opdrachtenboek groep 6 blok 1 - documentatie blok 1 les 2 2 1 3 begin hier begin hier Steeds meer of...

22
opdrachtenboek groep 6 blok 1 513933

Transcript of opdrachtenboek groep 6 blok 1 - documentatie blok 1 les 2 2 1 3 begin hier begin hier Steeds meer of...

opdrachtenboek groep 6 blok 1

513933

opdrachtenboek groep 6

© Malmberg, ’s-HertogenboschAlle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave magworden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerdgegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vormof op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, doorfotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zondervoorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

blok 1

2

les 2blok 1

2

1

3

begin hier

begin hier

Steeds meer of minder.Neem over in je schrift en vul in.

3 9 8

3 9 9

5 4 2

5 5 2

8 8 0

8 9 0 7 0 1

8 0 1

8 7 0

9 7 0 8 5 1 3

9 5 1 3

1 meerof minder

10 meerof minder

10 meerof minder

100 meerof minder

100 meerof minder

1000 meerof minder

123 472 640 991

Welk getal ligt het dichtst in de buurt?Doe het zo: 88 - .....

90

100

80

88

120

130

100

500

400

700

600

700

500

900

1000

100

Meer of minder.Neem over in je schrift en vul in.

2100

2200 5053

5153

25 100

26 100 37 387

38 387 1000

1050

250

300

a 100 meer of minder b 1000 meer of minder c 50 meer of minder

3

6

7

5

4

begin hier

20 799164347201063582

590

600

580

56

7

blok 1les 2

Welk getal ligt het dichtst in de buurt?Doe het zo: a - .....

1100

1000

2000

5000

4000

8000

1600

1700

1500

20 000

21 000

20 800

Hoe groot is de sprong?Ga zo verder.

805 - 905 - ..... - ..... - .....900 - 950 - ..... - ..... - .....

9100 - 10 100 - ..... - ..... - .....

24 205 - 25 205 - ..... - ..... - .....80 001 - 90 001 - ..... - ..... - .....

1550 - 1600 - ..... - ..... - .....

15 010 - 16 010 - ..... - ..... - .....1135 - 1235 - ..... - ..... - .....

42 045 - 42 145 - ..... - ..... - .....

Maak 5 verschillende getallen met deze cijfers.Gebruik steeds alle cijfers.Doe het zo: 567,

a Maak verschillende getallen met deze cijfers.Gebruik steeds alle cijfers.

b Hoeveel getallen kun je maken?

0 5 7 6

a b c d e

3

4

1

begin hier

2

begin hier

810820

800 850 900 950 1000

830840

860870

870880

910920

970980

960970

980990

10901100

11201130

11401150

800900

11001200

13001400

17001800

18001900

23002400

950 1000 1050 1100 1150

500 1000 1500 2000 2500

Schrijf op volgorde van klein naar groot.

Kies het goede getal.Doe het zo: a - 810

les 4blok 1

a

b

c

a b c d e f

g h i j k

l m n o p q

zondag899

zaterdag900

dinsdag970

maandag907

zondag2001

zaterdag1999

dinsdag3000

maandag2010

zondag1100

zaterdag1090

dinsdag1001

maandag1010

5

3

4

6

5

begin hier

Maak 2 getallen met deze cijfers.Gebruik steeds alle cijfers.

3 1 2 7

Welk getal hoort bij de letter?

Kies het goede getal bij de letter.Kies uit: 9150, 9025, 10 460, 9450, 9975, 10 025, 9780, 9880, 9525, 9710Doe het zo: a - 9150

blok 1les 4

Schrijf de getallen op volgorde van klein naar groot.

a 2200 - 2090 - 2101 - 2198 - 2099

a De 7 is zevenduizend waard. Bijvoorbeeld 7321 of ...b De 7 is zeventig waard.c De 7 is zeven waard.d De 7 is zevenhonderd waard.e Schrijf alle getallen van a, b, c en d op volgorde van

klein naar groot.

j

3000 4000 5000 6000

gf h i

l m n ok

b dc ea

b 7000 - 6999 - 7040 - 7939 - 7589

9000 9500 10 000 10 500

c ga b h i d e j f

3700 3800 3900 4000

6380 6390 6400 6410

6

1

begin hier

3

begin hier

2

4

700800

11001200

13001400

16001700

18001900

23002400

a360037004000

b390039504000

c410043004500

d480048905000

e500053005400

f530054005500

a b c d e f

500 1000 1500 2000 2500

3500 4000 4500 5000 5500

Welk getal ligt het dichtst in de buurt?

Kies het goede getal.

les 5blok 1

300

365 400

500

c

600

740 700

400

a

Welk getal ligt het dichtst in de buurt?

b

2020

2026 2030

2100

Steeds 1 en 10 meer of minder.Gebruik de antwoorden bij opgave 3.Schrijf steeds de 2 getallen die erbij horen op.Doe het zo:

– 1

3599 - 3600 - 3601

+ 1 – 10 + 10

3590 - 3600 - 3610

1 minder of meer 10 minder of meer

7

6

5

7

8

begin hier

0 2 6 9

615062506350

645065506700

665067506800

701071117240

760877517205

741076107792

a b c d e f

6 7 0

7

7000 80006000

blok 1les 5

a Maak verschillende getallen met deze cijfers.Gebruik alle cijfers.

b Schrijf de getallen van a op volgorde van klein naar groot.

a Maak minstens 10 verschillende getallen met deze cijfers.Gebruik alle cijfers.

b Schrijf de getallen van a op volgorde van klein naar groot.

Gebruik het grootste getal uit opgave 5a.Maak steeds 10 sprongen.a Spring vanaf dit getal met 10 verder.b Spring vanaf dit getal met 100 verder.c Spring vanaf dit getal met 1000 verder.

Kies het goede getal.

8

1

begin hier

3

begin hier

2

8

Splits.Bedenk zelf ook getallen.

les 7blok 1

100

89459358

100 1000

981

979949

9

1000100

80409050

Reken uit.

120 + 100 =120 + 99 =120 + 101 =

180 + 20 =180 + 19 =120 + 21 =

230 – 100 =230 – 99 =230 – 101 =

320 – 20 =320 – 19 =320 – 21 =

100 – 99 =135 – 134 =192 – 190 =

Reken uit.

350 + 220 =180 + 320 =572 + 199 =285 + 116 =

330 + 190 =208 + 191 =409 + 101 =538 + 161 =

220 – 120 =525 – 205 =745 – 244 =789 – 788 =

346 – 147 =432 – 99 =801 – 499 =653 – 651 =

9

6

4

5

begin hier

5 Neem over en vul in.

Wat komt uit de machine?Maak de tabel af.Reken uit.

blok 1les 7

a Trek steeds 135 af van 945. Ga door tot het niet meer kan.b Kies een begingetal en trek daarvan steeds hetzelfde getal af.

Bedenk zelf welk getal.

in uit

360670799901

a b in uit

479524109199

a b

10

1

begin hier

2

begin hierb i hi

Kijk bij opgave 1.Hoeveel moeten ze betalen?a Minke bestelt:

1 grote friet met mayonaise;1 blikje fris.

b Jule en Merit bestellen:1 frikadel;1 pizzapunt;2 blikjes fris.

c De familie Mawi bestelt:1 kleine friet met mayonaise;1 grote friet met mayonaise;2 blikjes fris.

Hoeveel moeten ze betalen?a Lisa bestelt:

1 kleine friet van € 2,30;1 blikje fris van € 1,10.

b Maxime en Loran bestellen:1 grote friet van € 2,80;1 broodje kroket van € 3,10;1 blikje fris van € 1,10.

c De familie Benie bestelt:2 pizzapunten voor samen € 5,00;1 kleine friet met mayonaise voorsamen € .

les 9blok 1

1

begin hierbegin hier

11

3

begin hier

11

blok 1les 9

Kijk bij opgave 1.Hoeveel?a Rachid bestelt:

1 grote friet met mayonaise;1 broodje kroket;2 blikjes fris.Hij betaalt met € 10,–.Hoeveel krijgt hij terug?

b Sam heeft € 10,–.Wat kan hij bestellen?Hij houdt geen geld over.

12

1

begin hier

2

3

begin hier

Hoeveel moeten ze betalen?

les 10blok 1

Splits.Bedenk zelf ook getallen.

Hoeveel geld krijg je terug?Maak de tabel af.

je koopt je betaalt je krijgt terug

a € 100,– €

b € 100,– €

c € 150,– €

d € 200,– €

e € 200,– €

100

129915919

100 1000

98997195169990

1000100

1030906020

b Fatma bestelt:1 kleine friet van € 2,30;1 frikadel van € 2,10;1 blikje fris van € 1,10.

c Sjoerd bestelt:a Lieke bestelt:1 grote friet van € 2,80;1 blikje fris van € 1,10.

p

€ 48,– € 35,–

€ 22,50 € 76,20

€ 45,– € 99,–

€ 12,40 € 130,60

€ 99,50€ 53,50

13

4

begin hier

5

Vanmorgen had ik€ 385,00. Nu heb

ik € 484,00. Hoeveelheb ik erbij?

Vanmorgen had ik€ 20,00. Nu heb

ik € 10,10. Hoeveel hebik uitgegeven?

Jule heeft128 schelpen en ik

heb er 199. Hoeveelhebben we samen?

13

5

€ 84,40

a Betaal de vlieger gepast. Doe het op 3 manieren.b Je geeft 2 biljetten van 50 euro. Wat krijg je terug?

Doe het op 3 manieren.

blok 1les 10

Hoeveel?Doe het zo: Joop -

14

1

2

3 Hoeveel samen?Kies steeds 1 blauwe en 1 grijze ballon.Gebruik elke ballon 1 keer.Schrijf de getallen vande 2 ballonnen onderelkaar en reken uit.

Schrijf onder elkaar en reken uit.

bij les 1 en 2

puntblad 1 blok 1

a 163 + 724 = b 480 + 352 = c 304 + 575 =d 635 + 104 =e 254 + 638 =

+

H T E1 6 37 2 48 0 0 (100 + 700)

8 0 (60 + 20)7 (3 + 4)

(|800|80|7|)

+

H T E

(..... + .....)(..... + .....)(..... + .....)(|.....|.....|.....|)

Hoeveel bezoekers zijn het samen?Reken het uit voor elke dag.Doe het zo:maandagH T E2 3 5

+ 3 1 4

15

1

2

3

15

1

2

3 Maak 800.Kies uit elk ijsje 1 cijfer.Maak hiervan een getal.Maak nog een getal met 3andere cijfers.Tel de 2 getallen bij elkaar op.Maak een som met het antwoordzo dicht mogelijk bij 800.

Wat staat onder de vlek?Schrijf de som in je schrift en reken uit.

Zoek de fout en schrijf het goede antwoord op.Doe het zo: Zars - 794

bij les 1 en 2

plusblad 1blok 1

verkocht in week 37:

ZarszakjesN&N’s

lollyszakjeschips

ijsjes

Maaike 365 242 367 512 295

Rob 429 258 424 99 427

totaal 784 400 781 601 622

794

2 8

+6

6 1 8

2 3 7

+3 6

5 8 3

4 7

+2 1 9

6 9 1

0 5

+1 7

8 1 2

7 5 4

+9 0 6

16

1

2

2

1

3

puntblad 2

Reken uit.Doe het zo:

bij les 3 en 4

blok 1

Welke drie attracties vindt Yasmine het leukst?Reken eerst de sommen uit.Schrijf de antwoorden naast elkaar op.Zoek dan de goede letters erbij en schrijf ze eronder.

4 × 15 =7 × 25 =5 × 32 =

9 × 21 =8 × 35 =5 × 23 =

6 × 12 =5 × 36 =8 × 28 =

7 × 19 =4 × 14 =6 × 15 =

7 × 23 =9 × 18 =7 × 24 =

4 × 15 = 4 × 10 + 4 × 5 = 40 + 20 = .....

a = 96b = 138c = 104d = 121

e = 88f = 125h = 152I = 117

k = 150l = 306m = 320n = 256

o = 144p = 244r = 128s = 108

t = 224u = 235w = 81

8 × 1296

a

4 × 26..........

8 × 19..........

8 × 28..........

6 × 23..........

4 × 24..........

6 × 16..........

8 × 32..........

4 × 27..........

8 × 13..........

4 × 38..........

6 × 24..........

5 × 64..........

8 × 40..........

8 × 11..........

9 × 34..........

3 × 27..........

3 × 32..........

7 × 32..........

2 × 44..........

8 × 16..........

5 × 25..........

9 × 13..........

4 × 22..........

3 × 36..........

17

1

2

3

1

Afvaart?Oh, dan vaartde boot weg.

plusblad 2

Kijk bij opgave 1 en reken uit.a Om 12:00 uur gaan 21 volwassenen en 26 kinderen onder 12 jaar mee.

Hoeveel betalen zij samen?b Om 15:00 uur gaan 18 volwassenen en 15 kinderen onder 12 jaar mee.

Hoeveel betalen zij samen?c Om 14:00 uur krijgt de kapitein € 285,00.

Er gingen bij de laatste afvaart 17 volwassenen mee.Hoeveel kinderen onder 12 jaar gingen er mee?

Beantwoord de vragen bij opgave 1 voor deze dag:

Kijk naar de datum en reken uit.Per rondvaart gaan steeds 48 passagiers mee.a Hoeveel passagiers in totaal na 2 rondvaarten?b Hoeveel passagiers in totaal om 13:45 uur?c Hoeveel passagiers kunnen er vandaag maximaal mee?

bij les 3 en 4

blok 1

18

1

22 Speel het vliegerspel.

Reken uit.

bij les 6 en 7

puntblad 3 blok 1

16 : 2 =16 : 8 =24 : 4 =24 : 6 =

24 : 3 =35 : 5 =35 : 7 =18 : 3 =

18 : 9 =18 : 2 =56 : 7 =56 : 8 =

63 : 9 =63 : 7 =80 : 8 =54 : 6 =

: 9 = 6: 7 = 3

21 : = 736 : = 4

Nodig:1 dobbelsteen, 2 pionnen, je schrift.Spelregels: De oudste begint. Begin bij start. Gooi omde beurt met de dobbelsteen. Gooi je bijvoorbeeld 3,dan ga je 3 stappen vooruit. Schrijf de som van strik 3in je schrift, maar reken hem nog niet uit! Als iemandop of voorbij de vlieger komt, stopt het spel.Maak dan de sommen in je schrift.Kijk het werk samen na.Wie de meeste sommen goed heeft, wint.

10 : 2

15: 3

30: 5

14: 2

16: 4

27:3

32: 4

25 : 5

24 : 6

35 : 7

42 : 6

28 : 7

30 : 10

45: 5 56

: 8

49 : 7

72 : 9

40 : 8

90 : 10

63 : 9

36 : 9

64: 8

56: 7

48: 6

18 : 3

16 : 2

20 : 4

54 : 9

80 : 10

24 : 8

19

1

2

3

14 : = 227 : = 336 : = 6

: 6 = 7: 10 = 8: 8 = 7

: 9 = 625 : = 550 : = 5

63 : = 9: 4 = 11

18 : = 6

: 7 = 7: 2 = 12

81 : = 9

Welk cijfer moet er staan?Reken de deelsommen uit.Schrijf de code op.

Reken uit.

bij les 6 en 7

plusblad 3blok 1

: =

: =

: =

= 8 = ..... = ..... = ..... = ..... = ..... = .....

32 : =

81 : =

24 : =

: =

: =

: =

Alles wordt eerlijk verdeeld.a Hoeveel pakjes drinken per kind?b En hoeveel broodjes per kind?c Hoeveel appels per kind?d Hoeveel trekdroppen per kind?

20

1

2

Reken uit.

a Er zijn 12 kinderen. De helft vliegert.Hoeveel kinderen vliegeren?

b Er zijn 16 handdoeken. Een kwart is gestreept.Hoeveel gestreepte handdoeken zijn er?

c Er zijn 40 ligstoelen. Een vierde deel is bezet.Hoeveel ligstoelen zijn bezet?

d Er zijn 9 kinderen. Een derde deel maakt een zandkasteel.Hoeveel kinderen maken een zandkasteel?

Reken uit.

a Er liggen 9 ijsjes naast de doos. Dat is 12 deel van alle ijsjes.

Hoeveel ijsjes zijn er in totaal?

b Er zijn 4 strandballen. Dat is 13 deel van alle strandballen.

Hoeveel strandballen zijn er in totaal?

c Er spelen 3 kinderen met een bal.Dat is 1

4 deel van alle kinderen.Hoeveel kinderen zijn er in totaal?

bij les 8 en 9

puntblad 4 blok 1

21

2Reken uit.

a 34 deel van de meisjes draagt een zonnebril.Hoeveel meisjes dragen een zonnebril?

b Op een kwart van de stoelen gaat iemand liggen.Hoeveel stoelen zijn daarna nog vrij?

c Van de 12 meisjes hebben er 4 een tas.Welk deel van de meisjes is dat?

d Van de 9 jongens dragen er 6 een pet.Welk deel van de jongens is dat?

1 Reken uit.

a Er zijn 12 rode ijsjes.Dat is 1

2 deel van alle ijsjes.Hoeveel ijsjes zijn er in totaal?

b Er zijn 11 groene strandballen.Dat is 1

3 deel van alle strandballen.Hoeveel strandballen zijn er in totaal?

bij les 8 en 9

plusblad 4blok 1

c Er zijn 5 kinderen met een zonnehoed.Dat is 1

4 deel van alle kinderen.Hoeveel kinderen zijn er in totaal?

d Er zijn 7 kinderen aan het vliegeren.Dat is 1

3 deel van alle kinderen.Hoeveel kinderen zijn er in totaal?