Nieuwe Wildernis 43

7

description

cover, inhoud en 1 artikel

Transcript of Nieuwe Wildernis 43

Page 1: Nieuwe Wildernis 43
Page 2: Nieuwe Wildernis 43

3 Redactioneel

5 Heel de HeuvelrugDe spanning tussen een rijke natuur, wonen, werken

en mobiliteit vraagt om een totaaloplossing voor de

Utrechtse Heuvelrug.

9 Met dank aan de luchtmacht ...Het terreinbeheer rond de luchtmachtbasis Soesterberg

heeft omstandigheden geschapen die - nu de militare

functie vervalt - het behouden waard blijken.

11 Een woud aan regelsDe verschillende terreinbeheerders op de Utrechtse

Heuvelrug hanteren verschillende normen en waarden. De

argeloze bezoeker dreigt intussen te verdwalen.

15 Het HeiligenbergerbeekdalDe Stichting Heiligenbergerbeekdal maakt zich sterk

voor het behoud van dit bijzondere stukje natuur in de

Amersfoortse binnenstad.

21 LibellenTer gelegenheid van het 25 -jarig bestaan van de

Vlinderstichting een bijdrage over libellen in Nederland

en de toestand van hun leefgebied.

26 Zuiveren bossen water?Een recent onderzoek plaatst vraagtekens bij de door

bosbeheerders gekoesterde veronderstelling dat bossen

water zuiveren. Wie heeft gelijk?

27 Woeste GrondenColumn van Tom Bade. Beheersorganisaties manifesteren

hun egendomsrechten soms wat al te nadrukkelijk.

28 SnippersRubriek met boeken en andere berichten.

31 BuitenboelEr op uit in de Natuur

Omslag

Edelherten ook op de Utrechtse Heuvelrug?

Foto Ruud Lardinois

Foto's deze pagina's Ruud Larinois

Page 3: Nieuwe Wildernis 43

Libellen

Het gaat goed met de libellen

in Nederland. Dat komt door-

dat het steeds beter gaat met de

een taak voor natuur beheerders en

Nederlandse natte natuur. Alleen de

libellen die voorkomen bij venen en

vennen blijven nog achter. Hier ligt

beleidsmakers.

u w wN

als keurmeesters

In Nederland komen 64 soorten libellen voor.Vergeleken met de ons omringende landen isdat een hoog aantal, zeker wanneer het kleineoppervlak van Nederland wordt meegewo-gen. Dit komt omdat Nederland bijzonderveel waterrijke natuurgebieden heeft. Vennen,laagveenmoerassen, hoogveentjes, rivieren enbeken: we hebben het allemaal. Libellen profite-ren van deze verscheidenheid, omdat ze als larvegebonden zijn aan verschillende waterrijke habi-tats. Veranderingen in de kwaliteit van waterrijkenatuurgebieden laten zich dan ook goed aflezenaan veranderingen in de libellenfauna.Dat libellen zo'n goede indicator zijn voor dekwaliteit van de natte natuur komt door de eisen

DER N s N U M M

die de larven stellen aan de abiotische omstan-digheden in het water, zoals diepte, stroomsnel-heid, temperatuur, zuurgraad en voedselrijk-dom. Toch reageren de meeste soorten nietdirect op deze factoren, maar op de vegetatie dieonder invloed van die factoren tot ontwikkelingkan komen. Larven van de speerwaterjuffer bij-voorbeeld, kunnen in het laboratorium wordengrootgebracht in water van uiteenlopende kwa-liteit, maar in de natuur komt de soort alleenvoor bij vennen en venen die matig voedselrijken niet te zuur zijn. Juist onder deze omstandig-heden komen namelijk de juiste vegetatiestruc-turen tot ontwikkeling die voor de larven nodigzijn om te overleven.

R 24 3

Page 4: Nieuwe Wildernis 43

van natte natuur

Rode LijstIn 1998 verscheen de Rode Lijst Libellen,waarop 27 libellensoorten staan vermeld diein meer of mindere mate worden bedreigd. Inhetzelfde jaar hebben de Vlinderstichting enhet CBSeen start gemaakt met het LandelijkMeetnet Libellen, waardoor het verloop vande populatiegrootte van libellen kon wordengevolgd. Bijna tien jaar later blijkt dat er veel isveranderd: enkele soorten zijn nog zeldzamergeworden, maar een groter aantal werd alge-mener. Enkele soorten zijn zelfs teruggekeerd inNederland, of hebben zich opnieuw gevestigd.Al met al gaat het goed met de Nederlandselibellen. Een vernieuwde Rode Lijst, die hope-

N E U W W

lijk in 2008 kan worden uitgebracht, wordtnaar verwachting aanzienlijk korter. Dit is eenopmerkelijk verschil met bijvoorbeeld de ver-nieuwde Rode Lijst van dagvlinders, die alleenlanger en' dieper rood' is geworden.Als we echter de ontwikkeling van libellensoor-ten per biotooptype bekijken, dan zien we dui-delijke verschillen.

Libellen van stromend waterDe waterkwaliteit van beken en rivieren is delaatste twee decennia enorm verbeterd. Dit isvooral te danken aan de aanpak van emissies uitde industrie en verbeterde rioolwaterzuivering.Daarnaast wordt de natuurlijke morfologie van

o R N s N U M M

Tim Termaat

Links: Bruine korenbout; Rechts: Bandheidelibel

steeds meer beken hersteld en is de aandachtvoor ecologisch beheer van oevervegetaties bijwaterbeheerders toegenomen. Hierdoor herstel-len libellensoorten zich die gebonden zijn aanstromend water, soms zelfs spectaculair.Het beste voorbeeld is de rivierrombout.Deze echte rivierspecialist werd vanaf 1902 inNederland als verdwenen beschouwd. In 1996werd hij echter weer aangetroffen in de Waalen binnen enkele jaren bleken alle grote rivie-ren en de Roer weer door de rivierrombout teworden bevolkt. Ook andere rombouten lieteneen herstel zien. De beekrombout wist in de

R 4 3 2 2

Page 5: Nieuwe Wildernis 43

~~~~----------------------------------------------------~~«:;;ex:

'"f-:;;

>=of-ou.

Langs de Roer kunnen momenteel alle Nederlandse romboutsoorten weer worden waargenomen.

25 jaarVlinderstichtingOm Nederland als waardevollibellenland te behouden, moeten populaties van kritische soortenworden beschermd. Afgestemd beheer van hun leefgebieden is een onmisbare voorwaarde omdit te bereiken.

De Vlinderstichting maakt zich hier sterk voor. Om dit doel te bereiken stelt zij zo veel mogelijkinformatie over libellen en het beheer van hun leefgebieden voor een breed publiek beschikbaar.Daarnaast richt De Vlinderstichting zich concreet op natuurbeherende instanties en waterschap-pen die populaties van kwetsbare en bedreigde libellen in hun terreinen hebben. Deze instantieszijn immers de enige die bescherming van libellen daadwerkelijk vorm kunnen geven.

N u w w o R N s N U M M

jaren '80 nog maar langs één beek in Noord-Brabant stand te houden, maar inmiddels is desoort weer aan te treffen langs meerdere bekenin Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en .Limburg. De gaffellibel is sinds 1995 in enkeleLimburgse beken en daarmee in Nederlandteruggekeerd en ook de kleine tanglibel wordttegenwoordig weer af en toe gezien. Op de Roerzijn momenteel zelfs weer alle Nederlandseromboutsoorten aanwezig.

Een andere kritische beeksoort is de bosbeek-juffer, die uitsluitend voorkomt bij natuurlijke,schone en zuurstofrijke bosbeken. Na een dra-matische achteruitgang in de jaren '70 en '80neemt de soort nu weer toe in Noord-Brabant,Limburg en de Achterhoek. Uit de randen vande Veluwe is de soort geheel verdwenen, de tijdmoet leren of terugkeer hier mogelijk is.Naast de genoemde kritische beekspecialistennemen ook de beeklibellen die iets minderhoge eisen stellen toe. Tot deze groep behorende weidebeekjuffer, blauwe breedscheenjuffer,beekoeverlibel en bandheidelibel. Deze soortenzullen nog een zetje in de rug krijgen wanneermeer gekanaliseerde waterlopen hun natuurlijkevorm en vegetatie terugkrijgen.

Libellen van vennen en hoogveenTerwijl het beter gaat met de waterkwaliteit vanbeken en rivieren, lopen positieve ontwikke-lingen in voedselarme, stilstaande wateren nogachter. De verzurende depositie is de laatste vijf-tien jaar aanzienlijk gedaald, maar vermestingen verdroging blijven knelpunten voor de ecolo-gische kwaliteit van vennen en hoogvenen. Hetis dan ook niet verwonderlijk dat libellensoortendie sterk aan deze biotopen gebonden zijn hetmeest bedreigd worden. De speerwaterjuffer,hoogveenglanslibel en oostelijke witsnuitlibelzijn momenteel nog de grootste zorgenkindjesuit deze categorie.

Voor vennen is er een bijkomend probleem.Zelfs na een afdoende daling van verzurende envermestende depositie, zorgt de organische sli-blaag voor een belemmering van natuurlijk her-stel. Een opschoonoperatie kan uitkomst bieden,maar dit is zeer kostbaar en alleen succesvol als

R 4 3 2 3

Page 6: Nieuwe Wildernis 43

voldoende buffering van het opgeschoonde vengewaarborgd is. Bovendien bestaat het risico datde restpopulatie van een bedreigde soort doorde werkzaamheden een genadeklap krijgt. Metde libellensoorten die niet strikt gebonden zijnaan bovengenoemde habitats, gaat het goed.Opvallend is dat enkele Rode Lijstsoorten vanvegetatierijke wateren toenemen, zoals de vroegeglazenmaker, glassnijder en bruine korenbout.Deze soorten hebben het zwaartepunt van hunverspreiding in laagveengebieden, maar wordensteeds vaker bij vennen op zandgronden gezien.

Tot slot kan een succesvolle groep libellen nietongenoemd blijven: de zuidelijke soorten. Door

N UWE W

Rivierrombout

Kansen voor beeklibellen op de VeluweAan de randen van de Veluwe stromen allerlei beken die in potentie waardevolleefgebied vormen voorlibellen van stromend water en kwelsituaties. Toch zijn de typische beekspecialisten ondervertegen-woordigd of zelfs afwezig in deze regio. Het project Kansen voor Beeklibellen op de Veluwe wil hierverandering in te brengen en richt zich op vijf doelsoorten: de bosbeekjuffer, weidebeekjuffer, blauwebreedscheenjuffer, bandheidelibel en beekoeverlibel.De Vlinderstichting heeft samen met de waterschappen Veluwe, Vallei & Eem en Rijn & Ijssel vijftienbeken geselecteerd. Voor deze beken worden de kansen voor beeklibellen nader onder de loep genomenen worden maatregelen geformuleerd voor beekherstel. Libellen fungeren in dit project als goed zicht-bare, eenvoudig herkenbare en beleidsrelevame doelorganismen. terwijl andere beekorganismen mee-profiteren. Zodoende sluit het project goed ~an bij het lopende beleid van de waterschappen, die hetvergoten van de ecologische waarde van beken als een belangrijke doelstelling hebben.

DER N s 4 3N U M M R 2 4

Page 7: Nieuwe Wildernis 43

Boven: Bosbeekjuffer. Onder: Weidebeekjuffer

DER N s NUMMERE UWE wN

de opwarming van het klimaat en verschillende

warme zomers op rij, heeft een aantal nieuwe

soorten gedurende de laatste tien j~ar vaste

grond onder de voeten gekregen.

Libellen laten zien dat het goed gaat met de

natte natuur in Nederland, maar met name de

voedselarme systemen blijven achter. Soorten

die van deze habitats afhankelijk zijn blijven

voorlopig hulp nodig hebben van natuurbeheer-

ders en beleidsmakers. Naast het verder terug-

dringen van vermesting en verzuring is vooral

de verdrogingsproblematiek een belangrijk

aandachtspunt voor het herstel van levensge-

meenschappen in vennen, hoogvenen en kwel-

afhankelijke natuurgebieden.

Een nieuwe Rode Lijst voor libellen zal korter

worden, maar nog niet kort genoeg.

oZ

:::;

SoortbeschermingsplanhoogveenglanslibelDe hoogveenglanslibel is een karakte-ristieke soort van levend hoogveen, eenhabitattype dat in Nederland tegenwoordigzeer zeldzaam is. Er resteren nog vijf po-pulaties, in Noord-Brabant, Zuid-Limburg,Twente en de Achterhoek. De larven van dehoogveenglanslibelleven in het hoogveenin kleine poeltjes, die grotendeels zijndichtgegroeid met verschillende veenmos-soorten. Door verdroging, het wegvallenvan kwel en vermesting door stikstof, zijnveel van deze poeltjes verdwenen of on-geschikt geworden. Dit komt bijvoorbeelddoordat planten als pijpenstrootje en zachteberk de veenmossen hebben overwoekerd.Daarnaast is het overgebleven leefgebiedvan de soort dermate verkleind en versnip-perd, dat uitwisseling tussen verschillendepopulaties bemoeilijkt wordt.Momenteel wordt een vijfjarig landelijksoortbeschermingsplan uitgevoerd, dat hetministerie van LNV 2005 publiceerde. Ditplan geeft aan welke maatregelen nodigzijn om de knelpunten zo goed mogelijkop te lossen en op welke wijze dat samen-werking vereist van terreinbeheerders, wa-terschappen en andere overheidsinstanties.

w>

o>--ou.

4 J 2 5