Mafestival 2011testaMent

MoMentuM iiutopia :: 47

agenda

MagaZine du RÉseau tRansfRontalieR pouR la pRoMotion de la MusiQue ClassiQue et ConteMpoRaineN°2 Juin 2011 www.muzemuse.eu

MagaZine gRensoveRsCHRiJdend netWeRK vooR KlassieKe en Hedendaags KlassieKe MuZieKN°2 Juni 2011 www.muzemuse.eu

De vijf partners uit de grensoverschrijdende regio

West-Vlaanderen – Nord-Pas de Calais hebben u on-

getwijfeld een boeiend cultureel voorjaar bezorgd. We

kijken met grote fierheid terug op de wereldcreatie van

La Métamorphose van Michaël Lévinas in de Opéra de

Lille, meteen ook het eerste Momentum in het MuzeMuse

netwerk. Deze opera werd door een ruim en internatio-

naal publiek zeer enthousiast onthaald.

Ook de zomer kondigt zich veelbelovend aan. MAfestival

Brugge (5 – 13 augustus 2011) heeft als centraal thema

Testament – Lofzang op het leven en de dood. MAfestival

stelt als Momentum II het project Utopia :: 47 voor, een mu-

ziektheaterproject dat oude en nieuwe muziek met elkaar

verzoent. U leest er alles over in dit magazine.

Het grensoverschrijdend netwerk MuzeMuse wil u via di-

verse kanalen beter informeren over het culturele leven

in de regio. Naast dit magazine kunt u ook de laatste

nieuwtjes ontdekken op de website en via de nieuws-

brief. MuzeMuse komt ook naar u toe, met een Muze-

Muse Mobiel die van stad naar stad trekt.

We hopen alvast dat u als cultuurliefhebber met vol-

le teugen kunt genieten van het interessante culturele

aanbod dat onze regio rijk is.

Les cinq partenaires de la région transfrontalière Flandre

occidentale - Nord-Pas de Calais vous ont sans aucun

doute fait vivre un printemps culturel passionnant. Nous

ne sommes pas peu fiers du retentissement de la créa-

tion mondiale de La Métamorphose de Michaël Lévinas

à l’Opéra de Lille, premier ‘Momentum’ du réseau Muze-

Muse. Cet opéra a été accueilli avec grand enthousiasme

par un large public international.

L’été à venir s’annonce tout aussi prometteur. Ainsi le

MAfestival Brugge du 5 au 13 août 2011 a-t-il choisi pour

thème le Testament - Hymne à la vie et à la mort, tout

en glissant dans son programme la production Utopia ::

47 comme ‘Momentum’. Dans les pages de ce magazine,

vous découvrirez la génèse de ce spectacle embrassant

les musiques ancienne et nouvelle.

Le projet transfrontalier MuzeMuse se propose de mieux

vous informer sur la vie culturelle de la région, par le

biais de divers canaux. Vous êtes donc cordialement in-

vités à suivre l’actualité sur le site www.muzemuse.eu ou

à vous inscrire à la Newsletter. MuzeMuse se dirige aussi

vers vous avec sa MuzeMuse Mobile qui se rend de ville

en ville pour faire connaître les différents partenaires de

notre réseau.

02INHOUD SOMMAIRE

03EDITO

Photo de couverture: Cristina Zavalloni © Maki Galimberti

Impression : Roularta

Graphisme : www.gutzandglory.be

Rédaction : Tomas Bisschop, Klaas Coulembier, Erik Heijerman,

Ine Lobelle, Elise Simoens

Coordination : Tomas Bisschop, Joost Fonteyne, Jean-Michel Le-

jeune, Matthieu Rietzler, Jeroen Vanacker, Katrien Van Eeckhoutte

Traduction : Michel Perquy, sarl KALAMOS Communications

www.muzemuse.eu

Omslagfoto: Cristina Zavalloni © Maki Galimberti

Druk: Roularta

Vormgeving: www.gutzandglory.be

Redactie: Tomas Bisschop, Klaas Coulembier, Erik Heijerman,

Ine Lobelle, Elise Simoens

Coördinatie: Tomas Bisschop, Joost Fonteyne, Jean-Michel Le-

jeune, Matthieu Rietzler, Jeroen Vanacker, Katrien Van Eeckhoutte

Vertaling: Michel Perquy, bvba KALAMOS Communications

www.muzemuse.eu

nl MuzeMuse: grensoverschrijdend netwerk voor klassieke en hedendaags klassieke muziek

fR MuzeMuse : réseau transfrontalier pour la promotion de la musique classique et contemporaine

éDITO p.03

MUZEMUSE C’EST ... p.04

RéTROSPECTIVE MOMENTUM I

OPéRA DE lIllE p.06

MOMENTUM II : UTOPIA :: 47 p.07

› Introduction p.07

› La musique ancienne est bien vivante ! p.09

› Musique d’adieu et de mort p.12

› Théâtre musical présenté lors du MAfestival Brugge p.14

› Biographies de Schütz, Sleichim, d’Haeseleer p.15

› Interview d’Haeseleer, Sleichim p.20

l’ACTUAlITé DU RéSEAU p.22

› Concertgebouw Brugge p.22

› Théâtre d’Arras p.24

› Opéra de Lille p.26

› Festival van Vlaanderen Kortrijk p.28

INfO & AGENDA p.30

EDITO p.03

MUZEMUSE IS... p.04

TERUGBlIK MOMENTUM I

OPéRA DE lIllE p.05

MOMENTUM II : UTOPIA :: 47 p.07

› Inleiding p.07

› Oude muziek leeft! p.08

› Muziek van afscheid en dood p.10

› Muziektheaterproductie tijdens MAfestival Brugge p.14

› Biografieën van Schütz, Sleichim, d’Haeseleer p.15

› Interview d’Haeseleer, Sleichim p.18

AANBOD IN DE REGIO p.22

› Concertgebouw Brugge p.22

› Théâtre d’Arras p.24

› Opéra de Lille p.26

› Festival van Vlaanderen Kortrijk p.28

INfO & AGENDA p.30

fR nl

5 MoMentuMsElke partner staat telkens een tijd lang in de MuzeMuse-

spotlights. Het eerste Momentum vond plaats in de Opé-

ra de Lille (zie p.5). Monumentum II plaatst Utopia :: 47

centraal, een werk dat door BL!NDMAN gecreëerd werd in

opdracht van MAfestival Brugge (zie vanaf p.7)

MuZeMuse MagaZineDe lancering van MuzeMuse brengt ook een nieuw ma-

gazine met zich mee. Schrijf u in op het magazine op

info@muzemuse.eu.

MuZeMuse WeBsite en e-ZineHet MuzeMuse E-zine vormt samen met de website en

het magazine de perfecte aanvulling om van de meest

recente ontwikkelingen en projecten op de hoogte te

blijven. Surf naar www.muzemuse.eu en teken in op de

nieuwsbrief.

MuZeMuse MoBielDe MuzeMuse Mobiel trekt door heel West-Vlaanderen

en Noord-Frankrijk. Informeer u in een sfeervolle setting

over de laatste activiteiten in het MuzeMuse netwerk.

5 MoMentuMsChacun des partenaires est tour à tour placé sous les

feux de la rampe par MuzeMuse. Le premier Momen-

tum a pris place dans la programmation de l’Opéra de

Lille (voir p.5). Utopia :: 47 est le Momentum suivant.

Cette production de BL!NDMAN sera présentée durant le

MAfestival Brugge (voir à partir de la p.7)

MuZeMuse MagaZineLe lancement de MuzeMuse, s’accompagne de la pa-

rution d’un nouveau magazine. Inscrivez-vous sur

info@muzemuse.eu pour vous abonner.

MuZeMuse page WeB et e-ZineOffre un complément d’information qui vous permet de

vous tenir au courant des derniers développements des

différents projets en cours. Surfez sur www.muzemuse.eu

et abonnez-vous à la newsletter.

MuZeMuse MoBileLa MuzeMuse Mobile parcourt toute la Flandre Occiden-

tale et le Nord de la France. Dans une ambiance ludique

et animée, vous recevrez les dernières informations sur

les activités du réseau MuzeMuse.

nl MuZeMuse is...

fR MuZeMuse C’est ...

'La Métamorphose', opera vanMichaël Levinas - Wereldpremière

Tussen 7 en 15 maart jl., zorgde de wereldpremière van

La Métamorphose van Michaël Levinas op tekst van Franz

Kafka voor hét hoogtepunt van het seizoen 2010-2011 in

de Opéra de Lille. Los van iedere bestaande school of

beperking, plaatst Levinas de verhouding tekst-muziek

centraal in zijn werk. Samen met zijn collega’s van het

IRCAM en het Ensemble Ictus, de dramaturg Valère No-

varina, de regisseur Stanislas Nordey en het hele artis-

tieke team van deze productie heeft hij zich verdiept in

Kafka’s novelle om er de lyrische en vocale rijkdom van

te onthullen. Met vijf uitverkochte zalen (samen goed

voor meer dan 5000 toeschouwers) mocht deze nieuwe

creatie zowel bij publiek als critici op veel bijval rekenen.

“Natuurlijk is het even wennen aan de specifieke taal

waarin de verfijning van de vertolkers – zowel zangers

als instrumentisten – samengevoegd wordt met het ge-

raffineerde elektro-akoestische aspect (...), maar er is

wel degelijk emotie aanwezig. Die gaat zelfs domineren.”

la libre Belgique

“Er was wel lef nodig (…) En wat de partituur ons voor-

schotelt, is boeiend.” le figaro

“Een heel geslaagd werk (...), zowel scenisch als muzikaal.”

la Voix du Nord

“Intelligent en trouw aan de geest van de tekst (…) een

fascinerende klankbel.” 20 Minutes

“De compositie bevat polyfone passages van een oprecht

dramatische schoonheid.” liberté Hebdo

“Een heel sterk werk, coherent en voldragen, dat evenzeer

pakt als het vragen oproept.” forumopera.com

“Het Brusselse ensemble Ictus is opmerkelijk, zoals het -

bijgestaan door een indrukwekkend arsenaal aan informa-

ticamiddelen - ruist, gromt en ademt als een volwaardig

personage.” Anaclase.com

05TERUGBlIK

MOMENTUM IOPéRA DE lIllE

nl

Momentum i: een terugblik

©Frédéric Iovino

Présentée du 7 au 15 mars, la création mondiale de La

Métamorphose, opéra de Michaël Levinas d’après Kafka,

a constitué le point culminant de la saison 2010-2011

de l’Opéra de Lille. Libre de toute école ou de tout mot

d’ordre, Michaël Levinas place au cœur de sa composi-

tion la problématique texte-musique. Avec ses complices

de l’Ircam et de l’ensemble Ictus, le dramaturge Valère

Novarina, le metteur en scène Stanislas Nordey et toute

l’équipe artistique de cette production, il s’est emparé

de la nouvelle de Kafka pour en révéler toute la vocalité

lyrique. Donnée 5 fois à guichets fermés (plus de 5 000

spectateurs), cette création a connu un très grand succès

public et critique.

« Il y a bien sûr une grammaire sonore à apprivoiser, où

le raffinement des interprètes – chanteurs et musiciens –

s’articule à la sophistication de l’électro-acoustique (…),

mais l’émotion circule et s’impose. » la libre Belgique

« Il fallait oser (…) Et ce que nous donne à entendre la par-

tition est assez passionnant. » le figaro

« Une belle réussite (…), grande force scénique autant que

musicale. » la Voix du Nord

« Intelligent et fidèle à l’esprit du texte (…) une bulle sonore

fascinante.» 20 Minutes

« La composition musicale révèle des passages polypho-

niques d’une réelle beauté dramatique. » liberté Hebdo

« Une œuvre forte, cohérente, et très aboutie, qui étreint

autant qu’elle interroge. » forumopera.com

« L’ensemble bruxellois, Ictus, est remarquable, bruissant,

grondant, respirant comme un personnage à part entière,

tel un mille-pattes, enrichi d’un impressionnant matériau

informatique.» Anaclase.com

06

07MOMENTUM II

©Frédéric Iovino

'La Métamorphose', opéra de Michaël Levinas - Création mondiale fR

fR

Momentum i: vue rétrospective

Mafestival BRuggeutopia :: 47

Van p.8 tot p.21 zoomen we in op Utopia :: 47, een gloed-

nieuwe muzikale passie die oude (Heinrich Schütz) en

nieuwe muziek (Eric Sleichim) met elkaar verzoent.

Kurt d’Haeseleer zorgt voor de visuele invulling.

De la p.8 à 21, nous faisons un zoom sur Utopia :: 47, une

passion musicale qui embrasse les musiques ancienne

(Heinrich Schütz) et contemporaine (Eric Sleichim).

Kurt d’Haeseleer se penche sur la partie visuelle.

nl

2011 © Kurt d’Haeseleer

08

MAfestival Brugge stond zowat een halve eeuw geleden

mee aan de wieg van de ontwikkeling en verspreiding

van de zogenaamde historische uitvoeringspraktijk; het

uitvoeren van repertoire uit de zeventiende en achttien-

de eeuw op historische instrumenten, gecombineerd met

het streven naar een adequate speelwijze, gebaseerd op

correcte historische bronnen. Intussen is deze kritische,

stijlbewuste uitvoering van muziek uit het verleden door-

gedrongen tot de dagelijkse concertpraktijk.

Maar heeft deze benadering van muziek anno 2011 nog

een meerwaarde? En is er binnen deze context nog vol-

doende ruimte voor creativiteit?

Tijdens MAfestival Brugge kan u alvast meer ontdekken

dan een selectie hoogstaande concerten binnen een be-

paalde thematiek. MAfestival Brugge wil immers ook zelf

nieuwe elementen toevoegen aan het rijke debat van oude

muziek. Daarbij is aandacht voor de hedendaagse context

essentieel. Musici en kunstenaars worden uitgedaagd om

te experimenteren met oude en/of actuele muziek, om te

zoeken naar zinvolle verbanden tussen vroeger en nu, met

de historische uitvoeringspraktijk als inzet. Dit is inspire-

rend voor de kunstenaar of musicus, maar ook voor de

luisteraar. De toehoorder krijgt enerzijds de kans om zijn

blik te verruimen en iets nieuws te ontdekken, anderzijds

zorgen deze nieuwe elementen misschien ook wel voor

nieuwe inzichten over het verleden.

Zo brengt Compagnie Bischoff op 6 augustus 2011 een

voorstelling met de Mattheuspassie van Heinrich Schütz

als uitgangspunt. Geluidskunstenaar Wouter Snoei geeft

een modern commentaar op een klassieker. Op 8 augus-

tus 2011 creëren videaste Anouk De Clercq en geluids-

kunstenaar Anton Aeki een hedendaags decor bij de uit-

voering op pianoforte van Die Sieben Letzten Worte van

Joseph Haydn. Ook de nieuwe productie van BL!NDMAN,

Utopia :: 47 past perfect binnen deze filosofie.

Hoe kan ‘oude muziek’ vandaag de dag actueel zijn? Een beschouwing van Tomas Bisschop, directeur MAfestival Brugge.

oude muziek leeft!la musique ancienne est bien vivante !

Comment la ‘musique ancienne’ peut-elle être actuelle aujourd’hui?Une réflexion de Tomas Bisschop, directeur du MAfestival Brugge.

Il y a un demi-siècle que le MAfestival Brugge participait

aux prémices du développement et de la diffusion de

la pratique musicale historique, c’est-à-dire l’exécution

d’œuvres des XVIIe et XVIIIe siècles sur des instruments

historiques, combinée avec des recherches sur une façon

de jouer adéquate, basée sur des sources fiables. Depuis,

cette approche critique et soucieuse du style de la mu-

sique du passé s’est imposée dans la pratique musicale

quotidienne.

Mais cette démarche garde-t-elle tout son sens en 2011 ?

Ce contexte offre-t-il encore suffisamment de créativité ?

Le MAfestival Brugge permet de découvrir davantage

qu’une sélection de concerts haut de gamme autour

d’un thème choisi. Le MAfestival se propose d’apporter

de nouveaux éléments au débat déjà très riche sur la

musique ancienne, notamment en insistant sur le con-

texte contemporain. Musiciens et autres artistes se voient

invités à poursuivre leurs expériences avec de la musi-

que ancienne ou actuelle, et à rechercher les liens entre

passé et présent avec comme enjeu l'exécution histori-

que, susceptible d’inspirer autant l’artiste ou le musicien

que l’auditeur. Alors qu’il y a pour le public des opportu-

nités d'élargir son horizon et de découvrir du neuf, ces

éléments suscitent peut-être aussi de nouvelles façons

de comprendre le passé.

La Compagnie Bischoff propose le 6 août 2011 une re-

présentation la Passion selon Saint-Matthieu de Hein-

rich Schütz comme entrée en matière. L’artiste sonore

Wouter Snoei donne un commentaire moderne sur un

classique. Le 8 août 2011, la vidéaste Anouk De Clercq et

l’artiste sonore Anton Aeki créent un décor contemporain

pour l’interprétation sur pianoforte des Sept dernières

paroles de Joseph Haydn. De même, la nouvelle produc-

tion de BL!NDMAN, Utopia :: 47 s’adapte parfaitement à

cette philosophie.

09

fR nl

MOMENTUM II

MAfestival Brugge © Wim Valcke

MAfestival Brugge © Wim Valcke

10

nl

Muziek van afscheid en doodMuziekfilosoof Erik Heijerman gaat dieper in op de festivalthematiek van MAfestival 2011.

Muziek heeft van oudsher een belangrijke rol gespeeld

in de emotionele vormgeving van de existentiële thema’s

van het leven. Muziek boort in ons een diepere emotio-

nele laag aan, diepe gevoelens die niet meer met woor-

den uit te drukken zijn maar die zich wel weerspiegeld

weten in muziek. Dat geldt ook voor de thema’s afscheid

en dood, die tijdens MAfestival 2011 centraal staan.

Requiem aeternamHet requiem, de mis voor de overledene, ontstond in de

rooms-katholieke kerk binnen de gregoriaanse traditie. De

vroegst overgeleverde meerstemmige zetting van deze

dodenmis is van de hand van Johannes Ockeghem (laat-

ste helft vijftiende eeuw). In het Concilie van Trente (1545-

1563) werd de tekst vastgelegd die we nu nog altijd ge-

bruiken en het aantal requiems dat sindsdien geschreven

werd, overtreft de 2000. MAfestival Brugge en Concertge-

bouw Brugge presenteren doorheen het seizoen 2011-2012

een bloemlezing van dit intrigerende genre.

tombeauOok in de instrumentale muziek zijn er talloze verwijzin-

gen naar afscheid en dood.

De tombeau is een interessant muzikaal genre dat zijn

hoogtepunt kende in het zeventiende-eeuwse Frankrijk.

Van deze ‘muzikale grafstenen’ zijn er meer dan zestig

overgeleverd, voor luit, viola da gamba en klavecimbel.

Opmerkelijk zijn de soms letterlijke verwijzingen naar de

dood: herhaalde noten verwijzen naar het kloppen van

de dood op de deur, en dalende of stijgende melodische

lijnen representeren het afdalen in het dodenrijk of het

opstijgen ten hemel, zoals schitterend weergegeven in

Frobergers Tombeau, fait à Paris sur la mort de Monsieur

Blancrocher, respectievelijk zijn Lamento op de dood van

koning Ferdinand IV, waar de laatste stijgende toonlad-

der in de autograaf veelzeggend eindigt in een tekening

van wolken, lichtstralen uit de hemel en engelenkopjes.

Minder concreet, maar daarom niet minder veelzeggend,

zijn de cellosuites van J.S. Bach. De suite, een opeenvol-

ging van dansen, evolueert bij Bach naar een uitgepuurd,

abstract genre, waarbij de musicus én de luisteraar unie-

ke emoties van melancholie en troost ervaren.

Niet alleen binnen de religieuze tradities, maar ook bin-

nen een profane context ontdekken we een schitterend

repertoire geïnspireerd op leven en dood. Voorbeelden

hiervan zijn wereldse liederen als Ye sacred Muses van

William Byrd bij de dood van Thomas Tallis (‘Tallis is dead,

and Music dies’), de aangrijpende Funeral Sentences van

Purcell voor de begrafenis van Queen Mary en de hart-

verscheurende aria van Farnace over zijn gestorven

zoon uit de gelijknamige opera van Vivaldi.

Veel droevige muziek dus, tijdens dit festival. Dat brengt

ons bij een interessante filosofische vraag: waarom be-

luisteren we muziek die ons droevig maakt? Die vraag

speelde al voor Aristoteles, die het zich afvroeg met be-

trekking tot het bekijken van tragedies. Zijn antwoord

was dat we door het ondergaan van emoties als angst,

verdriet, medelijden en melancholie een emotionele zui-

vering ondergaan, de catharsis. Geldt dat ook niet voor

de muziek?

Muziek helpt ons vorm te geven aan ons verdriet om de

dood, zij kan ons troosten. Daarbij komt ook nog eens

dat droevige muziek vaak de mooiste muziek is. Ook wie

niet droevig is kan daarom genieten. Dan word je niet

tot, maar door droefheid geroerd. En dat behoort tot de

mooiste ervaringen in het leven.

Inleiding op het festival door Erik Heijerman, 7/8.

Integrale cellosuites – J.S. Bach, Roel Dieltiens, 10/8.

for Queen Mary – Treurmuziek van Purcell, Canto lX, 10/8.

Tombeau – De beste klaviermuziek uit de zeventiende

eeuw, Christophe Rousset, 11/8.

Requiem – Dodenverering in Salzburg omstreeks 1700,

Ars Antiqua Austria, 13/8.

11

MOMENTUM II

Gunar Letzbor © Melcak

Christophe Rousset © Éric Larrayadieu

fR

13

Musique d’adieu et de mortErik Heijerman, philosophe de la musique, se penche sur la thématique du MAfestival 2011.

Depuis toujours, la musique joue un rôle essentiel dans la

mise en forme émotive des grands thèmes existentiels de

la vie. La musique atteint en effet en nous des sentiments

si profonds qu’il n’existe plus vraiment de mots pour les

exprimer. Seule la musique les reflètent. Cela vaut parti-

culièrement pour les thèmes d’adieu et de mort, placés

au cœur du MAfestival 2011.

Requiem aeternamLe requiem - messe des morts - fait son apparition dans

le rite catholique dans la tradition grégorienne. La plus

ancienne mise en polyphonie de la messe des morts,

parvenue jusqu’à nous, est celle de Johannes Ockeghem

(deuxième moitié du XVe siècle). Le Concile de Trente

(1545-1563) fixa le texte que nous utilisons encore au-

jourd’hui et depuis, plus de 2000 requiems ont été écrits.

Le MAfestival Brugge et le Concertgebouw Brugge, pré-

senteront lors de la saison 2011 – 2012, un florilège de ce

genre très particulier.

tombeauDans la musique instrumentale, nous trouvons également

de nombreuses références à la mort ou au thème de

l’adieu. Le tombeau est un genre musical fascinant qui a

connu son point culminant dans la France du XVIIe siècle.

Plus de soixante de ces ‘pierres tombales musicales’ sont

arrivées jusqu’à nous, pour luth, théorbe, guitare ba-

roque, viole de gambe et clavecin. Les allusions littérales

à la mort apparaissent parfois de façon tout à fait remar-

quable : les notes répétées, représentation de la mort qui

vient frapper à la porte du mourant, ou des lignes mé-

lodiques ascendantes ou descendantes, représentant la

descente au royaume des morts ou au contraire l’ascen-

sion au ciel. On en trouve de merveilleux exemples dans

le Tombeau fait à Paris sur la mort de Monsieur Blancro-

cher avec son Lamento sopra la dolorosa perdita della

Real Mstà de Ferdinando IV, Rè de Romani où la dernière

gamme ascendante dans l’autographe débouche de fa-

çon significative en un dessin de nuages, de rayons lumi-

neux dans le ciel et de têtes d’angelots. Les suites pour

violoncelle seul de J.S. Bach offrent un exemple de prime

abord moins évident, mais d’une puissance d’évocation

d’autant plus forte. La suite, succession de danses, évolue

chez Bach vers un raffinement du genre, une abstraction

qui induit tant chez le musicien que chez l’auditeur, une

mélancolie et une compassion inégalées.

Non seulement dans les traditions religieuses, mais aussi

dans le contexte de la musique profane, nous découvrons

un répertoire remarquable, inspiré des thèmes de la vie

et de la mort. L’exemple qu’offre Ye sacred Muses, chan-

son profane de William Byrd à la mort de Thomas Tal-

lis 'Tallis is dead, and Music dies', les saisissantes Funeral

Sentences de Purcell pour l’enterrement de Queen Mary,

l’air à fendre l’âme que chante Farnace sur son fils mort

dans l’opéra de Vivaldi du même nom sont significatifs.

Ce festival déborde donc de musique triste. Ceci soulève

la question philosophique de savoir pourquoi on écoute

de la musique triste si le seul effet en est de devenir triste

soi-même. Déjà, Aristote s’intéressait à la question mais

MOMENTUM II

plus précisément concernant la tragédie. Sa réponse a

été qu’en vivant des émotions telles que la peur, le cha-

grin, la compassion et la mélancolie, nous subissons une

purification émotive, une catharsis. Cela vaudrait-il aussi

pour la musique ?

La musique nous aide à formaliser notre chagrin provo-

qué par la mort, elle est en mesure de nous consoler. La

musique triste est de plus souvent la plus belle, ce qui fait

qu’on peut en jouir sans être triste soi-même. Elle nous

touche alors par sa tristesse sans nous plonger dans la

tristesse. Et cela fait sans doute partie des plus belles

expériences de la vie.

Intégrale des suites pour violoncelle - J.S. Bach,

Roel Dieltiens, 10/8.

for Queen Mary - Musique funèbre de Purcell, Canto lX, 10/8.

Tombeau - la meilleure musique pour clavier du XVIIe

siècle, Christophe Rousset, 11/8.

Requiem - le culte des morts à Salzbourg vers 1700, Ars

Antiqua Austria, 13/8.

Roel Dieltiens © Merlijn Doomernik

Canto Lx © Isabella Finzi

14was een van de spilfiguren van het zeventiende-eeuwse

Duitse muziekleven. Zijn oeuvre biedt ons een overzicht

van zowat alle toenmalige vocale genres. Al schreef hij

ook enkele wereldlijke werken, toch was het vooral met

zijn religieuze muziek dat hij een internationale reputatie

verwierf. De Cantiones sacrae (1625), de Kleine geistliche

Konzerte (1636, 1639) en de

Psalmen Davids (1619) be-

horen tot zijn absolute top-

werken.

Tot Schütz’ grootste ver-

diensten behoort dat hij -

samen met zijn tijdgenoten

Samuel Scheidt en Johann

Schein - de nieuwe Italiaan-

15

Schütz © Christoph Spetner

MOMENTUM II

Utopia :: 47 se déroule sur plusieurs siècles : de 1647, la

dernière année de la Guerre de Trente ans qui a entraîné

une grande partie de l’Europe dans un conflit religieux

particulièrement sanglant, à 2047, la dernière année d’un

futur conflit mondial de trente ans qui aura conduit la ci-

vilisation humaine au bord de l’abîme. Le point de départ

de la première partie est la musique sacrée composée

par Heinrich Schütz (1585-1672) pendant la Guerre de

Trente ans. La seconde partie, nouvellement créée par

Eric Sleichim, s’interroge non seulement sur le monde

d’aujourd’hui mais également sur le rôle de la ‘musique

ancienne’.

BL!NDMAN [sax & vox], Eric Sleichim (mise en scène, mu-

sique et scénographie), Kurt d’Haeseleer (vidéo), Max Bruc-

kert (électronique), Erwin Jans, Jan Vandenhouwe (drama-

turgie), Cristina Zavalloni (mezzo-soprano)

Utopia :: 47 est une production de Muziektheater Transparant

& BL!NDMAN à la demande du MAfestival et du KlaraFestival

en coproduction avec de Singel et avec la collaboration du

Concertgebouw Brugge, Kaaitheater et Grame/Lyon.

Utopia :: 47 – Au MAfestival Brugge,

les 11 et 12 août au Concertgebouw.

Utopia :: 47 omspant vele eeuwen. Van 1647, het laat-

ste jaar van de Dertigjarige Oorlog die grote delen van

Europa meesleepte in een bloedig religieus conflict, tot

2047, het laatste jaar van een toekomstig dertigjarig we-

reldconflict dat de menselijke beschaving aan de rand

van de afgrond brengt. Utopia :: 47 is een muzikale pas-

sie in twee delen. Het uitgangspunt van het eerste deel

is de geestelijke muziek die Heinrich Schütz (1585-1672)

tijdens de Dertigjarige Oorlog componeerde. Het tweede

deel, nieuw gecreëerd door Eric Sleichim, stelt niet en-

kel de wereld van vandaag, maar ook de functie van de

’oude muziek’ in vraag.

BL!NDMAN [sax & vox] Eric Sleichim (regie, muziek en

scenografie), Kurt d’Haeseleer (video), Max Bruckert

(electronica), Erwin Jans, Jan Vandenhouwe (dramatur-

gie), Cristina Zavalloni (mezzo-sopraan)

Utopia :: 47 is een productie van Muziektheater Transpa-

rant & BL!NDMAN, in opdracht van MAfestival en Klara-

Festival, in coproductie met deSingel, m.m.v. Concertge-

bouw Brugge, Kaaitheater, Grame/Lyon.

Utopia :: 47 – Tijdens MAfestival Brugge,

op 11 en 12 augustus in het Concertgebouw.

MoMentuM iiutopia :: 47

fR nl Muziektheaterproductie tijdens Mafestival Brugge

théâtre musical présenté lors du Mafestival Brugge

fR Heinrich schütz (1585-1672)

a été une des figures clés de la vie musicale allemande au XVIIe siècle. Son œuvre

présente en effet un aperçu de tous les genres vocaux de l’époque. Et même s’il a aussi

composé quelques œuvres profanes, c’est sa musique religieuse qui lui a valu une cé-

lébrité internationale. Parmi ses plus grands chefs-d’œuvre, citons les Cantiones sacrae

(1625), Kleine geistliche Konzerte (1636, 1639) et Psalmen Davids (1619).

Un des grands mérites de Schütz a été d’introduire – avec ses contemporains Samuel

Scheidt et Johann Schein – le nouveau style italien en Allemagne. Il est vrai qu’avant de

devenir maître de chapelle à Dresde, Schütz avait étudié auprès de Giovanni Gabrieli

à Venise.

L’œuvre de Schütz est un modèle de diversité. De son Il primo libro de madrigali (1611),

par exemple, il apparaît qu’il a très bien étudié la musique de Monteverdi, mais chez lui,

le dramatique très poussé de cette musique va de pair avec une écriture harmonique

très hardie. Dans ses Cantiones sacrae Schütz illustre bien sa maîtrise des anciennes

techniques contrapunctiques. De ce point de vue, il s’inscrit dans une tradition qui re-

monte jusqu’à Roland de Lassus.

se stijl in Duitsland introduceerde. Schütz had dan ook bij

Giovianni Gabrieli in Venetië gestudeerd alvorens aan de

slag te gaan als kapelmeester in Dresden.

Qua stijl is het oeuvre van Schütz een toonbeeld van di-

versiteit. Uit zijn Il primo libro de madrigali (1611) blijkt

hoe goed hij wel geluisterd had naar de muziek van

Monteverdi. De verregaande dramatiek van deze muziek

gaat gepaard met een wel erg gewaagde harmonische

schrijfwijze. In zijn Cantiones Sacrae toont Schütz dan

weer dat hij ook de oude contrapuntische technieken

goed onder de knie had. Op dat vlak breit Schütz een

vervolg aan de traditie die nog voortkwam van Orlandus

Lassus.

nl Heinrich schütz (1585-1672)

© Mich Leemans

16 fR eric sleichim (1958)

s’est fait une réputation en fondant dans les années 1980

avec Thierry De Mey, Peter Vermeersch et Walter Hus le

groupe ‘Maximalist!’. En 1988, Sleichim a créé le quatuor

de saxophones BL!NDMAN en vue de développer de nou-

velles techniques de jeu et d’élargir ainsi sensiblement

le répertoire pour cet instrument. Vingt ans plus tard, les

jeunes quatuors BL!NDMAN [drums], BL!NDMAN [vox] et

BL!NDMAN [strings] ont rejoint le projet.

La renommée internationale d’Eric Sleichim en tant que

compositeur et saxophoniste lui vient de sa manière très

personnelle d’aborder son instrument : outre des quali-

tés tonales de l’instrument, il fait également usage de

ressorts grinçants, du bruit des clés et de sons occlusifs

et gutturaux. Par ailleurs, Sleichim favorise volontiers le

contact avec d’autres disciplines artistiques. C’est ainsi

qu’à côté des chorégraphes, il aime travailler avec des

créateurs de théâtre. Ainsi a-t-il réalisé entre autres pour

Jan Fabre la partition électroacoustique pour l’installa-

tion-vidéo/performance Angel of Death et écrit la mu-

sique pour L’histoire des Larmes, le spectacle d’ouver-

ture du Festival d’Avignon 2005.

Dans sa quête des possibilités inexplorées du saxophone,

Eric Sleichim traverse toutes les époques tout en se

concentrant au tournant du XXIe siècle sur la musique

ancienne. Son BL!NDMAN plays Bach (1999) notamment

a remporté un très large succès, mais cet intérêt pour

la musique ancienne n’empêche nullement que l’électro-

nique aussi occupe le devant de la scène dans la mu-

sique de Sleichim.

fR Kurt d’Haeseleer (1974)

est depuis 2010 directeur artistique de Werktank, une

maison de production pour les arts médiatiques dans le

Brabant flamand. Mais d’Haeseleer est d’abord lui-même

vidéaste et producteur de vidéos et d’installations (in-

teractives). L’œuvre de d’Haeseleer s’oriente sur la vi-

sualisation et la symbolisation de la dynamique du tra-

fic d’informations et de données à l’époque des câbles

à fibre optique, des ordinateurs et autres modems. Il

enquête sur l’impact physique et urbanistique de la vi-

tesse et transpose la toute-présence des médias en mé-

ta-images. Les ‘effets spéciaux’ jouent un rôle important

dans cette œuvre qui, se situant souvent aux croisements

de la peinture, du clip vidéo, du cinéma et de la perfor-

mance, se qualifie peut-être le mieux comme ‘drame ou

soap pixel’.

d’Haeseleer se produit aussi régulièrement comme sty-

liste vidéo pour le théâtre, la danse ou l’opéra tout en

créant en plus ses propres représentations. Il a créé le

design vidéo pour le cycle du Ring de Guy Cassiers à

la Scala de Milan et a collaboré entre autres avec Ictus,

Georges Aperghis, Transparant, Kollectif Barakha, Isa-

bella Soupart, Joji Inc, TUK, et Köhn. Il a également déjà

travaillé avec BL!NDMAN en filmant S*CKMYP (Bruxelles

2000 capitale culturelle européenne).

Remerciements à Kurt d’Haeseleer et BL!NDMAN.

MOMENTUM II

d’Haeseleer © Bérengère Bodin

nl eric sleichim (1958)

vestigde zijn reputatie toen hij in de jaren 1980 samen

met Thierry De Mey, Peter Vermeersch en Walter Hus

de groep ‘Maximalist!’ oprichtte. In 1988 riep Sleichim

BL!NDMAN in het leven, een saxofoonkwartet dat nieuwe

speeltechnieken ontwikkelt en het repertoire voor het

instrument gevoelig aanvult. In 2008 werd BL!NDMAN

uitgebreid met de jonge kwartetten BL!NDMAN [drums],

BL!NDMAN [vox] en BL!NDMAN [strings].

Als componist-saxofonist verwierf Sleichim internatio-

nale faam door de zeer eigenzinnige manier waarop

hij de saxofoon benadert; hij maakt zowel gebruik van

snerpende veertjes, klanken van kleppen, plof- en smak-

geluiden als van de tonale kwaliteiten van het instru-

ment. Sleichim slaat in zijn werk graag bruggen naar

andere disciplines. Zo werkte hij behalve met choreo-

grafen ook geregeld samen met theatermakers. Voor

Jan Fabre maakte hij dan weer de elektro-akoestische

score bij de video-installatie/performance The Angel of

Death (2003) en hij schreef de muziek voor L’histoire

des Larmes, de opener van het Festival d’Avignon 2005.

In zijn speurtocht naar onontgonnen mogelijkheden

voor de saxofoon doorkruiste Eric Sleichim alle tijdper-

ken, en concentreerde zich rond de overgang naar de

eenentwintigste eeuw op de oude muziek. BL!NDMAN

plays Bach (1999) werd een ware succesproductie. Die

interesse voor oude muziek neemt niet weg dat ook

elektronica altijd een prominente plaats inneemt in

Sleichims muziek.

nl Kurt d’Haeseleer (1974)

is sinds 2010 de artistieke leider van de Werktank,

een Vlaams-Brabants productiehuis voor mediakunst.

d’Haeseleer is zelf ook videokunstenaar en produ-

ceert video’s en (interactieve) installaties. Het werk van

d’Haeseleer draait om de visualisatie en symbolisering

van de dynamiek van informatie- en dataverkeer in tij-

den van glasvezelkabels, computers en modems. Hij

onderzoekt de lichamelijke en urbanistieke impact van

snelheid en vertaalt de alomvattende aanwezigheid van

media naar metabeelden. ‘Special effects’ spelen een

belangrijke rol in zijn werk, dat misschien best als een

‘pixeldrama’ of ‘pixelsoap’ omschreven kan worden en

zich vaak op het snijvlak van schilderkunst, videoclip, ci-

nema en performance bevindt.

d’Haeseleer gaat ook regelmatig aan de slag als video-

designer in theater, dans of opera en maakt ook zijn ei-

gen voorstellingen. Hij ontwierp het videodesign voor de

Ringcyclus van Guy Cassiers in de Scala en heeft onder

meer samengewerkt met Ictus, Georges Aperghis, Trans-

parant, Kollectif Barakha, Isabella Soupart, Joji Inc, TUK,

en Köhn. Met BL!NDMAN werkte hij al eerder samen toen

hij S*CKMYP (Brussel 2000 Europese culturele hoofd-

stad) verfilmde.

Met dank aan Kurt d’Haeseleer en BL!NDMAN.

Sleichim © Guy Kokken

18Muzikale passie over verleden, heden en de toekomst

MAfestival Brugge brengt de Belgische première van de nieuwe productie van BL!NDMAN en Muziektheater Transparant. Eric Sleichim (regie, muziek en scenografie) en Kurt d’Haeseleer (video) spreken vol enthousiasme over hun eerste samenwerking.Opgetekend door Klaas Coulembier

Utopia :: 47 is aangekondigd als een opera/performance.

Waaraan mogen we ons precies verwachten?

Eric Sleichim: Ik heb heel bewust voor die omschrijving

gekozen omdat deze productie in vraag stelt wat ope-

ra of muziektheater vandaag juist is. Wagner was er al

mee bezig hoe verschillende kunsttakken samen konden

komen in een totaalervaring voor het publiek, het 'Ge-

samt-kunstwerk'. Voor BL!NDMAN is het opzoeken van

mengvormen van meet af aan belangrijk geweest. Con-

creet vind ik het niet alleen interessant om te zien wat

andere kunstenaars maken binnen hun domein, maar

ook – en vooral – vanuit welke reflectie ze tot bepaalde

keuzes komen. Utopia :: 47 stelt voortdurend dergelijke

vragen: hoe wordt een inhoudelijk gegeven in muziek

gegoten? Hoe komen verschillende kunstvormen bij elkaar?

Deze productie is een opera omdat er gezongen perso-

nages en karakters zijn, vertolkt door BL!NDMAN [vox]

en Cristina Zavalloni. Tegelijk is het ook veel meer dan

een opera. Het eerste deel van de voorstelling is een

concert met muziek van Schütz op bijbelse passietek-

sten. De personages in deze muziek zijn - zeker in onze

eenentwintigste-eeuwse waarneming - als het ware ge-

depersonaliseerd. Het tweede deel bestaat uit nieuw

gecomponeerde muziek voor de zangeres, begeleid

door elektrische gitaren en ‘turntables’. Hier treedt de

operazangeres echt op als een personage dat haar

gevoelens uit.

Het aspect performance bestaat erin dat de vorm van

het werk in vraag wordt gesteld tijdens de uitvoering.

Waar het publiek zich tijdens het eerste deel in een con-

certsituatie bevindt, wordt het tijdens het tweede deel

ondergedompeld in een soort installatie. De overgang

tussen die delen is heel belangrijk, het is een soort meta-

moment, waarbij de reflectie over het werk er tegelijk

deel van uitmaakt.

Jullie zijn beiden door de wol geverfde kunstenaars bin-

nen jullie domein, maar hebben jullie ook ervaring met

de combinatie van muziek en beeld? Dit is jullie eerste

samenwerking. Hoe inspireren jullie elkaar?

Kurt d’Haeseleer: Bij elke samenwerking met andere ar-

tiesten ben ik in de eerste plaats heel erg benieuwd. De

artistieke taal van anderen leren kennen is bijzonder ver-

ruimend en helpt me ook mijn eigen positie in vraag te

stellen. Het doel van kunst is onder meer tot dingen te

komen die je nog niet kent. Natuurlijk kan je niet altijd

alles van nul uitvinden, maar nieuwe benaderingen en

uitdagingen zijn erg belangrijk voor mij. Zo vind ik het

interessant als ik niet meteen kan plaatsen wat iemand

anders me uitlegt.

E.S.: Dat kan ik meteen bevestigen en terugkoppelen naar

deze productie. Als ik in de eerste stadia van het concept

iets trachtte uit te leggen aan Kurt, en hij begreep niet

meteen waar ik naartoe wilde, was dat voor mij het sig-

naal om er zelf terug over na te denken. Op dat vlak zal

Utopia :: 47 het resultaat zijn van een lang groeiproces.

Wat me fascineert, is hoe Kurt in combinatie met muziek

niet alleen een eigen ritme creëert in zijn beelden, maar

ook een eigen visie toont. Video moet immers meer zijn

dan representatie of illustratie. De beelden moeten ‘wer-

ken’ in het geheel, ze moeten het publiek doen nadenken

door middel van intelligente associaties. Er is een zekere

openheid die je niet zou hebben als beeld en muziek in

een één op één relatie zouden staan.

K.d.: Tot op vandaag is een en ander nog niet volledig

uitgewerkt. Er wordt gezocht naar passende beelden die

functioneren binnen het totaalproject. Ik vertrek sowieso

van een teveel aan beelden, waaruit zich op dit moment

de meer definitieve keuzes ontwikkelen. Het gaat ook

niet zozeer om de inhoud van die beelden, maar wel om

wat het beeld doet; om welke associaties het oproept in

combinatie met de muziek. De videocomponent in deze

productie is meer levend dan een film.

De ontmoeting tussen verleden en toekomst staat cen-

traal in het project. Hoe koppel je de historisch beladen

muziek van Schütz aan nieuw werk?

E.S.: In zekere zin is Utopia :: 47 een metafoor voor de

tegenstelling tussen tonale en atonale muziek. De mu-

ziek van Schütz spreekt ons aan omdat ze ‘mooi’ klinkt.

Deze consonantie doet zelfs vaak vergeten welke gruwe-

lijke taferelen er in de tekst vervat zitten. Het tweede deel

van de voorstelling gaat letterlijk in op de tekst en is een

soort omgekeerde passie. Hier offert de operazangeres

zich niet op voor de gemeenschap, maar offert de ge-

meenschap zich op om haar te bevrijden. De bezetting

is radicaal anders in beide delen; de gesproken rollen

maken het conflict concreet. Zo worden er onder andere

teksten van Theodor Adorno gelezen, naast musicolo-

gische informatie over het belang van Schütz en frag-

menten uit het werk van Jonathan Gray.

In welke mate zien we al deze inspiratiebronnen ook te-

rug in de beelden?

K.d.: Ik werk meestal met materiaal dat ik zelf film, maar voor

dit project zal dat gecombineerd worden met texturen uit

massamedia. Vanuit bevreemdende elementen wordt een

futuristisch beeld gecreëerd van hoe de wereld zou kunnen

zijn. Ik hou er ook van om beelden te maken in toeristische

omgevingen. Heel veel spirituele plaatsen zijn vandaag toe-

ristische trekpleisters geworden, zoals de Mont Saint-Michel.

De sfeer op dit type plaatsen zit in het spanningsveld tus-

sen contemplatie en hedendaags consumptiegedrag. Er is

misschien ook een link naar het passieverhaal en de idee

van verlossing. Waar dergelijke plaatsen vroeger verlossing

moesten brengen, dienen ze vandaag ter ontspanning.

nl

19

MOMENTUM IIBL!NDMAN [vox] © Edwin Theys

Cristina Zavalloni © Maki Galimberti

passé, présent et avenir dans une passion musicale

21

fR MAfestival Brugge présente la création belge de la nouvelle production de BL!NDMAN et de Muziektheater Transparant Eric Sleichim (mise en scène, musique et scénographie) et Kurt d’Haeseleer (vidéo) évoquent avec enthousiasme leur première collaboration.Propos recueillis par Klaas Coulembier

Utopia :: 47 est annoncé comme un opéra/performance.

À quoi précisément le public peut-il s’attendre ?

Eric Sleichim : J’ai très consciemment choisi ces termes

parce que cette production s’interroge sur ce que repré-

sente aujourd’hui l’opéra ou le spectacle musical. Déjà,

par le 'Gesamtkunstwerk', Wagner s’était préoccupé de

savoir comment réunir les différentes disciplines artis-

tiques pour faire vivre au public une expérience d’en-

semble. De son côté, BL!NDMAN a accordé dès le début

beaucoup d’importance à la recherche de formes mixtes.

Concrètement, je ne trouve pas seulement intéressant

de voir ce que d’autres artistes font dans leur domaine,

mais aussi – et surtout – à partir de quelles réflexions ils

opèrent certains choix. Utopia :: 47 ne cesse de se poser

ce genre de questions : comment adapter un contenu en

musique ? Comment rapprocher différentes formes ar-

tistiques ?

Cette production est un opéra parce qu’elle met en scène

des personnages et des caractères chantés, interpré-

tés par BL!NDMAN [vox] et Cristina Zavalloni. En même

temps, elle est beaucoup plus qu’un opéra. La première

partie de la représentation est un concert avec au pro-

gramme de la musique de Schütz sur les textes bibliques

de la Passion. Dans cette musique – et certainement pour

notre perception du XXIe siècle – les personnages sont

pour ainsi dire dépersonnalisés. La seconde partie est

constituée de musique nouvellement composée pour la

cantatrice, accompagnée de guitares électriques et de

tourne-disques. Et ici, la cantatrice se profile vraiment

comme un personnage qui exprime ses sentiments.

L’aspect performance se situe dans le fait que la forme de

l’œuvre se trouve remise en question au cours de l’exé-

cution. Là où, dans la première partie, le public se trouve

dans une situation de concert, il se trouve plongé dans la

seconde dans une sorte d’installation. La transition entre

les deux est extrêmement importante, c’est une sorte de

‘métamoment’, où une réflexion sur l’œuvre fait en même

temps partie de l’œuvre.

Vous êtes tous deux des artistes chevronnés dans vos

disciplines respectives, mais avez-vous une quelconque

expérience dans la combinaison de la musique avec

l’image ? Ceci est votre première collaboration. De quelle

façon l’inspiration passe-t-elle de l’un à l’autre ?

Kurt d’Haeseleer : Dans toute collaboration avec un

autre artiste, je suis tout d’abord terriblement curieux.

Apprendre à connaître le langage artistique d’autrui

est toujours enrichissant et m’aide aussi à remettre en

question ma propre position. Le but d’une activité artis-

tique est, entre autres, d’arriver à des choses que l’on ne

connaissait pas avant. Il va de soi que l’on ne peut pas

toujours tout inventer à partir du point zéro, mais il m’im-

porte terriblement d’affronter de nouvelles approches et

de nouveaux défis. Ainsi, je trouve en fait intéressant de

ne pas arriver à saisir du premier coup ce que quelqu’un

d’autre essaie de m’expliquer...

E.S. : ... ce que je m’empresse de confirmer en me référant

à cette production. Quand j’essayais d’expliquer quelque

chose à Kurt dans la première phase du concept et qu’il

ne comprenait pas où je voulais en venir, c’était pour moi

le signal de me remettre à réfléchir moi-même. Sur ce

point, Utopia :: 47 sera l’aboutissement d’un long proces-

sus de croissance. Je trouve fascinant de voir comment

dans ses images, Kurt ne crée pas seulement un propre

rythme en combinaison avec la musique, mais aussi qu’il

expose une vision propre. La vidéo doit en effet être da-

vantage que simple représentation ou illustration. Il faut

que les images ‘opèrent’ dans l’ensemble, qu’elles fas-

sent réfléchir le public par le biais d’associations intelli-

gentes. Il y a une certaine ouverture qui n’existerait pas

si l’image et la musique se trouvaient dans une relation

de un à un.

K.d.: Jusqu’à ce jour, l’une et l’autre chose ne sont pas

entièrement achevées, on cherche des images adé-

quates qui fonctionnent au sein d’un projet d’ensemble.

Mon point de départ est de toute façon un trop d’images

d’où se développent en ce moment des choix plus défi-

nitifs. Il ne s’agit pas non plus tellement du contenu de

ces images, mais bien de ce que fait l’image, des asso-

ciations qu’elle suscite en combinaison avec la musique.

Dans cette production, le composant vidéo est plus vi-

vant que dans un film.

Au cœur de ce projet se trouve la rencontre entre le pas-

sé et l’avenir. Quel peut être le lien entre une musique

historiquement aussi chargée que celle de Schütz et une

œuvre nouvelle ?

E.S. : En un certain sens, Utopia :: 47 est une métaphore

pour l’opposition entre la musique tonale et atonale. La

musique de Schütz nous parle par la ‘beauté’ des sons.

Cette harmonie fait même souvent oublier la cruauté des

tableaux évoqués par le texte. La seconde partie de cette

représentation insiste sur la littéralité du texte pour de-

venir une sorte de passion à l’envers. Ici, la cantatrice ne

se sacrifie pas pour la communauté, mais c’est la com-

munauté qui se sacrifie pour la libérer. La distribution

des deux parties est radicalement différente ; les rôles

parlés rendent le conflit plus concret. On entend ainsi

des textes de Theodor Adorno, des commentaires musi-

cologiques sur l’importance de Schütz et des extraits de

l’œuvre de Jonathan Gray.

Dans quelle mesure retrouvons-nous ces sources d’inspi-

ration dans les images ?

K.d.: La plupart du temps, je travaille avec des images

que j’ai filmées moi-même. Mais dans ce projet, elles

seront combinées avec des textures des mass-média. À

partir d’éléments étranges se crée une image futuriste

de ce que le monde pourrait être. J’aime aussi faire des

images dans les environnements touristiques. De nom-

breux lieux spirituels comme le Mont Saint-Michel sont

devenus aujourd’hui des attractions touristiques. L’am-

biance dans ce type de lieux est marquée par une zone

de tension entre la contemplation et le comportement

de consommation contemporain. Qui sait s’il n’y a pas

un lien aussi entre la passion et l’idée de rédemption. Là

où de tels lieux devaient apporter jadis la rédemption, ils

servent aujourd’hui à la détente.

20

MOMENTUM II

BL!NDMAN [sax] © Guy Kokken

22

Concertgebouw Brugge

Maar weinig muziek heeft een even intense impact op

de toehoorder als de muziek voor een dodenmis. Bij het

laatste vaarwel wordt de tragiek van dood en afscheid

immers recht in het gezicht gekeken. Pas dan, wanneer

elke vluchtweg naar valse troost versperd is, blijkt dat

in deze tragiek ook een broze schoonheid schuilt. De

talloze requiemmissen, van de gregoriaanse tot de he-

dendaagse, leiden telkens weer nieuwe generaties luis-

teraars binnen in deze tragische pracht. De aangrijpende

dodenmis van Jean Richafort bouwt verder op het gre-

goriaanse substraat, waar de liturgische tekst heer en

meester is. Vanaf de zeventiende eeuw lonken steeds

meer operacomponisten naar het requiem. Zij zagen de

gregoriaanse humuslaag echter niet langer als de best

denkbare voedingsbodem voor een dodenmis en lazen

de liturgische teksten als een libretto vol emoties die om

uitvergroting schreeuwen. In de twintigste eeuw grijpen

componisten echter wel weer terug naar de fragiele mu-

zikale schoonheid en puurheid van weleer. In een pak-

kende clash tussen oud en nieuw laten Britten en Rihm de

eeuwenoude liturgische teksten opnieuw aan het woord.

Anderen boren nieuwe betekenislagen aan door tradities

op hun kop te zetten: een requiem voor de goden, of een

requiem voor de requiemmis zelf, als een voorschot op

de hemelse feestmuziek. Eén ding is zeker: de dodenmis

blijft een van de meest levensvatbare genres.

nl Peu de musique a un impact aussi intense sur l’auditeur

que celle d’une messe des morts. Lors de ce dernier

adieu, tout le tragique de la mort et de la séparation

se regarde en effet en face. Et ce n’est qu’alors, quand

toute échappatoire vers de fausses consolations se voit

obstruée, que ce tragique semble cacher aussi une fra-

gile beauté. Les innombrables messes de requiem, des

grégoriennes jusqu’aux contemporaines, ne cessent d’in-

troduire de nouvelles générations d’auditeurs dans cette

splendeur tragique. Le poignant office des morts de

Jean de Richafort se développe sur le substrat grégorien

où le texte liturgique règne en maître. À partir du XVIIe

siècle cependant, de plus en plus de compositeurs d’opé-

ras lorgnent en direction du requiem. Pour eux, le ter-

fR

Patricia Kopatchinskaja © Berliner Requiem 01.03.2012

AANBOD IN DE REGIO ACTUAlITé DU RéSEAU

The Sixteen © Mark Harrison / Ein deutsches Requiem 25.11.2011

Requiem,Een reeks vol tragiek en broze schoonheid tijdens seizoen 2011-2012.

Requiem, Une série plein de tragique et de beauté fragile au cours de la saison 2011-2012.

reau grégorien n’était plus le meilleur bouillon de culture

imaginable pour la messe des morts et ils se mirent à

considérer les textes liturgiques comme un livret d’opéra

débordant d’émotions qui ne demandaient qu’à se voir

amplifiées. Au XXe siècle, on retrouve des compositeurs

qui retournent à la beauté fragile et à la pureté musicale

d’antan. Dans une confrontation saisissante entre l’an-

cien et le moderne, Britten et Rihm rendent la parole aux

textes liturgiques séculaires. D’autres sondent de nou-

velles couches signifiantes en bouleversant les traditions :

un requiem pour les dieux ou un requiem pour la messe

de requiem même en guise d’acompte sur la musique de

fête divine. Une chose est sûre : la messe des morts de-

meure un des genres musicaux les plus viables.

25

théâtre d’arras

Om het seizoen 2010-2011 af te sluiten ontvangt het the-

ater een van de meest prestigieuze Franse orkesten: La

Chambre Philharmonique onder leiding Emmanuel Kri-

vine die het orkest in 2004 oprichtte, samen met de alom

bekende solist Jean-Guihen Queyras. La Chambre Phil-

harmonique behoort tot een nieuw type orkesten: met

musici uit de beste Europese ensembles wordt er zowel

aan uitwisseling als aan onderzoek gedaan. Daarbij wor-

den zowel historische instrumenten als technieken voor

de verschillende repertoires gehanteerd. Jean-Guihen

Queyras was lange tijd solist bij het Ensemble Contem-

porain. De verregaande invloed die Pierre Boulez op hem

uitoefende, zorgt voor zijn frisse kijk op het oudere reper-

toire waarover hij zich buigt.

Omdat het ook trouw is aan zijn kunstenaars, ontvangt

Théâtre d’Arras voor de eerstvolgende seizoensopening

La saison 2010-2011 s’achève avec la venue de l’un des

orchestres français les plus prestigieux : La Chambre

Philharmonique dirigée par Emmanuel Krivine qui l’a

fondée en 2004, et du soliste international Jean-Guihen

Queyras. Orchestre d’un genre nouveau, réunissant des

musiciens issus des meilleures formations européennes,

La Chambre Philharmonique est aussi un lieu d’échange

et de recherche, retrouvant les instruments et les tech-

niques historiques appropriés aux divers répertoires.

Jean-Guihen Queyras, longtemps soliste de l’Ensemble

Intercontemporain, profondément influencé par son tra-

vail avec Pierre Boulez, porte un regard renouvelé sur les

répertoires plus anciens qu’il interprète.

Fidèle aux artistes, le Théâtre d’Arras reçoit pour l’Ou-

verture de la Saison prochaine le Concert Spirituel que

dirige Hervé Niquet, accueilli lors des deux saisons pré-

cédentes. Mû par un indéniable 'esprit de troupe', l’en-

semble d’Hervé Niquet s’est imposé comme une réfé-

rence dans l’interprétation des musiques sacrée, lyrique

et baroque. Il collabore étroitement avec le Centre de

Musique Baroque de Versailles et s’attache à faire en-

tendre les grands compositeurs du patrimoine français,

italien, anglais…

Après une résidence de quatre semaines au Théâtre, La

Clef des Chants crée cette année The Turn of the Screw,

adaptation d’un roman fantastique d’Henry James par

Benjamin Britten. Allant de l’opérette à l’opéra contem-

porain, en passant par la comédie musicale et l’opéra

de rue, la Clef des Chants déploie un large éventail de

genres et de formes lyriques.

nl

fR

In zijn bekommernis om een voldoende mix in het aanbod en om de continuïteit te garanderen in de programmering, stelt Théâtre d’Arras grote ensembles centraal.

Le Concert Spirituel en de dirigent Hervé Niquet die ook

in de twee voorbije seizoenen al te gast waren. Gedreven

door een typische ‘groepsgeest’, is het ensemble van Ni-

quet een ware referentie geworden voor de vertolking

van zowel religieuze en lyrische muziek als barok reper-

toire. Het ensemble werkt op dat vlak nauw samen met

het Centre de Musique Baroque de Versailles en houdt

eraan zowel de grote Franse, Duitse als Italiaanse com-

ponisten aan het publiek voor te stellen.

Na vier weken residentie in het Théâtre, brengt La Clef

des Chants dit jaar de wereldpremière van The Turn of the

Screw, een bewerking door Benjamin Britten van Henry

James’ fantastische novelle. La Clé des Chants bespeelt

een brede waaier aan lyrische genres en vormen, gaan-

de van operette, musical en straatopera tot hedendaagse

opera.

Privilégiant la mixité des propositions et inscrivant sa programmation dans une certaine continuité, le Théâtre d’Arras propose un axe autour des grandes formations :

Emmanuel Krivine © Philippe Hurlin

AANBOD IN DE REGIO

ACTUAlITé DU RéSEAU

Jean-Guihen Queyras © Yoshinori Mido

26

opéra de lille nl

fR

Als seizoensopener 2011-2012 brengt Opéra de Lille 'The Rake’s Progress', een nieuwe productie waarin de onverbrekelijke band tussen de muzikale tijdperken opnieuw blootgelegd wordt.

L’Opéra de Lille propose comme événement d’ouverture de saison 2011-2012 une nouvelle production de 'The Rake’s Progress', œuvre qui recrée le lien indissociable entre les époques musicales.

Als componist is Stravinsky altijd een vurig voorstander

geweest van de moderniteit, maar voor The Rake’s Pro-

gress dat hij halfweg de twintigste eeuw componeerde,

heeft hij verregaande inspiratie gehaald uit de achttiende-

eeuwse klassieke muziek. Op het hoogtepunt van een

indrukwekkende carrière, verkneukelde Stravinsky zich

hier aan het vervagen van de stilistische grenzen door

de draad weer op te pikken van de traditie die van Hän-

del over Mozart tot Rossini reikt. Zoals in Così fan tutte of

Don Giovanni, is de intrige vaak cynisch, respecteert de

partituur de onderverdeling in duidelijk onderscheiden

taferelen en worden de recitatieven op klavecimbel be-

geleid. Als Stravinsky in zijn grote opera voortdurend “op

de wijze van...” componeert, doet hij dat om het opera-

model opnieuw uit te vinden en om het een nieuwe jeugd

te geven.

Wat telt voor Stravinsky is dat hij vrijuit muziek kan

componeren die door haar ironie en levendigheid con-

trasteert met het sombere verhaal dat gebaseerd is op

een reeks van acht gravures van de Britse schilder Wil-

liam Hogarth (1697-1764): A Rake’s Progress. Daarnaast

wordt er uitdrukkelijk verwezen naar de Faustmythe. Die

is voortdurend aanwezig in de schaduw van Tom Rake-

well, de zielige hoofdfiguur die een onverhoopte erfenis

verbrast in kansspelen en bordelen. Hij trouwt met een

gebaarde vrouw, Baba de Turk, en zijn verval mondt ten

slotte uit in een opname in een krankzinnigengesticht.

In deze nieuwe productie waakt een heilige drievuldig-

heid over Rakewells afdaling naar de hel: toegewijde Mo-

zartsolisten, een orkest dat perfect in staat is het indrin-

gende en vlijmscherpe karakter van de partituur weer te

geven (Het Orchestre de Picardie met zijn kersverse di-

rigent Arie van Beek) en de regisseur David Lescot die in

zijn theaterwerk van een intens muzikaal temperament

getuigt.

Za 8, di 11, do 13 en wo 19 oktober om 20u, zo 16 oktober

om 16u.

The Rake’s Progress, opera van Igor Stravinsky

Muzikale leiding Arie van Beek, regie David lescot, met

het Orchestre de Picardie en de Chœur de l’Opéra de

lille.

Créé au beau milieu du XXe siècle et composé par Stra-

vinsky, compositeur qui s’est toujours attaché à défendre

la modernité, The Rake’s Progress s’inspire profondément

de l’héritage musical classique du XVIIIè siècle.

Au faîte d’une carrière prodigieuse, Stravinsky s’amuse,

au travers de cet opéra, à brouiller les pistes stylistiques

en renouant les fils défaits d’une tradition qui va de

Haendel à Rossini en passant par Mozart.

Comme dans Così fan tutte ou Don Giovanni, l’intrigue est

cynique à souhait, la partition respecte un découpage

en plusieurs scènes bien distinctes et le clavecin accom-

pagne les récitatifs.

Si le grand opéra de Stravinsky multiplie les tournures

'à la manière de', c’est pour mieux réinventer le modèle

lyrique, lui donner une nouvelle jeunesse. Ce qui compte

pour le compositeur, c’est la liberté de ton au service

d’une musique qui s’inscrit par sa vivacité en ironique

contrepoint d’une sombre histoire inspirée d’une série

de huit gravures du peintre britannique William Hogarth

(1697-1764) : A Rake’s Progress. Autre référence très pré-

sente, le mythe faustien est tapi dans l’ombre de Tom

Rakewell, piètre héros qui dilapide un héritage inattendu

dans le jeu et les maisons closes. On le voit convoler avec

une femme à barbe, Baba la Turque, et terminer sa dé-

chéance dans un asile de fous.

Avec cette nouvelle production, la descente aux enfers de

Rakewell bénéficie d’une sainte trinité : des solistes mo-

zartiens dans l’âme, une formation orchestrale capable

d’aiguiser le tranchant incisif de la partition (l’Orchestre

de Picardie avec son nouveau chef, Arie van Beek) et un

metteur en scène, David Lescot, dont le travail théâtral

fait preuve d’un intense tempérament musical.

Sa 8, Ma 11, Je 13, Me 19 octobre à 20h, Di 16 octobre à 16h

The Rake’s Progress, Opéra de Igor Stravinsky

Direction Musicale Arie Van Beek - Mise en scène David

lescot - Avec l’Orchestre de Picardie et le Choeur de

l’Opéra de lille.

27

© DR

© DR

AANBOD IN DE REGIO ACTUAlITé DU RéSEAU

28AANBOD IN DE REGIO ACTUAlITé DU RéSEAU

festival van vlaanderenKortrijk

© photojoost.com Tae-Hyung Kim © Gregoir Nieuwenhuyse

nl

fR

Het Festival van Vlaanderen Kortrijk opende op 5 mei 2011

met The Hilliard Ensemble. Tot 22 mei kon het publiek

genieten van tal van concerten, de muzikale stadshap-

pening Stadsmuziek, de geluidskunsttentoonstelling

Klinkende Stad: Resonance, workshops en lezingen. Ruim

2.500 bezoekers waren te gast op het festival.

Een verslag door de fotografen Gregoir Nieuwenhuyse en

Joost Demuynck. L’ouverture du Festival van Vlaanderen Kortrijk, le 5 mai

2011, a été assurée par The Hilliard Ensemble. Jusqu’au

22 mai, un public fervent a applaudi les nombreux

concerts, le happening musical Stadsmuziek, l’exposition

de l’art sonore Ville Sonore: Resonance, les workshops

et lectures. Sur toute la durée du festival, plus de 2.500

auditeurs et spectateurs sont venu rejoindre la ville de

Courtrai.

Un reportage en images par les photographes Gregoir

Nieuwenhuyse et Joost Demuynck.

Seelenvoll © Gregoir Nieuwenhuyse

Octurn © Gregoir Nieuwenhuyse

The Hilliard Ensemble © Gregoir Nieuwenhuyse

Maia Urstad: Meanwhile in Shangai © photojoost.com

Seelenvoll © Gregoir Nieuwenhuyse

Capilla Flamenca in het/au Broelmuseum © Gregoir Nieuwenhuyse

30 INfO & AGENDA

Concertgebouw Brugge‘t Zand 34, 8000 Brugge

Info +32 (0)50 47 69 99 (lu-Ve/Ma-Vr: 10:00-18:00)

Tickets +32 (0)70 22 33 02 (lu-Ve/Ma-Vr 16:00-18:30)

Ouvert/Open lu-Di / Ma-Zo 10:00-18:00.

www.concertgebouw.be

nl Concertgebouw Brugge is een internationaal mu-

ziek- en podiumkunstencentrum dat zich richt op de ont-

wikkeling en presentatie van kunst op een internationaal

niveau. Het Concertgebouw kiest voluit voor muziek, mu-

ziektheater en hedendaagse dans en speelt een belang-

rijke rol als expertise- en kunstencentrum.

fR Le Concertgebouw est un centre international

de musique et des arts scéniques qui s’est donné pour

mission le développement et la présentation de perfor-

mances artistiques de niveau international. Le Concert-

gebouw s’engage résolument dans les domaines de la

musique, du spectacle musical et de la danse contem-

poraine tout en assumant un rôle important en tant que

centre d’expertise et d’art.

Mafestival Brugge

‘t Zand 34, 8000 Brugge

Admin +32 (0)50 33 22 83

Tickets +32 (0)70 22 33 02 (lu-Ve/Ma-Vr 16:00-18:30)

Ouvert/Open lu-Ve/Ma-Vr 09:30-17:00

www.MAfestival.be - info@mafestival.be

nl MAfestival (Festival van Vlaanderen) Brugge is een

sturend, kritisch en eigentijds festival gespecialiseerd

in oude muziek. Voor de uitgebreide reeks concerten –

ieder jaar rond een centraal thema – trekt het festival

internationale solisten, ensembles en orkesten aan van

hoge kwaliteit.

fR MAfestival Brugge (Festival de Flandre Bruges) est

un festival initiateur, critique et contemporain, spécialisé

dans la musique ancienne. L’impressionnante série de

concerts programmée chaque année autour d’un thème

central, fait intervenir des solistes, des ensembles et des

orchestres de tout premier plan.

10/9/2011 : Bamberger Symphoniker o.l.v. / s.l.d. de

Jonathan Nott, Pierre-Laurent Aimard (piano) :

Ravel, Messiaen, Dvorák

16/9/2011 : Venice Baroque Orchestra :

Vivaldi : Stabat Mater, Gloria

25/10/2011 : Grigory Sokolov (piano) :

Bach : Clavier-Übung II

4-6/11/2011 : Domaine/Domein Kaija Saariaho :

À la lumière de Claude Debussy /

In het licht van Claude Debussy

1-12/12/2011 : December Dance 11

curated by Akram Khan

15-18/12/2011 : Domaine/Domein Paul Van Nevel,

Huelgas Ensemble

5/8/2011 : Academia Montis Regalis o.l.v. / s.l.d. d’Alessandro

de Marchi, Roberta Invernizzi (sopraan/soprano), Robin Jo-

hannsen (sopraan/ soprano) e.a. : Händel : Dixit Dominus

6/8/2011 : Stile Antico : Song of Songs: Sensuele polyfonie

uit de Renaissance / Stile Antico : Song of Songs:

Polyphonie sensuelle de la Renaissance

7/8/2011 : Pygmalion o.l.v. / s.l.d. Raphaël Pichon : Jesu

Meine Freude / Motetkunst uit de zeventiende en acht-

tiende eeuw / L'art d'écrire des motets aux XVIIe et XVI-

IIe siècles

12/8/2011 : Collegium 1704 o.l.v. / s.l.d. de Vaclav Luks, Raf-

faella Milanesi (sopraan/soprano) e.a. : Zelenka : De Tsje-

chische Bach / Zelenka : le Bach tchèque.

13/8/2011 : Ars Antiqua Austria o.l.v. / s.l.d. de Gunar

Letzbor, Markus Forster (alt/alto) e.a. : von Biber, Hochrei-

ther : Requiem

Concertgebouw Brugge © Jan Termont

opéra de lille

Admin 2 rue des Bons-Enfants, lille

+33 (0)3 28 38 40 50

Tickets rue léon Trulin, lille

+33 (0)820 48 9000

Ouvert/Open Ma-Sam/Di-Za 12:00-19:00

www.opera-lille.fr - info@opera-lille.fr

nl Opéra de Lille stelt een gevarieerd operaprogram-

ma voor: barokwerken en opera’s uit het grote repertoire,

maar ook nieuw werk van hedendaagse componisten.

Ook hedendaagse dans speelt een eersterangsrol in dit

eclectisch en ambitieus artistiek project dat zich tot een

breed publiek richt.

fR L’Opéra de Lille propose une programmation lyrique

variée : ouvrages baroques, opéras du grand répertoire

et créations d’œuvres de compositeurs d’aujourd’hui. La

danse contemporaine joue également un rôle de premier

plan dans ce projet artistique éclectique, ambitieux et

ouvert à un très large public.

À partir du/vanaf 8/10/2011 : Orchestre de Picardie,

Chœur de l’Opéra de Lille o.l.v. / s.l.d. d’Arie Van Beek, Da-

vid Lescot (mise en scène/regie) : Stravinsky : The Rake’s

Progress

À partir du/vanaf 5/11/2011 : Le Concert d’Astrée o.l.v. /

s.l.d. d’Emmanuelle Haïm, Jean-Yves Ruf (mise en scène /

regie) : Haendel : Agrippina

18-19/11/2011 : Ictus, Jérôme Combier et/en Pierre Nouvel

(mise en scène/regie) : Jérôme Combier : Austerlitz

24, 25, 26/11/2011 : Rosas (Anne Teresa De Keersmaeker),

Graindelavoix (Björn Schmelzer) : Wereldpremière 2011/

Création 2011

7-8/12/2011 : Chœur et orchestre du Concert d’Astrée o.l.v.

/ s.l.d. d’Emmanuelle Haïm : Haydn : Die Schöpfung

théâtre d’arras

7 Place du Théâtre, Arras

Admin +33 (0)3 21 71 76 30

Tickets +33 (0)3 21 71 66 16

Ouvert/Open Ma-Ve/Di-Vr 12:30-14:00/17:00-19:30

Sam/Za 11:00-13:00/14:00-18:00

www.theatredarras.com - contact@theatredarras.com

nl Théâtre d’Arras buigt zich sinds 2009 over muziek

en theater. Zonder enige vrees voor artistieke risico’s,

wil het de ontplooiing van de verbeelding bevorderen

en haar initiatieven met een zo breed mogelijk publiek

delen.

fR Scène conventionnée Musique et Théâtre depuis

2009, le Théâtre d’Arras est une infrastructure culturelle

à vocation pluridisciplinaire. Son souhait est toujours

d’accompagner le risque artistique, d’élargir le territoire

de l’imaginaire et de proposer le bénéfice de toutes ces

dimensions aux publics les plus divers.

9/6/2011 : La Chambre philharmonique o.l.v. / s.l.d.

d’Emmanuel Krivine, Jean-Guihen Queyras (violoncelle/

cello)

23/9/2011 : Le Concert spirituel o.l.v. / s.l.d. d’Hervé Niquet:

Vivaldi

29-30/9/2011 : La Clef des Chants : The Turn of the Screw

(nieuwe productie/nouvelle production)

15/11/2011 : Michel Portal

11/12/2011 : Thierry Rosbach

33

Opéra de Lille © Frédéric Iovino

Thierry Rosbach

Théâtre d’ Arras

32INfO & AGENDA

benelux

beneluxstore harmonia mundi

http:/beneluxstore.harmoniamundi.com/actiecode: Muze2011

(geldig tot 31 augustus 2011)

Sinds kort heeft harmonia mundi een eigen Benelux webstore.Shoppen vanuit huis wordt daardoor nog gemakkelijker en leuker.

De MuzeMuse lezer wordt hierbij extra verwend. Surf nu naar http://beneluxstore.harmoniamundi.com/ en selecteer uw aankoop.

Vervolgens vult u onderstaande persoonlijke MuzeMuse code in en u ontvangt een korting van 10% ( per aankoop/per persoon). Deze actie voor MuzeMuse lezers loopt tot 31 augustus 2011.

http:/beneluxstore.harmoniamundi.com/code de l’offre : Muze2011

(Valable jusqu’au 31 août 2011)

Depuis peu harmonia mundi possède un webstore au Benelux.Acheter depuis son domicile devient bien plus facile et pratique.

Le lecteur de MuzeMuse sont à présent des privilégiés. Surfez dès aujourd’hui sur https://beneluxstore.harmoniamundi.com et sélectionnez vos produits.

Entrez ensuite votre code personnel de MuzeMuse et vous recevrez une réduction de 10% (par achat/ par personne). Cette offre pour les lecteurs de MuzeMuse est valable jusqu’au 31 Août 2011.

Pub_220x130_Muze-onlinestore.indd 1 12/05/11 19:05

CultuuRCentRuM KoRtRiJK

UiT in Kortrijk, Schouwburgplein 14, 8500 Kortrijk

Admin +32 (0)56 23 98 50

Tickets +32 (0)56 23 98 55

open lu-Me-Ve/Ma-Wo-Vr 10:00-12:30/13:30-18:00

Ma-Je/Di-Do 13:30-18:00

www.cultuurcentrumkortrijk.be - cultuurwinkel@kortrijk.be

festival van vlaanderen KortrijkAdmin Conservatoriumplein 1, 8500 Kortrijk

+32 (0)56 22 64 50

Tickets Uit in Kortrijk, Schouwburgplein 14,

8500 Kortrijk

+32(0)56 23 98 55

Ouvert/Open lu-Me-Ve /Ma-Wo-Vr 10.00-12.30 & 13.30-18.00

Ma/Di & Je/Do 13.30-18.00

www.festivalkortrijk.be - info@festivalkortrijk.be

nl Al meer dan vijf decennia maakt het Festival van

Vlaanderen jong en oud warm voor klassieke en heden-

daagse muziek. Een muziekfestival dat over de vakjes

van genres heen programmeert: van klassiek tot heden-

daags, van muziek uit de wereld tot geluidskunst.

Volgende editie van 26 april tot 13 mei 2012

fR Depuis plus de cinquante ans, le Festival van Vlaan-

deren (Festival de Flandre) intéresse jeunes et moins jeu-

nes à la musique classique et contemporaine grâce à une

programmation qui transcende les genres : du classique

au contemporain, de la musique du monde à l’art sonore.

Prochaine édition du 26 avril au 13 mai 2012

oRCHestRe national de lille

Admin 30 place Mendès france, lille

Tickets 3 place Mendès france, lille

+33 (0)3 20 12 82 40

open lu-Ve/Ma-Vr 9.00-18:00

www.onlille.com - info@onlille.com

34 INfO & AGENDA

geassocieerde partners partenaires associés

© photojoost.com

© photojoost.com

MoMentuM 3Concertgebouw Brugge (février 2012)

Festival multidisciplinaire Come On! Let's Party!,

dans le cadre du dixième anniversaire du Concertgebouw.

MoMentuM 4Théâtre d’Arras (mai 2012)

Festival autour du compositeur français Philippe Leroux.

MoMentuM 5Festival de Flandre Courtrai

Cultuurcentrum Kortrijk (avril 2013)

Édition du festival + exposition sur l’art sonore.

MoMentuM 3Concertgebouw Brugge (februari 2012)

Multidisciplinair festival Come On! Let's Party!,

in het kader van 10 jaar Concertgebouw.

MoMentuM 4Théâtre d’Arras (mei 2012)

Festival rond de Franse componist Philippe Leroux.

MoMentuM 5Festival van Vlaanderen Kortrijk

Cultuurcentrum Kortrijk (april 2013)

Festivaleditie met een tentoonstelling rond geluidskunst.

www.muzemuse.eu

nl fR

2012 & 2013 KOMENDE MOMENTUMS lES MOMENTUMS À VENIR

© Dennis Adams, Patriot, 2001 (detail). Courtesy Gabrielle Maubrie Gallery