www.zuiderlucht.eu1 november 2014
DOSSIER ZL 6
z u i d e r l u c h tEEN PRODUCTIE NOVEMBER 2014
IKEA is tenminstetweetalig
De klapstoel van Karel de Grote
Genoeg gepraatover ‘verbinden’ en ‘grenzen overwinnen’
De grens zit vooral tussen de oren
Vijf prikkelende stellingen over de Euroregio
NEWTROPOLIS
www.zuiderlucht.eu2 november 2014
Op een steenworp afstand van warenhuis
Schunck, een van de iconen van het moderne
Heerlen, ligt Huis De Luijff, een statig 17e
eeuws herenhuis. Achter het pand is een
zaaltje waar op 18 april 1951 een oprichtende
vergadering plaatshad van de Europese
Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS),
de voorloper van de Europese Unie. De EGKS
wilde de handelsbelemmeringen tussen de
Benelux-landen, Duitsland, Frankrijk en
Italië wegnemen en de internationale handel
bevorderen.
Dat was ruim 63 jaar geleden. Wat is er in de
tussentijd gebeurd? Is deze Europese gedachte
nog terug te vinden in Heerlen anno 2014,
centrum van de Parkstad, gelegen in een van
de dichtstbevolkte gebieden van Europa van
vandaag?
Twee jaar geleden begon Schunck*,
een cultuurhuis dat diverse disciplines
huisvest, met het onderzoeksproject NEW
or NOTROPOLIS. In drie steden, Heerlen,
Aken en Hasselt werd gesproken over
kennisuitwisseling, samenwerking in planning,
het leggen van verbindingen en het bevorderen
van grensoverschrijdende bewegingen.
Verschillende ambities kwamen aan bod.
Luik wilde in 2017 een wereldtentoonstelling
organiseren, Maastricht en de Euregio
verwachtten in 2018 Culturele Hoofdstad van
Europa te kunnen worden, en de Parkstad
streefde ernaar voor de periode 2014-2020 de
Internationale Bauaustellung (IBA) binnen te
halen. Is de Euregio Maas-Rijn geholpen met
evenementen op het gebied van cultuur en
ruimtelijke ontwikkeling? Onderstrepen deze
ambities niet juist het belang en de noodzaak
voor een gezamenlijke Euregionale agenda? En,
als we spreken over de Euregio Maas-Rijn, waar
hebben we het dan eigenlijk over?
Stedelijke en regionale ontwikkelingen
worden steeds belangrijker. Stedelijke regio’s
zoals de Randstad, de Vlaamse driehoek en het
Ruhrgebied krijgen een steeds belangrijkere
positie. Ze overstijgen het landsbelang en
sluiten beter aan op de economische schaal
en ambitie van Europa. In dit verband zou
Europa beter gezien kunnen worden als een
verzameling van stedelijke regio’s.
De Euregio Maas-Rijn ligt in de periferie van
Nederland, Duitsland en België, maar ligt als
internationale regio juist in het centrum van
die drie stedelijke regio’s. Het gebied heeft
ongeveer 3,9 miljoen inwoners, en kenmerkt
zich vooral door zijn landschappelijke
en groene structuur. Kan de Euregio zich
als relevante stedelijke Europese regio
ontwikkelen?
Zou de Euregio Maas-Rijn als innoverend
stedelijk netwerk gezien kunnen worden,
waar de steden uit de drie landen intensief
samenwerken op het gebied van wonen,
werken en recreëren? De Euregio Maas-Rijn
als proefkamer voor Europese regionale
samenwerking.
Eerder dit jaar werd het door ESPON
gefinancierde onderzoek LP3LP gepresenteerd,
waarin de landschappelijke kwaliteiten van de
Euregio Maas-Rijn in kaart werden gebracht en
richtlijnen opgesteld voor behoud en beheer
van dit unieke gebied.
Het onderzoeksproject Newtropolis brengt
voor het eerst de culturele en ruimtelijke
ontwikkeling in beeld. Het onderzoek wil de
actuele ruimtelijke en culturele vraagstukken
in de Euregio Maas-Rijn op de agenda plaatsen
en daar vragen bij stellen. Het is, net als deze
publicatie bij Zuiderlucht, tevens een oproep
om aan te sluiten bij het delen van kennis,
inzichten en initiatieven ter bevordering van
de kwaliteit van het culturele leven in deze
Euregio. .Kor Bonnema
directeur Schunck*
Hein Smedts
curator architectuur Schunck*
NEWTROPOLIS
Luik, de grootste stad van de Euregio.
www.zuiderlucht.eu3 november 2014
Terwijl ik in de file sta voor een
doseerlicht bij Maastricht denk ik aan de
Dagobert-troon van Karel de Grote. Dat krijg je
van al die uitlaatgassen.
Een doseerlicht is een verkeerslicht dat
op een doorgaande weg net buiten de stad
een file met uitlaatgassen veroorzaakt zodat
in het centrum van de stad géén file met
uitlaatgassen ontstaat. In Groen-Linksige
nieuwspraak heet dat mobiliteit, maar het
voelt als stilstand. Alles voor de dagomzet
van de Maastrichtse binnenstad. In de file bij
het doseerlicht staan de gijzelaars van het
consumentisme.
De Dagobert-troon is de vergulde klapstoel
die Karel de Grote altijd bij zich droeg. Zo
belanden we in één zin van de doseerlucht
in de vroege middeleeuwen, zijn rijk had nog
geen hoofdstad, de keizer trok als een bedoeïne
van nederzetting naar nederzetting. Vanwege
de warmwaterbronnen vestigde de jichtige
Karel zich uiteindelijk in Aken.
Wat dat doseerlicht met Karels klapstoel van
doen heeft? Nog even geduld.
Sinds 1993 heeft de Europese Unie geen
binnengrenzen meer. De grenzen bevinden
zich een stuk landinwaarts, zitten tussen de
oren van bestuurders en politici. Lees Geert van
Istendael, verderop in deze ZL-special.
In Den Haag hebben ze amper weet wat dat
verre Zuid-Limburg beweegt - en dat bevalt
hen prima. Je kunt dan vanuit Heerlen de
middelvinger opsteken en denken ‘ik los
het zelf wel op’, maar zo simpel is het niet.
Heerlen is als Karst, de eenzame grensstad in
de prachtige, onheilspellende roman Sneeuw
van Orhan Pamuk. Mensen trekken er weg, ze
voelen zich geïsoleerd, er is geen Hinterland.
Over de grens? De pogingen van de Zuid-
Limburgers om hun heil over de grens
te zoeken, in Luik en Aken, mislukken
stelselmatig. Den Haag vindt het te
ingewikkeld, het etiket euregio levert ook niets
op. De nood tot samenwerking aan deze kant
van de grens is groter dan aan de andere. Aken
draait lekker, Luik zit in een revival. Zij hebben
namelijk wél een Hinterland. De ene periferie
is de andere niet.
Hoe belangrijk is zo’n Hinterland? Afgelopen
zomer was ik enkele malen op bezoek bij de
Ruhrtriennale, een kunstenfestival dat zich
afspeelt in voormalige kolen- en staalfabrieken
in de Ruhrpott. Megacomplexen met ‘Schrott’,
sorry: industrieel erfgoed die miljoenen
bezoekers per jaar trekken. De eerste reflex
is dan: had Heerlen die oude mijncomplexen
indertijd maar niet gesloopt, dan was de
toekomst daar nu al lang begonnen. Vergeet
het. Heerlen heeft geen Hinterland, zo’n
festival zou in plaats van 50.000 hooguit 5.000
bezoekers trekken. Niet levensvatbaar dus.
In bepaalde delen van het bedrijfsleven geldt
hetzelfde. Binnen de landsgrenzen is de regio
te klein om een vuist te kunnen maken.
Tal van concepten daalden de afgelopen
decennia op ons neer om het probleem
te tackelen: Euregio, Bandstad, Zuid-Stad,
Tussenstad, Eutropolis, Culturele Hoofdstad,
Newtropolis - vergeef me als er me eentje is
ontschoten. Schitterende ideeën en briljante
gedachten – die smoren als ze de grens over
moeten. Ondanks het vrije verkeer, sinds 1993,
van mensen, goederen en diensten. Ondanks
het weghalen van de grensposten.
De Maastrichtse ambitie om in 2018 Culturele
Hoofdstad van Europa te worden, kwam van
al die plannetjes het verst. Omdat het een
wedstrijd was, met een titel en een zak geld.
Na de nederlaag viel de regio in een vorm van
navelstaarderij waar ze al decennialang patent
op heeft. Kennelijk hebben Limburgers een
wedstrijd en een prijs nodig om zichzelf uit het
moeras te trekken.
Omdat uit Den Haag niets valt te verwachten,
moet de provincie die prijs zelf uitloven. De
naam van de prijs luidt: De toekomst. De
bijbehorende trofee is een replica van de
vergulde klapstoel van Karel de Grote.
O ja, we spreken af dat we Maastricht bij die
prijs geen hoofdrol toedichten. Het denken
reikt er niet verder dan de dagomzet. De
klapstoel van Karel komt in Heerlen, en we
noemen het gebied niet langer Euregio, maar
Charlemagne. .WIDO SMEETS
DE KLAPSTOEL VAN KARELHOU EENS OP MET DAT RARE BEGRIP
EUREGIO. GEEF HET GEBIED EEN NAAM
DIE BEKT. NOEM HET CHARLEMAGNE.
www.zuiderlucht.eu4 november 2014
Hoe je er ook naar kijkt, grenzen roepen
gedoe op. Als ze er zijn, compleet met slagboom
en grenscontrole, lokken ze mensen aan die er,
desnoods illegaal, overheen willen. Bijvoorbeeld
omdat het gras aan de overkant groener is, de
boter goedkoper, de televisie spannender. En als
de grenspalen vervolgens worden weggehaald
omdat ons dat macro-economisch beter lijkt
en we daarmee hopen ook de nationalistische
driften wat te temperen, vertikken mensen
het om de grens over te steken en gaan ze juist
heftiger dan ooit op hun eigen culturele kluit
zitten. Der Mauer im Kopf noemen ze dat bij
onze oosterburen. Het is ook nooit goed.
Paradoxen zijn schijnbare tegenstellingen,
tegenstellingen die goed beschouwd een gevolg
zijn van een verkeerde manier van combineren.
Wat ons voorkomt als een tegenstelling, is
dat in werkelijkheid niet. Een paradox is dus
eigenlijk gewoon een domme bewering, die
nood heeft aan een beter inzicht, aan helder
verstand. Paradoxen zijn retorische trucs
waarmee we vooral onze tijd verknoeien, tenzij
we natuurlijk toch even niets te doen hebben
en we het leuk vinden om spelletjes te spelen.
De paradox van de grens - mensen willen
hem weg als hij er is, en houden hem in stand
als hij is verdwenen - heeft mogelijk niets met
die grens als zodanig van doen, en alles met
het achterliggende heilige moeten. Of het
nu gaat om de standvastige instandhouding
van verschillen of om de evenzo standvastige
ontkenning ervan, in beide gevallen moeten we
zo nodig weer wat. Op het ene moment moeten
we afstand houden, op het andere moeten we
mengen. En in beide gevallen roept dat heilige
moeten aversie op, simpelweg omdat we er de
noodzaak niet van inzien omdat ons leven ons
op dat moment tot andere dingen brengt.
En zo komt het dat, toen de grenzen er nog
waren, we in deze regio eenvoudiger met
elkaar konden verkeren omdat we elkaars
taal nog konden spreken en er over en weer
verbanden bestonden in de sfeer van het
verenigingsleven, het onderwijs, de economie
en de arbeid en het uitgaansleven. Terwijl
we elkaar, nu de grenzen weg zijn, niet meer
kunnen verstaan, of hooguit in een derde,
streekvreemde taal: het Engels. In beide
gevallen botsen overheidsprogramma’s en
alledaagse werkelijkheid, simpelweg omdat ze
met elkaar uit de pas lopen: passing ships in
the night’ - om het maar eens in goed Limburgs
uit te drukken.
Maar als het persistente probleem van de
grens inderdaad van doen heeft met een heilig
moeten dat botst met ons alledaags gedoe, ligt
de geniale oplossing dan niet voor het oprapen?
Zou het dan niet voor de hand liggen om eens
wat beter na te denken over hoe we die twee
wat dichter bij elkaar kunnen krijgen? Is het
dan misschien een idee om bij de inrichting
van bestuurlijke programma’s ietsje minder
bezig te zijn met het elkaar de vliegen afvangen
(‘kijk die van mij eens’) en ietsje meer met
hoe die programma’s dienstbaar kunnen zijn
aan het gedoe van alledag? Stel dat het dan zo
goed voor ons is om wat vaker de grens over te
steken, bijvoorbeeld omdat er aan de overkant
werk te vinden is of omdat dat simpelweg onze
culturele horizon wat verrijkt, is het dan geen
goed idee om eens na te denken over hoe we
dat streven beter kunnen doen aansluiten bij
wat ons sowieso dagelijks doet bewegen?
Wat is er simpeler dan je mooie landschap
op een eenvoudige, flexibele en ongedwongen
manier toegankelijk te maken door er
genummerde routebordjes in te plaatsen,
waarlangs mensen over en weer hun eigen
fietsroutes kunnen zoeken. Geniaal. Nu
nog even zorgen dat de kaarten op elkaar
aansluiten, dan kunnen eindelijk al die
thematische routebordjes (evenzovele restanten
van vervlogen bestuurlijke ambities) uit het
landschap worden verwijderd. In de horeca en
de detailhandel weet men trouwens allang hoe
het publiek over de grens te trekken. Gewoon
een kwestie van je talen spreken en je aanbod
goed laten aansluiten op waar mensen naar op
zoek zijn. Moeten we het in dat verband nog
DE GRENS ZIT VOORAL TUSSEN DE OREN
De euregionale toenadering op bestuurlijk niveau heeft een spoor van
mislukkingen opgeleverd. Hans Mommaas pleit er voor elkaar voortaan
op te zoeken volgens de denklijnen van het alledaagse gedoe. Want de
aantrekkingskracht blijft. “Juist omdat het aan de andere kant anders
is, willen we er naartoe.” door Hans Mommaas
www.zuiderlucht.eu5 november 2014
hebben over het openbaar vervoer?
Vanzelfsprekend helpt de standaardisering:
gemak dient de mens, dus gelukkig dat de
maten en gewichten al enige tijd op elkaar
zijn afgestemd, en dat de euro er is; zitten we
niet meer permanent om te rekenen. Tot op
zekere hoogte dan natuurlijk. Want wat een
grens aantrekkelijk maakt om over te steken,
is natuurlijk het verschil. Juist omdat het aan
de andere kant anders is, willen we er naartoe.
Dus wie het grensverkeer wil bevorderen
moet er enerzijds vooral voor zorgen dat
de voorwaarden voldoende aanwezig zijn
om over en weer te verkeren, om anderzijds
juist het verschil te benadrukken. En ja,
dat is een kwestie van permanent afwegen.
Allemaal Engels gaan praten of meertaligheid
bevorderen? Wie de culturele diversiteit van de
grensregio aan het hart gaat en tegelijkertijd
toegang wil hebben tot de ander zijn cultuur,
bijvoorbeeld omdat dat inspireert, die kiest
voor het laatste. Wie gaat voor het loutere
gemak kiest het eerste.
Hoe dan ook: langs de denklijnen van het
alledaagse gedoe dringt zich op die manier
een ander, meer horizontaal en beweeglijker
programma op voor de bevordering van het
grensoverschrijdende leven dan langs de
altijd nationaal en verticaal ingekaderde
lijnen van de bestuurlijke organisaties. Dat
maakt dat alledaagse leven nu juist ook veel
kansrijker als integratiekader en bron van
vernieuwing. Dus hou op met pogingen om
organisaties bestuurlijk met elkaar op een lijn
te krijgen. Zorg er in plaats daarvan voor dat
ondernemers, organisaties en verenigingen
een helder belang krijgen in het faciliteren
van grensoverschrijdend verkeer. Bijvoorbeeld
omdat dat hun markt verruimt, of omdat dat
hun kennis en de creativiteit bevordert.
Ondertussen is het van belang zichtbaar
te maken wat zich hier allemaal al
grensoverschrijdend afspeelt. Niet primair om
aan te tonen dat de Euregionale metropool
aanstaande is, maar simpelweg om te laten
zien hoe mensen zich al, onder de bestuurlijke
radar door, in dit grenslandschap voortbewegen
en met elkaar verbinden, en welke kansen en
belemmeringen zich daarbij voordoen. Op
die manier komen we hopelijk wat los van
de landkaartige prisma’s waarmee we ons
leven nog al te vaak inkaderen, en openen
we andere, meer realistische perspectieven.
Eenvoudig zal dat overigens niet zijn. Het zal
een kwestie zijn van ‘datamining’. Wat binnen
het project Newtropolis is verzameld, is een
aardig begin. In de verdere zoektocht is het
zaak maatschappelijke partners te zoeken die
weet hebben van subversieve stromen. Het
merendeel van de overheidsstatistieken biedt
immers geen oplossing: ze houden op bij de
grens....Hans Mommaas is hoogleraar in Tilburg, Utrecht
en Antwerpen en is daarnaast wetenschappelijk
directeur van Telos, Centrum voor Duurzame
Ontwikkeling.
‘MOETEN WE ENGELS GAAN PRATEN OF MEERTALIGHEID BEVORDEREN? WIE DE CULTURELE DIVERSITEIT VAN DE REGIO AAN HET HART GAAT, KIEST HET LAATSTE.’
Het nieuwe station Luik-Guillemins van architect Santiago Calatrava.
www.zuiderlucht.eu6 november 2014
Toen uw koninkrijk tot stand kwam,
inmiddels tweehonderd jaar geleden, was het
tevens het koninkrijk van mijn voorouders, ten
minste, voor zover die op het grondgebied van
het huidige België of Nederland woonden.
Van vaderszijde was dat zeer zeker niet het
geval, zoek de stalmeiden en ketellappers in de
omgeving van het Rijnland. Van moederszijde
even zeker wel. Zoek hen ten noorden
van Brussel, in de streek waar Beethovens
grootvader vandaan kwam. De voorouders van
mijn moeder waren trouwens ook muzikanten,
niets geweldigs, hoor, kosters die wat orgel
konden spelen.
Je moet mijn voorgeslacht dus deels honkvast,
deels grensoverschrijdend noemen. Vaders
trekvogels. Moeders geworteld. Mijn moeder
geboren in het dorp van haar moeder en
vader en grootvader en grootmoeder en
overgrootmoeder, enzovoort. Mijn vader
geboren in een vluchtelingenkamp onder de
rook van Newcastle. Eerste Wereldoorlog. Hij
begon een eeuw geleden, de Duitsers liepen
‘poor little Belgium’ onder de voet. Hier hoeft
u dat allemaal niet te herdenken, prijs uw land
gelukkig.
Ik vertel deze kleine familiegeschiedenis
om te illustreren dat migratiebewegingen,
vluchtelingenproblematiek, over grenzen
stappen, binnen veilige grenzen blijven, geen
nieuwerwetsigheden zijn, hedendaagse onrust
in een op hol geslagen wereld. Grenzen als
veilige barrière of als ergerlijke muur waarop
ondernemende mensen telkens opnieuw
botsen, ze zijn tegelijkertijd oud en nieuw. We
moeten het dus ook niet in ons hoofd halen
om grenzen overhoop te gooien, migratie af te
schaffen of verknochtheid aan eigen bodem af
te doen als achterlijk of zelfs als verdacht.
We zullen er het beste van moeten maken,
zoals mijn berooide grootouders dat hebben
proberen te doen. Mijn vaders vader vertelde
op zijn sterfbed verhalen in het Engels met een
onvervalste Ierse tongval, zestig jaar voordien
opgepikt in de kroeg bij zijn Ierse kameraden,
zij en hij even laveloos. Mijn moeder trouwde
met een wereldreiziger, maar bleef haar
hele leven lang háár verhalen vertellen over
appelbomen in dorpstuinen en de geur van
vers gemaaid hooi. Als ze in vervoering raakte,
vloeide als vanzelf uit haar mond het krachtige
Brabantse dialect dat haar voorouders sedert
mensenheugenis hadden gesproken en dat
zij in andere omstandigheden zorgvuldig
verborgen hield.
Dat is en blijft het spanningsveld, ook in de
wereld die wij globaal noemen en waarin wij
onszelf zo graag zien als kosmopolieten: thuis
en niet thuis, daar en hier, aan deze zijde van
de grens en achter de grens.
Ik keer nog even terug naar de
tweehonderdste verjaardag van uw koninkrijk.
Nauwelijks zestien jaar na het begin, in 1830,
werd dwars door dat koninkrijk een grens
getrokken. Het huidige Nederland en het
huidige België ontstonden tegelijkertijd, het
ene land was de open wonde van het andere.
In Maastricht, in heel Limburg, was dat een
traumatische gebeurtenis. De provincie bleef
nog negen jaar bij België, de stad stond onder
het bevel van de koningsgetrouwe generaal
Dibbets, die er een adellijke titel aan over zou
houden. Ik betreur de scheiding van 1830 uit de
grond van mijn hart. De belgicist in mij zegt:
België had nooit mogen bestaan. En Nederland
binnen zijn huidige grenzen evenmin.
Ziehier waarom.
Het koninkrijk van voor 1830 was drietalig.
De kleinste taal, Nederlands, was de taal
van de meerderheid. Het Frans, destijds de
internationale taal bij uitstek, de taal van
diplomatie, cultuur, economische betrekkingen
en beschaving in het algemeen, was de taal
van een nogal kleine minderheid. Duits, dat
later de belangrijkste Europese taal zou worden
voor economie, wetenschap en techniek, werd
VIJF STELLINGEN OVER DE EUROREGIO
Breek de politiek uit haar keurslijf van Hollandse
methodes, Hollandse gewoonten, Hollandse
vooroordelen. Vergeet het centralistische Den
Haag, leer je kinderen vier talen en schud het
ultra-liberalisme van je af. Geert van Istendael
pleit voor meer zelfbewustzijn in de regio.
door Geert van Istendael
www.zuiderlucht.eu7 november 2014
door een nog kleinere minderheid gesproken.
Ook in delen van Zuid-Limburg was het Duits
zeer vertrouwd, lees er de gedenkschriften van
Frans Erens (1857-1935) op na. Hij werd geboren
in Schaesberg, hoorde thuis Limburgs, Frans
en Duits en heeft pas echt Nederlands geleerd
toen hij naar de kostschool ging in Roermond.
Van een linguïstisch evenwicht als dat van dit
helaas verdwenen koninkrijk kun je alleen
maar dromen. Groot en klein hielden elkaar in
balans.
Het grote voordeel zou zijn geweest dat alle
Nederlandse schoolkindertjes, van Maastricht
tot Delfzijl en Tietjerksteradeel, verplicht
zouden worden om op school ook grondig Frans
en Duits te leren. Dat zou pas een schaalmodel
voor Europa zijn geweest. Of, bescheidener, voor
de Euregio waar we ons nu bevinden.
Er is nog één gemist voordeel, u moet er eens
over nadenken. In dat verenigde koninkrijk
lagen Maastricht en Zuid-Limburg centraal en
niet perifeer, ten minste, op de noord-zuidas.
De afstand tussen Maastricht en Groningen
bedraagt ruim 300 kilometer. De afstand
tussen Maastricht en Schengen (het verste
zuidoostelijke punt van Luxemburg) bedraagt
ruim 200 kilometer.
Het kan dus niet verbazen dat ik 1830
verafschuw. Maar niemand kan de klok
terugdraaien. België en Nederland zijn
twee afzonderlijke, soms ergerlijke, soms
amusante realiteiten. Dat duurt nu al
honderdvierentachtig jaar en we moeten het
ermee doen. Bovendien leeft hier, in dit deel
van Europa, nog een derde, kolossale realiteit:
Duitsland.
Bij die realiteit, op een steenworp van
Belgisch en Duits grondgebied, wil ik enkele
controversiële stellingen poneren - naar
het schijnt ben ik daar niet bang van. Als
erevoorzitter van de Vlaamse PEN-club heb ik
altijd gepleit voor de grootst mogelijke vrijheid
van meningsuiting. Vrijheid in de eerste plaats
voor meningen die storen, voor meningen wa ar
ik het niet mee eens ben. Hier komen ze.
Stelling 1: Leer Frans en DuitsU moet zich in deze stad, in deze regio,
dringend ontdoen van die bizarre Nederlandse
verafgoding van het Engels.
Iedereen, waar ook ter wereld, heeft er alle
belang bij de talen van zijn buren te leren en
dat gebeurt ook heel vaak. Doe je het niet, dan
is het altijd in je nadeel. In België hebben de
Franstaligen collectief geweigerd Nederlands te
leren. Ze hebben dat hardnekkig volgehouden,
meer dan anderhalve eeuw lang, en hebben
er een zware tol voor betaald. Sinds 1950, toen
de Waalse industrie nog floreerde en arm
Vlaanderen nog geen verleden tijd was, is er
slechts zeven jaar een Waal premier geweest.
De andere 57 jaar waren het Vlaamse heren,
onder tot boven tweetalig. En wat zien we in
de 21ste eeuw? Mijn Franstalige landgenoten
leren panisch Nederlands. Ik denk dat vandaag
in Luik meer mensen Nederlands kennen dan
Maastrichtenaren Frans spreken.
Het is ooit anders geweest: Maastricht was in
1830 wellicht nog sterker verfranst dan Brussel.
‘BELGIË HAD NOOIT MOGEN BESTAAN. EN NEDERLAND BINNEN ZIJN HUIDIGE GRENZEN EVENMIN.’
>>
Grazende koeien bij industrieterrein Chemelot in Sittard-Geleen.
www.zuiderlucht.eu8 november 2014
Het dynamische Luikse industriebekken was
voor Maastricht niet alleen afzetgebied, het
was ook referentiegebied, voor cultuur en voor
scholing, en dat gold voor heel Zuid-Limburg.
We weten dat de Eerste Wereldoorlog die
oriëntatie op Luik heeft afgesneden. Maar Luik
ligt vandaag, honderd jaar later, nog altijd op
dezelfde plaats, nietwaar? Het is dan ook niet
meer dan logisch dat de kinderen in Maastricht
grondig Frans leren. Een boogscheut hier
vandaan kunnen ze die taal volop horen en
zien en spreken. Hetzelfde geldt uiteraard voor
Duits. De jeugd van Maastricht moet zo jong
mogelijk Duits beginnen te leren. Uit naakt
eigenbelang.
Niet dat ik iets tegen het Engels heb. Komaan,
ik zou de taal van Dylan Thomas en Emily
Dickinson verstoten!? Ik zal daar gek zijn. Ik heb
in Engeland gewoond. Ik heb daar door schade
en schande geleerd hoe moeilijk het is een
beetje fatsoenlijk Engels te spreken.
Wat mij tegen de borst stuit, is het
Angelsaksische taalimperialisme en nog
veel meer de slaafse onderwerping aan dat
imperialisme. Alle grote talen neigen tot
imperialisme, dat hoef je mij, de Belg, niet uit
te leggen. U zit hier in een benijdenswaardige
positie. U kunt zich tot andere, grote, prachtige
talen richten. Zij groeien in uw achtertuin.
De grote Duitse historicus Golo Mann, zoon
van Thomas, vond dat iedere jonge Europeaan
ten minste drie talen zou moeten kennen:
de moedertaal, Engels, allicht, en een derde
taal naar keuze. In dit gebied zou ik Golo
Manns idee dan ook uitbreiden tot vier talen:
Nederlands, Frans, Duits, Engels, en, voor der
gelukkigen die een talenknobbel hebben, meer
talen, ad libitum.
Ergo: Leer Frans en Duits. De rest komt wel
van zelf.
Stelling 2: Probeer op België te lijken
Het was generaal De Gaulle die gezegd zou
hebben dat je in Europa maar twee echte
naties hebt: Frankrijk en Nederland. Er zijn
argumenten aan te voeren voor dat idee van De
Gaulle, maar ik heb toch enkele bedenkingen.
Zoals zoveel buitenlanders identificeerde
de generaal Nederland in grote mate met het
calvinisme en wat men daar zo al aan verbindt.
Dat zijn goede en kwade zaken: tolerantie,
maar ook platte koopmansgeest, een zekere
botheid en tactloosheid in de omgang, maar
ook grote ernst en plichtsbesef. Enfin, u kent
de clichés. Een kleine anekdote om dat te
illustreren.
Deze stad heeft een mooi internationaal
poëziefestival, de Maastricht International
Poetry Nights. Jaren geleden, ik geloof zelfs bij
de eerste editie, heeft Hans van de Waarsenburg
me daar naartoe gehaald. We zaten met enkele
genodigden op een terrasje aan de Maas. Een
Oostenrijks dichter in ons gezelschap – en u
zult zien dat het land van herkomst zijn belang
heeft – merkte op dat Maastricht helemaal
niet de allure had van een calvinistische stad.
Toen ik hem vertelde dat het zuiden van
Nederland voor het allergrootste deel van
roomse herkomst is, zag ik het wantrouwen in
zijn ogen. Je zag dat hij dacht: die belazert mij.
Want tussen Nederland en calvinisme staat een
gelijkheidsteken. Ik weet het, er klopt geen ene
moer van, maar het cliché is taai.
Er is echter ook een belangrijk kenmerk van
Frankrijk dat ook Nederland in hoge mate
bezit. De twee landen lijken meer op elkaar
dan u denkt, en dat had De Gaulle dan weer
níet gezien. Frankrijk heeft de roep jakobijns te
zijn, dit wil zeggen, zeer gecentraliseerd: één,
ondeelbare republiek. Welnu, ook Nederland
is, zeker in de ogen van ons Belgen, een strak
gecentraliseerd land. En er is nog iets. Van
Frankrijk wordt gezegd dat het een koninkrijk
is vermomd als republiek. Van Nederland wordt
gezegd dat het een republiek is vermomd als
koninkrijk. Zoek de verschillen.
In de politieke cultuur van Nederland kunnen
de mensen van deze regio opkomen voor sterke
decentralisatie. Het is in uw eigen belang.
Kernachtig gezegd: klaag dus niet langer dat
Den Haag u vergeet, vergeet Den Haag. Breek
de Nederlandse politiek uit haar keurslijf van
Hollandse methodes, Hollandse gewoonten,
Hollandse vooroordelen. Alleen ú kunt dat.
Ergo: Probeer minder op Frankrijk te lijken.
Probeer op België te lijken.
Stelling 3: Kijk naar Bismarck, niet naar Thatcher In Europa heeft Nederland de reputatie
Engels en Trans-Atlantisch georiënteerd te zijn.
Soms zou je denken dat tussen Nederland en
de andere landen van continentaal Europa
een wijde zee ligt, alsof Nederland een der
vele eilanden is die deel uitmaken van het
eilandenrijk Groot-Brittannië. Bovendien heeft
het eiland Nederland de neiging af te drijven
richting Verenigde Staten.
Oude grenspaal tussen Nederland en Duitsland.
www.zuiderlucht.eu9 november 2014
Die oriëntatie is cultureel, politiek en
economisch. Talen zijn niet alleen dragers
van culturen, talen dragen ook ideologieën
uit. Het Engels is de dominante taal die het
ultraliberalisme uitdraagt dat onze planeet
teistert. Het kan geen toeval zijn dat vandaag de
sterkst gefundeerde kritiek op ons economische
bestel uit Frankrijk komt. De kritiek komt van
een man die aan het Massachusetts Institute
of Technology heeft gestudeerd en daar zijn
conclusies heeft getrokken. Ik heb het over
Thomas Piketty en diens monumentale analyse
Le capital au XXI siècle.
U in deze regio bent beter geplaatst dan wie
ook om een bezonnen en grondige kritiek
te formuleren op de ultraliberale dogma’s.
U kunt als het ware van in uw luie stoel en
met eigen ogen zien hoe het hier vlakbij
ontstane Rijnlandmodel, dat solidariteit en
sociale zekerheid combineert met rendement,
werkt, waar het hapert en waar je het kunt
moderniseren. U leeft op een boogscheut
van het land waar de ziekteverzekering, de
werklozensteun en het pensioen werden
uitgevonden, nog wel door de grootmeester van
de Realpolitik, de aartsconservatief Bismarck.
Ergo: Kijk naar Bismarck. Niet naar Thatcher.
Stelling 4: Deze regio is slechts in schijn perifeer Bij de voorbereiding van dit verhaal stootte ik
telkens weer op de woorden periferie, perifeer.
Is Zuid-Limburg perifeer? Is Aken en achterland
perifeer? Is Luik perifeer? Is Hasselt perifeer?
Zeer zeker wel, als je al die gebieden en steden
bekijkt vanuit hun eigen staatsbestel. Maar nou
dacht ik in mijn naïviteit dat Europa er net
gekomen was om die zienswijze uit de wereld
te helpen. Om grenzen zo niet op te heffen dan
toch te laten vervagen. Vervaagd zijn ze zeker,
die grenzen. Opgeheven niet - en ik denk ook
niet dat zoiets wenselijk is.
Toen ik één jaar oud was, verhuisden mijn
ouders van Brussel naar Utrecht. Toen ik
zes was, keerden ze met hun gezin terug
naar België. Ik bewaar daar herinneringen
aan, vooral de grens is me bijgebleven. De
douaniers in het station van Roosendaal. En
dan het wachten. Het eindeloze wachten in
dat station, uren en uren. Jaren later, in 1982,
toen ik voor het eerst naar het Oostblok trok,
flitsten die herinneringen door mijn hoofd
toen ik aan de Tsjecho-Slowaakse grenspost
Waidhaus-Rozvadov in mijn auto zat te wachten
bij het IJzeren Gordijn. Uren. Zoals destijds in
Roosendaal. Dat heeft Europa afgeschaft. Bij
Breda en bij Vroenhoven rij je gewoon door.
Geen douaniers meer die je in de trein bij Visé
bestraffende blikken toewerpen.
Zuid-Limburg perifeer? Als je nu zou zeggen,
Przemyśl, in het uiterste oosten van Polen, bijna
bovenop de Oekraïense grens, of Lappeenranta,
West-Karelië, bijna in Rusland, daar kun je
discussiëren over perifeer. Niet hier. Deze
Euregio was het epicentrum van het eerste rijk
dat na de val van Rome weer grote delen van
Europa onder één gezag bracht. Karel de Grote
koos Aken als hoofdstad, waar eeuwen na hem
de Rooms-Duitse koningen werden gekroond.
Centraler kun je niet zijn. Luik was in de tiende
eeuw het Athene van het noorden en eeuwen
later de belangrijkste industriestad van het hele
Europese continent.
Nu kan iedereen zeggen, die roemrijke
geschiedenis, daar zijn we vet mee. Het gaat
over vandaag, meneer.
Ik heb me terdege gedocumenteerd en beken
dat ik met verbijstering heb gelezen hoe deze
regio, niet alleen in Nederland trouwens, echt
als een verafgelegen gewest wordt behandeld.
Met name inzake openbaar vervoer dacht ik
soms dat ik nog altijd zes jaar oud was. Internet
huppelt vrolijk rond over de hele planeet, maar
de trein naar Aken kruipt.
Aan de andere kant heb ik gelezen over
initiatieven die de overzijde van de grens
opzoeken, welbewust en zeer beredeneerd.
Ik geef slechts het voorbeeld van de campus
op het terrein van de voormalige staatsmijn
Maurits, waar universitaire wetenschappers uit
Maastricht, Eindhoven en Aken elkaar vinden
voor onderzoek in de bio-industrie - volgens mij
de enige toekomst die de Europese industrie
nog rest.
Ergo: Deze regio is slechts in schijn perifeer.
In Europa ligt deze regio centraal. Alleen
zijn ze daar nog niet achter gekomen in
provinciesteden als Brussel of Den Haag.
Stelling 5: Kies uw burgemeesters De 21ste eeuw is de eeuw van de steden. In
2050 zal drie kwart van de wereldbevolking in
steden wonen, zo niet meer. De Amerikaanse
politicoloog Benjamin Barber stelt in zijn boek
If Mayors Ruled the World dat vandaag en in de
toekomst alleen steden ervoor kunnen zorgen
dat de democratie blijft leven. Nuance: ook
stadsregio’s kunnen die rol spelen. En wat is de
Euregio anders dan een stadsregio, met enkele
belangrijke knooppunten die groot genoeg zijn
om efficiënt te werken en niet té groot zodat ze
onoverzichtelijk en onhanteerbaar worden.
Nederland heeft daar een ernstig nadeel,
en ik verwijs naar mijn opmerkingen over
het centralisme in dit land. De Nederlandse
burgemeester is een ambtenaar, een gezant van
het centrale gezag. Niet zo in het omringende
buitenland. In het toch zo jakobijnse Frankrijk
heb je meer dan dertigduizend door de
plaatselijke burgers verkozen burgemeesters.
Ergo: In deze regio maakt u zich sterk voor
de verkozen burgemeester. De burgemeester-
ambtenaar is een democratisch onding. .Dit is een ingekorte versie van een lezing
die Geert van Istendael op 31 augustus hield
in Maastricht bij de presentatie van het
burgermanifest ‘Waar een wil is, is geen grens’.
‘INTERNET HUPPELT VROLIJK ROND OVER DE HELE PLANEET, MAAR DE TREIN NAAR AKEN KRUIPT. ’
De Euregio Maas Rijn.
www.zuiderlucht.eu10 november 2014
Newtropolis: Europa met de erkende Euregios, infrastructureel netwerk en de vier grootste luchthavens.
Newtropolis: Hasselt in verbinding met de Euregio Maas-Rijn. Blauw: geografische ligging. Rood: afstand in tijd met de trein. Groen: afstand in tijd met de auto. Er wordt inmiddels
gewerkt aan een verbeterde verbinding tussen Hasselt en Maastricht d.m.v. een sneltram.
Newtropolis: Heerlen in verbinding met de Euregio Maas-Rijn. Blauw: geografische ligging. Rood: afstand in tijd met de trein. Groen: afstand in tijd met de auto.
Het Newtropolis-onderzoek heeft zich gericht op drie
thema’s:
- De fysieke en mentale afstanden binnen de
Euregio.
- De dichtheid en diversiteit van de (gesubsidieerde)
culturele instellingen.
- De stedelijke dichtheid van de regio ten opzichte
van een vergelijkbare stad met eenzelfde aantal
inwoners.
De kaarten hebben als doel de thema’s te visualiseren
en zijn een oproep om data rondom deze thema’s te
verzamelen. Het is gebleken dat grensoverschrijdende
bewegingen moeilijk in kaart te brengen zijn
en dat over deze thema’s nog te weinig bronnen
beschikbaar zijn. Het Newtropolis-onderzoek is een
eerste verkennende beweging en wil, met het beeld
brengen van deze thema’s, de potentiële toekomstige
Euregionale samenwerking bevorderen.
Context en ligging in Europa
De Europese Unie erkent een groot aantal euregio’s
die ieder met hun eigen agenda aanspraak doen
op ontwikkelingsgeld. De Euregio Maas-Rijn ligt,
samen met de aangrenzende euregio’s, in een deel
van Europa waar de vier grootste vliegvelden liggen.
De positie ten opzichte van het infrastructurele
netwerk van water-, rail- en snelwegen is minder
gunstig. Enkel de stad Liège is aangesloten op het te
verbeteren netwerk waar de Europese Unie tot 2020
geld voor uittrekt.
Afstanden en verbindingen
Binnen de Euregio Maas-Rijn is het infrastructurele
netwerk enkel op het niveau van de individuele
landen georganiseerd. Afstanden tussen de steden
lijken niet groot, maar worden door een gebrek
aan verbindingen groter in tijd. De bereikbaarheid
van steden in de Euregio Maas-Rijn laat een groot
verschil zien tussen reistijd met de auto en de trein.
Dit beïnvloedt de keuze voor het bezoeken van een
andere stad of evenement in de Euregio, en maakt de
gevoelsafstand binnen de Euregio groter.
Afstanden vanuit Hasselt
Brussel
Hasselt
Maastricht
Heerlen
Luik Eupen
Aken
Keulen
Düsseldorf
RotterdamHemelsbreed (kilometer)
Trein (minuten)Auto (minuten)
Afstanden vanuit Heerlen
Brussel
Hasselt
Maastricht
Heerlen
Luik Eupen
Aken
Keulen
Düsseldorf
RotterdamHemelsbreed (kilometer)
Trein (minuten)Auto (minuten)
NEWTROPOLIS - HET ONDERZOEK
www.zuiderlucht.eu11 november 2014
Newtropolis: Aken in verbinding met de Euregio Maas-Rijn. Blauw: geografische ligging. Rood: afstand in tijd met de trein. Groen: afstand in tijd met de auto.
Newtropolis: de gesubsidieerde culturele instellingen in de Euregio Maas-Rijn met de diversiteit: pop/muziek (rood), design/kunst (grijs), film (donder blauw), theater/concert
(licht blauw), erfgoed/wetenschap (oker)
Newtropolis: de gebouwde structuren in de Euregio Maas-Rijn. Bron: project LP3LP
Culturele diversiteit
In een gebied met 3,9 miljoen inwoners zijn in
iedere stad binnen de Euregio Maas-Rijn de culturele
voorzieningen op een eigen manier georganiseerd.
Het aantal gesubsidieerde instellingen in de
Euregio is talrijk. Per stad ligt de focus op cultuur
verschillend. (dit is in deelkaarten verder uitgewerkt)
De dichtheid van musea is groot, zeker ten opzichte
van een stad met eenzelfde inwoneraantal. Iedere
instelling bedient traditioneel het publiek uit eigen
stad en land, wat maar een deel is van de totale
Euregio. De potentie van 3,9 miljoen potentiele
bezoekers kan musea bekendheid geven op
wereldniveau.
Stedelijkheid
De dichtheid van inwoners in de Euregio Maas-Rijn
is hoog, maar tegelijkertijd is er geen sprake van een
hoge bebouwingsdichtheid. In ieder land of landsdeel
is anders omgegaan met de planning van bebouwing.
Dit heeft o.a. te maken met het landschap en de
manier (cultuur) van bouwen. Ieder stadje heeft zich
anders ontwikkeld, maar dat wil niet zeggen dat de
verzameling van steden geen model voor nieuwe
stedelijkheid zou kunnen vormen. De Euregio Maas-
Rijn is een stedelijk netwerk met verschillende centra
en knooppunten, met unieke landschappelijke
kenmerken. Deze kwaliteit kan een verbindende
factor zijn die een mogelijke aanleiding vormt om
toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen op de schaal
van de Euregio te initiëren.
Muziek
Beeldende Kunst / DesignFilmTheaterErfgoed / Wetenschap
Hasselt - Genk
Alden Biesen
Hedge House
Kunst Aus NRW
Eupener StadtmuseumCapitol
IKOB
Chudoscnik Sunergia
Leopold-Hoesch-Museum
Continium
Kasteel Hoensbroek
Gallo-Romeins MuseumVelinx
Begijhofmuseum
Excelsior Cinéma
Kinepolis Liège
Maastricht
Sittard - Geleen
Heerlen
Aken
Luik
Afstanden vanuit Aken
Brussel
Hasselt
Maastricht
Heerlen
Luik Eupen
Aken
Keulen
Düsseldorf
RotterdamHemelsbreed (kilometer)
Trein (minuten)Auto (minuten)
Initiator: SCHUNCK*
Uitvoering onderzoek: Studio Kernland Maastricht
Kaarten: Werkmannen Hasselt
De kaarten op deze pagina zijn een selectie van meerdere
kaarten uit het totale Newtropolis-onderzoek. De resultaten
van het gehele onderzoek zin beschikbaar via schunck.nl
Dit project werd mede mogelijk gemaakt door de Provincie
Limburg, het Stimuleringsfonds voor Creatieve Industrie en
de gemeente Heerlen.
Kijk de bijeenkomst over Newtropolis terug via schunck.nl
www.zuiderlucht.eu12 november 2014
Hij is wel stoer hoor, die David Loozen.
Hij doet zijn voordracht in bedrijfstenue:
donkere broek, met daarop een verticaal
gestreept IKEA-shirt in de huiskleuren blauw
en geel plus logo. Daarop een badge met zijn
naam en functie: marketing manager.
Loozen is een graag geziene gast in
bijeenkomsten als de expert-meeting van
Newtropolis, eind oktober in Schunck. IKEA
Heerlen is een onversneden succesverhaal,
zeker als het gaat om grenzen slechten.
Opgericht in 1943 heeft de Zweedse
multinational inmiddels 350 vestigingen
in dertig landen. Nieuwe expansie is te
verwachten in Rusland, India en China. Alle
producten zijn van Zweedse ontwerpers, twee
derde van de artikelen worden ergens in
Europa gemaakt.
Vanzelfsprekend was het niet dat IKEA zich
in Heerlen zou vestigen. De winkel moest de
trekker worden van een meubelboulevard
die zou uitgroeien tot een van de grootste
van Europa. Na het nodige gedonder tussen
politiek en lokale ondernemers ging de
kogel door de Billy. Loozen: “IKEA Heerlen
was bij de oprichting al te klein. Er was veel
te weinig rekening gehouden met de Duitse
markt. Binnen IKEA Nederland lag de keiharde
afspraak dat alleen reclame gemaakt mocht
worden binnen de landsgrenzen.”
Met een afzetmarkt van 360.000
huishoudens hoort IKEA Heerlen tot de
vestigingen met de kleinste afzetmarkt. Toch
is de Heerlense vestiging met twee miljoen
bezoekers de best lopende in Nederland.
“Omdat wij de enige vestiging zijn die zich
aan de markt heeft aangepast”, zegt Loozen
droog. “We communiceren in het Nederlands
en het Duits via huis-aan-huisbladen maar
ook via Facebook en Twitter.” Resultaat: vijftig
procent van de omzet komt uit Nederland,
31 procent uit Duitsland en 19 procent uit
Vlaanderen. Dat de zaak, ondanks eerdere
stalorders, zich nu ook in de communicatie op
het omringende buitenland richt, heeft IKEA
Heerlen op het Amsterdamse hoofdkantoor
moeten bevechten, licht Loozen in de pauze
van de meeting toe.
Anders dan op tal van andere gebieden
blijkt de grens voor het shoppen geen enkele
belemmering. Voor woon-werkverkeer is
het weer totaal anders. Tachtig procent van
de 460 werknemers bij IKEA Heerlen komt
uit Heerlen en omstreken, voor Duitse en
Belgische arbeidskrachten blijkt de grens
wel degelijk een obstakel. Loozen zou graag
wat meer balans willen hebben in de komaf
van zijn personeel. Meubels gaan kennelijk
makkelijker de grens over dan werknemers. En
ondernemers. Volgens directeur Hans Kasper
van onderzoeksbureau E’til is een kwart van
de Nederlandse ondernemers actief in het
buitenland. In de grensprovincie Limburg ligt
dat percentage met 31 procent niet echt veel
hoger.
IKEA IS TENMINSTE TWEETALIG IKEA Heerlen is met jaarlijks twee miljoen bezoekers na de Efteling
en het Rijksmuseum de derde dagattractie van Nederland. De
helft van de klandizie komt uit Duitsland en België, terwijl dat
oorspronkelijk helemaal niet de bedoeling was. “We hebben ons aan
de markt aangepast.” door Emile Hollman
www.zuiderlucht.eu13 november 2014
Wat Loozen van zijn klanten weet? Belgen
hebben grotere huizen en kopen dus
grotere keukens. De Duitsers houden meer
van klassiek en kopen graag keukens in
countrystyle. Verder verschillen Nederlanders,
Duitsers en Belgen bij IKEA nauwelijks in
koopgedrag. Dat er weinig data zijn over de
grensregio’s, met alle belemmeringen van
dien, IKEA maalt er niet om. De Zweden
hebben zich in de loop der jaren aangepast
aan hun koperspubliek.
De data die er zijn, bijvoorbeeld bij
onderzoeksbureau E’til, blijken weinig
verrassend. Zo gaat 75 procent van
de Limburgers wel eens over de grens
winkelen, weet E’til-directeur Hans
Kasper te melden. Hun beweegredenen
zijn evenmin opzienbarend: ze willen er
eens een dagje tussenuit, of rondneuzen
in winkelassortimenten over de grens.
Grensoverschrijdend kooppubliek vindt het
gras aan de andere kant altijd groener, lees:
goedkoper. Kasper: “De Duitsers komen naar
Nederland omdat het hier goedkoper is. De
Belgen: idem dito. En de Nederlanders gaan
om dezelfde redenen naar Aken of Hasselt.
Het is pure beleving want het kan niet overal
goedkoper zijn. Maar je hebt er wel handel
aan.”
Wat kan de Euregio nu opsteken van
twee miljoen bezoekers uit drie landen die
IKEA Heerlen jaarlijks trekt? “IKEA is in elk
geval tweetalig”, zegt Ger Essers, auteur
van het boek Waar een wil is, is een grens. En
architect Jo Coenen, sinds kort directeur
van de Internationale Bau Ausstellung
Parkstad, zou een deel van die twee miljoen
bezoekers maar wat graag doorsluizen naar
culturele instellingen. Hij verwijst naar de
door hem ontworpen Openbare Bibliotheek
in Amsterdam, die jaarlijks ruim vier miljoen
bezoekers trekt. Het gebouw is daarmee de
beste bezochte culturele instelling in de
hoofdstad. De voornaamste overeenkomst
die Coenen ziet tussen de bibliotheek: zeven
dagen per week open, als het kan tien uur per
dag. . .
‘ALLEEN VOOR HET SHOPPEN VORMT DE GRENS GEEN ENKELE BELEMMERING.’
Vlaggen symboliseren het internationale karakter van IKEA Heerlen.
www.zuiderlucht.eu14 november 2014
In de vier decennia van haar bestaan is de
Euregio Maas-Rijn haar eigen rituelen gaan
ontwikkelen. In een bijna ontelbaar aantal
bijeenkomsten benoemden bestuurders,
wetenschappers en andere betrokkenen de
verschillen en problemen van een gebied
met vijf cultuurgemeenschappen in drie
verschillende landen. Talrijk waren ook de
intentieovereenkomsten, grensoverschrijdende
programma’s en samenwerkingsverbanden.
Goede bedoelingen ten over, maar zonder
resultaat. De groepen in de Euregio leven nog
steeds langs elkaar heen.
Met die traditie in gedachten kwam Johannes J.
Arens van het Zweckverband Regio Aachen naar
de expertmeeting Newtropolis, eind 24 oktober
in Heerlen. Hij had, in vloeiend Nederlands,
tien aansporingen meegenomen. Omdat het
stilaan toch eens tijd wordt om écht stappen te
maken.
Hier komen ze:
1. Geen algemene workshops meer
Arens gelooft dat er inmiddels genoeg
bijeenkomsten zijn gehouden waar
werd stilgestaan bij de vraag wat de
Euregio precies nodig heeft. “Bovendien
klinken steeds weer dezelfde mantra’s
over ‘mensen verbinden’ en ‘grenzen
overwinnen’.”
2. Geloof niet in wonderen
“Ik was als vertegenwoordiger van
de regio Aken betrokken bij de
voorbereidingen voor de kandidatuur
van Maastricht Culturele Hoofdstad van
Europa 2018. Steeds weer klonk daar de
diepe wens ‘Als we nu maar eens een
gezamenlijk digitaal platform hadden’.
Vanuit de gedachte dat zoiets zo’n beetje
alle bestaande problemen zou oplossen.
Onzin natuurlijk. Ga gewoon aanpakken,
dingen doen.”
3. Vergeet alle rivaliteiten
Arens kent het uit de regio Aken, waar
hij woont en werkt. “Aken beschouwt
zichzelf als een soort. De andere plaatsen
in de nabije omgeving voelen zich tekort
gedaan en willen voor zichzelf opkomen.
In Nederland kostte het enige tijd voor
ik de spanning tussen Maastricht en
Heerlen aanvoelde. In België spelen
soortgelijke tegenstellingen tussen
Hasselt en Genk en tussen Luik en Visé.
Het is deels folkloristische rivaliteit die
niets oplevert.”
4. Verenig de krachten
Er mag in de Euregio dan volcontinu
gepraat worden over samenwerking en
synergievoordelen, dat betekent volgens
Arens niet dat daar het maximale wordt
uit gehaald. Vaak eerder het tegendeel.
“Er zijn heel veel kleine initiatieven die
bijna of helemaal hetzelfde doen.”
5. Maak gebruik van het bestaande
“Kijk naar wat er al is en maak daar
gebruik van. Waarom niet die enorme
stroom kopers, die naar de Ikea in
Heerlen komen, attenderen op andere
zaken? Zo zijn er heel veel van dat soort al
ingesleten bewegingen. Ik ben zelf groot
geworden in Monschau. Mijn moeder
ging van daaruit vroeger steevast één
keer in de week naar de markt in Vaals.
Ikzelf ging destijds met de Interliner-
bus van Aken naar de kunstacademie
in Maastricht. Tachtig procent van de
passagiers die daar in zaten, waren ook
mensen van de academie of studenten
van de Universiteit Maastricht.”
6. Gebruik bestaande fondsen
Financiering is voor de kunstwereld
in tijden van bezuiniging een
groeiend probleem, maar volgens
Arens zijn er voor de attente culturele
ondernemer nog best potjes te vinden.
“Noordrijn-Westfalen kent zogenaamde
GENOEG GEPRAAT
Als spreker tijdens een expertmeeting over
Newtropolis wilde Johannes J. Arens niet het
zoveelste Euregionale praatje houden. Liever
gooide hij de knuppel in het hoenderhok.
door Paul van der Steen
www.zuiderlucht.eu15 november 2014
ColofonDeze uitgave werd mede mogelijk
gemaakt door Schunck Heerlen.
Concept: Hein Smedts/Wido Smeets
Eindredactie: Emile Hollman
Fotografie: Schunck*, met dank aan VIA2018
Teksten: Emile Hollman, Geert van
Istendael, Hein Smedts, Wido Smeets,
Paul van der Steen
Vormgeving: Obidesign/ Annebeth Nies
Förderschienen, met bijdragen
voor projecten met een euregionale
invalshoek tussen de vierduizend en de
dertigduizend euro. Veel van dat geld
blijft ongebruikt. Instellingen weten het
niet of nauwelijks te vinden.”
7. Wees realistisch
“Ga je als Euregio niet vergelijken met de
stedelijke agglomeratie als bijvoorbeeld
Düsseldorf-Keulen-Bonn.” Zelf verruilde
Arens vier jaar geleden een bestaan in
Berlijn voor zijn huidige baan en leven.
Dat leverde veel onbegrip op in zijn
omgeving. “Hoe kon ik weggaan voor een
toekomst in zo’n uithoek? Ik verdedigde
me dan door te vertellen dat ik terugging
naar een stedelijk gebied met 3,9 miljoen
inwoners. Nu weet ik dat zo’n verweer
onzin is. Het is hier hartstikke leuk, hoor.
Maar we zijn geen metropool. Draag dat
dus ook niet uit.”
8. Minder praten over de Euregio
Ook buiten de workshops van de eerste
stelling blijft euregionale ambitie volgens
Arens te vaak steken in het drijfzand van
eindeloze discussies. Niet doen dus.
9. Heb goede ideeën
Arens signaleert van tijd tot tijd creatieve
armoede. “Dan hebben mensen of
instellingen weet van het bestaan
van fondsen en vragen ze: ‘Met welke
projecten moet ik dan komen?’ Op die
manier werkt het natuurlijk niet. Het
gaat om goede ideeën.”
10. Wees moedig
Arens: “De voormalige Duitse
bondskanselier Willy Brandt gebruikte
een tijdje de slogan ‘Mehr Demokratie
wagen!’. Dat vertaal ik voor de situatie
hier dan maar naar ‘Mehr Euregio
wagen!’. We moeten meer durf tonen.”.
‘HET IS HIER HARTSTIKKE LEUK, HOOR. MAAR DEZE REGIO IS GEEN METROPOOL. DRAAG DAT DAN OOK NIET UIT.’
Een van de grote problemen binnen de Euregio vormen de grensoverschrijdende treinverbindingen.
www.zuiderlucht.eu16 november 2014
Bongerd 18 Heerlenwww.schunck.nl+31(0)455772200
nov: David Bade tekent heerlen onder de tafel / nov - jan: unbuilt Heerlen / tentoonstelling Marit Törnqvist, het feest der verbeelding / driver’s seat ‘zo helder als m’n erwtensoep’ / mrt: Gwen van genderen, undergroud / Mrt - mei: oÉT D’R SJTUB / Apr: Spoken Beat Night met Bas Haring / MEER IN 2015: IBA meets IBA / Mies van der rohe - moment / jaar van de Mijnen: david Bade #3 / selene driessen, canto de las minas / Wafae Ahalouch el Keriasti /mijnshop&mijncollectie/
16.11.2014 - 12.12.2014 EAP 2014 in Aken Bayernallee 9, Aachen De euregionale prestigieuze architec tuurprijs (eap) is een van de belang rijkste initiatieven in de euregio zowel voor de architectuuropleiding, het jong talent als ook voor het vaknetwerk. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt voor het beste afstudeerproject van de vijf architectuuropleidingen in de euregio maas-rijn. Prijsuitreiking 15 nov. om 19 uur in Aken.www.eap-pea.org
26.09.2014 - 18.01.2015 Unbuilt heerlenSchunck* glaspaleis ‘unbuilt heerlen’ onderzoekt de ontwikkeling van de stad heerlen aan de hand van ongebouwde architectuur en stedenbouw. ‘Hoe is er in het verleden over de stad nagedacht?’ ‘wat waren de ideeën over heerlen, het centrum, het station en omgeving?’. Ontdek heerlen zoals je het nog nooit eerder zag en denk mee over de toekomst van de stad. meer weten? download onze audiotour >> Scan de QR code, download de app en zoek op ‘unbuilt heerlen’.
najaar 2015Mies van der Rohe MomentSchunck* glaspaleiseen van de highlights van 2016 is de expositie over mies van der rohe, de architect van het nieuwe bouwen. Vooruitlopend op de tentoonstelling presenteert schunck* een introductie, waarin ook de erfenis van het modernisme in heerlen wordt belicht.
SCHUNCK* 20.000 kuub cultuur
een greep uit ons programma 2014-2015
Newtropolis wordt mede mogelijkgemaakt door: