Netwerkschool krant

5/10/2018 Netwerkschool krant - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/netwerkschool-krant 1/8

deNetwerkschoolNog voor de Netwerkschoolexperimenten echt begonnen, zoemden al diverse

bedenkingen rond. Projectleiders Anke Visser (Helicon Velp) en Leon Abbink

(ROC van Twente) weerleggen de vijf belangrijkste. Hebben we straks geenzomervakantie meer? En voor maatwerk hebben we toch helemaal geen tijd?

pagina

2

De komende jaren voeren de vijf Netwerkscholen hun plannen uit. Wat is de

stand van zaken in Eindhoven (ROC Eindhoven), Velp (Helicon), Boxtel (Sint -

Lucas), Almelo (ROC van Twente) en Boxmeer (ROC Nijmegen)?

De Netwerkschool begon in 2006 als een

gedachte-experiment, waarbij diverse

denktanks, onder leiding van de Argumen-

tenfabriek, brainstormden over de ideale

school. Maar het gedachte-experiment

bleek zo interessant te zijn, dat het mocht

uitgroeien tot een echt experiment. Mbo-

instellingen kregen het verzoek hun plan in

te dienen. Uit de stapel inzendingen wer-

den de vijf beste gekozen. Eind mei 2010

klonk voor dit vijftal het startschot voor de

uitvoering.

GEEN MODELSCHOOL, MAAR EENSCHOOLMODELDe Netwerkschool is geen modelschool,

maar een model om na te denken over de

inrichting van een mbo-school. Centraal

staat een slimme en flexibele inrichting van

het beroepsgerichte onderwijs. Dit bete-

kent ook: slimmer werken voor onderwijs-

professionals en managers. De

Netwerkschool heeft hierbij duidelijk een

andere insteek voor ogen dan de traditione-

le school. De school wordt een kennisin-

tensieve dienstverlener die inspeelt op de

individuele leerwensen en leerstijl van de

student. We laten het jaarklassensysteem

voor studenten los en gaan nog meer tijd-

en plaatsonafhankelijk werken. Studieloop-

baanbegeleiding wordt nog belangrijker en

intensiever. Verder is de Netwerkschool het

hele jaar open. Leerlingen en medewerkers

nemen, net als elders in de maatschappij,

in overleg vakantiedagen op. Naast onder-

wijs levert de school, via studentonderne-

mingen, een scala aan diensten aan zijn

omgeving. Intern betekent het dat de

school is georganiseerd als een dynami-

sche en servicegerichte netwerkorganisa-

tie. Extern staat de Netwerkschool voor

een hechte samenwerking met bedrijven

en instellingen in de regio en professio-

neel relatiebeheer. Bij dit alles worden ICT-

tools en sociale media ingezet voor werk

en educatie.

EN NU IN HET ECHT!Bovenstaande stond al in houtskool op

papier voordat de vijf scholen aan de slag

gingen. Maar in Boxtel (SintLucas), Eind-

hoven (ROC Eindhoven), Boxmeer (ROC Nij-

megen), Almelo (ROC van Twente) en Velp

(Helicon) wordt het voormalige gedachte-

experiment inmiddels met klare lijnen

ingetekend. Elke school bouwt, op een

eigen manier, zijn plan voor de Netwerk-

school uit. En dat is nu al zichtbaar. Zo

heeft Helicon het schoolgebouw heringe-

richt. Er is nu een vergaderruimte midden

in het gebouw, waarin iedereen (bedrijfsle-

ven, ouders, studenten, personeel, exter-

nen) kan gaan zitten. Verder is er een groot

prikbord ingericht om iedereen op de

hoogte te houden van de ontwikkelingen

van de Netwerkschool. Door het gebouw

heen zijn meerdere ruimtes voor algemeen

gebruik ingericht. Hier kan ook flexibel

gewerkt worden. En in Boxtel ontwikkelde

een studentenonderneming een huisstijl-

campagne voor de Netwerkschool. Het

beste concept is verder uitgewerkt. Meer

hierover en de stand van zaken bij de vijf

scholen, leest u in deze krant.

Tweede jaar Netwerkschool

HOUTKOOLSCHETSKRIJGT KLARE LIJNENBeter onderwijs tegen dezelfde of lagere kosten. Dat is het uit-

gangspunt van de Netwerkschool: een experiment waarbij vijf

scholen, onder wetenschappelijke begeleiding, vijf jaar lang hun op

het Netwerkschoolmodel gebaseerde plannen uitvoeren. We zitten

inmiddels in het tweede jaar. De contouren van de Netwerkschool

worden steeds meer zichtbaar. Hoogste tijd dus voor een krant met

de meest recente stand van zaken.

EINDHOVENSE NETWERK-SCHOOLSTUDENTEN MAKENROLSTOELSCHOMMELNauw samenwerken met de regio en het bedrijfsleven. Zie daar

een van de doelen van de Netwerkschool. En dat is precies wat ergebeurde bij de Netwerkschool Eindhoven...

Vier studenten – twee van de School voor

Techniek en twee van de School voor Bou-

wen & Wonen – bouwden samen een gemo-

toriseerde rolstoelschommel voor

Zorginstelling De Donksbergen in Duizel

(een woongemeenschap van mensen met

een verstandelijke beperking). De bewoners

kunnen met rolstoel en al in de schommel

worden gereden, waarna het apparaat lang-

zaam heen en weer wiegt. Dit zorgt ervoor

dat de cliënten mentaal en fysiek tot rust

komen. Bijkomend voordeel van de schom-

melstoel is dat de begeleiders hun aandacht

zo beter kunnen verdelen. Begin juli werd

de rolstoelschommel opgeleverd. Het resul-

taat: genietende cliënten en vier trotse stu-

denten. ‘We hebben dit met veel plezier

gedaan. Je maakt iets waar de mensen wat

aan hebben’, aldus Daan de Vos, één van de

studenten die de rolstoelschommel heeft

gemaakt. ‘Als je ziet hoe ze hiervan gen ie-

ten, geeft dat je veel voldoening’.

Posters van de Netwerkschool, gemaakt door Sanne Huizinga, een van de studenten Mediavormgeving vanhet SintLucas College.

NETWERK ACADEMY: HET ORGANISATIEBUREAUVAN DE NETWERKSCHOOL

Brengen en halen zit in onze genen. We

weten dat we niet steeds het wiel hoeven

uit te vinden. Zie daar de netwerkgedachte

die – de naam zegt het al – essentieel is

voor de Netwerkschool. De vijf Netwerk-

scholen mogen tot en met 2015 hun plan-

nen uitvoeren, maar staan er niet alleen

voor. Andere scholen, bedrijfsleven, poli-

tiek en overige betrokkenen kunnen mee-

denken en meebouwen. De Netwerk

Academy organiseert bijeenkomsten om dit

delen van kennis te stimuleren. Zo zijn er de

informatie- bijeenkomsten van de Netwerk-

school, waarin u bijgepraat wordt over de

ontwikkelingen, maar ook in discussie kunt

gaan met de projectteams van de vijf deel-

nemende scholen. U kunt dus met uw erva-

ring en kennis meebouwen aan de school

van de toekomst. Hou de website van de

Netwerk Academy (www.netwerkadademy.nl)

in de gaten, want deze sessies mag u niet

missen. Steeds weer anders, maar altijd

spraakmakend, onderhoudend en in hoge

mate interactief!

pagina

3-7

Leren van elkaar, ideeën delen, samen zaken aanpakken en deskundigheid opbouwen. Dat is de inzet

van de Netwerk Academy. Dit organisatiebureau van de Netwerkschool brengt partijen in en rond het

middelbaar beroepsonderwijs samen en geeft zo synergetische voeding aan de NWS-doelstellingen.



BEDENKING 1: ‘Geen lange zomervakantie

meer? Moet ik dan het hele jaar door wer-

ken?’

Anke Visser: ‘Op een Netwerkschool

nemen leerlingen en medewerkers in over-

leg vakantiedagen op. Net als in het

bedrijfsleven dus. Daar hoeft ook niet

iedereen de hele zomer door te werken. ’

Leon Abbink: ‘We stemmen vraag en aan-

bod op elkaar af. Als studenten in de zomer

willen afstuderen, dan zorgen wij er voor

dat daar begeleiding voor is. Het is niet van

deze tijd om tijdens de vakanties koste wat

kost dicht te zijn.’

BEDENKING 2: ‘Ook ’s avonds open? Moet ik

dan ook ’s avonds werken?’

Anke Visser: ‘Nee, dat hoeft niet. Bij ons

zijn bijvoorbeeld ook studenten avondcon-

ciërge. Zij verdienen op die manier een

centje bij. Natuurlijk ging dat in het begin

een keer fout en lag er een student met

zijn poten op tafel, terwijl er ook cursisten

in het pand aanwezig waren. Maar wan-

neer je dat één keer corrigeert, komt het

niet meer voor. ’

Leon Abbink: ‘In de avond werken kan ook

gewoon fijn zijn. Zo kunnen docenten

’s ochtends in alle rust de kinderen weg-

brengen en boodschappen doen om vervol-

gens ’s avonds wat zaken van die dag af te

handelen. Dat sluit dus aan bij de persoon-

lijke wensen van medewerkers. Ik merk wel

dat er op dit vlak een verschil tussen de

generaties is; bij de jongere docenten is

het geen probleem dat privé en werk door

elkaar heen lopen, bij de babyboomers zie

je toch vaker een behoefte aan een strikte

scheiding.’

BEDENKING 3: ‘Geen vaste contracten meer?

Prestatieafspraken? Hoe moet dat dan met

mijn hypotheek?’

Leon Abbink: ‘Als ik nu een vakdocent aan-

neem, is hij wat kennis betreft volgend jaar

over de datum. Ik huur die kennis liever in

bij kleine zelfstandigen. Dan kunnen de

vaste opleiders binnen de Netwerkschool

zich meer richten op de begeleiding en de

organisatie van de opleiding.’

Anke Visser: ‘Ik merk dat externen zich

veel meer bewust zijn van de product- en

prijsafspraken die we maken. Met hen kan

ik ook prestatieafspraken maken. Ik heb

mijn vaste docentencorps dan ook al uitge-

daagd docentenmaatschappen te begin-

nen. Zij kunnen dan wellicht zelfs meer

verdienen dan ze nu doen.’

BEDENKING 4: ‘Nauwer samenwerken met

het bedrijfsleven? Dat kost toch alleen

maar tijd?’

Leon Abbink: ‘De onderwijswereld en het

bedrijfsleven zijn twee aparte werelden;

wij proberen die werelden dichter bij

elkaar te brengen. We moeten de bureau-

cratie verminderen en bedrijven ontlasten.’

Anke Visser: ‘Wij bieden bedrijven de gele-

genheid een vestiging binnen onze school

te beginnen. Zij moeten wel een relatie

hebben met het onderwijs dat op school

gegeven worden en moeten daar ook over

meedenken en aan bijdragen.’

BEDENKING 5: ‘Maatwerk voor de student?

Daar hebben we toch helemaal geen tijd

voor!’

Anke Visser: ‘Wij hebben als doel de indivi-

duele talenten van studenten en docenten

te ontplooien. En dan moet je dus wel

maatwerk bieden. Studenten hebben bij

ons zelf het initiatief genomen een studen-

tenraad op te starten. Laatst hadden we

hier een groot schoolfeest. Zag je de stu-

denten druk in de weer om het hele terrein

te fatsoeneren.’

Leon Abbink: ‘Probleem is dat het onder-

wijsbeleid van nu enorm beheersmatig is.

Alles wat we doen moeten we verantwoor-

den, terwijl de vraag van de klant enorm

flexibel is. Dat gaat niet altijd goed samen.

Neem nu die 850-urennorm. De ene stu-

dent heeft er zeshonderd nodig, de ander

duizend. Ik vind dat we los moeten komen

van de regels en de ruimte moeten krijgen

om te luisteren naar onze klanten. Begrijp

me niet verkeerd: ik geloof in mijn instel-

ling, maar wij willen meer. We willen de

oerkracht weer terug. En daar heb je vrij-

heid voor nodig.’

Vijf bedenkingen weerlegd

DE NETWERKSCHOOL:ZELFS HET ONMOGELIJKE IS MOGELIJK!De Netwerkschool is iets anders, iets nieuws. En dus zoemden al diverse bedenkingen rond, nog voor de experimenten echt begonnen.

Projectleiders Anke Visser (Helicon Velp) en Leon Abbink (ROC van Twente) weerleggen de vijf belangrijkste.

WWW.NETWERKSCHOOL.NL:LEVENDIGE COMMUNITYDe Netwerkschool is meer dan de vijf experimenterende mbo-instellingen. Het is ook een community die steeds meer gaat

leven. Op netwerkschool.nl kunnen alle betrokkenen elkaar op

diverse manieren informeren en inspireren. Hier vindt u hetnieuws en tweets (@netwerkschool, #netwerkschool). Verslagen

van bijeenkomsten. Interviews met studenten, docenten, project-

leiders, ouders en aandere betrokkenen. Foto’s, filmpjes enbeschrijvingen van projecten. En vragen die spelen binnen de

opleidingen, maar waar ‘mensen van buiten’ misschien ook wel

een antwoord op hebben. Surf dus regelmatig naar netwerk-school.nl en denk en bouw mee!

De zes pijlers van de Netwerkschool:

• Tijd: de Netwerkschool is het hele jaar open

• Aandacht: er is altijd persoonlijke aandacht voor de

studenten (studiebegeleider, leerlingvolgsysteem)

• Maatwerk: studenten volgen modules in hun eigen

tempo (zittenblijven kan niet)

• Netwerk: de school werkt nauw samen met het

bedrijfsleven, de buurt en oud-studenten

• Cultuur: de Netwerkschool heeft een expliciete

organisatiecultuur

• Maatschappelijk rendement: studentenbedrijven

leveren diensten aan de omgeving van de school

Colofon

Deze krant is een publicatie van De Netwerkschool.

Tekst & redactie: Ravestein & ZwartVormgeving: Krijn Ontwerp

Beeld: Sanne Huizinga (1, 5, 8), Erik Kottier (4, 6, 7)

Druk: Drukkerij Presikhaaf

Oplage: 3.000

HOE ZIET HET TIJDSPAD ERUIT?

Start experimenten

( 2010 )

afronding experimenten

( 2015 )

evaluatie en transfer

( 2011 – 2016 )

deNetwerkschool Pagina 2



De Netwerkschool biedt iets nieuws. Maar

dit betekent niet dat alles anders moet. Dat

wat goed gaat, waar men goed in is, moet

blijven. Ook oude faam wordt nieuwe roem,

weet men in Eindhoven. Het beroepsgerich-

te onderwijs (v/h competentiegerichte

onderwijs) bijvoorbeeld blijft één van de

elementen van de Netwerkschool. Dit wordt

uitgebreid en nog meer tot de praktijk ver-

heven. En vanuit het regionale bedrijfsle-

ven, waarmee de banden al jaren sterk zijn,

hoort ROC Eindhoven

positieve geluiden over

de ontwikkelingen. Maarer worden ook nieuwe

paden ingeslagen. Zo

kregen alle onderwijsprofessionals van de

Netwerkschool Middenkader Engineering

een kennismakingsworkshop VAL (Virtual

Action Learning) en VLC (Virtual Learning

Community). De komende maanden starten

enkele pilots om te kijken hoe VAL/VLC kan

helpen bij het begeleiden en beoordelen

van bedrijfsopdrachten en projecten.

MINI QUICK STORE MACHINEVerder laten ook in Eindhoven de studen-

tenondernemingen steeds vaker van zich

horen. Zo hebben studenten in opdracht

van VanDerLande Industries (bagageafhan-

delingssystemen) een mini quick store

machine ontwikkeld en

bouwden enkele andere

studenten een rolstoel-schommel (zie pagina 1).

Ook het vermelden

waard is de samenwerking tussen de Net-

werkschool en de Ontdekfabriek. Hierover

leest u meer in het tweede artikel op deze

pagina...

Omdat er doordeweeks ook groepen op

afspraak langs komen, kan het gebeuren

dat de jongens tijdens hun werk worden

gadegeslagen door geïnteresseerde bezoe-

kertjes. Geert Croes: ‘En dat moet ook! Er

moet contact ontstaan tussen onze studen-

ten en de bezoekers. Wanneer de studen-

ten op de computer aan

het tekenen zijn, moet

dat op de wand geprojec-

teerd worden.’ Ad Wil-

lems: ‘Op het moment

dat basisschoolleerlin-

gen onze studenten in de

weer zien met het bou-

wen van een robot, wakkert dat wat bij hen

aan. De Ontdekfabriek laat zien dat tech-

niek leeft! Het grote verschil met Science

Center Nemo is dat hier ook dingen staan

die niet af zijn. In Amsterdam ziet alles er

gelikt uit, bij ons is alles puur. En dat geeft

dynamiek.’

De Netwerkschool Eindhoven is niet de eni-

ge onderwijsinstelling die verbonden is

aan De Ontdekfabriek. Zo is ook Fontys

betrokken. Het komt voor dat de Netwerk-

school gezamenlijk met hbo’ers een ont-

werp en de berekeningen maakt, waarna

de Netwerkschoolstudenten er voor zorgen

dat het ontwerp gerealiseerd wordt. Stage

lopen bij De Ontdekfabriek is anders dan

bij een bedrijf waar het om de ‘knikkers’

gaat. Willemse: ‘Jongens moeten kennis

maken met verschillende werelden en een

goed beeld van de beroepspraktijk krijgen.

Ze moeten ook bij bedrijven terecht komen

waar het maken van winst centraal staat.’

Vaessen: ‘De opdrachten zijn bij De Ont-

dekfabriek net zo realistisch als in de prak-

tijk, maar de dynamiek is hier anders dan

bij een hard bedrijf.’

NAUWE SAMENWERKING MET HETBEDRIJFSLEVENAd Willemse: ‘Het bedrijfsleven staat open

voor samenwerking. Wij moeten leren daar

gebruik van te maken. We zijn nu nog te erg

intern gericht.’ Geert Croes is het met zijn

collega eens: ‘Op het moment dat je nau-

wer gaat samenwerken met het bedrijfs-

leven, is er een andere druk. Er moet resul-

taat komen, bijvoorbeeld een wagen die in

een Ontdekfabriekfilm figureert. Het vrij-

blijvende is er af. Dat botst met onze instel-

ling dat we het leerproces altijd het

belangrijkste vinden. We moeten dus beter

inschatten of we een opdracht aankunnen.

Dat is een nieuwe dynamiek.’

MEEDENKENSponsoring is een andere manier waarop

de Netwerkschool verbinding zoekt met

bedrijven. Vaessen: ‘Als je een goed ver-

haal hebt, dragen bedrijven graag bij. Zo

is er vorig jaar door onze studenten een

rolstoelschommel voor een zorginstelling

gebouwd; de frequentieschakelaar werd

gesponsord.’ Geert Croes: ‘Maar we willen

ook graag dat bedrijven meedenken over

ons curriculum. Wat moeten onze studen-

ten kunnen en kennen? Dat verlangt van

ons dat we open staan en naar buiten

gaan. En dat moeten we leren.’

ROC EINDHOVEN: OUDEFAAM EN NIEUWE PADENDe Netwerkschool Eindhoven heeft een helder doel voor ogen: de

onderwijsinstelling wil leerlingen goed voorbereid de echte wereldin zien duiken. Daartoe moet die echte wereld eerst zo veel moge-

lijk de school binnen gehaald worden. En dus laat ROC Eindhovende grenzen tussen school en ‘daar buiten’ vervagen of (liever nog)

verdwijnen. Maar er ontstaan niet alleen allerlei partnerships.Er is meer gaande in het Eindhovense...

NETWERKSCHOOL EINDHOVEN EN DEONTDEKFABRIEK GEVEN IMPULS AAN TECHNIEKDe sector techniek heeft hetzwaar. Het aantal aanmeldin-

gen bij technische opleidingen

stagneert. Bedrijven zittenverlegen om medewerkers.

Tijd om techniek een impuls te

geven, zo dachten ze in Eind-hoven. De School voor Tech-

niek (ROC Eindhoven), De

Ontdekfabriek, de gemeenteEindhoven en enkele bedrijven

sloegen de handen ineen. Hetresultaat: een verlaten

fabriekshal op Strijp-S die in

no time omgetoverd werd totdé plek waar techniek leeft. In

gesprek met Igino van Haan-

del van De Ontdekfabriek enGeert Croes, Ad Willems, Mar-

tien van de Ven en Rob Vaes-

sen van ROC Eindhoven.

Studenten van de Netwerkschool in de weer in De Ontdekfabriek.


Wat goed is,blijft

Eindhoven staat bekend als techniekstad.

Ad Willems: ‘Maar dat te blijven gaat niet

vanzelf.’ Zaak dus om kinderen te laten

kennismaken met de wereld van de tech-

niek. Want techniek van tegenwoordig is

onzichtbaar. Martien van de Ven: ‘Zag je

vroeger bij de bakker en de smid wat hun

beroep inhield,

tegenwoordig zit

de techniek wegge-

stopt achter hoge

hekwerken in grote

gebouwen.’ Igino

van Haandel: ‘De

techniek waar kin-

deren mee in aanraking komen – hun tele-

foontje, hun computer – zit verstopt. Daar

krijg je als klein kind helemaal niets van

mee.’ En dat is volgens de vijf precies de

reden dat scholieren niet in groten getale

kiezen voor een technische opleiding. Tijd

om daar verandering in te brengen.

Een jaar of zeven geleden startten Hugo

Vrijdag en Chris Voets met (de voorloper

van) De Ontdekfabriek. Sindsdien schrijft

het tweetal avonturen die voorgelezen wor-

den in de klas en die alle een technische

component herbergen. Ontdekfabrieker

Igino: ‘In die avonturen komen objecten

voor die iets geks kunnen en het verhaal

leven geven. Die objecten hebben techni-

sche principes als grondgedachte. Wanneer

de kinderen dan hier komen, zien zij hun

fantasie tot leven gebracht. Het vertelde

verhaal is verfilmd en de kinderen zien de

attributen hier ook in De Ontdekfabriek

staan: de techniek is zichtbaar.’

DE ROL VAN DE NETWERKSCHOOLDe technische attributen worden voor een

groot deel gemaakt door studenten van de

Netwerkschool Eindhoven. Vanaf ditschooljaar lopen er enkele dagen per week

zo’n tien studenten in De Ontdekfabriek

rond. Willems: ‘Nu zijn dat studenten

mechatronica en industriële automatise-

ring. Maar van welke opleidingen die stu-

denten afkomstig zijn, hangt af van de

vraag die De Ontdekfabriek heeft.’

De Ontdekfabriek laat zien dat techniek leeft



De Netwerkschool werkt! Die conclusie dur-

ven ze nu al te trekken in Velp. Helicon

startte vol enthousiasme in september

2010 met haar Netwerkschool. En dat

enthousiasme is alleen maar gegroeid.

Logisch, vindt programmamanager Anke

Visser. ‘We zien de grenzen tussen onder-

wijs, samenleving en bedrijven vervagen.

Verder willen we als onderwijsinstelling

graag inspelen op de individuele leerwen-

sen en leerstijl van de student. We willen

maatwerk bieden: we hebben als doel de

individuele talenten van studenten en

docenten te ontplooien. Ontwikkelingen en

ambities die samenvallen in de Netwerk-

school.’

ENTHOUSIASTE STUDENTENEen aantal studenten was direct enorm

enthousiast over de introductie van de Net-

werkschool. Visser: ‘Zij hebben meteen een

studentenraad opgericht, die wij één keer

per maand vragen mee te denken over onze

netwerkschool. Wat werkt wel en wat niet?’

Zo weet Visser nu dat niet elke student de

taal- en rekenblokken die ze achter de com-

puter moeten volgen niet

kan waarderen. ‘En daar

gaan we dus iets aan

doen.’

HEILIGE HUISJESEn zo volgen er ongetwijfeld nog meer ver-

anderingen. Daar blijkt men in Velp niet

angstig voor. ‘Regels moeten je niet beknel-

len’, zo vindt Visser. En dus schopt zij hard

tegen heilige huisjes aan. Dat docenten

altijd vaste contracten willen bijvoorbeeld.

Waarom geen prestatieafspraken, zoals

met externen? En dan die lange zomerva-

kantie: op een Netwerkschool nemen leer-

lingen en medewerkers in overleg

vakantiedagen op. ‘Natuurlijk verwacht ik

niet dat iedereen

de hele zomer door

werkt. Maar onze

mensen moeten

met elkaar afstem-

men wie wanneer op vakantie gaat.’ Op

deze manier kunnen studenten op stage

wanneer zij dat willen. Ook in de warme

zomermaanden. ‘Neem de Vlinderstichting.

Daar is het werk in de zomer het meest rele-

vant en interessant. Vroeger konden onze

studenten daar geen stage lopen; dan had-

den ze vakantie.’

‘Mijn belangrijkste motivatie om lid te wor-

den van de studentenraad?’ De 19-jarige

Quirine Brinkman, vierdejaars Bos- en

Natuurbeheer op Helicon Velp, hoeft er niet

lang over na te denken. ‘Ik wil voorkomen

dat nieuwe studenten met dezelfde shit te

maken krijgen als ik destijds. Want de start

van onze Netwerkschool – begin vorigschooljaar – verliep zeker niet vlekkeloos.’

Verbaasd is Quirine daar niet over. ‘Studen-

ten en docenten moeten nu meer rekening

houden met elkaar, bijvoorbeeld vakanties

op elkaar afstemmen. Het is logisch dat

iedereen moet wennen aan zo’n compleet

andere manier van werken.’

WISSELWERKINGInmiddels is Quirine erg enthousiast over

het Netwerkschoolmodel. Volgens haar ver-

betert hierdoor de kwaliteit van de oplei-

dingen van Helicon Velp. ‘Vooral door de

grotere wisselwerking tussen school, stu-

denten en bedrijfsleven.’ De onderwijsbe-

hoefte bepaalt nu – veel meer dan voorheen– de inhoud van de opleidingen van Helicon

Velp. ‘Eerst was het pad dat je tijdens je

studie volgde al volledig uitgestippeld. “Dit

is de lesstof, hier moet je het mee doen”.

Door de input van studenten en bedrijven is

het aanbod veel flexibeler en breder gewor-

den. Er is nu veel meer mogelijk.’

ELKAAR VINDENKorte lijntjes tussen docenten, studenten

en bedrijven zijn volgens Quirine onmis-

baar voor een succesvolle Netwerkschool.

‘Je moet elkaar kunnen vinden en als vol-

waardige gesprekspartners met elkaar kun-

nen communiceren,’ vindt Quirine. Daarom

heeft de studentenraad van Helicon Velp,

naast het behartigen van de belangen van

de studenten, ook het verkleinen van de

afstand tussen studenten en docenten in de

statuten staan. ‘Als je een docent ook wel

eens buiten het klas-

lokaal spreekt, stap je

een volgende keer

veel gemakkelijker op

hem af als je ergens

mee zit of als je een goed idee hebt. Daar-

van kan uiteindelijk de hele school profite-

ren.’

LUNCHOm de studentenraad en haar werkzaamhe-

den binnen Helicon Velp goed op de kaart

te krijgen én te houden, worden regelmatig

‘studentenlunches’ georganiseerd. ‘School

zorgt voor een broodje en iedereen die wil,

kan aanschuiven om te horen wat er speelt

De Helicon Velp bruist. De

reden? De Netwerkschool. Een

gesprek met programmamana-ger Anke Visser over trots, het

trappen tegen heilige huisjes

en leuk werk.

Studentenraad Helicon Velp wil bruggen bouwen

‘AFSTAND TUSSEN STUDENTEN DOCENT MOET KLEINER’Niet alleen een gesprekspartner zijn, maar ook écht gehoord

worden. Dat wil de studentenraad van Helicon Velp. ‘Van minderafstand tussen studenten en docenten kan onze hele Netwerk-

school profiteren.’


MOOIE BIJBAANTJESNaast het hele jaar door stagelopen, kun-

nen de Helicon-studenten ook wat geld bij-

verdienen dankzij de Netwerkschool.

Visser: ‘Voor een les over fotografie huur ik

namelijk liever een student in die in zijn

vrije tijd fotograaf is en op deze manier ook

aan zijn competenties kan werken, dan een

externe fotograaf, die ook nog eens veel

duurder is.’ Ook kunnen studenten avond-

conciërge zijn of werken in een van de drie

bedrijven die een vestiging in de school

gestart zijn. Voorwaarden voor die bedrij-

ven: zij betalen huur, moeten een relatie

hebben met het onderwijs dat op school

gegeven worden en moeten daar ook over

meedenken. Visser: ‘Zo geeft het mountain-

bikebedrijf les aan de ouderejaarsstuden-

ten, die er op hun beurt voor zorgen dat de

fietsen van het bedrijf onderhouden wor-

den. Dat proberen we met gesloten beur-

zen te doen, maar we rekenen aan het eind

van het jaar wel af.’

PLEZIERAnke Visser geniet. ‘Ik zie de ogen van

onze studenten stralen. Mensen gaan weer

met plezier naar hun werk. Mooi voor-

beeld: een docente die vorig jaar ziek was.

Zij is nu zorgcoördinator/examinator en

helemaal in de war. Want werken was nooit

leuk. Nu vraagt zij zich elke dag weer af of

dit nu hobby of werk is.’ Het is duidelijk:

de Netwerkschool in Velp bruist.

en wat we de afgelopen tijd hebben

gedaan.’ Zo signaleerde de raad onlangs

dat niet elke student gecharmeerd is van de

taal- en rekenblokken die alleen achter de

computer gevolgd kunnen worden. ‘We

hebben toen bij Helicon aangegeven dat

ICT wat ons betreft altijd ondersteunend

moet zijn, nooit “een vervanging van”.’

NETWERKENGehoord worden door school en door

bedrijven, daar gaat het de studentenraad

om. Het Helicon Café, dat

elke drie tot vier maanden

wordt gehouden, speelt

daarbij een belangrijke rol.

Quirine: ‘Studenten kun-

nen hier op een informele manier netwer-

ken met ondernemers en ook zijn er

regelmatig interessante workshops. Bedrij-

ven raken zo bekend met wat een Netwerk-school precies inhoudt en wat zij daarin

kunnen betekenen. En studenten kunnen

waardevolle contacten leggen die kunnen

leiden tot een afstudeer- of stageplaats. Of

zelfs tot een baan. Alles draait om een goed

netwerk en ik denk dat wij daar als studen-

tenraad een belangrijke schakel in zijn.’

Volwaardigegesprekspartner

Verlof in overleg

Op bezoek bij Netwerkschool Helicon Velp

DE NETWERKSCHOOL WERKT!

Studenten van de Netwerkschool zorgen er, met het oog op een feestavond, zelf voor dat het terrein van hun school er schoon uitziet.



Netwerkschool SintLucas

OP ZOEK NAAR DEKRACHT VAN DE STUDENTDe Netwerkschoolexperimenten van het SintLucas College in Boxtel

concentreren zich op de opleiding Mediavormgever. Al dit school-

jaar verandert er veel voor studenten en docenten. In gesprek metschoolleider Paul Hamel en programmamanager Frank Heezemans.

Geslaagde meesterproef voor Netwerkschool

‘GOEDE DINGEN GAANVANZELF’Enkele pijlers van de Netwerkschoolgedachte waren al in de Boxtel-

se bodem geslagen voordat de experimenten van start gingen. Het

SintLucas opereert immers al langer als kennisintensieve organisa-tie en zoekt steeds de verbinding met het bedrijfsleven en de maat-

schappij. De studentenondernemingen spelen hierbij een

belangrijke rol. Zoals Et Voilà, dat een wel zeer bijzondere opdrachtkreeg: ontwikkel een huisstijlcampagne voor de Netwerkschool…


Het schooljaar 2011 – 2012 is nog maar een

paar weken oud. De echo van een fris start-

schot voor de ruim 1.400 studenten is nog

maar nauwelijks hoorbaar in de vele gan-

gen van deze vakschool voor ‘creatieven in

opleiding’. Behalve voor de studenten van

de opleiding Mediavormgever. Daar ziet

het uitstroomprofiel er anders uit dan afge-

lopen jaren en is het nieuwe er nog lang

niet vanaf. ‘Het grootste verschil is dat we

daar het jaarklassensys-

teem hebben afgeschaft

en de student nu op

maat bedienen’, vertelt

schoolleider Paul

Hamel. De opleiding is

nu op basis van een driestromenland inge-

deeld: een stroom gericht op doorstuderen

aan het hbo (wat 70 procent van de SintLu-

casstudenten doet), een andere die gericht

is op ondernemerschap en de laatste

stroom die de student klaarstoomt voor het

werken bij een bedrijf.

Alle eerstejaars doorlopen een algemeen

propedeusejaar, waarna ze kiezen voor een

van de vijf opleidingen. Kiezen studenten

na dat eerste jaar voor de opleiding Media-

vormgever, dan beginnen zij met nulmetin-

gen en skillsprojecten: samen een drie

maanden durend trainingstraject. Project-

leider Frank Heezemans: ‘Studieloopbaan-

begeleiders (SLB’ers) schatten vervolgens

samen met de student in wat het ideale

vervolgmenu voor hem is. Zij moeten geza-

menlijk zijn kracht ontdekken. De SLB’er

moet niet voor, maar met de student een

bewuste keuze maken.’

OP ZOEK NAAR HET IDEALE MENUNadat de skillsperiode er in januari opzit,

beginnen de studenten aan projecten en

modules. Hamel: ‘Ze krijgen een grote

menukaart vol modules die ze – afhankelijk

van de gemaakte keuzes – moeten of kun-

nen volgen. De SLB’ er is de ober die de

student helpt het ideale menu samen te

stellen. Door de modules te volgen die bij

hen passen, onderscheiden zij zich van

andere studenten.’ Heezemans: ‘Wij willen

dat onze SLB’ers vooral inhoudelijk met de

student in gesprek gaan. Voor het sociaal-

emotionele vlak hebben wij een uitstekend

Zorgadviesteam.’ In het eerste jaar kost de

begeleiding veel tijd; in latere jaren wordt

dit vanzelf minder. De afschaffing van het

jaarklassensysteem zie je namelijk ook

terug bij de SLB-groepen die verticaal

georganiseerd zijn. Tien tweedejaars vor-

men samen met tien derde- en tien vierde-

jaars een SLB-groep. Heezemans: ‘Door

tweedejaars bij de stage van de derdejaars

te laten zitten, leren

tweedejaars het vak

kennen en leert de der-

dejaars iemand begelei-

den. Ook laten we

ouderejaars les aan de

jongerejaars geven. De bagage die zij tij-

dens de stage hebben opgedaan moeten

zij delen!’

SAMENWERKING MET BETROKKENPARTIJENEen van de doelen van de Netwerkschool is

om meer betrokkenheid te creëren met

omliggende partijen. Hamel: ‘Zo wordt de

verbinding met het bedrijfsleven steeds

nadrukkelijker. Studenten lopen buddysta-

ges. Medewerkers van bedrijven geven

steeds vaker gastlessen. En bij de meester-

proeven van alle studenten – zowel binnen

als buiten SintLucas – zijn vertegenwoor-

digers van het bedrijfsleven nauw betrok-

ken. We zijn nu aan het onderzoeken of het

bedrijfsleven een deel van onze lessen

kosteloos kan verzorgen.’ Ook werkt Sint-

Lucas met enkele hogescholen samen.

Heezemans: ‘We organiseren projecten,

zodat zij ook al kennis maken met studen-

ten die naar het hbo willen. Een geleide

intake dus.’

Het werken zonder jaarklassensysteem

brengt praktische moeilijkheden met zich

mee. Hamel: ‘Onze digitale begeleidings-

en beoordelinginstrumenten moeten de

nieuwe manier van werken aankunnen. Ze

moeten dienend zijn aan het construct van

de Netwerkschool en dus op maat gemaakt

worden.’ Het wordt een bewogen jaar voor

het team Mediavormgever. ‘Maar we heb-

ben er alle vertrouwen in dat het de goede

kant op gaat.’’

Het zal je maar gebeuren: voor je meester-

proef mag je samen met je studentenonder-

neming Et Voilà de Netwerkschool als merk

in de markt zetten. Uit alle concepten wordt

het jouwe uitgekozen voor verdere uitwer-

king. En direct na de afsluitende presenta-

tie, krijg je een (betaalde!)

vervolgopdracht. Het overkwam Sanne Hui-

zinga (21). Zij is niet de eerste SintLucas-

student die aan de slag ging met een

opdracht van een onderwijsondersteunen-

de organisatie. Eerder waren er de posters

van CompetentCity. Ook het ontwerp van

het programmaboekje van CompetentCity

2011 is afkomstig van een voormalig ‘Sint’.

En nu is er dus een huisstijlcampagne voor

de Netwerkschool, met o.a. posters en een

look & feel voor de website. ‘In eerste

instantie vond ik het een ingewikkelde

opdracht’, vertelt Sanne. ‘Het was me niet

goed duidelijk wat de Netwerkschool

inhield en wat nu precies de opdracht was.

Na me beter verdiept te hebben werd het

me stukken duidelijker. De ideeën kwamen

ineens in mijn schoot gevallen en ik ben

toen met plezier aan het werk gegaan.’ Met

fraai resultaat als gevolg. Zo fraai zelfs, dat

er een vervolg kwam. ‘Na de presentatie

kwam Maarten Ponjee, mijn projectbegelei-

der, me halen. Of ik n og even met deopdrachtgever wilde praten. Ik was bang dat

ik iets verkeerd had gedaan. De vervolgop-

dracht kwam als een complete verrassing.’

PLEZIERNog maar net van de schrik bekomen ging

Sanne, terwijl haar leeftijdgenoten vakantie

vierden, aan het werk om haar concept uit

te werken in concrete huisstijldragers. ‘Het

koste me meer tijd en meer moeite dan ver-

wacht. Hierdoor liep het project enige ver-

traging op. Maar toch heb ik er veel plezier

in gehad. De communicatie verliep naar

mijn mening soepel. Ik kreeg ondersteu-

ning van Ravestein & Zwart, een bureau

voor redactionele communicatie. Die heb-

ben me goed begeleid. En ik heb veel te

danken aan Maarten.’ ‘Dat valt wel mee,

hoor’, laat Maarten weten. Ik heb haar

minimaal gestuurd. Ik heb haar snel “los-

gelaten”. Mijn credo "goede dingen gaan

vanzelf" is op deze manier perfect onder-

streept. Sanne is een talent-in-wording en

met haar als designer en mens hebben we

een goede keuze gemaakt.’

VOLWAARDIGE HUISSTIJL‘Ik ben ook zeer tevreden over het resul-

taat’, vervolgt Maarten. ‘De identiteit van

de Netwerkschool is op deze manier

gemarkeerd en biedt voldoende grondstof

om uitgerold te worden tot een volwaardi-

ge huisstijl. De volgende stap is een slim-

me social media campagne om werkelijk

draagkracht te genereren voor de Netwerk-

school. Dat is wellicht een opdracht voor

een nieuwe groep SintLucas-studenten.Want Sanne studeert sinds dit schooljaar

Advertising op de Willem de Kooning Aca-

demie in Rotterdam.’ ‘Ik ben benieuwd hoe

dit gaat uitpakken’, voegt Sanne toe. ‘Maar

ik heb er ontzettend veel zin in. Uiteinde-

lijk wil ik leren verhalen te vertellen op

mijn manier.’

Voorstel van Sanne Huizinga voor www.netwerkschool.nl

Menukaart volmodules

Ook bij SintLucas wordt volop getwitterd over de Netwerkschool



‘Als we allemaal een iPad heb-ben, verkleinen we de papier-

stroom en kunnen we het aantal

overlegmomenten aanmerkelijkreduceren.’ Een uitspraak van

Leon Abbink van ROC van Twen-

te. De projectleider van de Net-werkschool in Almelo ziet in de

Netwerkschool de kans om mee

te bouwen aan het onderwijsvan de 21ste eeuw. Een gesprek

over win-winsituaties, de beton-kano en het nemen van andere

afslagen.


Op bezoek bij projectleider Leon Abbink van de Netwerkschool Twente

‘IK GELÓÓF IN DE NETWERKSCHOOL’

De start van de experimenten in Twente viel

samen met het begin van het schooljaar

2010-2011. Er waren nog geen studenten:

programmamanager Leon Abbink wilde

eerst het bedrijfsleven aan de Netschool

verbinden. ‘Ik ging op zoek naar bedrijven

en medewerkers van wie de ogen glinster-

den wanneer ik hen vertelde over de Net-

werkschool. Gelukkig zien veel bedrijven de

Netwerkschool als de ultieme kans om

betrokken te raken bij onze opleiding en

onze studenten. Vooral de jongere genera-

ties medewerkers zien een win-winsituatie.

Zij zien geen bedreigingen, maar kansen.

Die laag is in beweging en wil wel.’

VERSCHILLENNa het bedrijfsleven volgde snel het eerste

groepje studenten. In januari 2011 stapten

achttien eerstejaars Bouw & Infra voor het

eerst de Netwerkschool van ROC Twente

binnen. En verruilden zo het traditionele

voor het experimentele. Een stap die niet

voor iedere student is

weggelegd, beseft

Abbink. ‘Dit selecte

groepje volgde in de eer-

ste helft van het school-

jaar 2010 – 2011 nog keurig de lesjes en

maakte de opdrachten. Maar de Netwerk-

school biedt een open, enthousiaste leer-

omgeving, waarin ze zelf verantwoordelijk

zijn voor wat ze leren. Zo is er op dinsdag

nooit iets ingeroosterd. Wij verwachten van

onze studenten dat ze meedenken over hun

eigen leerroute. Die hoge mate van zelf-

standigheid belonen we door verdieping of

verkorting van de studie.’

DE DEUR UITDe open leeromgeving dwingt studenten en

docenten samen na te denken over wat zij

die dag gaan doen. ‘Ze móeten de deur uit’,

onderstreept Abbink. ‘Ze gaan op excursie

bij een bedrijf. Of brengen

bijvoorbeeld in het kader

van LLB een bezoek aan

een vakantiepark voor

gehandicapten. Een ander

voorbeeld is een workshop prefab die hen

voorbereidt op de toekomst.’ En dan zijn er

nog allerlei opdrachten, die de studenten

mogen uitvoeren. Abbink liet bijvoorbeeld

zijn studenten de collectieve ouderavond

organiseren. ‘Ik heb alleen het inleidende

praatje hoeven doen; de rest van de avond

vertelden de studenten wat er op hun oplei-

ding gaande was’. Maar er zijn ook

opdrachten uit de praktijk. De Netwerk-

schoolstudenten bouwen bijvoorbeeld een

speeltoestel voor een kinderdagverblijf en

maken een betonkano. Abbink: ‘Doordat

het geen fictieve opdracht is, is de dyna-

miek op school anders. Ze doen het ergens

voor.’

WENNENBij de Netwerkschool kun je niet blijven zit-

ten. Abbink: ‘Wij hanteren drie fases. In de

leerlingfase krijgen onze studenten tijd om

te wennen. Zij hebben behoefte aan struc-

tuur en basiskennis. Naarmate zij zich ont-

wikkelen, worden zij steeds zelfstandiger

en groeien zij door naar de volgende fase:

die van gezel.’ Studenten gaan op stage,

verdiepen zich en leren zelfstandig te wer-

ken. In de meesterfase doen de studenten

examen. Ze moeten dan in staat zijn om de

meesterproeven te volbrengen. De student

komt dan echt los van zijn opleiding en

trekt de buitenwereld in. ‘Hoe verder stu-

denten komen, hoe meer maatwerk we

moeten bieden. In die eerste fase moet je

studenten heel nauw begeleiden, mis-

schien wel veel meer dan het wettelijk

voorgeschreven aantal lesuren. En dat

kost geld. Maar in latere fases werken de

studenten veel zelfstandiger, wat weer

geld bespaart.’ Omdat het exacte reisdoel

van de Netwerkschool niet bekend is,

lopen Abbink en consorten regelmatig een

‘doodlopende straat’ in. ‘We moeten de

energie hebben om samen terug te lopen

naar het kruispunt en een andere afslag te

nemen.’

Twee studenten van de Netwerkschool ROC van Twente bespreken een ontwerp. Naar mate de opleiding vordert, groeit ook de zelfstandigheid.

Ook ouders maken deel uit van het netwerk rondom de Netwerk-school. Het is de bedoeling dat zij een actieve rol spelen en oprecht

betrokken zijn bij de school en de opleiding die hun zoon of doch-

ter daar volgt. Dat kan op diverse manieren, zo blijkt in Almelo.

‘WIJ WILLEN MEER DAN KOFFIESCHENKEN OP DE OUDERAVOND’

‘De school geeft ouders online continue

inzicht in de prestaties van de student’. ‘De

school leert van ouders via de ouderraad’.

‘De studiebegeleider spreekt ouders zono-

dig aan op hun rol als opvoeder’. Drie zin-

nen uit het ondernemingsplan van de

Netwerkschool (2008). Ze maken duidelijk

dat ouderbetrokkenheid een belangrijk the-ma voor de Netwerkschool is. Maar het is

ook een lastig thema. Want we hebben het

over achttienjarige, negentienjarige stu-

denten. Die willen toch juist onder moeders

vleugels vandaan? Bovendien vult elk

ouder het begrip ‘betrokkenheid’ anders in.

De ene ziet zoon of dochter al echt als een

volwassene en heeft genoeg aan een jaar-

lijkse mail. De ander wil het liefst wekelijks

een update over de vorderingen.

OUDERRAADHoe al deze ouders toch te betrekken bij de

Netwerkschool is een ontdekkingsreis.

Maar dat is niet vreemd: de Netwerkschoolis iets nieuws. En daar horen zoektochten

bij. Bij de Netwerkschool Twente is deze

tocht onlangs concreet begonnen met de

oprichting van een ouderraad. Deze raad

hield op donderdag 15 september haar eer-

ste bijeenkomst. Tijdens deze avond sprak

een zaal met enthousiaste ouders met

elkaar over de Netwerkschool en de manier

waarop zij actief betrokken kunnen en wil-

len worden. Wat allereerst duidelijk werd,

is dat de ouders beslist achter het gedach-

tegoed van de Netwerkschool staan. Zij

waarderen vooral de aandacht en de inten-

sieve begeleiding die hun kinderen krijgen.

Ook de betrokkenheid van het bedrijfsle-

ven, het geboden maatwerk en het zelf rich-

ting kunnen geven aan de leerroute vallen

in goede aarde. Deze pluspunten vergroten

hun betrokkenheid. De ouders lieten weten

echt actief betrokken te willen worden. De

ouderraad is geen passieve klankbord-

groep, maar wil kritisch meedenken.

AMBASSADEUR EN EXTERNE MENTOR

De ouderraad is de eerste stap naar meerbetrokkenheid. Maar in Almelo zien ze nog

meer mogelijkheden. Zo zijn de ouders

bereid om hun enthousiasme over de oplei-

ding van hun zoon of dochter over te dragen

op andere ouders en hun kinderen. Zij voe-

len zeker wat voor een rol als trotse ambas-

sadeur die een actieve bijdrage levert aan

de voorlichting op vmbo-scholen of tijdens

open dagen. ‘We willen meer dan koffie

schenken of cake snijden’, aldus een van de

ouders tijdens de ouderraadbijeenkomst.

Een tweede mogelijke rol is die van de

ouder als externe mentor. Stel: een van de

ouders is een ondernemer. Waarom zou

deze de studenten dan niet iets kunnen ver-

tellen over ondernemerschap? En ouders

zijn natuurlijk ook volwassenen, die al een

tijdje meedraaien. Ook vanuit dat perspec-

tief kunnen ze als mentor fungeren.

ZOEKTOCHT VERVOLGDMogelijkheden genoeg dus om ouders

daadwerkelijk bij de Netwerkschool te

betrekken. ‘Maar ouderbetrokkenheid is en

blijft zeer complex’, stelt Leon Abbink, pro-jectleider Netwerkschool ROC van Twente.

‘Dit vraagt om samenwerking. De vijf Net-

werkscholen moeten gezamenlijk naar de

horizon kijken: hoe vullen we in 2020 die

ouderbetrokkenheid in? Het zou zonde zijn

als op vijf plaatsen in Nederland het wiel

wordt uitgevonden.’

Ze moétende deur uit



NETWERKSCHOOL ROC NIJMEGEN:EFFICIËNTER EN EFFECTIEVER ONDERWIJS

Els Oomen,docent Zorg en Welzijn:

‘HET IS EENVERADEMING DATONDERNEMER-

SCHAP DEEL UIT-MAAKT VAN ONZEOPLEIDINGEN’

De Netwerkschool ROC Nijmegen heeft een visioen: het ziet een

flexibele mbo-student die zelf bepaalt wanneer hij wat en op welkemanier wil leren. En hierdoor zijn talenten optimaal aanspreekt.

Een mooie droom die steeds meer werkelijkheid wordt. Met dank

aan docenten, studenten, ouders en bedrijfsleven.

‘Ik ben zelf verpleegkundige geweest. Als

ik mijn eigen opleiding vergelijkt met de

opleiding die onze Netwerkschoolstuden-

ten krijgen, is het echt een verademing dat

we hen marktgericht leren denken. Onder-

nemerschap is voor verpleegkundigen

zeker niet standaard. Maar wel erg

belangrijk. Overal zijn bezuinigingen. Ook

in de zorg gaat het geld tellen. Daarom

moeten we ondernemender worden. Dat

hoeft zich niet te vertalen in concrete pro-

ducten of diensten, al is dat wel de insteek

bij onze studentenondernemingen. Met

een ondernemingsmentaliteit kun je ook

veel bereiken. Je kunt ideeën aandragen

en zo helpen bij de professionalisering

van je beroep. En je werkt zo ook aan je

eigen ontwikkeling. Dat laatste heb ik zelf

ondervonden: door de Netwerkschool heb

ik, samen met mijn collega Ineke Moonen

een cursus Ondernemerschap gevolgd.

Waardoor we onze kennis kunnen overdra-

gen op de studenten en meer handvatten

hebben om elk twee studentenonderne-

mingen te begeleiden.’

In het realiseren van bovenstaande

gewenste flexibele leersituatie zijn inmid-

delsgrote stappen genomen in Boxmeer,

standplaats van de opleidingen Verzorgen-

de, Verplegende en Medewerker Maat-schappelijke Zorg, het drietal dat centraal

staat bij de Netwerkschoolexperimenten

van ROC Nijmegen. Het curriculum bijvoor-

beeld is zo opgebouwd dat de modules die

ze aanbiedt niet opvolgend zijn. Stroom je

het tweede blok in, dan kun je gewoon

meedoen met de zittende eerstejaars stu-

denten. De gemiste modules haal je in de

volgende blokken in. Of in de zomer. Eer-

stejaars kunnen hierdoor vier keer per jaar

zonder vertraging instromen. Na de eerste

twintig weken van de opleiding wordt het

leeraanbod flexibel. De studenten kiezen

eerst een bpv-plek en bekijken samen met

hun leercoach welke modules uit de Elek-

tronische Leeromgeving daarbij aansluiten.

ONDERNEMENDie leercoach is dagelijks aanwezig. Net

als een breed inzetbare praktijkdocent.

‘Daardoor heb je maar een kleiner team

vaste medewerkers nodig die met één been

in de praktijk staan’, legt programmamana-

ger Hanneke van Bleek uit. ‘De aanvullende

experts kunnen we dan via de flexibele

schil invliegen. We moeten die specialisti-

sche docenten stimuleren als ondernemer

te denken en vanuit hun expertise meerde-

re opleidingen of zelfs ROC’s te bedienen.

Dat is ook nog eens veel lucratiever!’

Ondernemen neemt ook binnen het curri-

culum een belangrijke plek in. Studenten

leren kansen zien en deze benutten. Ze

richten eigen studentenondernemingen op

die een goede aanvulling moeten bieden

op de basiszorg.

SAMEN WERKENLeerlingen, ouders en het bedrijfsleven

praten allemaal mee over de opleiding. Van

Bleek: ‘Over onze visie, stages, keuzes die

we maken in het curriculum, lestijden en

openstelling van het gebouw. Zij zijn ons

klankbord en volwaardig gesprekspartner.’

Zo vonden leerlingen het interessant om in

de zomer door te kunnen studeren en eer-

der af te studeren. En om geld te kunnen

verdienen met hun stage. De zorginstellin-

gen Dichterbij Gennep en Pantein hebben

volgens Van Bleek echt baat bij nauwe

samenwerking. ‘Het gaat om het boeien en

binden van goed opgeleid toekomstig per-soneel. Opleidingen moeten goed aanslui-

ten op de arbeidsmarkt; is dat niet het

geval, dan is de kans aanwezig dat nieuw

personeel weer snel afhaakt.’

STUDENTENONDERNEMINGEN NETWERKSCHOOLNIJMEGEN: DE STUDENT AAN ZET!

Ook in de zorg zijn er grote bezuinigingen. Dat vraagt om marktgericht denken. Reden voor de Netwerkschool

ROC Nijmegen om bij de verpleegkundigen een ondernemende geest te ontwikkelen.

In een bijgebouw van het pittoreske klooster

Elsendael in Boxmeer, de locatie van de

opleidingen Verzorgende, Verpleegkundige

en Medewerker maatschappelijke zorg van

het ROC Nijmegen, hebben zich zo’n 45 stu-denten, docenten, praktijkopleiders, accoun-

tants en bedrijfsbegeleiders verzameld. Om

elkaar te leren kennen. En om er zo voor te

zorgen dat de startende studentenonderne-

mingen een succes worden. De studenten

van de Netwerkschool Nijmegen zijn in hun

eerste jaar al warm gemaakt voor het onder-

nemerschap. Ze hebben ‘droog geoefend’ en

met ‘Business 4 One Day’ aan het succes van

het ondernemen geproefd. Maar nu gaan ze

in groepjes van start met hun eigen studen-

tenondernemingen. Om ervaring op te doenmet het ondernemen en er zo achter te

komen wat ondernemen eigenlijk inhoudt.

WAT EN HOEEen van de sprekers is Annie van Genugten,

coördinator van Jong Ondernemen, een

stichting die via het onderwijs ondernemer-

schap wil ontwikkelen: ‘Jullie zijn een van de

eersten in de zorg die een onderneming op

gaan zetten. Iedereen praat er wel over, maar

wij doen er hier ook wat mee. Jullie zijn aan

zet. Jullie bepalen wát je doet en hóe jedoet.’ Uiteraard staan de studenten er niet

alleen voor. Ze krijgen veel begeleiding.

Onder meer van een accountant. Want als je

een onderneming start, krijg je vanzelf te

maken met geld. Elke studentenonderne-

ming moet op zoek naar aandeelhouders die

15 euro betalen omdat zij in de studentenon-

derneming geloven en hen willen steunen.

‘Ik ga jullie de goede kant op wijzen’, vertelt

accountant Tilmar Roosjen de aanwezige

studenten. ‘Maar het echte werk mogen jul-

lie lekker zelf doen. En dan hoop ik dat er

achter de komma zo veel mogelijk geld over-

blijft.’

Volgens Frans Cordeweners (Dichterbij Gen-

nep) moeten de studenten op zoek naar een

gat in de markt. ‘Door de bezuinigingen

wordt zorg steeds basaler: wat vroeger

onder de verpleegprijs viel, valt dat tegen-

woordig niet altijd meer. De studentenonder-nemingen moeten zich afvragen wat de

cliënten vragen maar niet meer krijgen. Jullie

zijn zelf het product dat je kunt aanbieden.’

Jose Arts (Pantein) vult Cordeweners aan:

‘Elke cliënt mag zijn eigen zorg inkopen.

Zorg er dus voor dat je goed onderzoekt

waar vraag naar is.’

‘Mensen zijn ondernemend en onderzoekend.’ Bij ROC Nijmegen maken ze werk van de ambities van de

Netwerkschool door hun studenten in het tweede jaar een studentenonderneming te laten oprichten.Op maandag 5 september vond de officiële aftrap plaats.


Netwerkschool krant

Documents

Transcript of Netwerkschool krant