Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

48
Babette van Faassen Stage onderzoek Dok architecten - HvA

description

Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

Transcript of Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

Page 1: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

Babette van FaassenStage onderzoek

Dok architecten - HvA

Page 2: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

2Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Page 3: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

3

Onderzoek

Page 4: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

4

Hoofdvraag:Welke architectonische maatregelen kunnen getroffen worden om een aangenaam ‘fysieke leeromgeving’ op basisscholen te creëren?

Page 5: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

5Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Dok architecten hebben in het verleden vele scholen gebouwd. Zowel basis als middelbare scholen. Ze staan bekend om een fijne leeromgeving die op deze scholen ontstaat dankzij het ontwerp.

Nu hebben we op het HvA op z’n zachts gezegd een vreselijk klimaat. De scholen waar ik voor het HvA op heb gezeten waren ook treurig, tot hoofdpijn aan toe.

Ik vind dit onacceptabel en ben erg nieuwsgierig hoe dok dit aanpakt. Dit ga ik onderzoeken door te kijken naar welke architectonische factoren invloed hebben op niet alleen het lucht klimaat, maar ook de mate waarin de ruimte beleving het ‘ leerklimaat ‘ beïnvloed.

Deelvragen:

• Hoe wordt een sfeer in een leeromgeving door architectonische aspecten beïnvloed?

• Welke scholen trends hebben zich sinds begin van de 19e eeuw ontwikkeld?

• Wat is de scholen trend nu?

• Welke architectonische gebreken ervaren leerlingen en leraren in de huidige gebouwen?

Page 6: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

6

Definitie leeromgeving &Plan van aanpak

Page 7: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

7Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Een fysieke leeromgeving is de materiële aankleding en inrichting van de ruimte waar het leren plaats moet vinden. Op basisscholen vormt het klaslokaal met al zijn (materiële) elementen de fysieke leeromgeving.

De leeromgeving is in twee categorieën onder te delen:

Binnenmilieu (Bouwtechnisch)• Geluid• Licht inval• Temperatuur• Luchtkwaliteit

Sfeer (Architectonisch):• Licht• Kleur• Ordening

Verkeersrouten• Programma

Alle bovenstaande aspecten zijn van belang en staan in relatie met elkaar. Zo kan een ruimte mooi en fijn zijn, met een geweldige docent. Als de bouwtechnische eisen onder de maat zijn zit de klas en de docent met hoofdpijn en concentratie problemen.

Andersom geldt het zelfde. Al heeft een klas een optimaal binnenklimaat, maar is het verder sfeerloos dan zullen de leerlingen niet optimaal presteren. Aldus Veenman en Sleegers (1995)

in het boek ‘Laat je zintuigen niet beperken, 2002’ “In een vrolijk, fleurig klaslokaal zijn de leerlingen geneigd zich langdurig met een taak bezig te houden” ... “De leerlingen voelen zich in een lelijke, sfeerloze, onplezierige omgeving ontevredener en vermoeider, en willen als het even kan de ruimte verlaten.’”

In dit onder zoek wordt alleen gekeken naar de Architectonische aspecten, die de sfeer bepalen. We gaan er van uit de het binnenmilieu optimaal is. Ondanks dat er met architectuur ook bouwtechnische oplossingen zijn, wordt in dit onderzoek de focus enkel op de architectonische aspecten gelegd.

Elk van deze genoemde architectonische aspecten die invloed hebben op het leerproces worden kort geïntroduceerd.

Vervolgens wordt er gekeken hoe van af begin 19e eeuw tot nu trends onder basisscholen zich hebben ontwikkeld. Dit doen we door de genoemde architectonische aspecten te analyseren en in beeld te brengen.

Na dat dit in kaart is gebracht volgen een aantal interviews met docenten en kinderen uit het lagere onderwijs. Hierin mogen zij reageren op het onderzoek zo ver en hun mening geven over de huidige situatie op de basisscholen waar de docenten lesgeven. De kinderen wordt gevraagd hun ‘droom schoollokaal’ te tekenen. De kinderen die hier voor zijn

Page 8: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

8Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

uitgekozen gaan zelf binnenkort verhuizen naar een nieuwe school en zijn daarom al meer in contact gekomen met dit onderwerp dan anderen kinderen. Hoe gaat hun nieuwe klaslokaal er uitzien?

Daarop volgend wordt er gekeken hoe de huidige situatie op scholen verbeterd kan worden met de kennis van het verloop van de scholen trends in de afgelopen eeuw.

Planning

Producten Plan van aanpakIntroductie onderzoekspuntenScholen analyseren 1900 - 1920Scholen analyseren 1920 - 1940Scholen analyseren 1940 - 1960Scholen analyseren 1960 - 1980Scholen analyseren 1980 - 2000Scholen analyseren 2000 - hedenScholen van Dok analyserenScholen van dok vergelijken met andere actuele scholenConclusie scholentrendsInterview met bs docentenInterview verwerkenHoofdvraag beantwoorden

week 49 week 50 week 51 week 52 vrij week 1 week 2 week 3

Page 9: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

9Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Page 10: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

10

Hoe wordt een sfeer in een leeromgeving door architectonische aspecten beïnvloed?

Page 11: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

11Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Zoals eerder besproken wordt er in dit onderzoek specifiek gekeken naar de sfeer die door architectonische aspecten wordt bepaald. Dit zijn:• Licht• Kleur• Ordening

• Verkeersrouten• Programma

LichtDit is een punt dat tussen sfeer en binnenklimaat in hangt. Het hoort onder beiden koppen thuis. In dit onderzoek wordt alleen gekeken naar de relatie tussen licht en architectuur om de sfeer in een klaslokaal te bepalen.Het juiste licht op de juiste plaats is essentieel voor de werkzaamheden die in een ruimte worden uitgevoerd. De eigenschappen van de verlichting zijn van doorslaggevend belang voor ons welbevinden, welzijn en werk. Licht of juist het gebrek aan licht kan ons een opgeruimd of deprimerend gevoel geven stimuleren of vermoeiend werken. Maar licht gebruiken we niet alleen maar om te zien Licht draagt ook bij aan een wakker en helder gevoel. (Laat je zintuigen niet beperken, 2002) Er zijn diverse lichtsoorten: daglicht, kunstlicht (tl-licht, LED-licht, etc.)Daglicht is vaak de voornaamste lichtbron in klaslokalen, de grote van de ramen, de oriëntatie op het zuiden, de inrichting van de klas t.o.v. de gevelopeningen.

KleurHet gebruik van kleur speelt een belangrijke rol bij de vormgeving van de leeromgeving. Uit een Zweeds psychologisch onderzoek (Laike, 1997), is gebleken dat de fysieke leeromgeving van grote invloed is op het gedrag en gevoelsleven van kinderen. Een omgeving waar eenheid en orde heerst, is van groot belang voor de manier waarop (vooral) kinderen zich gedragen. Kleuren hebben vooral invloed op leerlingen met concentratieproblemen en drukke leerlingen. Zij worden bij verkeerd kleurgebruik nog actiever. (Bepaalde kleuren, zoals rood, hebben een stressverhogend effect, terwijl blauw rustgevender werkt). Zachte kleuren verdienen over het algemeen de voorkeur boven felle kleuren. (onderzoek van Laike, 1997)

OrdeningOrdening in een klaslokaal is enerzijds het programma, de kinderen moeten weten wat waar staat. En waar weer opgeborgen moet worden. Anderzijds de verkeersrouten. Hoe bewegen kinderen zich door het programma? Ordening heeft invloed op het algemene leergedrag zoals doelgericht, geconcentreerd en taakgericht bezig zijn. Een duidelijke ordening zorgt voor rust en overzicht. Niet alleen in de klas op zichzelf, maar ook van de klas t.o.v. de rest van het school bouw valt onder ordening.

Page 12: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

12

Welke scholen trends hebben zich vanaf het begin van de 19e eeuw tot nu ontwikkeld?

Page 13: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

13Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Page 14: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

14Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Licht

Programma

Page 15: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

15Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

1818 Model School, architect onbekend

De basis voor Nederlandse scholen wordt in 1801-1850 gelegd. Het werd toen mogelijk om speciaal voor het (lager) onderwijs eenvoudige gebouwen op te richten. Veelal is dit slechts één ruimte, dus geen gangen die naar lokalen ontsluiten.

ProgrammaDe hele school in één ruimte. Op deze tekeningen is deze model school te zien. Deze is verdeeld in drie klassen. Alle leerlingen zitten met het gezicht naar de onderwijzer voor de blinde werkmuur, waaraan de schoolborden bevestigd zijn. De plaatsing van de klassen maakte een permanent toezicht mogelijk. Er kan aan een klas onderwijs gegeven worden zonder dat dit voor de andere leerlingen al te storend is.

Verkeersrouten

LichtVan vier zijden valt het licht naar binnen. De wand waar het school bord aan hangt heeft dus ook gevelopeningen. Echter zitten deze wel hoog, zodat de kinderen niet afgeleid worden. En zich kunnen concentreren.

VerkeersrouteVia de hoofd entree is een duidelijke hoofdas gericht op de docent. Zo heeft de docent overzicht wie het lokaal binnen komen en verlaten. Doordat de school banken haaks op de hoofdas staan ontstaat er een helder lineair grit.

Page 16: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

16Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Verkeersrouten

Licht

Programma

Page 17: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

17Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

1845 Dorpsschool met onderwijzerswoning door J.V. Lankelma

Deze prijswinnende dorpsschool uit 1845 is een uitwerking van de modelschool uit 1818 met een onderwijzers woning. De school stond ver van de dagelijkse scholenbouw praktijk. Het monotone eenvoudige uiterlijk van een ‘schoolhuis’ word hier langzaam doorbroken.

ProgrammaDe ruimtelijke organisatie is vrij eenvoudig te noemen. Wat opvalt is de monumentaliteit van de ingangspartij en de perfecte symmetrie in de plattegrond. Hier is nog steeds één ruimte te zien waar meerdere klassen tegelijkertijd les krijgen. Alle schoolbanken zijn naar de onderwijzer gericht, waardoor er geen onderlinge interactie is tussen de leerlingen, maar een passieve houding waarbij de leerlingen alleen maar informatie moeten opnemen die de onderwijzer geeft.

LichtDrie wanden hebben gevelopeningen direct naar buiten. De gesloten wand is de werkmuur. Alle schoolbanken zijn op deze werkmuur gericht waar de onderwijzer klassikaal onderwijs geeft. Er komt echter wel minder natuurlijk licht binnen door het overkapte buitenterrein rondom. Dit maakt ook dat er minder contact is met de buitenwereld en de kinderen wellicht mindersnel zijn afgeleid. Later zou dit niet goed gekeurd worden. Er kwam een eis dat alle licht belemmeringen rond om een school gebouw zoals bomen vermeden moesten worden. Want te kort aan licht in klaslokalen zou de oorzaak zijn van bijziendheid.

VerkeersrouteWeer zien wij hier een duidelijke as recht van uit de hoofd entree. Dit gangpad vorm gelijk ook de enigste scheiding tussen de verschillende klassen.

Page 18: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

18Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

VerkeersroutenLicht

Programma

Page 19: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

19Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

1900 Comissie SalverdaLicht, lucht en ruimte

De scholenbouw heeft al 100jaar van ontwikkelingen op zitten. Van schoolhuis naar schoolgebouw. Centraal voor scholen komen licht, lucht en ruimte te staan. Deze worden vastgelegd in het bouwbesluit met regels voor gevelopening per lokaal, maximaal aantal leerlingen en tal van andere maten. Deze drie termen waren nodig om hygiënische en praktische redenen.

ProgrammaHet programma van de school als geheel is rond 1900 veranderd in een gang waar alle lokalen aan liggen. Elke klas heeft zijn eigen klaslokaal. Over de juiste afmetingen van schoolbanken is altijd een discussie geweest. Wel was het duidelijk dat de leerlingen niet op elkaar gepropt mochten zitten. Zo werden ziektes minder snel verspreid. Nog een voordeel is dat het concentratie vermogen om hoog

gaat. Leerlingen worden niet door elkaar afgeleid. Daarnaast voelen de leerlingen zich belangrijker als een individu, ze hebben hun eigen tafeltje, waar hun spulletjes liggen.

LichtDe kozijnen bevinden zich altijd aan de linkerkant van de leerling. Zodat als deze schrijft met rechts er voldoende licht op het papier valt van links.

VerkeersrouteNog steeds lopen de verkeersrouten er een haaks op elkaar. Een verandering is dat er niet meer een duidelijke hoofd as is van entree tot docent. Wel ligt haaks op de werkmuur nog een brede as. Maar er is rond om de schoolbanken ook ruimte gecreëerd voor nieuwe verkeersrouten. De leerlingen kunnen direct uit hun bank een route kiezen om zich door het lokaal te verplaatsen. Zonder dat zij hiervoor andere leerlingen hierbij storen.

Page 20: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

20Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Programma Licht

Verkeersroute

Page 21: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

21Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

1930 Openluchtschool AmsterdamJ. Duiker

Hoewel het grootste deel van de scholenbouw van 1900 tot 1940 leek op de vorige behandelde school, ontstonden er in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw nieuwe gedachten over onderwijzen. Om deze nieuwe methoden toe te passen werden er ander eisen gesteld aan klaslokalen. Een bijzonder gebouw uit deze tijd is de openluchtschool. Het ontwerp is voornamelijk uit hygiënisch oogpunt benaderd. In tegenstelling tot de andere scholen die meer naar het onderwijzen ontworpen waren.

ProgrammaEr is nog steeds een opstelling te zien van rijen schoolbanken gericht op de onderwijzer. Alleen liggen deze rijen uitgewaaierd om

de onderwijzer heen. Zo ligt de focus op de werkmuur en niet naar buiten, waar de afleiding is.

LichtWat deze school zo bijzonder maakt is de grote hoeveelheid ligt dat de lokalen binnen komt. Maar liefst vier van de vijf wanden zijn bijna volledig van glas. Alleen de werkmuur is weer een gesloten muur.

VerkeersrouteDe strenge opstelling van rijen lijkt hier veel zachter, omdat ze uitwaaieren. Van af de entree kunnen de leerlingen snel naar het pad waar hun schoolbank aan staat. Er is geen hoofdas meer, maar een centraal punt, en daar zit dan ook de docent.

Page 22: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

22Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Page 23: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

23Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Losse klasseverbandPh. J. Kohnstamm 1925, 1960-heden

In 1925 kwam Kohnstamm met een nieuwe les theorie. De klas blijft gehandhaafd, maar met andere werkvormen. Waardoor leerlingen een actievere houding krijgen. En zich als individu en als groep meer betrokken voelen. Het was echter pas na de WOII in de jaren 60 en 70 dat deze manier van onderwijzen in praktijk werd toegepast.

ProgrammaMeerdere programma’s binnen het klaslokaal moeten mogelijk zijn. Een grote flexibiliteit is gewenst. Hiervoor komt een aanpassing in het meubilair. De school banken maken plaats voor losse tafels en stoelen. Deze bieden de mogelijkheid om verschillende opstellingen te

maken. Een werkmuur met een schoolbord blijft bestaan. Alleen de plek waar de docent zit staat vast.

LichtKunst licht is hier de hoofdlichtvoorziening in de klaslokalen. Kinderen moeten goed het bord en hun werkjes kunnen zien. Natuurlijk licht wordt bijna vergeten.

VerkeersrouteNu de opstelling niet meer vast ligt, liggen de verkeersrouten ook niet meer vast. De harde strenge looplijnen verdwijnen. Zij maken plaats voor een grote flexibiliteit in het programma en de lesmethoden. Kinderen kunnen hun eigen weg kiezen naar hun tafeltje.

Page 24: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

24Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Losse klasseverband theoriePh J. Kohnstamm

Crisis jaren 30Leerplicht Bezuinigingen op het O.W.

1800 1900 2000

Grote schoolbanken, Passief onderwijs, één ruimte Gangscholen, apparte lokalen via een gang ontslotenLicht, lucht, Ruimte Losse klasseverbandExperimenten Digitaal O.W.met scholen

<1800

1850

1830 grote klassen

1940

1952

1970

Page 25: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

25Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Tijdlijn

Als we de genoemde trends uitzetten op een tijdslijn, zien we dat er twee belangrijke ontwikkelingen zijn geweest. Het schoolgebouw dat van één gezamenlijke ruimte naar een gebouw gaat van verschillende klaslokalen die via een gang worden ontsloten. Wat ook een bijdrage had aan de opkomende vraag naar hygiëne.

Van af 1800 tot 1930 werden er grote budgeten vrijgemaakt voor het optimaliseren van schoolgebouwen. Er was ruimte voor onderzoek en begin van de 20ste eeuw zelfs

voor experimenten zoals de Openluchtscholen. Helaas deed de crisis in 1930 deze ‘luxe’ de das om. Dat is jammer, er is in de tijd van experimenten veel ontdekt. Waar zouden we zijn geweest als er niet zo hard op het onderwijs bezuinigd was?Ook de theorie van Ph. J. Kohnstamm is in deze periode (1925) ontwikkeld. Opvallend is dat deze pas na de WOII in de praktijk is toegepast. We hebben nu dus nog steeds baat bij de experimenten en theorieën die inmiddels 100 jaar geleden zijn gemaakt.

Page 26: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

26

Wat is de scholentrend nu anno 2013?

Page 27: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

27Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Het klassenverband van Ph, J Kohnstamm voert nog steeds de boventoon in het lagere onderwijs. Deze is gericht op een lesmethode die op drie punten gebaseerd is:

Relatie: Ik hoor er bijCompetentie: Ik kan hetAutonomie: Ik kan het zelf

Aan de hand van deze punten kunnen veel ontwerpbeslissingen worden teruggeleid. Hier gaat het dan vooral om het interieur.

RelatieEen intiemere band met de leraar en andere kinderen zorgt dat een kind zich op zijn gemak voelt. De barrière tussen kind en leraar moet daarom minimaal zijn. De duidelijke hiërarchie die 100 jaar geleden de boventoon voerde is verdwenen. De leraar zit bij voorbeeld met een bureau haaks op de klas, zo is de leraar

al toegankelijker. Een afgeschermd deel van de klas, waar kinderen zich alleen of samen kunnen terug trekken is bevorderend voor de relatie tussen kinderen onderling. In de theorie van Kohnstamm wordt groepswerk gestimuleerd, om de relatie tussen kinderen en de communicatie vaardigheden te verbeteren.

CompetentieDe werkjes van kinderen hangen in de klas, ze zijn hier trots op. Ze hebben het zelf gemaakt. Door dit op te hangen worden de kinderen er aan herinnerd dat ze het zelf kunnen en gestimuleerd op meer zelf te doen.

AutonomieKinderen er toe zetten zelf iets te willen, zelf initiatief te nemen. Door meer mogelijkheden te creëren voor de kinderen om initiatief te nemen, is de drempel lager om dit ook daadwerkelijk te doen. Kasten, waar kinderen zelf hun schriftjes en boeken kunnen pakken en opbergen. Les- en speelmaterialen die ze zelf gemakkelijk kunnen en mogen pakken, maakt het bijna vanzelfsprekend dat ze zelf initiatief nemen.Deze genoemde punten kunnen ook weer terug geleid worden naar het schema van programma, licht en verkeersrouten. We kijken hiervoor naar de huidige situatie in groep drie op de openbare basisschool Ru Pare in Amsterdam.

Page 28: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

28Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Deze groep heeft het geluk om twee lokalen te mogen gebruiken. Beide ontsloten via een gang. In het linker lokaal komt iedereen binnen, hier wordt les gegeven en staan ieder zijn tafeltje waar aan gewerkt wordt. In het lokaal daar rechts van is ruimte voor een speelhoek, computertafel en is er ruimte voor de juf om na te kijken of met kinderen apart te zitten.

ProgrammaGroepjes van vier leerlingen zijn door de ruimte verspreid in een lineaire opstelling. Er is een groepstafel waar al het gemaakte werk wordt ingeleverd. De juf heeft een klein tafeltje met een computer en zit haaks op de klas. Rond het digibord is een lege ruimte, die vooral als verkeersruimte wordt benuttigd. Zodat het digibord makkelijk te bereiken is voor de kinderen en de juf. Langs de wand aan de gang zijn kasten geplaatst. De kinderen kunnen hier zelf hun schriften, boeken, knutselspullen en speelgoed opruimen en pakken.

LichtTl-buizen leveren hier het benodigde ligt. Een onderbreking is bij het digibord. Zodat deze goed te zien is. Licht van buiten af speelt nauwelijks een rol.

VerkeersroutenIn de linker klas zijn de paden waar je kunt lopen helder. Extra ruimte is rond het digibord.

Om in de speelhoek te komen, moeten de kinderen om een kast heen lopen. Dit maakt de speelhoek intiemer en creëert in de verbeelding een grotere afstand tot de rest van de lokalen dan in werkelijkheid.

Rechter klaslokaal

Linker klaslokaal

Page 29: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

29Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Kast tegen gangmuur

Page 30: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

30

Welke architectonische gebrekenervaren leerlingen en leraren in dehuidige gebouwen?

Page 31: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

31Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

De lokalen worden gebruikt door leerlingen en leraren. Zij kunnen als geen ander vertellen waar behoefte aan is. Uit een interview met de jonge juf Maaike Jasper van de Oranje Nassauschool in Badhoevedorp en met zes kinderen (8 -12jaar) van de OBS Ru Pare in Amsterdam zijn opvallende aandachtspunten naar voren gekomen die geplaatst kunnen worden onder de drie hoofd onderwerpen: programma, licht en verkeersrouten.

ProgrammaHet digibord staat centraal, voor zowel de kinderen als voor de docenten. De tafeltjes van de leerlingen staan voor het digibord, eventueel in groepjes. Een chil/lees/rust hoek staat ook hoog boven aan het lijstje. Een intieme veilige plek, waar de relatie tussen de kinderen versterkt en ze even helemaal in hun eigenwereld kunnen weg zinken.Een ander probleem is de computers. Die staan nu vaak achteraf in een hoekje en nemen veel plek in. Daarom staan ze vaak buiten het lokaal of in een hoek, waar de docent geen toezicht heeft.Daarnaast is er een behoefte aan een buitenruimte die direct van uit het lokaal bereikbaar is. De klaslokalen zijn nu vaak slechts met een kiepraampje verbonden met buiten.

LichtJuf Maaike Jasper was er van overtuigt dat de schelle tl-buizen de boosdoeners zijn van hoofdpijn. ‘De kinderen reageren op het licht. Dat merk je op een zonnige dag, dat we veel buiten zijn. De kinderen zijn dan veel vrolijker en zitten vol energie. Het felle licht van de tl-buizen maakt de kinderen druk, op een vervelende manier. Ik denk dat met zacht, warm licht de kinderen ook rustiger worden.’ Dit beaamt de gedachten dat een rustige warme omgeving kinderen op hun gemak stelt. En dat licht hier een grote rol inspeelt, waar bijzonder weinig aandacht aan wordt besteed.Van uit de kinderen kwam ook een duidelijke reactie op het licht: saai en ongezellig.

VerkeersroutenDe juf en kinderen vinden het onhandig dat de wc’s zo ver van het lokaal zijn. De juf kan niet goed toezicht houden en de kinderen voelen vinden het onhandig dat ze eerst over een lange gang moeten, die ook weer vol afleiding zit. Vaak wordt de route naar een chil-hoek vaak geïmproviseerd door de docent met kasten en gordijntjes. Een onhandige, niet overzichtelijke hoek ontstaat hierdoor, die vaak ook het evenwicht in de rest van de klassen indeling verstoord.

Page 32: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

32

Hoofdvraag:Welke architectonische maatregelen kunnen getroffen worden om een aangenaam ‘fysieke leeromgeving’ op basisscholen te creëren?

Page 33: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

33Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

De kinderen van de OBS Ru Pare in Amsterdam zaten bom vol met ideeën. Het ene idee wat realistischer dan de andere. De kinderen hebben voor dit onderzoek hun droom klaslokaal getekend, deze zijn op de volgende pagina’s te zien.De kinderen hebben ook kennis gemaakt met beelden van scholen aan het begin van de 20ste eeuw. Veel gezelliger was vaak de reactie. In plaats van alleen maar nieuwe ontwerpen te maken, is het geen slecht idee om naar het verleden te kijken.

ProgrammaVeel vraag binnen het lokaal naar:Chil hoekDigi hoekToiletteTegenwoordig zijn er veel meer functies in een lokaal dan 100 jaar geleden. Wat wordt er gedaan met deze functies? Die worden gescheiden. De toiletten komen apart buiten het lokaal, ook de computers. Een Chil hoek wordt vaak door de docent zelf geïmproviseerd met kasten.

Deze functies zijn afleidend voor de klas als ze zich moeten concentreren. Wanneer de kinderen klassikaal les hebben staat het digibord centraal.

De volgende schets illustreert een mogelijkheid hoe de nieuwe functies in een strook in het zicht en binnen de klas geplaatst kunnen

worden. En hoe deze worden afgeschermd voor klassikale lessen door het digibord dat verticaal beweegt. Hier voor is een lokaal met hoog plafond nodig.

Verder is te zien dat kinderen graag als individu worden gezien, en zich ook willen neerzetten als individuele leerling, maar ook als gezamenlijke klas. Hier komen de drie basisregels (relatie, competentie en autonomie) voor het huidige onderwijs dicht bij elkaar. We kunnen dit aanmoedigen doormiddel van architectonisch aandachtspunten. Bijvoorbeeld aandacht besteden aan de entree van de klas. Een grote entree maakt de kinderen trots en de omgeving herkenbaarder voor de kinderen. ‘Dit is ons lokaal’. Eén van de kinderen tekende zelfs een poort als entree.

Page 34: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

34Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Door de entree van het klas lokaal meer ‘body’ te geven komt deze letterlijk en figuurlijk naar voren. Verschillende kleuren en vormen maken elke entree uniek. Om het klassen gevoel te stimuleren moet er een mogelijkheid zijn om de eigenwerk op te hangen. Hier voor moet je wel de mogelijkheid bieden en toelaten als ontwerper, door bijvoorbeeld magneet verf te gebruiken, prikbord te bevestigen of een zachte steen te gebruiken.

Als laatst zou een directe heldere verbinding met de buiten van uit de klas een vrijer gevoel geven. Er is tenslotte ook veel te leren buiten vertelde juffrouw Maaike. ‘Op het digibord leer je niet wat weersveranderingen en seizoenen zijn. Daar buiten zien ze het voor de verandering eens in het echt in plaats van digitaal.’ Een deur naar een klasse tuintje of een balkonnetje zou de barrière verminderen tussen de klas en buiten.

Licht

Hier zijn veel klachten over. Vanuit de kinderen gaat het vooral over de sfeer. Ze hebben de onderstaande plaatjes te zien gekregen. Allemaal vonden ze nummer 1 maar niets, koud, kaal en saai. Een aantal gingen voor nummer 2, vooral de meiden waren dat. Ze vonden het hier rustig en dachten hier goed te kunnen werken. De overige kinderen gingen voor nummer 3, die was door de kleur en de ramen het gezelligst. 1

2

3

Page 35: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

35Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Van juffrouw Maaike kwam ook kleur als voorstel, dan wel zachte rustige kleuren. Want van felle kleuren worden ze vervelend druk.

We hebben het hier dan niet alleen over verf op de muren, maar vooral de kleur van het licht. Een voorstel van een jongetje uit groep 8 was lampen die van kleur veranderen. Als je mag spelen gezellig oranje, als je een toets maakt rustig blauw en tijdens de les geel. Dat de kinderen hier zelf over begonnen laat zien hoe een ongelofelijk effect dit heeft op de kinderen. Door tl-buizen te vervangen door zachte spots, die je kan dimmen. Of lampen die op de muren schijnen kan er al een veel huiselijkere, vertrouwelijkere sfeer gecreëerd worden in het lokaal. Wat tegenwoordig ook helemaal niet gek is, aangezien de grote ontwikkelingen op gebied van spaarlampen en LED-verlichting.

VerkeersroutenMet verkeersrouten kan er rust gecreëerd worden. Zo lijkt een chilhoek rustiger en verder van de klas, wanneer de route hiernaar toe niet direct is. Zo wordt de chilhoek bij route 2 intiemer ervaren dan bij route 1, terwijl de afstand en de scheiding het zelfde blijven. Door gebruik te maken van dit feit kunnen de verschillende functies in de klas verschillende sferen krijgen die daar bij horen.

Lamp

Lamp

Lamp

Page 36: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

36Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Groep 5

Page 37: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

37Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Groep 6

Page 38: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

38Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Groep 6

Page 39: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

39Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Groep 7

Page 40: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

40Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Groep 7

Page 41: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

41Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Groep 8

Page 42: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

42Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Groep 8

Page 43: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

43Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Groep 8

Page 44: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

44Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Groep 8

Page 45: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

45Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Eindwoord

Eigenlijk is het eindwoord over dit onderzoek nog niet gezegd. Ik heb mij verkeken op de tijd die in het verzamelen van beeldmateriaal gaat zitten. Ik ben heel Nederland doorgereisd om aan de benodigde documenten te komen. Met hulp van een aantal musea en verschillende bibliotheken heb ik een aantal boeken over dit onderwerp gevonden.

Vervolgens werd ik overspoelt met theorieën, vooral les theorieën. Ik kwam er in de loop van het onderzoek achter dan elke lesmethode behoefte heeft aan een andere architectuur, met name interieurarchitectuur.

Langzaam ben ik ook de kant op gegaan die tussen binnenhuisarchitectuur en algemene architectuur in zit. Ik heb op een kleine schaal gewerkt door alleen op het klas lokaal te focussen. De rest van de school kan natuurlijk niet vergeten worden en staat direct in verbinding met de klaslokalen.

Daarnaast is er nog de digitale wereld. Ik ben er achter gekomen dat die om aandacht en innovatie schreeuwt. Vooral de kinderen schreeuwen naar vernieuwing hierin. Zij zijn met de digitale wereld al zo veel handiger dan waar dit lessysteem van uit gaat. Belemmeren wij hen door die digitale aspecten niet volledig

aan te bieden of doen we er goed aan ze te dwingen door andere ogen naar de wereld te kijken?

Zo zijn er nog ontzettend veel kanten aan dit onderzoek die ook een eigenonderzoek vragen. Ook dit onderzoek op zich kan nog dieper worden uitgewerkt in samenwerking met specialisten op het gebied van pedagogiek, licht en interieur.

Dit onderzoek heeft ook licht geworpen op nieuwe interessante ontwikkelingen. Vooral de kinderen hebben mijn inzicht verbreed. Hun pure ideeën, zijn zo innovatief, omdat ze nog waarde hechten aan wat mogelijk is en wat niet. Uit een gesprek met een meisje uit groep vijf is een idee voortgekomen om iedereen zijn eigentafeltje te laten beschilderen. Ik zou hier graag op verder willen studeren. Wat zijn de mogelijkheden hiervoor? Een los tafelblaf dat kinderen kunnen beschilderen en hun hele basisschool carrière meenemen.

Met dit idee en nog vele andere heeft dit onderzoek hopelijk een kleine basis gelegd voor nieuwe projecten en onderzoeken. Wellicht een afstudeer project?

Page 46: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

46Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Page 47: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

47Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013

Met dank aan

Wieke JasperOBS Ru Pare te AmsterdamMaaike Metje JasperHet Onderwijs Museum

Literatuurlijst

Onderwijs en opvoeding - H. Scheepstra 1922Nederland naar school - NAi Uitgevers 1996Onderzoek van Laike 1997Vensterscholen - NAi Uitgevers 2001Laat je zintuigen niet beperken - Aldus Veenman en Sleegers 2002Van visie naar vorm - Frank Studulski 2007

Page 48: Onderzoek architectonische invloed in het klaslokaal

48Babette van Faassen Hogeschool van Amsterdam Dok architecten 2012-2013