EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... ·...

89
1 EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN VOORKEUREN VAN BELGISCHE DIËTISTEN Verbeyst L. Vanhauwaert E. In samenwerking met de VBVD commissie Evidence-Based Diëtetiek Oktober 2018 UC Leuven-Limburg Expertisecentrum Health Innovation Herestraat 49 3000 Leuven www.ucll.be Contactpersonen: [email protected] en [email protected]

Transcript of EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... ·...

Page 1: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

1

EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK:

KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN VOORKEUREN

VAN BELGISCHE DIËTISTEN

Verbeyst L. Vanhauwaert E.

In samenwerking met de VBVD commissie Evidence-Based Diëtetiek

Oktober 2018

UC Leuven-Limburg

Expertisecentrum Health Innovation

Herestraat 49

3000 Leuven

www.ucll.be

Contactpersonen: [email protected] en [email protected]

Page 2: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

2

Abstract

Achtergrond: Om kwaliteitsvolle voedingsadviezen te geven aan cliënten is het noodzakelijk dat

diëtisten evidence-based handelen. Klinische dieetrichtlijnen helpen diëtisten om evidence-based

practice (EBP) toe te passen in hun dagelijkse beroepsuitoefening.

Doelstellingen: Tijdens deze studie wordt nagegaan in welke mate Belgische diëtisten vertrouwd zijn

met EBP, wat hun attitudes rond EBP zijn, en in welke mate ze EBP toepassen. Verder wordt er

nagegaan welke hindernissen en voorkeuren er zijn op het vlak van EBP en specifiek het gebruik van

klinische dieetrichtlijnen. Op basis van de resultaten kan een actieplan ontwikkeld worden om de

toepassing van EBP in het dagelijks functioneren van diëtisten te faciliteren.

Onderzoeksmethode: Er werd een vragenlijst opgesteld op basis van een literatuurstudie en de

bevraging van het KCE rond EBP en het gebruik van richtlijnen bij andere zorgprofessionals. De

vragenlijst kon online ingevuld worden tussen 6 februari en 6 maart 2018. Diëtisten werden

gerekruteerd via verschillende kanalen.

Resultaten: 151 Belgische diëtisten/studenten vulden de vragenlijst volledig in. 85% van de

respondenten gaf aan overtuigd tot zeer overtuigd te zijn van het belang van EBP. 55% raadpleegt

wekelijks literatuur. De belangrijkste informatiebronnen om een antwoord te zoeken op klinische

vragen zijn collega’s, handboeken, vaktijdschriften en online zoekrobots. De kennis van

wetenschappelijke databanken is zeer laag, voornamelijk bij Franstalige respondenten. De

voornaamste hindernissen voor de toepassing van EBP zijn tijdsgebrek, het niet verzameld zijn van de

literatuur op één plaats, de onmogelijkheid om van alles op de hoogte te zijn en het gebrek aan toegang

tot EB bronnen. 45% van de werkende diëtisten heeft het gevoel dat er wetenschappelijk bewijs

ontbreekt in de voedingsadviezen die zij geven. 85% van de respondenten geeft aan zijn kennis en

vaardigheden om EBP toe te passen te willen verbeteren, bijvoorbeeld via navormingen en e-modules.

74% van de respondenten is vertrouwd met klinische dieetrichtlijnen. 30% hiervan vindt dat er

onvoldoende richtlijnen beschikbaar zijn. De voornaamste noden met betrekking tot dieetrichtlijnen

zijn een weergave van de samenvatting van de resultaten, de vermelding van de wetenschappelijke

bewijskracht, een implementatieplan, patiëntmateriaal, een klinische beslissingsboom en het

verzameld zijn van richtlijnen op één locatie.

Conclusie: Diëtisten hebben een positieve attitude ten aanzien van EBP. Er zijn echter heel wat

barrières die de toepassing van EBP in de dagelijkse beroepsuitoefening verhinderen. Om de

toepassing van EBP en het gebruik van richtlijnen bij diëtisten te faciliteren, wordt er aanbevolen om

opleidingen omtrent EBP te voorzien, richtlijnen en literatuur te verzamelen op één locatie en het

aanbod van richtlijnen te vergroten, hierbij rekening houdend met de voorkeuren van diëtisten.

Page 3: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

3

Inhoudstafel

1. Inleiding ........................................................................................................................................... 5

2. Doelstelling ...................................................................................................................................... 5

3. Methode .......................................................................................................................................... 5

3.1 Onderzoeksdesign ................................................................................................................... 5

3.2 Rekrutering .............................................................................................................................. 5

3.3 Inclusiecriteria ......................................................................................................................... 6

3.4 Vragenlijst ................................................................................................................................ 6

3.5 Statistische data-analyse ......................................................................................................... 7

3.6 Ethische overwegingen ........................................................................................................... 7

4. Resultaten en vergelijking met literatuur ....................................................................................... 7

4.1 Socio-demografische gegevens ............................................................................................... 7

4.1.1 Aantal respondenten ....................................................................................................... 7

4.1.2 Rekruteringskanalen ........................................................................................................ 7

4.1.3 Taal .................................................................................................................................. 8

4.1.4 Diëtist/student ................................................................................................................ 8

4.1.5 Opleidingsfase ................................................................................................................. 9

4.1.6 Werkervaring ................................................................................................................... 9

4.1.7 Voltijds/deeltijds werken .............................................................................................. 10

4.1.8 Werksetting ................................................................................................................... 10

4.1.9 Geslacht ......................................................................................................................... 11

4.1.10 Leeftijd ........................................................................................................................... 12

4.1.11 Woonplaats ................................................................................................................... 12

4.1.12 Bijkomende opleiding .................................................................................................... 13

4.2 Vertrouwdheid met Evidence-Based Practice ....................................................................... 13

4.2.1 Frequentie literatuur opzoeken .................................................................................... 13

4.2.2 Frequentie deelname bijscholingen .............................................................................. 15

4.2.3 Gevolgd hebben van een opleiding of cursus omtrent EBP .......................................... 15

4.2.4 Belang evidence-based handelen .................................................................................. 17

4.2.5 Gepercipieerd belang van onderzoek ........................................................................... 18

4.2.6 Opzoektools klinische vragen ........................................................................................ 23

4.2.7 Kennis databanken/websites ........................................................................................ 25

4.2.8 Vertrouwdheid met begrippen/termen ........................................................................ 33

4.2.9 Gevoel ontbreken wetenschappelijk bewijs in voedingsadviezen ................................ 43

4.2.10 Overtuigd van vaardigheden om EBP voedingsadviezen te geven ............................... 44

4.2.11 Hindernissen toepassing EBP ........................................................................................ 46

Page 4: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

4

4.2.12 Bereidheid tot het verbeteren van kennis en vaardigheden om EB te handelen ......... 50

4.3 Vertrouwdheid met klinische praktijkrichtlijnen ................................................................... 51

4.3.1 Vertrouwdheid met het concept richtlijn ...................................................................... 51

4.3.2 Beschikbaarheid van richtlijnen .................................................................................... 53

4.3.3 Gebruiksfrequentie van richtlijnen................................................................................ 54

4.3.4 Redenen voor het niet gebruiken van richtlijnen .......................................................... 55

4.3.5 Bereid om richtlijnen in de toekomst te gebruiken ...................................................... 57

4.3.6 Opzoeken van richtlijnen ............................................................................................... 58

4.3.7 Ontvangkanalen van richtlijnen..................................................................................... 59

4.3.8 Voorkeursvorm richtlijnen............................................................................................. 60

4.3.9 Belemmerende en stimulerende factoren voor gebruik richtlijnen ............................. 63

4.3.10 Informatie die richtlijn moet bevatten .......................................................................... 72

4.3.11 Hulpmiddelen die het gebruik van richtlijnen aanmoedigen ........................................ 81

4.3.12 Bereidheid tot betalen vergoeding ............................................................................... 86

5. Discussie ........................................................................................................................................ 86

5.1 Sterktes en zwaktes ............................................................................................................... 86

5.2 Implicaties ............................................................................................................................. 87

6. Conclusie ....................................................................................................................................... 87

8. Literatuurlijst ................................................................................................................................. 88

Page 5: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

5

1. Inleiding

Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch zoeken van wetenschappelijke

evidentie en het inschatten van de validiteit, toepasbaarheid en belang van die evidentie. Deze

informatie dient samengevoegd te worden met de expertise van de diëtist en de unieke waarden en

omstandigheden van de cliënt. Op deze manier wordt het beste behandelplan op maat van de cliënt

bekomen. (International Confederation of Dietetic Associations, 2010)

Klinische dieetrichtlijnen bieden diëtisten een hulp om evidence-based te handelen in de praktijk. De

inhoud en aanbevelingen van een richtlijn worden opgesteld op basis van een review van de

gepubliceerde literatuur en een evaluatie en inschatting van deze literatuur. Richtlijnen ondersteunen

professionals bijgevolg bij het geven van wetenschappelijk onderbouwd advies aan cliënten. (The

Association of UK dieticians, z.j.)

Binnen het beroep van diëtisten is evidence-based handelen geen keuze meer. Het is eerder een

vereiste om kwaliteitsvolle zorg voor cliënten te bieden. (Byham-Gray et al. 2005) Het vergt echter tijd

en vaardigheden om de huidige beste evidentie te vinden, de kwaliteit ervan in te schatten en toe te

passen op cliënten (Thomas et al. 2003).

Tijdens dit onderzoeksproject werd het evidence-based handelen van Belgische diëtisten in kaart

gebracht. Door hier inzicht in te krijgen, kan de toepassing van EBP in de praktijk gericht verbeterd

worden.

2. Doelstelling

Volgende onderzoeksvragen werden geformuleerd:

1. Welke kennis, percepties en attitudes hebben Belgische diëtisten omtrent evidence-based

handelen in de dagelijkse dieetpraktijk, en in welke mate passen ze EBP toe.

2. Welke voorkeuren en barrières hebben diëtisten op vlak van evidence-based handelen, en

specifiek het gebruik van klinische dieetrichtlijnen?

3. Methode

3.1 Onderzoeksdesign

De onderzoeksvragen werden beantwoord aan de hand van een cross-sectioneel survey onderzoek.

Participanten werden uitgenodigd om een vragenlijst in te vullen via het online programma

LimeSurvey. De data werden verzameld tussen 6 februari en 6 maart 2018.

3.2 Rekrutering

De participanten werden bereikt via verschillende kanalen. Zowel de Vlaamse (VBVD1) als Franstalige

(UDPLF2) beroepsvereniging verspreidde via nieuwsbrief, mail en facebook een oproep tot deelname

onder hun leden. Daarnaast konden diëtisten uitgenodigd worden door de verantwoordelijke diëtetiek

1 Vlaamse Beroepsvereniging van Diëtisten 2 Union Professionnelle des Diététiciens de Langue Française

Page 6: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

6

van het ziekenhuis waarin zij werkten (commissie VBVD klinisch beleid voeding) en door leden van de

VBVD Commissie Evidence-Based Diëtetiek. Participanten werden eveneens gecontacteerd door

opleidingshoofden Voedings- en dieetkunde van verschillende hogescholen. Tot slot verscheen er een

bericht op de facebookpagina van UCLL Voedings- en dieetkunde en werd een oproep in de

facebookgroep ‘Bachelors Voedings- en dieetkunde’ geplaatst. Deze discussiegroep telde op het

moment van de rekrutering 1745 leden en is bedoeld voor iedereen die al dan niet recentelijk

afstudeerde als voedings- en dieetkundige of dit momenteel studeert.

3.3 Inclusiecriteria

Enkel Belgische diëtisten en studenten/alumni van de professionele bachelor Voedings- en dieetkunde

kwamen in aanmerking voor het onderzoek. De vragenlijst kon zowel in het Nederlands als in het Frans

ingevuld worden.

3.4 Vragenlijst

Er werd een vragenlijst opgesteld uitgaande van de bevraging van het Federaal Kenniscentrum (KCE)

rond EBP en het gebruik van richtlijnen bij andere zorgprofessionals. Daarnaast werden vragen

toegevoegd op basis van een literatuurstudie die peilde naar de kennis, attitudes, hindernissen en

voorkeuren betreffende EBP van diëtisten en andere zorgberoepen. Hierbij werd gebruik gemaakt van

de databanken PubMed en LIMO. De vragenlijst bestond uit drie delen, en omvatte 41 vragen.

In de eerste sectie werd persoonlijke en demografische informatie van de participanten bevraagd:

leeftijd, geslacht, woonplaats, opleidingsfase, werkervaring, werksetting, voltijds of deeltijds werken

en het gevolgd hebben van een bijkomende opleiding.

Het volgende deel bevroeg de perceptie, attitude, kennis en toepassing van EBP. Ook eventuele

hindernissen om evidence-based te handelen dienden aangegeven te worden. Het belang dat gehecht

wordt aan onderzoek, werd bevraagd aan de hand van zeven PIR-stellingen (Perceived Importance of

Research) (Metcalfe et al. 2001). De vraag die peilde naar opzoektools bij klinische vragen, werd

overgenomen van de bevraging van het KCE omtrent EBP en praktijkrichtlijnen bij zorgverleners

(huisartsen, vroedvrouwen, kinesitherapeuten, verpleegkundigen) (Benhamed et al. 2017). Daarnaast

werd er gepeild naar de kennis van diëtisten over databanken (McColl et al. 1998) en EBP termen

(McColl et al. 1998, Byham Gray et al. 2005). Gebaseerd op de masterproef van Linssen & Verstraeten,

werden tot slot vragen met betrekking tot de frequentie van deelname aan bijscholingen, gevolgde

opleiding of cursussen omtrent EBP, het geven van EBP voedingsadviezen en de bereidheid tot

verbetering van de kennis en vaardigheden rond EBP toegevoegd.

Het laatste deel van de bevraging ging specifiek over klinische dieetrichtlijnen, en was grotendeels

gebaseerd op de bevraging van het KCE (Benhamed et al. 2017). De perceptie, attitude, kennis en het

gebruik hiervan door diëtisten werd bevraagd, alsook opzoektools en ontvangstkanalen. Daarnaast

werd gepeild naar welke vormen een richtlijn idealiter aanneemt, welke informatie ze bij voorkeur

bevat en welke factoren stimulerend of belemmerend zijn voor het gebruik van richtlijnen. Tot slot

werd er aan de participanten gevraagd of zij bereid waren om een vergoeding te betalen voor het

gebruik van richtlijnen en bijhorende praktische materialen.

De vragenlijst werd vooraf getest door twee diëtisten, die zelf niet deelnamen aan het onderzoek. Op

basis van deze piloottest werden de nodige aanpassingen doorgevoerd om te komen tot de definitieve

vragenlijst.

Door de bevraging volledig in te vullen, maakten participanten kans op een waardebon van Fnac.

Page 7: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

7

3.5 Statistische data-analyse

De resultaten van de bevraging werden geanalyseerd met behulp van descriptieve statistiek (SPSS

Statistics 23). De taal waarin de bevraging ingevuld werd, werd onderzocht als voorspeller van enkele

variabelen. Na dichotomisering van de betreffende variabelen, werden hiervoor logistische regressies

uitgevoerd.

3.6 Ethische overwegingen

Dit onderzoek werd in december 2017 goedgekeurd door de Sociaal-Maatschappelijke Ethische

Commissie (SMEC) van de KU Leuven. De verzamelde gegevens werden strikt vertrouwelijk behandeld.

De vragenlijsten konden anoniem ingevuld worden. De bevraging kon enkel gestart worden na (online)

akkoord te gaan met een informed consent.

4. Resultaten en vergelijking met literatuur

4.1 Socio-demografische gegevens

4.1.1 Aantal respondenten

In totaal werd de vragenlijst 1977 keer geopend (mogelijks meerdere keren door dezelfde persoon).

Vijf respondenten vielen uit omdat ze niet akkoord gingen met het informed consent. De vragenlijst

werd door 1821 andere respondenten vroegtijdig beëindigd. De resultaten van gedeeltelijk ingevulde

vragenlijsten werden niet mee in rekening gebracht voor de analyse. Er kon immers niet met zekerheid

gesteld worden dat deze personen de vragenlijst een andere keer niet volledig hadden ingevuld. Er

vulden 151 respondenten de vragenlijst volledig in.

Vragenlijst geopend N = 1977

Toestemmingsverklaring: - Ja - Nee (vragenlijst werd automatisch beëindigd) - Vragenlijst beëindigd door participant

N = 299 N = 5 N = 1673

Diëtist/student: - Diëtist/student - Andere (vragenlijst automatisch beëindigd) - Vragenlijst beëindigd door participant

N = 210 N = 10 N = 79

Volledig ingevuld N = 151

Tabel 1: Overzicht aantal respondenten

4.1.2 Rekruteringskanalen

Diëtisten en studenten Voedings- en dieetkunde werden bereikt via verschillende kanalen. Facebook

(23%), de UDPLF, (23%), hogescholen (22%) en de verantwoordelijken diëtetiek van ziekenhuizen

(21%) bleken de effectiefste rekruteringskanalen te zijn. Via de VBVD (12%) werden minder

participanten bereikt.

Page 8: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

8

Kanaal via welke de vragenlijst bereikt werd N (%)

Facebook 35 (23%)

UDPLF 35 (23%)

Hogeschool waar ik studeer/afgestudeerd ben 34 (22%)

Verantwoordelijke diëtetiek in ziekenhuis waar ik werk 31 (21%)

VBVD 18 (12%)

Andere (beleid klinische voeding, collega, commissie evidence-based diëtetiek, vriendin, mail van collega)

11 (7%)

Tabel 2: Rekruteringskanalen (N=151)

4.1.3 Taal

Ongeveer drie vierde (74%) van de deelnemers is Nederlandstalig. Één vierde (26%) vulde de vragenlijst

in het Frans in.

Grafiek 1: Taal waarin de bevraging werd ingevuld (N=151)

4.1.4 Diëtist/student

In totaal vulden 114 werkende diëtisten de bevraging volledig in. Volgens de jaarstatistieken met

betrekking tot de beroepsbeoefenaars van gezondheidszorgberoepen in België telde België in 2017

5420 diëtisten (Cel Planning van het Aanbod van de Gezondheidszorgberoepen, 2017). Deze vragenlijst

werd bijgevolg door iets meer dan 2% van de Belgische diëtisten ingevuld.

74%

26%

Nederlands Frans

Page 9: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

9

Er namen drie keer zoveel werkende diëtisten dan studenten Voedings- en dieetkunde of

vervolgopleiding deel aan de bevraging (respectievelijk 114 en 37).

Grafiek 2: Verhouding van diëtisten en studenten (N=151)

4.1.5 Opleidingsfase

De studenten Voedings- en dieetkunde die deelnamen aan de bevraging zaten voornamelijk in het

laatste (41%) en tweede (35%) jaar van hun opleiding. Slechts twee studenten (5%) uit het eerste jaar

bachelor Voedings- en dieetkunde vulden de vragenlijst volledig in. Zeven studenten waren bezig met

een vervolgopleiding (optie ‘Andere’): Biomedische laboratoriumtechnologie, Lerarenopleiding,

Master Biomedische Voedingsindustrie, Master Gezondheidsvoorlichting en -bevordering, Master

Santé Publique UCL, schakeljaar Biomedische Wetenschappen.

Grafiek 3: Opleidingsfase waarin studenten zich bevinden (N=37)

4.1.6 Werkervaring

Bijna twee derde (64%) van de werkende diëtisten die deelnamen aan de bevraging, zijn tussen minder

dan 10 jaar actief als diëtist.

5% 35% 41% 19%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

1e bacholor Voedings- en dieetkunde 2e bacholor Voedings- en dieetkunde

3e bachelor Voedings- en dieetkunde Andere

75%

25%

Diëtist Student

Page 10: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

10

Grafiek 4: Aantal jaren actief als diëtist (N=114)

4.1.7 Voltijds/deeltijds werken

Er werkten iets meer diëtisten voltijds dan deeltijds (respectievelijk 62 en 52 respondenten). Het aantal

uur dat deeltijds werkende diëtisten per week werken varieerde tussen 2 en 57 uren.

Grafiek 5: Verhouding voltijds/deeltijds werken (N=114)

4.1.8 Werksetting

Diëtisten werkzaam in een algemeen ziekenhuis waren het best vertegenwoordigd (39%), gevolgd

door zelfstandige diëtisten werkzaam in een privépraktijk (24%), diëtisten verbonden aan een

universitair ziekenhuis (17%) en werkzaam in een zelfstandige multidisciplinaire groepspraktijk (14%).

Er nam geen enkele diëtiste deel die werkzaam is in de industrie. Er konden meerdere

antwoordcategorieën aangeduid worden bij deze vraag.

10% 30% 24% 14% 13% 10%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

< 1 jaar 1-5 jaar 6-10 jaar 11-20 jaar 21-30 jaar > 30 jaar

54%

46%

Voltijds Deeltijds

54%

46%

Voltijds Deeltijds

54%

46%

Voltijds Deeltijds

54%

46%

Voltijds Deeltijds

54%

46%

Voltijds Deeltijds

Page 11: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

11

Werksetting N (%)

Algemeen ziekenhuis 45 (39%)

Zelfstandige privépraktijk 27 (24%)

Universitair ziekenhuis 19 (17%)

Zelfstandige multidisciplinaire groepspraktijk 16 (14%)

Grootkeuken 11 (10%)

Woonzorgcentrum (RVT3, ROB4, serviceflat) 9 (8%)

Psychiatrische instelling 6 (5%)

Zelfstandige groepspraktijk diëtisten 5 (4%)

Wijkgezondheidscentrum (WGC) 5 (4%)

Onderwijs omtrent voeding secundair onderwijs 5 (4%)

Onderwijs omtrent voeding hoger onderwijs 4 (4%)

Gezondheidspromotie (mutualiteit, LOGO5, enz.) 3 (3%)

Onderwijs omtrent voeding, andere 2 (2%)

Thuiszorg 1 (1%)

Sportorganisatie/fitnesscentrum 2 (2%)

Voedselinspectie (vb. FAVV6) 1 (1%)

Wetenschappelijk medewerker 1 (1%)

Andere (bedrijf, Decathlon, docent hoger onderwijs, klantenservice,

orthoagogisch centrum, VZW, zeepreventorium)

7 (6%)

Industrie, als diëtist 0 (0%)

Tabel 3: Setting waarin diëtisten werken (N=114)

4.1.9 Geslacht

De onderzoekspopulatie bestaat voornamelijk uit vrouwen (93%). Er namen slechts 10 mannen deel

aan de bevraging. Bij de werkende diëtisten is deze verhouding 92% vrouwen en 8% mannen. Dit komt

overeen met de geslachtsverhouding in het werkveld, die voor 93% uit vrouwen en 7% uit mannen

bestaat (Cel Planning van het Aanbod van de Gezondheidszorgberoepen, 2017).

3 Rust- en verzorgingstehuis 4 Rusthuis of Rustoord voor Bejaarden 5 Lokaal Gezondheidsoverleg 6 Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen

Page 12: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

12

Grafiek 6: Geslacht (N=151)

4.1.10 Leeftijd

Twee derde (66%) van de deelnemers is jonger dan 36 jaar. Indien studenten niet meegerekend

worden, is nog 57% van de participanten jonger dan 36 jaar.

Grafiek 7: Leeftijd (N=151)

4.1.11 Woonplaats

De provincie West-Vlaanderen (28%) is duidelijk het meest vertegenwoordigd in de studiepopulatie,

gevolgd door de provincies Vlaams-Brabant (17%) en Antwerpen (12%). Er nam minstens één diëtist

of student per provincie deel aan de bevraging.

In totaal namen er 109 Vlamingen (72%), 28 Walen (19%) en 14 diëtisten/studenten uit het Brussels

Hoofdstedelijk gewest (9%) deel aan de bevraging.

33% 33% 16% 12% 6%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

≤ 25 jaar 26-35 jaar 36-45 jaar 46-55 jaar 56-65 jaar ≥ 66 jaar

93%

7%

Vrouw Man

Page 13: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

13

Grafiek 8: Woonplaats (N=151)

4.1.12 Bijkomende opleiding

Er volgden 71 diëtisten een bijkomende opleiding in verband met voeding of gezondheid (62%). Bij de

optie ‘andere’ werden voornamelijk bachelors in de zorgsector (onder andere verpleegkunde),

meerdaagse vormingen, bijscholingen en specialisatiecursussen ingegeven.

Heeft u een bijkomende opleiding in verband met

voeding of gezondheid gevolgd?

N (%)

Nee 43 (38%)

Ja, ik behaalde een postgraduaat 27 (24%)

Ja, ik behaalde een universitair diploma 24 (21%)

Ja, ik behaalde een bachelor na bachelor 12 (11%)

Ja, ik behaalde een doctoraat 2 (2%)

Ja, andere 27 (24%)

Ja, ik werk momenteel aan een doctoraat 0 (0%)

Tabel 4: Bijkomende opleiding (N=114)

4.2 Vertrouwdheid met Evidence-Based Practice

4.2.1 Frequentie literatuur opzoeken

Meer dan de helft van de participanten (55%) gaf aan minstens één keer per week literatuur op te

zoeken. Een vijfde van de participanten (21%) gaf aan minder dan maandelijks of nooit op zoek te gaan

12%

7%

9%

17%

28%

5%

5%

3%

1%4%

9%

Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen

Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Henegouwen

Luik Luxemburg Namen

Waals-Brabant Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Page 14: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

14

naar literatuur. Er werden geen grote verschillen tussen ziekenhuisdiëtisten7 en diëtisten werkzaam in

een praktijk8 vastgesteld.

Grafiek 9: Frequentie opzoeken literatuur

Vergelijking met Amerikaanse diëtisten

Byham-Gray e. a. (2005) namen via e-mail een vragenlijst af bij 258 Amerikaanse diëtisten. Uit deze

studie bleek dat slechts een derde van de diëtisten (30%) minstens één keer per week op zoek gaat

naar literatuur. De helft van de respondenten (50%) zocht minder dan maandelijks of nooit literatuur.

Grafiek 10: Frequentie opzoeken literatuur door Amerikaanse diëtisten (grafiek opgesteld op basis

van resultaten Byham-Gray et al. (2005))

Vergelijking met andere beroepsgroepen

Uit de studie van Heiwe et al. (2011) bij 219 gezondheidsprofessionals uit een Zweeds universitair

ziekenhuis (diëtisten, ergotherapeuten en kinesitherapeuten) blijkt dat de respondenten twee tot vijf

keer per maand op zoek gaan naar literatuur.

7 Diëtisten die in een algemeen en/of universitair ziekenhuis werken 8 Diëtisten die in een zelfstandige privépraktijk, zelfstandige multidisciplinaire groepspraktijk en/of zelfstandige groepspraktijk van diëtisten werken

8%

2%

2%

5%

3%

19%

18%

14%

26%

19%

32%

33%

38%

29%

33%

24%

24%

25%

16%

24%

16%

21%

20%

21%

20%

0%

2%

2%

3%

1%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Iedere dag Enkele dagen per week Eén keer per week

Twee keer per maand Minder dan maandelijks Nooit

3% 17% 10% 19% 33% 17%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Iedere dag Enkele dagen per week Eén keer per week

Twee keer per maand Minder dan maandelijks Nooit

Page 15: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

15

4.2.2 Frequentie deelname bijscholingen

De meerderheid van de respondenten (53%) neemt één tot twee keer per jaar deel aan bijscholingen.

Een derde van de studenten (32%) volgt nooit een bijscholing.

Grafiek 11: Frequentie deelname bijscholingen

Vergelijking met andere beroepsgroepen

In het kader van hun masterproef onderzochten Verstraeten en Linssen (2015) de attitudes, het gedrag

en de barrières omtrent EBP bij 309 Vlaamse kinesitherapeuten aan de hand van een cross-sectioneel

surveyonderzoek. Uit deze bevraging bleek dat 89% van de kinesitherapeuten minstens drie keer per

jaar een bijscholing volgt. Dit is meer dan het dubbele van de diëtisten, zoals blijkt uit de voorliggende

bevraging. Een belangrijke opmerking hierbij is dat kinesitherapeuten, in tegenstelling tot diëtisten,

verplicht een aantal bijscholingen per jaar dienen te volgen om hun accreditatie te behouden.

4.2.3 Gevolgd hebben van een opleiding of cursus omtrent EBP

Minder dan de helft van de werkzame diëtisten (44%) kreeg een opleiding of cursus omtrent EBP

tijdens zijn bacheloropleiding. Uit het veel hogere percentage van studenten (84%) kan afgeleid

worden dat er nu meer aandacht aan EBP wordt gespendeerd in de bacheloropleidingen dan vroeger.

Slechts 15% van de respondenten volgde ooit een bijscholing omtrent EBP.

32%

0%

3%

2%

9%

41%

55%

52%

57%

53%

27%

45%

45%

41%

38%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Nooit 1-2 keer per jaar ≥ 3 keer per jaar

Page 16: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

16

Grafiek 12: Opleiding of cursus rond EBP gevolgd

Vergelijking met Amerikaanse diëtisten

Uit de studie van Byham-Gray et al. (2005) blijkt dat 55% van de 258 respondenten een opleiding

omtrent kritische beoordeling gevolgd heeft. Twee derde (64%) heeft nog nooit een presentatie over

de principes van EBP bijgewoond.

Vergelijking met Australische diëtisten

Slechts 11% van de 59 bevraagde Australische pediatrische diëtisten uit de studie van Thomas et al.

(2003) heeft een cursus omtrent EBP gevolgd.

Vergelijking met Taiwanese diëtisten

Van de 67 Taiwanese ziekenhuisdiëtisten die deelnamen aan de bevraging van Chiu et al. (2012) heeft

27% een opleiding omtrent EBN gevolgd.

Vergelijking met andere beroepsgroepen

Verstraeten & Linssen (2015) stelden vast dat ongeveer 72% van de kinesitherapeuten een opleiding

of cursus rond EBP heeft gevolgd. Respectievelijk 23% en 49% kreeg een cursus EBP tijdens de opleiding

Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie en tijdens een bijscholing. De overige 28% had geen

bijscholing omtrent EBP gevolgd. Deze vraag werd ingevuld door 297 Vlaamse kinesitherapeuten.

54%

44%48%

45%

84%

17% 18%14%

24%

14%15%

19% 22%18%

0%

28%33%

25%

34%

14%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Alle respondenten(N=151)

Diëtisten (N=114) Diëtisten - ziekenhuis(N=64)

Diëtisten - praktijk(N=38)

Studenten (N=37)

Ja, tijdens mijn bacheloropleiding Ja, tijdens een verdere opleiding Ja, tijdens een bijscholing Nee

Page 17: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

17

4.2.4 Belang evidence-based handelen

Respondenten konden op een schaal van 1 (helemaal niet overtuigd) tot 5 (zeer overtuigd) aanduiden

hoe belangrijk ze evidence-based handelen vinden. De meerderheid van de respondenten (85%) is

overtuigd tot zeer overtuigd van het belang van evidence-based handelen. Diëtisten die werken in een

praktijk zijn sterker overtuigd dan ziekenhuisdiëtisten en studenten. De respondenten gaven

gemiddeld een score van 4,29 (±0,81).

Grafiek 12: Gepercipieerd belang van EBP

Belang van EBP Gemiddelde Standaarddeviatie

Alle respondenten (N=151) 4,29 0,81

Diëtisten (N=114) 4,30 0,83

Diëtisten – ziekenhuis (N=64) 4,28 0,83

Diëtisten - praktijk (N=38) 4,47 0,80

Studenten (N=37) 4,27 0,73

Tabel 5: Gepercipieerd belang van EBP

Vergelijking met Amerikaanse diëtisten

Byham-Gray e. a. (2005) bevroegen de attitude van 500 Amerikaanse diëtisten ten aanzien van EBP

aan de hand van een 5 punts-Likert schaal (1=sterk mee oneens, 5=sterk mee eens). Ook uit deze studie

bleek dat diëtisten een positieve attitude ten aanzien van EBP hebben.

0%

0%

2%

1%

1%

3%

3%

2%

2%

2%

8%

11%

9%

13%

12%

49%

24%

42%

35%

38%

41%

63%

45%

49%

47%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Helemaal niet overtuigd Niet overtuigd Neutraal Overtuigd Zeer overtuigd

Page 18: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

18

Gemiddelde Standaarddeviatie

Onderzoek doen is relevant 4,2 1,1

Positieve attitude ten aanzien van EBP 4,3 0,9

EBP is voordelig 4,2 1,0

Tabel 6: Attitude van Amerikaanse diëtisten tegenover EBP (tabel opgesteld op basis van resultaten

Byham-Gray et al. (2005))

Vergelijking met Australische diëtisten

Thomas e. a. (2003) bevroegen de attitude van 59 Australische pediatrische diëtisten. Respectievelijk

46% en 44% geloofde zeer sterk tot sterk in de principes en filosofie van EBP. Tien procent

beantwoordde de vraag neutraal. Geen enkele diëtist gaf aan dat ze niet in EBP geloofde.

Vergelijking met Taiwanese diëtisten

Chiu e. a. (2012) onderzochten de attitude van 67 diëtisten uit regionale ziekenhuizen in Taiwan. 82%

van de respondenten was overtuigd van het belang van EBP voor de verbetering van kwaliteit van

patiëntenzorg.

Vergelijking met andere beroepen

In de studie van Heiwe et al. (2011) werden 225 Zweedse gezondheidsprofessionals (41 diëtisten, 57

ergotherapeuten en 129 kinesitherapeuten) werkzaam in een universitair ziekenhuis bevraagd aan de

hand van een 5-punts Likertschaal (1=sterk oneens, 5=sterk eens). Ook de respondenten van deze

studie percipieerden de toepassing van EBP als noodzakelijk (mediaan=5).

4.2.5 Gepercipieerd belang van onderzoek

Het gepercipieerde belang van onderzoek (Perceived Importance of Research) werd bevraagd aan de

hand van zeven stellingen, overgenomen van de Metcalfe et al. (2001):

1) Onderzoek is belangrijk voor de beroepspraktijk

De respondenten waren het er unaniem (99%) over eens dat onderzoek belangrijk is voor de

beroepspraktijk.

Grafiek 13: Onderzoek is belangrijk voor de beroepspraktijk

97%

100%

98%

99%

99%

3%

0%

2%

1%

1%

0%

0%

0%

0%

0%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Ja Neutraal Nee

Page 19: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

19

Vergelijking met Britse diëtisten

Metcalfe e. a. (2001) onderzochten de attitudes van verschillende beroepsgroepen ten aanzien van

onderzoek aan de hand van een vragenlijst. Ook de Britse diëtisten (N=45) die deelnamen aan de

bevraging waren het er over eens dat onderzoek belangrijk is voor de beroepspraktijk (98% ging

akkoord met deze stelling).

Taylor (1998) bevroeg de attitude van 183 Britse diëtisten. 83% van de respondenten ging akkoord met

de stelling dat onderzoek een onderdeel van hun dagelijkse praktijk zou moeten zijn. Slechts 6% was

het niet eens met deze stelling.

Vergelijking met Amerikaanse diëtisten

In de studie van Dougherty et al. (2015) bij 3729 Amerikaanse diëtisten vond 99,5% van de

respondenten dat onderzoek doen belangrijk is binnen het domein van voeding en diëtetiek.

Vergelijking met andere beroepen

Uit de studie van Metcalfe et al. (2001) blijkt dat ook logopedisten (N=66), ergotherapeuten (N=139)

en kinesitherapeuten (N=258) belang hechten aan onderzoek (respectievelijk 99%, 98% en 97% ging

akkoord met de stelling).

2) Onderzoek doen heeft geen hoge prioriteit

De meerderheid van de respondenten (74%) was het niet eens met deze stelling. Een vijfde (20%) was

neutraal ten aanzien van deze stelling. 6% van de respondenten was het ermee eens dat onderzoek

doen geen hoge prioriteit is.

Grafiek 14: Onderzoek doen heeft geen hoge prioriteit

Vergelijking met Britse diëtisten

Opvallend is dat 67% van de Britse diëtisten het wel eens is met deze stelling, en onderzoek doen dus

geen hoge prioriteit vindt (Metcalfe et al., 2001).

5%

5%

8%

6%

6%

19%

24%

22%

20%

20%

76%

71%

70%

73%

74%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=113)

Alle respondenten (N=150)

Ja Neutraal Nee

Page 20: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

20

Vergelijking met andere beroepsgroepen

Respectievelijk 81%, 78% en 56% van de ergotherapeuten, kinesitherapeuten en logopedisten gingen

akkoord met deze stelling (Metcalfe et al., 2001).

3) Patiënten behandelen is belangrijker dan onderzoek uitvoeren

Meer dan een derde van de respondenten (36%) vindt niet dat patiënten behandelen belangrijker is

dan onderzoek uitvoeren. Diëtisten die in een praktijk werken zijn het er minder eens mee eens dan

ziekenhuisdiëtisten. Studenten zijn eerder neutraal (49%) ten aanzien van deze stelling.

Grafiek 15: Patiënten behandelen is belangrijker dan onderzoek uitvoeren0

Vergelijking met Britse diëtisten

In vergelijking met Belgische diëtisten (26%) vinden meer Britse diëtisten uit de studie van Metcalfe et

al. (2001) (60%) patiënten behandelen belangrijker dan onderzoek uitvoeren.

Taylor (1998) bevroeg bij 183 Britse diëtisten of zij vinden dat patiëntenzorg voor gaat op onderzoek.

Bijna de helft (48%) was het eens met deze stelling, terwijl 29% er niet mee akkoord ging.

Vergelijking met andere beroepen

Respectievelijk 62%, 59% en 46% van de ergotherapeuten, kinesitherapeuten en logopedisten was het

eens met deze stelling (Metcalfe et al. 2001).

4) Patiënten behandelen is belangrijker dan het lezen van wetenschappelijke studies

Meer dan een derde van de respondenten (38%) vindt patiënten behandelen niet belangrijker dan het

lezen van wetenschappelijke studies. In vergelijking met diëtisten werkzaam in een praktijk (16%),

vinden meer ziekenhuisdiëtisten (39%) het behandelen van patiënten belangrijker dan het lezen van

wetenschappelijke studies.

24%

16%

31%

27%

26%

49%

39%

38%

33%

37%

27%

45%

31%

39%

36%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Ja Neutraal Nee

Page 21: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

21

Grafiek 16: Patiënten behandelen is belangrijker dan het lezen van wetenschappelijke studies

Vergelijking met Britse diëtisten

Bijna de helft van de bevraagde diëtisten (46%) in de studie van Metcalfe et al. (2001) was het eens

met deze stelling.

Vergelijking met andere beroepen

Respectievelijk 51%, 50% en 33% van de ergotherapeuten, kinesitherapeuten en logopedisten ging

akkoord met deze stelling (Metcalfe et al. 2001).

5) Het lezen en vinden van wetenschappelijke studies is geen hoge prioriteit

Slechts twaalf procent van de respondenten vindt dat het lezen en vinden van wetenschappelijke

studies geen hoge prioriteit heeft. Voornamelijk studenten zijn het oneens met deze stelling (70%).

Grafiek 17: Het lezen en vinden van wetenschappelijke studies is geen hoge prioriteit

Vergelijking met Britse diëtisten

Een vierde (24%) van de Britse diëtisten is het er mee eens dat het lezen en vinden van

wetenschappelijke studies geen hoge prioriteit heeft (Metcalfe et al. 2001).

22%

16%

39%

29%

27%

38%

37%

36%

34%

35%

41%

47%

25%

37%

38%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Ja Neutraal Nee

3%

11%

17%

15%

12%

27%

24%

22%

25%

25%

70%

66%

61%

61%

63%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Ja Neutraal Nee

Page 22: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

22

Vergelijking met andere beroepen

Respectievelijk 48%, 40% en 27% van de ergotherapeuten, kinesitherapeuten en logopedisten was het

eens met deze stelling (Metcalfe et al. 2001).

6) Onderzoek doen is niet belangrijk

Slechts 2% van de respondenten vindt dat onderzoek doen niet belangrijk is.

Grafiek 18: Onderzoek doen is niet belangrijk

Vergelijking met Britse diëtisten

13% van de Britse diëtisten gaf aan akkoord te zijn met deze stelling (Metcalfe et al. 2001).

Vergelijking met andere beroepen

Van de ergotherapeuten, kinesitherapeuten en logopedisten vonden respectievelijk 22%, 26% en 15%

dat onderzoek doen inderdaad niet belangrijk is (Metcalfe et al. 2001).

7) Het lezen en vinden van wetenschappelijke studies is niet belangrijk

De respondenten waren het er bijna unaniem mee oneens (92%) dat het lezen en vinden van

wetenschappelijke studies niet belangrijk is. Geen enkele diëtist werkzaam in een ziekenhuis of praktijk

en geen enkele student ging akkoord met de stelling.

0%

3%

2%

3%

2%

5%

5%

2%

5%

5%

95%

92%

97%

92%

93%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Ja Neutraal Nee

Page 23: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

23

Grafiek 19: Het lezen en vinden van wetenschappelijke studies is niet belangrijk

Vergelijking met Britse diëtisten

Ook de Britse diëtisten zijn het niet eens met deze stelling. Slechts 2% ging akkoord (Metcalfe et al.

2001).

Vergelijking met andere beroepen

Zes procent van de ergotherapeuten en kinesitherapeuten ging akkoord met deze stelling. Geen enkele

logopedist was het eens met deze stelling (Metcalfe et al. 2001).

Uit de studie van Metcalfe et al. (2001) bleek dat diëtisten en logopedisten significant meer belang aan

onderzoek hechten dan kinesitherapeuten en ergotherapeuten.

4.2.6 Opzoektools klinische vragen

De belangrijkste informatiebron van werkende diëtisten zijn de collega’s, gevolgd door handboeken,

vaktijdschriften en online zoekrobots. Er zijn geen grote verschillen in opzoektools tussen

ziekenhuisdiëtisten en diëtisten werkzaam in een praktijk. Studenten zoeken voornamelijk

antwoorden op klinische vragen in handboeken.

Opzoektools (alle respondenten) N (%)

Via mijn collega’s 121 (80%)

Via handboeken 92 (61%)

Via vaktijdschriften 83 (55%)

Via een online zoekrobot 80 (53%)

Via beroepsorganisaties 73 (48%)

Via databanken 71 (47%)

Via peer reviewed literatuur 67 (44%)

Via online discussiegroepen 16 (11%)

Via andere kanalen (arts, congressen, opleidingen, docenten, verpleegkundige, …)

10 (7%)

Tabel 7: Opzoektools van alle respondenten (N=151)

0%

0%

0%

2%

1%

8%

8%

3%

6%

7%

92%

92%

97%

92%

92%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Ja Neutraal Nee

Page 24: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

24

Opzoektools (werkende diëtisten) N (%)

Via mijn collega’s 100 (88%)

Via handboeken 62 (54%)

Via een online zoekrobot 62 (54%)

Via vaktijdschriften 60 (53%)

Via beroepsorganisaties 59 (52%)

Via databanken 49 (43%)

Via peer reviewed literatuur 49 (43%

Via online discussiegroepen 11 (10%)

Via andere kanalen (arts, congressen, opleidingen, verpleegkundige, …)

9 (8%)

Tabel 8: Opzoektools van werkende diëtisten (N=114)

Opzoektools (ziekenhuisdiëtisten) N (%)

Via mijn collega’s 58 (91%)

Via handboeken 36 (56%)

Via een online zoekrobot 36 (56%)

Via vaktijdschriften 29 (45%)

Via databanken 29 (45%)

Via beroepsorganisaties 28 (44%)

Via peer reviewed literatuur 28 (44%)

Via online discussiegroepen 4 (6%)

Via andere kanalen (arts, congressen, opleidingen, verpleegkundige, …)

7 (11%)

Tabel 9: Opzoektools van diëtisten werkzaam in een ziekenhuis (N=64)

Opzoektools (diëtisten praktijk) N (%)

Via mijn collega’s 34 (89%)

Via handboeken 21 (55%)

Via een online zoekrobot 21 (55%)

Via vaktijdschriften 20 (52%)

Via beroepsorganisaties 18 (47%)

Via peer reviewed literatuur 17 (45%)

Via databanken 14 (37%)

Via online discussiegroepen 6 (16%)

Via andere kanalen (huisarts)

1 (3%)

Tabel 10: Opzoektools van diëtisten werkzaam in een praktijk (N=37)

Opzoektools (studenten) N (%)

Via handboeken 30 (81%)

Via vaktijdschriften 23 (62%)

Via databanken 22 (59%)

Via mijn collega’s 21 (57%)

Via een online zoekrobot 18 (49%)

Page 25: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

25

Via peer reviewed literatuur 18 (49%)

Via beroepsorganisaties 14 (38%)

Via online discussiegroepen 5 (14%)

Via andere kanalen (docenten) 1 (3%)

Tabel 11: Opzoektools van studenten (N=37)

Vergelijking met Taiwanese diëtisten

Uit de studie van Chiu et al. (2012) bij 67 diëtisten werkzaam in regionale ziekenhuizen in Taiwan kwam

web portaal naar voor als de belangrijkste informatiebron, gevolgd door continue opleiding, collega’s

en handboeken.

Vergelijking met andere beroepen

Het KCE bevroeg de belangrijkste opzoektools van artsen, verpleegkundigen, vroedvrouwen en

kinesitherapeuten (Benhamed et al., 2017). Ook bij deze beroepen blijken collega’s een belangrijke

informatiebron te zijn. Een opmerking hierbij is echter dat de bevraging van het KCE een extra

antwoordcategorie bevatte voor deze vraag: ‘papieren of digitale documentatie op het werk

(protocollen of klinische zorgpaden)’. Deze werd niet bevraagd bij de diëtisten in de voorliggende

studie. De overige antwoordcategorieën kwamen overeen.

Tabel 12: De drie voornaamste bronnen van informatie om een vraag uit de dagelijkse praktijk te

beantwoorden (overgenomen van Benhamed et al., 2017).

4.2.7 Kennis databanken/websites

De kennis van databanken is bijzonder laag bij de respondenten. De meerderheid van de respondenten

kent EBMPracticeNet9 (81%), Trip Medical Database (79%), G.I.N. (79%), CEBAM (79%), EatRight (76%),

KCE (60%) en PEN (56%) niet. In vergelijking met werkende diëtisten (17%) kennen meer studenten

(35%) Trip Medical Database. Studenten zijn minder vertrouwd met PEN (52% van de werkende

diëtisten en 70% van de studenten kennen PEN niet).

De helft van de respondenten (50%) kent Cochrane Library for Health. Respectievelijk 56% en 60% van

de respondenten kent Dieetbehandelingsrichtlijnen.nl en Gezondheid en Wetenschap. HGR (99%) en

9 Huidige naam: ebpracticenet

Page 26: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

26

PubMed (89%) zijn het meest gekend. HGR heeft meer dan drie vierde (77%) van de werkende diëtisten

al eens geholpen bij het maken van beslissingen. Er is geen enkele student die PubMed niet kent.

In vergelijking met andere diëtisten en studenten hebben ziekenhuisdiëtisten een betere kennis van

Dieetbehandelingsrichtlijnen.nl en maken ze er meer gebruik van.

Grafiek 20: Kennis van Cebam Digital Library for Health

65%

79%

81%

83%

79%

11%

13%

11%

9%

9%

16%

3%

5%

5%

8%

5%

0%

2%

1%

2%

3%

5%

2%

2%

2%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis(N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Cebam Digital Library for Health (CDLH)

Ik ken dit niet

Ik ken dit, maar gebruik het niet

Ik heb deze al eens gebruikt/gelezen

Het heeft mij al eens geholpen bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Het helpt mij regelmatig bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Page 27: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

27

Grafiek 21: Kennis van Cochrane Library

Grafiek 22: Kennis van Dieetbehandelingsrichlijnen.nl

57%

50%

45%

48%

50%

8%

26%

27%

24%

20%

30%

11%

20%

18%

21%

5%

8%

6%

7%

7%

0%

5%

2%

4%

3%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis(N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Cochrane Library

Ik ken dit niet

Ik ken dit, maar gebruik het niet

Ik heb deze al eens gebruikt/gelezen

Het heeft mij al eens geholpen bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Het helpt mij regelmatig bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

54%

47%

28%

40%

44%

14%

13%

11%

11%

11%

19%

13%

17%

18%

18%

3%

16%

20%

13%

11%

11%

11%

23%

18%

17%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis(N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Dieetbehandelingsrichtlijnen.nl

Ik ken dit niet

Ik ken dit, maar gebruik het niet

Ik heb deze al eens gebruikt/gelezen

Het heeft mij al eens geholpen bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Het helpt mij regelmatig bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Page 28: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

28

Grafiek 23: Kennis van EatRight

Grafiek 24: Kennis van EBMPracticeNet

73%

82%

77%

77%

76%

22%

8%

11%

11%

13%

5%

0%

11%

8%

7%

0%

5%

2%

3%

2%

0%

5%

0%

2%

1%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis(N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

EatRight

Ik ken dit niet

Ik ken dit, maar gebruik het niet

Ik heb deze al eens gebruikt/gelezen

Het heeft mij al eens geholpen bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Het helpt mij regelmatig bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

97%

66%

80%

75%

81%

3%

26%

14%

18%

14%

0%

3%

6%

5%

4%

0%

3%

0%

1%

1%

0%

3%

0%

1%

1%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis(N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

EBMPracticeNet

Ik ken dit niet

Ik ken dit, maar gebruik het niet

Ik heb deze al eens gebruikt/gelezen

Het heeft mij al eens geholpen bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Het helpt mij regelmatig bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Page 29: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

29

Grafiek 25: Kennis van Gezondheid en Wetenschap

Grafiek 26: Kennis van GIN database

38%

42%

36%

42%

41%

35%

18%

20%

18%

22%

16%

21%

30%

27%

25%

5%

13%

11%

10%

9%

5%

5%

3%

4%

4%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis(N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Gezondheid en Wetenschap

Ik ken dit niet

Ik ken dit, maar gebruik het niet

Ik heb deze al eens gebruikt/gelezen

Het heeft mij al eens geholpen bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Het helpt mij regelmatig bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

86%

87%

73%

77%

79%

5%

8%

16%

12%

11%

5%

0%

9%

9%

8%

3%

3%

0%

1%

1%

0%

3%

1%

1%

1%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis(N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

GIN database (Guidelines International Network)

Ik ken dit niet

Ik ken dit, maar gebruik het niet

Ik heb deze al eens gebruikt/gelezen

Het heeft mij al eens geholpen bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Het helpt mij regelmatig bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Page 30: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

30

Grafiek 27: Kennis van Hoge Gezondheidsraad

Grafiek 28: Kennis van KCE

0%

0%

0%

2%

1%

16%

3%

0%

1%

5%

46%

26%

16%

20%

26%

14%

29%

47%

38%

32%

24%

42%

38%

39%

36%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis(N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Hoge Gezondheidsraad

Ik ken dit niet

Ik ken dit, maar gebruik het niet

Ik heb deze al eens gebruikt/gelezen

Het heeft mij al eens geholpen bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Het helpt mij regelmatig bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

68%

61%

58%

58%

60%

11%

16%

16%

15%

14%

14%

3%

17%

14%

14%

3%

13%

8%

10%

8%

5%

8%

2%

4%

4%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis(N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Federaal kenniscentrum voor de gezondheidszorg (KCE)

Ik ken dit niet

Ik ken dit, maar gebruik het niet

Ik heb deze al eens gebruikt/gelezen

Het heeft mij al eens geholpen bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Het helpt mij regelmatig bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Page 31: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

31

Grafiek 29: Kennis van Practice-based Evidence in Nutrition

Grafiek 30: Kennis van PubMed

70%

63%

50%

52%

56%

19%

8%

11%

11%

13%

8%

13%

28%

25%

21%

3%

8%

6%

6%

5%

0%

8%

5%

5%

5%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis(N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Practice-based Evidence in Nutrition (PEN)

Ik ken dit niet

Ik ken dit, maar gebruik het niet

Ik heb deze al eens gebruikt/gelezen

Het heeft mij al eens geholpen bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Het helpt mij regelmatig bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

0%

13%

14%

15%

11%

3%

8%

3%

4%

4%

49%

21%

25%

27%

32%

19%

29%

38%

30%

27%

30%

29%

20%

24%

25%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis(N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

PubMed

Ik ken dit niet

Ik ken dit, maar gebruik het niet

Ik heb deze al eens gebruikt/gelezen

Het heeft mij al eens geholpen bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Het helpt mij regelmatig bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Page 32: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

32

Grafiek 31: Kennis van Trip Medical Database

Vergelijking met Amerikaanse diëtisten

Byham-Gray e. a. (2005) bevroegen de kennis van 500 Amerikaanse diëtisten omtrent de databank

Cochrane Library for Health aan de hand van een 4 punts-Likertschaal (1=onbewust, 4=gebruiken). Het

gemiddelde van de gegeven scores was 1,2 ± 0,6.

Predictoren kennis databanken/websites

De taal waarin de bevraging werd ingevuld is een (rand)significante voorspeller voor het kennen van

volgende databanken/websites:

Databank/website Odds ratio Significatieniveau

(Dieetbehandelingsrichtlijnen.nl)10 Nederlandstalige diëtisten hebben 114 keer meer kans op het kennen van dieetbehandelingsrichtlijnen.nl dan Franstalige diëtisten

p < 0,001

EBMPracticeNet Nederlandstalige diëtisten hebben 3,628 keer meer kans op het kennen van EBMPracticeNet dan Franstalige diëtisten

p < 0,05

10 Gezondheid en Wetenschap en Dieetbehandelingsrichtlijnen.nl zijn voorlopig enkel in het Nederlands beschikbaar. Het is

bijgevolg niet echt relevant om deze te interpreteren.

65%

79%

81%

83%

79%

11%

13%

11%

9%

9%

16%

3%

5%

5%

8%

5%

0%

2%

1%

2%

3%

5%

2%

2%

2%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis(N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Trip Medical Database

Ik ken dit niet

Ik ken dit, maar gebruik het niet

Ik heb deze al eens gebruikt/gelezen

Het heeft mij al eens geholpen bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Het helpt mij regelmatig bij het maken van een beslissing/het geven van een advies

Page 33: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

33

(Gezondheid en Wetenschap)11 Nederlandstalige diëtisten hebben 39,692 keer meer kans op het kennen van Gezondheid en Wetenschap dan Franstalige diëtisten

P < 0,001

PEN Nederlandstalige diëtisten hebben 2,095 keer meer kans op het kennen van PEN dan Franstalige diëtisten

0,05 < p < 0,10 (randsignificant)

PubMed Nederlandstalige diëtisten hebben 5,172 keer meer kans op het kennen van PubMed dan Franstalige diëtisten

p < 0,05

Trip Nederlandstalige diëtisten hebben 2,917 keer meer kans op het kennen van Trip dan Franstalige diëtisten

0,05 < p <0,10 (randsignificant)

Tabel 13: Taal als voorspellende factor voor de kennis van verschillende databanken/websites

4.2.8 Vertrouwdheid met begrippen/termen

De respondenten waren het meest vertrouwd met het begrip prevalentie (91%), gevolgd door

incidentie (87%), RCT studies (75%), statistische significantie (74%), meta-analyse (70%),

betrouwbaarheidsinterval (67%), klinische effectiviteit (57%), relatief risico (58%), absoluut risico

(58%), level of evidence (56%) en systematic review (50%). De minst gekende begrippen zijn p-waarde,

grade en odds ratio (respectievelijk 44%, 41% en 29% kenden deze begrippen).

Grafiek 32: Kennis van begrip prevalentie

11 Een belangrijk opmerking hierbij is dat Gezondheid en Wetenschap en Dieetbehandelingsrichtlijnen.nl voorlopig enkel in

het Nederlands beschikbaar zijn. Het is bijgevolg niet echt relevant om deze te interpreteren.

86%

97%

95%

92%

91%

14%

0%

3%

6%

8%

0%

3%

2%

2%

1%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Prevalentie

Ik kan omschrijven wat dit begrip betekent Ik heb al van dit begrip gehoord Ik ken dit begrip niet

Page 34: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

34

Grafiek 33: Kennis van begrip incidentie

Grafiek 34: Kennis van begrip RCT-studies

86%

92%

92%

88%

87%

14%

5%

6%

11%

11%

0%

3%

2%

2%

1%

75% 80% 85% 90% 95% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Incidentie

Ik kan omschrijven wat dit begrip betekent Ik heb al van dit begrip gehoord Ik ken dit begrip niet

84%

71%

81%

73%

75%

11%

16%

9%

16%

15%

5%

13%

9%

11%

10%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Randomized Controlled Trial (RCT) studies

Ik kan omschrijven wat dit begrip betekent Ik heb al van dit begrip gehoord Ik ken dit begrip niet

Page 35: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

35

Grafiek 35: Kennis van begrip systematic review

Grafiek 36: Kennis van begrip meta-analyse

62%

53%

47%

46%

50%

32%

24%

42%

34%

34%

5%

24%

11%

19%

16%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Systematic review

Ik kan omschrijven wat dit begrip betekent Ik heb al van dit begrip gehoord Ik ken dit begrip niet

81%

76%

67%

67%

70%

16%

24%

30%

31%

27%

3%

0%

3%

3%

3%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Meta-analyse

Ik kan omschrijven wat dit begrip betekent Ik heb al van dit begrip gehoord Ik ken dit begrip niet

Page 36: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

36

Grafiek 37: Kennis van begrip p-waarde

Grafiek 38: Kennis van begrip statistische significantie

57%

45%

42%

40%

44%

24%

29%

38%

35%

32%

19%

26%

20%

25%

23%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

p-waarde

Ik kan omschrijven wat dit begrip betekent Ik heb al van dit begrip gehoord Ik ken dit begrip niet

84%

71%

69%

70%

74%

11%

26%

20%

22%

19%

5%

3%

11%

8%

7%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Statistische significantie

Ik kan omschrijven wat dit begrip betekent Ik heb al van dit begrip gehoord Ik ken dit begrip niet

Page 37: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

37

Grafiek 39: Kennis van begrip betrouwbaarheidsinterval

Grafiek 40: Kennis van begrip odds ratio

92%

66%

53%

59%

67%

5%

34%

31%

31%

25%

3%

0%

16%

11%

9%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Betrouwbaarheidsinterval

Ik kan omschrijven wat dit begrip betekent Ik heb al van dit begrip gehoord Ik ken dit begrip niet

41%

32%

28%

25%

29%

43%

39%

41%

43%

43%

16%

29%

31%

32%

28%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Odds ratio

Ik kan omschrijven wat dit begrip betekent Ik heb al van dit begrip gehoord Ik ken dit begrip niet

Page 38: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

38

Grafiek 41: Kennis van begrip relatief risico

Grafiek 42: Kennis van begrip absoluut risico

68%

61%

58%

55%

58%

22%

34%

33%

35%

32%

11%

5%

9%

10%

10%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Relatief risico

Ik kan omschrijven wat dit begrip betekent Ik heb al van dit begrip gehoord Ik ken dit begrip niet

68%

48%

56%

54%

58%

22%

48%

36%

37%

33%

11%

4%

8%

9%

9%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Absoluut risico

Ik kan omschrijven wat dit begrip betekent Ik heb al van dit begrip gehoord Ik ken dit begrip niet

Page 39: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

39

Grafiek 43: Kennis van begrip level of evidence

Grafiek 44: Kennis van begrip grade

65%

61%

56%

54%

56%

24%

21%

31%

30%

28%

11%

18%

13%

17%

15%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Level of evidence (niveau van bewijsvoering)

Ik kan omschrijven wat dit begrip betekent Ik heb al van dit begrip gehoord Ik ken dit begrip niet

35%

42%

44%

43%

41%

38%

37%

39%

37%

37%

27%

21%

17%

20%

22%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Grade (kwaliteit van bewijskracht van een aanbeveling)

Ik kan omschrijven wat dit begrip betekent Ik heb al van dit begrip gehoord Ik ken dit begrip niet

Page 40: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

40

Grafiek 45: Kennis van begrip klinische effectiviteit

59%

63%

52%

56%

57%

27%

26%

31%

31%

30%

14%

11%

17%

13%

13%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Klinische effectiviteit

Ik kan omschrijven wat dit begrip betekent Ik heb al van dit begrip gehoord Ik ken dit begrip niet

Page 41: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

41

Vergelijking met Amerikaanse diëtisten

Byham-Gray et al. (2005) bevroegen de kennis van enkele EBP termen bij 500 Amerikaanse diëtisten.

Het begrip odds ratio werd het minst begrepen door de respondenten (slechts 22% van de

respondenten kende dit begrip), gevolgd door systematic review (30%), absoluut risico (30%), relatief

risico (31%), betrouwbaarheidsinterval (32%) en meta-analyse (37%). Van de bevraagde begrippen,

was klinische effectiviteit het best gekende begrip (47%).

De kennis van alle begrippen was bij de Amerikaanse diëtisten lager dan die van Belgische diëtisten.

Bij deze vergelijking dient er echter rekening mee gehouden te worden dat de Amerikaanse studie 13

jaar eerder werd uitgevoerd.

30% 45% 25%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Systematische review

Begrijpen Enig begrip Niet begrijpen

37% 33% 30%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Meta-analyse

Begrijpen Enig begrip Niet begrijpen

32% 36% 32%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Betrouwbaarheidsinterval

Begrijpen Enig begrip Niet begrijpen

22% 41% 37%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Odds ratio

Begrijpen Enig begrip Niet begrijpen

31% 55% 14%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Relatief risico

Begrijpen Enig begrip Niet begrijpen

30% 51% 19%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Absoluut risico

Begrijpen Enig begrip Niet begrijpen

Page 42: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

42

Grafiek 45-51: Kennis van begrippen systematische review, meta-analyse, betrouwbaarheidsinterval,

odds ratio, relatief risico, absoluut risico en klinische effectiviteit bij Amerikaanse diëtisten (grafieken

opgesteld op basis van Byham-Gray et al. 2005)

Vergelijking met andere beroepen

McColl et al. (1998) onderzochten de kennis omtrent enkele EBP termen bij 302 Britse huisartsen. Deze

artsen waren het minst vertrouwd met het begrip odds ratio (11%), gevolgd door

betrouwbaarheidsinterval (20%), systematic review (23%), absoluut risico (31%), relatief risico (33%)

en meta-analyse (33%). De kennis van de bevraagde artsen is op de begrippen absoluut en relatief

risico na, lager dan deze van Amerikaanse (Byham-Gray et al. 2005) en Belgische diëtisten.

23% 56% 19% 3%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Systematic review

Begrijpen en kunnen uitleggen aan anderen

Enig begrip

Niet begrijpen, maar wel graag willen

Het zou niet nuttig voor mij zijn om het te begrijpen

33% 41% 22% 4%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Meta-analyse

Begrijpen en kunnen uitleggen aan anderen

Enig begrip

Niet begrijpen, maar wel graag willen

Het zou niet nuttig voor mij zijn om het te begrijpen

47% 41% 12%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Klinische effectiviteit

Begrijpen Enig begrip Niet begrijpen

Page 43: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

43

Grafiek 52-57: Kennis van begrippen systematic review, meta-analyse, betrouwbaarheidsinterval,

odds ratio, relatief risico en absoluut risico bij Britse huisartsen (grafieken opgesteld op basis van

McColl et al. 1998)Heiwe e. a. (2011) onderzochten de kennis van enkele EBP-begrippen bij 227

gezondheidsprofessionals werkzaam in een Zweeds universitair ziekenhuis (diëtisten,

ergotherapeuten en kinesitherapeuten). De meerderheid van de respondenten kende de begrippen

validiteit (80%), betrouwbaarheid (78%) en systematic review (58%). De begrippen

‘betrouwbaarheidsinterval’, ‘meta-analyse’ en ‘relatief risico’ waren matig of helemaal niet gekend.

Het begrip ‘odds ratio’ was het minst gekende begrip (60% begreep niet wat dit is).

4.2.9 Gevoel ontbreken wetenschappelijk bewijs in voedingsadviezen

Aan werkende diëtisten werd, indien van toepassing, gevraagd of ze het gevoel hebben dat er sterk

wetenschappelijk bewijs ontbreekt over de meeste voedingsadviezen die ze geven. Bijna de helft (45%)

van deze diëtisten beantwoordde deze vraag positief.

33% 54% 11%2%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Relatief risico

Begrijpen en kunnen uitleggen aan anderen

Enig begrip

Niet begrijpen, maar wel graag willen

Het zou niet nuttig voor mij zijn om het te begrijpen

20% 43% 31% 6%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Betrouwbaarheidsinterval

Begrijpen en kunnen uitleggen aan anderen

Enig begrip

Niet begrijpen, maar wel graag willen

Het zou niet nuttig voor mij zijn om het te begrijpen

11% 32% 48% 9%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Odds Ratio

Begrijpen en kunnen uitleggen aan anderen

Enig begrip

Niet begrijpen, maar wel graag willen

Het zou niet nuttig voor mij zijn om het te begrijpen

31% 53% 14% 2%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Absoluut risico

Begrijpen en kunnen uitleggen aan anderen

Enig begrip

Niet begrijpen, maar wel graag willen

Het zou niet nuttig voor mij zijn om het te begrijpen

Page 44: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

44

Grafiek 58: Gevoel ontbreken wetenschappelijk bewijs in voedingsadviezen

Vergelijking met andere beroepen

Verstraeten en Linssen (2015) bevroegen bij 294 Vlaamse kinesitherapeuten of er sterk

wetenschappelijk bewijs ontbreekt over de meeste behandelingen die ze uitvoeren bij hun patiënten

aan de hand van een 4-punts Likertschaal. Respectievelijk 19%, 41%, 33% en 6% waren het volledig

oneens, gedeeltelijk oneens, gedeeltelijk eens en volledig eens met deze stelling. De Vlaamse

kinesitherapeuten uit deze studie blijken ietwat meer overtuigd te zijn van zichzelf dan de Belgische

diëtisten in de voorliggende studie.

Heiwe e. a. (2011) gingen aan de hand van een 5-punts Likertschaal (1=sterk oneens; 5=sterk eens) na

bij 226 gezondheidsprofessionals uit een Zweeds universitair ziekenhuis (diëtisten, ergotherapeuten

en kinesitherapeuten) of er sterk bewijs ontbreekt over de behandelingen die zij geven. De mediaan

was 3. Er waren geen significante verschillen tussen de drie groepen van professionals.

4.2.10 Overtuigd van vaardigheden om EBP voedingsadviezen te geven

De meerderheid van de respondenten (61%) is overtuigd tot zeer overtuigd van zijn vaardigheden om

voedingsadviezen te geven volgens recente evidentie. Acht procent is helemaal niet tot niet overtuigd.

Ziekenhuisdiëtisten zijn meer overtuigd (73%) van hun vaardigheden dan diëtisten werkzaam in een

praktijk (64%).

53%

44%

45%

47%

56%

55%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Diëtisten - praktijk (N=34)

Diëtisten - ziekenhuis (N=52)

Diëtisten (N=91)

Ja Nee

Page 45: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

45

Grafiek 59: Overtuigd van vaardigheden om EBP voedingsadviezen te geven

Gemiddelde * Standaarddeviatie

Alle respondenten (N=151) 3,62 0,78

Diëtisten (N=114) 3,64 0,79

Diëtisten - ziekenhuis (N=64) 3,75 0,76

Diëtisten - praktijk (N=38) 3,58 0,89

Studenten (N=37) 3,54 0,77 * gemiddelde score op basis van 5-punts Likertschaal (1=helemaal niet overtuigd, 5=zeer overtuigd)

Tabel 14: Overtuigd van vaardigheden om EBP voedingsadviezen te geven

Vergelijking met Taiwanese diëtisten

Uit de studie van Chiu et al. (2012) bij 67 Taiwanese regionale ziekenhuisdiëtisten blijkt dat

respectievelijk slechts 5% en 29% zeer overtuigd of overtuigd is van zijn vaardigheden en kennis om

EBP te implementeren in de praktijk.

Vergelijking met Australische diëtisten

Howard e. a. (2013) bevroegen EBP-vaardigheden van 130 Australische diëtisten aan de hand van een

schaal van 1=niet bestaande tot 10=hoog niveau. De respondenten gaven zichzelf een gemiddelde

score van 7,1 (± 1,5) voor het vinden van relevante literatuur.

Vergelijking met andere beroepen

Verstraeten en Linssen (2015) bevroegen bij 287 Vlaamse kinesitherapeuten of zij overtuigd zijn van

hun vaardigheden om patiënten te behandelen volgens recente evidentie. Respectievelijk 0%, 8%, 62%

en 29% van de respondenten was het volledig oneens, gedeeltelijk oneens, gedeeltelijk eens en

0%

0%

2%

1%

1%

5%

16%

5%

8%

7%

46%

21%

20%

26%

31%

38%

53%

64%

56%

52%

11%

11%

9%

9%

9%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Helemaal niet overtuigd Niet overtuigd Neutraal Overtuigd Zeer overtuigd

Page 46: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

46

volledig eens met deze stelling. De Vlaamse kinesitherapeuten uit deze bevraging zijn duidelijk meer

overtuigd (91%) dan Belgische diëtisten (61%).

Heiwe e. a. (2011) onderzochten het vertrouwen van 224 gezondheidsprofessionals uit een Zweeds

universitair ziekenhuis (diëtisten, ergotherapeuten en kinesitherapeuten) om relevante literatuur te

vinden die een antwoord biedt op klinische vragen. Er werd gebruik gemaakt van een 5-punts

Likertschaal (1=sterk oneens, 5=sterk eens). De mediaan bedroeg 4.

4.2.11 Hindernissen toepassing EBP

Tijdsgebrek is de voornaamste hindernis voor de toepassing van evidence-based practice (61%),

gevolgd door het niet verzameld zijn van de literatuur op één plaats (48%), het onmogelijk vinden om

van alles op de hoogte te zijn (43%) en een gebrek aan toegang tot evidence-based practice bronnen

(41%).

Hindernis voor de toepassing van EBP (alle respondenten N=151)

N (%)

Gebrek aan tijd 92 (61%)

De literatuur is niet verzameld op één plaats 72 (48%)

Ik vind het onmogelijk om van alles op de hoogte te zijn

65 (43%)

Gebrek aan toegang tot Evidence-based Practice bronnen

62 (41%)

Ik weet niet waar en hoe ik Evidence-based Practice materiaal kan vinden

41 (27%)

Implicaties voor in de praktijk zijn niet duidelijk gemaakt

38 (25%)

Beperkt vermogen om wetenschappelijk bewijs kritisch te beoordelen

25 (17%)

Gebrek aan steun van mijn collega’s/leidinggevende om te implementeren

18 (12%)

Ik heb onvoldoende autoriteit om veranderingen uit te voeren in de praktijk

17 (11%)

Ik heb geen geïnformeerde collega’s/leidinggevende waarmee ik kan discussiëren

12 (8%)

Gebrek aan interesse 5 (5%)

Andere (Engelse taal, niet altijd eenvoudig om juiste informatie te vinden via zoekrobots, nog in opleiding, …)

7 (5%)

Tabel 15: Hindernissen voor de toepassing van EBP van alle respondenten (N=151)

Hindernis voor de toepassing van EBP (werkzame diëtisten N=114)

N (%)

Gebrek aan tijd 73 (64%)

De literatuur is niet verzameld op één plaats 56 (49%)

Ik vind het onmogelijk om van alles op de hoogte te zijn

53 (46%)

Page 47: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

47

Gebrek aan toegang tot Evidence-Based Practice bronnen

48 (42%)

Ik weet niet waar en hoe ik Evidence-Based Practice materiaal kan vinden

39 (34%)

Implicaties voor in de praktijk zijn niet duidelijk gemaakt

31 (27%)

Beperkt vermogen om wetenschappelijk bewijs kritisch te beoordelen

15 (13%)

Gebrek aan steun van mijn collega’s/leidinggevende om te implementeren

13 (11%)

Ik heb onvoldoende autoriteit om veranderingen uit te voeren in de praktijk

11 (10%)

Ik heb geen geïnformeerde collega’s/leidinggevende waarmee ik kan discussiëren

10 (9%)

Gebrek aan interesse 4 (4%)

Andere (Engelse taal) 3 (3%)

Tabel 16: Hindernissen voor de toepassing van EBP van werkzame diëtisten (N=114)

Hindernis voor de toepassing van EBP (Ziekenhuisdiëtisten N=64)

N (%)

Gebrek aan tijd 46 (72%)

Ik vind het onmogelijk om van alles op de hoogte te zijn

30 (47%)

De literatuur is niet verzameld op één plaats 28 (44%)

Gebrek aan toegang tot Evidence-Based Practice bronnen

23 (36%)

Ik weet niet waar en hoe ik Evidence-Based Practice materiaal kan vinden

15 (23%)

Implicaties voor in de praktijk zijn niet duidelijk gemaakt

14 (22%)

Beperkt vermogen om wetenschappelijk bewijs kritisch te beoordelen

12 (19%)

Gebrek aan steun van mijn collega’s/leidinggevende om te implementeren

7 (11%)

Ik heb onvoldoende autoriteit om veranderingen uit te voeren in de praktijk

6 (9%)

Ik heb geen geïnformeerde collega’s/leidinggevende waarmee ik kan discussiëren

3 (5%)

Gebrek aan interesse 3 (5%)

Andere (Engelse taal) 2 (3%)

Tabel 17: Hindernissen voor de toepassing van EBP van diëtisten werkzaam in een ziekenhuis (N=64)

Hindernis voor de toepassing van EBP (diëtisten werkzaam in een praktijk N=38)

N (%)

Gebrek aan tijd 23 (61%)

De literatuur is niet verzameld op één plaats 21 (55%)

Page 48: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

48

Gebrek aan toegang tot Evidence-Based Practice bronnen

19 (50%)

Ik weet niet waar en hoe ik Evidence-Based Practice materiaal kan vinden

18 (47%)

Ik vind het onmogelijk om van alles op de hoogte te zijn

13 (34%)

Implicaties voor in de praktijk zijn niet duidelijk gemaakt

13 (34%)

Ik heb geen geïnformeerde collega’s/leidinggevende waarmee ik kan discussiëren

4 (11%)

Beperkt vermogen om wetenschappelijk bewijs kritisch te beoordelen

2 (5%)

Gebrek aan steun van mijn collega’s/leidinggevende om te implementeren

2 (5%)

Ik heb onvoldoende autoriteit om veranderingen uit te voeren in de praktijk

2 (5%)

Gebrek aan interesse 0 (0%)

Andere 0 (0%)

Tabel 18: Hindernissen voor de toepassing van EBP van diëtisten werkzaam in een zelfstandige

praktijk (N=38)

Hindernis voor de toepassing van EBP (studenten N=37)

N (%)

Gebrek aan tijd 19 (51%)

De literatuur is niet verzameld op één plaats 16 (43%)

Gebrek aan toegang tot Evidence-Based Practice bronnen

14 (38%)

Ik vind het onmogelijk om van alles op de hoogte te zijn

12 (32%)

Beperkt vermogen om wetenschappelijk bewijs kritisch te beoordelen

10 (27%)

Implicaties voor in de praktijk zijn niet duidelijk gemaakt

7 (19%)

Ik heb onvoldoende autoriteit om veranderingen uit te voeren in de praktijk

6 (16%)

Gebrek aan steun van mijn collega’s/leidinggevende om te implementeren

5 (14%)

Gebrek aan interesse 4 (11%)

Ik weet niet waar en hoe ik Evidence-Based Practice materiaal kan vinden

2 (5%)

Ik heb geen geïnformeerde collega’s/leidinggevende waarmee ik kan discussiëren

2 (5%)

Andere (niet altijd eenvoudig om juiste informatie te vinden via

zoekrobots, nog in opleiding, …) 4 (11%)

Tabel 19: Hindernissen voor de toepassing van EBP van studenten (N=37)

Page 49: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

49

Vergelijking met Britse diëtisten

Metcalfe e. a. (2001) onderzochten de barrières voor evidence-based practice bij 45 Britse diëtisten.

Het niet verzameld zijn van de literatuur op één plaats (77%) en tijdsgebrek (71%) kwamen eveneens

naar voor als belangrijke hindernissen. Geen toegang hebben tot onderzoeksrapporten werd in

mindere mate beschouwd als een barrière (33%). Er werd niet onderzocht of ‘de onmogelijkheid om

van alles op de hoogte te zijn’ een hindernis is voor de toepassing van EBP. Andere belangrijke barrières

waren conflicterende resultaten (84%), het niet begrijpen van statistische analyses (78%) en het

overweldigende aanbod van studies (71%).

Van de 183 Britse diëtisten die door Taylor (1998) bevraagd werden, gaf 64% aan dat ze onvoldoende

tijd hebben om vertrouwd te geraken met literatuur. Een vijfde (21%) gaf aan het niet eens te zijn met

deze stelling.

Vergelijking met Australische diëtisten

In het onderzoek van Thomas et al. (2003) bij 59 Australische pediatrische diëtisten kwamen

tijdsgebrek (90%), gebrek aan vaardigheden om de kwaliteit van artikels te evalueren (86%) en het

gebrek aan vaardigheden om literatuur op te zoeken (81%) naar voor als de belangrijkste barrières

voor de toepassing van EBP.

Vergelijking met Taiwanese diëtisten

De belangrijkste barrière voor de toepassing van EBN bij de 67 Taiwanese regionale ziekenhuisdiëtisten

uit de studie van Chiu et al. (2012) is het gebrek aan literatuur in de landstaal (58%), gevolgd door een

gebrek aan vaardigheden voor kritische inschatting (55%), onvoldoende materiaal voor de toepassing

van EBP (53%), gebrek aan tijd (50%) en gebrek aan vaardigheden om literatuur te zoeken (44%).

Vergelijking met andere beroepen

Metcalfe e. a. (2001) peilden eveneens naar de barrières voor EBP bij ergotherapeuten (N=139),

kinesitherapeuten (N=258) en logopedisten (N=66). Het niet verzameld zijn van de literatuur op één

plaats (ergotherapeuten: 78%, kinesitherapeuten: 80%, logopedisten: 71%) en tijdsgebrek

(ergotherapeuten: 71%, kinesitherapeuten: 62%, logopedisten: 72%) bleken bij deze beroepsgroepen

ook belangrijke hindernissen te zijn. Ergotherapeuten gaven daarnaast aan dat implicaties voor de

praktijk niet duidelijk zijn (73%). Kinesitherapeuten percipieerden conflicterende resultaten als de

belangrijkste barrière (81%).

McColl e. a. (1998) bevroegen de hindernissen tot EBP bij 242 Britse huisartsen. Tijdsgebrek werd door

71% respondenten als een hindernis beschouwd.

Uit de review van Sadeghi‐Bazargani et al. (2014) blijkt dat beperkingen van onderzoek (vb.

conflicterende resultaten, methodologische problemen, slechte generaliseerbaarheid, …), tijdsgebrek,

gebrek aan vaardigheden (vb. om studies te evalueren), inadequate toegang, gebrek aan kennis (vb.

niet weten hoe literatuur te zoeken) en financiële barrières (vb. kostprijs voor toegang tot EBP) de

belangrijkste hindernissen zijn voor de toepassing van evidence-based medicine (EBM).

In de studie van Heiwe et al. (2011) bij 227 gezondheidsprofessionals uit een Zweeds universitair

ziekenhuis (diëtisten, ergotherapeuten en kinesitherapeuten) kwam tijdsgebrek (84%) eveneens naar

boven als de belangrijkste barrière voor de toepassing van EBP. Andere gepercipieerde barrières waren

gebrek aan onderzoeksvaardigheden (36%) en het niet kunnen generaliseren van literatuur naar de

Page 50: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

50

patiëntenpopulatie (37%). Deze laatste is echter een significant (p=0,002) grotere hindernis voor

kinesitherapeuten (43%) dan voor diëtisten (11%) en ergotherapeuten (8%).

4.2.12 Bereidheid tot het verbeteren van kennis en vaardigheden om EB te handelen

De meerderheid van de respondenten (85%) wilt zijn kennis en vaardigheden om EB te handelen in zijn

werk verbeteren.

Grafiek 60: Bereidheid tot het verbeteren van kennis en vaardigheden om EB te handelen

Er werd via een open vraag gepeild naar de manier waarop ze deze kennis en vaardigheden willen

verbeteren. Deze optionele vraag werd ingevuld door 78 respondenten. Bij de vraag werden de

antwoordvoorbeelden ‘e-modules’ en ‘navormingen’ vermeld. Dit waren ook de meest gegeven

antwoordopties.

Hoe wil ik mijn kennis en vaardigheden om EB te handelen verbeteren?

N (%)

Navorming, (korte) bijscholing (op het werk), (continue) opleiding (gratis, ivm knelpunten, met follow-up begeleiding), vorming, congres, conferenties

45 58%

e-module, e-learning (met examen/diploma, gratis), MOOC 31 40%

Wetenschappelijk tijdschrift (via post), nieuwsbrief, gespecialiseerde pers

7 9%

1 platform voor deskundigen, betrouwbare site waar alle info/recente studies te vinden zijn, overzicht, internetplatform met themablog, verzameling van informatie (gratis beschikbaar)

5 6%

Zelfstudie 1 1%

Met collega’s samenzitten en ervaringen hierover uitwisselen 1 1%

Dat elke diëtist (in een ziekenhuis) kijkt welke adviezen hij/zij verstrekt en vervolgens moet controleren of het wel evidence based is

1 1%

Tijd krijgen om dieetbladen aan te passen 1 1%

84%

92%

83%

86%

85%

16%

8%

17%

14%

15%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Ja Nee

Page 51: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

51

Er meer gebruik van maken, dan wordt je er vanzelf handiger in. 1 1%

Tabel 20: Manieren om kennis en vaardigheden voor EB handelen te verbeteren

Vergelijking met andere beroepen

Respectievelijk 6%, 7%, 52% en 34% van de Vlaamse kinesitherapeuten (N=294) is het volledig oneens,

gedeeltelijk oneens, gedeeltelijk eens en volledig eens met de stelling ‘Ik wil mijn kennis en

vaardigheden, die nodig zijn om EBP toe te passen in mijn werk, leren en verbeteren’ (Verstraeten &

Linssen, 2015). Dit resultaat komt overeen met de bevraging bij Belgische diëtisten.

Uit de studie van Heiwe e. a. (2011) bij 225 gezondheidsprofessionals uit een Zweeds universitair

ziekenhuis (diëtisten, ergotherapeuten, kinesitherapeuten) blijkt dat ook zij de vaardigheden nodig

voor de toepassing van EBP in de praktijk willen leren/verbeteren (gemeten aan de hand van een 5-

punts Likertschaal van 1=sterk oneens tot 5=sterk eens; mediaan=5).

4.3 Vertrouwdheid met klinische praktijkrichtlijnen

4.3.1 Vertrouwdheid met het concept richtlijn

Er werd aan de respondenten gevraagd in welke mate ze het concept ‘richtlijnen’ kennen. Hierbij werd

volgende definitie van een klinische dieetrichtlijn weergegeven:

“Evidence-Based Practice dieetrichtlijnen zijn richtlijnen voor het voedings- en dieetkundig handelen

op basis van de best beschikbare informatie. Richtlijnen geven een stand van zaken en combineren de

laatste wetenschappelijke literatuur met het praktijkgericht handelen en geven zo onderbouwde

aanbevelingen en kernboodschappen om direct in de praktijk toe te passen.”

Bijna drie vierde van de respondenten (74%) wist goed tot ongeveer wat klinische dieetrichtlijnen zijn.

Diëtisten die in een ziekenhuis (79%) werken gaven aan iets meer vertrouwd te zijn met richtlijnen in

vergelijking met diëtisten werkzaam in een praktijk (68%). Daarnaast zijn diëtisten die actief zijn in het

werkveld (76%) lichtelijk meer vertrouwd met het concept dan studenten (70%). De verschillen tussen

de groepen zijn echter niet groot.

Page 52: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

52

Grafiek 61: Vertrouwdheid met klinische dieetrichtlijnen

Taal als predictor

De taal waarin de vragenlijst werd ingevuld, is een randsignificante predictor voor het vertrouwd zijn

met richtlijnen (p=0,076). Nederlandstaligen hebben 2,053 keer meer kans op het goed of ongeveer

kennen van klinische dieetrichtlijnen dan Franstaligen.

Vergelijking met andere beroepen

De vragen met betrekking tot richtlijnen werden overgenomen uit/gebaseerd op een bevraging van

het KCE bij kinesitherapeuten, vroedvrouwen, verpleegkundigen en artsen. Tussen verschillende

beroepen zijn er grote verschillen in de graad van vertrouwdheid met het concept richtlijn. Artsen

(70%) en vroedvrouwen (64%) gaven beduidend meer aan goed te weten wat een richtlijn is, gevolgd

door verpleegkundigen (44%) en diëtisten (40%). Kinesitherapeuten zijn het minst vertrouwd met het

concept richtlijn: slechts 22% wist goed wat klinische praktijkrichtlijnen zijn. (Benhamed et al. 2017)

Grafiek 62: Vertrouwdheid met concept richtlijn bij verschillende beroepen (overgenomen van

Benhamed et al. 2017)

35%

42%

41%

42%

40%

35%

26%

38%

34%

34%

24%

18%

9%

11%

14%

5%

13%

13%

13%

11%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Ik wist goed wat klinische praktijkrichtlijnen zijn. Ik kende dit en wist ongeveer wat klinische praktijkrichtlijnen zijn.

Ik kende dit enkel van naam, maar wist er verder niets over. Ik had er nog nooit van gehoord.

Page 53: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

53

4.3.2 Beschikbaarheid van richtlijnen

Aan de respondenten die goed tot ongeveer wisten wat klinische dieetrichtlijnen zijn (N=113), werd

gevraagd of er voldoende richtlijnen beschikbaar zijn. Bijna een derde (30%) van de respondenten

vindt dat er onvoldoende richtlijnen zijn. Dit gemiddelde wordt omlaag gehaald door de studenten,

waarvan 12% vindt dat er niet voldoende richtlijnen beschikbaar zijn. Diëtisten werkzaam in het

ziekenhuis zijn iets meer tevreden dan diëtisten die in een praktijk werken (respectievelijk 30% en

35%), maar dit verschil is klein.

Grafiek 63: Beschikbaarheid van richtlijnen

Taal als predictor

De taal waarin de bevraging werd ingevuld, is geen significante voorspeller voor het (on)voldoende

beschikbaar vinden van richtlijnen (p=0,813).

Vergelijking met andere beroepen

Diëtisten zijn meer tevreden over de beschikbaarheid van richtlijnen in vergelijking met

kinesitherapeuten, vroedvrouwen en verpleegkundigen. Dertig procent van de diëtisten vindt dat er

onvoldoende richtlijnen beschikbaar zijn, terwijl dit bij de andere beroepsgroepen respectievelijk 45%,

35% en 51% is. Artsen zijn ongeveer even (on)tevreden als diëtisten wat de beschikbaarheid van

richtlijnen betreft (29%). (Benhamed et al. 2017)

42%

27%

26%

24%

28%

46%

38%

44%

40%

42%

12%

35%

30%

36%

30%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=26)

Diëtisten - praktijk (N=26)

Diëtisten - ziekenhuis (N=50)

Diëtisten (N=87)

Alle respondenten (N=113)

Ja, zowel op nationaal als internationaal niveau Ja, maar enkel op internationaal niveau Neen

Page 54: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

54

Grafiek 64: Beschikbaarheid van richtlijnen bij verschillende beroepen (overgenomen van Benhamed

et al. 2017)

In de studie van Heiwe et al. (2011) bij 224 gezondheidsprofessionals uit een Zweeds universitair

ziekenhuis (diëtisten, ergotherapeuten en kinesitherapeuten), gaf 72% van de respondenten aan dat

er voldoende praktijkrichtlijnen beschikbaar zijn. Er waren geen significante verschillen tussen de drie

beroepsgroepen.

4.3.3 Gebruiksfrequentie van richtlijnen

Aan respondenten die goed/ongeveer wisten wat richtlijnen zijn, werd gevraagd hoe vaak zij richtlijnen

gebruiken. De respondenten die minder dan één keer per jaar, minstens één keer per jaar of nooit

richtlijnen gebruiken, worden beschouwd als niet-gebruikers. Van alle respondenten blijkt 23% niet-

gebruiker te zijn. Dit percentage wordt sterk omhoog getrokken door de studenten. Bijna de helft

(42%) van de studenten gaf immers aan niet-gebruiker te zijn, terwijl dit bij de werkzame diëtisten

slechts 15% is. Er is geen groot verschil in de gebruiksfrequentie van richtlijnen tussen diëtisten

werkzaam in een ziekenhuis of in een praktijk. Opvallend is dat geen enkele ziekenhuisdiëtist aangaf

nooit richtlijnen te gebruiken.

Page 55: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

55

Grafiek 65: Gebruiksfrequentie van richtlijnen

Taal als predictor

De taal waarin de bevraging werd ingevuld, is geen significante voorspeller voor de gebruiksfrequentie

van richtlijnen (p=0,407).

Vergelijking met andere beroepen

De artsen tellen de minste niet-gebruikers (13%), gevolgd door diëtisten (23%), kinesitherapeuten

(32%), verpleegkundigen (33%) en vroedvrouwen (39%) (Benhamed et al. 2017).

Grafiek 66: Gebruiksfrequentie van richtlijnen (overgenomen van Benhamed et al. 2017)

4.3.4 Redenen voor het niet gebruiken van richtlijnen

Aan alle niet-gebruikers (N=25) werd gevraagd waarom ze geen richtlijnen gebruiken. Tabel 21 geeft

hun voornaamste redenen weer. De redenen die het meest aangevinkt werden, waren ‘niet weten

waar richtlijnen te kunnen vinden’ en ‘gebrek aan tijd’.

8%

38%

38%

31%

26%

23%

31%

30%

31%

29%

27%

19%

20%

22%

23%

4%

4%

10%

10%

9%

4%

2%

3%

3%

38%

4%

2%

11%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=26)

Diëtisten - Praktijk (N=26)

Diëtisten - ziekenhuis (N=50)

Diëtisten (N=87)

Alle respondenten (N=113)

Dagelijks Minstens één keer per week Minstens één keer per maand

Minstens één keer per jaar Minder dan één keer per jaar Nooit

Page 56: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

56

Reden voor het niet gebruiken van richtlijnen N (%)

Ik weet absoluut niet waar ik richtlijnen kan vinden 7 28%

Ik heb geen tijd om richtlijnen te gebruiken 6 24%

Ik ben op de hoogte van evidence via congressen en literatuur

5 20%

Richtlijnen zijn vaak te algemeen/niet specifiek genoeg

5 20%

Richtlijnen lijken te veel op een ‘recept’ en ze laten me niet toe om te beslissen wat het meest geschikt is

3 12%

De situaties die in richtlijnen beschreven worden, stemmen niet overeen met situaties uit mijn praktijk

3 12%

Er bestaan geen/te weinig richtlijnen voor mijn patiëntengroep

3 12%

Mijn ervaring op het terrein lijkt me belangrijker 2 8%

Ik vertrouw liever op de ervaring van mijn collega’s/superieuren

2 8%

Ik ben niet in staat om aanbevelingen uit richtlijnen toe te passen op mijn patiëntenpopulatie

1 4%

Ik gebruik de protocollen van de dienst waar ik werk 1 4%

Er bestaan te veel richtlijnen 1 4%

Richtlijnen spreken elkaar tegen 1 4%

Andere (nog student, niet van toepassing in werk (kwaliteit en

voedselveiligheid)) 9 36%

Tabel 21: Redenen voor het niet gebruiken van richtlijnen

Vergelijking met andere beroepen

De voornaamste redenen om geen richtlijnen te gebruiken zijn verschillend bij de andere

beroepsgroepen. Vroedvrouwen en verpleegkundigen gebruiken protocollen van de dienst waar zij

werken (respectievelijk 65% en 61%). Kinesitherapeuten en artsen blijven dan weer op de hoogte via

congressen en medische literatuur (respectievelijk 52% en 39%). (Benhamed et al. 2017)

Tabel 22: Redenen voor het niet gebruiken van richtlijnen (overgenomen van Benhamed et al. 2017)

Page 57: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

57

In de bevraging van Verstraeten en Linssen (2015) bij Vlaamse kinesitherapeuten komen ‘Gebrek aan

tijd’, ‘Geen of te weinig richtlijnen bestaan voor mijn specifieke patiëntengroep’ en ‘Weet niet waar

en hoe ik de richtlijnen kan vinden’ naar voor als de belangrijkste redenen voor het niet gebruiken van

richtlijnen.

4.3.5 Bereid om richtlijnen in de toekomst te gebruiken

Drie vierde (76%) van de niet-gebruikers gaf aan om in de toekomst richtlijnen te willen gebruiken.

Geen enkele respondent is hier niet toe bereid.

Grafiek 67: Bereidheid van niet-gebruikers om in de toekomst richtlijnen te gebruiken (N=25)

Vergelijking met andere beroepen

Vroedvrouwen (91%) en verpleegkundigen (86%) zijn meer vragende partij voor richtlijnen dan

diëtisten. Kinesitherapeuten (67%) en artsen (64%) die geen richtlijnen gebruiken, zijn minder bereid

om ze in de toekomst te gebruiken. (Benhamed et al. 2017)

Grafiek 68: Bereidheid om richtlijnen te gebruiken bij andere beroepen (overgenomen van Benhamed

et al. 2017)

76% 24% 0%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%Ja Ik weet het niet Nee

Page 58: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

58

4.3.6 Opzoeken van richtlijnen

De meerderheid (90%) van de gebruikers van richtlijnen (N=88) zoekt actief richtlijnen op.

Grafiek 69: Actief op zoek gaan naar richtlijnen (N=88)

De respondenten die actief richtlijnen opzoeken (N=79), doen dit voornamelijk via beroepsorganisaties

(59%), collega’s (56%), handboeken (49%) en vaktijdschriften (49%).

Opzoektool N (%)

Via beroepsorganisaties 47 59%

Via mijn collega’s 44 56%

Via handboeken 39 49%

Via vaktijdschriften 39 49%

Via een online zoekrobot 35 44%

Via websites van organisaties die klinische praktijkrichtlijnen ontwikkelen

33 42%

Via databanken 26 33%

Via peer reviewed literatuur 26 33%

Via online discussiegroepen 7 9%

Via andere kanalen (arts, Eetexpert, Espen guidelines,

aanbevelingen van docenten, zakboek diëtetiek) 6 8%

Tabel 23: Opzoektools voor richtlijnen (N=79)

Vergelijking met andere beroepen

Respectievelijk 88%, 79%, 77% en 72% van de artsen, kinesitherapeuten, verpleegkundigen en

vroedvrouwen die richtlijnen gebruiken, gaan er actief naar op zoek. Ook bij deze beroepen staan de

collega’s binnen de top 3 van opzoektools. (Benhamed et al. 2017)

90%

10%

Ja Nee

Page 59: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

59

Tabel 24: Opzoektools voor richtlijnen bij andere beroepen (overgenomen van Benhamed et al. 2017)

Uit de studie van Heiwe et al. (2011) blijkt dat 78% van de 223 deelnemende gezondheidsprofessionals

(diëtisten, ergotherapeuten en kinesitherapeuten) actief op zoek gaat naar praktijkrichtlijnen. Er

werden geen significante verschillen tussen de drie beroepsgroepen vastgesteld.

4.3.7 Ontvangkanalen van richtlijnen

De helft (47%) van de respondenten die goed/ongeveer wisten wat richtlijnen zijn (N=113), wordt op

de hoogte gehouden van de publicatie van nieuwe richtlijnen of updates.

Grafiek 70: Ontvangen van richtlijnen (N=113)

De respondenten die richtlijnen ontvangen (N=53), ontvangen deze voornamelijk via mailing (75%),

vaktijdschriften (68%) en beroepsorganisaties (66%).

Ontvangkanalen (N=53) N (%)

Via mailing 40 75%

Via vaktijdschriften 36 68%

Via beroepsorganisaties 35 66%

Tijdens symposia, congressen, conferenties 31 58%

Via collega’s 21 40%

Via sociale media 16 30%

Tijdens continue opleidingsprogramma’s 10 19%

47%

53%

Ja Nee

Page 60: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

60

Via medisch afgevaardigden 10 19%

Via online discussiegroepen 2 4%

Andere (oud-leerkrachten) 1 2%

Tabel 25: Ontvangkanalen richtlijnen (N=53)

Vergelijking met andere beroepen

Diëtisten (47%) en artsen (44%; N=943) blijken meer geïnformeerd te worden over richtlijnen dan de

andere beroepen (verpleegkundigen: 23%, N=428; vroedvrouwen: 21%, N=271; kinesitherapeuten:

19%, N=190) (Benhamed et al. 2017).

4.3.8 Voorkeursvorm richtlijnen

Aan alle respondenten werd gevraagd in welke vorm zij een dieetrichtlijn het liefst raadplegen. De

meerderheid (75%) verkiest een elektronisch document.

Grafiek 71: Voorkeursvorm van een richtlijn

Er werd eveneens gevraagd aan de respondenten welk richtlijnformaat zij verkiezen. De populairste

keuze was een volledige richtlijn, gevolgd door een richtlijn over 1 specifieke klinische vraag. Alleen

kernboodschappen werden het minst gekozen.

46% 45%50%

45%49%

75% 75%72%

76% 76%

47%50%

45%

58%

38%47%

50%

42%

55%

38%36% 34%31% 32%

43%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

Alle respondenten Diëtisten Diëtisten - ziekenhuis Diëtisten - praktijk Studenten

Papieren document

Elektronisch document (type pdf)

Interactief elektronisch formaat met navigatiemenu's

Databank richtlijnen

Rechtstreeks via software voor de dieetpraktijk

Page 61: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

61

Grafiek 72: Eerste keuze richtlijnformaat

Grafiek 73: Tweede keuze richtlijnformaat

43% 44%38%

55%

41%38% 39%

47%

32% 38%

11% 10% 8%3%

14%8% 8% 8% 11% 8%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Alle respondenten Diëtisten Diëtisten - Ziekenhuis Diëtisten - Praktijk Studenten

Eerste keuze

Volledige richtlijn Richtlijn over 1 specifieke klinische vraag

Snelle aanbeveling Alleen kernboodschappen

20% 18% 20%

5%

27%

40% 41%

33%

55%

38%30% 33%

38%32%

22%

9% 8% 9% 8%14%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Alle respondenten Diëtisten Diëtisten - Ziekenhuis Diëtisten - Praktijk Studenten

Tweede keuze

Volledige richtlijn Richtlijn over 1 specifieke klinische vraag

Snelle aanbeveling Alleen kernboodschappen

Page 62: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

62

Grafiek 74: Derde keuze richtlijnformaat

Grafiek 75: Laatste keuze richtlijnformaat

Vergelijking met andere beroepen

Bij de andere beroepsgroepen geniet een elektronisch document eveneens de voorkeur. Huisartsen

hebben daarnaast ook een voorkeur voor aanbevelingen geïntegreerd in het Globaal Medisch Dossier

(GMD). (Deze antwoordcategorie werd bij de bevraging bij diëtisten vervangen door ‘rechtstreeks via

software voor de dieetpraktijk’.)

De andere beroepen verkiezen net als de diëtisten een volledige richtlijn. De antwoordoptie ‘alleen

kernboodschappen’ werd niet bevraagd bij de andere beroepen. (Benhamed et al. 2017)

25% 27% 27%32%

19%15% 12% 9% 11%

24%

40% 41% 39%45%

38%

19% 19%25%

13%19%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Alle respondenten Diëtisten Diëtisten - Ziekenhuis Diëtisten - Praktijk Studenten

Derde keuze

Volledige richtlijn Richtlijn over 1 specifieke klinische vraag

Snelle aanbeveling Alleen kernboodschappen

12% 11%16%

8%14%

6%8%

11%

3%0%

19% 16% 16%21%

27%

64% 65%58%

68%

59%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

Alle respondenten Diëtisten Diëtisten - Ziekenhuis Diëtisten - Praktijk Studenten

Laatste keuze

Volledige richtlijn Richtlijn over 1 specifieke klinische vraag

Snelle aanbeveling Alleen kernboodschappen

Page 63: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

63

Grafiek 76: Richtlijnformaat (overgenomen van Benhamed et al. 2017)

4.3.9 Belemmerende en stimulerende factoren voor gebruik richtlijnen

▪ Richtlijnen in het Engels

Richtlijnen in het Engels blijken voor meer dan één derde van de respondenten (36%) een probleem

te zijn. Er is een verschil tussen diëtisten werkzaam in een ziekenhuis en in een praktijk. Diëtisten

werkzaam in een praktijk (42%) vinden dit eerder een belemmerende factor dan diëtisten werkzaam

in een ziekenhuis (27%).

Grafiek 78: Richtlijn in het Engels

5%

5%

6%

6%

6%

59%

53%

67%

58%

58%

35%

42%

27%

36%

36%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Richtlijn in het Engels

Bevorderende factor Neutraal Belemmerende factor

Page 64: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

64

Vergelijking met andere beroepen

Vroedvrouwen (60%), verpleegkundigen (48%), huisartsen (45%) en kinesitherapeuten (36%) ervaren

richtlijnen in het Engels ook eerder als een belemmerende factor.

Grafiek 79: Richtlijnen in het Engels bij andere beroepen (overgenomen van Benhamed et al. 2017)

▪ Richtlijnen geschreven in dagelijkse taal

Richtlijnen geschreven in dagelijkse taal (bijvoorbeeld glutenintolerantie in plaats van coeliakie)

worden eerder als een bevorderende (38%) dan als een belemmerende (5%) factor beschouwd.

Voornamelijk studenten (46%) en diëtisten werkzaam in een praktijk (42%) vinden dit bevorderend.

Grafiek 80: Richtlijnen geschreven in dagelijkse taal

46%

42%

31%

35%

38%

51%

58%

63%

60%

58%

3%

0%

6%

5%

5%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Geschreven in dagelijkse taal

Bevorderende factor Neutraal Belemmerende factor

Page 65: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

65

Vergelijking met andere beroepen

Net als diëtisten beschouwen verpleegkundigen (36%), vroedvrouwen (26%), kinesitherapeuten (25%)

en huisartsen (21%) dagelijkse taal eerder als een bevorderende factor (Benhamed et al. 2017).

Grafiek 81: Richtlijnen geschreven in dagelijkse taal bij andere beroepen (Benhamed et al. 2017)

▪ Multidisciplinaire richtlijnen

De respondenten vinden multidisciplinaire richtlijnen eerder een bevorderende factor (44%) dan een

belemmerende factor (19%).

Grafiek 82: Multidisciplinaire richtlijn

46%

45%

41%

44%

44%

43%

32%

36%

34%

36%

11%

24%

23%

22%

19%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Multidisciplinaire richtlijnen

Bevorderende factor Neutraal Belemmerende factor

Page 66: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

66

Vergelijking met andere beroepen

Verpleegkundigen (52%), kinesitherapeuten (41%) en vroedvrouwen (31%) gaven eveneens aan dat

multidisciplinaire richtlijnen bevorderend zijn. Huisartsen daarentegen staan neutraler tegenover

multidisciplinaire richtlijnen, of zien het eerder als een belemmerende factor.

Grafiek 83: Multidisciplinaire richtlijnen (overgenomen van Benhamed et al. 2017)

▪ Een samenvatting van andere dieetrichtlijnen

De meerderheid van de respondenten (63%) vindt een samenvatting van andere richtlijnen een

bevorderende factor. De studenten (78%) halen dit percentage naar boven.

Grafiek 84: Samenvatting van andere richtlijnen

78%

61%

56%

58%

63%

19%

32%

39%

36%

32%

3%

8%

5%

6%

5%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Samenvatting van andere dieetrichtlijnen

Bevorderende factor Neutraal Belemmerende factor

Page 67: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

67

Vergelijking met andere beroepen

Net als diëtisten vinden verpleegkundigen (64%), huisartsen (58%), kinesitherapeuten (57%) en

vroedvrouwen (54%) een samenvatting van andere richtlijnen bevorderend.

Grafiek 85: Samenvatting van andere richtlijnen bij andere beroepen (Benhamed et al. 2007)

▪ Kwaliteitsvolle internationale richtlijnen aangepast aan de Belgische context

Volgens de meerderheid van de respondenten (84%) zijn kwaliteitsvolle internationale richtlijnen

aangepast aan de Belgische context een bevorderende factor voor het gebruik van richtlijnen.

Ziekenhuisdiëtisten vinden dit het meest bevorderend (91%).

Grafiek 86: Kwaliteitsvolle internationale richtlijnen aangepast aan de Belgische context

81%

82%

91%

85%

84%

16%

16%

8%

13%

14%

3%

3%

2%

2%

2%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Kwaliteitsvolle internationale richtlijnen aangepast aan de Belgische context

Bevorderende factor Neutraal Belemmerende factor

Page 68: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

68

Vergelijking met andere beroepen

Vroedvrouwen (79%), verpleegkundigen (78%), huisartsen (71%) en kinesitherapeuten (59%)

daarentegen vinden dit eveneens een bevorderende factor (Benhamed et al. 2017).

Grafiek 87: Kwaliteitsvolle internationale richtlijnen aangepast aan de Belgische context bij andere

beroepen (overgenomen van Benhamed et al. 2017)

▪ Richtlijnen ontwikkeld door Belgische beroepsorganisaties

De meerderheid (70%) van de respondenten beschouwd richtlijnen ontwikkeld door Belgische

beroepsorganisaties als een bevorderende factor.

Grafiek 88: Richtlijnen ontwikkeld door Belgische beroepsorganisaties

73%

66%

72%

68%

70%

24%

34%

27%

30%

28%

3%

0%

2%

2%

2%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Richtlijnen ontwikkeld door Belgische beroepsorganisaties

Bevorderende factor Neutraal Belemmerende factor

Page 69: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

69

Vergelijking met andere beroepen

Ook de andere beroepsgroepen beschouwen richtlijnen ontwikkeld door Belgische

beroepsorganisaties als een bevorderende factor (64% vroedkundigen, 62% huisartsen, 53%

verpleegkundigen). Kinesitherapeuten hebben eerder een neutrale houding (55%).

Grafiek 89: Richtlijnen ontwikkeld door Belgische beroepsorganisaties bij andere beroepen

(overgenomen van Benhamed et al. 2017)

▪ Richtlijnen ontwikkeld door buitenlandse beroepsorganisaties

De meeste respondenten (63%) hebben een neutrale houding ten aanzien van richtlijnen ontwikkeld

door buitenlandse beroepsorganisaties.

Grafiek 90: Richtlijnen ontwikkeld door buitenlandse beroepsorganisaties

24%

11%

28%

20%

21%

65%

74%

55%

62%

63%

11%

16%

17%

18%

16%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Richtlijnen ontwikkeld door buitenlandse beroepsorganisaties

Bevorderende factor Neutraal Belemmerende factor

Page 70: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

70

Vergelijking met andere beroepen

Ook de andere beroepsgroepen zijn neutraal ten aanzien van richtlijnen ontwikkeld door buitenlandse

beroepsorganisaties.

Grafiek 91: Richtlijnen ontwikkeld door buitenlandse beroepsorganisaties bij andere beroepen

(overgenomen van Benhamed et al. 2017)

Andere bevorderende factoren

Via een open vraag konden respondenten nog andere bevorderende factoren voor het gebruik van

richtlijnen ingeven. Volgende antwoorden werden gegeven:

Ziekenhuisdiëtisten:

- “bronvermelding”

- “makkelijk vindbaar”

- “één database en makkelijk zoekbaar in database”

- “duidelijke boodschappen”

- “eenvoudige toegang”

- “snel te vinden info”

- “gemakkelijk terug te vinden”

- “gemakkelijk in gebruik”

- “één van de diëtisten in team als expert evidence-based info waar iedereen met vragen

terecht kan”

- “kort en bondig beschreven”

- “snel en gemakkelijk opzoekbaar”

- “vlotte (gratis) toegang tot richtlijnen”

Diëtisten werkzaam in een zelfstandige/groepspraktijk:

- “betere terugbetaling”

- “duidelijke bronvermelding”

Page 71: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

71

- “één database en makkelijk zoekbaar in database”

- “eenzelfde structuur voor verschillende richtlijnen”

- “duidelijke en gestructureerde inhoudstafel”

- “eenduidige informatie”

- “kort overzicht”

- “snel vindbaar”

- “makkelijke beschikbaarheid”

- “voorzien van bibliografie”

- “vlotte (gratis) toegang tot richtlijnen”

Andere diëtisten:

- “cijfermateriaal die zowel in tekstvorm als in grafiek wordt weergegeven”

- “regelmatige bijwerkingen van documenten”

- “visueel materiaal”

Studenten:

- “aantrekkelijke moderne lay-out”

- “gebruiksvriendelijk”

- “een korte overzichtelijke versie en een uitgebreide versie met meer duiding”

- “kernboodschappen”

- “schematische weergave”

- “vlotter beschikbaar”

Andere belemmerende factoren

Via een open vraag konden respondenten eveneens andere belemmerende factoren voor het gebruik

van richtlijnen ingeven. Volgende antwoorden werden gegeven:

Ziekenhuisdiëtisten:

- “tijdgebrek”

- “moeilijk in gebruik”

- “onoverzichtelijk”

- “moeilijke niet-dagelijkse te gebruiken termen”

- “te veel vermenging en sponsoring zodat het advies van de beroepsvereniging niet neutraal

is”

- “niet duidelijk op welke bronnen richtlijn gebaseerd is”

- “gesponsorde artikels door firma’s en onbetrouwbare informatie van het VLAM”

Diëtisten werkzaam in een zelfstandige/groepspraktijk:

- “andere beroepen dan artsen en diëtisten die zich over voeding bij ziekte als specialist

voorstellen (tv, facebook, events)”

- “niet duidelijk op welke bronnen richtlijn gebaseerd is”

- “hoeveelheid”

- “prijs om toegang te krijgen”

- “te klein lettertype”

- “onoverzichtelijke opmaak”

- “vaak te uitgebreid”

Page 72: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

72

Andere diëtisten:

- “vaak ontoegankelijk voor afgestudeerde diëtisten die momenteel niet werkzaam zijn als

diëtist”

Studenten:

- “andere taal”

- “te langdradig”

- “lange tekst zonder samenhang”

- “persoonlijke bereidwilligheid”

- “mekaar tegensprekende studies”

- “vaak veranderen van resultaten van studies (vb. ivm kokosolie)”

- “slechte lectoren die hun vak niet kunnen overbrengen aan hun studenten”

- “tegenstrijdigheden met andere bronnen doet twijfelen aan betrouwbaarheid”

4.3.10 Informatie die richtlijn moet bevatten

▪ Vermelding van belangenconflicten

Bijna de helft van alle respondenten (48%) vindt de vermelding van belangenconflicten essentieel. De

vermelding van belangenconflicten wordt door de studenten (59%) het meest als essentieel

beschouwd.

Grafiek 92: Interesse voor de vermelding van belangenconflicten

▪ Informatie over de auteurs van de richtlijn

De respondenten vonden het over het algemeen nuttig, maar niet essentieel (56%) om te weten wie

de auteurs van een richtlijn zijn. Diëtisten werkzaam in een ziekenhuis (42%) beschouwen de

vermelding hiervan meer als essentieel dan diëtisten werkzaam in een praktijk (34%).

59%

50%

44%

44%

48%

27%

39%

48%

45%

40%

14%

11%

8%

11%

12%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Vermelding van belangenconflict van de auteurs van de richtlijn

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

Page 73: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

73

Grafiek 93: Interesse voor vermeldingen van informatie over de auteurs

▪ Een gedetailleerde omschrijving van de gebruikte methodologie

De meerderheid van de respondenten (59%), voornamelijk studenten (65%), beschouwt een

gedetailleerde omschrijving van de gebruikte methodologie als essentieel.

Grafiek 94: Interesse voor vermelding van methodologische details

Vergelijking met andere beroepen

Meer dan de helft van de vroedvrouwen (57%) en huisartsen (52%) vindt de vermelding van de

belangenconflicten essentieel. Bijna de helft van de kinesitherapeuten (48%) vindt deze info

daarentegen nutteloos.

30%

34%

42%

38%

36%

65%

55%

55%

54%

56%

5%

11%

3%

9%

8%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Informatie over de auteurs van de richtlijn

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

65%

58%

58%

57%

59%

32%

34%

39%

39%

37%

3%

8%

3%

4%

4%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Een gedetailleerde omschrijving van de gebruikte methodologie

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

Page 74: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

74

De andere beroepsgroepen vinden een vermelding van de auteurs eveneens nuttig, maar niet

essentieel.

Ook verpleegkundigen (51%) en kinesitherapeuten (57%) beschouwen een gedetailleerde

omschrijving van de gebruikte methodologie als essentieel. Huisartsen en vroedvrouwen vinden deze

informatie nuttig, maar niet essentieel (respectievelijk 56% en 50%). (Benhamed et al. 2017)

Grafiek 95: Interesse van andere beroepen voor de vermelding van belangenconflicten, informatie

over de auteurs en de methodologische details (overgenomen van Benhamed et al. 2017)

▪ Kracht van de aanbeveling/niveau van wetenschappelijk bewijs

De meerderheid van de respondenten (88%) is het er over eens dat de weergave van de sterkte van

de aanbevelingen en het niveau van bewijs essentieel is.

Grafiek 96: Interesse voor de bewijsniveaus en de kracht van de aanbevelingen

92%

89%

88%

87%

88%

8%

11%

13%

12%

11%

0%

0%

0%

1%

1%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

De kracht van de aanbeveling/het niveau van wetenschappelijk bewijs

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

Page 75: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

75

▪ Samenvatting van de aanbevelingen

Ook een samenvatting van de aanbevelingen wordt door de meeste respondenten (85%) als essentieel

beschouwd.

Grafiek 97: Interesse voor de samenvatting van de aanbevelingen

▪ Overzicht van de literatuur die de aanbevelingen ondersteunt

Ongeveer twee derde (63%) van de respondenten vindt een overzicht van de geanalyseerde literatuur

essentieel. Geen enkele respondent vindt een overzicht niet nuttig.

Grafiek 98: Interesse voor een overzicht van de literatuur

86%

87%

91%

84%

85%

14%

11%

9%

15%

15%

0%

3%

0%

1%

1%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Een samenvatting van de aanbevelingen

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

65%

63%

66%

62%

63%

35%

37%

34%

38%

37%

0%

0%

0%

0%

0%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Een overzicht van de literatuur die de aanbevelingen ondersteunt

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

Page 76: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

76

▪ Details over de kwaliteitsevaluatie van de weerhouden studies

De kwaliteitsevaluatie wordt door de deelnemers aan de bevraging als nuttig maar niet essentieel

beschouwd (56%).

Grafiek 99: Interesse voor details over de selectie van de studies

▪ Evidencetabellen

Evidencetabellen worden eveneens als nuttig maar niet-essentieel beschouwd (60%). Een vijfde (21%)

van de diëtisten werkzaam in een praktijk vindt dit niet nuttig.

Grafiek 100: Interesse voor de evidence tabellen

41%

39%

39%

39%

39%

54%

58%

59%

56%

56%

5%

3%

2%

5%

5%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Details over de kwaliteitsevaluatie van de weerhouden studies

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

30%

29%

28%

25%

26%

62%

50%

59%

59%

60%

8%

21%

13%

17%

15%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

De evidencetabellen

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

Page 77: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

77

Vergelijking met andere beroepen

De kracht van aanbevelingen, het niveau van wetenschappelijk bewijs en een samenvatting van de

aanbevelingen worden ook door de andere beroepen eveneens als essentieel beschouwd.

Meer dan de helft van de andere beroepen vindt een overzicht van de geanalyseerde literatuur

essentieel, met uitzondering van de huisartsen. Zij vinden dit nuttig maar niet essentieel.

De andere beroepen zijn het er mee eens dat details van kwaliteitsevaluaties en evidencetabellen

nuttig maar niet essentieel zijn.

Grafiek 101: Interesse voor de bewijsniveaus en de kracht van de aanbevelingen, een samenvatting

van de aanbevelingen, een overzicht van de literatuur, de details over de selectie van de studies en de

evidencetabellen bij andere beroepen (overgenomen van Benhamed et al. 2017)

▪ Discussie over de economische aspecten

Meer dan de helft van de diëtisten (58%) beschouwt een discussie over de economische aspecten als

nuttig, maar niet-essentieel. 59% van de studenten vindt dit niet nuttig.

Page 78: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

78

Grafiek 102: Interesse voor een discussie over de economische aspecten

▪ Discussie over de voor- en nadelen van de aanbevelingen

Een bespreking van de voor- en nadelen van de aanbevelingen wordt door meer dan de helft van de

respondenten (56%) als nuttig beschouwd.

Grafiek 103: Interesse voor een discussie over de voor- en nadelen van de aanbevelingen

Vergelijking met andere beroepen

Net als diëtisten vinden andere beroepen de economische gevolgen van de aanbevelingen nuttig, maar

niet-essentieel.

Meer dan de helft van de andere beroepen vindt een analyse van de voor- en nadelen essentieel.

11%

5%

8%

6%

7%

30%

66%

69%

68%

58%

59%

29%

23%

26%

34%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Een discussie over de economische aspecten

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

62%

61%

55%

54%

56%

38%

34%

45%

43%

42%

0%

5%

0%

3%

2%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Een discussie over de voor- en nadelen van de aanbevelingen

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

Page 79: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

79

Grafiek 104: Interesse voor een discussie over de economische aspecten en de voor- en nadelen van

de aanbevelingen bij andere beroepen (overgenomen van Benhamed et al. 2017)

▪ Gedetailleerd plan voor de implementatie van de aanbevelingen op terrein

De meerderheid van de respondenten (68%) vindt een plan voor implementatie essentieel. Het zijn

voornamelijk de studenten die dit essentieel vinden (73%).

Grafiek 105: Interesse voor een gedetailleerd plan voor de implementatie van de aanbevelingen op

terrein

73%

61%

66%

66%

68%

24%

34%

31%

30%

28%

3%

5%

3%

4%

4%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Een gedetailleerd plan voor de implementatie van de aanbevelingen op terrein

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

Page 80: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

80

▪ Discussie over de voorkeuren van de patiënt

De respondenten beschouwen een discussie over de voorkeuren van de patiënt als nuttig maar niet

essentieel (47%). Meer dan de helft (54%) van de studenten daarentegen vindt dit een essentieel

onderdeel van een richtlijn.

Grafiek 106: Interesse voor een discussie over de voorkeuren van de patiënt

Vergelijking met andere beroepen

Een gedetailleerd plan voor de implementatie van de aanbevelingen wordt door de andere beroepen

ook als essentieel beschouwd. Huisartsen, specialisten, artsen in opleiding en kinesitherapeuten

vinden net als diëtisten dat een discussie over de voorkeuren van de patiënt nuttig is maar niet-

essentieel. In overeenstemming met de diëtisten in opleiding beschouwen verpleegkundigen en

vroedkundigen dit als een essentieel onderdeel.

Grafiek 107: Interesse voor een gedetailleerd plan voor de implementatie van de aanbevelingen en

een discussie over de voorkeuren van de patiënt bij andere beroepen (overgenomen van Benhamed et

al. 2017)

54%

37%

36%

37%

41%

38%

50%

55%

50%

47%

8%

13%

9%

13%

12%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Een discussie over de voorkeuren van de patiënt

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

Page 81: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

81

▪ ICF

Een ICF toegevoegd aan een richtlijn wordt als nuttig, maar niet-essentieel beschouwd.

Grafiek 108: Interesse voor een bijhorend ICF

4.3.11 Hulpmiddelen die het gebruik van richtlijnen aanmoedigen

▪ Brochure/folder waarin aanbevelingen vertaald zijn voor de patiënt

Een vertaling voor de patiënt wordt door de meerderheid van de respondenten als essentieel

beschouwd (67%). Vooral studenten ervaren dit als essentieel (76%).

Grafiek 109: Interesse voor een brochure/folder waarin aanbevelingen vertaald zijn voor de patiënt

19%

29%

23%

21%

21%

65%

42%

63%

61%

62%

16%

29%

14%

18%

18%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Een bijhorend ICF

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

76%

55%

59%

64%

67%

24%

34%

38%

31%

29%

0%

11%

3%

5%

4%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Een brochure/folder waarin aanbevelingen 'vertaald' zijn voor de patiënt

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

Page 82: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

82

▪ Beslissingshulpmiddelen voor zorgverleners

Ongeveer de helft van de respondenten (54%) vindt een toevoeging van beslissingshulpmiddelen voor

zorgverleners aan een richtlijn essentieel.

Grafiek 110: Interesse voor beslissingshulpmiddelen voor zorgverleners

▪ Klinische beslissingsboom

Een klinische beslissingsboom wordt door ongeveer twee derde van de respondenten (63%) als

essentieel beschouwd. Werkende diëtisten (68%) beschouwen dit eerder als essentieel dan studenten

(49%).

Grafiek 111: Interesse voor een klinische beslissingsboom

59%

55%

48%

53%

54%

38%

42%

47%

42%

41%

3%

3%

5%

5%

5%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Beslissingshulpmiddelen voor zorgverleners

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

49%

68%

64%

68%

63%

43%

26%

34%

29%

32%

8%

5%

2%

4%

5%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Een klinische beslissingsboom

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

Page 83: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

83

Vergelijking met andere beroepen

De interesse voor een bijhorend ICF werd niet bevraagd door het KCE. Net als diëtisten, beschouwen

verpleegkundigen, vroedvrouwen en kinesitherapeuten brochures met patiëntinformatie als een

essentieel hulpmiddel. Artsen (in opleiding) vinden dit nuttig, maar niet-essentieel. Ongeveer de helft

van de andere beroepen beschouwt een beslissingshulpmiddel als essentieel. Net als bij diëtisten

beschouwt de meerderheid van de andere professionals een klinische beslissing als een essentieel

onderdeel van een richtlijn.

Grafiek 112: Interesse voor een brochure waarin aanbevelingen vertaald zijn voor de patiënt,

beslissingshulpmiddelen voor zorgverleners en een klinische beslissingsboom bij andere beroepen

(overgenomen van Benhamed et al. 2017)

▪ Centrale locatie richtlijnen

De meerderheid van de respondenten (85%) vindt het essentieel dat er een centrale locatie is waar

alle kwaliteitsvolle richtlijnen terug te vinden zijn.

Page 84: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

84

Grafiek 113: Interesse voor een centrale locatie waar alle kwaliteitsvolle richtlijnen terug te vinden

zijn

▪ Online opleiding voor gebruik richtlijnen

Online opleidingen voor het gebruik van richtlijnen worden door meer dan de helft van de

respondenten (55%) als essentieel beschouwd.

Grafiek 114: Interesse voor online opleiding voor het gebruik van richtlijnen

89%

82%

89%

83%

85%

11%

16%

11%

15%

14%

0%

3%

0%

2%

1%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Een centrale locatie waar alle kwaliteitsvolle richtlijnen terug te vinden zijn

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

57%

61%

52%

54%

55%

41%

32%

38%

35%

36%

3%

8%

11%

11%

9%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Online opleiding over het gebruik van de richtlijnen

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

Page 85: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

85

▪ Tools om communicatie tussen zorgverlener en patiënt te bevorderen

Meer dan de helft van de respondenten (58%) beschouwt tools om de communicatie tussen

zorgverlener en patiënt te bevorderen als essentieel. Door diëtisten werkzaam in een praktijk (61%)

wordt dit meer als essentieel gezien dan ziekenhuisdiëtisten (50%).

Grafiek 115: Interesse voor tools om de communicatie tussen zorgverlener en patiënt te bevorderen

Vergelijking met andere beroepen

Alle beroepen zijn voorstander van een centrale locatie waarop kwaliteitsvolle richtlijnen zijn

samengebracht. In tegenstelling tot de diëtisten, wordt een online opleiding door de andere

beroepsgroepen enkel als nuttig beschouwd. Ook de verpleegkundigen en kinesitherapeuten vinden

communicatie-bevorderende tools essentieel. Voor de andere beroepen zijn deze nuttig, maar niet-

essentieel.

Grafiek 116: Interesse voor een centrale locatie waar alle kwaliteitsvolle richtlijnen terug te vinden

zijn, online opleiding over het gebruik van de richtlijn en tools om de communicatie tussen

zorgverlener en patiënt te bevorderen bij andere beroepen (overgenomen van Benhamed et al. 2017)

62%

61%

50%

56%

58%

38%

37%

47%

40%

40%

0%

3%

3%

4%

3%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Studenten (N=37)

Diëtisten - praktijk (N=38)

Diëtisten - ziekenhuis (N=64)

Diëtisten (N=114)

Alle respondenten (N=151)

Tools om de communicatie tussen zorgverlener en patiënt te bevorderen

Essentieel Goed om te hebben, maar niet essentieel Niet nuttig

Page 86: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

86

4.3.12 Bereidheid tot betalen vergoeding

Respectievelijk 70% en 77% van de respondenten is bereid om een vergoeding te betalen voor het

gebruik van richtlijnen en praktische materialen bij richtlijnen.

Grafiek 117: Bereidheid tot betalen van een vergoeding voor het gebruik van richtlijnen en praktische

materialen

5. Discussie

5.1 Sterktes en zwaktes

Deze studie omvat, tot zover wij weten, de eerste grootschalige bevraging bij Belgische diëtisten

omtrent EBP. De bevraging werd grotendeels samengesteld op basis van reeds bestaande gevalideerde

vragenlijsten. Door inzicht te krijgen in onder andere de attitudes en barrières voor de toepassing van

EBP, kan gericht actie ondernomen worden om de toepassing van EBP bij Belgische diëtisten te

bevorderen.

Er zijn echter ook enkele beperkingen aan deze studie. Mogelijks werden een aantal vragen sociaal

wenselijk beantwoord. De neiging tot sociaal wenselijke antwoorden werd verminderd doordat de

vragenlijst anoniem was. Bij de bevraging van de EBP-termen werd er niet getoetst of de respondenten

die aangaven het begrip te kennen, dit wel degelijk correct konden omschrijven. Daarnaast bestond

de vragenlijst voornamelijk uit gesloten vragen, wat ertoe kan leiden dat een vraag of antwoordoptie

op andere manieren geïnterpreteerd wordt door verschillende respondenten. Bij de begrippen

‘evidence-based practice’ en ‘klinische dieetrichtlijn’ werd een definitie weergegeven om

misinterpretatie te voorkomen. Tot slot bestaat er een kans dat de vragenlijst werd ingevuld door

diëtisten die reeds enige interesse hebben in evidence-based practice, wat voor een vertekening van

de resultaten kan zorgen.

12%

11%

30%

32%

35%

27%

23%

30%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Praktische materialen bij richtlijnen

Gebruik van richtlijnen

Ja, ik ben bereid om meer dan 50 euro per jaar te betalen

Ja, ik ben bereid om 25 tot 50 euro per jaar te betalen

Ja, maar ik wil maximaal 25 euro per jaar betalen

Nee, ik ben niet bereid om hiervoor te betalen

Page 87: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

87

5.2 Implicaties

De meerderheid van de diëtisten heeft een positieve attitude ten aanzien van EBP en is bereid om zijn

vaardigheden hieromtrent te verbeteren. Er zijn echter heel wat barrières die de toepassingen van EBP

in de dagelijkse beroepsuitoefening verhinderen. Daarom worden enkele suggesties voorgesteld om

de toepassing van EBP bij diëtisten te faciliteren.

Ten eerste wordt er aangeraden om opleidingen rond evidence-based practice voor diëtisten te

voorzien. Via deze opleidingen kan de kennis over EBP en databanken verbeteren, en kunnen

handvaten aangereikt worden voor de implementatie van EBP in de beroepspraktijk. In verdere studies

kan er onderzocht worden op welke manier deze opleidingen idealiter aangeboden worden. In deze

studie gaven respondenten hun voorkeur voor e-modules en navormingen reeds aan.

Daarnaast wordt er aangeraden om richtlijnen en literatuur op één plaats te verzamelen, en

toegankelijk te maken voor alle diëtisten. Ook het aanbod van Belgische richtlijnen dient verhoogd te

worden. Bij de ontwikkeling van richtlijnen dient er rekening gehouden te worden met de voorkeuren

van diëtisten: weergave van een samenvatting van de resultaten, de vermelding van de

wetenschappelijke bewijskracht, een implementatieplan, patiëntmateriaal en een klinische

beslissingsboom.

6. Conclusie

Deze studie onderzocht de attitudes ten aanzien van, de toepassing van en de barrières voor evidence-

based handelen en het gebruik van klinische dieetrichtlijnen. Hier inzicht in krijgen is de eerste stap

voor het bevorderen van EBP in het dagelijks functioneren van diëtisten.

De respondenten toonden een sterke interesse in evidence-based practice. Een groot deel van de

diëtisten heeft daarentegen het gevoel dat er wetenschappelijk bewijs ontbreekt in de

voedingsadviezen die ze geven. De voornaamste hindernissen voor de toepassing van evidence-based

practice zijn tijdsgebrek, het niet verzameld zijn van de literatuur op één plaats, de onmogelijkheid om

van alles op de hoogte te zijn en het gebrek aan toegang tot EB bronnen. Daarnaast zoeken diëtisten

voornamelijk naar antwoorden op klinische vragen bij collega’s. De kennis van wetenschappelijke

databanken is zeer laag.

De meerderheid van de respondenten is vertrouwd met klinische dieetrichtlijnen. Bijna een derde van

de diëtisten vindt echter dat er onvoldoende richtlijnen beschikbaar zijn. Bovendien weten ze niet waar

ze richtlijnen kunnen vinden. Er is nood aan één locatie waarop literatuur en richtlijnen verzameld zijn.

Richtlijnen bevatten bij voorkeur een samenvatting van de resultaten, de vermelding van de

wetenschappelijke bewijskracht, een implementatieplan, patiëntmateriaal en een klinische

beslissingsboom.

De meerderheid van de diëtisten is bereid om zijn vaardigheden omtrent EBP te verbeteren. Om de

toepassing van EBP en het gebruik van richtlijnen bij diëtisten te faciliteren, wordt er aanbevolen om

opleidingen omtrent EBP te voorzien, richtlijnen en literatuur te verzamelen op één locatie en het

aanbod van richtlijnen te vergroten, hierbij rekening houdend met de voorkeuren van diëtisten.

Page 88: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

88

7. Kernboodschappen

Kernboodschappen EB handelen

• 85% van de respondenten is overtuigd van het belang van EB handelen

• 55% van de respondenten raadpleegt minstens wekelijks literatuur

• De voornaamste opzoektools om een antwoord te zoeken op klinische vragen zijn collega’s,

handboeken, vaktijdschriften en online zoekrobots

• Wetenschappelijke databanken zijn niet goed gekend

• 45% van de werkende diëtisten heeft het gevoel dat er wetenschappelijk bewijs ontbreekt in

de voedingsadviezen die zij geven

• De voornaamste hindernissen voor de toepassing evidence-based practice zijn tijdsgebrek,

het niet verzameld zijn van de literatuur op één plaats, de onmogelijkheid om van alles op

hoogte te zijn en het gebrek aan toegang tot EB bronnen

• 85% van de respondenten wil zijn kennis en vaardigheden om EB toe te passen verbeteren

Kernboodschappen klinische dieetrichtlijnen

• 74% van de respondenten is vertrouwd met klinische dieetrichtlijnen

• 11% van de respondenten heeft nog nooit van dieetrichtlijnen gehoord

• 15% van de werkende diëtisten en 41% van de studenten die vertrouwd zijn met richtlijnen

gebruikt minder dan jaarlijks richtlijnen

• De voornaamste redenen van niet-gebruikers voor het niet gebruiken van richtlijnen zijn niet

weten waar ze te vinden, tijdsgebrek, op de hoogte zijn via congressen/literatuur en het

onvoldoende specifiek zijn van richtlijnen

• 30% van de respondenten die vertrouwd zijn met richtlijnen, vindt dat er onvoldoende

richtlijnen beschikbaar zijn

• De voornaamste noden met betrekking tot dieetrichtlijnen zijn een samenvatting van de

resultaten, de vermelding van de wetenschappelijke bewijskracht, een implementatieplan,

patiëntmateriaal, een klinische beslissingsboom en het verzameld zijn van richtlijnen op één

locatie

8. Literatuurlijst

Benhamed N., Adriaenssens J., Christiaens W., Paulus D., (2017) Naar een aanpassing van de KCE

richtlijnen aan de behoeften van gebruikers. Synthese. KCE report 284 As

Byham-Gray, L. D., Gilbride, J. A., Dixon, L. B., & Stage, F. K. (2005). Evidence-based practice: What

are dietitians’ perceptions, attitudes, and knowledge?. Journal of the American Dietetic

Association, 105(10), 1574-1581.

Page 89: EVIDENCE-BASED PRACTICE IN DE DIEETPRAKTIJK: KENNIS, ATTITUDES, HINDERNISSEN EN ... · 2018-11-13 · 5 1. Inleiding Evidence-based dietetics practice (EBP) omvat het systematisch

89

Byham-Gray, L. D., Gilbride, J. A., Dixon, L. B., & Stage, F. K. (2006). Predictors for research

involvement among registered dietitians. Journal of the American Dietetic Association, 106(12),

2008-2015.

Chiu, Y. W., Weng, Y. H., Wahlqvist, M. L., Yang, C. Y., & Kuo, K. N. (2012). Do registered dietitians

search for evidence-based information? A nationwide survey of regional hospitals in Taiwan. Asia

Pacific journal of clinical nutrition, 21(4), 630-637.

Cel Planning van het Aanbod van de Gezondheidszorgberoepen (2017). Jaarstatistieken met

betrekking tot de beoefenaars van gezondheidszorgberoepen in België. Geraadpleegd op 2 mei 2018

via: https://overlegorganen.gezondheid.belgie.be/sites/default/files/documents/statan_2017_nl.pdf

Dougherty, C. M., Burrowes, J. D., & Hand, R. K. (2015). Why Registered Dietitian Nutritionists Are

Not Doing Research—Perceptions, Barriers, and Participation in Research from the Academy’s

Dietetics Practice-Based Research Network Needs Assessment Survey. Journal of the Academy of

Nutrition and Dietetics, 115(6), 1001-1007.

Heiwe, S., Kajermo, K. N., Tyni-Lenné, R., Guidetti, S., Samuelsson, M., Andersson, I. L., & Wengström,

Y. (2011). Evidence-based practice: attitudes, knowledge and behaviour among allied health care

professionals. International Journal for Quality in Health Care, 23(2), 198-209.

Howard, A. J., Ferguson, M., Wilkinson, P., & Campbell, K. L. (2013). Involvement in research activities

and factors influencing research capacity among dietitians. Journal of Human Nutrition and

Dietetics, 26, 180-187.

International Confederation of Dietetic Associatons. (2010). Evidence-based dietetics practice.

Opgehaald op 4 juli 2018, van http://www.internationaldietetics.org/international-

standards/evidence-based-dietetics-practice.aspx

McColl, A., Smith, H., White, P., & Field, J. (1998). General practitioners perceptions of the route to

evidence based medicine: a questionnaire survey. Bmj, 316(7128), 361-365.

Metcalfe, C., Lewin, R., Wisher, S., Perry, S., Bannigan, K., & Moffett, J. K. (2001). Barriers to

implementing the evidence base in four NHS therapies: dietitians, occupational therapists,

physiotherapists, speech and language therapists. Physiotherapy, 87(8), 433-441.

Sadeghi‐Bazargani, H., Tabrizi, J. S., & Azami‐Aghdash, S. (2014). Barriers to evidence‐based medicine:

a systematic review. Journal of evaluation in clinical practice, 20(6), 793-802.

Taylor, M. A. (1998). Evidence‐based practice: are dietitians willing and able?. Journal of human

nutrition and dietetics, 11(6), 461-472.

The Association of UK dieticians. (z.j.). Practice Guidance. Opgehaald op 9 juli 2018, van

https://www.bda.uk.com/professional/practice/practice_guidance/home

Thomas, D. E., Kukuruzovic, R., Martino, B., Chauhan, S. S., & Elliott, E. J. (2003). Knowledge and use

of evidence‐based nutrition: a survey of paediatric dietitians. Journal of human nutrition and

dietetics, 16(5), 315-322.

Verstraeten, L., & Linssen, R. (2015). Evidence based practice bij kinesitherapeuten in Vlaanderen:

een cross-sectioneel surveyonderzoek (Master's thesis, UHasselt).