Ontwikkeling les3 2013...Ontwikkeling_les3_2013 Author Joke Created Date 2/26/2013 10:31:25 PM...

19
26/02/2013 1 Ontwikkelingstheorieën ERIKSON PIAGET Ontwikkelingstheorieën ERIKSON PIAGET

Transcript of Ontwikkeling les3 2013...Ontwikkeling_les3_2013 Author Joke Created Date 2/26/2013 10:31:25 PM...

  • 26/02/2013

    1

    Ontwikkelingstheorieën

    ERIKSON PIAGET

    Ontwikkelingstheorieën

    ERIKSON PIAGET

  • 26/02/2013

    2

    Piaget in’t kort

    Systemisch ontwikkelingsmodel

    Socio-culturele

    theorie

    VYGOTSKY

    Ontwikkeling ~wederzijdse transactie

    tussen omgeving en

    kind

    Zone van naaste

    ontwikkeling

    Prenatale

    ontwikkeling

  • 26/02/2013

    3

    Prenatale ontwikkeling

    Een zwangerschap duurt in theorie:

    A. 36 weken

    B. 38 weken

    C. 40 weken

    D. 42 weken

    Prenatale ontwikkeling

    Vanaf wanneer spreekt men van “embryo”

    A. Vanaf de bevruchting

    B. Vanaf tweede week

    C. Vanaf tweede maand

    D. Gedurende gans de zwangerschap

    Prenatale ontwikkeling

    Zaadcellen in vergelijking met eicel

    A. Leven allebei even lang nl. 1 dag

    B. Zaadcel leeft langer dan eicel nl. 6d vs 1d

    C. Eicel leeft langer dan zaadcel nl. 6d vs 1d

    D. Leven eicel/zaadcel wordt vooral bepaald

    door gezondheid vrouw of man

  • 26/02/2013

    4

    Prenatale ontwikkeling

    Een zaadcel bevat

    A. 46 chromosomen

    B. 23 chromosomen

    C. Zaadcel bevat 1 chromosoom minder dan

    eicel

    D. Enkel een zygoot bevat chromosomen

    Prenatale ontwikkeling

    Zaadcellen in vergelijking met eicel

    A. Zaadcel geeft meer erfelijk materiaal door

    B. Zaadcel en eicel geven evenveel erfelijk

    materiaal door

    C. Eicel geeft meer erfelijk materiaal door

    D. Hoeveel erfelijk materiaal doorgegeven

    wordt door eicel/zaadcel is toeval

    Prenatale ontwikkeling

    Een bevruchte eicel noemen we een

    A. Embryo

    B. Zygoot

    C. Fenotype

    D. Genotype

  • 26/02/2013

    5

    Prenatale ontwikkeling

    Een embryo van 8 weken oud

    A. 1,5 mm

    B. 3 mm

    C. 1,5 cm

    D. 3 cm

    Prenatale ontwikkeling

    Het eerste orgaan dat zich tijdens embryonale fase

    ontwikkelt :

    A. huid

    B. longen

    C. ruggenmerg

    D. hart

    Prenatale ontwikkeling

    Het geslacht is ten vroegste visueel vast te stellen

    A. Vanaf de bevruchting

    B. Na 4 weken

    C. Na 10 weken

    D. Halfweg de zwangerschap

  • 26/02/2013

    6

    Prenatale ontwikkeling

    We spreken van een foetus

    A. Vanaf de bevruchting

    B. Na 4 weken

    C. Na 12 weken

    D. Halfweg de zwangerschap

    Prenatale ontwikkeling

    Een foetus heeft in de 5e maand een

    A. zuigreflex

    B. grijpreflex

    C. knipperreflex

    D. Alle drie

    Prenatale ontwikkeling

    Een foetus

    A. Heeft waakperiodes vanaf 12e week

    B. Verkeert tot week 26 in constante slaaptoestand

    C. Is vanaf week 26 tot 25% van de tijd wakker

    D. Is vanaf week 26 tot 33% van de tijd wakker

  • 26/02/2013

    7

    Prenatale ontwikkeling

    Welk prenataal onderzoek is nagenoeg risicoloos?

    A. Echoscopie

    B. vlokkentest

    C. vruchtwaterpunctie

    D. Geen enkele van bovenstaande

    Prenatale ontwikkeling

    Hoeveel van de bestaande zwangerschappen

    wordt spontaan onderbroken?

    A. 10%

    B. 25%

    C. 50%

    D. 75%

    Prenatale ontwikkeling

    Een zwangerschap duurt in theorie:

    A. 36 weken

    B. 38 weken

    C. 40 weken

    D. 42 weken

    Dokter rekent 40 weken = vanaf laatste menstruatie

  • 26/02/2013

    8

    Prenatale ontwikkeling

    Vanaf wanneer spreekt men van een embryo

    A. Vanaf de bevruchting

    B. Vanaf tweede week

    C. Vanaf tweede maand

    D. Gedurende gans de zwangerschap

    Eerste 2 weken = germinale fase = celontwikkeling

    Van 2 weken tot 12 weken = embryonale fase = Organogenese

    Vanaf 12 weken = foetale fase = toename gewicht en lengte

    Prenatale ontwikkeling

    Zaadcellen in vergelijking met eicel

    A. Leven allebei even lang nl. 1 dag

    B. Zaadcel leeft langer dan eicel nl. 6d vs 1d

    C. Eicel leeft langer dan zaadcel nl. 6d vs 1d

    D. Leven eicel/zaadcel wordt vooral bepaald

    door gezondheid vrouw of man

    Zaadcellen leven gemakkelijk 6 dagen – ze nemen dus hun tijd om

    tot aan eicel te komen (eicel leeft max. 1 dag)

    Prenatale ontwikkeling

    Een zaadcel bevat

    A. 46 chromosomen

    B. 23 chromosomen

    C. Zaadcel bevat 1 chromosoom minder dan

    eicel

    D. Enkel een zygoot bevat chromosomen

    Zaadcel en eicel bevatten ieder de helft (=23) van normaal erfelijk

    materiaal (=46) = meiose

  • 26/02/2013

    9

    Prenatale ontwikkeling

    Zaadcellen in vergelijking met eicel

    A. Zaadcel geeft meer erfelijk materiaal door

    B. Zaadcel en eicel geven evenveel erfelijk

    materiaal door

    C. Eicel geeft meer erferlijk materiaal door

    D. Hoeveel erfelijk materiaal doorgegeven

    wordt door eicel/zaadcel is toeval

    Moeder haar groot X-chromosoom bevat meer erfelijk materiaal

    dan vader kleinere X of veel kleinere Y chromosoom

    Prenatale ontwikkeling

    Een bevrucht eicelletje noemen we een

    A. Embryo

    B. Zygoot

    C. Fenotype

    D. Genotype

    Embryo = bevruchte eicel na proces van mitose

    Zygoot = bevruchte eicel vanaf bevruchting en tijdens proces van mitose

    Fenotype = de verzameling van alle waarneembare kenmerken aan een individu (vb.

    haarkleur, kleur ogen, bloedgroep)

    Genotype = alle erfelijke informatie van een individu (gen � DNA � chromosoom)

  • 26/02/2013

    10

    Prenatale ontwikkeling

    Een embryo van 8 weken oud

    A. 1,5 mm

    B. 3 mm

    C. 1,5 cm

    D. 3 cm

    In 6 weken tijd groeit de embryo van 1,5 mm tot 300mm

    Prenatale ontwikkeling

    Het eerste orgaan dat zich tijdens embryonale fase

    ontwikkelt is:

    A. huid

    B. longen

    C. hersenen

    D. hart

    Vanaf derde week ontwikkelt zich een primitief hartje (rechte

    spier).

    Prenatale ontwikkeling

    Het geslacht is ten vroegste visueel vast te stellen

    A. Vanaf de bevruchting

    B. Na 4 weken

    C. Na 10 weken

    D. Halfweg de zwangerschap

    Rond de 12e week krijgen de anatomische verschillen tussen

    jongen en meisje definitief uitzicht. De eerste 6 weken ontwikkelt

    mannelijke/vrouwelijke embryo volledig gelijk.

  • 26/02/2013

    11

    Prenatale ontwikkeling

    We spreken van een foetus

    A. Vanaf de bevruchting

    B. Na 4 weken

    C. Na 12 weken

    D. Halfweg de zwangerschap

    Vanaf de afronding van de organogenese spreekt men van

    foetus. Er is discussie of deze start vanaf week 8 of vanaf

    week 12 (nadat ook uitwendige geslachtsorganen

    ontwikkelt zijn)

    Prenatale ontwikkeling

    Een foetus heeft in de 5e maand een

    A. zuigreflex

    B. Grijpreflex

    C. Knipperreflex

    D. Alle drie

    Vanaf de vijfde maand reageert een foetus op fel licht en

    knippert met zijn ogen en is zijn grijp en zuig reflex goed

    ontwikkeld.

    In the Womb

  • 26/02/2013

    12

    Prenatale ontwikkeling

    Een foetus

    A. Heeft waakperiodes vanaf 12e week

    B. Verkeert tot week 26 in constante slaaptoestand

    C. Is vanaf week 26 tot 25% van de tijd wakker

    D. Is vanaf week 26 tot 33% van de tijd wakker

    Tot week 26 – 28 verkeert de foetus in constante slaaptoestand.

    Vanaf dan zijn er zeer korte periodes van waaktoestand (amper

    10%)

    Prenatale ontwikkeling

    Welk prenataal onderzoek is nagenoeg risicoloos?

    A. Echoscopie

    B. vlokkentest

    C. vruchtwaterpunctie

    D. Geen enkele van bovenstaande

    De terugkaatsing van ultrasone golven bij echoscopie kunnen bij

    regelmatig gebruik leiden tot lager geboortegewicht. Medische

    echo zijn nagenoeg risicoloos MAAR commerciële firma’s echo’s

    die 3D film maken van baby .

  • 26/02/2013

    13

    Prenatale ontwikkeling

    Hoeveel van de bestaande zwangerschappen

    wordt spontaan onderbroken?

    A. 10%

    B. 25%

    C. 50%

    D. 75%

    Daarnaast heb je uiteraard ook nog de geregistreerde abortussen:

    in 2007 werd 13,42 van elke 100 zwangerschappen in België

    afgebroken

    • 13,42 ratio is laag in vergelijking met Zweden (20.8 in 2009), het Verenigd Koninkrijk (17.5 in 2009) en

    Frankrijk (14.7 in 2007)

    • België: gemiddelde leeftijd van alle abortuscliënten in 2009 is 27,33 jaar

    • In 2009 was 14% van alle abortuscliënten jonger dan 20 jaar

    • abortusratio voor Vlaamse min-20-jarige meisjes 42,80% , dit betekent dat bijna de helft van de

    zwangere Vlaamse tienermeisjes de zwangerschap

    liet afbreken

    • meer dan twee derde (ruim 67%) van de abortuscliënten in 2009 ongehuwd

    Prenataal psychisch functioneren

    Kan een foetus doelgericht reageren?

    (vb. stampen in de buik)

    Heeft een foetus geheugen?

    (muziek, geluiden herinneren)

  • 26/02/2013

    14

    Prenataal psychisch functioneren

    Week 8

    Baby raakt mond en draait

    hoofd

    = FYSIOLOGISCHE REFLEX

    Baby maakt buitelbewegingen,

    trapt

    = FYSIOLOGISCH REFLEX

    = niet doelgericht

    Prenataal psychisch functioneren

    Prikkeling zintuigreceptoren =

    reactie foetus

    Hard geluid, fel licht =

    schrikreactie foetus

    Stresshormonen moeder doen

    placenta samentrekken

    = niet doelgericht

    BESLUIT: PRE-SENSATIES ���� BEPERKT BEWUSTZIJN

    Engrammen + prenatale psychologie = niet wetenschappelijk

    Fysieke invloedenInfecties

    (vb. rode hond, toxoplasmose, HIV)

    Medicijnen

    (vb. softenon, DES)

    Drugs

    (vb. roken, FAS, FAE)

    Omgevingsfactoren

    (vb. röntgen, kwik)

    Voeding (vb. ondervoeding)

    Natuurlijke stoffen

    (vb. verschillende resus moeder-kind)

    Leeftijd moeder

    (vb. Syndroom Down 1/2500 �1/35)Softenon = teratogeen effect

  • 26/02/2013

    15

    Psychische invloedenStress moeder

    • verhoogde kans om vroegtijdig geboren te worden

    • Verhoogde kans een laag geboortegewicht te hebben ~roken

    • Verhoogd risico op spontane abortus en om pre-eclampsie

    (zwangerschapsvergiftiging)

    Verhoogde adrenaline bij moeder (bloedtoevoer placenta daalt)

    + cortisol (immuunsysteem moeder ontregeld)

    Psychische invloedenAttitude tegenover kind

    Negatieve gevoelens tijdens

    zwangerschap = NORMAAL!

    MAAR ONGEWENST ZWANGER

    • Verhoogde stress• Ondervoeding• Alcohol• Roken …

    SECUNDAIRE GEVOLGEN

    Belang geboortegewicht

    TE LAAG

    Overlevingskansen ~

    geboortegewicht

    Meer gezondheidsproblemen

    Meer kans op

    • Aandachtsstoornissen• Hyperactiviteit• Retardatie ontwikkeling

  • 26/02/2013

    16

    Belang geboortegewicht

    TE HOOG

    (Diabetes moeder)

    Risico tijdens bevalling

    Zuurstofgebrek

    Verstandelijke beperking

    De geboorte

    De geboorte

    • Normale bevalling? à terme baby = 3 weken voor + 2 weken na vermoedelijke datum

    • Preterme of premature < 35 weken

    • Postterme baby > 40 weken

    • Dismaturiteit < 2,5 kg• Prematuur + dismatuur =

    RISICO!

  • 26/02/2013

    17

    De geboorte

  • 26/02/2013

    18

    Leboyer: baanbrekend?

    De geboorte

    De geboorte

    • Kind op buik• Knippen navelstreng• Wegen• APGAR-score

    – Appearance– Pulse– Grimace– Activity– RespirationMax score = 10

    Vanaf 7 = goed

  • 26/02/2013

    19

    De geboorte