Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De...

35
Kapucijnenvoer 39 3000 Leuven +32(0)16 33 69 10 fax: +32(0)16 33 69 22 www.kuleuven.be Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier betaald werk: effectieve principes in de Vlaamse praktijk Jeroen Knaeps Ann DeSmet Prof. Dr. Chantal Van Audenhove Werknota maart 2011

Transcript of Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De...

Page 1: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

Kapucijnenvoer 39

3000 Leuven

+32(0)16 33 69 10

fax: +32(0)16 33 69 22

www.kuleuven.be

Nota 3:

Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier betaald werk:

effectieve principes in de Vlaamse praktijk

Jeroen Knaeps

Ann DeSmet

Prof. Dr. Chantal Van Audenhove

Werknota maart 2011

Page 2: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

Opdrachtgever

Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding

Projectmedewerkers LUCAS – K.U.Leuven

Jeroen Knaeps

Wetenschappelijk medewerker

Ann DeSmet

Senior onderzoeker

Prof. dr. Chantal Van Audenhove

Directeur

Page 3: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

3

Samenvatting

Het doel van het onderzoek is om op basis van wetenschappelijke en lokale kennis een

effectieve benadering te beschrijven in het toeleiden naar regulier betaald werk van de

MMPP-doelgroep. Deze fase gaat na in welke mate momenteel evidence-based principes

in de Vlaamse arbeidrehabilitatie toegepast worden.

We kunnen stellen dat Vlaamse arbeidsrehabilitatie-programma‟s momenteel niet alle

evidence-based principes voldoende implementeren.

Wat doet men wel:

op zoek gaan naar een job die het best bij hem of haar past, en cliënten laten kiezen

uit een divers gamma aan jobs. Er worden bovendien weinig mensen geweigerd op

basis van arbeidsverleden, diagnose…

enkel arbeidsgerelateerde diensten aanbieden. Wanneer de randproblemen van de

persoon de begeleiding naar werk te veel hinderen, verwijst men door.

Wat doet men nog onvoldoende:

integratie van arbeid en geestelijke gezondheidszorg. Evidence-based praktijken

raden nochtans aan dat arbeidstraject-begeleiders deelnemen aan vergaderingen in

de geestelijke gezondheidszorg.

snelle zoektocht naar betaald en regulier werk. Langdurige niet-betaalde

voorbereidende stages vertragen dit proces. Volgens evidence-based praktijken is

het belangrijk dat de voorbereidende fase zo kort mogelijk gehouden wordt.

continu en functioneel assessment op de werkvloer. Momenteel worden weinig

werkgerelateerde competenties gemeten, bovendien meet men niet in realistische

werksituaties waardoor geen betrouwbaar beeld ontstaat.

caseload van max. 25 gebruikers per begeleider. De huidige hoge caseload

verhindert vaak zowel continu assessment als maatwerk.

Om beter aan te sluiten bij evidence-based praktijken moet de caseload afgebouwd worden

zodat meer tijd kan gaan naar het zoeken van een geschikte job, en dit zo snel mogelijk en

in overleg met de geestelijke gezondheidszorg. De geïndividualiseerde zoektocht, in

combinatie met functioneel assessment en langdurige opvolging, biedt de beste kansen op

langdurige tewerkstelling van de cliënt.

Page 4: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

4

Inhoudsopgave

1 Doel 5

1.1 Inleiding 5

1.2 Onderzoeksvragen 5

1.3 De evidence-based standaard 6

2 Methode 7 2.1 Deelnemers 7

2.2 Bevragingsinstrument 9

2.3 Procedure 12

3 Resultaten 13 3.1 Jobselectie 16

3.2 Integratie met ggz 16

3.3 Ontwikkeling van jobs 17

3.4 Begeleiding 17

4 Discussie 18

5 Besluit 20

6 Referentielijst 22

7 Bijlage 26

Lijst tabellen

Tabel 1 Principes van IPS ...................................................................................................... 7

Tabel 2 Overzicht bevraagde instanties ................................................................................. 8

Tabel 3 Functies van de geïnterviewden .............................................................................. 8

Tabel 4 Voorbeeld item „caseload‟ van de SEFS ................................................................ 10

Tabel 5 Beschrijving van de scores op de SEFS ................................................................. 10

Tabel 6 Factorstructuur van de SEFS .................................................................................. 11

Tabel 7 Scores op de SEFS.................................................................................................. 13

Tabel 8 Detailscores per item .............................................................................................. 15

Page 5: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

5

1 Doel

1.1 Inleiding

Door het toepassen van evidence-based principes (EBP), het gebruik van methodes die via

systematisch wetenschappelijk onderzoek als het meest effectief bekend staan, neemt de

kans op het bereiken van goede resultaten toe. De integratie van wetenschappelijke kennis

uit effect-onderzoek, klinische expertise van hulpverleners en voorkeuren van gebruikers

leidt tot de beste kwaliteit van zorg aan de gebruiker. De systematische toepassing van

EBP maakt het bovendien mogelijk om programma‟s met elkaar te vergelijken en te

evalueren.

In deze Nota willen we nagaan in welke mate er in Vlaanderen in arbeidsrehabilitatie

evidence-based principes toegepast worden. Dit stelt ons in staat een beeld te vormen van

het draagvlak dat momenteel bestaat in Vlaanderen voor het toepassen van evidence-based

principes. Het overzicht van principes die wel en niet toegepast worden, maakt het ook

mogelijk een inschatting te maken van welke noden aan vorming of bijsturing er zijn.

1.2 Onderzoeksvragen

In deze discussienota willen we nagaan:

“In welke mate past men in Vlaanderen praktijken van evidence-based practices,

zoals internationaal vastgelegd, toe in de arbeidsrehabilitatie om personen met

psychische problemen toe te leiden naar regulier betaald werk?”

In dit deel van het onderzoek gaan we de mate van toepassing van evidence-based

principes na voor 8 types voorzieningen die in Vlaanderen arbeidsrehabilitatie voor de

MMPP-doelgroep aanbieden. Verschillen tussen deze voorzieningen komen ook aan bod.

Page 6: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

6

1.3 De evidence-based standaard

De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-

experimentele studies in Supported Employment. Supported Employment is een methodiek

die regulier betaald werk expliciet als doel stelt. Individual Placement and Support (IPS) is

binnen de Supported Employment-methodiek het meest onderzochte model. Meta-analyses

tonen aan dat IPS een gestandaardiseerd model vormt dat alle evidence-based principes

incorporeert (Bond, Drake, Mueser, & Becker, 1997).

Uit meta-analyses blijkt dat na het volgen van een IPS-programma de gemiddelde

tewerkstellingsgraad 61% bedraagt in vergelijking met 23% bij controlegroepen (Bond,

Drake, & Becker, 2008). Deelnemers van IPS-programma‟s werken bovendien meer uren

per week, verdienen meer geld en zijn meer aan het werk na 18 maanden (34% ten

opzichte van 12%) (Marshall et al., 2001; Bond et al., 2008).

Positieve resultaten op psychosociaal vlak zijn toe te wijzen aan toegenomen tevredenheid

met de eigen financiële situatie en het vinden van een doel in het leven (Bond et al., 2001a;

Mueser et al., 1997; Burns, 2009).

In Europa heeft men de effectiviteit van SE en IPS onderzocht in het internationaal

uitwisselingsproject EQOLISE (Burns & Catty, 2008; Catty et al., 2008; Burns, 2009). De

toepassing van IPS blijkt in de zes Europese landen (Engeland, Duitsland, Nederland,

Italië, Zwitserland en Bulgarije) effectiever dan andere vormen van arbeidsrehabilitatie.

Cliënten vonden meer dan twee keer zo vaak een regulier betaalde baan (54,5% versus

27,6%), behielden hun baan langer en werkten bijna vier keer zoveel uren tijdens de

volgende 18 maanden dan cliënten uit de controlegroep.

Als gevolg van de consistente positievere resultaten van IPS in vergelijking met

traditionele arbeidsrehabilitatieprogramma‟s, wordt IPS internationaal als de “evidence-

base practice” van arbeidsrehabilitatie beschouwd. Het doel van IPS bereikt men door op 7

principes te steunen (Becker & Drake, 1993); (van Erp & Michon, 2009):

Page 7: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

7

Tabel 1 Principes van IPS

Regulier betaald werk is het centrale doel.

Snel en gericht naar een baan zoeken.

De voorkeuren van de cliënt staan centraal.

De trajectbegeleider maakt deel uit van het ggz-team.

Langdurige ondersteuning zowel aan de cliënt als aan de werkgever.

Doorlopende, systematische inschatting van arbeidsmogelijkheden.

Advies en ondersteuning bij uitkeringskwesties.

Om onze onderzoeksvraag te beantwoorden, namelijk de mate van toepassing van EBP in

arbeidsrehabilitatie in Vlaanderen, wordt daarom gebruik gemaakt van instrumenten die

modelgetrouwheid aan SE en IPS meten.

2 Methode

2.1 Deelnemers

Om de implementatie van evidence-based principes na te gaan, werden personen bevraagd

die actief betrokken zijn in de arbeidsrehabilitatie van de MMPP-doelgroep. Hiervoor werd

op voorhand door de VDAB een lijst van acht verschillende types van instanties

opgegeven waaruit de onderzoekers een aantal locaties selecteerden. Vervolgens werd deze

lijst door de onderzoekers aangevuld door zoekacties op internet om de lijst uit te breiden.

Voor een uitgebreide beschrijving van deze doelgroep verwijzen we naar Nota 2.

Er werden 23 organisaties gecontacteerd. Enkele personen (5) weigerden deel te nemen

aan het onderzoek (responsgraad van 78%). De reden die hiervoor werd opgegeven was dat

men vond dat men te weinig kennis en ervaring had (4) of omdat in de eigen

koepelvereniging eerder onderzoek naar dit thema werd uitgevoerd (1).

In totaal werden 18 verschillende organisaties bezocht waar soms meerdere personen,

samen of afzonderlijk, werden bevraagd tijdens 20 interviewmomenten (tabel 2). In totaal

werden 24 personen bevraagd. Al deze interviews werden zo evenwichtig mogelijk

Page 8: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

8

verspreid over Vlaanderen: West-Vlaanderen (2), Oost-Vlaanderen (6), Antwerpen (8),

Vlaams-Brabant (3) en Limburg (5).

Tabel 2 Overzicht bevraagde instanties

Instantie Aantal

organi-

saties

Aantal

interviews/

instantie

GTB 3 4

GOB 3 4

DAC 1 1

BW 1 1

SW 1 1

Partners Zorg 2 2

Partners Empowerment 3 3

IBO 1 1

Psychiatrische zorginstelling 2 2

Ondersteunende dienst voor

werkgever

1 1

Totaal 18 20

Bij de 24 geïnterviewden zijn er 9 mannen en 15 vrouwen. De gemiddelde leeftijd is 35

jaar (voor 4 personen ontbreken de persoonsgegevens). Alle deelnemers hebben tussen 3

maanden en 25 jaar ervaring binnen arbeidsrehabilitatie. Gemiddeld heeft men 7,4 jaar

ervaring (voor 4 personen ontbreken de persoonsgegevens). Deelnemers hadden de

volgende functies (tabel 3):

Tabel 3 Functies van de geïnterviewden

Coördinator 13

Trajectbegeleider 6

Hulpverleners TAZ 3

Bedrijfsleider 1

Hoofd personeelsdienst 1

Page 9: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

9

2.2 Bevragingsinstrument

IPS is het enige evidence-based model dat geconcretiseerd wordt via duidelijke criteria in

een gebruikershandleiding (Bond, Becker, Drake, & Vogler, 1997; Bond, 2002). In deze

gebruikershandleiding, genaamd Implementation Resource Kit of kortweg toolkit (Becker

& Bond, 2002) wordt de implementatie en de evaluatie van SE-modellen uitvoerig

beschreven. De toolkit bevat hiervoor een uitgebreide checklist en vragenlijst: de

Supported Employment Fidelity Scale (SEFS). Deze geeft weer in welke mate een

programma de evidence-based principes van SE trouw volgt (Bond et al., 1997; Bond,

2002; Bond et al., 2001b; Bond, Picone, Mauer, Fishbein, & Stout, 2000; Cocks & Boaden,

2009). Aangezien 20 tot 60% van de variantie in tewerkstellingsuitkomsten verklaard kan

worden door de mate waarin een lokaal programma de bouwstenen trouw volgt (Drake,

Bond, & Rapp, 2006),wordt deze modelgetrouwheidschaal wereldwijd gebruikt. Onlangs

werd ze in het Nederlands vertaald en toegepast (Giesen, van Erp, van Weeghel, Michon,

& Kroon, 2007; Michon, Busschbach, van Vugt, & Stant, 2011).

Het gebruik van de SEFS maakt het mogelijk om programma‟s op te delen in SE en niet-

SE-programma‟s. Omdat IPS een gestandaardiseerde vorm van SE is geworden, en er dus

slechts minimale verschillen bestaan tussen SE en IPS, is de SEFS niet in staat in verdere

mate van detail te discrimineren tussen IPS-programma‟s en andere vormen van SE (Bond

et al., 1997; Bond, 2002).

De SEFS bevat 15 items verdeeld over drie categorieën: personeel, organisatie en diensten.

Elk item bevraagt een principe van SE en wordt gescoord op een 5-punt Likert-schaal. Hoe

hoger de score, hoe beter de implementatie van het principe (zie tabel 4 voor voorbeeld).

De categorie „personeel‟ omvat 3 items over de caseload en de taken van een teamlid. Om

een beter beeld te krijgen van de organisatie wordt in de tweede categorie („organisatie‟)

via drie items nagegaan of er exclusiecriteria bestaan, of de organisatie samenwerkt met de

gezondheidszorg en hoe het team organisatorisch gestructureerd is. De derde categorie,

„diensten‟, is de grootste (9 items) en gaat dieper in op de resultaten en aangeboden

diensten van het programma. Hierbij wordt er gekeken of de organisatie continue

arbeidsmetingen voorziet, maatwerk levert, nazorg verleent…

Page 10: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

10

Tabel 4 Voorbeeld item ‘caseload’ van de SEFS

Item: Caseload Scoring

Arbeidsbegeleiders begeleiden

maximaal 25 cliënten.

1= ratio van 81 of meer cliënten/begeleider

Of niet te scoren.

2= ratio van 61-80 cliënten/begeleider

3= ratio van 41-60 cliënten/begeleider

4= ratio van 26-40 cliënten/begeleider

5= ratio van 25 of minder cliënten/begeleider

De totaalscore op de SEFS wordt berekend door alle scores op te tellen. De minimumscore

bedraagt 15, de maximumscore 75, waarbij hogere scores op een hogere modelgetrouw-

heid wijzen (tabel 5).

Deze totaalscore geeft niet alleen de mate van implementatie van SE weer, ze voorspelt

ook de tewerkstellingsuitkomsten van een programma (Becker, Xie, McHugo, Halliday, &

Martinez, 2006). Dus hoe hoger de score op de SEFS, hoe effectiever het programma

(Becker, Smith, Tanzman, Drake, & Tremblay, 2001; Becker et al., 2006). Dit kan ook

geïnterpreteerd worden als een steeds groter effect naarmate meer IPS principes worden

toegepast.

Tabel 5 Beschrijving van de scores op de SEFS

Score Beschrijving

66-75 een goede implementatie van SE

56-65 een matige implementatie van SE

55 en minder geen SE

De meeste onderzoeken besluiten dat de SEFS een intern consistent instrument is

(Cronbach alfa‟s tussen 0,83 en 0,92) (Bond et al., 2001b; Bond et al., 1997).

De vragenlijst is chronologisch geordend volgens de thema‟s personeel, organisatie en

diensten. Als de antwoorden uit de interviews in internationale literatuur bekeken worden,

Page 11: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

11

kunnen de items in vier dimensies worden gegroepeerd, waarvan sommige zowel op

personeel, organisatie als diensten betrekking hebben. De vier onderliggende dimensies die

aan de basis liggen van de SEFS zijn: jobselectie, integratie met ggz, ontwikkeling van

jobs en begeleiding (Bond et al., 2001b). Deze vier dimensies werden via een factoranalyse

geëxtraheerd en groeperen items die, op basis van de antwoordpatronen van de

respondenten, inhoudelijk gerelateerd zijn. Samen verklaren deze vier dimensies 64% van

alle variantie in de antwoorden. De eerste factor, jobselectie, verklaart 26%. Items die op

deze factor laden handelen over interventies bij het kiezen van een baan waarbij rekening

wordt gehouden met de voorkeuren en mogelijkheden van de cliënt. De vier items die op

de tweede factor laden hebben te maken met de mate waarin een cliënt snel kan instappen

in een team dat samenwerkt met andere diensten. Deze factor verklaart 11% van de

variantie. De derde factor, ontwikkeling van jobs, verklaart 9% en betreft het snel beginnen

zoeken van een job, de tijd dat de trajectbegeleider doorbrengt in de gemeenschap en de

exclusieve focus op arbeidsgerelateerde interventies. De laatste factor verklaart 8% van de

variantie en bevat items die handelen over de structuur van het programma, de caseload en

de algemene in plaats van gefragmenteerde taakinhoud van een arbeidstraject-begeleider

(arbeidstraject-begeleider overloopt alle fasen van het proces).

Tabel 6 Factorstructuur van de SEFS

Factor Factorlading

Factor 1: Jobselectie

11. Langdurigheid van ontwikkelde banen 0,74

7. Continue inschatting van arbeidsmogelijkheden 0,66

9. Het zoeken naar werk afstemmen op de cliënt 0,64

10. Diversiteit in ontwikkelde banen 0,55

12. Werk als overgang 0,48

Factor 2: Integratie met ggz

6. Geen exclusiecriteria 0,67

15. Assertieve omgang en outreach 0,65

4. Integratie van arbeidsrehabilitatie in het ggz behandelteam 0,59

13. Ondersteuning die de cliënt volgt 0,57

Factor 3: Ontwikkeling van jobs

2. Werkbegeleiding door trajectbegeleiders 0,72

8. Snel zoeken naar betaald werk 0.70

Page 12: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

12

14. Hulpverlening in de maatschappij 0,69

Factor 4: Begeleiding

5. Een op arbeid gerichte eenheid 0,72

1. Caseload 0,71

3. Algemene arbeidsdeskundigheid 0,42

2.3 Procedure

Er werden 23 kandidaten door de onderzoeker telefonisch of via e-mail gecontacteerd om

het onderzoek uit te leggen en te vragen naar interesse voor deelname (bijlage 1). Van deze

23 kandidaten weigerden vijf deel te nemen aan het onderzoek (responsgraad van 78%).

Met de 18 kandidaten die wilden deelnemen, werd een afspraak van 1 à 1,5u gemaakt

waarbij afgesproken werd dat de onderzoeker ter plaatse zou komen. Er werd toestemming

gevraagd om het interview op audiotape op te nemen zodat de verwerking van de

interviews vlotter zou verlopen. Geen enkele persoon weigerde de opname van het

interview, maar vanwege praktische belemmeringen, werden vier interviews niet

opgenomen.

Alle interviews vonden plaats tussen oktober en december 2010. Elk interview begon met

een inleiding waarin het onderzoek en de doelstelling werden voorgesteld. Daarna werd de

anonieme verwerking van de gegevens gegarandeerd en werd het informed consent-

formulier door de geïnterviewde ondertekend.

Voor de analyse van de interviews werden de audiotapes volledig uitgeschreven.

Vervolgens werden de interviews gescoord via de toolkit en werden deze scores

geanalyseerd.

Page 13: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

13

3 Resultaten

De gemiddelde modelgetrouwheid van de 18 verschillende organisaties ligt zeer laag, met

een gemiddelde score van 43,1 op 75 (zie tabel 7). Deze score wijst op een zeer beperkte

implementatie van de wetenschappelijk bewezen principes bij de onderzochte

arbeidsrehabilitatieprogramma‟s.

De individuele beoordelingen tonen dat enkel de GOB‟s de principes in hun programma

matig integreren (zie tabel 7). Alle andere organisaties scoren onder de 55, wat erop wijst

dat deze niet als een programma van Begeleid Werken kunnen beschouwd worden.

Bij sommige betrokken organisaties hoort het op zoek gaan naar een competitieve job niet

tot hun takenpakket. Deze organisaties zullen logischer wijze lager scoren op de derde

categorie van de SEFS („diensten‟).

Tabel 7 Scores op de SEFS

Organisatie Score op

SEFS

GOB 3 65

GOB 2 61

GOB 1 57

GTB 3 49

SW 49

GTB 4 47

GTB 1 46

GTB 2 46

Partner Empowerment 3 43

Psychiatrische instelling 2 42

Partner Empowerment 2 39

Psychiatrische instelling 1 39

IBO 38

Partner Empowerment 1 36

Page 14: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

14

Partner Zorg 1 33

DAC 31

Partner Zorg 2 30

BW 25

Dankzij deze gestandaardiseerde kwantitatieve benadering is het mogelijk om eventuele

verschillen tussen organisaties na te gaan. Gemiddeld gezien scoren de GOB‟s het best met

61 op 75, gevolgd door de GTB‟s met een gemiddelde van 47. De psychiatrische

instellingen, partners Empowerment, IBO en Partners Zorg scoren veel lager (tabel 8).

Per type voorziening merken we een vrij grote gelijkenis bij de scores op SE principes.

In de detailscores per item (tabel 8) geven we daarom gemiddelde scores per type

voorziening weer.

Page 15: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

15

Tabel 8 Detailscores per item

Gemiddelde scores op de

items van de SEFS GTB

(4)

GOB

(3)

DAC

(1)

BW (1)

/

SW (1)

IBO

(1)

TAZ

–Zorg

(2)

TAZ –

Empowe

rment (3)

Psy.

Instelling

(2)

Gem.

in Vl.

Jobselectie 3,3 4,3 1 2,7 1,8 1 1,6 1,2 2,4

Langdurigheid van

ontwikkelde banen 3 4 1 3,5 1 1 1 1 2,2

Continue inschatting van

arbeidsmogelijkheden 1 4,3 1 2 5 1 3,7 2 2,4

Het zoeken naar werk

afstemmen op de cliënt 4 5 1 3 1 1 1 1 2,6

Diversiteit in ontwikkelde

banen 4,3 5 1 2 1 1 1,3 1 2,6

Werk als overgang 4 3,3 1 3 1 1 1 1 2,3

Integratie met ggz 2,9 3,35 2,3 2,1 1,8 3,1 3,1 3,6 2,9

Geen exclusiecriteria 4 5 2 1,5 1 4 4 3,5 3,6

Assertieve omgang en

outreach 3,5 3,7 5 4 4 3 3,7 5 3,8

Integratie van

arbeidsrehabilitatie in het ggz

behandelteam

1 1 1 1 1 2,5 2,3 3 1,6

Ondersteuning die de cliënt

volgt 3 3,7 1 2 1 3 2,3 3 2,7

Ontwikkeling van jobs 3,4 4,1 2 1,8 3,3 2,3 2,4 2,8 2,9

Werkbegeleiding door

trajectbegeleiders 4,8 5 4 2 5 4 4 4 4,2

Snel zoeken naar betaald werk 3,3 3,3 1 1 1 1 1 1 1,9

Hulpverlening in de

maatschappij 2 4 1 2,5 4 2 2,3 3,5 2,7

Begeleiding 3,1 4,6 3,7 3,2 4 2,3 3,9 3,8 3,6

Een op arbeid gerichte eenheid 3,5 3,7 5 3 4 3 3,7 4 3,6

Caseload 1,3 5 3 4 4 1 3,7 3,5 3,1

Algemene

arbeidsdeskundigheid 4,5 5 3 2,5 4 3 4,3 4 4

Totaal gemiddelde per

instantie 47 61 31 37 38 31,5 39,3 40,5

Page 16: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

16

3.1 Jobselectie

Uit dit overzicht blijkt dat de bevraagde organisaties een beneden-gemiddelde beoordeling

op de factor jobselectie behalen.

De GTB‟s scoren over het algemeen laag op een continu en functioneel assessment.

Daartegenover staan de IBO, de GOB‟s en de partners Empowerment die hierop heel hoog

scoren. De twee psychiatrische instellingen en de SW maken gebruik van een zeer

functioneel assessment. Doordat ze echter niet-competitieve stages aanbieden scoren ze

volgens de leidraad van de toolkit laag.

Wat de geïndividualiseerde jobzoektocht (gemiddelde GTB en GOB: 4,5) en de diversiteit

in de aangeboden jobs (gemiddelde GTB en GOB: 4,6) betreft, behalen GTB en GOB

goede cijfers.

3.2 Integratie met ggz

Van de principes die gebundeld worden onder de tweede factor, worden er twee goed

geïmplementeerd („geen exclusiecriteria‟ en „assertieve omgang en outreach‟) en één niet

(„integratie van arbeidsrehabilitatie in het ggz behandelteam‟).

De meeste organisaties scoren goed op het item „geen exclusiecriteria‟. Dit houdt in dat

cliënten zelden geweigerd worden als gevolg van bepaalde persoonskenmerken zoals

comorbiditeit. Deze positieve resultaten moeten wel genuanceerd worden. Hoewel de

organisaties vaak geen expliciete exclusiecriteria hebben, zullen ze toch regelmatig

bepaalde doelgroepen weigeren (zoals niet gestabiliseerde alcoholverslavingen). Andere

organisaties scoren artificieel hoog omdat ze iedereen moeten aanvaarden die naar hen

doorverwezen wordt. De mogelijke cliënten moeten bovendien steeds een bewijs van

arbeidshandicap bezitten en meerderjarig zijn. Deze twee voorwaarden werden niet als een

exclusiecriterium beschouwd omdat ze in alle organisaties toegepast worden.

De ondervraagde Vlaamse organisaties behalen goede beoordelingen op assertieve omgang

en outreach. Vooral bij de start van het programma tracht men cliënten zoveel mogelijk te

Page 17: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

17

betrekken in het proces en probeert men tijd te nemen om elkaar te leren kennen. Wanneer

cliënten niet komen opdagen, tracht men de cliënt terug te motiveren door enkele

telefonische contacten. Enkel het DAC gaat actief op zoek naar cliënten die een tijdje niet

komen opdagen.

De „integratie van arbeid met ggz‟ wordt nog niet voldoende toegepast. De contacten met

ggz zijn vaak beperkt als gevolg van de hoge werkdruk en de verplaatsing tussen diensten.

Ook het bieden van continue begeleiding scoort laag. De begeleidingen zijn vaak beperkt

tot drie maanden na tewerkstelling.

3.3 Ontwikkeling van jobs

De organisaties scoren hoog op „werkbegeleiding door trajectbegeleiders‟. Hoge

beoordelingen wijzen er op dat begeleiders alleen hulp aanbieden zolang dit

arbeidsgerelateerd is. Wanneer er geen direct verband is met arbeid, verwijst men door.

Het scoren van dit item is echter moeilijk omdat het niet evident is in te schatten hoeveel

tijd er naar arbeidsgerelateerde hulp gaat.

Hoewel de werkbegeleiding gefocust is op werk, vindt er geen voldoende snelle toeleiding

naar werk plaats.

3.4 Begeleiding

Het principe van „algemene arbeidsdeskundigheid‟, één begeleider voert zoveel mogelijk

fasen zelf uit, wordt zeer goed toegepast. De rehabilitatiefasen die worden onderscheiden

zijn: engagement, assessment, verkrijgen van een baan en langdurige ondersteuning.

Hoewel de gemiddelde beoordeling hoog ligt, zijn er slechts enkele organisaties die

werkelijk alle stappen met één cliënt doorlopen.

Op het item „caseload‟ scoren de GOB‟s en de IBO zeer goed. Er is vooral een hoge

caseload bij de GTB‟s en de partners Zorg. De BW houdt zijn caseload zelf in de hand en

stemt zijn aantal werknemers af op het takenpakket.

Page 18: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

18

4 Discussie

Door een vergelijking te maken tussen de behaalde cijfers op de SEFS van Vlaamse

arbeidsrehabilitatieprogramma‟s en EBP vanuit onderzoek, kunnen die principes

gedistilleerd worden waaraan voldoende aandacht besteed moet worden. We vertrekken

hierbij van de basisprincipes van EBP (zie ook tabel 1).

1) Het model legt geen exclusiecriteria op, iedereen die wil werken, kan deelnemen aan

het programma.

Met een bovengemiddelde beoordeling, scoren de onderzochte Vlaamse

arbeidsbegeleidingsdiensten goed op het includeren van zoveel mogelijk mensen die nood

hebben aan begeleiding. Indicatie van arbeidshandicap en meerderjarigheid werden niet

opgenomen als exclusie-criterium omdat deze criteria in alle organisaties voorkomen. De

score op dit item kan verhoogd worden door een nog bredere doelgroep aan te spreken in

de begeleiding naar een reguliere job (mensen met verslavingsproblemen, mensen die

dreigen uit te vallen op huidige job…)

2) Het model stelt de inschakeling in een regulier betaalde baan als doel.

Of regulier betaalde banen een centrale doelstelling zijn, wordt in de SEFS nergens

rechtstreeks bevraagd. De lage beoordelingen op verscheidene items (assessment op het

werk, snelle zoektocht voor competitieve jobs en diversiteit van de competitieve jobs)

weerspiegelt echter een gebrek aan doelstellingen die in eerste instantie regulier betaalde

banen nastreven.

3) De wensen en doelen van de cliënt staan centraal.

Maatwerk is in Vlaanderen heel belangrijk en wordt weerspiegeld in de goede scores op de

geïndividualiseerde en gediversifieerde job- en stage-zoektocht van die organisaties die

hiervoor instaan (dus met uitzondering van bv. Partners Zorg, BW en SW).

4) Een snelle zoektocht naar werk, een beperkte voorbereidende training en intensieve

begeleiding met natuurlijke ondersteuning op de werkvloer hebben het beste effect.

Page 19: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

19

De zoektocht naar werk met een beperkte voorbereidende training en een intensieve

training op de werkvloer, moet zo snel mogelijk plaatsvinden na instap in het programma.

In de onderzochte Vlaamse steekproef duurt dit echter te lang, waardoor men op dit item

uiterst laag scoort op de SEFS.

5) Via een continu en functioneel assessment tijdens het werk gaat men de competenties

na.

Hoewel er door verschillende organisaties degelijke competentie-analyses uitgevoerd

worden, scoort men over het algemeen relatief laag. Dit komt doordat sommige

organisaties eenmalige en algemene assessments uitvoeren welke ook niet steeds

uitgevoerd worden tijdens werkactiviteiten.

6) Er is een transdisciplinaire samenwerking met de ggz.

De intensieve samenwerking tussen arbeid en zorg is in Vlaanderen relatief nieuw, wat ook

blijkt uit de lage score. Minimale vereisten voor een goede samenwerking met de ggz is

een wekelijks contact, gezamenlijk overleg over de doelen van een cliënt en integratie in

elkaars teams.

7) De cliënt en zijn omgeving worden continu begeleid na het verwerven van de job.

Met een cijfer van 2,67 op 5 scoren de onderzochte Vlaamse organisaties gemiddeld op

nazorg. Deze score wordt gedrukt door de tijdgelimiteerde en beperkte nazorg in de meeste

organisaties. Het installeren van nazorg-begeleiders of onbeperkte nazorg in tijd door één

begeleider, zijn interventies die de beoordeling op dit item doen verhogen.

Page 20: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

20

5 Besluit

De implementatie van wetenschappelijk bewezen principes werd gemeten via de SEFS.

Om een antwoord te formuleren op de eerste onderzoeksvraag “In welke mate

implementeren Vlaamse organisaties evidence-based principes?” kan besloten worden dat

effectieve principes slechts in zeer beperkte mate in Vlaamse arbeidsrehabilitatie-

programma‟s worden toegepast. De hypothese dat de beschutte werkplaatsen en

dagactiviteitencentra laag scoren op de SEFS wordt bevestigd. Deze lage scores, maar ook

die van de sociale werkplaatsen, de psychiatrische instellingen en Partners Zorg en

Empowerment kunnen verklaard worden doordat ze vaak niet betrokken zijn bij de

rechtstreekse toeleiding naar reguliere arbeid. Een hoge totaalscore of hoge afzonderlijke

itemscores kunnen echter enkel bereikt worden wanneer competitieve arbeid of stages

aangeboden worden.

We kunnen besluiten dat de principes het best geïmplementeerd worden bij de GOB‟s. Bij

de andere organisaties was er een zeer beperkte implementatie van integrale evidence-

based principes aanwezig.

GTB en GOB blijken goede cijfers te halen op een geïndividualiseerde jobzoektocht en

diversiteit in de aangeboden jobs. Enkele principes zijn echter moeilijker te implementeren

voor alle locaties. Hieruit kunnen volgende aanbevelingen gedistilleerd worden:

- De integratie van arbeid en geestelijke gezondheidszorg is in Vlaanderen nog zeer

beperkt, met uitzondering van de TAZ. De integratie van experten uit de geestelijke

gezondheidszorg is cruciaal voor de begeleiding van mensen met langdurige

psychische problemen.

- Continue begeleiding blijkt moeilijk te organiseren en veel begeleidingen zijn

daarom beperkt tot drie maanden na tewerkstelling. Vanwege het cyclische karakter

van psychiatrische problemen zou de MMPP-doelgroep baat hebben bij

ongelimiteerde opvolging in tijd (McHugo, Drake, & Becker, 1998; Bond, 2004).

- De toeleiding naar werk kan momenteel enkele weken tot meer dan een jaar in

beslag nemen. Een snelle toeleiding naar werk is echter belangrijk indien men de

cliënt gemotiveerd wil houden en succesvolle arbeidsuitkomsten wil bereiken

Page 21: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

21

(Bond, 1986; McFarlane et al., 2000; Bond, Dietzen, McGrew, & Miller, 1995;

Bond et al., 2001a).

- Lage scores op continu en functioneel assessment kunnen verhogen door meer

assessments op de werkplek. De GOB‟s, IBO en partners Empowerment hebben

momenteel de ruimte om vaardigheden in stage- en werksituaties te meten en

bieden daardoor concrete hulpmiddelen aan de cliënt om zich verder te

ontwikkelen.

We kunnen besluiten dat, om aan te sluiten bij evidence-based praktijken, Vlaamse

arbeidsrehabilitatie-programma‟s:

- sneller starten met een zoektocht naar regulier betaalde banen

- caseloads van begeleiders afbouwen zodat meer tijd gestoken kan worden in

degelijk assessment op de werkvloer en de opbouw van een vertrouwensrelatie

- meer geïndividualiseerde en continue nazorg aanbieden

- intensiever overleggen en samenwerken met de geestelijke gezondheidszorg

Page 22: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

22

6 Referentielijst

Reference List

Becker, D. R. & Bond, G. R. (2002). Supported employment: Getting started with

Evidence-Based Practices. Rockville: MD: Center for Mental Health Services.

Becker, D. R. & Drake, R. E. (1993). A working life: The individual placement and

support (IPS) program. New Hampshire-Dartmouth: Psychiatric Research Center.

Becker, D. R., Smith, J., Tanzman, B., Drake, R. E., & Tremblay, T. (2001).

Fidelity of Supported Employment Programs and Employment Outcomes. Psychiatric

Services, 52, 834-836.

Becker, D. R., Xie, H., McHugo, G. J., Halliday, J., & Martinez, R. A. (2006).

What predicts supported employment program outcomes? Community Mental Health

Journal, 42, 303-313.

Bond, G. R. (2002). A scale to measure quality of supported employment for

persons with severe mental illness. Journal of Vocational Rehabilitation, 17, 239.

Bond, G. R. (2004). Supported employment: evidence for an evidence-based

practice. Psychiatric Rehabilitation Journal, 27, 345.

Bond, G. R. (1986). Accelerating entry into transitional employment in a

psychosocial rehabilitation agency. Rehabilitation Psychology, 31, 143.

Page 23: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

23

Bond, G. R., Becker, D. R., Drake, R. E., Rapp, C. A., Meisler, N., Lehman, A. F.

et al. (2001a). Implementing Supported Employment as an Evidence-Based Practice.

Psychiatric Services, 52, 313.

Bond, G. R., Becker, D. R., Drake, R. E., & Vogler, K. M. (1997). A fidelity scale

for the individual placement and support model of supported employment. Rehabilitation

Counseling Bulletin, 40, 265.

Bond, G. R., Dietzen, L. L., McGrew, J. H., & Miller, L. D. (1995). Accelerating

entry into supported employment for persons with severe psychiatric disabilities.

Rehabilitation Psychology, 40, 75-94.

Bond, G. R., Drake, R. E., & Becker, D. R. (2008). An update on randomized

controlled trials of evidence-based supported employment. Psychiatric Rehabilitation

Journal, 31, 280.

Bond, G. R., Drake, R. E., Mueser, K. T., & Becker, D. R. (1997). An update on

supported employment for people with severe mental illness. Psychiatric Services, 48, 335-

346.

Bond, G. R., Picone, J., Mauer, B., Fishbein, S., & Stout, R. (2000). The quality of

supported employment implementation scale. Journal of Vocational Rehabilitation, 14,

201-212.

Bond, G. R., Vogler, K. M., Resnick, S. G., Evans, L. J., Drake, R. E., & Becker,

D. R. (2001b). Dimensions of supported employment: Factor structure of the IPS fidelity

scale. Journal of Mental Health, 10, 383.

Page 24: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

24

Burns, T. (2009). The impact of supported employment and working on clinical

and social functioning: Results of an international study of individual placement and

support. Schizophrenia Bulletin, 35, 949.

Burns, T. & Catty, J. (2008). IPS in Europe: the EQOLISE trial. Psychiatric

Rehabilitation Journal, 31, 313-317.

Catty, J., Becker, T., Drake, R., Fioritti, A., Knapp, M., Lauber, C. et al. (2008).

Predictors of employment for people with severe mental illness: results of an international

six-centre randomised controlled trial. British journal of psychiatry, 192, 224.

Cocks, E. & Boaden, R. (2009). Evaluation of an employment program for people

with mental illness using the Supported Employment Fidelity Scale. Australian

Occupational Therapy Journal, 56, 300-306.

Drake, R. E., Bond, G. R., & Rapp, C. A. (2006). Explaining the Variance Within

Supported Employment Programs: Comment on 'What Predicts Supported Employment

Outcomes?'. Community Mental Health Journal, 42, 315-318.

Giesen, F., van Erp, N., van Weeghel, J., Michon, H., & Kroon, H. (2007). De

implementatie van Individual Placement and Support in Nederland. Tijdschrift voor

Psychiatrie, 49, 611.

Marshall, M., Crowther, R., Almaraz-Serrano, A., Creed, F., Sledge, W., Kluiter,

H. et al. (2001). Systematic reviews of the effectiveness of day care for people with severe

mental disorders:(1) acute day hospital versus admission;(2) vocational rehabilitation;(3)

day hospital versus outpatient care. Health technology assessment, 5.

Page 25: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

25

McFarlane, W. R., Dushay, R. A., Deakins, S. M., Stastny, P., Lukens, E. P., Toran,

J. et al. (2000). Employment Outcomes in Family Aided Assertive Community Treatment.

American Journal of Orthopsychiatry, 70, 203-214.

McHugo, G. J., Drake, R. E., & Becker, D. R. (1998). The durability of supported

employment effects. Psychiatric Rehabilitation Journal, 22, 55-61.

Michon, H., Busschbach, J. T., van Vugt, M., & Stant, A. D. (2011). Effectiviteit

van Individuele Plaatsing en Steun in Nederland. Verslag van een gerandomiseerde

gecontroleerde effect-studie. Deelrapport 1 Utrecht: Trimbos-instituut.

Mueser, K. T., Becker, D. R., Torrey, W. C., Xie, H., Bond, G. R., Drake, R. E. et

al. (1997). Work and nonvocational domains of functioning in persons with severe mental

illness: a longitudinal analysis. The journal of nervous and mental disease, 185, 419.

van Erp, N. & Michon, H. (2009). Integratie van mensen met ernstige psychische

stoornissen in betaald werk. In A.Ploou, S. van Rooijen, & J. van Weeghel (Eds.),

Psychiatrische rehabilitatie. Jaarboek 2008-2009 (pp. 143-155). Amsterdam: SWP.

Page 26: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

26

7 Bijlage

Bijlage 1: Telefonisch contact.

Telefonisch contact:

Mijn naam is …. en ik werk mee aan een onderzoek over arbeidsrehabilitatie in

Vlaanderen dat in opdracht van de VDAB door LUCAS - KU Leuven wordt uitgevoerd.

We hebben van de VDAB uw contactgegevens gekregen met de vraag of we u als expert in

dit domein mogen interviewen. Het gesprek zal ongeveer 30 minuten in beslag nemen.

Omdat verscheidene onderzoekers als team aan deze studie samen werken, zal ik het

gesprek ook opnemen zodat we de analyse nadien zo getrouw mogelijk aan dit gesprek

kunnen uitvoeren. Deze opname blijft echter binnen het onderzoeksteam en uw anonimiteit

wordt in het hele onderzoek gegarandeerd, ik hoop dat dit voor u ok is.

Bent u bereid deel te nemen aan het onderzoek?

Indien ja: Wanneer kunnen we hiervoor een afspraak maken, waarop we bij u kunnen

langskomen?

Indien nee: Mag ik u voor de representativiteit van onze bevraging nog vragen aan te

geven wat voor u de belangrijkste redenen zijn om niet aan dit onderzoek deel te nemen?

(open bevragen) Ik dank u voor deze informatie en wens u verder nog een fijne dag.

Bijv. geen tijd, geen interesse in onderzoek, geen nood aan verandering, geen

vertrouwen in dergelijke initiatieven,…

Page 27: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

27

Bijlage 2: Interviewleidraad op basis van SEFS.

1. Inleiding ter plaatse (2 min):

Mijn naam is …. en ik werk mee aan een onderzoek over arbeidsrehabilitatie in

Vlaanderen dat in opdracht van de VDAB door LUCAS - KU Leuven wordt uitgevoerd.

LUCAS is een interfacultair onderzoekscentrum van de KU Leuven voor zorgonderzoek

en consultancy.

Een van de kerndomeinen van de studies bij LUCAS is het kiezen en implementeren van

wetenschappelijk onderbouwde strategieën in de praktijk van de zorg voor specifieke

doelgroepen.

Het project voor de VDAB kadert precies in dit domein en gaat meer specifiek over

arbeidsrehabilitatie voor mensen met een medisch, mentale, psychische of psychiatrische

problematiek (MMPP doelgroep). Alle vragen in dit onderzoek zijn dan ook allen op deze

doelgroep gericht. We willen in dit onderzoek nagaan wat de huidige praktijken zijn in

arbeidsrehabilitatie in Vlaanderen, welke methodieken er worden gebruikt, wat er werkt en

waar er vraag is in de sector naar verandering. Het gesprek zal ongeveer 45-60 minuten in

beslag nemen.

Zoals eerder aan telefoon werd vermeld, wordt dit gesprek ook opgenomen omdat

verscheidene onderzoekers als team aan deze studie samen werken en we de analyse zo

getrouw mogelijk willen kunnen uitvoeren. Deze opname blijft echter binnen het

onderzoeksteam en uw anonimiteit wordt gegarandeerd.

De resultaten van deze fase van het onderzoek wordt in een deelrapport overgemaakt aan

het Open Kennisnetwerk van de VDAB. Indien u dit wenst, kunnen we u hiervan een

samenvatting bezorgen.

Dan had ik nu graag het informed consent formulier ingevuld met u, dat duidelijk maakt

dat het onderzoek vrijwillig is en dat u op elk ogenblik kan stoppen. Is dat goed voor u?

2. Huidige praktijk (20 min):

Het eerste deel van dit gesprek wil ik graag wat zicht krijgen op hoe arbeidsrehabilitatie op

dit moment in uw voorziening georganiseerd is. In een tweede deel gaan we dan in op wat

u hierin als als de succesingrediënten van deze aanpak beschouwt en wat u eventueel als

belemmeringen ziet als een arbeidsrehabilitatie-traject niet oplevert wat u of de cliënt

hadden verwacht. Graag willen we aan het einde van het gesprek u dan ook om uw mening

vragen over wat de VDAB zou kunnen doen om u te helpen om de dienstverlening verder

uit te bouwen.

L1. Kan u kort omschrijven welke dienstverlening uw organisatie aanbiedt in

arbeidsrehabilitatie?

Biedt u bijv. vorming, loopbaanoriëntatie, training in sollicitatie-

vaardigheden, zoeken naar een baan, begeleiding op werkvloer, contacten

met werkgever,…?)

Welk soort steun biedt jullie organisatie aan cliënten? Aan de werkgevers?

Page 28: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

28

QSEIS-O06. Als een cliënt voor de eerste maal bij u komt, hoe omschrijft u dan wat hij of

zij van u mag verwachten? Wordt aan cliënten informatie meegegeven? Indien ja, welke?

SE5. Zijn er begeleiders in uw voorziening die ook andere ondersteuning dan zuiver

beroepsgerichte begeleiding aan deze cliënten aanbieden, zoals bijv. case management of

zorgcoördinatie, dagbesteding, psychosociale voorbereiding op werk zoals empowerment,

psychotherapie of andere vormen van geestelijke gezondheidszorg?

En indien ja, welke? Hoe zou u deze andere begeleidingsactiviteiten

omschrijven?

Ja

Nee

SE6. Hoe is voor de meeste van deze begeleiders de tijd verdeeld over de beroepsgerichte

begeleiding en deze andere begeleiding?

Neemt beroepsgerichte begeleiding meer dan de helft van de tijd in beslag?

Gaat het over 1 dag per week, 2 dagen per week,…

Indien het varieert van persoon tot persoon, wat zijn de uitersten?

Andere taken dan arbeidstrajectbegeleiding nemen:

80% of meer van de tijd in beslag

Tussen 60% en 80% van de tijd in beslag

Tussen 40% en 60% van de tijd in beslag

Tussen 20% en 40% van de tijd in beslag

Er worden geen andere taken aangeboden

Niet van toepassing / onbekend

SE6b. Worden de taken rond 1 cliënt in arbeidsrehabilitatie in uw voorziening door

verschillende begeleiders gedeeld (bijv. een persoon staat in voor het assessment van

vaardigheden terwijl een andere begeleider instaat voor het vinden van een baan) ?

En indien ja, welke taken worden dan meestal door anderen uitgevoerd?

Ja

Neen

Page 29: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

29

SE7. Als we volgende fasen in een proces van arbeidsrehabilitatie beschouwen: 1.

assessment, 2. zoeken van baan, 3. plaatsing, 4. coaching tijdens de job en 5. langdurige

opvolging. Hoeveel van deze fasen worden meestal door dezelfde begeleider van een

cliënt in uw voorziening opgenomen?

Wordt de persoon voor latere fasen in het proces doorverwezen naar een

andere persoon binnen de organisatie, of wordt dit opgenomen door

personen van een andere organisatie?

De begeleider voert alle fasen van arbeidsrehabilitatie zelf uit

Verscheidende fasen in dit proces worden door de begeleider zelf uitgevoerd, maar

niet alle

Slechts 1 fase in dit proces wordt door de begeleider zelf opgenomen

Cliënt wordt voor meeste fasen van arbeidsrehabilitatie naar andere programma‟s

doorverwezen

SE13-14. Is er binnen uw voorziening tussen verschillende arbeidstrajectbegeleiders ook

overleg over niet-gemeenschappelijke cliënten, zoals bijvoorbeeld in intervisiegroepen?

Arbeidstrajectbegeleiders bespreken cliënten niet onderling

Arbeidstrajectbegeleiders bespreken cliënten onderling maar niet in

intervisiegroepen

Arbeidstrajectbegeleiders komen samen in intervisiegroepen

SE15. Organiseert uw voorziening ook supervisie voor de arbeidstrajectbegeleiders?

Is dit een individuele supervisie? Of wordt dit soms in groep

georganiseerd?

Arbeidstrajectbegeleiders krijgen geen supervisie binnen de voorziening

Arbeidstrajectbegeleiders krijgen supervisie maar deze supervisor verschilt van

begeleider tot begeleider

Arbeidstrajectbegeleiders krijgen individuele supervisie van dezelfde supervisor

Arbeidstrajectbegeleiders krijgen groepssupervisie van dezelfde supervisor

L2. Welk doel wordt ultiem vooropgesteld bij de begeleiding van de cliënten met

psychische problemen? Indien dit doel sterk individueel verschilt, hoe bepaalt men dit doel

voor een individuele cliënt?

Page 30: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

30

Op basis van wensen van cliënt, op basis van mogelijkheden die uit

assessments bleken, uit informatie van arbeidsgeneesheer, op basis van

lokaal aanbod,…)?

L3. Naar welke doelgroepen is deze dienstverlening gericht? Wie doet in de praktijk vooral

beroep op uw diensten? Hoe sterk is hierin de groep van mensen met psychische

problemen vertegenwoordigd?

SE16. Worden bepaalde cliënten met psychische problemen als niet ontvankelijk

beschouwd voor de arbeidsrehabilitatie die in uw voorziening wordt aangeboden?

Nee, iedereen kan aan een begeleiding beginnen

Ja, er zijn welbepaalde inclusiecriteria

SE16b. Indien inclusiecriteria bestaan, welke zijn deze?

SE16c. Op welke manier wordt het assessment uitgevoerd om de beroepsvaardigheden van

de cliënten na te gaan?

Is dit vooral gebaseerd op resultaten van testen of ook door de personen te

observeren in gesimuleerde of echte werksettings?

Assessment wordt enkel uitgevoerd van beroepsvaardigheden op basis van

gestandaardiseerde testen, beroepsvragenlijsten, e.d.

Assessment wordt uitgevoerd ter plaatse als onderdeel van bijv. een dagonderdeel

van het programma, maar niet op basis van werkervaring

Assessment van beroepsvaardigheden wordt uitgevoerd door de persoon te

evalueren in een beschermde maar betaalde werksetting

Assessment van beroepsvaardigheden is gebaseerd op een korte of tijdelijke

werkervaringen bij een werkgever

Assessment van beroepsvaardigheden gebeurt continu in reguliere banen in de

maatschappij.

QSEIS-S2. Hoe langt duurt dit assessment meestal? (langer dan 1 week voor alles rond

is?)

Page 31: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

31

QSEIS-O08. Is er een wachtlijst vooraleer mensen in begeleiding kunnen komen? (langer

dan 1 week voor alles rond is?)

SE18. Wie staat meestal in voor het bepalen of iemand in aanmerking komt om het

programma voor arbeidsrehabilitatie te volgen?

De zorgcoördinator of zorgbegeleider

De arbeidsgeneesheer

Gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdiensten (GA)

Gespecialiseerde arbeidstrajectbegeleidingsdiensten (GTB)

RIZIV

Andere, namelijk …………………………………………………………………

SE19. Wordt de arbeidsrehabilitatie in uw voorziening op vrijwillige basis aangeboden of

wordt het extern opgelegd?

Meestal op vrijwillige basis

Deels vrijwillig, deels opgelegd na doorverwijzing

Volledig opgelegd na doorverwijzing

SE17. Door wie worden de cliënten naar jullie doorverwezen?

SE8. Indien bij een cliënt met psychische problemen ook in begeleiding is voor deze

psychische problemen, is er dan een vorm van communicatie tussen

arbeidstrajectbegeleiders en zorgbegeleiders over hun gemeenschappelijke cliënt?

Ja

Nee

SE9. Op welke manier verloopt deze communicatie tussen zorg en arbeid het vaakst?

Enkel telefonisch contact

Page 32: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

32

Apart overleg tussen arbeidstrajectbegeleider en therapeut of zorgcoördinator wordt

georganiseerd, er is geen aanwezigheid van de arbeidstrajectbegeleider op patiënt-

/behandelvergaderingen

Arbeidstrajectbegeleider neemt deel aan sommige patiënt-/behandelvergaderingen

Arbeidstrajectbegeleider neemt deel aan alle patiënt-/behandelvergaderingen

Arbeidstrajectbegeleider maakt integraal deel uit van het team van zorgbegeleiders

SE10. Zijn er vaste samenwerkingsverbanden tussen bepaalde zorgbegeleiders en

arbeidstrajectbegeleiders, zodat bepaalde arbeidstrajectbegeleiders altijd met dezelfde

zorgpartners samenwerken?

SE9b. Wat is meestal de aanleiding voor dit contact tussen arbeid- en zorgbegeleider?

SE12. Hoe groot is de afstand in locatie van waaruit de arbeids- en zorgbegeleiders

werken?

QSEIS-O011. Hoe wordt de informatie over een bepaalde gedeelde cliënt opgeslaan? Is dit

elk in eigen registratiesystemen? Zijn deze toegankelijk voor de andere begeleider?

SE1. Heeft elke begeleider een welbepaalde caseload van cliënten die hij/zij ondersteunt

(actieve dossiers)?

Ja

Nee

SE2. Wat is gemiddeld gezien deze caseload per begeleider (FTE) in uw voorziening?

25 of minder cliënten per begeleider

Tussen 26 en 40 cliënten per begeleider

Tussen 61 en 80 cliënten per begeleider

81 cliënten of meer per begeleider

Niet van toepassing / onbekend

Page 33: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

33

SE3. Hoe vaak ongeveer ontmoet de begeleider zijn/haar cliënten?

…/ week OF

… / maand OF

… / jaar

SE4. Hoe lang blijven cliënten gemiddeld genomen in begeleiding in uw voorziening?

… weken OF

… maanden OF

… jaar

SE23. Moeten bepaalde fasen doorlopen worden door cliënten in uw voorziening alvorens

ze een baan kunnen zoeken in een regulier betaald circuit, zoals tests of trainingen? Indien

ja, welke? Zijn deze voorbereidende fasen verplicht?

SE24. Hoe lang duren deze voorbereidende fasen bij de meerderheid van de cliënten?

Wat zijn de uitersten (het kortst en het langst)

Wat is gemiddeld gezien de tijd die er over heen gaat tussen het begin van

een begeleiding hier en het eerste contact met een werkgever in het normaal

economisch circuit? (binnen de maand, tussen 1 maand en 6 maanden,

tussen 6 en 9 maanden, tussen 9 maanden en een jaar, een jaar of meer)

SE28. Hoe wordt in de begeleiding van uw cliënten binnen uw voorziening gezocht naar

een geschikte baan?

Hoe wordt gekeken naar waarvoor de persoon geschikt is, wat die zou

wensen, hoe wordt de afweging tussen beiden gemaakt?

Wie neemt de beslissing over welke jobs men uiteindelijk gaat zoeken?

Wat is de invloed van de beschikbaarheid van banen, contacten die men

heeft met werkgevers op deze beslissing?

Page 34: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

34

SE30. Worden soms gelijkaardige banen, bij dezelfde werkgevers of gelijkaardige settings

voorgesteld aan verschillende gebruikers? Hoe vaak komt dit voor? In welke gevallen of

omstandigheden?

SE31. Wordt voornamelijk naar tijdelijke banen gezocht of worden ook contracten van

onbepaalde duur voorgesteld? Indien niet, waarom niet?

Bijv. liever eerst uitproberen, geen vertrouwen dat het wel zal lukken, nog

mogelijkheid er terug uit te stappen, of geen bereidheid van werkgevers,

niet juiste klimaat op arbeidsmarkt om dit mogelijk te maken

SE32. Wat is het aandeel van vrijwilligerswerk en onbetaalde banen versus betaalde banen

aan een competitief loon bij de banen die men voor de cliënten zoekt?

SE37. Is er nog een begeleiding voorzien eens de persoon werk heeft gevonden? Staat er

een beperking op hoe lang men iemand na het vinden van een baan kan begeleiden? (duurt

deze begeleiding langer dan een jaar?)

SE34. Is er begeleiding voor de cliënt als de tewerkstelling die men gevonden heeft

eindigt? Start dan een nieuwe begeleiding of kan de oorspronkelijke begeleiding met

dezelfde hulpverlener opnieuw opgestart worden? Moet men dan het hele proces opnieuw

doorlopen?

SE42. Zijn er acties of contacten die worden genomen bij cliënten die niet meer in

begeleiding komen opdagen?

SE43. Worden alle begeleidingsactiviteiten van op kantoor uitgevoerd of zijn er ook

activiteiten die men buiten de muren van het kantoor opneemt? Indien ja, welke en hoe

vaak komt dit voor?

Page 35: Nota 3: Ernstige psychiatrische aandoeningen en regulier ......6 1.3 De evidence-based standaard De evidence-based standaard kwam tot stand via verscheidene gecontroleerde en quasi-experimentele

35

QSEIS-S14-S15. Worden soms ervaringsdeskundigen of familieleden betrokken in de

begeleiding?

L4. Zijn er bepaalde methodieken die u hanteert in de begeleiding? Deze kunnen uit uw

eigen ervaring ontwikkeld zijn of gebaseerd op vorming, boeken, theoretische

modellen,… Kan u deze methodieken even omschrijven?

L5. Integreert u bepaalde wetenschappelijk onderbouwde methodes in uw praktijk, of

internationale modellen? Indien ja, welke methodes of modellen? Wat zijn uw ervaringen

hiermee? Welke elementen vindt u gemakkelijk te integreren, welke vindt u eventueel

moeilijker te gebruiken?