Ontwikkelgids Kernkwaliteiten - Voor medewerkers van KPN ... · PDF filevan het profiel staan...
Transcript of Ontwikkelgids Kernkwaliteiten - Voor medewerkers van KPN ... · PDF filevan het profiel staan...
KPN Ontwikkelgids
2
Inhoudsopgave
Voorwoord 3
1 De kerngedragingen en de competenties 4
1.1 Wat zijn kerngedragingen en competenties? 4
1.2 Ontwikkelen van je competenties 4
2 Ontwikkeling van de competenties 5
2.1 Doelgericht 5
2.1.1 Ontwikkeltips 6
2.2 Prioriteit 8
2.2.1 Ontwikkeltips 9
2.3 Verandering 11
2.3.1 Ontwikkeltips 12
2.4 Impact 14
2.4.1 Ontwikkeltips 15
2.5 Inspirerend Leidinggeven 17
2.5.1 Ontwikkeltips 18
3 Competentieniveaus per functiesoort 20
3
Voorwoord
Beste collega,
Ontwikkelafspraken worden nog vaak gezien als een ‘moetje’, terwijl ze ontzettend belangrijk
zijn! Enkele jaren geleden hebben we binnen KPN prestatiemanagement ingevoerd. De bedoeling
hiervan is om na te denken over jouw bijdrage aan KPN en vanuit daar te focussen op de
ontwikkeling van je persoonlijke competenties en je vakmanschap.
De veranderingen gaan snel, binnen KPN en ook in de wereld om ons heen. Het is daarom voor
iedereen belangrijk om na te denken over inzetbaarheid, om flexibel te zijn en om je te
ontwikkelen. Bijblijven in je vakgebied en blijven leren dragen daar aan bij. Unieke vakkennis en
expertise dragen bij aan zelfvertrouwen, dat is van groot belang in een veranderende omgeving.
Het geeft je een gevoel van keuze; om ergens te werken of weg te gaan. Daarom geloof ik dat de
ontwikkeling van competenties van groot belang is in de snel veranderende arbeidsmarkt.
Aan de hand van deze ontwikkelgids kan je samen met jouw manager in gesprek over jouw
ontwikkeling. Betrek hierbij ook jouw collega’s zodat je met elkaar in gesprek gaat en elkaar
feedback geeft op houding en gedrag. Hiervoor is lef en vertrouwen nodig. Met elkaar creëren we
een omgeving waarin we onszelf kwetsbaar durven op te stellen zodat we daarvan kunnen leren.
Het klinkt heel logisch, maar blijkt tegelijkertijd in de praktijk nog vaak lastig te zijn. Wees dus
niet bang om kritisch te zijn, en doe dat altijd op een respectvolle manier.
Dat we continu veranderen is een gegeven, de manier waarop we dat doen kan het verschil
maken. Eén ding is zeker: jij hebt zelf de sleutel tot succes in handen. Ik wil je daarom uitnodigen
om aan de slag te gaan met prestatiemanagement en aan de hand van de ontwikkelgids kritisch
naar jezelf te kijken. Iedereen heeft persoonlijke ontwikkelpunten. De kunst is om deze te
benoemen en te verbeteren. Hier kunnen jouw manager en je collega’s je bij helpen. Door elkaar
hierin te ondersteunen creëren we meer warmte in onze organisatie waarin verbetering de
standaard is.
Ik ben ervan overtuigd dat wij samen KPN tot de beste dienstverlener van Nederland kunnen
maken. Wat ga jij doen om bij te dragen aan een warmer en klantgerichter KPN?
Ik wens je veel succes!
Janine Vos
CHO KPN
4
1 De kerngedragingen en de competenties
1.1 Wat zijn kerngedragingen en competenties?
In het competentieprofiel zie je onze kerngedragingen en competenties staan. Het verschil leggen
we hieronder uit.
Kerngedragingen zijn het DNA van onze organisatie. Ze beschrijven concreet gewenst gedrag dat
bijdraagt aan een klantgerichte organisatie waarin we samenwerken en zaken eenvoudig
houden. Bespreek regelmatig met elkaar of het gedrag van jou en jouw collega’s past bij de
kerngedragingen. Deze staan in het midden van het competentieprofiel en worden beschreven in
de drie vakken boven en onder de afbeelding.
Competenties zijn ontwikkelbare sociale en professionele vaardigheden. In de buitenste cirkel
van het profiel staan de vijf belangrijkste competenties die we bij KPN kennen. Deze competenties
zijn zo opgebouwd dat er een verband bestaat met de drie kerngedragingen, herkenbaar aan de
kleuren. Als je gedrag laat zien dat bij een hoog niveau past van de competentie ‘Impact’, zal
samenwerking voor jou belangrijke zijn.
Niet iedereen hoeft in dezelfde mate een bepaalde competentie te laten zien. Jouw functie
bepaalt op welk niveau je de competenties moet laten zien om succesvol te functioneren.
Iedere competentie bestaat uit vier niveaus, die we de competentieniveaus noemen. Op pagina
20 en verder vind je een overzicht van competentieniveaus per functiesoort.
De competentieniveaus worden bij elke competentie verder uitgewerkt in kenmerken die bij een
specifiek niveau passen. Deze zijn altijd algemeen omschreven en kunnen per werkveld of
bedrijfsonderdeel verschillend worden ingevuld. We verwachten bijvoorbeeld dat iedereen
doelgericht werkt, maar gestelde doelen verschillen per team of afdeling. De inhoud en omgeving
van de functie bepalen in wat voor zichtbaar gedrag de competentieniveaus vertaald worden.
1.2 Ontwikkelen van je competenties
Bij de beschrijving van de competenties verderop in deze gids, vind je concrete tips om je
competenties te ontwikkelen. Die ontwikkeltips kun je gebruiken om de ontwikkelafspraken die je
met je manager maakt concreet in te vullen.
Je vindt ook voorbeelden van gedrag dat juist helemaal niet past bij de competentie. Deze
voorbeelden noemen we rode vlaggen. Ben je op zoek naar een training of opleiding om een
competentie te ontwikkelen? Zoek dan in de opleidingencatalogus van de KPN Academy.
Het is ook goed om te weten dat je alle kenmerken van een competentieniveau moet beheersen,
voordat je je kunt richten op het ontwikkelen van het volgende niveau. Verwacht niet van de één
op de andere dag te veranderen, want in tegenstelling tot het ontwikkelen van kennis kost
gedragsverandering vaak veel tijd. Door samen met je manager goed na te denken over de
manier waarop jij wilt ontwikkelen en collega’s om feedback te vragen, leer je sneller. Vaak leer je
door het gewoon te doen en van je collega’s te leren.
5
2 Ontwikkeling van de competenties
2.1 Doelgericht
Doelgericht
Ik streef continu naar het behalen van doelen en wil resultaten continu verbeteren, ook bij tegenslag en
onverwachte gebeurtenissen.
1 Ik wil dat het werk goed gedaan wordt
Samen met mijn manager maak ik doelen concreet
Ik toon inzet om de doelen te behalen
Ik vraag hulp als ik er zelf niet uit kom en bied hulp aan collega’s die daar om vragen
2 Ik wil gestelde doelen behalen
Ik leid mijn eigen doelen af van de team doelen en behaal goede resultaten
Ik werk naar gemeenschappelijke doelen toe en help teamleden om doelen te behalen
Ik leer van fouten en zoek continu naar manieren om resultaten te verbeteren
Samen met collega’s benut ik kansen om te verbeteren
3 Ik wil voortdurend presteren
Ik zorg dat alles op tijd klaar is door rekening te houden met onverwachte gebeurtenissen
Ik werk gefocust en overwin daarbij struikelblokken, tegenslag en onzekerheid
Ik deel de lessen die ik heb geleerd uit het overwinnen van tegenslag met mijn teamleden
Samen met mijn teamleden zorgen wij voor het succesvol behalen van de teamdoelen
4 Ik wil afgesproken doelen overtreffen
Ik krijg energie van uitdagingen
Samen met mijn teamleden stel ik nieuwe en uitdagende doelen voor ons team
Samen met mijn teamleden zoek ik naar manieren om onze doelen te overtreffen
In mijn team benutten we mogelijkheden om betere resultaten te bereiken dan verwacht, ook
als het tegen zit
In de competentie ‘Doelgericht’ kan je je op de volgende thema’s ontwikkelen:
1. Doelen stellen
2. Je toont inzet om je werk te doen en je blijft je werk verbeteren
3. Problemen overwinnen
Rode vlaggen
Welk gedrag laat je zien als je de competentie ‘Doelgericht’ niet hebt?
Je wilt je niet binden aan een manier van werken of aan een doel, je wilt alle opties open
houden.
Je vindt het moeilijk om zelf een doel te stellen, en te bepalen waar je zelf enthousiast van
wordt.
Je vindt prestaties minder belangrijk. Je doet dat werk graag in je eigen tempo.
Je zoekt samenwerking niet actief op om de doelen te behalen.
Je bent snel afgeleid of snel in de war als je problemen tegenkomt. Daardoor vind je het
moeilijk om naar een doel toe te werken.
6
2.1.1 Ontwikkeltips
Competentieniveau 1 en 2
Thema: Doelen stellen
Werk samen met je manager de doelen uit die bij jouw functie passen. Relateer deze
doelen aan de doelen van je team, en aan de doelen van KPN.
Maak jouw individuele doelen concreet door afspraken te maken over de te behalen
resultaten. Stel jezelf bij elke actie de vraag: ‘Waarom voer ik deze actie uit en hoe draagt
het resultaat van de actie bij aan de doelen van het team, en de doelen van KPN?’.
Thema: Je toont inzet om je werk te doen en je blijft je werk verbeteren
Probeer verschillende manieren van werken uit. Let goed op wanneer je de beste
resultaten haalt en deel je successen met teamleden.
Wees niet te snel tevreden. Leer van doelen die niet behaald zijn. Gebruik je weekstart om
feedback te vragen aan je manager en collega’s. Gebruik die feedback om jezelf en je
team te verbeteren.
Streef naar goede kwaliteit van je werk en lever het binnen de afgesproken tijd. Betrek
anderen in jouw planning zodat zij precies begrijpen wat ze kunnen verwachten van jouw
werk.
Competentieniveau 3 en 4
Thema: Doelen stellen
Gebruik Steps 2 Milestones om je belangrijkste doelen te relateren aan de doelen van je
team, en de doelen van KPN. Bestuur je werk door regelmatig terug te vallen op jouw
Steps 2 Milestones.
Bedenk welke problemen je moet overwinnen om je doelen te bereiken en wie jou daarbij
zou kunnen helpen.
Stel de teamdoelen ambitieus, maar wel realistisch door de SMART methodiek te
gebruiken. Probeer de kwaliteit van het werk te verbeteren en nog doelgerichter te
werken.
Thema: Je toont inzet om je werk te doen en je blijft je werk verbeteren
Houd nabesprekingen over projecten die klaar zijn. Bespreek wat goed en minder goed
ging. Evalueer waarom jullie bepaalde doelen niet bereikt hebben. Gebruik deze
informatie om een succesvolle werkwijze voor de toekomst te ontwikkelen.
Blijf zoeken naar andere en betere manieren om hetzelfde probleem op te lossen.
Bedenk welke beslissingen je de komende twee weken moet nemen. Stel een datum vast
waarop je de beslissing genomen moet hebben. Houd je ook aan die datum.
7
Thema: Problemen overwinnen
Vindt je manager of een collega je werk niet goed? Doe er iets mee. Wees eerlijk tegen
jezelf en probeer open te staan voor feedback. Je mag wel verwachten dat feedback
eerlijk en opbouwend is, en in gepaste woorden wordt uitgedrukt.
Als je een probleem tegen komt, zoek dan eerst samen met collega’s naar de oorzaken
van het probleem. Belicht verschillende kanten voordat je op zoek gaat naar oplossingen.
Bedenk hoe het probleem in het vervolg voorkomen kan worden.
Stel jezelf de volgende vragen als je problemen tegenkomt:
o Wat zijn de oorzaken van het probleem?
o In hoeverre houdt dit probleem me tegen in het bereiken van mijn doelen?
o Zijn er dingen die op dit moment belangrijker zijn dan het oplossen van dit
probleem?
o Zal het probleem zich vanzelf oplossen als ik niets doe?
o Hoe kan ik dit probleem het best oplossen?
o Wie kan mij helpen bij het oplossen van dit probleem?
8
2.2 Prioriteit
Ik organiseer mijn werk zodanig in dat doelstellingen op een effectieve en efficiënte manier
worden gehaald. Ik streef ernaar om complexiteit op een eenvoudige manier weer te geven. Ik
sta open voor nieuwe ideeën en ik weet wat er in de buitenwereld gebeurt.
1 Ik weet welke activiteiten ik het beste als eerste kan doen
Ik analyseer gegevens en trek hieruit conclusies
Ik los problemen op
2 Ik zie kansen en mogelijkheden voor de korte termijn
Ik begrijp de strategie en uitdagingen van KPN voor dit jaar
Ik zie en benut mogelijkheden voor verbeteringen in mijn werkgebied
Ik deel en bespreek kansen voor verbetering in mijn team
3 Ik maak de juiste afweging voor de prioriteiten op de middellange termijn
Ik kies de juiste prioriteiten voor mijn werkgebied, met een horizon van drie jaar
Ik stel de juiste strategische vragen die voor mijn werk relevant zijn
Ik weet wat er in de buitenwereld gebeurt en neem dit mee in mijn werk
Ik bespreek veranderende middellange termijn prioriteiten in mijn team en pas zo nodig de
teamdoelen aan
4 Ik ontwikkel een strategie voor mijn werkgebied en kies de daarbij passende prioriteiten
Ik vind de juiste balans tussen korte, middel en lange termijn prioriteiten
Ik stel vragen in mijn team die leiden tot nieuwe ideeën en kansen
Ik integreer verschillende soorten informatie en vertaal deze door naar een strategie van mijn
werkgebied (volledig in lijn met de KPN strategie)
Ik kies de juiste prioriteiten voor mijn werkgebied voor de volgende 3-5 jaar. Ik baseer mijn
prioriteiten op basis van kennis van collega’s, klanten, markt en partners
In de competentie ‘Prioriteit’ kan je je op de volgende thema’s ontwikkelen:
1. Analyseren
2. Mogelijkheden en verbeteringen zien
3. Overeenkomsten en gevolgen zien
Rode vlaggen
Welk gedrag laat je zien als je de competentie ‘Prioriteit’ niet hebt?
Je vindt het moeilijk om vraagstukken, informatie of problemen te analyseren.
Je ziet geen relatie tussen de oorzaak en het gevolg van een probleem.
Je hebt weinig overzicht en let vooral op details.
Je wilt graag zeker weten wat de uitkomsten zijn. Je probeert zaken minder snel uit
omdat je zekerheid wilt hebben over de uitkomst.
9
2.2.1 Ontwikkeltips
Competentieniveau 1 en 2
Thema: Analyseren
Neem de tijd om een probleem helemaal te analyseren. Dat doe je door het te verdelen in
kleinere stukken.
Probeer ingewikkelde problemen of projecten op een overzichtelijke manier te
analyseren. Schema’s of grafieken kunnen hierbij helpen.
Ben je informatie aan het verzamelen over een probleem? Zoek dan naar de oorzaken
vanuit verschillende invalshoeken door bijvoorbeeld met je team een KAIZEN te doen.
Thema: Mogelijkheden en verbeteringen zien
Door gebruik te maken van mindmaps kan je meer structuur in je werk brengen. Een
mindmap is een tekening waarin je een onderwerp uiteen zet in thema’s. Dit helpt zaken
overzichtelijk te maken.
Door je werkzaamheden kritisch te analyseren kan je plannen verbeteren en problemen
voorkomen. Moet je bijvoorbeeld een plan maken voor een project? Gebruik dan een
Steps 2 Milestones om elke stap en het effect dat je daarmee wilt bereiken zo goed
mogelijk te omschrijven.
Gebruik de weekstart om actief opzoek te gaan naar verbeteringen. Brainstorm hierover
met je team en maak verbeteringen concreet door ze SMART te formuleren.
Competentieniveau 3 en 4
Thema: Analyseren
Heb je verschillende problemen tegelijkertijd? Bedenk dan wat het grotere belang voor
jouw team is, en voor KPN. Zet de problemen op volgorde van prioriteit en los ze in deze
volgorde op.
Verdiep je in de strategie van KPN en de manier waarop KPN de doelen wilt bereiken.
Bedenk wat die strategie betekent voor:
o Jouw dagelijks werk
o Jouw afdeling
o Hoe je met klanten omgaat
o Hoe je geld verdient voor KPN
o Jouw persoonlijke ontwikkelingen
Na het analyseren van de strategie van KPN kan je een Steps 2 Milestones gebruiken om
de prioriteiten van KPN door te vertalen in jouw teamdoelen en individuele doelen.
10
Thema: Mogelijkheden en verbeteringen zien
Maak een SWOT-analyse met je collega’s of team over de manier waarop jullie werken.
Dat gaat als volgt. Bedenk met elkaar en schrijf op een vel papier wat de sterke punten
(Strengths), zwakke punten (Weaknesses), kansen (Opportunities) en bedreigingen
(Threaths) zijn en maak dan een verbeterplan.
Vraag aan een aantal collega’s die direct of indirect met jou of je team samenwerken naar
feedback over jouw manier van werken en laat je regelmatig werkcoachen. Zo krijg je
zicht op wat er goed gaat en wat er verbeterd kan worden.
Analyseer regelmatig de markt en haal informatie op bij externe partijen om zo zaken bij
KPN te verbeteren.
Thema: Overeenkomsten en gevolgen zien
Breng mogelijk toekomstige problemen in kaart en bedenk oplossingen bij elk probleem.
Maak een stakeholder analyse om je te verdiepen je in de markt, onze klanten en onze
concurrenten. Gebruik deze informatie om tijdig te anticiperen.
Herken patronen door verbanden te leggen tussen problemen die op elkaar lijken. Bedenk
wat je kan doen om een negatief patroon te doorbreken.
Bedenk wat er in de buitenwereld zou kunnen veranderen. Wat gebeurt er dan met KPN?
En op jouw afdeling?
11
2.3 Verandering
Ik begrijp, ondersteun en geef richting aan veranderingen die nodig zijn voor het succesvol
uitvoeren van onze strategie.
1 Ik werk mee aan veranderingen
Ik accepteer veranderingen
Ik voer zelf veranderingen door
2 Ik begrijp dat veranderingen nodig zijn
Ik begrijp waarom veranderingen nodig zijn en accepteer veranderingen
Ik werk constructief mee aan veranderingen die bijdragen aan de KPN strategie
Ik stel me flexibel op zodat ik makkelijk mee beweeg met veranderingen
3 Ik ondersteun veranderingen
Ik geef aan welke mogelijkheden voor verandering er zijn
Ik geef zelf het goede voorbeeld en leg uit hoe anderen kunnen bijdragen aan de verandering
Ik ondersteun anderen als die veranderingen willen doorvoeren
Ik spreek me uit als ik twijfel aan een verandering door vragen te stellen
4 Ik initieer verandering en zorg dat er draagvlak ontstaat voor de verandering
Ik initieer verandering op basis van interne en externe ontwikkelingen
Ik neem collega’s mee in de verandering en creëer draagvlak voor de verandering
Ik maak oorzaken die weerstand kunnen oproepen bespreekbaar
Ik sta open voor inbreng van anderen over de manier waarop de verandering tot stand komt,
en zorg voor een effectieve implementatie van de verandering
In de competentie ‘Verandering’ kan je je op de volgende thema’s ontwikkelen:
1. Openstaan voor verandering
2. De verandering begrijpen
3. Verandering uitleggen en omgaan met weerstand
4. Anderen betrekken en meekrijgen
Rode vlaggen
Welk gedrag laat je zien als je de competentie ‘Verandering’ niet hebt?
Je denkt vaak in onmogelijkheden, belemmeringen en beren op de weg.
Je bent niet op zoek naar verbeteringen in je werk en houd tegen beter weten in vast aan
een manier van werken.
Je veroordeelt een verandering al voordat je je hebt verdiept in de voor- en nadelen.
Je dramt verandering door op het moment dat de ander het niet eens is met de
verandering. Je gaat niet in gesprek met de ander over het nut en de noodzaak van de
verandering.
12
2.3.1 Ontwikkeltips
Competentieniveau 1 en 2
Thema: Openstaan voor verandering
Vraag je collega’s hoe zij over je denken: hoe zien ze jou reageren op veranderingen?
Vraag hen om jou te laten weten wanneer je niet flexibel bent.
Doe bij een verandering je best om te bedenken wat de goede kanten ervan zijn. Schrijf
dat voor jezelf op.
Als je een opdracht uitvoert, bekijk die dan eens van een andere kant dan je gewend bent.
Doe dit bijvoorbeeld door de opdracht voor te leggen aan collega’s.
Thema: De verandering begrijpen
Moet je een moeilijke beslissing nemen? Bedenk dan wat in de toekomst het beste is voor
KPN.
Als een collega een verandering aan jou uitlegt, blijf dan kritische vragen stellen tot je
begrijpt wat de grondoorzaken en gevolgen van de verandering zijn.
Is er een probleem dat je niet kunt oplossen zoals dat normaal gesproken gebeurt?
Overleg dan met je collega’s en analyseer de oorzaken van het probleem. Doe dit voordat
je oplossingen gaat bedenken.
Competentieniveau 3 en 4
Thema: Openstaan voor verandering
Wees alert op zaken die beter of slimmer kunnen op jouw afdeling en bespreek dit met
collega’s.
Bedenk voor jezelf wat er goed is aan een verandering. Bespreek dat met een collega.
Thema: De verandering begrijpen
Schrijf voor jezelf zo precies mogelijk op waarom je denkt dat er iets gaat veranderen en
wat de gevolgen ervan zullen zijn. Bespreek dat met een collega.
Is een verandering nodig? Vind de balans tussen verandering en behoud van zaken die
ook in de toekomst waardevol kunnen zijn. Denk hierbij altijd aan de doelen van de KPN
strategie.
Thema: Verandering uitleggen en omgaan met weerstand
Toets bij collega’s of zij de verandering goed begrijpen door vragen te stellen als: ‘Wat ga
jij doen om bij te dragen aan de verandering?’.
13
Praat eens over veranderingen met collega’s die het niet met jou eens zijn. Probeer
erachter te komen waarom zij het er niet mee eens zijn. Gebruik deze informatie om een
beeld te krijgen van de gevolgen die de verandering met zich mee brengt.
Leg duidelijk uit hoe de verandering bijdraagt aan de KPN doelen en licht de
verantwoordelijkheden van de betrokkenen toe. Geef zelf het goede voorbeeld in de
verandering.
Moet je een verandering uitleggen die iemand anders heeft bedacht? Bereid je dan goed
voor. Zorg dat je begrijpt waarom de verandering tot stand is gekomen en wat dit
betekent voor anderen. Verwerk dit in je uitleg.
Thema: Anderen betrekken en meekrijgen
Organiseer af en toe een bijeenkomst voor je team. Dat mag ook best eens een
bijeenkomst voor de gezelligheid zijn. Nodig niet alleen het vaste team uit, maar vraag
ook collega’s uit andere teams zodat je van elkaar kan leren.
Ga eens koffie drinken met een ketenpartner. Luister naar zijn/haar verhaal en bedenk
samen hoe jullie de samenwerking kunnen verbeteren.
Vertel anderen wat je aan het doen bent. Bedenk voor wie het nuttig kan zijn om te
weten wat jij doet. Praat regelmatig met deze personen.
Stimuleer collega´s om met elkaar na te denken over grondoorzaken van problemen en
oplossingen.
14
2.4 Impact
Ik bouw aan wederzijds vertrouwen en werk samen. Ik inspireer anderen, creëer draagvlak en zet mijn
netwerk in om het beste voor KPN te bereiken. Ik heb impact door excellente vakkennis.
1 Ik lever mijn bijdrage als de situatie erom vraagt
Ik voer mijn werk zelfstandig uit
Ik weet collega’s te vinden die mij verder kunnen helpen in mijn werk
Ik help als iemand mij dat vraagt
2 Ik lever mijn bijdrage gevraagd en ongevraagd
Ik bied hulp aan als dat voor mij en mijn collega’s nuttig is en laat me daarin niet belemmeren
door hiërarchische relaties
Ik deel informatie met anderen
Ik deel met anderen hoe het resultaat het beste gehaald kan worden, en sta open voor andere
mogelijkheden
3 Ik leef me in in mijn collega’s d.m.v. open vragen en empathie
Ik werk vooral in samenwerkingsverband
Ik stel open vragen en bespreek onderwerpen openlijk
Ik sta open voor de expertise en inbreng van anderen en deel mijn kennis met hen
Ik luister actief naar anderen en reageer op de zorgen en gevoelens van anderen, ook als die
hun gevoelens niet heel direct uiten
Ik kan schakelen tussen verschillende beïnvloedingsstijlen zodat de persoon met wie ik praat
zich op zijn gemak voelt
4 Ik heb impact door het beïnvloeden van interne en externe partijen
Ik weet de juiste mensen in de organisatie te vinden om dingen te realiseren
Ik ben in staat om anderen te inspireren met mijn ideeën
Ik draag bij aan de besluitvorming en betrek anderen hierbij
Ik laat anderen zien hoe mijn doelen passen bij die van hun en zoek daarmee actief
samenwerking op
Ik heb impact in het team of KPN als geheel, ook als hiervoor een andere dan mijn
voorkeursrol nodig is en stel daarbij het KPN-doel voorop
Ik investeer in een intern en extern informeel netwerk dat bijdraagt aan het bereiken van onze
doelen
In de competentie ‘Impact’ kan je je op de volgende thema’s ontwikkelen:
1. Openstaan, anticiperen en reageren op reacties van anderen
2. Samenwerken en delen van informatie op basis van wederzijds vertrouwen
3. Netwerken door te investeren in het bouwen en onderhouden van langdurige
samenwerkingsverbanden
4. Overtuigen en beïnvloeden
Rode vlaggen
Welk gedrag laat je zien als je de competentie ‘Impact’ niet hebt?
Je kunt moeite hebben om in contact te komen met je collega’s.
15
Je kunt veel met jezelf bezig zijn. Of je zegt van tevoren al waarom je niet met anderen
kunt samenwerken. Je vindt het niet belangrijk om samen te werken met je collega’s,
zodat je samen een doel kunt bereiken.
Je overtuigt anderen niet van jouw mening en bent conflict vermijdend. Ook wanneer die
situaties positief kunnen zijn voor de toekomst.
Je denkt dat iedereen evenveel weet als jij en op dezelfde manier denkt als jij.
Je besteedt weinig tijd aan het uitbreiden van je netwerk. Je maakt ook weinig gebruik
van de voordelen die een netwerk kan hebben.
2.4.1 Ontwikkeltips
Competentieniveau 1 en 2
Thema: Openstaan, anticiperen en reageren op reacties van anderen
Probeer te luisteren naar vragen van je collega’s. Kijk degene aan die jou iets vraagt en
doe niet tegelijkertijd iets anders (ook niet in een meeting of als je een collega via de
telefoon spreekt).
Laat merken dat je collega’s altijd iets aan je mogen vragen.
Geef duidelijk en eerlijk je mening wanneer anderen je iets vragen. Geef altijd een
rechtstreeks antwoord op een vraag.
Thema: Samenwerken en delen van informatie op basis van wederzijds vertrouwen
Probeer te zien wanneer anderen je hulp nodig hebben om een bepaald doel te bereiken.
Vraag of je deze collega’s kunt helpen.
Luister goed naar andere collega’s als ze jou vragen om te helpen. Kun je ze zelf niet
helpen? Bedenk dan wie wel zou kunnen helpen en stuur je collega door naar deze
persoon.
Heb je belangrijke informatie of hulpmiddelen die het werk van je collega’s gemakkelijker
kunnen maken? Laat ze dat dan weten.
Geef tijdens een vergadering aan dat je aantekeningen wilt maken en deze zult
verspreiden. Zo weet iedereen wat er besproken is.
Competentieniveau 3 en 4
Thema: Openstaan, anticiperen en reageren op reacties van anderen
Laat tijdens een gesprek zien dat je luistert en de ander serieus neemt. Begrijp je iets niet,
vraag dan door. Herhaal wat de ander zegt om te controleren of je het goed hebt
begrepen.
Toets of de ander begrijpt wat jij bedoelt door te vragen wat ze met jouw informatie gaan
doen.
16
Reageer in een gesprek op de emoties van de ander. Bijvoorbeeld wanneer de ander
bezorgd is, of als de ander het niet eens is met wat jij zegt. Benoem de emotie die je ziet
en vraag of het klopt wat jij ziet.
Denk opnieuw na over je aanpak wanneer mensen andere ideeën hebben dan jij.
Zorg dat je weet wat de behoeften zijn van de mensen met wie je vaak samenwerkt. Pas je
manier van werken zo aan dat de ander zich op zijn gemak voelt.
Thema: Samenwerken en delen van informatie op basis van wederzijds vertrouwen
Doe regelmatig een check-in om te vragen hoe het met collega’s gaat. Zo weet je welke
problemen er zijn waar jij of anderen mee te maken hebben. Misschien kun je samen ook
problemen voorkomen.
Probeer collega’s te helpen die het niet met elkaar eens zijn. Wacht niet tot iemand
anders het probleem komt oplossen. Vraag of ze het goed vinden dat jij ze daarbij helpt.
Praat met ze, probeer de oorzaken te achterhalen en zoek samen naar een oplossing.
Thema: Netwerken door te investeren in het bouwen en onderhouden van langdurige
samenwerkingsverbanden
Probeer de contacten te onderhouden die je hebt met anderen zowel binnen als buiten
het bedrijf. Bel af en toe, ga eens lunchen samen of stuur een mail.
Vraag aan anderen of ze jou in contact kunnen brengen met mensen van wie jij denkt dat
ze wat voor je kunnen betekenen.
Thema: Overtuigen en beïnvloeden
Participeer actief in discussies. Toon oprechte interesse in de ander en geef waardering
voor de argumenten. Vraag hoe zij vinden dat dingen moeten gebeuren binnen KPN.
Gebruik deze informatie om te bepalen bij wie je moet zijn als je dingen gedaan wilt
krijgen.
Analyseer hoe de verantwoordelijkheden binnen KPN zijn verdeeld en gebruik deze
informatie om te bepalen wie jij nodig hebt om dingen te realiseren. Maak een lunch- of
koffieafspraak met die personen om te kijken hoe jullie elkaar kunnen helpen.
17
2.5 Inspirerend Leidinggeven
Inspirerend leidinggeven
Vanuit de KPN-doelen geef ik richting aan mijn team. Ik zorg voor een diverse samenstelling van het team
en faciliteer de ontwikkeling van mijn teamleden. Ik behandel mensen respectvol. Ik geef het goede
voorbeeld.
1 Ik ondersteun mijn team in het realiseren van doelen
Ik vertaal samen met mijn teamleden de doelen naar resultaatafspraken
Op basis van talenten bespreek ik welke bijdrage iedereen in het team kan leveren. Ik bewaak
de voortgang van het werk
2 Ik geef richting aan mijn team
Ik leg uit wat we met elkaar willen realiseren, bespreek samen de doelen, en faciliteer
teamleden in het stellen van persoonlijke doelen
Ik neem mijn team mee in de gewenste richting door zelf het goede voorbeeld te geven. Ik
zorg dat mijn team weet wat de achterliggende gedachten zijn van de doelen en bijhorende
resultaten
Ik bespreek samen met al mijn teamleden hoe zij hun talenten kunnen inzetten of
ontwikkelen om bij te dragen aan het halen van onze doelen, en ik vraag hoe ik hen daarin
kan ondersteunen
3 Ik sta open voor de inbreng uit mijn team
Ik sta open voor de inbreng en mening van anderen bij het nemen van beslissingen en
bedenken van plannen
Ik bespreek de persoonlijke ontwikkeling regelmatig met mijn teamleden door in een open
gesprek de voortgang van de resultaat- en ontwikkelafspraken te evalueren
Ik geef en vraag feedback
Ik beschik over verschillende leiderschapsstijlen en zet deze in als de situatie daar om vraagt
4 Ik inspireer mijn team
Ik stimuleer mijn team om samen plannen te ontwikkelen en werk samen met mijn team aan
het oplossen van problemen
Ik zoek passende uitdagingen voor mijn teamleden en stimuleer hen om grenzen te verleggen
Ik geef mijn teamleden verantwoordelijkheid voor gemaakte afspraken en laat mijn
waardering blijken aan de mensen die bijdragen aan de doelen van het team en hun eigen
ontwikkeling
In de competentie ‘Inspirerend Leidinggeven’ kan je je op de volgende thema’s ontwikkelen:
1. Leidinggeven aan mensen
2. Ontwikkeling stimuleren en het juiste team samenstellen
3. De emoties en belangen van anderen begrijpen
Rode vlaggen
Welk gedrag laat je zien als je de competentie ‘Inspirerend leidinggeven’ niet hebt?
Je neemt geen verantwoordelijkheid voor de resultaten van het team, of je geeft anderen
de schuld als je een doel niet haalt.
18
Je laat toe dat teamleden niet willen samenwerken. Je praat niet met de teamleden als ze
iets niet willen. Of als ze onderling ruzie hebben.
Je denkt niet mee als teamleden vragen hebben. Je laat je teamleden zelf hun problemen
oplossen.
Je luistert niet naar de inbreng van teamleden en drukt graag je eigen mening door
zonder alternatieven te overwegen.
Je neemt geen beslissingen, waardoor je teamleden niet weten welke richting het team
op moet gaan.
2.5.1 Ontwikkeltips
Competentieniveau 1 en 2
Thema: Leidinggeven aan mensen
Bespreek duidelijk met een teamlid wat hij/zij moet doen om bij te dragen aan het succes
van de afdeling of van het team.
Bespreek duidelijk wat de doelen zijn voor het team. Leg uit hoe deze relateren aan de
doelen van KPN en wat het team kan doen om de doelen te bereiken. Toets of iedereen je
begrijpt door te vragen te stellen als: ‘Wat ga jij doen om bij te dragen aan de doelen?’.
Zoek naar manieren om jouw leiderschap te verbeteren door in gesprek te gaan met
andere managers over hun manier van leidinggeven.
Thema: Ontwikkeling stimuleren en het juiste team samenstellen
Formuleer duidelijke en haalbare doelen met je team.
Benut talent optimaal door teamleden in te zetten op de kwaliteiten die zij hebben.
Bespreek regelmatig de persoonlijke ontwikkeling met je teamleden, en relateer dit aan
de KPN doelen.
Competentieniveau 3 en 4
Thema: Leidinggeven aan mensen
Ken verantwoordelijkheden aan teamleden toe door duidelijke resultaatafspraken te
maken. Plan evaluatiegesprekken en prestatiecoaching om de kwaliteit en voortgang te
bewaken. Stuur met elkaar in de weekstart op de voortgang van het werk.
Zie je dat teamleden bepaalde dingen in hun werk niet goed doen? Maak dit dan
bespreekbaar. Ga eens werkcoachen en vertel zo concreet mogelijk wat je constateert,
luister naar het verhaal van de ander en zoek samen naar een oplossing. Leg samen vast
hoe je dat gaat doen.
Vind een balans tussen verantwoordelijkheid geven en de juiste richting te bewaken.
Thema: Ontwikkeling stimuleren en het juiste team samenstellen
19
Toon waardering voor het werk dat je team doet en vier de successen met elkaar.
Bedenk op welke talenten je teamleden zich kunnen ontwikkelen en faciliteer ze hierin.
Zorg voor een diverse teamsamenstelling zodat je team beschikt over zo veel mogelijk
(verschillende) kwaliteiten en talenten.
Geef het goede voorbeeld door aan je teamleden feedback te vragen over jouw manier
van leidinggeven en pas waar nodig je stijl van leidinggeven aan.
Wissel ervaringen met collega’s uit over teams samenstellen en ontwikkelen.
Benoem de zaken die ervoor zorgen dat je team niet optimaal functioneert. Bespreek dit
met iedereen die betrokken is en zoek samen naar een oplossing.
Thema: De emoties en belangen van anderen begrijpen
Werk aan een sterke basis voor je team. Zorg dat je weet wat je teamleden bezighoudt en
werk aan onderling vertrouwen. Geef en vraag feedback aan je teamleden.
Luister als een teamlid praat over zijn gevoelens. Onthoud wat hij/zij heeft gezegd en
vraag later hoe het gaat.
Laat teamleden uitpraten. Vraag door als je niet zeker weet wat de ander bedoelt.
Let op emoties in verbale en non-verbale signalen. Benoem deze emoties duidelijk en
respectvol.
Geef duidelijk aandacht aan teamleden op voor hen belangrijke momenten. Denk aan
problemen die een teamlid thuis kan hebben. Denk aan spannende momenten. En denk
aan weerstanden. Wees alert in dit soort situaties. Verplaats je in de situatie van de ander.
20
3 Competentieniveaus per functiesoort
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
prioriteit 1 2 2 2 3 3 3
inspirerend leidinggeven 3
impact 2 2 2 2 3 3 3
doelgericht 2 2 2 3 3 3 4
verandering 2 2 2 2 2 3 3
IIP prioriteit 1 1 1 2 2 2 3
inspirerend leidinggeven
impact 1 1 1 1 2 2 2 2 3
doelgericht 1 1 1 1 2 2 2 3 3
verandering 1 1 1 1 2 2 2 2 2
IPI prioriteit 2 2 3 3 4
inspirerend leidinggeven 3
impact 2 2 3 3 3
doelgericht 2 3 3 3 3
verandering 2 2 2 3 3
IPP prioriteit 1 1 1 2 2 2 3 3 3
inspirerend leidinggeven 3
impact 1 1 2 2 2 2 3 3 3
doelgericht 1 1 2 2 2 3 3 3 4
verandering 1 1 2 2 2 2 2 3 3
Consultancy
Administratie
Competenties
Informatie-
analyseIII
Functiesoort
Kwaliteit/Audit
Functieniveau
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
21
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
ISI prioriteit 1 2 2 2 3 3 3
inspirerend leidinggeven 3
impact 2 2 2 3 3 3 4
doelgericht 2 2 2 2 3 3 3
verandering 2 2 2 2 2 3 3
PII prioriteit 3 3 3
inspirerend leidinggeven 3
impact 3 3 3
doelgericht 3 3 4
verandering 2 3 3
PIP prioriteit 1 1 1 2 2 2 3 3
inspirerend leidinggeven
impact 1 1 1 1 2 2 2 2 3 3
doelgericht 1 1 1 1 2 2 2 3 3 3
verandering 1 1 1 1 2 2 2 2 2 3
PPI-A prioriteit 1 1 1 1 2
inspirerend leidinggeven
impact 1 1 1 2 2
doelgericht 1 1 1 2 2
verandering 1 1 1 2 2
PPI-B Techniek prioriteit 1 1 1 1 1 2 2 2 3 3
inspirerend leidinggeven
impact 1 1 1 1 2 2 2 2 3 3
doelgericht 1 1 1 1 2 2 2 3 3 3
verandering 1 1 1 1 2 2 2 2 2 3
CompetentiesFunctiesoort
Proces/
Keteninrichting
en -besturing
Business Control
Logistiek/
Planning
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
Techniek/
Installatie
Functieniveau
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
22
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
PPP prioriteit 1 1 2 2 2 3 3
inspirerend leidinggeven
impact 1 2 2 2 2 3 3
doelgericht 1 2 2 2 3 3 3
verandering 1 2 2 2 2 2 3
PSI-A Verkoop prioriteit 1 1 1 1 2 2 2 2 2 3
inspirerend leidinggeven 3
impact 1 1 1 2 2 2 3 3 3 3
doelgericht 1 1 1 2 2 2 3 3 3 4
verandering 1 1 1 2 2 2 2 2 3 3
PSI-B prioriteit 2 3 3 3
inspirerend leidinggeven 3
impact 3 3 3 3
doelgericht 2 3 3 4
verandering 2 2 3 3
PSI-C prioriteit 1 1 1 2 2 2 3 3
inspirerend leidinggeven
impact 1 1 2 2 2 3 3 3
doelgericht 1 1 2 2 2 2 3 3
verandering 1 1 2 2 2 2 2 3
PSI-D prioriteit 2 2 2 3 3 3
inspirerend leidinggeven 3
impact 2 2 3 3 3 4
doelgericht 2 2 2 3 3 3
verandering 2 2 2 2 3 3
CompetentiesFunctiesoort
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
Technisch
Beheer
Commercieel
Productmanage
ment
Klantenservice
Inkoop
Functieniveau
23
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
PSP-A prioriteit 1 1 1 1 2
inspirerend leidinggeven
impact 1 1 2 2 2
doelgericht 1 1 1 2 2
verandering 1 1 1 2 2
PSP-B prioriteit 1 2 2 2 3 3
inspirerend leidinggeven
impact 2 2 2 3 3 3
doelgericht 2 2 2 2 3 3
verandering 2 2 2 2 2 3
PSS prioriteit 2 2 2 2 2 3
inspirerend leidinggeven 2 2 3 3 3
impact 2 2 3 3 3 3
doelgericht 2 2 3 3 3 4
verandering 2 2 2 2 3 3
SII-A prioriteit 1 1 1 2
inspirerend leidinggeven
impact 1 1 1 2 2 2
doelgericht 1 1 1 1 2 2
verandering 1 1 1 1 2 2
SII-B prioriteit 2 2 3 3 3
inspirerend leidinggeven 3
impact 2 3 3 3 4
doelgericht 2 2 3 3 3
verandering 2 2 2 3 3
CompetentiesFunctiesoort
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
EenvoudOrder-
behandeling
Dienstenbeheer
Projectleiding
Ondersteuning
Advisering
Functieniveau
24
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
SIP prioriteit 1 1 1
inspirerend leidinggeven
impact 1 2 2
doelgericht 1 1 2
verandering 1 1 2
SPI-A prioriteit 3 3
inspirerend leidinggeven 3
impact 3 4
doelgericht 3 3
verandering 3 3
SPI-B prioriteit 3 3 3
inspirerend leidinggeven 3
impact 3 3 4
doelgericht 3 3 3
verandering 2 3 3
SPP prioriteit 2 3 3 3
inspirerend leidinggeven 3
impact 3 3 3 3
doelgericht 3 3 3 3
verandering 2 2 3 3
SPS prioriteit 2 2 3 3 3
inspirerend leidinggeven 2 2 3 3 4
impact 2 3 3 3 3
doelgericht 3 3 3 4 4
verandering 2 3 3 3 3
CompetentiesFunctiesoort
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
Werk-
voorbereiding/
Planning
Strategie
Architectuur
Marketing
Vakinhoudelijk
Management
Functieniveau
25
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
SSP prioriteit 1 1 2
inspirerend leidinggeven
impact 1 2 2
doelgericht 2 2 2
verandering 1 2 2
SSS prioriteit 1 2 2 2 3 3 3
inspirerend leidinggeven 1 2 2 2 3 3 4
impact 2 2 2 3 3 3 3
doelgericht 2 2 3 3 3 4 4
verandering 2 2 2 3 3 3 3
Algemeen
Management
CompetentiesFunctiesoort
Klant
Samen
Eenvoud
Klant
Samen
Eenvoud
Toezicht/
Coördinatie
Functieniveau