nieuwsgierig Nederlands-Indië...Propria Cures hoopt dat de prijs een discussie aan-wakkert over de...

1
6 nederland vrijdag 15 maart 2013 Trouw Nog 29 dagen ... opening Rijksmuseum Hoed met kogelgat maakt geschiedenisles spannend Henny de Lange Op 2 juni 1632 doorboorde een lo- den musketkogel de geelgrijze vil- ten hoed van graaf Ernst Casimir. De stadhouder van Friesland, Gro- ningen en Drenthe wilde net van zijn paard stappen om dekking te zoeken in een loopgraaf, toen de do- delijke kogel werd afgevuurd vanuit het door de Spanjaarden bezette Roermond. Ernst Casimir stierf in het harnas, al moeten we dat niet te letterlijk nemen, want hij droeg een bruine ruitermantel. Via zijn hoed met kogelgat leeft Ernst Casimir nu voort in het Rijks- museum. Hij is lang niet zo bekend als de beroemde stadhouders Wil- lem van Oranje en Frederik Hen- drik. Maar wie eenmaal zijn hoed heeft gezien, vergeet hem nooit meer. Hij is de geschiedenisboeken ingegaan als een uitstekende mili- taire leider tijdens de Tachtigjarige Oorlog tegen de Spanjaarden. Toen hij stierf, had hij met zijn neef stad- houder Frederik Hendrik al een aan- tal door de Spanjaarden bezette ste- den in het zuiden van het land her- overd. Daaronder ook de onneem- baar geachte vesting ’s-Hertogen- bosch. De belegering was moeilijk vanwege het drassige land rond de stad. Het beleg duurde van april tot half september 1629. Er kwamen 24.000 man voetvolk en 4000 ruiters aan te pas en er vielen zeker 1200 doden. Maar op 14 september capi- tuleerde de stad: het leverde Frede- rik Hendrik de eretitel ‘stedendwin- ger’ op. De verovering van de stad, belangrijk vanwege de strategische ligging, was een mooie opsteker voor het prestige van de Republiek en de stadhouder. De gebeurtenis inspireerde ook kunstenaars. Pau- wels van Hillegaert maakte een schilderij van het krijgshaftige duo Frederik Hendrik en Ernst Casimir te paard. De heroïek druipt ervan af. Drie jaar later was het gedaan met de euforie, toen een kogel een eind maakte aan het leven van Ernst Ca- simir. Ondanks het verlies van zijn strijdmakker slaagde Frederik Hen- drik er toch in met zijn soldaten Roermond in te nemen en de Span- jaarden te verslaan. De hoed en de fatale kogel zijn lange tijd in het Stadhouderlijk hof in Leeuwarden bewaard, de thuisba- sis van Ernst Casimir. In Friesland was hij erg populair. Als dank voor zijn militaire successen mocht zijn zoon, Hendrik Casimir I, hem opvol- gen. Later verhuisde de kogel naar Roermond, waar hij wordt getoond in de stadsbibliotheek. De hoed met het kogelgat ging naar het Rijksmu- seum. Daar wordt hij samen met de jas van Ernst Casimir en het schilde- rij van het beleg van Den Bosch ge- presenteerd. De hoed wordt onge- twijfeld een van de publiekstrek- kers, zeker bij scholieren, als straks het museum weer opengaat, ver- wacht Martine Gosselink, hoofd van de afdeling geschiedenis. Geschiede- nislessen op school kunnen nog zo interessant zijn. Een hoed met een kogelgat en sporen van bloed en hersenvocht in het vilt spreekt toch meer tot de verbeelding. Het museum voor en van álle Nederlanders. Dat wil het nieuwe Rijksmuseum in Amsterdam zijn dat op 13 april opent na tien jaar verbouwen. In 80 zalen vertellen 8000 objecten het verhaal van 8 eeuwen Nederlandse kunst en geschiedenis. Voor elke provin- cie kiest Trouw alvast een voor- werp uit onze nationale schat- kamer. Vandaag: Brabant De hoed met kogelgat van graaf Ernst Casimir, compleet met sporen van bloed en hersenvocht. FOTO RIJKSMUSEUM Prins Frederik Hendrik en graaf Ernst Casi- mir bij het beleg van ’s-Hertogen- bosch in 1629, geschilderd door Pauwels van Hillegaert. Boekenweek Gouden tijden, zwarte bladzijden Jong en nieuwsgierig naar Nederlands-Indië n ‘Over de Japanse bezetting praten we thuis niet’ Overschatte boeken Grunberg? Middelmatig tussendoortje Jelena Barisic Twee nominaties kreeg Arnon Grun- berg deze week. Zijn boek ‘De man zonder ziekte’ dingt niet alleen mee naar de Libris Literatuurprijs, maar kwam ook terecht op de shortlist van De Zwarte Bladzij, een nieuwe prijs voor het meest overschatte boek, uitgereikt door het literair- satirische studentenblad Propria Cures. “Een toevalligheid”, zegt Propria Cures-redacteur Nils de Lange. “Maar de nominatie van de Libris Li- teratuurprijs is tekenend voor de lof die bepaalde auteurs onterecht ont- vangen. Daarmee onderstreept de jury nog eens het punt dat wij pro- beren te maken.” Naast Grunberg zijn ook ‘Alles wat er was’ van Hanna Bervoets en ‘Eus’ van Özkan Akyol genomineerd voor De Zwarte Bladzij. Propria Cures hoopt dat de prijs een discussie aan- wakkert over de ‘oneerlijke’ verde- ling van aandacht binnen de litera- tuur. De Lange: “Een leuke kop of een spannend leven leveren een au- teur publicaties, interviews en tele- visieoptredens op, talent lijkt vaak onbelangrijk. Dat is misschien niets nieuws, maar het valt ons op dat hier wel erg weinig over gepraat wordt.” Het doel van de prijs is niet om de genomineerde auteurs te straffen, benadrukt De Lange. “We keren ons niet tegen de schrijvers, maar tegen de buitenproportionele aandacht die een boek ontvangen heeft. De Zwarte Bladzij is geen prijs voor het slechtste boek, al zijn onze nomine- ringen wel gedeeltelijk gebaseerd op de kwaliteit van een boek.” Zo werd ‘De man zonder ziekte’ geno- mineerd omdat het ‘te veel waarde- ring kreeg voor een middelmatig tussendoortje’. De Lange weet niet of de nomina- ties van De Zwarte Bladzij buiten de redactiemuren van Propria Cures worden gesteund. “We hebben wel wat positieve reacties gekregen, maar of het grote publiek het eens is met ons oordeel moet nog blij- ken.” De eerste uitreiking van De Zwar- te Bladzijde vindt vandaag plaats tij- dens het Bal der Geweigerden, de te- genhanger van het Boekenbal. De jury bestaat uit de driekoppige re- dactie van Propria Cures. Sanne Kruikemeier (27) “Toen ik een jaar of twaalf was, deed mijn oma mee aan het tv-pro- gramma ‘Spoorloos’. Tijdens de oor- log in Indonesië is ze haar moeder kwijtgeraakt en sindsdien had ze haar nooit meer teruggezien. Niet lang na de uitzending belde een ver familielid, mijn overgrootmoeder bleek nog gewoon in Indonesië te wonen. Daarvoor was ik nooit zo met mijn Indische familiegeschiede- nis bezig, maar opeens werd ik er mee geconfronteerd. “Mijn oma kwam in 1956 met haar man en drie kinderen naar Ne- derland. Mijn moeder is hier gebo- ren. Ik vind het lastig om met mijn oma over Nederlands-Indië te pra- ten. Ze vertelt alleen dat Indonesië zo’n mooi land was en dat de vruch- ten zo lekker waren, terwijl ze be- hoorlijk heftige dingen heeft mee- gemaakt. Van mijn moeder weet ik dat mijn oma als klein meisje een tijdlang zonder haar ouders door In- dië gezworven heeft. Een achteroom vertelde kort geleden dat mijn oma binnen de Indische gemeenschap gediscrimineerd werd omdat ze Azi- atischer was dan de gemiddelde In- do. Zelf heeft ze het daar nooit over. Volgens mijn moeder vertelt mijn oma nu meer over Nederlands-Indië dan dat ze ooit heeft gedaan. “Mijn grootouders waren behoor- lijk getraumatiseerd door de gebeur- tenissen in Nederlands-Indië, erover praten deed gewoon te veel pijn. Ik weet zeker dat er een heleboel is dat ik niet weet over mijn familie. Soms denk ik wel eens: zou ik er niet naar moeten vragen? Ik zou wel willen weten hoe het kwam dat mijn oma in haar eentje moest zwerven en hoe dat was. Mijn oma is al over de tachtig, dus ik heb niet zo veel tijd meer. Maar ik vind het moeilijk om erover te beginnen, ik wil mijn oma niet verdrietig maken.” De Boekenweek gaat van- avond van start met het Boe- kenbal. Het thema van de week: Gouden tijden, zwarte bladzijden, over bewogen momenten uit de vaderland- se geschiedenis. Dat verleden blijkt niet altijd bekend. Zo ook niet bij de derde genera- tie Indische Nederlanders. Ouders, opa’s en oma’s zwegen over hun leven in de voormalige Nederlandse kolonie. Drie jongeren vertel- len met welke vragen ze worstelen. Tekst: Hagar Jobse

Transcript of nieuwsgierig Nederlands-Indië...Propria Cures hoopt dat de prijs een discussie aan-wakkert over de...

Page 1: nieuwsgierig Nederlands-Indië...Propria Cures hoopt dat de prijs een discussie aan-wakkert over de ‘oneerlijke’ verde-ling van aandacht binnen de litera-tuur. De Lange: “Een

6 nederland vrijdag 15maart 2013 Trouw

Nog 29 dagen ... opening Rijksmuseum

Hoedmet kogelgatmaaktgeschiedenisles spannendHenny de Lange

Op 2 juni 1632 doorboorde een lo-den musketkogel de geelgrijze vil-ten hoed van graaf Ernst Casimir.De stadhouder van Friesland, Gro-ningen en Drenthe wilde net vanzijn paard stappen om dekking tezoeken in een loopgraaf, toen de do-delijke kogel werd afgevuurd vanuithet door de Spanjaarden bezetteRoermond. Ernst Casimir stierf inhet harnas, al moeten we dat niet teletterlijk nemen, want hij droeg eenbruine ruitermantel.Via zijn hoed met kogelgat leeftErnst Casimir nu voort in het Rijks-museum. Hij is lang niet zo bekendals de beroemde stadhouders Wil-lem van Oranje en Frederik Hen-drik. Maar wie eenmaal zijn hoedheeft gezien, vergeet hem nooitmeer. Hij is de geschiedenisboekeningegaan als een uitstekende mili-taire leider tijdens de TachtigjarigeOorlog tegen de Spanjaarden. Toenhij stierf, had hij met zijn neef stad-houder Frederik Hendrik al een aan-tal door de Spanjaarden bezette ste-den in het zuiden van het land her-overd. Daaronder ook de onneem-baar geachte vesting ’s-Hertogen-bosch. De belegering was moeilijkvanwege het drassige land rond destad. Het beleg duurde van april tothalf september 1629. Er kwamen24.000 man voetvolk en 4000 ruitersaan te pas en er vielen zeker 1200doden. Maar op 14 september capi-tuleerde de stad: het leverde Frede-rik Hendrik de eretitel ‘stedendwin-ger’ op. De verovering van de stad,

belangrijk vanwege de strategischeligging, was een mooie opstekervoor het prestige van de Republieken de stadhouder. De gebeurtenisinspireerde ook kunstenaars. Pau-wels van Hillegaert maakte eenschilderij van het krijgshaftige duoFrederik Hendrik en Ernst Casimirte paard. De heroïek druipt ervan af.Drie jaar later was het gedaan metde euforie, toen een kogel een eindmaakte aan het leven van Ernst Ca-simir. Ondanks het verlies van zijnstrijdmakker slaagde Frederik Hen-drik er toch in met zijn soldatenRoermond in te nemen en de Span-jaarden te verslaan.De hoed en de fatale kogel zijnlange tijd in het Stadhouderlijk hofin Leeuwarden bewaard, de thuisba-sis van Ernst Casimir. In Frieslandwas hij erg populair. Als dank voorzijn militaire successen mocht zijnzoon, Hendrik Casimir I, hem opvol-gen. Later verhuisde de kogel naarRoermond, waar hij wordt getoondin de stadsbibliotheek. De hoed methet kogelgat ging naar het Rijksmu-seum. Daar wordt hij samen met dejas van Ernst Casimir en het schilde-rij van het beleg van Den Bosch ge-presenteerd. De hoed wordt onge-twijfeld een van de publiekstrek-kers, zeker bij scholieren, als strakshet museum weer opengaat, ver-wacht Martine Gosselink, hoofd vande afdeling geschiedenis. Geschiede-nislessen op school kunnen nog zointeressant zijn. Een hoed met eenkogelgat en sporen van bloed enhersenvocht in het vilt spreekt tochmeer tot de verbeelding.

Het museum voor en van álleNederlanders. Dat wil hetnieuwe Rijksmuseum inAmsterdam zijn dat op 13 aprilopent na tien jaar verbouwen.In 80 zalen vertellen 8000objecten het verhaal van 8eeuwen Nederlandse kunst engeschiedenis. Voor elke provin-cie kiest Trouw alvast een voor-werp uit onze nationale schat-kamer. Vandaag: Brabant

De hoed met kogelgat van graaf Ernst Casimir, compleet met sporen vanbloed en hersenvocht. FOTO RIJKSMUSEUM

Prins FrederikHendrik engraaf Ernst Casi-mir bij hetbeleg van’s-Hertogen-bosch in 1629,geschilderddoor Pauwelsvan Hillegaert.

Boekenweek Gouden tijden, zwarte bladzijden

Jong ennieuwsgierignaarNederlands-Indiën ‘Over de Japanse bezetting praten we thuis niet’

Overschatte boeken

Grunberg?Middelmatig tussendoortjeJelena Barisic

Twee nominaties kreeg Arnon Grun-berg deze week. Zijn boek ‘De manzonder ziekte’ dingt niet alleen meenaar de Libris Literatuurprijs, maarkwam ook terecht op de shortlistvan De Zwarte Bladzij, een nieuweprijs voor het meest overschatteboek, uitgereikt door het literair-satirische studentenblad PropriaCures.“Een toevalligheid”, zegt PropriaCures-redacteur Nils de Lange.“Maar de nominatie van de Libris Li-teratuurprijs is tekenend voor de lofdie bepaalde auteurs onterecht ont-vangen. Daarmee onderstreept dejury nog eens het punt dat wij pro-beren te maken.”Naast Grunberg zijn ook ‘Alles wat

er was’ van Hanna Bervoets en ‘Eus’van Özkan Akyol genomineerd voorDe Zwarte Bladzij. Propria Cureshoopt dat de prijs een discussie aan-wakkert over de ‘oneerlijke’ verde-ling van aandacht binnen de litera-tuur. De Lange: “Een leuke kop ofeen spannend leven leveren een au-teur publicaties, interviews en tele-visieoptredens op, talent lijkt vaakonbelangrijk. Dat is misschien nietsnieuws, maar het valt ons op dathier wel erg weinig over gepraatwordt.”Het doel van de prijs is niet om degenomineerde auteurs te straffen,benadrukt De Lange. “We keren onsniet tegen de schrijvers, maar tegende buitenproportionele aandachtdie een boek ontvangen heeft. DeZwarte Bladzij is geen prijs voor het

slechtste boek, al zijn onze nomine-ringen wel gedeeltelijk gebaseerdop de kwaliteit van een boek.” Zowerd ‘De man zonder ziekte’ geno-mineerd omdat het ‘te veel waarde-ring kreeg voor een middelmatigtussendoortje’.De Lange weet niet of de nomina-ties van De Zwarte Bladzij buiten deredactiemuren van Propria Curesworden gesteund. “We hebben welwat positieve reacties gekregen,maar of het grote publiek het eensis met ons oordeel moet nog blij-ken.”De eerste uitreiking van De Zwar-te Bladzijde vindt vandaag plaats tij-dens het Bal der Geweigerden, de te-genhanger van het Boekenbal. Dejury bestaat uit de driekoppige re-dactie van Propria Cures.

Sanne Kruikemeier (27)

“Toen ik een jaar of twaalf was,deed mijn oma mee aan het tv-pro-gramma ‘Spoorloos’. Tijdens de oor-log in Indonesië is ze haar moederkwijtgeraakt en sindsdien had zehaar nooit meer teruggezien. Nietlang na de uitzending belde een verfamilielid, mijn overgrootmoederbleek nog gewoon in Indonesië tewonen. Daarvoor was ik nooit zomet mijn Indische familiegeschiede-nis bezig, maar opeens werd ik ermee geconfronteerd.“Mijn oma kwam in 1956 methaar man en drie kinderen naar Ne-

derland. Mijn moeder is hier gebo-ren. Ik vind het lastig om met mijnoma over Nederlands-Indië te pra-ten. Ze vertelt alleen dat Indonesiëzo’n mooi land was en dat de vruch-ten zo lekker waren, terwijl ze be-hoorlijk heftige dingen heeft mee-gemaakt. Van mijn moeder weet ikdat mijn oma als klein meisje eentijdlang zonder haar ouders door In-dië gezworven heeft. Een achteroomvertelde kort geleden dat mijn omabinnen de Indische gemeenschapgediscrimineerd werd omdat ze Azi-atischer was dan de gemiddelde In-do. Zelf heeft ze het daar nooit over.Volgens mijn moeder vertelt mijn

oma nu meer over Nederlands-Indiëdan dat ze ooit heeft gedaan.“Mijn grootouders waren behoor-lijk getraumatiseerd door de gebeur-tenissen in Nederlands-Indië, eroverpraten deed gewoon te veel pijn. Ikweet zeker dat er een heleboel is datik niet weet over mijn familie. Somsdenk ik wel eens: zou ik er niet naarmoeten vragen? Ik zou wel willenweten hoe het kwam dat mijn omain haar eentje moest zwerven enhoe dat was. Mijn oma is al over detachtig, dus ik heb niet zo veel tijdmeer. Maar ik vind het moeilijk omerover te beginnen, ik wil mijn omaniet verdrietig maken.”

De Boekenweek gaat van-avond van start met het Boe-kenbal. Het thema van deweek: Gouden tijden, zwartebladzijden, over bewogenmomenten uit de vaderland-se geschiedenis. Dat verledenblijkt niet altijd bekend. Zoook niet bij de derde genera-tie Indische Nederlanders.Ouders, opa’s en oma’szwegen over hun leven in devoormalige Nederlandsekolonie. Drie jongeren vertel-len met welke vragen zeworstelen.

Tekst: Hagar Jobse