Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in...

16
Natuurwetenschap in het Nieuws, nummer 45 St. Bonifatiuscollege, Utrecht 1 Natuurwetenschap in het Nieuws nummer 45, januari 2010 Samengesteld door Kees Hooyman (St.Bonifatiuscollege, Utrecht) Alle artikelen zijn ingekort. De volledige artikelen en de digitale versie van deze krant zijn te vinden op: www.natunieuws.nl DNA, Stamcellen & Klonen Stamcellen uit zaadbal Trouw, december 2009 Onderzoekers van het AMC zijn er in geslaagd stamcellen op te kweken uit zaadbalweefsel. Deze vondst biedt hoop voor mannen die onvruchtbaar zijn, omdat ze in hun kindertijd een kankerbehandeling hebben ondergaan. Steeds meer jongens overleven kanker in hun kindertijd. Een vervelende bijwerking van hun behandeling is echter dat deze jongens later vaak niet meer in staat zijn kinderen te verwekken, omdat de stamcellen van de zaadvormende cellen door de behandeling zijn afgestorven. Stamcelbioloog Ans van Pelt en hoogleraar Sjoerd Rapping zijn er nu in geslaagd een kweekmethode te ontwikkelen voor zogenoemde spermatogoniale stamcellen, voorlopers van de spermacellen. Gentherapie bij Parkinson Trouw, december 2009 Apen die lijden aan de ziekte van Parkinson, zijn succesvol behandeld met gentherapie. Proeven bij de mens zijn al in gang gezet. Het idee van gentherapie is dat er genezende genen in het lichaam worden ingespoten. In dit geval gaat het om drie genen die nodig zijn voor de productie van dopamine: een boodschapperstof in het brein. Parkinson- patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor zij hun bewegingen niet goed meer kunnen coördineren. Makaken kregen genen die nodig zijn voor de productie van dopamine, ingespoten in hun brein. Zes zieke makaken kregen de bewuste genen in hun brein ingespoten. Al binnen een paar weken namen hun bewegingsstoornissen drastisch af. De onderzoekers zagen op videobeelden dat de dieren steeds normaler bewogen en enthousiaster rondliepen, terwijl hun dopaminegehalte opkrabbelde van 25 naar 50 procent van de gezonde waarde. Het effect van de eerste behandeling hield minstens een jaar aan. Eén aap had er zelfs na drieënhalf jaar nog profijt van. Gentherapie geneest ernstige hersenziekte NRC, december 2009 Gentherapie heeft twee jongetjes genezen van de hersenziekte adrenoleukodystrofie (ALD). De experimentele behandeling is al twee jaar geleden uitgevoerd en beide jongens gaat het nog steeds goed. ALD is een erfelijke stofwisselingsziekte, die het zenuwstelsel aantast. De ziekte ontstaat door een mutatie in het ABCD1-gen dat op het X-chromosoom ligt. De genmutatie verstoort de aanmaak van het eiwit ALD, waar het ABCD1-gen voor codeert. In Nederland worden elk jaar ongeveer tien ALD-patiënten geboren. Vooral jongens worden ziek. De eerste symptomen verschijnen als de kinderen zes tot acht jaar oud zijn. De enige behandeling tot nu toe was een beenmergtransplantatie. Die moest na de eerste tekenen van de ziekte worden uitgevoerd, anders is de neurologische schade al te groot. De onderzoekers in Parijs behandelden twee jongetjes van zeven waarvoor geen beenmergdonor beschikbaar was. Ze namen beenmerg van de patiëntjes zelf af en isoleerden daar stamcellen uit. Buiten het lichaam werd in deze cellen een werkend ABCD1-gen ingebouwd met behulp van een onschadelijk gemaakt hiv-achtig virus. De jongens kregen de gecorrigeerde cellen terug in hun beenmerg. Vier stamcellen (blauw) uit het beenmerg van een jongen die gentherapie kreeg. Nanodeeltjes nekken DNA Kennislink.nl, december 2009 Piepkleine metalen nanodeeltjes die uit botimplantaten lekken blijken schadelijk voor het lichaam. Wanneer chirurgen een bot aan elkaar zetten, gebruiken ze roestvrije staven en pinnen om het bot op zijn plek te houden. Een combinatie van kobalt en chroom is bijvoorbeeld roestvrij maar van deze botimplantaten is al enkele jaren duidelijk dat ze soms een klein beetje giftig zijn. Een groep onderzoekers uit Groot-Brittannië vermoedde dat de giftigheid werd veroorzaakt doordat kleine deeltjes uit het metaal lekten. Om te onderzoeken of dat waar zou kunnen zijn, bootsten de wetenschappers het lekken van een kobalt-chroom-botimplantaat in het laboratorium na. Daarvoor gebruikten ze superkleine kobalt-chroom-deeltjes zo klein

Transcript of Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in...

Page 1: Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in het brein. Parkinson-patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor

Natuurwetenschap in het Nieuws, nummer 45 St. Bonifatiuscollege, Utrecht 1

Natuurwetenschap

in het Nieuws

nummer 45, januari 2010 Samengesteld door Kees Hooyman (St.Bonifatiuscollege, Utrecht)

Alle artikelen zijn ingekort. De volledige artikelen en de

digitale versie van deze krant zijn te vinden op:

www.natunieuws.nl

DNA, Stamcellen & Klonen

Stamcellen uit zaadbal Trouw, december 2009

Onderzoekers van het AMC zijn er in geslaagd stamcellen op te kweken uit zaadbalweefsel. Deze vondst biedt hoop voor mannen die onvruchtbaar zijn, omdat ze in hun kindertijd een kankerbehandeling hebben ondergaan.

Steeds meer jongens overleven kanker in hun kindertijd. Een vervelende bijwerking van hun behandeling is echter dat deze jongens later vaak niet meer in staat zijn kinderen te verwekken, omdat de stamcellen van de zaadvormende cellen door de behandeling zijn afgestorven.

Stamcelbioloog Ans van Pelt en hoogleraar Sjoerd Rapping zijn er nu in geslaagd een kweekmethode te ontwikkelen voor zogenoemde spermatogoniale stamcellen, voorlopers van de spermacellen.

Gentherapie bij Parkinson Trouw, december 2009

Apen die lijden aan de ziekte van Parkinson, zijn succesvol behandeld met gentherapie. Proeven bij de mens zijn al in gang gezet.

Het idee van gentherapie is dat er genezende genen in het lichaam worden ingespoten. In dit geval gaat het om drie genen die nodig zijn

voor de productie van dopamine: een boodschapperstof in het brein. Parkinson-patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor zij hun bewegingen niet goed meer kunnen coördineren.

Makaken kregen genen die nodig zijn voor de productie van dopamine, ingespoten in hun brein.

Zes zieke makaken kregen de bewuste genen in hun brein ingespoten. Al binnen een paar weken namen hun bewegingsstoornissen drastisch af. De onderzoekers zagen op videobeelden dat de dieren steeds normaler bewogen en enthousiaster rondliepen, terwijl hun dopaminegehalte opkrabbelde van 25 naar 50 procent van de gezonde waarde. Het effect van de eerste behandeling hield minstens een jaar aan. Eén aap had er zelfs na drieënhalf jaar nog profijt van.

Gentherapie geneest ernstige hersenziekte NRC, december 2009

Gentherapie heeft twee jongetjes genezen van de hersenziekte adrenoleukodystrofie (ALD). De experimentele behandeling is al twee jaar geleden uitgevoerd en beide jongens gaat het nog steeds goed.

ALD is een erfelijke stofwisselingsziekte, die het zenuwstelsel aantast. De ziekte ontstaat door een mutatie in het ABCD1-gen dat op het X-chromosoom ligt. De genmutatie verstoort de aanmaak van het eiwit ALD, waar het ABCD1-gen voor codeert.

In Nederland worden elk jaar ongeveer tien ALD-patiënten geboren. Vooral jongens worden ziek. De eerste symptomen verschijnen als de kinderen zes tot acht jaar oud zijn. De enige behandeling tot nu toe was

een beenmergtransplantatie. Die moest na de eerste tekenen van de ziekte worden uitgevoerd, anders is de neurologische schade al te groot.

De onderzoekers in Parijs behandelden twee jongetjes van zeven waarvoor geen beenmergdonor beschikbaar was. Ze namen beenmerg van de patiëntjes zelf af en isoleerden daar stamcellen uit. Buiten het lichaam werd in deze cellen een werkend ABCD1-gen ingebouwd met behulp van een onschadelijk gemaakt hiv-achtig virus. De jongens kregen de gecorrigeerde cellen terug in hun beenmerg.

Vier stamcellen (blauw) uit het beenmerg van een jongen die gentherapie kreeg.

Nanodeeltjes nekken DNA Kennislink.nl, december 2009

Piepkleine metalen nanodeeltjes die uit botimplantaten lekken blijken schadelijk voor het lichaam.

Wanneer chirurgen een bot aan elkaar zetten, gebruiken ze roestvrije staven en pinnen om het bot op zijn plek te houden. Een combinatie van kobalt en chroom is bijvoorbeeld roestvrij – maar van deze botimplantaten is al enkele jaren duidelijk dat ze soms een klein beetje giftig zijn.

Een groep onderzoekers uit Groot-Brittannië vermoedde dat de giftigheid werd veroorzaakt doordat kleine deeltjes uit het metaal lekten. Om te onderzoeken of dat waar zou kunnen zijn, bootsten de wetenschappers het lekken van een kobalt-chroom-botimplantaat in het laboratorium na. Daarvoor gebruikten ze superkleine kobalt-chroom-deeltjes – zo klein

Page 2: Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in het brein. Parkinson-patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor

Natuurwetenschap in het Nieuws, nummer 45 St. Bonifatiuscollege, Utrecht 2

dat ze het predicaat nanodeeltje verdienen – en legden deze deeltjes in de buurt van een kweekje menselijke cellen. De mensencellen die in contact kwamen met de nanodeeltjes, liepen DNA-schade op.

Alsof de DNA-schade zelf nog niet erg genoeg was, stuitten de Britten op iets geks. Toen de onderzoekers zeker wilden weten of de kobalt-chroom-deeltjes ergens tussen het DNA terecht waren gekomen en daar de boel verpestten, bleken ze daar helemaal niet te zijn. In plaats daarvan hingen de nanodeeltjes gewoon buiten de cellen, te luieren, alsof er niets aan de hand was – maar intussen liepen de cellen wél DNA-schade op.

Het lesbische brein Kennislink.nl, december 2009

Waarom valt de ene meid op mannen en de andere op vrouwen? Word je lesbisch? Of ben je dat bij je geboorte al? En hoe komt dat dan? Volgens de meeste wetenschappers zijn het de hormonen waar je als baby in de baarmoeder aan blootgesteld wordt die het ‘hem’ doen.

Het gebeurt nogal eens dat de scholekstermannetjes zich doodvechten in de strijd om de vrouwtjes. De vrouwtjes zien het niet zitten om alleen achter te blijven en zoeken een vriendin. Samen zorgen ze voor de kuikentjes, die ze krijgen van een vent die ze delen. Ze vrijen met elkaar. En daarmee zijn deze scholeksterdames geen uitzondering. Het dierenrijk zit vol met vrouwen die elkaar prefereren boven een man omdat ze opgroeiden in een situatie waarin dat goed uitkwam. Of gewoon, omdat het toevallig zo liep of omdat het lekker is met een andere vrouw.

Van de scholekster – en de bonobo en de pinguïn en nog zo‟n 1500 andere diersoorten – vinden we het heel normaal dat homoseksualiteit ontstaat door een combinatie van aangeboren aanleg (nature) en de omstandigheden (nurture). Bij mensen ligt dat anders. De dominante theorie in de hersenwetenschappen is dat je als homo of lesbienne wordt geboren en dat „er geen bewijs

is dat de sociale omgeving na de geboorte nog een effect heeft op de ontwikkeling van gender of seksuele oriëntatie‟, aldus neurowetenschapper Dick Swaab in een reviewartikel uit 2007.

Volgens deze theorie ontstaat een lesbisch brein al voor de geboorte. In de tweede helft van de zwangerschap wordt een meisjesfoetus blootgesteld aan een hogere dosis androgenen (mannelijke geslachtshormonen) dan gebruikelijk is.

Vijftien sigaretten, één mutatie Kennislink.nl, december 2009

Deze week presenteert vakblad Nature het complete genoom van longkanker en huidkanker. In het DNA van de kankercellen zijn de schadelijke effecten van respectievelijk sigarettenrook en UV-licht duidelijk terug te zien.

Schadelijke stoffen, zoals sigarettenrook, brengen veranderingen aan in ons DNA. Bij langdurige blootstelling hoopt het aantal mutaties steeds verder op. Uiteindelijk is de schade onherstelbaar en kan kanker ontstaan.

Huidkankercellen werden, voor het starten van de behandeling, afgenomen bij een 43-jarige man. Blootstelling aan UV-licht is een belangrijke risicofactor voor huidkanker. Tussen de 33.000 mutaties in het DNA van huidkankercellen vinden wetenschappers die handtekening ontzettend vaak terug.

Het complete genoom van een huidkankercel. In de buitenste cirkel zie je alle chromosomen van de cel.

Longkankercellen waren afkomstig van een 55-jarige man die aan de ziekte overleed voordat hij behandeld kon worden. Wetenschappers vonden bijna 23.000 mutaties in de kankercellen. Dat is twintig keer zo veel als op basis van eerdere studies verwacht werd. Een rekensommetje leert dat een gemiddelde roker één mutatie oploopt per vijftien gerookte sigaretten. Bij sommige mensen kan dat dus oplopen tot één mutatie per dag.

Hoe worden die mutaties veroorzaakt? Stoffen uit sigarettenrook binden aan het DNA en beschadigen daarmee een aantal basen. Iedere stof verandert het DNA van cellen op zijn eigen manier. Daarom is er in longkankercellen niet één genetische handtekening terug te vinden, maar bevat het genoom een aantal verschillende handtekeningen. De kunst is nu nog om uit te

zoeken welke handtekening afkomstig is van welke schadelijke stof.

Stamcel impuls voor vruchtbaarheidsonderzoek Kennislink.nl, december 2009

Geslachtscellen voor onderzoek naar vruchtbaarheid zijn schaars. Vandaag laten Amerikaanse biologen weten dat ze geslachtscellen uit stamcellen kunnen kweken – dat krikt de voorraad ineens op.

Het kan enorm spannend zijn: je wilt samen met je partner een kind maken, maar gaat het lukken? Soms zijn de gametocyten – de voorlopers van sperma- en eicellen – bij voorbaat al stuk te zijn. Dat leidt tot bekende problemen, zoals spermacellen die de puf niet hebben om de ultieme eindstreep, de eicel, te halen.

De échte oorzaken van problemen in gametocyten? Niemand die het tot in detail weet. Maar wel belangrijk, aangezien cijfers van de Rutgers Nisso Groep erop wijzen dat zo‟n één op de tien paren moeite heeft met kinderen maken.

Amerikaanse onderzoekers van de universiteit van Stanford in Californië hebben een manier bedacht om sneller te kunnen begrijpen hoe het kan dat gametocyten stuk zijn. Ze wisten uit embryonale stamcellen nieuwe gametocyten te kweken en beschrijven hun methode in het blad Nature. Daarmee is het voor het eerst mogelijk om gametocyten voor vruchtbaarheidsonderzoek in grote aantallen te bestuderen.

Stamcel leert lucht ademen Kennislink.nl, december 2009

Vlaamse biologen zijn erin geslaagd om op een redelijk makkelijke manier longweefsel uit stamcellen te kweken. Handig, zulke longkweekjes in het lab: voor longziekte-onderzoek zijn nu minder proefdieren nodig.

Stamcellen zijn een soort basiscellen in het lichaam, die in alle andere soorten lichaamscellen kunnen veranderen. Dat maakt ze bij uitstek geschikt voor weefselkweek, een tak van wetenschapsport waarbij onderzoekers proberen lichaamsdelen in het laboratorium na te bouwen. Dat is natuurlijk handig om in de toekomst kunstorganen mee te kweken, maar is nu vooral handig om ziekteonderzoek voor bepaalde organen buiten het lichaam te doen.

Nadat wetenschappers het al eerder lukte om stamcellen te veranderen in hartspierweefsel,

Page 3: Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in het brein. Parkinson-patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor

Natuurwetenschap in het Nieuws, nummer 45 St. Bonifatiuscollege, Utrecht 3

huidweefsel en zenuwweefsel, slaagden Vlaamse onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel erin om van stamcellen longweefsel te maken. En nog snel, makkelijk en goedkoop ook.

Stamcellen van embryo‟s die zichzelf inmiddels tot longcellen hebben omgedoopt,

Gekweekt vlees stapje dichterbij Kennislink.nl, december 2009

Meet the new meat. Zonder milieuproblemen en dierenleed en met de mogelijkheid gekweekte spieren te gebruiken in de geneeskunde. Kristel Boonen onderzocht bij Biomedische Technologie aan de TU Eindhoven de meest ideale omstandigheden voor het groeien van skeletspierweefsel.

Zodra een beschadigde spier bepaalde stoffen afscheidt, komt een satellietcel in actie en gaat nieuwe spiercellen aanmaken. Satellietcellen zijn dus zeer geschikt als stamcelbron. Het enige probleem is dat het lijkt of de satellietcellen hun stamcelcapaciteit verliezen op het moment dat ze in een kweekbakje belanden.

In een kweekbakje zoals dit liet Boonen satellietcellen groeien uit spierweefsel van muizen en volgde ze hoe ze via deling losse cellen vormden en fuseerden tot vezels. Afbeelding: © Carlijn Bouten

Boonens hypothese is dat dit komt doordat de cellen weggehaald worden uit de specifieke omgeving waarin ze zich normaal bevinden. “In een lichaam zijn satellietcellen compleet omgeven door zacht materiaal en liggen ze als het ware te slapen tussen eiwitnetwerken aan de ene kant en een spiervezel aan de andere kant. Bij inspanning krijgen de vezels van zenuwen allerlei elektrische signalen en worden ze uitgerekt, of eigenlijk samengetrokken. Die omstandigheden heb ik in het lab nagebootst.”

Stamcellen maken Doe je het best met een beetje vitamine C Noorderlicht, december 2009

Met stamcellen kunnen mogelijk ernstige ziektes genezen worden, maar de productie ervan is nog verre van efficient. Vitamine C lijkt hier uitkomst te bieden, laat Chinees onderzoek zien.

Een gammel hart? Een versleten gewricht? Een geheugen dat niet meer optimaal werkt? Met stamcellen kunnen deze defecten in de toekomst mogelijk verholpen worden. De wondercellen danken hun helende eigenschappen aan het feit dat het oercellen zijn die - met een beetje hulp - kunnen uitgroeien tot ieder gewenst celtype: van bloedcel tot hersencel. En kapotte cellen kunnen vervangen.

Duanqing Pei van het South China Institute for Stem Cell Biology and Regenerative Medicine ontdekte dat zogenaamde reactieve zuurstofdeeltjes een grote belemmering vormen voor het maken van stamcellen. Hij voegde vitamine C - dat als anti-oxidant in citrusvruchten voorkomt - toe aan zijn kweekbakjes en zag dat het kweken van stamcellen nu veel makkelijk ging. Wat Pei in ieder geval kon zien is dat cellen minder snel in een sluimerende toestand raakten. Bovendien ontdekte hij dat andere anti-oxidanten lang niet zo efficient werkten. Volgens Pei zullen niet alleen stamcel-onderzoekers hun voordeel met zijn simpel toe te passen ontdekking doen. Vitamine C wordt al langer verjongingskrachten toegedicht. Op celniveau heeft Pei dat effect tot op zekere hoogte laten zien.

Bommetje vitamine C.

Klimaat & Evolutie

Hoge aardatmosfeer koelt af allesoversterrenkunde.nl, december 2009

Nieuwe metingen van een NASA-satelliet vertonen een sterke afkoeling van het hoogste gedeelte van de aardatmosfeer. Deze afkoeling bevestigt dat er een verband is tussen de zonneactiviteit en het 'klimaat' op grote hoogte.

Uit de metingen van de afgelopen acht jaar blijkt dat dit hoge, ijle deel van de aardatmosfeer duidelijk reageert op de sterke afname van de zonneactiviteit in dezelfde periode. De hoeveelheid infraroodstraling die moleculen in de hoge atmosfeer uitzenden, is sinds 2002 met bijna een factor tien gedaald, wat op een aanzienlijke afkoeling wijst. De onderzoekers verwachten dat door de langzaam oplopende zonneactiviteit de temperatuur op grote hoogten de komende jaren weer zal stijgen.

Eenderde van alle soorten wordt bedreigd NRC, december 2009

De nieuwe Rode Lijst van natuurorganisatie IUCN telt 875 soorten die zijn uitgestorven. De lijst wordt door steeds meer academici en overheden serieus genomen.

Dinsdag verscheen de IUCN Rode Lijst 2009, de invloedrijkste inventarisatie van bedreigde soorten. Op de lijst staan 47.677 dieren en planten, en met een groot deel daarvan gaat het niet goed. Drie van de tien amfibieën ter wereld worden met uitsterven bedreigd. Twee van de tien zoogdieren. Ruim één op de tien vogels. „Het uitsterven gaat in hetzelfde tempo door”, kopt de International Union for Conservation of Nature in zijn persbericht. Het gaat even slecht als vorig jaar, het jaar daarvoor, en het jaar daarvoor.

Klimaatvrije brandstof binnen handbereik Kennislink.nl, december 2009

Idealer kan haast niet: haal het broeikasgas CO2 uit de lucht, en zet dat met hulp van micro-organismen direct om in brandstof voor auto’s en vliegtuigen. Netto heb je dan nauwelijks CO2-uitstoot.

Terwijl de wereldleiders praten zoeken wetenschappers naar andere uitwegen. Het meest veelbelovende idee is doodeenvoudig: gebruik enkel brandstoffen voor auto‟s en

Page 4: Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in het brein. Parkinson-patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor

Natuurwetenschap in het Nieuws, nummer 45 St. Bonifatiuscollege, Utrecht 4

vliegtuigen die netto geen CO2-uitstoot opleveren.

De truc: ze laten een genetisch veranderde blauwalg koolstofdioxide opnemen uit de lucht, waarna het micro-organisme de koolstofdioxide omzet in de ruwe biobrandstof isobutanal. Handig, want alle koolstofdioxide die vrijkomt bij het verbranden van isobutanal was al eerder uit de lucht gehaald bij het maken ervan. CO2-neutraal dus.

Vogeltjes voeren beïnvloedt evolutie Kennislink.nl, december 2009

In de wintermaanden vogeltjes voeren lijkt een onschuldige bezigheid. Biologen van de Duitse universiteit van Freiburg laten zien dat het bijvoeren een grote invloed kan hebben op de evolutie van vogels.

Voor de jaren „60 trokken zwartkopjes (Sylvia atricapilla) massaal vanuit Centraal-Europa naar Spanje om daar te overwinteren. Op deze reis van zo‟n 1640 kilometer was fruit de belangrijkste voedselbron van de vogels. 95 procent van al het eten dat zwartkopjes ‟s winters binnenkregen, bestond uit fruit. Sinds de jaren ‟60 is het klimaat in Europa milder geworden. Bovendien begonnen mensen in Engeland in toenemende mate met het bijvoeren van vogels in de winter.

Vogeltjes voeren lijkt een onschuldige bezigheid, maar het kan grote invloed hebben op de evolutie van deze dieren.

Biologen van de Duitse universiteit van Freiburg zien duidelijke verschillen tussen zwartkopjes die naar Spanje gaan en zwartkopjes die naar Engeland migreren. De vleugels van de vogels die naar het westen trekken, zijn ronder geworden. Hierdoor kunnen de zwartkopjes tijdens hun vlucht beter manoeuvreren, maar de aanpassing heeft ook een consequentie. Met hun ronde vleugels verliezen de vogels die naar Engeland trekken het vermogen om over lange afstanden te migreren.

Bijdrage ontbossing aan CO2-uitstoot overschat Kennislink.nl, december 2009

Een internationaal onderzoeksteam berekende dat de CO2-uitstoot door ontbossing 12% is, en niet 20% zoals in het vierde IPCC Rapport staat. Veengebieden dragen ongeveer 3% bij aan de jaarlijkse uitstoot.

Een groep aardwetenschappers heeft berekend, dat met name de bijdrage van ontbossing aan de CO2-uitstoot beduidend lager ligt dan veelal werd aangenomen. Ze berekenden echter ook dat de CO2-emissie uit veengronden in de tropen een substantiële bijdrage levert aan de mondiale CO2-uitstoot.

Grootschalige ontbossing in Tasmanië zorgt ervoor dat de bodem vrij komt te liggen.

De gangbare veronderstelling is dat ontbossing in de tropen ongeveer twintig procent van de totale wereldwijde CO2-uitstoot bedraagt. Voor tientallen ontwikkelingslanden is ontbossing de grootste bron van de uitstoot van broeikasgassen.

Kilimanjaro dankt sneeuwmuts aan natte periode 11.000 jaar geleden Kennislink.nl, december 2009

De smeltende sneeuwmuts van de Kilimanjaro heeft zijn bestaan niet alleen te danken aan kou, maar vooral aan de grote hoeveelheid neerslag die viel aan het begin van het Holoceen, zo’n 11.000 jaar geleden.

Het regelmatig smelten van de ijskap op de hoogste berg van Afrika blijkt onderdeel van een natuurlijk proces van droge en natte perioden, en is dus niet alleen het resultaat van milieuschade die de mens aanricht.

Door te kijken naar de verhouding tussen de stoffen van binnen en buiten het meer, kon Sinninghe Damsté een gedetailleerde reconstructie maken van de veranderingen in de hoeveelheid neerslag van de laatste 25.000 jaar. Uit de metingen bleek dat dit gedeelte van Afrika vaker te maken heeft met een periode van zware moessonregens. Doordat de Kilimanjaro dichtbij de evenaar ligt, is er

ongeveer eens in de 11.500 jaar een periode van hevige moessons, in gebieden verder van de evenaar komt zo‟n intensieve moessontijd maar eens in de 23.000 jaar voor.

Handige octopus Noorderlicht, december 2009

De zogenaamde geaderde octopus uit Indonesië gebruikt kokosnootschalen als gereedschap.

Vroeger werd nog wel eens gedacht dat de mens de enige was die gereedschap gebruikte. Inmiddels is ontdekt dat een hele serie beesten het doet, van dolfijnen tot primaten tot vogels. En nu blijken dus ook octopussen handig genoeg te zijn om kokosnootschalen nuttig te gebruiken, zo staat in Current Biology.

Ze zagen dat de octopussen halve kokosnoten rondslepen en die later als schuilplaats gebruiken. Er zijn ook krabben die een leenhuis gebruiken, maar die kruipen er gewoon in of onder. De octopus sleept eerst de kokosnoten heen en weer, en dan is hij juist kwetsbaar. Hij 'bouwt een huis', zodat hij in geval van nood een veilig plekje heeft.

De tienerjaren van T-Rex Noorderlicht, december 2009

Het gebeurt niet vaak dat er een T-Rex fossiel wordt opgegraven. Laat staan de fossielen van een T-Rextiener. De meeste van deze dinosaurussen stierven namelijk rond hun dertigste.

Zo niet Jane. Zij was twaalf toen ze stierf. Haar fossielen werden in 2001 in Montana gevonden. Nieuw onderzoek wijst uit dat Jane voor haar dood flinke verwondingen aan haar hoofd opliep, waarschijnlijk door een vechtpartij. Deze verwondingen worden heel nauwkeurig beschreven in het blad Palaios. Het bot van haar linker bovenkies is op 4 plekken doorboord. En aan de verwondingen te zien was daarbij een andere T-Rexpuber in het spel.

Jane en haar puberende rivaal. Een beetje stoeien kun je het niet noemen.

Page 5: Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in het brein. Parkinson-patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor

Natuurwetenschap in het Nieuws, nummer 45 St. Bonifatiuscollege, Utrecht 5

Smeltend landijs nu even belangrijk als snellere gletsjers Noorderlicht, december 2009

Groenland verloor de afgelopen jaren steeds sneller ijs, terwijl het er toch fors meer is gaan sneeuwen. Het merendeel verdwijnt als wegstromend smeltwater, de rest glijdt als ijs de zee in.

Als al het ijs op Groenland verdwijnt, gaat de zeespiegel zeven meter omhoog. In het huidige tempo zou dat vijftienduizend jaar duren, tenminste als je afgaat op de periode van 2000 tot en met 2008. Helaas is het tempo niet constant. Sinds 2006 gaat het om 0,75 millimeter per jaar, aldus een team van voornamelijk Nederlandse onderzoekers in Science.

“De zwaartekrachtsatelliet GRACE doet sinds 2002 massametingen aan Groenland”, vertelt onderzoeksleider Michiel van den Broeke. “Die satellietmetingen vertellen wel hoe veel ijs er verdwenen is, maar niet op welke manier.”

Een automatisch weerstation op Groenlands ijs. Foto IMAU, Universiteit Utrecht

IJs kan verdampen, als vloeibaar water in zee lopen of via gletsjers wegstromen en dan in de vorm van ijsbergen wegdrijven. Tot nu toe was niet goed duidelijk wat elk van die processen bijdroeg aan het ijsverlies, zegt Van den Broeke, al was wel zeker dat het verdampen relatief weinig voorstelt.

Wat zijn de belangrijkste conclusies? De grafieken in Science laten zien, dat afkalvend ijs en de optelsom van neerslag en afvloeiend smeltwater allebei even veel schuld hebben. Ieder heeft ongeveer 750 miljard ton ijs zoekgemaakt.

Van Bambi naar Moby Dick Noorderlicht, december 2009

De evolutie van de walvis, van landrot tot zeemonster, vormt een intrigerend hoofdstuk in de geschiedenis van het leven op aarde. Een bizar verhaal over zwemmende herten en wandelende walvissen.

Het lijkt niet de meest voor de hand liggende plek om naar walvisfossielen te zoeken: het grensgebied tussen India en Pakistan. Maar draai de klok achteruit en het Himalayagebergte verdwijnt als de rimpels in een tafelkleed dat strakgetrokken wordt. De stijgende zeespiegel zet grote delen van de continenten onder water. Van Indonesië tot Spanje strekt dan de lome Tethys-zee zich uit, een behaaglijk warme, ondiepe zee. Welkom in het Eoceen, het geboortetijdperk van de walvissen.

Hier hebben vijftig miljoen jaar geleden de voorouders van de walvissen aarzelend hun eerste pootjes in het water gezet. Pootjes, ja, want die voorouders leefden op het land. Walvissen zijn, net als hun naaste verwanten de dolfijn en de bruinvis, zoogdieren. Ze zijn warmbloedig, zogen hun jongen met melk, en hebben geen kieuwen zoals vissen die hebben, maar moeten op gepaste tijden boven water komen om adem te halen.

Indohyus

Ziekte & Gezondheid

Babysterfte moet worden gehalveerd Trouw, december 2009

De vermijdbare babysterfte in Nederland moet binnen vijf jaar worden gehalveerd. Een stuurgroep van deskundigen op het gebied van zwangerschap en geboorte adviseert dat.

Zwangeren worden vanaf het begin van de bevalling niet meer alleen gelaten, zo adviseren de deskundigen. Gynaecologen, kinderartsen en operatieteams moeten dag en nacht paraat zijn om binnen vijftien minuten te kunnen ingrijpen bij complicaties rond bevallingen.

Als een vrouw ziektes heeft of eerder moeilijke bevallingen heeft gehad, moet ze extra begeleiding krijgen. Communicatieproblemen tussen gynaecologen en verloskundigen dienen te worden opgelost en verloskundigen mogen vrouwen tijdens de bevalling niet meer langdurig alleen laten.

Zwangere vrouwen die zich in een achterstandssituatie bevinden, moeten intensief in de gaten worden gehouden.

In Nederland sterft één op de honderd baby's vlak voor, tijdens en vlak na de bevalling. Dit aantal ligt hoger dan in andere Europese landen. Alleen Letland en Frankrijk komen nog slechter uit de bus

RIVM denkt het nu ook: griepepidemie voorbij Volkskrant, december 2009

De griepepidemie in Nederland lijkt voorbij. Dat stelt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) maandag bij de presentatie van de jongste cijfers over de Mexicaanse griep.

Vorige week meldde onderzoeksinstituut Nivel al dat de griepgolf voorbij is. Het aantal mensen met griep neemt al langere tijd af. Afgelopen week kwam dit aantal onder de grens te liggen waarbij nog sprake kan zijn van een epidemie, aldus het Nivel.

Een glassculptuur van het Mexicaanse griepvirus.

In totaal zijn tot en met 23 december 2156 mensen in een ziekenhuis opgenomen geweest en 53 patiënten overleden. Bij 57 procent van de opgenomen patiënten en bij 90 procent van de overleden patiënten was al sprake van ziekte voor de griepbesmetting.

Reclamebureau ingeschakeld voor inenting baarmoederhalskanker Volkskrant, december 2009

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu heeft voor een nieuwe inentingscampagne tegen baarmoederhalskanker een reclamebureau in de arm genomen.

Een woordvoerster van het RIVM bevestigde maandag een bericht hierover in Trouw. Bij de eerste vaccinatieronde in maart van dit jaar kwam maar net de helft van de 13- tot 16-jarige meisjes de inentingen halen. Het instituut wijt dat vooral aan de ouderwetse voorlichting. Die sloeg niet aan bij de doelgroep en had te lijden onder emotionele tegengeluiden op internet.

Page 6: Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in het brein. Parkinson-patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor

Natuurwetenschap in het Nieuws, nummer 45 St. Bonifatiuscollege, Utrecht 6

Griepvirus is een blijvertje NRC, december 2009

Hoe kun je voorkomen dat je Mexicaanse griep krijgt? ‘Voorkom contact met mensen die griep hebben’ en ‘Was vaak uw handen met water en zeep.’ Dat zijn de twee eerste tips die de Nederlandse overheid geeft op de website grieppandemie.nl.

“Ik denk dat iedereen die griep uiteindelijk wel zal krijgen”, zegt theoretisch epidemioloog prof.dr. Hans Heesterbeek, verbonden aan de faculteit diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. “Die maatregelen als handen wassen en contact vermijden zijn vooral belangrijk om de pandemie beperkt te houden in de periode dat er nog geen vaccin is.”

Vaccinatie tegen de Mexicaanse griep in Nijmegen. Foto Rien Zilvold

Vorige grieppandemieën laten zien dat een nieuw virus niet zomaar verdwijnt. De laatste grieppandemie – de Hongkonggriep van 1968 – ontstond toen een voor mensen nieuw H3N2-influenzavirus opdook. Na één pandemisch jaar heeft dat virus zich als „wintergriepvirus‟ gevestigd. Het muteert ieder jaar een beetje, reist met de seizoenen de wereldbol over, en is al 40 jaar lang om de twee à drie jaar het actiefste virus tijdens de wintergriepgolf. Het treft dan kinderen die tussen beide H3N2-griepgolven geboren zijn en mensen met een niet goed werkend afweersysteem.

Mexicaanse griep onzichtbaar NRC, december 2009

Het aantal Nederlandse doden door Mexicaanse griep steeg deze week naar 28 . Maar in een normaal griepjaar zijn het er gemiddeld wel 800.

Beide cijfers staan in de berichtgeving vaak naast elkaar, maar zijn onvergelijkbaar, zeggen de deskundigen. Wie nu griepdoden telt op de manier waarop het ieder jaar gebeurt, vindt er geen 28 maar ongeveer 0 (nul).

Bij de 28 griepdoden heeft een laboratoriumtest uitgewezen dat ze met het Mexicaanse-griepvirus waren besmet. Ziekenhuizen moeten patiënten met Mexicaanse griep melden bij de GGD. Dus als mensen met koorts en ademhalingsproblemen in het ziekenhuis komen, krijgen ze een test op besmetting met influenza A H1N1 2009, het Mexicaanse-griepvirus. De influenza die iedere winter heerst is niet „aangifteplichtig‟. Artsen testen niet op virussen of bacteriën als het voor de

behandeling niet van belang is. In andere winters is daarom onbekend wie er met influenza (of na een flinke griep) in het ziekenhuis komt en daarna overlijdt. Dat geldt al helemaal voor mensen die thuis overlijden na een griep.

Roken nog schadelijker voor ongeboren kind Volkskrant, december 2009

Kinderen van vrouwen die tijdens de zwangerschap hebben gerookt, lopen een groter risico op hart- en vaatziekten en nierproblemen op latere leeftijd.

Eerdere studies naar de effecten van rokende aanstaande moeders geven aan dat roken de groei van de baby vertraagt en leidt tot een laag geboortegewicht. Geelhoed gaat een stapje verder. Volgens haar heeft roken invloed op de doorbloeding van de foetus. Nicotine verwijdt of vernauwt juist de bloedvaten in sommige weefsels. Bij meer dan tien sigaretten per dag worden de nieren van de baby kleiner, bij minder dan vijf worden ze juist groter.

Weekmakers zijn van invloed op het spel van jongetjes NRC, december 2009

Jongetjes vertonen in hun spel minder ‘typisch mannelijk’ gedrag, zoals ruw stoeien en spelen met autootjes, naarmate hun moeders tijdens de zwangerschap een hogere concentratie ftalaten in hun urine hadden.

Er was al een verband aangetoond tussen ftalaten en de genitale ontwikkeling van jongetjes, maar een verband met gedrag (en dus met neurologische ontwikkeling) is nooit eerder aangetoond.

Onderzoekers toonden in 2005 aan dat ftalaten een zogenaamde anti-androgene werking hebben: ze verstoren de testosteronhuishouding. Op meisjes heeft dat geen aantoonbaar effect, maar op jongetjes

wel. Swan meldde destijds een link tussen ftalaten en een abnormaal kleine afstand tussen anus en scrotum, een kleinere penis en scrotum en een grotere kans op het niet indalen van de testikels. Ftalaten zijn momenteel verboden in kinderspeelgoed en in kinderverzorgingsproducten waar kinderen op kunnen zuigen. Maar voor andere producten, zoals cosmetica, zijn er geen restricties.

Giftig behang beschermt samen met klamboe goed tegen malariamug NRC, december 2009

Behang dat met insecticide is geïmpregneerd, is een effectief wapen tegen de malariamug Anopheles gambiae. Met een geïmpregneerde klamboe is het besmettingsrisico al te halveren.

Geïmpregneerde klamboes weten het besmettingsrisico al te halveren, maar ze hangen niet altijd goed dicht en mensen kunnen er in hun slaap tegenaan rollen zodat de muggen er doorheen kunnen prikken. Een aanvullende maatregel is daarom gewenst.

Een gifspuit werkt te kort, is ongezond voor de mens en maakt muggen resistent. De onderzoekers lieten vrijwilligers overnachten in hutten in Zuid-Benin en testten diverse methoden tegen muggen. Wie onder een geïmpregneerd muskietennet bij geïmpregneerd behang sliep, kreeg geen prik en alle muggen die op de wand neerstreken, bleven rustig zitten tot ze stierven. Gifbehang op alleen het bovenste deel van de wand bleek nog altijd 80 procent van de muggen te doden.

De opmars van de technodokter Kennislink.nl, december 2009

De moderne techniek maakt snijden in patiënten steeds vaker overbodig. Met millimeterprecisie gaan operatierobots via natuurlijke holtes bij de patiënt naar binnen. Maar dit kan alleen als de arts weet hoe de technologie werkt.

In het Erasmus MC is op 24 november voor het eerst in Nederland een succesvolle niertransplantatie uitgevoerd met de “Da Vinci” operatierobot. Sinds 2009 beschikt ook het Erasmus MC over de robot, die behalve door de afdeling Chirurgie ook wordt gebruikt door de afdelingen Urologie en Verloskunde en Vrouwenziekten. De inzet van de operatierobot verhoogt het aantal niertransplantaties in het Erasmus MC.

Page 7: Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in het brein. Parkinson-patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor

Natuurwetenschap in het Nieuws, nummer 45 St. Bonifatiuscollege, Utrecht 7

Lekker vies Weg met de angst voor bacteriën Noorderlicht, december 2009

Eten van de vloer? Het vuil onder de nagels laten zitten? Als je het met de hygiëne niet al te nauw neemt, heeft je kind later minder kans op astma en zelfs hartproblemen.

Ons afweersysteem is ontworpen om bacteriën en andere indringers uit te schakelen. Maar als we, zo zegt de 'hygiëne hypothese', tijdens onze jeugd weinig bacteriën tegenkomen, zit dat afweersysteem zonder werk. Het krijgt dan te weinig bacterietraining. En kan dan later op ongepaste momenten een aanval inzetten tegen minder gevaarlijke deeltjes zoals huisstof, met een allergie of ontsteking tot gevolg.

Melanie Conard en Harald Renz van de Phillips University in het Duitse Marburg lieten zien dat babymuizen van 'vieze' muizenmoeders beter beschermd zijn tegen astma. En ook kinderen die zelf op jonge leeftijd met bacteriën in aanraking komen, lijken beter beschermd tegen ziekten.

Hoe spieren op zoetigheid anticiperen Noorderlicht, december 2009

Bij het zien van iets lekkers kan het water je letterlijk in de mond lopen. Ook spieren anticiperen op zoetigheid: ze beginnen alvast suiker op te nemen uit het bloed. Wie weet kunnen sporters hun voordeel doen met dat mechanisme.

In het begin van de jaren nul liep bijvoorbeeld een aantal atleten tegen de lamp wegens het gebruik van het verboden middel modafinil. Inmiddels heeft de wetenschap achterhaald dat modafinil zorgt voor de aanmaak van een hormoon, orexine genaamd. Dat hormoon geeft een signaal aan de spieren, namelijk: neem maar lekker veel suikers op uit het bloed.

Voor sporters zou het natuurlijk erg prettig zijn om te profiteren van de werking van zo‟n middel, zonder het daadwerkelijk te gebruiken. Dat klinkt paradoxaal, maar nieuw onderzoek laat zien dat het misschien tot de mogelijkheden behoort (Cell Metabolism, december 2009). Hoewel het onderzoek werd gedaan bij muizen, biedt het toch een aantal interessante inzichten.

“De hersenen houden het interne milieu van het lichaam niet alleen in evenwicht door te reageren op signalen van buiten, maar ook door daar op te anticiperen”, aldus Yasuhiko Minokoshi, een van de onderzoekers. Zou dan ook de suikeropname door spieren kunnen worden gestuurd door verwachtingen? Minokoshi dacht van wel, en vermoedde een belangrijke rol voor orexine.

Daar ga je van watertanden. Je spieren anticiperen ook op zoetigheid.

Bij de muizen werd eerst orexine geïnjecteerd in de hypothalamus, de plek in de hersenen waar het hormoon van nature wordt gemaakt. Zoals verwacht gingen de muizenspiertjes vervolgens meer glucose opnemen uit het bloed.

Vervolgens gaven de Japanners de muizen sacharine te eten. Dat is een middeltje dat erg zoet smaakt, maar waar geen energie in zit. Het effect daarvan was dat de muisjes zelf orexine aan gingen maken. Hun spieren gingen daardoor al suiker uit het bloed op te nemen zonder dat ze het goedje te eten kregen. De zoete smaak werd door de muizenbrein dus geïnterpreteerd als: ah, er komt suiker aan, tijd om mijn spieren te vertellen dat ze glucose uit het bloed moeten opnemen.

Wetenschap & Onderzoek

Tumult om elektronisch bestuurbare kever Dieren met missie Trouw, december 2009

Wetenschappers in Californië zouden erin zijn geslaagd levende insecten met micro-elektronica op afstand te besturen. De Partij voor de Dieren vindt het maar niks.

De bestuurbare insecten vormen een interessant project voor het Amerikaanse leger, maar tot verdriet van de Partij voor de Dieren wil minister Eimert van Middelkoop van defensie geen protest bij de bondgenoot aantekenen.

De wetenschappers tegen wie Thieme waarschuwt, hebben elektronica geïmplanteerd in kevers van meer dan 20 centimeter lengte, afkomstig uit Kameroen. Een YouTube-filmpje moet bewijzen dat die daarna met een joystick waren te besturen. Het project werd gesponsord door het Amerikaanse ministerie van defensie.

Er is niks mis met kernenergie Trouw, december 2009

Vandaag neemt André Versteegh afscheid van ’zijn’ Petten. Hij vertrekt nu kernenergie weer bespreekbaar is. Terecht, vindt hij. Het is veilig en schoon: „Twee kerncentrales erbij zou een kwart van onze C02-uitstoot schelen.”

Juist op het moment dat hij met pensioen gaat, lijkt de geschiedenis zich te gaan herhalen. Als André Versteegh in 1969 aan de TU Delft afstudeert op de constructie van kernreactoren, geldt er een wachtlijst voor deze studievariant. In die dagen heeft kernenergie de toekomst. Dodewaard is net geopend, in Borssele is de eerste paal geslagen. De wereld ligt open voor de jonge kernfysicus.

Nieuwe kerncentrales schieten overal als paddestoelen uit de grond. Maar niet hier. Nederland heeft zijn aardgas. Dat moet eerst worden opgemaakt of verkocht en zorgt ervoor dat heikele beslissingen kunnen worden uitgesteld.

Met kernenergie verkeer je in de frontlinie van de wetenschap.

Langzaam keert het tij. Er komt een maatschappelijk protest op gang en hoewel kabinetten twee keer –in 1974 en 1985– besluiten nieuwe kerncentrales te bouwen, komt het er niet meer van. Vooral na het ongeluk in Tsjernobyl is het onderwerp taboe in Nederland.

Totdat de opwarming van de aarde het debat nieuw leven inblaast. Kernenergie wordt weer bespreekbaar. In Delft groeien de aanmeldingen bij reactorfysica, elektriciteitsproducent Delta vraagt een vergunning aan voor een tweede kerncentrale in Borssele en precies deze week start Versteeghs eigen werkgever, de Nuclear Research Group (NRG) in Petten, de vergunningsprocedure voor een nieuwe onderzoeksreactor.

En juist vandaag gaat Mister Kernenergie, André Versteegh (64), met pensioen. Bijna zijn hele carrière is gewijd aan de nucleaire zaak, maar valt precies in het bouwloze tijdperk. Dat moet frustrerend zijn. Maar nee hoor: „Ik heb met plezier gewerkt. Met kernenergie verkeer je in de frontlinie van de wetenschap en heb je niet te klagen over maatschappelijke belangstelling.

Page 8: Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in het brein. Parkinson-patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor

Natuurwetenschap in het Nieuws, nummer 45 St. Bonifatiuscollege, Utrecht 8

Is Einstein een beetje achterhaald? Volkskrant, december 2009

Hij vermoedt dat Albert Einstein zich in zijn graf zal omdraaien, maar volgens de Amsterdamse theoretisch fysicus Erik Verlinde is de zwaartekracht niet wat we denken.

De laatste maanden werkte hij aan een theorie waarin de aantrekking tussen twee massa‟s vanzelf ontstaat door informatieverschillen in de ruimte tussen de massa‟s en die daarbuiten.

Albert Einstein thuis bij de Leidse hoogleraar natuurkunde Paul Ehrenfest, met diens zoon op schoot.

In zijn theorie leidt Verlinde op een relatief eenvoudige manier de klassieke wetten van Newton af, als een natuurlijke aantrekking tussen massa‟s. „Dit is precies wat je nodig hebt voor een doorbraak‟, zegt KNAW-president Robbert Dijkgraaf.

Natuurkundigen worstelen nog altijd met de aard van zwaartekracht, die niet goed lijkt te passen in de theorieën over de overige krachten in het universum.

Fermilab kan Higgs niet echt aan Volkskrant, december 2009

De kans dat het Fermilab bij Chicago daadwerkelijk als eerste het langgezochte Higgsboson vindt, in niet groot. Dat zeggen steeds meer fysici van het CERN-laboratorium in Geneve.

Ze reageren, ondermeer in de Volkskrant, op de stroom optimistische mededelingen die de laatste maanden vanuit het Amerikaanse lab zijn gekomen.

Vorig weekend lieten twee groepen theoretici weten dat Fermilab flinke kans heeft het deeltje te vinden als het bestaat. Het Higgsboson geldt als de heilige graal van de natuurkunde: het is het laatste nog onontdekte deeltje in het zogeheten Standaard Model van de deeltjeswereld.

Volgens ondermeer de Amsterdamse fysicus dr. Paul de Jong, nauw betrokken bij de nieuwe LHC-versneller in Geneve, is het Amerikaanse optimisme ongegrond. Fermilab, zegt hij, kan op zijn best aanwijzingen vinden voor het Higgsdeeltje. „Maar voor een statistisch hard bewijs hebben ze domweg te weinig meetgegevens‟, zegt hij zaterdag in de Volkskrant.

Deeltjesversneller bereikt hoogste energieniveau Volkskrant, december 2009

De deeltjesversneller onder de Frans-Zwitserse grens heeft in het weekeinde vijftigduizend botsingen tussen protonen veroorzaakt op het hoogste energieniveau dat ooit is bereikt. Dat heeft het CERN maandag gezegd.

Deeltjesversneller Genève haalt wereldrecord De resultaten openen de weg voor nog hogere energieniveaus volgend jaar en nieuwe experimenten in het onderzoek naar de vraag waar materie uit opgebouwd is.

De deeltjesversneller in Genève (AP)

Testosteron maakt je juist sociaal Volkskrant, december 2009

Testosteron heeft een slechte reputatie. Het mannelijk geslachtshormoon, is het idee, bevordert asociaal machogedrag. Ratten die extra testosteron krijgen, vechten meer. Voor mensen gaat het echter niet op. Testosteron kan juist sociaal gedrag bevorderen, mits dit statusverhogend werkt.

Eisenegger liet 120 vrouwen een ultimatumspel spelen. De ene helft kreeg testosteron, de andere een placebo. Proefpersonen moesten een bedrag verdelen. De ene partij kon een bod doen, de andere kon het aannemen of afwijzen. Bij afwijzing kregen beide partijen niets.

De uitkomsten waren opmerkelijk. Vrouwen met een dosis testosteron spelen het spel veel socialer en genereuzer dan de placebogroep.

Ze doen veel vaker een eerlijk bod dat aanvaardbaar is voor de ander.

Dit bevestigt de hypothese dat testosteron vooral statusgericht gedrag bevordert, zegt Eisenegger. Het experiment wees nog iets uit: vrouwen die dáchten dat ze testosteron hadden gekregen, gedroegen zich asocialer dan vrouwen die dachten dat ze een placebo hadden. 80 procent bleek bovendien te geloven dat testosteron asociaal maakt. „Het is de mythe van testosteron die agressief maakt, niet testosteron zelf‟, stelt Eisenegger.

Het web kan echt veel beter NRC, december 2009

Twintig jaar nadat Tim Berners-Lee het wereldwijde web bedacht, telt het 162 miljoen sites. Maar het is naar zijn mening toch nog niet voldoende ontwikkeld.

Volgens Berners-Lee heeft het web behoefte aan een systeem waarmee bezoekers de authenticiteit van documenten kunnen controleren. Bescherming tegen malafide nepsites is wel verbeterd, aldus de Brit.

Webuitvinder Tim Berners-Lee.

Berners-Lee bedacht de techniek die ten grondslag ligt aan het moderne web. Hij werkte in de jaren tachtig als softwareontwikkelaar bij het CERN-instituut in Zwitserland en ergerde zich eraan dat documenten van collega-wetenschappers slecht toegankelijk waren. Ze waren gemaakt met verschillende programma‟s en stonden op onbereikbare plekken. Handiger was het als er een centraal systeem zou zijn om documenten aan elkaar te koppelen.

Man met brede kop? Pas op! NRC, december 2009

Voor mannen met een relatief breed gezicht moet je oppassen. Zo’n man ziet er agressief uit en vaak is hij het ook.

Je ziet het zo, schrijven Canadese psychologen en neurowetenschappers. Mensen kunnen op basis van een foto van een mannengezicht redelijk inschatten hoe agressief die man is en daarvoor hoeven ze die foto maar 39 milliseconden te zien.

Die mensen maken daarbij waarschijnlijk gebruik van de verhouding tussen de hoogte en de breedte van het gezicht: de afstand tussen de uitersten der jukbeenderen (de breedte) gedeeld door de afstand van wenkbrauwen tot bovenlip (de hoogte). De onderzoekers noemen die verhouding de width-to-height ratio (WHR).

Dat is ongetwijfeld bedoeld als woordspeling op de beter bekende waist-to-hip ratio, die ook

Page 9: Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in het brein. Parkinson-patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor

Natuurwetenschap in het Nieuws, nummer 45 St. Bonifatiuscollege, Utrecht 9

altijd als WHR wordt afgekort: de verhouding tussen taille en heupen. Beide WHR‟s zijn bij mannen groter dan bij vrouwen. Een kleine waist-to-hip ratio geeft een vrouw haar mooie zandloperfiguur; een grote width-to-height ratio maakt een mannengezicht agressief – en de man zelf ook.

Voorbeeld van foto's uit het onderzoek. Links een smal gezicht, rechts een breed.

File wordt een autotrein NRC, december 2009

Auto’s moeten voldoende afstand houden, dat weet iedereen. En dat terwijl weinig afstand grote voordelen biedt. Er passen meer auto’s op de weg en je profiteert van de slipstream van je voorganger. Eigenlijk zou je willen aankoppelen, al was het maar voor een paar kilometer.

Aankoppelen zonder aankoppelen is het doel van het nieuwe Europese project SARTRE. Een voertuig dat de snelweg oprijdt, krijgt informatie van een centrale over auto‟s met dezelfde bestemming. Zo worden „treintjes‟ gevormd onder leiding van een voertuig met een beroepschauffeur, zoals een bus of een taxi. Deze chauffeurs zouden voor hun werk een vergoeding kunnen krijgen van hun „passagiers‟ en zo wat bijverdienen. Ook de zakelijke kant is onderwerp van onderzoek.

De toe te passen technieken zijn vrij conventioneel. Het vinden van voertuigen met dicht bij elkaar liggende bestemmingen kan niet al te moeilijk zijn. Het moet wel snel en doeltreffend. Automatisch afstand houden is een trucje dat topmodellen van dure merken nu al beheersen. Dit uitbreiden naar groepjes van een stuk of acht voertuigen, en de onderlinge afstand vinden die het beste compromis biedt tussen veiligheid en zuinigheid is wél een uitdaging. In 2011 moeten de eerste experimenten worden gedaan met voertuigen. Prototypes worden volgend jaar ontwikkeld door Volvo Car in Zweden.

Mobiel bellen leidt niet tot tumoren NRC, december 2009

Er is geen enkele aanwijzing dat mobiele telefonie het risico op een hersentumor vergroot. De Denen doorzochten de Scandinavische kankerstatistieken voor de periode 1974-2003. Zo’n 60.000 van de 16 miljoen volwassen Scandinaviërs kregen in die periode een hersentumor.

Mobiele telefonie, zo schrijven de onderzoekers in het artikel, nam halverwege de jaren negentig plotseling sterk toe. Als mobiele telefoons werkelijk hersentumoren zouden veroorzaken, zoals sommigen vermoeden, dan zou je dat in de statistieken moeten kunnen terugzien. Dat is echter niet het geval, concluderen de Denen.

Mobiel bellen vergroot de kans op een hersentumor niet.

Er is nog maar weinig bekend over de oorzaken van hersentumoren. Elektromagnetische straling uit mobiele telefoons is een vaak genoemde boosdoener, maar een biologische verklaring daarvoor ontbreekt. Bovendien is dit vermoeden nooit wetenschappelijk bevestigd.

De arrogantie van de statisticus Kennislink.nl, december 2009

Van ongeveer 30 procent van de medische studies blijkt dat het beweerde effect achteraf geen stand houdt: ‘Dit geneesmiddel werkt tóch niet,’ stelt Peter Grünwald vrijdag 6 november in zijn oratie. Dit is schrikbarend meer dan op grond van de statistiek verwacht mag worden.

Volgens Grünwald is dit slechts één voorbeeld van een algemeen fenomeen: heel vaak menen onderzoekers – medici, biologen, economen, beursvoorspellers – een echt patroon ontdekt te hebben in hun data, terwijl dat patroon er eigenlijk niet is. Dit gebeurt ondanks dat ze soms geavanceerde statistische methoden gebruiken. Dit fenomeen is het thema van Grünwalds oratie. Hij geeft er verschillende voorbeelden van, zoals de statistiek in de rechtszaak tegen Lucia de B., weersvoorspellingen en – heel simpel – dobbelstenen.

Hoe komt het nu dat er zo vaak patronen gevonden worden die er niet zijn? Het antwoord van statistici is vaak: dat komt doordat men een verkeerde statistische methode gebruikt, of de juiste methode

verkeerd toepast. Dit antwoord is juist, maar ook enigszins arrogant als je bedenkt dat statistici vrijwel nooit met één stem spreken: verschillende statistici zullen geheel verschillende methoden aanraden voor hetzelfde probleem. Dit maakt het er voor de onderzoeker niet gemakkelijker op. Bovendien draagt men soms methoden aan die zó tegen-intuïtief zijn, dat ze er min of meer om vragen om verkeerd toegepast te worden.

Peter Grünwald (1970) was actief betrokken bij de – uiteindelijk succesvolle – pogingen om de zaak tegen Lucia de B. heropend te krijgen.

Meer energie uit blauwe bron Kennislink.nl, december 2009

Waar zout en zoet water bij elkaar komen, kan je duurzame energie opwekken. Onderzoekers noemen dit blauwe energie. Hierdoor kan een vier keer zo hoge energieopbrengst gehaald worden, volgens experts genoeg voor een ‘blauwe’ elektriciteitscentrale.

Nee, het zijn geen smurfen op een loopband. Maar wat moet je je dan voorstellen bij blauwe energie? Denk natter: blauwe energie komt uit water. Om precies te zijn, uit de grens tussen zoet en zout water. Die grenzen liggen bijvoorbeeld bij riviermondingen die de zee in stromen, of bij dijken zoals de Afsluitdijk die zoet en zout water van elkaar scheiden. De energie wordt opgewekt door het verschil in zoutgehalte tussen zoet en zout water.

Momenteel zijn er concrete plannen om aan de Afsluitdijk een „blauwe‟ energiecentrale te bouwen die energie gaat halen uit de grens tussen zoet en zout water. Deze centrale gaat zo‟n 300 megawatt aan blauwe energie opwekken, genoeg om 35.000 huishoudens van energie te voorzien.

Los je zout (natriumchloride, NaCl) op in water, dan valt dit uiteen in geladen deeltjes: ionen. Deze zijn zowel positief (natrium, Na+) als negatief (chloride, Cl-) geladen. Zout water

Page 10: Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in het brein. Parkinson-patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor

Natuurwetenschap in het Nieuws, nummer 45 St. Bonifatiuscollege, Utrecht 10

heeft dus veel meer geladen deeltjes dan zoet water. Dat verschil kan je gebruiken om elektriciteit op te wekken. Dit gebeurt onder andere met speciale membranen die alleen selectief positief of negatief geladen deeltjes doorlaten. Er ontstaat hierdoor een ladingsverschil over de membranen dat omgezet wordt in elektriciteit. Dit heet omgekeerde elektrodialyse.

Layar, het extra laagje Kennislink.nl, december 2009

Met Layar op je smartphone kom je alles te weten over de wereld om je heen. Hoe oud is dat gebouw? Hoeveel kost dat huis? En is dat café op die straathoek een beetje gezellig?

Layar is een applicatie voor de iPhone en Android-telefoons die, in real-time, informatie over de wereld om je heen op je scherm tovert. Die informatie zit in zogenoemde laagjes en is afhankelijk van het laagje dat je kiest. Een laagje van ING vertelt je bijvoorbeeld waar de dichtstbijzijnde pinautomaat zit, waarna je met het laagje van restaurantgids iens.nl meteen een lekker restaurant kunt zoeken om dat geld uit te geven.

Layar werkt met de GPS, het kompas en de camera van je telefoon, en het internet doet de rest. Aan de hand van de GPS-coördinaten zoekt zo‟n laagje in de Layar server naar de relevante informatie van je locatie. De GPS-systemen in moderne smartphones zijn zo nauwkeurig dat ze bijvoorbeeld twee gebouwen die naast elkaar staan kunnen onderscheiden. Best belangrijk, want je zou een Chinees restaurant binnenlopen als je een Argentijn zoekt.

Slimme gordel redt levens Kennislink.nl, december 2009

De uitvinding van de autogordel heeft het aantal doden en gewonden bij verkeersongevallen sterk terug-gebracht. Toch kan de autogordel nóg veiliger. Onderzoeker ir. Ewout van der Laan van de Technische Universiteit Eindhoven ontwikkelde een nieuw systeem dat nog meer levens kan redden.

Van der Laan ontwikkelde een systeem dat bliksemsnel reageert op een botsing en direct de juiste gordelkracht voorschrijft die nodig is. Om dit te bereiken voorzag hij een conventionele autogordel van sensoren en een nieuw remmechanisme.

Het onderzoek aan de Technische Universiteit kan een doorbraak betekenen voor de verkeersveiligheid. Met computersimulaties en

botsproeven toonde de onderzoeker aan dat met het nieuwe gordelsysteem de kans op letsel aan de borstkas tot 45 procent kan afnemen. Dat zou jaarlijks kunnen leiden tot een veertigtal minder doden in het Nederlandse autoverkeer. In 2008 kwamen ca. 350 inzittenden om in verkeersongelukken met auto‟s en vrachtwagens (Cijfers: CBS).

Het nieuwe systeem is beter dan de huidige autogordels, omdat het zich aanpast aan het lichaamsgewicht van de gebruiker en de hevigheid van de botsing. “De kans op letsel aan de borstkas vermindert als een gordel de inzittende geleidelijker, over een langere afstand afremt”, vertelt Van der Laan.

Meer biobrandstof uit plantenafval Kennislink.nl, december 2009

Een Delftse onderzoeksgroep heeft bakkersgist in één klap verbeterd. De gist zet suikers uit plantenresten om in bio-ethanol, maar zette ook een deel om in het nutteloze glycerol. Zonde. De Delftenaren hebben dit nu opgelost door een nieuw gen in de gist te bouwen.

Biobrandstoffen, de beloofde oplossing voor toekomstige klimaatproblemen, blijken niet altijd even praktisch. De zogenaamde eerste generatie biobrandstoffen komt uit gewone landbouwplanten zoals suikerriet en maïs, en neemt daarmee grond in voor voedsel of natuur – dat laatste is knullig, omdat natuurgrond op de korte termijn meer CO2 uit de atmosfeer houdt dan biobrandstofgrond.

Alternatieven voor deze soms onhandige eerste generatie biobrandstoffen zijn sterk in opkomst: brandstof via algen, bacteriën, of schimmels en gisten. Van de laatste soort vond Jack Pronk van de Technische Universiteit Delft (TU Delft) er eerder een uit. Hij bouwde met genetische modificatie de bekende bakkersgist dusdanig om, dat de gist ook van suikers uit nutteloos plantenafval zoals stengels en bladeren biobrandstof maakt. De nieuwe gist was zo‟n succes dat hij snel in gebruik is genomen door ethanolproducenten in binnen- en buitenland.

Nadat maïs als voedsel is verwerkt, blijven er een hoop stengels en bladeren over.

Magneetveld drijft nanomagneetjes aan Kennislink.nl, december 2009

Een team van wetenschappers bij FOM-instituut AMOLF is er voor het eerst in geslaagd om energieoverdracht tussen nano-elektromagneetjes aan te drijven met het magnetisch veld van licht.

Deze doorbraak is van groot belang in de zoektocht naar magnetische „metamaterialen‟ die lichtstralen in alle mogelijke richtingen kunnen afbuigen. Hiermee zou het mogelijk zijn perfecte lenzen te maken en op termijn zelfs „onzichtbaarheidsmantels‟.

De onderzoekers bestudeerden kunstmatige metamaterialen die bestaan uit heel kleine U-vormige nanoringen van metaal. Het elektromagnetische veld van licht drijft ladingen heen en weer, en veroorzaakt daardoor een wisselstroom in elk U-tje. De kleine opening aan de bovenzijde van de ring zorgt er voor dat de stroom bij de frequenties van licht gaat rondzingen. Op deze manier is elke ring een klein maar sterk elektromagneetje waarvan de noord- en zuidpool 500 biljoen keer per seconde omkeren.

Door te meten hoeveel licht er door een dicht rooster van deze elektromagneetjes heen komt, deden de onderzoekers een belangrijke ontdekking. Het blijkt dat, als de kringstroompjes in gang zijn gezet door licht, de magneetjes elkaar ook beïnvloeden en kunnen aandrijven.

De onderzoekers tonen ook voor het eerst aan dat de interactie met het magneetveld van licht in deze nieuwe materialen zeer sterk is; net zo sterk als de interactie met het elektrisch veld in de beste „klassieke‟ optische materialen. Met dit verbeterde begrip van de nanomagneetjes en hun interactie met licht hebben de onderzoekers alle ingrediënten in handen om licht in willekeurige banen te leiden. Dit maakt de ontwikkeling van perfecte lenzen en zelf onzichtbaarheidsmantels mogelijk.

Supergeleiding hoeft niet overal zo koud Kennislink.nl, december 2009

Supergeleiding, oftewel elektrische geleiding zonder weerstand, is alleen mogelijk onder -123˚C. Maar onderzoek van de Universiteit van San Diego, Californië toont nu aan dat het ook best bij kamertemperatuur kan.

materialen, zoals tin en aluminium, geleiden elektronen (dus elektriciteit) zonder enige vorm van weerstand of warmte. Er gaat dus geen energie verloren bij de geleiding, wat op zijn zachtst gezegd best handig is als de elektriciteit van een energiecentrale kilometers ver via een supergeleidende kabel de woonwijk

Page 11: Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in het brein. Parkinson-patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor

Natuurwetenschap in het Nieuws, nummer 45 St. Bonifatiuscollege, Utrecht 11

in moet. Maar er zit een addertje onder het gras: die materialen zijn alleen supergeleidend bij -123 graden Celsius of kouder.

Kijkje in de Large Hadron Collider, bij de Atlas detector in aanbouw. De pijl geeft één van de acht supergeleidende spoelen aan.

Zo berekenden twee natuurkundigen van de Universiteit van San Diego, Californië, dat een draad supergeleidend kan zijn bij kamertemperatuur, mits delen van de draad heel koud blijven. Een materiaal dat supergeleidend is onder -193 graden kan bijvoorbeeld voor het grootste deel gewoon warm blijven, maar dan moeten sommige stukken wel onder de -253 graden blijven. En als die temperaturen nog lager worden, hoef je nog minder delen van de draad te koelen.

Blanke mannen zijn niet bang Kennislink.nl, december 2009

Bijna alle klimaatwetenschappers zijn het erover eens: de aarde warmt op door toedoen van de mens. Maar een kleine groep klimaatsceptici blijft zich tegen dit idee verzetten. Waarom zijn zij niet overtuigd, waar de meerderheid dat wel is? En wat heeft dat te maken met het feit dat er zo veel blanke mannen zijn onder de sceptici?

Je positie in het klimaatdebat hangt dus samen met je psychologische en culturele achtergrond, ontdekte Lahsen. Psycholoog Paul Slovic ontdekte eind jaren ‟90 al dat blanke mannen gemiddeld genomen allerlei risico‟s veel minder hoog inschatten dan vrouwen of etnische minderheden. Dat gold niet alleen voor klimaatverandering. Telkens als hij een groep mensen vroeg om aan te geven hoe hoog ze een risico inschatten – van roken tot röntgenstraling en van kernwapens tot klimaatverandering – bleek dat blanke mannen zich gemiddeld veel minder zorgen maakten dan andere groepen. Slovic noemde dit het white male effect.

Fijn gezinsleven helpt op de werkvloer Kennislink.nl, december 2009

Werknemers met een gezin presteren beter dan hun kinderloze collega’s. Dat komt omdat ze positieve energie meenemen van thuis. Maar zoals altijd is er een keerzijde: voor ouders van jonge kinderen of traditionele vaders gaat deze vlieger niet op.

Goed, we horen vaak genoeg dat het moeilijk is: een veeleisende baan en een veeleisend gezinsleven met elkaar combineren. En als de kinderen nog klein zijn, is dat ook vaak waar. Mannen en vrouwen zijn in die fase van hun leven bijvoorbeeld vatbaarder voor een burn-out.

Het ándere grote werk-en-privé-issue is de kwestie van de werkende moeder. Nederland blinkt uit in het aantal vrouwen dat in deeltijd werkt. Dat is geen verrassing, als je je realiseert dat veel mensen vinden dat mama niet fulltime hoort te werken. Toch blijkt uit de onderzoeken van Ten Brummelhuis en Van Steenbergen dat de zorg-werk-combi juist voor alle betrokkenen gunstig kan uitpakken. Dat een werkende moeder een slechte moeder is, lijkt dus een vooroordeel.

Maar daarna houden de moeilijkheden op, ontdekte de Utrechtse promovenda Lieke ten Brummelhuis. Sterker nog: een werknemer die het fijn heeft thuis en in zijn vrije tijd leuke dingen doet met zijn gezin, doet het op zijn werk beter dan de kinderloze collega‟s. Volgens Ten Brummelhuis komt dat omdat de positieve energie van thuis, op kantoor wordt omgezet in betere prestaties.

Een uitzondering op deze vrolijke boodschap zijn mannen die er traditionele normen en waarden op na houden. Als ze thuis, tegen deze ideeën in, toch flink „moeten‟ meehelpen met de zorg voor de kinderen, leidt dat op het werk sneller tot emotionele uitputting – een voorstation van de burn-out. Vrouwen en moderne mannen hebben daar geen last van.

Biobeton repareert zichzelf Kennislink.nl, december 2009

5 november vond de Design & Engineering Day 2009 van de TU Delft plaats. De inzendingen liepen uiteen van robotarmen tot turborotondes. Henk Jonkers, ontwerper van het zelfreparerende biobeton, ging er uiteindelijk met de hoofdprijs van €25.000 vandoor.

In tegenstelling tot gewoon beton kan Jonkers‟ biobeton zijn eigen scheuren dichten. Dat doet het met behulp van bacteriën die in gaten in het beton leven, de zogeheten extremofielen. Deze microscopische wezentjes zijn het niet alleen gewend om in de natuur onder ruige omstandigheden te leven, ze gedijen er zelfs

bij. Wetenschappers vinden extremofielen terug in basische meren, in de diepzee en denken zelfs dat ze op de Saturnusmaan Titan kunnen zitten.

De bacterievariant van Jonkers maakt in het droge beton met wat voedsel ladingen calciumcarbonaat aan, beter bekend als kalksteen. En laat dat nou toevallig een grondstof zijn voor cement, één van de basisonderdelen van beton.

Beton is een mengsel van onder andere cement en zand. Het enige wat nog ontbreekt is water.

De levensduur van een betonnen constructie is zo‟n vijftig tot honderd jaar, lang genoeg voor scheuren om steeds groter te groeien. Maar de bacteriën werken snel: ze dichten een scheur in twee tot vijf dagen. Tenminste, in het lab. Want hoe zijn biobeton zich „in het wild‟ gedraagt, daar gaat Jonkers de komende jaren achter komen.

Sprookjesbacterie eet metaal en geeft energie Kennislink.nl, december 2009

Een bacterie die in het binnenste van de aarde leeft, blijkt brokken metaal te kunnen verslinden en kan zichzelf aansluiten op batterijen. Dat was langer bekend, maar nu begrijpen onderzoekers voor het eerst hoe de bacterie dat precies doet.

Met die kennis kun je twee dingen: de bacterie metaalafval laten ruimen en ermee elektriciteit opwekken uit landbouwafval.

De bacterie met de sprookjesachtige naam Shewanella oneidensis is een echte charmeur. Hij weet vooral biotechnologen te bekoren, die bijna elk jaar weer iets spectaculairs over de microbe ontdekken. Toen de bacterie vlak na de eeuwwisseling net bekend werd, bleek hij een mooi trucje te hebben: hij lust metaal rauw. Meteen kwamen onderzoekers op de proppen met het idee dat de bacterie afval uit kerncentrales en ander metaalrijk afval kon opruimen.

Op deze afbeelding zie je de dunne elektriciteitsdraden die de bacterie aanlegt om contact te maken met metaal. De draden zijn zogenaamde nanodraden –

Page 12: Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in het brein. Parkinson-patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor

Natuurwetenschap in het Nieuws, nummer 45 St. Bonifatiuscollege, Utrecht 12

Ook apen kennen cultuurverschil Kennislink.nl, december 2009

Twee vergelijkbare groepen chimpansees in Uganda lossen een nieuw probleem op totaal verschillende manieren op. Schotse wetenschappers denken dat dit komt doordat beide groepen een andere culturele achtergrond hebben.

Het is de eerste studie naar cultuurverschil bij dieren die genetische factoren en omgevingsfactoren zoveel mogelijk uitsluit.

In Oeganda leven twee verschillende groepen chimpansees op 180 kilometer van elkaar, in de nationale parken Kibale en Budongo. Al vijftien jaar doen wetenschappers veldobservaties bij deze groepen. De chimpansees uit het Kibale park gebruiken vaak stokjes en twijgjes als gereedschap. De apen in Budongo doen dat nooit.

Om de invloed van culturele verschillen te testen, ontwikkelden de wetenschappers een experiment dat goed aansluit bij de leefomgeving van beide groepen. Chimpansees zijn dol op honing. In beide parken halen de apen natuurlijke honing uit bijennesten. De Schotten boorden een rechthoekig gat in een omgevallen boomstam en vulden dit met honing die minder stroperig is dan wat de chimpansees gewend zijn. In eerste instantie konden de apen nog met hun vingers bij het snoepgoed, maar later werd het gat dieper en was een slimme oplossing nodig.

Suiker houdt je jong Het snoept al snel 20 procent van je levensverwachting af. Noorderlicht, december 2009

Cynthia Kenyon schrok zelf zodanig van de uitkomsten van haar onderzoek dat ze onmiddellijk haar eetgewoonten aanpaste. Weg met alle zoetigheid.

Ze gaf wormpjes, naast hun gebruikelijke menu van bacteriën, een kleine hoeveelheid glucose te eten (Cell Metabolism, 4 november). Met als gevolg dat ze zo‟n 20 procent korter bleven leven dan hun suikerloze soortgenootjes. Kenyon constateerde bij de wormpjes een afname van de transportkanaaltjes voor glycerol, een van de ingrediënten van het glucose dat het lichaam zelf aanmaakt. Het lijkt er dus op dat de toegediende glucose het vermogen van de wormpjes om zelf glucose te maken frustreerde, waarschijnlijk onder invloed van insuline.

Nu is een wormpje nog geen mens. Maar ook bij zoogdieren worden de transportkanaaltjes voor glycerol gereguleerd door insuline. Het is daarom goed mogelijk dat je door suiker te eten flink wat van je levensverwachting afknabbelt. Maar dat effect hoeft niet onomkeerbaar te zijn, zoals dit filmpje laat zien: veel schadelijke effecten van slechte eetpatronen zijn te verhelpen door je dieet aan te passen. Die wijze les heeft Cynthia Kenyon in ieder geval al ter harte genomen.

U wilt graag jong blijven? Neem dan nog een lekkere sugar skull.

Pas op voor de lopende beller Noorderlicht, december 2009

Je moet van goeden huize komen om de aandacht van een bellende wandelaar te trekken.

Dat wandelende bellers niet altijd even goed opletten, dat weet iedereen uit eigen ervaring. Maar uit nieuw onderzoek blijkt hoe ver die onoplettendheid kan gaan (Applied Cognitive Psychology, december 2009). Zelfs een felgekleurde clown op een eenwieler wordt in de meeste gevallen niet opgemerkt.

De Amerikaanse onderzoekers vergeleken de aandacht die wandelaars voor hun omgeving hadden als ze belden, naar muziek luisterden of liepen te praten met een andere wandelaar. De muziekluisteraars zagen de clown in 61 procent, de kwebbelende koppels zelfs in 71 procent van de gevallen. Slechts een kwart van de bellers viel iets op. Te druk met langzaam lopen, van richting veranderen, niet weten welke kant op te gaan en tegen andere mensen opbotsen.

„Inattentional blindness‟ heet dat, blindheid voor je omgeving door een gebrek aandacht. Daardoor ontvang je te weinig informatie over je omgeving, wat vloeiend navigeren lastig maakt. Gevaarlijk? Zolang je op de stoep blijft lopen als je belt, valt het waarschijnlijk wel mee. Maar het wordt een ander verhaal op plekken waar ook fietsen, scooters en auto‟s rijden.

Special K tast geheugen aan Noorderlicht, december 2009

Veelvuldig gebruik van de steeds populairder wordende partydrug ketamine tast het geheugen aan.

Snuiven, spuiten, slikken, met de drug ketamine - ook wel Special K of ket genoemd - kun je alle kanten op. Bij een hoge dosis kun je in een K-Hole terecht komen, waarbij je ver heen bent en moeilijk kunt bewegen. Doodeng. Maar wat zijn de effecten van het goedje op het brein? Neem je het spul vaak dan tast het je geheugen aan.

Ketamine, oorspronkelijk gebruikt als narcosemiddel.

De proefpersonen moesten allerlei geheugentestjes doen. Na een jaar werden de tests herhaald. Frequente gebruikers bleken veel vergeetachtiger, konden zich delen van gesprekken niet meer herinneren, vergaten namen en maakten over het algemeen twee keer zoveel fouten. En die vergeetachtigheid werd gedurende het jaar erger.

Wondje? Leve de huidbacterie! Noorderlicht, december 2009

Een doodgewone huidbacterie blijkt al te heftige ontstekingen van de huid te temperen.

Vanochtend onder de douche geweest? Dan heb je waarschijnlijk een groot deel van de bacteriebevolking op je huid weggewassen. Die microben doen meer goed dan kwaad. Zo blijkt de veelvoorkomende huidbacterie Staphyloccocus epidermis heel nuttig bij het remmen van al te heftige ontstekingen van de huid.

Maar liefst achttien bacteriesoorten wonen op je huid, waaronder Staphyloccocus epidermis.

Gallo ontdekte dat de stof LTA (lipoteichoïnezuur), dat van nature door Staphylococcus uitgescheiden wordt, de ontsteking tempert.

Page 13: Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in het brein. Parkinson-patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor

Natuurwetenschap in het Nieuws, nummer 45 St. Bonifatiuscollege, Utrecht 13

Vis met rode wijn: heerlijk! Noorderlicht, december 2009

De reden dat rode wijn meestal niet smaakt bij vis, heeft niets met tannine te maken.

Alleen een barbaar drinkt rode wijn bij de vis. Vooral de nasmaak is hoogst onplezierig. Tot dusver dachten de experts dat tannine de boosdoener was, de stof die wijn zijn droge mondgevoel geeft. Maar heel soms duikt er toch een rode wijn op die zich prima laat combineren met zeebanket. Hoe is dat mogelijk?

Dat heeft er alles mee te maken dat niet tannine, maar ijzer de spelbreker is, ontdekten Japanse onderzoekers (Journal of Agricultural and Food Chemistry). Chemicus Takayuki Tamura en consorten trakteerden hun proefpersonen in vier sessies op 38 rode wijnen en 26 witte wijnen, en vroegen ze vervolgens welke wijnen een vissige nasmaak hadden. Dat bleken de wijnen te zijn met het hoogste ijzergehalte, ongeacht of het nu rode of witte waren. Om er zeker van de zijn dat het inderdaad om ijzer ging en niet om metalen in het algemeen, voegden de onderzoekers ook nog zink en koper toe aan een aantal wijnen, maar dat had geen of nauwelijks effect op de smaakbeleving.

Sprinter heeft lange tenen En ook korte hakken, daarmee is het lekker snel starten Noorderlicht, december 2009

'Wat heb jij lange tenen zeg!' Een belediging? Dankzij Amerikaans onderzoek bij sprinters kun je dit nu ook als compliment opvatten. Want lange tenen en korte hakken blijken de ideale mix voor een snelle start.

Je laat je in de startblokken zakken, opperste concentratie, het startschot klinkt en - zoefff - weg ben je. Een goede start is het halve werk. Dat geldt zeker voor de honderd meter sprint. Maar waarom heeft de ene atleet een snellere start dan de ander?

Stephen Piazza van de Pennsylvania State University ontdekte dat - afgezien van spierkracht e.d. - het hebben van een kort hielbot en lange tenen die ideale mix is voor een snelle start.

Piazza nodigde twaalf goede sprinters en twaalf minder sportieve studenten in zijn lab uit. Zeven van de twaalf topatleten zijn

specialisten op de honderd meter sprint met persoonlijke records tussen de 10,7 en 12,3 seconden. Piazza liet alle 24 mannen zittend op een verbouwd fitnessapparaat de tenen van hun rechter voet punten. Dit bootst de werking van het enkelgewricht tijdens de start na: tenen tegen de grond gedrukt, hak omhoog.

De Amerikaanse bewegingswetenschapper ontdekte met ultrasound imaging dat de professionals een korter hielbot hebben, de hak steekt dus minder ver naar achteren uit. De loodrechte afstand tussen de Achilles-pees en de as van het enkelgewricht - de "momentsarm" van de pees - is daarmee maar liefst 25% kleiner. Supersnelle dieren blijken volgens Piazza trouwens dezelfde enkelgewrichtsbouw te hebben.

Hoe doet een sprinter hier zijn voordeel mee? "Hoe langzamer de kuitspier samentrekt, hoe meer kracht die kan leveren. Als de Achilles-pees een kleinere momentsarm heeft, trekt de kuitspier gedurende de afzet minder ver samen en is de snelheid van samentrekken dus ook lager", legt bewegingswetenschapper Knoek van Soest van de Vrije Universiteit in Amsterdam uit.

Daar komt nog een tweede voordeel bij. Dankzij de kleinere momentsarm van de Achilles-pees varieert de lengte van de kuitspier bij het samentrekken minder. De spier kan daardoor dichter bij zijn optimale lengte blijven om maximale kracht uit te oefenen.

Als bonus blijkt uit het onderzoek van Piazza dat snelle sprinters ook nog eens langere tenen hebben, bijna één centimeter langer dan die van bijvoorbeeld een weekendjogger. En ook hier doet de sporter tijdens de start zijn voordeel mee. Want die lange tenen houden bij het afzetten langer contact met de grond.

Sprintkampioen Usain Bolt. Lange tenen? Korte hak?

Het uitzonderlijke menu van twee leeuwen Noorderlicht, december 2009

Twee leeuwen brachten aan het eind van de 19e eeuw in Kenia een groot aantal mensen om. Hoeveel precies? De schattingen lopen flink uiteen, maar isotopenonderzoek lijkt het pleit nu te beslechten.

De geruchtenmachine sprak tot dusver van imposante getallen. Dozijnen medewerkers van de Keniaanse spoorwegen en talloze Afrikanen zouden in 1898 ten prooi zijn gevallen aan de twee leeuwen.

Hoeveel mensen aten die twee leeuwen nu werkelijk? Na een analyse van bot- en haarresten van de twee leeuwen blijft de teller

op 35 staan. De lichamen van de twee leeuwen werden namelijk bewaard nadat ze door een Britse kolonel werden afgeschoten. Dat stelde een aantal Amerikaanse wetenschappers in staat de koolstof- en stikstofisotopen in de lichaamsresten in kaart te brengen en te vergelijken met die van hedendaagse leeuwen, mensen en vegetarische prooidieren.

De twee leeuwen nadat ze waren neergeschoten door een Britse kolonel.

Ook waren de onderzoekers in staat om te kijken wat de leeuwen op verschillende momenten voor hun dood aten, omdat het ene weefsel er langer over doet om zich te vernieuwen dan het andere. De combinatie van die gegevens leert dat de ene leeuw in de laatste drie maanden van zijn leven 8,1 mens had verorberd, en de andere 3,5. Omdat de aanvallen in 1898 in totaal negen maanden duurden, vermenigvuldigen de onderzoekers deze getallen met drie.

De geur van oma's koekjes Noorderlicht, december 2009

Wetenschappers in Israel hebben ontdekt dat vroege geuren in de hersenen een voorkeursbehandeling krijgen. Of ze vies of lekker zijn, dat maakt niet uit. Voor geluid gaat de voorkeursbehandeling niet op.

De geur van cake die in de oven staat. Van een bitter hoestdrankje. Iedereen kent geuren uit zijn jeugd waar je een heel goede of juist slechte herinnering aan hebt, het staat ook wel bekend als het Proust fenomeen. De geuren lijken een voorkeursbehandeling te krijgen in je geheugen.

Geuren uit onze jeugd worden in het geheugen gebeiteld.

Page 14: Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in het brein. Parkinson-patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor

Natuurwetenschap in het Nieuws, nummer 45 St. Bonifatiuscollege, Utrecht 14

Er is dus wel degelijk een stempel in de hersenen die ervoor zorgt dat eerste geuren ruim baan krijgen. Dergelijke hersenstempels zouden kunnen helpen bij het vinden van manieren om vroege herinneringen te wissen die traumatisch zijn.

Dopamine zorgt dat je ergens zin in krijgt Noorderlicht, december 2009

Bij het nemen van een beslissing is een grote rol weggelegd voor het stofje dopamine. Hoe meer dopamine, hoe meer zin je ergens in hebt. Engelse onderzoekers zorgden ervoor dat proefpersonen liever naar Turkije dan naar Griekenland op vakantie gingen.

Dopamine is een stofje dat boodschappen overbrengt van de ene naar de andere hersencel. Het speelt een grote rol bij genot, blijdschap en bij beloning. Mensen met een tekort aan dopamine zijn vaak depressief.

Dopamine signaleert dat je ergens zin in hebt en heeft daardoor invloed op je beslissingen.

Maar kun je ook zin maken? Bijvoorbeeld door de aanmaak van dopamine kunstmatig te stimuleren? Dat vroegen Londense onderzoekers zich af. Ze lieten 61 proefpersonen beoordelen hoe blij ze werden van een bepaalde vakatiebestemming, in totaal waren dat er tachtig. Vervolgens kregen de proefpersonen of een placebopil of een pilletje L-Dopa. L-Dopa is een medicijn dat de dopamine concentratie doet toenemen en wordt vaak gebruikt bij het behandelen van Parkinson patiënten. De proefpersonen moesten zich vervolgens van een aantal plekken levendig voorstellen dat ze er op vakantie gingen.

Hierna moesten ze de plekken nog een keer beoordelen. De plekken die de proefpersonen zich hadden voorgesteld onder invloed van L-Dopa werden nu opeens veel positiever beoordeeld dan de eerste keer zonder L-Dopa. Althans, door tachtig procent van de proefpersonen en dat is erg veel. Toen ze de volgende dag terugkwamen, was dat nog steeds zo.

Dopamine heeft volgens de onderzoekers dus een grote rol in het beslissen over toekomstige gebeurtenissen. Mogelijk kan deze kennis worden ingezet bij mensen bij wie de dopamine doorstroom niet lekker loopt, bijvoorbeeld drugsverslaafden.

Voelen zonder de zenuwen in je huid Noorderlicht, december 2009

De menselijke tastzin blijkt een stuk ingewikkelder dan gedacht. Zelfs mensen zonder zenuwen in hun huid kunnen voelen. Dankzij een zintuig in hun bloedvaten en zweetklieren.

Voelen doe je met de zenuwen in je huid. Het was dan ook een mysterie, waar Britse onderzoekers recentelijk tegenaan liepen: twee patiënten van het Pain Research Institute in Liverpool ontbeerden al deze zenuwen. Ze waren daardoor niet in staat om pijn waar te nemen, of die nu werd veroorzaakt door extreme koude, verbranding of gebroken botten. Tegelijkertijd konden ze toch met hun huid warm en koud onderscheiden en aanrakingen waarnemen.

Het uitzonderlijke ongeluk van Phineas Gage leverde de wetenschap veel nieuwe kennis op

Deze twee patiënten hadden een gemiddelde intelligentie, verwondden zichzelf niet en zweetten juist bovengemiddeld. Hoe was dat mogelijk? Het antwoord bleek besloten te liggen in de kleine bloedvaten en zweetklieren in de huid. Daarin zitten namelijk ook zenuwen.

Zonnestelsel &

Heelal

Ook op Saturnusmaan Titan komt mist voor allesoversterrenkunde.nl, dec 2009

De grootste maan van de planeet Saturnus, Titan, is misschien wel de enige plek in het zonnestelsel - buiten de aarde dan - waar grote hoeveelheden vloeistof aan het oppervlak aanwezig zijn.

Volgens Caltech-astronoom Mike Brown is er nóg een overeenkomst met onze planeet: op Titan komt mist voor. De aanwezigheid van mist is het directe bewijs voor het bestaan van een kringloop, alleen gaat het op de verre Saturnusmaan niet om een kringloop van water, maar om een kringloop van methaan en ethaan.

Mist is in feite niets anders dan en wolk op grondniveau. En wolken zijn er in overvloed

op Titan. De ontdekking van mist is dus niet echt verrassend.

Net als mist op aarde ontstaat de mist op Titan wanneer de luchtvochtigheid ongeveer honderd procent bedraagt. Dat kan op twee manieren: door 'vocht' aan de lucht toe te voegen of door de lucht af te koelen, zodat deze minder vocht kan vasthouden. Dat laatste gaat op Titan echter niet zo gemakkelijk: veel zonnewarmte is er niet, waardoor de temperatuurverschillen op deze maan gering zijn. De mist op Titan moet dus ontstaan door de verdamping van methaan uit de meren op het oppervlak.

Sterrenkundigen ontdekken ijsplaneet met dichte atmosfeer allesoversterrenkunde.nl, dec 2009

Sterrenkundigen hebben voor de tweede keer een 'superaarde' ontdekt waarvan zij zowel de massa als de grootte konden bepalen. Een 'superaarde' is een exoplaneet die lichter is dan een grote gasplaneet, maar zwaarder dan de aarde.

De planeet, die de aanduiding GJ 1214b draagt, draait om een rode dwergster op slechts 40 lichtjaar van ons vandaan. Hij is bijna drie keer zo groot als onze planeet en zijn massa bedraagt ruim zes aardmassa's. Zijn inwendige bestaat waarschijnlijk voor het grootste deel uit bevroren water, maar omdat zijn afstand tot de ster slechts enkele miljoenen kilometers bedraagt, is zijn oppervlak tamelijk heet. De planeet is gehuld in een dikke, dichte atmosfeer.

Het middel waarmee GJ 1214b is ontdekt, is bijna net zo bijzonder als de planeet zelf. Hij is opgespoord in het kader van het zogeheten MEarth-project: een opstelling van acht 'amateurtelescopen' bovenop Mount Hopkins (Arizona, VS) waarmee ongeveer 2000 nabije dwergsterren in de gaten worden gehouden. Het doel is om planeten te vinden die, vanaf de aarde gezien, bij elke omloop vóór hun moederster langs bewegen. Tijdens zo'n miniverduistering houdt de planeet een klein deel van het sterlicht tegen, waardoor de ster met grote regelmaat een beetje zwakker wordt. De ontdekking van de planeet is later met een grote telescoop van de Europese Zuidelijke Sterrenwacht op de Chileense berg La Silla bevestigd.

Page 15: Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in het brein. Parkinson-patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor

Natuurwetenschap in het Nieuws, nummer 45 St. Bonifatiuscollege, Utrecht 15

Grote zonnevlekkengroep allesoversterrenkunde.nl, dec 2009

De zon begint eindelijk weer wat magnetische activiteit te vertonen. Na een opmerkelijk lange periode van rust is nu een nieuwe zonnevlekkengroep verschenen, die snel in omvang toeneemt. Momenteel is de groep zeven keer zo breed als onze planeet.

Uit de magnetisch eigenschappen van de zonnevlekkengroep, die nummer 1035 heeft gekregen, blijk dat hij inderdaad hoort bij de nieuwe zonnevlekkencyclus, die een einde moet maken aan de grootste 'recessie' in de zonneactiviteit van de laatste eeuw.

Stervende ster allesoversterrenkunde.nl, dec 2009

Op ongeveer 550 lichtjaar van de aarde is een zonachtige ster bezig zijn laatste adem uit te blazen. De ster, Chi Cygni, is opgezwollen tot een rode reus die zo groot is, dat hij in ons zonnestelsel alle planeten tot en met Mars zou opslokken.

Bovendien is hij gaan pulseren als een groot, kloppend hart. Nieuwe gedetailleerde opnamen van het oppervlak van de ster laten zijn pulsaties in ongekend detail zien.

Chi Cygni bevindt zich in het stadium dat onze zon over ongeveer vijf miljard jaar zal bereiken. Hij heeft vrijwel alle brandstof in zijn kern verbruikt, en daardoor begint zijn nucleaire motor te sputteren. Als gevolg daarvan zetten zijn buitenlagen uit om vervolgens weer een stukje te krimpen. Het resultaat is een reusachtige, koele ster die met grote regelmaat van helderheid verandert.

Aarde 13.000 jaar geleden getroffen door een komeet? allesoversterrenkunde.nl, dec 2009

Onderzoekers van de universiteit van Kansas hebben een nieuwe methode bedacht om komeetontploffingen in de aardatmosfeer op te sporen. Daarbij wordt gezocht naar sporen van nitraten en ammoniak in ijsmonsters die uit dikke, oude ijskappen zijn gehaald.

Kometen die op de aarde af komen ploffen veelal op grote hoogte in de atmosfeer uiteen

en veroorzaken daarbij een enorme drukgolf die een verwoestende uitwerking op het aardoppervlak kan hebben.

In ijskernen die uit het ijs op Groenland zijn geboord, zijn sporen van deze verbindingen gevonden in ijslagen die omstreeks 1908 en 13.000 jaar geleden zijn gevormd. Dat eerste jaartal valt samen met de ontploffing van een komeet boven het gebied van de Siberische Toengoeska-rivier. De eerdere gebeurtenis zou de oorzaak kunnen zijn geweest van de laatste duidelijke afkoeling van het klimaat op aarde, de zogeheten Jonge Dryas.

Een rotstuin op Mars NRC, december 2009

Vanaf het moment dat in januari 2004 de twee gemotoriseerde robotjes Spirit en Opportunity op Mars landden en al rondrijdend de planeet gingen onderzoeken, volgden miljoenen mensen de missie online.

Het landschap op Mars ziet er maar aards uit, heel gewoontjes. De steenhopen en kiezels laten zien dat de natuur ook op verre planeten haar afbrekende werk blijft doen. Er is niets van de vermeende perfecte orde te zien. Maar daarmee zijn de Marsfoto‟s niet teleurstellend. Integendeel, ze maken juist treffend hét grote inzicht van de moderne wetenschap zichtbaar: de natuurwetten zijn letterlijk universeel, ze gelden overal in het universum. De rotzooi buiten de dampkring is even groot als daarbinnen, zo niet groter.

Rivierenstelsel op Mars was groter dan gedacht allesoversterrenkunde.nl, dec. 2009

Nieuwe computerkaarten bevestigen dat de planeet Mars lang geleden een uitgebreid netwerk van rivieren en waarschijnlijk ook een grote oceaan had.

De al miljarden jaren geleden drooggevallen rivierdalen strekken zich uit over een brede gordel die ruwweg de evenaar van Mars volgt. Ze zijn hoogstwaarschijnlijk op dezelfde

manier ontstaan als hun soortgenoten op aarde: ze zijn uitgesleten door regenwater dat naar de laagst gelegen delen van het planeetoppervlak stroomde. Daarbij zou een groot deel van het noordelijk halfrond onder water zijn komen te staan.

Spectaculair Marslandschap in beeld gebracht allesoversterrenkunde.nl, dec. 2009

De Europese ruimtesonde Mars Express heeft spectaculaire opnamen gemaakt van een chaotisch landschap op de planeet Mars.

Het afgebeelde gebied, ongeveer half zo groot als Nederland, ligt aan de rand van het voormalige waterstroomgebied Kasei Valles. Een andere opvallende structuur is een 35 kilometer grote inslagkrater waarvan de rand duidelijke sporen van watererosie toont. Op de opnamen, die gemaakt zijn met de High Resolution Stereo Camera (HRSC), zijn details te zien die slechts een meter of twintig groot zijn.

32 nieuwe exoplaneten allesoversterrenkunde.nl, dec. 2009

Met het HARPS-instrument op ESO's 3,6-meter telescoop in Chili zijn 32 nieuwe exoplaneten gevonden. Met de ontdekking heeft de High Accuracy Radial Velocity Planet Searcher (HARPS) zijn positie als belangrijkste exoplanetenjager verstevigd.

Het aantal bekende lichte exoplaneten is in één klap met 30% gestegen. De afgelopen vijf jaar heeft HARPS meer dan 75 van de in totaal 400 exoplaneten gespot die nu bekend zijn.

Juist dankzij de enorme precisie van de spectrograaf heeft de zoektocht naar 'kleine' planeten, met het gewicht van enkele malen die van de aarde (superaardes of Neptunus-achtige planeten), een enorme stimulans gekregen.

Page 16: Natuurwetenschap in het Nieuws - Universiteit Utrechtg_beta0295/krant/krant45.pdfboodschapperstof in het brein. Parkinson-patiënten hebben een ernstig tekort aan die stof, waardoor

Natuurwetenschap in het Nieuws, nummer 45 St. Bonifatiuscollege, Utrecht 16

Zwart gat blijkt nog meer naaste buur Volkskrant, december 2009

Een internationaal team van sterrenkundigen heeft voor het eerst nauwkeurig de afstand van de aarde tot een zwart gat gemeten. Die ‘ruimtevampier’ staat stukker dichterbij de aarde dan tot nu toe werd aangenomen.

Tot nu toe zat er in de afstandsmeting een foutmarge van 50 procent. Astronomische afstanden laten zich het beste meten aan de hand van de parallax, waarbij astronomen gebruikmaken van de jaarlijkse verschuiving van de positie van de ster als gevolg van de baan van de aarde om de zon.

Dat gaat bij een zwart gat moeilijker, omdat die onzichtbaar is. Zijn aanwezigheid verraadt een zwart gat alleen doordat hij dichtbij staande sterren „leegzuigt‟. Dat gas hoopt zich eerst op in een plasmaschijf rond het zwarte gat voordat het daarin verdwijnt, een proces waarbij veel röntgen- en radiostraling wordt uitgezonden.

De lichtsnelheid is echt constant NRC, december 2009

De lichtsnelheid is, zoals Einstein al stelde, echt constant. Ook op extreem kleine schalen. Dat blijkt uit waarnemingen aan een gammaflits (een extreem energetische explosie in het heelal).

Het resultaat ondermijnt de kandidaat-theorieën voor quantumzwaartekracht die voorspellen dat de lichtsnelheid afhangt van de energie van een lichtdeeltje (foton).

Dergelijke exotische theorieën zijn bedacht om de quantummechanica te verenigen met de relativiteitstheorie. In dergelijke theorieën zouden ruimte en tijd rond de extreem kleine Planck-schaal (10-35 meter) een korrelig karakter krijgen. En dat zou de zeer intense gammastralen – met zeer korte golflengte – uit gammaflitsen iets kunnen vertragen.

Het gevaar van zwarte gaatjes Kennislink.nl, december 2009

In deeltjesversneller LHC botsen sinds bijna een maand microscopisch kleine deeltjes met hoge energie op elkaar. Volgens sommige wetenschappers kunnen daarbij piepkleine zwarte gaatjes ontstaan. Klopt dat, en is het gevaarlijk?

In het centrum van sterrenstelsels slokken reusachtige zwarte gaten aan de lopende band sterretjes op. Nu is er een machine, gewoon hier op aarde, die deze exotische vreetzakken misschien kan gaan produceren. Levensgevaarlijk zou je zeggen, maar de wetenschappers die de machine bouwden lijken zich nergens zorgen over te maken. Waarom niet? En hebben ze gelijk?

Maar het valt mee, dezelfde redenering die de mini-zwarte gaten voorspelt legt meteen uit dat hun levensduur ongelofelijk kort zou zijn. Die theorie zegt namelijk dat zwarte gaten altijd een beetje energie uitzenden, de zogenaamde Hawkingstraling. De hoeveelheid van die straling is omgekeerd evenredig met de massa van het zwarte gat: hoe kleiner het zwarte gat, hoe meer straling. En omdat, volgens Einstein, massa en energie eigenlijk hetzelfde is, straalt een piepklein zwart gat dus in een fractie van een seconde al zijn massa op. Dag zwart gat.

Natte superaarde gevonden Kennislink.nl, december 2009

De ontdekking van exoplaneet GJ 1214b is een grote stap voorwaarts in de zoektocht naar een tweelingzusje van de aarde. De planeet is iets groter dan de onze en lijkt voor ongeveer de helft uit water te bestaan.

We kennen tegenwoordig zo‟n 400 planeten die om een andere ster dan onze zon draaien. Deze planeten worden exoplaneten genoemd. Het is een verrassing dat planeten zoveel voorkomen in ons heelal – minstens de helft van alle sterren lijkt zijn eigen planetenstelsel te hebben. Hoewel we al een aardig lijstje van exoplaneten hebben opgebouwd, hebben we nog geen planeet gevonden die qua samenstelling en omstandigheden op onze aarde lijkt.

GJ 1214b werd ontdekt bij het kleine, zwakke sterretje GJ 1214 dat op een afstand van veertig lichtjaar in sterrenbeeld Slangendrager staat. David Charbonneau ontdekte dat er eens in de 1,6 dagen een kleine verzwakking voordeed in het licht van de ster. Die

verzwakking van 1,3% van de lichtsterkte van de ster duurde steeds 52 minuten – hij kon er de klok op gelijk zetten. Zo‟n dip in de lichtsterkte van een ster duidt erop, dat er een planeet voor de ster langs vliegt.

De straal van de planeet is 2,7 keer zo groot als die van de aarde, waarmee het de op één na kleinste bekende exoplaneet is. Hoewel zijn volume bijna twintig keer zo groot is als dat van de aarde, is hij maar 6,6 keer zo zwaar. Dat duidt erop dat er heel veel lichte stoffen in de nieuwe exoplaneet zitten. Veel waterstof en helium bijvoorbeeld, en weinig ijzer.

GJ 1214b naast de aarde, op schaal.

Zeker water op de maan Noorderlicht, december 2009

De inslag van het ruimtevaartuigje LCROSS werd aanvankelijk teleurstellend genoemd, maar is opeens toch een groot succes. Want er kwam een wolkje water uit de krater.

Duizenden mensen keken in de nacht van 9 oktober voor niks door hun telescopen. Die stonden gericht op de maan, precies op een eeuwig donker plekje van de Cabeus krater, dicht bij de zuidpool. Want daar zou de inslag van een rakettrap, en enkele minuten later de meetsonde LCROSS, te zien zijn. Maar helaas, de zichtbare stofwolk die ze hadden verwacht, bleef uit.

Afgelopen vrijdag bleek dat het toch geen weggegooid geld is geweest. Grote euforie, want LCROSS heeft het bewijs geleverd waar het allemaal om begonnen was: er zit water in de krater. De spectrometers aan boord van de ruimtesonde hebben dat ondubbelzinnig laten zien, vlak voor hij zelf te pletter sloeg. Het was geen klein beetje: in het deel van de stofwolk dat hij observeerde, zag LCROSS ongeveer 100 kilo water.

Hier is de botsing van de rakettrap met de maankrater te zien op een infraroodbeeld van de zelfmoordsatelliet LCROSS, die enkele minuten later zelf zou crashen, geheel volgens plan.