Architectonische studies 1

download Architectonische studies 1

of 110

Transcript of Architectonische studies 1

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    1/110

    ARCHITEKTONISC

    sjoerd soeters

    >

    ,

    tt ;(

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    2/110

    HET ONTWERP VAN WOONGEBIEDEN EN WONINGGROEPERINGEN

    (DIS)I

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    3/110

    Architektonische Studies 1 verschijnt onder redaktie van:

    L. van DuinH. de JongP. PenninkM. PolakE. de BruynR. Visser

    Delftse Universitaire Pers/1985

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    4/110

    Het ontwerp van woongebieden en woninggroeperingen,dr.ir. M. Polak

    (Dislkontinuteit van het moderne,ir. L. van Duin

    Ruimtevorm en beeld in enkele plannen van Loos, Wright en Soane,R. Visser

    1

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    5/110

    Uitgegeven door:Delftse Universitaire Pers

    11

    In opdracht van:

    Vakgroep 'Ontwerpmethodieken'Afdeling de r BouwkundeTechnische Hogeschool DelftBerlageweg 12628 CR Delfttelefoon: (015) 785957

    Lay-out:E. de Bruyn, R. VisserTypewerk:K. Roozeboom, S. Spiekerman van WeezelenburgOmslag:ko l lage van foto's u it 'Zandkastelen' van Pieter WiersmaFotografie van de projekten van Schijns, Lith, Soeters en Coenen:fotografische dienst afdeling Bouwkunde van de T.H. Delft

    CIP-gegevens Koninklijke Bibliotheek, Den HaagISBN 90-6275-227-6 SISO 710.6 UDC 72.01Trefw.: bouwkunst;vormgevingCopyright 1985 by M. Polak, L. van Duin, R. Visser.No part of this book may be reproduced in any form by print ,photoprint, microfilm or any other means without writtenpermission from th e publisher: Delft University Press, Delft, TheNetherlands.

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    6/110

    inh u

    PolakDEEL I THEORETISCHE KONTEKST1. Het onderwerp2. Het thema en de manier van analyseren3. Uitwerking van de vier architektonische

    kategorienDEEL 11 INTERVIEWS, PLANMATERIAAL EN

    KOMMENTAAR1. Wolf Schijns2. Cees Lith

    DEEL I : THEORETISCHE KONTEKST1. Het onderwerp2 . Het thema en de methode van analyseren3. Uitwerking van facetten van de vormDEEL 11: (PLAN)MATERIAAL, INTERVIEWS EN

    ANALYSES1.1. Sjoerd Soeters'I 2. Interview met Sjoerd Soeters1.3. Analyse van twintig woningen en een

    kinderdagverblijf2 .1 . Jo Coenen2 .2 . Interview met Jo Coenen2 3. Analyse van ee n uitbreiding van een

    school

    RUIMTEVORMLOOS, WRIGHT

    BEELD IN ENKELE PLANNEN VANSOANE, Ra Visser

    pag. 3

    563

    2139

    515257

    676767848493

    103

    - 1 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    7/110

    - 2 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    8/110

    r

    Er bestaat op dit moment geen algemeen aanvaarde basismeer van waaruit de gebouwde omgeving kan worden beschreven, genterpreteerd en gevalueerd. Om enige indruk tekrijgen van de grote verscheidenheid van posit ies wordt inlezingencycli aa n de afdeling Bouwkunde van de T.H.-Delftwerk van toonaangevende Nederlandse architekten besproken.Een kennismaking met het werk van ee n re la t ief groot aanta l onderling sterk verschillende architekten levert opzichzelf nog geen oplossing voor de problemen waarmee s tudenten in het architektonisch ont\>Jerpen Horden gekonfronteerde Maar het verbreedt het gezichtsveld en laat ziendat er geen sprake is van gemeenschappelijkheid in gehanteerde ontwerpdoelstellingen, doorlopen ontwerpprocessenen ontworpen produkten.Om verschil len tussen doelstellingen ontwerpmethoden enontworpen produkten te kunnen plaatsen i s onderzoek vereis t naar het komplex van wisselende voorwaarden waaronderel k van de architekturen to t stand kwam. We hebben te maken met:

    verschillende gebouwsoorten met eigen in tent ies eneigenschappen,

    - verschillende inle iders/kr i t ic i die plannen analyseren-vanuit hun eigen opvattingen over (de funktie van) ar-chitektuur,verschillende architekten die het ontHerpproces op eigenwijze interpreteren.

    Van het onderzoek is verslag gedaan in diverse publikat i es . Deze publikaties vormen ee n soort naslagwerk, waarinplanmateriaal i s gedokumenteerd en geanalyseerd. Tot opheden verschenen de publikaties onder steeds wisselendet i t e l . Thans willen we aa n de kontinuteit van de reeksuitdrukking geven door de publikaties in het vervolg ondern t i t e l te laten verschijnen en de afleveringen te nummeren. Het l i g t in de bedoeling tHee maal per jaar een publikatie u it te geven. Er is gekozen voor de t i t e l 'Architektonische s tudies ' , waarvan dit het eerste nummer vormt.Michiel Polak analyseert in 'Het ontwerp van woongebiedenen woninggroepering' aspekten van bewustzijnsverruiming enruimtelijkheid en Leen van Duin analyseert in ' (Dis)kontinute i t van het moderne' in hoeverre de postmoderne architektuur in Nederland breekt met de moderne architektuur.Beide s tudies zijn volgens n systematiek opgezet: in eeneerste deel (de theoretische kontekst) worden het onderwerp, het thema en methode van analyseren, en de uitwerking van kategorien/facetten van de vorm aan de orde ges te ld. Een tHeede deel en analyses/kommentaar) bevat ee n beschrijving, interpreta t ie enevaluatie van het Herk van enkele Nederlandse architekten.i r . L. van Duin

    - 3 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    9/110

    4 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    10/110

    fanarchist ies manifes t ' va n deamerikaanse archi tektuur ,jaren '6 0

    1. Zie Team X-primer, ArchitecturaI design,dec. 1962. In Nederland bekend als 'd eForum-groep'.

    2. Zie ook "Het kreatief ontwerp in architektuur en stedebouw; Polak, 1984.

    door dr . i r . M. Polak

    111..HET ONDERWERP; WOONGEBIEDEN EN WONINGGROEPERINGENDit hoofdstuk i s gericht op het ontwerp van woongebiedenen in het bijzonder op het ontwerp van de kleinere eenheden daarvan; de woninggroeperingen. Tot dat architekto=nisch-stedebouwkundig ontwerp worden gerekend de bu i tenruimten, de ontsluitingen en de voorzieningen en ook deverschijningsvorm, het beeld van de woningen Kortom a l leswat samen het karakter van de direkte en ruimere omgevingvan de woning bepaalt en a ls zodanig essentieel is voorhet wonen.

    Bovendien bepaalt de omgeving van de woning de mogelijkheden en de aard van de akti vi t e i en van de bewoners d irekt bu i te n de woning en op de grens ervan; hetgeen medeafhankelijk is van het woningtype (maisonette, f la t etc . )en de daarbij toegepaste ontslui t ingstruktuur. Dit geheel,die samenhang, brengt met zich mee dat woongebieden en woninggroeperingen om een heel eigen ontwerpaanpak vragen;een synthese van het stedebouwkundig en het archi tektonisch ontwerpen.

    In de vi j f t iger jaren werd met die intentie aan het ontwerp van woongebieden en woninggroeperingen gewerkt dooree n architekten die zich van de C.I.A.M. afspl i t s te :Team . Zij verzetten zich inderti jd tegen het karaktervan de toen gangbare stede bouw en doorbraken daarmee dewerkwijze van de stedebouwkundige ontwerpers.

    In het in 1982 verschenen diktaat van de 2e jaars ont-werpkolleges zlJn de woninggroeperingen van Team-Xleden uitvoerig behandeld; Bakema en de

    Deze beide ontwerpers hielden zich heel sterk met hetgeheel van grote woongebieden bezig; zowel wat betref t hetstede bouwkundig als het architektonisch ontwerp daarvanDat maakt hun werk to t goede voorbeelden van ons onderwerp; ook om daarmee de uitwerking van het thema, en demanier van analyseren te i l lus treren.

    Wat opvalt , als we nu naar het Team-X-werk kijken is ,da t het beeld van architektuur weinig uitgesproken i s .In de Forum-nummers uit die t i jd , valt ook heel weinigaandacht op dat aspekt van de architektuur.

    Niet dat het beeld van de Forum-archi tekten met minderzorg werd ontworpen, maar het gaat erom, dat dat beeld, degevels, eigenlijk niet to t een eigen leven kwamen, weinigexpressief waren, en zelden to t ee n eigen I gezicht ontwikkeld werden. Het l i jk t erop dat Team-X hierin in hetvoetspoor van de CIAM l i ep . Daar gold n . l . ook, te n aanzien van het beeld van de architektuur; I eenvoudig i sal heel mooi'.

    .5 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    11/110

    Het onderwerp specif iekWij willen in deze kolleges nagaan wat er me t die v ~ ~ l -

    kleurigheid in het ontwerp van woninggroeperingen bereiktkan worden. En daarbij ook onderzoeken wat ertoe heeft gele id, waar het ee n uit ing van kan zi jn.

    In de architektuur gelden wel degelijk ook bepaalde'modes', die enerzijds ee n direkte ui t ing zijn van het danheersende levensgevoel, maar aa n de andere kant ook hetnavolgen met zich mee brengen; en dan al t i jd een versuffing, een versluiering, en een commercialisering latenzien.

    Zeker is dat, waar er sprake is van ee n expressief ka rakter van de hedendaagse (pos t-moderne) architektuur, de'manier waarop I, nie t eensluidend i s . Zowel inhoudelijka ls in de manier van werken, is er veel minder verwantschap in het beld van de architektuur a ls bijvoorbeeldbij het nieuwe bouwen in de jaren dertig.

    In deze kolleges gaan we kijken hoe het met de expressivi te i t van de hedendaagse architektuur staa t , door de tweegast-projekten van dit kollegeblok, vooral wat betref t hetbeeld van hun architektuur, aan een nauwkeurig onderzoekte onderwerpen.!vlet het oogmerk die aan de orde te s te l -len viel uiteraard ook de keus op deze twee projekten Voor beide geldt dat het beeld, het gezicht van de architektuur onlosmakelijk verbonden i s met het ontwerp van hetgeheel; er niet uit weg te denken i s . En voor beide geldtdat bewust, en op een heel eigen manier aan het beeld vande architektuur gewerkt werd. Kijken we echter naar deoverwegingen en naar de in tent ie die nagestreefd wordt indeze twee projekten, dan zijn er opmerkelijke verschil len.Bij de analyse en de vergelijking van deze twee projektenzal dat aan het l icht komen.De twee projekten die wij hier gaan bekommentariren

    zijn: een woningbouwprojekt van Cees Lith in Amsterdam aande Groesbeekdreef (Bijlmer) en het studie plan voor woningen aan de Postlaan te Breda van Wolf Schijns.2.HET THEMA (BEWUSTZIJNSVERRUIMING-RUIMTELIJKHEID) EN DEMANIER VAN ANALYSERENDe van de architektuur die we nu om ons

    heen zien, had eigenlijk ee n voorloper in de Amerikaanse'West-coast ' architektuur van de jaren '60-'70 (CharlesMoore e .a . ) . Toen hier Van Eyck en Bakema nog volop huninvloed uits traalden, was daar expressiviteit in veelkleurigheid en een divers materiaalgebruik al heel gewoon. Dats toelde daar enerzijds op een anarchis tische architektuurt radi t ie (Maybeck, Green and Green, Frank Loyd Wright,Goff, e.a . )o en anderzijds op een nieuw levensgevoel, datzich ui t te in een enorme di versi te i van meest anarchis-- 6 -

    BERNARD MAYBECK

    schets 'gatehouse ,

    0 .Een greep u i t he t werk van deze arch I ektengeeft , op deze bladzijden, een beeld van di eanarchistische ' t radi t i e ' . De eersten van hen,o.a. Maybeck, werkten aanvankei ij k klassicistisch en eklektic ist isch. Hun latere werkI i jk t vaak wel da-da of surrealistisch.Aan de andere kant explic i teer t he t werk vandeze architekten ook de gedachten, di e hieruiteen gezet worden l met beelden naast detekst .

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    12/110

    s tudio 1924! bubblestone f , jutezakken gedrenkt in

    cement op houten frame

    tische stromingen in de l i tera tuur (Beat-niks), dans,beeldende kunst en vooral in de muziek!De eerste eco-benaderingen van voedselbereiding en bouw,vaak ook al uitgevoerd in al ternat ieve woon-gemeenschappen, stammen uit die t i jd ; hippies , flower-power, etc .Van die kultuur, van dat levensgevoel, i s veel overgewaait naar Europa. Het is de t i jd van Soft Machine, PinkFloyd, Zappa en John Cage. Met dat overwaaien krijgen deverschillende kultuuruitingen hier hun eigen vorm. Erheers t hier een sterke tendens naar sociale betrokkenheidin de zin van 'hervormend-revolutionair' , met anarchismea ls uitgangspunt.

    Van uitingen in de architektuur, die trage tak van dekultuur, is voorlopig nog geen sprake. De architektuurkrit iek bloeit op (Boekraad , Barbieri, etc) , en in het verlengde daarvan de projektraadwerkgroepen die in oudestadswijken aan het werk gaan (Projektraad, 1981). Ook inhet ontwerponderwijs wordt heftig gexperimenteerd; opbouwkunde ontstaat de atelier-werkwijze door de experimente n van de geruchtmakende Nieuwelaan-ateliers in 1968/69

    Risselada, Scheen, Gonggrijp, e .a . ) .kulturele klimaat van de West-coast ( '60- '70-erjaren), was bewustzijnsverruiming, direkt of indirekt, eenalgemene onderliggende intent ie; bijna een algemeen st re-ven in het levensgevoel. Eigenlijk was dat de drijfveer ina l die diverse stromingen en uitingen; maatschappelijk nkultureel . Zich 'high'-voelen is d kreet uit die t i jd ;hetzij door een s t ickie , hetzij door een alledaagse bezigheid als ee n "peak-experience"!Het thema: bewustzijnsverruiming-ruimtelijkheid

    De vraag r i j s t nu hoe bewustzijnsverruiming en ruimtel i jkheid zich in architektuur laten vertalen; want daarzijn we immers mee bezig. Zou vlkleurigheid b. v. ee nuit ing van ee n 'verruimd'-bewustzijn zi jn?

    Om op deze vragen een antwoord te geven, gaan we hetthema uitwerken naar, en in verband brengen met ee n be paalde wijze van analyseren van architektuur. Maar we ko men eerst op de vraag: hoe s taat ' ruimteli jkheid ' als ee nbegrip dat iets zegt over de kwali tei t van een ruimte, inre la t ie tot 'bewustzijnsverruiming " dat i e t s zegt overee n emotionele gesteldheid?

    Wij gaan er hiervan uit dat het ene het andere to t gevolg kan hebben; zich 'high' voelen door het ervaren vanen het zijn in ee n ' ruimteli jke ' ruimte. Of, andersom; bijhet ontwerpen kan u it ee n 'verruimd bewustzijn' ee n ' ruimt e l i jk ' ontwerp voortkomen. Kortom; de emotionele gesteldheid van de ontwerper als mede bepalend voor de kenmerkenvan het produkt van zijn ' s ta te of mind'. Op die manierheeft bewustzijnsverruiming een evenbeeld in het ruimtel i jke van het ontwerp van architektuur en stede bouw , enkan a ls zodanig het inhoudelijk kriterium daarvan z i jn .

    Ons thema (bewustzijnsverruiming-ruimtelijkheid van hetontwerpen n van het gebruiken van het ontwerp) kunnen wenu uit elkaar laten vallen in de volgende twee vragen,waarmee twee kanten van n zaak aan de orde gesteld worden:1. Hoe omschrijven we de emotie 'bewustzijnsverruiming ?

    En welke verhoudingen brengt die emotie met zich mee?2. Hoe kan ' ruimtel i jkheid' (i .v .m. bewustzijnsverruiming)op een architektonisch-stedebouwkundig ontwerp slaan?

    Gaat het dan alleen om de ruimte, of kunnen andere aspekten ook ' ru imte l i jk ' ontworpen zi jn?Voor de eerste vraag gaan wij te rade bij de psycho-ana

    lyse en de psychologie. Voor de tweede vraag zoeken wi jeen antwoord bij de architektuur-his torie . Wij haken daar-

    - 7 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    13/110

    voor aa n bij een architektuur-historische benadering, diein zijn formele analyse ui tgaat van de emotionele kwalitei ten van het ontwerp: het kritisch systeem van PaulFrankl (Frankl, 1968) We beginnen nu met de eerste vraag,om zo meteen door te werken naar de tweede.Het thema in de psychOlogie

    Bewustzijnsverruiming werd in de wereld van de psychologie eigenli jk geintroduceerd door Freud, toen h ij in eenbrief aan Romain Roland schreef over 11 ein ozeanischesGefhl". Dit gevoel van eindeloosheid was Freud bij verschillende van zijn patinten tegengekomen, maar h ij kendehet niet u it eigen ervaring en ging er in zijn werk ooknie t op door. Toch werd voor het eers t bewustzijnsverruiming in de psychologie betrokken.

    De psychologen en psycho-analytici , die wel op Freudsuitgangspunten doorwerkten, maar van zijn st r ikte leer af-weken, ontwikkelden verschil lende ideen en strukturenwaarin bewustzijnsverruiming ee n duidelijke plaats kreeg.We noemen hier enkelen van hen, zonder kompleet te zijn,die voor wat Freud 'ein ozeanisches Gefhl ' noemde, eeneigen gedachtenstruktuur , met een eigen vocabulaire ontwikkelden; Jung, Maslow, Lietaert Peerbolte, en de fi losofe n Bergson, Teilhard de Chardin en Foucault.In kort bestek laten we nu de benadering van enkelen vandeze denkers, die voor ons begrip over ruimtelijkheid vanbelang zijn de revue passeren.

    De Nederlandse psycho-analyticus Lietaert Peerbolte ontwikkelde het begrip I Oceanos I , als een van de primaireemotionele drif ten. Een van de kenmerken van het oceanischervaren noemt h ij ' he t ervaren van onbegrensde universeleruimte (Polak, 1984).Dit ervaren van onbegrensde ruimte kennen wi j natuurl i jkin de archi tektuur. In een architektonisch ontwerp kan,hetZij direkt (b.v. door ee n uitz icht) , hetzij door eensuggestie, eindeloosheid in het spel zi jn , en zelfs hetleidmotief van de samenhang van de ruimten van hetontwerp ( f ig . 1)

    Door de Amerikaanse psycholoog Maslow 1968) ,kreeg bewustzijnsverruiming een enorme verbreiding. Hijwerkte in de zest iger jaren aan de Westcoast, en introduceerde toen de begrippen I Peak-experiences en i Plateauexperiences vanuit de ervaringen met zijn patinten. Hi js te l daarbij dat deze i al tered s ta tes of consciousness'- 8 -

    f a l l i ng waters 1937

    FRANK LLOYD WRIGHT

    f ig .1 . F Schinkel , ontwerp vooreen u i t z i ch tp l aa t s

    3. Dit thema Is uitvoerig aan de orde gesteldin'Het kreat et ontwerp in arch itektuuren stedebouw', Polak, 1984.

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    14/110

    t a l i e s in eas t vanaf 1925

    4. Jung noemt d i t meesta I I een veren i ging vantegengestelden' .

    (zich 'high' voelen) in elke akt iv i t e i t en in elke bezigheid kunnen optreden; zowel in het beroep a ls in de vr i jet i jd . Daarmee maakte Maslow, wat eerst al leen als idee, enbij enkelen leefde (o.a. bij kunstenaars door experimenteel drugsgebruik), voor een ieder toegankelijk en ontdeeddaarmee bewustzijnsverruiming van veel mystif ikat ies entaboes.

    Di t veralgemenen van bewustzijnsverruiming i s voor onsbegrip over ruimteli jkheid wel degelijk van belang. Hetkreatief leven in en met een woning (het gebruiken van hetontwerp) kan immers even zo goed 'h igh ' zi jn als de emotieb ij he t ontwerpen van diezelfde woning. En op dezelfde manier kan het maken van muziek even bewustzijsverruimendzijn als het luisteren ernaar.

    Maslow s te l t wel heel duidel i jk dat peak- en plateauexperiences, slechts bij een hoge graad van kreati vi te ito t een blijvende realisering kunnen komen; "A peakexperience happens to a person, but the person makes th egreat product en 1968). En daarbij ziet hij eendiepgaande emotionele betrokkenheid als een absolute voor-waarde voor krea t i vi te i t ; '11 G 0 i t ca n come only i f aperson's depths are available , only i f he i s not afraid ofb is primary thought processes".

    De bewustzijnsverruimende ervaringen door middel van hetintegreren van de persoon zijn 'diepten ' onbewuste),z ie t Maslow in een proces dat h ij I Self Actualisation'noemt. Daarin gaat Maslow in fe i te door op Jungs individuatieproces.

    Kreati vi te i t , zoals dat in het ontwerpen optreedt, zouden we nu kunnen zien a ls deel van het individuatieprocesvan degeen die het ontwerp maakt. En hieraan kunnen we degevolgtrekking verbinden dat de krachten, de emotioneleverhoudingen die in het individuatieproces spelen, ook aa nde produkten daarvan afgelezen zouden moeten kunnen worden; als 'evenbeeld' in het ontwerp te zien zouden moetenzi jn.

    Jung spreekt zelf ook van 'produkten' van het onbewuste,n van het bewuste. Hi j gaat er n . l . vanuit dat het onbewuste in het individuatieproces to t een eigen akti vi te i tkomt. Die akt i vi te i van he t onbewuste ui t zich volgensJung in een gemeenschappelijk produkt met de akti vi te i tvan het bewuste: uHet gaat steeds om het scheppen van ee nonbewust en bewust beinvloed produkt, dat het streven vanhet onbewuste naar l i ch t en het streven van het bewustenaar substant ie in ee n gemeenschappelijk produkt be lichaamt" (Jung, 1981).

    Wat Jung hier noemt I, ... het streven van het onbewustenaar l icht vertalen wi j naar architektuurtoe, in de ' ruimteli jkheid ' van he t ontwerp. Het 'strevenvan het bewuste naar substantie ' kunnen we, als de tegenhanger van ruimtelijkheid, terugvinden in de 'dingmatigheid' van het ontwerp. Het gaat dan steeds om n produkt,waarin zowel ruimtelijkheid, als dingmatigheid te onderkennen zi jn.

    Het a l dan nie t aanwezig zijn van eenn ~ , ~ n l 1 l f r I 4 ) , met name het gemeenschappelijk produkt vanruimtelijkheid en dingmatigheid zal nu, als inhoudelijkkriterium dienen voor de analyse van architektuur en ste-de bouw die hier aan de orde i s . Op d it belangrijke ui t -gangspunt komen wi j straks terug.

    Hoe, in welke verhoudingen, werkt nu echter het onbewuste ? De 'eigen ak t iv i te i t ' van het onbewuste, doet veronderstel len dat er uit het onbewuste i e t s , bijna konkreets,aangeleverd wordt. Jung noemt de produkten, de real isa t iesvan het onbewuste 'archetypische voorstel l ingen' . Daar be doelt hij echter niet mee, dat pasklare archetypischevoorstellingen in het individuatieproces (b.v. bij het

    - 9

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    15/110

    ontwerpen) naar v o r ~ n zouden komen.Wanneer Jung in dit verband genterpreteerd wordt, komt

    he t vaak voor als zouden bij het proces van het ontwerpen,voorstellingen uit he t kollektief

    zich direkt in het ontwerp manifesteren. Diti s echter een te konkrete en foutieve interpretat ie vanJung's gedachten. Heel duidelijk s te l t hij: nIk s tu i tsteeds weer op het misverstand dat de archetypen inhoudel i jk bepaald, dat wi l zeggen een soort onbewuste 'voorstel l ingen' zouden zijn. Daarom moet ik nogmaals benadrukken dat de archetypen niet inhoudelijk maar uitsluitendformeel bepaald zijn eeG ft

    Wanneer we nu deze duidelijke beschrijving toepassen oparchi tektonische vormen of vormelementen , dan komt daaruit voort da t alleen bepaalde verhoudingen van die vormen,of strukturen, archetypisch van aard zijn, en dus niet deinhouden (het inhoudelijke) van di e vormen 6).

    Als een van de kenmerken van het archetypische noemtJung de synchronicitei t . Het gaat hem daarbij om eencoincidentie, een toevallig samen zijn (een toevallige sa"''''U''"''4>'"5/, van verschillende elementen, die verbonden zijndoor gelijktijdigheid en door betekenis. Dat verband, diesamenhang is er echter niet een van oorzaak en gevolg(causal i te i t ) , maar het gaat om een a-causale samenhang,'die ons voorkomt als betekenis' .

    De samenhang die Jung als archetypisch aanmerkt (a-causaal, als coincidentie, met betekenis), vinden we bijFoucault (Foucault, 1966)1) in zijn beschrijving van wathij noemt iheterotopien'S). Die beschrijving luidt:"Heterotopien echter zijn verontrustend; s tel l ig , omdatze op verborgen wijze de taal ondermijnen, omdat ze verhinderen dat men kan zeggen ' d i t dat ' , omdat ze gemeenschappelijke namen stukbreken, of door elkaar haspelen,omdat ze a l van tevoren de ' syntaxis ' stukslaan welkewoorden en dingen ' to t n geheel laten worden' Zokomt het dat (ze) to t een ruimteloos denken voeren, to twoorden en kategorien die huis noch haard bezitten, maardie gegrond zijn op een geheiligde ruimte die helemaal isvolgebouwd met komplexe gestalten, dooreen gevlochten wegen ..... en onverwachte mogelijkheden to t kommunikatie""

    Laten we het archetypische van Jung, en deze beschrijving van Foucault 's heterotopien nu met elkaar vergelijken: Wat Jung a-causaal noemt, heet bij Foucaultniet d it dat ' . Jung's coincidentie i s bij Foucaulten onverwachte mogelijkheden to t communicatie'. WaarJung het (in onze citaten) over he t betekenisvolle van desamenhang heeft, spreekt Foucault zich echter veel sterkeruit; , gegrond zijn op een seheiligde ruimte'. Daarmeezegt h ij dat die heterotope samenhang iets heel bijzonders, een klein (of groot) wonder is , wat elke dag, op elkmoment, op elke plaats, onder alle omstandigheden, kan optreden. Wat bij Foucault 'een geheiligde ruimte' heet,noemt Lao-Tse 'het niets. Hij omschrijft dit als volgt:"Men maakt scJ:,totels en potten voor v a a ~ w e r k .. Op het nietsdaarin berust de bruikbaarheid van het vaatwerk . Daarom:het i e t s maakt werkelijkheid, het niets maakt bruikbaarheid""Met o.a dit citaat van Lao-Tse beschrijf t Jung nader he tbegrip synchronici te i te Hij merkt hierbi j op: "Het ' n iets 'i s de 'betekenis ' .e. en wordt niets genoemd omdat het a lszodanig in de wereld van de zintuigen nie t verschijnt,maar er alleen de organisator van is" (Jung, 1981).Het thema in de architektuurWat kunnen wi j nu aan met Lao-tse' s ' n ie t s ' , en met

    Foucault 's 'geheiligde ruimte' in het kijken naar en hetwerken aan architektuur en stede bouw?- 10 -

    friedman house 1950

    FRANK LLOYD WRIGHT

    5. Jung (Jung, 1981) noemt de diepste lagenvan he t onbewuste he t ka I I ekt et onbe\'iuste . H ij gebruik t de term I ko l l ek t ie f l omaan te geven da t he t n iet om he t i nd i v i-duele onbewuste gaat, met zi jn meer ofminder unieke inhouden, maar dat het a lgemene inhouden bet re f t di e regelmatig voorkomen en ~ l j d v e r b r e i d z i j n . De archetypenzi jn de inhouden van he t ko l lek t ie f onbewuste.

    6. In he t struktural isme worden strukturenvaak n ie t louter formee I opgevat.Hertzberger b.v . noemt strukturen 'meestalvan ko I I ekt eve aard I Dat i sin te i te a Ieen inhoudel i jke bepal i ng. (Hertzberger,"r u i mte maken, ru i mte I aten 1 , De I ft ,1984).

    7. Fouca u I t , een ta a I \'/etenschapper en f i 10 -soof, wordt wel to t de st ruktura is ten ge rekend. Het i n noot 6 opgemerkte i s opz i j n werk echter n iet van toepass i ng . HijI i j k t i nhoude I i jk dicht b i j Jung te staan.Het noemen van overeenkomsten vanFoucault 's werk met da t van Jung, kwam ikto t nu to e n iet i n de I i teratuur tegen.Foucault verwi js t zel f n ie t naar Jung.

    8. In I (D is - ) kon t inu i t e i t van he t moderne'(z i e daar noot 11) gaat Van Ou i n in d itdiktaat ui tgebreid in op de begrippen Ihomogeen' en 'heterogeen' , n.a .v . Porphyrioszi jn studie over Alvar Aal to. Het isu i te rs t interessant na te gaan hoePorphyr ios Foucault in terpreteer t en hoeVan Duin d i t oppakt en a ls kr i ter ium hant eer t , in vergel i jk ing met hoe in d i t stukde heterotopie (eveneens naar Foucault)z i jn plaats k r i j g t .

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    16/110

    t a l i e s in west vanaf 1938

    Met Freud IS ' ozeanisches Gefhl', met Jung I s beschri j ving van het archetypische en met Foucault's heterotopien, zijn bewustzijnsverruiming en ruimtelijkheid nu watnader beschreven, voorzover het de psychologische- en f i -losofische kant van die begrippen betref t . Maar ruimtel i jkheid i s nog niet beschreven en gedifferentieerd, omhet bij het kijken naar ee n architektonisch of stedebouwkundig ontwerp, a ls kriterium te hanteren.

    Paul Frankl' s kri t i sch systeem gaan wij nu in die zingebruiken als een manier van kijken naar architektuur.Datis mogelijk omdat h ij met die achtergrond zijn werkwijzeheeft opgezet; hetgeen n . l . bl i jkt ui t de manier waaropFrankl met het krit isch systeem de Barokarchitektuur en deRenaissance-archi tektuur karakteriseert . Hij gaat daarbijte werk, dat is de essentie van zijn kr i t i sch systeem, metvier I archi tektonische ka tegorien t , en hanteert bij elkvan die vier kategorien ee n termenpaar (polari tei tenpaar)als kri terium Een van die twee termen geeft b ij Frankluitdrukking aan wat wi j hier noemen het ' ru imte l i jke ' vanhet ontwerp, te rwi j l de andere term het I dingmatige ' vanhet ontwerp vertegenwoordigt.

    In zijn architektuur analyses laat Frankl zien dat depolarite i enparen a ls kri erium bij de Barokarchitektuur,steeds doorslaan naar het ruimtel i jke, maar dat bij deRenaissancearchitektuur dingmatigheid overheerst. De daarbij door Frankl gehanteerde vier architektonische kategorien met de bijbehorende polari tei tenparen, z i jn :1. Doelmatigheid en intent ie

    polari tei tenpaar: doelmatigheid - in tent ie2. De ruimtevorm

    polari tei tenpaar: addit ie - subdivisie3. De materile vorm

    polari tei tenpaar: kracht centrum - krachtdoorstroming4 . Het beeld. polari tei tenpaar: n beeld - veel bldenWij gaan nu ee n aantal citaten van Frankl lezen om telaten zien (zoals zojuis t gesteld werd) dat h ij met zijn

    systeem van kategorien en polari te i enparen ruimtel i jkheid a ls kriterium beoogt.

    In de eerste plaats ee n ci taa t wat gaat over het gemeenschappelijke van de vier kategorien. Frankl beschri j f tdaarmee het gemeenschappelijke van de termen van de polar i tei tenparen, van b.v. een bouwwerk uit de Baroktijd; 'anedif ice oe " tha t i s dissolved in infinity " , a fragmentthat opens to th e un iverse because it i s incomplete "(Frankl, 1968). Dit ci taa t toont ee n opvallende inhoudel i jke overeenkomst met 'het ervaren van onbegrensde universele ruimte' , zoals we dat bij Lietaert Peerbolte aant roffen.

    Een inhoudelijke parallel met Foucault ' s heterotopienvinden we in de beschrijving van het beeld van Barokarchitektuur van Frankl: "There are incomplete fragments of anunending associat ion of physical fo rms. . Finally the a r-chitectural image i t s e l f i s destroyed, the tota lconception of th e optical image becomes multiplex ft itnow contains a multiplicity of part ia l images".

    Als we hiernaast Foucault's beschrijving van de heterotopien leggen, kunnen de twee volgende parallellen wordengemaakt:1. i de taa l ondermijnen' (Foucault)

    th e architectural image i s destroyed' (Frankl)2. I volgebouwd met kompIe xe gestalten' (Foucault)

    a multiplicity of par t ia l images' (Frankl).Wat Frankl met de beschrijving van de kategorie hetbeeld karakteriseert , heet in zijn systeem 'vl beelden ' ,

    - 11 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    17/110

    (van he t polari te i tenpaar n beeld - vl beelden). Deovereenkomst van wat Frankl 'vl beelden' noemt, metFoucault 's 'heterotopie ' is heel evident

    In Frankl ' s beschrijving van de kategorie t de materilevorm', eveneens van de Barokarchitektuur, komen we soortgeli jke uitlatingen tegen als bij de kategorie he t beeld.Hi j beschrijf t met de kategorie 'd e materile vorm' deuitdrukking van het krachtenverloop in de plastiek van hetgebouw, en karakteriseert dat met he t polariteitenpaar'krachtcentrum - krachtdoorstroming ' Naast 00 the architectural image i s destroyed' i s bij'krachtdoorstroming' sprake van een bijna oplossen, eenuit elkaar stromen van de materile vorm van de Barokarchitektuur: nArchitecture ba s changed into a looselylinked structure: i t s part float aod leao " 0 unstabel,ephemeral e& inf initesimal in timen.

    Met dit ci taa wordt in fei te gekarakteriseerd hoe eenheterotopie ( la Foucault) zich kan voordoen in de uit-drukking, van de plas t ici tei t , van een gebouw. Daarmee onderschri jft ook d it ci taa t Frankl's zoeken naar de vormenwaarin ' ruimtelijkheid' zich in een ontwerp kan voordoen.

    Zoals gezegd, gaat het erom met deze citaten te latenzien hoe Frankl ruimtelijkheid in de Barokarchitektuur ervoer. Daarmee komt naar voren hoe ruimtelijkheid zich voorkan doen bij elk van de vier kategorien van zijn kritischsysteem. Ruimtelijkheid wordt daarmee eigenlijk gedifferentieerd naar de polari te i tenparen van de vier kategorien. Oftewel: ruimtelijkheid is de gemeenschappelijkenoemer; het (gemeenschappelijke), inhoudelijke kriteriumvan de kategorien. De polariteitenparen zijn op basisdaarvan de architektonische kr i ter ia .Het op deze manier differentiren van ruimtelijkheidnaar de polari te i enparen van de vier kategorien, maakthet nu mogelijk ruimtelijkheid niet alleen op de ruimte(de ruimtevorm) van een ontwerp te laten slaan, maar ookhe t inhoudelijk kriterium te laten zijn voor de anderedrie kategorien van he t ontwerp, en daarmee dus voor hetgehele ontwerp. Dit moet echter zo gezien worden (toepassing van ons inhoudelijk kriterium!) da t het aanwezig zijnvan een van ruimtelijkheid endingmatigheid , uitgedrukt wordt met de term I ruimteli jkheid' ; terwijl de term 'dingmatigheid' gebruikt wordt voorhet niet samengaan van ruimtelijkheid en dingmatigheid inhet ontwerp.Met inachtneming van het bovenstaande kunnen nu de termen ruimtelijkheid en dingmatigheid als een polari te i enpaar gehanteerd worden. In het volgende hoofdstuk zal bijelk van de vier kategorien aangegeven worden hoe het aldan niet samengaan van ruimtelijkheid en dingmatigheid totuiting komt.Het onderstaande schema geeft een voorstelling van he t

    1. Doelmatigheid en intentiepol.paar: doelmatigh.-intentie '"

    2. De rIJ i lfitevormpol.paar: additie-subdivisie3.De materiele vormpol.paar: krachtc.krachtdoorstr.4. He t beeldpol.paar: een beeld-veel beelden

    de architektonische kategorieen

    - 12 -

    de polariteitenparen als architekt.kriteriahet gemeenschappel ijk, inhoudeI Ijk kr i te r i urn

    BRUCE GOFFbavingerhouse 1950

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    18/110

    harder house 1970

    guyder house

    9. Dit is de reden voor het gebruiken van he tbegrip 'kategorie ' in dit stuk van he tdiktaat. In het stuk van Van Ou in . (D j s- )kontinuiteit van he t moderne, wordt inplaats van kategorieen. de term 'facetten'gebruikt.

    uitspl i tsen van het polari tei tenpaar ruimtelijkheid-dingmatigheid, als inhoudelijk kriterium, naar de vier polaritei tenparen, om daar te fungeren als architektonische kri -ter ia van de vier kategorien.3 .UITWERKING VAN DE VIER ARCHITEKTONISCHE KATEGORIEEN EN DEFACETTEN WOONGEBIEDEN EN WONINGGROEPERINGEN

    In Frankl 's benadering staan de vier architektonischekategorien in ee n nauwe re la t ie met elkaar. En wel op zoeen manier dat zowel bij het kijken naar ee n architektonisch objekt, als bij he t ontwerpen daarvan, de en e kategorie u it de andere voort komt. Daarnaast heeft elke kategorie echter ook een zekere autonomie.

    De ontwerpende architekt gaat volgens Frankl eigenlijkde omgekeerde weg als degeen die het gebouw waarneemt. Deontwerper begint n . l . met het bouwprogramma. Door zich deontwikkeling van de handelingen van dat bouwprogramma voorte s te l len, maakt hij een cirkulatienetwerk, waaromheenzich dan de ruimten gaan vormen. Wanneer daarmee de ruimtevorm voor de handelingen gevonden i s , begint het plast i -sche modelleren van de omgrenzende bouwlichamen; het kleure n daarvan en de belicht ing.

    Een volgorde van ontwerpen als hierboven beschreven,ziet Frankl bepaald niet als een noodzaak en nie t in eeneenduidig De ontwerper kan willekeur ig met elk van de vier kategorien beginnen. Essentieelvoor Frankl is dat de vier kategorien een samenhangendste lse l van denkvormen (stambegrippen) vormen di e de meestverschillende zaken van ontwerp u it elkaar halen endaardoor bespreekbaar

    Hoe nu bij elk van de vier kategorien sprake kan zijnvan ' ruimtel i jkheid' gaan wi j in d it hoofdstuk laten zienaa n de hand van voorbeelden die meest op woninggroeperingen betrekking hebben. Daarmee worden tevens voorbeeldengegeven van het behandelen van de verschillende facettenvan ons onderwerp (woongebieden en woninggroeperingen);zoals dat ook bij het bekommentariren van de gast-projekten gebeurt.Doelmatigheid en intentie van programma en ontwerpDeze kategorie is de meest abstrakte van de vier architektonische kategorien. Het is geen formele kategorie; erkan geen plaatje bij getoond worden. Wanneer de vraag naar'doelmatigheid en intent ie ' aa n het ontwerp gesteld wordt,dan is het antwoord een gemeenschappelijke resultante vande drie formele kategorien: ruimte, materie en beeld.Maar de vraag naar 'doelmatigheid en intent ie ' kan ook aa nhet programma gesteld worden, vordat er een ontwerp i s ,of nadat het ontwerp to t stand is gekomen.

    Het werken aa n het programma gaat uiteraard vooraf aa nhet eigenli jke ontwerpwerk. Daartoe moet ook gerekend worden de dialoog tussen ontwerper en opdrachtgever, de in spraak van de bewoners, het meedenken door de ontwerper,en het ontwikkelen van zijn eerste ideen. Dat geheel kaneen beweeglijk en groeiend samenspel zi jn , dat zich in deontwerpfase voortzet en soms zelfs met het voltooien vande bouw nog maar nauwelijks zijn beslag heeft gekregen.

    In het programma worden meest alleen de doelmatige zakenopgesomd: l i j s ten van ruimten en vierkante meters met hundoelstell ing. De intentie is eigenli jk hetgeen dat doordie benoemingen van het doelmatige heen speel t , en vaaknauwelijks of niet geformuleerd i s . Soms l ig t ie ts van deintentie besloten in de benoeming van het soort gebouw, ofgaat achter die benoeming een groot aantal onuitgesprokenheel verschillende. in tent ies , bedoelingen en idealenschuil . De ouderkommissie en de wethouder zullen bijvoor-

    - 13 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    19/110

    beeld een heel ander verhaalhet programma van wat elknoemt.

    zien invan hun het doelmatige van'd e nieuwe school'

    Maar hoe sterk di e verschil len ook zijn, het fei t datalle betrokkenen het 'een school' noemen, zegt dat er inhet programma ee n samenhang wordt nagestreefd tussen debenoembare, de doelmatige onderdelen van die school. Diesamenhang, die synthese hoeft eigenli jk niet verder tegaan dan de naamgeving van het beoogde geheel Met di enaamgeving heeft die samenhang al een betekenis.Als iemand uitroept 11 ik heb een kamer gevonden' isdat niet om ie ts te vertellen over de doelmatigheid (maten, temperatuur, l icht , wanden ramen, etc . ) van die kamer. Nee, hij z ij zie t zichzelf a l in de kamer wonen. Erwordt op de 'bruikbaarheid' van de kamer gedoeld bij dieuitroep. En di e bruikbaarheid stoel t op wat als intent ie ,als ' n ie t s ' met al le werkelijke, doelmatige za-ken van die Lao-Tse (door Jung aangehaald) drukthet a ls volgt ui t : "Men maakt gaten voor deuren en vensters in kamers; op het niets , daarin berust de bruikbaarheid van de kamer" Daarom, het i e t s maakt werkelijkheid,het nie ts maakt bruikbaarheid" (Jung, 1981)

    Jung noemt dat ' n ie t s ' de organisator, het synthese vormende, van wat in de wereld van de zintuigen verschijnt .En als ZOdanig kan het dan ee n ui tv loe ise l , een konkretisering zi jn van een eenheidsbesef.

    Bij de psychologen en filosofen die wi j hier aanhaalden,wordt bij dat eenheidsbesef al t i jd opgemerkt ' een-wording met behoud van eigen individual i te i t ' . Dit wilzeggen dat eenheidsbesef en individual i te i t in ee n bepaalde verhouding met elkaar dienen te staan. Is er een overheersing van het eenheidsbesef , dan i s er ui teraard geenheterotopie ( la Foucault) mogelijk.

    Bij woninggroeperingen speel t de verhoudingnheid - individual i te i t , een doorslaggevende rol . Dieverhouding komt naar voren in het beeld van de woninggroepering (dat wordt toegelicht in de betreffende paragraaf),maar bijvoorbeeld ook in de verdeling van grote en kleinevoorzieningen. Het bepalen van die verdeling, en daarmeehet vasts tellen van hun kapacitei t en formaat, i s i e t s datbij de programmawerkzaamheden hoort, maar ook bepalend isvoor de stedebouwkundige struktuur, en als zodanig onderde kategorie 'de materile vorm' te r sprake kan komen.

    De in tent ie van het programma kan, op die manier, vaninvloed zijn op de bouwstenen van de formele kategorien(rUimte, materie, beeld) en a ls zodanig een s terke invloedhebben op het ontwerp.de ruimtevorm

    Frankl verstaat onder de ruimtevorm, de vorm van deruimten (de leegte, de niet-massa) van ee n gebouw. Het pola r i te i tenpaar van de ruimtevorm bestaat u it de termen' subdivis ie ' en ' add i t ie ' .Met de eerste term (subdivisie) wordt een ruimtevorm gekarakteriseerd, waarbij ee n groter geheel wordt gesuggereerd. En wel op zo een manier dat de verschillende ruimte n te onderscheiden zijn door een onderverdeling (subdivisie) van dat grotere geheel. Dat grotere geheel vanruimten vertegenwoordigt dan i e t s van onbegrensdheid; vande universele ruimte. Daarmee geeft de term ' subdivisieui tdrukking aan de ruimtel i jke kwali te i van de ruimtevorm. Daartegenover wil de term ' addi t ie ' als karakterist iek van de ruimtevorm zeggen, dat de verschillende ruimte n zijn samengevoegd, b ij elkaar zijn opgeteld (addi t ie ) ,om ee n groter geheel te vormen. Omdat hierbi j , in de eerste plaats , uitgegaan wordt van de ruimten als objekt,geeft de term ' addi t ie ' het dingmatige van de ruimtevormaan.- 14 -

    10. Doelmatigheid en intentie horen in dezeopvatting onlosmakelijk bij elkaar. In' Inleiding to t de architektuurtypologielCT. de Jong, De Ift 1984) wordt daarentegen geste Id: "Het el ementa i re be I ang vanhe t type imp I iceert een zodan i g pr i Iontstaan daarvan da t daarb i j de symbo li -sc he relat ies onmogel ij k een ro l kunnenhebbenNaast nerende arrogantie vandeze uitspraak, ziet de schrijver over he thoofd da t de psychologie een samengaan vande werking van he t onbewuste (o.a.symboolvorming) en he t bewuste al s uitgangspunt aanneemt.

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    20/110

    fig.2. schema renaissancekerk (Frankl)

    f ig .3 . schema barokkerk

    f ig .4 . A en P Smithson, plan

    Wanneer nu de ruimtevorm van een ontwerp te karakterisere n is met de term I subdi visie t , dan wil dat eigenlijkzeggen (met inachtneming van ons kriterium van een gemeen-schappelijk produkt) dat in die ruimtevorm zowel ruimtel i jkheid alsook (dingmatigheid) vertegenwoordigd zi jn. Bij' addi t ie ' speel t echter nie t het samengaan van bepaald enonbepaaldheid zijn van de ruimten in de ruimtevorm.

    De bovenstaande omschrijving van ' ruimtel i jkheid' van deruimtevorm van een ontwerp wordt verduidel i jkt met tweeschetsjes die Frankl maakte van een renaissance- en vanee n barokkerk (fig. 2, 3) De eerste schets i l lus t r eer thet aan elkaar ri jgen, het b ij elkaar optellen van de af -zonderlijke ruimten to t ee n additief geheel. In de tweedeschets zjn de nissen van de kerk veel meer deel van hetgrotere geheel. Wat wij hierboven stelden t . a .v . het gel i jk t i jd ig be- en onbepaald zijn van verschillende ruimtenin een groter geheel, komt in f ig. 3 heel duidel i jk to tuit ing. In deze figuur is een omsluitende kontour van degrote ruimte getekend (gestippeld), waarmee het onbepaaldzijn van de kleine ruimten wordt aangegeven, n zijn dekontouren van de afzonderlijke ruimen getekend (wat hetbepaald zijn van die kleinere ruimen aangeeft). D e om-s luitende kontour is in f ig . 1 niet te tekenen: daar kunnen alleen de afzonderlijke ruimten aangegeven worden.De arohitektonisohe kategorie de 'ruimtevorm' kan ook opstedebouwkundige ruimten worden toegepast. Frankl doet datze lf niet . Van de ruimten van een woongebied, de ruimtentussen de woningen, is de samenhang evengoed als ruimtevorm te zien a ls de samenhang van de ruimten in ee n gebouwof in een woning.

    Bij de ruimtevorm van woongebieden en woninggroeperingenis ook de samenhang van de ruimten van het plangebied metde ruimten van de omgeving of landschappeli jke ruimten) van belang voor de karakteris t iek van deruimtevorm van het ontwerp.

    Wij geven nu enkele voorbeelden van de ruimtevorm vanwoongebieden, aa n de hand van ontwerpen van de Smithson'sen van Bakerna Zowel van Peter Smi thson als vanJaap Bakerna zijn ook uitspraken bekend over het ervarenvan ruimte in de zin van ' ruimteli jkheid ' . Peter Smithsonformuleert dat met: "this sense of a pieee of th e cosmosea e this sense of puri ty of freedom" (Smithsons; 1962).

    In zijn ontwerpen voor woongebieden komen wij het ruimte l i jke tegen in de vorm van ee n gesuggereerde verbindingvan stedebouwkundige- en landsohappelijke ruimten. De grote ruimten van het prijsvraagontwerp van Steilshoop(Hamburg, 1961) zi jn n . l . zodanig vormgegeven dat ee n verbinding i s gemaakt naar de grotere ruimte van het landschap bu i ten het plan. Het park van Steilshoop ( f ig . 4;tussen de twee woongebieden) i s zodanig in het rel if vanhet landschap gesitueerd, dat de ruimte van dat park l i j k tdoor te lopen in het daarachter gelegen meer, en zich inhet landschap l i j k t voort te zet ten.

    De kleinere ruimten van het plan worden gevormd door eennadere onderverdeling van het grotere geheel van ruimten.De karakteris t iek van de met deze uitgangspunten ontworpenruimtevorm i s uiteraard ' subdivis ie ' .

    Ook Bakerna heeft zich vaak uitgelaten in de zin van' ruimteli jkheid ' . Zijn uitspraak: "Architecture ean bemeans for being alone and together in t o t a l space"(Bakema, 1978), getuigt daarvan. In zijn ontwerpen voorwoongebieden en woninggroeperingen zien we wel degelijkeen bewustzijn omtrent de I tota l space I , maar de ruimtenvan zijn plannen tonen echter nie t ee n open re la t ie met degrotere ruimte buiten het plangebied. Dit is duidel i jk tezien in de kleine ~ c h e t s e n die Bakerna heeft gemaakt van 't

    - 15 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    21/110

    Hool (fig. 5). De woninggroeperingen zlJn in di e schetsensteeds, als van de buitenkant afgekeerde krommingen getekend, di e de binnenruimten sterk omsluiten. Daardoor ookis de samenhang van de verschillende ruimten van de woninggroepering eerder te vergelijken met de ruimtevorm vanFrankl' s schets van de renaissancekerk 2) dan metzijn schets van de barokkerk (f ig. 3) .

    de materile vorm en het beeldBij deze twee kategorien gaat het niet om de ruimtemaar om de re la t ie van de objekten, de materie, waarmee

    he t architektonisch- en het stedebouwkundig ontwerp gereal iseerd i s .Onder de 'materile vorm' brengt Frankl het geheel vanwanden, vloeren, daken, etc . samen in het begrip over deI tektonische schaal ' . Onder I he t beeld rekent Frankl deverschi l len van l icht en kleur in het effekt da t optreedtbij het waarnemen van een gebouw. Hij s te l t dat he t beeldvan een gebouw gevormd wordt doordat de waarnemer in zijngedachte, u it de verschillende door hem waargenomen beel-den,noemtbeeld.

    n voorstel l ing samenstelt.hij de archi tektonische Die ne voorstel l ingverschijningsvorm; hetWij zullen nu nagaan hoe in 'd e materile vorm' en in'het beeld ' , ons thema, he t ruimtelijke, to t uitdrukking

    kan komen. Het gaat er dan om hoe de objekten die sameneen bouwwerk vormen in een ' ruimtelijke' re la t ie to t e l-kaar staan, en hoe de elementen en strukturen van een ste-de bouwkundig ontwerp een ruimtel i jk geheel vormen. Ruimtel i jkheid is nu niet meer al leen een kwalitei t van de ruimte (van de ruimtevorm) van het ontwerp, maar bij de mater i le vorm en he t beeld gaat het om ruimtelijkheid als eenkwalitei t van de objekten en van de strukturen van archi-tektuur en stedebouw.de materile vormDeze kategorie wordt geanalyseerd en' beschreven met hetpolari te i tenpaar 'krachtcentrum-krachtdoorstroming'. Omdatwe hier te doen hebben met he t materile- en strukturelevan woongebieden en woninggroeperingen, maken wij naast determen van bovenstaand polariteitenpaar ook gebruik vantermen (eveneens als polari te i enparen ) di e als 'afgele iden' van het polariteitenpaar 'krachtcentrum-krachtdoorstroming beter toepasbaar zi jn. Die termen zijn in onderstaand schema weergegeven:ongedifferentieerdcentraalongevarieerdgekoncentreerd

    16 -

    gedifferent ieerddcentraalgevarieerd, divers

    - gespreid

    schetsen wooneenheid

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    22/110

    l J'-. ./

    6. dorisch kapi teel ,archaische

    f

    r::

    f ig . ! . dorischklass ieke

    De facetten van het ontwerp van woongebieden en woninggroeperingen di e wij onder de kategorie 'd e materilevorm' rangschikken, zijn de volgende:a . de ontsluit ingsstrukturen.b. de verdeling van de grote- en kleine voorzieningen.c. het groen en de verhardingen.d. de plastiek van de bouwvolumes.

    Niet alle hierbovengenoemde facetten zullen nu, te r i l -lust ra t ie van de beoogde werkwijze, de revue passeren. Debespreking van het facet ontslui t ingsstrukturen geeft voldoende inzicht in de hier gebezigde benadering. Bij hetkommentaar op de gast-projekten (deel 11) zullen, indienvan toepassing, de facetten a. tlm d. van de materilevorm wel te r sprake komen.a. de ontslui t ingsstrukturen

    De spreiding en different iat ie van het verkeer in woongebieden bepaalt in hoeverre een auto-vri j gebied ontwikkeld kan worden.Over een voor voetgangers veilig gebied in de nabijheidvan de woning bestaan verschillende opvattingen. Enerzijdsis er het 'woon-erf ' de auto kan overal komen, maar wordtdoor bochten, bobbels etc . gedwongen zich als voetgangerte gedragen. Er is dan geen sprake van verschillende elementen in de ontslui t ingsstruktuur (ongedifferentieerd),die, in principe, met de term 'krachtcentrum' gekarakteriseerd dient te worden. Anderzijds kan het verkeer dusdaniggedifferentieerd worden dat de automobilist direkt be gri jpt op welk soort weg hij zich bevindt en ook de voetganger een voor hem begrijpeli jk ne t van paden bewandeltWanneer het verkeer op een dergelijke manier gedifferent ieerd i s naar snelheid en soort , en daarmee die dif-ferent iat ie ook een 'doorstromen' van het verkeer van hetene naar het andere element van de ontslui t ingsstruktuurwordt bewerkstelligd, dan kan die ontslui t ingsstruktuurmet de term 'krachtdoorstroming' gekarakteriseerd worden.

    Bij dit gebruik van de term 'krachtdoorstroming' gaanwij eigenlijk uit van een analogie tussen he t beeld vanontslui t ingsstrukturen en het beeld van het krachtenverloop in de samenhang van gebouwonderdelen Met de termen'krachtcentrum' en 'krachtdoorstroming' karakteriseertFrankl immers de tekt iele struktuur van architektuur. Omde analogie hiervan met ontslui t ingsstrukturen te verduideli jken, kijken wi j nu naar twee architektuurvoorbeelden:een Dorisch kapiteel u it de Archaische periode (700 - 480v. Chr , f ig. 6) en een Dorisch kapiteel u it de Klassiekeperiode (480 - 330 v. Chr., f ig. 7).

    Beide voorbeelden zijn heel duidel i jk uit verschillendeelementen opgebouwd: de zuil , het kapiteel en de archit raaf . Het Archaische kapiteel is echter zodanig gevormdda t de kolom ui ts tulpt in het kapiteel om de krachten vande architraaf over te nemen en door te laten stromen in dezuil . Dat komt to t uiting in het wijde, schotel-vormigeprofiel van het kapiteel en in het krullende bladmotief opde overgang van kapiteel en zui l .

    Bij het klassieke kapiteel is er echter geen sprake vanhe t doorstromen van krachten, maar l i jken de krachten zichju is t in de elementen op te hopen en deze het karakter vanzelfs tandige 'krachtcentra ' te geven. In plaats van ui t -stulpen is er eerder een spanning die dat tegengaat; inplaats van de wijde schotel een s tei le trechtervorm , inplaats van het bladmotief strakke banden om de hals vanhet kapiteel .

    De manier waarop we nu naar het beeld van het krachtenverloop in deze twee kapitelen gekeken hebben, hebben wijook toegepast op de ontslui t ingsstruktuur van een woongebied. Bij de kapitelen n bij de ontslui t ingsstrukturen

    - 17 ,.

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    23/110

    moet er dan wel sprake zijn van gedifferentieerdheid, inde vorm van verschillende elementen. De manier waarop dieelementen op elkaar aansluiten (zich naar elkaar to e ver-takken) bepaalt dan of de struktuur gekarakteriseerd wordtmet de term 'krachtcentrum', dan wel met de term 'kracht-doorstroming'.

    Wanneer bij die struktuur (van bouwonderdelen of ont-slui tingen ) sprake is van krachtdoorstroming, zullen erook 'krachtcentra ' in te onderscheiden zlJn. De term'krachtdoorstroming' gebruiken wij n . l . voor het inhoude-l i jk kriterium van het gemeenschappelijk produkt van ruim-tel i jkheid en dingmatigheid Valt de nadruk op krachtcen-t ra in de struktuur, dan i s echter de term 'krachtcentrum'van toepassing.

    Om een en ander te i l lustreren dienen weer de plannenvan 't HooI (Bakerna) en Steilshoop (Smithsons). In 't HooIval de ontslui tngsstruktuur geheel samen met de ruimte-vorm, da t geeft het plan al ie ts enkelvoudigs. Bovendienis er voor de voetgangers geen eigen ontslui t ingsstruk-tuur; z ij lopen meest op stoepen langs de wegen.

    In Bakema's schets van de ontslui t ingsstruktuur van't HooI (f ig. 8) zien we een zware stam met vertakkingen.Die 'boom geeft een duidel i jk beeld van een gecentral i -seerde en in zichzelf bepaalde ontslui t ingsstruktuur. Deboom is n.l . meteen al kompleet: dat is reden om dezestruktuur te karakteriseren met de term 'krachtcentrum'.

    In 'S tei lshoop' vallen de ontsluitngsstrukturen niet sa-men met de ruimtevorm. Het naar buiten brengen van deautoverzamelwegen zorgt ervoor dat de looproutes mindergekruist worden en een zelfstandige struktuur kunnen vor-men (f ig. 9).Door de op elkaar afgestemde verschillende ontsluit ings-strukturen is het plan niet in zichzelf besloten. Bovendien zijn de ontslui t ingsstrukturen van 'Steilshoopsteeds 'open ended'. De autoverzamelweg kan b.v. verlengdworden (met opheffing van het driehoekig pleint je) , en hetplan met ee n aantal lussen uitgebreid. Vooral in vergeli j-king met de ontslui t ingsstruktuur van 't HooI is die vanSteilshoop met de term 'krachtdoorstroming' te karakteri-seren.het beeldHet beeld van woninggroeperingen toont zich vaak als ngeheel, zonder dat het samengesteld zijn uit identi tei ten(b v de to t ui tdrukking word t ge brach ZoalsFrankl spreekt van the tota l conception of th eoptical image becomes multiplex' (veel beelden), i s datb ij woninggroeperingen nie t vaak het geval.

    Uit de aard der zaak speel t in het beeld van de woning-groepring het grote aantal . Het gaat immers meestal omeen groepering van veel geli jke eenheden (woningen). Devraag is echter hoe het beeld van dat grote aantal zichverhoudt to t het beeld van de kleinere delen (woningen ofelementen daarvan) die samen dat grote aantal vormen.

    Het polari te i enpaar van de kategorie 'het beeld' ( ' eenbeeld - vl beelden) passen wi j nu to e op dit facet vande woninggroepering. Wanneer het beeld van he t geheeloverheerst (boven het samengesteld zijn daarvan u it de -len) , wordt het beeld gekarakteriseerd met de term 'nbeeld' . Als de totale indruk van het beeld daarentegen be-rust op de indruk van 'samengesteld zi jn ' , dan karakteri-seren we dat met de term 'vl beelden' (de heterotopie).

    In het eerste geval, wanneer in he t beeld het geheelwordt benadrukt, gaat dat vaak gepaard met 'een beeld' vanveel gelijke elementen, die zich door repet i t ie als nhoeveelheid presenteren. Bestaat daarentegen he t beeld u iteen dusdanig aantal ongeveer gelijke elementen dat de- 18 -

    fig.8. schets onts luit ingsstruktuur't hooI

    f ig. 9. onts lui ingsstrul\: tuur stei lshoop

    fig.10. C Weeber, gevel woonblokrotterdam

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    24/110

    .11. v Herk en Nagelkerke,gevelnieuwe houttuinen amsterdam

    12 Let ook op Foucaults ci taat over heteroto-p Ieen: 11 omdat ze de syntax 5stukslaan welke dingen' to t een geheellaten worden' 11

    f ig.12. M Brinkman, gevel spangenrotterdam

    f ig. 13.vreewijk

    veelheid nie t domineert, dan kan het beeld ui teen vallenin de delen het samengesteld is : vl beelden (deheterotopie)

    De delen van het beeld van de woninggroepering hoevenechter nie t de woningen zelf te zi jn , het kan ook een(klein) aantal woningen zijn of op de ident i te i t van deomgeving van ee n aantal woningen betrekking hebben.Wanneer de term 'veel beelden' het beeld van het ontwerpkarakteriseert , dan bestaat dat beeld zowel u it een veelheid (van beelden) als u it enkele beelden. Er is sprakevan ee n gemeenschappelijk produkt (een vereniging van te -genges telden) van I veel ' en van ' enkelen I . Bi de term'een beeld is daar echter geen sprake van: het gaat dansteeds om n beeld.

    In voorbeelden van het beeld van woninggroeperingen kunnen we zien dat verschillende ontwerpers van het n e (nbeeld: f ig. 10) dan wel van het andere uitgangspunt (vlbeelden: f ig . 11) uitgaan.

    Is het tweede uitgangspunt gekozen (vl beelden) dankan de ontwerper in prinCipe twee kanten op:a. h ij benadrukt de verschil len van de geli jke elementenvan de woningen 11);b. hij groepeert de geli jke elementen (de woningen) zoda-

    ni g dat groepen woningen het beeld bepalen, 12).We kunnen het kriterium n beeld - vl beelden nu ook

    toepassen op het beeld van n woning Het gaat dan om dere la t ie van de elementen waaruit het beeld van de woningis samengesteld: kozijnen, geveldelen, balkons etc

    De vraag is dan: ' l i g t die relat ie zodanig dat het beeldvan de woning als het ware ui t elkaar val t en ui t vlbeelden bestaat (fig 12)? Of is het beeld van de woningzOdanig bepaald, dat de onderdelen zich daarin s ta t ischschikken en de eenheid van dat beeld versterken

    13)'

    - 19 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    25/110

    Zowel door de benadrukking van de eenheid van de woning-groepering als door de benadrukking van de eenheid van dewoning, kan het beeld het karakter krijgen van 'nbeeld ' . Wat dat bet re f t is er in fe i te ee n s terke overeen-komst tussen de gevel van de woningen in Vreewijk( f ig . 13) en die van de Peperklip 10).

    Aan de andere kant tonen de gevelsSpangen (f ig. 12 ) en Moorels Huntington

    van Brinkman's14), hoe er

    steeds minder sprake is van het beeld van 'd e woning',doordat er vri je , op beeldassociatie berustende groeperin-gen van gevelelementen zi jn ontworpen, die de gevels eenheterotoop karakter geven en daarmee 'vl beelden' latenzien.

    liTeraTuur I i jsTBakema, J.B.Foucault, M.Frankl, p.Jung, G.G.Kristeva, J .fVIaslow, A.H.Polak, M.Smithson, A. enSmithson, p.

    - 20

    Van stoel to t stad. Zeist, 1964.Original drawings. Bologna, 1978.De woorden en de dingen Baarn, 1966.Principles of arch i tectura I history. Cambridge, 1968.Synchroniciteit . Rotterdam, 1ge1.Archetypen. Katwijk aan Zee, 1976.De vreugde van Giotto. Nijmegen, 1984.Toward a psychology of being. New Vork, 196e.Het kreatief ontwerp in architektuur en stedebouw. Delft 1ge4.Team-X-primer, Architectural Design. Dec. 1962.Urban Structuring. London, 1976.

    fig .14. eh Moore, gevel huntingtonnew york

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    26/110

    wolf hij

    Geboren 1940Bouwkundig ingenieur TH Delft, 1967Was werkzaam op de bureaus Van Emden, Haak enMargryDocent aan de Academ i e van Bouwkunst inTi Iburg sinds 1969Wetenschappel ij k medewerker aan de afdel ingbouwkunde, TH Eindhoven sinds 1975Zelfstandig archltektenbureau in Breda metMargriet Schijns sinds 1971Belangrijkste werken:Advocatenkantoor, Zundert, 1978-1981Jongerenhuisvesting, Breda, 1978-1982

    f ig .1 . schetsontwerp postlaan

    lanaar

    INTERVIEW MET WOLF SCHIJNS OP 10 OKTOBER TE BREDAHet gesprek gaat over twee projekten van Wolf Schijns: eenstudieopdracht voor een ter re in aan de postlaan en eenblokje studentenhuisvesting aan de pasbaan, beide inBreda.Het eerste i s uitgewerkt to t ee n schetsontwerp, het tweedeis gereal iseerd.Voor dit gesprek beschouwen we de twee projekten in e l-kaars v.erlengde, omdat de studentenhuisvesting hoeweleerder gebouwd te zien i s als een uitwerking van een vande blokjes in het postlaanplan. ( f ig . 1)

    Kun je over projekten i e t s vertellen; hoe kwam deopdracht to t stand, en wa t was het gevraagde programma?Beide zijn het opdrachten van de gemeente Breda geweest.De opdracht voor de pasbaan kreeg ik in 1977. Er moest eenplan gemaakt worden voor de invulling van ee n klein perceel in de binnenstad met 25 HAT eenheden. Dat was eenaantrekkelijke opdracht, omdat men in die t i jd nog weinigervaring had met HAT-woningen, je kon dus proberen eennieuwe woonvorm te ontwikkelen. Daarbij is ook, het op eennieuwe manier bouwen in een historische si tuat ie iets datme wel aantrekt .Voor de postlaan was er een studieopdracht. De gemeentehad op een gegeven moment een aantal bouwlokaties in destad, waarvoor ze toen enkele architektenburo 's hebbenuitgenodigd om de mogelijkheden van die terreinen u it tezoeken voor bebouwing met kleine woningen.Wat sprak je aa n in die opdracht voor de postlaan?Vooral de si tuat ie vond ik heel spannend; de l igging ervanin die historische omgeving en de ruimtelijke mogelijkheden ervan Het is echt een heel typisch ter re in,eigenlijk n grote achtertuin; vroeger heeft daar ee n domineeswoning gestaan, met een gracht eromheen. Langzamerhand i s dat gebied verder bebouwd, met woningen en ee npaar scholen. Een gedeelte daarvan wordt nu afgebroken, endi e plekken zouden opgevuld moeten worden met woningbouw.De opdracht daarvoor was heel vr i j gesteld; er werden woningen voor 1- en 2- persoonshuishoudens gevraagd, tevensgeschikt voor bejaarden. Je moest daarbij binnen de voorschrif ten voor de sociale woningbouw werken.Heb je vanuit jouw idee over de opdracht nog dingen aanhet programma gewijzigd of toegevoegd?Nee, nie t bewust, ik heb de aanvullingen eigenlijk meert i jdens het werkproces willen laten ontstaan.

    - 21 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    27/110

    je ie ts dat werkproces vertellen?Mijn werkwijze i s zo dat ik eerst zoek naar de karakteris-tieken van zo'n terrein. En wat dan hier meteen opvalt isaan de ene kant di e enorme monumentale kerk die door eenzoon van architekt Cuypers gebouwd i s , en aan de anderekant een wat dromerig groengebied met zware oude bomenwaar vroeger di e domineeswoning stond. Daartussen loopt depostlaan als een kaarsrechte l i jn , een grens. Dat warenvoor mij eigenlijk de thema's om op in te gaan. Ik wildedie rechte l i jn versterken, omdat hij daar zo typisch i s .Je verwacht dat eigenlijk niet in zo'n oude omgeving. Vanaf de Ginnekenmarkt steek je tussen twee huizen door, viaeen smal steegje en kom je in dat groene gebied. Als ge -zegd wilde ik dus die l i jn versterken. Daarnaast wilde ik,in de richting loodrecht daarop een soort doorgang, eenoverschrijding van die grens maken door een verbindingtussen het groen en die steenachtige kerk. Aan deze karak-ter ist ieken i s eigenlijk het hele ontwerp opgehangen2).

    de kerk

    he t groen

    Hoe kom je op die spanning tussen de kerk en het groen?Door een analyse van de s i tuat ie, een soort intui t ieveorintering. Ik tracht de wezenskenmerken van zo een s i -tuat ie op te zoeken vooral wat betreft de ruimtelijke a t-mosfeer. Dat zijn de gevoelskenmerken van die plek diekunnen gaan van beklemmend to t bevrijdend, en noem maarop . Je zoekt daarmee naar voor je ont-werp. Daar z i i natuurli jk wel het gevaar in dat je snelgeneigd bent interpretat ies te geven, of dat je dingenwilt zien die er niet zijn om aan een thema te komen. Maarop zich i s de methode best bruikbaar.Hoe heb je dat thema hier in het ontwerp uitgewerkt?Bij de ingang vanaf de Ginnekenmarkt heb ik een verwijdingwillen bereiken. Ik heb da t opgelost door het scheefzettenvan een woningblok, zodat een soort trechter ontstaat . Aande andere kant b ij de aanslui t ing op de Dillenburgstraatis er een blokje gekomen als stat ische beindiging van eendriehoekige plaats. Het plan is zo eigenlijk een spel metblokken geworden, die elk in zich een afgerond geheel moe-- 22 -

    fig.2. postlaan, schets

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    28/110

    f ig .3 .t met ee n wandelstok de hoek om gaan . . . '

    f ig .5 . ontwerp tolhuis f ig .4 .

    ten vormen, omdat het plan in fasen gerealiseerd zou moete n kunnen worden.Toen ben ik gaan kijken hoe ik die ruimte verder zou kunnen begrenzen. Het heeft nu het. karakter van een groeneruimte, dus daarom heb ik weer tuinen aan de voorkant gemaakt. En ik heb bijvoorbeeld gekeken wat je met een gebogen wand langs de st raa t kunt doen. Hoe je met een soortwandelstok de hoek om kunt gaan ( f ig . 3) .

    Verder heb ik ernaar gezocht hoe je die richting van dekerk naar de groene plek in het blok zou kunnen opnemen.Dat zie je in deze tekening (f ig. 4)

    Die blauwe stroken die je in die richting getekend hebt,zouden dat lichtkappen kunnen zijn?Dat zijn trappenhuizen; het zijn telkens blokjes die vanbinnen uit ontsloten worden, via een portiek. Maar da tmoet dan echt een transparant onderdeel zijn tegen eenmeer gesloten achterkant.In jouw ontwerp voor het tolhuis aan de haven maak je eenzelfde soort compostieo Daar heb je ook het thema van deversterking van een grenslijn Dat is dan de grens tussende oude stad en het water@ En daar ook die lichtkappen alsverbindingsrichting (riga 5)Die blauwe stroken die je in die richting getekend hebt 1zouden dat lichtkappen kunnen zijn?Ja, je hebt toch bepaalde voorkeuren voor motieven die jeonbewust overal in verwerkt. Ik zoek in mijn werk eigenl i jk steeds naar een vereniging van tegenpolen.Terug naar de postlaan@ Is deze tekeninggende stap? 6) een vol-

    - 23 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    29/110

    Ja, hier blijven de tussenverbindingenschuin en de entree wordt recht. Ik heb ook geprobeerd omdie doorgang wat meer te benadrukken, naar de kerk toe,door de fietsenstallingen achter in de tuin te plaatsenzodat di e ook meewerken in die richting.Je kunt hier ook zien hoe ik da t transparant maken naarbinnen to e verder heb uitgewerkt (f ig. 7) . De meer geslo-te n achterkant en het openleggen van de voorkant, da t ishe t thema. Zo ga je langzamerhand steeds meer aan de b9uwvorm zelf werken. Ik had daarbij ook het idee om de 3blokken onderling wat meer differentiatie te geven, maardat idee heb ik weer verlaten, omdat het te nadrukkelijkwerd.Die hoek (Postlaan - Dillenburgstraat . Blok C) is onder-tussen ook veranderd?Dat kun je zien in deze tekening, waarin ik besloten hebniet in diezelfde l i jn hier de hoek om te gaan, maar ju is tde l i jn van de Dillenburgstraat te gaan benadrukken. Ikheb daar een zelfstandig blok van gemaakt, dat alleen aandeze kant de richting van de postlaan overneemt (fig. 8) .Het voordeel van deze oplossing is da t je nu tussen detwee blokken een grote groene plek overhoudt, die preciesop het zuiden l ig t Dat is leuk voor de bewoners van da tblok, want ik vind wel dat die ook een eigen ruimte buitenmoeten hebben.Hoe i s de verdere inrichting van de buitenruimte?De tuinen zijn allemaal bestemd voor gemeenschappelijk ge -bruik en daarbij heeft iedere woning nog een eigen balkonvoor en achter Achter in de tuinen komen fietsenstall in-gen, terwij l de bergingen in de trappenhuizen zi jn opgeno-men.En het parkeren?Dat was ook een punt van studie. Gedeeltelijk kon gebruikgemaakt worden van bestaande parkeergelegenheid in debuurt. Daaraan heb ik nog twee kleine parkeerterreintjestoegevoegd.Kun je ie ts meer vertel len over de verdere uitwerking vanblok A, omdat dat het meest l i jk t op de pasbaan?Ja, daar begint de overgang te o n t s t a a ~ van het stedebouw-kundige naar de architektuur. Het beeld da t ik daarbijwilde nastreven, was een soort kast, waar dan van binnen-ui t een transparante ui tgraving in is gemaakt, zodat dezon daarin gevangen kan worden. Dat wordt zo drie keerherhaald.Denk je daarbij ook al aan een bepaald woningtype?Het zi jn telkens twee appartementen aan weerszijden vaneen portiek. Zo is het uiteindel i jk ook geworden. In depoorten zit ten dan nog eens 2 kleine woningen. Die hebbeneen eigen t rap, n kamer beneden en n kamer boven, metgezamenlijke badkamer en keuken. Ze zijn samen of apart tebewonen.

    - 24 -

    6

    f ig .7 . sche ts blok A

    f ig. 8. hoek pos t laan - di l l enburgs t r aa tblok B en D

    p la t teg rond blok A

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    30/110

    f ig.10. ' s i loachtig gebouw'

    f ig.9.' . . . drie blokken met poorten ertussen . . . !

    f ig.11. ' . . . een bovenbouw die over debenedenbouw heen l ig t . . . I

    Het beeld daarbij is dat van drie blokjes, als hoofdlichamen met poorten ertussen 9) Eerst dacht ik nog ombeneden een doorgaande wand te maken, waarin d it heel ui t -gesproken een poort i s . Maar ja , dat is te l e t t e r l i jk enik heb het ui te indel i jk meer in echt gebouwde volumes teru g willen brengen. Kijk, hier is een schetsje dat ik gemaakt heb, omdat ik soms wel eens denk; wat ben ik nueigenlijk aa n het nastreven. Dat zijn zo van di e si loacht ige gebouwen, waar op een heel direkte manier massa's metelkaar in verband gebracht worden. Zoiets s taat me somsa ls beeld voor ogen om zo'n bouw-kompositie aan te pakken

    10).

    Streef je ernaar opzodanig herklenl)alr

    manier dat de woningen

    Nee, ik wilde al leen uitdrukken dat het woongebouwen zi jn,het blok als een huis. Dat heb ik a ls thema ookb ij de pasbaan, omdat je hier in Breda veel van die groteblokken tegenkomt. Van die stokoude huizen. Daarin i s a l-t i jd van alles gebeurd. Of er nou n iemand in woont ofeen heleboel mensen tegel i jk is eigenlijk niet bepalend,wel dat het kan veranderen terwijl het blok zel f een afgerond geheel bl i j f t .Voor het ontwerp van de gevels heb ik een hele serieschetsen gemaakt, met twee kleuren metselsteen waarmee ikee n zekere beweging in de gevelopbouw en de volumes konbereiken 9) Uiteindel i jk is het een bovenbouw geworden die over de benedenbouw heen l ig t , en aan de voorkant naar beneden komt, ondersteund door twee hoekpunten11) Veel verder is he t nie t uitgewerkt, dat is deaard van een studieplan. Op een gegeven moment bl i j f t he tstaan.Heb je het voor de pasbaan dan gewerkt?Ja, omdat het proces daar verder ging, ben ik op een gegeve n moment met een makette gaan werken. Door zo'n makettekun je maten veel duidel i jker op elkaar afstemmen, je lostdingen dan vaak veel sneller op .Dit i s een makette van halverwege het proces, daar zi t tendingen in zoals het uiteindeli jk helemaal niet gewordenis . Zo zi t ten hier beneden in de portiek nog deuren, ter -wij l het ui te indel i jk een heel open portiek geworden i s ,dat i s veel beter ook. Die opening van het portiek looptover twee lagen door en daar hangt dan een balkonnetje in(f ig. 12).

    - 25 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    31/110

    De achtergevel is ook helemaal veranderd Ik had een dub-bele gevel willen maken, een serre van een eenvoudig plan-tenkassensysteem, maar dan ging niet door, omdat de aanne-mer daar geen verantwoording voor wilde nemen.Aan de indeling van de plattegronden is eveneens wat ver-anderd. Aanvankelijk waren he t woningen met een woonkamervoor en een slaapkamer achter. Toen hebben we echter ge -zegd; we maken die twee kamers even groot, dan schep jeveel meer mogelijkheden. Ik heb eerst ook aan meer gemeenschappelijke woonkamers gedacht. Dat is er uiteindel i jkn op de begane grond geworden. Die wordt anders gebruiktals ik had verwacht. Ik meen dat drie mensen die ruimte nugebruiken als atel ier , dat is ook wel aardig.De hoofdopzet van de plattegronden is eigenlijk een soortkruis 13). Je hebt dwars een gang met keuken erach-te r , en langs een strook met sanitair en dergelijke. Daar-tussen ontstaan dan de kamers.

    Is da t kruis ook de vorm van de hoofdkonstruktie?Ja, in de dwarsrichting zijn er betonnen balken die deruimte overspannen. Aan de achterkant komen die naar bui-ten, daar zie je dat ze blauw geschilderd zlJn. De ramenhebben een daarbij passende kleur gekregen en de kolommenzijn paars.Het gebruik van kleuren i s belangrijk in jouw werk, maarhoe kies je die kleuren?Dat i s eigenlijk iets wat in het hele proces meeloopt, hetwerkt ondersteunend. Ik gebruik kleuren in m' n schetsen,het verschaft duidelijkheid over de kompositie. Vaak werkik met kleurpotlood en je kiest dan kleuren die je op datmoment mooi En zo komen die kleuren dan ook in deuiteindelijke rea l isa t ie terug.En die twee kleuren betonsteen?Oorspronkelijk was alles in witte steen gedacht, maar da twerd te duur. Dus toen moest ik een kombinatie maken vanwitte en rode betonsteen, die toch nog zo l icht mogelijkoverkwam. Ik had daarbij het idee om alles binnen van rodesteen te maken en daarvoor een scherm van witte steen teplaatsen 14), waarbij het rood zo af en toe naarbuiten kwam. In de uiteindelijke uitwerking is dat tochminder sterk, het rood heeft soms te veel de overhand ge-kregen.- 26 -

    fig .12. makette pasbaan

    f ig. 1lL .I de hoofdopzet i s ee n kru is . . . I

    fig .13.I ee n scherm van witte steen . . . '

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    32/110

    fig .15. pasbaan s t raatgevel

    fig .16,17. gevelschetsen postlaanI eenras ter . . . be,

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    33/110

    o ja , als het even zou kunnen, maar de gemeente doet datniet meer, ze wensen nu al t i jd een openbare aanbesteding,dat is goedkoper.Het voordeel i s dan wel dat je niet aan een aannemer vastz i t .Ja, ik denk dat je momenteel als architekt toch wel verderkomt met zo'n openbare aanbesteding. Aannemers willen n . l .allemaal graag het werk hebben en nemen daarom van allesop de koop toe.Toch was er nog wel wat mogelijk b ij de pasbaan; je hebtbijvoorbeeld ook geen standaard balkonhek en deuren toegepast"Dat vind ik ook heel belangri jk, als he t even kan moet jeals archi tekt zo ver mogelijk gaan in je detai l lering. Datis een opvatting, er zi jn er ook die dat ju is t niet vinden. Maar als je zelf detai l leer t wordt het specifieker.Ik vind dat zo'n balkon hier op die plaats een karakterist iek beeld moet tonen en daar zoek je dan naar.Zou dat ook bij een groter projekt kunnen1Ik denk van wel, omdat je dan series kunt maken. Dan kanhet eigenlijk nog veel gemakkelijker en goedkoper.Over je ontwerpopvatting? Ik wilde vragen met wie voel jeje verwant" gezien wat je maakt; architekten schilders, ...... ?Dat zijn er natuurli jk een heleboel, ik heb hier bijvoorbeeld wel aan het magisch realisme gedacht; Magritte,Willink en dat soort mensen. Het magisch realisme haalt demagie van het alledaagse naar voren. Het idee van zo'nscherm met openingen en de dingen daarachter, of het noueen huis i s of wolken, dat komt daar vandaan. En wat architekten betreft , Van Eijck beschouw ik dan als een soortvaderfiguur waar je misschien ook wel vanaf moet en LouisKahn vind ik uiteraard ook heel belangri jk.Gebruik je ook voorbeelden le t ter l i jk in je ontwerp?Nee, dat nie t , je wordt erdoor beinvloed, je kijkt ernaar.Vooral I tal ianen als Rossi, Minardi, Scolari of Botta, di ehet materiaal erg benadrukt, vind ik een interessantegroep. Hun ideevorming interesseert me. Rossi heeft bij-voorbeeld een boekje geschreven: la scientific autobiography', waarin hij o.a schr i j f t over de dingen di e hijgezien heeft t i jdens een ontwerpproces, en hoe die zijnontwerpen hebben bepaald. Of de manier waarop hij bijnanaief via tekeningen beelden verwerkt in dat proces en detekening zelf als middel daarin gebruikt. Dat spreekt meallemaal erg aan

    - 28 -

    pla t tegronden pasbaan1 trappenhuis2 hal3 "TOonk8J!ler4 eten5 keuken6 badk8J!ler7 berging8 zit-slaapk8J!ler9 f ie tsensta ll ing

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    34/110

    schets voorgevelvoorgevel

    achtergevel

    ."M\!

    1 hardroze 0812 blamr 141 1/3 f e l groen 211 \. //4 100 ,/5 003( nummers venr i j ze n naar

    de caran prismalo-kleurpotloden rf' {- t;...kleurplaat achtergevel pasbaan

    - 29 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    35/110

    blok A

    blok C

    - 30 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    36/110

    oranje-roze 051l i ch tgr i j s 003blauw 161

    opbouw blok A, massa en kleur

    voorgevel

    achtergevel

    - 31 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    37/110

    rKOMMENTAAR OP HET ONTWERP VOOR WONINGBOUW AAN DE POSTLAANTE BREDA VAN WOLF SCHIJNS

    Een opdracht van de gemeente Breda om een studie te maken van de mogelijkheden voor woningbouw aan de Postlaan,was het begin van d it projekt, dat nu nog niet verder isgekomen dan ee n voorlopig stedebouwkundig- en architektonisch ontwerp. Het bekommentariren van ee n voorlopig ontwerp heeft zowel voor- als nadelen. Het is enerzijds nognie t getoetst aa n de prakti jk van de stede bouw en van hetbouwen. Maar anderzijds zijn door het uitwerken en de r.eal i ser ing nie t al ler le i kompromissen in he t ontwerp geslopen

    Om hier toch op de manier van uitwerken van ee n gebouwvan Schijns in te gaan, wordt in het verlengde van hetontwerp van de Postlaan ook de door hem eerder uitgevoerdejongerenhuisvesting aa n de Pasbaan (eveneens te Breda) inhet kommentaar betrokken. Dit is goed mogelijk, omdat dejongerenhuisvesting aa n de Pas baan eerder werd ontworpenen uitgevoerd dan het Postlaanprojekt en bij he t laats tevan een ongeveer zelfde groepering van wooneenheden werduitgegaan als bij het eerste projekt ontwikkeld werd (vergelijk plattegrond Pasbaan met blok A Postlaan; verzamelbladen)

    Naast het bespreken van het ontwerp voor de Pas baan komen hier , evenals in het interview, andere ontwerpenvan Schijns aa n de orde; vooral om de ontwikkeling van hetbeeld in zijn ontwerpen na te gaan.

    In dit kommentaar wordt nu het werk van Schijns, met hetPostlaanontwerp a ls uitgangspunt, volgens de in deel A genoemde en besproken archi tektonische- en stede bouwkundigekategorien, aa n de orde gesteld.Doelmatigheid en intentie van programma en ontwerp

    Door de opdracht de mogelijkheden voor woningbouw aa n tePostlaan te onderzoeken, had Schijns enigszins vri j spelin het bepalen van het programma van d it projekt. Mededaardoor kon hij zijn eigen gedachten ontwikkelen (e n inhet ontwerp over de naar zijn idee wenselijkewoon- en samenlevingsvormen voor het midden in het oudecentrum van Breda gelegen bouwterrein. Uit he t ontwerpbl i jkt ee n s terke voorkeur voor een divers i te i t van woonvormen: B.A.T.-eenheden, meer kamerwoningen, als f la t ofmaisonet te , in verschillende bouwvolumes met galer i j - ofport iekontslui t ingen.Het streven naar diversi te i t in het programma, bl i jktbij Schijns voort te komen u it de gedachte dat j u i s t ineen (oude) stad een divers i te i van l-eef- en woonvormenopgenomen moet kunnen worden (interview). Door vanuit dezegedachte te werken kreeg het programma van het ontwerp eenduidelijke intent ie mee.Een soortgeli jk zoeken naar diversi te i t , zi j het in eenandere gedaante, komt naar voren in de manier waaropSchijns het als een uitdaging ziet om in de oude stad tegaan bouwen. Bij voelt zich daarbij genspireerd ( in terview) door de magische rea l is ten (o.a. Magritte enWillink ) , die 'd e magie van het alledaagse naar vorenhaalden en his tor ie , heden en toekomst ' in een mengsel'bij elkaar brachten. Vooral in het ontwerp voor het Tolhuis werkte Schijns deze 'magisch realis t ische vis ie inarchi tektuur ui t , door in dat ontwerp verschillende be -- 32 -

    " ee n divers i te i t van l e e f - enIvoonvormen.

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    38/110

    f ig .1 . tolhuis vanaf de haven gezien.

    f ig .2 . postlaan, eers te schets .

    f ig .3 . postlaan, drie blokken A.

    1. Zie ook de foto 's op de si tuatiekaar t ; verzamel blad.

    staande (en bestaand l i jkende) elementen op te nemeneen losstaande die afkomstig l i j k t van

    Ook bij het Postlaanontwerp zoekt Schijns naar eensoortgel i jke aanslui ting bij de bouwhistorie van de stad.Hi j wil de bouwvolumes van dat ontwerp kwa formaat en proportie , ongeveer laten l i jken op de grote 'stokoude' huizenblokken die in dat deel van Breda veel voorkomen.2"De ruimtevorm

    Aan de ruimtevorm van het stede bouwkundig ontwerp van dePostlaan, bl i jkt op een heel eigen manier gewerkt te zi jn.Dit is goed na te gaan in de reeks schetsen van het ontwerp, en Schijns ' kommentaar daarop in het interview.

    De eerste schets laat zien op welke manier bepaaldeplekken van de si tuat ie , die de ontwerper in een ! intut ieve orintatie! bijzonder aanspraken, zi jn opgepakt, engeiinterpreteerd zi jn weergegeven. Het zi jn, wat Schijnsnoemt, 'd e gevoelskenmerken van die plek' .

    De groene en de rode vlek zijn in di e eerste schets (ziebi jschr i f t f ig. 2) de tekens die staan voor (respektievel i jk ) ee n groep oude beuken en ee n neo-gotische kerk, on der en boven de horizontale grensl i jn van de Postlaan 1) Maar tegel i jker t i jd verbeelden die groene en rode vlek depolen van het ruimte-spanningsveld ( I de ruimtelijkeatmosfeer') van de si tuat ie , met daartussen een grensl i jn(een lang gebouw, als konkretisering, als material iseringvan het ruimte-spanningsveld, die overschreden wordt;eerst in de vorm van n grote doorgang (aangegeven metee n pi j l in f ig . 2), la ter uitgewerkt in de daklichtentrappenhuizen van de 3 blokken A, en de poort-doorgangen

    manier uit te gaan van de ruimte van detuat ie (als ruimte-spanningsveld), daarin een grens te maken en deze tegel i jker t i jd te overschrijden, wordt heeldirekt gewerkt aan het onderverdelen van de ruimte van des i uat ie . De ruimtevorm van het stedebouwkundig ontwerpda t met deze werkwijze bepaald wordt, kr i jgt hierdooreigenlijk als vanzelf het karakter ' subdivisie ' . Het ruimtel i jke van de gegeven si tuat ie wordt n . l . meteen a l opge-

    - 33 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    39/110

    pakt, en door het ontwerpen in de ruimtevorm gereal iseerd.Bi j deze twee schetsen val t op dat de groene en de rode

    vlek niet meer getekend (behoeven te) worden, met he t konkreter worden van de portieken en de poorten: he t real isere n van de verbinding maakt he t kennelijk overbodig aan tegeven wat daarmee verbonden wordt.

    Het zelfde werken 'Op een grenslijn' in een ruimtelijkspanningsveld, vinden wi j ook in het ontwerp voor he t Tolhuis (fig. 4). Wat bij de Postlaan de tegenpolen groen(bomen) en rood (kerk) waren, is hier he t water en de oudebinnenstad. In dit ontwerp zijn de elementen van de ruimtevorm in een opener re la t ie te n opzichte van elkaar geplaats t a ls bi j de Postlaan, waardoor de stedebouwkundigeruimte in he t ontwerp meer doorwerkt.

    Bij de architektonische uitwerking van de blokken A aande Postlaan , wordt een kruis (gevormd door trappenhuisportiek en een dwarsstruktuur) h ~ t ruimtebepalend elementvan di e blokken (f ig. 5). Ook uit de plattegronden van dePasbaan, spreekt een zoeken naar een symmetrische,kristalachtige vorm, als bepalende struktuur. Als Schijns he ttrappenhuis in de blokken A, ' een transparante uitgraving waar de zon in gevangen kan worden' noemt, l i jk thij daarbij ook di e symmetrische kristalachtige struktuurop het oog te hebben.

    f ig .5 . blok A post laan.

    Een symmetrische kristalvorm i s a l t i jd een helder enduideli jk leidmotief. De vraag i s echter of, wanneer alle'aanpassingen' van dit vorm-thema (zoals b.v. in de ui t -werking van de Pas baan (f ig. 6) verwezenlijkt zi jn, zo eenin beginsel symmetrische struktuur nog wel ervaren zalkunnen worden.

    Het toepassen van kristalstrukturen , en andere geomet r ische bepalingen, kan in een ontwerp ie ts fascinerendshebben. Voor w o n i n g p l a t t e g r o n d e ~ gaan zulke opzetten echte r vaak te weinig uit van de doelmatigheid en berusten teveel op de vorm, om een 'eenheid' na te streven.

    Als een van zijn inspirators noemt Schijns ook LouisKahn. Uit het ontwerp voor het advokatenkantoor te Zundert 7), spreekt di e 'oude l ie fde ' heel duideli jk. In hetla tere werk worden di e st r ik te symmetrien steeds meer

    losgelaten, om plaats te maken voor spiegelingen en asymmetrien. In he t Lego-ontwerp kri jg t de ruimtevorm bi j -voorbeeld een veel uitgesprokener en sterkere dynamiek alsin de vroegere ontwerpen.- 34 -

    f ig .4 .to lhu is vanuit de stad gezien.

    f ig .6 . def in i t i e f ontwerp pasbaan.

    f ig .7 . advokatenkantoor te Zundert.

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    40/110

    postlaan blok B.

    fig. 10.postlaan, portiek met postbussen.

    '\- - - - - - - c:::r - - - - -c:::J - - - .\

    A10

    f ig.8. postlaan, onts luit ingen va n de \\Toningen.

    materHne vorma. ontslui t ingsstrukturen

    Als eerste worden hier onder de kategorie 'de materilevorm' de ontslui t ingsstrukturen behandeld.

    In het ontwerp voor de Postlaan zijn de autotoegangen enhet parkeren gescheiden van het loop-woongebied. Dit ui t -gangspunt voor de ontsluit ing van de Postlaan lag erg voorde hand.Om te laten zien hoe de ontslui t ingen van de woningen inhet stedebouwkundig ontwerp l iggen, is daarvan een schetsgemaakt ( f ig . 8). Met die schets wordt duidel i jk hoe in deverschillende blokken CA, B, C en D) verschillende op desi tuat ie van die blokken gente onts luit ingen zijn uitgewerkt; blok A heeft drie interne open trappenhuizen, blokB heeft voordeuren aan de st raa t en aa n de achterkant ex t ra trappen naar de tuin, blok D n trappenhuis, en blokC galeri jen voor n achter (met aan beide zijden trappenhuizen)

    De diversi te i t van deze onts luit ingen val t in de eersteplaats op . De ontsluitingen van de verschillende blokkenvormen samen ee n zich wijd vertakkende open struktuur,(met als hoofdader de Postlaan), die met de term 'krachtdoorstroming' gekarakteriseerd kan wordenb. de kleine voorzieningen

    Onder d it facet valt o.a. de plaatsing eh verdeling vande bergingen en de postbussen. Waar in het ontwerp van dePostlaan aa n (o f in) het buitengebied bergingen zijn geplaats t , i s vaak te weinig gelet op , en te weinig plaatsgemaakt voor de aktivi tei ten die bi j , of net in die bergingen plaats zullen vinden. De bergingen van blok B, diemet tween op het plaatsje van n woning uitkomen (fig9), zullen bijvoorbeeld, zeker een bron van overlast gaanvormen.

    Het b ij elkaar plaatsen van de postbussen van de jongerenhuisvesting (Pasbaan), in een laag stenen blokje in hetopen portiek 10) getuigt van ee n zelfde ongedifferent ieerd denken over het gebruik als b ij de bergingen vande Postlaan. Een gespreide plaatsing van de postbussen, inof net buiten het zelfde port iek, had veel meer op het individuele gebruik aan kunnen s lu i ten . De plaats van postbussen i s wel een deta i l , maar ze worden elke dag gebruikt .c. het groen

    Aan het ontwerp van het groen bl i jkt in de tekeningenvan de Postlaan weinig of geen aandacht te worden gegeven.Dit i s verwonderlijk, omdat daartegenover de gevels welheel ver uitgewerkt zijn voor een voorlopig ontwerp. Bijhet vragen naar ideen over het groen (interview), antwoordt Schijns dat ' het groen 'openbaar' i s . De woningenhebben een klein plaatsje of ee n balkon als buitenruimte.

    - 35 -

  • 8/9/2019 Architectonische studies 1

    41/110

    Aan de vorm van de buitenruimte (plaats je of tuint je) ende relat ie daarvan met he t openbare gebied (en de inrichting van de laatste) is zo weinig aandacht besteed, dathet l i j k t da t er nauwelijks een idee gevormd is over deverhouding van de individuele aktivi tei ten bij degrens van) de woning en de kollektief gebruikte buitenruimten; het groen, spel, etc. Met slechts een aanzet voorhet ontwerp van he t groen, en de bestrating, had de ontwerper dit belangrijke thema enigszins richting kunnen geven.d. de plastiek van de bouwvolumes

    In het ontwerp van de Postlaan hebben verschillendebouwvolumes een gelede opbouw, die sterk spreekt door ak met kleur van de plastiek van die bouwvolu Door de schetsen en tekeningen van Schijns na te) wordt duideli jk dat, met die kleuraksentueringen,de massa's op zo een manier worden geleed, dat de onderdelen zich dynamisch to t elkaar verhouden: de gesuggereerdebeweging van het ene onderdeel, wordt beantwoord door dekontrabeweging van het andere onderdeel.

    De achterkant van blok A gri jpt bijvoorbeeld over he tvolume van dat blok heen in een vertikale beweging, ter -wijl de onderkant van datzelfde blok een horizontaal zichgeleden en uitspreiden suggereert (f ig. 11). Bij blok Bs taat het uitstekende deel van de zijkant op een plint ,waardoor een bij elkaar houden van het bouwvolume (i n eenwankel evenwicht met he t bijna uit elkaar vallen van he tmiddendeel van het gelede blok) wordt gesuggereerd(fig. 9).

    Ook de achterkant van de Pasbaan (fig. 12 ) laat een dy-namisch in elkaar en elkaar grijpen van bouwonderde-le n en bouwmassa's ; , a losely linked structure i ts part f loat and lean ' , om met Frankl! s vloorden tespreken! Met 'krachtdoorstroming' kan deze dynamiek van debouwvolumes gekarakteriseerd worden. Dat geeft uitdrukkingaan het ruimtelijke van d it facet van de materile vormvan Schijns' ontwerpen.4.Het beeld

    Bij het, zojuis t besproken, aksentueren van de geledingvan de bouwvolumes, heeft de kleur een ondersteunende enversterkende rol. Bi j de uitvoering van de Pas baan(f ig . 12) zijn de kleuren eigenlijk met een zelfde kode-rende funktie toegepast: blauw-groen en de deuren paars, in een vr i j vast

    Ui t Schijns' antwoord (interview) op de vraag naar dekeuze van die kleuren bli jkt , da t hij in zijn werk, t i j -dens het schetsen, de kleuren een vri j zelfstandig levenlaa t leiden. Typisch is da t hij blauw kiest voor de bal-ken. Vooral de kleur blauwfekt , wat ingaat tegen de efkie-zen van een kleur, met een decentrerend effekt voor de objekten (de balken), di e naar hun aard j