Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause...

19
Natuurlijke- Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component

Transcript of Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause...

Page 1: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces

week 2computationele semantiek

zinnen en betekenisdefinite clause grammatica’s

met een semantische component

Page 2: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 2

Betekenis en Logica natuurlijke taal:

rijk aan betekenis (informatie, emoties, speech acts, associaties,…)

rijk aan structuur: grote woordenschat, moeilijke grammatica, geen duidelijke regels

context-afhankelijk, vaag, ambigu logische formules:

betekenis = interpretatie in een model beperkte verzameling logische operatoren,

precieze grammatica, (meestal) niet context-afhankelijk, vaag, of

ambigu

Page 3: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 3

Betekenis en Logica natuurlijke taal:

lastig en ingewikkeld voor automatische verwerking

logica: interpretatie in een model is eenvoudig, automatisch stellingen bewijzen is mogelijk, vertaling naar een applicatie (bv database)

vaak mogelijk.

Page 4: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 4

Taal en Predikaat-logica

Ard bezit een huis x (huis(x) bezit(a,x))

De broer van Anja gaat misschien morgen een huis kopen x (brr(x,a) y(brr(y,a) x = y)) e(kopen(e,...) morgen(e)) y(huis(y) kopen(e,x,y))

Page 5: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 5

Taal en Predikaat-logica

Ieder land heeft een hoofdstad x(land(x) y(hoofdstad(x,y)) y(x(land(x) hoofdstad(x,y))

Bij ieder tentamen blijft een student tot het einde.

Page 6: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 6

Taal en Logica Logica is voor veel doeleinden

een redelijke benadering van de betekenis van taal

predikaat-logica is een redelijke logica voor dialoogsystemen waar het domein een (relationele) database is.

Page 7: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 7

Formules als Prolog-termen

x(land(x) y(stad(y)hoofdstad(x,y))) forall(X, (land(X) > exists(Y, (stad(Y) &

hoofdstad(X,Y))))) forall(Var,Formule) exists(Var,Formule) Formule1 & Formule2 Formule1 v Formule2 ~Formule

Page 8: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 8

Grammatica en betekenis Compositionaliteit::

de betekenis van een zin of zinsdeel is het resultaat van het op een bepaalde manier samenvoegen van de betekenissen van de delen van de zin.

rule-to-rule hypothesis: Iedere syntactische regel van een

grammatica correspondeert met een semantische regel.

Page 9: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 9

Semantiek en definite clause grammatica s(Sem) --> np(Subj), vp(Subj,Sem).

vp(Subj,Sem) --> iv(Subj,Sem).

np(w) --> [willem].

iv(S,slapen(S)) --> [slaapt].

Page 10: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 10

Semantiek en definite clause grammatica

s(slapen(w))

np(w) vp(S,slapen(S))

iv(S,slapen(S))willem

slaapt

Page 11: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 11

Transitieve zinnen s(Sem) --> np(Subj),

vp(Subj,Sem). vp(Subj,Sem) --> iv(Subj,Sem).

vp(Subj, Sem) --> tv(Obj,Subj,Sem), np(Obj).

tv(O,S,groeten(S,O)) --> [groet].

Page 12: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 12

Semantiek en definite clause grammatica

s(groeten(r,m))

np(r) vp(S,groeten(S,m))

tv(O,S,groeten(S,o))ruud

groet

np(m)

mona

Page 13: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 13

Semantiek en DCG Aan iedere categorie wordt een

argument toegevoegd dat de semantiek representeert.

Soms zijn hulpvariabelen nodig om de compositie soepel te laten verlopen = extra arguments-posities.

Page 14: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 14

coordinatie s(Sem)

s(Arg1), coord(Arg1,Arg2,Sem), s(Arg2).

coord(Arg1, Arg2, (Arg1 & Arg2)) [en].

Page 15: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 15

kwantoren [np ieder kind ] slaapt forall(X, (kind (X) > slaap(X))) Blijkbaar moet de NP de semantiek

van S leveren. Semantiek van N en VP moet worden

ingebouwd in de semantiek van Det.

s(Sem) --> np(....,Sem), vp(....). np(....,Sem) --> det(....,Sem), n(....).

Page 16: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 16

kwantoren

det(X, Restr, Scope, forall(X, (Restr > Scope))) [ieder].

n(Y, kind(Y)) [kind].

np(X, Scope, Sem) det(X, Restr, Scope, Sem), n(X,

Restr). s(Sem) --> np(X, Scope, Sem), vp(X,

Scope).

Page 17: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 17

Kwantorens(forall(X,kind(X) > slapen(X)))

np(X,S,forall(X,kind(X) > S))) vp(Y,slapen(Y))

iv(Y,slapen(Y))

slaapt

det(X,R,S,forall(X,R > S)))

ieder

n(Z,kind(Z))

kind

Page 18: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 18

Eigennamen np(jan, Sem, Sem) [jan].

s(Sem) np(X, Scope, Sem), vp(X, Scope).

jan slaapt

np(jan,Sem,Sem) vp(X,slapen(X))

s(slapen(jan))

Page 19: Natuurlijke-Taalinterfaces week 2 computationele semantiek zinnen en betekenis definite clause grammatica’s met een semantische component.

Natuurlijke-Taalinterfaces 19

Constituent (WH) vragen Wie slaapt wh(X,slapen(X)) np(X,Sem,wh(X,Sem)) [wie].

Welke man slaapt wh(X,man(X) & slapen(X)) Welke is als een determiner die een wh-

operator introduceert.