Opbrengstgericht werken? · PDF fileopbrengstgericht werken. Om vervolgens te komen bij de...
Transcript of Opbrengstgericht werken? · PDF fileopbrengstgericht werken. Om vervolgens te komen bij de...
Opbrengstgericht werken?
Onderwijs, zoveel meer dan de CITO.
Thijs Hagen
Docent Primair Onderwijs
Januari 2013
Opbrengstgericht werken? Onderwijs, zoveel meer dan de CITO.
2 HU Master Leren & Innoveren -Essay – Thijs Hagen – Januari 2013
Master HU Leren en Innoveren - Essay
‘Opbrengstgericht werken?’
Onderwijs, zoveel meer dan de CITO.
Thijs Hagen - docent Primair Onderwijs
Januari 2013
Opbrengstgericht werken? Onderwijs, zoveel meer dan de CITO.
3 HU Master Leren & Innoveren -Essay – Thijs Hagen – Januari 2013
Inhoud Inleiding ............................................................................................................................................... 4
Inspectierapport ............................................................................................................................................................... 4
Opbrengstgericht werken & Bildung ................................................................................................................................ 4
H1 Opbrengstgericht werken .............................................................................................................. 5
1.1 De taak van het onderwijs. ......................................................................................................................................... 5
1.2 Commissie Dijsselbloem. ............................................................................................................................................ 5
1.3 Evidence-based onderzoek. ........................................................................................................................................ 6
1.4 We gaan: opbrengstgericht werken! .......................................................................................................................... 6
1.5 Wat is nu opbrengstgericht werken? .......................................................................................................................... 7
1.6 Hoe werkt het? ........................................................................................................................................................... 7
1.7 Dus een goede methode. ............................................................................................................................................ 8
1.8 Vervorming in de praktijk. .......................................................................................................................................... 8
H2 De subjectwordingsfunctie van het onderwijs ............................................................................ 10
2.1 De blinde vlek van opbrengstgericht werken. .......................................................................................................... 10
2.2 Een eenzijdige, maar goede methode. ..................................................................................................................... 10
H3 Bildung als oplossing voor eenzijdigheid ..................................................................................... 11
3.1 Iets leren of ontwikkelen? ........................................................................................................................................ 11
3.2 Wat is Bildung? ......................................................................................................................................................... 11
3.3 Bildung in het primair onderwijs............................................................................................................................... 11
3.4 Verbinding ................................................................................................................................................................ 12
H4 Conclusie: opbrengstgericht werken & bildung! ......................................................................... 13
4.1 CITO maatschappij .................................................................................................................................................... 13
4.2 Balans tussen leren en ontwikkelen ......................................................................................................................... 13
4.3 Samen weer staan voor goed onderwijs ................................................................................................................... 14
Bronnenlijst ....................................................................................................................................... 15
Opbrengstgericht werken? Onderwijs, zoveel meer dan de CITO.
4 HU Master Leren & Innoveren -Essay – Thijs Hagen – Januari 2013
Inleiding
Inspectierapport
De Kubus, de school waar ik werkzaam ben, is een wijkschool met een sterk pedagogisch klimaat. Het
is een school waar alle kinderen welkom zijn, een school midden in de wijk waar we keihard werken
voor onze leerlingen. Iedereen was tevreden en trots, en toen kwam de inspectie. Op 7 oktober 2009
oordeelde deze: ‘tekortkomingen vastgesteld in de opbrengsten en het onderwijsleerproces op
basisschool De Kubus.’ Op basis hiervan werden wij beoordeeld als een zwakke school. Hadden wij
zitten slapen? Waren we echt zoveel slechter onderwijs gaan geven dan in de jaren daarvoor?
Ja, we hadden zitten slapen. En nee, ons onderwijs was niet slechter geworden.
Ik ben van mening dat niet wij waren veranderd maar de verwachtingen die aan ons en de school
werden gesteld.
Opbrengstgericht werken & Bildung
In dit essay beschrijf ik een belangrijke huidige trend in het primair onderwijs: opbrengstgericht
werken. Door de inspectie wordt OGW omschreven als het systematisch en doelgericht werken aan
het maximaliseren van prestaties (Inspectie van het Onderwijs, 2010. p.8). De theorieën en visies die
hieraan ten grondslag liggen, komen aanbod in dit essay. Startend vanuit het ontstaan van
opbrengstgericht werken. Om vervolgens te komen bij de kracht, hoe het bij kan dragen aan het
verhogen van leerresultaten. Daarnaast beschrijf ik ook welke vervormingen er te zien zijn in de
praktijk.
Vanuit de theorie en mijn eigen ervaringen als leerkracht, waarschuw ik vervolgens voor een te
eenzijdige focus op meetbare resultaten. Ik vraag aandacht voor een belangrijke functie van het
onderwijs: de subjectwordingsfunctie. Subjectwordingsfunctie is de taak van het onderwijs om
leerlingen te ondersteunen in hun persoonsvorming tot autonome en onafhankelijk denkende en
handelende individuen. Ik laat zien hoe opbrengstgericht werken kan leiden tot een veronachtzaming
van deze belangrijke functie. (Stevens, 2010)
Als oplossing draag ik de idealen aan uit het Bildung. Bij Bildung staat algemene ontplooiing van alle
menselijke kwaliteiten centraal. Dus niet alleen de verwerving van algemene kennis, maar ook, juist,
het ontwikkelen van vermogens tot bijvoorbeeld moreel oordelen en kritisch denken. Vervolgens
roep ik docenten en schoolleiders op om deze idealen, te samen met het denken over
opbrengstgericht werken, te verenigen in hun visie op goed onderwijs en op deze manier als
onderwijsveld zelf de verantwoordelijkheid en het initiatief te houden als het gaat om hoe wij het
onderwijs inrichten.
Opbrengstgericht werken? Onderwijs, zoveel meer dan de CITO.
5 HU Master Leren & Innoveren -Essay – Thijs Hagen – Januari 2013
H1 Opbrengstgericht werken
1.1 De taak van het onderwijs.
Het onderwijs staat onder hoge druk. De laatste jaren is naast de onderwijstaak, een meer
opvoedkundige taak ontstaan in het onderwijs, waarbij een breed spectrum aan maatschappelijke
problemen op ons bordje zijn beland, zoals: verslaving, obesitas, beweging, techniek, etc.. Hierdoor
zijn uren en aandacht voor de basisvaardigheden, taal en rekenen, onder druk komen te staan. Zoals
Roger Meijer (2010), auteur van het boek Opbrengstgericht werken doe je zo!, schrijft, is Nederland
door de inspectie en de internationale rapporten wakker geschud. Met name het niveau van rekenen
en lezen laat dalende prestaties zien. Dit leidt tot een verslechterde concurrentiepositie van
Nederland ten opzichte van andere landen. Er zal dus flink geïnvesteerd moeten worden in de
kenniseconomie. Dus de vraag vanuit de overheid ontstaat: betere resultaten, en vooral meetbare.
1.2 Commissie Dijsselbloem.
In februari 2008 verscheen het eindrapport van de commissie Parlementair Onderzoek
Onderwijsvernieuwingen (de commissie Dijsselbloem). De belangrijkste aanbeveling die deze
commissie heeft gedaan, was dat de overheid duidelijk voor moet gaan schrijven wat kinderen op
school en in welke klas moeten gaan leren maar dat scholen zelf moeten gaan bepalen hoe ze dat in
de praktijk brengen (Parlementair Onderzoek Onderwijsvernieuwingen, 2008). Voor de invulling van
het hoe wordt opbrengstgericht werken aangedragen. Het ministerie wil dat er meer gebruik
gemaakt wordt van de gegevens uit het leerlingvolgsysteem (b.v. de Cito-toetsen). Hierbij gaat het
niet alleen om de gegevens op cognitief gebied (leren), maar ook op sociaal-emotioneel gebied. De
inspectie omschrijft opbrengstgericht werken als het systematisch en doelgericht werken aan het
maximaliseren van prestaties (Inspectie van het Onderwijs, 2010. p.8).
Om toezicht te houden op de kwaliteit van scholen heeft het Ministerie een toezichtkader primair
onderwijs opgesteld. Hierin zijn de kwaliteitsaspecten beschreven aan de hand waarvan de inspectie
de scholen beoordeelt. Ieder aspect is uitgewerkt in indicatoren, dit zijn meetbare aspecten die een
aanwijzing geven, veelal in relatie tot een vastgestelde norm, over onder meer de kwaliteit en
doelmatigheid van bedrijfsprocessen (Inspectie van het onderwijs, 2012).
In dit waarderingskader staan 5 indicatoren die verwijzen naar elementen van opbrengstgericht
werken:
1. Leraren volgen vorderingen van leerlingen systematisch.
2. De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het
volgen van leerlingprestaties.
3. De school gaat de effecten van de zorg na.
4. De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten.
5. De school evalueert regelmatig het onderwijsproces.
Opbrengstgericht werken? Onderwijs, zoveel meer dan de CITO.
6 HU Master Leren & Innoveren -Essay – Thijs Hagen – Januari 2013
Het wat werd door de overheid vast gelegd in kerndoelen. Voor het primair onderwijs heeft dit
geresulteerd in landelijk vastgestelde einddoelen, de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen,
waarin per vakgebied minimale einddoelen voor alle leerlingen zijn beschreven.
1.3 Evidence-based onderzoek.
Nu de overheid een duidelijk kader heeft geschapen ten aanzien van de leerinhoud, is het aan de
scholen om deze in de praktijk te brengen. De focus ligt daarbij op het organiseren van zo effectief
mogelijk leren binnen de school zodat alle leerlingen de opgestelde wettelijke einddoelen behalen.
Dit heeft gezorgd voor een groeiende interesse in evidence-based onderwijs. Dat wil zeggen
onderwijs waarvoor empirische evidentie van effectiviteit is (Stevens, 2010). Ook in andere landen is
de roep om evidence-based onderzoek naar de effectiviteit van onderwijs steeds groter geworden.
Slavin schrijft hierover dat voorstanders van evidence-based onderwijs het hoog tijd vinden dat
onderwijsonderzoek het patroon volgt dat heeft gezorgd voor “het soort van progressieve,
systematische verbetering dat succesvolle delen van onze economie en samenleving in de twintigste
eeuw heeft gekenmerkt, op gebieden als geneeskunde, landbouw en technologie” (2002, p. 16)
Evidence based onderzoek in het onderwijs blijkt echter lastig. Prof. dr. J.D.H.M. Vermunt schreef
hierover, dat het meten van de effecten van één specifieke verandering, zoals bijvoorbeeld de
invoering van het directe instructiemodel, een ingewikkelde bewijsvoering heeft (2006). Want iedere
situatie in het onderwijs verschilt van de vorige en volgende, door de vele factoren die invloed
hebben op de leerproces van de leerlingen, zoals omgeving, gezin en persoonlijke motivatie. Maar
ook de leeromgeving zelf, de leerkracht en zijn persoonlijke agenda, of het humeur van je buurvrouw
in de klas. Hierdoor leent het onderwijs zich dus slecht voor grootschalig evidence-based onderzoek.
Tegenstanders vragen zich daarom af of evidence-based onderzoek naar leeroptimalisatie wel
toepasbaar is op onderwijs. Er worden vraagtekens gesteld bij de vergelijking tussen onderwijs en
andere onderzoeksgebieden en bij de positivistische aannames die aan evidence-based onderwijs ten
grondslag liggen. Ook wordt er kritiek geuit op de wijze waarop onderwijsverbeteringen door
grootschalig onderzoek lineair en top-down over de scholen wordt uitgerold (Biesta, 2012). In mijn
eigen praktijk zie ik hoe top-down invoering van onderwijsvernieuwingen kan zorgen voor veel
weerstand binnen een team. Leerkrachten verliezen de regie en draagvlak ontbreekt. Doordat er de
afgelopen decennia telkens weer veranderingen op deze manier over de scholen zijn uitgerold is het
onderwijsveld veranderingsmoe geworden.
1.4 We gaan: opbrengstgericht werken!
Het evidence-based onderzoek heeft gezorgd voor een sterke focus op effectief leren. Economische
begrippen als opbrengsten en optimalisatie van leerprocessen zijn centraal komen te staan. Michael
Fullan is een belangrijke grondlegger als het gaat om kennis over effectief onderwijs. Zijn
gedachtegoed is verder uitgewerkt in de theorie van ‘opbrengstgericht werken’. Deze manier van
werken is door de overheid omarmd en wordt door de inspectie gehandhaafd. Dat deze manier van
werken effectief is blijkt onder andere uit het rapport ‘Opbrengstgericht werken in het
basisonderwijs’ van de Inspectie van het Onderwijs (2010). Uit onderzoek blijkt dat er een positief
Opbrengstgericht werken? Onderwijs, zoveel meer dan de CITO.
7 HU Master Leren & Innoveren -Essay – Thijs Hagen – Januari 2013
verband bestaat tussen opbrengstgerichtheid van scholen en de leerresultaten van hun leerlingen.
De PO-raad heeft hierover zelfs het boek ‘Opbrengstgericht werken doe je zo!’ uitgebracht (Meijer,
2009) dat nu ten voorbeeld staat voor het gehele Nederlandse primaire onderwijs.
Ook op De Kubus heeft het opbrengstgericht werken zijn intrede gedaan. Doordat de invoering
hiervan snel is gegaan, en top-down, zie ik dat er binnen het team geen eenduidigheid bestaat over
wat dit betekent voor ons onderwijs. Ik zie dat collega’s verschillende beelden hebben bij
opbrengstgericht werken en dat er een grote behoefte is aan gezamenlijke taal rondom dit
onderwerp. Voordat we hier verder inzoomen op het opbrengstgericht werken is het belangrijk om
uit te zoeken wat we daar precies onder verstaan.
1.5 Wat is nu opbrengstgericht werken?
Er zijn inmiddels een aantal verschillende definities van opbrengstgericht werken in omloop. In alle
definities ligt de nadruk op het sturen van opbrengsten op basis van meetbare resultaten. Zoals ik
hierboven al aangaf omschrijft de inspectie opbrengstgericht werken als het systematisch en
doelgericht werken aan het maximaliseren van prestaties (Inspectie van het Onderwijs, 2010. p.8). De
onderwijsraad definieert opbrengstgericht werken als het bewust, systematisch en cyclisch werken
aan het streven naar maximale opbrengsten. Bij opbrengsten gaat het dan om: cognitieve resultaten
van leerlingen, sociaal-emotionele resultaten en tevredenheid van leerlingen, ouders en
vervolgonderwijs. (Oomens, Aarsen, Eck & Kieft, 2008). In het thema nummer Opbrengstgericht
werken van Bartjens wordt een definitie gehanteerd waarbij de leerling meer centraal staat. Zij
definiëren opbrengstgericht werken als het streven om elke leerling binnen zijn eigen mogelijkheden
een goede vaardigheidsgroei te laten doormaken. In alle definities staat het halen van hoge
opbrengsten centraal. Ook de manier waarop hieraan gewerkt moet worden, namelijk systematisch
en cyclisch zie je terug in alle literatuur. Zelf hanteer ik de definitie zoals deze gesteld is door de KPC-
groep. Zij werken de visie achter opbrengstgericht werken heel volledig uit in hun definitie en
schenken daarbij ook aandacht aan de verschillende lagen van de organisatie waarvoor
opbrengstgericht werken belangrijk is. Zij komen daarbij tot de volgende definitie:
“Opbrengst Gericht Werken is een bewuste, systematische en cyclische werkwijze waarbij
betrokkenen in en om de school (leerling, leerkracht, team, directeur, bestuurder en ouder) zich
in het streven naar de kwaliteit van de totale ontwikkeling van de leerlingen, hun professioneel
handelen mede laten sturen door de uitkomsten van metingen, toetsen en observaties van
vooraf door hun zelf gestelde doelen. Gesteld op het niveau van de leerling, leerkracht, team,
directie, bestuur en ouders’’ (2011)
1.6 Hoe werkt het?
Door met elkaar concrete en uitdagende doelen te formuleren (=bewust) in alle lagen van de
schoolorganisatie is het mogelijk om veel gerichter te werken. Vervolgens is het belangrijk dat er
regelmatig wordt nagegaan of deze doelen gehaald worden (= systematisch). Hierbij is het gebruik
van toetsgegevens en observaties essentieel. Aan de hand hiervan worden er dan eventuele
aanpassingen doorgevoerd in aanbod van leerstof, leertijd, leeromgeving en didactische aanpak. In
Opbrengstgericht werken? Onderwijs, zoveel meer dan de CITO.
8 HU Master Leren & Innoveren -Essay – Thijs Hagen – Januari 2013
het opbrengstgericht werken is het belangrijk dat de
Plan Do Check Act cyclus steeds opnieuw wordt
doorlopen (=cyclisch).
Naast deze manier van werken is er nog één belangrijk
aspect dat terug te zien is op alle scholen waar ze met
succes opbrengstgericht werken in de praktijk brengen
en dat is het stellen van hoge verwachtingen. De
inspectie van het onderwijs beschrijft dit aspect onder
andere in de publicatie Opbrengsten - maak er werk
van! (2011).
1.7 Dus een goede methode.
Kijkend naar de kennis over opbrengstgericht werken, de onderzoeken van de inspectie en mijn
ervaring uit de praktijk, ben ik van mening dat deze manier van werken scholen in staat kan stellen
betere resultaten te halen. Gebruik van objectieve, meetbare data, hoge verwachtingen en concrete
doelen zijn krachtige middelen om de vrijblijvendheid die het onderwijs soms zo kenmerkt tegen te
gaan. Vooral als de data niet alleen wordt gebruikt op het niveau van de leerling maar ook wordt
gebruikt om er als school van te leren. In dit kader verwijs ik graag naar de ideeën van Lorna Earl en
Steven Katz zoals zij beschrijven in Leading Schools in a Data Rich World (2006). Zij tonen aan dat we
leven in een wereld vol met data. Zij wijzen op het belang om deze data goed te kunnen begrijpen
(Become Data Literate!) en zien het als de taak voor leidinggevende in het onderwijs om de data te
gebruiken voor verbeteringen.
1.8 Vervorming in de praktijk.
Helaas zien we momenteel in de praktijk een aantal ongewenste vervormingen ontstaan. Doordat
scholen vooral worden afgerekend op de meetbare vorderingen van leerlingen binnen de
vakgebieden taal en rekenen zie je in de praktijk korte termijn denken (snelle resultaten) en een
versmalling van het curriculum ontstaan. In mijn eigen praktijk is dat dit jaar heel duidelijk te zien.
Omdat onze school vorig jaar onder de inspectienorm scoorde ligt er een hoge druk om dit jaar deze
minimale inspectienorm wel te halen. Het gaat daarbij om de resultaten van de eind-CITO die de
leerlingen in groep 8 maken. Vanuit het bestuur is onze school duidelijk de opdracht meegegeven dit
tot speerpunt te maken. Het gevolg hiervan is dat ik als leerkracht van groep 8 wijzigingen heb
aangebracht in mijn rooster. Er is minder tijd voor creatieve vakken en projecten. Om ervoor te
zorgen dat de leerlingen, en dus wij als school, straks goed presteren op de CITO probeer ik de
onderwijstijd zo effectief mogelijk te gebruiken om de leerlingen voor te bereiden op de kennis en
vaardigheden die in die toets van hen wordt gevraagd met als gevolg een duidelijk versmalling van
het curriculum.
Een andere vervorming die we zien in de praktijk is het oefenen voor de CITO-toets. Zowel leerlingen
als scholen worden afgerekend op een momentopname. Voor de leerling kan een tegenvallende
score betekenen dat ze geen kans krijgen op het voortgezet onderwijs op hun niveau, ze worden niet
Figuur 1 PDCA cyclus
Opbrengstgericht werken? Onderwijs, zoveel meer dan de CITO.
9 HU Master Leren & Innoveren -Essay – Thijs Hagen – Januari 2013
meer aangenomen. Ook scholen worden afgerekend op een tegenvallende score. De inspectie hecht
hieraan een grote waarde bij het beoordelen van de school. Het gevolg is dat leerlingen in plaats van
inspirerend onderwijs passend bij hun interesse en ontwikkeling uren CITO-oefenen voorgeschoteld
krijgen.
Ook heeft de invoering van het opbrengstgericht werken op veel scholen een gigantische berg
papierwerk met zich mee gebracht. Leerkrachten geven aan veel tijd kwijt te zijn aan het invullen van
de groepsoverzichten en groepsplannen. Een bijkomend probleem daarbij is het grote verschil in ICT-
vaardigheden tussen de leerkrachten. Leerkrachten geven aan soms meer achter de computer te
zitten dan dat ze daadwerkelijk onderwijs geven.
Daarnaast zien we dat leerkrachten steeds meer de regie verliezen over die inhoud van het
onderwijs. Doordat de doelen van het onderwijs al vast staan verworden zij tot productiemachines
met als enige doel het zo efficiënt mogelijk behalen van de leerdoelen. Hiermee verdwijnt het
gesprek over wat goed onderwijs is en waartoe dit moet leiden van de werkvloer. Daarvoor in de
plaats komen discussies over efficiëntie en productiviteit. Het volgende hoofdstuk is een verdere
verdieping van dit probleem. Ik verwijs daarbij naar de drie functies van het onderwijs en laat zien
hoe opbrengstgericht werken kan leiden tot een veronachtzaming van één van die functies.
Opbrengstgericht werken? Onderwijs, zoveel meer dan de CITO.
10 HU Master Leren & Innoveren -Essay – Thijs Hagen – Januari 2013
H2 De subjectwordingsfunctie van het onderwijs
2.1 De blinde vlek van opbrengstgericht werken.
Het onderwijs heeft meerdere functies, die Biesta helder beschrijft in Goed onderwijs en de cultuur
van het meten (2012). De eerste functie is de kwalificatiefunctie. Deze gaat over het aanleren van
kennis, vaardigheden en begrip. Het weten en doen. De tweede functie is de socialisatiefunctie. Deze
heeft te maken met leerlingen voorbereiden op, en deel maken van, bepaalde sociale, culturele en
politieke ordes. Het samenleven. De derde functie, is de subjectwordingsfunctie. Dit is het stimuleren
van de persoonsvorming tot autonome en onafhankelijk denkende en handelende individuen. Het
zijn.
Waar de kwalificatiefunctie en de socialisatiefunctie een prominente rol spelen binnen het
onderwijs, is dit veel minder het geval bij de subjectwordingsfunctie. De doelen die er binnen deze
functie voor de leerlingen moeten worden gesteld zijn veel lastiger concreet te maken. De kinderen
die nu starten in het primair onderwijs zullen de arbeidsmarkt waarschijnlijk rond 2030 betreden. De
wereld veranderd momenteel sneller dan dat hij ooit heeft gedaan. Het gevolg hiervan is dat wij
leerlingen moeten opleiden voor een wereld die wij zelf nog niet kennen. Om in deze wereld te
kunnen functioneren moeten we de leerlingen leren creatief en zelflerend te zijn. Luc Stevens (2010)
schrijft hierover dat onderwijsontwikkelingen in termen van verder standaardisering ongeschikt zijn
om leerlingen op te voeden tot verantwoordelijke burgers in een democratisch land en een
kenniseconomie. Hij geeft aan dat andere bekwaamheden dan de traditionele belangrijk zijn, zoals
risico durven nemen, problemen oplossen, je snel aanpassen, delen van informatie en samenwerken,
kennis en innovatie creëren en blijven leren en jezelf ontwikkelen.
2.2 Een eenzijdige, maar goede methode.
De kracht van het opbrengstgericht werken is de duidelijkheid in richtinggevende doelen waaraan
gewerkt moet worden. Een effectief werkende kracht, maar ook meteen de grootste valkuil.
Doordat de focus voor de professionals, de leerkrachten en schoolleiders is komen te liggen op de
meetbare landelijk aangeleverde doelen, is er steeds minder discussie over de inhoud van het
onderwijs. Hier ligt het gevaar om de hoek dat we datgene waardevol gaan vinden wat wordt
gemeten, in plaats van dat we meten wat we waardevol vinden. Door alle data, vergelijkende lijstjes
en evidence based werken komt de focus te liggen op ‘wat werkt’ en niet meer op het ‘wat’. Dit
maakt het steeds lastiger om de vraag te stellen waartoe iets zou moeten werken, wat we goed
onderwijs vinden. Zowel de inhoud als de vorm van het onderwijs worden steeds meer van bovenaf
bepaald. Dit heeft tot gevolg dat de discussie hierover steeds minder plaats vindt op de werkvloer.
Opbrengstgericht werken? Onderwijs, zoveel meer dan de CITO.
11 HU Master Leren & Innoveren -Essay – Thijs Hagen – Januari 2013
H3 Bildung als oplossing voor eenzijdigheid
3.1 Iets leren of ontwikkelen?
Om als leerkracht verantwoordelijkheid te nemen over de inhoud van het onderwijs lettend op alle
drie de functies van het onderwijs, wijs ik op de blinde vlek van opbrengstgericht werken. Belangrijk
hierbij is het verschil tussen leren en ontwikkelen. Voor specifieke vragen, doelen en inhouden is de
leergerichtheid niet alleen wenselijk maar ook noodzakelijk. Als we echter ook willen voldoen aan de
subjectwordingsfunctie van het onderwijs zullen we naar het zijn, en dus ontwikkelen, van de
leerlingen moeten kijken. Ontwikkelen gaat om transformatief leren: een fundamentele verandering
in de manier waarop we naar onszelf en de wereld kijken. Bij ontwikkeling wordt er niet alleen iets
toegevoegd in kennis, inzicht of vaardigheid, maar het vormt mensen (Ruijters & Simons, 2006). Als
aanvulling of oplossing voor deze blinde vlek, draag ik het gedachtegoed van Bildung aan. Een theorie
waarbij de algehele ontplooiing van alle menselijke kwaliteiten centraal staan.
3.2 Wat is Bildung?
Bildung is een begrip dat wordt toegeschreven aan de Duitse geleerde en diplomaat Wilhelm von
Humboldt (1767-1835). Bildung wordt wel vertaald met ‘zelfontplooiing’. Hieronder valt zowel een
humanistisch als een politiek ideaal. Bildung streeft naar een algemene ontplooiing van alle
menselijke kwaliteiten. Dus niet alleen de verwerving van algemene kennis zoals rekenen en taal
maar ook het ontwikkelen van vermogens tot moreel oordelen en kritisch denken (Wieringen, 2012).
In …EN DENKEN (Stralen & Gude, 2012) wordt Bildung naar mijn mening duidelijk omschreven. Zij
hanteren de volgende definitie:
“Onder Bildung wordt het proces verstaan van innerlijke ontwikkeling op basis van een brede
beschouwing van culturele en maatschappelijk verworvenheden en uitingen. Bildung is een
middel om mensen te stimuleren tot een open, betrokken en nieuwsgierige houding ten
opzichte van hun samenleving en cultuur. Een houding die hen beter in staat stelt tot het
ontwikkelen van morele en kritische oordelen.” (Stralen & Gude, p19).
3.3 Bildung in het primair onderwijs
De voorzitter van de Onderwijsraad, A.M.L. van Wieringen geeft in zijn lezing Persoonlijke ontplooiing
en maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in de academie (2010) aan dat Bildung globaal op vier
manieren vorm kan krijgen in opleidingen. Namelijk curriculair, extracurriculair, als canon met
basiskennis en vaardigheden, en door het creëren van een academische gemeenschap.
Naar mijn mening zijn deze vier manieren ook toepasbaar op het primair onderwijs:
Opbrengstgericht werken? Onderwijs, zoveel meer dan de CITO.
12 HU Master Leren & Innoveren -Essay – Thijs Hagen – Januari 2013
1. Curriculair: als verplicht onderdeel binnen het curriculum. Dit zou inhouden dat bildung als
zodanig een plek zou krijgen in het lesrooster. Hierbij valt te denken aan vakken als filosofie,
geschiedenis en basiswetenschappen.
2. Extracurrriculair: als losse thema’s of opdrachten in het kader van bijvoorbeeld filosofie en
wetenschap of geschiedenis en kunst.
3. Canon met basiskennis en vaardigheden: de canon zou leerinhouden moeten bevatten die
behoren tot onderdelen van het taalonderwijs (waaronder literatuur), geschiedenis,
maatschappijleer, cultuur en kunstzinnige vorming. Ook leerinhouden in de sfeer van
geografie en techniek dienen onderdeel te zijn van de canon.
4. Creëren van een academische gemeenschap waarin de organisatie uiting geeft aan het
belang van het verwerven van sociaal een geestelijk kapitaal en de bevordering van een
intellectueel en/of bildungsklimaat. Binnen een basisschool zou dit betekenen dat Bildung
onderdeel moet worden van de visie en dat ook leerkrachten zelf zich moeten blijven
ontwikkelen op gebieden zoals literatuur, geschiedenis, maatschappijleer, cultuur en
kunstzinnige vorming, economie, recht en techniek.
Door het opbrengstgericht werken staan alle vier onder druk. Doordat de lestijd nu zo efficiënt
mogelijk wordt ingedeeld en de aandacht ligt op de basisvakken, is er zowel curriculair als
extracurriculair minder tot geen ruimte voor onderwerpen rond Bildung. Ook het creëren van een
academische gemeenschap staat onder druk, de rol van de leerkracht focust zich steeds meer op het
begeleiden van effectieve leerprocessen. Het creëren van een academische gemeenschap vraagt van
de leerkrachten en schoolleiders dat zij met elkaar het gesprek aangaan over de Bildungsaspecten
van het onderwijs. Maar zolang scholen in de inspectierapporten niet worden afgerekend op de
aandacht voor de ontwikkeling van het kritisch, mondiaal denken is dit lastig te realiseren.
3.4 Verbinding
Ik ben van mening dat de sleutel tot meer Bildung in het basisonderwijs ligt in de attitude van de
leerkrachten en leidinggevenden. Gerard van straten pleit in …EN DENKEN (2012) ook voor leraren
die over een attitude beschikken die hen instaat stelt om flexibel en creatief met wisselende situaties
in de mondiale context om te gaan. Ik ben met hem van mening dat een leraar op die manier de
leerling uitnodigt om zelf een dergelijk attitude te ontwikkelen.
Naast het aanbieden van kennis over bijvoorbeeld filosofie, kunst en cultuur is het dus van belang om
een onafhankelijke, onderzoekende houding bij de leerlingen te ontwikkelen. Hierbij is meer nog dan
de inhoud van de lesstof het voorbeeldgedrag van de leerkracht bepalend. De leerkracht zal zich
continu moeten ontwikkelen binnen een breed scala aan vakgebieden en open moeten staan voor
nieuwe ontwikkelingen; voor Bildung dus.
Opbrengstgericht werken? Onderwijs, zoveel meer dan de CITO.
13 HU Master Leren & Innoveren -Essay – Thijs Hagen – Januari 2013
H4 Conclusie: opbrengstgericht werken & bildung!
4.1 CITO maatschappij
Dus we werken nu opbrengst gericht, een verandering in het onderwijsland mede veroorzaakt door
internationale lijstjes, evidence-based denken en nieuwe inspectie eisen. Een goede methode om de
leeropbrengsten in kaart te brengen en leerprocessen bij te stellen. Een methode die ook onze
school De Kubus, die als zwak werd beoordeeld, heeft geholpen om succes niet meer afhankelijk te
laten zijn van toeval, maar om doelmatig te werk te gaan en leeropbrengsten te gebruiken als input
voor het onderwijsaanbod.
Door de implementatie van opbrengstgericht werken hebben wij als school grote stappen gezet. Op
alle niveaus van de organisatie zijn we bewuster en doelmatiger gaan werken. De data wordt
gebruikt om een beter beeld te krijgen van de leerlingen en beter aan te sluiten bij hun
onderwijsbehoefte. Ook op klassenniveau en schoolbreed wordt de verzamelde data gebruikt om
onze opbrengsten te verhogen. De eerste stap is gezet. Wij hebben meer inzicht in onze opbrengsten
en worden door de inspectie niet langer meer gezien als zwakke school.
4.2 Balans tussen leren en ontwikkelen
Een goed werkende methode dus, maar ook één met een blinde vlek, namelijk de eenzijdigheid in
het leren en de focus op de leeropbrengsten van de basisvakken zoals getoetst in de CITO. Ook bij
ons op school zie je de ongewenste vervormingen ontstaan zoals ik die in hoofdstuk 1 beschrijf;
versmalling van het curriculum, oefenen voor de CITO, meer papierwerk en leerkrachten die het
plezier in het vak verliezen doordat ze steeds minder inbreng hebben in de inhoud van het onderwijs
en meer druk dragen om goede opbrengsten neer te zetten. Hierdoor ontstaat er, ook op De Kubus,
weerstand vanuit de leerkrachten.
Om de balans van het leren en ontwikkelen met elkaar te bewaken verwijs ik in hoofdstuk 2 naar de
subjectwordingsfunctie van het onderwijs, namelijk de taak van de leerkracht om leerlingen niet
alleen 4x3 te leren, maar ook te helpen ontplooien tot onafhankelijke en kritische mensen voor de
immer veranderende maatschappij. Een functie die buiten de cijfers van de leeropbrengsten en CITO
valt, en dus vaak als eerste uit het curriculum verwijderd wordt. Maar naar mijn mening een
belangrijke functie in het onderwijs, die niet overgeslagen mag worden. Wij als leerkrachten hebben
de taak om kinderen te ontwikkelen, waarden en normen te leren en hun kwaliteiten te laten
ontdekken. Als oplossing voor dit probleem draag ik in hoofdstuk 3 Bildung aan. Ik ben van mening
dat de idealen van het Bildung een mooie aanvulling vormen op het opbrengstgericht werken.
Opbrengstgericht werken? Onderwijs, zoveel meer dan de CITO.
14 HU Master Leren & Innoveren -Essay – Thijs Hagen – Januari 2013
4.3 Samen weer staan voor goed onderwijs
Ik wil hier dan ook eindigen met een oproep aan mijn collega´s, mijn leidinggevende en het hele
onderwijsveld. Wij moeten het heft weer in eigen handen nemen en met elkaar nadenken over de
vraag wat góed onderwijs nu behelst, in plaats van, bijvoorbeeld, wat effectief onderwijs is. We
kunnen dan met elkaar weer nadenken over de inhoud van het onderwijs. Ik doe een oproep om te
komen tot een visie van verbinding. Een visie die een brug slaat tussen het opbrengstgericht werken
aan de ene, en Bildung aan de andere kant.
Een visie waarin we weer dat gaan meten wat we waarderen in plaats van dat we dat gaan
waarderen wat we kunnen meten.
Opbrengstgericht werken? Onderwijs, zoveel meer dan de CITO.
15 HU Master Leren & Innoveren -Essay – Thijs Hagen – Januari 2013
Bronnenlijst
Biesta, G. (2012). Goed onderwijs en de cultuur van het meten: Ethiek, politiek en democratie. Den Haag: Boom Lemma uitgevers.
Commissie Parlementair onderzoek onderwijsvernieuwingen (commissie Dijsselbloem). (2008). Parlementair Onderzoek Onderwijsvernieuwingen. Geraadpleegd op 25 december 2012 via http://www.novatv.nl/uploaded/FILES/hele%20rapport%20Dijsselbloem.pdf.
Earl, L. & Katz, S. (2006) Leading Schools in a Data Rich World. Geraadpleegd op 15 januari 2013 via http://www.eed.state.ak.us/nclb/2008wc/Focus_On_Leadership.pdf.
Inspectie van het Onderwijs. (2010). Opbrengstgericht werken in het basisonderwijs. Een onderzoek naar opbrengstgericht werken bij rekenen-wiskunde in het basisonderwijs. Utrecht, Inspectie van het Onderwijs. Geraadpleegd op 2 januari 2013 via www.onderwijsinspectie.nl.
Inspectie van het onderwijs. (2011). Opbrengsten - maak er werk van!. Utrecht: @Inspectie van het onderwijs.
Inspectie van het onderwijs. (2012). TOEZICHTKADER PO/VO 2012. Utrecht. Geraadpleegd op 15 december 2012 via http://www.onderwijsinspectie.nl/binaries/content/assets/Actueel_publicaties/2012/brochure-toezichtkader-po-vo-2012.pdf.
KPC-groep. (2011). De leraar als regisseur: Opbrengstgericht rekenonderwijs bij de invoering van de referentieniveaus in PO en VO. ’s-Hertogenbosch: KPC-groep.
Meijer, R. (2009). Opbrengstgericht werken doe je zo! 9 Schoolportretten. Utrecht: PO-Raad / Projectbureau Kwaliteit.
Oomens, Aarsen, Eck & Kieft. (2008). Opbrengstgericht werken door scholen voor primair en voortgezet onderwijs. Utrecht: @Oberon.
Ruijters, M.C.P. & P.R.J. Simons (2006). Het leerlandschap van organisaties. Develop (2)2 , 54-63.
Slavin, R. (2002). Evidence-based education policies: Transforming educational practice and research. Educational Researcher 31(7), 15-21.
Stevens, L. (2010). Zin in onderwijs. Antwerpen-Apeldoorn: Gargant.
Stralen, G & Gude, R. (2012). …EN DENKEN!. Leusden: @ISVW Uitgevers.
Vermunt, J.D.H.M. (2006). Docent van deze tijd: Leren en laten leren. Oratie Universiteit Utrecht.
Wieringen, A.M.L. (2010). Persoonlijke ontplooiing en maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef in de academie. Utrecht. Geraadpleegd op 20 december 2012 via http://www.onderwijsraad.nl/upload/artikelen/lezing-universiteit-humanistiek.pdf.
Wieringen, F (2010), De onzekerheid van het onderwijs. Geraadpleegd op 20 janurai 2013 via http://www.onderwijsraad.nl/upload/artikelen/de-onzekerheid-van-het-onderwijs.pdf.