de reisdocumenten voor het jaar 2015 zijn nog niet bekend.

    De legesverordening moet vóór 9 maart 2014 zijn gewijzigd:

    omdat er een andere wettelijke grondslag voor de leges geldt

    omdat de formulering van het belastbaar feit wijzigt

    omdat de formulering van de belastingplicht wijzigt

    omdat nieuwe maximumtarieven gelden.

    http://www.vng.nl/files/vng/2014-eerste-wijziging-legesverordening.doc

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-24518.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-24518.htmlhttp://wetten.overheid.nl/BWBR0002644/geldigheidsdatum_25-08-2014http://wetten.overheid.nl/BWBR0002644/geldigheidsdatum_25-08-2014https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2014-98.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25764-83.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25764-83.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25764-83.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/zoeken/resultaat/?zkt=Eenvoudig&pst=&vrt=31324https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31324-3-h1.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2009-252.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2009-253.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33440-%28R1990%29http://www.bprbzk.nl/Reisdocumenten/Informatiebank/Procedures/Tarieven/Tarieven_reisdocumenten_2014http://www.bprbzk.nl/Reisdocumenten/Informatiebank/Procedures/Tarieven/Tarieven_reisdocumenten_2014http://www.bprbzk.nl/Reisdocumenten/Informatiebank/Procedures/Tarieven/Tarieven_reisdocumenten_2014https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33440-%28R1990%29/kst-33440-2https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33440-%28R1990%29/kst-33440-2https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2014-11.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2014-97.htmlhttp://www.vng.nl/files/vng/2014-eerste-wijziging-legesverordening.doc

  • 20

    De belangrijkste maximumtarieven voor 2014 staan hieronder.

  • 21

    Korte inhoud wijziging status ID-kaart en verlenging geldigheidsduur

    De wijzigingen hebben betrekking op het verlengen van de geldigheidsduur van reisdocumenten en

    Nederlandse identiteitskaarten van vijf naar tien jaar, het in wettelijke zin niet langer aanmerken van

    de Nederlandse identiteitskaart als reisdocument, het in de wet opnemen van een grondslag voor het

    heffen van rechten wegens handelingen ten behoeve van de aanvraag van reisdocumenten en

    Nederlandse identiteitskaarten door de burgemeester van een gemeente of de gezaghebber van een

    openbaar lichaam en het niet langer bewaren van de vingerafdrukken van aanvragers van

    reisdocumenten nadat de uitreiking dan wel de reden van niet-uitreiking van het reisdocument in de

    administratie is geregistreerd.

    Gemeenten mogen alleen nog de rechten genoemd in het nieuwe artikel 7 heffen voor handelingen in

    verband met een aanvraag van een reisdocument. Gemeenten mogen daardoor voor die handelingen

    geen extra rechten in rekening brengen op basis van de Gemeentewet. Dat betekent onder meer dat

    de zogenaamde «vermissingsleges», die veel gemeenten in rekening brengen voor het opmaken van

    een verklaring van vermissing indien het oude, in te leveren reisdocument, wordt vermist, niet langer

    mogen worden geheven bij de aanvraag van een nieuw reisdocument.

    naar inhoudsopgave

    15. Wijziging leges rijbewijzen

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtredi

    ng

    Laatste

    stukken

    Kabinetsplan aanpak

    administratieve lasten;

    Reactie op het onderzoek

    van de ANWB naar de

    kosten van het rijbewijs

    29515-200

    (12-07-2007)

    Stb. 2013, 501

    Stb. 2013, 502 iw

    Maximering leges rijbewijs

    32766 Stb. 2013, 501

    Stb. 2013, 502

    01-01-2014 Besluit

    rijbewijzen

    ivm

    vaststellen

    maximum-

    tarief

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.

    Regeling tot vaststelling

    maximumtarief

    (Reglement rijbewijzen art.

    104b)

    Stb. 2013, 503

    Stb. 2013, 504 iw

    01-01-2014

    Gevolgen legesheffing (MV Leges Titel 1, H3)

    Wijziging bedrag en maximering tarief. .

    Korte inhoud Maximering leges rijbewijs

    In artikel 111 van de Wegenverkeerswet 1994 wordt een nieuw zesde lid ingevoegd, waarin staat dat

    het in de plaatselijke verordening opgenomen rijbewijstarief bij amvb kan worden gemaximeerd. De

    minister van I&M kan jaarlijks indexering toepassen. Het maximumtarief zelf is opgenomen in een

    nieuw artikel 104b van het Reglement rijbewijzen. Het maximumtarief is voor 2014 vastgesteld op

    € 28,78 voor behandeling zonder bijzondere dienstverlening.

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29515-200.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32766https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32766/stb-2013-503https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32766/stb-2013-503https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32766/stb-2013-503https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32766/stb-2013-503https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32766/stb-2013-503https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32766/stb-2013-503https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32766-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32766-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32766/stb-2013-501https://zoek.officielebekendmakingen.nl/behandelddossier/32766/stb-2013-502http://wetten.overheid.nl/BWBR0008074/HoofdstukV/1/Artikel104b/geldigheidsdatum_25-08-2014http://wetten.overheid.nl/BWBR0008074/HoofdstukV/1/Artikel104b/geldigheidsdatum_25-08-2014https://zoek.officielebekendmakingen.nl/behandelddossier/32766/stb-2013-503https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-504.html

  • 22

    naar inhoudsopgave

    16. Wet basisregistratie personen

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtredi

    ng

    Laatste

    stukken

    Basisregistratie personen 33219 Stb. 2013, 315

    Stb. 2013, 494 iw.

    06-01-2014

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.

    Regeling basisregistratie

    personen

    Stcrt. 2013,

    34313

    06-01-2014

    Gevolgen belastingheffing MV Leges Titel 1, Hoofdstuk 4 en MV toeristenbelasting artikel 1

    Wijzigingen in titel 1, hoofdstuk 4 tarieventabel modelverordening leges.

    Wijziging omschrijving belastbaar feit in modelverordening toeristenbelasting (artikel 1).

    Korte inhoud invoering Basisregistratie personen

    De Wet BRP vervangt de Wet GBA. De nieuwe wet maakt het mogelijk dat niet-ingezetenen in de

    BRP worden ingeschreven. De Wet BRP geeft aan wanneer een activiteit kosteloos moet

    plaatsvinden. Zo is inzage in de inschrijving kosteloos (art. 2.55 lid 2 en art. 2.81 lid 3). De VNG

    overlegt nog met min. BZK over de precieze gevolgen voor de legesverordening.

    De Wet BRP kent de volgende verstrekkingen:

    Verstrekkingen uit BRP door grondslag vergoeding grondslag

    vergoeding

    1 Verstrekking op aanvraag

    aan ingezetene

    - B&W

    bijhoudings-

    gemeente

    - B&W elke

    gemeente

    - B&W

    inschrijvings-

    voorziening

    namens

    minister V&J

    art. 2.55 lid 3

    jo. art. 2.53

    rechten

    (leges)

    art. 229-1-b Gmw

    2 Verstrekking op aanvraag

    aan niet-ingezetene

    inschrijvings-

    voorziening

    (aangewezen

    gemeente)

    namens

    minister V&J

    art. 2.81 lid 3

    jo. art. 2.79

    rechten

    (rijksleges)

    art. 2.79 lid 3 jo.

    art. 36 Besluit

    BRP (volgt leges

    gemeente)

    B&W van elke

    gemeente

    art. 2.81 lid 3

    en 4 jo. art.

    rechten

    (rijksleges)

    art. 2.79 lid 3 jo.

    artikel 36 Besluit

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33219https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33219-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33219-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-315.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-494.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2013-34313.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2013-34313.html

  • 23

    namens

    minister

    2.55 lid 3 BRP (volgt leges

    gemeente)

    3 Systematische

    verstrekking

    minister V&J art. 3.1 en

    amvb

    a. aan overheidsorganen

    Voorwaarde: geregeld in

    ministeriële regeling

    minister V&J art. 3.2 kosteloos;

    wel

    budgettaire

    bijdrage

    art. 3.17 lid 1 jo.

    art. 1.14

    b. aan derden

    Voorwaarden:

    voor in amvb aangewezen

    werkzaamheden met een

    gewichtig maatschappelijk

    belang (die samenhangen

    met een overheidstaak/

    overheidszorg) en

    aangewezen categorieën

    van derden

    minister V&J art. 3.3 kosteloos;

    wel

    budgettaire

    bijdrage

    art. 3.17 lid 1 jo.

    art. 1.14

    4 Plaatsonafhankelijke

    verstrekking

    B&W art. 3.4

    a. aan overheidsorganen

    Voorwaarde:

    gegevens noodzakelijk voor

    goede vervulling

    overheidstaak

    B&W art. 3.5 kosteloos art. 3.17 lid 3

    b. aan derden

    Voorwaarden:

    a) gebruik van de gegevens

    is voorgeschreven in avv; of

    b) ingeschrevene heeft

    schriftelijk toestemming

    gegeven; of

    c) gegevensverstrekking tbv

    gewichtig maatschappelijk

    belang (ogv amvb)

    B&W art. 3.6 tariefstelling?

    5 Lokale verstrekking (o.g.v.

    gemeentelijke verordening)

    B&W

    bijhoudings-

    gemeente

    a. aan overheidsorganen

    van gemeente zelf

    Voorwaarde:

    nodig voor goede vervulling

    art. 3.8 kosteloos art. 3.17 lid 3

  • 24

    overheidstaak

    b. aan derden

    Voorwaarden:

    a. geregeld in gemeentelijke

    verordening; en

    b. ingeschrevene heeft

    schriftelijk toestemming

    gegeven; of

    c. gegevensverstrekking tbv

    gewichtig maatschappelijk

    belang voor gemeente

    art. 3.9 tariefstelling?

    6 Verstrekking algemene en

    administratieve gegevens

    aan Caribisch NL

    Voorwaarde:

    geregeld in amvb

    art. 3.12 kosteloos art. 3.17 lid 3

    7 Andere verstrekkingen

    Voorwaarden:

    a. geregeld in amvb

    b. de verstrekking vindt

    plaats voor historische,

    statistische of

    wetenschappelijke

    doeleinden;

    c. de persoonlijke

    levenssfeer wordt niet

    onevenredig geschaad;

    d. de ontvanger heeft de

    nodige voorzieningen

    getroffen opdat verdere

    verwerking uitsluitend

    geschiedt voor de onder b

    genoemde doeleinden.

    minister V&J

    of B&W

    art. 3.13 kosteloos;

    wel

    budgettaire

    bijdrage

    art. 3.17 lid 1 jo.

    art. 1.14

    Korte inhoud Aanpassingswet BRP

    In de Aanpassingswet BRP wordt onder andere artikel 224 Gemeentewet (toeristenbelasting)

    tekstueel gewijzigd. De zinsnede ‘door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke

    basisadministratie persoonsgegevens zijn ingeschreven’ wordt vervangen door: door personen die

    niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

  • 25

    Korte inhoud Regeling BRP (artikel 10)

    Artikel 10 is vergelijkbaar met artikel 37a van de Regeling GBA. De formulering van de twee

    artikelleden is enigszins aangepast om te verduidelijken dat het gaat om de bijdragen die ten hoogste

    in rekening kunnen worden gebracht op grond van de artikelen 16 en 17 van het Besluit BRP. Voor

    zover het gaat om de verzending van berichten of de verstrekking van gegevens door de Minister van

    Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, kunnen deze bedragen, gelet op de tekst van het tweede

    lid van de genoemde artikelen van het Besluit BRP, in rekening worden gebracht naast de bijdrage die

    al wordt vastgesteld op grond van de algemene systematiek voor het bepalen van bijdragen in de

    kosten in verband met de uitvoering van de Wet BRP, zoals die is opgenomen in de artikelen 12,

    tweede lid, 13 en 14 van het Besluit BRP. De aanvullende bijdrage die ten hoogste in rekening kan

    worden gebracht voor verzending met behulp alternatieve media is ten opzichte van artikel 37a van de

    Regeling GBA verhoogd naar een bedrag dat overeenstemt met de uitvoeringskosten en vergelijkbaar

    is met het onder artikel 9 van de regeling genoemde tarief. De aanvullende bijdrage die ten hoogste in

    rekening kan worden gebracht voor schriftelijke verstrekking is met het prijsindexcijfer gecorrigeerd

    voor inflatie en is in overeenstemming gebracht met de bijdrage die gemeenten voor vergelijkbare

    handelingen in rekening brengen

    naar inhoudsopgave

    17. Huisvestingswet ( leges)

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken

    Huisvestingswet 33135 Stb. 2014, 248

    iw

    ()

    01-01-2015

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.

    Gevolgen voor legesheffing (MV Leges Titel 1, H11 en Titel 3, H4)

    Geen inhoudelijke wijzigingen, alleen enige technische.

    18. Omgevingsrecht ( leges)

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken

    Wijziging

    indieningsvereisten

    OV

    Stb. 2014, 333 01-11-2014

    Nieuwe

    omgevingswet

    31953, nr. 40

    33962

    NvV

    02-07-2014

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.

    Crisis- en herstelwet

    permanent

    33135 Stb. 2013, 144

    Stb. 2013, 145 iw

    (deels)

    25-04-2013

    deels

    VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.

    Gevolgen voor legesheffing (MV Leges Titel 2)

    De wijziging leidt tot minder legesinkomsten omdat het aantal vrijstellingen voor bouwen aan de

    achterkant wordt vergroot en de procedure wordt vereenvoudigd. De aangekondigde nieuwe

    Omgevingswet (KST 31953, nr. 40) zal ook leiden tot ingrijpende legeswijzigingen.

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33135https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33135/stb-2014-248https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33135/stb-2013-145https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2014-333.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31953-40.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33962https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33962/kst-33962-5https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33962-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33962-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33135https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33135/stb-2013-144https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33135/stb-2013-145

  • 26

    Korte inhoud Regionale Uitvoeringsdiensten

    Zie verder:

    - KST 31953-41 (15-07-2011) over stand van zaken vorming Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s).

    Ten aanzien van gemeenten die zich nog niet bestuurlijk hebben uitgesproken over deelname aan de

    RUD voor het basistakenpakket zal de minister interveniëren door het tijdelijk bij algemene maatregel

    van bestuur verschuiven van de belangrijkste gemeentelijke bevoegdheden die behoren bij het

    basistakenpakket, naar de provincie. Het gaat daarbij om de bevoegdheden met betrekking tot

    activiteiten in meldingsplichtige en omgevingsvergunningplichtige inrichtingen. De betreffende

    algemene maatregel van bestuur brengt zij op 1 oktober 2011 in procedure. Zij vindt de interventie

    passend omdat deze selectief is: alleen de gemeenten die zich aan de afspraken onttrekken, worden

    er door geraakt. Daarbij grijpt deze maatregel aan op de problematiek: het leidt er toe dat taken

    waarvoor geconstateerd is dat ze op bovenregionaal niveau moeten worden uitgevoerd, ook

    daadwerkelijk op dat niveau worden uitgevoerd.

    KST 32757 Ontwerp Bouwbesluit 2012

    Bij de inwerkingtreding van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken in 2008 was het aantal

    gebruiksvergunningplichtige gevallen al met 80% gereduceerd. Dat wordt nu verder gereduceerd

    doordat in meer gevallen kan worden volstaan met een gebruiksmelding (artikel 1.18). Door de

    inwerkingtreding van de Wabo en de daarmee samenhangende regelgeving in 2010 is het aantal

    bouwvergunningplichtige gevallen waarin preventief aan het Bouwbesluit 2003 werd getoetst al met

    50% gereduceerd. Met dit besluit vindt nog een verdere reductie plaats doordat de

    sloopvergunningplicht (uit de gemeentelijke bouwverordeningen) wordt vervangen door een

    sloopmeldingsplicht (artikel 1.28). De in dit besluit opgenomen nieuwe procedurele en administratieve

    verplichtingen hebben een gunstig effect op de beperking van de structurele administratieve lasten.

    Voorbeelden daarvan zijn:

    - de ontheffingsbevoegdheid die het bevoegd gezag bij verbouw van bouwwerken toekwam, is

    vervangen door landelijk uniforme verbouwvoorschriften;

    - de sloopvergunningplicht is vervangen door een sloopmeldingplicht;

    - de informatieverplichtingen over het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden zijn beperkt, en

    - de logboekverplichting die in het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken was opgenomen, is

    vervallen.

    De toelichting op het ontwerp-Bouwbesluit 2012 gaat ervan uit dat bij de gebruiks- en sloopmelding

    geen sprake is van dienstverlening en dat dus legesheffing niet mogelijk is. Door het vervangen van

    de bestaande sloopvergunningplicht door een -meldingplicht zullen gemeenten naar verwachting

    jaarlijks circa 10 miljoen euro minder leges ontvangen. Daar staat een besparing in personele

    capaciteit tegenover doordat het niet meer nodig is in elk individueel geval een volledige

    besluitvormingsprocedure die uitmondt in een beschikking te doorlopen. Het bevoegd gezag kan

    voortaan per geval zelf beslissen hoe het met een ontvangen sloopmelding omgaat. Ook is sprake

    van een besparing in publicatiekosten doordat de sloopmelding niet hoeft te worden gepubliceerd.

    Overigens blijven gemeenten leges ontvangen in verband met het in behandeling nemen van

    aanvragen om sloopvergunning die op grond van andere regelgeving zijn vereist. Het gaat hierbij met

    name om aanvragen voor een sloopvergunning als bedoeld in de artikelen 2.1, eerste lid, onder f, g en

    h, en 2.2, eerste lid, onder b en c, van de Wabo die betrekking hebben op het slopen van een

    monument, het slopen in een beschermd stads- of dorpsgezicht en het slopen van een bouwwerk in

    gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of een planologisch

    voorbereidingsbesluit is bepaald.

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31953-41.pdf

  • 27

    KST 31953, nr. 40 - Beleidsbrief Eenvoudig Beter (aankondiging nieuwe Omgevingswet)

    In de beleidsbrief deelt de minister van IenM mee dat zij de vele wetten die betrekking hebben op de

    fysieke leefomgeving, zoals de Wro, Wabo en de Tracéwet, wil vervangen door een wet die de

    belangrijkste delen van het omgevingsrecht zowel procedureel als materieel omvat: de

    Omgevingswet. Hoofdlijnen van de voorgenomen Omgevingswet Met de Omgevingswet wil ik de

    wettelijke kaders voor burgers, ondernemers en overheden inzichtelijker maken en ontwikkeling en

    beheer van de leefomgeving beter beheersbaar maken. Een eenvoudiger en beter samenhangend

    omgevingsrecht draagt er vervolgens aan bij om actiever en efficiënter aan een dynamische en

    duurzame leefomgeving te kunnen werken. Onderwerpen die in de nieuwe wet worden geregeld

    verdwijnen uit de bestaande wetgeving. Daartoe worden (delen van) bestaande wetten ingetrokken.

    De nieuwe wet zal daarmee een aanzienlijke inhoudelijke reductie van regels, wetten en regelingen op

    het terrein van de fysieke leefomgeving betekenen.

    De minister wil afspraken maken met decentrale overheden over vereenvoudiging en versobering van

    de regels op decentraal niveau, in navolging van de Omgevingswet.

    Crisis- en herstelwet permanent

    De kabinetsaanpak richt zich in eerste instantie op snelle verbeteringen binnen het bestaande stelsel

    («quick wins»). Dit wetsvoorstel strekt daartoe en bestaat uit twee onderdelen.

    1. Als eerste wil de regering met dit wetsvoorstel een permanente werking geven aan de

    tijdelijke regelingen in de Chw door de looptijd van de wet, die zou eindigen op 1 januari 2014,

    voor onbepaalde tijd te verlengen (hoofdstuk 1 van dit wetsvoorstel). Op onderdelen wordt de

    Chw tevens geactualiseerd.

    2. Daarnaast bevat dit wetsvoorstel enkele (de Chw aanvullende) verbeteringen van het

    omgevingsrecht (hoofdstuk 2 van het wetsvoorstel). Het gaat om gerichte verbeteringen die

    op korte termijn zijn te realiseren (quick wins). De verbeteringen zijn gegroepeerd rondom drie

    inhoudelijke thema’s: (1) minder lasten, (2) snelle, flexibele en zorgvuldige besluitvorming en

    (3) het wegnemen van problemen in de praktijk.

    Het wetsvoorstel houdt rekening met de aanpassingen in het wetsvoorstel tot wijziging van de Crisis-

    en herstelwet en enkele andere wetten (verbeteringen en aanvullingen) (32588) en met de

    wetswijziging van de Tracéwet voor de versnelling en verbetering van besluitvorming over

    infrastructurele projecten (32377).

    naar inhoudsopgave

    19. Lokale lasten / verkenning gemeentelijk belastinggebied

    Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken

    Brief Stas. FIN

    over nieuw

    belastingstelsel

    met onderzoek

    uitbreiding

    gemeentelijk

    belastinggebied

    Brief Stas. FIN

    16-09-2014

    Brief min. BZK

    over over

    Nader rapport

    beschouwing Raad

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/behandelddossier/32588https://zoek.officielebekendmakingen.nl/behandelddossier/32377https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32140-5.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-30114.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-30114.pdf

  • 28

    aanbieding tweede

    periodieke

    beschouwing naar

    de staat van de

    interbestuurlijke

    verhoudingen

    van State

    32 500-VII, nr. 11

    – de gewijzigde

    motie-Schouw over

    een

    bestuursakkoord

    met de decentrale

    overheden

    32 500-VII, nr. 12

    – de motie-Schouw

    over verschuiven

    van het

    rijksbelastinggebied

    naar het

    gemeentelijke

    belastinggebied

    33400 B-3

    Uitbreiding

    belastinggebied

    voor volgend

    kabinet

    Reactie Kabinet op

    rapport CPB

    Vaststelling

    begrotingsstaat

    gemeentefonds

    2014 11 juli 2014

    Rapporten Sociaal

    Domein

    Vervolgrapportage

    in sociaal domein

    (CPB) 26 juni 2014

    Korte inhoud

    De Stas van FIN kondigt een onderzoek aan naar de uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied.

    De inhoud en omvang van het lokaal belastinggebied is reeds jarenlang in discussie. Veel commissies

    en voorstellen hebben, naast de wijzigingen in de ozb, vooralsnog niet geleid tot enig tastbaar

    resultaat. Als uitvloeisel van de Code Interbestuurlijke verhoudingen rapporteert de Raad van State

    periodiek over de gemaakte vorderingen. In de tweede periodieke beschouwing beveelt de Raad van

    State nogmaals aan de discussie over het eigen belastinggebied van gemeenten op korte termijn af te

    ronden. De afspraken die hierover zijn gemaakt in het Coalitieakkoord en in het bestuursakkoord met

    gemeenten dienen te worden nagekomen. Een verschuiving van minder rijksbelastingen naar meer

    gemeentelijke belastingen acht de Raad gerechtvaardigd.

    Het kabinet reageert hierop in de brief van 1 september aan de kamer terughoudend. De afspraak uit

    het bestuursakkoord was dat “de samenstelling van het gemeentelijke belastinggebied besproken zal

    worden aan de hand van de resultaten van de commissie van Aartsen”. Het kabinet acht een

    uitbreiding van het lokaal belastinggebied niet aan de orde. Het concrete standpunt wordt onderbouwd

    met de mededeling dat het kabinet van de mogelijke functies van belastingheffing slechts de

    bufferfunctie (goedmaken oneffenheden gemeentefonds) van belang acht. Dit standpunt is een

    principiële koerswijziging en een breuk met het verleden, waarin (zelfs in de ozb-discussie) , nog

    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-30114.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32500-VII-11.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32500-VII-12.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33400-B-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33750-B-19.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33750-B-19.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33750-B-19.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33750-B-19.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-363960.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-363960.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-363960.pdf

  • 29

    andere functies zoals allocatiefunctie erkend werden (bekostiging eigen beleid). Het Kabinet kondigt

    daarnaast aan deze periode nog te komen met voorstellen om kleine belastingen samen te voegen

    “indien dat leidt tot efficiencyvoordelen”. Het kabinet heeft e.e.a. in het eerstvolgende

    Overhedenoverleg geagendeerd.

    Kamerbrief keuzes voor een beter belastingstelsel

    Hierin stelt de Stas v. FIN voor om het gemeentelijke belastinggebied uit te breiden ten kosten van de

    rijksbelastingen. Eerst zal onderzoek plaatsvinden.

    Keuze 8 - Uitbreiden gemeentelijk belastinggebied

    Nederland had in 2010 met 7,5% het laagste aandeel decentrale belastingen van de OESO-landen,

    die gemiddeld op 37% zaten (gebruiksheffingen niet meegeteld).27 Bij de grotere rol die gemeenten

    na de drie decentralisaties spelen past meer ruimte om zelf belastingen te heffen. Een verruiming van

    het decentrale belastinggebied komt ook tegemoet aan een reeks van aanbevelingen op dit terrein28.

    Wanneer gemeenten meer eigen inkomsten hebben is een lagere uitkering uit het gemeentefonds

    mogelijk. Hierdoor krijgt het Rijk ruimte om de belasting op arbeid verder te verlagen.

    De keuze van een grondslag voor gemeentelijke belastingen is niet triviaal. Het kabinet heeft een

    invulling voor ogen waardoor de wig daadwerkelijk kleiner wordt. Als we via een omweg de

    belastingen op arbeid weer zouden terugkrijgen levert deze hervorming geen werkgelegenheid op,

    maar alleen een hoop discussie over lokale inkomenspolitiek en extra administratieve lasten.

    CPB-rapport risico’s decentralisatie sociaal domein

    In hoofdstuk 4 g