Overzicht kabinetsvoornemens en wet- en regelgeving naar
de stand op 25 september 2014
Hieronder volgt een overzicht van kabinetsvoornemens, aanstaande en recente wijzigingen.
Inhoudsopgave
Wijzigingen per 01-01-2015
4. Wijziging eigenwoningforfait inkomstenbelasting: nog niet bekend
6. Wijziging macronorm OZB: 3% voor 2015
7. Wetsvoorstel BIZ: In behandeling EK
8. Naheffingsaanslag parkeerbelasting: in Stcrt.
13. Wijziging leges akten burgerlijke stand: in Stcrt.
15. Wijziging leges rijbewijzen: nog niet bekend
22. Wijziging bedragen kostenwet: nog niet bekend (bijstellingsregeling)
24. Wijziging bijstandsnormen (Halfjaarlijks):nog niet bekend
26. Indexering griffierechten beroep, hoger beroep en cassatie: nog niet bekend
Wijzigingen wellicht in 2014
2. Wijziging Wet WOZ: inwerkingtreding afhankelijk Besluit proceskosten WOZ, openbaarheid
WOZ-waarde woningen, Landelijke Voorziening en afschaffing Fierens-drempel
3. Besluit proceskosten WOZ: vergroten redelijkheid kostenvergoeding bezwaar en beroep
Wijzigingen per 01-07-2014
24. Wijziging bijstandsnormen (Halfjaarlijks): in Stcrt.
Wijzigingen per 01-04-2014
23. Invorderingsrente: wijziging renteregeling invordering: minimaal 4%
Wijzigingen per 09-03-2014
14. Wijziging maximumleges reisdocumenten en andere wijzigingen Paspoortwet: nieuwe
grondslag
Wijzigingen per 06-01-2014
16.Wet basisregistratie personen: gevolgen leges en toeristenbelasting
http://www.vng.nl/onderwerpenindex/belastingenhttp://twitter.com/#!/VNGBelastingen
2
Wijzigingen per 01-01-2014
1. Wijziging Wet WOZ: Verhuurdersheffing III (breder gebruik WOZ-waarde) in Stb. Wijziging
percentages leegstandsratio Inkomstenbelasting en Successiewet. in Stb.
4. Wijziging eigenwoningforfait inkomstenbelasting: bedragen in Stb.
5. Wet elektronische bekendmaking: elektronisch gemeenteblad verplicht in Stb.
6. Wijziging macronorm OZB: percentage macronorm 3,5% (2,45% met korting)
8. Naheffingsaanslag parkeerbelasting: maximumbedrag verhoogd naar € 58
13. Wijziging leges akten burgerlijke stand: bedragen verhoogd naar € 12,50 en € 22,30
15. Wijziging leges rijbewijzen: wet maximering in Stb.
22. Wijziging bedragen kostenwet: kosten dwangbevel wordt € 39, maximum wordt € 11.461
(bijstellingsregeling)
24. Wijziging bijstandsnormen (Halfjaarlijks): in Stcrt.
26. Indexering griffierechten beroep, hoger beroep en cassatie: bedragen in Stb. Inclusief
verhoging Besluit proceskosten bestuursrecht bedrag per punt en maximum verletkosten.
Nieuw
8. Parkeerbelasting: digitalisering handhaving in Stb.
18. Omgevingswet: Wetsvoorstel naar TK
20. Lokaal belastinggebied: aankondiging onderzoek uitbreiding gemeentelijke belastingen
27. Vennootschapsbelasting voor overheidsbedrijven: Wetvoorstel naar TK
28. BTW bij samenwerking: Brief van Stas. FIN
naar inhoudsopgave
3
Inhoudsopgave
Wijzigingen per 01-01-2015..................................................................................................................... 1
Wijzigingen wellicht in 2014..................................................................................................................... 1
Wijzigingen per 01-07-2014..................................................................................................................... 1
Wijzigingen per 01-04-2014..................................................................................................................... 1
Wijzigingen per 09-03-2014..................................................................................................................... 1
Wijzigingen per 06-01-2014..................................................................................................................... 1
Wijzigingen per 01-01-2014..................................................................................................................... 2
Nieuw ....................................................................................................................................................... 2
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 3
Vindplaatsen ............................................................................................................................................ 4
Wetgevingstadium ................................................................................................................................... 4
1. WOZ: breder gebruik ...................................................................................................................... 5
2. WOZ: verruiming openbaarheid, landelijke voorziening, afschaffing Fierens-drempel .................. 7
3. WOZ: proceskosten ........................................................................................................................ 8
4. Wijziging eigenwoningforfait inkomstenbelasting ........................................................................... 9
5. Wet elektronische bekendmaking ................................................................................................. 11
6. Wijziging macronorm OZB ............................................................................................................ 11
7. Wetsvoorstel BIZ ........................................................................................................................... 12
8. Wijziging maximum kosten naheffingsaanslag parkeerbelastingen/ digitalisering parkeerbelasting
13
9. Afschaffing precariobelasting voor nutsbedrijven ......................................................................... 14
10. Transparantie/marktwerking bij retributies .................................................................................... 15
11. Wijziging WOB (omvangrijke verzoeken en kostenregeling) ........................................................ 17
12. Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand ( leges) .................................................... 18
13. Wijziging leges akten burgerlijke stand......................................................................................... 19
14. Wijziging maximumleges reisdocumenten en andere wijzigingen paspoortwet ........................... 19
15. Wijziging leges rijbewijzen ............................................................................................................ 21
16. Wet basisregistratie personen ...................................................................................................... 22
17. Huisvestingswet ( leges) ............................................................................................................ 25
18. Omgevingsrecht ( leges) ........................................................................................................... 25
19. Lokale lasten / verkenning gemeentelijk belastinggebied ............................................................ 27
20. Wijziging Formeel verkeer belastingdienst (AWR) ....................................................................... 30
21. Wijziging Leidraad invordering ...................................................................................................... 30
22. Wijziging bedragen Kostenwet invordering rijksbelastingen......................................................... 30
23. Invorderingsrente .......................................................................................................................... 31
24. Wijziging bijstandsnormen (Halfjaarlijks) ...................................................................................... 32
25. Overheidsvordering....................................................................................................................... 35
26. Verhoging en indexering kosten deskundige, griffierechten beroep, hoger beroep en cassatie . 35
27. Vennootschapsbelasting voor overheidsondernemingen ............................................................. 38
28. BTW bij samenwerking en sport ................................................................................................... 39
29. Gebruikte afkortingen ................................................................................................................... 39
4
Vindplaatsen
Kamerstukken, wetsvoorstellen en wet- en regelgeving kunt u vinden op
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/Pages/UitgebreidZoeken.aspx of voor kamerstukken
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/zoeken/parlementaire_documenten, het is ook mogelijk om
een staatsblad of staatscourantnummer te vinden door achter de volgende link
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/, het Staatsblad (stb-jaar-nummer.html) of
Staatcourantnummer (stcrt-jaar-nummer.hmtl) in te toetsen en de link te volgen: bijvoorbeeld:
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2009-276.html of
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2009-12567.html. WOZ-aangelegenheden kunt u ook
vinden op www.wozinformatie.nl.
Wetgevingstadium
In het overzicht is een balk toegevoegd die het stadium, waarin het wetsvoorstel verkeert, aangeeft.
Waarbij de volgende afkortingen (in chronologische volgorde) worden gebruikt:
VvW: Voorstel van Wet
MvT: Memorie van Toelichting
V: Verslag Tweede Kamer
NnavV: Nota nav Verslag Tweede Kamer
H TK: Handelingen Tweede Kamer
Stm.: Stemming
GVW: Gewijzigd Voorstel van Wet Eerste Kamer
VV: Voorlopig Verslag Eerste Kamer
MvA: Memorie van Antwoord Eerste Kamer
EV: Eindverslag Eerste Kamer
H EK: Handelingen Eerste Kamer
Stb.: Staatsblad
Iw.: Inwerkingtreding
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.
In de wetgevingsbalk zijn weblinks opgenomen naar relevante parlementaire stukken, m.n. de MvT,
en publicatie in Stb en Iw.
naar inhoudsopgave
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/Pages/UitgebreidZoeken.aspxhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/zoeken/parlementaire_documentenhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2009-276.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2009-12567.htmlhttp://www.wozinformatie.nl/
5
1. WOZ: breder gebruik
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtredin
g
Laatste
stukken
Verhuurdersheffing IV
(Wet maatregelen
woningmarkt 2014 II))
33819 Stb. 2013, 583 01-01-2014
Brief minister
over
scenario’s en
WWS
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.
Verhuurdersheffing III
(Wet maatregelen
woningmarkt 2014 I))
33756 Brief minister
intrekking
wetsvoorstel
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.
Verhuurdersheffing 33407 Stb. 2013, 285
Stb. 2013, 284 iw
01-01-2013
Verval per
01-01-2014
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.
Verhuurdersheffing II
(novelle)
33515 Stb. 2013, 284 01-01-2013
Terugwerkende
kracht
Verval per
01-01-2014
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.
Wijziging IB (art. 17a
Uitvoeringsbesluit IB) en
Succ.Wet (art. 10a
Uitvoeringsbesluit Sw)
woning in verhuurde staat
Stb. 2013, 569 01-01-2014
Aanpassing
Woningwaarderings-
stelsel (WWS)
Rapport
varianten
WOZ WWS
Gevolgen voor uitvoering van de Wet WOZ
De verhuurder krijgt belang bij een hogere WOZ-waarde, omdat daarmee een hogere huur kan
worden gevraagd. De verhuurder gaat tegelijkertijd de verhuurderheffing betalen waardoor die belang
krijgt bij een lagere WOZ-waarde. Het aantal bezwaren zal waarschijnlijk toenemen.
Wijzigingen van de uitvoeringsregelingen IB en Succ.wet hebben geen gevolgen voor de uitvoering
van de Wet WOZ.
Korte inhoud Verhuurdersheffing
De Verhuurderheffing heeft een moeizame parlementaire behandeling gehad. Het eerste wetsvoorstel
werd door het tweede wetsvoorstel beperkt tot 2013. Het derde wetsvoorstel werd na behandeling in
de TK ingetrokken omdat een onderdeel mogelijk niet door de EK zou worden aanvaard. Het vierde
wetsvoorstel is zonder dat onderdeel door de EK aanvaard en geldt vanaf 2014.
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33819https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32847-E.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32847-E.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32847-E.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32847-E.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33819-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33819-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-583.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33407/stb-2013-284https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33756https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33756/kst-33756-29https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33756/kst-33756-29https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33756/kst-33756-29https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33756-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33756-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-583.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33407/stb-2013-284https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33407https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33407-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33407-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-285.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33407/stb-2013-284https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33515https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33515-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33515-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-284.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33407/stb-2013-284http://wetten.overheid.nl/BWBR0012066/geldigheidsdatum_24-01-2013#Hoofdstuk5_Artikel17ahttp://wetten.overheid.nl/BWBR0012066/geldigheidsdatum_24-01-2013#Hoofdstuk5_Artikel17ahttp://wetten.overheid.nl/BWBR0002227/geldigheidsdatum_24-01-2013#Hoofdstuk1_Artikel10ahttp://wetten.overheid.nl/BWBR0002227/geldigheidsdatum_24-01-2013#Hoofdstuk1_Artikel10ahttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-569.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-269153.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-269153.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-269153.pdf
6
De verhuurdersheffing wordt geheven van verhuurders van meer dan 10 huurwoningen in de
gereguleerde sector. De heffingvrije voet heeft tot doel verhuurders van slechts enkele woningen
buiten de heffing te laten, waardoor zowel de administratieve lasten voor bedrijven en burgers als de
uitvoeringskosten voor de Belastingdienst aanzienlijk beperkt worden. Door de vrijstelling wordt
bovendien geheven van meer professionele verhuurders. Dit rechtvaardigt de vormgeving van de
heffing als een aangiftebelasting. De grondslag voor de heffing wordt gevormd door de totale WOZ-
waarde van de huurwoningen in de gereguleerde sector van de verhuurder, verminderd met de
waarde van 10 woningen (berekend naar de gemiddelde WOZ-waarde van alle huurwoningen in de
gereguleerde sector van de verhuurder). Het tarief is, gegeven het aantal in de heffing te betrekken
huurwoningen, een afgeleide van de beoogde opbrengst. Voor 2014 wordt uitgegaan van een
opbrengst van € 1.165 miljoen, oplopend tot € 1.700 miljoen in 2017.
De verhuurdersheffing is uitvoerbaar en handhaafbaar door de Belastingdienst.
De verhuurdersheffing wordt vormgegeven als een heffing die moet worden voldaan op aangifte. Er
wordt door de Belastingdienst een digitaal portaal ingericht. Op dit portaal zullen de bij de
Belastingdienst bekende gegevens over de huurwoningen van een verhuurder en de WOZ-waarden
van die woningen worden vermeld.
In de Toelichting wordt invoering van de heffing onder meer gerechtvaardigd door verwijzing naar een
rapport van de OESO (rapport “Tax and Economic Growth” uit 2007) waaruit volgt dat een belasting
op onroerende zaken het minst verstorende effect op het bruto binnenlands product per hoofd van de
bevolking heeft in vergelijking tot indirecte belastingen, inkomstenbelastingen en
vennootschapsbelasting.
Het wetsvoorstel hangt samen met het aanhangige wetsvoorstel dat scheefwonen moet tegengaan en
inmiddels bij de Eerste Kamer ligt (Kamerstukken 33129). Dat wetsvoorstel maakt het mogelijk om
meer huur te vragen aan verhuurders met een hoger inkomen.
Beperking aftrekbare kosten eigen woning
Met de tariefsaanpassing aftrek kosten eigen woning wordt, conform het regeerakkoord, bereikt dat
belastingplichtigen die aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning tegen het tarief van de
vierde schijf in aftrek brengen, ieder jaar een kleiner fiscaal voordeel zullen ervaren als gevolg van die
aftrek. Het fiscale voordeel als gevolg van de aftrek van deze kosten is nu nog gelijk aan het bedrag
dat wordt verkregen door alle aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning te
vermenigvuldigen met het betreffende tabeltarief. Voor zover kosten in aftrek worden gebracht tegen
het tarief van de eerste, tweede of derde schijf blijft dat zo. Voor zover kosten in aftrek worden
gebracht tegen het tarief van de vierde schijf verandert dat en wordt het fiscale voordeel gelijk aan het
bedrag dat aan aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning in aftrek wordt gebracht,
vermenigvuldigd met het in dat jaar geldende aangepaste tarief. Dat aangepaste tarief bedraagt in
2014 51,5% en wordt vervolgens jaarlijks met stappen van 0,5%-punt verlaagd.
Woningwaarderingsstelsel
Bovendien zal ook het woningwaarderingsstelsel (WWS) worden gewijzigd met de WOZ-waarde, in
combinatie met het huidige WWS, als element voor het bepalen van de huur. Op welke wijze dat
wordt ingevuld is nog onbekend.
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/behandelddossier/33129
7
Korte inhoud wijzigingen IB en Successiewet
De percentages in art. 17a Uitvoeringsbesluit IB en art. 10a Uitvoeringsbesluit Successiewet wijzigen
vanwege de ontwikkelingen van de WOZ-waarden. In de toelichting op de wijziging staat het
volgende:
De in artikel 17a, tweede lid, van het UBIB 2001 opgenomen tabel wordt gewijzigd in verband met de
toegezegde periodieke toetsing op actualiteit. In deze tabel kan de leegwaarderatio worden afgelezen
waarmee de op grond van de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde (WOZ-waarde)
van een woning vermenigvuldigd mag worden om de waarde in verhuurde staat van die woning voor
box 3 vast te stellen. Op basis van onderzoek naar verkoopprijzen van verhuurde woningen in 2012 is
gebleken dat er aanleiding is de bestaande tabel aan te passen. Gebleken is namelijk dat de
verkoopprijzen van verhuurde woningen in relatie tot de WOZ-waarde van die woningen zijn gewijzigd
ten opzichte van 2011. De verkoopprijzen van verhuurde woningen met een hoge huur zijn in relatie
tot de WOZ-waarde gestegen, terwijl de verkoopprijzen van woningen met een lage huur juist iets zijn
gedaald in relatie tot de WOZ-waarde.
De in artikel 10a, tweede lid, van het UBSW 1956 opgenomen tabel wordt gewijzigd in verband met de
periodieke toetsing op actualiteit. Op basis van deze tabel wordt de in aanmerking te nemen waarde
van verhuurde woningen bepaald. De tabel is gelijkluidend aan die welke in artikel 17a, tweede lid,
van het UBIB 2001 is opgenomen om de waarde van verhuurde woningen voor box 3 in de
inkomstenbelasting te bepalen. Op grond van de marktontwikkelingen van verhuurde woningen is er
aanleiding de waardering van verhuurde woningen aan te passen. De ondergrens van de tabel wordt,
voor wat betreft de leegwaarderatio, verlaagd naar 45% en de bovengrens wordt verhoogd van 78%
naar 85%. Omdat de transacties een vlakkere trendlijn veroorzaken, worden de stappen van halve
procenten gewijzigd in stappen van één procent om te voorkomen dat de tabel te lang wordt.
naar inhoudsopgave
2. WOZ: verruiming openbaarheid, landelijke voorziening, afschaffing
Fierens-drempel
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste
stukken
Wetsvoorstel Wet WOZ:
openbaarheid WOZ-
waarde, landelijke
voorziening, afschaffing
Fierens
33462 Stbl. 2013, 129 Streven
Medio 2014
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.
Wijziging
Uitvoeringsbesluit
kostenverrekening en
gegevensverstrekking
ivm de landelijke
voorziening WOZ
Ontwerpbesluit Streven
Medio 2014
Advies RvS
Modernisering Wet WOZ
(internetconsultatie)
afgerond Reacties op
internet-
consulaties
http://wetten.overheid.nl/BWBR0012066/geldigheidsdatum_24-01-2013#Hoofdstuk5_Artikel17ahttp://wetten.overheid.nl/BWBR0002227/geldigheidsdatum_24-01-2013#Hoofdstuk1_Artikel10ahttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33462https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33462-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33462-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-129.htmlhttp://www.raadvanstate.nl/adviezen/zoeken_in_adviezen/zoekresultaat/documenten/W.06.12.0287.pdfhttp://www.raadvanstate.nl/adviezen/zoeken_in_adviezen/zoekresultaat/?advicepub_id=10520http://www.internetconsultatie.nl/woz/reactieshttp://www.internetconsultatie.nl/woz/reactieshttp://www.internetconsultatie.nl/woz/reacties
8
Gevolgen voor uitvoering van de Wet WOZ
De openbaarheid van de WOZ-waarde van woningen en de landelijke voorziening WOZ zal wellicht
tot minder gegevensverstrekking van individuele gemeenten leiden, maar zal ook kunnen leiden tot
meer bezwaren. Het Besluit proceskosten WOZ zal uiterlijk tegelijkertijd met de verruiming van de
openbaarheid moeten worden ingevoerd (zie onder 3.).
Korte inhoud Wetsvoorstel openbaarheid WOZ-waarde en technische wijzigingen
Het wetsvoorstel behandelt de volgende onderwerpen:
- Openbaarheid WOZ-gegevens voor woningen,
- Landelijke voorziening Wet WOZ,
- Afschaffing Fierens-marge,
Het wordt door openbaarheid van de WOZ-waarde mogelijk om de WOZ-waarde van een woning op
te vragen. Een transparantere WOZ-waarde draagt bij aan de acceptatie van de WOZ-waarde door
burgers en verbetert de kwaliteit van die WOZ-waarde. Met de realisatie van een landelijke
voorziening WOZ kunnen burgers eenvoudig en laagdrempelig de WOZ-waarde opvragen bij één
centraal punt. Zij kunnen dan de WOZ-waarde van hun woning vergelijken met de WOZ-waarde van
zelf gekozen woningen, zonder dat dit leidt tot een grotere uitvraag en daarmee tot hogere kosten
voor gemeenten. Ook wordt ingegaan op een aantal pilots dat gehouden is met betrekking tot een
meer informele wijze van contact met de burgers. Met deze meer informele wijze van contact tussen
gemeenten en belanghebbenden hoeven belanghebbenden niet meteen in bezwaar te komen tegen
hun WOZ-beschikking. Voor gemeenten biedt het leggen van informeel contact ook voordelen, zeker
na het buiten toepassing raken van de Fierensmarge.
Een concept-wetsvoorstel is via een internet ter consultatie voorgelegd. In dat voorstel stonden ook
bepalingen voor een informele bezwarenafhandeling, maar dat deel is, na commentaar van oa. de
VNG niet meer in wetsvoorstel opgenomen. Wel wordt in de Memorie van toelichting gewezen op de
informele wijze van bezwarenafhandeling en de monitoring daarvan door de Waarderingskamer.
Korte inhoud internetconsultatie Modernisering Wet WOZ
Via een internetconsultatie heeft een ieder de gelegenheid gekregen commentaar te leveren op het
concept-wetsvoorstel Modernisering Wet WOZ. De VNG heeft afzonderlijk gereageerd op het
conceptvoorstel (http://www.vng.nl/smartsite.dws?id=115769).
naar inhoudsopgave
3. WOZ: proceskosten
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste
stukken
Besluit proceskosten Wet
WOZ (concept
internetconsultatie)
Internet-
consultatie
Reacties op
internet-
consulaties
Publicatie richtlijn
gerechtshoven en
rechtbanken voor
vergoeding taxatiekosten
Strcrt. 2012,
26039
http://www.vng.nl/smartsite.dws?id=115769http://www.internetconsultatie.nl/proceskostenvergoeding_woz/http://www.internetconsultatie.nl/proceskostenvergoeding_woz/http://www.internetconsultatie.nl/proceskostenvergoeding_woz/reactieshttp://www.internetconsultatie.nl/proceskostenvergoeding_woz/reactieshttp://www.internetconsultatie.nl/proceskostenvergoeding_woz/reactieshttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-26039.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-26039.html
9
in WOZ-zaken
Gevolgen voor uitvoering van de Wet WOZ
Het Besluit proceskosten bestuursrecht heeft een aantal tekortkomingen Een concept Besluit
proceskosten WOZ is op internet ter consultatie aangeboden. Dat gaat uit van een redelijke
tegemoetkoming. Het Besluit proceskosten WOZ zal uiterlijk tegelijkertijd met de verruiming van de
openbaarheid moeten worden ingevoerd. De Raad van State heeft het ministerie van VenJ advies
gegeven, maar dat heeft vooralsnog niet een regeling geleid.
Korte inhoud concept Besluit proceskosten WOZ
Dit besluit van de kosten die een partij of een belanghebbende maakt in verband met de behandeling
van een door hem ingediend bezwaar- of beroepschrift in een procedure over de WOZ-waarde. De
inhoud is onbekend.
De VNG heeft een reactie op het concept gegeven. Daarbij is gewezen op de algemene taxatiepraktijk
waarbij 10% als een redelijke afwijking wordt aangemerkt.
Korte inhoud Richtlijn rechtscolleges
Gerechtshoven en rechtbanken hebben een uniforme richtlijn opgesteld voor kosten van
taxatiewerkzaamheden. Die richtlijn is gepubliceerd (Staatscourant 2012, 26039):
Een uurtarief van € 50,-- exclusief BTW voor een woningtaxatie is redelijk.
Een uurtarief van € 65 exclusief BTW is redelijk voor een kantoorpand.
Een uurtarief volgens het gedeclareerde tarief met als maximum het bedrag in artikel 6 van het Besluit
tarieven in strafzaken van € 116,09 exclusief BTW voor incourante niet-woningen. Voor het BTW-tarief
wordt aangesloten bij de tijdstip van het verrichten van de dienst.
naar inhoudsopgave
4. Wijziging eigenwoningforfait inkomstenbelasting
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken
Belastingplan 2008:
Verval maximum,
geleidelijke verhoging
31205 Stb. 2007, 562 01-01-2009 t/m
01-01-2016
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.
Bijstellingsregeling:
Jaarlijkse wijziging
percentages en
bedragen
Stcrt. 2013,
35144
01-01-2014
Gevolgen eigenwoningforfait
Het forfaitpercentage van de WOZ-waarde van de eigen woning bedraagt voor 2014 (aangifte in
2015):
Als de WOZ-waarde meer
is dan
maar niet meer dan bedraagt het forfaitpercentage
– € 12.500 Nihil
€ 12.500 € 25.000 0,25% van deze waarde
http://www.vng.nl/onderwerpenindex/belastingen/wet-woz/nieuws/reactie-vng-op-concept-besluit-proceskosten-wozhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/31205https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2007-562.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2007-562.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2013-35144.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2013-35144.html
10
€ 25.000 € 50.000 0,40% van deze waarde
€ 50.000 € 75.000 0,55% van deze waarde
€ 75.000 € 1.040.000 0,70% van deze waarde
€ 1.040.000 – € 7.350 vermeerderd met 1,80% van de
eigenwoningwaarde voor zover deze uitgaat boven
€ 1.040.000.
Voor 2013 (aangifte in 2014):
Als de WOZ-waarde meer
is dan
maar niet meer dan bedraagt het forfaitpercentage
– € 12.500 Nihil
€ 12.500 € 25.000 0,20% van deze waarde
€ 25.000 € 50.000 0,35% van deze waarde
€ 50.000 € 75.000 0,45% van deze waarde
€ 75.000 € 1.040.000 0,60% van deze waarde
€ 1.040.000 – € 6.240 vermeerderd met 1,30% van de
eigenwoningwaarde voor zover deze uitgaat boven
€ 1.040.000.
De cijfers voor 2015 (aangifte 2016) worden eind 2014 bekend gemaakt.
Korte inhoud indexering
In artikel 3.112 van de Wet IB 2001 blijft het percentage voor de berekening van het in aanmerking te
nemen voordeel voor woningen met een waarde lager dan € 12.500 gelijk; het percentage voor
woningen met een waarde tussen € 12.500 en € 50.000 gaat met 0,05%-punt omhoog; voor woningen
met een waarde tussen € 50.000 en € 1.040.000 gaat het percentage met 0,1%-punt omhoog. Voor
woningen met een waarde van € 1 040 000 of hoger gaat het naast het minimumbedrag geldende
percentage ingevolge artikel 10.3a van de Wet IB 2001 – na afronding – met 0,25%-punt omhoog.
Belastingplan 2008
Bij 3e NvW is het wetsvoorstel Belastingplan 2008 gewijzigd. Met deze NvW wordt de verhoging van
het eigenwoningforfait voor een woningwaarde boven € 1 mln., geleidelijker ingevoerd dan
oorspronkelijk was voorgesteld. Vanaf 2010 wordt het eigenwoningforfait stapsgewijs voor een
woningwaarde boven € 1 mln. verhoogd. Deze verhoging zal in zeven gelijke stappen gaan in de jaren
2010 tot en met 2016, zodat in dat laatste jaar voor een woningwaarde boven € 1 mln. een
eigenwoningforfait geldt van 2,35%. Voor 2014 is het percentage voor de hoogste categorie verhoogd
naar 1,80%. Voor
naar inhoudsopgave
11
5. Wet elektronische bekendmaking
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken
Elektronisch
Publicatie van
algemeen
verbindende
voorschriften en
andere besluiten van
algemene strekking
31084 Stb. 2008, 551
Stb. 2012, 331
01-01-2014
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.
Gevolgen voor de belastingheffing (artikel 139 Gemeentewet)
De inwerkingtreding van de laatste onderdelen van de wet heeft gevolgen voor de publicatie van
belastingverordeningen en andere algemeen verbindende voorschriften. De wet verplicht het om de
bekendmaking op elektronische wijze via een digitaal gemeenteblad op internet te publiceren.
Korte inhoud
Het laatste onderdeel (artikel XII) is op 1 januari 2014 in werking getreden. Gemeenten (en provincies
en waterschappen) zijn verplicht hun algemeen verbindende voorschriften op via een digitaal
gemeenteblad op internet te publiceren. Het ministerie van BZK komt met een centrale
publicatievoorziening. Hiermee kunnen gemeenten het hier bedoelde elektronische publicatieblad
produceren. Tot 2014 was de bekendmaking in een elektronisch blad voor decentrale overheden
facultatief.
naar inhoudsopgave
6. Wijziging macronorm OZB
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken
Macronorm
wijziging
01-01-2015
Begrotingsstaat
gemeentefonds
16-09-2014
Brief MIN FIN
15-09-2014
Bijlage
Evaluatierapport
macronorm OZB
Gevolgen belastingheffing (MV OZB artikel 5; MV BRWBR artikel 7)
De landelijke begrenzing voor stijging van OZB-opbrengsten voor het 2015 wordt 3%. De systematiek
voor berekening van de macronorm zal in 2015 worden herzien. Daarbij wordt rekening gehouden met
de evaluatie van de werking van de macronorm.
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/31084https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2008-551.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2012-331.htmlhttp://wetten.overheid.nl/BWBR0005416/TitelIII/HoofdstukVIII/5/Artikel139/ingangsdatum_01-01-2014/geldigheidsdatum_26-08-2014https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-B-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-B-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/34000-B/kst-34000-B-5https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-379971.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-379971.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-379971.pdf
12
Vaststellen macronorm 2014 (tekst brief MIN FIN 2014)
In het rapport concludeert de werkgroep dat de macronorm onroerende zaakbelasting (OZB) geen
effectief beheersingsinstrument is gebleken. Om die reden heeft de werkgroep voorgesteld deze norm
af te schaffen. Door de werkgroep wordt een aantal mogelijke alternatieven geschetst. Het kabinet
vindt de alternatieven in het rapport nog onvoldoende uitgewerkt om reeds nu te besluiten tot
aanpassing of afschaffing van de huidige norm. Derhalve wordt de macronorm OZB in 2015 nog
gehandhaafd als instrument. Conform de afgesproken berekeningssystematiek bedraagt de norm voor
2015 3,0% over € 3,711 miljard. Vooral met het oog op de omvangrijke decentralisaties per 2015 heeft
het kabinet besloten om dat jaar met een schone lei te beginnen. Dat betekent dat de overschrijding
van de macronorm OZB in 2014 met € 11 miljoen niet in mindering wordt gebracht op de macronorm
voor 2015.
Nu de macronorm in 2015 wordt gehandhaafd zullen in lijn met het rapport nadere afspraken worden
uitgewerkt over het spelregelkader. Daarbij gaat het om de factoren die worden betrokken bij de
bestuurlijke weging van een eventuele overschrijding van de norm, een communicatielijn over de
cijfers inzake de lokale lasten en OZB-ontwikkeling alsmede het moment van communiceren.
Het kabinet is voor 2016 en verder voornemens om samen met de VNG te komen tot een
woonlastennorm. Daartoe zal door de werkgroep die het evaluatierapport over de macronorm OZB
heeft opgesteld de variant van woonlastennorm verder worden uitgewerkt ten behoeve van
besluitvorming in het Bofv in het voorjaar van 2015.
Het rapport Evaluatie macronorm is als bijlage bij de brief gevoegd.
naar inhoudsopgave
7. Wetsvoorstel BIZ
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken
Internetconsultatie 23-08-2013
Einde consultatie
Internetconsulatie
Wet
bedrijveninvesterings-
zones
33917 Handelingen TK TK
02-09-2014
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.
Gevolgen voor de BIZ-heffing
De Experimentenwet BIZ wordt omgezet in een permanente wet. De modelverordening BIZ wordt
gewijzigd.
Korte inhoud concept Wetsvoorstel BIZ permanent
Het wetsvoorstel brengt een aantal wijzigingen ten opzichte van de Experimentenwet BIZ.
1. De Experimentenwet BI-zones wordt een permanente wet.
2. Eigenaren van onroerende zaken krijgen een aanslag BIZ-bijdrage.
4. Activiteiten op internet die (mede) in het publiek belang zijn kunnen via de BIZ-bijdrage worden
bekostigd.
5. Activiteiten die gericht zijn op de economische ontwikkeling van de BI-zone kunnen ook via de BIZ-
bijdrage worden bekostigd. Het gaat onder meer om gebiedspromotie (voorbeelden genoemd tijdens
TK behandeling kerstverlichting, Sintviering, braderie met concert en een wijkmanager).
http://www.internetconsultatie.nl/bedrijveninvesteringszoneshttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33917https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20132014-101-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33917/kst-33917-2https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33917/kst-33917-3https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33917-A.html
13
Bij amendement is ook de verplichting voor de gemeenteraad opgenomen om een Service Level
Agreement met de ondernemersorganisatie te sluiten.
naar inhoudsopgave
8. Wijziging maximum kosten naheffingsaanslag parkeerbelastingen/
digitalisering parkeerbelasting
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken
Wijziging
maximumbedrag
Stcrt. 2014-24520 01-01-2015
Wet
parkeerbelasting
per minuut
33587
en voor particulier
parkeren
33707
Brief VNG
10 april 2014
NnavV
31-07-2014
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.
Digitalisering
parkeerbelasting
33697 Stb. 2014, 255 Nog niet bekend
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.
Korte inhoud
Het maximumbedrag voor de kosten van het opleggen van de naheffingsaanslag parkeerbelastingen
is voor 2015 vastgesteld op € 59 (bedrag 2014: € 58).
De naheffingsaanslag kan worden toegezonden of uitgereikt om digitale handhaving van
parkeerbelasting mogelijk te maken (Digitalisering parkeerbelasting).
De initiatiefwetsvoorstellen parkeerbelasting per minuut beogen de verplichting op te nemen om
parkeerders per minuut te laten betalen. De VNG heeft geadviseerd de wetsvoorstellen in te trekken.
Toelichting Naheffing parkeerbelastingen (MvT)
Gemeenten kunnen belasting heffen voor het parkeren van een voertuig. Als deze belasting niet wordt
voldaan door degene die het voertuig heeft geparkeerd, kan een naheffingsaanslag worden opgelegd
van maximaal € 56 (per 1 januari 2013; artikel 3, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke
parkeerbelastingen (Stcrt. 2012, nr. 14948). Bij een naheffingsaanslag is thans geen aankondiging op
het voertuig verplicht gesteld. Uit een oogpunt van harmonisering wordt voorgesteld in de
Gemeentewet te verduidelijken dat het desbetreffende aanslagbiljet ofwel conform de regels van de
Invorderingswet 1990 kan worden toegezonden of uitgereikt aan de belastingschuldige, ofwel kan
worden aangebracht op of aan het voertuig. De gemeenten hadden reeds de keuzevrijheid in de wijze
van naheffen van parkeerbelastingen en sommige gemeenten hebben daarom reeds de digitalisering
daarvan ingezet. De Gemeente Amsterdam is bijvoorbeeld voornemens om het betaald parkeren op
straat volledig te digitaliseren door kentekenparkeren verplicht te stellen. Alle parkeerders – niet zijnde
vergunninghouders – dienen per 1 juli 2013 verplicht hun kenteken in te voeren via de
parkeerautomaat of de mobiele telefoon. Een parkeerkaartje is derhalve niet nodig en de beschikking
wordt rechtstreeks naar de eigenaar van de auto verstuurd. De uitvoeringskosten van de
verkeershandhaving kunnen hierdoor aanzienlijk dalen.
In artikel 225 van de Gemeentewet is bepaald dat de gemeente parkeerbelastingen mag heffen. De
voorgestelde wijziging ziet op artikel 234 van de Gemeentewet, de bepaling over de wijze van
bekendmaking van de naheffing indien de parkeerbelasting niet is voldaan. Ten tijde van de invoering
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-24520.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33587https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33707http://www.vng.nl/files/vng/brieven/2014/bentv_m_u201400845_51325_tds.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33707/kst-33587-6https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33587/kst-33587-2https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33587/kst-33587-3https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33697/stb-2014-255https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33697https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33697/kst-33697-2https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33697/kst-336597-3https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33697/stb-2014-255https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33697/stcrt-2012-14948.html
14
van de parkeerbelasting was het nog nauwelijks mogelijk om te achterhalen van wie de auto was. De
toezending van de naheffing was daarom niet mogelijk. Het uitreiken was eveneens slechts in
beperkte mate mogelijk, omdat men in de praktijk meestal geen bestuurder aantrof. Daarom is
indertijd bepaald dat in afwijking van artikel 8 van de Invorderingswet 1990, een aanslagbiljet ook kan
worden aangebracht op het voertuig. Inmiddels kan men op grond van de techniek eenvoudig
achterhalen wie de houder van het voertuig is. De hoofdregel van artikel 8 van de Invorderingswet
1990, dat een belastingaanslag bekend wordt gemaakt door toezending of uitreiking van het
aanslagbiljet aan de belastingschuldige kan daarom weer gevolgd worden. Tegelijkertijd blijft in
afwijking daarvan de mogelijkheid bestaan om op «oude» manier een aanslagbiljet op het voertuig
aan te brengen. Gemeenten kunnen kiezen voor digitale handhaving of voor handhaving met papieren
bonnen. Voor de algemene toelichting op deze voorgestelde wijziging zij verwezen naar paragraaf 3.4
van het algemeen deel van deze memorie van toelichting.
Uitvoeringskosten parkeerbelastingen
Voor de veelvoorkomende overtredingen inzake het fiscaal parkeren valt op te merken dat gemeenten
verwachten dat bij volledige digitale handhaving van de naheffing van het niet voldoen van een
parkeerbelasting, per saldo flinke bezuinigingen kunnen worden gerealiseerd op het terrein van de
uitvoeringskosten. Zo verwacht de Gemeente Amsterdam een jaarlijkse lastenreductie van circa 20
miljoen euro wanneer per 1 juli 2013 volledig digitaal wordt gehandhaafd door de verplichtstelling van
het kentekenparkeren in deze gemeente (Gemeente Amsterdam, «Nota betaald parkeren op straat
per 1 juli 2013»). Op deze wijze wordt namelijk de efficiency van de gemeentelijke handhaving
verbeterd, aangezien enkel nog de kentekens hoeven te worden gescand. Verder is de verwachting
dat het aantal controles wordt verdubbeld met als gevolg een verhoging van de pakkans. Tot slot
wordt de parkeerboete rechtstreeks naar de eigenaar van het voertuig verstuurd en zijn uiteindelijk
minder mensen nodig voor de parkeercontrole en om de naheffingsaanslag te verwerken.
De geraamde lastenvermindering is niet gekoppeld aan dit wetsvoorstel en zal pas volledig kunnen
zijn gerealiseerd op het moment dat de veelvoorkomende overtredingen overal in het land digitaal
worden gehandhaafd. Tot dat moment zal op sommige plaatsen vooralsnog met de papieren
combibon worden gewerkt (zie paragraaf 3.2).
naar inhoudsopgave
9. Afschaffing precariobelasting voor nutsbedrijven
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken
Afschaffing
precariobelasting
voor ondergrondse
infrastructuur
Begrotingsstaat
gemeentefonds
2015 (MvT)
16-09-2014
Motie Van der
Burg over
precariobelasting
op netwerken van
nutsbedrijven
32 500-VII, nr. 9
07-12-2010
Gevolgen belastingheffing (MV Precariobelasting artikel 4)
Als het wetsvoorstel wordt aangenomen dan betekent dit dat gemeenten geen precariobelasting meer
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-B-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-B-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32500-VII-9.html
15
kunnen heffen op infrastructuur van nutsbedrijven. Over een eventuele afschaffing is nog niets
duidelijk. Het MIN van BZK bestudeert de mogelijkheden.
Korte inhoud
De bedoeling is om een vrijstelling van precariobelasting voor infrastructuur van nutsbedrijven in de
wet op te nemen. Aanleiding hiervoor was de Motie Van der Burg die ertoe strekt om zo snel mogelijk
het wetsvoorstel vrijstelling precariobelasting op netwerken van nutsbedrijven in te dienen. De MIN
van BZK stelt zijn brief van 30 juni 2011 dat in overleg met de VNG en de Unie van Waterschappen
zal worden gezocht naar een uitwerking van het wetsvoorstel, waarbij de gevolgen voor de decentrale
overheden zo beperkt mogelijk worden gehouden. Gedacht wordt aan een overgangstermijn voor de
decentrale overheden die nu al precariobelasting heffen.
In de MvT op de Begrotingsstaat van het gemeentefonds staat:
4.3.4. Precariobelasting
De precariobelasting is in 2014 gestegen naar € 132 miljoen, een stijging van 14,4 procent. De
Minister informeert de Tweede Kamer in het najaar van 2014 over het wetsvoorstel afschaffing
precario van nutsbedrijven, inclusief zijn bevindingen met betrekking tot de alternatieven. Er wordt dan
ook besloten of het wetsvoorstel in zijn huidige vorm wordt ingediend.
In september 2012 heeft de Raad van State advies uitgebracht over het wetsvoorstel tot afschaffing
van de precariobelasting op infrastructuur van nutsbedrijven. De inhoud van het advies is nog niet
bekend. Het wordt pas openbaar bij indiening van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer. Op een
eerder wetsvoorstel met dezelfde strekking heeft de RvS zeer kritische gereageerd. Belangrijkste
kritiek van de RvS en redenen om het eerdere wetsvoorstel niet in te dienen waren dat het
wetsvoorstel een meer omvattende, consistente visie op het totale decentrale belastinggebied
ontbeert en dat de noodzaak van het wetsvoorstel is komen te vervallen nu geen sprake is van een
lastenverlichting voor de burger.
Het ministerie van BZK heeft in april 2013 laten weten dat de MIN van BZK meer tijd neemt om te
studeren op reële alternatieven. Hij onderzoekt of een analogie met de ‘gedoogconstructie’ in de
Telecomwet mogelijk is. Het wetsvoorstel tot afschaffing precariobelasting op kabels en leidingen van
nutsbedrijven houdt hij tot die tijd aan. In tegenstelling tot het bericht in de junicirculaire 2012 dat in de
zomer van 2012 een wetsvoorstel zou worden ingediend, is er nog geen wetsvoorstel bij de TK
ingediend. Het is nog niet bekend wanneer de wet in werking treedt.
naar inhoudsopgave
10. Transparantie/marktwerking bij retributies
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken
Aanbieding
Handreiking
kostentoerekening
leges en tarieven
29515-199 Onderzoek naar mate
uniformiteit en
transparantie leges
omgevingsvergunning
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32500-VII-109.html)https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29515-199.pdf
16
Rapport Deloitte
12-10-2012
Wet markt en
overheid (wijziging
mededingingswet
31354 Stb. 2011, 162
(08-04-2011)
Stb. 2012, 254
iw (14-06-2012)
Stb. 2012, 255
(Besluit markt
en overheid)
(14-06-2012)
01-07-2012
Overgangsrecht
tot
01-07-2014
Stb. 2012, 255
Besluit markt en
overheid
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw
Gevolgen belastingheffing transparantie (MV Retributies zoals Leges, Reinigingsrechten,
Lijkbezorgingsrechten en Bestemmingsheffingen zoals Riool- en afvalstoffenheffing)
Gemeenten moeten hun kostenberekeningen bij de retributies en andere kostengerelateerde
heffingen transparanter maken. Gemeenten kunnen daartoe ondersteuning krijgen van de VNG
(vng.nl).
Gevolgen belastingheffing marktwerking (MV Retributies, zoals Leges, Reinigingsrechten en
Lijkbezorgingsrechten)
Als de gemeente retributies voor economische activiteiten heft, moet zij ten minste de integrale
kostprijs doorberekenen. Dit kan zich voordoen bij reinigingsrechten, lijkbezorgingsrechten, leges,
liggelden, havengelden, brandweerrechten.
Korte inhoud
De zgn. Wet Markt en Overheid heeft het doel concurrentievervalsing tegen te gaan en zo gelijk
mogelijke concurrentieverhoudingen tussen overheden en bedrijven te creëren. De wet bevat vier
gedragsregels die gelden als overheden economische activiteiten verrichten. De gedragsregels uit de
Wet Markt en Overheid zijn opgenomen in de Mededingingswet (hoofdstuk 4b). Kiest een overheid
ervoor om goederen of diensten op de markt aan te bieden, dan moet zij zich aan de gedragsregels
houden. De vier gedragsregels zijn:
1. Integrale kostendoorberekening: overheden moeten ten minste de integrale kosten van een
economische activiteit doorberekenen in de (verkoop)prijs.
2. Bevoordelingsverbod van overheidsbedrijven: overheden mogen hun eigen overheidsbedrijven
niet bevoordelen boven concurrerende bedrijven.
3. Gegevensgebruik: overheden mogen de gegevens waar ze over beschikken niet hergebruiken
voor andere, economische activiteiten, tenzij de gegevens ook voor andere marktpartijen onder
dezelfde voorwaarden beschikbaar zijn.
4. Functiescheiding: heeft een overheid bij bepaalde economische activiteiten een bestuurlijke rol, en
voert zij die economische activiteiten ook zelf uit, dan mogen niet dezelfde personen betrokken
zijn bij de bestuurlijke en de economische activiteiten van die organisatie.
Voor al op 30 juni 2012 bestaande economische activititeiten of overeenkomsten geldt
overgangsrecht: voor gedragsregel 1 t/m 3 tot 1 juli 2014 en voor gedragsregel 4 tot 1 juli 2013.
Het op de wet gebaseerde Besluit markt en overheid bevat regels voor overheden over de
doorberekening van kosten en de toepassing van het bevoordelingsverbod.
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-188748.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/zoeken/resultaat/?zkt=Eenvoudig&pst=&vrt=31354https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2012-255.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31354-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31354-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2011-162.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2012-254.htmlhttp://www.vng.nl/onderwerpenindex/belastingen/leges/nieuws/vng-ondersteunt-gemeenten-om-nog-transparanter-te-zijnhttp://wetten.overheid.nl/BWBR0031654
17
Er zijn uitzonderingen mogelijk. Zo kan de gemeenteraad een economische activiteit als dienst van
algemeen belang aanwijzen (artikel 25h, vierde en vijfde lid, Mededingingswet). De gedragsregels
gelden dan niet. In de Handreiking Wet Markt en Overheid staan de uitzonderingen beschreven. De
handreiking is een praktische gids voor overheden die met de Wet Markt en Overheid te maken
krijgen. Aan de hand van een 'beslisboom' en door 9 vragen te beantwoorden kunnen overheden
nagaan of de Wet Markt en Overheid op hen van toepassing is. De Autoriteit Consument en Markt
(ACM: fusie van de Nederlandse mededingingsautoriteit (Nma), Opta en Consumentenautoriteit)
houdt toezicht op de naleving van de gedragsregels. Ondernemers die vinden dat de overheid
oneerlijk concurreert en zich niet aan de gedragsregels houdt, kunnen een klacht indienen bij de
organisatie waar zij problemen mee hebben. Ook kunnen zij met hun klacht over oneerlijke
concurrentie terecht bij de ACM. De ACM kan dan een onderzoek instellen naar
concurrentievervalsing. Als de ACM vaststelt dat de wet wordt overtreden, kan zij een last onder
dwangsom opleggen.
Gemeenten kunnen zich bij de ACM aanmelden om een audit te laten uitvoeren over de economische
activiteiten die zij zien.
naar inhoudsopgave
11. Wijziging WOB (omvangrijke verzoeken en kostenregeling)
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste
stukken
Internetconsultatie concept-
wetswijziging WOB
01-10-2012
(einddatum
consultatie)
Internet-
consultatie
01-10-2012
(afgerond)
Internetconsultatie
voorkoming misbruik WOB-II
Internet-
consultatie
19-08-2014
(afgerond)
Initiatiefwet Voortman en
Schouw (vh Peters) open
overheid
33328 NnavV
13-05-2014
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw
Korte inhoud internetconsultatie (MV Leges Tarieventabel Titel 1)
Het nieuwe concept-wetsvoorstel (voorkoming misbruik WOB-II) beoogt het op innen van geld
gerichte misbruik van de Wob tegen te gaan, door loskoppeling van de wet dwangsom van de WOB
en het tegengaan van WOB-verzoeken gericht op proceskosten en beroepen bij de rechter via de wet
dwangsom. De consultatie is afgerond. De reacties daarop zijn hier te vinden.
Het concept-wetsvoorstel regelt dat de overheid onredelijke verzoeken om informatie niet in
behandeling hoeft te nemen. Bij zeer omvangrijke verzoeken kan onder bepaalde voorwaarden de
beslistermijn worden opgeschort en is het mogelijk deze verzoeken alleen voor een bepaald deel te
behandelen. Hergebruik van openbare overheidsinformatie wordt vergemakkelijkt en er wordt een
uniforme kostenregeling voorgesteld. Ten slotte bevat het wetsvoorstel regelingen voor zogenaamde
bijzondere verstrekkingen.
http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=handreiking+wet+markt+en+overheid&source=web&cd=3&ved=0CDsQFjAC&url=http%3A%2F%2Fwww.rijksoverheid.nl%2Fbestanden%2Fdocumenten-en-publicaties%2Frichtlijnen%2F2012%2F07%2F05%2Fhandreiking-markt-en-overheid%2Fhandreikinghttp://www.internetconsultatie.nl/wetaanpassingwobhttp://www.internetconsultatie.nl/wetaanpassingwobhttp://www.internetconsultatie.nl/wetvoorkomenmisbruikwobhttp://www.internetconsultatie.nl/wetvoorkomenmisbruikwobhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33328https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33328/kst-33328-12https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33328-8.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33328-9.htmlhttp://www.internetconsultatie.nl/wetvoorkomenmisbruikwob/reacties
18
Korte inhoud Initiatiefwet (MV Leges Tarieventabel Titel 1)
Het doel van deze wet is om overheden en semi-overheden transparanter te maken, om zo het belang
van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische rechtsstaat, de burger, het bestuur
en economische ontwikkeling beter te dienen.
De mogelijkheid om kosten in rekening te brengen wordt in artikel 8.5 voor alle organen beperkt tot de
redelijke kosten die gemaakt worden bij het vervaardigen van kopieën. Bij algemene maatregel van
bestuur kunnen voor alle organen nadere regels gesteld worden met betrekking tot de redelijke
vergoeding. De Raad van State is kritisch.
naar inhoudsopgave
12. Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand ( leges)
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken
Elektronische
dienstverlening
burgerlijke stand
30844 Bij KB Brief MIN pilots
10 juli 2014
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw
Gevolgen voor legesheffing (MV Leges Tarieventabel Titel 1, H1)
De (facultatieve) elektronische dienstverlening leidt tot administratieve besparingen voor burger en
bedrijfsleven, waaronder besparing aan leges die nu voor over te leggen stukken dienen te worden
betaald. Bijvoorbeeld: bij huwelijk hoeft geen afschrift of uittreksel uit de geboorteakte en het
gewaarmerkte afschrift uit de GBA meer te worden overgelegd, waardoor legesheffing voor deze
afschriften niet meer aan de orde is. De papieren dienstverlening blijft echter wel bestaan, waardoor
het volgens VNG en NVvB onzeker is of de totale kosten van de dienstverlening en daarmee de leges
omlaag gaan.
Korte inhoud
Het wetsvoorstel heeft tot doel om een aanzienlijke lastenvermindering voor de burger te realiseren
door het wettelijke kader te scheppen voor de elektronische aangifte van geboorte, voorgenomen
huwelijk en geregistreerd partnerschap, en voor de elektronische verkrijging van uittreksels en
afschriften van de daarop betrekking hebbende akten. Dat biedt de burger in die gemeenten die voor
elektronische dienstverlening kiezen, een plaats- en tijdsonafhankelijke toegang tot de burgerlijke
stand en levert hem een tijd- en kostenbesparing op. Tevens wordt een lastenverlichting voor het
bedrijfsleven bewerkstelligd door de elektronische aangifte van overlijden door uitvaartondernemers
mogelijk te maken.
De financiële consequenties, d.w.z. zowel de automatiseringskosten als de efficiencybaten, op
gemeentelijk niveau hangen sterk samen met de vraag in welke mate men straks tot een – immers
facultatieve – elektronische dienstverlening bij de burgerlijke stand over wil gaan, de mate waarin
daarvan uiteindelijk gebruik zal worden gemaakt en de per gemeente soms sterk wisselende ict-
aanpassingen die daartoe nodig zijn. Vanwege deze vele variabelen kan geen betrouwbare indicatie
worden gegeven van de financiële implicaties voor gemeenten. Er zal nog een nadere inschatting van
de budgettaire consequenties voor gemeenten plaatsvinden, waarbij rekening wordt gehouden met
zowel het wegvallen van sommige legesinkomsten als het feit dat men een vergoeding kan blijven
vragen voor (elektronische) dienstverlening door de burgerlijke stand, als de uitkomsten van de pilots
daartoe aanleiding geven.
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32444https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32444/kst-32444-Hhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32444-2.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32444-3.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32444-A.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-74130.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-74128.pdf
19
naar inhoudsopgave
13. Wijziging leges akten burgerlijke stand
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken
Wijziging bedragen Stcrt. 2014,
24518
01-01-2015
Gevolgen voor legesheffing (MV Leges Tarieventabel Titel 1, H1)
Aanpassing van de bestaande tariefbepaling.
Korte inhoud
De leges akten burgerlijke stand, uittreksel akte of attestatie de vita voor 2015 zijn verhoogd van
€ 12,50 naar € 12,70; leges verklaring huwelijksbevoegdheid van € 22,30 naar € 22,60 (Legesbesluit
akten burgerlijke stand).
naar inhoudsopgave
14. Wijziging maximumleges reisdocumenten en andere wijzigingen
paspoortwet
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste
stukken
Wijziging bedragen Besluit
Paspoortgelden
Stb. 2014, 98 09-03-2014 Brief MIN
tarieven
paspoort
14-08-2014
Wijziging Paspoortwet ivm
herinrichten van de
reisdocumentenadministratie
31324 Stb. 2009, 252
Stb. 2009, 253
iw
28-06-2009 (deel)
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.
Wijziging Paspoortwet o.a.
wijziging status
identiteitskaart
33440 Stb. 2014, 11
Stb. 2014, 97
iw
Tarieven
reisdocumenten
Min van BZK
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb Iw.
Gevolgen legesheffing (MV Leges Tarieventabel Titel 1, H2)
De maximumtarieven van de reisdocumenten voor het jaar 2015 zijn nog niet bekend.
De legesverordening moet vóór 9 maart 2014 zijn gewijzigd:
omdat er een andere wettelijke grondslag voor de leges geldt
omdat de formulering van het belastbaar feit wijzigt
omdat de formulering van de belastingplicht wijzigt
omdat nieuwe maximumtarieven gelden.
http://www.vng.nl/files/vng/2014-eerste-wijziging-legesverordening.doc
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-24518.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-24518.htmlhttp://wetten.overheid.nl/BWBR0002644/geldigheidsdatum_25-08-2014http://wetten.overheid.nl/BWBR0002644/geldigheidsdatum_25-08-2014https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2014-98.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25764-83.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25764-83.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25764-83.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/zoeken/resultaat/?zkt=Eenvoudig&pst=&vrt=31324https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31324-3-h1.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2009-252.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2009-253.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33440-%28R1990%29http://www.bprbzk.nl/Reisdocumenten/Informatiebank/Procedures/Tarieven/Tarieven_reisdocumenten_2014http://www.bprbzk.nl/Reisdocumenten/Informatiebank/Procedures/Tarieven/Tarieven_reisdocumenten_2014http://www.bprbzk.nl/Reisdocumenten/Informatiebank/Procedures/Tarieven/Tarieven_reisdocumenten_2014https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33440-%28R1990%29/kst-33440-2https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33440-%28R1990%29/kst-33440-2https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2014-11.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2014-97.htmlhttp://www.vng.nl/files/vng/2014-eerste-wijziging-legesverordening.doc
20
De belangrijkste maximumtarieven voor 2014 staan hieronder.
21
Korte inhoud wijziging status ID-kaart en verlenging geldigheidsduur
De wijzigingen hebben betrekking op het verlengen van de geldigheidsduur van reisdocumenten en
Nederlandse identiteitskaarten van vijf naar tien jaar, het in wettelijke zin niet langer aanmerken van
de Nederlandse identiteitskaart als reisdocument, het in de wet opnemen van een grondslag voor het
heffen van rechten wegens handelingen ten behoeve van de aanvraag van reisdocumenten en
Nederlandse identiteitskaarten door de burgemeester van een gemeente of de gezaghebber van een
openbaar lichaam en het niet langer bewaren van de vingerafdrukken van aanvragers van
reisdocumenten nadat de uitreiking dan wel de reden van niet-uitreiking van het reisdocument in de
administratie is geregistreerd.
Gemeenten mogen alleen nog de rechten genoemd in het nieuwe artikel 7 heffen voor handelingen in
verband met een aanvraag van een reisdocument. Gemeenten mogen daardoor voor die handelingen
geen extra rechten in rekening brengen op basis van de Gemeentewet. Dat betekent onder meer dat
de zogenaamde «vermissingsleges», die veel gemeenten in rekening brengen voor het opmaken van
een verklaring van vermissing indien het oude, in te leveren reisdocument, wordt vermist, niet langer
mogen worden geheven bij de aanvraag van een nieuw reisdocument.
naar inhoudsopgave
15. Wijziging leges rijbewijzen
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtredi
ng
Laatste
stukken
Kabinetsplan aanpak
administratieve lasten;
Reactie op het onderzoek
van de ANWB naar de
kosten van het rijbewijs
29515-200
(12-07-2007)
Stb. 2013, 501
Stb. 2013, 502 iw
Maximering leges rijbewijs
32766 Stb. 2013, 501
Stb. 2013, 502
01-01-2014 Besluit
rijbewijzen
ivm
vaststellen
maximum-
tarief
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.
Regeling tot vaststelling
maximumtarief
(Reglement rijbewijzen art.
104b)
Stb. 2013, 503
Stb. 2013, 504 iw
01-01-2014
Gevolgen legesheffing (MV Leges Titel 1, H3)
Wijziging bedrag en maximering tarief. .
Korte inhoud Maximering leges rijbewijs
In artikel 111 van de Wegenverkeerswet 1994 wordt een nieuw zesde lid ingevoegd, waarin staat dat
het in de plaatselijke verordening opgenomen rijbewijstarief bij amvb kan worden gemaximeerd. De
minister van I&M kan jaarlijks indexering toepassen. Het maximumtarief zelf is opgenomen in een
nieuw artikel 104b van het Reglement rijbewijzen. Het maximumtarief is voor 2014 vastgesteld op
€ 28,78 voor behandeling zonder bijzondere dienstverlening.
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29515-200.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32766https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32766/stb-2013-503https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32766/stb-2013-503https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32766/stb-2013-503https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32766/stb-2013-503https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32766/stb-2013-503https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32766/stb-2013-503https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32766-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32766-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/32766/stb-2013-501https://zoek.officielebekendmakingen.nl/behandelddossier/32766/stb-2013-502http://wetten.overheid.nl/BWBR0008074/HoofdstukV/1/Artikel104b/geldigheidsdatum_25-08-2014http://wetten.overheid.nl/BWBR0008074/HoofdstukV/1/Artikel104b/geldigheidsdatum_25-08-2014https://zoek.officielebekendmakingen.nl/behandelddossier/32766/stb-2013-503https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-504.html
22
naar inhoudsopgave
16. Wet basisregistratie personen
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtredi
ng
Laatste
stukken
Basisregistratie personen 33219 Stb. 2013, 315
Stb. 2013, 494 iw.
06-01-2014
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.
Regeling basisregistratie
personen
Stcrt. 2013,
34313
06-01-2014
Gevolgen belastingheffing MV Leges Titel 1, Hoofdstuk 4 en MV toeristenbelasting artikel 1
Wijzigingen in titel 1, hoofdstuk 4 tarieventabel modelverordening leges.
Wijziging omschrijving belastbaar feit in modelverordening toeristenbelasting (artikel 1).
Korte inhoud invoering Basisregistratie personen
De Wet BRP vervangt de Wet GBA. De nieuwe wet maakt het mogelijk dat niet-ingezetenen in de
BRP worden ingeschreven. De Wet BRP geeft aan wanneer een activiteit kosteloos moet
plaatsvinden. Zo is inzage in de inschrijving kosteloos (art. 2.55 lid 2 en art. 2.81 lid 3). De VNG
overlegt nog met min. BZK over de precieze gevolgen voor de legesverordening.
De Wet BRP kent de volgende verstrekkingen:
Verstrekkingen uit BRP door grondslag vergoeding grondslag
vergoeding
1 Verstrekking op aanvraag
aan ingezetene
- B&W
bijhoudings-
gemeente
- B&W elke
gemeente
- B&W
inschrijvings-
voorziening
namens
minister V&J
art. 2.55 lid 3
jo. art. 2.53
rechten
(leges)
art. 229-1-b Gmw
2 Verstrekking op aanvraag
aan niet-ingezetene
inschrijvings-
voorziening
(aangewezen
gemeente)
namens
minister V&J
art. 2.81 lid 3
jo. art. 2.79
rechten
(rijksleges)
art. 2.79 lid 3 jo.
art. 36 Besluit
BRP (volgt leges
gemeente)
B&W van elke
gemeente
art. 2.81 lid 3
en 4 jo. art.
rechten
(rijksleges)
art. 2.79 lid 3 jo.
artikel 36 Besluit
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33219https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33219-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33219-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-315.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-494.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2013-34313.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2013-34313.html
23
namens
minister
2.55 lid 3 BRP (volgt leges
gemeente)
3 Systematische
verstrekking
minister V&J art. 3.1 en
amvb
a. aan overheidsorganen
Voorwaarde: geregeld in
ministeriële regeling
minister V&J art. 3.2 kosteloos;
wel
budgettaire
bijdrage
art. 3.17 lid 1 jo.
art. 1.14
b. aan derden
Voorwaarden:
voor in amvb aangewezen
werkzaamheden met een
gewichtig maatschappelijk
belang (die samenhangen
met een overheidstaak/
overheidszorg) en
aangewezen categorieën
van derden
minister V&J art. 3.3 kosteloos;
wel
budgettaire
bijdrage
art. 3.17 lid 1 jo.
art. 1.14
4 Plaatsonafhankelijke
verstrekking
B&W art. 3.4
a. aan overheidsorganen
Voorwaarde:
gegevens noodzakelijk voor
goede vervulling
overheidstaak
B&W art. 3.5 kosteloos art. 3.17 lid 3
b. aan derden
Voorwaarden:
a) gebruik van de gegevens
is voorgeschreven in avv; of
b) ingeschrevene heeft
schriftelijk toestemming
gegeven; of
c) gegevensverstrekking tbv
gewichtig maatschappelijk
belang (ogv amvb)
B&W art. 3.6 tariefstelling?
5 Lokale verstrekking (o.g.v.
gemeentelijke verordening)
B&W
bijhoudings-
gemeente
a. aan overheidsorganen
van gemeente zelf
Voorwaarde:
nodig voor goede vervulling
art. 3.8 kosteloos art. 3.17 lid 3
24
overheidstaak
b. aan derden
Voorwaarden:
a. geregeld in gemeentelijke
verordening; en
b. ingeschrevene heeft
schriftelijk toestemming
gegeven; of
c. gegevensverstrekking tbv
gewichtig maatschappelijk
belang voor gemeente
art. 3.9 tariefstelling?
6 Verstrekking algemene en
administratieve gegevens
aan Caribisch NL
Voorwaarde:
geregeld in amvb
art. 3.12 kosteloos art. 3.17 lid 3
7 Andere verstrekkingen
Voorwaarden:
a. geregeld in amvb
b. de verstrekking vindt
plaats voor historische,
statistische of
wetenschappelijke
doeleinden;
c. de persoonlijke
levenssfeer wordt niet
onevenredig geschaad;
d. de ontvanger heeft de
nodige voorzieningen
getroffen opdat verdere
verwerking uitsluitend
geschiedt voor de onder b
genoemde doeleinden.
minister V&J
of B&W
art. 3.13 kosteloos;
wel
budgettaire
bijdrage
art. 3.17 lid 1 jo.
art. 1.14
Korte inhoud Aanpassingswet BRP
In de Aanpassingswet BRP wordt onder andere artikel 224 Gemeentewet (toeristenbelasting)
tekstueel gewijzigd. De zinsnede ‘door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens zijn ingeschreven’ wordt vervangen door: door personen die
niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
25
Korte inhoud Regeling BRP (artikel 10)
Artikel 10 is vergelijkbaar met artikel 37a van de Regeling GBA. De formulering van de twee
artikelleden is enigszins aangepast om te verduidelijken dat het gaat om de bijdragen die ten hoogste
in rekening kunnen worden gebracht op grond van de artikelen 16 en 17 van het Besluit BRP. Voor
zover het gaat om de verzending van berichten of de verstrekking van gegevens door de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, kunnen deze bedragen, gelet op de tekst van het tweede
lid van de genoemde artikelen van het Besluit BRP, in rekening worden gebracht naast de bijdrage die
al wordt vastgesteld op grond van de algemene systematiek voor het bepalen van bijdragen in de
kosten in verband met de uitvoering van de Wet BRP, zoals die is opgenomen in de artikelen 12,
tweede lid, 13 en 14 van het Besluit BRP. De aanvullende bijdrage die ten hoogste in rekening kan
worden gebracht voor verzending met behulp alternatieve media is ten opzichte van artikel 37a van de
Regeling GBA verhoogd naar een bedrag dat overeenstemt met de uitvoeringskosten en vergelijkbaar
is met het onder artikel 9 van de regeling genoemde tarief. De aanvullende bijdrage die ten hoogste in
rekening kan worden gebracht voor schriftelijke verstrekking is met het prijsindexcijfer gecorrigeerd
voor inflatie en is in overeenstemming gebracht met de bijdrage die gemeenten voor vergelijkbare
handelingen in rekening brengen
naar inhoudsopgave
17. Huisvestingswet ( leges)
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken
Huisvestingswet 33135 Stb. 2014, 248
iw
()
01-01-2015
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.
Gevolgen voor legesheffing (MV Leges Titel 1, H11 en Titel 3, H4)
Geen inhoudelijke wijzigingen, alleen enige technische.
18. Omgevingsrecht ( leges)
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken
Wijziging
indieningsvereisten
OV
Stb. 2014, 333 01-11-2014
Nieuwe
omgevingswet
31953, nr. 40
33962
NvV
02-07-2014
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.
Crisis- en herstelwet
permanent
33135 Stb. 2013, 144
Stb. 2013, 145 iw
(deels)
25-04-2013
deels
VvW MvT V NnavV H TK Stm. GVW VV MvA EV H EK Stm. Stb. Iw.
Gevolgen voor legesheffing (MV Leges Titel 2)
De wijziging leidt tot minder legesinkomsten omdat het aantal vrijstellingen voor bouwen aan de
achterkant wordt vergroot en de procedure wordt vereenvoudigd. De aangekondigde nieuwe
Omgevingswet (KST 31953, nr. 40) zal ook leiden tot ingrijpende legeswijzigingen.
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33135https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33135/stb-2014-248https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33135/stb-2013-145https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2014-333.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31953-40.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33962https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33962/kst-33962-5https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33962-2.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33962-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33135https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33135/stb-2013-144https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33135/stb-2013-145
26
Korte inhoud Regionale Uitvoeringsdiensten
Zie verder:
- KST 31953-41 (15-07-2011) over stand van zaken vorming Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s).
Ten aanzien van gemeenten die zich nog niet bestuurlijk hebben uitgesproken over deelname aan de
RUD voor het basistakenpakket zal de minister interveniëren door het tijdelijk bij algemene maatregel
van bestuur verschuiven van de belangrijkste gemeentelijke bevoegdheden die behoren bij het
basistakenpakket, naar de provincie. Het gaat daarbij om de bevoegdheden met betrekking tot
activiteiten in meldingsplichtige en omgevingsvergunningplichtige inrichtingen. De betreffende
algemene maatregel van bestuur brengt zij op 1 oktober 2011 in procedure. Zij vindt de interventie
passend omdat deze selectief is: alleen de gemeenten die zich aan de afspraken onttrekken, worden
er door geraakt. Daarbij grijpt deze maatregel aan op de problematiek: het leidt er toe dat taken
waarvoor geconstateerd is dat ze op bovenregionaal niveau moeten worden uitgevoerd, ook
daadwerkelijk op dat niveau worden uitgevoerd.
KST 32757 Ontwerp Bouwbesluit 2012
Bij de inwerkingtreding van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken in 2008 was het aantal
gebruiksvergunningplichtige gevallen al met 80% gereduceerd. Dat wordt nu verder gereduceerd
doordat in meer gevallen kan worden volstaan met een gebruiksmelding (artikel 1.18). Door de
inwerkingtreding van de Wabo en de daarmee samenhangende regelgeving in 2010 is het aantal
bouwvergunningplichtige gevallen waarin preventief aan het Bouwbesluit 2003 werd getoetst al met
50% gereduceerd. Met dit besluit vindt nog een verdere reductie plaats doordat de
sloopvergunningplicht (uit de gemeentelijke bouwverordeningen) wordt vervangen door een
sloopmeldingsplicht (artikel 1.28). De in dit besluit opgenomen nieuwe procedurele en administratieve
verplichtingen hebben een gunstig effect op de beperking van de structurele administratieve lasten.
Voorbeelden daarvan zijn:
- de ontheffingsbevoegdheid die het bevoegd gezag bij verbouw van bouwwerken toekwam, is
vervangen door landelijk uniforme verbouwvoorschriften;
- de sloopvergunningplicht is vervangen door een sloopmeldingplicht;
- de informatieverplichtingen over het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden zijn beperkt, en
- de logboekverplichting die in het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken was opgenomen, is
vervallen.
De toelichting op het ontwerp-Bouwbesluit 2012 gaat ervan uit dat bij de gebruiks- en sloopmelding
geen sprake is van dienstverlening en dat dus legesheffing niet mogelijk is. Door het vervangen van
de bestaande sloopvergunningplicht door een -meldingplicht zullen gemeenten naar verwachting
jaarlijks circa 10 miljoen euro minder leges ontvangen. Daar staat een besparing in personele
capaciteit tegenover doordat het niet meer nodig is in elk individueel geval een volledige
besluitvormingsprocedure die uitmondt in een beschikking te doorlopen. Het bevoegd gezag kan
voortaan per geval zelf beslissen hoe het met een ontvangen sloopmelding omgaat. Ook is sprake
van een besparing in publicatiekosten doordat de sloopmelding niet hoeft te worden gepubliceerd.
Overigens blijven gemeenten leges ontvangen in verband met het in behandeling nemen van
aanvragen om sloopvergunning die op grond van andere regelgeving zijn vereist. Het gaat hierbij met
name om aanvragen voor een sloopvergunning als bedoeld in de artikelen 2.1, eerste lid, onder f, g en
h, en 2.2, eerste lid, onder b en c, van de Wabo die betrekking hebben op het slopen van een
monument, het slopen in een beschermd stads- of dorpsgezicht en het slopen van een bouwwerk in
gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of een planologisch
voorbereidingsbesluit is bepaald.
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31953-41.pdf
27
KST 31953, nr. 40 - Beleidsbrief Eenvoudig Beter (aankondiging nieuwe Omgevingswet)
In de beleidsbrief deelt de minister van IenM mee dat zij de vele wetten die betrekking hebben op de
fysieke leefomgeving, zoals de Wro, Wabo en de Tracéwet, wil vervangen door een wet die de
belangrijkste delen van het omgevingsrecht zowel procedureel als materieel omvat: de
Omgevingswet. Hoofdlijnen van de voorgenomen Omgevingswet Met de Omgevingswet wil ik de
wettelijke kaders voor burgers, ondernemers en overheden inzichtelijker maken en ontwikkeling en
beheer van de leefomgeving beter beheersbaar maken. Een eenvoudiger en beter samenhangend
omgevingsrecht draagt er vervolgens aan bij om actiever en efficiënter aan een dynamische en
duurzame leefomgeving te kunnen werken. Onderwerpen die in de nieuwe wet worden geregeld
verdwijnen uit de bestaande wetgeving. Daartoe worden (delen van) bestaande wetten ingetrokken.
De nieuwe wet zal daarmee een aanzienlijke inhoudelijke reductie van regels, wetten en regelingen op
het terrein van de fysieke leefomgeving betekenen.
De minister wil afspraken maken met decentrale overheden over vereenvoudiging en versobering van
de regels op decentraal niveau, in navolging van de Omgevingswet.
Crisis- en herstelwet permanent
De kabinetsaanpak richt zich in eerste instantie op snelle verbeteringen binnen het bestaande stelsel
(«quick wins»). Dit wetsvoorstel strekt daartoe en bestaat uit twee onderdelen.
1. Als eerste wil de regering met dit wetsvoorstel een permanente werking geven aan de
tijdelijke regelingen in de Chw door de looptijd van de wet, die zou eindigen op 1 januari 2014,
voor onbepaalde tijd te verlengen (hoofdstuk 1 van dit wetsvoorstel). Op onderdelen wordt de
Chw tevens geactualiseerd.
2. Daarnaast bevat dit wetsvoorstel enkele (de Chw aanvullende) verbeteringen van het
omgevingsrecht (hoofdstuk 2 van het wetsvoorstel). Het gaat om gerichte verbeteringen die
op korte termijn zijn te realiseren (quick wins). De verbeteringen zijn gegroepeerd rondom drie
inhoudelijke thema’s: (1) minder lasten, (2) snelle, flexibele en zorgvuldige besluitvorming en
(3) het wegnemen van problemen in de praktijk.
Het wetsvoorstel houdt rekening met de aanpassingen in het wetsvoorstel tot wijziging van de Crisis-
en herstelwet en enkele andere wetten (verbeteringen en aanvullingen) (32588) en met de
wetswijziging van de Tracéwet voor de versnelling en verbetering van besluitvorming over
infrastructurele projecten (32377).
naar inhoudsopgave
19. Lokale lasten / verkenning gemeentelijk belastinggebied
Inhoud Kamerstukken Bekendmaking Inwerkingtreding Laatste stukken
Brief Stas. FIN
over nieuw
belastingstelsel
met onderzoek
uitbreiding
gemeentelijk
belastinggebied
Brief Stas. FIN
16-09-2014
Brief min. BZK
over over
Nader rapport
beschouwing Raad
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/behandelddossier/32588https://zoek.officielebekendmakingen.nl/behandelddossier/32377https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32140-5.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-30114.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-30114.pdf
28
aanbieding tweede
periodieke
beschouwing naar
de staat van de
interbestuurlijke
verhoudingen
van State
32 500-VII, nr. 11
– de gewijzigde
motie-Schouw over
een
bestuursakkoord
met de decentrale
overheden
32 500-VII, nr. 12
– de motie-Schouw
over verschuiven
van het
rijksbelastinggebied
naar het
gemeentelijke
belastinggebied
33400 B-3
Uitbreiding
belastinggebied
voor volgend
kabinet
Reactie Kabinet op
rapport CPB
Vaststelling
begrotingsstaat
gemeentefonds
2014 11 juli 2014
Rapporten Sociaal
Domein
Vervolgrapportage
in sociaal domein
(CPB) 26 juni 2014
Korte inhoud
De Stas van FIN kondigt een onderzoek aan naar de uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied.
De inhoud en omvang van het lokaal belastinggebied is reeds jarenlang in discussie. Veel commissies
en voorstellen hebben, naast de wijzigingen in de ozb, vooralsnog niet geleid tot enig tastbaar
resultaat. Als uitvloeisel van de Code Interbestuurlijke verhoudingen rapporteert de Raad van State
periodiek over de gemaakte vorderingen. In de tweede periodieke beschouwing beveelt de Raad van
State nogmaals aan de discussie over het eigen belastinggebied van gemeenten op korte termijn af te
ronden. De afspraken die hierover zijn gemaakt in het Coalitieakkoord en in het bestuursakkoord met
gemeenten dienen te worden nagekomen. Een verschuiving van minder rijksbelastingen naar meer
gemeentelijke belastingen acht de Raad gerechtvaardigd.
Het kabinet reageert hierop in de brief van 1 september aan de kamer terughoudend. De afspraak uit
het bestuursakkoord was dat “de samenstelling van het gemeentelijke belastinggebied besproken zal
worden aan de hand van de resultaten van de commissie van Aartsen”. Het kabinet acht een
uitbreiding van het lokaal belastinggebied niet aan de orde. Het concrete standpunt wordt onderbouwd
met de mededeling dat het kabinet van de mogelijke functies van belastingheffing slechts de
bufferfunctie (goedmaken oneffenheden gemeentefonds) van belang acht. Dit standpunt is een
principiële koerswijziging en een breuk met het verleden, waarin (zelfs in de ozb-discussie) , nog
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-30114.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32500-VII-11.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32500-VII-12.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33400-B-3.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33750-B-19.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33750-B-19.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33750-B-19.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33750-B-19.htmlhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-363960.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-363960.pdfhttps://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-363960.pdf
29
andere functies zoals allocatiefunctie erkend werden (bekostiging eigen beleid). Het Kabinet kondigt
daarnaast aan deze periode nog te komen met voorstellen om kleine belastingen samen te voegen
“indien dat leidt tot efficiencyvoordelen”. Het kabinet heeft e.e.a. in het eerstvolgende
Overhedenoverleg geagendeerd.
Kamerbrief keuzes voor een beter belastingstelsel
Hierin stelt de Stas v. FIN voor om het gemeentelijke belastinggebied uit te breiden ten kosten van de
rijksbelastingen. Eerst zal onderzoek plaatsvinden.
Keuze 8 - Uitbreiden gemeentelijk belastinggebied
Nederland had in 2010 met 7,5% het laagste aandeel decentrale belastingen van de OESO-landen,
die gemiddeld op 37% zaten (gebruiksheffingen niet meegeteld).27 Bij de grotere rol die gemeenten
na de drie decentralisaties spelen past meer ruimte om zelf belastingen te heffen. Een verruiming van
het decentrale belastinggebied komt ook tegemoet aan een reeks van aanbevelingen op dit terrein28.
Wanneer gemeenten meer eigen inkomsten hebben is een lagere uitkering uit het gemeentefonds
mogelijk. Hierdoor krijgt het Rijk ruimte om de belasting op arbeid verder te verlagen.
De keuze van een grondslag voor gemeentelijke belastingen is niet triviaal. Het kabinet heeft een
invulling voor ogen waardoor de wig daadwerkelijk kleiner wordt. Als we via een omweg de
belastingen op arbeid weer zouden terugkrijgen levert deze hervorming geen werkgelegenheid op,
maar alleen een hoop discussie over lokale inkomenspolitiek en extra administratieve lasten.
CPB-rapport risico’s decentralisatie sociaal domein
In hoofdstuk 4 g
Top Related