Blok 9 - Schrijven

25
Thuiskomend treft ze Mara in de gang aan. – Wilt jij koffie? vraagt ze. – Och ja, dat sla ik niet af, zegt Dok. Ze trekt haar jas uit, gooit haar tas in een hoek en loopt achter Mara aan naar boven, naar de kamer met de krui- dige geur. Het papier vol vreemde letters ligt er niet meer. Mara schenkt koffie in, sterke koffie. Ze vraagt wat Dok bedoelde met dat slaan. – Slaan? – Ja, ik vraag wilt jij koffie en jij zegt jij slaat niet. – Ik zei dat ik het niet afsla. Dat ik het dus wil. – Ah! Dus jij zegt: ik niet afsla. – Het is: Ik sla het niet af. Niet ik niet afsla. – Waarom jullie hebben woorden met stukje die weggaat en komt en weggaat? – Ja, waarom? Dok roert in haar koffie. Ik weet niet waar- om, het is zo. – Het is zo! Het is zo! Waarom is zoveel zo? Joke van Leeuwen: Vrije vormen. 9 BLOK

description

Op Niveau 2e fase Verwerkingsboek Blok 9 Schrijven

Transcript of Blok 9 - Schrijven

Page 1: Blok 9 - Schrijven

Thuiskomend treft ze Mara in de gang aan.

– Wilt jij koffie? vraagt ze.

– Och ja, dat sla ik niet af, zegt Dok.

Ze trekt haar jas uit, gooit haar tas in een hoek en loopt

achter Mara aan naar boven, naar de kamer met de krui-

dige geur. Het papier vol vreemde letters ligt er niet meer.

Mara schenkt koffie in, sterke koffie. Ze vraagt wat Dok

bedoelde met dat slaan.

– Slaan?

– Ja, ik vraag wilt jij koffie en jij zegt jij slaat niet.

– Ik zei dat ik het niet afsla. Dat ik het dus wil.

– Ah! Dus jij zegt: ik niet afsla.

– Het is: Ik sla het niet af. Niet ik niet afsla.

– Waarom jullie hebben woorden met stukje die weggaat

en komt en weggaat?

– Ja, waarom? Dok roert in haar koffie. Ik weet niet waar-

om, het is zo.

– Het is zo! Het is zo! Waarom is zoveel zo?

Joke van Leeuwen: Vrijevormen.

9BlOK

de taalde taal

06104615_blok 09.indd 1 11-02-2008 09:28:17

Page 2: Blok 9 - Schrijven

de taalBlOK 9

214

woorden rond het thema lezen schrijven eindopdrachten proeftoets

1 Woorden rond het thema

• Alleen de eerste opdracht van dit onderdeel is compleet opgenomen in het ver-werkingsboek. De overige opdrachten vind je op de methodesite en kun je dus op de computer maken.

• Als er geen computer beschikbaar is, kun je je docent(e) naar de papieren versie van de opdracht vragen.

Opdracht 1 Zoek bij elk woord de juiste betekenis.

1 (schrijftaal)anarchie 12 kentering 2 animo 13 manuele periode 3 consonant 14 mobiliseren 4 cultiveren 15 normatief 5 decreteren 16 orale periode 6 discontinuïteit 17 revival 7 facet 18 significant 8 finesse 19 sneaker 9 animeren 20 teloorgaan10 generalisatie 21 transparant11 kardinaal

Betekenissenaspect, kant van de zaak – bevorderen, aanmoedigen – doorzichtig – herleving – het fijne, de bijzonderheid – het niet volgen van de regels (voor de schrijftaal) – het onderbreken van de samenhang – lust – medeklinker – omslag – onderhou-den, koesteren – oproepen – periode waarin (met de hand) geschreven wordt – periode waarin gesproken wordt – sportschoen met dikke zool – veelbetekenend – veralgemening – verloren gaan – voornaamste – voorschrijven – voorschrijvend hoe het moet zijn

Introductiecursus ‘Thuis sterven’ voor vrijwilligers

Uit:BriefSteunpuntvrijwil-ligerswerk

x

Er zijn heel veel goede boeken in de handel over relaties. Je hebt het meeste aan een boek dat de verschillen tussen mannen en vrouwen beschrijft. De meeste con-flicten en ruzies komen namelijk doordat mannen anders zijn dan vrouwen, en andersom.

Uit:Hebbez!

x

Tip: Op het moment dat uw computer een virus bevat, verwijder deze dan meteen.

WebsiteMcAfee

x

06104615_blok 09.indd 2 11-02-2008 09:28:18

Page 3: Blok 9 - Schrijven

de taalBlOK 9

woorden rond het thema lezen schrijven eindopdrachten proeftoets

215

2 lezen

de beschouwing

2.1 einddoel

Als je de opdrachten van deze module hebt doorgewerkt, kun je een beschouwing herkennen en analyseren.

2.2 Overzicht van de opdrachten en de theorie

Verwerkingsboek Informatieboek

opdracht hoofdstuk paragraaf vaardigheid

2:1, 3:1, 6:1 3 Tekstdoelen 3.8, 3.9 De kenmerken van een beschouwing kunnen en tekstsoorten kennen en herkennen

1, 2:2, 3:2, 5:1, 7:2 5 Tekststructuren 5.2, 5.3 Verbanden en signaalwoorden kunnen herkennen

2:3, 3:3, 5:2, 7:3 5.7 De functies van tekstgedeelten kunnen herkennen

1, 2:4, 4:1, 6:2, 7:4, 6 Argumenteren 6.3 Argumenten kunnen kennen en benoemen8:2

1, 2:4, 4:1, 6:2, 7:4, 6.5 De opbouw van een redenering kunnen analyseren8:2

4:1, 6:2, 7:4, 8:2 6.5 Soorten redeneringen kunnen onderscheiden

2:5, 4:2, 6:3, 7:5, 8:3 6.6, 6.7 Een redenering kunnen beoordelen

Nadat je de opdrachten hebt uitgevoerd, kun je Leestoets 9 maken.

2.3 Instaptoets

De instaptoets bij deze module vind je op de methodesite www.opniveau-online.nl/tweedefase. Na invulling van de antwoorden krijg je een advies welke opdrachten op startniveau je in overleg met je docent(e) zou kunnen overslaan.

2.4 Opdrachten

Opdracht 1 Vragen over de theorie

1 In een betoog en in een beschouwing is plaats voor de mening van de schrijver of de spreker. Wat is op dit punt het grote verschil?

2 Het tekstdoel bij een betoog is overtuigen. Wat is het tekstdoel bij een beschou-wende tekst?

3 Noem twee signaalwoorden die een oorzakelijk verband aangeven en noem twee signaalwoorden die een redengevend verband aangeven.

06104615_blok 09.indd 3 11-02-2008 09:28:19

Page 4: Blok 9 - Schrijven

de taalBlOK 9

216

woorden rond het thema lezen schrijven eindopdrachten proeftoets

4 De aanbeveling, de bewijsvoering, de oplossing, de nuancering, de tegenwerping en de tegenstelling zijn allemaal mogelijke functiesvantekstgedeelten. Welke van deze functies kom je meestal niet tegen in een beschouwing?

5 Noem de twee soortenargumenten die subjectief zijn.6 Welke soortargumenten worden vooral gebruikt in een redenering op basis van

(voorspeld) nut?7 Volgens welke opbouwregels zijn redeneringen vaak opgebouwd?8 Waarom is een generalisering een drogreden?9 Welk effect kan bijzondertaalgebruik hebben in een discussie of in een betoog?

Opdracht 2 Deze opdracht op startniveau is te vinden op de methodesite www.opniveau-

online.nl/tweedefase.

Opdracht 3 tekstdoel, tekstsoort, functies van tekstgedeelten, verbanden

Levende talen veranderen voortdurend,daarom heten ze zo, en er zijn altijd mensengeweestdiedaarovermopperen.Geenvandetweepartijentrektzichietsvandeanderaan:talenblijvenveranderenenmopperaarsblijvenmopperen.Diezelfdemopperaarsrealiserenzichniet dat ze een groot aantal veranderingen uithet verleden zelf dagelijks in praktijk brengen.Niemand zegt bijvoorbeeld tegenwoordig nog:hij loech zijn broer uit. Of: ze biek vroeger zelfbrood.Tochwarendatanderhalveeeuwgeledende correcte vormen; lachte en bakte zijn laterontstaan.Zozijnerduizendensterkewerkwoor-den die zwak geworden zijn. Of de ruim 100sterkewerkwoordendieover zijn, standzullenhouden,isdevraag.Dievraagrijsttelkensalsjeeenkindhoortzeggenikloopteofikzuigde. Bij elke taalverandering spelen twee kardi-nalefactoreneenrol:eenfactor,dievoortkomtuit het systeem van de grammatica, en eenexterne factor, bijvoorbeeld een corrigerendeouder.Deinternefactorbrengteenkinddatzijnmoedertaalleert,ertoeomsysteemteontdek-keninwathethoort.Bijdevormingvandever-ledentijdbijvoorbeeldishetnormalesysteem:werkwoordstamplus -deof -te.Heefthetkinddat ontdekt, dan wil het dat systeem altijdtoepassen. Daardoor zegt het bijvoorbeeld ikloopte.Moederverbetertdatnetzolangtothetkinddeuitzondering(ik liep)vanbuitengeleerdheeft.Maaralsdeoudersnietverbeterenenals

debezwarentegendenieuwevormverdwijnen,wordtik loopteopdenduurdenormalevorm. Zo was honderd jaar geleden kunt de nor-malevormvandetweedepersoonvankunnen.Tegenwoordig zeggen en schrijven de meesteNederlanders:je kan.Dezevormishetresultaatvaneengeneralisatie.Hetwaseerst:ik kan, je kunt, hij kan;nuishetbijalledriedepersonen:kan. De vorm je kan lag natuurlijk altijd al opdeloer,maarhijwerdpasgeanimeerdtoenhet‘verzet’vandetaalgemeenschapverdween.Je kan verscheeneerstbij eendeel vandie taal-gemeenschap, maar gaandeweg verdrong hetje kuntookbijdeoverigesprekers.Ennuzegtbijnaiedereenhet. Ook het gebruik van hun in hun hebben ishet gevolg van een generalisatie (alle vormenvan de derde persoon meervoud worden het-zelfde:hun),maarikkrijgdeindrukdathetver-zet daartegen behoorlijk gemobiliseerd wordtenduszalheterindestandaardtaalvoorlopigwelnietvankomen. Hoeveeloudersofonderwijzerszijninstaatomuitteleggenwelksysteemerzitinhetver-schiltussen:een mooie vrouweneen mooi meis-je?Dathoevenzetrouwensookniettekunnen,want het blijkt dat kinderen dat behoorlijkingewikkelde systeem al feilloos weten toe tepassenvoordatzenaarschoolgaanenzonderdatzeeruitlegovergehadhebben.Enzelerenspelenderwijs dat het morgen kom ik is, en

tekst 1 Hunkunnenhetniethelpen

1

5

10

15

2

20

25

30

335

40

45

4

50

555

60

06104615_blok 09.indd 4 11-02-2008 09:28:21

Page 5: Blok 9 - Schrijven

217

1 a Citeer een zinsgedeelte uit alinea 9 waaruit blijkt dat we hier met een beschou-wende tekst te maken hebben.

b Noteer de alinea’s die vooral uiteenzettend van aard zijn.c Waarom moet je de tekst als geheel toch beschouwend en niet uiteenzettend

noemen?2 a Op welke manier is alinea 2 met alinea 1 verbonden?

b Welk verband bestaat er tussen alinea 2 en alinea 3?c Welk verband bestaat er tussen alinea 5 en alinea 6?d Welk verband bestaat er tussen alinea 7 en alinea 8?

3 a Wat is de belangrijkste functie van alinea 3?b Wat is de belangrijkste functie van alinea 5?

nietmorgen ik kom.Geenonderwijzerhoeftzeooktevertellendatjenietkuntzeggenik hoef melk,maarwelik hoef geen melk.Zulkedingen‘weten’alleNederlandstaligen. Kinderen van allochtone ouders zijn onvol-doende in de gelegenheid om grammaticaalcorrect Nederlands te horen, en dus om definessesvandeverbuigingvanhetbijvoeglijknaamwoordteontdekken.Zeblijvenstekenbijdevormen:een mooie vrouw,een mooie meisje,metoveraleen-edus.Alszenaarschoolgaan,ishetmeestaltelaatomdecorrectie,een mooi meisje,aantebrengen.Vanhunklasgenootjes,allemaal of grotendeels allochtone kinderen,kunnen ze het niet leren, want die verkerenin dezelfde positie en de onderwijzer kan hetmisschien wel afkeuren maar niet uitleggen.Enlaterkomthetmeestalnooitmeerhelemaalgoed,ooknietmetmorgen ik kom. Kunnen taalveranderingen worden tegen-gehouden?Hethangtervanaf.Groter alsblijftzekerbestaan,naastgroter dan,dathebbenaldie jarenvanvergeefsebestrijdingmetonzin-nige argumenten wel duidelijk gemaakt. Diebestrijdinghaaltnietsuitomdatgroter alsvanhetbeginafauthentiekNederlandsgeweestis,het zit indegenenvanhetNederlands.Maareennieuwevormalshun hebbenkun jemen-senwelafleren,gewoondoorersteedswatvantezeggen.Datwerktzelfsbijsprekersvandeverlaagde ei van het Poldernederlands (Blaaif van me laaif),hebikgemerkt. Systematische wijzigingen als een mooie meisje zijn vanwege onze sterk veranderende

bevolkingssamenstelling niet meer tegen tehouden. De interne factor, het streven naargeneralisaties en systematische helderheid,heeftdoorhettoenemendeaantalkinderen(enouderen)datvanhuisuitniet-Nederlandstaligis, enorm aan gewicht gewonnen, terwijlhet aantal onderwijzers dat het ‘klassieke’Nederlandsnogbeheerststeedskleinerwordt.Aan de andere kant heeft de corrigerende enremmendeexternefactorveelaanbelanginge-boet.DeanimoomzorgaanhetNederlandstebesteden, is bij de meeste Nederlanders tochzo goed als verdwenen. Afwijkingen van wat‘goed’ Nederlands is, worden steeds gemak-kelijkergeaccepteerd,ookdooronderwijzersenleraren. Taalkundigen kunnen daar weinig aan ver-anderen. Het is ook hun taak niet, wel omde ‘boodschap’ te brengen, met het bekenderisico. Overigens zijn er genoeg taalkundigendiezulkeontwikkelingenbetreuren. Ikzelfzouwillen dat het Nederlands bleef zoals ik hetgeleerdheb,maarikzieindatdatonrealistischis.Omnog ietsvandatNederlands te reddenof te conserveren, zouden we op de crèche almoetenbeginnenendiegemengdmakenmeteen beetje zwart en heel veel wit. Dat is dusonmogelijk.Danisermaaréénoplossing:geefelke school docenten Nederlands die dezelfdekwaliteit hebben als de docenten van PrinsesMáxima.Opdevraagofdatzalgebeuren,weetdelezerzelfhetantwoordwel.

Naar: Jan Stroop, in: DeVolkskrant

65

6

70

75

80

7

85

90

8 95

100

105

110

9

115

120

125

06104615_blok 09.indd 5 11-02-2008 09:28:21

Page 6: Blok 9 - Schrijven

de taalBlOK 9

218

woorden rond het thema lezen schrijven eindopdrachten proeftoets

Opdracht 4 argumenten, redeneringen, beoordelen

1 a Hoe is de redenering in het tweede deel van alinea 6 van tekst 1 (die begint met alszenaarschoolgaan) opgebouwd?

b Wat voor soort argumenten worden in die redenering gebruikt?c Groteralsblijftzekerbestaan (alinea 7). – Wat is het hoofdargument bij deze stelling? – Wat voor soort argument is dit? – Welk subargument wordt bij deze stelling gegeven? – Welk soort argument is dit?d Maareennieuwevormalshunhebbenkunjemensenwelafleren (alinea 7). Hoe

heet de soort redenering die de schrijver in dit gedeelte van de alinea hanteert?2 a In alinea 1 zegt de schrijver dat de mopperaars zelf veranderingen uit het ver-

leden in praktijk brengen. Leg uit waarom dat geen goed argument oplevert om die mensen te laten ophouden met mopperen.

b De interne factor,het strevennaargeneralisatiesen systematischehelderheid,heeftdoorhet toenemendeaantalkinderen(enouderen)datvanhuisuitniet-Nederlandstaligis,enormaangewichtgewonnen,terwijlhetaantalonderwij-zersdathet ‘klassieke’Nederlandsnogbeheerststeedskleinerwordt.Aandeanderekantheeftdecorrigerendeenremmendeexternefactorveelaanbelangingeboet (alinea 6). Leg uit dat de schrijver hier de door hem eerder in de tekst gehanteerde begrippen intern en extern niet juist gebruikt.

c Twee keer begint de schrijver een alinea met een vraag. Wat is het verschil in functie tussen deze twee vragen?

d Door het gebruik van het woordje toch in de een na laatste zin van alinea 8 pro-beert de schrijver zijn lezers te manipuleren. Probeer dat duidelijk te maken.

e Noem uit de alinea’s 8 en 9 minimaal één onbewezen bewering.f Datisdusonmogelijk (alinea 9). Is het woordje dus hier juist gebruikt? Geef een

korte toelichting bij je antwoord.

Opdracht 5 tekstdoel, tekstsoort, functies van tekstgedeelten, verbanden

Nooitmeerhoor ikdat iemandgepiepeld isof zich heeft laten piepelen. Een jaar of tien,vijftien geleden was het in vooruitstrevendekringen een gewoon woord. Stomstomstom!hoorde je iemand zeggen. Daar ben ik als (ofdoor)deeerstedebestedorpsidiootgepiepeld.Hijhadzichlatenoplichten.Hetgingomkleinebedragen,eensnipopz’nhoogst.Voor een snip gepiepeld wilde zeggen: voor honderd guldenopgelicht.Eenbiljetvanhonderdguldenwerdookwelsnipgenoemdomdaterdeafbeeldingvaneensnipopstond;ofookwelmeier.Iederbank- of muntbiljet had een bijnaam. Duizendgulden:een roje rug,ofroodjeofrug.Eengeel-tje was 25 gulden. De eurobiljetten hebben

nog steeds geen bijnamen. Piepelen komt inde tiende druk van de Grote Van Dale, 1976,nog niet voor; wel in de dertiende van 1999.Moethetgehandhaafdworden?Eruitgegooid?Vraag het koning Salomon. En als die tot ver-wijderingzoubesluiten,bestaatdatwoorddannietmeer? Sinds zijn eerste uitgave in 1864 verleenthet Groot Woordenboek der Nederlandse Taalaan ieder woord dat erin wordt opgenomendetaalkundigezijnsbevestiging, inspellingenomschrijvingvandebetekenis.Alseenwoorder niet instaat, bestaat het niet. Als mensenhetovereenwoordnieteenszijn,iseralvlugiemand die zegt: maar zo staat het in de Van

tekst 2 DeFietsspelling

1

5

10

15

20

2

25

30

06104615_blok 09.indd 6 11-02-2008 09:28:22

Page 7: Blok 9 - Schrijven

219

Dale, en zo wordt het gespeld. En daarmeeis de discussie afgelopen. Of: was afgelopen.Wanthetlijktdatdietijdopz’neindeloopt. Een van de oorzaken is de nieuwste spel-ling. De invoering van iedere nieuwe spellingveroorzaakt altijd het gebruikelijk verzet. Hetvertrouwde woordbeeld gaat verloren, oudeteksten worden steeds minder toegankelijk,de discontinuïteit in de cultuur wordt ermeebevorderd, niemand weet meer waar hij aantoeisenz.Omdatikmealhadvoorgenomen,despellingdieiknugebruikvoorderestvanmijnschrijvend leven niet meer te veranderen, hebikergeenbelangbijtewetenhoeikbepaaldewoordenanderszoumoetenopschrijven,endusheb ik de discussie niet tot in detail gevolgd.Maarwelgelezendatbepaaldekranten,waar-onder deze, en nog meer instituten van hetgeschreven woord hebben laten weten dat zede nieuwe voorschriften aan hun laars zullenlappen.Ikhoopdatzehetzullenvolhouden. Maar afgezien daarvan. In 1934 werd doorde minister van Onderwijs Hendrik PieterMarchantdenieuwespelling ingevoerd. Indeeersteklasvandelagereschoolhadikgeleerddatonzeaardebewoondwordtdoormenschen.Dat waren er toen iets meer dan 1,9 miljard.Opgezagvandeministerwerdendit, toen ikin de tweede klas zat, van de ene dag op deanderemensen.Aanzo’ngedaanteverwisselingmoet jealskindwennen.Het is toenhetheleNederlandsevolksnelgelukt,iedereengehoor-zaamde de minister, maar de mensch is nooithelemaal verdwenen. Nee, komt zelfs weerterug.Eenmenschiseenouderwetsmens,eenwezen van vóór 1934, niet in leeftijd maar inlevenshouding. NaMarchantzijnernogdrieofviernieuwespellingen afgekondigd. Het gebruikelijke ver-zet ebde weg en al vlug wist iedereen nietbeter dan dat hij zijn hele leven lang al in denieuwste spelling had geschreven. Maar erkwamookverzet.Inprogressievekringenwerdaksie gevoerd om tot een nieuwe kommuni-kaatsie te komen. Schrijf je nu op zo’n manierdan denken de jongeren waarschijnlijk dat jeeen mensch bent. Daar gaat het niet om. Hetnieuwe verzet was geboren, de eerste indivi-

duen hadden zich, nog als beperkte groep, inhunspellingoppermachtigverklaard;ongeveerzoals Napoleon zichzelf bij de Paus tot keizerheeftgekroond. Ennu,bijdezenieuwespelling,hebbenwemisschiendevolgendestapgezet.Eencommis-sievanspecialistenkanredenerenendecrete-renwatzewil,maarwijdoenonzeeigenzin.Vergelijk het spellen met een andere typischNederlandse bezigheid: het fietsen. In de tijdvan Marchant werd er ook veel gefietst. Allefietsershaddeneenbeleneenwitachterspat-bord,zeredenrechts,nooitdooreenroodlichtofopdestoepennazonsonderganghaddenzeeenbrandendachterlichtjeenaandevoorkanteen fietslantaren. Bleven ze op een of anderpuntingebreke,dankregenzeeenbekeuringvaneenrijwielagent.Nietzolanggeledenisdetijd aangebroken dat een beetje fietser altijddoor rood reed, linksopdestoepenbijnachtenontijzondereenbewijsjevanverlichting.Derijwielagentenwarenverdwenen. Eriseenkenteringaangebroken.Hetfietsenopdestoepistoteenverworvenrechtgewor-denenjemagaltijddoorrood,maardeverlich-tingkomtterug.Jekuntnulampenkopendieopbatterijenbrandenendiejeopjefietsofaanjejasofjemutskuntklemmen.Inallekleuren,wit, staalblauw, rood natuurlijk, knipperend,flikkerend,watjemaarwilt.Geenmisverstandmeer.Deanderemensenopdewegweten:erkomt een fietser aan. Daarmee is de gemeen-schappelijkeafspraakvandezichtbaarheidopeenanderemanierhersteld:nietmeervolgensde collectieve discipline uniform maar binnendegrenzenvandemogelijkhedeneffectief. Het lijktmenietuitgeslotendathetmetdespellingopdenduurdezelfdekantopzalgaanals met het fietsen, en hoe sneller de nieuwespellingen op elkaar zullen volgen, hoe waar-schijnlijker het wordt. Dan gaan namelijk demensenzelfbepalenhoeze,onafhankelijkvandeofficiëlevoorschriften,volgenseigensmaakeninzichthetminimumaanalgemeneverstaan-baarheidkunnenbewaren.ZowordtNederlanddaneenlandmetzestienmiljoenspellingen.

Naar: S. Montag, in: NRCHandelsblad

335

40

45

50

4

55

60

65

5

70

75

80

6

85

90

95

100

7

105

110

8 115

120

125

06104615_blok 09.indd 7 11-02-2008 09:28:23

Page 8: Blok 9 - Schrijven

de taalBlOK 9

220

woorden rond het thema lezen schrijven eindopdrachten proeftoets

1 a Welk verband bestaat er tussen alinea 6 en alinea 7?b Welk verband bestaat er tussen alinea 7 en alinea 8?

2 a Wat is de belangrijkste functie van de inleiding van deze tekst?b Welk gedeelte uit de alinea’s 1-3 zou de functie van toegeving kunnen heb-

ben?c Wat is de belangrijkste functie van alinea 4?

3 a Wijs in tekst 2 de kenmerken van de beschouwing aan.b Als de schrijver van zijn tekst een betoog had willen maken, had hij de slotalinea

anders moeten opbouwen. Welk element had dan in de laatste alinea aanwezig moeten zijn?

Opdracht 6 argumenten, redeneringen, beoordelen

1 a Alseenwoordernietinstaat,bestaathetniet (alinea 2). – Wat is het argument bij deze stelling? – Wat voor soort argument is dat?b Of:wasafgelopen (alinea 2). – Noteer het argument of de argumenten bij deze stelling. Zeg van elk argu-

ment of het gaat om een hoofd- of een subargument. – Geef van elk argument de soort aan.c Deinvoeringvaniederenieuwespellingveroorzaaktaltijdhetgebruikelijkver-

zet (alinea 3). – Noteer de argumenten bij deze stelling. – Geef van elk argument de soort aan.d Ennu…hebbenwemisschiendevolgendestapgezet (alinea 6). Wat voor soort

redenering volgt op deze uitspraak?2 a Aan het eind van alinea 1 stelt de schrijver drie vragen. Welke van die drie

is/zijn retorisch?b Welke van de drie vragen die de schrijver stelt aan het eind van alinea 1 wordt

in de tekst beantwoord?c Ikhoopdatzehetzullenvolhouden (alinea 3). Met welke argumenten maakt de

schrijver voor de lezer duidelijk dat die hoop terecht is?d In alinea 5 spreekt de schrijver twee keer over verzet en het lijkt alsof hij zichzelf

tegenspreekt. Maak duidelijk dat dat niet het geval is. Gebruik een argument dat je ontleent aan alinea 5.

e Het fietsen op de stoep is tot een verworven recht geworden (alinea 7). Op welke drogreden berust deze stelling?

f … volgenseigen smaaken inzichthetminimumaanalgemeneverstaanbaar-heidkunnenbewaren (alinea 8). Je zou kunnen denken dat de schrijver hier een fout maakt: het gaat toch om het maximum aan algemene verstaanbaarheid?

– Maak met behulp van gegevens uit alinea 7 duidelijk dat hier inderdaad maximum zou moeten staan.

– Maak met behulp van gegevens uit alinea 5 duidelijk dat hier inderdaad minimum moet staan.

Een moderne vrouw zeurt niet over onge-lijke kansen, maar creëert ze zelf.

HetFinancieeleDagblad

x

06104615_blok 09.indd 8 11-02-2008 09:28:26

Page 9: Blok 9 - Schrijven

221

Opdracht 7 tekstdoel, tekstsoort, functies van tekstgedeelten, verbanden, argumenten, redeneringen, opbouw van redeneringen, beoordelen

Zijn de Nederlanders trots op hun taal? EnhoeligtdatvoordeVlamingen?Zijnerwatditbetreft grote verschillen tussen NederlandersenVlamingen?Enhoezithetmetdeinwonersvan Suriname? Ook heel wat Surinamers heb-benhetNederlandsimmersalsmoedertaal. Een algemene opvatting is: nee, veelNederlandersvindendatzijineenkikkerlandjewonen,metbijbehorendekikkertaal.Wemogendaneengrotemondhebben(‘Nederlandwaar-schuwt China voor de laatste keer’), in feitetellenweophetwereldtoneelnauwelijksmee.HetNederlandsmagdandoor22miljoenmen-senwordengesproken,invergelijkingmethetChinees,hetEngelsenhetSpaansisdatechtniet veel. Dat er jaarlijks honderden buiten-landers hiernaartoe komen om Nederlands teleren, is iets wat veel Nederlanders verbaast.Enalswijdandoorzo’nleergierigebuitenlan-der in het Nederlands worden aangesproken,zo wil een bekend verhaal, dan schakelen wijautochtonen automatisch over op het Engels–ofweditnugoedbeheersenofniet.Zowordthet voor veel buitenlanders wel erg lastig omhunNederlandsteoefenen(envoorveelalloch-tonenmoeilijkominteburgeren). Over de Vlamingen bestaan vergelijkbarevooronderstellingen.Zijzoudenwéltrotszijnophuntaal.Datkomt,leesjealtijd,omdatzijvoorhun taal hebben moeten ‘strijden’ (tegen deFransenentegendeFranssprekendeVlaamseelite).Desondankszoudenzijonzekerzijnoverhun taalgebruik en daarom juist zo goed intaalspelletjes;zeoefenenalshetwaredeheledagophunNederlands.Eengrootverschildus,zolijkthet,tussendetrotsdieNederlandersenVlamingenvoorhuntaalvoelen.OferookvanditsoortopvattingenlevenoverhetNederlandsinSurinameismijnietbekend. Zijn die verschillen tussen Vlamingen enNederlanders nu werkelijk zo groot? Kloppendeze vastgeroeste ideeën wel? Dat is nu – bijmijn weten voor het eerst – onderzocht doordeTaalunie.InopdrachtvandeTaalunielegde

het Amsterdamse bureau Trendbox aan 550Nederlanders,300Vlamingenen250Surinamersruim vijftig vragen voor over hun taalgebruik.Eenvandievragenbetrofdetrotsdiesommigemensenvoelenvoorhunmoedertaal Watblijktuithetonderzoek?Binnenhetoffi-ciëleNederlandsetaalgebiedbeschouwt95pro-centvandeondervraagdenhetNederlandsalshun moedertaal. In Nederland is dat 96 pro-cent,inVlaanderen97procent,eninSuriname62procent. In Suriname is Sranantongo met20procentdebelangrijketweedetaal. In algemene zin is men trots op zijn moe-dertaal. InNederlandenVlaanderengeldtdatvoor ruim negen op de tien ondervraagden,in Suriname voor 85 procent van de onder-vraagden. Bij uitsplitsing blijkt overigens datde Surinamers die het Sranantongo als hunmoedertaal beschouwen, veel trotser zijn ophun taal dan zij die het Nederlands als hunmoedertaal zien. Waarom is men trots op zijnmoedertaal? Omdat het zo’n mooie taal is,zeggenevenveelNederlandersalsVlamingen.Verderzegtmenondermeer:omdathetdetaaliswaarinikmijhetbestekanuitdrukken,meteengrotewoordenschatenveelnuances. Er zijn meer interessante uitkomsten, maareerst nog even dit. Ben ik zélf trots op mijnmoedertaal?Nietecht.Ikbedoel:‘trots’isniethetgoedewoord.Ikbenheelerg‘gehecht’aanhet Nederlands. Ik spreek een aardig mondjeEngels, maar er is geen taal waarin ik mij zogoedenzogenuanceerdkanuitdrukkenalsinhet Nederlands. Daarom zou ik het erg verve-lendvindenalsikdietaal–omwelkeredendanook – opeens niet meer zou kunnen spreken.Ik zou mij daardoor erg gehandicapt voelen.Maardatalleswilnognietzeggendatik‘trots’benopmijntaal.Demeestemensenzijntrotsop iets dat ze zelf tot stand hebben gebracht–alleenofmetanderen.Datisnietvantoepas-singopeentaal. Het isooknietzodat ikhetNederlandsdemooiste taal van het heelal vind. Ik vind de

tekst 3 WieistrotsophetNederlands?

1

5

2

10

15

20

25

3

30

35

4 40

45

5 50

55

6

60

65

70

7

75

80

85

8

06104615_blok 09.indd 9 11-02-2008 09:28:27

Page 10: Blok 9 - Schrijven

de taalBlOK 9

222

woorden rond het thema lezen schrijven eindopdrachten proeftoets

1 a De schrijver begint zijn tekst met vier vragen. Die zouden heel goed beantwoord kunnen worden in een uiteenzetting. Welke twee alinea’s passen minder goed in een uiteenzettende tekst?

b Citeer één zin die duidelijk maakt dat de schrijver de lezer niet wil overtuigen maar hem zelf wil laten nadenken.

2 a Welk verband bestaat er tussen alinea 2 en alinea 3?b Welk verband bestaat er tussen alinea 9 en alinea 10?

3 a In de eerste alinea stelt de schrijver vier vragen. – In welke alinea vind je het antwoord op de eerste vraag? – Hoe luidt dat antwoord?

Braziliaanse variant van het Portugees ergmooi,maardatkomtdoordat ikooit–opmijnachttiende – erg verliefd ben geweest op eenbetoverendmooimeisjeuitBrazilië.Enookweleen beetje omdat het zo’n zangerige taal is.Maareigenlijkgeloofikallangnietmeerdatdeenetaalveelmooierisdandeandere–dusookhetNederlandsniet. Terug naar het Taalunieonderzoek. Je bentgeneigdersneloverheentelezen,maarinfeiteishetopmerkelijkdatSurinamesinds2004 lidisvandeTaalunie,nublijktdat62procentvandeSurinamershetNederlandsalshunmoeder-taal beschouwt. Bijna veertig procent denkthierduskennelijkandersover.Bijnaderinzienis62procentechtergeengeringehoeveelheidals je je realiseert dat er in Suriname meerdan twintig andere talen worden gesproken.Ik ben benieuwd hoe lang het Nederlands inSurinamezalstandhouden.Eldersinhetonder-zoek blijkt bijvoorbeeld dat een derde van deSurinamers niet uitsluit dat straks het Engelsdeinstructietaalopschoolwordt,inplaatsvanhetNederlands. Er zijn meer interessante uitkomsten, bij-voorbeeldoverdewaarderingvan–metnameEngelse – leenwoorden. Zoals bekend zijn erveelmensendiezichgroenengeelergerenaanhet overdadige gebruik van Engelse woordeninadvertenties.HetTaalunieonderzoekbeves-tigt dat die ergernis leeftijdsgebonden is. InNederland en Vlaanderen beschouwt 30pro-centvandeondervraagdendetoevoegingvanleenwoorden aan de Nederlandse taal als eenverrijking, maar voor een andere groep van30procentishetjuisteenverarming.De‘rekke-lijken’zijninNederlandvooraltevindenonderjongeren tot 25 jaar: exact de helft van hen

beschouwt leenwoordenalseenverrijking.De‘preciezen’treffenweomgekeerdvooralaanbijvijftigplussers:45procentvanhenzietinleen-woordenjuisteenvormvantaalverarming. Er is meer, veel meer zelfs, maar ik wil uhier niet overvoeren met cijfers. Uit ‘Taalpeil’,datverschijnt tergelegenheidvanhet25-jarigbestaan van de Taalunie, blijkt onder meerhoe Nederlanders, Vlamingen en Surinamersdenken over het Nederlands in de media enopinternet–enookhierzienwe(vanzelfspre-kend) significante verschillen tussen jongerenenouderen.Trendboxheeftdemeninggepeildoversms’en–eenonderwerpdatdelaatstetijderg veel aandacht heeft gekregen. Er is aan-dachtbesteedaanhetNederlandsopdewerk-vloer–inNederlandenSurinameishetEngels,in Vlaanderen het Frans verreweg de meestgebruikteenbelangrijkstevreemdetaal–enerwordengegevensgepresenteerdoverhetlees-enschrijfgedraginhetNederlandsetaalgebied. Alles bij elkaar is het te veel om hier kortsamentevatten,maargelukkigisdecompletetekstvanhetonderzoektedownloadenenisdekrant(‘Taalpeil’)gratisverkrijgbaar. Als toetje nog één opmerkelijke uitkomst:overdevraagwelketaaldepremierzoumoe-ten gebruiken als hij moet spreken bij open-baregelegenhedenineenanderEuropeesland,zijnNederlandersenVlamingenhetvolkomenoneens.NederlandersvindenvooraldathijzichinhetEngelsmoetuitdrukken;VlamingenzijnvanmeningdathunpremiertochindeeersteplaatsNederlandsmoetspreken,meteentolkernaast. Duidt dit dan toch op een verschil intaaltrots?

Naar: Ewoud Sanders, http://taalschrift.org

90

95

9

100

105

110

10

115

120

125

130

11

135

140

145

12

150

13

155

160

06104615_blok 09.indd 10 11-02-2008 09:28:31

Page 11: Blok 9 - Schrijven

223

b – In welke alinea vind je het antwoord op de tweede vraag? – Hoe luidt dat antwoord?c – In welke alinea vind je het antwoord op vraag 3? – Hoe luidt dat antwoord?d – En in welke alinea vind je het antwoord op vraag 4? – Hoe luidt dat antwoord?e Wat is de functie van de zin OokheelwatSurinamershebbenhetNederlands

immersalsmoedertaal (alinea 1)?f Ook in alinea 4 stelt de schrijver twee vragen. – In welke alinea vind je het antwoord op de eerste vraag? – Hoe luidt dat antwoord?g – In welke alinea vind je het antwoord op de tweede vraag? – Hoe luidt dat antwoord?

4 a De algemene opvatting is: Nederlanders zijn niet trots op hun taal (alinea 2). Daarbij noemt de schrijver twee argumenten die gebruikt worden om die opvat-ting te staven.

– Welke twee argumenten zijn dat? – Geef van elk argument aan tot welke soort het behoort.b Vlamingen zouden wel trots zijn op hun taal (alinea 3). – Welk argument wordt daarvoor genoemd? – Wat voor soort argument is dat?c In alinea 7 zegt de schrijver dat hij het vervelend zou vinden als hij het

Nederlands niet meer zou kunnen spreken. Op grond van wat voor soort rede-nering komt hij tot die uitspraak?

d De schrijver is niet trots op zijn taal (alinea 7). – Wat is zijn belangrijkste argument? – Wat voor soort argument is dat?

5 a Nederlanders zijn trots op hun taal omdat het zo’n mooie taal is (alinea 6). Welke drogreden kun je in deze redenering aanwijzen?

b Nederlanders zijn trots op hun taal omdat ze zich daarin het beste kunnen uitdrukken (alinea 6). Maak duidelijk dat ook in deze redenering sprake is van een drogreden.

c De schrijver vond of vindt het Portugees erg mooi omdat hij ooit verliefd werd op een meisje uit Brazilië. Aan welke drogreden maakte hij zich schuldig?

Opdracht 8 tekstdoel, tekstsoort, argumenten, redeneringen, opbouw van redeneringen, beoordelen

Veel mensen hebben de indruk, sommigenzelfs de sterke indruk, dat het niet goed gaatmetonzetaal.Metnamedeniet-taalkundigen.Enalsdiedaneenshunbekommernisuitspre-ken, bij de taalkundigen, de mensen van hetvak,danvangenzemeestalbot.Hetantwoordisbijnaaltijd:‘Nietsaandehand,eenlevendetaalverandertnueenmaal;nee,erzijnvolstrektgeen aanwijzingen dat het Nederlands afta-kelt.’

Maarovertuigdzijndemeestemensenniet.Als je om je heen kijkt, en als je luistert naarradiooftelevisie,ofopeenschoolrondkijkt,zoujetochzwerendaterweldegelijkgroteveran-deringenaandegangzijn.Ikmoetubekennendat ik me ook niet zo overtuigd voel door hetantwoord van de meesten van mijn vakgeno-ten. Wat ze zeggen klopt wel, maar het heeftslechtsbetrekkingopeendeelvandefeiten.Eriszoveelmeer.

tekst 4 Anderemensen,anderetaal

1

5

10

2

15

20

06104615_blok 09.indd 11 11-02-2008 09:28:32

Page 12: Blok 9 - Schrijven

de taalBlOK 9

224

woorden rond het thema lezen schrijven eindopdrachten proeftoets

OmtebeginnenhelpthetaleenstukalsuweetdathetAlgemeenBeschaafdeNederlandsmaarnethonderdjaarbestaat,éndatdatABNin de twintigste eeuw een spectaculaire ont-wikkeling heeft doorgemaakt: twee keer is ernamelijkeengeweldigeommezwaai. Ikonder-scheiddrieperioden:– HetchiqueABN(1900-1920)– HetburgerlijkeABN(1920-1970)– HetdemocratischeABN(1970-nu) Rond 1900 is het aantal mensen dat ABNspreekt klein. Onthutsend klein. Deskundigenschattentweeàdrieprocentvandebevolking,demaatschappelijketoplaag.Wewetenonge-veerwaardezemensenwoonden:vooralindeHollandse steden. Hun ABN functioneerde indeze eerste fase als onderscheidingsmiddel:door hun taal onderscheidden deze mensenzichvanderest.Enzewíldenzichookonder-scheiden. DatchiqueABNduurdenietlang.Totonge-veer 1920. Daarna voltrekken zich grote poli-tieke,socialeendemografischeveranderingen,metvérstrekkendegevolgenvoordetaal.Vanhet vele wat hier te noemen valt, vermeld ikslechts de leerplicht, het algemeen kiesrecht,en dat er vanaf 1920 radio is en eerder altelefoon. De mensen worden mobieler. En zezien al gauw dat de toegangspoort tot soci-ale vooruitgang gelegen is in ABN spreken.Demiddenstander,degeschooldearbeider,deontwikkelde dialectspreker, kortom de socialemiddenlaaggaatABNspreken.Nietvandeenedagopdeandere,maarstapjevoorstapje. Het aantal sprekers van het ABN, of tochmensen die het waar nodig kúnnen spreken,neemt daarmee sterk toe, van de luttele pro-centen rond1900naarmisschienwelveertigàvijftigprocentin1970.HetABNwerdeenmiddelvoorsocialevooruitgang.Eerstnetjespraten,endankrijgjeookweleengroothuis,eenauto,eendienstbode.Datwasgeenillusie;hetheeftvoorvelenookechtzogewerkt.Generatienagenera-tieklomop,opdemaatschappelijkeladder. Denormwerdvan1920tot1970steedsstrak-ker aangehaald. De normatieve boekjes, zegmaardeCharivariussenendeJanRenkema’s,werden in de loop van de twintigste eeuwsteedsdikker,denormenwerdensteedsstren-

ger.Enmisschienwelhetmeestopmerkelijke:erwaseeneenduidigenorm. Vanaf ongeveer 1970 zien we een verdervoortgaandedemocratiseringvandesamenle-ving,envanhetonderwijs.Ookneemtdewel-vaart toe,endemobiliteit.Endemondigheid.MaardeverdereopmarsvanhetABNhapert.ZosuccesvolalshetABNtot1970wasgeweest–steedsmeersprekers,eensteedseenduidigernorm–zomiserabelgaathetermeena1970.Deeenduidigenormisweg,ofeigenlijk:erzijnnuverschillende normen naast elkaar. MisschienishetaantalsprekersvanhetABNvergelekenmet 1950 niet eens erg afgenomen. Alleen,die andere zestig procent, die vroeger zweegin het openbare leven, zwijgt niet langer. Diekun je nu ook dagelijks op tv horen, in depolitiek, inde scholenen indeuniversiteiten.Democratisering is hoorbaar. De fase van hetdemocratischeABN isdeperiodewaarwijnuinleven.HetiseennogalgevarieerdABN,alsjehetzozouwillenblijvennoemen. Hoestaathet tegenwoordigmetde functievan het ABN? Er valt in Nederland niet veelmeer sociaal hogerop te komen. Wie kan enwil, ís allang hoger opgeklommen. Er zullennog wel individuele klimmers zijn, maar daarstaantegenwoordigevenveeldalerstegenover.Het echte sociale klimmen kun je alleen nogzien bij onze allochtonen. Dertig jaar geledenkwamen ze vanaf het straatarme plattelandvan Marokko, nou ja, meestal uit de bergen.Danwoondenzemetz’nzessenopeenzolder-kamertje.Nuhebbenzeeenbloeiendeislamiti-schegroentewinkel,ofeen‘GoudenSchaar’,ofeen slagerij zonder varkensvlees. De kinderengaan al naar de middelbare school. De klein-kinderen zullen naar de universiteit gaan ofhet hoger beroepsonderwijs. Als er nu bij deautochtonendusfeitelijkweinigmeersociaalteklimmenvalt,eninhetbestegevalhetsociaalniveauvanhetouderlijkhuisgehandhaafdkanworden(watdikwijlsnietzallukken),danver-liesthetABNzijn functievan instrumentvoorsocialevooruitgang. Ik denk dat er véél verandert. Véél meerdan u van de meeste taalkundigen te horenkrijgt. Het afscheid van de oude ABN-norm ishet afscheid van een taalcultuur. Een taalcul-

3

25

30

4

35

40

5

45

50

6 55

60

7 65

70

8

75

80

85

90

9

95

100

105

110

10 115

Nobelprijswinnaars ontdekten hoe de mens ruikt.

Dagblad

06104615_blok 09.indd 12 11-02-2008 09:28:32

Page 13: Blok 9 - Schrijven

225

1 a Op grond van de eerste alinea zou de lezer kunnen verwachten dat de rest van de tekst betogend van aard zou kunnen zijn. Wat zou dan de centrale stelling van de tekst kunnen zijn?

b Op grond van die eerste alinea zou de lezer ook kunnen verwachten dat de rest van de tekst uiteenzettend van aard zou kunnen zijn. Wat zou dan de belang-rijkste mededeling (de hoofdgedachte) van de tekst kunnen zijn?

c Maak duidelijk dat deze tekst in hoofdzaak beschouwend is. Gebruik in je ant-woord minstens twee argumenten.

2 a … maarhetheeftslechtsbetrekkingopeendeelvandefeiten.Eriszoveelmeer(alinea 2). Met wat voor soort redenering maakt de schrijver dit standpunt aan-nemelijk in het vervolg van de tekst?

b … tweekeerisernamelijkeengeweldigeommezwaai (alinea 3). – Op grond van welke redenering kan de schrijver de eerste verandering een

‘ommezwaai’ noemen? – Op grond van welke redenering kan de schrijver de tweede verandering een

‘ommezwaai’ noemen?c … eenlevendetaalverandertnueenmaal (alinea 1). Wat voor soort argument

is dit?d … erzijn volstrektgeenaanwijzingendathetNederlandsaftakelt (alinea 1).

Wat voor soort argument gebruiken de taalkundigen hier?e Het is een nogal gevarieerd ABN, als je het zo zou willen blijven noemen

(alinea 8).

tuur die ook mij dierbaar was. Maar het waswel iets van het midden van de twintigsteeeuw.Hetisnietmeerietsvannu.Jekuntnietéén facet uit 1950 terugwensen (een helderestrakke ABN-uitspraak), en al de rest, waarhetmeesamenhing,niet.WienuhetABNvan1950 terugwenst, of cultiveert, die cultiveerteenmuseumstuk.Het is fraai,maarhetwerkt

nietmeer.Denieuwetaalcultuurisallangaan-gebroken,alheeftnogniet iedereenhet indegaten.Minderklassiekeachtergrond,veelmin-der,minderkerkenbijbel,minderacademisch,maaranderzijds:speelser,vrijmoediger,opener,spannender,kleurrijker,internationaler.

Naar: Joop van der Horst, http://www.onzetaal.nl

120

125

130

Nobelprijswinnaars ontdekten hoe de mens ruikt.

DagbladvanhetNoorden

x

06104615_blok 09.indd 13 11-02-2008 09:28:37

Page 14: Blok 9 - Schrijven

de taalBlOK 9

226

woorden rond het thema lezen schrijven eindopdrachten proeftoets

– Welk argument zou je kunnen gebruiken om de term ABN af te schaffen? – Wat voor soort argument zou dat zijn?f Maar overtuigd zijn de meeste mensen niet (alinea 2). Welk soort argument

werkt dus kennelijk niet meer?3 a HetABNwerdeenmiddelvoorsocialevooruitgang.Eerstnetjespraten,endan

krijgjeookweleengroothuis,eenauto,eendienstbode (alinea 6). ErvaltinNederlandnietveelmeersociaalhogeroptekomen (alinea 9). – Maak met behulp van gegevens uit alinea 9 duidelijk dat dit een onjuiste

conclusie is. – Op grond van welke drogreden kan de schrijver tot deze conclusie zijn geko-

men?b De oude ABN-norm komt niet meer terug (alinea 10). Welke vorm van bijzonder

taalgebruik hanteert de schrijver in dit verband?

3 Schrijven

3.1 einddoel

Als je de opdrachten van deze module hebt doorgewerkt, kun je een goed opgebouwde betogende of activerende tekst schrijven op basis van zelf verzamelde informatie.

3.2 Overzicht van de opdrachten en de theorie

Verwerkingsboek Informatieboek

opdracht hoofdstuk paragraaf vaardigheid

9, 10 1 Omgaan met 1.3 en 1.5.1 Informatie kunnen verzamelen en verwerken

10, 12 informatie

1.5.2 Een schrijfplan kunnen maken

11, 13, 15 1.5.5 Een tekst kunnen beoordelen en verbeteren

1, 2 3 Tekstdoelen en 3.7, 3.10 De kenmerken van betogende en activerende teksten tekstsoorten kunnen herkennen en toepassen

1, 3, 5, 12 4 Tekstopbouw 4.3 Structuur in een tekst kunnen aanbrengen met duidelijk herkenbaar een inleiding, een middenstuk en een slot

6, 12, 13 5 Tekststructuren 5.1, 5.3 Alineaverbanden kunnen aanbrengen en signaal- woorden gebruiken

6, 8, 12, 13 6 Argumenteren 6.2, 6.3 Standpunt, (sub)argumenten en conclusie kunnen formuleren

6, 8, 12, 13 6.4, 6.5 Redeneringen kunnen opzetten

6, 14 6.6 Drogredenen kunnen herkennen en vermijden

1, 4, 5 6.7 Beeldspraak en stijlmiddelen kunnen herkennen en toepassen

06104615_blok 09.indd 14 11-02-2008 09:28:38

Page 15: Blok 9 - Schrijven

227

Na het doorwerken van de opdrachten maak je Eindopdracht A of B van deze module.

3.3 Instaptoets

De instaptoets bij deze module vind je op de methodesite www.opniveau-online.nl/tweedefase. Na invulling van de antwoorden krijg je een advies welke opdrachten op startniveau je in overleg met je docent(e) zou kunnen overslaan.

3.4 Opdrachten

Opdracht 1 Vragen over de theorie

1 Noem een overeenkomst en een verschil tussen de betogende en activerende tekst-soort.

2 Welke functies kan het slot van een activerende tekst hebben?3 Welke vieronderdelen vind je in een wat langere activerende tekst?4 In betogende of activerende teksten kun je goed stijlmiddelen en beeldspraak

gebruiken. Waarom?5 Wat is het verschil tussen een antithese en een paradox?6 Wat is het tegengestelde van een hyperbool?7 Welk(e) van de volgende stijlmiddelen is/zijn nooit spottend bedoeld? Kies uit:

woordspeling,retorischevraag,eufemisme,hyperbool,understatement,paradox.

Opdracht 2 Kenmerken activerende tekst

Nu doe je het alweer! Maar goed, we zul-len je niet vragen te stoppen met ademen.Koolstofdioxide is een natuurlijk product vanmensen en dieren. Samen met andere gassenzorgthetdathetopaardeeenbeetjebehaaglijkis.Maaromdanmeteenallekolen,gasenolieteverbrandenvooreenbeetjeextraenergie…dat lijkt ons niet zo verstandig. Fabrieken,auto’s, energiecentrales: met tonnen tegelijkstotenzeCO2uit.Gevolg:deaardekansteedsminderwarmtekwijt,detemperatuurstijgt,depoolkappen smelten, de rendieren weten nietmeer waar ze het zoeken moeten en de lagelandenverdwijnenonderwater.

Zo werkt het Zonder broeikaseffect zou het op aarde tekoud zijn om te leven. Een aantal gassen inde atmosfeer ligt als een deken om de aarde.Datdekenzorgtervoordatdewarmtevandezonnietmeteenweerverdwijnt.Maardoorde

verbranding van fossiele brandstoffen (olie,gas,kolen)vooronzeenergie,komenersteedsmeervandezegassen indeatmosfeer.Vooralkoolstofdioxide (CO2) iseenserieuzeboosdoe-ner.Degassenhoudendewarmtelangervastenhierdoorstijgtdetemperatuuropaarde.

Maling aan het klimaat? Dan zijn hier wat tips voor je portemonnee– zetdethermostaatietslager– doe’savondsdegordijnendicht– zeteenuurvoordatjenaarbedgaatdever-

warminglager– trekwarmereklerenaanalsjehetkoudhebt– zetnietsvoorderadiatoren– maakkierendicht– bevestigreflectiefolieachterdeverwarming– gasamenonderdedouche– gebruikeenwaterbesparendedouchekop

www.raketaal.nl

Kijkuit:jestootCO2uit!

5

10

15

20

25

30

35

06104615_blok 09.indd 15 11-02-2008 09:28:39

Page 16: Blok 9 - Schrijven

de taalBlOK 9

228

woorden rond het thema lezen schrijven eindopdrachten proeftoets

1 Noteer vier kenmerken die duidelijk maken dat bovenstaande tekst activerend is.2 Op welke manier maakt de schrijver de inleiding ‘pakkend’?3 Welk gedeelte van de tekst is uiteenzettend?4 De schrijver van deze tekst speelt duidelijk in op de behoeften en gevoelens van het

publiek. Toon dit aan door twee voorbeelden uit de tekst te noteren.

Opdracht 3 Slot herschrijven

Verander deze slotalinea’s zó dat ze duidelijk activerend zijn.

Hoewelikheusweltegeneenstootjekanenvinddatiedermensrechtheeftopvrijheidvanmeningsuiting, moet ik toch eerlijk toegeven:erg charmant is het vloeken gewoon niet. Alsjeiemandluidhoortvloekenenschelden,isdat(iniedergevalvoormij)tamelijkafstotelijk.Het

isgeengoedemanieromvoordedagtekomen;jepresenteertjevanjeslechtstekant,jewerpteennegatieflichtopjezelf.Zogezienishetdusnietergslimomteschelden.Omnogmaarniettesprekenvandeschadelijkegevolgenvoordeslachtoffersvanhetgescheld.

a

5

10

Ikvinddusdatgenetischemanipulatieeenbelangrijke ontwikkeling is, waar echter welveel risico’saanverbondenzijn.Eigenlijkzou-denweookwelzonderkunnenleven.Maarals

de noodzaak ontstaat genetische manipulatieopgroteschaaltoetepassen,danzouereerstgoed onderzoek gedaan moeten worden naardegevolgenervanopkorteenlangetermijn.

B 5

Kortom,degevolgenvancosmetischechirur-giewordenechtonderschat.Bovendieniscos-metischechirurgieechtoverbodig:jebetaaltje

blauwen jehebtnogsteedsniethetperfectelichaamwaarjealtijdvanhebtgedroomd.

Naar: www.scholieren.com

C 5

Wil jij ook 1000 euro rood staan?En heb je dat nog niet?Ga naar www.rabobank.nl/studeren.

WebsiteRabobank

x

Warme en koude buffetten al vanaf € 8,75Ook voor warme en koude buffetten bent u bij ons op het juiste adres, of het nu voor 5 of voor 200 personen is, bij ons blijft de kwaliteit en de kwantiteit hetzelfde.

Reclameslager

x

06104615_blok 09.indd 16 11-02-2008 09:28:40

Page 17: Blok 9 - Schrijven

229

Opdracht 4 Beeldspraak en stijlmiddelen

Schrijvers van betogende en activerende teksten proberen hun lezers nogal eens te prikkelen door taalgrapjes of bijzondere formuleringen te gebruiken. Welke stijlmiddelen herken je in de volgende zinnen? Kies uit: beeldspraak,hyperbool,ironischeomkering,paradox,retorischevraag,understatement,woordspeling.Soms zijn er meerdere mogelijkheden.

1 Een drogisterijketen adverteert met lage prijzen: ‘Daar krijgen we spijt van!’ 2 Heeft de opruiming nog van u geprofiteerd? 3 In je gedrag bevallen me drie kleinigheden niet: je grote mond, je eeuwige te laat

komen en je onverbeterlijke slordigheid. 4 ‘Ik zal dat klusje wel even klaren’, zei de glazenwasser terwijl hij de flat van tien

verdiepingen bekeek. 5 Onze heilige koeien zouden wat minder benzine moeten drinken. 6 Je moet files niet oplossen, je moet auto’s oplossen. 7 Niets is zeker, en zelfs dat niet. (Multatuli) 8 Jij denkt zeker dat je grappig bent? 9 De lange wachttijden in de gezondheidszorg vormen een goede voorbereiding op de

eeuwigheid. 10 De spaarlamp werpt nieuw licht op de techniek. 11 Weinig alcohol kan te veel zijn. 12 De telefoon slaapt op de lessenaar. (Martinus Nijhoff) 13 Een tip voor de discussie: praat snel en gebruik veel moeilijke woorden waarmee je

op de andere deelnemers indruk kunt maken. 14 Jij wilt later toch ook goed verdienen? 15 Uitspraak naar aanleiding van de grote hoeveelheid reclame die rond Sinterklaas in

de brievenbus terechtkomt: ‘Het antispeelgoedfoldervirus is weer eens niet uitge-vonden.’

16 ‘Dat hebben jullie aardig gedaan’, zei de leraar tegen de leerlingen die een negen hadden voor hun werkstuk.

17 Hij is zo klein dat hij op een bankje moet gaan staan om zijn eigen haar te kammen. (Herman Brusselmans)

18 Als je met computers werkt gaat alles automatisch, maar niets vanzelf.

Opdracht 5 Beeldspraak en stijlmiddelen, pakkende inleiding

A In dit betoog ga ik het hebben over dialect en ABN.B Er zijn huiswerkvrije scholen en scholen waar je nog steeds huiswerk moet

maken.C Anorexia nervosa is een ernstige ziekte.

1 Bovenstaande beginzinnen zijn saai. Probeer ze pakkend te maken.2 Schrijf vervolgens, uitgaande van de herschreven beginzinnen, complete inlei-

dende alinea’s van minstens drie zinnen. Gebruik waar mogelijk beeldspraak en stijlmiddelen. Voorbeelden van goed uitgewerkte inleidingen vind je in het infor-matieboek.

06104615_blok 09.indd 17 11-02-2008 09:28:40

Page 18: Blok 9 - Schrijven

de taalBlOK 9

230

woorden rond het thema lezen schrijven eindopdrachten proeftoets

Opdracht 6 Vragen over de theorie

1 Welke soortenargumenten zijn controleerbaar?2 Welke soortenargumenten zijn min of meer subjectief?3 Uit welke onderdelen bestaat een complete redenering meestal?4 Door welke soorten signaalwoorden zijn nevengeschikteargumenten verbonden?5 Wat is een ondergeschiktargument (of: subargument)?6 Welke soort signaalwoorden gebruik je veel in een betogende tekst?7 Met welk doel gebruiken sommige schrijvers drogredenen?

Opdracht 7 Informatie verzamelen en beoordelen

Postbus51iskortnadeTweedeWereldoorlogopgezet. De rijksoverheid heeft toen één cen-tralepostbusingesteldendatwerdnummer51inDenHaag.Sindshetbeginisdithétcentraleloketvooriedereendieeenbrochurewilbestel-lenofnietweetwaarhij kanaankloppenmeteenvraagaanderijksoverheid. Aanvankelijk ging het vooral om het aan-bieden van informatie. Daarna ging Postbus51zichmeerrichtenophetbeantwoordenvanvragen. In 1995 werd daartoe de Postbus 51Infolijn opgezet (0800-8051). Een gratis tele-foonnummer voor vragen aan de gehele rijks-overheid.Toenwerdookdeeersteeenvoudigeinternetsiteopgezetenwerdhetvoorburgersmogelijkhunvraagpere-mailtestellen. De huidige website dateert van 2005.Gebruiksvriendelijkheidenduidelijkeingangenstondenbijhetontwerpvandezesitevoorop.DewebsitevanPostbus51isopgebouwdrond

de service van Postbus 51: zoeken, navigerenopthema’s,campagnesenbrochures&publica-ties.Hierdoorkandebezoekergemakkelijkeenkeuzeuitdeverschillendedienstenmaken. U kunt de rijksoverheid op verschillendemanierenvragenstellen:– Belgratis 0800-8051.DePostbus51 infolijn

is op werkdagen van 9.00 tot 21.00 uur tebereiken. Meestal wordt uw vraag directbeantwoord, soms wordt u doorverwezennaarandere(overheids)instanties.

– Maakgebruikvandebutton‘contact’onder-aanelkepagina.Wijdoenonsuiterstebestom uw vraag binnen twee werkdagen tebeantwoorden.

– SchrijfeenbriefaanPostbus20002,2500EADenHaag.

www.postbus51.nl

Postbus51

5

10

15

20

25

30

35

1 Ga naar www.postbus51.nl en zoek antwoord op de volgende vragen.– Wat is leerplicht volgens de wet? Voor wie geldt deze?– Wat wordt verstaan onder een startkwalificatie?– Wat zijn de rechten en plichten voor jongeren van jouw leeftijd?

2 Postbus 51 geeft hoog op van de gebruiksvriendelijkheid en duidelijke ingangen van zijn site (zie fragment). Is dit terecht? Licht je antwoord toe.

3 Via Postbus 51 kun je brochures over allerlei onderwerpen aanvragen en/of down-loaden. Zou jij informatie van deze site opnemen in een documentatiemap voor een betoog of discussie? Licht je antwoord toe.

06104615_blok 09.indd 18 11-02-2008 09:28:42

Page 19: Blok 9 - Schrijven

231

Opdracht 8 Voorlichtingscampagne bestuderen, informatie verwerken

1 Ga na met welke voorlichtingscampagnes Postbus 51 zich momenteel bezighoudt. Kies één campagne die je aanspreekt en verdiep je daarin.

2 Noteer de antwoorden op de volgende vragen over de campagne.a Wat is het thema?b Op welke doelgroep(en) richt de overheid zich?c Van welke media en informatiebronnen maakt de overheid gebruik in deze

campagne?d Is er een aandachttrekker: een ‘pakkende’ vraag of stelling?e Worden er bepaalde feiten gegeven om de doelgroep(en) te informeren en te

overtuigen? Zo ja, welke?f Worden er ook subjectieve argumenten gebruikt? Geef voorbeelden.

Opdracht 9 Beknopte uiteenzetting schrijven, beoordelen

1 Schrijf, op basis van de antwoorden op de vragen van opdracht 8, enkele alinea’s waarin je leeftijdgenoten duidelijk uitlegt wat de campagne van je keuze nu eigen-lijk inhoudt.

2 Wissel je uiteenzetting uit met een medeleerling en beoordeel de teksten met behulp van de volgende criteria:– Is de uitleg helemaal duidelijk?– Bevat de uiteenzetting geen overbodige informatie?– Is de alineaverdeling duidelijk zichtbaar?– Zijn de alinea’s goed uitgewerkt (kernzin en toelichting)?– Zijn zinsbouw, spelling en interpunctie in orde?

Opdracht 10 Standpunt, argumenten en subargumenten, conclusie

Je hebt je verdiept in een voorlichtingscampagne van de overheid. Denk je dat de campagne het gedrag van de doelgroep(en) zal beïnvloeden? Breng je standpunt onder woorden en ondersteun dit met argumenten. Probeer vervolgens elk argu-ment te ondersteunen met een subargument.

Standpunt:

Argument 1:

Subargument 1.1:

Argument 2:

Subargument 2.1:

etc.

Conclusie:

06104615_blok 09.indd 19 11-02-2008 09:28:42

Page 20: Blok 9 - Schrijven

de taalBlOK 9

232

woorden rond het thema lezen schrijven eindopdrachten proeftoets

Opdracht 11 Redenering uitschrijven, beoordelen

1 Schrijf, op basis van het schrijfplan van opdracht 10, een korte tekst waarin je leef-tijdgenoten probeert te overtuigen van je standpunt over het effect van de gekozen voorlichtingscampagne.

2 Wissel je tekst uit met een medeleerling en beoordeel het werk met behulp van de volgende vragen.– Is de redenering helemaal duidelijk?– Zit de redenering logisch in elkaar?– Is de redenering overtuigend?– Is de alineaverdeling goed zichtbaar?– Zijn de alinea’s goed uitgewerkt (kernzin en toelichting)?– Zijn de alinea’s goed met elkaar verbonden door middel van signaalwoorden,

herhaling en verwijzing?– Zijn zinsbouw, spelling en interpunctie in orde?

Opdracht 12 drogredenen, kritische vragen

In de volgende fragmenten uit teksten van leerlingen staan zwakke of foute argu-menten (drogredenen).– Noteer om welke fout het gaat. Soms zijn er verschillende mogelijkheden.– Bedenk vervolgens bij elk voorbeeld een kritische vraag waarmee je duidelijk

maakt dat de redenering aanvechtbaar is.

1 De slechte economische situatie zorgt ervoor dat sollicitanten steeds vaker leugens in hun cv zetten. Onjuistheden over ontslagredenen en over behaalde diploma’s zijn veel voorkomende ‘vergissingen’. Ik vind dit soort overtredingen te rechtvaar-digen. Mijn broer heeft op zijn cv over zijn werkervaring gelogen, maar wel mooi de baan waarop hij solliciteerde gekregen.

2 De gemeente Uden denkt erover om het dragen van kleding van het merk Lonsdale te verbieden. Dit merk wordt in verband gebracht met racistische ideeën: door Lonsdale-kleding te dragen, drukken sommige jongeren hun afkeer van buitenlan-ders uit. Ik zou het goed vinden als de gemeente Uden echt tot een verbod zou overgaan. Maar veel mensen vinden zo’n verbod te ver gaan. Die mensen vinden zeker dat we racisme dan maar moeten tolereren.

3 Iedereen zou zich moeten onderwerpen aan een DNA-test. Er gaat namelijk een preventieve werking van zo’n test uit: mensen denken beter na als ze, bijvoorbeeld, op het punt staan iemand om het leven te brengen.

4 Ik vind dat je embryo’s moet kunnen gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek. Andere onderdelen van het menselijke lichaam, zoals bloed en speeksel, worden daar toch ook voor gebruikt?

5 Jongeren gaan steeds minder naar de stembus: op 18-jarige leeftijd denken ze wel iets belangrijkers aan hun hoofd te hebben dan gaan stemmen. En als jongeren dan toch gaan stemmen, dan weten ze niet eens waarvoor ze stemmen of zelfs niet op welke partijen ze kunnen stemmen. Kunnen de jongeren eindelijk eens meetellen in de maatschappij en dan pakken ze hun kans niet!

6 Films waar geweld in voorkomt moeten later in de avond uitgezonden worden, zodat (vooral) jonge kinderen er zo min mogelijk mee geconfronteerd worden. Je kunt natuurlijk nooit helemaal voorkomen dat ze iets gewelddadigs zien, maar iedereen zal het met mij eens zijn dat je in ieder geval moet proberen het zoveel mogelijk te voorkomen.

06104615_blok 09.indd 20 11-02-2008 09:28:43

Page 21: Blok 9 - Schrijven

233

7 De sportwereld is door de commercialisering de laatste jaren fundamenteel van karakter veranderd. Dat is wel duidelijk. Maar is dit een goede ontwikkeling? Moet de overheid niet ingrijpen?

8 Je kunt verschillende stappen zetten om een einde te maken aan vandalisme. Je kunt voorlichting gaan geven op basis- en middelbare scholen. Je kunt ook objec-ten, zoals gebouwen of treinen, extra gaan bewaken met behulp van camera’s. Je kunt tot slot een agent ’s nachts rondes laten lopen.

9 Het gemiddelde salaris van een voetballer in de eredivisie bedraagt 225 duizend euro per jaar. Als je dit vergelijkt met het salaris van de gemiddelde Nederlander, dat rond de 30 duizend euro per jaar ligt, is dit echt veel te veel geld voor een topsporter. Ik ben dus van mening dat topsporters veel te veel verdienen.

Opdracht 13 een tekst verbeteren

Tegenwoordig wordt er door vele jongerenveelgebruikgemaaktvandemodernecommu-nicatiemiddelenalsSMS,e-mailenhetchatten.(–2–) Via deze communicatiemiddelen wordengesprekkengevoerd. (–3–)Mijnstelling is:hetisbetereenpersoonlijkgesprektevoerendatnietviaeencommunicatiemiddelgaat.(–4–) We kunnen namelijk veel meer van elkaarbegrijpen in een normaal persoonlijk gesprek.In een normaal persoonlijk gesprek dat wemakeninhetdagelijkslevenzullenwemeteenreagerenofanticiperenopdelichaamstaalvaneen ander. (–5–) Je zult bijvoorbeeld bij eenruzieopstraatandersreagerendanwanneerjemetiemandruziehebtviaeenvandemodernecommunicatiemiddelen.(–6–) Ookishetviadezemodernecommunicatie-middelen gemakkelijk om te liegen tegen deandere persoon. Je kunt ook makkelijk liegenoverjeuiterlijk,wantditkandeandertochnietzien.Daarmeezoujedeandermakkelijkerkun-nenmisleiden.(–7–) Tenderdeishetvoormijonmogelijkomeengoed beeld van een persoon te krijgen. Als jedezepersoonalleenmaarviademodernecom-municatietechniekenspreekt.Jeweetniethoehijzichgedraagtinhetdagelijkseleven.(–8–)

Maarerzijnookveelmensendiecontactviade moderne communicatiemiddelen juist heelgoedvinden.Hetmeestgebruikteargumentisdatjeviademodernecommunicatietechniekenmensen over een grotere afstand kunt berei-ken, zodat je automatisch meer keus hebt omjepersoonlijkecontactentekiezen.(–9–) Ikbenhetabsoluutnieteensmetditargu-ment,omdatjeindezetijdeninditlandwaarinwemetzoveelmensenopdevierkantekilome-terwonen,besteengeschiktevriend/vriendinkuntvinden.(–10–)Daarvoorhebjedemodernecommunicatiemiddelennietnodig. Eenanderargumentvoordemodernecom-municatiemiddelen isdat jemetdezetechnie-kenmeerderegesprekkentegelijkkuntvoerenen daarmee zou je veel tijd kunnen besparen.(–11–)Ditisjuist,maarikvinddatwejuisttijdvrij moeten maken voor een goed persoonlijkgesprek.Ditiseenbelangrijkeschakelinonzesamenlevingdieisgebaseerdoppraten. Ik vind dus dat we goed moeten oppassenmet communiceren via hulpmiddelen en datdezemaniervancommunicerenniettenkostemaggaanvanhetpersoonlijkegesprek.(–12–)

Naar: www.scholieren.com

PratenopinternetofPraten?(–1–)

5

10

15

20

25

30

35

40

45

50

In de tekst staan nummers die horen bij onderstaande aanwijzingen. Bestudeer de aanwijzingen en verbeter de tekst.

1 De titel is onduidelijk en weinig aansprekend. Bovendien staat er een overbodig woord in.

06104615_blok 09.indd 21 11-02-2008 09:28:44

Page 22: Blok 9 - Schrijven

de taalBlOK 9

234

woorden rond het thema lezen schrijven eindopdrachten proeftoets

2 De lijdende vorm in de eerste zin kun je beter vervangen door de bedrijvende vorm. Ook staan er overbodige lidwoorden in.

3 De zin die begint met ‘Via deze communicatiemiddelen …’ moet ook in de bedrij-vende vorm staan.

4 De zin die begint met ‘Mijn stelling is …’ kun je duidelijker en beter formuleren. Bovendien vertoont de woordkeus in de eerste drie zinnen te weinig afwisseling.

5 Het tekstgedeelte ‘We kunnen … een ander.’ is omslachtig geformuleerd. Ook de woordkeus is ongelukkig.

6 Het voorbeeld in de zin die begint met ‘Je zult bijvoorbeeld …’ is in de context van dit betoog slecht gekozen. Vervang het door een beter voorbeeld.

7 Het tekstgedeelte ‘Ook is … kunnen misleiden.’ is onvoldoende uitgewerkt. Verbeter daarnaast de woordkeus.

8 Het tekstgedeelte ‘Ten derde … dagelijkse leven.’ is onduidelijk in deze context. De schrijver maakt niet aannemelijk dat het om een nieuw argument gaat.

9 De zin die begint met ‘Het meeste gebruikte …’ kun je duidelijker en beknopter for-muleren.

10 De zin die begint met ‘Ik ben het …’ kun je duidelijker en beknopter formuleren. 11 De zin die begint met ‘Een ander argument …’ is onduidelijk door een verkeerde

woordkeus. 12 Verbeter de formulering van de laatste twee zinnen. 13 Maak een overzichtelijke alineaverdeling.

4 eindopdrachten

een betogende of activerende tekst schrijven

eindopdracht a

Een aantal scholen heeft de gedragsregelingevoerddateropschoolNederlandsgespro-ken moet worden. Een van die scholen is hetCSG Calvijn in Rotterdam. De betreffendegedragsregelluidt:‘Wijzijntrotsoponzeschool

en dus spreken we Nederlands, om niemandbuitentesluiten.’

www.schoolenveiligheid.nl5

Omschrijving van de opdracht• Onderwerp: verplicht Nederlands spreken op de middelbare school• Publiek: leeftijdgenoten• Schrijfdoel: betogen of activeren• Omvang: 400-500 woorden• Bronnen: minstens 3

BeoordelingscriteriaDe verzamelde informatie, het schrijfplan en de tekst worden beoordeeld volgens vaste criteria die je in je informatieboek vindt.

06104615_blok 09.indd 22 11-02-2008 09:28:45

Page 23: Blok 9 - Schrijven

Resultaat• Een volledig ingevuld schrijfplan.• De netversie van je betogende of activerende tekst.

eindopdracht B

Delaatstetijdistaalverloederingeenbegripdatveelmensenbezighoudt.Naasthetoever-lozedebatoverdespellingendeverschrikkin-genvan‘waaisaainblaai’en‘hunhebben…’komtsms-taalopvallendvaakinhetrijtjetaal-ergernissenvoor.Onzejeugdwordtverpest,ofliever:verpestzichzelf,door‘w8ff’of‘SUC6’teschrijven. Het zuivere taalgebruik gaat teloor

enwordtvervangendooreenonleesbaremen-gelmoes van hoofdletters en cijfers. En danhebbenwehetnognieteensoverdevloedvanoverbodigeEngelsewoordenennamendieonslandoverspoelt.

Naar: Hans Bennis, http://taalschrift.org

5

10

Omschrijving van de opdracht• Onderwerp: taalverloedering• Publiek: leeftijdgenoten• Schrijfdoel: betogen of activeren• Omvang: maximaal 500 woorden• Bronnen: minstens 3

BeoordelingscriteriaDe verzamelde informatie, het schrijfplan en de tekst worden beoordeeld volgens vaste criteria die je in je informatieboek vindt.

Resultaat• Een volledig ingevuld schrijfplan.• De netversie van je betogende of activerende tekst.

5 Proeftoets

5.1 lezen

theorie1 Wat zijn de twee belangrijkste redenen om bijzonder taalgebruik en stijlmiddelen

in een redenering te gebruiken?2 Welke drogreden wordt vaak gebruikt op grond van wat iemand zelf heeft meege-

maakt?3 Wat is in een redenering de functie van een subargument?4 Wat is het belangrijkste verschil tussen een betoog en een beschouwing?

de taalBlOK 9

woorden rond het thema lezen schrijven eindopdrachten proeftoets

235

06104615_blok 09.indd 23 11-02-2008 09:28:46

Page 24: Blok 9 - Schrijven

de taalBlOK 9

236

woorden rond het thema lezen schrijven eindopdrachten proeftoets

5 Zeg van de volgen de functies of ze vooral passen in een betoog, in een beschou-wing of in beide:a afwegingb weerleggingc stellingd nuanceringe oplossing.

toepassing

6 Citeer een zin of een zinsgedeelte dat de functie van toegeving heeft. 7 Tot welke soort behoort het eerste argument dat de schrijver gebruikt in alinea 1? 8 Welke drogreden herken je in de laatste zin van alinea 1? 9 Hoe is de redenering in alinea 2 opgebouwd? 10 Anderszoudenalledeelnemershetdicteefoutloosmakenenishetcompetitie-element

verdwenen (alinea 3). Van wat voor soort redenering maakt deze zin deel uit?

5.2 Schrijven

theorie1 In een activerende tekst vind je vaak een ‘aandachttrekker’. Wat verstaan we daar-

onder?2 Het slot van een betoog heeft een andere functie dan het slot van een activerende

tekst. Leg dat uit.

toepassing3 Welke stijlmiddelen herken je in de volgende zinnen? Kies uit: beeldspraak,hyper-

bool,paradox,understatement,woordspeling,retorischevraag.a Wie had dat kunnen bedenken?b Ik verga bijna van de dorst.

De Nederlandse standaardtaal is voorna-melijk schrijftaal en de spelling is daar eenbelangrijkonderdeelvan.Wiegeregeldstukkenschrijft, weet hoe gemakkelijk het is als je despellingregelsuitjehoofdcorrectkunttoepas-sen.Danschrijfjesneller.Bovendienweeteengoedespellerwathijniet(zeker)weet,endatzoekthijop,terwijleengemakzuchtigezwakkespeller zonder nadenken verkeerd gokt. Wiegoedkanspellen,schrijftdusnietalleensnellermaarookbeter. HetGrootDicteedraagtopdriemanierenbijaan een betere spellingkennis. Vooraf vestigthet in den brede de aandacht op de spelling.Tijdenshetafnemen trainthetdedeelnemersin de huiskamers in de spelling. En achteraf

scherpt het hun de regels in tijdens de cor-rectie.Daaromishetdicteegoedvooronsalle-maal. Natuurlijk heeft die opeenstapeling vanmoeilijke woorden iets gekunstelds, maar datmoetenwevoorliefnemen.Anderszoudenalledeelnemershetdicteefoutloosmakenenishetcompetitie-elementverdwenen. En over competitie gesproken: liefhebbersvanhetGrootDicteeprijzenhetvaakomdathetzo’nleukspélis.Maarhetismeerdandat:hetgaatomeenvaardigheiddieinmaatschappelijkopzichtheelwatmeeromdehakkenheeftdanwedstrijdzwemmen.

Frank Jansen, In: OnzeTaal

1

5

10

2

15

3 20

4 25

30

06104615_blok 09.indd 24 11-02-2008 09:28:48

Page 25: Blok 9 - Schrijven

237

c Ze leek met één oor te luisteren naar de vogels die, toen het klokgelui bedaard was, krassen maakten op de ochtendstilte. (Frans Kellendonk)

d Grolsch boert goed met exportbier.e Als je een één hebt voor de toets, heb je wel een paar foutjes gemaakt.

4 Formuleer een goede zin waarin je één stijlmiddel gebruikt. Zet er tussen haakjes achter welk stijlmiddel je hebt gebruikt.

5 Noteer de juiste voorzetsels (per zin twee).a De wetenschapper onthield zich … een oordeel, omdat hij twijfelde … de juist-

heid van het onderzoek.b … aanleiding … haar brief kreeg zij een uitnodiging voor een sollicitatiege-

sprek.c De schrijver van dat bericht heeft er belang … je een positief beeld te tonen; je

kunt dus niet afgaan … die informatie.d Als je je bekommert … de verkeersveiligheid, moet je ook … je mening durven

uitkomen.6 Neem het volgende schema over en vul het aan.

Standpunt: Ik ga vandaag niet naar school.

Argument 1 want …

Subargument 1.1 omdat …

Argument 2 want …

Subargument 2.1 omdat …

7 De volgende alinea bevat acht (kleine) fouten. Noteer de nummers van de onder-streepte gedeelten en schrijf er een verbetering achter.

Een dialect is een omgangstaal die inkleine of grote streken gesproken wordt. DeomgangstalendieingrotestedenalsRotterdamen Amsterdam gesproken worden vallen (1)er normaal gezien ook onder maar (2) tegen-woordig duid (3) men ze liever aan als socio-lecten.HetwoorddialectkomtvanhetGrieksewoord dialektos wat (4) gesprek betekend

(5). Dialecten verdwijnen. Iedereen spreekttegenwoordig bijna (6) het ABN (AlgemeenBeschaafd Nederlands). Dialecten werden allanggesprokenvoordat(7)hetABNbestond.InalledelenvanNederlandsprakenzeanderswat(8)natuurlijkdenodigeproblemenopleverde.

Naar: www.scholieren.com

5

10

Keuzemodules

Als je de proeftoets van dit blok naar tevredenheid hebt gemaakt, dagen we je uit om één van de opdrachten uit de drie keuzemodules Pieken! te maken:– een opdracht uit de module Taalbeschouwing– een opdracht uit de module Massamedia– of een opdracht uit de module Creatiefschrijven.

06104615_blok 09.indd 25 11-02-2008 09:28:51