NieuwSGS Jeugd Jaargang 9 Nummer 2

32

description

NieuwSGS Jeugd Jaargang 9 Nummer 2

Transcript of NieuwSGS Jeugd Jaargang 9 Nummer 2

2

NieuwSGS Jaargang 9, nummer 3

De NieuwSGS verschijnt 5 maal per jaar met nieuws, artikelen en mededelingen voor SGS leden en studen-ten van de Faculteit Sociale Wetenschappen. Daar-naast verschijnt eenmaal per week een nieuwsbrief per e-mail.

Hoofdredactie:Willemijn de Jong

Redactie: Jasper Timmerman, Renée Beune, Eline Kres, Lotte Stierhout, Eliza de Vetten, Loes Nijskens.

Met dank aan:Het SGS-bestuur, OC Pedagogiek, Nikkie Pierik, Jan de Groot, Tito Leandro Sixma, Laura Bronzwaer, Marc van Bruggen, Charlotte Rutten, Suzan Kommers, Daan Timmerman en Sieger Timmerman. Lay-out: Jasper Timmerman

Redactieadres:Langeveldgebouw, kamer E050Heidelberglaan 13584 CS UtrechtTelefoon: 030-2532956E-mail: [email protected]: www.sgsutrecht.nl

Bijdragen:Alles wat je op USB-stick of via de e-mail bij ons in-levert is welkom! De redactie van de NieuwSGS be-houdt zich het recht voor om ingezonden stukken te weigeren, in te korten of te censureren.

Oplage: 150 stuksDruk: Repro FSWAdverteren: Contactpersoon: Jasper Timmerman (zie SGS-bestuur)

SGS Bestuur 2010-2011

Dagelijks Bestuur:Lian Stouthard (Voorzitter)Nathalie Donkersloot (Secretaris)Linde Muller (Penningmeester)Jasper Timmerman (PR-Coördinator) Parlementair Overleg Coördinatoren (Poco’s):Marijntje ZeijenWillemijn de Jong

Vaste Rubrieken

Hoofdredactioneel 3

Van het bestuur 4

Pocolumn 5

Vanuit de inspraak 6

Oor te luister 11

Doorgeefpen 16

Muziek: 5-10-15-20 18

Foto’s 19

Wist je dat 21

Vanuit de commissies 25

De agenda 31

Deze Editie

Column: Jeugdsentiment 7

Essay: Stay Fresh! 8 Ljutrecht 2011! 11

Trauma’s en Tienerparties 14

Brief aan Arie Boomsma 15

Filmreview: The tourist 17

SGS-special: IBB CrIBBs 22

De opa die altijd jong bleef 26

Redactiestest: Jeugddrankjes! 28

Colofon

De NieuwSGS is een uitgave van de StudentenGroep Sociale wetenschappen (SGS) te Utrecht. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van welk medium dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van SGS. © 2011 SGS Utrecht. De bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden geen aansprakelijkheid voor moge-lijke gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit het gebruik van de in deze uitgave opgenomen informatie.

Jeugd

Jaargang 9, nummer 2

HoofdredaCtioneel

3

Door: Willemijn de Jong

Lieve SGS-ers,

Het is alweer februari, en dat betekent dat het jaar weer doormidden is! SGS is in volle gang, het nieuwe blok is weer begonnen en de eerste SGS-reis is alweer verleden tijd!

Tijd dus om eens terug te blikken: niet alleen naar de afgelopen bezigheden binnen en rondom SGS, maar ook naar een verder verleden. Er kwamen verschillende jeugdverhalen naar boven toen dit thema op tafel kwam, maar het meest terugkerende verhaal binnen dit thema was vooral het eerste drankje dat men, al dan niet 16 jaar-zijnde, tot zich nam. Daarom zijn wij dan ook

als redactie rond de tafel gaan zitten voor een heus vergelijkend warenonderzoek. Deze keer niet met pepernoten, maar met drankjes! Wij waanden ons in de huid van de prille drinker, en proefden de moderne en ouderwetse mixdrankjes van de jeugd van tegenwoordig. Hoe dit is verlopen lees je op pagina 28.

Maargoed, oud voelen we ons daardoor niet, hoewel de mooiste verhalen over schuurfeesten, schoolfeesten en drankkeet weer omhoog kwamen. Tegenwoordig gaan we naar feestjes in het beruchte K-sjot, waar het alcoholgebruik wellicht wat eentoniger (bier) is, maar daarom niet in mindere mate geconsumeerd wordt. Een ander studentfenomeen, of wat hoort bij het “ouder worden”, is natuurlijk het op kamers gaan. In deze editie de primeur van nieuwe rubriek: SGS-Cribs, om te beginnen natuurlijk op de bekendste studentencampus van Utrecht: CrIBBs! Welke SGS-ers wonen er eigenlijk op die welbekende Ina Boudier Bakkerlaan en wat hebben zij uit hun jeugd meegenomen?

Voordat ik het vergeet, zijn we ook nog op uitwisseling geweest in Slovenië, alwaar we in het studentenleven der Ljubljaner doken. Welke spannende gebeurtenissen er tijdens daar zijn voorgevallen en welke indruk SGS in Slovenië heeft achtergelaten; daar heeft Laura uitgebreid verslag over gedaan (pagina 12).

Geniet van de jeugdverhalen, verslagen en reportages en vergeet niet af en toe zelf terug te dromen naar vroeger.SGS zelf is inmiddels alweer 25 jaar oud – daar zullen we in de volgende NieuwSGS verder op in gaan - , maar de echte SGS-er wordt natuurlijk nooit oud, daar zijn genoeg voorbeelden van!

4

Van Het bestuur

Jeugd

Jaargang 9, nummer 2

Door: Lian Stouthard

Het lijkt erop dat wij als bestuur nooit stilzitten. We rennen van vergadering naar vergadering, doen zuchtend de afwas, stormen met vliegende vaart naar een activiteit, versturen ongeveer vier datumprikkers per dag en tussendoor vernieuwen we onze inbox voortdurend. Dat we druk zijn is zeker, we raken soms in alle gekte zelfs de kwaliteit van de koffie uit het oog! Zodra ons echter wordt gevraagd waar we precies zo druk mee zijn zouden we zelf ook niet zo één, twee, drie een concreet antwoord hebben. Mijn to do-lijstjes staan vaak vol met zo op het oog kleine taken, even een telefoontje, niet vergeten langs te gaan bij een andere vereniging want er moet nog wat geregeld worden, het opschonen van de leden en commissiemappen op de computer, voor een vergadering nog even de statuten doorlezen en ga zo maar door. Het leuke is dat alle dingen die wij op een dag doen onderdeel zijn van een groter geheel, namelijk van dit SGS-jaar een topjaar maken!Op dit moment zijn we net over de helft van het collegejaar en zijn we net terug van de uitwisseling met Ljubljana (zie foto voor voorbeeld van een typische Sloveen), hebben we mogen meehelpen bij het studentenprotest in Den Haag, lopen alle commissies op rolletjes en zijn we druk aan het werk om de van aankomende

lustrumweek een groot succes te maken! Voor deze week is the sky the limit. We zijn aan het werken aan een spetterend feest en ik raad jullie allemaal aan om alvast een beetje vooruit te gaan studeren want met alle activiteiten die we nu op het programma hebben staan gaat het er die week niet van komen! Er zullen enkele ‘golden oldies’ terugkomen maar ook gaan we dingen doen die nog nooit vertoond zijn in het Langeveld en omstreken. In mei van dit jaar zullen we los gaan, maar niet voordat we bezoek hebben gehad uit Slovenië en veel geld op hebben gehaald tijdens de rag-week!Naast deze ‘ontspannende’ zaken zijn we ook druk bezig geweest met het organiseren van studie-inhoudelijke activiteiten. Dit is nieuw voor SGS, aangezien we voorheen ons vooral gericht hebben op ontspannende commissie-activiteiten en de studenteninspraak Deze activiteiten worden goed ontvangen dus wellicht komen er in de toekomst meer. En dan hebben we natuurlijk nog de studenteninspraak! De bemensing van de inspraak voor het collegejaar 2011-2012 is van start gegaan. Het hele bestuur zal, natuurlijk onder de deskundige leiding van onze poco’s, plaatsnemen in een sollicitatiecommissie. Kortom, de komende periode is het weer rennen van vergadering naar vergadering, stormen naar activiteiten, met vliegende vaart veel datumprikkers versturen en tussendoor nog snel even koffie zetten.

Tot snel op de kamer!-----------------------------------------------------------Ragweek: Week 19 : 9 t/m 12 meiWord vrijwilliger en deel ontbijtjes uit!

Lustrumweek: Week 21 : 23 t/m 27 meiIt’s gonna be AWESOME! Volgende NieuwSGS meer hierover!-----------------------------------------------------------

5

PoColumn

Door: Marijntje Zeijen

Na zo’n vijfenhalve maand PoCo zijn kan ik jullie wel een beetje vertellen over hoe dat nou is, wat we zoal doen en waar we onze wallen vandaan halen. Ik zal proberen voort te borduren op Willemijns verhaal van de vorige PoColumn.Na de kerst, nadat onze prachtige muren roze met geel waren geverfd, nadat onze hoofdjes weer fris en helder geslapen waren en toen de sneeuw gesmolten was, toen startten we weer met de inspraak en het behartigen van de belangen van de studenten aan deze prachtige faculteit. Het begon allemaal met een PoCo-uur, Willemijn en ik vertelden elkaar over onze kerstvakantie en daarna verzandden we in inspraakgerelateerde ditjes-en-datjes. We moeten langsgaan bij de inwerklocatie, de PR-week moet worden gepland en de bemensing voor een verse lading sterke insprakers moet geregeld worden. Van al dit gepraat krijg je zin om aan de slag te gaan. We staan op en gaan ‘doen’. Voor de promotieweek van de inspraak is het idee om te laten zien dat inspraak je scherp houdt, door koffie uit te delen en alle studenten te vertellen welk belangrijk werk insprakers doen! De vraag die wij ons stelden voor het werven van nieuwe insprakers was: hoe bereik je nou de perfecte inspraker?

We weten allemaal dat iedere student aan deze faculteit flyerschuw is geworden door de miljoen onzinnige flyermannetjes op het plein. Dus dat is iets wat we niet wilden! Wat ons plan is geworden, is het langsgaan bij diverse colleges tijdens de promotieweek. Kortom, in week 7 ben je de insprakers van jouw opleiding als het goed is tegengekomen tijdens een van je colleges, als je tenminste niet in slaap bent gevallen of er niet was wegens tandartsbezoeken en dergelijke.

Verder: De inwerklocatie is rond en het grappige was dat deze locatie min of meer voorbestemd was. Het toeval wil namelijk dat de eigenaresse van het gebouw vroeger in het bestuur van SGS heeft gezeten - en wél - het Parlo heeft bedacht en opgezet! We zijn lekker lang blijven hangen en weten inmiddels alles over de oprichting van de inspraak!Wat verder leuk is om te vertellen is dat we twee nieuwe insprakers hebben aangenomen voor de Opleidingscommissie van de Graduate School die het Master-onderwijs fantastisch gaan vertegenwoordigen! We hebben het vierde parlementair overleg (Parlo) achter de rug waarin ieder orgaan heeft verteld waarmee ze bezig zijn en waar ze nog mee aan de slag gaan; dit zal ook op de website (www.sgsutrecht/studenteninspraak) komen te staan! Ten slot, voordat ik het vergeet, zijn we 21 januari natuurlijk naar Den Haag geweest. We hebben ons in blauwe polyester hesjes gehesen en stokken van verontwaardigde studenten afgepakt, we zijn door journalisten geslagen (Grr, deed pijn) maar het allerbelangrijkste is dat we de belangen van de studenten hebben vertegenwoordigd. Want dat is wat wij doen, of we nu in Den Haag staan, in Utrecht op de Neude of in een of andere vergadering zitten!

6

Door: Opleidingsadviescommissie Pedagogiek

Met z’n vieren zijn wij dit jaar de studentleden van de OpleidingsAdviesCommissie van de bacheloropleiding Pedagogische Wetenschappen. Misschien beter bekend als de OpleidingsCommissie van Pedagogische Wetenschappen. Onze naam mag dan sinds kort veranderd zijn, maar aan wat wij doen verandert weinig: wij komen op voor de belangen van de pedagogiek-student!

Dit doen wij op verschillende manieren en wij houden jullie graag op de hoogte van waar wij op dit moment mee bezig zijn.

v.l.n.r. Rosemarie, Linde, Suzan en Lydia

Zoals de eerstejaars onder jullie waarschijnlijk wel gemerkt hebben, zijn wij in het eerste blok begonnen met een pilot om de panelgesprekken anders vorm te geven. De panelgesprekken zijn ervoor om studenten de kans te geven hun mening over een cursus te geven en met deze informatie kan het onderwijs verbeterd worden. Dus vanaf dit cursusjaar komen wij bij zoveel mogelijk

werkgroepen langs, aan het einde van het blok, om samen met jullie de cursus te evalueren. Helaas is het niet mogelijk om bij iedereen langs te komen, dus wil je toch graag iets kwijt over de cursus, dan zijn wij ook te bereiken via de email en we hebben zelfs onze eigen community, met discussion board op Studion! Op deze community zijn tegenwoordig ook de samenvattingen van de gehouden panelgesprekken te vinden.

Panelgesprekken organiseren is niet het enige waar wij mee bezig zijn. Binnenkort zullen jullie een enquête van ons ontvangen over feedback. Wij zijn bezig uit te zoeken wat de studenten en docenten vinden van

peerfeedback en docentfeedback. Is het eigenlijk wel nuttig om peerfeedback te geven of te krijgen? En wat is de kwaliteit? Weet je hoe je het moet geven? Met jullie input kunnen wij weer aan de slag, om uiteindelijk een advies uit te kunnen brengen over hoe feedback in het onderwijs het beste ingezet kan worden.Ook gaan wij binnenkort al weer beginnen met de bemensingsperiode. Dat betekent dat er voor volgend jaar weer nieuwe, actieve en enthousiaste studenten voor onder andere de Onderwijs AdviesCommissie

gezocht moeten worden. Dus wil jij een leuk bijbaantje, waarin je betrokken wordt bij je eigen onderwijs? Stuur een mailtje naar [email protected] voor meer informatie!

Tot ziens bij de panelgesprekken, op Studion of de SGS-kamer!

Vanuit de insPraak

Jeugd

Jaargang 9, nummer 2

7

Door: Loes Nijskens

Sentiment. Jawel, over vroeger. Lekker filosoferen over ‘de goeie ouwe tijd’.Toen het gras nog groen was.Toen seks nog vies was en de straat nog schoon. Toen je nog klein was op het moment dat je naast je ouders stond, je ongegeneerd op je vaders schouders kon zitten en mam nog jurkjes maakte met bijbehorende strikjes voor in je haar. Als we dan toch uit komen op kleding: de etiketten van Disney die op je spijkerbroek werden genaaid als je knie zichtbaar werd. Of het fenomeen op zich: ‘de mouwophouder’. Die pijn deed als de huid van je arm er tussen kwam te zitten. De tuinbroek. Die je beiden op een bepaalde leeftijd gewoon niet meer wilde dragen. Want dan ging je status aan diggelen. Jawel, daar waren we toen toch al mee bezig. Alhoewel, de tuinbroek, die is wel altijd in gebleven, kun je van de mouwophouder niet zeggen.

Die kleine dingen die ik nu stiekem wel mis. De zuivelkar die voor je huis parkeerde en waar je boodschappen kon halen. Doet nog geen belletje rinkelen? Denk even aan Flodder, daar hadden ze er ook zo eentje. Flodder, ook al zo’n memorabel iets, Kees 1 en Kees 2.Tv op zaterdagavond, waar je de hele week naar uit keek, lekker met chips en cola op de bank. Niet beschikbaar op ‘uitzendinggemist’ of op dvd. De ‘Mini-playbackshow’ met kinderen die warempel iedere keer Peter André of Whitney Houston imiteerden. ‘I will always love you’ was blijkbaar erg geliefd onder 7-jarige Nederlanders. Frietjes op zaterdag. En Telekids met de megablubberpowerrace. Mooi woord toch?Verstoppertje in de maïsvelden achter mijn huis. Maar dan maak je de plaatselijke boer

kwaad. Dus dan blokjesvoetbal. Gewoon, een bal en een blokje. Klaar.‘Power Rangers’ spelen tijdens het speelkwartier. Ik ben de roze.Verkleden in de kelder. Dat ik me af en toe afvroeg of kinderen nu graag met mij wilden spelen of meer voor de verkleedkist kwamen en al vroeg een vorm van schizofrenie hadden ontwikkeld.

Hierbij behoren ook de ervaringen die stiekem geen sentiment zijn, maar meer tot vergetelheid neigen. Wilde je graag meedoen met ‘Kinderen voor Kinderen’,

stond je daar met je cd-tje. Oefenen, oefenen, oefenen. Mocht je geen auditie doen, want Roermond viel niet binnen de straal van 100 km. Oftewel, we willen geen zingende kinderen met een

accent. Begrijpelijk (?). De woorden die de gemiddelde ‘grote mens’ gebruikte die ik niet kon bevatten: een ‘ouwe vrijster’ of ‘het ijzeren gordijn’. Maar ook onuitspreekbare woorden zoals barbecueën. Daarbij behoren ook de songteksten van nummers die je niet kende maar gewoon meezong. Hoe lang dat mijn klas vrolijk ‘I’m Honey’ zong bij het nummer van Mousse T in 1998 in plaats van ‘horny’... ‘Honey, honey, honey’. Dat was hem dus niet.Maar al met al, vroeger. Sjoean (mooi).

Column: Jeugdsentiment

8 Jeugd

Jaargang 9, nummer 2

Door: Renée Beune

Als je klein bent, wil je groot zijnAls je groot bent heb je spijt

Dat je niet meer klein kunt wezenwant dat was je mooiste tijd

Jong is een woord dat vrijwel altijd positieve associaties oproept, of anders wel heimwee. Het geeft een gevoel van frisheid, ongecompliceerdheid, vrijheid. Van openstaande keuzevakjes, op de vraag ‘wil je verkering?’ kruis aan; ja of nee, of op een inschrijfformulier voor de universiteit; kruis aan: welke studie wil je doen? Als je jong bent realiseer je je alleen niet constant hoe fijn het eigenlijk is, die vrijheid. Wij als studerenden beginnen te realiseren dat we het moeten gaan nemen van de vrijheid die we nu hebben en maken daar natuurlijk ook uitgebreid gebruik van. Feesten als een malle, experimenteren, reizen en ouwehoeren zijn toch wel activiteiten die in vele agenda’s der SGS-ers te vinden zijn. Er is te merken dat iedereen zich realiseert dat we onze jeugd goed moeten benutten. We voelen allemaal stiekem de angst, voor wanneer het woord jeugd als etiket dat

op ons wordt geplakt, begint te

vervagen en verandert in volwassenen, of zelfs ouderen; nog enger.

Over het bovenstaande versje gesproken: wie kent hem niet. Dit versje scoort hoog in de lijst van versjes die het vaakst herkauwd worden in poëziealbums. Veel volwassenen verlangen terug naar hun kindertijd. Opaatjes hoor je vaak ‘‘ach, vroeger..’’ verzuchten, maar stiekem betrap je jezelf er misschien ook al wel eens op dat je terugverlangt naar toen je echt ‘klein’ was, naar pure ongecompliceerdheid. Stel je voor, over een paar jaar verlang je terug naar nu, naar hoe ongecompliceerd het leven nu is, naar hoe jeugdig en vrij je nu bent. Jeugd staat in het woordenboek als de jonge leeftijd, of jonge personen, dit staat dus in verband met leeftijd. Je hoort echter vaak midlifecrisis-ouders en vergelijkbare types uitspraken doen als: “Ik voel me nog zó jong!”. Hierdoor ga ik me iets afvragen; is jeugd wel leeftijdsgebonden? Is het niet gewoon een state of mind die je kunt aannemen, de keuze om niet te verzuren? Of komt vanzelf met de tijd die geraniums-vibe op, en gaan wij ook vanzelfsprekend schreeuwen naar kinderen die een voetbal in de tuin trappen, en alle uitingen van vrijheid afkraken uit pure jaloezie dat wij die vrijheid kwijt zijn?

Eén manier om zo lang mogelijk de vrijheid van je jeugd te behouden is om lekker lang te studeren. En daarmee lekker lang lid van SGS te blijven. Waar je eeuwige spelletjesavonden kunt houden, spelen met knuffels en je afwas op de kamer te laten staan, en het de volgende dag schoon terug te vinden. Een beetje een blije kinderclub zijn we met zijn allen, en dat is best wel fijn. Het is alleen een beetje naar dat dit kabinet dat langer studeren dwarsboomt. Ik krijg het daar persoonlijk nogal benauwd

essay: stay fresH!

9

van. Vier jaar studeren is echt niet genoeg om me te ontwikkelen, daarna ben ik echt nog niet ´klaar´ met jong zijn en klaar om volwassen te worden en me zo te gedragen. Ontwikkelen is sowieso een proces dat nooit ophoudt. Ook niet na vijf of zeven of tien jaar studeren. Het gaat altijd door en dat is ook belangrijk. Om je jong te voelen moet je je ook je leven lang blijven ontwikkelen. Ik denk dat je het ware gevoel van jong zijn, de open youthfull state of mind kunt aanhouden tot je kist dichtgenageld wordt. Of nouja, iets daarvoor dan. Dit zal zeker niet vanzelf gaan. Fysiek word je onvermijdelijk ouder. Je lichaam zal strammer worden en misschien wel een beetje dik en je zult kraaienpootjes en uiteindelijk van die hangende hamsterwangetjes krijgen. Ik kan me goed voorstellen dat mensen zich hierdoor oud gaan voelen en zich daar naar gaan gedragen. Vrienden zullen ook ouder worden en het is makkelijk om je door elkaar te laten meeslepen in verzuring. Het is daarom belangrijk om niet met zijn allen te gaan zitten mopperen, maar een frisse moed aan te nemen. Samen oud worden is van veel vrienden, familie en geliefden een wens, maar is samen jong blijven niet iets veel mooiers?

Dat jong van geest blijven klinkt misschien wel makkelijk en vanzelfsprekend, maar dat is het niet. De twee componenten van jeugd die je actief kunt behouden zijn jong denken en jong doen. Verkeringbriefjes schrijven, touwtjespringen en skelteren zitten er al snel niet meer in, wil je als volledig functionerend persoon beschouwd worden, maar onbevangenheid en spontaniteit zijn eigenschappen die je zelf kunt controleren en/of aanwakkeren.

Dit kan door een open manier van denken, die ook in samenspel is met vormen

van ‘jong doen’. Een open manier van denken houdt in dat je open staat voor nieuwe dingen. Het opvallendste verschil tussen kinderen en volwassenen is vaak nieuwsgierigheid. De ‘waarom? Waarom? Waarom dan?’ verdwijnt vaak langzaam uit de dagelijkse gesprekken. Waarom eigenlijk? Omdat volwassenen weten hoe de wereld in elkaar zit? Natuurlijk hebben volwassenen meer kennis dan kinderen, maar weet iemand ooit hoe de wereld precies in elkaar zit? Dingen voor lief nemen is iets dat er vaak insluipt bij het ouder worden. Nieuwsgierigheid is echter een eigenschap die de geest fris houdt. Nieuwsgierigheid zorgt ervoor dat je nieuwe dingen leert, en dus als persoon verrijkt wordt. Om jong te blijven is het dus belangrijk om nieuwsgierigheid niet weg te stoppen. Er is geen reden om niet meer over iets interessants uit te zoeken, niet door te vragen en niet uit te proberen. Dingen uitzoeken, doorvragen en uitproberen zijn manieren van doen die volgen uit een open manier van denken. Even in die plas regenwater springen om te kijken hoe het voelt, of op het dak klimmen om te kijken of het lukt. Kinderen volgen hun instinct en nieuwsgierigheid om van alles te ontdekken. Gewoon uitproberen, anders zul je het nooit weten. Dit is een waardevolle eigenschap, die je door ervoor open te staan ook kunt behouden. Dat uitproberen hoeft niet altijd te bestaan uit grote stappen, zoals grote reizen maken, toch een keer paddo’s gebruiken of bungee jumpen. Dit zijn activiteiten die soms door omstandigheden (kinderen en werk enzo) tijdelijk gewoon niet mogelijk zijn, maar kleine dingen zoals nieuwe muziek blijven ontdekken, nieuwe recepten proberen of eens een nieuw standje proberen met je partner waarmee je al 20 jaar alleen je favoriet doet, zijn ook al vormen van

10

avontuur. Er zal ook altijd een oneindige hoeveelheid dingen om te leren zijn. Bijvoorbeeld een nieuwe taal, een nieuwe sport, goochelen, mediteren, motorrijden en breien. Er is bewezen dat het leren van nieuwe dingen, ook bij volwassenen, gepaard gaat met het vormen van nieuwe neuronen en verbindingen in de hersenen. Een voorbeeld hiervan is onderzoek naar mensen die leerden jongleren, waarbij aantoonbaar de dichtheid en het volume van de grijze stof in de motorische en visuele hersengebieden groter werden. De witte stof, de verbindingen tussen cellichamen, vermeerderde ook. Na de periode waarin de mensen jongleerden werden meer MRI-scans gedaan, en er bleek dat de veranderingen blijvend waren. Een groot probleem dat veel volwassenen hebben met nieuwe dingen leren is tijd, en vooral energie. Maar je zult zien dat als je er tijd voor vrij maakt, je er vanzelf energie van krijgt.

Spelen wordt ook gezien als iets dat alleen kinderen doen. Het blijkt echter dat schijnbaar doelloos plezier ook smeerolie is voor het volwassen brein. Stuart Brown heeft een boek geschreven over de waarde van spelen; Play. How it shapes the brain, opens the imagination, and invigorates the soul. Hierin beschrijft hij dat spelen voor het brein net zo essentieel is als slapen. Als een mens een tijdje een speeltekort heeft gehad, gaat diegene dit daarna als een malle inhalen. Een voorbeeld hiervan zijn kinderen die de tuin in rennen na een lange autorit, of volwassenen die zich in het uitgaansleven storten na een lange drukke werkweek. Volgens Brown zijn volwassenen met een ‘speeltekort’ er slecht aan toe. Ze verliezen hun optimisme, worden somber en raken vastgeroest. Spelen kan voor iedereen iets anders zijn. Het gaat om het gevoel dat

je erbij hebt. Het is een gemoedstoestand, niet per se een activiteit. Kenmerken van die gemoedstoestand zijn dat je erin opgaat, zin hebt om het nog een keer te doen, en de tijd vergeet. Het zijn dingen die je doet voor je plezier, om in die gemoedstoestand terecht te komen. Het is belangrijk om jezelf toestemming te geven om gek te doen, om die gemoedstoestand toe te laten. Brown heeft speelgeschiedenissen van meer dan zesduizend mensen onderzocht, en kwam erachter dat massamoordenaars in hun leven relatief weinig hebben gespeeld, en dat nobelprijswinnaars, topwetenschappers en kunstenaars hun hele leven veel hadden gespeeld, en het nog steeds deden. Dit lijkt allemaal misschien nogal geneuzel uit de tijdschriften die je moeder leest. Maar let op, voor dat je het weet neem je de dingen voor lief, ben je ineens niet meer nieuwsgierig en speel je niet meer. Op die manier blijf je niet samen jong, maar word je gewoon oud. Dus keep it fresh!

Jeugd

Jaargang 9, nummer 2

11

oor te luister

Violet en Ingrid tegen Jasper: We hebben een serieuze vraag. Als je een gaatje prikt in je ballen, komt er dan ook sperma uit?

Jos: Ik moet naar de balie lopen. Pff naar Nepal fietsen, naar Bali lopen..

Job: Ik had nooit verwacht dat ik een vrouw zou haten.

Johan achter Facebook: Hoe schrijf je Aarsficker?

Robbert en Kip hebben een discussie over tonijn:

Marijntje: Waarom mag je geen tonijn eten?

Robbert: Omdat ze helemaal worden leeggevist.

Marijntje: Nou en?

Lieneke: Er komt een salamiwalm uit mijn doos.

Marijn: Als het stinkt, stop dan ook met ruiken.

Bas: Ik val op vieze oude mannen.

Jasper en zijn baard: Als ik onder de douche sta, is het heel zacht, zonder bijbedoelingen.

Arjun over zijn nieuwe baan: Het is één of ander kapotgesubsidieerd links hobby-project waar ik nog het meest van profiteer?

Gehoord in Slovenië: Dutch is not a language, it ’s a throat desease!

En: Alcohol doesn’t solve any problems, but neither does milk!

Cedric: Jasper, wil je wortelsap (reikt wortelsap aan)?

Jasper: Ja, als je hebt..

Jeugd

Jaargang 9, nummer 212

lJutreCHt 2011!Door: Laura Bronzwaer

Zaterdagochtend, 5:30 op het jaarbeursplein in Utrecht. Daar stond de touringcar, een bus voor 25 personen, op ons te wachten. De uitwisselaars vulden in deze bus 22 plaatsen. Heel handig; zo kan je namelijk lege stoelen in plaats van mensen tellen om te kijken of we compleet zijn! Wanneer de drie lege stoelen geteld waren was het zover; op naar Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië! Volgens mij wist niemand écht wat ons te wachten stond als we aan zouden komen in Slovenië. Hoe zouden de mensen zijn, de stad, het land? Zouden we iets van taal kunnen maken? Hoe zou de universiteit waar zij studeren eruit zien? Hoe zou het uitgaan daar gaan? Op al onze vragen kregen we antwoord nadat we na een lange busreis aangekomen waren op onze eindbestemming. De meest interessantste en leukste conclusies op al onze vragen zal ik nu met jullie delen. Een heel belangrijk punt wat meteen vooropgesteld moet worden, is dat Oost-Europa in tegenstelling tot sommige vooroordelen niet grijs is. Midden op het stadspleintje van Ljubljana staat daarvoor ook meteen het bewijs; een roze kerk. Meerdere gebouwen zijn geel, groen, blauw, of interessant geverfd in allerlei kleuren. Ook een neongroen (en dat is niet overdreven) huis dat we tegenkwamen op tour door Slovenië bewijst het maar weer eens. Nu over onze Sloveense uitwisselingsstudenten, daar konden we

natuurlijk het beste antwoord bij vinden op al onze vragen. Sloveense studenten maakte op mij over het algemeen de indruk dat ze stoer maar ergens toch ook heel bescheiden zijn. Het voor mij perfecte voorbeeld van ‘stoer maar bescheiden’ ga ik nu voor jullie illustreren. Één van onze Sloveense studenten speelt in een band; snoeiharde Metal. Hij speelt gitaar, en heeft net met zijn band een album op genomen en is dus goed bezig om bekend te worden, in ieder geval in de ‘Metallica-scene’ zoals hij dat

zelf verwoorde. Nou ben ik misschien stereotyperend over bandleden van een Metalband, dat zou kunnen. Maar over het algemeen schat ik die mensen toch in als stoere lui, als jullie begrijpen wat ik bedoel. In Slovenië hadden we een middag waarin we gingen lunchen bij Slovenen thuis, om ook hun huizen te zien. (We sliepen in een hostel tijdens de uitwisseling). Nou was het zo dat ik mijn lunch mocht verorberen bij de jongen die ik hierboven

heb beschreven, en zijn huisgenoten, die ook stoere jongens waren. Nou weet ik niet precies wat ik me moest voor stellen bij hun appartement, ik dacht een beetje aan een standaard Utrechts studenten huis maar dan misschien iets ruiger ingericht? Ik wist het niet zo goed. Ik had in ieder geval niet verwacht dat hun appartement misschien wel schoner zou zijn dan mijn ouderlijk huis. Om over mijn eigen studentenhuis maar niet te beginnen. Keurig ingericht, opgeruimd, alles aan kant en netjes. Toen we in de woonkamer stonden rond te kijken, kwam een van de jongens een beetje verlegen naar ons toe: ‘‘Sorry, ik

13

wil niet vervelend zijn… maar zouden jullie alsjeblieft je schoenen uit willen doen? Het is hier gister schoongemaakt’’. Zelf liepen de Slovenen thuis ook netjes allemaal op slippers/pantoffels. En wij even later uiteraard allemaal op onze sokjes! De tafel was lief gedekt, vlees in rolletjes neergelegd op een bord, kaas gesneden in blokjes. Augurkjes in een klein bakje en paprika in reepjes gesneden op een ander bordje. En natuurlijk gesneden tomaatjes op weer een ander bordje. Bakjes paté die ze ons wilden laten proeven, omdat het typisch Sloveens was. Het brood werd voor ons gesneden, en hulp in de keuken namen ze niet van ons aan. Achteraf werd koffie gezet (en thee), en de afwas werd meteen gedaan. Een hele gezellige lunch, waarin we ook in de supernette keuken, op onze sokken, onder het genot van de super lief klaargemaakte lunch naar de Metalband hebben geluisterd waar één van de Slovenen gitaar in speelde. En hij gaf een awesome solo, by the way!Vanuit deze geweldige lunch kan ik mooi doorschuiven naar een ander interessant feitje over onze Sloveense studenten. In principe hoeft het appartement waar de lunch plaats vond niet eens verlaten te worden, we moeten alleen een stukje verhuizen. Namelijk van de keuken naar de woonkamer. In de woonkamer staat een meubel dat sterk doet denken aan hoe de Slovenen zich hadden gepresenteerd aan ons. Ze houden namelijk van een goed feestje, een vol glas alcohol daarbij, en een jointje kan er af en toe er ook nog bij. Ze waren dan ook teleurgesteld dat we geen wiet voor ze mee hadden genomen. Dat brachten ze natuurlijk als grapje, maar achter elke grap zit een kern van waarheid… Anyway, daar in de woonkamer stond het bewijs van dat we toch echt bij onze Slovenen thuis waren, en niet bijvoorbeeld per ongeluk in het nette huis van hun

ouders. Er stond namelijk een soort van prijzenkast tegen een muur; een hele grote brede witte kast met glazen deurtjes zodat je er goed doorheen kon kijken. De prijzen van de Slovenen waren lege flessen sterke drank. En dan ook echt heel veel. En daar waren ze trots op, heel trots. Toen wij ons sterk (misschien wel net zo sterk als die sterke drank) verbaasden over hoeveel flessen er in die kast stonden, zeiden ze meteen dat ‘‘dit alleen de flessen waren van het afgelopen semester!.’’ Zoals ik al zei; ze houden van een feestje met een vol glas alcohol erbij. Veel verhalen begonnen dan ook met ‘‘I was so drunk’’, of een goed alternatief; ‘‘We were so waisted!’’. De verhalen die daarna volgden waren wel altijd grappig, dat dan weer wel. Voordat ik jullie nu een verkeerd beeld meegeef van de Slovenen, eindig ik heel graag met hun enorme hartelijkheid. Alle uitwisselaars waren het er over eens; de Slovenen zijn ontzéttend lief. Zo moet bijvoorbeeld vernoemd worden dat zij midden in hun tentamenperiode zaten toen wij langs kwamen. Heeft dat ze tegen gehouden om een geweldige week voor ons te organiseren? Nee absoluut niet, ze hebben ontzettend hun best gedaan voor ons (en dat is ook zeker gelukt), tijdens het leren en stressen voor de tentamens. Dat is op zichzelf al geweldig. Daarnaast ook nog de soort van voorzichtige onzekerheid tegenover ons, of ze het wel goed genoeg deden. Of we het wel leuk genoeg hadden, of we het programma wel goed vonden. Gelukkig hebben we ze al heel snel kunnen overtuigen dat ze het super voor elkaar hadden voor ons, en dat we allemaal heel erg genoten hebben. Ik kan nog heel veel meer praten over hoe lief ze zijn. Maar veel beter lijkt me het als jullie dat zelf ervaren; als ze op uitwisseling naar Nederland komen, eind april!

Jeugd

Jaargang 9, nummer 2

14

trauma’s en tienerParties

Door: Lotte Stierhout

Wanneer ik thuis kom na een avond hard werken achter de kassa van de Albert Heijn, word ik overspoeld met gevoelens van nostalgie en toch vooral met gevoelens van afschuw. Wat ik aantref? Mijn zusje die haar zestiende verjaardag viert. Een bom van herinneringen ontploft ineens in mijn hoofd – waarna ik me meteen afvraag of ik me dit eigenlijk wel wìl herinneren. Want hoewel veel lezers zullen vinden dat ik met mijn amper achttien levensjaren mijn jeugd nog maar net zelf ben ontgroeid, voel ik me toch zeer volwassen wanneer ik de gang van zaken in mijn woonkamer analyseer.

Goed, wat ik aantref: een kamer vol met hitsige pubers die allemaal zo hard mogelijk proberen de aandacht van de groep op zich te vestigen. Hoe ze dit doen? Allereerst wordt er geprobeerd om met zoveel mogelijk mensen op de bank te zitten. Iedereen ligt en kruipt over elkaar heen en soms valt er iemand van de bank af, wat telkens zorgt voor een schreeuw van rond de 100 decibel. De jongens zijn vooral bezig met het zo hard mogelijk brullen om de andere aanwezige mannen te laten horen hoe laag hun stem tegenwoordig wel niet is en proberen zich tegelijkertijd nog zo hard mogelijk vast te klampen aan de slogan die

iedereen nog wel van vroeger kent: meisjes plagen, kusjes vragen. De meiden gaan hier overigens gretig op in en hangen over de jongens heen, zorgen dat hun toch al veel te korte rokjes nog net iets schever komen te zitten. En ondertussen maar schreeuwen en gillen, bijna alsof ze bang zijn dat de rest van de groep hun aanwezigheid zal vergeten. Dit alles tezamen: een explosie van geluid en een zeer vreemde indruk over de feestjes van de 16-jarigen van tegenwoordig.

En die rare aanblik is nog niet alles. Op de tafel tref ik namelijk de drankvoorraad aan, die door het strenge anti-alcoholregime van mijn ouders eigenlijk vrijwel beperkt is tot Cola en Fanta. Toch vind ik tussen alle frisdrank een fles wijn, wanneer de kat van huis is dansen de muizen immers op tafel (want ja, mijn ouders hadden dit alles al voorzien en hebben tijdig een afspraak met vrienden gepland). Juist wanneer ik mezelf wil trakteren op een lekker vol glas, grist iemand de fles voor mijn neus van de tafel om een half glas cola te mengen met een grote scheut wijn. Trauma’s. Koude rillingen over mijn rug. Bijna woede, omdat zojuist het enige positieve aan dit feestje is verpest. Is dát het mixdrankje van tegenwoordig? Zo ja, dan is mijn idee over de jeugd van tegenwoordig in mijn ogen zojuist gedaald tot onder nul.

Ik gris het laatste restje wijn dat nog niet in een colaglas is beland van de tafel en vlucht naar boven. Mijn broertje staat bovenaan de trap te schreeuwen dat het volume omlaag moet en ik prijs mezelf gelukkig dat ik op zolder slaap. Ik plof op mijn bed neer en durf mezelf de volgende vraag bijna niet te stellen, omdat ik vrees dat ik alleen maar positief kan antwoorden: was ik vroeger ook zo?

15

Door: Eline Kres

Beste meneer Arie Boomsma,

Dit is geen liefdesbrief zoals u misschien gewend bent te ontvangen. Geen gedicht in A-A-B-B schema of een ode. Dit is gewoon een brief om mijn gedachten met u te delen. Ik heb u ooit ontmoet. Ik denk dat ik net basketbalde en ik zag dat een aantal leden zich verzamelden bij de ingang van de hal om met een boom van een kerel te praten. Hah, dat is grappig, BOOMsma. Het is vast geen toeval. Maar even terugkomen op het onderwerp: deze kerel was u dus en u bleek terug te zijn uit Amerika. Vroeger had u bij ons gebasketbald en u kwam uw oude clubje bezoeken. Anderen lieten zien wat ze met de basketbal konden terwijl ze met u praten, ik bekeek het vanaf mijn trainingsveld. Ik kon geen trucjes met de bal (nog steeds niet overigens) en ik kende u niet dus was het geen optie om erbij te gaan staan. Ik wist toen nog niet dat u in de Here gelooft en ik best een praatje met u had kunnen maken. Want zo zijn christenen; zij staan open voor een praatje met vreemden. Ik heb geen idee of u nog wel eens bij mijn oude clubje gaat kijken. Ik kom er nooit meer dus ik zou het niet weten. Toch houd ik u nog net zo in de gaten. Op de televisie zie ik u bij eigen series en bij programma’s zoals

De Wereld Draait Door. En nu heeft u een serieus praatprogramma “In de schaduw van het nieuws”. Ik heb het eens gekeken en u doet het leuk, moet ik toegeven. Wel

kijkt u soms zo serieus, terwijl de aantrekkelijkheid vooral in uw lach zit. En uw haar is nu zo kort. Daar word ik ook niet helemaal warm van. Maar daar gaat het waarschijnlijk ook niet om. Het gaat er nu bij u om dat u de mensen bereikt, niet meer door middel van het evangelie (u heeft de EO ingeruild voor de KRO) maar door in de camera te kijken en te vertellen over het wel en wee in de wereld. U helpt jongeren uit de kast te komen en u probeert ons allemaal aan de poëzie te zetten. Menig meidenhart slaat op hol terwijl u ze door de beeldbuis heen in de ogen kijkt. Is het bij mij ook zo? Ben ik nog net zo geïnteresseerd in u als zo’n 12 jaar geleden in de sporthal? Nee. U bent me te bekend geworden. U heeft te veel fans waar ik mij niet tussen voel passen. Maar op één moment voelde ik het wel. Toen u, in uw basketbalbroek, bij De Wereld Draait Door aan Matthijs van Nieuwkerk liet zien hoe je jezelf optrekt aan een hangende stang en zo uw spieren traint. Ik zag weer die jongen uit de sporthal en raakte gefascineerd door het jongensachtige in u. Probeer dat vast te houden, meneer Boomsma, en probeer vrolijk te blijven kijken! Dan kijk ik nog eens terug.

Groetjes,

Eline

brief

Jeugd

Jaargang 9, nummer 2

16

doorgeefPen

Door: Nikkie Pierik

Hallo lieve SGS-ers! Ik ben Nikki Pierik, mijn lievelingskleur stuiterbal is turquoise, ik houd niet van dieren, ook niet van de natuur, mijn favoriete drankje is Malibu en de mooiste dag van mijn leven vond plaats op 2 mei jongstleden toen ik samen met 30.000 medefans op de Oude Markt in Enschede stond, stijf van de zenuwen, en zag hoe FC Twente van NAC won en het kampioenschap binnensleepte! Zo, het belangrijkste weet je nu.

Ik kom linea recta van de middebare school, en ben nu eerstejaars Pedagogische Wetenschappen. Dit avontuurlijke avontuur begon op 6 september, toen ik vanuit het pittoreske Hengevelde (een dorpje in Twente met 2110 inwoners, maar wél de grootste bruidsmodezaak van Nederland) afrees naar Utrecht voor de fi-week. 6 september, op mijn 17e verjaardag nota bene. Ik was en ben dan ook het broekie van het stel en hoogstwaarschijnlijk ook bij SGS. Deze eer neem ik echter met trots in ontvangst!

Al snel leerden we het studentenleven in Utrecht kennen. Van kamers van 10m² voor €400, en van half 6 in je bed belanden en er om 7 uur weer uit moeten, tot de soms saaie colleges waar je die slaap mooi weer in kunt halen!

Op het begin had ik even moeite met al die stoplichten, maar zo langzamerhand ben ik toch al erg gewend geraakt aan de Domstad! Desondanks ga ik nog bijna elk weekend naar huis om mijn vriendinnen en familie daar te zien, te stappen en mijn moeder met een volle wasmand te verrassen. Voor haar verjaardag kreeg ze dan ook een kaartje met ‘Waar was ik zonder jou?’ erop. Eerst ging ik sowieso elk weekend naar huis, omdat ik

op zaterdag kaas verkocht in Duitsland! Daar ben ik mee gestopt omdat het geluid van mijn wekker, elke zaterdag, om 3.35 uur me een beetje opbrak. Mocht je echter graag een keer een Duitse uitleg over kaas krijgen, laat het me weten.

In mijn vrije tijd speel ik gitaar, nu zo’n 4.5 jaar. Dit lijkt mij een mooie gelegenheid om even een oproepje te doen: ik zoek nog een gitaarleraar in Utrecht!

Ik heb verschillende toekomstdromen, het lijkt me bijvoorbeeld prachtig om een keer met mijn gitaartje op te treden voor aanzienlijk wat mensen, of om mijn eigen

theater te runnen. Maar ach, deze dingen zie ik beide nog niet zo 1-2-3

gebeuren. Wel heb ik mijn acteerdebuut al gemaakt, typ Nikki Pierik in bij Youtube, klik het eerste (en enige) filmpje aan en laat je verrassen!

Dit lijkt mij een mooi moment om een eind aan dit verhaal te breien.

Nog een wijze raad tot besluit:eet elke dag 2 ons groente, en twee stuks fruit.

P.S. De doorgeefpen geef ik door aan: Marieke van de Nachtjes!

17

filmreView: tHe tourist

Door: Eline Kres

Angelina Jolie en Johnny Depp samen in een film. Dan kan het haast niets anders dan een groot succes worden. Toch is “The Tourist” niet zo’n succes zoals “Pirates of the Caribbean” en “Tomb Raider”. Jolie speelt de chique Elise die, terwijl ze geschaduwd wordt door de politie, een brief krijgt van haar geliefde Alexander Pierce met daarin de boodschap “take the 8:22 train and find somebody with my height and build and make them believe he is me” . Met ‘them’ word de volledige Europeaanse politie bedoeld die blijkbaar al drie jaar achter hem aan zit voor het plegen van belasting fraude. Dit is gelijk het begin van vele ongeloofwaardige punten in de film. Het lijkt mij als eerste namelijk niet logisch dat de politie van heel Europa al drie jaar achter iemand aanzit omdat hij fraude heeft gepleegd en ten tweede dat , ondanks dat ze zijn vrouw erg opzichtig in de gaten houden (wat zo ongeloofwaardig is dat het bijna komisch wordt), ze na drie jaar nog geen spoor van hem gevonden hebben. Elise voert haar opdracht uit en komt in de trein terecht bij de docent wiskunde Frank Tupelo, die natuurlijk gespeeld wordt door Depp. Na twee wat houterig lijkende ontmoetingen krijgt Elise Frank zover om bij haar in een hotel kamer in Venetië te blijven

slapen. Ook dit is nogal ongeloofwaardig. Ik begrijp dat mannen graag een nachtje slapen met iemand die zo mooi is als Elise, maar Frank lijkt bijna betovert en heeft er geen problemen mee om de nacht vervolgens op de bank door te brengen. Na deze wat vreemde nacht krijgt Frank een stel gangsters op zijn dak die hem niets liever dan dood willen hebben en die geloven dat hij Alexander Pierce is. Dit resulteert in stoere en licht grappige momenten waarin Depp over daken rent en achtervolgd wordt in een speedboot. De reden waarom “The Tourist” geen groot succes is, komt behalve door de vele ongeloofwaardige gebeurtenissen ook door het feit dat het qua genre niet echt ergens in past. Het is net geen romantische komedie, net geen actie film en net geen thriller, maar dat is misschien ook wel wat “The Tourist” zo bijzonder maakt . Als je door de ongeloofwaardigheden heen kan kijken is het best een leuke film. Het einde is zeer verrassend, zo erg dat het mij en velen met mij in verbazing heeft achtergelaten. “The Tourist” zal volgens mij dus geen tijdloze klassieker worden, maar is zeker leuk tijdens een avondje uit. Zeker als je alle ongeloofwaardig heden met een korreltje zout neemt en gewoon lekker wil genieten van Jolie en Depp.

18

5-10-15-20Welke muziek luisterden SGS-ers vroeger? Dat is het onderwerp van deze nieuwe categorie, waar in met intervallen van steeds vijf jaar gekeken wordt naar de favoriete liedjes van de SGS-er. Het is als het ware een kleine muziekbiografie. Misschien komen we er wel achter dat je vroeger stiekem van de Bob de Bouwer- introtune hield en dat je toen je ouder werd naar Chopin en Chet Baker ging luisteren. Deze editie: Jan de Groot

5: Jody Pijper – Snorkel liedRond deze leeftijd was ik groot fan van Kikker Radio. Urenlang kon ik voor de stereo naar dit radiostation luisteren, met het Snorkel lied als favoriet. Naast muziek kende de zender ook een programma waarin jonge kids werden gevraagd naar hun leven als zoon van iemand met een bijzonder beroep. Blijkbaar is boswachter zijn bijzonder, want ook ik werd telefonisch benaderd. Als een ster in spé nam ik de telefoon op (“met kleine Jan de Groot”) en vertelde ze over de spannende avonturen die ik de afgelopen week weer had meegemaakt. Een paar maanden later was Kikker Radio failliet, nooit meer iets van gehoord.

10: Nirvana – In BloomMijn eerste echte stap in de wereld van muziek vond plaats onder begeleiding van m’n grote neef. Elk jaar kwam hij een weekje bij ons in het bos logeren. Die weken waren voor hem meer een werkkamp onder leiding van mijn pa (begrijp nog steeds niet waarom hij elk jaar weer terug kwam), maar goed. Hij nam dan een cd-hoes mee en liet me altijd wat muziek horen. Hij was groot fan van Nirvana en ik sindsdien ook. In het nummer ‘In Bloom’ is een duidelijk contrast

te vinden tussen hard en zacht geluid, wat kenmerkend is voor het album Nevermind. Verder is de productie vrij commercieel, waardoor het nummer enerzijds heel luisterbaar is en ik me anderzijds toch een beetje rebels voelde.

15: Aphex Twin - Windowlicker

Mijn interesse in muziek verschoof steeds meer van conventioneel en instrumenteel naar meer elektronisch en experimenteel. Het nummer ‘Windowlicker’ is een goed voorbeeld van deze verschuiving. Toen ik het aan vrienden liet horen dachten ze dat ik gek aan het worden was, maar ik vond de rare geluiden wel interessant. Vooral de clip (geregisseerd door Chris Cunningham) is legendarisch: er wordt 44 keer fuck geroepen in een intro van ongeveer 4 minuten en er komen chicks langs in bikini’s met mannelijke gezichten. En toch doet de clip bij vlagen denken aan de overmatig seksueel getinte hiphop clips van tegenwoordig. ‘Windowlicker’ is dan ook een uitstekende parodie.

20: Animal Collective – PeopleTegenwoordig is mijn muzieksmaak wel wat verbreed. Miles Davis, My Bloody Valentine, Meshuggah, Matthew Dear en nog veel meer, ze zijn allemaal terug te vinden onder de ‘M’ van mijn mediabibliotheek. Maar de muziek die mij nu het meest weet te boeien heeft altijd wel iets psychedelisch in zich. Zo ook het nummer ‘People’ van AC. Traag en repetitief leidt het nummer je in hypnose tot Avey Tare z’n keel kapot schreeuwt met “peopleee!!!”. Elke menselijke emotie zit in die schreeuw verpakt, meer dan één woord hebben ze daar niet voor nodig. Dát is klasse.

Jeugd

Jaargang 9, nummer 2

19

20

21

wist Je dat.... Jasper zijn haar eraf heeft?

.. Renée na Helen en Rebecca haar theorie-examen heeft gehaald?

.. Loes kersvers redactielid is?

.. Eline haar haar geverfd heeft?

.. Arjun zijn vertrouwde telefoon die 1000 reisjes heeft overleefd heeft verloren op weg naar de Appie Twijnstraat?

.. Elles en Catharina de onderbroek van Vièze Fur hebben aangeraakt?

.. Nathalies prommillage sinds enkele weken aanzienlijk is gestegen?

.. het bestuur dat helemaal niet erg vindt?

.. er bij de herbegrotingsALV meer dan 40 man was?

.. het bestuur daar zo blij mee is dat iedereen emotioneel dronken werd?

22

Een kijkje in de kamers van SGS-ers die wonen op de IBB.

Door: Jasper Timmerman

Door de jaren heen en nu nog steeds wonen veel SGS-ers op het oude studentencomplex tussen Stad en Uithof: De Ina Boudier Bakkerlaan. Maar hoe zien hun kamers er eigenlijk uit?

Marc van Bruggen, 20, Psychologie, Kookcommissie

Hoe zou je jouw kamer omschrijven?

‘’Mijn kamer is een combinatie tusssen stijl, kunst en leefbaarheid. Een soort leefbare kunst. In mijn kamer vind je schilderijen en lp’s, maar ook een gitaar en een grote kast met veel vakken waarin van alles staat. Verder heb ik niet veel, want ik gooi veel weg. Wat in het oog springt, zijn een groot verkeersboord (gekregen van een huisgenoot), een grote vlag die ik bij Sziget heb gestolen en een portret van mezelf. Hierop sta ik afgebeeld terwijl ik een biertje laat balanceren op mijn wang. Om het wat surrealistischer te laten lijken, zet ik het schilderij altijd zo neer dat het lijkt alsof er

een biertje aan mijn gezicht zit vastgeplakt.’’

Wat maakt dit IBB-huis uniek?

‘’We hebben naast leuke mensen een goede sfeer een hele leuke relatie met onze onderburen, met wie we op vriendschappelijke wijze ‘kloten’. Enkele voorbeelden zijn het stelen van drank, enkele keukengereien en het naar binnen gooien van een vissenkop. Van het laatste heb ik overigens nooit iets gehoord.’’

Wat heb je op dit moment in je kamer dat je later nooit in je kamer zou hebben staan?

‘’Eigenlijk niks, maar als ik in het scenario denk van ‘de kritische vriendin’, dan zou ik toch voor de Black Metal-albums gaan die ik heb staan, of anders voor het ‘lelijke zelfportret’ dat ik heb hangen.’’

Wat uit jouw jeugd heb jij meegenomen naar je studentenkamer?

‘’Ik heb eigenlijk niks meegenomen. Zoals ik zei: ik ben een weggooier. Ik hou wel van af en toe een beetje loslaten.’’

sPeCial: sgs CrIBBs

Jeugd

Jaargang 9, nummer 2

23

Charlotte Rutten, 22, ASW, Faculteitsraad

Hoe zou je jouw kamer omschrijven?

‘’Ik houd mijn kamer graag zo rustig mogelijk. Ik heb niet veel rotzooi. Toch is mijn kamer aardig vol door twee grote katen, een landkaart en veel foto’s. Mijn kamer is echt een eigen plekje, waarin ik mijn eigen kleuren en inrichting heb gebruikt. Daarbij ben ik erg trots op mijn elektrisch verstelbare bed (wat ook door de reactie als zeer awesome werd ervaren).’’

Wat maakt dit IBB-huis uniek?

‘’Naast dat er ooit twee keer iemand in deze kamer heeft ingebroken (voordat ik er woonde), is er een bepaalde sfeer in mijn huis die denk ik voor veel huizen uniek zou zijn. Er is een vaste groep van ongeveer tien huisgenoten die veel met elkaar doet. We doen elk jaar een kerstdiner, we vieren

Sinterklaas, we kijken veel films en doen vaak spelletjes aan de keukentafel.’’

Wat heb je op dit moment in je kamer dat je later nooit in je kamer zou hebben staan?

‘’Mijn klerenkast! Deze is namelijk te diep en ook nog eens te smal. Over het algemeen zou ik later minder Ikea in mijn kamer of huis willen.’’

Wat uit jouw jeugd heb jij meegenomen naar je studentenkamer?

‘’Mijn Tut! Voor degenen die het vergeten zijn: een Tut is een knuffelachtig object, vaak voornamelijk bestaande uit een doek en soms een hoofdje erop. Hoewel mijn Tut onderin een van mijn kasten ligt, ligt hij er wel degelijk. Vroeger stonden er beertjes op, maar dit is door de jaren weggevaagd. Zoiets gooi je toch niet weg? Het sentiment druipt ervan af, daarom zal ik mijn Tut blijven bewaren.’’

24

Susan Kommers, 19, OC Pedagogiek

Hoe zou je jouw kamer omschrijven?

‘’Mijn kamer is een bij elkaar geraapt zooitje. Ik ben eigenlijk alleen thuis om te eten en te slapen, en ik zie mijn kamer eigenlijk vooral een plek waar ik de overbruggingstijd tussen chillen en studeren doorbreng. Verder speel ik hier viool. Soms staat een huisgenoot op de gang te luisteren, en als ik klaar ben hoor ik dan heel hard geklap!’’

Wat maakt dit IBB-huis uniek?

‘’Hier wonen studenten die het leuk vinden om een beetje te ‘beunhazen’, ze kloten maar wat aan. Een voorbeeld hiervan is doelloos rondhangen. Als het een doel heeft mislukt het. Dit is, omdat het in een huis gebeurt waarin eigenlijk niks moet (behalve leven), vaak heel leuk en gezellig! Er zitten hier altijd wel een paar mensen vastgeplakt op de bank.’’

Wat heb je op dit moment in je kamer dat je later nooit in je kamer zou hebben staan?

Mijn verotte wasrek! Als ik was te drogen hang neemt het vaak mijn hele kamer in beslag. Later gebruik ik daar lekker een hele kamer voor.’’

Wat uit jouw jeugd heb jij meegenomen naar je studentenkamer?

‘’Naast veel foto’s heb ik mijn bed, waar ik eigenlijk al in slaap sinds ik kan kruipen! Tussendoor heeft mijn bed verschillende vormen aangenomen, waaronder een stapelbed, maar ik heb er eigenlijk altijd in geslapen. Verder heb ik een knuffel die ik al sinds mijn zesde heb. Het is een tijgertje, maar ik heb hem eigenlijk nooit een naam gegeven. Toch is hij altijd gebleven.’’

Jeugd

Jaargang 9, nummer 2

24 25

Door: Tito Leandro Sixma

De internationale commissie is een hele gezellige c o m m i s s i e . De commissie bestaat uit leden die allemaal een interesse hebben in het buitenland. De activiteiten die deze commissie organiseert zijn

gericht op internationals die ook sociale wetenschappen studeren. Wanneer alle buitenlandse ervaringen van de leden opgeteld wordt heeft de commissie gereisd door Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Afrika, Europa, Azië, Het Middenoosten en Australië! Het duurde even voordat alles vorm kreeg met betrekking tot het functioneren, maar inmiddels zijn er groeiende contacten met de international office en andere organisaties die zich bezig houden met internationals.

Hoewel in het begin van het jaar het moeite kostte om contact te leggen met de internationals en ze over te halen om mee te doen met de activiteiten worden de activiteiten met behulp van Facebook en Face-to-Face contact goed bezocht. Ook lijkt het er steeds meer op dat de activiteiten die georganiseerd worden niet alleen meer voor internationals zijn. Uit ervaring blijkt dat wat de internationals vooral interessant vinden, naast dat de activiteiten leuk zijn, het contact met Nederlanders is. Nou zijn de commissieleden allemaal lieve en aardige mensen toch kunnen wij niet altijd alle internationals tevreden houden dus worden er steeds meer niet-internationale SGS-leden uitgenodigd voor de activiteiten zodat wij

de internationals nog meer Nederlanders kunnen aanbieden.

Naast dat wij de internationals willen leren kennen willen wij hun ook dingen van Nederland laten zien die zij waarschijnlijk niet zouden tegenkomen als zij hun eigen gangetje zouden gaan. Daarom hebben wij pub-crawls in Utrecht georganiseerd en echte SGS-tours door Amsterdam en Delft. Later dit jaar gaan wij ook iets nieuws aanbieden. Wij gaan een heuse fietstocht organiseren. Meeste Nederlanders kennen dit. Met familie en vrienden een hele dag fietsen met lekker weer. Het blijkt iets wat minder gedaan word tijdens het studentenleven en dus is het ook leuk voor zowel niet-internationals als internationals. We hopen dat wij de internationals een echte Nederlandse ervaring kunnen aanbieden.

Het is grappig om te realiseren dat iedereen een stukje van hun land met zich meedraagt en dat het toch een deel van iemands identiteit is. Dat is iets wat weer opvalt tijdens de gesprekken met internationals. Ook blijkt mijn theorie dat mensen die reizen relaxt zijn. De verhalen van de internationals variëren van leuke vrijetijdsverhalen over feesten en gelegde contacten, verhalen over misstanden in het buitenland, grappige cultuurverschillen, hoe crap Nederlands eten kan zijn en natuurlijk dat Nederlanders toch echt wel tevreden mogen zijn over hun land.

Aangezien ik niet veel meer weet te schrijven op dit moment en er een deadline is voor morgen. Zie ik geen andere optie dan pretentieus af te sluiten met een quote. Misschien is die wel naïef en idealistisch, maar hij is wel mooi…

“Travel is fatal to prejudice, bigotry, an

Vanuit de Commissies

narrowmindedness.” - Mark Twain

26

Door: Sieger en Jasper Timmerman

(Opa) Daan Timmerman is ondanks zijn leeftijd altijd jong gebleven. Over kattenkwaad en groot worden.

Toen ‘opa Daan’ drie jaar oud was, is hij eens aan de wandel gegaan. Stel je misschien een zonnige dag in het nog kleine Delft voor, in 1932, met meer paardenkarren dan auto´s. Zijn vader moest hem uiteindelijk op het politiebureau ophalen. Niet nadat hij iets had misdaan, maar nadat een kuierende agent hem op straat had aangetroffen. ´De hort op gaan´ deed hij graag, en al vroeg. Toen het centrum van Rotterdam in mei 1940 plat gebombardeerd was, ging Daan (11 jaar) op een middag, zonder medeweten van zijn ouders, met een paar vriendjes naar die stad toe. Om te kijken. Lopend. Vijftien kilometer heen en vijftien terug.

Een hele jeugd lang buiten

Daan was altijd op straat, maar ook in de polder om Delft heen, de polder die toen nog weids, rustig en leeg was. Over sloten springen, in sloten zwemmen. En de binnenstad in, bijvoorbeeld naar de Paardenmarkt of naar de Beestenmarkt, namen die je toen nog letterlijk kon nemen.Met vader mee, die tuinman was en een eigen volkstuin had. Maar ook veel spelen op straat en ‘onschuldige ondeugd’ uithalen. Op een keer hadden de straatvrienden bonje met de kapper uit de buurt. Ze raapten flink wat paardenvijgen (lees: drollen) van de straat op en stopten die in een juten zak, die ze niet dichtbonden. Ze gingen voor de kapperswinkel wat staan dreigen met de zak. De kapper kwam op enig moment boos naar de deur, en toen die openging liet de schavuit die de zak vast had deze los en vloog deze, en vlogen vervolgens de

losse ‘vijgen’ de kapperszaak in. Ze moesten natuurlijk de rommel opruimen en de winkel schoonmaken. De affaire werd bijgelegd en opa Daan ging voortaan gewoon weer met een dubbeltje en de opdracht ‘Kort gedekt’ naar dezelfde kapper. Welke kapper anders...

de oPa die altiJd Jong bleef

Jeugd

Jaargang 9, nummer 2

27

Kattenkwaad

Daans daden bleven een onschuldig gebeuren. Het vmbo, dat toen ambachtsschool heette, was aan de andere kant van de stad. Opa ging ook daar te voet heen. Twee keer per dag heen en weer, want tussen de middag werd er thuis warm gegeten. De hele weg langs de trambaan van lijn 1. Oorlogstijd. De tram reed, en opa probeerde niet zelden achter aan het ‘balkon’ van de tram hangend, mee te liften. Lévensgevaarlijk natuurlijk. En als de kaartjescontroleur het zag, dan moest hij bij wijze van spreken rennen voor z’n leven.Adhd. In de winter zonder jas de deur rennen, tot wanhoop van z’n moeder... Hij was wel wat gewend en kon wel tegen een stootje. Niet slechts kattenkwaad, ook inventiviteit. Van alles bedenken om je mee te vermaken. Op zolder push-ups doen en/of met straatkeien je armen trainen. Buiten met een groepje jongens de achterkant van een auto van de straat proberen te tillen. De clown en de acrobaat tegelijk uithangen: op z’n handen lopen, van alles laten balanceren, flessen op z’n voorhoofd, een stoel op z’n kin, een bezem op z’n voet.

Later

Waar er tegenwoordig sprake is van een maturity gap (meer tijd tussen fysiek volwassen en écht moeten meekomen in de maatschappij dan vroeger), moest opa Daan na de ambachtsschool meteen de arbeidsmarkt op. Zijn leven lang verrichtte hij fysiek zwaar werk. Hij kreeg een vrouw en uiteindelijk, inclusief een roodharige nakomer, vijf zonen die stuk voor stuk een paar koppen groter werden dan opa zelf. Een vrouw en gezin onderhouden is een flinke verantwoordelijkheid, en slonken zijn streken.

Wel was zijn vrouw een stuk strenger in de opvoeding dan Opa zelf.

Na een leven van hard werken voor de kost en verantwoordelijkheid voor vrouw en zoons, tweeëntachtig nu bijna, is de guitigheid en de speelsheid helemaal terug, van nooit helemaal weggeweest. In de supermarkt pakt hij een meloen en laat die via zijn hand en pols tegen zijn nog altijd gespierde bovenarm stuiteren, om hem vervolgens weer met één hand op te vangen. ‘’Koest, hond’’, is wat hij zegt als hij per ongeluk iets laat lopen. Oktober, opa Daan brengt een flitsbezoek aan de SGS-kamer. In de gang van het Langeveldgebouw ziet hij Jaspers hoofd tussen dat van Catharina en Willemijn staan op de poster van de Opleidingscommissie ASW. ‘’Zo, dat heb je goed voor elkaar jongen!’’ Op de kamer ziet hij een appel liggen, die hij zonder na te denken met nadorst associeert. En in de watertank, daar moet toch haast wel wodka zitten?

Ondanks een leven vol verantwoordelijkheden is opa Daan altijd de jeugd zelve gebleven. In zijn ogen twinkelen nog steeds de mogelijkheden tot streken, grappen en grollen die hij ziet. Zijn verhalen gaan veel over vroeger, en uit het feit dat zijn kattenkwaad nog steeds niet is afgelopen blijkt dat hij ook in zijn daden nog steeds vaak leunt op hoe fijn en onbezonnen het leven kan zijn als je jong bent. En hoewel hij veel streken heeft geleverd, was het toch eigenlijk geen ondeugd te noemen: geen graffiti, geen bushokjes slopen, niet blowen, geen jeugd-alcoholpoli (die nu trouwens in het ziekenhuis in Delft te vinden is). Onschuldige acties. Gewoon, als de leraar je met een vriendje in het bezemhok heeft opgesloten, in een leeg verfblik poepen... Waar laat je het anders...

28

Test: terug naar je jeugd met de beste alcoholische drankjes

Door uw redactie

Ondanks de gezellige kamerborrel zijn er zes mensen die zich bezig hebben gehouden met een uiterst serieuze zaak: de test! Deze keer zijn er mierzoete, chemisch kleurende, alcoholische versnaperingen getest die ons terug moesten brengen naar onze jeugd. Hoewel sommigen van ons bijna nog gisteren deze drankjes hebben verorberd, zijn er ook een aantal die toch al minstens acht jaar hun magen niet meer hebben verblijd met deze substanties. Wil jij nou ook terug in de jeugd? Lees dan deze test, haal de drankjes in huis en geniet! Maar eerst, maak door onze kassa-achtige test een keuze.

Bacardi-cola: blikje 250 ml - € 1.52 – 7.5% “Moet dat nou?!”Geur: er wordt een associatie gemaakt met verschillende niet-drinkbare artikelen: terpentine, wc-ontstopper, verf… De gedeelde mening is dat het chemisch ruikt: enigszins naar cola met een rare zoetigheidSmaak: de meningen zijn verdeeld. De één vindt het naar cola smaken, de ander vindt het naar meer smaken. “Ughh” en “Ik vind ’t niet erg ‘Ughh’ hoor” laat wel zien dat het panel het niet geheel eens is met elkaar. Nasmaak: volgens Renée wordt het onder in je keel wel warm, maar is het niet naar. Een ander vindt de nasmaak lekkerder dan de gewone smaak. Lotte vindt het allebei niet lekker en haar vriendje Youri noemt het “slappe troep”. Kleur: de redactie is het eindelijk met elkaar eens: het ziet er gewoon uit als cola. Een perfect drankje om iemand stiekem dronken te voeren dus!Jeugdsentiment: Jasper voelt zich weer

helemaal jong: “Vroeger bij het dorpsfestival dronk ik drie van zulke blikjes achter elkaar op, waardoor ik altijd weer buikpijn kreeg. Het beste was dan gewoon om op mijn buik in het gras te gaan liggen tot het weg trok.” Renée kreeg het wel eens gratis van anderen op feestjes en dacht dan altijd “Moet dat nou?!”

Passoa-jus: blikje 250 ml - € 1.35 – 5% “Alcohol met vitamine C”Geur: deze drank wordt goed ontvangen. Het blijkt naar vakantie te ruiken en is zeker niet vervelend om de neus boven te houden. Smaak: eigenlijk vindt het gehele panel het wel lekker. Jasper vindt elke slok lekkerder worden en Renée geeft aan dat ze dit het lekkerste vond op de feestjes met breezerdranken. Het smaakt echter wel een beetje naar de multivitamine van de Aldi.. “Je wordt er wel misselijk van”. Natuurlijk weten we niet of dat komt door dit drankje, of de combi met het vorige.. Nasmaak: beetje bitter. Willemijn heeft het idee dat er veel kwijl los komt in haar mond. Kleur: het is een mooie kleur, maar het ziet er wel een beetje “melkig” uit. Jeugdsentiment: Lotte kruipt terug in haar jeugd: “Vroeger dronk ik dit als ik dronken wilde worden. Dat werd je er vrij makkelijk van.” Johan (die even kwam kijken

redaCtietest: JeugddrankJes

Jeugd

Jaargang 9, nummer 2

29

wat we deden): “Makkelijk is prima”. We weten niet of Johan het had over het dronken worden, of over de dronken meisjes in zijn jeugd.

Bacardi breezer key lime: flesje 275 ml - € 1.29 – 5.6% “Kun je ook op kinderfeestjes schenken, niemand die het door heeft”Geur: het panel is het er over eens: het ruikt naar citroen, maar ook wel bitter zoals tonic. Kleur: chemischer kan niet: het ziet er uit als kauwgomballen en als kinderlimonade. Het is aantrekkelijk om aan te beginnen. Smaak: hoe het er uit ziet, smaakt het ook! Het smaakt naar ranja, zomer en als een kinderdrankje. Het is zeker een drankje voor op een warme zomerdag met een rietje er in. Lotte: “Ik denk dat je wel misselijk wordt als je er heel veel van drinkt.” Eline: “Valt wel mee hoor…” Eline is duidelijk een kenner.. Nasmaak: zoet. Jasper moet er van boeren. Jeugdsentiment: Willemijn dronk dit vroeger graag. Youri vindt het maar laffe troep en dronk dit dus echt niet vroeger. Jasper wil graag nog een flesje er van..

Canei: fles 200 ml - € 0.99 – 8.5% “Over-de-datum-wijn”Geur: het stinkt! Het gehele panel trekt vrijwel meteen zijn gezicht terug van het plastic bekertje canei. Lotte: “Ik word nu al misselijk”. Renée: “Het ziet er zo chic uit, terwijl het zo crap is”. De associatie met witte wijnazijn en wijn die over de datum is, wordt snel gemaakt. Willemijn: “Alsof het 11 uur ’s ochtends is, je brak wakker wordt, en je alcohol ruikt..”Kleur: neutraal, zoals wijn, maar dan met bubbeltjes. Youri vraagt zich af of de bubbels er wel in horen. Smaak: het smaakt in ieder geval beter dan de geur, maar lekker is het niet. Eline: “Het is niet meer zo lekker als vroeger.” Jasper: “Je moet er in komen” Lotte: “Wat zit hier in? Rotte druiven?!”

Nasmaak: blijft een tijdje hangen, maar ebt gelukkig snel weg. Jeugdsentiment: Renée is hiermee begonnen en vindt het dus echt jeugdsentiment. Ook Eline heeft hier behoorlijk wat glazen van achterover geslagen, maar ja, waar niet van? Jasper vindt het opeens best lekker..

Shandy: blikje 330 ml - € 0.40 – 1% “Bier+”Geur: naar appelsap en bier door elkaar, best lekker. Renée: “Het ruikt alsof je bier over iemand heen heb gegooid en dan parfum erover heen spuit.”Kleur: het ziet er uit als bier, maar dan lichter. Bier+ dus. Smaak: het panel vindt het als frisdrank smaken en zo wordt het ook verkocht. Eline vindt het naar Spa fruit-appelsap smaken. Youri maakt de vergelijking met Sneeuwwitje (7 up met bier). Nasmaak: Willemijn: “Zoals bij bier, maar dan met suiker op je tanden.”Jeugdsentiment: Renée weet nog wel een mooi verhaal: “In groep 8 dronken we dit bij een horrorfilm. Daarna hebben we ingebroken in een leegstaand huis. Het was overdag, maar wij hadden het idee dat we dronken waren en een heel spannend avontuur tegemoet gingen.”De passoa-jus en de breezer zijn het beste uit de bus gekomen. Dus luitjes, haal het in huis en go back to your teenage years!

30

Door: Pieter Bokhoven

Als je er niet bij was heb je iets gemist! Altijd mooie woorden om een stuk mee te beginnen, maar in dit geval niet minder waar. 21 Januari 2011 zal de boeken ingaan als de dag dat de Nederlandse studenten het niet meer pikten en vol tegengas gaven aan de inhoudsloze en desastreuze onderwijsagenda van Rutte-1 en zijn trawanten! Okay, ik chargeer een beetje. Ik kwam eigenlijk alleen voor DJ Jordy.Ergens denk ik dat demonstreren, protesteren en tegen zere benen schoppen allemaal academische vaardigheden zijn. Als het Malieveld vol staat met studenten die én hun bed uit zijn gekomen én maatschappelijk betrokken zijn én een onderbouwde mening hebben, dan moet er allicht nog wel enige hoop zijn voor de toekomst van de Nederlandse kenniseconomie. De aanwezigheid van de vele hoogleraren eerder die dag kan als een dikke vette kers op de slagroomtaart worden gezien. Mmmm, slagroomtaart…Ik heb voornamelijk hard moeten lachen om de verschillende spandoeken. Per spandoek kon je ongeveer inschatten waar de betreffende student vandaan kwam. Maagdelijke bètastudentjes met bleke gezichtjes en rechterhanden in het gips

van het veelvuldig zelf-bespelen achter de computer droegen spandoeken en bordjes met wis-, schei- en natuurkunde grapjes die ze alleen zelf begrepen. Alhoewel, ik moet eigenlijk altijd wel lachen als ik een student uit Delft zie. Leidse corpsballen die iets met rechten doen sleepten het doek “Mijn CV is straks zo kaal als de *** van Femke!” mee. En dat is ook humor. De stereotype luie, zweverige alfastudent die alles efficiënt aanpakt had een klein bordje. Met een pijl die schuin naar boven. Daaronder de tekst: “Wat hij zegt!”. Lui, maar +1 voor de spaarzame moeite. Alle rode borden waren van onze socio-anarchistische-macrobiotische krakersvrienden. “Laat de rijken de crisis betalen!”. Ben ik het niet mee eens, met een beetje geluk verdien ik straks wel iets boven modaal, pluk de armen maar. Welja, niet alle armen natuurlijk. Alleen het werkloze tuig wat het nodig vond om na afloop nog een beetje te gaan lopen rotzooien met de ME. Bedankt nog sukkels, gaf weer een mooi beeld in de media!Ik merk met de dag meer dat ik minder student wordt en 21 januari was min of meer de afsluiter van mijn studententijd (ben ik niet rouwig om, er is een tijd van komen en een tijd van gaan). Net de laatste vakken afgerond, de laatste papers aan het inleveren en de stage aan het voorbereiden. Ik zit nu vier dagen per week op een kantoor achter een beeldscherm en als ik eerlijk moet zijn, maakt het me geen fuck uit wat de argumenten zijn tegen de kabinetsplannen, er is er maar één iets waar het echt om draait. Je studententijd is de mooiste tijd van je leven, geniet er dus van met volle teugen en studievertraging hoeft echt niet altijd een goede reden te hebben!

Column: studenten oP malieVeld VertraPPen gras

Jeugd

Jaargang 9, nummer 2

31

7-3-2011

Stamkroeg

|

8-3-2011

Parlo

|

16-3-2011 t/m 19-3-2011Wintersport!

|

21-3-2011

Stamkroeg

|

22-3-2011

Apekooien

|

24-3-2011

Social 7-feest

Club Lux

|

29-3-2011

Verstpoppertje Ikea

29-03-2011

Info-avond Bestuur

|

4-4-2011

Stamkroeg

|

13-4-2011

Parlo

|

14-1-2011

Vul Je Pul!

|

16-4-2011 t/m 23-04-2011Liftwedstrijd Brno

en Wenen!|

7-5-2011

Batavierenrace

|

23-05-2011 / 27-5-2011Lustrumweek!

sgs agenda

Eens in de twee weken op maandagavond is het feest in de Witte Ballons (Lijnmarkt 12).

Dan is het namelijk SGS Stamkroegavond! Een supergoede manier om de week te beginnen. Ook zijn we er regelmatig

te vinden na SGS activiteiten zoals ALVs en Parlo’s.

de stamkroeg