N° 4, 2008

52
Nr. 4 - 28 ste Jaargang Juli - Augustus 2008 N° 4 – 28 ième Année Juillet - Août 2008 UIT EN THUIS AMICALEMENT VOTRE Verantwoordelijke uitgever : Editeur Responsable : IMSO-team Uitgiftekantoor : Vanheylenstraat 16 Bureau de distribution : 1820 Melsbroek 1820 Steenokkerzeel TWEEMAANDELIJKSE UITGAVE REVUE BIMESTRIELLE www.imso.be België – Belgique P.B. 1820 Steenokkerzeel 2/3432

Transcript of N° 4, 2008

Page 1: N° 4, 2008

Nr. 4 - 28ste Jaargang Juli - Augustus 2008

N° 4 – 28ième Année Juillet - Août 2008

UIT EN THUIS AMICALEMENT VOTRE Verantwoordelijke uitgever : Editeur Responsable : IMSO-team Uitgiftekantoor : Vanheylenstraat 16 Bureau de distribution : 1820 Melsbroek 1820 Steenokkerzeel

TWEEMAANDELIJKSE UITGAVE

REVUE BIMESTRIELLE

www.imso.be

België – Belgique P.B.

1820 Steenokkerzeel

2/3432

Page 2: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

2

Overzicht  3 

Nieuws   4 

Rapport I.M.S.O. Algemene Vergadering  5 

Lucien  9 

Reis Naar Namibië (vervolg)  13 

Interview met Hilde Limbourg  16 

Fietstocht met Eddy Merckx  19 

Dialoogvergadering 18 Juni 2008  20 

Citaten van bekende mensen  23 

Feestkalender 2008  25 

Verjaardagen ‐ anniversaires  30

Rapport Assemblé Générale  32

Hommage à Madame le Docteur Marianne Charlier  36

Interview de Hilde Limbourg  37 

Nous Rions Bien Trop Peu Souvent ...  40 

Réunion du groupe Dialogue du 18 juin 2008  42 

Calendrier 2008  45 

Résultats Sudoku   46 

Oplossing ‐ Résultat Puzzle  51 

IIINNNHHHOOOUUUDDDSSSTTTAAAFFFEEELLL /// SSSOOOMMMMMMAAAIIIRRREEE

Page 3: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

3

OVERZICHT

Traditioneel reserveren we een groot deel van ons vierde nummer voor het financieel jaarverslag van het voorbije werkjaar. Voor velen is dat waarschijnlijk niet te pruimen leesstof, voor anderen een bewijs dat I.M.S.O goed bezig is met zijn core business van hulp aan patiënten. De meesten juichen het toe, sommigen zullen het misschien benijden. Er volgt ook een uitgebreid dialoogverslag over therapieën, hun duur en hun gewicht in het programma . Over al dan niet terechte afwezigheden. Over therapeuten ,hun stagiaires en patiënten. Ronnie en Rita naderen stilaan het einde van hun rondrit door zuidelijk Afrika. Met pijn in het hart nemen zij afscheid van het continent. Meteen het einde van onze mooie reeks ‘Kuifje in Namibië’. Een interview nemen we deze keer af van urologieverpleegster Hilde Limbourg. Ze is zo goed als vergroeid met de kliniek, loopt hier vaak op niet-conventionele uren en is soms duivel-doet-al. Lees en leer haar innerlijke roerselen kennen. Lucien daarentegen is een man die u best niet tegenkomt. Ik heb die eer wel gehad en dat is al genoeg. Mag ik eraan herinneren dat u hier geen winnaars of winnaressen van puzzel of sudoku hoeft te zoeken. Ze komen wegens vakantieproblemen in ons nummer vijf. A.W.

OVERZICHT

Page 4: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

4

  

 Mevrouw Annie DE SWAEF

Geboren te Merksem op 24 juni 1939

Overleden te Leuven op 01 juli 2008

Madame Marie-Henriette VANDERMEEREN

Née à Schaerbeek, le 7 décembre 1928

Décédée à Boitsfort, le 21 juillet 2008

De Heer Albert CORNELIS

Overleden te Merchtem op 14 juni 2008

De Heer Adolf MYS,

Echtgenoot van Paula VERHELST

Overleden te Dendermonde op 08 juli 2008

Geboorte- Naissance Geen

Overleden Nous ont quitté

Page 5: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

5

Page 6: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

6

Page 7: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

7

Page 8: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

8

Page 9: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

9

Ter voorbereiding van zijn jaarlijks zomerkamp in Zwitserland hield het Christelijk Ziekenfonds van Limburg een groepsleidersvergadering in Hasselt in de ‘Volksmacht’. Ik wist eigenlijk al bij voorbaat wat er ging gebeuren. Een half uur lang zouden de 6 groepsleiders elkaar de zwartepiet proberen toe te schuiven. Daarna zouden de 14-jarigen uit de verschillende regio's worden verloot. Dat was vaste prik. Elk jaar hetzelfde liedje. De zwartepiet waren de jongens uit de regio "Maasmechelen". Het waren anarchisten. Met hen viel geen land te bezeilen. Ze deden, wat je niet gevraagd had en wat je vroeg, deden ze niet. Dit jaar hadden we geluk. Eén van de zes had motorpech en was niet op de vergadering aanwezig. Hij had dus dubbele pech, want hij kreeg automatisch het beruchte zootje ongeregeld opgelepeld. Voor mij zat alles snor. Ik kreeg de beste streek, maar de kampleider vroeg mij aan het eind van de bijeenkomst toch iets in de plaats. Er was een leider die nog maar één kamp in het binnenland gedaan had en de evaluaties waren niet echt positief geweest. Ik snapte het wel en zou er hem wel bijnemen. Op de bewuste dag van vertrek stond hij in de zon op het perron. Het was een klein, schriel ventje met een borsalino op zijn kop. Hij droeg een pimpelpaarse slobbertrui van het slag “Vijf kopen, één betalen” en gaf me een hand alsof de hele eer aan mij toekwam. De eerste vier dagen gedroeg hij zich onopvallend, hoewel ik merkte dat hij veel succes had bij het voetvolk. Steeds troepten er jongens rond hem. De volgende dag stond de driepassentocht op het programma. Van Fiesch ging het met het smalspoor naar Tschamud. Dit laatste was zelfs geen gehuchtje, het was een smet in het landschap, bestaande uit een boerderij met mogelijkheid tot soepdrinken en een niet meer gebruikte schrijnwerkersloods. Het treintje stopte er speciaal voor die honderd lawaaimakers uit België. Onderweg bleef het een kwartier lang staan in the middle of nowhere. Ik vertrouwde het niet, want de Zwitsers waren zéér stipt en beschikten over prima materiaal. Achteraf vernam ik de ware toedracht van de zaak. Lucien had tegenover zijn fans gewed voor drie pinten dat hij zich evenveel keren aan één hand kon optrekken aan die kruk boven zijn hoofd. Eén seconde' later viel de trein stil. De nitwit had aan de noodrem gehangen. De kampleiding heeft zich achteraf blauw betaald.

Lucien

Page 10: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

10

Maar dat was nog maar het begin van de ellende. In Tschamud dook ik met het hele zootje achter me aan het spoorwegtalud af. Ik had al wel twintig veertienjarigen aan tafel voor hun soep gezet, toen plots de twee laatsten kwamen aangelopen roepend: "Leider Lucien zit nog in de trein met twee jongens.” Ik vroeg aan de boerin hoe het verder moest en kreeg te horen dat het treintje doorreed naar Davos en niet meer terugkwam vóór ‘s avonds. Driekwartier later kwamen in Tschamud de bussen ons ophalen voor de drie passen. Wat nu gepiept? Ik vroeg haar om een wagen met chauffeur. En ik kreeg het nog ook, want haar dochter was pas met de auto thuisgekomen uit Frankrijk. Wij dus in razende vaart het dal in. Het was de Kruisweg in omgekeerde richting. We hebben toen zowat alle staties gedaan en toen we al alle hoop hadden opgegeven, reed ze met mij naar Sedrun, het station van de laatste kans. Ik vond het stelletje lanterfanters terwijl ze op hun dooie gemak naar de tabellen voor de volgende trein stonden te kijken. Helaas was er geen volgende en toen ik hen van achteren besloop, keek de minkukel erg verongelijkt omwille van het prestigeverlies. Ik liet hen alle drie op de achterbank plaatsnemen, de Zwitserse vertrok en gleed als een razende door de bochten. Lucien zat met een gezicht als een lijkwade tussen zijn twee secondanten en stamelde : “André, zeg dat ze een beetje trager rijdt" "Gnädige Frau, für Lucien können Sie nicht schnell genug fahren." zei ik droog. Er zijn van die ogenblikken waarop zelfs een Patagoniër de situatie door heeft en dus zeker deze pientere Zwitserse, want ze knipoogde naar mij en gaf gas. Méér dood dan levend hebben we hem uit de wagen gehesen. Vijf minuten later waren de bussen ter plaatse. Aan soep hebben we niet meer gedacht De raid was voor die dag ten einde. ‘s Avonds in de kantine gedroeg hij zich voorbeeldig. Geen spat alcohol raakte hij aan. Voor één keer was ik het eens met het liedje dat uit de jukebox dreunde: "Hij is niet hip, hij is niet knap, hij drinkt geen bier, maar tomatensap." De volgende dag trokken we naar de zijmorene van de dichtsbijzijnde gletscher. Zoals gewoonlijk deelden we de bende in drieën. De eersten waren de sportievelingen die tegen een razende snelheid de berg beklommen. Daarna kwam het gros van de groep m.a.w. de mannen met een doorsnee snelheid. Het derde groepje mocht heel rustig wandelen, zelfs met méér oog voor de natuur dan voor de snelheid. Hier was Lucien zonder meer

Page 11: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

11

kandidaat, maar ik kende hem intussen zo goed dat ik hem een waakhond meegaf. Twee uur nadat wij ons avondeten verorberd hadden, is hij ook gearriveerd. De precieze toedracht van de feiten ken ik nu nog niet, maar in alle geval heeft er één van de vakantiegangertjes zich ernstig verwond aan een rotswand. De begeleider had gelukkig op tijd onraad geroken en is zelf met het slachtoffer teruggegaan naar het kamp. Lucien is met de rest waarschijnlijk afgeweken van het rechte pad en heeft gewoon een ander bergje beklommen. Toen hij zijn vergissing ingezien had, was het te laat. De Zwitserse bergwacht heeft hen aan de voet van de berg gevraagd de tassen open te maken. Gelukkig werden ze misleid door de kleine gestalte van Lucien die ervan verdacht werd één van de jongens te zijn. Hij moest zijn tas niet openmaken. Bij mij ging die vlieger niet op. En jawel hoor Bingo. Aan boord had hij één gentiaan en vijf alpenroosjes. En als de Helveten ergens niet kunnen mee lachen is het wel dit: het plukken van beschermde bloemsoorten. Stilaan begon ik te denken dat het een infiltrant was, een soort undercover agent, een lid van de vijfde colonne. Later heeft hij nog een baal hooi in de fik gestoken en zo’n Zwitserse Milka-koe van haar bel willen ontdoen. Het beest is er spoorslags vandoor gegaan. Maar vergeleken bij de rest waren dit maar details, kleinigheden, kiezelsteentjes tussen de rotsen. De laatste dag moest ik bij de kampleider voor de evaluatie van het ‘leidinggevend personeel’. Bij Lucien had de man reeds het cijfer 4 ingevuld. ‘Vier’ betekende ‘totaal ongeschikt voor welk binnen- of buitenlands kamp dan ook’. Geen haar op mijn hoofd heeft eraan gedacht hem tegen te spreken. De naam van Lucien was blijkbaar als een siddering door heel het kamp getrokken. Hij werd vol ontzag en angst gefluisterd als vroeger die van Attila de Hun en Djingis Khan. De enige taak die ons nog restte was het inleveren van de bergschoenen. Telkens lag er een papiertje in met de exacte schoenmaat. Lucien was op een stoel gekropen en had een korte toespraak gehouden: “Jongens, om niet te veel rommel achter te laten die we achteraf toch maar moeten opruimen, gaan we al die kartonnetjes in de vuilnisbak gooien.” Schoen voor schoen hebben ze moeten meten. “Ben je nu helemaal gek geworden?” riep ik verbolgen. De glimlach stolde op zijn gelaat als bij een prima schaatser die plots geconfronteerd wordt met een enorm wak in het ijs. “Wel, euh, ik dacht ... “zei hij. “Denken ?”zei ik “dat heb jij in je hele leven nog nooit gedaan. Begin er dus niet mee.”

Page 12: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

12

Op de grote trein naar huis heb ik ‘fase drie van het rampenplan’ afgekondigd. Hij werd afgezonderd in een compartiment en voorzien van twee potige bewakers die overal mee moesten, ook als hij naar het toilet moest. Enfin, we zijn veilig thuisgeraakt. In het station liep ik meteen de restauratie binnen, bestelde een biertje en goot het in één teug naar binnen. Achter mijn rug hoorde ik een bekende stem zeggen: "Nee, voor mij geen vuurwater a.u.b., want dan ga ik domme dingen doen." Toen heb ik hem voor de laatste keer bekeken zonder hem zelfs maar te zien. Ik slaakte een diepe zucht en dacht: "Had ik nu maar 'Maasmechelen' gehad." André Bekende stem zeggen: "Nee, voor mij geen vuurwater a.u.b., want dan ga ik domme dingen doen." Toen heb ik hem voor de laatste keer bekeken zonder hem zelfs maar te zien. Ik slaakte een diepe zucht en dacht: "Had ik nu maar 'Maasmechelen' gehad." André Werelds

Hulpmidddelen te koop

Christel Driesen biedt volgend materiaal te koop na het overlijden van haar man :

- een tillift Minerva en

- een alfa xl matras

Alles wordt verkocht aan de prijs van : 1000,00 euro.

Telefoon is 03/281.62.47

Gsm 0477/416.988

Page 13: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

13

Dit reisverhaal is speciaal opgedragen aan Rita m’n geliefde echtgenote, Zonder wie deze fantastische reizen onmogelijk zouden zijn. Bedankt lieveling. DAG 17-18 Na een verkwikkende nachtrust ga ik ’s morgens mee ontbijten. Eigenaardig genoeg heb ik nog geen honger en beperk mijn ontbijt tot enkele koppen melk met een beetje koffie in. Ik voel me steeds een beter. We rijden verder in zuidelijke richting en komen na een vijftig km aan de “veterinary fence”. Dit is een afsluiting die gans Namibië van oost naar west afsluit, dit om ziektes en eventuele epidemieën onder de dieren te stoppen. Aan de hekken worden ons weer de zelfde vragen ”van waar kom je naar waar ga je” gesteld. Na een vriendelijk enjoy your trip” rijden we verder door dit fascinerende landschap. Een eind verder zien we gieren die boven een kadaver cirkelen. Wat voor dier het was kunnen we niet meer zien, maar door de verrekijker zien we verschillende aasgieren in en uit het kadaver huppelen. Nogmaals een bewijs hoe hard het leven hier wel is. We rijden weer door een zware bergpas. Rita moet al haar rijkunsten aanwenden om de jeep op de baan te houden. Na deze helse rit komen we in Kamanjab aan. Aan de plaatselijke winkel houden we halt en zetten we de reuze frigo-box af die Ellen ons in Epupa meegegeven heeft. Niet te geloven dat ze zo een eind moeten rijden om voedsel. Nu begrijp ik waarom bijna alles hier zo duur is als bij ons. We snuisteren nog eens rond in de winkel en gaan dan verder naar Otjitotongwe Cheetah Farm bij Tollie en Rouleen waar we vorig jaar ook waren. De boerderij ligt nog acht km van de rijbaan af en we moeten verschillende hekken openen en terug sluiten om bij hen te geraken. Hier zijn we gekomen met de bedoeling te rusten en te genieten van hun tamme cheeta’s. Het weerzien met hen is hartelijk. ’s Namiddags gaan we bij hen thuis naar de cheeta’s kijken. Er zijn er vorig jaar twee gestorven. Dit is een ongelooflijk gevoel. Zo een reuze kat te kunnen strelen en in de ogen kijken. Gelukkig hebben ze geen honger en zijn ze niet agressief. Ik zou ze toch niet graag tegenkomen op een wandeltochtje. Ze zijn ook de snelste dieren op aarde. In vier

REIS NAAR NAMIBIË (vervolg)

Page 14: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

14

seconden tijd sprinten ze van 0-120 km/h en kunnen dit gedurende een 500-tal meter volhouden. Tollie neemt ons ook mee naar een kuil waar een python huist . Verscheidene grote gaten in de grond geven aan dat hier een reuze wurgslang woont. Volgens Tollie is ons reptiel een zes meter lang. De slang echter heeft ons horen aankomen en verkiest het hazenpad. We zijn nog verscheidene keren langs geweest, maar blijkbaar was hij in ons niet geïnteresseerd. De volgende dagen glijden weg in stilte en rust. Deze stilte die hier heerst, kennen wij niet meer. Ook is de sterrenhemel ongelofelijk mooi. Als ik ‘s nachts niet kon slapen zette ik me op het terras en genoot van deze sterrenpracht. Namibië doet me beseffen hoe wij hier ons leefmilieu naar de knoppen aan het brengen zijn. Op een avond sta ik buiten met een Duitse dame naar de sterren te staren, waarop zij zegt dat wij deze hemelpracht niet hebben in Europa. Ik kijk haar verbaasd aan en zeg in mijn beste Duits dat we ook zoveel sterren hebben maar dat je ze bij ons niet kunt zien door de lichtvervuiling. Er ontspint zich een hevige discussie tussen haar en mij over het sterrenfirmament. Gelukkig springt haar man mij bij en beaamt dat er bij ons vroeger ook zo’n sterrenpracht te zien was.Na nog een uurtje sterrenobservatie en de nodige Amarulla’s ( het plaatselijke digestief) zweven we onder de wol. DAG 19 Na een heerlijk ontbijt, met veel vers fruit, trekken we verder zuidwaarts richting Windhoek. Onderweg stoppen we in Okahandja, waar ze de grootste Namibische markt hebben in houten beelden. De beelden zijn eigenaardig genoeg bijna identiek aan de beelden die in Botswana en Zuid- Afrika te koop staan. Hier zelfs speelt de loonkost een grote rol, wat wil zeggen dat de meeste houtwerken geproduceerd worden in landen waar het uurloon nog lager is. Hier is afdingen geboden. Wij kopen een houten buffel in wat ze daar “ ironwood “ noemen. Dit is een zeer zware houtsoort. De vraagprijs is 600 N$ dit is 75 €. Na lang onderhandelen en hevige discussies kunnen we het beeld kopen voor 250 N$ zo’n 20,00 €. Daarvoor hebben we verscheidene keren het strijdtoneel verlaten en deden alsof het ons niet meer interesseerde. Telkens we zijn kraam verlieten kwam hij ons achternagelopen en zakte de prijs.

Page 15: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

15

In Windhoek aangekomen laat ik me weer naar het zwembad dragen, en gaan we ’s avonds eten. Het besef dat dit mijn laatste maaltijd in Namibië is maakt ons droevig. ’s Morgens ontbijten we nog eens buiten . De zwaluwen scheren ons over het hoofd. Langzaam rijden we naar de luchthaven. De wagen leveren we in en we wachtten op ons vliegtuig. Bij het opstijgen staan de tranen mij in de ogen. Zou het toch zo zijn zoals ze in het Frans zeggen: ” Partir c’est mourir un peu ! ”O Afrika wat ben ik verliefd op jou. Einde " HAPPY BIRTHDAY TO YOU " Tientallen keren heb je het reeds in koor gezongen om iemand geluk te wensen ter gelegenheid van zijn / haar verjaardag. " Happy Birthday to you … " is ongetwijfeld een van de meest bekende liedjes ter wereld. Maar wist je wat nu volgt ? Aanvankelijk was het lied bedoeld als een simpel welkomswoord van de onderwijzer / onderwijzeres aan de kinderen van de klas bij een nieuw schooljaar. In 1893 componeerde Mildred Hill de muziek. Zij was onderwijzeres en pianiste. Haar zus Patty, eveneens onderwijzeres, schreef de tekst. Het liedje klonk als volgt: " Good morning to you, good morning to you, good morning, dear children, good morning to all " Het lied is auteursrechtelijk beschermd tot 2030 . Voor u verzameld door JaM

Page 16: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

16

1 Herinner je je nog jouw eerste werkdag als verpleegster in Melsbroek ? Mijn eerste werkdag herinner ik mij niet zo goed; het is ook al zo lang geleden! Ik heb hier eerst een aantal maanden als vrijwilligster in de verpleging gewerkt omdat het in 1985 moeilijk was om werk te vinden als verpleegkundige en zo verleerde ik niet wat ik pas geleerd had tijdens mijn opleiding verpleging. Officieel werk ik hier sinds 1 december 1985 maar ik heb hier toen ik 16 jaar oud was een vakantiejob in de verpleging gedaan en die eerste dag herinner ik mij nog al te goed. In de eerste kamer waar ik de patiënten moest gaan verzorgen lagen 2 mannen (waarvan er ene nog in externe revalidatie komt) die me vertelden dat ik ze goed moest wassen want dat één van hen de broer was van de directeur en dat ik niet moest denken hier later te mogen komen werken als ik hen niet goed waste. Je kan je al voorstellen hoe ik me voelde als zestienjarig meisje dat nog nooit ne man gewassen had!!!! Oh ja wat ik me ook nog herinner is hetvolgende: toen ik de eerste week als jong verpleegsterke begon op de afdeling S3 (nu C3) kwam ik verschillende dagen na elkaar een zwangere collega tegen. Het was namelijk zo dat ze in die tijd nog niet zo snel thuis mochten blijven in zwangerschapsverlof en ik dus de eerste week vier dikke buiken tegenkwam. Zuster Lutgart stelde mij echter onmiddellijk gerust dat dit niet besmettelijk was en ik dus niets te vrezen had. 2, Intussen zijn er een aantal jaren voorbijgegaan . Schets eens de evolutie .Van de kliniek ? En van jezelf ? De kliniek is fel gemoderniseerd en uitgebreid: nieuwe cafetaria, nieuw reva-centrum en nieuwe patiëntenkamers. Er is ook veel meer comfort gekomen niet enkel voor de patiënten maar ook voor de verpleging. Ik denk hierbij aan al de nieuwe elektrische bedden en de tilliften. Waar is de tijd van toen! Ik herinner mij nog dat we bijna dubbelgebogen aan het bed stonden om iemand te wassen want de bedden waren laag bij de grond en als we een bed moesten verhuizen dan moesten we daar speciale wielen onderplaatsen. Het is hier heel wat verbeterd. Op persoonlijk vlak is er voor mij ook een belangrijke evolutie geweest. Ik ben eerst als verpleegkundige begonnen op de vroegere afdeling S3 (huidige C3) bij Zuster Lutgart die mij heel wat geleerd heeft want toen ik van school kwam waren er heel wat verpleegkundige technieken die ik nog niet vaak geoefend had en nog niet goed onder de knie had..Eind 1998 ben ik dan gemuteerd naar de polikliniek waar ik eerst vooral werkzaam was op de raadpleging urologie en radiologie.

Interview met Hilde Limbourg

Page 17: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

17

Sinds begin 2008 is de inhoud van mijn job wat gewijzigd en vind je me meer in het revalidatiecentrum waar ik voornamelijk samen met Greet verantwoordelijk ben o.a. voor de verpleegkundige zorgen aan de patiënten die in externe revalidatie komen . 3. Hou je van je beroep en van je baan ? Waarom? Ik hou veel van mijn beroep,ik heb steeds verpleegster willen worden. De keuze om in de verpleging te werken stond al lang vast vandaar ook dat ik hier reeds op zestienjarige leeftijd in de verzorging een vakantiejob gedaan heb. Nu mag dat niet meer maar toendertijd wel. Ik hou van mijn beroep omdat ik graag met mensen omga en omdat al wat met geneeskunde en verpleegkunde te maken heeft me enorm boeit. Ik hou eveneens van mijn baan omdat mijn werk heel afwisselend is,er is geen enkele dag die dezelfde is. Er is voldoende afwisseling tussen patiëntenzorg en administratieve taken. De multipele sociale contacten met al de patiënten, die ieder een eigen verhaal hebben, maken het werk zo interessant en boeiend. 4. Heb je in Melsbroek wat geleerd ? Zo ja, op welk gebied ? Ik heb vooral veel geleerd van de patiënten. Vaak maken wij ons druk om pietluttigheden die de moeite niet waard zijn om u druk over te maken en dan denk ik vaak aan de patiënten .Ik heb van hen geleerd om alles meer te relativeren en om niet te blijven zeuren over onnozelheden. Als het soms wat moeilijker gaat dan denk ik vaak aan de patiënten met hun enorme moed,wilskracht en doorzettingsvermogen en dan gaat het snel beter. Ik heb ook geleerd om geduldig te zijn. 5. Je bent nog vrijgezel . Heeft dat je als werkneemster beïnvloed? Ja in zekere zin wel. Ik ben nooit gehaast om naar huis te gaan en blijf gemakkelijk babbelen met een collega of patiënt. Je kan me ook regelmatig tegenkomen buiten mijn werkuren in het ziekenhuis. 6. Wat vind je in Melsbroek positief ? Wat zou volgens jou beter kunnen? De band die we hebben met de patiënten vind ik positief,ik heb nog nergens anders dergelijke relatie met patiënten meegemaakt. Het geeft zo’n gevoel van één grote familie. Er zullen uiteraard een aantal dingen zijn die beter kunnen maar ik kan er nu niet direct opkomen wat er beter kan. Niets is perfect en niemand is perfect!!!

Page 18: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

18

7. En nu enkele vragen die we vaker stellen:

Heb je hobby’s en welke? Lezen, kruiswoordpuzzels oplossen en sporten. Ik ga tweemaal per week badminton spelen opdat ik een beetje in conditie zou blijven nietwaar.

Wat is jouw lievelingsgerecht ? Ik ben verzot op pasta’s, ik zou wel elke dag pasta’s kunnen eten. Het water komt mij al in de mond als ik aan pasta’s denk.

Welke stad vind je de mooiste en waarom? Ik vind Parijs een mooie stad omdat er heel wat bezienswaardigheden zijn en ook leuke buurtjes zijn. Er is altijd wat te beleven in Parijs.

Wat is jouw geliefkoosd plekje natuur en waarom? Mijn geliefkoosd plekje natuur is niet in België maar in Schotland met name de schotse hooglanden omdat de natuur daar nog zo puur en ongerept is. Je voelt je daar in de middle of nowhere, je kan daar in alle rust en stilte genieten van de natuur.

Als je iemand van vroeger of nu zou mogen uitnodigen op een feestje en die kwam dan ook. Wie zou je vragen? Geen idee,er zijn zoveel mensen die ik zou willen uitnodigen zodat ik moeilijk één bepaalde persoon kan noemen.

In welk tijdperk van de geschiedenis had je ook nog willen leven? Ik weet niet juist rond welk tijdperk dit was maar in de periode van de hoepelrokken dat lijkt mij een leuke periode geweest te zijn.

____________________________________________________

Bent U verhuisd ?

Vergeet dan niet uw nieuw adres door te geven aan I.M.S.O. vzw (contactpersoon : Brigitte of Christel).

Zo krijgt U ons tijdschrift verder op uw nieuw adres.

Page 19: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

19

Page 20: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

20

     Aanwezig: Elke De Smet, Karin Leliveld, Patrick De Meyer, Roger Staes, Mau Vanden Eede, André Werelds, Arne Wyckmans, dokter Ketelaer, Mieke De Medts, Gaël Spruyt

1. Wij verwelkomen zowel Roger en Arne in de Dialooggroep. Zowels Arnes ‘jeugdig’ enthousiasme als Rogers tweetaligheid zijn zonder twijfel aanwinsten voor de groep. Ook de inbreng van de Franstalige dialooggroep wordt nog steeds sterk op prijs gesteld; de door hen aangehaalde punten werden deze en vorige vergadering besproken. 2. Dokter Ilsbroukx werd, zoals afgesproken, nog eens uitgenodigd om de huidige stand van denken over en eventuele verbetervoorstellen voor de externe revalidatie toe te lichten. Daarnaast werden enkele gekende en minder gekende euvels binnen het extern systeem nogmaals aangehaald. - Afwezigheid van een therapeut leidt vaak tot het wegvallen van een therapie, hetgeen er toe leidt dat de vooropgestelde 2,5 uur externe revalidatie vaak niet gehaald wordt. Groepstherapieën, zoals b.v. de relaxatie, lijken regelmatig weg te vallen, hetgeen toch telkens voor een aantal mensen tegelijkertijd een tekort aan uren kan betekenen. Dokter Ilsbroukx merkt hier op dat deze 2,5 uur revalidatie ook occasionele bijkomende therapieuren (oa bilans), alsook een dokterspermanentie, afspraken bij de sociale dienst, (hulp)verpleegkundige zorgen … omvat, hetgeen maakt dat patiënten daarom geen 2,5 uur ‘zuivere’ therapie elke dag hoeven te hebben om toch in regel te zijn. In de praktijk komen mensen dan ook meestal wel aan hun therapieuren. - Aansluitend daarbij is er het probleem dat het wegvallen –of bijplannen- van therapieën en consultaties niet altijd goed wordt doorgegeven aan de patiënt wanneer hij aankomt in het centrum. Meestal hangt er dan een papier op de deur van het desbetreffende therapielokaal, maar soms zelfs dat niet. Ook een zogeheten dubbele boeking lijkt toch nog wel regelmatig voor te komen. Vaak krijgen patiënten b.v. ook te horen ‘programma zoals gewoonlijk’ , terwijl er in realiteit naderhand toch ergens een wijziging op zit. Dit probleem lijkt vooral twee oorzaken te hebben. Enerzijds onverwachte afwezigheden (vnl. ziektes), die wel aan het diensthoofd en de personeelsdienst worden gemeld, maar vaak niet aan de centrale planner.

Dialoogvergadering 18 juni 2008

Page 21: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

21

Dit tekort kwam recent nog ter sprake tijdens de diensthoofdenvergadering, en er is dan ook afgesproken dergelijke info systematisch en zo snel mogelijk aan de centrale planner door te spelen. De diensthoofden zullen zelf trachten om, in de mate van het mogelijke, vervanging te voorzien om toch de geplande behandeling te laten doorgaan. Anderzijds loopt het soms ook mis o.w.v. het bestaan van twee verschillende lijsten van therapieprogramma’s. NMSC is nog verder aan het omschakelen naar het boekingssysteem van Gasthuisberg, wat noodzaakt dat er behoorlijk wat wijzigingen binnen dit informaticaprogramma moeten doorgevoerd worden teneinde rekening te houden met de eigenheid van onze werking. Stilletjesaan is deze omschakeling echter wel teneinde aan het lopen, waardoor het niet nodig meer zou zijn om twee verschillende programmalijsten te blijven hanteren. - Therapieën beginnen regelmatig te laat. Het gaat zelden om echt grote vertragingen, maar door de reductie van de individuele therapietijd naar 30 minuten betekent zelfs een kleine vertraging al een relatief groot verlies aan therapie. In de meeste gevallen treft de therapeut hier niet echt schuld, gezien het drukke werkschema weinig tot geen onverwachte obstakels verdraagt. De vraag naar 45 minuten individuele therapie blijft dan ook aanwezig bij vele patiënten. Dokter Ilsbroukx geeft aan dat de vraag naar langere therapieduur (i.c. de 45 minuten van vroeger) nog steeds ernstig wordt bekeken, maar dat er voor enkele aspecten van het probleem nog geen echte oplossing gevonden is. Een belangrijk deel van het probleem zou erin bestaan dat het gros van de patiënten maar therapie kan/wil krijgen tussen 10 en 15 uur, hetgeen vooral te maken heeft met de duur van de reistijd heen en weer, en de organisatie van de thuissituatie (b.v. uren van de thuisverpleging). De verregaande uurwijzigingen van april vorig jaar waren een poging hieraan te verhelpen –door velen vroeger te laten beginnen of later te laten stoppen-, maar bleken soms onhaalbaar en niet goed gecommuniceerd (hetgeen dokter Ilsbroukx ook aangeeft). Patiënten die zelf graag vroeger zouden komen, of langer zouden blijven, mogen dit dan ook zeker melden bij de het onthaal. Dokter Ilsbroukx blijft patiënten ook uitnodigen om problemen met hun revalidatieprogramma bij hem te blijven aankaarten. Indien er belangrijke wijzigingen op til zouden zijn, zullen deze tijdig gecommuniceerd worden. - Een deel van het probleem bestaat er ook uit dat patiënten regelmatig afbellen, hetgeen de planning bemoeilijkt. Bij nazicht blijkt er echter weinig systematiek in het afbellen te zitten: het is meestal niet zo dat steevast dezelfde personen

Page 22: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

22

afbellen. Wanneer dit toch het geval blijkt, worden deze personen steeds uitgenodigd bij de revalidatiearts om de reden van afwezigheid te bespreken. - Stagiairs, of vervangende therapeuten, lijken niet altijd even goed op de hoogte van wat er juist met patiënten moet gebeuren. Soms kennen stagiairs ook de werking van bepaalde hulpmiddelen onvoldoende, maar soms gaat het ook om het niet weten welke therapeutische handelingen moeten uitgevoerd worden. Meer supervisie door de vaste kinesisten zou hierbij kunnen helpen, gezien er nu van stagiairs sneller veel meer autonomie gevraagd wordt. Dit wordt natuurlijk verder bemoeilijkt wanneer de stagiair de taal van de patiënt niet machtig is. Niet alleen tussen supervisor en stagiair, maar ook tussen therapeuten onderling is er vaak een gebrek aan communicatie. Zo worden er tijdens een bilan b.v. vaak dezelfde vragen gesteld door verschillende personeelsleden. In het kader van de multidisciplinaire communicatie zou dit toch beter moeten kunnen. Dokter Ilsbroukx hoopt eind dit jaar/begin volgend jaar te kunnen beginnen met de Klinische Paden voor de externe revalidatie, hetgeen er zou moeten tot leiden dat dit soort dubbele bevraging zoveel mogelijk vermeden wordt. De ervaring bij gehospitaliseerden heeft immers uitgewezen dat de overlap in bevraging van patiënten toch gevoelig gedaald bleek. 3. Vele (vooral, maar zeker niet alleen) Franstalige patiënten betreuren het vertrek van dokter Charlier. Daarnaast vinden ze het ook spijtig dat er geen echt officieel afscheidsmoment heeft plaatsgehad, noch dat de datum van haar vertrek geweten was: in het algemeen bestond er niet echt officiële informatie over haar vertrek. Dokter Ilsbroukx wenst hier wel bij op te merken dat het ook dokter Charliers persoonlijke keuze was zo weinig mogelijk ruchtbaarheid te geven aan haar vertrek. 4. Ondertussen is er telkens één computer geïnstalleerd op de verpleegverdiepingen C1, C2 en C3, waardoor patiënten nu ook van internettoegang gebruik kunnen maken buiten de uren van het cybercafé, hetgeen een erg positieve zaak is. 5. Het liftje achter de cafetaria, naar het rokerslokaal en de tuin toe, blijkt nog altijd niet vervangen. Dit blijft toch een erg onveilig gegeven.

Page 23: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

23

CITATEN VAN BEKENDE MENSEN De maatschappij beschouwt iemand die liegt als een leugenaar, ze heeft een grenzenloze bewondering voor haar dichters die niet anders doen dan liegen. (Umberto Eco, Baudolino) Als wij zullen gestorven zijn, zullen de dingen duren. Ze zullen zelfs niet weten, dat wij zijn gegaan. (Jorge Luis Borgès, "De dingen") Als een Zwitsers bankier uit het raam springt, spring hem dan na, want er is geld te verdienen. (Voltaire) Sla hem dood, de hond. Het is een recensent. (Voltaire) Als het gezicht in de spiegel je niet aanstaat, verbrijzel dan het gezicht en niet de spiegel. (Perzisch spreekwoord) Er is meer moed nodig om te doden dan om te sterven. (Mario Vargas Llosa, Het feest van de bok) _______________________________________________________

De Prêtre Orthopedie

Page 24: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

24

---- PUB HENDRIKS  

Page 25: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

25

                      

DEZE KALENDER KAN GEWIJZIGD WORDEN

Feestkalender 2008 III...MMM...SSS...OOO... MMMEEELLLSSSBBBRRROOOEEEKKK Zaterdag 06 september Uitstap Patiënten - I.M.S.O.

Zaterdag 11 oktober Mosselfeest - I.M.S.O.

Dinsdag 11 november Pannenkoekenbak (Kap. o/d Bos)

Zaterdag 13 december Kerstfeest - Rotary

Vrijdag 19 december Bedeling Kerstmis - I.M.S.O.

Page 26: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

26

----- PUB DRUKKERIJ 1/2           

          ----- PUB ORTHOPEDIE

Page 27: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

27

Page 28: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

28

Nieuwe puzzel Nederlands

Page 29: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

29

ANTWOORD OP DE SUDOKU N° 3

De resultaten zullen in volgend nummer vermeld worden

N° 4             

 U kan 30 € winnen indien U ons het juiste antwoord toestuurt voor 20 september 2008. Indien meerdere deelnemers het juiste antwoord vinden zal een loting beslissen wie de 30 € zal winnen.  Stuur uw antwoord naar Christel Kempeneers, IMSO Vanheylenstraat 16,   1820 Melsbroek.          

Page 30: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

30

September/Septembre

ANNIVERSAIRES - VERJAARDAGEN

VAN DEN BRANDE Marina MECHELEN VAN DEYCK Maria (Verstrepen REET RUMST BREBION Ursula KRAAINEM SEL Annie (Lauriks Luc) RUMST AERTS Roland TIENEN BLONDE Alain GENT VANLEEUW-FESTRAETS TIENEN KUMTICH BAl Gilbert VILVOORDE VAN REMOORTELE Lea vzw BUGGENHOUT-OPSTAL RONSMANS Marina. (Degreef) LINTER VERMARIEN Paul DEURNE SZYMUSIK Philippe (Hartmann GENVAL L'HOOST Francine ELEWIJT LOMMELEN Marcel ANTWERPEN MATHYS Lea PERK WESTERLINCK Jean ZWIJNDRECHT ERAETS Annita TIELT-WINGE MARIEVOET Dhr Robert WILLEBROEK VANDENBERGH Edward BAZEL DE WEVER Bernadette DENDERLEEUW WEYGAERTS Lieve ZAVENTEM ALEN Nicole (Prinsen) TESSENDERLOO QUAHABI Ahmed MELSBROEK VERSTRAETEN Thierry JETTE WOUTERS Fabienne WAVRE DOUTRELINGE Joëlle ZEMST BOTEL Ginette (Prevost) BRASMENIL D'EXELLE Frie GRIMBERGEN TIELEMANS Eduard HEVER MASSCHAELE H. (Pattyn GALMAARDEN RICHARD Mr. J.L. (Lupant J. BRUSSEL VINCK Franky MELSBROEK HEUGHEBAERT Mr. Pol BERCHEM BLOCKEEL Mr. Charles BAULERS

Page 31: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

31

Oktober/Octobre

CORNELIS Alfred (Closset) LAND VERMEIR Christian ASSE VAN WOENSEL Monique MERKSEM (Antw.) PREAUX Judith (Mouelhi) JETTE ZINDLER Andrea - VAN ROY WILLEBROEK WEETS Philippe STEENOKKERZEEL MARTENS Maria Annie LUMMEN TRUYEN Dhr. Jozef ANTWERPEN CLAUS Pierre ESCANAFFLES VAN DER STRAETE Francine NIEUWKERKEN-WAAS PLANUS Georges EVERE MEEUS M. (Holbrechts) STEENOKKERZEEL VANHAMME Georgette BRUSSEL NEUKERMANS A. (De LAARNE NAUWELAERS Mej. Erna LINT VERLINDEN - DOMS HOFSTADE (Brabant) DEVILLE Hilda (Maerevoet) DWORP VAN HOECK Maria (Piessens LIEZELR/PUURS OP DE BEECK S. MOL VAN DEN BRANDE Marc GRIMBERGEN DOUVENOU Mme Evelyne ETALLE LEEMANS Hugo DWORP VAN HOOF Maria (Goossens) ST-KATELIJNE-WAVER VAN LINT Christophe BRECHT FREBUTTE Dhr. Alain VILVOORDE

Page 32: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

32

Page 33: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

33

Page 34: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

34

Page 35: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

35

Page 36: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

36

Hommage à Madame le Docteur Marianne Charlier. Madame, Cher Docteur, Puis-je rappeler votre compétence en tant que médecin, et votre sollicitude envers les malades, connue de tous ? Ceux-ci, ainsi que l’écrasante majorité de vos collaborateurs prestataires de soins, ne tarissent pas d’éloges à votre adresse et déplorent tous votre départ. Depuis vos débuts à M. vous vous êtes appliquée avec opiniâtreté à accomplir avec courage, sincérité, dévouement, noblesse- les adverbes manquent pour vous fleurir- les tâches qui vous furent jetées, à grandes brassées sur le dos, que vous avez solide, fort heureusement. Qui n’a pas, en vous évoquant, l’image d’une femme comme un roc, balayant les mesquineries, écartant les minables de son chemin, n’ayant d’autres buts que celui d’aider les malades et celui d’être un pilier de sa famille ? Au cours de votre carrière à M., vous avez eu à affronter toutes sortes de gens : des politicards peu soucieux des Francophones, malades ou non ; d’autres qui n’avaient « rien à cirer » des malades, Francophones ou non. Par bonheur, vous y avez aussi côtoyé des gens très bien. Debout sur la proue, vous vous êtes toujours tenue droite, avec ténacité. Nul ne doute une seconde que vous ne continuiez votre chemin, que vous ne suiviez la Trace, avec un T majuscule car nous connaissons vos convictions religieuses, pour lesquelles nous avons le plus grand respect. Tenez bon, Madame ! Mais ce conseil est inutile : personne ne vous voit faiblir. Yvon, avec ma profonde affection. PS : J’ai appris avec joie que vous aviez été accueillie ailleurs les bras grands ouverts.

Page 37: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

37

     

 1‐ Te souviens‐tu encore de ton premier jour de travail à Melsbroek comme infirmière ?  Mon premier jour, je ne m’en souviens pas très bien. Il y a si longtemps ! J’ai travaillé ici un certain nombre de mois comme infirmière bénévole parce que, en 1985, il était difficile de trouver du travail comme infirmière et ainsi je conservais les compétences que j’avais acquises pendant mes études. Officiellement, je travaille ici depuis le 1 décembre 1985, mais j’avais effectué ici un job de vacances lorsque j’avais 16 ans, et de ce premier jour je ne risque pas de l’oublier. Dans la première chambre où j’avais dû me rendre pour donner mes soins, il y avait deux hommes (dont l’un d’eux vient encore actuellement en réadaptation ambulatoire) qui me racontèrent que je devais bien les laver parce que l’un d’eux était le frère du directeur et que je ne devais pas penser pouvoir encore travailler ici si je ne les lavais pas bien. Vous pouvez bien penser dans quel état j’étais moi qui n’avais que 16 ans et n’avais encore jamais lavé un homme !!!! Oh oui, ce dont je me souviens encore, c’est de ceci : au moment où j’ai commencé comme jeune infirmière à l’étage appelé actuellement C3, j’ai eu plusieurs fois l’occasion de rencontrer une collègue enceinte. À l’époque on ne pouvait pas partir tôt en congé de maternité comme maintenant. J’ai donc vu quatre gros ventres lors de ma première semaine. Sœur Lutgarde m’a immédiatement rassurée en me disant que cela n’était pas contagieux et que je n’avais donc rien à craindre. 

 2‐ Cependant, les années ont passé. Décris‐nous un peu l’évolution de la clinique et la tienne.  La clinique s’est modernisée très vite : nouvelle cafeteria, nouveau centre de réadaptation et nouvelles chambres pour patients. Beaucoup de confort a été introduit également pour les patients que pour les infirmières. Je pense ici aux lits électriques et aux lève‐ malades. Où est ce temps‐là ? Je me souviens que nous devions tant nous pencher pour laver les malades car les lits étaient près du sol. Et lorsque nous voulions déplacer un lit, il fallait lui mettre des roulettes spéciales en dessous. Maintenant, c’est quand même beaucoup mieux.  

Interview de Hilde Limbourg

Page 38: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

38

Sur le plan personnel, j’ai connu une évolution importante. J’ai commencé d’abord comme infirmière à l’étage S 3 (C3 actuel) chez sœur Lutgarde qui m’a beaucoup appris car quand je venais de sortir de l’école, il y avait pas mal de techniques d’infirmières que je n’avais pas souvent appliquées et que je maîtrisais mal. Fin 1998, j’ai été mutée à la polyclinique où je m’occupais surtout des consultations d’urologie et de radiologie. Depuis le début de 2008, on me trouve plus au centre de réadaptation où je suis surtout responsable, avec Greet, des soins infirmiers des patients ambulatoires. 

 3‐ Aimes‐tu ton métier et ta carrière et pourquoi ?  J’aime mon métier, j’ai toujours voulu devenir infirmière. Mon choix du métier d’infirmière était fixé depuis longtemps par le fait aussi que j’avais déjà travaillé dans le secteur dans le cadre d’un job de vacance. À l’époque une telle chose était possible, plus maintenant. J’aime mon métier parce que j’aime m’occuper des gens et que la médecine et le nursing me passionnent. J’aime mon métier parce qu’il est varié. Pas un jour ne ressemble à l’autre. L’alternance entre nursing et travail administratif est suffisante. Les contacts nombreux et variés avec les patients et leurs récits font que mon travail est intéressant et passionnant. 

 4‐ Est‐ce que tu as beaucoup appris à Melsbroek ? Si oui, dans quels domaines ? 

 J’ai appris surtout par les patients. Souvent nous nous en faisons pour des bêtises et je pense aux patients ; ils nous apprennent à les relativiser. Quand ça va mal, je pense souvent à eux et à leur courage, à leur volonté et à leurs facultés d’adaptation et alors ça va mieux. J’ai appris la patience. 

 5‐ Tu es encore célibataire. Est‐ce que cela a eu une influence sur toi en tant qu’employée ?  Dans un certain sens oui. Je ne suis jamais pressée de rentrer à la maison et reste facilement à bavarder avec un collègue ou  un patient. On peut aussi me rencontrer fréquemment dans l’hôpital en dehors de mes heures de service.   

Page 39: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

39

6‐ Qu’est‐ce que tu trouves de positif à Melsbroek ? Qu’est‐ce qui pourrait y aller mieux ?  Je trouve important le lien très fort qui nous attache aux patients. Je n’ai nulle part ailleurs eu une telle relation avec les patients. J’ai la sensation d’être dans une grande famille. Il y a sans doute des choses qui pourraient aller mieux, mais je ne peux pas voir lesquelles pour l’instant. Rien n’est parfait et personne n’est parfait !!!  7‐ Maintenant, quelques questions que nous posons souvent : As‐tu des Hobbies et lesquels ?  Lire, faire des mots croisés et faire du sport. Je joue deux fois par semaine au badminton, histoire de me tenir en forme.  Quel est ton plat préféré ? Je suis folle des pâtes. J’en mangerais tous les jours. Rien que d’y penser j’en ai l’eau à la bouche.  Quelle est la plus belle ville pour toi ? Je trouve que Paris est une belle ville parce qu’il y a des choses à ne pas manquer et des quartiers amusants à visiter. Il y a toujours quelque chose à vivre à Paris.  Quel est le coin de nature que tu préfères ? Mon coin de nature préféré n’est pas en Belgique mais en Ecosse notamment les hautes terres parce que la nature y est encore si pure et inviolée. On se sent là‐bas au milieu de nulle part. On peut y jouir en toute tranquillité de la nature.  Si tu pouvais inviter quelqu’un du passé ou de maintenant à une fête et qu’il pouvait y venir, qui inviterais‐tu alors ? Aucune idée. Il y a tellement de gens que je souhaiterais inviter, si bien qu’il m’est difficile de penser à une personne en particulier.  À quelle période de l’histoire aurais‐tu aimé vivre ? Je ne sais pas très bien à quelle période cela correspond, mais à la période des crinolines. Cela me semble avoir été une période amusante.    

Page 40: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

40

   * LES DIFFERENTS STADES DE LA COLERE ... Un professeur de psychologie commence son cours: " Aujourd'hui, nous allons étudier les différents stades de la colère ". Il fait venir un téléphone, compose un numéro au hasard et demande: Bonjour Madame, pourrais-je parler à Jacques, s'il vous plaît ? " Vous faites erreur, il n'y a pas de Jacques à ce numéro " . Il se retourne alors vers les étudiants et dit: " Vous venez d'assister à la phase de mise en condition " Il recompose le numéro, et la dame, un peu agacée, répond: " Je vous l'ai déjà dit qu'il n'y a pas de Jacques ici " Il recommence une bonne dizaine de fois, raccroche après s'être fait insulter par la dame devenue hystérique et s'adresse à son auditoire: " Voici enfin le niveau ultime de la colère ! " Là-dessus, un étudiant lève la main ... " Monsieur, il y a pourtant un stade supérieur ... et pour l' illustrer, il se saisit du téléphone, compose encore une fois le même numéro et dit : " Bonjour Madame, je suis Jacques, y a-t-il eu des massages pour moi ? " * LES VAILLANTS CYCLISTES SONT DE RETOUR ! Un petit jardinier d'un grand hôtel découvre que ses rosiers font plus de dix mètres de haut. Il découvre également des tomates de 40 centimètres de diamètre, des melons de 10 kilos ... Il appelle le directeur et lui dit: - Moi je veux bien que votre hôtel héberge le Tour de France, mais dites aux coureurs d'arrêter de faire leur petite dans le jardin. Pour votre plaisir ... JaM

Nous Rions Bien Trop Peu Souvent ...

Page 41: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

41

LE PETIT OISEAU ET LE MOTARD … Un motard fonçait sur sa Yamaha TRX850 A 120 km/h sur une route déserte … quand il se trouve nez à nez avec un petit oiseau. Il fait tout ce qu'il peut pour éviter la malheureuse petite bête, Mais rien à faire. La collision est inévitable ! Il voit, dans son rétroviseur, le malheureux petit oiseau faire des pirouettes sur le bitume, puis tomber sur le dos, ailes étendues. Pris de remords, il s'arrête et ramasse le petit oiseau inconscient. Il achète une petite cage, Et l'y installe douillettement, Avec un peu de pain et une soucoupe d'eau pour quand le petit oiseau se réveillera. Le lendemain, le petit oiseau se réveille, Voit les barreaux de la cage, Le morceau de pain sec et la soucoupe d'eau… Il se prend la tête entre les ailes et s'exclame: " C'est pas vrai ! J'ai tué le motard et me voilà en prison ! ! ! "   

La cuillère, la tasse ou le sceau.   Durant une visite dans un institut psychiatrique, un visiteur demande au directeur sur quel critère on se base pour déterminer si un patient doit être interné.  Eh bien nous remplissons une baignoire dʹeau, puis nous donnons une cuillère, une tasse et un sceau au patient en lui demandant de vider la baignoire.   Ah, je comprends fit le visiteur. Un homme normal choisira le sceau parce quʹil est plus gros que la cuillère ou la tasse Non répondit le directeur une personne normale retirerait le bouchon. Désirez‐vous une chambre avec vue sur le jardin?                        S.R. 

Page 42: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

42

 

  Présents : Elke De Smet, Karin Leliveld, Patrick De Meyer, Roger Staes, Mau Vanden Eede, André Werelds, Arne Wyckmans, le Docteur Ketelaer,  Mieke De Medts, Gaël Spruyt.  Point n°1. Nous souhaitons la bienvenue à Roger et à Arne dans le groupe dialogue. L’enthousiasme « juvénile » de Arne et le bilinguisme de Roger seront d’un grand secours pour notre groupe. L’apport du groupe dialogue francophone est apprécié également ; les points abordés par eux ont été discutés à la présente réunion et à la réunion qui la précède.  Point n°2. Le docteur Ilsbrouckx a été, comme convenu, invité, encore une fois, à réfléchir à la situation actuelle de la réadaptation ambulatoire et à mettre en lumière d’éventuelles propositions d’amélioration de ce service.  En outre certains défauts connus ou moins connus du fonctionnement du service ambulatoire ont été mis en exergue. À savoir :  2 .1  L’absence d’un thérapeute entraîne souvent que le traitement n’a pas lieu et qu’on n’atteint pas les deux heures et demie de traitements journaliers requises.  Les thérapies de groupe comme la relaxation n’ont souvent pas lieu semble‐t‐il, ce qui à chaque fois semble entraîner que le nombre d’heures requises ne soit pas atteint. Le docteur Ilsbrouckx fait cependant remarquer sur ce point que les deux heures et demie de réadaptation requises peuvent être obtenues par des périodes de thérapie occasionnelles annexes comme les bilans, les permanences médicales, les rendez‐vous auprès du service social, les soins infirmiers courants ou d’urgence, qui ont valeur de thérapie au même titre que les autres.  2.2 En outre, il y a le problème que l’absence ou l’ajout de thérapies ou de consultations n’est pas toujours bien communiqué au patient lorsqu’il arrive au centre. Le plus souvent il y a un papier collé sur la porte du local où elles ont lieu, mais parfois rien n’est indiqué. Parfois deux thérapies ont lieu à la même heure ! Parfois on glisse dans l’oreille des patients : « thérapie comme 

Réunion du groupe Dialogue du 18 juin 2008

Page 43: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

43

d’habitude » alors que ce n’est pas tout à fait le cas. Ce problème semble avoir deux causes. D’une part, des absences inattendues, principalement pour cause de maladie ; celles‐ci sont communiquées au service du personnel et au chef de service, mais non pas au service de planification. Ce manquement vint encore récemment sur la sellette lors de la réunion des chefs de service, où il fut décidé de communiquer illico l’information dont question au planificateur central. Les chefs de services vont essayer dans la mesure du possible de prévoir des remplaçants pour que les traitements aient lieu.   Une autre cause de dysfonctionnement réside dans le fait qu’il existe deux listes de programmes de thérapies. Le centre national est encore toujours occupé à faire la transition avec le système de « booking » du Gasthuisberg ; ce qui signifie qu’il faut apporter des modifications au programme informatique de ce dernier de manière à l’adapter à la spécificité du fonctionnement de la clinique. Petit à petit, ce nouveau programme est mis au point, ce qui fera qu’il ne faudra plus tenir compte de deux listes différentes de programmes de réadaptation.  2.3 Les thérapies commencent habituellement trop tard. Il s’agit rarement de grands retards, mais, de par la réduction du temps de thérapie à 30 minutes, cela signifie que, même dans le cas d’un petit retard, cela représente une grande perte de thérapie. La plupart du temps, le thérapeute n’est pas fautif vu que la pression des horaires de travail ne tient pas compte des imprévus.  Beaucoup de patients préfèrent les périodes de 45 minutes. Le docteur Ilsbroukx signale que la question des 45 minutes est toujours examinée très sérieusement, mais que, pour certains aspects du problème, il n’y a toujours pas de solution. Une grande partie du problème provient de ce que des patients ne peuvent ou ne veulent  recevoir de thérapie que entre 10 et 15 heures, à cause surtout du temps de trajet aller‐retour et de l’organisation de la vie à domicile (les heures des infirmières par exemple).   Les changements d’horaire importants du mois d’avril de l’année dernière constituaient une tentative pour remédier à ceci : ils consistaient à faire commencer beaucoup de patients plus tôt et terminer plus tard, mais il semblerait que la communication à ce sujet n’ait pas été bonne et que certaines choses étaient peu réalisables (ce que le docteur Ilsbroukx reconnaît). Mais, si d’aventure ces horaires « hâtifs » et « tardifs » devaient 

Page 44: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

44

convenir à certains patients, ils peuvent toujours le signaler à l’accueil. Et, de plus, le docteur Ilsbroukx est toujours prêt à accueillir les patients pour examiner avec eux des solutions pour leurs horaires de thérapie.  2.4 Une autre difficulté est que beaucoup de patients se décommandent, ce qui rend la planification plus difficile. Le plus souvent, il ne s’agit pas d’un manque de sérieux de la part du patient en cause, mais, si c’est le cas, il est alors invité à en parler avec le médecin de réadaptation.   2.5 Certains stagiaires et thérapeutes intérimaires ne semblent pas toujours être bien au courant du traitement qu’il convient d’appliquer au patient. Parfois, il s’agit chez le stagiaire d’un manque de connaissance des techniques de réadaptation, mais parfois aussi il s’agit de l’ignorance  du choix des techniques qu’il convient d’appliquer pour un traitement. Il faudrait plus de supervision de la part du kinésithérapeute responsable, ce d’autant plus qu’actuellement on demande aux stagiaires d’être autonomes plus rapidement. La difficulté s’accroît encore si le stagiaire ne maîtrise pas la langue du patient.  2.6 Il n’y a pas que entre le stagiaire et son moniteur que la communication pèche, mais souvent aussi entre les thérapeutes. Par exemple, lors d’un bilan, les divers membres du personnel reposent souvent les mêmes questions au patient. Le docteur Ilsbrouckx espère pouvoir commencer les « sentiers cliniques » des patients externes fin de cette année ou début de l’année prochaine. Ce qui devrait conduire à la résolution de ces deux problèmes.  Point n°3. Beaucoup de patients francophones, mais pas uniquement des francophones, déplorent le départ du docteur Charlier. Ils trouvent que c’est dommage qu’il n’y ait pas eu, à cette occasion, de moment d’adieu officiel, ni de communication de la date de son départ. Le docteur Ilsbrouckx fait remarquer que c’était le souhait de Madame Charlier elle‐même de ne pas ébruiter la date de son départ.  Point n° 4. Installation d’un ordinateur aux unités C1, C2 et C 3, où les patients pourront aller sur le net en dehors des heures du cybercafé.  Point n° 5. L’ascenseur qui relie la cafétéria au jardin n’a pas encore été remplacé. Quid de la sécurité ?  

Page 45: N° 4, 2008

IMSO 2008/3

45

   

III...MMM...SSS...OOO... MMMEEELLLSSSBBBRRROOOEEEKKK CCCaaallleeennndddrrriiieeerrr 222000000888 Samedi 06 septembre Excursion Patients - I.M.S.O.

Samedi 11 octobre Fête aux moules - I.M.S.O.

Mardi 11 novembre Journée des crêpes (Kap. o/d Bos)

Samedi 13 décembre Fête de Noël - Rotary

Vendredi 19 décembre Noël - I.M.S.O.

Page 46: N° 4, 2008

IMSO 2008/ 4 46

SUDOKU N°3

Les résultats seront communiqués dans le prochain numéro.

N°4             

   

Vous pouvez gagner 30 € en nous envoyant la réponse exacte avant

le 20 septembre 2008

. Si plusieurs participants donnent la bonne réponse, le tirage au sort

déterminera le gagnant.

Envoyez votre réponse à Christel Kempeneers, IMSO

Vanheylenstraat 16, 1820 Melsbroek.

  

Page 47: N° 4, 2008

IMSO 2008/ 4 47

        

PUZZLE Français

Page 48: N° 4, 2008

IMSO 2008/ 4 48

---- PUB HENDRIKS

Page 49: N° 4, 2008

IMSO 2008/ 4 49

DRUKKERIJ VAN WILDERODE                         ----- PUB ORTHOPEDIE ½

Page 50: N° 4, 2008

IMSO 2008/ 4 50

Page 51: N° 4, 2008

IMSO 2008/ 4 51

Oplossing puzzel nr. 3 Résultat du puzzle n° 3

Résultat puzzle français Les réponses gagnantes seront communiquées dans le prochain numéro de la Revue.

Page 52: N° 4, 2008

IMSO 2008/ 4 52

Redactieraad / Comité de rédaction : P. BOBER, F. DE KUYSSCHE, Dr. P. KETELAER, Y. LEROY, F. LUYKFASSEEL, A. WERELDS, E. KAP. Redactieadres / Adresse du bureau de rédaction : I.M.S.O. v.z.w. VANHEYLENSTRAAT 16 1820 MELSBROEK TEL. : 02/752.96.00 PATIENTEN/PATIENTS : € 10 FAMILIE EN SYMPATHISANTEN : € 15 FAMILLES ET AMIS STEUNENDE LEDEN/MEMBRES DE SOUTIEN : € 25 DOOR STORTING OF OVERSCHRIJVING OP VOLGEND REKENINGNUMMER/A VERSER OU VIRER AU COMPTE : 310-0452575-59 OP NAAM VAN IMSO/AU NOM D'IMSO GRAAG VERMELDEN : RIJKSREGISTERNUMMER BTW - NUMMER OF GEBOORTEDATUM VEUILLEZ MENTIONNER VOTRE NUMERO DE REGISTRE NATIONAL, NUMERO TVA OU DATE DE NAISSANCE OPMERKING: GIFTEN VAN € 30 OF MEER GEVEN RECHT OP FISCAAL ATTEST. LIDMAATSCHAPSGELD DIENT EXTRA BETAALD TE WORDEN EN GEEFT RECHT OP HET TIJDSCHRIFT. (vb.€ 40 = gift + € 10 lidmaatschap) (voor niet-patiënten € 30 + € 15= € 45) ATTENTION : UNE ATTESTATION FISCALE SERA DELIVREE POUR LES DONS DE € 30 OU PLUS . (p.e. € 30 don+ € 10 = € 40 pour les patients/ € 30 don+ € 15 = € 45 pour les autres) LA COTISATION A VERSER EN SUPPLEMENT DONNE DROIT A L'ABONNEMENT DE LA REVUE. TARIEF RECLAME / TARIF PUBLICITAIRE : 1/2 BLZ./PAGE : € 125 PER NUMMER/PAR NUMERO OF € 750 PER JAAR/PAR AN 1/1 BLZ./PAGE : € 250 PER NUMMER/PAR NUMERO OF/OU € 1500 EURO PER JAAR/PAR AN VOOR ALLERLEI INLICHTINGEN IN VERBAND MET LIDMAATSCHAPSGELDEN, AANKONDIGINGEN, RECLAME : NEEM CONTACT OP MET ONZE REDACTIE. POUR TOUT RENSEIGNEMENT A PROPOS DES COTISATIONS, ANNONCES OU PUBLICITES, VEUILLEZ VOUS ADRESSER A NOTRE SECRETARIAT.