Operational Excellence - van Assenvanassen.info/wp-content/uploads/Module-5.pdf · 2013-02-15 ·...
Transcript of Operational Excellence - van Assenvanassen.info/wp-content/uploads/Module-5.pdf · 2013-02-15 ·...
Hard (optimaliseren én Zacht (professionaliseren)
Operational renewal omdat:
• Insteek op operational
performance zorgt voor
tempo en snel resultaat.
• Het bewijs van substantiële
verbetering motiveert.
Operational improvement omdat:
• Slagingskans bij implementatie < dan 50% wanneer
alleen wordt ingestoken op verbetering van operational
performance
• Vaardigheden van continu verbeteren helpen ook de
borging van de operational performance.
Ontwerp- versus ontwikkelbenadering
Ontwerpbenadering Ontwikkelbenadering
Organisatie als bron van tekortkomingen Organisatie als bron van ervaring
Nieuw ontwerp met blauwdruk Verbeteren vanuit bestaande situatie
Top-down (uitvloeisel van de strategische keuzes) Bottom-up (gebruik kennis en inzicht personeel)
Oplossingsgericht Probleemgericht
Stabiele eindsituatie Vergroting van verandervermogen
Eenmalig lineair proces Voortdurend iteratief proces
Technisch-economische benadering Sociaal-politieke benadering
Strakke normen en planning Aandacht voor verandercapaciteit
Abstracte modellen Concrete werkwijzen
Nadruk op expertkennis Gebruik van materiekennis
Scheiding ontwerp en invoering Vloeiend proces
1. Aanleiding en ambitie beïnvloeden de aanpak.
2. Verbeteren vergt capaciteit.
3. Leiderschap is de kritische schakel voor succes.
4. Geef de invoering integraal vorm.
5. Sturen op resultaat én op gedrag.
6. Communicatie en stakeholdermanagement voor
Operational Excellence is altijd nodig.
Leidende principes voor het invoeren van Operational Excellence
Regel 2: Verbeteren vergt capaciteit (1)
Gemiddelde of
gebudgeteerde
prestatie
Doel
prestatie
Gerealiseerde prestatie
na volharding en extra
investeringen
Aankondiging
en/of start van de
implementatie op
t1
Nieuwe
situatie
gepland
ingevoerd
t1 t2 Tijd
Prestatie
Operationele
Prestatie vanwege
extra druk op
project- en
lijnorganisatie
t3
Kans op blijvende
schade door afhaken
van groepen in de
organisatie
• (Top)management commitment en het tonen van
voorbeeldgedrag zijn essentieel.
• Omgaan met paradox: creëer vrijheid in
gebondenheid.
• Inspirerend leiderschap is de sleutel voor
Operational Excellence.
• Management en sleutelpersonen moeten bewust
worden gepositioneerd.
Regel 3: Leiderschap is de kritische schakel voor succes.
Regel 3: Omgaan met paradox: creëer vrijheid in gebondenheid.
Eén van de succesfactoren van de operationeel
excellente organisatie is het kunnen omgaan met
diverse management paradoxen zoals: doelmatig (efficiëntie, exploitatie) én doeltreffend
(effectiviteit, exploratie),
professionaliseren (zacht, operational improvement)
én optimaliseren (hard, operational renewal),
investeren én besparen,
vernieuwen én verbeteren,
vrijheid (om te experimenteren) én (vasthouden aan)
regels/procedures, en
beheersing én commitment.
Regel 4: Geef de invoering integraal vorm.
• Operational Excellence moet worden afgestemd op de strategie van
de organisatie en vice versa.
• De huidige situatie (de IST-situatie) moet integraal worden
gediagnosticeerd met diverse medewerkers uit de organisatie
waarbij naar alle dimensies van het D-PPBOI-model wordt gekeken
en waarbij rekening wordt gehouden met de harde én zachte
dimensies van Operational Excellence.
• De gewenste situatie (de SOLL-situatie) moet integraal worden
ontwikkeld en/of ingevoerd. Ook hier gaat het erom dat in het
uiteindelijke ontwerp (de blauwdruk) c.q. gedurende het ontwikkelen
van de operationeel excellente organisatie er ‘onderlinge fit’ dient te
zijn tussen de dimensies van het D-PPBOI-model.
• Er moet samenwerking zijn tussen staf (experts) en lijn (uitvoering).
Regel 5: Sturen op resultaat én op gedrag.
•Hoe krijg je een cultuurverandering
in het DNA?
Cultuur verandert alleen als je de
context verandert.
Structuur
Leiderschap
Taken / proces
Omgeving
Regel 6: Communicatie en stakeholdermanagement voor
Operational Excellence is altijd nodig. Stakeholder analysis The power-interest grid
Keep
satisfied
Manage
closely
Monitor
Keep
informed
Sta
kehold
er
pow
er
Stakeholder interest
Identifying, prioritising and understanding the stakeholder group
What financial or emotional interest
do they have in the outcome of the
implementation? Is it positive or
negative?
What motivates them most of all?
What information do they need?
What is the best way of
communicating with them?
What is their current opinion of the
implementation project?
Who influences their opinions? Do
some of these influencers
therefore become important
stakeholders in their own right?
If they are not likely to be positive,
what will win them around to
support the implementation?
If you don’t think you will be able to
win them around, how will you
manage their opposition?
Top-down (expert) versus bottom-up (ontwikkeling)
Begeleiding en sturing management tijdens implementatie
Strak trainings-programma voor de implementatie
leren
doen
reflecteren
Verbeterpotentieel Analyse & ontwerp
Business Case
Blauwdruk processen / lean
Pilot
Implementatieprogramma
Communicatie en interventies medewerkers
Programma-management Regie lean project Berenschot / Stuurgroep
Waarom doe je het ?
Wat levert het op ?
Hoe ga je het doen ?
Werkt het ook echt ?
Wegleren aan middelmanagement: leren, doen en reflecteren
10, 100, 1000 x uitleggen waarom en hoe
Betrekken en verantwoordelijk maken medewerker
OpX = combining breakthrough methodology and systematic implementation of minor actions
Prestatie
Tijd
Verbeteren in kleine
stapjes (CI) binnen
Lean
Alleen doorbraak methoden (BPR)
Doorraak methoden
gecombineerd met
het continu
verbeteren
page 18 June
2010
Top-down (expert) versus bottom-up (ontwikkeling)
Doel
Context / omgeving
Niveau 4: De professioneel
operationeel excellente organisatie
Efficiënt en effectief
realiseren van klantwaarde
Niveau 3: De professioneel
operationeel excellente organisatie
Niveau 2: De professioneel
operationeel excellente organisatie
Niveau 1: De professioneel
operationeel excellente organisatie
23
Veranderkleuren van De Caluwé en Vermaak
• Er zijn vijf clusters van theorieën over veranderen.
Verschillen in clusters hebben te maken met de
wijze van communiceren, de onderlinge interactie.
In één cluster verloopt de communicatie over
veranderen vrij moeiteloos: mensen begrijpen elkaar
en men zit vaak op één lijn.
• Als mensen van verschillende clusters met elkaar
praten, dan verloopt de communicatie heel erg stroef.
Dat komt omdat men fundamenteel verschillende
concepten hanteert met betrekking tot veranderen.
24
Veranderkleuren van De Caluwé en Vermaak
1. Geeldruk denken is gebaseerd op socio-
politieke opvattingen over organisaties, waarbij
belangen, conflicten en macht een
belangrijke rol spelen.
2. Blauwdruk denken is gebaseerd op het
rationeel ontwerpen en implementeren van
veranderingen. Projectmatig werken is een
opvallende representant hiervan.
25
Veranderkleuren van de Caluwé en Vermaak
3. Rooddruk denken. Mensen veranderen onder
invloed van lok- en strafmiddelen. Het moet
aantrekkelijk en aangenaam worden gemaakt om
te veranderen.
4. Groendruk denken. Mensen veranderen vindt
plaats door ze te motiveren om te leren (bewust
onbekwaam te maken).
5. Witdruk denken. In dit denken vindt verandering
veelal autonoom plaats. Mensen en organisaties
veranderen zelf en voortdurend.
Een kleurenkijk op wat iemand beweegt
Wat beweegt mij Wat remt mij?
Geel Ambiguïteit/instabiliteit/pressie
Het steekspel
Hoog in de boom/belangrijkheid
Gelabeled worden / gestigmatiseerd raken /
voorspelbaar zijn
Er niet bij horen / gezichtsverlies
Laag bij de grond / details
Blauw Duidelijkheid / zakelijkheid
Puzzels / uiteenrafelen
Iets concreets tot stand brengen
Relativeren / er is geen werkelijkheid
Emotionaliteit / vage toestanden
Onzekerheid/open eindes
Rood Iets leuks / aangenaams /
aantrekkelijks
Samen zijn / familiegevoel/erkenning
Individualiteit / machogedrag
Onzorgvuldigheid / op de man spelen
Moeilijk gedoe / problematiseren
Groen Verwondering
Uitproberen / nieuwe dingen of
inzichten
Uitdagingen/grenzen verleggen
Politieke spelletjes / macht / verborgen
agenda’s
Aan mensen sleuren / ongevraagde
confrontsaties
Perfectioneren / routine
Wit Onzekerheid/dubbelzinnigheid
Innovaties/mogelijkheden
Mysteries en paradoxen
Clichés/saaiheid/middelmaat
Regels/inflexibiliteit
Wollen deken / groepsdwang
Voorbeeld interventies Individu Groep Organisatie
Geel Personal commitment
Outplacement
Confrontatievergaderingen
Topstructuur
Verbeteren kwaliteit van
de arbeid
blauw Management by
objectives
Hygiënisch werken
Werken met een agenda
Werken in projecten
Archiveren
Business Proces
Redesign
Doorlichting / audits
Rood Loopbaanontwikkeling
Werving en selectie
Taakverrijking /
Taakverbreding
Sociale activiteiten
Teamrollen
Management by speech
Belonen in organisaties
Mobiliteit en diversiteit
Groen Coaching
Feedback gesprek /
spiegelen
Teambuilding
Intervisie
Gaming
Quality circles
World café
Wit Persoonlijke groei
Netwerken
Zelfsturende teams
Open space technology
Appreciative inquiry
Search conferences
Heilige huisjes afbreken
Wanneer een kleur niet werkt! Geel Zwakke leiders
Alleen de baas wil het, of iedereen behalve de baas
Geen druk of ambitie
Je krijgt de sleutelfiguren niet aan één tafel
Blauw Heftige dynamische omgeving
Kennis is niet in huis, of er is niet aan te komen
Onhelder opdrachtgeverschap, randvoorwaarden en
middelen Rood Als medewerkers geen verantwoordelijkheid willen
nemen
Als leidinggevenden geen vertrouwen kunnen geven
Weinig samen en wij Groen Weinig verwantschap met en begrip voor de verandering
Verborgen conflicten en agenda’s
Veel onveiligheid en weinig (zelf)vertrouwen
Wit Weinig dynamiek en confrontatie
Geen durf, (zelf)vertrouwen en eigen koers
Weinig zelfvertrouwen en relativering