Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

16
DOSSIER ZL 6 zuider l ucht EEN PRODUCTIE NOVEMBER 2014 IKEA is tenminste tweetalig De klapstoel van Karel de Grote Genoeg gepraat over ‘verbinden’ en ‘grenzen overwinnen’ De grens zit vooral tussen de oren Vijf prikkelende stellingen over de Euroregio NEWTROPOLIS

description

Zuiderlucht onderzoekt in samenwerking met SCHUNCK* de euregio en diens (non)mogelijheden

Transcript of Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

Page 1: Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

www.zuiderlucht.eu1 november 2014

DOSSIER ZL 6

z u i d e r l u c h tEEN PRODUCTIE NOVEMBER 2014

IKEA is tenminstetweetalig

De klapstoel van Karel de Grote

Genoeg gepraatover ‘verbinden’ en ‘grenzen overwinnen’

De grens zit vooral tussen de oren

Vijf prikkelende stellingen over de Euroregio

NEWTROPOLIS

Page 2: Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

www.zuiderlucht.eu2 november 2014

Op een steenworp afstand van warenhuis

Schunck, een van de iconen van het moderne

Heerlen, ligt Huis De Luijff, een statig 17e

eeuws herenhuis. Achter het pand is een

zaaltje waar op 18 april 1951 een oprichtende

vergadering plaatshad van de Europese

Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS),

de voorloper van de Europese Unie. De EGKS

wilde de handelsbelemmeringen tussen de

Benelux-landen, Duitsland, Frankrijk en

Italië wegnemen en de internationale handel

bevorderen.

Dat was ruim 63 jaar geleden. Wat is er in de

tussentijd gebeurd? Is deze Europese gedachte

nog terug te vinden in Heerlen anno 2014,

centrum van de Parkstad, gelegen in een van

de dichtstbevolkte gebieden van Europa van

vandaag?

Twee jaar geleden begon Schunck*,

een cultuurhuis dat diverse disciplines

huisvest, met het onderzoeksproject NEW

or NOTROPOLIS. In drie steden, Heerlen,

Aken en Hasselt werd gesproken over

kennisuitwisseling, samenwerking in planning,

het leggen van verbindingen en het bevorderen

van grensoverschrijdende bewegingen.

Verschillende ambities kwamen aan bod.

Luik wilde in 2017 een wereldtentoonstelling

organiseren, Maastricht en de Euregio

verwachtten in 2018 Culturele Hoofdstad van

Europa te kunnen worden, en de Parkstad

streefde ernaar voor de periode 2014-2020 de

Internationale Bauaustellung (IBA) binnen te

halen. Is de Euregio Maas-Rijn geholpen met

evenementen op het gebied van cultuur en

ruimtelijke ontwikkeling? Onderstrepen deze

ambities niet juist het belang en de noodzaak

voor een gezamenlijke Euregionale agenda? En,

als we spreken over de Euregio Maas-Rijn, waar

hebben we het dan eigenlijk over?

Stedelijke en regionale ontwikkelingen

worden steeds belangrijker. Stedelijke regio’s

zoals de Randstad, de Vlaamse driehoek en het

Ruhrgebied krijgen een steeds belangrijkere

positie. Ze overstijgen het landsbelang en

sluiten beter aan op de economische schaal

en ambitie van Europa. In dit verband zou

Europa beter gezien kunnen worden als een

verzameling van stedelijke regio’s.

De Euregio Maas-Rijn ligt in de periferie van

Nederland, Duitsland en België, maar ligt als

internationale regio juist in het centrum van

die drie stedelijke regio’s. Het gebied heeft

ongeveer 3,9 miljoen inwoners, en kenmerkt

zich vooral door zijn landschappelijke

en groene structuur. Kan de Euregio zich

als relevante stedelijke Europese regio

ontwikkelen?

Zou de Euregio Maas-Rijn als innoverend

stedelijk netwerk gezien kunnen worden,

waar de steden uit de drie landen intensief

samenwerken op het gebied van wonen,

werken en recreëren? De Euregio Maas-Rijn

als proefkamer voor Europese regionale

samenwerking.

Eerder dit jaar werd het door ESPON

gefinancierde onderzoek LP3LP gepresenteerd,

waarin de landschappelijke kwaliteiten van de

Euregio Maas-Rijn in kaart werden gebracht en

richtlijnen opgesteld voor behoud en beheer

van dit unieke gebied.

Het onderzoeksproject Newtropolis brengt

voor het eerst de culturele en ruimtelijke

ontwikkeling in beeld. Het onderzoek wil de

actuele ruimtelijke en culturele vraagstukken

in de Euregio Maas-Rijn op de agenda plaatsen

en daar vragen bij stellen. Het is, net als deze

publicatie bij Zuiderlucht, tevens een oproep

om aan te sluiten bij het delen van kennis,

inzichten en initiatieven ter bevordering van

de kwaliteit van het culturele leven in deze

Euregio. .Kor Bonnema

directeur Schunck*

Hein Smedts

curator architectuur Schunck*

NEWTROPOLIS

Luik, de grootste stad van de Euregio.

Page 3: Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

www.zuiderlucht.eu3 november 2014

Terwijl ik in de file sta voor een

doseerlicht bij Maastricht denk ik aan de

Dagobert-troon van Karel de Grote. Dat krijg je

van al die uitlaatgassen.

Een doseerlicht is een verkeerslicht dat

op een doorgaande weg net buiten de stad

een file met uitlaatgassen veroorzaakt zodat

in het centrum van de stad géén file met

uitlaatgassen ontstaat. In Groen-Linksige

nieuwspraak heet dat mobiliteit, maar het

voelt als stilstand. Alles voor de dagomzet

van de Maastrichtse binnenstad. In de file bij

het doseerlicht staan de gijzelaars van het

consumentisme.

De Dagobert-troon is de vergulde klapstoel

die Karel de Grote altijd bij zich droeg. Zo

belanden we in één zin van de doseerlucht

in de vroege middeleeuwen, zijn rijk had nog

geen hoofdstad, de keizer trok als een bedoeïne

van nederzetting naar nederzetting. Vanwege

de warmwaterbronnen vestigde de jichtige

Karel zich uiteindelijk in Aken.

Wat dat doseerlicht met Karels klapstoel van

doen heeft? Nog even geduld.

Sinds 1993 heeft de Europese Unie geen

binnengrenzen meer. De grenzen bevinden

zich een stuk landinwaarts, zitten tussen de

oren van bestuurders en politici. Lees Geert van

Istendael, verderop in deze ZL-special.

In Den Haag hebben ze amper weet wat dat

verre Zuid-Limburg beweegt - en dat bevalt

hen prima. Je kunt dan vanuit Heerlen de

middelvinger opsteken en denken ‘ik los

het zelf wel op’, maar zo simpel is het niet.

Heerlen is als Karst, de eenzame grensstad in

de prachtige, onheilspellende roman Sneeuw

van Orhan Pamuk. Mensen trekken er weg, ze

voelen zich geïsoleerd, er is geen Hinterland.

Over de grens? De pogingen van de Zuid-

Limburgers om hun heil over de grens

te zoeken, in Luik en Aken, mislukken

stelselmatig. Den Haag vindt het te

ingewikkeld, het etiket euregio levert ook niets

op. De nood tot samenwerking aan deze kant

van de grens is groter dan aan de andere. Aken

draait lekker, Luik zit in een revival. Zij hebben

namelijk wél een Hinterland. De ene periferie

is de andere niet.

Hoe belangrijk is zo’n Hinterland? Afgelopen

zomer was ik enkele malen op bezoek bij de

Ruhrtriennale, een kunstenfestival dat zich

afspeelt in voormalige kolen- en staalfabrieken

in de Ruhrpott. Megacomplexen met ‘Schrott’,

sorry: industrieel erfgoed die miljoenen

bezoekers per jaar trekken. De eerste reflex

is dan: had Heerlen die oude mijncomplexen

indertijd maar niet gesloopt, dan was de

toekomst daar nu al lang begonnen. Vergeet

het. Heerlen heeft geen Hinterland, zo’n

festival zou in plaats van 50.000 hooguit 5.000

bezoekers trekken. Niet levensvatbaar dus.

In bepaalde delen van het bedrijfsleven geldt

hetzelfde. Binnen de landsgrenzen is de regio

te klein om een vuist te kunnen maken.

Tal van concepten daalden de afgelopen

decennia op ons neer om het probleem

te tackelen: Euregio, Bandstad, Zuid-Stad,

Tussenstad, Eutropolis, Culturele Hoofdstad,

Newtropolis - vergeef me als er me eentje is

ontschoten. Schitterende ideeën en briljante

gedachten – die smoren als ze de grens over

moeten. Ondanks het vrije verkeer, sinds 1993,

van mensen, goederen en diensten. Ondanks

het weghalen van de grensposten.

De Maastrichtse ambitie om in 2018 Culturele

Hoofdstad van Europa te worden, kwam van

al die plannetjes het verst. Omdat het een

wedstrijd was, met een titel en een zak geld.

Na de nederlaag viel de regio in een vorm van

navelstaarderij waar ze al decennialang patent

op heeft. Kennelijk hebben Limburgers een

wedstrijd en een prijs nodig om zichzelf uit het

moeras te trekken.

Omdat uit Den Haag niets valt te verwachten,

moet de provincie die prijs zelf uitloven. De

naam van de prijs luidt: De toekomst. De

bijbehorende trofee is een replica van de

vergulde klapstoel van Karel de Grote.

O ja, we spreken af dat we Maastricht bij die

prijs geen hoofdrol toedichten. Het denken

reikt er niet verder dan de dagomzet. De

klapstoel van Karel komt in Heerlen, en we

noemen het gebied niet langer Euregio, maar

Charlemagne. .WIDO SMEETS

DE KLAPSTOEL VAN KARELHOU EENS OP MET DAT RARE BEGRIP

EUREGIO. GEEF HET GEBIED EEN NAAM

DIE BEKT. NOEM HET CHARLEMAGNE.

Page 4: Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

www.zuiderlucht.eu4 november 2014

Hoe je er ook naar kijkt, grenzen roepen

gedoe op. Als ze er zijn, compleet met slagboom

en grenscontrole, lokken ze mensen aan die er,

desnoods illegaal, overheen willen. Bijvoorbeeld

omdat het gras aan de overkant groener is, de

boter goedkoper, de televisie spannender. En als

de grenspalen vervolgens worden weggehaald

omdat ons dat macro-economisch beter lijkt

en we daarmee hopen ook de nationalistische

driften wat te temperen, vertikken mensen

het om de grens over te steken en gaan ze juist

heftiger dan ooit op hun eigen culturele kluit

zitten. Der Mauer im Kopf noemen ze dat bij

onze oosterburen. Het is ook nooit goed.

Paradoxen zijn schijnbare tegenstellingen,

tegenstellingen die goed beschouwd een gevolg

zijn van een verkeerde manier van combineren.

Wat ons voorkomt als een tegenstelling, is

dat in werkelijkheid niet. Een paradox is dus

eigenlijk gewoon een domme bewering, die

nood heeft aan een beter inzicht, aan helder

verstand. Paradoxen zijn retorische trucs

waarmee we vooral onze tijd verknoeien, tenzij

we natuurlijk toch even niets te doen hebben

en we het leuk vinden om spelletjes te spelen.

De paradox van de grens - mensen willen

hem weg als hij er is, en houden hem in stand

als hij is verdwenen - heeft mogelijk niets met

die grens als zodanig van doen, en alles met

het achterliggende heilige moeten. Of het

nu gaat om de standvastige instandhouding

van verschillen of om de evenzo standvastige

ontkenning ervan, in beide gevallen moeten we

zo nodig weer wat. Op het ene moment moeten

we afstand houden, op het andere moeten we

mengen. En in beide gevallen roept dat heilige

moeten aversie op, simpelweg omdat we er de

noodzaak niet van inzien omdat ons leven ons

op dat moment tot andere dingen brengt.

En zo komt het dat, toen de grenzen er nog

waren, we in deze regio eenvoudiger met

elkaar konden verkeren omdat we elkaars

taal nog konden spreken en er over en weer

verbanden bestonden in de sfeer van het

verenigingsleven, het onderwijs, de economie

en de arbeid en het uitgaansleven. Terwijl

we elkaar, nu de grenzen weg zijn, niet meer

kunnen verstaan, of hooguit in een derde,

streekvreemde taal: het Engels. In beide

gevallen botsen overheidsprogramma’s en

alledaagse werkelijkheid, simpelweg omdat ze

met elkaar uit de pas lopen: passing ships in

the night’ - om het maar eens in goed Limburgs

uit te drukken.

Maar als het persistente probleem van de

grens inderdaad van doen heeft met een heilig

moeten dat botst met ons alledaags gedoe, ligt

de geniale oplossing dan niet voor het oprapen?

Zou het dan niet voor de hand liggen om eens

wat beter na te denken over hoe we die twee

wat dichter bij elkaar kunnen krijgen? Is het

dan misschien een idee om bij de inrichting

van bestuurlijke programma’s ietsje minder

bezig te zijn met het elkaar de vliegen afvangen

(‘kijk die van mij eens’) en ietsje meer met

hoe die programma’s dienstbaar kunnen zijn

aan het gedoe van alledag? Stel dat het dan zo

goed voor ons is om wat vaker de grens over te

steken, bijvoorbeeld omdat er aan de overkant

werk te vinden is of omdat dat simpelweg onze

culturele horizon wat verrijkt, is het dan geen

goed idee om eens na te denken over hoe we

dat streven beter kunnen doen aansluiten bij

wat ons sowieso dagelijks doet bewegen?

Wat is er simpeler dan je mooie landschap

op een eenvoudige, flexibele en ongedwongen

manier toegankelijk te maken door er

genummerde routebordjes in te plaatsen,

waarlangs mensen over en weer hun eigen

fietsroutes kunnen zoeken. Geniaal. Nu

nog even zorgen dat de kaarten op elkaar

aansluiten, dan kunnen eindelijk al die

thematische routebordjes (evenzovele restanten

van vervlogen bestuurlijke ambities) uit het

landschap worden verwijderd. In de horeca en

de detailhandel weet men trouwens allang hoe

het publiek over de grens te trekken. Gewoon

een kwestie van je talen spreken en je aanbod

goed laten aansluiten op waar mensen naar op

zoek zijn. Moeten we het in dat verband nog

DE GRENS ZIT VOORAL TUSSEN DE OREN

De euregionale toenadering op bestuurlijk niveau heeft een spoor van

mislukkingen opgeleverd. Hans Mommaas pleit er voor elkaar voortaan

op te zoeken volgens de denklijnen van het alledaagse gedoe. Want de

aantrekkingskracht blijft. “Juist omdat het aan de andere kant anders

is, willen we er naartoe.” door Hans Mommaas

Page 5: Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

www.zuiderlucht.eu5 november 2014

hebben over het openbaar vervoer?

Vanzelfsprekend helpt de standaardisering:

gemak dient de mens, dus gelukkig dat de

maten en gewichten al enige tijd op elkaar

zijn afgestemd, en dat de euro er is; zitten we

niet meer permanent om te rekenen. Tot op

zekere hoogte dan natuurlijk. Want wat een

grens aantrekkelijk maakt om over te steken,

is natuurlijk het verschil. Juist omdat het aan

de andere kant anders is, willen we er naartoe.

Dus wie het grensverkeer wil bevorderen

moet er enerzijds vooral voor zorgen dat

de voorwaarden voldoende aanwezig zijn

om over en weer te verkeren, om anderzijds

juist het verschil te benadrukken. En ja,

dat is een kwestie van permanent afwegen.

Allemaal Engels gaan praten of meertaligheid

bevorderen? Wie de culturele diversiteit van de

grensregio aan het hart gaat en tegelijkertijd

toegang wil hebben tot de ander zijn cultuur,

bijvoorbeeld omdat dat inspireert, die kiest

voor het laatste. Wie gaat voor het loutere

gemak kiest het eerste.

Hoe dan ook: langs de denklijnen van het

alledaagse gedoe dringt zich op die manier

een ander, meer horizontaal en beweeglijker

programma op voor de bevordering van het

grensoverschrijdende leven dan langs de

altijd nationaal en verticaal ingekaderde

lijnen van de bestuurlijke organisaties. Dat

maakt dat alledaagse leven nu juist ook veel

kansrijker als integratiekader en bron van

vernieuwing. Dus hou op met pogingen om

organisaties bestuurlijk met elkaar op een lijn

te krijgen. Zorg er in plaats daarvan voor dat

ondernemers, organisaties en verenigingen

een helder belang krijgen in het faciliteren

van grensoverschrijdend verkeer. Bijvoorbeeld

omdat dat hun markt verruimt, of omdat dat

hun kennis en de creativiteit bevordert.

Ondertussen is het van belang zichtbaar

te maken wat zich hier allemaal al

grensoverschrijdend afspeelt. Niet primair om

aan te tonen dat de Euregionale metropool

aanstaande is, maar simpelweg om te laten

zien hoe mensen zich al, onder de bestuurlijke

radar door, in dit grenslandschap voortbewegen

en met elkaar verbinden, en welke kansen en

belemmeringen zich daarbij voordoen. Op

die manier komen we hopelijk wat los van

de landkaartige prisma’s waarmee we ons

leven nog al te vaak inkaderen, en openen

we andere, meer realistische perspectieven.

Eenvoudig zal dat overigens niet zijn. Het zal

een kwestie zijn van ‘datamining’. Wat binnen

het project Newtropolis is verzameld, is een

aardig begin. In de verdere zoektocht is het

zaak maatschappelijke partners te zoeken die

weet hebben van subversieve stromen. Het

merendeel van de overheidsstatistieken biedt

immers geen oplossing: ze houden op bij de

grens....Hans Mommaas is hoogleraar in Tilburg, Utrecht

en Antwerpen en is daarnaast wetenschappelijk

directeur van Telos, Centrum voor Duurzame

Ontwikkeling.

‘MOETEN WE ENGELS GAAN PRATEN OF MEERTALIGHEID BEVORDEREN? WIE DE CULTURELE DIVERSITEIT VAN DE REGIO AAN HET HART GAAT, KIEST HET LAATSTE.’

Het nieuwe station Luik-Guillemins van architect Santiago Calatrava.

Page 6: Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

www.zuiderlucht.eu6 november 2014

Toen uw koninkrijk tot stand kwam,

inmiddels tweehonderd jaar geleden, was het

tevens het koninkrijk van mijn voorouders, ten

minste, voor zover die op het grondgebied van

het huidige België of Nederland woonden.

Van vaderszijde was dat zeer zeker niet het

geval, zoek de stalmeiden en ketellappers in de

omgeving van het Rijnland. Van moederszijde

even zeker wel. Zoek hen ten noorden

van Brussel, in de streek waar Beethovens

grootvader vandaan kwam. De voorouders van

mijn moeder waren trouwens ook muzikanten,

niets geweldigs, hoor, kosters die wat orgel

konden spelen.

Je moet mijn voorgeslacht dus deels honkvast,

deels grensoverschrijdend noemen. Vaders

trekvogels. Moeders geworteld. Mijn moeder

geboren in het dorp van haar moeder en

vader en grootvader en grootmoeder en

overgrootmoeder, enzovoort. Mijn vader

geboren in een vluchtelingenkamp onder de

rook van Newcastle. Eerste Wereldoorlog. Hij

begon een eeuw geleden, de Duitsers liepen

‘poor little Belgium’ onder de voet. Hier hoeft

u dat allemaal niet te herdenken, prijs uw land

gelukkig.

Ik vertel deze kleine familiegeschiedenis

om te illustreren dat migratiebewegingen,

vluchtelingenproblematiek, over grenzen

stappen, binnen veilige grenzen blijven, geen

nieuwerwetsigheden zijn, hedendaagse onrust

in een op hol geslagen wereld. Grenzen als

veilige barrière of als ergerlijke muur waarop

ondernemende mensen telkens opnieuw

botsen, ze zijn tegelijkertijd oud en nieuw. We

moeten het dus ook niet in ons hoofd halen

om grenzen overhoop te gooien, migratie af te

schaffen of verknochtheid aan eigen bodem af

te doen als achterlijk of zelfs als verdacht.

We zullen er het beste van moeten maken,

zoals mijn berooide grootouders dat hebben

proberen te doen. Mijn vaders vader vertelde

op zijn sterfbed verhalen in het Engels met een

onvervalste Ierse tongval, zestig jaar voordien

opgepikt in de kroeg bij zijn Ierse kameraden,

zij en hij even laveloos. Mijn moeder trouwde

met een wereldreiziger, maar bleef haar

hele leven lang háár verhalen vertellen over

appelbomen in dorpstuinen en de geur van

vers gemaaid hooi. Als ze in vervoering raakte,

vloeide als vanzelf uit haar mond het krachtige

Brabantse dialect dat haar voorouders sedert

mensenheugenis hadden gesproken en dat

zij in andere omstandigheden zorgvuldig

verborgen hield.

Dat is en blijft het spanningsveld, ook in de

wereld die wij globaal noemen en waarin wij

onszelf zo graag zien als kosmopolieten: thuis

en niet thuis, daar en hier, aan deze zijde van

de grens en achter de grens.

Ik keer nog even terug naar de

tweehonderdste verjaardag van uw koninkrijk.

Nauwelijks zestien jaar na het begin, in 1830,

werd dwars door dat koninkrijk een grens

getrokken. Het huidige Nederland en het

huidige België ontstonden tegelijkertijd, het

ene land was de open wonde van het andere.

In Maastricht, in heel Limburg, was dat een

traumatische gebeurtenis. De provincie bleef

nog negen jaar bij België, de stad stond onder

het bevel van de koningsgetrouwe generaal

Dibbets, die er een adellijke titel aan over zou

houden. Ik betreur de scheiding van 1830 uit de

grond van mijn hart. De belgicist in mij zegt:

België had nooit mogen bestaan. En Nederland

binnen zijn huidige grenzen evenmin.

Ziehier waarom.

Het koninkrijk van voor 1830 was drietalig.

De kleinste taal, Nederlands, was de taal

van de meerderheid. Het Frans, destijds de

internationale taal bij uitstek, de taal van

diplomatie, cultuur, economische betrekkingen

en beschaving in het algemeen, was de taal

van een nogal kleine minderheid. Duits, dat

later de belangrijkste Europese taal zou worden

voor economie, wetenschap en techniek, werd

VIJF STELLINGEN OVER DE EUROREGIO

Breek de politiek uit haar keurslijf van Hollandse

methodes, Hollandse gewoonten, Hollandse

vooroordelen. Vergeet het centralistische Den

Haag, leer je kinderen vier talen en schud het

ultra-liberalisme van je af. Geert van Istendael

pleit voor meer zelfbewustzijn in de regio.

door Geert van Istendael

Page 7: Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

www.zuiderlucht.eu7 november 2014

door een nog kleinere minderheid gesproken.

Ook in delen van Zuid-Limburg was het Duits

zeer vertrouwd, lees er de gedenkschriften van

Frans Erens (1857-1935) op na. Hij werd geboren

in Schaesberg, hoorde thuis Limburgs, Frans

en Duits en heeft pas echt Nederlands geleerd

toen hij naar de kostschool ging in Roermond.

Van een linguïstisch evenwicht als dat van dit

helaas verdwenen koninkrijk kun je alleen

maar dromen. Groot en klein hielden elkaar in

balans.

Het grote voordeel zou zijn geweest dat alle

Nederlandse schoolkindertjes, van Maastricht

tot Delfzijl en Tietjerksteradeel, verplicht

zouden worden om op school ook grondig Frans

en Duits te leren. Dat zou pas een schaalmodel

voor Europa zijn geweest. Of, bescheidener, voor

de Euregio waar we ons nu bevinden.

Er is nog één gemist voordeel, u moet er eens

over nadenken. In dat verenigde koninkrijk

lagen Maastricht en Zuid-Limburg centraal en

niet perifeer, ten minste, op de noord-zuidas.

De afstand tussen Maastricht en Groningen

bedraagt ruim 300 kilometer. De afstand

tussen Maastricht en Schengen (het verste

zuidoostelijke punt van Luxemburg) bedraagt

ruim 200 kilometer.

Het kan dus niet verbazen dat ik 1830

verafschuw. Maar niemand kan de klok

terugdraaien. België en Nederland zijn

twee afzonderlijke, soms ergerlijke, soms

amusante realiteiten. Dat duurt nu al

honderdvierentachtig jaar en we moeten het

ermee doen. Bovendien leeft hier, in dit deel

van Europa, nog een derde, kolossale realiteit:

Duitsland.

Bij die realiteit, op een steenworp van

Belgisch en Duits grondgebied, wil ik enkele

controversiële stellingen poneren - naar

het schijnt ben ik daar niet bang van. Als

erevoorzitter van de Vlaamse PEN-club heb ik

altijd gepleit voor de grootst mogelijke vrijheid

van meningsuiting. Vrijheid in de eerste plaats

voor meningen die storen, voor meningen wa ar

ik het niet mee eens ben. Hier komen ze.

Stelling 1: Leer Frans en DuitsU moet zich in deze stad, in deze regio,

dringend ontdoen van die bizarre Nederlandse

verafgoding van het Engels.

Iedereen, waar ook ter wereld, heeft er alle

belang bij de talen van zijn buren te leren en

dat gebeurt ook heel vaak. Doe je het niet, dan

is het altijd in je nadeel. In België hebben de

Franstaligen collectief geweigerd Nederlands te

leren. Ze hebben dat hardnekkig volgehouden,

meer dan anderhalve eeuw lang, en hebben

er een zware tol voor betaald. Sinds 1950, toen

de Waalse industrie nog floreerde en arm

Vlaanderen nog geen verleden tijd was, is er

slechts zeven jaar een Waal premier geweest.

De andere 57 jaar waren het Vlaamse heren,

onder tot boven tweetalig. En wat zien we in

de 21ste eeuw? Mijn Franstalige landgenoten

leren panisch Nederlands. Ik denk dat vandaag

in Luik meer mensen Nederlands kennen dan

Maastrichtenaren Frans spreken.

Het is ooit anders geweest: Maastricht was in

1830 wellicht nog sterker verfranst dan Brussel.

‘BELGIË HAD NOOIT MOGEN BESTAAN. EN NEDERLAND BINNEN ZIJN HUIDIGE GRENZEN EVENMIN.’

>>

Grazende koeien bij industrieterrein Chemelot in Sittard-Geleen.

Page 8: Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

www.zuiderlucht.eu8 november 2014

Het dynamische Luikse industriebekken was

voor Maastricht niet alleen afzetgebied, het

was ook referentiegebied, voor cultuur en voor

scholing, en dat gold voor heel Zuid-Limburg.

We weten dat de Eerste Wereldoorlog die

oriëntatie op Luik heeft afgesneden. Maar Luik

ligt vandaag, honderd jaar later, nog altijd op

dezelfde plaats, nietwaar? Het is dan ook niet

meer dan logisch dat de kinderen in Maastricht

grondig Frans leren. Een boogscheut hier

vandaan kunnen ze die taal volop horen en

zien en spreken. Hetzelfde geldt uiteraard voor

Duits. De jeugd van Maastricht moet zo jong

mogelijk Duits beginnen te leren. Uit naakt

eigenbelang.

Niet dat ik iets tegen het Engels heb. Komaan,

ik zou de taal van Dylan Thomas en Emily

Dickinson verstoten!? Ik zal daar gek zijn. Ik heb

in Engeland gewoond. Ik heb daar door schade

en schande geleerd hoe moeilijk het is een

beetje fatsoenlijk Engels te spreken.

Wat mij tegen de borst stuit, is het

Angelsaksische taalimperialisme en nog

veel meer de slaafse onderwerping aan dat

imperialisme. Alle grote talen neigen tot

imperialisme, dat hoef je mij, de Belg, niet uit

te leggen. U zit hier in een benijdenswaardige

positie. U kunt zich tot andere, grote, prachtige

talen richten. Zij groeien in uw achtertuin.

De grote Duitse historicus Golo Mann, zoon

van Thomas, vond dat iedere jonge Europeaan

ten minste drie talen zou moeten kennen:

de moedertaal, Engels, allicht, en een derde

taal naar keuze. In dit gebied zou ik Golo

Manns idee dan ook uitbreiden tot vier talen:

Nederlands, Frans, Duits, Engels, en, voor der

gelukkigen die een talenknobbel hebben, meer

talen, ad libitum.

Ergo: Leer Frans en Duits. De rest komt wel

van zelf.

Stelling 2: Probeer op België te lijken

Het was generaal De Gaulle die gezegd zou

hebben dat je in Europa maar twee echte

naties hebt: Frankrijk en Nederland. Er zijn

argumenten aan te voeren voor dat idee van De

Gaulle, maar ik heb toch enkele bedenkingen.

Zoals zoveel buitenlanders identificeerde

de generaal Nederland in grote mate met het

calvinisme en wat men daar zo al aan verbindt.

Dat zijn goede en kwade zaken: tolerantie,

maar ook platte koopmansgeest, een zekere

botheid en tactloosheid in de omgang, maar

ook grote ernst en plichtsbesef. Enfin, u kent

de clichés. Een kleine anekdote om dat te

illustreren.

Deze stad heeft een mooi internationaal

poëziefestival, de Maastricht International

Poetry Nights. Jaren geleden, ik geloof zelfs bij

de eerste editie, heeft Hans van de Waarsenburg

me daar naartoe gehaald. We zaten met enkele

genodigden op een terrasje aan de Maas. Een

Oostenrijks dichter in ons gezelschap – en u

zult zien dat het land van herkomst zijn belang

heeft – merkte op dat Maastricht helemaal

niet de allure had van een calvinistische stad.

Toen ik hem vertelde dat het zuiden van

Nederland voor het allergrootste deel van

roomse herkomst is, zag ik het wantrouwen in

zijn ogen. Je zag dat hij dacht: die belazert mij.

Want tussen Nederland en calvinisme staat een

gelijkheidsteken. Ik weet het, er klopt geen ene

moer van, maar het cliché is taai.

Er is echter ook een belangrijk kenmerk van

Frankrijk dat ook Nederland in hoge mate

bezit. De twee landen lijken meer op elkaar

dan u denkt, en dat had De Gaulle dan weer

níet gezien. Frankrijk heeft de roep jakobijns te

zijn, dit wil zeggen, zeer gecentraliseerd: één,

ondeelbare republiek. Welnu, ook Nederland

is, zeker in de ogen van ons Belgen, een strak

gecentraliseerd land. En er is nog iets. Van

Frankrijk wordt gezegd dat het een koninkrijk

is vermomd als republiek. Van Nederland wordt

gezegd dat het een republiek is vermomd als

koninkrijk. Zoek de verschillen.

In de politieke cultuur van Nederland kunnen

de mensen van deze regio opkomen voor sterke

decentralisatie. Het is in uw eigen belang.

Kernachtig gezegd: klaag dus niet langer dat

Den Haag u vergeet, vergeet Den Haag. Breek

de Nederlandse politiek uit haar keurslijf van

Hollandse methodes, Hollandse gewoonten,

Hollandse vooroordelen. Alleen ú kunt dat.

Ergo: Probeer minder op Frankrijk te lijken.

Probeer op België te lijken.

Stelling 3: Kijk naar Bismarck, niet naar Thatcher In Europa heeft Nederland de reputatie

Engels en Trans-Atlantisch georiënteerd te zijn.

Soms zou je denken dat tussen Nederland en

de andere landen van continentaal Europa

een wijde zee ligt, alsof Nederland een der

vele eilanden is die deel uitmaken van het

eilandenrijk Groot-Brittannië. Bovendien heeft

het eiland Nederland de neiging af te drijven

richting Verenigde Staten.

Oude grenspaal tussen Nederland en Duitsland.

Page 9: Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

www.zuiderlucht.eu9 november 2014

Die oriëntatie is cultureel, politiek en

economisch. Talen zijn niet alleen dragers

van culturen, talen dragen ook ideologieën

uit. Het Engels is de dominante taal die het

ultraliberalisme uitdraagt dat onze planeet

teistert. Het kan geen toeval zijn dat vandaag de

sterkst gefundeerde kritiek op ons economische

bestel uit Frankrijk komt. De kritiek komt van

een man die aan het Massachusetts Institute

of Technology heeft gestudeerd en daar zijn

conclusies heeft getrokken. Ik heb het over

Thomas Piketty en diens monumentale analyse

Le capital au XXI siècle.

U in deze regio bent beter geplaatst dan wie

ook om een bezonnen en grondige kritiek

te formuleren op de ultraliberale dogma’s.

U kunt als het ware van in uw luie stoel en

met eigen ogen zien hoe het hier vlakbij

ontstane Rijnlandmodel, dat solidariteit en

sociale zekerheid combineert met rendement,

werkt, waar het hapert en waar je het kunt

moderniseren. U leeft op een boogscheut

van het land waar de ziekteverzekering, de

werklozensteun en het pensioen werden

uitgevonden, nog wel door de grootmeester van

de Realpolitik, de aartsconservatief Bismarck.

Ergo: Kijk naar Bismarck. Niet naar Thatcher.

Stelling 4: Deze regio is slechts in schijn perifeer Bij de voorbereiding van dit verhaal stootte ik

telkens weer op de woorden periferie, perifeer.

Is Zuid-Limburg perifeer? Is Aken en achterland

perifeer? Is Luik perifeer? Is Hasselt perifeer?

Zeer zeker wel, als je al die gebieden en steden

bekijkt vanuit hun eigen staatsbestel. Maar nou

dacht ik in mijn naïviteit dat Europa er net

gekomen was om die zienswijze uit de wereld

te helpen. Om grenzen zo niet op te heffen dan

toch te laten vervagen. Vervaagd zijn ze zeker,

die grenzen. Opgeheven niet - en ik denk ook

niet dat zoiets wenselijk is.

Toen ik één jaar oud was, verhuisden mijn

ouders van Brussel naar Utrecht. Toen ik

zes was, keerden ze met hun gezin terug

naar België. Ik bewaar daar herinneringen

aan, vooral de grens is me bijgebleven. De

douaniers in het station van Roosendaal. En

dan het wachten. Het eindeloze wachten in

dat station, uren en uren. Jaren later, in 1982,

toen ik voor het eerst naar het Oostblok trok,

flitsten die herinneringen door mijn hoofd

toen ik aan de Tsjecho-Slowaakse grenspost

Waidhaus-Rozvadov in mijn auto zat te wachten

bij het IJzeren Gordijn. Uren. Zoals destijds in

Roosendaal. Dat heeft Europa afgeschaft. Bij

Breda en bij Vroenhoven rij je gewoon door.

Geen douaniers meer die je in de trein bij Visé

bestraffende blikken toewerpen.

Zuid-Limburg perifeer? Als je nu zou zeggen,

Przemyśl, in het uiterste oosten van Polen, bijna

bovenop de Oekraïense grens, of Lappeenranta,

West-Karelië, bijna in Rusland, daar kun je

discussiëren over perifeer. Niet hier. Deze

Euregio was het epicentrum van het eerste rijk

dat na de val van Rome weer grote delen van

Europa onder één gezag bracht. Karel de Grote

koos Aken als hoofdstad, waar eeuwen na hem

de Rooms-Duitse koningen werden gekroond.

Centraler kun je niet zijn. Luik was in de tiende

eeuw het Athene van het noorden en eeuwen

later de belangrijkste industriestad van het hele

Europese continent.

Nu kan iedereen zeggen, die roemrijke

geschiedenis, daar zijn we vet mee. Het gaat

over vandaag, meneer.

Ik heb me terdege gedocumenteerd en beken

dat ik met verbijstering heb gelezen hoe deze

regio, niet alleen in Nederland trouwens, echt

als een verafgelegen gewest wordt behandeld.

Met name inzake openbaar vervoer dacht ik

soms dat ik nog altijd zes jaar oud was. Internet

huppelt vrolijk rond over de hele planeet, maar

de trein naar Aken kruipt.

Aan de andere kant heb ik gelezen over

initiatieven die de overzijde van de grens

opzoeken, welbewust en zeer beredeneerd.

Ik geef slechts het voorbeeld van de campus

op het terrein van de voormalige staatsmijn

Maurits, waar universitaire wetenschappers uit

Maastricht, Eindhoven en Aken elkaar vinden

voor onderzoek in de bio-industrie - volgens mij

de enige toekomst die de Europese industrie

nog rest.

Ergo: Deze regio is slechts in schijn perifeer.

In Europa ligt deze regio centraal. Alleen

zijn ze daar nog niet achter gekomen in

provinciesteden als Brussel of Den Haag.

Stelling 5: Kies uw burgemeesters De 21ste eeuw is de eeuw van de steden. In

2050 zal drie kwart van de wereldbevolking in

steden wonen, zo niet meer. De Amerikaanse

politicoloog Benjamin Barber stelt in zijn boek

If Mayors Ruled the World dat vandaag en in de

toekomst alleen steden ervoor kunnen zorgen

dat de democratie blijft leven. Nuance: ook

stadsregio’s kunnen die rol spelen. En wat is de

Euregio anders dan een stadsregio, met enkele

belangrijke knooppunten die groot genoeg zijn

om efficiënt te werken en niet té groot zodat ze

onoverzichtelijk en onhanteerbaar worden.

Nederland heeft daar een ernstig nadeel,

en ik verwijs naar mijn opmerkingen over

het centralisme in dit land. De Nederlandse

burgemeester is een ambtenaar, een gezant van

het centrale gezag. Niet zo in het omringende

buitenland. In het toch zo jakobijnse Frankrijk

heb je meer dan dertigduizend door de

plaatselijke burgers verkozen burgemeesters.

Ergo: In deze regio maakt u zich sterk voor

de verkozen burgemeester. De burgemeester-

ambtenaar is een democratisch onding. .Dit is een ingekorte versie van een lezing

die Geert van Istendael op 31 augustus hield

in Maastricht bij de presentatie van het

burgermanifest ‘Waar een wil is, is geen grens’.

‘INTERNET HUPPELT VROLIJK ROND OVER DE HELE PLANEET, MAAR DE TREIN NAAR AKEN KRUIPT. ’

De Euregio Maas Rijn.

Page 10: Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

www.zuiderlucht.eu10 november 2014

Newtropolis: Europa met de erkende Euregios, infrastructureel netwerk en de vier grootste luchthavens.

Newtropolis: Hasselt in verbinding met de Euregio Maas-Rijn. Blauw: geografische ligging. Rood: afstand in tijd met de trein. Groen: afstand in tijd met de auto. Er wordt inmiddels

gewerkt aan een verbeterde verbinding tussen Hasselt en Maastricht d.m.v. een sneltram.

Newtropolis: Heerlen in verbinding met de Euregio Maas-Rijn. Blauw: geografische ligging. Rood: afstand in tijd met de trein. Groen: afstand in tijd met de auto.

Het Newtropolis-onderzoek heeft zich gericht op drie

thema’s:

- De fysieke en mentale afstanden binnen de

Euregio.

- De dichtheid en diversiteit van de (gesubsidieerde)

culturele instellingen.

- De stedelijke dichtheid van de regio ten opzichte

van een vergelijkbare stad met eenzelfde aantal

inwoners.

De kaarten hebben als doel de thema’s te visualiseren

en zijn een oproep om data rondom deze thema’s te

verzamelen. Het is gebleken dat grensoverschrijdende

bewegingen moeilijk in kaart te brengen zijn

en dat over deze thema’s nog te weinig bronnen

beschikbaar zijn. Het Newtropolis-onderzoek is een

eerste verkennende beweging en wil, met het beeld

brengen van deze thema’s, de potentiële toekomstige

Euregionale samenwerking bevorderen.

Context en ligging in Europa

De Europese Unie erkent een groot aantal euregio’s

die ieder met hun eigen agenda aanspraak doen

op ontwikkelingsgeld. De Euregio Maas-Rijn ligt,

samen met de aangrenzende euregio’s, in een deel

van Europa waar de vier grootste vliegvelden liggen.

De positie ten opzichte van het infrastructurele

netwerk van water-, rail- en snelwegen is minder

gunstig. Enkel de stad Liège is aangesloten op het te

verbeteren netwerk waar de Europese Unie tot 2020

geld voor uittrekt.

Afstanden en verbindingen

Binnen de Euregio Maas-Rijn is het infrastructurele

netwerk enkel op het niveau van de individuele

landen georganiseerd. Afstanden tussen de steden

lijken niet groot, maar worden door een gebrek

aan verbindingen groter in tijd. De bereikbaarheid

van steden in de Euregio Maas-Rijn laat een groot

verschil zien tussen reistijd met de auto en de trein.

Dit beïnvloedt de keuze voor het bezoeken van een

andere stad of evenement in de Euregio, en maakt de

gevoelsafstand binnen de Euregio groter.

Afstanden vanuit Hasselt

Brussel

Hasselt

Maastricht

Heerlen

Luik Eupen

Aken

Keulen

Düsseldorf

RotterdamHemelsbreed (kilometer)

Trein (minuten)Auto (minuten)

Afstanden vanuit Heerlen

Brussel

Hasselt

Maastricht

Heerlen

Luik Eupen

Aken

Keulen

Düsseldorf

RotterdamHemelsbreed (kilometer)

Trein (minuten)Auto (minuten)

NEWTROPOLIS - HET ONDERZOEK

Page 11: Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

www.zuiderlucht.eu11 november 2014

Newtropolis: Aken in verbinding met de Euregio Maas-Rijn. Blauw: geografische ligging. Rood: afstand in tijd met de trein. Groen: afstand in tijd met de auto.

Newtropolis: de gesubsidieerde culturele instellingen in de Euregio Maas-Rijn met de diversiteit: pop/muziek (rood), design/kunst (grijs), film (donder blauw), theater/concert

(licht blauw), erfgoed/wetenschap (oker)

Newtropolis: de gebouwde structuren in de Euregio Maas-Rijn. Bron: project LP3LP

Culturele diversiteit

In een gebied met 3,9 miljoen inwoners zijn in

iedere stad binnen de Euregio Maas-Rijn de culturele

voorzieningen op een eigen manier georganiseerd.

Het aantal gesubsidieerde instellingen in de

Euregio is talrijk. Per stad ligt de focus op cultuur

verschillend. (dit is in deelkaarten verder uitgewerkt)

De dichtheid van musea is groot, zeker ten opzichte

van een stad met eenzelfde inwoneraantal. Iedere

instelling bedient traditioneel het publiek uit eigen

stad en land, wat maar een deel is van de totale

Euregio. De potentie van 3,9 miljoen potentiele

bezoekers kan musea bekendheid geven op

wereldniveau.

Stedelijkheid

De dichtheid van inwoners in de Euregio Maas-Rijn

is hoog, maar tegelijkertijd is er geen sprake van een

hoge bebouwingsdichtheid. In ieder land of landsdeel

is anders omgegaan met de planning van bebouwing.

Dit heeft o.a. te maken met het landschap en de

manier (cultuur) van bouwen. Ieder stadje heeft zich

anders ontwikkeld, maar dat wil niet zeggen dat de

verzameling van steden geen model voor nieuwe

stedelijkheid zou kunnen vormen. De Euregio Maas-

Rijn is een stedelijk netwerk met verschillende centra

en knooppunten, met unieke landschappelijke

kenmerken. Deze kwaliteit kan een verbindende

factor zijn die een mogelijke aanleiding vormt om

toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen op de schaal

van de Euregio te initiëren.

Muziek

Beeldende Kunst / DesignFilmTheaterErfgoed / Wetenschap

Hasselt - Genk

Alden Biesen

Hedge House

Kunst Aus NRW

Eupener StadtmuseumCapitol

IKOB

Chudoscnik Sunergia

Leopold-Hoesch-Museum

Continium

Kasteel Hoensbroek

Gallo-Romeins MuseumVelinx

Begijhofmuseum

Excelsior Cinéma

Kinepolis Liège

Maastricht

Sittard - Geleen

Heerlen

Aken

Luik

Afstanden vanuit Aken

Brussel

Hasselt

Maastricht

Heerlen

Luik Eupen

Aken

Keulen

Düsseldorf

RotterdamHemelsbreed (kilometer)

Trein (minuten)Auto (minuten)

Initiator: SCHUNCK*

Uitvoering onderzoek: Studio Kernland Maastricht

Kaarten: Werkmannen Hasselt

De kaarten op deze pagina zijn een selectie van meerdere

kaarten uit het totale Newtropolis-onderzoek. De resultaten

van het gehele onderzoek zin beschikbaar via schunck.nl

Dit project werd mede mogelijk gemaakt door de Provincie

Limburg, het Stimuleringsfonds voor Creatieve Industrie en

de gemeente Heerlen.

Kijk de bijeenkomst over Newtropolis terug via schunck.nl

Page 12: Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

www.zuiderlucht.eu12 november 2014

Hij is wel stoer hoor, die David Loozen.

Hij doet zijn voordracht in bedrijfstenue:

donkere broek, met daarop een verticaal

gestreept IKEA-shirt in de huiskleuren blauw

en geel plus logo. Daarop een badge met zijn

naam en functie: marketing manager.

Loozen is een graag geziene gast in

bijeenkomsten als de expert-meeting van

Newtropolis, eind oktober in Schunck. IKEA

Heerlen is een onversneden succesverhaal,

zeker als het gaat om grenzen slechten.

Opgericht in 1943 heeft de Zweedse

multinational inmiddels 350 vestigingen

in dertig landen. Nieuwe expansie is te

verwachten in Rusland, India en China. Alle

producten zijn van Zweedse ontwerpers, twee

derde van de artikelen worden ergens in

Europa gemaakt.

Vanzelfsprekend was het niet dat IKEA zich

in Heerlen zou vestigen. De winkel moest de

trekker worden van een meubelboulevard

die zou uitgroeien tot een van de grootste

van Europa. Na het nodige gedonder tussen

politiek en lokale ondernemers ging de

kogel door de Billy. Loozen: “IKEA Heerlen

was bij de oprichting al te klein. Er was veel

te weinig rekening gehouden met de Duitse

markt. Binnen IKEA Nederland lag de keiharde

afspraak dat alleen reclame gemaakt mocht

worden binnen de landsgrenzen.”

Met een afzetmarkt van 360.000

huishoudens hoort IKEA Heerlen tot de

vestigingen met de kleinste afzetmarkt. Toch

is de Heerlense vestiging met twee miljoen

bezoekers de best lopende in Nederland.

“Omdat wij de enige vestiging zijn die zich

aan de markt heeft aangepast”, zegt Loozen

droog. “We communiceren in het Nederlands

en het Duits via huis-aan-huisbladen maar

ook via Facebook en Twitter.” Resultaat: vijftig

procent van de omzet komt uit Nederland,

31 procent uit Duitsland en 19 procent uit

Vlaanderen. Dat de zaak, ondanks eerdere

stalorders, zich nu ook in de communicatie op

het omringende buitenland richt, heeft IKEA

Heerlen op het Amsterdamse hoofdkantoor

moeten bevechten, licht Loozen in de pauze

van de meeting toe.

Anders dan op tal van andere gebieden

blijkt de grens voor het shoppen geen enkele

belemmering. Voor woon-werkverkeer is

het weer totaal anders. Tachtig procent van

de 460 werknemers bij IKEA Heerlen komt

uit Heerlen en omstreken, voor Duitse en

Belgische arbeidskrachten blijkt de grens

wel degelijk een obstakel. Loozen zou graag

wat meer balans willen hebben in de komaf

van zijn personeel. Meubels gaan kennelijk

makkelijker de grens over dan werknemers. En

ondernemers. Volgens directeur Hans Kasper

van onderzoeksbureau E’til is een kwart van

de Nederlandse ondernemers actief in het

buitenland. In de grensprovincie Limburg ligt

dat percentage met 31 procent niet echt veel

hoger.

IKEA IS TENMINSTE TWEETALIG IKEA Heerlen is met jaarlijks twee miljoen bezoekers na de Efteling

en het Rijksmuseum de derde dagattractie van Nederland. De

helft van de klandizie komt uit Duitsland en België, terwijl dat

oorspronkelijk helemaal niet de bedoeling was. “We hebben ons aan

de markt aangepast.” door Emile Hollman

Page 13: Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

www.zuiderlucht.eu13 november 2014

Wat Loozen van zijn klanten weet? Belgen

hebben grotere huizen en kopen dus

grotere keukens. De Duitsers houden meer

van klassiek en kopen graag keukens in

countrystyle. Verder verschillen Nederlanders,

Duitsers en Belgen bij IKEA nauwelijks in

koopgedrag. Dat er weinig data zijn over de

grensregio’s, met alle belemmeringen van

dien, IKEA maalt er niet om. De Zweden

hebben zich in de loop der jaren aangepast

aan hun koperspubliek.

De data die er zijn, bijvoorbeeld bij

onderzoeksbureau E’til, blijken weinig

verrassend. Zo gaat 75 procent van

de Limburgers wel eens over de grens

winkelen, weet E’til-directeur Hans

Kasper te melden. Hun beweegredenen

zijn evenmin opzienbarend: ze willen er

eens een dagje tussenuit, of rondneuzen

in winkelassortimenten over de grens.

Grensoverschrijdend kooppubliek vindt het

gras aan de andere kant altijd groener, lees:

goedkoper. Kasper: “De Duitsers komen naar

Nederland omdat het hier goedkoper is. De

Belgen: idem dito. En de Nederlanders gaan

om dezelfde redenen naar Aken of Hasselt.

Het is pure beleving want het kan niet overal

goedkoper zijn. Maar je hebt er wel handel

aan.”

Wat kan de Euregio nu opsteken van

twee miljoen bezoekers uit drie landen die

IKEA Heerlen jaarlijks trekt? “IKEA is in elk

geval tweetalig”, zegt Ger Essers, auteur

van het boek Waar een wil is, is een grens. En

architect Jo Coenen, sinds kort directeur

van de Internationale Bau Ausstellung

Parkstad, zou een deel van die twee miljoen

bezoekers maar wat graag doorsluizen naar

culturele instellingen. Hij verwijst naar de

door hem ontworpen Openbare Bibliotheek

in Amsterdam, die jaarlijks ruim vier miljoen

bezoekers trekt. Het gebouw is daarmee de

beste bezochte culturele instelling in de

hoofdstad. De voornaamste overeenkomst

die Coenen ziet tussen de bibliotheek: zeven

dagen per week open, als het kan tien uur per

dag. . .

‘ALLEEN VOOR HET SHOPPEN VORMT DE GRENS GEEN ENKELE BELEMMERING.’

Vlaggen symboliseren het internationale karakter van IKEA Heerlen.

Page 14: Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

www.zuiderlucht.eu14 november 2014

In de vier decennia van haar bestaan is de

Euregio Maas-Rijn haar eigen rituelen gaan

ontwikkelen. In een bijna ontelbaar aantal

bijeenkomsten benoemden bestuurders,

wetenschappers en andere betrokkenen de

verschillen en problemen van een gebied

met vijf cultuurgemeenschappen in drie

verschillende landen. Talrijk waren ook de

intentieovereenkomsten, grensoverschrijdende

programma’s en samenwerkingsverbanden.

Goede bedoelingen ten over, maar zonder

resultaat. De groepen in de Euregio leven nog

steeds langs elkaar heen.

Met die traditie in gedachten kwam Johannes J.

Arens van het Zweckverband Regio Aachen naar

de expertmeeting Newtropolis, eind 24 oktober

in Heerlen. Hij had, in vloeiend Nederlands,

tien aansporingen meegenomen. Omdat het

stilaan toch eens tijd wordt om écht stappen te

maken.

Hier komen ze:

1. Geen algemene workshops meer

Arens gelooft dat er inmiddels genoeg

bijeenkomsten zijn gehouden waar

werd stilgestaan bij de vraag wat de

Euregio precies nodig heeft. “Bovendien

klinken steeds weer dezelfde mantra’s

over ‘mensen verbinden’ en ‘grenzen

overwinnen’.”

2. Geloof niet in wonderen

“Ik was als vertegenwoordiger van

de regio Aken betrokken bij de

voorbereidingen voor de kandidatuur

van Maastricht Culturele Hoofdstad van

Europa 2018. Steeds weer klonk daar de

diepe wens ‘Als we nu maar eens een

gezamenlijk digitaal platform hadden’.

Vanuit de gedachte dat zoiets zo’n beetje

alle bestaande problemen zou oplossen.

Onzin natuurlijk. Ga gewoon aanpakken,

dingen doen.”

3. Vergeet alle rivaliteiten

Arens kent het uit de regio Aken, waar

hij woont en werkt. “Aken beschouwt

zichzelf als een soort. De andere plaatsen

in de nabije omgeving voelen zich tekort

gedaan en willen voor zichzelf opkomen.

In Nederland kostte het enige tijd voor

ik de spanning tussen Maastricht en

Heerlen aanvoelde. In België spelen

soortgelijke tegenstellingen tussen

Hasselt en Genk en tussen Luik en Visé.

Het is deels folkloristische rivaliteit die

niets oplevert.”

4. Verenig de krachten

Er mag in de Euregio dan volcontinu

gepraat worden over samenwerking en

synergievoordelen, dat betekent volgens

Arens niet dat daar het maximale wordt

uit gehaald. Vaak eerder het tegendeel.

“Er zijn heel veel kleine initiatieven die

bijna of helemaal hetzelfde doen.”

5. Maak gebruik van het bestaande

“Kijk naar wat er al is en maak daar

gebruik van. Waarom niet die enorme

stroom kopers, die naar de Ikea in

Heerlen komen, attenderen op andere

zaken? Zo zijn er heel veel van dat soort al

ingesleten bewegingen. Ik ben zelf groot

geworden in Monschau. Mijn moeder

ging van daaruit vroeger steevast één

keer in de week naar de markt in Vaals.

Ikzelf ging destijds met de Interliner-

bus van Aken naar de kunstacademie

in Maastricht. Tachtig procent van de

passagiers die daar in zaten, waren ook

mensen van de academie of studenten

van de Universiteit Maastricht.”

6. Gebruik bestaande fondsen

Financiering is voor de kunstwereld

in tijden van bezuiniging een

groeiend probleem, maar volgens

Arens zijn er voor de attente culturele

ondernemer nog best potjes te vinden.

“Noordrijn-Westfalen kent zogenaamde

GENOEG GEPRAAT

Als spreker tijdens een expertmeeting over

Newtropolis wilde Johannes J. Arens niet het

zoveelste Euregionale praatje houden. Liever

gooide hij de knuppel in het hoenderhok.

door Paul van der Steen

Page 15: Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

www.zuiderlucht.eu15 november 2014

ColofonDeze uitgave werd mede mogelijk

gemaakt door Schunck Heerlen.

Concept: Hein Smedts/Wido Smeets

Eindredactie: Emile Hollman

Fotografie: Schunck*, met dank aan VIA2018

Teksten: Emile Hollman, Geert van

Istendael, Hein Smedts, Wido Smeets,

Paul van der Steen

Vormgeving: Obidesign/ Annebeth Nies

Förderschienen, met bijdragen

voor projecten met een euregionale

invalshoek tussen de vierduizend en de

dertigduizend euro. Veel van dat geld

blijft ongebruikt. Instellingen weten het

niet of nauwelijks te vinden.”

7. Wees realistisch

“Ga je als Euregio niet vergelijken met de

stedelijke agglomeratie als bijvoorbeeld

Düsseldorf-Keulen-Bonn.” Zelf verruilde

Arens vier jaar geleden een bestaan in

Berlijn voor zijn huidige baan en leven.

Dat leverde veel onbegrip op in zijn

omgeving. “Hoe kon ik weggaan voor een

toekomst in zo’n uithoek? Ik verdedigde

me dan door te vertellen dat ik terugging

naar een stedelijk gebied met 3,9 miljoen

inwoners. Nu weet ik dat zo’n verweer

onzin is. Het is hier hartstikke leuk, hoor.

Maar we zijn geen metropool. Draag dat

dus ook niet uit.”

8. Minder praten over de Euregio

Ook buiten de workshops van de eerste

stelling blijft euregionale ambitie volgens

Arens te vaak steken in het drijfzand van

eindeloze discussies. Niet doen dus.

9. Heb goede ideeën

Arens signaleert van tijd tot tijd creatieve

armoede. “Dan hebben mensen of

instellingen weet van het bestaan

van fondsen en vragen ze: ‘Met welke

projecten moet ik dan komen?’ Op die

manier werkt het natuurlijk niet. Het

gaat om goede ideeën.”

10. Wees moedig

Arens: “De voormalige Duitse

bondskanselier Willy Brandt gebruikte

een tijdje de slogan ‘Mehr Demokratie

wagen!’. Dat vertaal ik voor de situatie

hier dan maar naar ‘Mehr Euregio

wagen!’. We moeten meer durf tonen.”.

‘HET IS HIER HARTSTIKKE LEUK, HOOR. MAAR DEZE REGIO IS GEEN METROPOOL. DRAAG DAT DAN OOK NIET UIT.’

Een van de grote problemen binnen de Euregio vormen de grensoverschrijdende treinverbindingen.

Page 16: Newtropolis, Zuiderlucht Nov Dossier

www.zuiderlucht.eu16 november 2014

Bongerd 18 Heerlenwww.schunck.nl+31(0)455772200

nov: David Bade tekent heerlen onder de tafel / nov - jan: unbuilt Heerlen / tentoonstelling Marit Törnqvist, het feest der verbeelding / driver’s seat ‘zo helder als m’n erwtensoep’ / mrt: Gwen van genderen, undergroud / Mrt - mei: oÉT D’R SJTUB / Apr: Spoken Beat Night met Bas Haring / MEER IN 2015: IBA meets IBA / Mies van der rohe - moment / jaar van de Mijnen: david Bade #3 / selene driessen, canto de las minas / Wafae Ahalouch el Keriasti /mijnshop&mijncollectie/

16.11.2014 - 12.12.2014 EAP 2014 in Aken Bayernallee 9, Aachen De euregionale prestigieuze architec tuurprijs (eap) is een van de belang rijkste initiatieven in de euregio zowel voor de architectuuropleiding, het jong talent als ook voor het vaknetwerk. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt voor het beste afstudeerproject van de vijf architectuuropleidingen in de euregio maas-rijn. Prijsuitreiking 15 nov. om 19 uur in Aken.www.eap-pea.org

26.09.2014 - 18.01.2015 Unbuilt heerlenSchunck* glaspaleis ‘unbuilt heerlen’ onderzoekt de ontwikkeling van de stad heerlen aan de hand van ongebouwde architectuur en stedenbouw. ‘Hoe is er in het verleden over de stad nagedacht?’ ‘wat waren de ideeën over heerlen, het centrum, het station en omgeving?’. Ontdek heerlen zoals je het nog nooit eerder zag en denk mee over de toekomst van de stad. meer weten? download onze audiotour >> Scan de QR code, download de app en zoek op ‘unbuilt heerlen’.

najaar 2015Mies van der Rohe MomentSchunck* glaspaleiseen van de highlights van 2016 is de expositie over mies van der rohe, de architect van het nieuwe bouwen. Vooruitlopend op de tentoonstelling presenteert schunck* een introductie, waarin ook de erfenis van het modernisme in heerlen wordt belicht.

SCHUNCK* 20.000 kuub cultuur

een greep uit ons programma 2014-2015

Newtropolis wordt mede mogelijkgemaakt door: