nota - VBM · aanwezigheid van chroom(VI) te bepalen voor de medewerkers in gebouw Casco II van de...

21
Bij beantwoording datum, onze referentie en betreît vermelden. Bijlage Rapport Gezondheidsrisico in Casco II door aanwezigheid chroom(VI} Onze referentie 2016019520 Datum 14 maart 2016 www.defensie.ni/cdc Divisie Defensie Gezondheidszorg Organisatie Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG) MPC 56 A Postbus 185 3940 AD Doorn Pagina 1 van 1 W.J. Hakkennes, kolonel Directeur CEAG Het onderzoek en de resultaten daarvan worden in bijgevoegde rapportage beschreven. Verder adviseer ik u het rapport te delen met de betrokken personeelsvertegenwoordiging. Begin 2016 heeft u het CEAG gevraagd om het gezondheidsrisico door aanwezigheid van chroom(VI) te bepalen voor de medewerkers in gebouw Casco II van de Directie Materiële Instandhouding. nota Aan: C-CZSK i.a.a. HDP HDBV Bestuursstaf t.a.v. Bgen Duurling (Vz Taskforce chroomVI) Commando Dienstencentra Ministerie van Defensie

Transcript of nota - VBM · aanwezigheid van chroom(VI) te bepalen voor de medewerkers in gebouw Casco II van de...

Bij beantwoording datum, onze referentie en betreît vermelden.

Bijlage Rapport Gezondheidsrisico in Casco II door aanwezigheid chroom(VI}

Onze referentie 2016019520

Datum 14 maart 2016

www.defensie.ni/cdc

Divisie Defensie Gezondheidszorg Organisatie Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG)

MPC 56 A Postbus 185 3940 AD Doorn

Pagina 1 van 1

W.J. Hakkennes, kolonel

Directeur CEAG

Het onderzoek en de resultaten daarvan worden in bijgevoegde rapportage beschreven. Verder adviseer ik u het rapport te delen met de betrokken personeelsvertegenwoordiging.

Begin 2016 heeft u het CEAG gevraagd om het gezondheidsrisico door aanwezigheid van chroom(VI) te bepalen voor de medewerkers in gebouw Casco II van de Directie Materiële Instandhouding.

nota

Aan: C-CZSK i.a.a. HDP HDBV Bestuursstaf t.a.v. Bgen Duurling (Vz Taskforce chroomVI)

Commando Dienstencentra Ministerie van Defensie

14 maart 2016 Definitief

Datum Status

Gezondheidsrisico's door aanwezigheid chroom(VI) in Casco II

Commando Dienstencentra Ministerie van Defensie

Pagina 2 van 20

CZSK CEAG

Opdrachtgever Auteur(s)

Korte Molenweg 3 Postbus 185 3940 AD Doorn

CDC Defensie Gezondheidszorg Organisatie Coordinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG)

Colofon

Definitief J Gezondheidsrisico's door aanwezigheid chroom(VI) in Casco II 1 14 maart 2016

Pagina 3 van 20

6 Conclusies 17

5 Resultaten lJ 13 5.1 Stofmonsters 13 5.2 Luchtmetingen 14 5.3 Urinemonsters 15 5.4 Luchtmetingen en stofmonsters tijdens sloopwerkzaamheden 15

4.1 Stofmonsters 10 4.2 Luchtmetingen 10 4.3 Urinemonsters 11

4 Werkwijze 10

3 Gezondheidsrisico's en grenswaarden 8 3.1 Gezondheidsrisico's 8; 3.2 Grenswaarden lucht 8 3.3 Grenswaarden stof , 9 3.4 Grenswaarden urine 9

2 Situatieschets 6

1 Inleiding s••••••••••••·······································4

Colofon ., 2

Inhoud

Pagina 4 van 20

1 Chroom VI onderzoek Casco 2. Solidé Projectadvies b.v. 11 februari 2016. Documentnummer NS160159. 2 NEN EN 481. Werkplekatmosfeer. Definitie van de deeltjesgrootteverdellng voor het meten van In de lucht zwevende deeltjes. Niet al het in lucht aanwezige stof wordt ingeademd. Tevens Is per type grenswaarde vastgelegd voor welke stoffractie deze geldt. 3 ISO 14966 Luchtmetingen - identificatie en meting van de concentratie anorganische vezeldeeltjes middels SEM (Scanning electron microscopy). 4 NEN 2991. Lucht - Bepaling van de asbestconcentraties in de binnenlucht en rlsicobeoordellng in en rondom bouwwerken, constructies of objecten waarbij asbesthoudende materialen zijn verwerkt. 5 Chroom kan in verschillende chemische vorm voorkomen. Bijvoorbeeld als: chroom(VI) en chroorn(III). De toxiciteit verschilt sterk. Chroom(VI) is geclassificeerd als carcinogeen. Chroom(VI) kan vervolgens ook weer In verschillende verbindingen voorkomen. Cr03 en calciumchromaat zijn hier een voorbeeld van.

De monsternameapparatuur die is gebruikt staat in de rapportage summier omschreven. Het is daardoor onduidelijk of deze voldoet aan NEN EN 4812.

Arboregeling bijlage XIII verwijst naar deze norm als voorgeschreven methode voor het meten van chroom(VI) in inhaleerbaar stof. Het rapport en de analysecertificaten geven aan dat de kleefmonsters en de lucht- monsters zijn geanalyseerd op de aanwezigheid van chroom VI, e.e.a conform ISO 149663 en NEN 29914• Het is onduidelijk in hoeverre met de gebruikte methode onderscheid kan worden gemaakt tussen verschillende soorten chroomverbindingen5•

Voor meerdere kleef- en luchtmonsters wordt gerapporteerd dat Cr03 is aangetoond. Concentraties worden niet vermeld, zodat het gezondheids- risico onbekend is. Een analysecertificaat vermeldt dat voor het bepalen van de concentraties een andere meet- en analysemethode moet worden toegepast (NIOSH 7600). Het adviesbureau concludeert dat er een chroom(Vl)-concentratie in de lucht aanwezig kan zijn die leidt tot een verhoogd gezondheidsrisico in de polyesterwerkplaats en technische ruimte. Voor de overige ruimten in Casco II geldt dit niet. Het adviesbureau adviseert om in de ruimten waar chroom(VI) is aangetoond chroom VI-concentratiebepalingen te laten uitvoeren.

Om tijdens de revisie van de luchtbehandelingsinstallatie het beheersregime te bepalen, is een aantal stofmonsters uit de ventilatiekanalen genomen om te analyseren op de aanwezigheid van chroom(VI). Volgens de analyse- rapporten bevatten meerdere monsters chroomtrioxide (Cr03). Dit is een chemische verbinding die chroom(VI) bevat. Op verzoek van CZSK neemt het bedrijf aanvullende kleef- en luchtmonsters in Casco II.

In januari 2016 heeft een adviesbureau dat is gespecialiseerd in asbest en sloopgerelateerde projecten, onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van chroom(VI) in de polyesterwerkplaats van Casco II1• Dit onderzoek werd gedaan ter voorbereiding op de revisie van de aanwezige lucht- behandelingsinstallatie. In het gebouw is in het verleden gewerkt met chroom(VI)-houdende materialen. Sinds 2014 voert een extern bedrijf dergelijke werkzaamheden sporadisch uit in een afgesloten cabine en volgens een hygiëneregime.

Inleiding

Definitief 1 Gezondheidsrisico's door aanwezigheid chroom(VI) in Casco II 1 14 maart 2016

1

Pagina S van 20

Leeswijzer Dit rapport geeft de resultaten weer van het vervolgonderzoek door het CEAG. Het rapport beschrijft in hoofdstuk 2 de werksituatie in Casco II, waarna hoofdstuk 3 de gezondheidsrisico's en regelgeving betreffende chroom(VI) weergeeft. In hoofdstuk 4 wordt de werkwijze van het onderzoek weergegeven, waarna hoofdstuk 5 de resultaten weergeeft en bespreekt. Het rapport sluit af met conclusies in hoofdstuk 6.

Dit onderzoek is uitgevoerd voorafgaand aan de ontmanteling van het ventilatiesysteem en de preventieve schoonmaak in Casco II.

• De gezondheidsrisico's door de aangetoonde aanwezigheid van Cr03•

Het CEAG neemt hierbij 'worst-case' aan dat het inderdaad Cr03 betreft.

• De gezondheidsrisico's voor personeel van Klein Bovenwater (KBW) dat dagelijks in Casco II werkzaam is.

• De historische blootstelling door eerdere werkzaamheden met chroom(VI) zoals schuurwerkzaamheden zijn geen onderdeel van het onderzoek.

Het onderzoek gaat in op onderstaande punten.

Doel Naar aanleiding van het onderzoek heeft het CZSK vervolgens aan het CEAG gevraagd om het geadviseerde aanvullende onderzoek uit te voeren. Het aanvullende onderzoek heeft als doel de blootstelling aan chroom(VI) in gebouw Casco II vast te stellen en daarmee het gezondheidsrisico voor de betreffende medewerkers.

Probleemstelling Het gezondheidsrisico is nog onbekend. Er zijn voor zowel lucht- als kleefmonsters geen concentraties vastgesteld, zodat het niet mogelijk is om deze concentraties aan grenswaarden te toetsen. Om de gezondheidsrisico's te bepalen is dus aanvullend onderzoek nodig.

Pagina 6 van 20

6 NEN-EN 689: 1995 Werkplekatmosfeer - Leidraad voor de beoordeling van de blootstelling bij inademing van chemische stoffen voor de vergelijking met de grenswaarden en meetstrategie.

Personeel polyesterwerkplaats. In de polyesterwerkplaats werd tot 2 jaar geleden ca. 2 tot 3 maal per jaar d.m.v. krabben en schuren chroom(VI)houdende primer (calciumchromaat) verwijderd van de snuivertopklep en het uiteinde van de periscoopmast van de onderzeeboten. Vervolgens werd met rollen en kwasten weer nieuwe chroom(VI)houdende primer aangebracht. De afgelopen twee jaar zijn deze werkzaamheden nog eenmaal door een extern bedrijf uitgevoerd in een containment en met inachtneming van het hygiëneregime in de polyester- werkplaats. In de polyesterwerkplaats zijn dagelijks 7 medewerkers werkzaam. De polyesterwerkplaats wordt schoongehouden door 1 eigen medewerker van de instandhoudingsgroep KBW met stofzuigers met HEPA- filter (H14). Het personeel van de polyesterwerkplaats komt slechts incidenteel in de technische ruimte in de dakopbouw op de 1ste verdieping. Voornaamste werkzaamheden betreffen het verwisselen van de twee afvaltonnen onder het afzuigingsysteem van de polyesterwerkplaats. De afvaltonnen worden gemiddeld 1 maal per zes weken vervangen; deze werkzaamheden duren circa 5 minuten. Tijdens de rondgang van het CEAG is geconstateerd dat de afvaltonnen niet volledig waren afgesloten, zodat stofemissie vanuit de tonnen kon plaatsvinden (zie foto 1 in bijlage 1).

Om het gezondheidsrisico vast te stellen, is inzicht nodig in de aard, mate en duur van de blootstelling, zodat deze kan worden vergeleken met de grenswaarden. Op basis van informatie verstrekt door de veiligheidskundige van KBW is een analyse gemaakt van de verschillende functiegroepen en bijbehorende werkzaamheden. Vervolgens zijn deze functiegroepen, conform NEN EN 6896, ingedeeld in twee verschillende homogene bloot- stellingsgroepen: 'Polyesterwerkplaats' en 'Overig'. Dit houdt in dat per groep een vergelijkbare blootstelling wordt verwacht.

In gebouw Casco II werken 91 medewerkers van de instandhoudinggroep Klein Boven Water (KBW) aan het onderhoud van lichte vaartuigen. Casco II heeft op de begane grond een aantal werkplaatsen waaronder een polyesterwerkplaats, botenhal en twee houtwerkplaatsen. Op de eerste verdieping zijn de kantoren, de kantine en nog enkele kleinere werk- plaatsen. In de dakopbouw op de 1 ste verdieping is een technische ruimte waar de luchtbehandelingskasten van de ruimteventilatie en de technische installaties van de afzuigsystemen van de verschillende werkplaatsen zijn geplaatst. Ook in de polyesterwerkplaats is een ventilatiekanaal aanwezig dat uitkomt in de technische ruimte (zie foto 1 en 2 in bijlage 1). Gereed- schap kan bij een aantal aansluitpunten op dit ventilatiekanaal worden aangesloten, zodat puntafzuiging kan worden toegepast.

2 Situatieschets

Definitief 1 Gezondheidsrisico's door aanwezigheid chroom(VI) in Casco II 1 14 maart 2016

Pagina 7 van 20

Overig personeel. De overige 84 medewerkers zijn werkzaam in de andere werkplaatsen (o.a. elektrotechniek, scheepsbouw) of kantoren van CascoII. Dit personeel komt slechts incidenteel (of niet) in de polyesterwerkplaats.

Pagina 8 van 20

7 Arboregeling bijlage XIII.

In overleg met de vakbonden beziet Defensie in 2016 of aanvullend op de wettelijke grenswaarden een private (bedrijfs)grenswaarde van 5 µg/m3 (8 uur TGG) wordt ingevoerd. Deze aanvulling geldt voor twee situaties. Ten eerste voor chroom(VI) verbindingen waarvoor in bijlage XIII van de Arboregeling uitsluitend een 15 minuten TGG is vastgesteld. Ten tweede indien de chemisch samenstelling van een chroom(VI)verbinding niet kan worden vastgesteld; in dat geval wordt een 8 uur TGG van 5 (µg/m3) en een 15 minuten TGG van 10 (µg/m3) gehanteerd. De 10 (µg/m3) is de laagste 15 min TGG-grenswaarde die in Arboregeling bijlage XIII is opgenomen.

H = huidnotatie. Die aanduiding betekent dat maatregelen noodzakelijk zijn om de huid te beschermen. Het CEAG classificeert Cr03 als oplosbare verbinding. TGG= Tijd Gewogen Gemiddelde.

Tabel 1: Wetteliike/Private arenswaarden chroom 'VI )-verbindinaen Verbinding 8 uurTGG 15 min TGG

(uc/rrr') (1Jo/m3)

Chroom (VI)-oolosbare verbindinaen (H) 10 20 Chroomtrioxide (CrO~) 10 20 Calciumchromaat (CaCr04) 5 10

Het huidige grenswaardenstelsel voor chroom(VI)-verbindingen is complex. Voor chroom(VI) verbindingen zijn voor verschillende chroom(VI)- verbindingen grenswaarden opgesteld7• De voor dit onderzoek relevante grenswaarden staan in tabel 1 vermeld. De 5 (µg/m3) 8 uur TGG voor calciumchromaat is een voorgestelde private (bedrijfs-)grenswaarde.

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft voor chroom(VI) verbindingen grenswaarden voor de concentratie in de lucht opgesteld. De luchtconcentratie op de werkplek mag deze grenswaarden niet overschrijden. Indien dit wel het geval is moeten de benodigde maatregelen zijn opgenomen in de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). Bij overschrijding van de grenswaarden mogen tijdelijk persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt.

3.2 Grenswaarden lucht

Chroom(VI)-verbindingen zijn schadelijk voor de gezondheid en bij blootstelling kunnen zowel acute als chronische effecten optreden. Chroom(VI)-verbindingen zijn geGlassificeerd als genotoxisch carcinogeen.

3.1 Gezondheidsrisico's

3 Gezondheidsrisico's en grenswaarden

Definitief 1 Gezondheidsrisico's door aanwezigheid chroom(VI) in Casco II I 14 maart 2016

Pagina g van 20

8 GGD, 2014. Zware metalen en chroom-6 in stof. Gezondheidskundige risicobeoordeling POMS-site Eygelshoven

De vastgestelde concentratie chroom in urine is een indicator van bloot- stelling aan 'totaal oplosbaar chroom' via inademing, inslikken en huid. Dit betreft dus niet alleen chroom(VI)-verbindingen en evenmin alleen bloot- stelling tijdens de arbeid. Chroom afkomstig van andere bronnen zoals bijvoorbeeld voeding (chroom III) en roken (chroom VI) wordt ook gemeten in de urine. In de urine komt altijd chroom voor. Chroomverbindingen worden snel uit het lichaam uitgescheiden waardoor alleen een recente blootstelling tot enkele dagen voor de urineafname kan worden bepaald. De resultaten zeggen alleen iets over de blootstelling aan chroomverbindingen en niets over de mogelijke gezondheidseffecten door blootstelling aan chroom. De resultaten zijn daarom aanvullend op de resultaten die met luchtmetingen worden verkregen. Er bestaat geen (inter)nationaal vastgestelde grenswaarde voor chroom in urine bij blootstelling tijdens de arbeid. Omdat in de luchtmetingen geen concentratie boven de detectielimiet is aangetoond wordt de concentratie in de urine vergeleken met een referentiewaarde, die is gebaseerd op urineconcentraties bij mensen die niet aan chroom zijn blootgesteld. Het laboratorium Medlon adviseert hiervoor als referentiewaarde 4 prnol/rnol creatinine.

3.4 Grenswaarden urine

Er is geen grenswaarde voor een maximaal toegestane concentratie chroom(VI) in stof- of kleefmonsters vastgesteld. Een dergelijke grens- waarde is alleen voor asbestvezels aanwezig. De NEN 2991 waarin deze grenswaarden zijn opgenomen waarschuwt echter met nadruk dat deze indicatief zijn. Voor het vaststellen van de concentratie chroom(VI) in stofmonsters zijn meerdere technieken beschikbaar. De bruikbaarheid van de resultaten is echter zeer beperkt, omdat het aanwezig zijn van chroom(VI) in stof niets zegt over de mogelijke blootstelling en eventuele gezond heidsrisico's8.

3.3 Grenswaarden stof

Pagina 10 van 20

9 Asbest onderdrukmachines.

De luchtconcentratie chroom(VI) is bepaald met stationaire metingen. De meetstrategie en toetsing is uitgevoerd conform NEN-EN 689. De lucht- monsters zijn verzameld met apparatuur die voldoet aan NEN-EN 482. De stationaire metingen zijn uitgevoerd op ademhoogte (ca. 1,5 m boven het vloeroppervlak). Er is gebruik gemaakt van GilAir-plus luchtpompen, waarmee lucht door een filter is gezogen met een flow van 2,1 liter per minuut. Het filter is hierbij opgenomen in een PAS-6 monsternemingskop, die de inhaleerbare stoffractie afvangt conform NEN-EN 481. De monster- name pompen zijn gekalibreerd met een NMI-gekeurde kalibrator. Conform

Tijdens de luchtmetingen is getracht om de omstandigheden tijdens de gebruikssituatie zo goed mogelijk te simuleren. Casco II was na het aantonen van Cr03 namelijk ontruimd. Voorafgaand aan de metingen zijn (gedurende twee uren) ventilatoren9 geplaatst in de polyesterwerkplaats en technische ruimte en is de ruimteventilatie weer opgestart. Tijdens de metingen heeft de ventilator in de polyesterwerkplaats nogmaals een uur aangestaan, is de loopkraan meerdere malen verplaatst en is met een hoogwerker gereden. In o.a. de kantine zijn de deuren opengezet en is van de banken stof opgewerveld.

4.2 Luchtmetingen

Voor het verifiëren van de aanwezigheid van chroom(VI) zijn op een aantal locaties waar eerder Cr03 werd aangetoond, stofmonsters verzameld. Van een oppervlakte van maximaal 20 bij 20 cm is het aanwezige stof ver- zameld. De stofmonsters zijn enkel verzameld om inzicht te geven in hoeverre chroom(VI) inderdaad aanwezig was in het stof. De aanwezigheid in het stof zegt namelijk niets over de mogelijke blootstelling en eventuele gezondheidsrisico's. Voor stofmonsters is geen wettelijk voorgeschreven monstername- of analysemethode vastgesteld of een grenswaarde voor een maximaal toegestane hoeveelheid. De stofmonsters zijn door het labo- ratorium van RPS geanalyseerd op de aanwezigheid van chroom(VI) en chroom (ICP-MS).

4.1 Stofmonsters

Om een uitspraak te kunnen doen over de gezondheidsrisico's voor het personeel in Casco II heeft het CEAG de volgende werkwijze gevolgd. Allereerst zijn stofmonsters verzameld voor het verifiëren van de aanwezigheid van chroom(VI). De locaties voor deze stofmonsters zijn bepaald op basis van een aantal locaties waar volgens het externe adviesbureau Cr03 aanwezig was (paragraaf 4.1.). Aansluitend zijn concentraties chroom(VI) in de lucht gemeten en vergeleken met de grenswaarden die gelden voor de: arbeidssituatie (paragraaf 4.2.). Verder zijn urinemonsters verzameld (paragraaf 4.3.).

4 Werkwijze

Definitief 1 Gezondheidsrisico's door aanwezigheid chroom(Vl) in Casco Il 1 14 maart 2016

Pagina 11 van 20

10 Algemene eisen voor de bekwaamheid van beproevings- en kalibratielaboratoria 11 Werkplekatmosfeer - Leidraad voor de beoordeling van de blootstelling bij inademing van chemische stoffen voor de vergelijking met de grenswaarden en de meetstrategie. 12 Arbeidshygiënische metingen zijn meestal lognormaal verdeeld. Het GM is de gemiddelde waarde van deze verdeling.

De monsters zijn in het gezondheidscentrum te Den Helder gedurende 4 dagen opgeslagen bij 4 C0• Op de 5 e dag zijn de monsters getransporteerd naar het klinisch laboratorium Medlon. De monsters zijn binnen een week na aankomst bij het laboratorium geanalyseerd. Voor de wijze van afname en het verzenden van de urinemonsters wordt een protocol gehanteerd dat is opgesteld i.o.m. het laboratorium Medlon dat de urinemonsters heeft geanalyseerd.

Het personeel is de mogelijkheid geboden om de chroomconcentratie in urine te laten bepalen. Door 111 personen is de dag na het staken van de werkzaamheden in Casco II een urinemonster ingeleverd bij het gezondheidscentrum. Dit betreft zowel personeel van KBW als extern personeel (bijvoorbeeld personeel van een schoonmaakbedrijf dat de kantoren schoonhoudt). Conform de Human Biological Application Data Sheet (BADS) voor chroom zijn de urinemonsters binnen 48 uur na de laatste blootstelling afgenomen.

4.3 Urinemonsters

Wanneer aan één van de voorwaarden van (a), (b) of (c) is voldaan, kan de beoordeling beëindigd worden. In alle gevallen kunnen periodieke metingen worden overwogen, conform bijlage Een/of F.

a. Als het eerste resultaat lager is dan 10% van de grenswaarde ligt de blootstelling onder de grenswaarde.

b. Als elk resultaat van minstens drie verschillende werkperioden kleiner of gelijk is dan 25% van de grenswaarde, ligt de blootstelling onder de grenswaarde.

c. Als de resultaten van tenminste drie verschillende werkperioden lager zijn dan de grenswaarde en het geometrisch gemiddelde (GM)12 van alle metingen is kleiner dan 50% van de grenswaarde, dan ligt de blootstelling onder de grenswaarde. Er zijn echter altijd periodieke metingen nodig.

d. Als een resultaat hoger is dan de grenswaarde ligt de blootstelling boven de grenswaarde.

De resultaten van de luchtmetingen zijn beoordeeld conform NEN-EN 689 (bijlage C) 11• Samengevat hanteert deze methode de onderstaande criteria.

EN 1232 mag de flow gedurende de meettijd niet meer dan 5% afwijken (verschil voor-/na-ijking). De analyses zijn uitgevoerd in het laboratorium van RPS Analyse bv. Dit laboratorium voldoet aan de accreditatiecriteria voor testlaboratoria zoals vastgelegd in NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005710 en is geregistreerd door de Stichting Raad voor Accreditatie onder het registratienummer L192. De analyse van chroom (VI) valt onder de lijst van geaccrediteerde ver- richtingen.

Pagina 12 van 20

13 Medical Laboratories - Requirements for Quality and Competence

Medlon voldoet aan de NEN-EN-IS0-15189:201213 en participeert maandelijks in een internationale validatie (UK NEQAS for Trace Elements) waarbij elke maand de analyses per metaal worden beoordeeld. Voor de analyse van metalen maakt Medlon gebruik van de ICP-MS techniek.

Definitief 1 Gezondheidsrisico's door aanwezigheid chroom(VI) in Casco II 1 14 maart 2016

Pagina 13 van 20

In alle stofmonsters is 'chroom totaal' aangetoond. Dit betreft dus meerdere chroomverbindingen, zoals bijvoorbeeld chroom(III). In slechts twee van die stofmonsters was chroom(VI) aanwezig. In het eerste monster was chroom(VI) aanwezig in stof op een groene ladekast in de lijmhoek van de polyesterwerkplaats. Deze ladekast bevond zich onder een aansluitpunt van het ventilatiekanaal. In het tweede monster was chroom(VI) aanwezig boven de opvangton van het ventilatiekanaal in de technische ruimte. Hoewel dus alleen in de directe nabijheid van de ventilatiekanalen chroom(VI) werd aangetoond, wordt 'worst-case1 niet uitgesloten dat ook op andere plaatsen sporen chroom(VI) aanwezig kunnen zijn geweest. De

Tabel 2: Aanwezioheid chroom(VI) in stofmonsters (mg/kg)

Ruimte Locatie Chroom(VI) Polyester werkplaats Uit ventilatiekanaal boven olievat bii liimhoek ~~5 Polyester <:: 5 werkplaats Ventilatierooster aan plafond (midden) Polyester ~!S werkplaats Buis afzuiaing aan plafond boven liimhoek Polyester ~ 5 werkplaats Vloer douchecabine bij lijmhoek Polyester <5 werkplaats Dak oude schuurcabine Polyester Groene ladekast in lijmhoek (onder werkplaats aansluitpunt ventilatiekanaal) 13,,-2 Technische Tussen de twee trechters van ruimte ventilatiekanaal voor linker deur linker

trechter ;'< 5 Technische ruimte Boven oovanaton trechter ventilatiekanaal Hl,{4 Technische Opstaande rand van muur bij LBK kleine ruimte vaartulqen .. < 5

Op 9 februari 2016 zijn in de polyesterwerkplaats en de technische ruimte negen stofmonsters verzameld. De stofmonsters zijn geanalyseerd op de aanwezigheid van chroom(totaal) en chroom(VI). Zie bijlage 1 voor de exacte locaties van de monstername.

5.1 Stofmonsters

Dit hoofdstuk beschrijft de resultaten van de stofmonsters en luchtmonsters die 2016 zijn verzameld in Casco II (paragraaf 5.1. en 5.2.). Tevens worden de resultaten van de urinemonsters besproken (paragraaf 5.3.). Tenslotte bespreekt paragraaf 5.4. de resultaten van stof- en luchtmonsters die tijdens de ontmanteling van het ventilatiesysteem zijn genomen. Dit vervolgonderzoek is uitqevoerd door het externe adviesbureau RPS in opdracht van het bedrijf dat de ontmanteling van de ventilatiekanalen en de industriële reiniging uitvoert in Casco II.

Resultaten 5

Pagina 14 van 20

In alle luchtmonsters is de concentratie chroom(VI) lager dan de detectielimiet van de meetmethode ( <0,11 µg/m3). De grenswaarde van het volgens het adviesbureau aangetoonde Cr03 ( chroomtrioxide) is 10 µg/m3. De gemeten luchtconcentraties chroom(VI) zijn dus minimaal 100 x lager dan de grenswaarde van Cr03. Zover bekend zijn in het recente ver- leden in de polyesterwerkplaats alleen werkzaamheden uitgevoerd aan scheepsonderdelen behandeld met een primer met calciumchromaat. Het resultaat van de toetsing aan NEN EN 689 is hetzelfde indien Defensie en de vakbonden besluiten om aanvullend een private (bedrijfs-) grenswaarde in te voeren van 5 (µg/m3) als 8 uur TGG voor calciumchromaat. Conform NEN-EN 689 blijft de luchtconcentratie dus (ruim) onder de grenswaarde.

< kleiner dan de detectielimiet van de meetmethode

a e ee resu a en s a ronaire uc me mqen Ruimte Locatie Meetduur Chroom(VI)

(min) (1Jg/m3)

Polyester werkplaats Bij luchtdouche/nieuwe schuurcabine 428 <f(j)1;rn

Polyester werkplaats Midden ruimte 420 ~(i),U Polyester werkplaats Bij deur onderzoek/test 420 ~(i)1,!1.1ll. Polyester werkplaats In lijm hoek 420 ~(i)l,!l.'il. Technische ruimte Bij afzuiginstallatie 425 ~(i),,!1.!1. Technische ruimte Bij nooduitgang 429 <:i(i),,!l.!I. Boten loods Midden loods 427 ~(i),,!l.!I. Hal begane grond Uitgiftebalie 420 <l@!BI. Pauzeruimte Bij eettafel achter in ruimte 420 <l(i),,'ll.:11. Pauzeruimte Bij eettafel voor in ruimte 421 <l(i),,~i!I. Lift Midden van ruimte 420 <l(i),iilJ.

ht t t t lt t T b 1 3 M t

In de polyesterwerkplaats, de technische ruimte en enkele aangrenzende ruimtes zijn 11 luchtmonsters verzameld. De monsters zijn verzameld op plaatsen waar tijdens het eerste onderzoek was geconcludeerd dat er een chroom(VI)-concentratie in de lucht aanwezig kan zijn die leidt tot een verhoogd gezondheidsrisico (polyesterwerkplaats en technische ruimte). Tevens zijn in een aantal andere ruimten aanvullende metingen uitgevoerd, omdat deze nog niet waren uitgevoerd. De resultaten van de metingen staan in tabel 3.

5.2 Luchtmetingen

hoeveelheden hiervan zullen echter zeer gering zijn geweest. Een voor de gezondheid relevante blootstelling via huid of inslikken, wordt voor beide blootstellingsgroepen ('personeel polyesterwerkplaats' en 'overig personeel') niet verwacht.

Definitief 1 Gezondheidsrisico's door aanwezigheid chroom(VI) in Casco Il 1 14 maart 2016

Pagina 15 van 20

14 LOQ is een term die wordt gebruikt om laagste concentratie weer te geven die betrouwbaar gemeten kan worden door analytische methode.

PAS = Personal airsampling. De werknemer draagt hierbij tijdens de werkzaamheden een luchtmonsternamepomp.

Tabel 4. Resultaten RPS luchtmetin< en chroom(VI) tijdens sloop Locatie Meetduur (min) Chroom(VI)

(µg/m3)

Stationaire meting 1 352 <i(i),lrn

Stationaire meting 2 354 <i:!il,ll.3 Stationaire meting 3 354 4(i),,il.~

PAS 1 346 <i(i),ll]

PAS2 359 ~(i), as PAS 3 358 <i!il"!l.B

Na het onderzoek van het CEAG is de ontmanteling van de ventilatiekanalen en preventieve schoonmaak gestart door een extern bedrijf. Omdat het vaststellen van de beheersmaatregelen tijdens deze werkzaamheden geen werkgeversverantwoordelijkheid is van Defensie heeft het sloop- en reinigingsbedrijf hiervoor RPS ingehuurd. Deze heeft stof- en luchtmetingen uitgevoerd tijdens het ontmantelen. De resultaten hiervan staan vermeld in tabel 4, 5 en 6. De resultaten zijn overgenomen uit: Briefrapport blootstellingsonderzoek Chroom VI. RPS. Kenmerk: 1601010AOO d.d. 25 februari 2016.

5.4 Luchtmetingen en stofmonsters tijdens sloopwerkzaamheden

Er zijn 111 urinemonsters geanalyseerd en van 104 monsters is met zekerheid te stellen dat concentratie onder de referentiewaarde ligt. Bij 7 urinemonsters kan doordat de chroomconcentratie onder de 'Limit of Quantification (LOQ)14' van 10 nrnol/l ligt en doordat de monsters een lage creatininewaarde hadden niet met zekerheid gesteld worden dat de concentraties onder de referentiewaarde liggen. Met andere woorden de exacte chroomconcentratie kon daardoor niet worden bepaald. Deze 7 monsters waren niet afkomstig van één bepaalde blootstellinggroep maar waren verdeeld over.beide blootstellingsgroepen ('personeel polyester- werkplaats' en 'overig personeel'). De urinemonsters ondersteunen daarmee de resultaten van de stof- en luchtmonsters, dat een voor de gezondheid relevante blootstelling door eventuele restanten/sporen chroom(VI) niet wordt verwacht.

5.3 Urinemonsters

Pagina 16 van 20

De resultaten tijdens de sloopwerkzaamheden komen daarmee overeen met de resultaten van de stof-, lucht- en urinemonsters van het CEAG. De blootstelling tijdens de sloopwerkzaamheden zijn daarbij 'worst-case' vergeleken met reguliere werkzaamheden door KBW-personeel.

Het onderzoek van RPS sluit dan ook af met de conclusie dat er geen luchtblootstelling aan chroom(VI) heeft plaatsgevonden tijdens de werkzaamheden, terwijl tijdens het sloopwerk visueel veel stof vrijkwam.

• in zowel de plaatsgebonden als persoonsgebonden luchtmetingen geen detecteerbare concentraties chroom (VI) worden aangetroffen;

• in de veegmonsters genomen van oppervlakken geen detecteerbare concentraties chroom(VI) zijn gevonden, ook niet in stof dat zich in de loop der tijd verzameld heeft op een afzuigkanaal;

• in twee enigszins gelijkaardige monsters afkomstig van kanalen boven de schuurcabine wordt chroom(VI) gevonden.

De conclusies van dit onderzoek dat is uitgevoerd tijdens ontmantelen van de kanalen zijn dat:

Tabel 6. Resultaten RPS veegmonsters uit kanalen (mg/ka) Locatie Chroom(VI)

Stof dat uit kanaal viel boven oude schuurcabine. 33,4 i

Idem, uit kanaal boven oude schuurcabine, van binnenwand. <5 Idem, alleen direct uit verwijderd kanaal. 21,4 Bronafzuigkanaal raamzijde <S Bronafzuigkanaal raamzijde <5 Kanaal links achter oude schuurcabine <5 Kanaal rechts achter oude schuurcabine <5

Locatie Chroom(VI)

Stof op afvoerkanaal <0,001 Afsluitdeksel bronafzuiging raamzijde <@,001 Binnenwand kanaalhoek buitengevel raamzijde <0,001

Tabel 5. Resultaten RPS wipes (uq/crn'')

Definitief 1 Gezondheidsrisico's door aanwezigheid chroom(VI) in Casco II 1 14 maart 2016

Pagina 17 van 20

In een vervolgonderzoek door het externe adviesbureau RPS is alleen in twee veegmonsters uit het ventilatiekanaal chroom(VI) aangetoond. Tijdens het verwijderen van de ventilatiekanalen in de polyesterwerkplaats zijn geen luchtconcentraties boven de detectielimiet vastgesteld ( <0,13 µg/m3),

terwijl tijdens deze sloopwerkzaamheden visueel veel stof vrijkwam.

De urinemonsters ondersteunen de resultaten van de stof- en luchtmonsters dat geen relevante recente blootstelling aan chroom(VI) heeft plaatsgevonden in Casco II door aanwezigheid van eventuele restanten/sporen chroom(VI).

In alle luchtmonsters is de concentratie chroom(VI) lager dan de detectielimiet van de meetmethode ( <0,11 µg/m3). De luchtconcentratie blijft dus (ruim) onder de grenswaarde.

Van alle veegstofmonsters wordt alleen bij een aansluitpunt en afvoerpunt van het ventilatiekanaal chroom(VI) aangetoond boven de detectielimiet van de methode ( < 5 mg/kg). Dat laat onverlet dat 'worst-case' niet wordt uitgesloten dat ook op andere plaatsen sporen chroom(VI) aanwezig kunnen zijn geweest. De hoeveelheden hiervan zullen echter zeer gering zijn geweest.

Een extern adviesbureau heeft onderzoek gedaan naar aanwezigheid van chroom(VI) in Casco II in kleef- en luchtmonsters. Er zijn daarbij geen concentraties vastgesteld. Het adviesbureau concludeert dat er een chroom(VI)-concentratie in de lucht aanwezig kan zijn die leidt tot een verhoogd gezondheidsrisico in de polyesterwerkplaats en technische ruimte. Dit geldt niet voor de overige ruimtes. Om het gezondheidsrisico te bepalen was dus aanvullend onderzoek nodig. Dit aanvullend onderzoek is uit- gevoerd door het CEAG:

6 Conclusies

'r·

Begane grond

. • L j •

0

Uitgiftebalie L

• • e

L • L • L 1 • 1 .

Polyester- L Boten hal werkplaats

; :c .~···

L Locatie luchtmonster • Locatie stofmonster o Locatie stofmonster waarin chroom{VI) is aangetoond

Locaties lucht- en stofmonsters Casco II Bijlage 1

Definitief 1 Gezondheidsrisico's door aanwezigheid chroom(VI) in Casco II 1 14 maart 2016

Dakopbouw

Kantine Lift

L

l ste

Verdieping

Foto 2 Technische ruimte: Afvalton onder ventilatiesysteem chroomVI in stofmonster

Foto 1 Polyesterwerkplaats: Ladenkast lijmhoek met aansluitpunt ventilatiekanaal chroomVI in stofmonster

Definitief 1 Gezondheidsrisico's door aanwezigheid chroom(VI) in Casco II J 14 maart 2016