Nieuwe Wildernis 44

6

description

cover, inhoud en 1 artikel

Transcript of Nieuwe Wildernis 44

Page 1: Nieuwe Wildernis 44
Page 2: Nieuwe Wildernis 44

3 Redactioneel

5 Lang leve het dode dierJarenlang zijn kadavers zo veel mogelij!<- uit de natuur

gesleept door beheerders. Je kunt ze ook laten liggen en

er een webcam bij zetten!

11 Strooisel als energiebron?De bosbodem is rijk aan biomassa - niet in de laatste

plaats door de overvloedige stikstof in de lucht. Dankzij

schimmels heeft het bos er nog wat aan, maar het teveel

aan strooisel kan ook ons goed van pas komen.

13 Ook algen leveren biomassaAls we het hebben over energie uit biomassa kan het geen

kwaad een kijkje in de keuken van een algenkweker te

nemen. Misschien is dat een veel schonere en efficiëntere

methode om zonne-energie om te zettten in brandstof.

15 De verschraling van WesthoffVictor Westhoff, de nestor van het Nederlandse

natuurbeheer, was een voorstander van verschraling.

Gaat deze wens alsnog in vervulling door de honger naarbiomassa?

19 Waar hebben we het nu helemaal over?Het klinkt leuk: we snoeien er flink op los, we maaien

bermgras en riet en slepen alles uit de natuur wat maar

kan branden. Hoe verhouden zich deze inspanningen totde totale energiebehoefte?

23 Vraagtekens bij biobrandstofenBio-energie en biobrandstoffen in breder perspectief

- met vooralsnog geen positieve conclusie.

Omslag

Voor het bos of voor ons?

FotoTom Bade

Foto's deze pagina'sTom Bade

Page 3: Nieuwe Wildernis 44

De er enis vanover d e wol f, v 0ed se I rij kdom en arm Ia nd s hap

Tom Bade

Het Nederlandse landschap dat volgens Westhoff een ecologisch Arcadië was,

was in feite een ecologisch rampenlandschap waar alles draaide om biomassa

en nutriënten. Het agrarisch land was schraal, op de zandgronden waren de

bossen door overbegrazing en houtkap vervangen door heide, die door over-

begrazing en plaggen weer waren veranderd in stuifzanden waaronder hele

dorpen waren verdwenen. Een Sahara in Nederland. In het laagveengebied

werd druk turf gewonnen, maar het enthousiasme waarmee dat gebeurde

leidde tot de komst van de waterwolf die de resterende gronden door afkal-

ving in het water deed belanden waardoor enorme veenplassen ontstonden.

Nederland in 1875: het landschap werd onderhouden als de kleren die men

droeg. Gaten werden gestopt, slijtplekken met een lapje bedekt, en tot op de

Volgens de vegetatiedeskundige Victor West-hoff was dit echter in ecologisch opzicht hetmeest rijke land dat wij ooit hadden. Tallozeverschillende agrarische landschappen met eenrijkdom aan levensgemeenschappen. Ontstaandoordat we altijd hetzelfde deden, maar overalwat anders. Maar is dat zo? Was ons land zo rijkaan natuur? Nou, dat valt te betwijfelen. Wantstel nu dat Victor van vogels had gehouden,of van zoogdieren en daarvan zijn specialismehad gemaakt; zou hij dan tot dezelfde conclu-sie zijn gekomen? Dat is niet waarschijnlijk.Vogels werden massaal bejaagd, want alleswas eetbaar. Natuurlijk verdwenen de vogelsdie wij tegenwoordig ook nog wel eten in hetstoofpot je, zoals fazanten, eenden en ganzen.Maar ook waterhoentjes, zangvogeltjes (vinken,e.d.) gingen er goed in bij onze voorouders.En wat ze zelf niet aten was meestal voor eenconcurrent die bijvoorbeeld ook op hazen aasde(arend, havik), of vissen wegkaapte (aalschol-ver). En ook die levende have werd om diereden afgemaakt. Vogelrijk was ons land nietecht en daarom werd aan net einde van de 1geeeuw (1899). En toen de laatste vogels ook nogeens werden afgemaakt om de hoedjes van rijkedames te sieren, was de maat vol en werd de'Nederlandsche Vereeniging tot Beschermingvan Vogels opgericht.

En dan de zoogdieren: herten, zwijnen, laatstaan wolven, beren, lynxen: werkelijk alles watmet de kop boven het schraalgrasland van Victoruitkwam, werd afgeschoten. Alles wat nu in onsland leeft aan groot wild is geherintroduceerd.Nee het was niet leuk in 1875 toen ons landvolgens de vegetatiedeskundigen op zijn mooisten ecologisch rijkst was. Vlak voor die tijd werdhet Beekbergerwoud ontgonnen, het laatsteoerbos van Nederland. Dat overigens door West-hoff wel weer zeer werd betreurd gezien hetvolgende citaat: Wanneer men de historie van

4 4 5

draad verdwenen lappen werden aan elkaar geregen en omgetoverd tot een

nieuw kleurrijk pak. Sleets was de kleding en sleets was het landschap vóór

de komst van de fossiele brandstoffen en de kunstmest.

N E UWE WILDERNIS NUMMER

Page 4: Nieuwe Wildernis 44

NIEUWE WILDERNIS NUMMER 4 4 1 6

Page 5: Nieuwe Wildernis 44

Victor Westhoff (1916-2 00 1)De vegetatiekundige Victor Westhoff heefteen belangrijke rol gespeeld in het ontstaanen verdere ontwikkeling van deze visie.In 1944 was er bij de jaarvergadering vanNatuurmonumenten een conflict ontstaantussen de het bestuur en jongeren van deNederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie(NJN) over het beheer van de reservaten.Westhoffhield in augustus 1945 een redewaarin hij zijn ideeën ontvouwde en uitleg-de dat in het Nederlandse landschap natuur-waarden sterk zijn gebonden aan vroegereagrarische activiteiten.Hij maakte een geleidelijke schaal van sterkcultuurlijk via halfnatuurlijk naar min ofmeer natuurlijk. Voor het natuurbeheer valtde klemtoon op de halfuatuurlijke gebieden.Deze zijn, zo stelde hij, het soortenrijkst enkennen vele zeldzame soorten. Dat speelt inde Klassieke Natuurbeschermingsvisie eencentrale rol.Halfuatuurlijke gebieden zijn kenmerkendvoor het historische cultuurlandschap. Datjuist in dit type landschap de grootste na-tuurlijke waarden te vinden is, vloeit voortuit de langdurige aanwezigheid van de mensin Nederland. Alle Nederlandse landschap-pen hebben menselijke bewerking en beheer

de ondergang van het Beekbergerwoud nagaat,treft het dat er zich onder alle stemmen vanzijn bewonderaars nauwelijks één verhief dievoor het behoud ervan pleitte of zelfs maar zijnondergang betreurde. Men leefde toen blijk-baar nog in de ban van de gedachte dat strijdtegen de wildernis de eerste plicht was van eenbeschaafd volk. Maar die éne stem heeft tochgesproken en daarbij het begrip 'natuurmo-nument' in onze taal ingevoerd: de stem vanF.W van Eeden, de vader van de schrijver vande Kleine Johannes, in zijn bundel 'Onkruid'(1886): 'Dit bosch had als monument van devoormalige natuur van ons land niet minderwaarde dan oude gebouwen voor de geschiede-nis der vaderlandsche kunst, en het redden vanzulke merkwaardige plekjes uit sloopershandenmoest aan de Koninklijke Akademie van Weten-schappen worden opgedragen'. GenoemdeAkademie heeft deze taak, helaas, niet gezien;de officiële wetenschap heeft in ons land tien-

N E U W W

ondergaan. Daardoor, zo stelt de klassiekevisie, is de rijkdom aan levensgemeenschapverbonden geraakt met menselijk ingrijpenin de natuur. Met dit menselijk ingrijpenwordt vooral landbouw bedoeld.Als referentie geldt daarom het Nederlandselandschap van 1875 (R.M.N.O. 1988 blz. 17).Dat was voor de invoering van de kunstmesten de landbouwcrisis van 1880. De modernelandbouwmethoden daarentegen zijn zointensief dat ze de natuur verarmen. Hetlandschap is cultuurlijk en eenzijdig gewor-den. Regionale kenmerken verdwijnen ende waterstand is in vroegere natte gebiedensterk verlaagd. Allelandbouwgebieden zijnvoedselrijk geworden.Het Nederlandse landschap van 1875 echterwas zeer gevarieerd. Dat de landbouw totdie tijd een verrijkende invloed had op denatuur, komt doordat de landerijen vroegerop veel verschillende manieren beheerdwerden, maar dat op één plek een bepaaldevorm van beheer lang (vele eeuwen) werdvolgehouden. Het gevolg hiervan is dat ineen landschap veel verschillende vegetatiety-pen voorkwamen, die doordat zij zolang opdezelfde manier beheerd werden een maxi-male verscheidenheid aan soorten kennen.

tallen jaren lang de neus opgetrokken voor hetnatuurbehoud. Aan de Vereniging tot Behoudvan Natuurmonumenten en het door haar geïn-spireerde Staatsbosbeheer is het te danken, dattwintig jaar na de verschijning van 'Onkruid' dedaadwerkelijke natuurbescherming in Neder-land gestalte kreeg.

Zulk mooi proza wilde ik de lezer niet onthou-den. Maar nu even terug naar de biomassa. Watwas het een zegen dat ons land allereerst bleekte beschikken over kolenmijnen: konden weeindelijk het landschap en de levende have alsbron van energie achter ons laten. Het landschapkon zich zodoende herstellen van de eeuwen-lange plundering in de vorm van de jacht ophout, plaggen, turf, strooisel en stro. Maar ookpopulaties van bepaalde dieren konden zich her-stellen, want die aten we niet alleen op, ze fun-geerden ook als bron van energie. Wat te denkenvan de walvissen waarvan de olie gebruikt werd

L DER N s NUMMER

In het oude cultuurlandschap zijn bovendienveel gradiënten aanwezig. Het beheer is eropgericht om in de successie in te grijpen. Devegetaties worden gefixeerd. Een grasland,dat door het agrarisch beheer al eeuwenlangeen grasland is, moet dat blijven en geen bosworden. Dat zou gebeuren als er geen beheerzou worden gevoerd. De waarden van heteeuwenoude grasland worden hoger geachtals dat van het bos dat zou ontstaan. Dat bosis dan wel natuurlijk, maar eentonig (Weeda1993).Bron: Wikipedia

voor lampen? Want het begrip olielamp stamtecht van voor de aardolie. Nee, wat was het eenvooruitgang voor het landschap dat we in dejaren '60 allemaal op aardgas werden aangeslo-ten. Geen stank meer, geen smerige rook, geenaanslag op oude gebouwen; alles werd helemaalschoon. Het landschap en de natuur kregen ein-delijk weer de rust die zij verdienden.

En het landschap herstelde zich. Het landschapwerd rijker. Het werd verrijkt met meststoffen,zodat alles weelderiger kon groeien. Maar wasvolgens de leer van Westhoff desastreus, wantalle ecologische rijkdom was gebaseerd op oudeagrarische productiemethoden die de bodemhadden verarmd en hadden geleid tot al dieprachtige plantengemeenschappen. De flora van1875 was het ijkpunt. En zo geschiedde het datvoedselarme omstandigheden in ons land gelijkwerden gesteld met ecologische rijkdom. En datterwijl overal elders in de wereld voedselrijk-

4 4 7

Page 6: Nieuwe Wildernis 44

ozocc

'"--'

oI-ou,

gemeenten zetten tegenwoordig voor het eerstgrote korven neer voor het tuinafval, de blade-ren worden wel erg enthousiast weggeveegdin de parken en het wordt weer helemaal hipom zandverstuivingen te creëren. Immers, debiomassa is meer dan welkom bij de groeneenergieproducent.

Wat 100 jaar natuurbescherming niet lukt, lukt de milieubeweging wel.

dom juist wordt geien als basis voor biologischerijkdom. Regenwouden, koraalriffen, ondiepezeeën, esruaria, mangrovebossen: allemaal voed-selrijk en allemaal rijk aan planten en dieren.Maar wij gingen voor voedselarm. Opvallend,want zeker voor een delta van een rivier - endaar wonen wij toch - is het streven naarvoedselarme omstandigheden zoiets als zwem-men tegen de stroom in. Maar de Nederlandsenatuurbescherming bleef dapper doorplaggen,afturven, kappen en maaien. Het kostte veelgeld, maar de natuur werd er arm van en datmaakte het de financiële inspanning meer danwaard.

Een eeuw lang konden we vooral genietenvan het landschap. De oude productiefunctieswaren vervallen en in onze rijke samenlevingfungeerden naruur en landschap ruim het 100jaar niet meer alleen als bron van voedselpro-ductie, maar ook als bron van vertier. Maar hetlijkt erop alsof deze goede oude tijden, waarinschraalhans keukenmeester was, weer helemaalterugkomen. Want de milieubeweging - vooralle duidelijkheid, dat is echt heel wat andersdan de natuurbescherming - vecht al jaren

UWE WN

tegen de verandering van het klimaat, die hetgevolg is van ons gebruik van fossiele brand-stoffen en de daaruit volgende emissie van hetbroeikasgas C02. Daarom is het tegenwoordigniet meer modern om alleen maar te koken opgas, maar moeten we weer terug naar de tijdvan voor 1875 toen we allemaal nog kookten ophout. Iets wat we trouwens in de Derde Wereldweer ten zeerste ontraden vanwege het feit dathet stoken op hout leidt tot boskap. Maar hetgebruik van biomassa wordt hier weer helemaalhip, want duurzaam. Had de natuurbescherminghet Nederlandse landschap van 1875 als ijkpunt,de Nederlandse milieubeweging heeft de ener-gievoorzienig van vóór 1875 als ijkpunt.

Nu moeten we inderdaad zuinig zijn met ener-gie en werken aan duurzame energiebronnen,maar de keerzijde van de run op biomassa is datwe zien dat er weer meer hout wordt gekaptwant de houtprijs is goed. Dood hout laten weniet meer liggen, want dat is je reinste kapitaal-vernietiging. Zelfs het houtafval blijft niet meerachter in de bossen. Dat wordt versnipperd enwordt gebruikt om energie op te wekken. Enhet zal natuurlijk redelijk paranoia zijn, maar

DER N s N U M M

Victor zou likkebaardend kijken naar deze trend,want hij zou zien wat de meesten namelijknog niet zien: verschraling. We gaan ons landweer terugbrengen naar 187 S.Wat 100 jaarnaruurbescherming niet lukt, lukt de milieu-beweging wel. Het is gewoon een kwestie vanMessianisme. De aarde warmt op, we gaan eraan. Koud heb1;Jenwe het niet, maar de runop biomassa is begonnen. We gaan weer turfsteken, hout verbranden, gras vergisten. En hetlandschap: veenplassen waar de waterwolfisteruggekeerd, zandverstuivingen waar de boom-pieper weer zijn lied zingt en schraalgraslandenwaar de lezer van Heukels Flora weer hun hartkunnen ophalen. De erfenis van Westhoff is ingoede handen bij de duurzame energieproduc-tie. De geschiedenis herhaalt zich niet, maar hetrijmt wel. lil

R 4 4 8