Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” •...

30

Transcript of Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” •...

Page 1: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht
Page 2: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Optimale zorg voor zelfverwijzers

Menno I. Gaakeer

Page 3: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Inhoud:• Aantal patiënten en zelfverwijzers op de SEH.

• Terecht of onterechte zelfverwijzing?

• Zelfverwijzers jagen de zorgkosten op!

• Beeldvorming en consequenties.

• Zelfverwijzer Freek de Bruin.

• Vragen en discussie, graag!

Page 4: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Aantal patiënten en zelfverwijzers op de SEH.

Page 5: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Vraag 1: Hoeveel patiënten worden jaarlijks op alle

Nederlandse SEH’s samen gezien?

A. 1 miljoen patiënten

B. 2 miljoen patiënten

C. 3 miljoen patiënten

Page 6: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Aantal patiënten op de SEH

• Varieert van 6.000 - 50.000 ptn/jaar

• 57% van SEH’s ziet 15.000 - 30.000 ptn/jaar

• SEH bezoek door de jaren heen:

• 2004 - 2008: 1,9 miljoen/jaar (schatting o.b.v. 11 van de105 SEH’s)

• 2009: 2,2 miljoen (schatting o.b.v. 7 van de 105 SEH’s)

• 2012: 2,1 miljoen (gebaseerd op een nationale survey, 89 van de 93 SEH’s)

• Internationale vergelijking: Nederland 124/1.000, UK 413/1.000, USA 414/1.000 en Canada 430/1.000.

Page 7: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Vraag 2: Hoeveel % zelfverwijzers werden in 2012 op een Nederlandse SEH gemiddeld gezien?

A. 30%

B. 50%

C. 70%

Page 8: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Percentage zelfverwijzers op de SEH

• Landelijk gemiddeld 30% zelfverwijzers.

• Variatie zelfverwijzers 3% - 76%.

• Minder dan 40% zelfverwijzers in 72% van alle SEH’s.

Page 9: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Vraag 3: Op welk type SEH werden in 2012 de

meeste zelfverwijzers gezien?

A. SEH’s algemeen ziekenhuizen

B. SEH’s STZ- ziekenhuizen

C. SEH’s academische ziekenhuizen

Page 10: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Terecht of onterechte zelfverwijzing?

Page 11: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Netten: “60% onterecht op SEH”

• Studie uitgevoerd in 1998 en 1999 en gepubliceerd in 2002.

• Publicatie alleen in een non-peer-reviewed tijdschrift (MC).

• 494 patiënten geïncludeerd op één SEH.

• Alleen gekeken naar categorie Interne patiënten.

• Terecht of onterecht achteraf bepaald (na gezien, gescreened op de SEH).

Page 12: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

• Studie uitgevoerd in 1997 - 2002 en gepubliseerd in 2007.

• Eén specifieke regio (één HAP en drie SEH’s).

• Inderdaad 43% zelfverwijzers in deze drie SEH’s, maar…

• „With nineteen percent fractures among the patients with injury and one one third of non-injury patients being admitted to the hospital, a substantial part of self-referrals appeared to have made a reasonable choice to attend the ED.”

• „Further integration between the GP and ED may not be effective.”

Moll van Charante: “Substantieel deel terecht op SEH”

Page 13: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Giesbers: “80% onterecht op de SEH”

• Studie uitgevoerd in 2003 en gepubliceerd in 2006.

• Eén HAP en één SEH.

• Statussen retrospectief geanalyseerd.

• Door twee ‚observers’ en één huisarts.

Page 14: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH”

• Gepubliceerd in 2014

• 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH

• Terecht/onterecht beoordeeld zowel bij triage als bij ontslag van SEH.

• Terecht bij triage 58,8% en bij ontslag 48,1%.

Page 15: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Knops: “56% onterecht op de SEH”

• Onderzoek verricht in 2012

• Niet gepubliceerd

• 2.097 Patiënten geïncludeerd op één SEH

Inventarisatie van de zorgzwaarte en motivatie van zelfverwijzers op de Spoedeisende HulpInventarisatie van de zorgzwaarte en motivatie van zelfverwijzers op de Spoedeisende Hulpvan een stadsziekenhuisvan een stadsziekenhuisGoei, H.Goei, H., Knops, S.P., Kamman, A.V., Hoed, P.T. den, Knops, S.P., Kamman, A.V., Hoed, P.T. den

Voorzitter(s): Drs. S.H. van Helden & dr. M. van HeijlVoorzitter(s): Drs. S.H. van Helden & dr. M. van Heijl

Locatie(s): Zaal 82/83Locatie(s): Zaal 82/83Categorie(ën): Parallelsessie; Topic: traumaCategorie(ën): Parallelsessie; Topic: trauma

Zelfverwijzers zouden in de meerderheid van de gevallen ten onrechte gebruik maken van spoedeisende zorg inZelfverwijzers zouden in de meerderheid van de gevallen ten onrechte gebruik maken van spoedeisende zorg inziekenhuizen, dit kost de samenleving jaarlijks 169 miljoen.ziekenhuizen, dit kost de samenleving jaarlijks 169 miljoen.

Het doel van deze prospectieve observationele cohortstudie was om meer inzicht te krijgen in het zorgproces en deHet doel van deze prospectieve observationele cohortstudie was om meer inzicht te krijgen in het zorgproces en demotivatie van zelfverwijzers op de SEH van een stadsziekenhuis.motivatie van zelfverwijzers op de SEH van een stadsziekenhuis.

In de periode 1-9-2012 t/m 30-11-2012 zijn alle patiënten die zonder verwijzing van een arts beoordeeld zijn op deIn de periode 1-9-2012 t/m 30-11-2012 zijn alle patiënten die zonder verwijzing van een arts beoordeeld zijn op deSEH geïncludeerd. Aan de hand van gestandaardiseerde Case Record Forms is het zorgproces in kaart gebracht.SEH geïncludeerd. Aan de hand van gestandaardiseerde Case Record Forms is het zorgproces in kaart gebracht.Daarnaast werd elke zelfverwijzers in de dagdienst, avonddienst en in het weekend (8.00- 22.00) gevraagd eenDaarnaast werd elke zelfverwijzers in de dagdienst, avonddienst en in het weekend (8.00- 22.00) gevraagd eenenquête en informed consent in te vullen. De enquête betrof een multiple choice vragenlijst waarin gericht werdenquête en informed consent in te vullen. De enquête betrof een multiple choice vragenlijst waarin gericht werdgevraagd naar de motivatie voor het spoedconsult, de bekendheid met het spoedsysteem en de vervoerswijze.gevraagd naar de motivatie voor het spoedconsult, de bekendheid met het spoedsysteem en de vervoerswijze.

Gedurende de inclusieperiode werden in het totaal 2097 spoedconsulten geëvalueerd. De totale patiëntenpopulatieGedurende de inclusieperiode werden in het totaal 2097 spoedconsulten geëvalueerd. De totale patiëntenpopulatiebestond voor 39% uit zelfverwijzers. Van de zelfverwijzers die aan de inclusie- en exclusiecriteria voldeden hebbenbestond voor 39% uit zelfverwijzers. Van de zelfverwijzers die aan de inclusie- en exclusiecriteria voldeden hebben882 patiënten (42%) een enquête ingevuld. Ruim 60% van alle zelfverwijzers betrof kinderen en jong volwassen tot882 patiënten (42%) een enquête ingevuld. Ruim 60% van alle zelfverwijzers betrof kinderen en jong volwassen tot35 jaar met laagurgente klachten (Manchester Triage Systeem blauw en groen) voor de Traumatologie. Uiteindelijk35 jaar met laagurgente klachten (Manchester Triage Systeem blauw en groen) voor de Traumatologie. Uiteindelijkkon 27% van alle zelfverwijzers zonder aanvullende diagnostiek, behandeling of vervolgafspraak de SEH weerkon 27% van alle zelfverwijzers zonder aanvullende diagnostiek, behandeling of vervolgafspraak de SEH weerverlaten (gedefinieerd als onterechte zelfverwijzers). Daartegenover werd 11% van de zelfverwijzers opgenomen inverlaten (gedefinieerd als onterechte zelfverwijzers). Daartegenover werd 11% van de zelfverwijzers opgenomen inde kliniek en vond bij 69% wel aanvullende diagnostiek en/of een behandeling plaats. De analyse van de enquêtede kliniek en vond bij 69% wel aanvullende diagnostiek en/of een behandeling plaats. De analyse van de enquêteliet zien dat 90% van de respondenten de ernst van de vaak acuut ontstane klachten aangaf als voornaamste redenliet zien dat 90% van de respondenten de ernst van de vaak acuut ontstane klachten aangaf als voornaamste redenvoor het spoedconsult. Onbekendheid met het spoedsysteem of problemen met de bereikbaarheid van de huisartsvoor het spoedconsult. Onbekendheid met het spoedsysteem of problemen met de bereikbaarheid van de huisarts(of HAP) speelden blijkbaar geen rol.(of HAP) speelden blijkbaar geen rol.

Er was geen significant verschil in de urgentiecategorieën tussen de zelfverwijzers die wel of geen enquête hebbenEr was geen significant verschil in de urgentiecategorieën tussen de zelfverwijzers die wel of geen enquête hebbeningevuld.ingevuld.

Conclusies: de meest voorkomende zelfverwijzers zijn jongvolwassenen met kleine traumata. De belangrijksteConclusies: de meest voorkomende zelfverwijzers zijn jongvolwassenen met kleine traumata. De belangrijkstereden is dat zij de urgentie en ernst van hun klachten overschatten. Van de totale populatie zelfverwijzers op dezereden is dat zij de urgentie en ernst van hun klachten overschatten. Van de totale populatie zelfverwijzers op dezeSEH zou gelet op de urgentiecategorie 56% primair eerst door een huisarts beoordeeld kunnen worden. Echter is erSEH zou gelet op de urgentiecategorie 56% primair eerst door een huisarts beoordeeld kunnen worden. Echter is erook een relatief grote groep zelfverwijzers die terecht gebruik maken van de acute zorg op de SEH en waarbij eenook een relatief grote groep zelfverwijzers die terecht gebruik maken van de acute zorg op de SEH en waarbij eentraject langs de huisarts juist voor mogelijke vertraging in het zorgproces en onnodige kosten zorgt.traject langs de huisarts juist voor mogelijke vertraging in het zorgproces en onnodige kosten zorgt.

++ Mijn programma Mijn programma

Over Goei, H.Over Goei, H.

Over Knops, S.P.Over Knops, S.P.

Over Kamman, A.V.Over Kamman, A.V.

Over Hoed, P.T. denOver Hoed, P.T. den

Bekijk Zaal 82/83Bekijk Zaal 82/83

NVvHNVvH

donderdag 30 mei 2013 18:10 - 18:20donderdag 30 mei 2013 18:10 - 18:20TerugTerug HomeHome

!! ProgrammaProgramma "" AuteursAuteurs ## PlattegrondPlattegrond $$ InformatieInformatie

Page 16: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Van der Linden: “51% terecht op SEH”

• Gepubliceerd in 2014

• 3.028 Zelfverwijzers geïncludeerd op één SEH

Page 17: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Reitsma-van Rooijen: “60% onterecht op SEH”

• Studie uitgevoerd in 1998 en 1999 en gepubliceerd in 2002.

• Publicatie alleen in een non-peer-reviewed tijdschrift (MC).

• 494 patiënten geïncludeerd op één SEH.

• Alleen gekeken naar categorie Interne patiënten.

• Terecht of onterecht achteraf bepaald (na gezien, gescreened op de SEH).

Page 18: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

De Valk: “45% terecht op SEH”

• Studie gepubliceerd in 2014.

• 436 patiënten geïncludeerd op één SEH.

• Survey-/statusonderzoek

ORIGINAL RESEARCH Open Access

Self-referred patients at the EmergencyDepartment: patient characteristics, motivations,and willingness to make a copaymentJanneke de Valk1, Elisabeth M Taal1, Mariette S Nijhoff1, Maren H Harms1, Esther MM Lieshout2, Peter Patka1

and Pleunie PM Rood1*

Abstract

Background: In many countries, including the Netherlands, a substantial number of patients visit the EmergencyDepartment (ED) without a referral by a general practitioner. The goal of this study was to determine thecharacteristics and motivations of self-referred patients (SRPs) at the ED. The secondary objective was to exploreSRPs’ opinion about copayments.

Methods: A survey, in seven different languages was performed among SRPs from October 2011 until January 2012at an academic ED in the Netherlands. Patients were included on 21 day-, 21 evening-, and 21 nightshifts duringweek and weekend days equally. Patient characteristics, motivations, complaints, diagnosis, and the opinion regardingcopayments were examined.

Results: A total of 436 SRPs were included (response rate 82%). Forty-seven percent of the ED population wasself-referred. SRPs were mainly male (58%), between 18 and 35 years (54%), Dutch (67%), single without children(42%), and low-educated (73%). The most commonly presented complaints were of musculoskeletal origin (35%).Expected need for additional medical care (e.g., X-rays, blood tests) was the reason to visit the ED for 28% of the SRPs.Around 30% of the SRPs were not prepared to pay for an ED visit. Fifty percent of SRPs were prepared to pay up to 25or 50 EUR. Highly educated patients were willing to pay more than patients with a low level of education (p < 0.05).

Conclusions: SRPs (47% of the total ED population) are often young men with musculoskeletal complaints. They areconvinced that additional medical tests are necessary. About 70% of the SRPs are willing to make a copayment, half ofthe SRPs with a maximum between 25 EUR and 50 EUR. As highly educated SRPs are prepared to pay more,introducing copayments might influence equity in health care accessibility.

Keywords: Self-referred patients; Emergency Department; General practitioner; General Practitioner cooperative;Copayment; Patient motivations; Health services accessibility

BackgroundAnnually, approximately 2 million patients present them-selves to an Emergency Department (ED) in the Netherlands[1]. Thirty percent of them visit the ED without beingreferred by a general practitioner (GP) [2].In the year 2000, after-hours GP practices, ‘GP-cooperatives’,

were established in the Netherlands. Patients with healthproblems can either visit their GP during office hours or a

GP-cooperative for after-office-hours health care. The GPfunctions as a gatekeeper for in-hospital care and can referpatients to the ED or hospital medical specialties. How-ever, medical care at the ED is also provided to patientswithout a GPs referral to the ED.Several studies exploring the characteristics and motives

of self-referred patients (SRPs) for their visits to the EDhave been carried out [3-8]. However, most of themwere conducted before or during the introduction of theGP-cooperatives [3,6-8]. Furthermore, some studies in-vestigated the presentation of SRPs to the ED only dur-ing out of office hours for regular medical care or were

* Correspondence: [email protected] of Emergency Medicine, Erasmus MC, Erasmus UniversityMedical Center Rotterdam, PO Box 2040, 3000, CA Rotterdam, The NetherlandsFull list of author information is available at the end of the article

© 2014 de Valk et al.; licensee Springer. This is an Open Access article distributed under the terms of the Creative CommonsAttribution License (http://creativecommons.org/licenses/by/4.0), which permits unrestricted use, distribution, and reproductionin any medium, provided the original work is properly credited.

de Valk et al. International Journal of Emergency Medicine 2014, 7:30http://www.intjem.com/content/7/1/30

Page 19: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

• Weinig origineel onderzoek naar zelfverwijzers gepubliceerd.

• Al het onderzoek is gebaseerd op gegevens van één SEH, soms één regio.

• Substantieel deel van onderzoek is alleen gepubliseerd in non-peer reviewed tijdschriften.

• ‘Onterecht gebruik van de SEH’ is niet eenduidig gedefinieerd in de verschillende publicaties.

• ’Onterecht gebruik van de SEH’ is in alle studies retrospectief bepaald.

• Alle onderzoek laat de patiënten zelf buiten beschouwing….

Terecht of onterechte zelfverwijzing?

Page 20: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Zelfverwijzers jagen de zorgkosten op?

Page 21: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

• Adequaat Nederlands onderzoek wat deze veronderstelling staaft, is er niet. Alleen opinie-stukken zijn beschikbaar, waarin gekeken is naar wat gerekend wordt, niet naar kosten.

• Geen adequaat onderzoek beschikbaar dat met de komst van HAP’s spoedzorg goedkoper of beter is geworden.

• Geen adequaat onderzoek beschikbaar dat de samenwerkingsvormen HAP’s - SEH’s de spoedzorg goedkoper of beter heeft gemaakt.

Zelfverwijzers SEH jagen zorgkosten op!

Page 22: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Beeldvorming en consequenties

Page 23: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Beeldvorming over SEH-patiënten:

• Aantal SEH-patiënten stijgt.

Onjuist, stabiel

• Meerderheid SEH-patiënten (43-70%) betreft zelfverwijzers.

Onjuist, 30%

• Meerderheid van zelfverwijzers maakt onterecht gebruik van SEH-zorg en had ook door een huisarts behandeld kunnen worden.

Ter discussie

• Zelfverwijzers jagen de zorgkosten onnodig op.

Onderbouwing ontbreekt

Page 24: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Consequenties in de praktijk:

• Introductie en verhogen van een financiële barrière voor patiënten die zelf zorg zoeken op een SEH.

• Reductie van het aantal SEH’s in Nederland, met als gevolg dat SEH’s verder bij mensen vandaan komen te liggen.

• Veel gewicht gegeven aan triage in het algemeen en de Nederlandse Triage Standaard in het bijzonder.

• Beleid om huisartsenposten bij en liefst vóór de SEH te positioneren.

• Zorg goedkoper geworden? Zorg beter geworden?

Page 25: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Zelfverwijzer Freek de Bruin

Page 26: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht
Page 27: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Zelfverwijzer Freek de Bruin

“Maar dat gaat Freek veel geld kosten. Daarom kan ie beter naar de huisartsenpost gaan.

Dit bezoek gaat namelijk nooit ten koste van het eigen risico en je krijgt even goede zorg.”

Page 28: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

ORIGI

NAL RES

EARCH

Open Acc

ess

Self-refe

rredpati

entsat th

e Emerge

ncy

Departm

ent:pati

entchar

acteristi

cs, motiv

ations,

andwilli

ngness

to makea co

payment

Janneke

de Valk

1 , Elisabe

th M Taal1 , Ma

riette S

Nijhoff

1 , Maren

H Harms1 , E

sther MM

Lieshou

t2 , Peter

Patka1

andPleu

niePM

Rood1*

Abstrac

t

Backgr

ound: In

many co

untries,

including

theNet

herland

s, asub

stantial

number

of patie

ntsvisit

theEme

rgency

Departm

ent(ED)

without

a referra

l bya ge

neral pra

ctitione

r. The go

al of th

is study

wasto dete

rmine th

e

charact

eristics a

nd motivat

ionsof s

elf-refer

redpati

ents(SRP

s) atthe

ED.The

seconda

ry objec

tivewas

to explore

SRPs’ op

inion abo

ut copa

yments.

Method

s: Asurv

ey, in seve

n different

languag

es was p

erforme

d among SRP

s from Oct

ober 20

11 until

January

2012

at an acad

emic ED

in theNet

herland

s. Patien

ts were

included

on 21 day-,

21 even

ing-, an

d 21 night

shifts du

ring

week an

d weeke

nd days

equally.

Patient

characte

ristics, m

otivatio

ns, comp

laints, di

agnosis

, andthe

opinion

regardin

g

copaym

entswer

e exami

ned.

Results

: A total of

436SRP

s were

include

d (respon

se rate

82%). Fo

rty-seve

n percen

t ofthe

EDpop

ulation

was

self-refe

rred. SR

Ps were

mainly m

ale(58%

), betwe

en 18 an

d 35 years

(54%), D

utch(67%

), single

without

children

(42%), an

d low-e

ducated

(73%). Th

e most

common

ly prese

ntedcom

plaints w

ereof m

usculosk

eletal o

rigin(35%

).

Expecte

d need f

or addit

ional me

dical car

e (e.g., X

-rays, bl

oodtest

s) was th

e reason

to visit t

he ED for 2

8%of th

e SRPs.

Around 3

0%of th

e SRPs w

erenot

prepared

to pay f

or an ED

visit. Fift

y percen

t ofSRP

s were p

repared

to pay u

p to25

or 50 EU

R. Highl

y educat

ed patie

ntswer

e willing

to pay m

orethan

patients

witha lo

w level of

educatio

n (p< 0.

05).

Conclus

ions: SR

Ps (47%

of the to

tal ED pop

ulation)

areofte

n young

menwith

musculo

skeletal

complain

ts. They

are

convinc

ed that

addition

al medic

al tests a

re neces

sary. Ab

out70%

of the SR

Ps are w

illingto m

akea co

paymen

t, half of

theSRP

s with a

maximu

m between

25 EUR a

nd 50 EU

R. As hig

hlyedu

cated SR

Ps are p

repared

to pay m

ore,

introduc

ingcop

ayments

might in

fluence

equity in

health c

areacce

ssibility.

Keywor

ds:Self-

referred

patients

; Emerge

ncyDep

artment;

General

practitio

ner;Gen

eralPrac

titioner

coopera

tive;

Copaym

ent;Pati

entmot

ivations

; Health

services

accessib

ility

Backgr

ound

Annually

, approx

imately

2 million

patients

present

them-

selves to

an Emer

gency D

epartme

nt (ED)

in the N

etherlan

ds

[1].Thi

rtyperc

entof t

hemvisi

t the ED

without

being

referred

by agen

eralprac

titioner

(GP) [2

].

In the ye

ar 2000,

after-hou

rs GP pr

actices, ‘G

P-coope

ratives’,

were es

tablishe

d in theNet

herland

s. Patie

ntswith

health

problem

s can ei

thervisit

their G

P during

office ho

ursor a

GP-coo

perative

forafte

r-office

-hours

health

care. Th

e GP

function

s asa ga

tekeepe

r for in

-hospit

al care

andcan

refer

patients

to theED

or hosp

italmedic

al spec

ialties.

How-

ever, m

edical c

areat t

he EDis a

lsopro

vided to pati

ents

without

a GPs r

eferral t

o the ED

.

Several

studies e

xploring

thecha

racteris

ticsand

motives

of self-

referred

patients

(SRPs)

forthei

r visits

to theED

have bee

n carried

out[3-8

]. Howe

ver,most

of them

were co

nducted

before o

r during

theintr

oductio

n of the

GP-coo

perative

s [3,6-8

]. Furth

ermore,

some st

udies in

-

vestigat

ed thepre

sentati

onof S

RPsto the

EDonly

dur-

ingout

of office

hours f

or regu

larmedic

al care

or were

* Corres

ponden

ce: p.roo

d@erasm

usmc.nl

1 Departm

entof E

mergen

cy Medic

ine,Eras

musMC,

Erasmus

Universit

y

Medical

Center R

otterdam

, POBox

2040, 30

00, CA Rott

erdam, T

he Nethe

rlands

Fulllist o

f author

informa

tionis av

ailable a

t the en

d of the ar

ticle

© 2014de V

alk et al.;

licensee

Springe

r. This is

an Open Acce

ss article

distribut

ed under th

e terms

of the Cr

eative Co

mmons

Attribut

ionLice

nse(http

://creativ

ecommon

s.org/lice

nses/by/

4.0),whic

h permits u

nrestrict

ed use,distr

ibution,

andrepr

oductio

n

in anymed

ium, pro

vided the

original

work is

properly

credited

.

de Valk

et al. In

ternatio

nalJou

rnalof E

mergen

cy Medic

ine201

4, 7:30

http://w

ww.intj

em.com/con

tent/7/1

/30

215

H u i s a r t s & W e t e n s c h a p

51(5) mei 2008

Nu de HAP’en in Nederland zich een duidelijke positie in het zorg-

landschap hebben verworven, zien we een tendens tot nauwere

samenwerking met de andere lokale aanbieder van urgente en

spoedeisende zorg, de spoedeisende eerste hulp (SEH) van het

ziekenhuis.4 Belangrijkste pleitbezorgers van deze integratie zijn

overheid en zorgverzekeraars.5,6 Ook patiëntenorganisaties steu-

nen deze ontwikkelingen.7 In onder andere Maastricht, Haarlem en

Purmerend zijn inmiddels verregaande samenwerkingsprojecten

tussen HAP en SEH gestart, resulterend in geïntegreerde spoed-

posten met een gezamenlijke, centrale triage van patiënten.8 Als

gevolg hiervan moeten veel zelfverwijzers die eerder rechtstreeks

op de SEH verschenen nu eerst langs de HAP. Inmiddels is geble-

ken dat de stroom zelfverwijzers op de SEH hierdoor substantieel

kan afnemen.9

Toch zijn niet alle partijen onverdeeld positief over deze nieuwe

ontwikkelingen. Door het verleggen van de stroom zelfverwijzers

is de werkdruk op de HAP’en toegenomen, zonder dat hier een

duidelijke (financiële) compensatie tegenover staat. Daarnaast

vrezen huisartsen dat integratie met het ziekenhuis tot verlies van

de eigen identiteit zal leiden. Het ziekenhuis ziet op haar beurt

een deel van de inkomsten teruglopen omdat veel zelfverwijzers

nu op de HAP worden gezien. In Maastricht leidde deze produc-

tievermindering al tot een substantiële korting van het SEH-bud-

get door de zorgverzekeraar.10

In dit artikel zetten wij de voor- en nadelen van de integratie van

HAP en SEH nog eens op een rij. Wat is er eigenlijk bekend uit

de langzaam groeiende, maar nog altijd beperkte hoeveelheid

wetenschappelijke literatuur over dit onderwerp?

Argumenten voor integratie

Momenteel bestaan er diverse samenwerkingsmodellen naast

elkaar, variërend van een geografisch gescheiden HAP en SEH tot

een gedeelde triage aan de poort (front office) of zelfs een volledige

herschikking van taken tussen de betrokken professionals (front

and back office, soms inclusief de ambulancedienst).

De belangrijkste argumenten die door de voorstanders van inte-

gratie worden aangevoerd zijn:

1. Het zorgaanbod is onvoldoende afgebakend en inzichtelijk.

Voor patiënten met een acuut probleem is het niet duidelijk

met wie zij buiten kantooruren contact moeten opnemen:

de HAP, SEH of ambulancedienst (via 112).7,11 Hierdoor zou

ondoelmatigheid in de acutezorgketen ontstaan, omdat

patiënten niet direct op ‘de juiste plaats’ of ‘door de juiste

hulpverlener’ worden gezien.12

2. Zelfverwijzers gaan naar de SEH met problemen waarvan het

Inleiding

In navolging van het Verenigd Koninkrijk1 en Denemarken2 heeft

de organisatie van huisartsenzorg buiten kantooruren de afgelo-

pen jaren een snelle ontwikkeling doorgemaakt van kleinschalige

dienstenstructuren in HAGRO-verband naar grootschalige huis-

artsenposten (HAP’en).3 Belangrijkste drijfveer in deze ontwik-

keling was de behoefte van huisartsen om de werkdruk buiten

praktijkuren te verminderen.

Beschouwing

Huisartsenpost en spoedeisende eerste hulp:

wel of niet integreren?

EP Moll van Charante en PJE Bindels

Samenvatting

Moll van Charante EP, Bindels PJE. Huisartsenpost en spoed-

eisende eerste hulp: wel of niet integreren? Huisarts Wet

2008;51(5):215-9.

De huisartsenpost (HAP) is stevig verankerd in het zorgland-

schap. Er is de laatste tijd steeds meer sprake van samenwer-

king of zelfs verregaande integratie tussen HAP en de spoed-

eisende eerste hulp (SEH). Belangrijke pleitbezorgers van inte-

gratie zijn overheid, zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties.

De voornaamste argumenten voor integratie zijn dat patiënten

vaak niet weten met wie ze contact moeten zoeken (HAP, SEH of

ambulancedienst/112), dat de SEH dichtslibt met zelfverwijzers

die eigenlijk thuishoren op de HAP en dat de huidige acutezorg-

keten ondoelmatig is.

Op grond van de huidige literatuur is geen van genoemde argu-

menten te onderbouwen. Patiënten lijken doorgaans juist een

consistente en complementaire keuze te maken voor HAP of

SEH, terwijl er nog geen aanwijzingen zijn dat integratie daad-

werkelijk kosteneffectief is. Er zijn grote verschillen in hulpvraag-

gedrag tussen patiënten in de grote stad en op het platteland,

die mogelijk vragen om verschillende samenwerkingsmodellen.

Integratie kan betekenen dat de HAP zijn karakter als eerstelijns-

voorziening verliest en vraagt bovendien een andere rol van de

huisarts in de traumazorg.

Een gefundeerde keuze voor de meest optimale vorm van

samenwerking vanuit het perspectief van alle betrokken partijen

vraagt om meer en beter onderzoek, liefst met een gecontro-

leerde onderzoeksopzet.

Academisch Medisch Centrum/UvA, Divisie Klinische Methoden en Public

Health, afdeling Huisartsgeneeskunde, Meibergdreef 15, 1105 AZ Amster-

dam: dr. E.P Moll van Charante, huisarts; prof.dr. P.J.E. Bindels, hoogleraar

huisartsgeneeskunde.

Correspondentie: [email protected]

Mogelijke belangenverstrengeling: niets aangegeven.

H&W 08 05.indb 215

H&W 08 05.indb 215

18-04-2008 08:53:05

18-04-2008 08:53:05

Overwegingen

Correspondence: Linda Huibers, Radboud University Nijmegen Medical Centre, Scientifi c Institute for Quality of Healthcare, Nijmegen, the Netherlands.

E-mail: [email protected] (Received 13 April 2011 ; accepted 11 September 2011 )

ORIGINAL ARTICLE

Safety of telephone triage in out-of-hours care: A systematic review

LINDA HUIBERS , MARLEEN SMITS , VERA RENAUD , PAUL GIESEN &

MICHEL WENSING Radboud University Nijmegen Medical Centre, Scientifi c Institute for Quality of Healthcare, Nijmegen, the Netherlands

Abstract Objective .Telephone triage in patients requesting help may compromise patient safety, particularly if urgency is underesti-

mated and the patient is not seen by a physician. The aim was to assess the research evidence on safety of telephone triage

in out-of-hours primary care. Methods. A systematic review was performed of published research on telephone triage in

out-of-hours care, searching in PubMed and EMBASE up to March 2010. Studies were included if they concerned out-

of-hours medical care and focused on telephone triage in patients with a fi rst request for help. Study inclusion and data

extraction were performed by two researchers independently. Post-hoc two types of studies were distinguished: observational

studies in contacts with real patients (unselected and highly urgent contacts), and prospective observational studies using

high-risk simulated patients (with a highly urgent health problem). Results . Thirteen observational studies showed that on

average triage was safe in 97% (95% CI 96.5 – 97.4%) of all patients contacting out-of-hours care and in 89% (95% CI

86.7 – 90.2%) of patients with high urgency. Ten studies that used high-risk simulated patients showed that on average 46%

(95% CI 42.7 – 49.8%) were safe. Adverse events described in the studies included mortality (n ! 6 studies), hospitalisations

(n ! 5), attendance at emergency department (n ! 1), and medical errors (n ! 6). Conclusions . There is room for improve-

ment in safety of telephone triage in patients who present symptoms that are high risk. As these have a low incidence,

recognition of these calls poses a challenge to health care providers in daily practice.

Key Words: After-hours care , emergency medical services , primary health care , safety , telephone , triage

Introduction The organisation of out-of-hours primary care has

changed in many developed countries during the last

decade. In an increasing number of developed coun-

tries it is now provided by physicians who work in

large-scale organisations [1 – 4], with an important role

for telephone triage in the initial contact with the

patient. Triage is the process of determining the level

of urgency and type of health care required in requests

for help. Different choices have been made regarding

the utilisation of telephone triage across countries. In

some countries telephone triage is performed by physi-

cians [3,5], in other countries by nurses or other non-

clinicians [2]. In addition, triage may be supported by

computerised decision support systems [2].

Telephone triage may compromise patient

safety, particularly if urgency is underestimated

and the patient is not seen by a physician or with

a delay in time. Identifi cation of medical urgency

during telephone contacts with out-of-hours pri-

mary care settings has proven to be suboptimal

[6,7]. This may result in delayed treatment and

thus suboptimal outcomes [8 – 10], but evidence on

this is not consistent [11,12]. An older review of studies concluded that patient

safety of telephone triage in out-of-hours care may

be compromised [13], but a more recent Cochrane

review [14] did not examine patient safety in detail

[11,15,16]. Furthermore, the organisation and deliv-

ery of out-of-hours care has changed substantially in

recent years, which may have infl uenced telephone

triage [17,18]. In recent years a number of studies

on telephone triage have been conducted, which is

why we decided to perform a review of published

research on telephone triage in out-of-hours care.

The aim of this review was to assess the research

evidence on patient safety of telephone triage in out-

of-hours care.

Scandinavian Journal of Primary Health Care, 2011; 29: 198–209

ISSN 0281-3432 print/ISSN 1502-7724 online © 2011 Informa Healthcare

DOI: 10.3109/02813432.2011.629150

Scan

d J P

rim H

ealth

Car

e D

ownl

oade

d fro

m in

form

ahea

lthca

re.c

om b

y 21

7.63

.74.

55 o

n 04

/08/

15

For p

erso

nal u

se o

nly.

Page 29: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Optimale zorg voor zelfverwijzers

Page 30: Optimale zorg voor zelfverwijzers - NTS...Kraaijvanger: “48 - 58% terecht op SEH” • Gepubliceerd in 2014 • 3.196 Patiënten geïncludeerd op één SEH • Terecht/onterecht

Vragen en discussie, graag!

Menno I. Gaakeer [email protected]