Oliebollen in de reclame

Bewerkt door Tine, Jente en Evy

2005-2006

Niveau 5

Het is druk op het station. Druk en koud. Bas en opa zitten op een bank op het perron. In de vakantie gaan we een dag naar Amsterdam, had opa beloofd.

1

Bas is doodmoe. Alles heeft hij gezien: het nationaal monument op de Dam, het bureau van politie (opa had daar vroeger een functie), de Kalverstraat, het paleis op de Dam.

2

Er was zelfs een demonstratie. Verpleegsters wilden meer loon.

Opa heeft pas in het ziekenhuis gelegen voor een operatie. Hij kan Bas dus aardig wat informatie geven.

3

Maar nu is de dag voorbij. Het is laat en koud. Bas wilde dat hij thuis was. “Ik heb honger,” zegt hij.

Geen reactie. Opa hoort niet meer zo best. Hij tuurt naar een bord. “ Zeg Bas, kun jij de advertentie op dat bord lezen?” vraagt hij.

4

Bas leest: ,,Oliebollen. De twaalfde gratis.’’

5

Opa komt meteen in actie. ,, Kom op,’’ roept hij, ,, we nemen wel een trein later. Eerst gaan we eten.’’

De kraam staat voor het station. Opa besteld twee porties. Ze zijn lekker warm. Er zit een hoop suiker op.

6

Bas eet zes bollen. Dat vind hij zelf een hele prestatie. Maar wat moet hij met de rest?

,,Opeten,’’ zegt opa. Hij is nog van de generatie die nooit eten weggooit.,,Daarvoor heb ik te vaak honger geleden,’’ zegt hij altijd.

7

Ze moeten rennen om de trein te halen.

8

Een uur later zijn ze thuis.

De volgende dag vraagt mama: ,,Zeg Bas, wat is dat voor troep in je zak? En wat hebben opa en jij uitgespookt? Je kleren staan stijf van het vet.”

9

“Je kunt er wel soep van koken.”

Einde !