NetWerk - VolkerWessels

27
> De ‘miljoenennota’ van VolkerWessels > Duurzaamheid krijgt vleugels > De ‘mollen’ van het concern > Veiligheid op de werkvloer: ‘Zie je mij, zie ik jou’ NetWerk Informatiemagazine van 3 | 2010

Transcript of NetWerk - VolkerWessels

Page 1: NetWerk - VolkerWessels

> De ‘miljoenennota’ van VolkerWessels

> Duurzaamheid krijgt vleugels

> De ‘mollen’ van het concern

> Veiligheid op de werkvloer: ‘Zie je mij, zie ik jou’

NetWerkInformatiemagazine van

3 | 2010

Page 2: NetWerk - VolkerWessels

42 Een campus vol uitdagingen

De ‘miljoenennota’ 8Inkoopplatforms zorgen voor kostenbesparingen.

Groen, duurzaam , veilig en verantwoord 10Een duurzame rondreis door het concern.

Zweten en zwoegen onder de grond 14De ‘mollen’ van VolkerWessels.

‘Zie je mij, zie ik jou’ 17Veiligheidsideeën collega’s in de praktijk.

Bewuste bouwers 18Een felbegeerd keurmerk.

Praktijkman zonder hokjesgeest 20Directeur Civiel en Wegen Nederland: Henri van der Kamp.‘Ik geloof in de kracht van je eigen kleur’.

Krachttoer in ‘Klepperstad’De duurzame ambities van gemeente Hardenberg.

4

Met Groene Hoofdletters 24Boele & van Eesteren en TNT gaan voor platinum.

Een nieuwe mindset: Primum 40‘Duurzaamheid is geen sausje’.

Close-up: Fiber to the Home 44Het antwoord op traditionele netwerken.

De verbroedering 46Verkerk en De Veluwezoom smelten samen.

Tweespraak: Vrouwen van de wet 50‘Voor collega’s is de bemoeienis van een jurist best eng’.

Dossier: VolkerWessels over de vloer 27Innovatieve technieken en duurzame oplossingen. Het concern achter de voordeur.

Pure passie aan het spoorHanzaRail Team brengt ‘oost en west’ dichter bij elkaar. 36

Beroep in beeldDe magie van het tekenen.

Hoogstandjes langs de A12VolkerWessels Telecom ‘onder hoogspanning’.22 48Vragen of ideeën?

Mail naar: [email protected]

| 2 3 |

NetWerk magazine

Page 3: NetWerk - VolkerWessels

Krachttoer in ‘Klepperstad’

Vroeger was de stad het terrein van de ‘klepperman’. Een wacht die

’s nachts omriep hoe laat het was en bewoners met zijn ratel, of klepper

waarschuwde bij een brand. De laatste klepperman leverde zijn gereed-

schap al tientallen jaren geleden in, maar de bijnaam ‘Klepperstad’

bleef. We zijn in Hardenberg. De grootste plaats van de gelijknamige

Overijsselse gemeente. Momenteel het podium voor een enorme

krachttoer. Verschillende werkmaatschappijen bouwen namelijk het

nieuwe gemeentehuis dat bij oplevering in 2012 het meest duurzame

van Nederland moet zijn.

g stefan van ewijk b carel kramer

D e trillende lucht hangt als een zwoele deken in het dal van rivier de Vecht. Twee enorme kranen steken schril af tegen de strak blauwe hemel. Ze verraden dat er op de bouwplaats straks een flink bouwwerk verrijst. ‘Een écht groot project. Zeker

voor Hardenbergse begrippen’, verkondigt Martijn Luchjenbroers, directeur van Koenen Bouw en tevens projectdirecteur. Hij wijst op de futuristische impressies van het nieuwe gemeentehuis en het toekomstige park die de wand van de bouwkeet sieren. ‘Op maaiveld krijg je geen goede indruk van de omvang’, valt projectcoördinator Dominique Dankaart van Archiment, hem bij. Met een knipoog: ‘Wacht maar tot we straks de bouwput in gaan!’.

‘Eén loket’Al in 2003 leefde in Hardenberg het idee voor een nieuw gemeentehuis. Dat de aanbesteding tot eind 2008 duurde, had alles te maken met de later ontstane duurzaamheids ambitie. Na een prekwalificatie bleven er vijf partijen over, waaronder VolkerWessels Bouw & Vastgoed ontwikkeling Noord-Oost. Alle specificaties, details en de aanneemsom waren nagenoeg bekend. Maar op het gebied van duurzaamheid kregen de partijen wel alle vrij-heid zich te onderscheiden. Luchjenbroers: ‘Een project met een veel ambitie. Duurzame verbetervoorstellen werden dan ook hoog gewaardeerd. De techniek was goed uitge-dacht. Daar was weinig aan te verbeteren. Maar wat ontbrak in de aanbesteding was hoe je mensen bij het fenomeen duurzaamheid betrekt. En hoe je hen bewust maakt van hun eigen energie verbruik. Dat hebben wij ingevuld.’ Dankaart: ‘We installeren apparatuur die continu het energieverbruik meet en terugkoppelt, zodat mensen zelf kunnen bijsturen’. Al tijdens de selectiefase brachten onze collega’s alle benodigde disciplines samen: een bouwcombinatie van Koenen Bouw en Te Pas Bouw, HOMIJ voor de technische installaties, constructeur Aveco de Bondt en diverse onderaannemers. En vanwege het DBM-contract (Design, Build, Maintain) werd ook adviesbureau Archiment erbij betrokken. Luchjenbroers legt uit: ‘Wij streven altijd naar een zo efficiënt mogelijk bouwproces. Uit ervaring weten we dat DBM daar niet altijd op aansluit. Om toch zo efficiënt mogelijk te bouwen zonder afbreuk te doen aan de afspraken, schakelden we Archiment in. Zij zijn de spil van dit project en hebben onze organisatie gespiegeld aan die van de gemeente. Locatiecoördinatie, procesmanagement; alles gaat via Archiment. De gemeente heeft met Dominique één loket voor al haar vragen’. 4

| 4 5 |

NetWerk magazine

Page 4: NetWerk - VolkerWessels

‘De trots van Hardenberg’De cilindrische, futuristische vorm. De transparante glazen gevel. Ze maken het door het Amsterdamse Architekten CIE ontworpen hypermoderne gemeentehuis tot een in het oog springend pand. Gedeeltelijk ondergronds beschikt ‘de trots van Hardenberg’ straks over een drielaagse parkeergarage met een capaciteit van ongeveer 470 auto’s. Daarboven komen zes bouwlagen met trouwzalen, vergaderzalen, een raadzaal, balies, ontmoetings-plekken en kantoorruimtes. Ondanks de futuristische look is de bouw niet overdreven complex. Luchjenbroers: ‘Het gebouw bestaat uit een gegoten betonnen kern waarin alleen de vides en atria voor uitdagingen zorgen. Daar tegenaan komt de gevel waarin we houtskeletbouw en glas combineren. Niet eenvoudig maar ook niet onoverkomelijk.’ Meer hinder ondervindt de bouwcombinatie van het feit dat Hardenberg in het stroomland van de Vecht ligt. Daardoor staat het grondwater vrij hoog. Dat betekende eerst damwanden tot een diepte van ongeveer 19 meter en vervolgens ankers en palen slaan vanaf maaiveld. Na het heien werd de bouwkuip pas ontgraven om te voorkomen dat bij het heien de kleilaag openbarstte en de bouwput vol water zou lopen. De werkzaamheden startten op 1 december 2009. Ruim driekwart jaar na gunning van de voorlopige opdracht. De tussen-liggende periode stond vooral in het teken van bestektekeningen, werktekeningen en vergunningen. ‘Vanwege die lange doorlooptijd besloten we het project in twee fasen te knippen: de onderbouw en de bovenbouw’, verduidelijkt Dankaart. ‘Zo konden we in afwachting van de vergunningen en tekeningen voor de bovenbouw, alvast beginnen aan de parkeergarage’. De ligging in het centrum van Hardenberg maakte de logistiek niet eenvoudig. Luchjenbroers: ‘Er komt een gigantische berg zand uit die put. Dat moet toch ergens naartoe. Wagens rijden hier af en aan en verkeersregelaars moesten alles in goede banen leiden. Vanmorgen stond hier de grootste betonpomp van Nederland. Maar zoals je ziet, ligt de rand van de bouwkuip pal naast het winkelcentrum. Het was dus een hele uit-daging om die pomp in het kloppende hart van Hardenberg te plaatsen.’

TijdcapsuleEven kijkt ze bedenkelijk naar haar witte broek. Maar dan klimt ze zonder een spoortje van twijfel de trap op en klimt resoluut de zes meter diepe parkeerkelder in. In de door mannen gedomineerde bouwwereld staat Dominique Dankaart duidelijk haar mannetje. Met haar hand boven haar ogen tegen de felle zon, kijkt ze trots de bouwput rond: ‘Niets te veel gezegd toch?’ Vanaf de bodem van de put, is de omvang van het project pas goed duidelijk. Hier wordt dag en nacht gewerkt om voor de ergste hitte de betonvloer klaar te hebben. Twee mannen besturen met twee hendels machines waarmee ze behendig de vloer spiegel-glad ‘vlinderen’. Op een uitsparing van ongeveer 60 vierkante centimeter na. Dankaart: ‘Enkele materialen van het oude gemeentehuis worden hergebruikt. Het puingranulaat van de trouwzaal hergebruiken we bijvoorbeeld voor ons bouwterrein. In de uitsparing in de vloer komt een soort tijdcapsule. Een met een dikke glazen plaat afgedekt kistje met onder andere een raampje uit de gevel van de oude trouwzaal en een krant van de dag dat de burgemeester het officiële startsein voor de bouw gaf.’

De complexiteit schuilt in het duurzame karakter van het project. ‘Je hebt te maken met een prachtige ambitie van de gemeente Hardenberg. Aan de ene kant een eer dat we daar deel vanuit maken; maar aan de andere kant blijkt het soms ook een enorme uitdaging’, geeft Luchjenbroers toe. ‘Nieuwe materialen, afwijkende technieken. Zelfs al hebben we met de bouw van het gemeentehuis Emmen en TNT Veenendaal de nodige ervaring op het gebied van duurzaamheid. Het is een leerproces waar we bewust met elkaar zijn ingestapt. Ik ben ervan overtuigd dat we in de toekomst nog veel aan deze lessen zullen hebben’. a

Feiten & cijfers286 groutinjectiepalen 258 gewi-ankers 259m damwand 1.048.750 kg wapening in het werk gestort beton 2.600m2 kanaalplaat 7.850m2 breedplaat 45 betontrappen 1.930m2 hsb-wand 1.146 glasvlakken 218 uitzakramen 1.846 glaspaneelvakken 4 liften 4.400m2 computervloer

Duurzame maatregelenWelke duurzame maatregelen helpen Harden-berg om de ambitie van het meest duurzame gemeentehuis van Nederland waar te maken?

• Compacte bouw: tot 20% energiebesparing• Horizontale zonwering: laat ’s zomers licht door

maar reflecteert de warmte. ’s Winters wordt ook warmte opgevangen.

• Betonkernactivering: met warmte/koude opslag en warmtepompen.

• HR++ glas• Optimaal gebruik van daglicht: door plafond-

constructie en ontwerp van de ruimtes. Licht-regeling gerelateerd aan daglicht.

• Mossedumdak voor wateropvang en isolatie. Water wordt gebruikt voor de bewatering van het dak van de parkeergarage.

• Zonnecellen op het dak• FSC-hout• Puingranulaat: hergebruik slooppuin trouwzaal.• Aandacht voor gebruik en verbruik energie:

continue monitoring maakt aflezen en bijsturen mogelijk.

• Oplaadpunten in parkeergarages: voor elektrische auto’s en fietsen.

‘ Een eer om aan deze prachtige ambitie mee te werken. Maar ook een enorme uitdaging’

| 6 7 |

NetWerk magazine

Page 5: NetWerk - VolkerWessels

De ‘miljoenennota’ van VolkerWesselsMankracht, materieel, materialen, energie, facilitaire dienstverlening: VolkerWessels

koopt jaarlijks voor een vermogen in. Pin Henk Vos, Henk Vissers en Toon de Clercq

er niet op vast, want het exacte cijfer ontbreekt. Maar na enig aandringen zijn de

voorzitters van de inkoopplatforms wel bereid om een grove schatting te maken.

Een vlugge rekensom leert dat op de ‘miljoenennota’ van VolkerWessels de inkoop-

kosten ergens tussen de € 2,5 en € 3 miljard bedragen. Drie inkoopplatforms streven

met sector- en soms zelfs concernbrede mantelcontracten naar synergie. En uiteraard

kostenbesparingen.

g andré den boer b dirk-jan van dijk

‘B esparen zonder de processen te verstoren. Je hebt er geen last van. Alleen maar voordeel’.

Het citaat van bestuursvoorzitter Gerard van de Aast passeert verschillende keren de revue. Dat moet werkmaatschappijen zeker in deze ‘zuinige’ tijden als muziek in de oren klinken. Maar verwar een inkoop-platform niet met centrale inkoop. Die term veroorzaakt licht allergische reacties. ‘Wij zijn geen entiteit die zelfstandig inkoopt, maar een platform van inkoopspecialisten’, verklaart Henk Vos. ‘Wij bundelen, delen en ontwikkelen kennis over een breed scala aan onderwerpen en activiteiten. Onze project- en productgroepen zijn er vooral om inkoopsynergie te benutten door voor meerdere bedrijven gunstige contracten af te sluiten. Want laten we eerlijk zijn: uitein-delijk is kostenbesparing wel het doel‘. Niet rijk rekenenVos is voorzitter van het inkoopplatform Infra. Een ensemble inkopers van infra-werkmaatschappijen. Een eerste succes is een groot mantelcontract voor de inkoop van kabels dat de betrokken werkmaat-schappijen ‘een substantiële besparing’ oplevert. Daarnaast zijn er nog negen productteams die elk onder leiding van een ‘sponsor’ (een bedrijfsdirecteur) inkoop-besparingen realiseren door binnen de bewuste productgroep veel meer dan in het

verleden de synergie binnen VolkerWessels te benutten. ‘Maar reken je niet rijk’, rela-tiveert Henk Vissers. ‘Het is een misvatting om te denken dat elke besparing winst is. Dit soort contracten is in deze tijden bittere noodzaak om je concurrentiekracht te behouden.’ Vissers is voorzitter van het inkoopplatform Bouw en Vastgoed. In zijn thuishaven Rijssen zijn ze al wat langer met dit onderwerp bezig. Het initiatief werd vijftien jaar geleden onder de vleugels van wijlen Herman Wessels gestart voor de bouwwerkmaatschappijen. ‘Het platform bestaat nu uit acht inkopers vanuit de regio’s en de bedrijven en twee groeps-directieleden. Wij sluiten mantelcontracten voor niet projectgebonden goederen en diensten’, legt Vissers uit. ‘Denk aan bulk-goederen als hout-, plaat- en isolatie- materiaal, gevel- en kalkzandsteen en algemene bouwmaterialen. Maar dat is slechts 10% van onze totale inkoopkosten. De rest is vaak projectgebonden regionaal maatwerk dat lokaal wordt ingekocht. In principe sluiten we mantelcontracten voor alle dertig bouwwerkmaatschappijen, waarbij we de ondernemersgeest nog wel de ruimte geven. Soms hebben onze bedrijven er een commercieel belang bij om bij een bepaalde relatie in te kopen. Dat neemt niet weg dat je met meer volume betere contracten kunt afsluiten. We willen de mantelcontracten daarom uitbreiden

en beter benutten. Daarnaast streven we naar een beperking van het aantal leveran-ciers door projectinkopen regionaal of per productgroep te bundelen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat we nu nog 2.400 leveran-ciers hebben.’

MonnikenwerkIn de veelzijdige infratak is het aantal leve-ranciers nog veel groter. ‘We hebben er op dit moment zo’n 2.500 in kaart, maar weten dat het totaal aantal crediteuren de 10.000 passeert’, constateert Vos. Een compleet overzicht maken voor het hele concern; het lijkt bijna monnikenwerk. ‘Dat is het ook’, erkent Vissers. ‘Misschien is er geen bouw-bedrijf in Nederland dat zo ontzettend veel disciplines in huis heeft als VolkerWessels. Dat betekent ook een enorme verscheiden-heid in inkoop.’ Is het dan nog wel zinvol? ‘Absoluut’, klinkt het in koor. ‘Het moet. En zo snel mogelijk. Kennis is macht. Er valt binnen VolkerWessels nog veel te winnen. Denk bijvoorbeeld aan meer synergie tussen bouw en civiel. Ondersteund door ‘inkoopgoeroe’ prof. dr. Arjan van Weele onderzoeken beide platforms en product-teams momenteel de mogelijkheden. En dan hebben we het nog geen eens over het derde inkoopplatform gehad: ‘non product related’ (NPR) dat uit de schoot van het Infraoverleg is geboren. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?

Voorzitter Toon de Clercq: ‘Het gaat hoofd-zakelijk om indirecte kosten. Kosten die niet in je bill of material terugkomen. Denk aan catering, schoonmaak, drukwerk en andere facilitaire zaken. Maar ook ICT, leaseauto’s, brandstof en de inhuur van personeel. Dat zijn enorme kostenposten die versnip-perd over het concern aanwezig zijn.’ NPR bestaat pas een jaar maar heeft voor elek-triciteit en inhuur van flexpersoneel al twee concernbrede mantelcontracten afgesloten. En enkele andere contracten zijn op komst.

De beste inkoopHet moet in deze tijden toch bijna een walhalla zijn voor inkopers die op zoek zijn naar een goede deal? Die kwalificatie is wellicht iets té uitbundig. ‘Maar het is zeker een kopersmarkt’, erkent De Clercq. ‘Alleen geldt dat ook voor onze klanten. Iedereen weet dat de sector er niet florissant voor staat. Realiseer je ook dat je prijs voor 60 tot 70% uit inkoopkosten bestaat. Dat betekent dat de markt ons op dit moment dus ook echt dwingt om goede contracten af te sluiten.’

Het drietal wil betrokken collega’s dan ook op het hart drukken om voortdurend kennis te nemen ván en te delen over bestaande en nieuwe mantelcontracten. ‘Denk aan inkopers, werkvoorbereiders en project-leiders’, schetst Vos. ‘De lucht die nog in de keten zit, moet eruit. Zeker in deze tijden. We roepen collega’s op om de mogelijkheden te benutten. Nee; ook hier geen gedwongen winkelnering. Het is ‘pas toe’ of ‘leg uit’. Maar je moet wel een goede reden hebben om geen gebruik te maken van een mantelcontract.’ a

V.l.n.r.: Toon de Clercq (Hoofd Centrale Inkoop, Visser & Smit Hanab), Henk Vos (Strategisch inkoper Van Hattum en Blankevoort) en Henk Vissers (Directeur VolkerWessels Bouw en Vastgoedontwikkeling Noord-Oost): ‘Het uiteindelijke doel is kostenbesparing.’

| 8 9 |

NetWerk magazine

Page 6: NetWerk - VolkerWessels

Nee; het is géén eendagsvlieg. Het is géén wassen neus. En is het ook zéker géén hype

die overwaait. Groen, duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen: het

is vaak gemakkelijk gezegd en geschreven. Zeker vandaag de dag. Een internationaal

onderzoek van KPMG onder acht ‘bouwreuzen’, waarin VolkerWessels als ‘duurzame

tweede’ eindigde, bewijst nog maar eens dat corporate responsibility in ons concern écht

‘menens’ is. Van bescheiden en eenvoudige initiatieven tot baanbrekende ideeën. Een

kleine rondreis, kriskras door het concern.

g andré den boer b v1

d u u r z a a m h e i d

v l e u g e l s

kr

j

t

‘Nooit meer van de agenda’Dorien Wietsma (directeur corporate responsibility): ‘Ons duurzaamheids-verslag is zeker geen eindstation. Sterker nog; het is pas het begin. Markt, mede-werkers, milieu en samenleving; wij hebben vier deel gebieden en concrete ambities geformuleerd. In veel gevallen zelfs gekwantificeerd. Dat maakt je kwetsbaar omdat je er op afgerekend kan worden. Maar tegelijkertijd is dat precies wat we willen. Dat betekent dat we duurzame ontwikkelingen actief meten en sturen. Om zoveel mogelijk collega’s te

enthousiasmeren, licht ik het duurzaam-heidsverslag en onze plannen en ambities overal in het concern toe. Het leuke is dat we over gespecificeerde cijfers en resultaten van (groepen) werkmaatschap-pijen beschikken. Denk bijvoorbeeld aan gegevens over PlanetFit, ziekte-verzuim, MVO-clausules, opleidingsuren, functionerings gesprekken, diversiteit, huisvesting en het materiaalgebruik van werkmaatschappijen. Wij laten zien waar er voor een specifiek bedrijf nog een wereld te winnen valt. Maar we veroordelen niet.

Praten niet zwart-wit in termen van goed of fout. De werkmaatschappijen moeten er zelf iets van vinden en de aandachtspunten naar de praktijk toe vertalen. Ik merk een enorme scoringsdrift. Je ziet zelfs dat werkmaatschappijen er een wedstrijdje van maken. Zelf ben ik ook positief verbaasd en verrast. Van afvalscheiding tot de hoogste plek op de CO2-ladder van ProRail; heel veel werkmaatschappijen ontplooien talrijke eigen initiatieven. Het thema leeft enorm. Nee; corporate responsibility verdwijnt nooit meer van de agenda.’

markt - toeleveringsketen:

‘Duurzaam tussen de regels’

markt - innovatie:

‘Groen koelen’Dennis Arends (manager Business & Development & Innovatie, VolkerWessels Telecom): ‘Wij hebben samen met DEC de Sound Reductor ontwikkeld. Deze innovatie zorgt voor aanzienlijk minder geluids-overlast voor omwonenden dan de airconditioning in traditionele POP-huisjes. In onze nieuwe gene-ratie mini glasvezeldatacenters (POP’s) is geen klassieke airco meer nodig. Door optimaal gebruik te maken van de buitenlucht en de warmte van verbindingsapparatuur efficiënt af te voeren, bereiken we bovendien én een hoge besparing op het energieverbruik én aanzienlijk minder CO2-uitstoot.’

Irmo Vreeburg (bedrijfsjurist VolkerWessels Bouw & Vastgoedontwikkeling): ‘Integriteit, transparantie, veiligheid en milieu; in de nieuwe algemene voorwaarden van de BVGO-bedrijven hebben we een duurzaamheidsclausule opgenomen, waarmee we leveranciers en onderaannemers op de hoogte brengen van hun verplichtingen. Dat betekent ook dat ze de gedragscode en corporate governance van het concern moeten respecteren. Een mooie manier om duurzaamheid te verankeren. Milieuvriendelijk, integer, veilig en een prettige werksfeer; het is belangrijk dat we als concern onze normen en waarden uitdragen.’

| 10 11 |

NetWerk magazine

Page 7: NetWerk - VolkerWessels

medewerkers - training & opleiding:

‘Ik begrijp mijn opdrachtgever beter’Michel de Groot (projectleider voorbereiding Boele & van Eesteren): ‘Een sportdag voor mensen met een verstandelijke beperking. Tijdens de introductiecursus ontmoette ik de eindgebruiker van mijn eigen project: herontwikkeling en nieuwbouw voor zorginstelling Abrona. Ik zag hoe medewerkers en vrijwilligers keihard voor anderen werken. En autisti-sche mensen die helemaal van slag raken als hun dagelijkse ritme wordt verstoord. Alleen al door een sportdag. Dan besef je de impact die de bouwwerkzaamheden op hen zullen hebben. Rekening houden met je omgeving is voor dit project essentieel. Ik begrijp mijn opdrachtgever nu veel beter.’

milieu – materialen:

‘Het goede hout’ Dick Boers (Raad van Bestuur) & Laurens Elmendorp (Directeur VolkerWessels BVGO): ‘Aanvankelijk waren er wat problemen met de beschikbaarheid van FSC-hout. Maar afspraak is afspraak. In zelf-ontwikkelde woningen passen we FSC-hout toe. Waar mogelijk proberen wij het hout ook bij klanten te promoten. We moeten wel reëel zijn. De markt is tam en kampt met prijsdruk. Toch reageren veel opdrachtgevers positief. Zo zie je ook steeds meer corporaties kiezen voor FSC en gemeenten het verplicht stellen. Een gezonde ontwikkeling. Want over één ding zijn we het allemaal eens: een acht-jarige jongen met een kettingzaag is onacceptabel.’

milieu - co2:

‘Brandstof, banden en het milieu sparen’

samenleving - omgevingsmanagement: Bewust bouwen

milieu - co2:

‘Het goede doel’Monique Heuzels (secretaresse VolkerWessels Bouw & Vastgoedontwikkeling ICT): ‘De Stichting ITdonations zamelt oude en afgeschreven IT-apparatuur in. Ze wissen de data op gecertificeerde wijze en verwerken de apparaten. De eventuele restwaarde wordt aan een goed doel geschonken dat je zelf mag kiezen. Met het oog op onze verhuizing en het inrichten van nieuwe werkplekken moet bij ons de nodige appara-tuur vervangen worden. Wij kiezen waarschijnlijk ook voor ITdonations. Het lijkt de perfecte oplossing. Het is goedkoop en je steunt ook nog een goed doel. We zijn blij dat we op deze manier een steentje kunnen bijdragen aan duurzaamheid.’

Bert Brinks (manager Productontwikkeling en -Kwaliteit, De Groot Vroomshoop): ‘Band op spanning’ spaart brandstof, banden en het milieu. Bovendien is de juiste bandenspanning veiliger omdat het de kans op auto-ongelukken vermindert. Bedoeling van dit initiatief is natuurlijk de bewustwording bij de chauffeur. Van de gecontroleerde 123 auto’s hadden er 53 minimaal één band met onderspanning en elf een lekke band. Door dit te herstellen, besparen we in totaal 368 liter brandstof, 1,4 ton CO2 en acht vroegtijdig versleten banden. De kosten zijn lager dan het behaalde voordeel. Toch mooi dat én economie én milieu én veiligheid gediend zijn.’

Marjolein van Hilten - Koolhaas (Stichting Bewuste Bouwers): ‘Corporate responsibility staat in de sector nog in de kinderschoenen. VolkerWessels is één van de initiatiefnemers van Bewuste Bouwers. Een groep bedrijven die zich positief wil onderscheiden met als doel het imago van de sector te verbeteren door

bewust, veilig, verzorgd, betrokken, correct, sociaal en attent te werken. Als onafhankelijke stichting zijn wij verantwoordelijk voor het certificeren van bouw-plaatsen. De naamsbekendheid groeit voorzichtig. Uiteindelijk is het de bedoeling dat dit initiatief net als in Engeland uitgroeit tot een landelijk keurmerk.’

milieu - co2: ‘Duurzaam fine tunen’ Fred Lenderink (monteur VolkerRail): ‘Wij doen een proef met eco tuning. Het idee is dat als je auto’s goed afstelt je brandstof en CO2 kunt besparen. In de proef zijn sommige auto’s wel en anderen niet ‘getuned’. Als

deelnemer weet je niet of jouw auto afge-steld is. Een goed initiatief. Alles wat het milieu verbetert, is welkom toch? Maar als we het over milieu en CO2 hebben, begrijp ik alleen de centrale planning niet. Ik ben

misschien een nuchtere Achterhoeker; maar als ik met mijn busje naar Limburg rijd en onderweg Limburgse collega’s tegenkom die op weg naar de Achterhoek zijn; moet iemand mij dat toch eens uitleggen.’

medewerkers - veiligheid:

‘Aan de slag met veiligheid’Frans Engelen (voorzitter Centrale Onder-nemingsraad): ‘Ook de COR hecht veel waarde aan corporate responsibility. Omdat wij er voor collega’s zijn, spreekt het voor zich dat binnen het brede spectrum veilig-

heid onze bijzondere aandacht heeft. Het is niet voor niets het onderwerp van onze themadag. Ook als reactie op de oproep voor veilige ideeën van Gerard van de Aast. We hebben gekozen voor open, gelijk-

waardige discussies. Dat betekent ook veel aandacht voor de verhalen, verantwoorde-lijkheden en de praktijkervaringen van onze collega’s buiten. Uiteindelijk gaat het om hun veiligheid.’

r e s p n s i b i l i t y

c orpor at e

| 12 13 |

NetWerk magazine

Page 8: NetWerk - VolkerWessels

d e ‘mol l e n’ va n het concern

Ze staan niet zelden tot hun knieën in de modder. Werken soms maanden in donkere tunnelschachten of scheepsrompen.

Toch houden deze ‘grondwerkers’ van hun baan. ‘Als je één keer een tunnel hebt gebouwd, ben je verliefd.’

g priscilla borgers b dirk-jan van dijk Naam: Sander VermeulenFunctie: bronbemalerWerkmaatschappij: Gebr. van Kessel

‘Werken in de grond is prachtig. Al die modder en water die ik tijdens het boren soms over me heen krijg, deren me niet. Het is elke keer weer leuk als het lukt al het grondwater uit de bodem te malen, zodat collega’s daar ‘droog’ verder kunnen bouwen of leidingen kunnen leggen. Samen met een collega rijd ik elke dag kriskras door het land. De ene keer staan we met een spuitlans te zwoegen om door een meter of twee zware kleigrond te komen. De volgende dag boren we juist weer in no time vier sleuven van zes meter diep in een zachte zandgrond. Dat boren vind ik mooi. Vorige zomer heb ik meegewerkt aan Scheldegas. Een enorm project. Stonden we daar op de Westerschelde twaalf meter onder de zeespiegel de bodem droog te boren. Toen ik zag dat de zeebodem onder de damwand kurk-droog was, voelde ik een soort trots.’

Onder de modder

‘Sfeervol onder de grond leven’Naam: Fred van GentFunctie: voormanWerkmaatschappij: Volker Staal en Funderingen

‘De afgelopen anderhalf jaar heb ik meer onder dan boven de grond geleefd. Wij bedienen in ploegendiensten de sluizen van de Noord/Zuidlijn in Amsterdam.

Caissonmedewerkers werken daar tien-tallen meters onder de grond onder hoge druk. Het is onze taak om ervoor te zorgen dat de druk in de ‘luchtbellen’ waarin zij werken, constant blijft. Een verantwoorde-lijke rol. Daarnaast bieden wij duik-medische begeleiding en bedienen we de drukkamer. Geweldig om aan dit complexe project mee te werken. Techniek ten top.

Aanvankelijk vergde het werk onder de grond wel wat aanpassings vermogen. Als sommige collega’s na het werk thuis-kwamen, sloten ze eerst de gordijnen, omdat ze weer moesten wennen aan het felle licht. Nu heeft niemand daar meer moeite mee. Het heeft ook wel wat; zo met zijn allen dertien meter onder de grond. Het is wel sfeervol.’

‘Onder het dek’Naam: Jaap HuismanFunctie: vloerleggerWerkmaatschappij: Smits Neuchâtel

‘Ik vind het na 34 jaar nog steeds geweldig dat je door een vloer te leggen een schip in één klap een chique uitstraling kan geven. Vorige maand heb ik nog een teak look vloer aangesmeerd op een jacht. Een precisiewerkje waar ik even zoet mee was, maar dat vind ik juist leuk. Achteraf zei de eigenaar dat hij het schitterend vond. Zulke reacties blijven leuk om te horen. Door de jaren heen heb ik heel wat beneden-deks gewerkt. Vloeren in grote vracht- en passagiers-schepen ‘aangesmeerd’. Dat zijn leuke klussen, want daar ben je met een paar man toch wel een paar dagen zoet mee. En als je klaar bent, zie je wat een groot oppervlakte je hebt gelegd. Wat ik van onderdeks werken vind? In de zomer is het lekker koel! Het enige nadeel is dat je ’s winters met kunstlicht moet werken. Dan mis ik het licht op den duur wel.’

NetWerk magazine

15 || 14

Page 9: NetWerk - VolkerWessels

‘Zie je mij, zie ik jou’

‘Wat zijn jullie aan het doen?’Naam: Paul Wolters en Ramon DeelenFunctie: servicemonteursWerkmaatschappij: VolkerWessels Telecom

‘Staan we midden in Amsterdam te graven, komen er mensen naar ons toe: ‘Wat zijn jullie aan het doen?’ Mensen zijn vaak nieuwsgierig als ze ons aan het werk zien. Dan willen ze weten hoeveel kabels er in de grond zitten en waar ze voor dienen. Omdat ze normaal verstopt zitten. Het leuke aan mijn functie vind ik de afwisseling. Ik weet ’s ochtends nooit waar ik later die dag aan het werk ben. De ene keer breek je midden in de stad een trottoir open om de kabels bloot te leggen. De volgende keer graaf ik ergens in de berm. Het is maar net waar de storing optreedt. Als wij op locatie aankomen, lukt het ons negen van de tien keer om binnen een uur de storing te verhelpen. Het uitvinden wat er nu precies scheelt aan de kabels, vind ik het meest interessant.’

d e ‘mol l e n’ va n het concern

Verliefd op tunnelsNaam: André SteketeeFunctie: hoofduitvoerderWerkmaatschappij: Van Hattum en Blankevoort

‘Bovengrondse collega’s’ noemen ons de mollen. Omdat we soms maanden onder de grond werken. Zonder daglicht te zien. Of dat niet deprimerend is? Welnee. Eind dit jaar gaan we met 100 man de tunnel bij Nijverdal boren. Een prachtklus. Tunnels bouwen is een specialisme. Als je het één keer hebt gedaan, ben je verliefd. Ik ook, ja. Al jaren. Het mooie aan dit werk is dat je steeds de planning nauwlettend in de gaten moet houden. Alles moet naadloos op elkaar aansluiten. Als een bewerking vertraging oploopt, is direct het hele project vertraagd. Moeite met in het donker werken, heb ik niet. Dat went. Ik kijk wel elke keer uit naar het moment dat de eerste auto de tunnelbuis doorrijdt. Het geeft een kick als je die van de ene naar de andere kant zo weer het daglicht in ziet rijden. Dan denk ik: ‘Dat hebben ‘wij mollen’ toch maar weer mooi voor elkaar.’

Makkelijk uitvoerbaar, praktisch en vooral een middel om levens mee te redden. Redenen genoeg om Chris

van Dijk uit te roepen tot één van de winnaars van de veiligheidsprijsvraag. De kraanmachinist van KWS Infra

bedacht een waarschuwingssticker om oogcontact op bouwlocaties te stimuleren tussen bezoekers en

chauffeurs van rijdend materieel. Tijdens de officiële ‘lancering’ in Winschoten half september plakte Van Dijk

vol trots de eerste sticker op zijn mobiele graafmachine. Met de pakkende slogan: ‘Zie je mij, zie ik jou.’

g esther lelij b carel kramer

V eiligheid ‘leeft’ binnen VolkerWessels. Dit bleek uit de reacties op de vraag van bestuurs-

voorzitter Gerard van de Aast om ideeën aan te leveren die de veiligheid moeten verbeteren. Ruim zestig collega’s kwamen met uiteenlopende ideeën. Van kleine eenvoudig te introduceren oplossingen tot geheel andere denk- en handelswijzen. Begin 2010 zijn de vier winnende ideeën bekend gemaakt (zie Netwerk 2010 | 2). Nu is het tijd om de initiatieven uit te rollen in het concern.

OogcontactChris van Dijk werkt als kraanmachinist bij KWS Infra. Hij aarzelde geen moment om zijn idee in te sturen. ‘Mijn grootste angst is om iemand aan te rijden. Extra spiegels en een camera in de cabine nemen dit gevaar niet weg. Daarom informeer ik collega’s hoe je het beste een machine kunt passeren. De boodschap: ‘Zoek oogcontact met de machinist of chauffeur en passeer aan de cabinezijde.’ De reacties bevestigen voor Van Dijk het gevaar. ‘Ze weten gewoonweg niet hoe weinig je ziet vanuit de cabine.’ Zijn idee om een waarschuwingssticker te maken, kwam niet uit de lucht vallen. ‘Met de eenvoudige boodschap ‘Zie je mij, zie ik jou’ wordt iedere passant erop geattendeerd dat hij oogcontact met de machinist moet zoeken. Dit verkleint de kans op aanrijd-gevaar. Niet alleen voor bouwplaatsmede-werkers; ook voor fietsers en voet gangers.’ Doel is om al het rijdend materieel uit te rusten met deze waarschuwingssticker.

Hoog op de agenda Ook de andere prijswinnaars kunnen de

Volker Stevin Materieel (VSM) coördineert de distributie van deze waarschuwings stickers onder de werkmaatschappijen. De sticker is beschikbaar in twee maten: 15x45 cm en 10x30 cm. Het materieel dat voor de sticker in aanmerking komt, bestaat onder andere uit: vrachtwagens, rupshijskranen, laadschoppen, graafmachines, walsen, tractoren, sidebooms, lasdumpers en heftrucks. Bedrijfswagens tot 3.500 kg blijven buiten beschouwing.

Neem voor meer informatie contact op met VSM: T 078 654 6300.

uitvoering van hun idee tegemoet zien. Maar hier stopt het niet. Bestuursvoor-zitter Gerard van de Aast: ‘Veiligheid staat hoog op de agenda. Het krijgt permanente aandacht binnen het beleid van corporate responsibility.’ Nieuw in dit beleid is de oprichting van een veiligheidsadvies-groep, waarin veiligheidsdeskundigen nauw samenwerken met de Centrale Ondernemings raad. Hun taak: het groeps-beleid toetsen op veiligheid en gezondheid, het evalueren van ernstige ongevallen en adviezen opstellen om deze ongevallen te voorkomen. Van de Aast: ‘Met deze veiligheidsadviesgroep bundelen we onze krachten, kennis en ervaring en zal onze organisatie steeds veiliger worden.’ a

17 |

NetWerk magazine

| 16

Page 10: NetWerk - VolkerWessels

‘Bewust in de put’

Z e bestaan nog. Buitenstaanders die denken dat bouwvakkers de hele dag met ontbloot bovenlijf fluiten.

Die kennen de bewuste bouwer nog niet. ‘Je krijgt dit keurmerk echt niet zomaar’, verzekert Piet van Hoeven. ‘Duurzaam, veilig, netjes, met oog voor omgeving en collega’s. Een uitgebreide systematiek en

checklist beoordelen of een bouwplaats het predikaat Bewuste Bouwers verdient.’ Initiatiefnemers zijn BAM, Ballast Nedam, Strukton en VolkerWessels. De regie is in handen van de gelijknamige onafhanke-lijke Stichting Bewuste Bouwers. ‘Iedere aannemer kan een bouwplaats aanmelden’, vertelt Van Hoeven. Volgens de regio-

directeur biedt het keurmerk de zekerheid van een betrokken en betrouwbare partner: ‘Maar je moet het niet alleen voor je eigen imago doen. Of om je opdrachtgevers te pleasen. Je moet er ook gewoon trots op zijn dat je bewust bouwt. Na de eerste onwennigheid zie ik dat idealisme bij steeds meer collega’s groeien.’

‘Kijk ons eens groen zijn.’ Van ordinaire window dressing tot oprechte duurzame dadendrang. Elk zichzelf

respecterend bedrijf is tegenwoordig al snel geneigd om een groen label op de eigen borst te spelden. Maar

duurzaam is slechts één aspect van corporate responsibility. Het keurmerk ‘Bewuste Bouwers’ gaat verder waar

andere initiatieven en goede bedoelingen stoppen. Kwartiermaker voor het concern is Piet van Hoeven: de

kersverse regiodirecteur van VolkerWessels Bouw en Vastgoedontwikkeling West.

g andré den boer b dirk-jan van dijk

‘Auditie’Specialisten auditeren ‘de put’. Het keurmerk onderscheidt zeven beoorde-lingscriteria: bewust, veilig, verzorgd, betrokken, correct, sociaal en attent. Afvalstromen, CO2, het recyclen en hergebruik van materiaal, de veiligheid in de bouwput, de mogelijke risico’s voor de omgeving, de arbeidsomstandigheden voor collega’s, eerlijke en open communicatie met alle betrokken partijen. De bewuste bouwer heeft oog voor alles. Bovendien is hij uiterst flexibel. Van Hoeven: ‘Als je de omgeving netjes inlicht, voorkom je al veel problemen. Wees eerlijk. Vertel welke overlast je veroorzaakt en laat blijken dat je meedenkt. Bijvoorbeeld je werktijden aanpassen of de radio zachter zetten. Maar denk ook aan verkeersregelaars. Met Boele & van Eesteren hebben we goede ervaringen in binnensteden. Ook sommige infrabedrijven als VolkerRail zijn ver. Mij is gevraagd om het keurmerk concernbreed verder op de kaart te zetten.’ De Green Office voor TNT in Hoofddorp en Calypso van Boele in het hart van Rotterdam waren dit voorjaar de eerste concernprojecten die op de bouwbeurs in de RAI met het toen kakelverse keurmerk werden beloond. Ook de Hanzelijn (VolkerRail) en een infraproject in Nijverdal van Van Hattum en Blankevoort hebben het keurmerk verkregen. Moeten straks alle bouwplaatsen gecertificeerd zijn? ‘Nooit verkeerd; maar ik denk dat het certificaat vooral belangrijk is in ‘potentieel onveilige gebieden’, ervaart Van Hoeven. ‘Denk aan binnenstedelijke herontwikke-lingen. Waar veel mensen, voorzieningen en bewegingen zijn. Misschien spelen er wel kinderen in de buurt. Natuurlijk probeer je altijd veilig te werken. Maar goed en duurzaam omgevingsmanagement kan de kansen op ongelukken verder verkleinen. Daarvoor moet je alles op alles zetten.’

KindjeOnbewust geeft hij zelf het goede voor-beeld. Want een duurzame verhuizing is het zonder meer. Van Hoeven stapte bij Boele & van Eesteren in de lift om namens ‘BVGO West’ een etage lager een kamer te betrekken: ‘Als je naar onze werkmaat-schappijen en projecten kijkt en een straal

tekent, is Rijswijk een behoorlijk centrale en ideale standplaats. Maar kriebelt het dan niet als je zo dicht op het vuur van je oude baan zit? ‘Ja natuurlijk’, bekent Van Hoeven eerlijk. ‘Boele is na ruim 31 jaar mijn kindje. Ik ben hier ooit als hulpje van een uitvoerder begonnen. Een prachtig bedrijf. Bekend in de markt met bijna 120 jaar historie, in het oog springende projecten en een degelijk en betrouwbaar imago. Het aparte is dat ik als regiodirecteur op een bepaalde manier nog steeds verantwoordelijk ben.’ Wie de valkuil herkent, zal er niet snel in vallen. ‘Dat is het grootste gevaar’, vermoedt Van Hoeven. ‘Dat je je te veel met operationele zaken blijft bemoeien. Ik bedoel het niet negatief, maar je rol wordt wat ‘oppervlak-kiger’ omdat je minder direct bij projecten betrokken bent. Je moet de directieleden van werkmaatschappijen ruimte en vrijheid geven. Laten we eerlijk zijn. Je denkt altijd dat je het zelf beter weet; maar als regio-directeur ben je denk ik vooral een klank-bord.’ Dat betekent niet dat zijn nieuwe functie geheel vrijblijvend is. ‘Absoluut niet’, beseft Van Hoeven. ‘Op hoofdlijnen moet je uiteraard sturen en de juiste richting

aangeven. Verder ben je vooral ‘schep-pend’ bezig. Condities creëren waarin de bedrijven het beste floreren. Dat betekent ook veel acquisitie. Alleen kijk ik nu met net iets andere ogen. Je vraagt je direct af welke werkmaatschappijen het meest geschikt zijn voor een mogelijk project.’

‘Snuiter’Daarom is hij druk bezig met zijn rondtour. De bedrijven en collega’s leren kennen. ‘Je moet je gezicht laten zien. Ze moeten toch weten wie die ‘snuiter’ is?’, lacht Van Hoeven. Wat zijn zijn eerste indrukken? ‘De diversiteit’, antwoordt hij direct. ‘Van de authentieke dorpsaannemer tot grote regi-onale bouwers en ontwikkelaars. Dat geldt ook voor onze klanten. Van een bedrijf om de hoek tot grote internationale bedrijven. Het spectrum is heel breed. Maar ik ben er wel van overtuigd dat er een wereld valt te winnen als we elkaars kennis, netwerken en expertises nog beter benutten. Dat geldt overigens ook voor de wisselwerking tussen de verschillende regio’s. Hoe haal je meer uit die samenwerking? Dat beschouw ik als één van mijn persoonlijke uitdagingen.’ a

Marjolein Van Hilten - Koolhaas (Stichting Bewuste Bouwers):

‘Je kunt natuurlijk niet je eigen vlees keuren. Daarom hebben de initiatiefnemers Bewuste Bouwers bij een onafhankelijke stichting ondergebracht. Ons doel is om het imago van de sector te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan arbeidsmarkt-communicatie. Dat de bouw een fijne plek is om te werken. Half april zijn de eerste keurmerken uitgereikt aan iets meer dan twintig pilotprojecten. Nu zijn het nog voornamelijk de initiatiefnemers die bouwplaatsen aanmelden; maar het doel is dat Bewuste Bouwers uitgroeit tot een krachtig nationaal keurmerk. Ja; ik merk zeker dat de belangstelling groeit. Zo explodeerde mijn mailbox bijna na een oproep voor ‘monitors’ in het magazine voor gepensioneerd bouwpersoneel. Het zou mooi zijn als opdrachtgevers het keurmerk straks verplicht stellen. Net als in Engeland waar Considerate Constructors al dertien jaar een succes is en al 30.000 bouwplaatsen zijn gecertificeerd. Wat ik tegen werkmaatschap-pijen van VolkerWessels zou willen zeggen? Probeer Bewuste Bouwers eens. Wat je er ook mee wilt bereiken; het is sowieso altijd een zinvolle check om te kijken of je alles op orde hebt. En uiteraard of je ‘bewust’ bezig bent.’

Voor meer informatie: www.bewustebouwers.nl

3Piet van Hoeven: ‘Je krijgt dit keurmerk niet zomaar.’

| 18 19 |

NetWerk magazine

Page 11: NetWerk - VolkerWessels

Praktijkman zonder hokjesgeest

Directeur Civiel en Wegen Nederland Henri van der Kamp

‘Wat ben ik ook alweer?’ Henri van der Kamp

zoekt zijn visitekaartje. ‘Directeur Civiel en Wegen

Nederland’, leest hij voor. Aan zijn bescheidenheid

is niets vals. ‘Een eenvoudige jongen die op de juiste

momenten geluk heeft gehad’, noemt hij zichzelf.

Misschien is het omdat hij in zijn hart altijd die

praktijk man is gebleven: ‘Ik wil ooit nog een keer

een groot project maken.’

g andré den boer b karen vlieger

H et is nog niet eens zo gek lang geleden. Henri van der Kamp filosofeerde met wat collega’s over de toekomst van de sector en de infrabedrijven. Zo stond de directeur van KWS

Infra als één van de geestesvaders aan de wieg van VolkerInfra. De krachtenbundeling tussen de verschillende infradisciplines kwam in zijn ogen net op tijd: ‘Die trein was dus echt bijna voorbij. We zijn het perron afgerend en op de laatste wagon gesprongen.’

WagonnetjesDe metafoor is veelzeggend. De oprichting van VolkerInfra was even noodzakelijk als onvermijdelijk. ‘Bij onze opdrachtgevers zie je de laatste jaren een onmiskenbare tendens naar integrale meerjarige projecten’, signaleert Van der Kamp. ‘Zeker in de civiele sector en de wegenbouw. Daar moet je als partner op inspelen. Met één tong spreken. Dat zorgt voor duidelijkheid.’ De directeur Civiel en Wegen Nederland is wat dat betreft buitengewoon te spreken over VolkerInfra dat zich vooral aan de voorkant van projecten met tenders bemoeit: ‘Een nieuw bedrijf met veel energie en jonge mensen. Jonge collega’s die groeien en zich ontwikkelen. Daar kan ik echt van genieten. Ik moet Ruud van Wijk en zijn team complimenteren met de inhaalslag die ze gemaakt hebben. Zo hebben we nu ook VolkerInfra AssetManagement opgericht, waarmee we opdrachtgevers kunnen ontzorgen door meerjarig, integraal en multidisciplinair beheer en onderhoud van infra.’ Betekenen de eerste projecten en successen dat het concern na de trage start nu tot de koplopers behoort? ‘We staan zeker niet meer achter op die trein’, glimlacht Van der Kamp. ‘Ik weet niet of we de locomotief zijn; maar we zijn heel wat wagonnetjes opgeschoven.’

‘De val van de muur’Intensieve en structurele samenwerking op grote projecten levert (uiteindelijk) substantiële voordelen op. Al gebiedt de eerlijkheid Van der Kamp te zeggen dat je het verkokerde denken uit het verleden niet met één vingerknip uitwist. Een muur valt niet vanzelf. Werkmaatschappijen zijn vanuit het verleden gewend om projecten op een bepaalde manier te managen. Maar het concern zweert toch al jaren bij synergie? ‘Natuurlijk wordt er al succesvol samengewerkt tussen verschillende werkmaatschappijen. Maar er is echt nog een wereld te winnen’, verzekert Van der Kamp. ‘Tijd, capaciteit, mensen, opleidingen, competenties: integraal projectmanagement haalt de dubbelingen eruit. Bovendien heb je je kosten veel beter onder controle.’ Dat vraagt wel om stevige regie. Omdat Volker-Infra die eindstem mist, ontstond het idee van een directeur Civiel en Wegen Nederland. ‘Toen de Raad van Bestuur mij voor die rol benaderde, heb ik eerst even in de spiegel gekeken’, bekent Van der Kamp. ‘Ik ben pas 3,5 jaar directielid bij KWS Infra. Mijn huidige dubbelrol met mijn functie als directievoorzitter van KWS Infra betekent ook dat mijn collega’s een stapje extra moeten zetten. Of deze nieuwe functie niet in een Raad van Bestuur thuishoort? Misschien wel; of in een soort concerndirectie. Maar hoe je het in de organisatie inbedt, is minder relevant. Het gaat erom wat je bereikt. Uiteindelijk heb ik gezegd: ‘Oké; ik doe het. Maar dan wil ik wel 100% mandaat.’

De kracht van je eigen kleurStimuleren, spiegelen, reflecteren en het aanjagen van een inten-sieve samenwerking tussen (met name) KWS Infra, Van Hattum en Blankevoort, Volker Infra Systems en Vialis. Volgens Van der Kamp is zijn rol zeker geen symboolpolitiek: ‘Om een idee te geven van de schaal: een bedrijf als Van Hattum en Blankevoort haalt 70 tot 75% van haar omzet uit grote integrale projecten. Maar denk bijvoor-beeld ook aan de grote spoedprojecten.’ Een lichte spagaat kan de directeur niet ontkennen. Hij gelooft namelijk ook heilig in een decentrale organisatiestructuur: ‘De kracht van je eigen kleur. Maar het hoeft elkaar niet te bijten. Dat je bij het concern hoort, wil nog niet zeggen dat je niet trots kunt zijn op je eigen bedrijf. Om mijn eigen bedrijf als voorbeeld te nemen: Van Kessel is een geweldig bedrijf. Als je daar het label KWS opplakt, haal je de geest uit de fles. Hetzelfde geldt voor Bruil Infra. Lokaal en regionaal bekend en sterk. Dat moet je zo laten.’ De hang naar een decentrale organisa-tiestructuur was zelfs zijn reden om na meerdere decennia afscheid van Heijmans te nemen: ‘Ik voelde me niet langer thuis in de koers en filosofie van het steeds centraler georganiseerde bedrijf. Ik heb wel even getwijfeld over KWS. Na 30 jaar heb je toch ‘een grote H op je voorhoofd.’ Maar ik ben hier met open armen ontvangen.’

KnipoogZijn verleden bij ‘de gelen’ is wel eens reden voor een dolletje. ‘Toen ik 25 jaar in de wegenbouwsector actief was, hadden ze een feestje voor me georganiseerd. Kreeg ik van mijn ex-collega’s een kaart met een poppetje’, vertelt Van der Kamp. ‘Een poppetje met blauw bloed en een geel hart.’ En klopt dat beeld? ‘Nee’, antwoordt hij beslist. ‘Ik heb meer dan twintig jaar bij Heijmans gewerkt. Mooie tijden beleefd, maar dat hoofdstuk is afgesloten. Ik ben trots op KWS Infra. Ik pas bij dit bedrijf en deze cultuur. VolkerWessels is mijn club.’ a

PaspoortEigenlijk wilde Henri van der Kamp (50) bij de overheid werken. Maar tijdens zijn stage voor zijn studie civiele techniek aan de HTS Rotterdam ontdekte hij bij Boskalis zijn passie voor de praktijk. Zijn loopbaan startte tijdens de vorige grote crisis in de jaren tachtig. Hij stuurde 100 sollicitatie-brieven. Maar het was Henk de Vos die de stagiair herinnerde en hem naar Heijmans haalde. De carrières van de voormalige en huidige directievoorzitter van KWS Infra bleven verweven. Tegen het einde van zijn eerste contract voor twee maanden zette Van der Kamp voor de zekerheid subtiel een doos gebak neer. Hij kon blijven. Van een kantoor in een woonhuis in Rijsoord tot voorzitter van de directie beton- en waterbouw: Van der Kamp bekleedde door de jaren heen talrijke functies bij het Rosmalense bouwbedrijf. Tot een etentje met ‘een zekere’ Henk de Vos. De rest is geschiedenis.

NetWerk magazine

21 || 20

Page 12: NetWerk - VolkerWessels

be r oe p in beeld

TekenaarMinimaal zes uur per dag fulltime achter de computer

tekenen. Saai? Dat vindt Abe van Toorenenbergen

zijn werk nooit. Tekenen heeft volgens hem iets

magisch. ‘Het ene moment teken je een enorme pijler

op je beeldscherm. Als je drie weken later uit het

raam kijkt, zie je die pijler ook daadwerkelijk.’

g priscilla borgers b carel kramer

I n de vergaderruimte van het tijdelijke kantoor van Van Hattum en Blankevoort aan de Amsterdamse Westpoortweg is vrijwel geen onbedekt stukje muur meer te ontdekken. Vrijwel elke

wand hangt vol met ingewikkelde bouwtekeningen. Voorzien van de meest minuscule details en voor buitenstaanders onbe-grijpelijke symbolen. Toch kost het Abe van Toorenenbergen geen enkele moeite om aan te wijzen welke tekening de mannen op de bouwplaats op dit moment in handen hebben. ‘Dat is deze’, zegt de tekenaar of modelleur –zoals zijn officiële functienaam luidt- vastberaden. ‘Zie je de viaducten op deze tekening? Ze zijn hier recht voor de deur bezig met nummer 3. De KW520; het grootste viaduct van het project.’

KickEen week eerder heeft hij nog een nieuwe tekening moeten maken. ‘Bleek dat niet alle afmetingen klopten’, legt Van Toorenenbergen uit. ‘Een haastklus; we moesten zo snel mogelijk achter het probleem komen om de oplossing in te tekenen. Want buiten moet het werk door. Des te groter is de kick als je later ziet dat het probleem dankzij die nieuwe tekening is opgelost. Dat geeft voldoening.’ De 30-jarige Van Toorenenbergen vormt samen met een collega het tekenteam van het megaproject Combinatie Westpoort. In het voorjaar van 2013 moet de gloednieuwe tien kilometer lange Westrandweg de verkeersdruk rond Amsterdam verlichten. Voor de collega’s van Van Hattum en Blankevoort een uitdagend project dat alleen al elf viaducten bevat. Toen Van Toorenenbergen hoorde dat hij mee mocht tekenen aan de Westrandweg, was hij direct enthousiast: ‘Als relatief jonge tekenaar vind ik zo’n immens project heel mooi. Wij werken hier nu in de eerste plaats ter ondersteuning van de bouwplaatsmede-werkers. De ontwerptekeningen van de weg en de kunstwerken worden gemaakt door Royal Haskoning en Witteveen + Bos. Wij maken onder andere de bouwplaatstekeningen zodat iedereen weet hoe de bouwplaats ingericht kan worden.’ Van Toorenen-bergen lost geregeld problemen op: ‘Er gebeuren altijd onver-wachte dingen. Zo ontdekten we dat een rioleringsbuis anders lag dan gedacht. Aangezien we daar niet overheen mogen rijden, moesten de tekeningen op het laatste moment worden aangepast. Daar zitten wij hier voor.’

BouwvirusVan Toorenenbergen heeft de liefde voor het vak niet van een vreemde. Zijn vader werkt al tientallen jaren als tekenaar in de woning- en utiliteitsbouw. ‘Van hem heb ik de liefde voor het bouwen’, vertelt hij. ‘Ik heb vroeger met mijn ouders van heel wat Europese steden alle architectonische hoogstandjes bezocht.’ Aangestoken door het bouwvirus besluit Van Toorenenbergen na zijn middelbare school naar de HTS te gaan. ‘Toen ik eenmaal de richting weg- en waterbouw had gekozen, wist ik dat ik het tekenen onder de knie wilde krijgen’, verklaart hij. ‘Als tekenaar leer je veel over het bouwen zelf. Je zet niet alleen lijnen op papier, maar denkt actief mee over hoe je problemen oplost. Bovendien spijker je tijdens besprekingen je bouwtechnische kennis bij.’ Van Toorenen-bergen begon zijn loopbaan bij Van Hattum en Blankevoort, maar door een reorganisatie moest hij na anderhalf jaar uitwijken naar een ander kleiner ingenieursbureau. ‘Daar tekende ik onafgebroken

wapeningswanden en ontwerpen voor kleine bruggetjes,’ memo-reert de tekenaar. ‘Leuk om een tijdje te doen, maar lang niet zo uitdagend als het werk bij Van Hattum.’ Van Toorenenbergen twijfelt dan ook geen moment als zijn oude werkgever opnieuw aanklopt: ‘Bij Van Hattum en Blankevoort kan ik aan dit soort unieke projecten meewerken. We bouwen hier het grootste viaduct van het land. Ruim 3 kilometer. Dat is toch mooi?’

StoeienEen goed tekenaar beschikt volgens de Utrechter over twee eigenschappen. ‘Je moet stressbestendig zijn. En het leuk vinden om met computerprogramma’s te stoeien. Vooral dat laatste is belangrijk. Ik teken gemiddeld zo’n zes uur per dag fulltime in AutoCAD. En probeer regelmatig iets nieuws te ontdekken waardoor ik nog efficiënter met dat programma kan werken.’ Van Toorenenbergen schiet in de lach: ‘En dat terwijl ik na dit

project waarschijnlijk meteen een 3D-tekencursus ga volgen. We leren tekenen met Revit Structure. Of ik dat zie zitten? Ja; ik vind het wel leuk om uit te vinden hoe dat programma werkt. Bovendien is 3D-tekenen de toekomst. Daar moét je wel in meegaan.’ Van Toorenenbergen werkte eerder aan A2-Hoogge-legen. Hij heeft straks dus twee omvangrijke projecten op zijn CV staan. Waar ziet de dertiger zichzelf over tien jaar? ‘Een hele lastige vraag. Voorlopig vind ik dat ik nog genoeg kan leren in het tekenvak. Ik leer hier elke dag wat bij. Dat maakt mijn werk leuk. Bovendien ben ik het tekenen zelf nog lang niet beu. Het heeft iets moois. Alles wat ik nu op de computer teken, zie ik twee á drie weken later in het echt. Dan staat zo’n pijler of een constructiewand er opeens. Hetzelfde geldt voor het kunstwerk dat ik samen met collega’s heb getekend voor Hooggelegen. Elke keer als ik daar nu zelf langs of over dat viaduct rijd, denk ik: ‘We hebben best knap werk geleverd’.’ a

Abe van Toorenenbergen: ‘Een kick als jouw tekening een probleem buiten oplost.’

| 22 23 |

NetWerk magazine

Page 13: NetWerk - VolkerWessels

Duurzaam met Groene Hoofd lettersHet atrium baadt in een zee van licht en ruimte. Een eindeloze trap strekt zich uit tot de hoogste etages van

het indrukwekkende kantoor. Schuimrubber beschermt trapleuningen en installaties. Op de brandschone

bouwplaats is geen stofje welkom. De collega’s van Boele & van Eesteren gaan ver. Heel ver. En dat is precies

de bedoeling. Groen en platinum: het Green Office van TNT in Hoofddorp mikt op de hoogst haalbare

duurzame labels.

g andré den boer b carel kramer

D e ambities liegen er niet om. ‘Is de hoogste score 500? Dan gaan wij voor 1000’. De woorden van Flip

Verwaaijen klonken bijna achteloos. Maar het was de Managing Director Real Estate van TNT direct menens. De multinational wil haar reputatie als duurzame voorloper en koploper eer aan doen en ’s werelds eerste emissievrije express- en postbedrijf worden. In haar filosofie van People, Planet, Profit past uiteraard ook groene huis vesting. De scores 500 en 1000 verwijzen naar GreenCalc+: een Nederlands instrument om de duurzaamheid van gebouwen in kaart te brengen. Omdat TNT ook op het inter nationale toneel geen onbekende is, behoort ook de hoogste waardering van het in de Verenigde Staten en Azië courante certificeringsysteem LEED tot het verlang-lijstje: het platinum label.

Green MachineVan materiaalgebruik en energiehuis houding tot verf en ventilatie: alles wordt langs de groene lat gelegd. Het duurzame kloppende hart van het gebouw is de zogeheten Green Machine die op basis van biobrandstof elektriciteit en warmte opwekt (BIO-WKK). ‘Het gebouw is het hele jaar door volledig zelfvoorzienend’, vertelt projectleider Frans Wielemaker van Boele & van Eesteren. ‘De Green Machine levert in de piekuren kilowat tuur aan het gebouw en in de daluren aan het net. We maken gebruik van warmte- en koudeopslag. Afhankelijk van het seizoen wordt warmte en koude opge-slagen in watervoerende lagen in de bodem. Die kun je later gebruiken om het gebouw te

koelen of verwarmen. Verder is het gebouw op jaarbasis volledig CO2-neutraal.’ Dat laatste geldt niet alleen voor het kantoor zelf, maar ook voor haar gehele exploitatie. ‘Dat is één van de grote verschillen’, ervaart Wielemaker. ‘GreenCalc+ kijkt vooral naar het gebouw. Welke materialen en gebruik je? En hoeveel? Hoe is je energieverbruik? Dat én de behaalde scores moet je tot in detail registreren. De scope van LEED is breder. Het beoordeelt het hele proces vanaf het verwerven van de kavel tot en met het beheer en onderhoud van een gebouw in de toekomst. Het komt wel eens voor dat de methodieken elkaar bijten. Bijvoorbeeld bij de keuze voor aluminium of staal voor de gevel. Dan blijf je net zolang puzzelen tot je een oplossing vindt die het best binnen beide systemen past.’ Voor de buitenwereld lijken de eisen soms wel erg stringent. Een mooi voorbeeld is de verplichting van LEED om al je materialen ‘regionaal’ in te kopen. Alsof de duvel ermee speelde, was een Ierse leverancier net buiten de toegestane straal van 500 mijl (805 kilometer) gehuisvest. Smokkelen is geen optie. Wielemaker: ‘Het is juist een mooi voorbeeld van hoe LEED je dwingt om inventief te zijn. Uiteindelijk hebben we een leverancier in Zeeland gevonden, waarmee we een nieuwe toepas-sing voor een bestaand maar naar onze wensen aangepast product in de markt zetten.’

Wanden stofzuigenEén van de meest duurzame kantoor-gebouwen van Nederland. ‘Van Europa’, beweren sommige bronnen zelfs. Maar

de tijd staat niet stil. Overal staan groene initiatiefnemers op die het predikaat ‘duurzaamste’ van de daken schreeuwen. ‘ GreenCalc+, LEED, BREEAM, Green Star, DGNB, HQE; het is met al die standaarden en certificeringsystemen ook maar net welke criteria je hanteert’, relativeert Wielemaker. ‘Maar volgens GreenCalc+ en LEED is dit één van de meest duurzame gebouwen van Nederland. GreenCalc+ is een Nederlandse norm. Dus daar ontbreekt Europees vergelijkingsmateriaal.’ Wiele-maker leidt de klim naar de nok van het gebouw. De kolommen en gevels: alles oogt rank en slank. ‘Dat is het ook’, verzekert de projectleider. ‘We hebben zo min en zo licht mogelijk materiaal gebruikt. Elke kilo minder betekent niet alleen minder gebruik van grondstoffen maar ook minder milieukosten. En dat laatste is hét criterium van GreenCalc+.’ De ‘verborgen’ liften, een letterlijk en figuurlijk groen dak, de natuur-lijke ventilatie. Eén ding is zeker. Duur-zaam wordt hier met groene hoofd letters geschreven. Wielemaker attendeert op een container. Een A4-tje informeert wie de bak op welk moment heeft gevuld en met welke inhoud. Er is zelfs één collega die zich fulltime over het afval ontfermt. Hij sorteert het afval dat in de milieustraat op de bouwplaats in maar liefst 13 afvalstromen wordt gescheiden. ‘Als onze partner SITA ook maar iets aantreft in een container dat daar niet in thuishoort, krijgen we de hele container op de bouwplaats terug.’ De groene geest is uit de fles. Volgens Wiele-maker zijn het de details die een nieuwe duurzame mentaliteit verraden. ‘Collega’s 4

| 24 25 |

NetWerk magazine

Page 14: NetWerk - VolkerWessels

pakken opeens de trap in plaats van de lift’, signaleert de projectleider. ‘Rapen net even sneller bouwafval op. En heb jij wel eens jongens op de bouwplaats voor het sluiten binnenwanden zien stofzuigen?

Onbetaalbare ervaringEen kwestie van bewustzijn? ‘Absoluut’, zegt Wielemaker beslist. ‘Je kunt het allemaal nog zo mooi bedenken. Uiteinde-lijk gaat het erom dat het op de werkvloer leeft. In het begin zie je onwennigheid met duurzaamheidsvraagstukken. Eerst doe je het omdat het onderdeel is van de opdracht. Maar naarmate het bewustzijn groeit, wordt het automatisch onderdeel

van het hele denken van het bouwteam. Die bewustwording is niet in geld uit te drukken.’ ‘Bewust’; het woord is gevallen. Als het een beetje meezit, puilt de ‘prijzen kast’ straks uit. Want het project in Hoofddorp is ook nog eens één van de eerste bouwplaatsen die met het kersverse keurmerk ‘Bewuste Bouwers’ (zie artikel pagina 18) werd bekroond. Dit predikaat beoordeelt naast de groene en duurzame aspecten onder andere ook de omgeving en de arbeidscondities voor onze collega’s. De mannen van Boele & van Eesteren zorgen er op hun beurt weer voor dat straks ook de medewerkers van TNT hier straks niets te klagen hebben. De lichtval, de natuurlijke

frisse lucht, het atrium als ontmoetings-plaats en de uitdagende indeling van het gebouw met haar uitnodigende bruggen en terrassen: het moet een feestje zijn om hier straks te werken. En die arbeids-vreugd past weer perfect in het straatje van LEED. Voor Wielemaker smaakt dit project naar nieuwe avonturen, waarin Boele & van Eesteren kan voortborduren op de recente inzichten en bagage: ‘We hebben in dit project zo ontzettend veel moeten uitzoeken, registreren en vooral ontdekken. De ervaring die we opdoen, is onbetaalbaar. Daar moeten we gebruik van maken. Ons ook richting andere opdrachtgevers profi-leren als dé bewuste duurzame bouwer.’ a

Feiten & cijfersOpdrachtgever: Consortium Triodos / OVG Green Offices BV Huurder/gebruiker: TNT NVWerkmaatschappijen VolkerWessels: Boele & van Eesteren (Hoofdaannemer), Gebr. Van Kessel Infra, De Groot Vroomshoop, De Mors Houtbouw, Reinaerdt DeurenContractvorm: Engineer en Build Architect: Architectenbureau Paul de RuiterBruto vloeroppervlakte: 25.000 m2 (inclusief plaza en half ondergrondse garage)Scheiden bouwafval: 100 %GreenCalc+: minimaal 1000 (A+++)LEED: minimaal 52

Ondertussen bij de buren…Als het Green Office van TNT later dit jaar gerealiseerd is, zit het werk er op Beukenhorst-Zuid nog niet op. Een blik vanaf het dak biedt een mooi overzicht op de bouwput van de buren. Hier verrijst straks het nieuw Europese hoofdkantoor van Asics. Het door architecten bureau cepezed ontworpen gebouw van de Japanse sportkleding- en sport-schoenenfabrikant telt straks 5.000 m2 en vier verdiepingen. Boele & van Eesteren startte in juni. Met veel dezelfde partners en opnieuw voor OVG. Wielemaker: ‘Dat we met hetzelfde team op twee projecten naast elkaar werken, levert natuurlijk de nodige schaalvoordelen op. Zo krijgt Asics weliswaar een eigen stallinggarage, maar bouwtechnisch loopt die half verdiepte garage onder beide projecten door. Maar denk ook aan efficiency. De eerste werkvoorbereiders zijn bijvoorbeeld al doorgeschoven van TNT naar Asics. En dat je met dezelfde leveranciers en materialen werkt, zorgt ook voor eenheid in de esthetische uitstra-ling van de gebouwen.’ Eén blik op de artist impression zegt voldoende. Het ontwerp rijmt inderdaad vlekkeloos met het pand van de buren. VolkerWessels is sowieso sterk vertegen-woordigd in de buurt van Schiphol. Als we de camera naar de overkant zwenken, komen we opnieuw collega’s tegen. Hier werken collega’s van onder andere IBB Kondor aan het eerste kantoor van het ambitieuze Park 20|20. Een duurzame gebiedsontwikkeling volgens het principe van Cradle to Cradle. Het is de bedoeling dat het eerste gebouw op 11-11-11 om 11.11 uur voor het eerst haar deuren opent.

‘In Nederland is er elke 300 meter wel iets waar door mensen van VolkerWessels aan is gewerkt.’ Dit citaat uit de corporate bedrijfsfilm uit 2003 onderstreept de concernmissie: ‘Samen bouwen aan wonen, werken en mobiliteit.’ Van gebouwen, bruggen, (spoor)wegen, kunstwerken, kabels en leidingen tot telecominfrastructuur, verkeerstechnieken, facilitaire en maritieme dienstverlening en niet te vergeten het rijke baggerverleden: ons concern drukt al meer dan anderhalve eeuw haar stempel op het inrichten van de samenleving. Maar de activiteiten en reikwijdte van VolkerWessels beperken zich niet tot de buiten-ruimte. Het concern komt ook ‘over de vloer’. Het meest concreet en voor de hand liggende voorbeeld is natuurlijk wanneer onze collega’s nieuwe woningen bouwen. Maar wonen kent vele dimensies. Iemand die een beetje in het concern is ingevoerd, weet

dat VolkerWessels uitblinkt in innovatieve techno-logieën. Domotica beantwoordt aan moderne en toekomstige woonzorgconcepten, maar ook aan de hang naar comfort van de eigentijdse yup. De activi-teiten binnenshuis hebben een impuls gekregen door de groene golf die de samenleving overspoelt. Soms worden woningen bijna volledig gestript en voorzien van een batterij duurzame toepassingen in en rond het huis. Het binnen de concernmuren ontwikkelde Green Upgrade ‘pimpt’ de energielabels van woningen. Ook de collega’s van De Bonth van Hulten blinken uit in duurzame renovatie. En (straks ook) in passiefhuizen. De collega’s van Dubotechniek draaiden de rollen ook om en bouwden in hun eigen bedrijfshal een complete modelwoning na. Het duurzame dossier VolkerWessels over de vloer belicht wat ons concern allemaal achter de voordeur kan betekenen.

| 26 27 |

Page 15: NetWerk - VolkerWessels

Je eigen bode… met afstandsbedieningNederland vergrijst. Het aantal ouderen stijgt nog elk jaar en de ‘medioren’, de groep 55-plussers, is de

snelst groeiende bevolkingsgroep van Nederland. De zorgbehoefte neemt de komende decennia verder

toe, terwijl het zorgaanbod in de huidige vorm achterblijft. De oplossing? Laat mensen langer thuis wonen

in ‘levensloopgeschikte’ woningen. Domotica maakt het mogelijk. Wat doet het concern op dit gebied?

g stefan van ewijk b dirk-jan van dijk

Projectmanager Guillaume van Liempt:‘Domotica en de bode zijn voor veel mensen volkomen nieuw. Na de installatie geven we dus altijd enige uitleg. Wat opvalt, is dat vooral ouderen bereid zijn om nieuwe technologie aan te leren. Je moet ze zeker niet onderschatten. Het is wel eens voor-gekomen dat één van onze instructeurs de werking van de bode uitlegde en naar de

zin van een oudere man te simpele bewoor-dingen gebruikte: ‘Ik snap heus wel wat je zegt jongeman. Vergeet niet dat mijn generatie de computer heeft uitgevonden!’ Dat zijn leuke dingen. Aan de andere kant is het soms een hele uitdaging om iemand van 85 uit te leggen hoe de touchscreen van een bode werkt.

Maar het belangrijkste is dat je ziet dat mensen echt geholpen zijn. Vooral de personenalarmering, waarbij een gebruiker rechtstreeks beeld- en geluidscontact heeft met een zorgcentrale, geeft een gevoel van veiligheid. Op deze manier kunnen mensen nog jaren uiterst comfortabel zelfstandig wonen.’

H et lijkt wel een scène uit James Bond. Je stapt naar buiten en richt nonchalant de afstandsbediening op de voordeur van je appartement. De deur gaat op slot en het alarm

aan. Lampen doven automatisch, luiken rollen voor de ramen, het koffiezetapparaat, de televisie en verwarming gaan automatisch uit en een ingenieus systeem onderbreekt de gastoevoer naar je

kookplaat. ‘Het klinkt misschien extreem, maar deze voorbeelden worden nu al in de praktijk toegepast’, verzekert Rob Goossens, directeur van ZorgID. Zijn organisatie bedenkt en ontwikkelt woon- en zorgconcepten en domotica speelt daarin een belangrijke rol. Maar wat is domotica nu eigenlijk? ‘Het woord is een samentrekking van domus en telematica en betekent letterlijk huisautomatisering’,

legt Goossens uit. ‘Het begon ooit met het automatiseren van verlichting maar is inmiddels uitgegroeid tot een compleet systeem om comfortabel, zelfstandig en veilig wonen te ondersteunen.’

BodesEen domoticasysteem bestaat uit een centrale unit op locatie- niveau en losse units, zogenaamde ‘bodes’, op appartements-niveau. De ‘bode’ kent een aantal basisfunctionaliteiten. ‘Denk aan een videofoon waarop mensen kunnen zien wie er beneden voor de deur staat. Ook toen ze niet thuis waren’, vertelt Goossens. Verder zijn inbraak- en brandalarmering vaak standaardtoepassingen. Afhankelijk van de wensen van de gebruiker, is het systeem uit te breiden met allerlei modules. Oriëntatieverlichting om ’s nachts de weg naar het toilet te vinden. Valbewaking waarbij een apparaatje aan de broek een val registreert en via de bode elektronisch de deur ontsluit voor de gealarmeerde zuster. Of een toepassing voor slechthorenden die op de televisie zien wie er voor de deur staat, omdat zij door het volume van de tv de bel vaak niet horen. Goossens: ‘De toepassingen zijn legio’. ‘Afleverboxen’Het gebruik van domotica blijft niet alleen beperkt tot ouderen in zorgcomplexen. Ook sommige reguliere appartementen beschikken al over de benodigde infrastructuur en zijn voorbereid op toekom-stige zorgdiensten. Bovendien is de infrastructuur nu al geschikt voor toepassingen voor comfort en veiligheid. Een voorbeeld zijn de ‘afleverboxen’. Een rij kasten die in de centrale hal van verschil-lende complexen staat. Afhankelijk van de gekozen diensten, kun je de kasten bijvoorbeeld gebruiken om boodschappen te laten bezorgen of om je kleding te laten stomen. Goossens: ‘Je hangt de kleding in een box met een code. Op dat moment gaat er een seintje naar een stomerij die met deze code de kast kan openen. Zodra de gestoomde kleding is teruggehangen, geeft de bode een melding en kun je met de code je kleding weer uit de box halen.’

TelemedicineDe ontwikkeling van domotica is nog in volle gang. Regelmatig verschijnen er nieuwe en innovatieve toepassingen op de markt. Een simpel maar doeltreffend voorbeeld is het digitale bellen-tableau dat naamplaatjes en bellen bij flats en appartementen-complexen vervangt. Met een draaiknop scroll je door de lijst met namen en huisnummers. Goossens: ‘Moest er vroeger telkens een

monteur komen om een nieuw naambordje te plaatsen; nu pas je de namen en nummers eenvoudig centraal aan’. Een innovatie die grotere veranderingen teweegbrengt, is de ontwikkeling van ‘tele medicine’: bewaking en diagnostiek via het systeem. Een arts die een eerste diagnose stelt aan de hand van beeld en geluid. Een wijkverpleegkundige die contact maakt om via het scherm de bewoner te begeleiden die zijn medicijnen inneemt. Mensen met angst na een hartaanval die via het systeem eenvoudig hun bloeddruk kunnen meten en doorzenden aan een wijkverpleeg-kundige. Dosering van medicijnen. De toepassingen lijken oneindig. Al dreigt wel het risico dat het persoonlijke contact verdwijnt. ‘Dat is misschien zo’, beaamt Goossens. ‘Maar we hebben wel te maken met een zorgbehoefte die de komende decennia alleen maar toeneemt. Het aanbod in de huidige vorm is niet toereikend. Domotica biedt ons de mogelijkheid wel aan de zorgvraag te voldoen. Hierdoor kunnen we veel langer zelfstandig thuis blijven wonen. De keuze is dan volgens mij snel gemaakt.’ a

VolkerWessels TelecomEen domoticasysteem vergt een betrouwbare infrastructuur. Waar we voorheen koper of coax gebruikten, kiezen we nu steeds vaker voor de aanleg van één kabel voor alle toepas-singen: glasvezel. Een markt waar VolkerWessels Telecom zich steeds vaker op begeeft. Roy Schütt, directeur business development: ‘Lange tijd hielden we ons alleen bezig met infrastructuur. Maar door veranderende marktomstandig-heden richten we ons meer en meer op andere markten en innovatieve totaaloplossingen.Een samenspel van appa-raten, diensten én infrastructuren. Domotica in de zorg is daar een mooi voorbeeld van. Deze oplossingen moeten 24 uur per dag, 7 dagen per week betrouwbaar werken. Een professionele service- en beheerorganisatie mag daarom niet ontbreken. VolkerWessels Telecom biedt deze diensten aan. Bovendien hebben we nauw contact met ZorgID om te bekijken of we in de toekomst samen duurzame zorg-concepten kunnen ontwikkelen die bijdragen aan de kwaliteit en veiligheid in de zorg’.

NetWerk magazine

29 || 28

Page 16: NetWerk - VolkerWessels

VolkerWessels pimpt energielabels

Van B naar A

VolkerWessels staat binnen de bouwwereld voor-

namelijk bekend als nieuwbouwer. Als het aan Jurgen

Meijerink en Jordi Schoffelen ligt, verandert dat. Het

door hen ontwikkelde programma GreenUpgrade moet

VolkerWessels ook als duurzame renovatiespecialist

op de kaart zetten. ‘Huizen van een F- naar een A-label

brengen; dat is een uitdaging.’

g priscilla borgers b dirk-jan van dijk

4 Jordi Schoffelen (links) en Jurgen Meijerink

‘ Huurders realiseren zich maar wat goed dat je met een goedkope huur niet klaar bent als er een F-label aan het huis hangt’

A lsof je een aflevering van het Amerikaanse televisieprogramma Extreme Home Make Over binnenstapt. Zo doet de Brummense wijk Enk West deze zomerse dag aan. De straten in de wijk van

de Gelderse gemeente staan vol jaren-zestig-woningen met ietswat scheve daken en gevels met verweerde houten panelen. Maar wie iets verder de straat inslaat, waant zich van het ene op het andere moment in een pas opgeleverde nieuwbouwwijk. De eengezinswoningen hier hebben smetteloos witte kozijnen. De houten panelen hebben plaatsgemaakt voor grijs- en zandkleurige stenen en de daken zijn voorzien van glimmende nieuwe pannen. ‘Wat je hier ziet, is de mooiste vorm van recycling die er bestaat,’ zegt Jurgen Meijerink terwijl hij met onverholen trots door het wijkje loopt. ‘Het is net of de huizen van de grond af aan opnieuw zijn gebouwd’, voegt zijn collega Jordi Schof-felen toe. ‘Maar niets is minder waar. De plaatselijke woningcorporatie gaf ons opdracht om 105 woningen duurzaam te renoveren. En daar zijn de mannen van Veluwezoom Verkerk nu druk mee bezig. Volgens de GreenUpgrade filosofie.’

SchoolvoorbeeldHet renovatieproject in Brummen is volgens conceptontwikkelaar Jurgen Meijerink (VolkerWessels Bouw en Vastgoedontwikkeling) en ontwikkelingsmanager Jordi Schoffelen (Bouwontwikkeling Jongen) hét schoolvoorbeeld van nieuwe duurzame renovatiepro-jecten binnen VolkerWessels: GreenUpgrade. De twee ambitieuze bouwtechnici kregen twee jaar geleden de vraag een concept te ontwikkelen om bestaande woningen zo duurzaam mogelijk te renoveren. Beiden stortten zich vol overgave op deze uitdaging. ‘In het begin was het een pittige klus’, geeft Schoffelen toe. ‘We moesten een manier bedenken om huizenbezitters en corporaties te enthousiasmeren voor duurzame renovatie en hen op een toegan-kelijke manier alle mogelijkheden uit te leggen.’ Samen met zijn collega bedacht Schoffelen daarom dat ze hun concept het beste in de verpakking van een TomTom konden gieten. ‘Iedereen heeft tegenwoordig een navigatiesysteem dat je snel van A naar B brengt. GreenUpgrade werkt in feite precies omgekeerd: we bedenken mogelijkheden om zo snel mogelijk van energielabel B naar A te komen. Door woningen te isoleren of dubbel glas of zonnepanelen te plaatsen. De mogelijkheden zijn legio.’

Geen schrijntje pijnIn het geval van de Brummense wijk, was de route die moest worden afgelegd nog iets langer. ‘De woningen hier hadden voor de renovatie zelfs een E- of F-label’, vertelt Jurgen Meijerink. ‘Dat kwam door de slechte isolatie. De muren, het dak en de vloeren waren niet of slechts gedeeltelijk geïsoleerd. Daarom hebben we de corporatie aangeraden vooral grote bouwkundige aanpassingen te doen. Nieuwe gevels en dakpannen plaatsen en aluminiumkozijnen aanbrengen. Dat had direct een flinke impact op het energiever-bruik. De gerenoveerde huizen hebben nu een keurig A- of B-label. En nog belangrijker: de bewoners hebben geen schrijntje pijn gehad van de verbouwing. We hebben de oude gevel gesloopt en meteen een kant-en-klare nieuwe gevel erin gezet. Binnen twee dagen zagen de huizen er spic en span uit.’ Terwijl de collega’s van Veluwe-zoom Verkerk nog tot januari hun handen vol hebben aan het project

in Brummen, zijn de twee initiatiefnemers alweer druk bezig met de volgende stap: het concept introduceren bij andere werkmaat-schappijen: ‘Uiteindelijk moet GreenUpgrade een op maat gemaakt programma worden waar bijna elke werkmaatschappij mee aan de slag kan. Met kant-en-klare handvatten. We bedenken nu hoe we het concept in de markt zetten. Hoe kunnen werkmaatschappijen GreenUpgrade het beste verkopen aan corporaties en bewoners? En hoe presenteren we op een heldere manier welke mogelijkheden er zijn?’

‘Het kwartje valt’Hoewel de onderhandelingen voor zes andere projecten elders in volle gang zijn, realiseren de twee bedenkers zich terdege dat GreenUpgrade en duurzaam renoveren eerst nog een plek moeten veroveren in het bewustzijn van veel particulieren en woning-corporaties. Toch zijn beiden ervan overtuigd dat dat snel zal gebeuren. Schoffelen: ‘Wij merken de laatste tijd dat vooral bij woningcorporaties het kwartje steeds vaker valt. Steeds meer huurders kijken niet alleen meer naar de huurprijs, maar ook naar het maandelijks energieverbruik. Ze realiseren zich maar wat goed dat je met een goedkope huur niet klaar bent als er een F-label aan het huis hangt. De komende jaren zullen de energielasten alleen maar stijgen. Daardoor worden de corporaties voor de keuze gesteld: of nieuw bouwen of duurzaam renoveren. Dat laatste is dan een aantrekkelijke mogelijkheid. De huizen die we hier renoveren, kunnen er weer jaren tegenaan en zien er een stuk aantrekkelijker uit. Dat maakt de wijk ook weer leefbaarder. Deze huizen trekken nieuwe huurders. Mensen willen hier weer graag wonen. Zo behaalt de corporatie driedubbele winst.’ Jurgen Meijerink voegt daaraan toe: ‘Het is bovendien ook een handige zet voor het volledige concern. VolkerWessels is befaamd als nieuwbouwer. Op deze manier bewijzen wij dat we met onze tijd meegaan, onze corporate responsibility kennen en vooral: dat we ook goed zijn in renovatie. We hoeven echt niet bekend te staan als het groenste concern van het land. Maar met GreenUpgrade willen we bewijzen dat duur-zaamheid niet altijd veel kost. Het kan juist ook veel opleveren.’ a

NetWerk magazine

31 || 30

Page 17: NetWerk - VolkerWessels

‘ Tafelen’ bij DubotechniekHet begon ooit met een wedstrijd van TNO. Een directeur van een installatiebedrijf ontwierp zelf een warmte-

pomp. De hoofdprijs: 42 woningen van het winnende ontwerp voorzien. Kort na dat succes besloot Ad van Rijsewijk

voor zichzelf te beginnen. In 2000 startte hij een bedrijf dat uitgroeide tot een florerende organisatie met 17 bv’s.

Inmiddels bezit VolkerWessels 40% van de aandelen. Aan de eettafel bij Dubotechniek in Zaltbommel.

g stefan van ewijk b rene van den burg

‘B eleven en ervaren op ware schaal’, luidt een slogan van Dubotechniek. Daar is geen woord van gelogen. Comfor-tabele stoelen, knusse verlichting en natuurlijk een aange-

naam klimaat. Je verwacht bijna dat de vrouw des huizes straks in de keuken aan het eten begint. Het is een wonderlijke setting voor een interview. In de VolkerWessels Pluswoning in het Dubo Belevings-centrum vergeet je direct dat de volledig ingerichte modelwoning ‘gewoon’ in de bedrijfshal van Dubotechniek staat. Algemeen directeur Ad Van Rijsewijk: ‘Een betere manier om de toepassingen van onze duurzame energiesystemen te laten zien, is er niet.’

‘Eén euro’Naast de VolkerWessels Pluswoning bestaat het Dubo Belevings-centrum uit een appartement en een kantoor. Alle ruimtes worden gekoeld en verwarmd met WKO(warmte/koude-opslag)-installaties die gebruik maken van bodemwarmte en zonne-energie. Van Rijse-wijk opent een kast in de modelwoning: ‘Deze Vaillant-installatie

zorgt voor verwarming, koeling en warm tapwater. Leidingen gaan ongeveer 110 meter de grond in en slaan daar warmte op of onttrekken het juist. Dit scheelt aanzienlijk in energiekosten. Wat je voor een huis als dit gemiddeld aan energie kwijt bent? Eén euro per dag.’ Aan de kapstok in de gang hangen twee jassen van De Bonth van Hulten. Een hommage aan een vader en zoon van het bouw bedrijf die het huis voor Dubotechniek bouwden.’ Van Rijsewijk is een enthousiaste verteller. In hoog tempo vuurt hij de ene na de andere duurzame techniek op ons af. Hoogwaardige vloerverwarming. Een douchewarmtewisselaar die de energie uit het weggestroomde douchewater gebruikt om het leidingwater te verwarmen. Luchtcirculatie met warmteterugwinning. Die laatste techniek kreeg vroeger vanwege het risico voor de volksgezondheid nog wel eens wat negatieve aandacht. ‘Onzin!’, vindt Van Rijsewijk. ‘Als je het tenminste goed doet. Bovendien is het veel energie-zuiniger en comfortabeler. De vuile lucht gaat gewoon naar buiten maar je haalt er wel de warmte uit’.

‘Voor 300%’Op de bovenverdieping van de VolkerWessels Pluswoning maken we kennis met commercieel adjunct-directeur Mascha van den Heuvel. ‘Mijn linker- én rechterhand’, verzekert Van Rijsewijk. ‘Zeven jaar geleden kwam er een meisje bij ons binnen dat zich sindsdien waanzinnig heeft ontplooid. Mascha is verantwoordelijk voor marketing en communicatie. Ze is mijn beoogde opvolger’. Van den Heuvel glimlacht nuchter en bescheiden: ‘Zijn linker- en rechterhand? Ad kan soms een beetje overdrijven. Je moet hem af en toe afremmen. Hij is zo enthousiast en geeft zich altijd voor driehonderd procent. Dat Dubotechniek het zo goed doet, is vooral zijn verdienste.’ Van den Heuvel is ook verantwoordelijk voor het Dubo Trade Centre. Ze ontvangt daar veel relaties: ’Het Trade Centre is ons beste acquisitieapparaat. We organiseren elk kwartaal een seminar. Maar eigenlijk hebben we elke dag wel bezoekers. We laten zien dat we met Dubotechniek Comfort en Dubotech-niek Energie totaaloplossingen bieden’. Het Dubo Trade Centre is een permanente tentoonstelling. Dertig bedrijven hebben er een

vaste stand waar ze hun systemen presenteren. En alles werkt. De bezoekers van het Trade Centre zijn volgens Van Rijsewijk veelal ‘beslissers’: ‘Ik vraag altijd of ze me er in een vroeg stadium bij willen betrekken. Dan kunnen we de duurzame energietoepassingen tijdig in het ontwerp opnemen. En niet pas aan het einde. Dat kost geld. Bovendien zijn dan niet alle systemen meer te realiseren.’

Levenswerk‘Dit is mijn levenswerk’, zegt de directeur van Dubotechniek serieus als de overgang naar VolkerWessels ter sprake komt. ‘Het is geen straf om hier zeven dagen in de week te zijn. Ik zie het niet als werk. Dat komt ook omdat mijn vrouw hier vaak is. Ze kookt of smeert broodjes voor ons of de klant. Het is een echt familiebedrijf. Onze mensen ervaren dat ook. We hebben veertig collega’s. Dat aantal groeit nog steeds’. Toch beseft Van Rijsewijk dat de continuïteit van zijn bedrijf van het grootste belang is. En dat er buiten zijn bedrijf ook nog veel te genieten valt: ‘De hele wereld wilde mijn bedrijf kopen. Maar ik koos voor VolkerWessels. Een betrouwbare partij die ik vooral kende van uitdagende en ingewikkelde projecten. Het gaf een goed gevoel en na diverse gesprekken met Dik Wessels was het beklonken. Voorlopig 40% en de komende jaren draag ik alles over. Mascha krijgt de dagelijkse leiding’. Sinds VolkerWessels in beeld is, zijn er voor Dubotechniek nieuwe deuren opengegaan. Bijvoorbeeld die van de Eindhovense Lichttoren waar een oude fabriek van Philips is omgebouwd tot een plek om te wonen, werken en recreëren. Van Rijsewijk: ‘We zijn altijd bereid om risicodragend in een project te investeren. Zodra je er met eigen portemonnee instapt, weet de opdrachtgever dat je kwaliteit levert. In Eindhoven investeerden we samen met VolkerWessels DEC in de exploitatie van de systemen. Met het vertrouwen van het concern achter je is die beslissing eenvoudiger.’ Het gaf uiteindelijk de doorslag bij de gunning. Alle woningen, commerciële ruimtes en horecagelegen-heden zijn uitgerust met WKO-systemen. Van Rijsewijk lacht: ‘En dat terwijl een adviseur beweerde dat het absoluut onmogelijk was. Maar ik zeg wel vaker dat adviseurs er geen verstand van hebben. Ik weet het; ik ben hartstikke gek!’ a

4 Ad Van Rijsewijk en Mascha van den Heuvel

NetWerk magazine

33 || 32

Page 18: NetWerk - VolkerWessels

Meer comfort met een minimum aan energie. Dat is het uitgangspunt van het zogenaamde ‘passiefhuis’- principe.

Een bouwtechniek waarmee de Bonth van Hulten een verouderd appartementencomplex in Nieuwkuijk

renoveert tot zestien zeer energiezuinige woningen. De opdrachtgever is Woonveste. Een wooncorporatie uit

Drunen met een heldere ambitie: ‘We willen met duurzame innovaties gezond investeren in bestaande bouw

en nieuwbouw om de woonlasten voor de huurder verantwoord te houden. Nu en in de toekomst.’

g stefan van ewijk b dirk-jan van dijk

A an de wand van de centrale hal prijkt een aanplakbiljet van de ‘Brabantse Dorpen Derby’. Een veelzeggende uiting van de betrokkenheid van de wooncorporatie bij haar provincie.

En haar bewoners; zo blijkt uit de woorden van de dame achter de receptie: ‘Het komt goed meneer Manders. Ik weet zeker dat we snel een woning voor u hebben.’ De oude man verlaat gerustgesteld het pand. Het is tekenend voor het sociale karakter van Woonveste. Iets dat Jürgen Dekkers, teamleider onderhoud, graag bevestigt:

‘Woonveste is een sociaal maatschappelijke onderneming. De klant staat centraal’.

‘Groenste medewerker’Bijzondere aandacht voor ouderen, hulpbehoevenden en mensen met een laag inkomen. Het bieden van goede betaalbare woningen. De kernwaarden van Woonveste toveren een glimlach rond Dekkers’ mond: ‘Ik vind het onze taak om woonlasten verantwoord te

houden. Niet alleen de huur en servicekosten, maar vooral ook de energielasten’. Al sinds het begin van deze eeuw streeft de corporatie daarom naar energiezuinigere woningen. In 2005 formu-leerde ze zelfs een officieel milieubeleid met als doel verschillende seniorenwoningen op te waarderen naar EPA (Energieprestatie-advies) label C. En in 2008 verruimde zij deze doelstelling nog eens. ‘In 2023 willen we dat alles minimaal label C heeft. Maar inmiddels is zelfs dat al weer achterhaald. We hebben nu al projecten waarin we naar label B streven. En als alles doorgaat, ontwikkelen we straks in Vlijmen misschien zelfs de meest duurzame wijk van Nederland.’ Het project in Nieuwkuijk past prima binnen deze ambities. Het is dan ook niet voor niets dat zijn collega’s Dekkers de ‘groenste’ medewerker van Woonveste noemen: ‘We zijn niet zo snel tevreden als het om energiezuinigheid gaat. We stellen ons telkens de vraag: ‘Kan het beter?’ Zo waren we in eerste instantie gewoon nieuws-gierig naar wat er voor nodig zou zijn om een A-label te bereiken. De appartementen in Nieuwkuijk bleken een geschikte testcase’.

Dikke jas Om voor ‘passiefhuis’ in aanmerking te komen, moet een gebouw aan allerlei voorwaarden voldoen. Niet elke woning kan zomaar omgebouwd worden tot passiefhuis. Het hangt af van de oriëntatie ten opzichte van de zon, de mogelijkheid om een dik pak isolatie om de woning te leggen, de verhouding tussen de schil en vloer-oppervlakte en de vrije hoogte. Woonveste schakelde daarom de Bonth van Hulten in om te helpen bij dit vraagstuk. ‘Zij hebben veel ervaring met het duurzaam renoveren en onderhouden van woningen. Zeker in de regio. Het is dus logisch dat we bij hen uitkwamen’, verklaart Dekkers. ‘de Bonth van Hulten concludeerde na een bouwkundig en constructief onderzoek niet alleen dat het mogelijk was de woningen om te bouwen, maar ook dat de apparte-menten nog zeker vijftig jaar mee kunnen.’ Architectenbureau KOW werkte de eisen uit in een ontwerp waarmee Woonveste en de Bonth van Hulten aan de slag gingen. ‘Gezamenlijk maakten we een kostenraming voor zowel renovatie als slopen en nieuwbouw. Reno-vatie bleek veruit het goedkoopst door de snelle bouwtijd en En bovendien veel duurzamer vanwege het behoud van materialen.’ Bij de renovatie legt De Bonth van Hulten een dikke ‘jas’ om de woning. Dak, vloer, wanden, kruipruimte, fundering. Alles wordt geïsoleerd en aansluitingen worden luchtdicht afgewerkt. Daarnaast moeten maximale gevelopeningen op het zuiden - de zonkant - voor voldoende warmte zorgen. De balkons zijn bijna geheel van glas om zo min mogelijk zonlicht te blokkeren. Het luistert heel nauw. Zelfs de stalen balken van het balkon worden minder robuust

dan oorspronkelijk in het ontwerp bedacht omdat ze toch te veel zonlicht tegenhielden.

Oven of doucheUiteindelijk is de bedoeling dat slechts een kleine hoogwaardige cv-ketel met één radiator en warmteterugwininstallatie de hele woning op temperatuur houdt. Vandaar de term ‘passief’: er is nauwelijks (actieve) energielevering. ‘In de praktijk zal blijken dat zelfs het aanzetten van de oven of douche voldoende is om de woning te verwarmen’, schetst Dekkers. ‘Vergelijk het met een ouderwetse koffiepot. Die moet je continu op het warm-houdplaatje laten staan om de koffie op temperatuur te houden. Een passiefhuis is een thermoskan. De koffie blijft veel langer op temperatuur en koelt met slechts een heel klein beetje energie helemaal niet af.’ Volgens de voorlopige planning start de Bonth van Hulten in november met de renovatie. Een proces van ongeveer acht maanden. Maar voor het zover is, krijgen de huidige bewoners eerst alle tijd om te verhuizen. Woonveste zorgt tijdens het hele traject voor voldoende ondersteuning en begeleiding. Ook nieuwe bewoners kunnen rekenen op begeleiding. Wat is een passiefhuis en hoe moet je daar mee omgaan? Een passiefhuis is niet zomaar een duurzame woning, het is een gecertificeerd concept naar maatstaven van het Duitse Passivhaus Institut. Dekkers enthousiast: ‘Zodra de woningen klaar zijn, voldoen ze aan alle eisen die momen-teel aan nieuwbouw worden gesteld. We overtreffen die eisen zelfs. We realiseren met De Bonth van Hulten woningen die volgens de berekeningsmethodiek van passiefhuis minder dan 15 kWh per m2 gebruiken. Er is nog geen renovatieproject dat hieraan voldoet.’ a

De Bonth van HultenOok de Bonth van Hulten profileert zich nadrukkelijk op het gebied van duurzaamheid. Zo heeft het Brabantse bedrijf PlusWonen Passief ontwikkeld. de Bonth van Hulten is ook betrokken bij de ontwikkeling van GreenUpgrade en het Vlijmense Geerpark: één van de duurzaamste woonwijken van Nederland. de Bonth van Hulten realiseert hier in de eerste fase elf ‘Energie Nul Woningen.’ Eveneens op basis van de principes van Passiefhuis.

Wat is een passiefhuis?Een passiefhuis combineert een hoog-waardig en aangenaam binnenklimaat met een zeer laag energieverbruik. Door een uitgekiend ontwerp, georiënteerd op de zon en uitgevoerd met zeer goede isolatie

en effectieve ‘kierdichting’, kan warmte nauwelijks weg uit het passiefhuis. Met zeer weinig energie houd je de woning in de winter op temperatuur. Passieve warmte-bronnen zoals de zon en interne warmte-

bronnen zoals bewoners en huishoudelijke apparaten zorgen voor bijna alle benodigde warmte. In de zomer zorgen onder andere zware isolatie, zonwering en nachtventilatie voor een comfortabel binnenklimaat.

Van ‘koffiepot’ naar ‘thermoskan’

NetWerk magazine

35 || 34

Page 19: NetWerk - VolkerWessels

Het zweet spat van hun trillende stalen spieren. In

de zinderende zomerhitte een klemboutmachine

bedienen: de collega’s van VolkerRail verdienen diep

respect. We zijn in Flevoland waar de leegte ‘lang’ is

en het spoor bijna poëtisch richting horizon draait.

Station Dronten. Waar ooit verlaten IJsselmeerwater

klotste, klinkt straks een stem die meldt dat de sprinter

tussen Zwolle en Lelystad binnen enkele minuten op

spoor vier arriveert. Met de gloednieuwe duurzame

Hanzelijn brengt het HanzaRailTeam ‘oost en west’

dichter bij elkaar.

g andré den boer b jan schot

D emissionair minister Camiel Eurlings mocht dan de eerste gouden dwarsligger leggen; ook voor de Drontense wethouder Jaap Kodde was er meer dan voldoende reden

om begin juli de machinist van de eerste werktrein een presentje te overhandigen. Je telt pas echt mee als je een station hebt. En dus is Dronten trots op haar toekomstige spoorverbinding. Na decennia praten en papieren tijgers wordt hij dan eindelijk gebouwd: de Hanzelijn. ‘Het grappige is dat al bij de allereerste inpolderings-plannen een spoorlijn was ingetekend’, vertellen werkvoorbereider Hanne-Marth Everhard en uitvoerder Otto Oostrom. ‘Die ligt precies op de plaats waar de Hanzelijn komt. In alle (bestemmings)plannen is er rekening mee gehouden. Je kunt dat heel mooi op Google Earth zien.’ Projectleider Sander Dijkslag reageert verbaasd: ‘Echt waar? Dat wist ik niet eens.’ 4

V.l.n.r.: Otto Oostrom, Hanne-Marth Everhard en Sander Dijkslag

Pure passie aan het spoor

NetWerk magazine

37 || 36

Page 20: NetWerk - VolkerWessels

Grote getallenEn dat wil wat zeggen: als Dijkslag het niet weet. ‘Ik eet HanzaRail. Ik leef HanzaRail. Eigenlijk zou je mijn vrouw daarover moeten interviewen’, grinnikt hij. De projectleider is dan ook al vanaf de tenderfase bij het hele traject betrokken. ‘Dit is een nieuwe rol voor me. Ik heb 2,5 jaar in het tenderteam van VolkerRail gezeten en ben ongeveer een jaar met de tender van de Hanzelijn bezig geweest. Omdat ik het project tot in de details kende, ben ik gevraagd om als projectleider in de realisatie mee te werken.’ Het is bepaald geen kinderachtig werk voor een vuurdoop. ‘Dit is echt het project van de grote getallen’, erkent Dijkslag. ‘In totaal gaat het om 95 kilometer spoor, 24 wissels, een tunnel en twee stationsomgevingen. We gebruiken alleen al 350.000 ton steenslag.’ Tweederde van die steenslag wordt over water en weg aangevoerd en een derde per spoor. Een enorme logistieke operatie. Werkvoorbereider Everhard weet er alles van: ‘Om je een idee te geven van de hoeveelheden: vier ballastboten met elk ruim 1.000 ton aan boord en 32 vracht-wagens met 110 dwarsliggers op één dag. Dat is geen uitzondering. Het komt regelmatig voor dat onze leveranciers aan hun maximale productiecapaciteit zitten.’ Voor Everhard is het haar eerste project als werkvoorbereider: ‘In het begin duizelen die hoeveelheden best wel even’, geeft ze toe. ‘Maar je raakt er snel aan gewend. Dat neemt niet weg dat het zeker een hele uitdaging is die uiteraard

ook om een uitgekiende coördinatie vraagt. Om een voorbeeld te geven; vandaag zijn er door de huldiging van het Nederlandse Elftal vaarroutes afgesloten. Dan moet je snel en inventief een oplossing bedenken. Als ik mijn zaakjes niet in orde heb, komen Otto en zijn collega’s buiten in de problemen.’

LittekensOostrom lacht ontspannen. Volgens de uitvoerder moet je je ook weer niet laten verblinden door de cijfers. ‘Een project is een project. Je moet altijd kwaliteit leveren en je best doen. Ongeacht de omvang. En plezier hebben in je werk. Dat is ook heel belang-rijk.’ Toch kan Oostrom niet ontkennen dat het ook voor hem een bijzonder werk is: ‘Als ik hier straks met mijn kinderen langsrijd, kan ik de Hanzelijn aanwijzen en vertellen dat ‘papa daar aan mee heeft gebouwd.’ Laten we eerlijk zijn. Dat klinkt toch iets heel anders dan ‘op dat emplacement heeft papa nog een paar spoorstaven vervangen.’ Oostrom is als jonge dertiger een exponent van een nieuwe generatie uitvoerders. Hij straalt dezelfde pure passie uit als Everhard en Dijkslag. Niets ontsnapt aan zijn oplettende oog als we door de ballast langs kakelvers spoor struinen. Tevreden kijkt hij toe hoe zijn collega’s bergen werk verzetten. Zelf ook wel eens gedaan? ‘Uiteraard’, verzekert hij. ‘Je kunt geen uitvoerder zijn als je zelf niet weet hoe het voelt.’ Oostrom was ook al in de tenderfase bij het

project betrokken. Een ernstig snowboardongeluk met verbrijzelde botten weerde hem een tijd van de baan. Hij toont de littekens op zijn onderarm: ‘Weet je wat het gekke is? Als ik het nu vooraf zou weten, zou ik mijn arm zo weer uitsteken. De revalidatieperiode heeft me in zoveel opzichten zoveel rijker gemaakt.’

Groene groeveWaar de bovenleidingen klaarliggen voor de start, zijn Oostrom, Dijkslag, Everhard en hun collega’s van VolkerRail qua spoor-staven ongeveer tot de helft gevorderd. Het railinfrabedrijf van VolkerWessels werkt in Flevoland met verschillende partners. In het HanzaRailTeam zijn de krachten gebundeld met Strukton Rail, Arcadis en Alstom. Sporen, ballast, bovenleiding, beveiliging, geluidsschermen en raildempers: deze consortiumpartners zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de bovenbouw van 45 van de in totaal 50 kilometer lange Hanzelijn. Het concern is sterk verte-genwoordigd. Vialis (seinen, hoogspanningsvoeding en elektro-techniek), Holland Scherm (schermen), VKSR, Railcom (telecom en kabelwerken) en VolkerSafeGuard (bewaking ketenpark en bouwplaatsen) zijn bij de operatie betrokken. Ook bij de Hanzelijn zijn groen, duurzaam en corporate responsibility de toverwoorden. Het is niet voor niets dat deze put tot de eerste generatie bouw-plaatsen behoort die het keurmerk Bewuste Bouwers heeft verdiend. ‘Het duurzame karakter openbaart zich op verschil-lende manieren’, verklaart Dijkslag. ‘Zo maken we onder andere gebruik van geo thermische wisselverwarming. Verder besparen we veel brandstof doordat materieel zich verplaatst over rijplaten van 3,5 x 12 meter. En dus niet vierwiel aangedreven door rul zand ploegt. Een ander mooi voorbeeld is onze steenslag. Die komt uit de zogenaamde groene groeve. Deze schacht in Noorwegen dankt haar naam onder andere aan haar zelfvoorzienende karakter. De groeve wekt haar eigen energie op. Bovendien maakt het materieel er handig gebruik van de zwaartekracht. Ook dat bespaart weer brandstof.’

Arbeidsvreugd Biosmeermiddelen, carpoolen, video conferencing en een experiment met elektrische auto’s completeren het groene plaatje. En dan hebben we nog geen eens over de voorstellen die gesneuveld zijn. Dijkslag: ‘Houten bovenleidingsmasten. Zonnecellen in de sein-palen. We hebben tijdens de tender ook nog verschillende andere ideeën aangedragen. Niet al onze initiatieven zijn er doorheen gekomen. ProRail was bij de aanbesteding ook nog niet zover als nu met die CO2-ladder. Maar ik weet zeker dat onze duurzame uitgangspunten wel meegeteld hebben bij de keuze.’ Corporate Responsibilty beperkt zich niet alleen tot groen en duurzaam. Bewust bouwen gaat ook over het arbeidsklimaat en de tevreden-heid van je medewerkers. Dat het met de arbeidsvreugd van deze drie collega’s wel goed zit, blijkt als het gesprek tijdens de slotvraag een verrassende wending neemt. Of ze zelf nog iets aan het verhaal willen toevoegen? Jazeker. Oostrom en Everhard maken gretig van de gelegenheid gebruik om ‘het podium te beklimmen’ en zich tot de directies en managers van het concern richten: ‘Kies niet altijd alleen voor ervaring en routine. Projecteer je eigen angsten niet op anderen en geef jonge en relatief onervaren mensen de kans om het beste uit zichzelf te halen. Dit project is het levende bewijs hoe jonge collega’s snel kunnen bloeien.’ a

HanzaRailTeamCombinatiepartners: VolkerRail, Strukton Rail, Arcadis, AlstomBetrokken werkmaatschappijen: VolkerRail, Vialis, Volker SafeGuard, Railcom, Volker Stevin Kabelwerken Railinfra (VSKR) en Holland SchermTracé: Lelystad - Zwolle 45 kilometerNieuwe stations: Dronten en Kampen-ZuidSpoorstaven: 180 kilometerDwarsliggers: 140.000Bovenleidingmasten: 1.600Geluidsschermen: 12,88 kilometerRijdraad: 210 kilometerSteenslag: 350.000 tonHanzelijn in gebruik: eind 2012

‘ Geef jonge en relatief onervaren mensen de kans het beste uit zichzelf te halen!’

| 38 39 |

NetWerk magazine

Page 21: NetWerk - VolkerWessels

‘ Duurzaamheid is geen sausje’‘Er móet een markt zijn voor duurzaamheid.’ Met deze woorden

van Aveco de Bondt-directeur Gerald Paalman, begon het. Hij

vroeg John Baken of hij interesse had een bedrijf op te richten dat

zich bezighield met duurzaamheid en energie in de gebouwde

omgeving. In juni 2009 zag Primum het levenslicht. Het advies-

bureau groeide in krap een jaar naar zestien medewerkers en is het

hard bezig een nieuwe autoriteit op het gebied van duurzaamheid

te worden.

g stefan van ewijk b v1

O p Antarctica na bevolken ze de hele aarde. Verschillende en veranderende leefomgevingen

doen hen weinig. Ze passen zich al miljoenen jaren moeiteloos aan. Mieren; terwijl wij keer op keer falen, lukt het hen wel om in goede harmonie met onze planeet te leven. En dan te bedenken dat het totale gewicht (biomassa) van alle mieren bij elkaar minimaal gelijk is aan het totale gewicht van alle mensen. Mieren vormen zelfs een onderdeel van het ecologisch systeem. ‘Daar ligt ook onze uitdaging’, verklaart Baken. ‘Bij Primum streven we naar menselijk handelen dat net als bij de mieren waarde toevoegt. We willen iets bijdragen.’

Andere ‘mindset’Het doel van Primum is om haar relaties te begeleiden in een transitie naar een duur-zame economie. ‘Sterker nog; duurzaam-heid ís de nieuwe economie’, verkondigt Baken. ‘Al vergt dat wel een andere mindset bij veel bedrijven. Ze zien het nog te vaak als de zoveelste procedure, terwijl het juist een kans biedt om geld te verdienen. Duurzaam-heid levert namelijk ook daadwerkelijk iets op. Denk aan de besparing op grondstoffen en energie, maar ook aan nieuwe producten en diensten die nieuwe omzet genereren’. Baken weet zich hierin gesteund door VolkerWessels. Waar veel andere bedrijven in deze crisis duurzaamheid als eerste slachtofferen, kiest het concern juist voor ‘de aanval’. Ze zien het als de perfecte gelegenheid om te innoveren. Nieuwe, duurzame concepten waarmee het bedrijf zich onderscheidt van de rest en sterker uit de crisis hoopt te komen. Een voorbeeld is de VolkerWessels Pluswoning 2.0. Baken: ‘In 2020 moeten alle nieuwbouwwoningen energieneutraal zijn. Daarom kunnen we beter nu alvast beginnen.’

‘Carbon footprint’De diensten van Primum richten zijn grofweg op drie gebieden: maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzame

gebiedsontwikkeling en lokale duurzame energievoorziening. Een sterk staaltje uit de eerste categorie bereikte al eerder de publiciteit. Primum begeleidde VolkerRail bij de klim naar de bovenste trede van de CO2-prestatieladder van ProRail. Daarnaast helpt het bureau bedrijven met bijvoorbeeld het schrijven van een duurzaamheidsverslag, het bepalen van de carbon footprint en met milieucertificeringen. Maar Roy Ellenbroek, afdelingsmanager lokale duurzame energie-voorziening, benadrukt dat Primum niet alleen ‘administratieve’ taken heeft: ‘We proberen mensen ook bewuster te maken van hun eigen handelen. Bovendien houden we het niet alleen bij verslaglegging en certificering. De doelstelling om brandstof-besparing in je wagenpark te realiseren is één. Maar hoe ga je dat bereiken? Ook daarin willen we een bijdrage leveren’.

Duurzaam denkenPrimum ontwikkelt concepten om gebouwen duurzamer te maken. Het is daarom van belang om al in een vroeg stadium bij een project betrokken te worden. ‘Duurzaamheid is geen sausje dat je er op het allerlaatste moment overheen kunt gieten’, weet Baken. ‘Je moet duurzaamheid vanaf het begin als uitgangspunt nemen’. Er is volgens hem nog een wereld te winnen. Bedrijven kijken nu nog te vaak alleen naar investeringskosten, terwijl total cost of ownership een betere benadering zou zijn. ’De komende jaren dreigen energiekosten huur- en hypotheeklasten te gaan over-stijgen’, verwacht de directeur van Primum. ‘Een duurzaam en kostbaar systeem als een WKO-installatie (warmte/koudeopslag) verdient zichzelf dan binnen afzienbare tijd terug. Door besparing op kosten van fossiele brandstoffen.’ Gelukkig blijkt uit het succes van Primum dat er toch al voldoende bedrijven zijn die ‘duurzaam denken’. Ellen-broek: ‘Het gaat snel. In het begin bena-derden bedrijven ons vrijwel alleen voor MVO-vraagstukken maar al snel volgde ook duurzame gebiedsontwikkeling.’ Hij heeft

daar wel een verklaring voor: ‘Voorheen regelden partijen de duurzaamheidsvraag-stukken vaak zelf. Tegenwoordig wordt duurzaamheid in aanbestedingen meer en meer objectief meetbaar en blijkt het voor veel partijen geen eenvoudige materie. En dan komen wij in beeld’.

‘Terug in de tijd’Warmte/koudeopslag, zonnecollectoren. Duurzame ontwikkelingen en oplossingen zijn vooral een lokale aangelegenheid. ‘En dus zal de organisatie en het beheer van deze duurzame systemen ook lokaal komen te liggen’, schetst Ellenbroek. ‘Eigenlijk gaan we dus weer terug in de tijd. In de huidige situatie is een telefoontje naar ‘de Eneco’s en Essent’s van deze wereld’ voldoende om ervoor te zorgen dat ze de benodigde nutsvoorzieningen in een nieuw-bouwproject aanleggen. Maar bij nieuwe projecten met duurzame energiesystemen gaan we het net als vroeger weer plaatselijk of regionaal regelen.’ De oprichting, de contracten; Primum helpt lokale (semi)over-heden daarbij. Ze deden dit onder andere al voor de gemeente Assen en de Utrechtse wooncorporatie Bo-Ex.’ Daarnaast voert het adviesbureau geregeld haalbaarheids-studies uit om te bepalen of er genoeg potentieel aanwezig is voor een dergelijke lokale partij.

De hele wereldIn een jaar tijd won Primum al diverse opdrachten en groeide het aantal perso-neelsleden naar zestien. Met het huidige dienstenpakket is de verwachting dat het adviesbureau in een paar jaar doorgroeit naar ongeveer vijftig medewerkers. ‘Boven-dien willen we onze expertise ook op andere gebieden inzetten, zoals water- en afvalma-nagement. Daarnaast zetten we inmiddels ook de eerste voorzichtige stappen op de Belgische markt’, onthult Baken. ‘Ons motto luidt niet voor niets: sustainability to enrich the world. Dat stopt niet bij de grens, dat raakt de gehele aarde.’ a

‘ Terwijl wij keer op keer falen, lukt het mieren wel om in goede harmonie met onze planeet te leven’

NetWerk magazine

41 || 40

Page 22: NetWerk - VolkerWessels

N iet alleen het stadscentrum is druk. Ook de campus zelf is erg levendig. Het complex bevat naast studenten-huisvesting, een bibliotheek die 24 uur per dag open is

en publieke voorzieningen als een theater, horeca en openbare optometriefaciliteiten. En dan hebben we het nog niet eens over de ruim zeven duizend studenten die er elke dag komen.

‘Niet storen’Waar draait het om in Cambridge? Het doel van het project is om de verschillende onderdelen van campus bijeen te brengen, waar-door er meer samenhang tussen de onderwijsfaciliteiten ontstaat, de beschikbare ruimte optimaal gebruikt wordt en een moderne kwalitatief hoogwaardige leeromgeving wordt gerealiseerd. Onze collega’s moeten die ambities waarmaken zonder de activiteiten van de universiteit, andere organisaties of de aangrenzende basis-school te verstoren. ‘Vooruitzien en plannen zijn cruciaal voor dit project’, ervaart senior projectmanager Richard Ramsdale van VolkerFitzpatrick. ‘Vooral om ervoor te zorgen dat alle belang-

hebbenden weten wat er gebeurt en wanneer. En wat de conse-quenties voor hen zijn. Om geluidsoverlast te voorkomen, hebben we bijvoorbeeld rekening gehouden met de examenkalender en theater voorstellingen. De voornaamste afsluitingen die nodig waren voor transport en verplaatsingen, werden pas doorgevoerd nadat we ons hadden verdiept in de verschillende vereisten en uitgebreide voorbereidingen hadden getroffen, zoals alternatieve stroom- en watervoorzieningen. De universiteit heeft veel baat gehad bij onze proactieve benadering. Je voorkomt verrassingen en het onderwijs kan ongehinderd doorgaan.’

Glazen wandDe werkzaamheden die in oktober 2009 begonnen, vergden lange voorbereidingen. Het complexe werkschema voorziet in een volledige renovatie van de riolerings-, gas-, water- data- en stroom-infrastructuur, een nieuw ontwerp van de voornaamste leveranciers-ingang voor de hoofdcampus, nieuwe gebouwen en de sloop van bestaande gebouwen. Tijdens die sloop behielden het publiek

- en in noodgevallen ook de hulpdiensten - veilig toegang tot het terrein. Nauwe zijstraatjes, beschermde grote bomen en de ligging van de bestaande campusgebouwen maken zelfs de entree en uitgang van de bouwplaats erg ingewikkeld. De enige kleine ingang wijkt vijf maanden voor het einde van het project voor bebouwing. Op de bouwplaats zelf is het eerste wat opvalt de ongebruikelijke vormen en hoeken van de betonnen gebouwen. Zeker tegen het decor van de bestaande gebouwen die nog in gebruik zijn. In een gymzaal kijken sportende studenten door een grote glazen wand over de bouwplaats uit. Het is illustratief voor hoe nauw het project met het dagelijks leven van studenten is verweven.

Technische hoogstandjesZorgvuldig vervaardigen timmerlieden ter plekke elk onderdeel van de houten bekisting. De nieuwbouw van gewapend beton telt straks drie etages, 9.000 m2 les-, onderzoeks- en horecaruimten en twaalf collegezalen met een capaciteit die varieert van veertig tot vierhonderd stoelen per zaal. ‘We breiden bestaande gebouwen op

VolkerFitzpatrick herontwikkelt universiteitsterrein Cambridge

Een campus vol uitdagingen

Studenten, fietsers, winkelend publiek: het bruist

in het historische hart van één van de voornaamste

Britse universiteitssteden. We zijn in Cambridge

waar de collega’s van VolkerFitzpatrick bij de her-

ontwikkeling van de campus van de Anglia Ruskin

University voor talrijke uitdagingen staan.

g emma young b cahit okten

de campus uit’, vertelt Ramsdale. ‘Aan de ene kant met een theater, en aan de andere kant een bibliotheek. We onderzoeken daarom ook de eigenschappen van de bestaande bouw. Soms moeten we slopen en volgens de vereisten van het nieuwe gebouw herbouwen. Maar dan moet daar wel ruimte voor zijn.’ Keramische tegels, bakstenen, hout, gordijngevels, individuele ramen, bovenlichten en op bestelling vervaardigde zonwering: de afwerking is divers. Het beton wordt gedeeltelijk onbedekt gelaten, wat betekent dat de kwaliteit van de afwerking essentieel is. Binnen verzorgt het team van VolkerFitzpatrick ook de installaties voor het gebouw. Met een substantieel aandeel voor audiovisuele installaties. De technische hoogstandjes maken tal van onderwijsmethodes mogelijk en zorgen tegelijkertijd voor een uiterst energiezuinig en toekomstgericht gebouw. Het ontwerp van de nieuwe campus mikt voor het duur-zame label BREEAM op de beoordeling: ‘zeer goed’. Ook elementen als zelf controlerende verlichting, fotovoltaïek, een gecombineerde verwarming en energievoorziening, en een passief ventilatie-systeem met gekoelde balken moeten daaraan bijdragen.

TeamspiritHet projectteam is wegens ruimtegebrek op de bouwplaats verdeeld over twee kantoren. Dat zorgt voor een extra complicerende factor bij het beheren van de bouwplaats en de communicatie tussen beide kantoren. Een ervaren en geïntegreerd project-team was van groot belang. Ook met het oog op de toeleverings-keten en het volledige informeren van alle betrokken partijen en andere belanghebbenden. Volgens Ramsdale heerst er een echte teamspirit: ‘De sleutel van succes op de bouwplaats schuilt in de combinatie van een ervaren projectteam met echte vaklieden. Al die vakmannen van verschillende disciplines werken intensief samen in een strikt schema dat volledig is afgestemd op de eisen van de belanghebbenden in ons project.’ Zoals opdrachtgever Bishop Hall Properties (BHP), de ontwikkelingstak van de Anglia Ruskin University. De universiteit mag zich vanaf mei 2011 verheugen op een moderne en verbeterde leeromgeving. Tot die tijd blijven onze collega’s tijdelijk buren. Al is het onderwijs tot dusver nog geen enkele keer verstoord. En het team van VolkerFitzpatrick is vast-beraden om dat vooral zo te houden. a

| 42 43 |

NetWerk magazine

Page 23: NetWerk - VolkerWessels

Glaswerk

Fiberfacts• Fiber is een ander woord voor glasvezel.• Stijging aantal woningen met glasvezel voor de deur in 2009

van 349.000 naar 568.000. • Aantal aansluitingen tot in de woning: 451.000

huishoudens. • Verdubbeling van het aantal aansluitingen tot 1 miljoen voor

eind 2013.• FttH getest tot 200 MB per seconde. In de toekomst nog

hogere snelheden mogelijk. • Andere glasvezeltoepassingen: verstevigen kunststoffen,

zoals bij hengels en ski’s.• CO2-reductie. Productie glasvezelkabel milieuvriendelijker

dan koperkabel.• Reductie verkeersuitstoot door snelle verbindingen en

video conferencing.

g esther lelij b carel kramer

Nederland ‘verglaast’. Steeds meer huishoudens beschikken over een glasvezelaansluiting. Het onderdeel Fiber to the Home (FttH) van VolkerWessels Telecom is betrokken bij de aanleg van deze aansluitingen. Zo ontving FttH dit voorjaar nog de opdracht om de komende drie jaar 20.000 woningen in Amersfoort-Noord te voorzien van een glasvezel. Maar ook op andere plaatsen legt VolkerWessels Telecom deze supersnelle netwerken aan.

Fiber to the Home is een bekend fenomeen in de wereld van de telecommunicatie. Het brengt glasvezelaansluitingen tot in de meterkast in de woning. Een FttH-netwerk levert naast internet ook (digitale) televisie, radio en digitale telefonie. De snelle datacom-municatie van FttH voorziet in toekomstige behoeften en onder-scheidt zich door enorme up- en downloadsnelheden. Bovendien is glasvezel ongevoelig voor corrosie en blikseminslagen.

FttH is het antwoord op traditionele netwerken. Kabel en ADSL hebben hun limiet bereikt. Deze veelvoorkomende netwerken bestaan grotendeels ook uit glasvezelkabels. Het verschil zit in het ‘sluitstuk’ van het netwerk. Van de wijkcentrale of straatverdeler naar de woning. Bij FttH is dit glasvezel; bij alle andere aanslui-tingen koper(kabel).

| 44

NetWerk magazine

45 |

Page 24: NetWerk - VolkerWessels

Van buren tot broedersVeluwezoom en Verkerk smelten samen

Zevenaar zucht onder de zinderende zomerhitte. Het kwik tikt vandaag de 37° C aan. Tegen de strak blauw

hemel wapperen gloednieuwe vlaggen. Glazen puien, open kantoren en een vide: de uitnodigende thuis-

haven ademt ruimte. Hier pakken collega’s uit Didam de verhuisdozen uit. De Veluwezoom en Verkerk waren

een halve eeuw buren en concurrenten. Vertrouwde namen in de regio. Nu staat het ‘nieuwe’ Veluwezoom

Verkerk te trappelen om de markt te veroveren. Portret van een vitaal en veelbelovend bedrijf.

g andré den boer b jan schot

‘W e willen jou erbij houden’. De woorden van de Raad van Bestuur lieten aan duidelijkheid niets te wensen over. Het is niet voor niets dat Frank Verkerk niet

alleen directielid, maar ook (mede)naamdrager van het bedrijf blijft. De familienaam is al vier generaties een begrip in de omgeving. Verkerk heeft net een tournee langs opdrachtgevers en relaties achter de rug om de lopende en nieuwe projecten van zijn oude bedrijf (opnieuw) te verwerven. ‘Op één enkel project na is dat gelukt’, constateert hij tevreden.

LandingBeduusd is misschien een te groot woord. Maar Frank Verkerk heeft eindelijk even tijd om te ‘landen’ en zich volledig op de toekomst van Veluwezoom Verkerk te focussen. Na een hectische periode die ingeluid werd door een faillissement. Overrompeld door de crisis. De komst van VolkerWessels maakte een gedeeltelijke doorstart moge-lijk. De Veluwezoom nam het kantoor en een deel van het personeel en de orderportefeuille over. ‘Als je altijd eigen baas bent geweest, zal het natuurlijk best even aftasten zijn’, verwacht Verkerk. ‘Maar ik ga het ervaren. VolkerWessels is mij zeker niet onbekend. Wij werkten al veel met Credo. En recentelijk met Te Pas Bouw aan het Doetinchemse Lyceumkwartier. Daar zijn ook de eerste contacten met het concern gelegd. Bovendien heb ik in het verleden in Duits-land nog met Kondor Wessels te maken gehad.’ De plattegrond van Potsdam aan de muur achter zijn bureau getuigt van zijn zwak voor het land van onze Oosterburen waar hij in de betere Duitse jaren met succes twee vestigingen van Verkerk opzette en runde.

OntmoetingenBij de hernieuwde kennismaking van Verkerk met het concern lag een integratie van het Zevenaarse bedrijf en De Veluwezoom uit Didam direct voor de hand. ‘De afstand tussen onze kantoren bedraagt nog geen 3 kilometer’, verklaart David van der Hulst die voor De Veluwezoom de scepter in Didam zwaaide. ‘De bedrijfs-culturen sluiten op elkaar aan. We komen uit dezelfde regio. Onze activiteiten wijken niet heel erg af, maar ook daar vullen we elkaar prima aan. Misschien dat De Veluwezoom zich iets meer toespitste op de reguliere woningbouw en richtte Verkerk zich wat meer op de wat complexere projecten. Onze netwerken overlappen elkaar slechts gedeeltelijk. We merken dat we elkaar ook daarin versterken.’ Verkerk knikt instemmend: ‘Het grappige is dat mijn vader en de voorgangers van David elkaar in het verleden veel vaker tegenkwamen in de markt en bij aanbestedingen. De laatste jaren ontmoetten we elkaar juist minder. Ook dat is een duidelijk bewijs dat we complementair zijn.’

StoelendansVolkerWessels Vastgoed en Planoform. De Veluwezoom en Verkerk. Is fuseren een nieuwe trend? We vragen het Van der Hulst en Henk Vissers, directeur VolkerWessels Bouw en Vastgoed-ontwikkeling Noord-Oost. ‘Nee; het is zeker geen beleid als je dat bedoelt’; antwoordt het duo resoluut. ’VolkerWessels blijft juist onze filosofie van sterke lokale en regionale bouwbedrijven

met een grote eigenheid trouw. Je kunt de twee voorbeelden ook niet met elkaar vergelijken. Dit is geen fusie. Maar logistiek en strategisch wel de meest logische keuze. We slaan twee vliegen in één klap. Verkerk maakt een doorstart en voor De Veluwezoom is dit de perfecte locatie waar we verder kunnen doorgroeien.’ Om de stoelendans compleet te maken, verhuizen de collega’s van KWS-dochter Verhoeve Infra naar het oude onderkomen van De Veluwezoom in Didam. Veluwezoom Verkerk opereert nu als ontwikkelende aannemer vanuit het kantoor in Zevenaar met als primaire verzorgingsgebied de stadsregio Arnhem-Nijmegen en de Achterhoek. Hoe is de markt hier in het oosten eigenlijk? ‘Als je het vergelijkt met andere regio’s mogen we op dit moment niet echt klagen’, concludeert Van der Hulst. ‘Vooral die twee steden zorgen voor impulsen. Qua werk, acquisitie en onderportefeuille doen we het op dit moment eigenlijk helemaal niet zo heel slecht. Maar de marktomstandigheden blijven natuurlijk beroerd.’

Tegenwind trotserenHet is niet de eerste keer dat De Veluwezoom economische tegen-wind vastberaden trotseert. ‘In de crisis van begin jaren tachtig werkten we veel voor het Agrarische Pensioenfonds’, vertelt Van der Hulst. ‘De Veluwezoom deed het onder de slechte economische condities uitstekend. Toch zie ik een wezenlijk verschil met nu. Ik verwacht dat dit barre klimaat in de sector nog wel een paar jaar duurt.’ Het noopte De Veluwezoom eerder nog om afscheid te nemen van een aantal collega’s. Dat was ook de reden dat het vijftig jarig bestaan van het bedrijf vorig jaar niet uitbundig is gevierd. Maar uiteindelijk is alles eindig. Ook een crisis. Wat zijn de ambities als de markt straks is genormaliseerd? Waar kan Veluwezoom Verkerk tot uitgroeien? ‘Wat mij betreft tot een hele grote tent’, glimlacht Verkerk. Al is schaalgrootte niet heilig. Van der Hulst en Vissers: ‘Het bedrijf moet een zekere kritieke massa hebben. Dat je niet concurreert met elke dorpsaannemer om de hoek. Maar we moeten er tegelijkertijd voor waken dat we de struc-tuur en het imago krijgen van ‘die grote jongen’ die alleen maar op expansie en grote projecten uit is. We hebben niet voor niets een goed draaiende afdeling kleinbouw, service en onderhoud. Wat we wel willen zijn? Een vernieuwende aannemer die zich goed in zijn klanten verdiept en voortdurend zoekt naar duurzame samen werking met zowel opdrachtgevers als onderaannemers en leveranciers. Een krachtig bedrijf dat zich onderscheidt. Bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Zo zijn we waarschijnlijk de eerste partij in Nederland die gecertificeerd wordt voor passief wonen. Kijk; met dat soort initiatieven maak je het verschil.’ a

‘ VolkerWessels blijft juist onze filosofie van sterke, lokale en regionale bouwbedrijven met een grote eigenheid trouw’

3 David van der Hulst (links) en Frank Verkerk

be d ri jf in beeld

| 46 47 |

NetWerk magazine

Page 25: NetWerk - VolkerWessels

VolkerWessels Telecom ‘onder hoogspanning’Het wachten is op een breedgeschouderde rugbyer die er een eivormige bal tussendoor trapt. De zes ogen-

schijnlijk oneindig lange witte palen die pal naast de A12 bij Bleiswijk uit de grond steken, hebben iets weg

van de palen van een rugbydoel. Maar de enige overeenkomst met de sport is wellicht de spanning. Het zijn

de nieuwe Wintrack-hoogspanningsmasten waarvan Netwerk Solutions van VolkerWessels Telecom er 450

levert en plaatst in opdracht van TenneT, de netbeheerder van het landelijk elektriciteitsnetwerk.

g stefan van ewijk b yvette van erp

E en ‘ouderwetse’ hoogspanningsmast ligt in stukken op de grond. Aan de andere kant van de A12 staan zes nieuwe ranke palen in de felle zon te fonkelen. Het contrast kan

bijna niet groter. Toch is het niet wat het lijkt. Onder een tweetal Wintrack-masten legt senior projectmanager Joop Groenveld van NetWerk Solutions uit hoe het zit. ‘De vakwerkmast op de grond is splinternieuw. Hij is in aanbouw en vormt straks een belangrijk onderdeel in de koppeling van het bestaande elektriciteitsnetwerk met het nieuwe elektriciteitsstation verderop’, wijst Groenveld. Op grote hoogte boven ons bungelen bakjes waarin mannen in de weer zijn met kluwen kabels. Ze werken ‘onder hoogspanning’ om alles op tijd af te krijgen. De zes masten vallen buiten het raamcontract voor de 450. ‘Dit was meer een spoedklus’, glimlacht Groenveld. ‘Er komen straks kabels over de A12 voor de koppeling met het elektriciteitsstation. De afslagen van en naar de snelweg en het viaduct over de A12 gaan hiervoor een weekend dicht. Dat is al een jaar geleden aangevraagd. In dat weekend móet het dus gebeuren. Vandaar dat er enige haast geboden was.’

‘Slank en onzichtbaar’Horizonvervuiling. Grote magnetische velden waarbinnen het verboden terrein is voor woningen, scholen, crèches. De huidige hoogspanningsmasten lagen de laatste jaren steeds vaker onder vuur. Dit bracht TenneT op het idee om het probleem bij de bron aan te pakken. Samen met KEMA pasten ze de manier aan waarop kabels in de mast hangen en gegroepeerd zijn. De netbeheerder ‘versmalde’ het magnetisch veld van ruim 300 naar ongeveer 150 meter. Groeneveld: ‘De mast is puur vanuit de techniek ontstaan en bedacht. Eerst bepaalden de initiatiefnemers de configuratie van de kabels. Daarna gaven ze het architectenbureau de opdracht om daar een ontwerp van te maken. Dat is redelijk uniek. Daarnaast uitten ze ook de wens dat de masten ‘slank en bijna onzichtbaar’ in het landschap moeten passen. Architecten Zwarts en Jansma zijn daar buitengewoon goed in geslaagd, vind ik.’ De gunning van de opdracht verliep via een Europese aanbesteding. Partijen konden op drie percelen inschrijven: levering, montage en een combinatie. VolkerWessels Telecom ging voor de laatste en won.

Vanwege procedurele fouten en na bezwaren van andere inschrijvers was TenneT echter genoodzaakt de aanbesteding terug te trekken.

Drie tracésOok in de herkansing gunde TenneT de opdracht aan VolkerWessels Telecom. Opnieuw vochten diverse concurrerende inschrijvers deze gunning aan. Maar TenneT ging met veel vertrouwen de strijd aan. De netbeheerder won alle juridische procedures zodat VolkerWessels Telecom in april 2010 eindelijk de raamovereenkomst kon tekenen voor het project ‘Randstad 380’. Een project van ongeveer 450 masten op 225 locaties. De inschrijvingen werden deels beoordeeld op prijs. Maar ook het esthetisch aspect telde voor 25% mee in de gunning. Groenveld: ‘We hadden een concurrerende prijs, maar waren misschien niet de goedkoopste. Daarentegen kwam ons ontwerp absoluut het dichtst bij het beoogde ontwerp. We hebben de opdracht dus gewonnen op basis van prijs en esthetica.’ Stof aan zijn broek, gruis onder zijn schoenen. Het doet hem niets. Enthou-siast loopt Groenveld heen en weer tussen de blinkende masten. Hij haalt een grote plattegrond uit zijn kofferbak en spreidt hem uit. Zijn vinger flitst over het papier: ‘Randstad 380 bestaat uit drie tracés. De Zuidring, van Bleiswijk naar Wateringen. De Noordring-noord van Beverwijk naar Vijfhuizen en de Noordring-zuid van Vijfhuizen naar Bleiswijk. Per deelproject sluiten we een nadere overeenkomst op detailniveau. Dit doen we in onderling overleg met TenneT en KEMA. Nu we eenmaal zijn begonnen, stuiten we soms toch op dingen die anders of beter kunnen.’ Als alles volgens planning verloopt, duren de werkzaamheden aan de Zuidring van oktober tot medio 2015.

‘Nog niet klaar’Als specialist in het bouwen van masten wil VolkerWessels Telecom haar expertise graag inzetten op nieuwe marktgebieden. Met de Wintrack-mast is dat gelukt. Het ontwerp en de engineering van de mast doet VolkerWessels Telecom zelf; maar de productie wordt uitbesteed. Onze collega’s werken samen met VDL. Het bedrijf produceert de mastdelen in het Vlaamse Mol en transporteert ze ’s nachts naar de bouwlocaties. De hoogtespecialisten van VolkerWessels Telecom voegen de delen vervolgens samen tot de Wintrack-mast. ‘Als al het werk vooraf goed gebeurt, is het plaatsen van de mast eigenlijk een formaliteit’, bekent Groenveld. ‘Onze jongens zijn dan in staat twee masten in ongeveer vier uur te plaatsen.’ Formaliteit of niet, de bouw van de masten blijft een spectaculair gezicht. Enorme kranen takelen de delen op elkaar terwijl de mannen van VolkerWessels Telecom ze van binnenuit aan elkaar koppelen. Als senior project manager is Groenveld verantwoordelijk voor de coördinatie tussen alle betrokken partijen. TenneT, VDL, VolkerWessels Telecom maar incidenteel ook met de partijen als SPIE dat de kabels hangt, en Heijmans dat verantwoordelijk is voor de fundatie voor het tracé Zuidring. ‘Ik ben zeer tevreden over de samenwerking maar het kan natuurlijk altijd beter’, knipoogt Groenveld. ‘Als we de verdere overeenkomsten invullen, zou ik gek zijn als ik niet probeer één van onze zuster-maatschappijen naar voren te schuiven voor de fundaties. Ook voor TenneT biedt dat voordelen. Ze hebben dan bijvoorbeeld maar één aanspreekpunt. En een eventuele volgende stap is service en onderhoud. Dat is in deze raamovereenkomst niet meegenomen. Ik ben hier dus voorlopig nog niet klaar!’ a

49 |

NetWerk magazine

| 48

Page 26: NetWerk - VolkerWessels

Vrouwen van de wetAls vrouw werken in de bouw én beschikken over een forse juridische kennis. Het lijkt een zeldzame

combinatie. Maar Bregje Onland en Caroline Bruins bewijzen het tegendeel. Twee juristes over het

belang van hun vakgebied in onze branche. ‘Voor collega’s is de bemoeienis van een jurist best eng.’

g esther lelij b dirk-jan van dijk

‘A ustralië en Nieuw-Zeeland. Om het werken uit te stellen, ben ik na mijn studie eerst zes maanden gaan reizen. Thuis moest ik er echt aan geloven. Inmiddels is niet werken geen optie meer voor mij. Ik denk dat je ook wel een beetje een

control freak bent als jurist. Na de geboorte van mijn dochter was ik dolblij om weer te werken. Ik zei letterlijk: ‘Heerlijk, ik leef weer!’.

Mijn loopbaan startte bij KPN. Ik werkte voor het onderdeel dat in 2003 is overgenomen door het concern. Het toenmalige VW Netwerk Bouw dat in 2007 VolkerWessels Telecom (VWT) is geworden. Ik kreeg de functie van bedrijfsjurist. Voor alle bedrijven die onder VWT vallen, regel ik samen met een collega de juridische zaken. Van overkoepelende zaken, zoals algemene voorwaarden, de aandelenstructuur en kredietverzekeringen, tot meer projectgerelateerde werkzaamheden zoals de implementatie van wetswijzigingen en deelname in een tenderteam. Het is mijn taak om te voorkomen dat er fouten worden gemaakt in het aanbestedingstra ject. En om een acceptabele overeenkomst vastleggen. Tijdens de uitvoering duik ik ook in discussies over meerwerk of leveringen. Mijn doel is om het risico voor het bedrijf te beperken. Voor collega’s is de ‘bemoeienis’ van een jurist soms best eng. Je moet daarom makkelijk benaderbaar zijn. Nooit de deur dichtgooien, maar meedenken. Zo heb ik op onze vestiging in Lieren die drempel verlaagd door daar één dag in de maand op kantoor te zitten. Daarmee won ik het vertrouwen. Managers lopen nu regelmatig bij me binnen om over contracten en projectvoortgang te discussiëren. Daarbij leer je ook doorvragen. De eerste versie van een verhaal blijkt lang niet altijd helemaal te kloppen. Als ik de bedoelingen van alle partijen helder heb, kan ik alles duidelijk en het liefst zo beknopt mogelijk formuleren. Niemand zit te wachten op dikke stapels onduidelijke papieren.

Met trots rij ik langs de projecten die wij hebben gebouwd, zoals de enorme telecommast op de Zuidas. Daarbij speelt altijd de gedachte ‘als de verzekeringen maar goed geregeld zijn’ door mijn hoofd. Beroepsmatig kan ik dat ‘onderbuikgevoel’ niet onderdrukken. Ik heb regelmatig contact met juristen van andere werkmaatschappijen. Door met elkaar te ‘sparren’ kom je tot andere inzichten en test je of je zaken op dezelfde manier interpreteert. Ik ben altijd op zoek naar het verbreden van mijn perspectief. Ik ben niet voor niets bestuurlid geweest bij Jong VolkerWessels. Door al die contacten heb ik nu veel feeling met het hele concern.

Het is zeker geen gespreid bedje bij een aannemer. Maar wat wij als juristen mogen doen, daar kunnen anderen alleen van dromen! De ontwikkelingen in de sector gaan heel snel. Kijk alleen maar naar de nieuwe DBFMO-contracten. Ik krijg alle ruimte om mee te denken. De kick van het vak? Ik vind het supergaaf om mee te luisteren met onderhandelingen. Maar het mooiste is natuurlijk als je de brief binnenkrijgt dat een aanbesteding gegund wordt. Dat voelt als winnen.’

‘H eerlijk, een mannenwereld’. Dat gevoel overheerste toen ik als bedrijfsjurist bij KWS Infra begon. Al is het ook wennen. Je moet je als vrouw dubbel bewijzen. Zo ben ik regelmatig de enige vrouw bij een vergadering. Iets meer evenwicht

zou welkom zijn. Maar de sfeer vond ik vanaf het begin aangenaam en down to earth. Zeker vergeleken met mijn eerdere baan bij een juridisch advieskantoor. Ondanks de ruim 2.300 medewerkers leer je snel veel collega’s kennen. Door de korte lijnen is iedereen makkelijk te benaderen.

Na twee jaar bedrijfsjurist wilde ik iets anders. Niet meer op dossierniveau, maar in bredere zin meedenken met de organisatie. Dan is het erg fijn dat je erkenning krijgt van de directie. Het resultaat is dat er voor mij een nieuwe functie als beleidsecretaris is gecreëerd. Een functie van een collega die met pensioen ging plus een aantal extra taken. Ik ben vooral bezig met het regelen van alle vennootschapsrechtelijke zaken voor KWS Infra. Bijvoorbeeld het opzetten van een nieuwe juridische structuur voor de organisatie inclusief alle dochterbedrijven. Daarnaast ben ik betrokken bij het opstellen van procuraties en het directiebeleid. Ik adviseer hen en ben daardoor in feite hun rechterhand.

Eigenlijk ben ik een ‘juridisch loket’ waar iedereen met vragen terecht kan. Bijvoorbeeld voor nieuwe bedrijven van KWS Infra. Naar welke plekken ze verwezen

moeten worden, waar ze verklaringen omtrent gedrag kunnen aanvragen, wie welke procuratie moet krijgen. Dat soort vragen. Er liggen zeker kansen om nog

meer bekendheid te krijgen binnen de organisatie. In sommige situaties komen collega’s mij namelijk in de eindfase advies vragen en ben ik de

laatste strohalm. Naast mijn juridische kennis kan ik ook andere kwaliteiten inzetten. Zo stuur ik de afdeling communicatie aan en

organiseer ik regelmatig bijeenkomsten. Niet alleen serieuze bijeenkomsten voor de directie, maar bijvoorbeeld ook een

afscheidsreceptie of een sportdag voor het hele bedrijf. Dat zie ik als iets luchtigs tussendoor. Als mensen je dan

achteraf bedanken, is mijn dag geslaagd.

Ik deel veel kennis, maar ben tegelijkertijd een éénpitter. Toch ben ik een echte teamspeler.

Dat mis ik wel in deze functie. Ik vergelijk mijn nieuwe rol wel eens met hockey. Ik ben sinds kort naar de achterhoede verhuisd, omdat de jonge aanwas mij voorbij holt. Als ‘laatste man’ is mijn taak nu dat de verdedi-

ging goed staat. Maar je verdedigt niet alleen. Je bouwt de aanval ook op. Dit zie ik terug in mijn functie. In mijn werk heb ik hetzelfde

fanatisme. Ik bijt me ergens in vast en ga niet snel bij de pakken neerzitten. Samen een prestatie neerzetten.

Daar houd ik van. Ik heb veel plezier in mijn werk. Het is simpelweg ontzettend leuk. En binnen de aannemerij worden

juridische aspecten steeds belangrijker. Dus ik vermaak me wel.’

Naam: Caroline BruinsLeeftijd: 35 jaar

Bedrijf: VolkerWessels Telecom Functie: bedrijfsjurist

Naam: Bregje OnlandLeeftijd: 32 jaarBedrijf: KWS InfraFunctie: beleidsecretaris

‘De kick van samen presteren’ ‘Anderen dromen van wat wij mogen’

twe e s praak

| 50 51 |

NetWerk magazine

Page 27: NetWerk - VolkerWessels

NetWerk is het informatiemagazine van VolkerWessels en wordt verspreid onder alle Nederlandse medewerkers van het concern. 11e jaargang, uitgave 3/2010.

Samensteling en redactie André den Boer, Nathalie Breit en Esther Lelij Bijdragen Priscilla Borgers, Stefan van Ewijk en Emma Young Hoofdredactie Jos Waltmans Fotografie René van den Burg, Dirk-Jan van Dijk, Yvette van Erp, Carel Kramer, Cahit Okten (Cambridge MultiMedia Resources), Jan Schot en Karen VliegerRedactieadres VolkerWessels Corporate Communicatie, Postbus 2630, 3000 CP Rotterdam, [email protected], Tel: 010 424 42 43Vormgeving en lithografie V1 - Visuele Communicatie, Ermelo Drukwerk Mouthaan Grafisch Bedrijf, Papendrecht

VolkerWessels™ is de handelsnaam van Koninklijke Volker Wessels Stevin nv. Aan de inhoud van NetWerk kunnen geen rechten worden ontleend. www.volkerwessels.com

colofon

Vers asfaltWieCollega’s van KWS Infra

WaarA2 hoofdrijbaan van Oudenrijn naar Amsterdam

WanneerJuni 2010

WatOnder het V-vormige Marinus van Tylerviaduct op de A2 bij Utrecht brengen vier asfaltspreiders een nieuwe ZOAB-deklaag aan. Het werk is uitgevoerd door aannemers combinatie Trajectum Novum, bestaande uit Van Hattum en Blankevoort, KWS Infra, Mourik Groot-Ammers, Boskalis en Vialis in opdracht van de Alliantie Hooggelegen. Ook het Marinus van Tylerviaduct is door de combinatie gebouwd en verbindt kantorenpark Papendorp met De Meern en Leidsche Rijn. a