Tank Magazine II

44
TANK Het studentenblad van de Arteveldehogeschool Gent// V.U. Simon Demeulemeester Rijsenbergstraat 128 9000 Gent// Jaargang 1// Nr.2// December 2010 Trajectbeheer: Liefde of haat? Beken Kleur! De Stuver spreekt: “Ik beschuldig de opleiding!” Politiek Studentenverenigingen: FOTO: Sara De GraeveYves M TANK II.indd 1 26/11/10 03:14

description

Studentenblad van de Arteveldehogeschool

Transcript of Tank Magazine II

Page 1: Tank Magazine II

TANKHet studentenblad van de Arteveldehogeschool Gent// V.U. Simon DemeulemeesterRijsenbergstraat 128 9000 Gent// Jaargang 1// Nr.2// December 2010

Trajectbeheer:Liefde of haat?

Beken Kleur!De Stuver spreekt:

“Ik beschuldig de opleiding!”

Politiek Studentenverenigingen:

FOTO: Sara De GraeveYves Masscho

TANK II.indd 1 26/11/10 03:14

Page 2: Tank Magazine II

Hoofdredacteur: Simon Demeulemeester// Redacteur Reportage&Interview: Simon Demeulemeester// Redacteurs Cultuur: Charlotte Doolaege & Stefan Acke// Redacteur Lifestyle: Elien De Vos// Redacteur Opinie&Satire/Strip: Yves Masscho// Redacteurs Sport: Joren Van Impe & Andreas Heyerick// Beeldredacteur: Sara De Graeve Eindre-dactie: Stefan Acke Vormgeving: Stephanie Verbraekel//

Beste Arteveldestudent

De redactie

RepoRtage & InteRvIew4 Politieke Studentenverenig ingen: beken kleur!7 iwein SegerS

10 Mathilde

11 Studenten Met grenzen

12 de trajectbegeleider SPreekt

14 lector onder de loeP

15 Student onder de loeP

16 koM! koM! eraSMuSjeS

LIfestyLe18 vaMa veche

21 FeStival PlayliSt

22 kot onder de loeP

24 vintageroute

26 brieven nick en haitSe

28 koM uit uw kot

CuLtuuR30 bruSSelManS boekentoP 531 jong talent

32 recencieS

opInIe&satIRe37 coluMn MeliSSa

38 coluMn yveS

39 Minderheid van de Maand

40 recht van antwoord

41 de Stuver SPreekt

nvdr

inhoudstafel

3

spoRt33 SoPhie de vuySt

35 wk 2010: een overzicht

De helden met de bezems, amazones op hun boenkarretje. Altijd achter de schermen, steeds tussen de smeerlapperij die wij achterlaten. Die achteloosheid getuigt van onvergeeflijke arro-gantie. De mensen die onze campus bevrijden van het zwerfvuil, daar kijkt de redactie naar op. Daarom: onze welgemeende BeTANKbetuiging:

Waar ik vandaag het meest van genoot, Was de poetsvrouw, Die heel luid en vals,

Een vrolijk deuntje floot.

Teerbeminden

U ziet, uw paniek was voorbarig: TANK was geen eendagsvlieg. Voorlopig is het al een tweedagsvlieg. Een stevig beest-je, dat wel, dat moet knokken voor zijn overleven: neem van ons aan dat het geen sinecure is een studentenblad uit de grond te stampen. Maar de goesting, jongens en meisjes, de goesting, die is er wel. En die heeft zich opnieuw vertaald in een uitstekende TANK. U zal zien dat sommige rubrieken de zomervakantie overleefden, andere sneuvelden op het veld van eer. Daarvoor kwamen betere in de plaats, die voluit gaan voor uw be-langen! TANK liet twee stuvers aan het woord, die hun opleiding met het

scalpel te lijf gaan. Kritisch, maar met slechts een doel voor ogen: samen Ar-tevelde versterken. In excelsior. Daar-naast kreeg de rubriek Lector onder de Loep een nieuw kleedje aangetrokken: u, de lezer, krijgt het woord. TANK laat u uw favoriete lector interviewen! Deze keer een studente en lector uit Logope-die - verdacht goed gearticuleerd, dat interview!De rest van dit heerlijke blad vindt u door verder te bladeren: het leven kan soms heerlijk eenvoudig zijn. Maar voor u daaraan begint: boeren zoeken vrouwen, Wendy zocht en vond, Phaedra zocht en vond juist niets, Pie-ter Loridon moet er nog aan begin

nen,… TANK draait mee met die gekke carrousel en gaat ook op zoek: naar de koning(in) van de Kantienberg! Wij dagen u uit: kruip in de pen of het toetsenbord en kom er maar uit als u een ronduit briljant stukje tekst hebt. Voor in TANK! Raakt u op de hoogste trede, dan zijn roem en decadentie uw deel. Uw stukkie wordt gepubliceerd en onze fotoredactie neemt gigabytes aan foto’s van u. Enige beperking is de tijd: u dient uw stuk ten laatste in op 28 fe-bruari. Mailen kan naar [email protected]. U moest uzelf al reuma in de vingers aan het schrijven zijn!

Foto: Simon DemeulemeesterYves Masscho

TANK II.indd 2-3 26/11/10 03:14

Page 3: Tank Magazine II

Hoofdredacteur: Simon Demeulemeester// Redacteur Reportage&Interview: Simon Demeulemeester// Redacteurs Cultuur: Charlotte Doolaege & Stefan Acke// Redacteur Lifestyle: Elien De Vos// Redacteur Opinie&Satire/Strip: Yves Masscho// Redacteurs Sport: Joren Van Impe & Andreas Heyerick// Beeldredacteur: Sara De Graeve Eindre-dactie: Stefan Acke Vormgeving: Stephanie Verbraekel//

Beste Arteveldestudent

De redactie

RepoRtage & InteRvIew4 Politieke Studentenverenig ingen: beken kleur!7 iwein SegerS

10 Mathilde

11 Studenten Met grenzen

12 de trajectbegeleider SPreekt

14 lector onder de loeP

15 Student onder de loeP

16 koM! koM! eraSMuSjeS

LIfestyLe18 vaMa veche

21 FeStival PlayliSt

22 kot onder de loeP

24 vintageroute

26 brieven nick en haitSe

28 koM uit uw kot

CuLtuuR30 bruSSelManS boekentoP 531 jong talent

32 recencieS

opInIe&satIRe37 coluMn MeliSSa

38 coluMn yveS

39 Minderheid van de Maand

40 recht van antwoord

41 de Stuver SPreekt

nvdr

inhoudstafel

3

spoRt33 SoPhie de vuySt

35 wk 2010: een overzicht

De helden met de bezems, amazones op hun boenkarretje. Altijd achter de schermen, steeds tussen de smeerlapperij die wij achterlaten. Die achteloosheid getuigt van onvergeeflijke arro-gantie. De mensen die onze campus bevrijden van het zwerfvuil, daar kijkt de redactie naar op. Daarom: onze welgemeende BeTANKbetuiging:

Waar ik vandaag het meest van genoot, Was de poetsvrouw, Die heel luid en vals,

Een vrolijk deuntje floot.

Teerbeminden

U ziet, uw paniek was voorbarig: TANK was geen eendagsvlieg. Voorlopig is het al een tweedagsvlieg. Een stevig beest-je, dat wel, dat moet knokken voor zijn overleven: neem van ons aan dat het geen sinecure is een studentenblad uit de grond te stampen. Maar de goesting, jongens en meisjes, de goesting, die is er wel. En die heeft zich opnieuw vertaald in een uitstekende TANK. U zal zien dat sommige rubrieken de zomervakantie overleefden, andere sneuvelden op het veld van eer. Daarvoor kwamen betere in de plaats, die voluit gaan voor uw be-langen! TANK liet twee stuvers aan het woord, die hun opleiding met het

scalpel te lijf gaan. Kritisch, maar met slechts een doel voor ogen: samen Ar-tevelde versterken. In excelsior. Daar-naast kreeg de rubriek Lector onder de Loep een nieuw kleedje aangetrokken: u, de lezer, krijgt het woord. TANK laat u uw favoriete lector interviewen! Deze keer een studente en lector uit Logope-die - verdacht goed gearticuleerd, dat interview!De rest van dit heerlijke blad vindt u door verder te bladeren: het leven kan soms heerlijk eenvoudig zijn. Maar voor u daaraan begint: boeren zoeken vrouwen, Wendy zocht en vond, Phaedra zocht en vond juist niets, Pie-ter Loridon moet er nog aan begin

nen,… TANK draait mee met die gekke carrousel en gaat ook op zoek: naar de koning(in) van de Kantienberg! Wij dagen u uit: kruip in de pen of het toetsenbord en kom er maar uit als u een ronduit briljant stukje tekst hebt. Voor in TANK! Raakt u op de hoogste trede, dan zijn roem en decadentie uw deel. Uw stukkie wordt gepubliceerd en onze fotoredactie neemt gigabytes aan foto’s van u. Enige beperking is de tijd: u dient uw stuk ten laatste in op 28 fe-bruari. Mailen kan naar [email protected]. U moest uzelf al reuma in de vingers aan het schrijven zijn!

Foto: Simon DemeulemeesterYves Masscho

TANK II.indd 2-3 26/11/10 03:14

Page 4: Tank Magazine II

Politieke studentenverenigingen: welk lintje kleurt u rood? Studentenverenigingen: daarmee kan je sociaal aanvaard als een met kleurrijke linten gedrapeerde Kapitein Korsakoff door de Overpoort strompelen. Wie dat politiek correct wil doen, kan zich aansluiten bij een politieke studentenvereniging. Maar stembiljet en een rood potlood zijn al een ramp? TANK is uw clarificateur en stelde vijf vragen aan de Gentse po-litieke studentenverengingen.

1// Een engagement bij KVHV is volledig vrijblijvend, studenten ‘moeten’ dus helemaal niet lid worden.

2// Vlaams //christelijk //conservatief //studentikoos //kameraadschap

3// Iedereen is vrij om te kiezen in welke vereniging men zich wil engageren. 

4// Het KVHV staat los van eender welke partij. De meeste van onze leden hebben wel een voorkeur voor CD&V, N-VA, LDD en Vlaams Belang.

5// Het KVHV wordt niet aan een partij gelinkt. Wij laten dat ook niet toe. Zo is onze onafhankelijkheid altijd bewaard.

KVHV//Katholiek Vlaams Hoogstudenten Verbond

KVHV-Gent is opgericht in 1918. Op maandag hebben ‘De Cavia’s’ (zoals ze genoemd worden) hun clubavond in de Cuba Libre. Net als hun vrienden van het NSV dragen zij petten, wijnrode. Op hun jaarlijkse Uylenspiegelfeesten herdenken ze de studentenbezetting van het Gravensteen, waar KVHV-studenten in 1949 een leidersrol in namen. Bekende oud-leden: Pieter De Crem, Gerolf Annemans en Bart De Wever. Raad eens waar die laatste ook nog het mooie weer bij maakte?

“Te veel vasthangen aan een partij is zonde, want zo verliest een student zijn kritische blik”

1. Waarom moeten studenten bij jullie komen?2. Omschrijf jezelf in 5 kernwoorden?3. Bij welke studentenvereniging moeten onze studenten zich zeker niet aansluiten? 4. Met welke partij kunnen onze studenten jullie vergeli-jken?

5. Hoe bewaren jullie je onafhankelijkheid?…

WWW.GENT.KVHV.ORG

3// Partijafhankelijke studentenverenigingen. Want die verliezen snel hun kritische blik. Zonde voor studenten: die moeten constant bezig zijn met het creëren van een ideaal beeld van de maatschappij.

4// CDS wordt snel gelinkt aan CD&V. Maar da’s een cliché: CDS staat volledig los van CD&V. De meerderheid bij ons is partijpolitiek niet actief. Wij vinden een kritische stem heel belangrijk

5// Door de verschillende missie. Een politieke partij en haar jongerenafdeling zijn bezig met concrete politiek, wij met politiek-filosofische vraagstukken

Boven de doopvont gehouden in 1966. “Vaste stekje” is Café Bierologie, bij de Overpoortstraat. Be-kende oud-leden zijn: Herman Van Rompuy (jawel, broer van Eric!), KBC-topman Jan Huyghebaert en de rector van de UGent, Paul Van Cauwenberghe.

www.cdsgent.be

1// Omdat wij de enigen zijn die het kapitalistisch systeem in vraag stellen. Wij richten ons op die mensen die zich tijdens hun studententijd politiek willen vormen en ontplooien.

2// anti-kapitalistisch //socialistisch //theorie //praktijk //amusement

3// Elke student moet dat voor zichzelf beslissen.

4// ALS is de jongerenorganisatie van de Linkse Socialistische Partij (LSP) (niet de voormalige SLP van Geert Lambert!, red.) die zich van de socialistische partij afscheurde.

5// ALS is sterk verweven met LSP, de meesten hebben ook een LSP-lidkaart. ALS is er voor de mensen die zich niet aan LSP willen binden, maar wel concrete actie willen.

1// Voor de gezellige groep, de activiteiten en de ervaring.

2// Vlaams - studentikoos - sfeervol - actief - Gents.

3// Geen antwoord. (Dus eigenlijk wel een antwoord, maar ze willen gewoon geen commentaar geven. Begrijp je?, red.)

4// Lijkt me logisch: de N-VA is de partij die we in het hart dragen.

5//De partij probeert weinig invloed uit te oefenen. De enige link is dat iedereen de ideologie onderschrijft en dat de bestuursleden een partijlidkaart hebben. Wij zeggen wat we willen in ons studentenblad, Den Borluut. We organiseren één activiteit samen: een jaarlijkse Ronde Van Vlaan-deren waarbij de partij enkele sprekers naar Gent stuurt.

CDS//Christen-Democratische Studenten

1// Voor de meerwaarde: studentikoze activiteiten gecombineerd met inhoudelijke en een hechte vriendenclub van geëngageerde studenten.

2// politiek-filosofisch //partijonafhankelijk //inhoudelijk //studentikoos //geëngageerd

ALS //Actief Linkse Studenten

“De strijd voor een betere wereld wordt op straat gevoerd, niet in donkere kroegen!” Zij nemen het voortouw op de jaarlijkse anti-NSV-betogingen. Kenmerkend voor klein links is de enorme versplintering: naast ALS heb je nog Vonk en Comac (de kindjes van de PVDA) en het Anarchistisch Kollektief (AK). Hun gekibbel tijdens geza-menlijke betogingen is legendarisch.

Jong N-VA UGent

Bestaat nu drie jaar. Weinig te melden dus. Verzamelen in Café De Kroon (hihi!) op het Sint-Pietersplein.

http://student.ugent.be/jongnva

4 5

reportage reportage

TANK II.indd 4-5 26/11/10 03:14

Page 5: Tank Magazine II

Politieke studentenverenigingen: welk lintje kleurt u rood? Studentenverenigingen: daarmee kan je sociaal aanvaard als een met kleurrijke linten gedrapeerde Kapitein Korsakoff door de Overpoort strompelen. Wie dat politiek correct wil doen, kan zich aansluiten bij een politieke studentenvereniging. Maar stembiljet en een rood potlood zijn al een ramp? TANK is uw clarificateur en stelde vijf vragen aan de Gentse po-litieke studentenverengingen.

1// Een engagement bij KVHV is volledig vrijblijvend, studenten ‘moeten’ dus helemaal niet lid worden.

2// Vlaams //christelijk //conservatief //studentikoos //kameraadschap

3// Iedereen is vrij om te kiezen in welke vereniging men zich wil engageren. 

4// Het KVHV staat los van eender welke partij. De meeste van onze leden hebben wel een voorkeur voor CD&V, N-VA, LDD en Vlaams Belang.

5// Het KVHV wordt niet aan een partij gelinkt. Wij laten dat ook niet toe. Zo is onze onafhankelijkheid altijd bewaard.

KVHV//Katholiek Vlaams Hoogstudenten Verbond

KVHV-Gent is opgericht in 1918. Op maandag hebben ‘De Cavia’s’ (zoals ze genoemd worden) hun clubavond in de Cuba Libre. Net als hun vrienden van het NSV dragen zij petten, wijnrode. Op hun jaarlijkse Uylenspiegelfeesten herdenken ze de studentenbezetting van het Gravensteen, waar KVHV-studenten in 1949 een leidersrol in namen. Bekende oud-leden: Pieter De Crem, Gerolf Annemans en Bart De Wever. Raad eens waar die laatste ook nog het mooie weer bij maakte?

“Te veel vasthangen aan een partij is zonde, want zo verliest een student zijn kritische blik”

1. Waarom moeten studenten bij jullie komen?2. Omschrijf jezelf in 5 kernwoorden?3. Bij welke studentenvereniging moeten onze studenten zich zeker niet aansluiten? 4. Met welke partij kunnen onze studenten jullie vergeli-jken?

5. Hoe bewaren jullie je onafhankelijkheid?…

WWW.GENT.KVHV.ORG

3// Partijafhankelijke studentenverenigingen. Want die verliezen snel hun kritische blik. Zonde voor studenten: die moeten constant bezig zijn met het creëren van een ideaal beeld van de maatschappij.

4// CDS wordt snel gelinkt aan CD&V. Maar da’s een cliché: CDS staat volledig los van CD&V. De meerderheid bij ons is partijpolitiek niet actief. Wij vinden een kritische stem heel belangrijk

5// Door de verschillende missie. Een politieke partij en haar jongerenafdeling zijn bezig met concrete politiek, wij met politiek-filosofische vraagstukken

Boven de doopvont gehouden in 1966. “Vaste stekje” is Café Bierologie, bij de Overpoortstraat. Be-kende oud-leden zijn: Herman Van Rompuy (jawel, broer van Eric!), KBC-topman Jan Huyghebaert en de rector van de UGent, Paul Van Cauwenberghe.

www.cdsgent.be

1// Omdat wij de enigen zijn die het kapitalistisch systeem in vraag stellen. Wij richten ons op die mensen die zich tijdens hun studententijd politiek willen vormen en ontplooien.

2// anti-kapitalistisch //socialistisch //theorie //praktijk //amusement

3// Elke student moet dat voor zichzelf beslissen.

4// ALS is de jongerenorganisatie van de Linkse Socialistische Partij (LSP) (niet de voormalige SLP van Geert Lambert!, red.) die zich van de socialistische partij afscheurde.

5// ALS is sterk verweven met LSP, de meesten hebben ook een LSP-lidkaart. ALS is er voor de mensen die zich niet aan LSP willen binden, maar wel concrete actie willen.

1// Voor de gezellige groep, de activiteiten en de ervaring.

2// Vlaams - studentikoos - sfeervol - actief - Gents.

3// Geen antwoord. (Dus eigenlijk wel een antwoord, maar ze willen gewoon geen commentaar geven. Begrijp je?, red.)

4// Lijkt me logisch: de N-VA is de partij die we in het hart dragen.

5//De partij probeert weinig invloed uit te oefenen. De enige link is dat iedereen de ideologie onderschrijft en dat de bestuursleden een partijlidkaart hebben. Wij zeggen wat we willen in ons studentenblad, Den Borluut. We organiseren één activiteit samen: een jaarlijkse Ronde Van Vlaan-deren waarbij de partij enkele sprekers naar Gent stuurt.

CDS//Christen-Democratische Studenten

1// Voor de meerwaarde: studentikoze activiteiten gecombineerd met inhoudelijke en een hechte vriendenclub van geëngageerde studenten.

2// politiek-filosofisch //partijonafhankelijk //inhoudelijk //studentikoos //geëngageerd

ALS //Actief Linkse Studenten

“De strijd voor een betere wereld wordt op straat gevoerd, niet in donkere kroegen!” Zij nemen het voortouw op de jaarlijkse anti-NSV-betogingen. Kenmerkend voor klein links is de enorme versplintering: naast ALS heb je nog Vonk en Comac (de kindjes van de PVDA) en het Anarchistisch Kollektief (AK). Hun gekibbel tijdens geza-menlijke betogingen is legendarisch.

Jong N-VA UGent

Bestaat nu drie jaar. Weinig te melden dus. Verzamelen in Café De Kroon (hihi!) op het Sint-Pietersplein.

http://student.ugent.be/jongnva

4 5

reportage reportage

TANK II.indd 4-5 26/11/10 03:14

Page 6: Tank Magazine II

“Ik ben graag een commerciële hoer”Iwein Segers - u weet wel: dat knullig figuur uit Expeditie Robinson en het nieuwe gezicht van Het Nieuwsblad - stampte in 2007 de comedy binnen, met een tweede plaats op de Comedy Casino Cup van Canvas. Sindsdien zaaide hij met zijn comedy of embarrassment verwarring en twijfel in de comedywereld. Na amper drie jaar blaast hij nu al de aftocht.

Iwein Segers sterft als stand-upcomedian maar herrijst als… tjah, als wat?

Tijdens het interview steekt Iwein Segers bijna enkele herfstbladeren in brand en maakt hij toevallige pas-santen aan het schrikken met zijn bul-derlach. Wil hij zichzelf even aankon-digen? “Dames en heren, tot u spreekt Iwein Segers, live vanuit Brussel. Het interview gaat zo meteen van start met een knal. Knallen geblazen!”

Je stopt na een betrekkelijk korte car-rière. Vinden de mensen je niet grap-pig genoeg? Iwein Segers: “Veel mensen vinden mij niet grappig, dat is zo. Maar dat vind ik goed: stand-upcomedy is echt bela-chelijk. Ik zou er nooit naartoe gaan. Iedereen doet hetzelfde, maar anders: sommigen praten gewoon wat duidelij-ker. Zogezegd doe ik ook anderen na. Comedy is dus ook geen manier meer voor mij om iets te brengen.”Ben je ontgoocheld over je doortocht in de comedy wereld? Segers: “Voor een stuk wel. Ik heb dat wereldje meteen in vraag gesteld. Was dat fout? Neen, achteraf gezien is dat

geniaal. Maar dat had totaal geen zin, want er is nog niet eens een echte co-medyscène. Ik stelde mijzelf ook al in vraag, nog voor ik iets had gedaan of nog voor ik het zelf kon. Dat vond ik

grappig, en dat vinden mensen die mij grappig vinden goed: de grootste loser ooit, die beweert dat hij het allemaal kent of ziet.”

Wat is je hoogtepunt?Segers: “Er zijn er twee: een tijdens de tournee die volgende op het Leids Cabaret Festival (waar hij de publieks-prijs won), in Zeeland. Daar werd 500 man gek bij alles wat ik zei of deed. Die stonden recht en begonnen te schreeuwden. Ze waren helemaal mee,

alles viel in zijn plooi. Een ander hoog-tepunt is Waregem. Daar werd ik door 1.000 man uitgejouwd. Ik heb dat op mijn dvd gezet, omdat ik daar alles helemaal kwijtraak en toch blijf staan. Je ziet ook dat ik dat heel erg vind. Xander De Rycke heeft hetzelfde mee-gemaakt het jaar ervoor en hij is weg-gestapt. Maar het was zeker ook een dieptepunt. Die Andy Kaufmantribute was ook straf. Het fenomeen Andy Kaufman (Amerikaanse komiek, red.) was 25 jaar dood, maar niemand in Europa deed daar iets mee. Zijn pro-ducer Bob Zmuda heeft mij ervoor ge-feliciteerd. Die tribute was uniek. Ook de mensen die ik daar bijeen bracht, met als hoogtepunt Eddy Wally. Ik heb er ook een prachtige vrouw leren ken-nen.”

De vrouw van Eddy Wally? Segers: “Neen. Gewoon een vrouw, hé, een vrouw waar je mee kan neuken en zo.”

En dat gaat niet met de vrouw van

“Mariette Wally, dat is Hugo Matthysen, maar dan verkleed”

Animo//studentenvereniging van de SP.a

1// Omdat het LVSV niet zomaar een “studentenclubje” is, maar een partijonafhankelijke vereniging die bezig is met de liberale politieke filosofie.

Foto: Simon Demeulemeester

6 7

reportage interview

1// Animo is voor linksvoelende studenten die de zijlijn beu zijn, maar hun tijd niet willen ver liezen bij schimmige linkse splintergroepjes en hun overtuiging willen concretiseren.

www.animogent.be

De voormalige “Jongsocialisten RUG” zijn geboren in 1977 in Gent. Altijd klein geweest, maar zeer aanwezig. Deze working class heroes hangen rond in de cafés rond de Blandijnberg. In het monumentale ABVV-gebouw op de Vrijdagsmarkt houden ze soms activiteiten.

LVSV//Liberaal Vlaams Studentenverbond

LVSV ontstond in 1930 in Gent als reactie op de Franstalige bourgeoisliberalen. Bekende oud-leden: Guy Ver-hofstadt, Marc Coucke, Marc De Vos en Bart De Wever, “maar laat je vooral niet afschrikken door deze figuren.”

2// socialistisch //democratisch //trouw aan de rechtstaat //open van geest //studentikoos

3// Blijf weg bij zij die zich vervreemden van onze fundamentele westerse waarden, die (openlijk of heimelijk) lak hebben aan democratie, de rechtsstaat, solidariteit, de gelijkheid van mensen

4// Animo Nationaal is de jongerenbeweging van SP.a, Animo StuGent de afdeling van de UGent.

2// liberaal //partijonafhankelijk //pluralistisch //studentikoos //politiek-filosofisch.

3// De extreemlinkse organisaties: hoezeer wij hun op rechte overtuiging en idealisme waarderen, hun utopische denkbeeld is fout. Extreemrechtse en –linkse studentenverenigingen hanteren trou-wens dezelfde economische modellen. Naast hun verwerpelijke focus op de nationale identiteit, nog een reden om geen lid te worden.

4// Iedereen die zich liberaal noemt is welkom. Door de vrijheid om van de gangbare meningen af te wijken, zijn we niet te vergelijken met een grote partij. Het merendeel van onze leden doet niet aan politiek. Zij die dat wel doen, gingen vooral naar de liberale partijen, maar lang niet allemaal: Bart De Wever is bijvoorbeeld ex-LVSV’er.

5// Door op alle vlakken volledig onafhankelijk van hen te zijn, hebben ze geen greep op ons. En onze waakhondfunctie: we gaan meteen op onze achterste poten staan als een zelfverklaarde liberale partij een antiliberale maatregel voorstelt.

NSV// Nationalistische Studentenvereniging1// Voor de nationalistische bewustwording. Wij zijn eerst en vooral een politieke vereniging, dan pas een stu-dentenvereniging. Wie de nationalistische boodschap wil helpen verspreiden is van harte welkom. Maar uiter-aard zijn we ook gewoon een toffe bende vrienden.

NSV’ers vallen op door hun grijze studentenpetten (vandaar de bijnaam “Grijsklakken”). Ze hechten veel waarde aan stu-dententradities. Ze hebben niet echt een vaste stek, maar zitten vaak in de Canard Bizar. Betogingen met hen zorgen steeds voor vuurwerk

2//Actie //vorming //studentikoos //nationalistisch //solidaristisch

3// Puur ideologisch het LVSV, omdat liberalisme haaks staat op nationalisme. We komen wel goed overeen met hen. Maar als vereniging is het Anarchistisch Kollektief (AK) echt belachelijk: vertegenwoordiging en groepering zijn tegen hun eigen ideologie! In het Politiek Filosofisch Konvent (politiek-filosofisch orgaan van de UGent) zijn zij en de klein-linkse verenigen het kinderachtigste.

4// We kunnen gelinkt worden aan NV-A en het VB. Er zijn wel evenveel verschillen als overeenkomsten. Dat wij allemaal VB’ers zijn, is een vooroordeel.

5// Door kritiek te geven op Vlaams-nationale partijen en zo het interne debat aan te moedigen. Zo zijn we een drukkingsgroep voor Vlaams-nationale partijen.

www.nsv.be

5// Door ons altijd onafhankelijk te positioneren, door hebben we een zekere ideologische autono mie. We volgen de SP.a of Animo Nationaal zeker niet blindelings, integendeel. We zijn niet subsidieafhankelijk van de SP.a, zodat we ook daar de lijn consequent doortrekken.

TANK II.indd 6-7 26/11/10 03:14

Page 7: Tank Magazine II

“Ik ben graag een commerciële hoer”Iwein Segers - u weet wel: dat knullig figuur uit Expeditie Robinson en het nieuwe gezicht van Het Nieuwsblad - stampte in 2007 de comedy binnen, met een tweede plaats op de Comedy Casino Cup van Canvas. Sindsdien zaaide hij met zijn comedy of embarrassment verwarring en twijfel in de comedywereld. Na amper drie jaar blaast hij nu al de aftocht.

Iwein Segers sterft als stand-upcomedian maar herrijst als… tjah, als wat?

Tijdens het interview steekt Iwein Segers bijna enkele herfstbladeren in brand en maakt hij toevallige pas-santen aan het schrikken met zijn bul-derlach. Wil hij zichzelf even aankon-digen? “Dames en heren, tot u spreekt Iwein Segers, live vanuit Brussel. Het interview gaat zo meteen van start met een knal. Knallen geblazen!”

Je stopt na een betrekkelijk korte car-rière. Vinden de mensen je niet grap-pig genoeg? Iwein Segers: “Veel mensen vinden mij niet grappig, dat is zo. Maar dat vind ik goed: stand-upcomedy is echt bela-chelijk. Ik zou er nooit naartoe gaan. Iedereen doet hetzelfde, maar anders: sommigen praten gewoon wat duidelij-ker. Zogezegd doe ik ook anderen na. Comedy is dus ook geen manier meer voor mij om iets te brengen.”Ben je ontgoocheld over je doortocht in de comedy wereld? Segers: “Voor een stuk wel. Ik heb dat wereldje meteen in vraag gesteld. Was dat fout? Neen, achteraf gezien is dat

geniaal. Maar dat had totaal geen zin, want er is nog niet eens een echte co-medyscène. Ik stelde mijzelf ook al in vraag, nog voor ik iets had gedaan of nog voor ik het zelf kon. Dat vond ik

grappig, en dat vinden mensen die mij grappig vinden goed: de grootste loser ooit, die beweert dat hij het allemaal kent of ziet.”

Wat is je hoogtepunt?Segers: “Er zijn er twee: een tijdens de tournee die volgende op het Leids Cabaret Festival (waar hij de publieks-prijs won), in Zeeland. Daar werd 500 man gek bij alles wat ik zei of deed. Die stonden recht en begonnen te schreeuwden. Ze waren helemaal mee,

alles viel in zijn plooi. Een ander hoog-tepunt is Waregem. Daar werd ik door 1.000 man uitgejouwd. Ik heb dat op mijn dvd gezet, omdat ik daar alles helemaal kwijtraak en toch blijf staan. Je ziet ook dat ik dat heel erg vind. Xander De Rycke heeft hetzelfde mee-gemaakt het jaar ervoor en hij is weg-gestapt. Maar het was zeker ook een dieptepunt. Die Andy Kaufmantribute was ook straf. Het fenomeen Andy Kaufman (Amerikaanse komiek, red.) was 25 jaar dood, maar niemand in Europa deed daar iets mee. Zijn pro-ducer Bob Zmuda heeft mij ervoor ge-feliciteerd. Die tribute was uniek. Ook de mensen die ik daar bijeen bracht, met als hoogtepunt Eddy Wally. Ik heb er ook een prachtige vrouw leren ken-nen.”

De vrouw van Eddy Wally? Segers: “Neen. Gewoon een vrouw, hé, een vrouw waar je mee kan neuken en zo.”

En dat gaat niet met de vrouw van

“Mariette Wally, dat is Hugo Matthysen, maar dan verkleed”

Animo//studentenvereniging van de SP.a

1// Omdat het LVSV niet zomaar een “studentenclubje” is, maar een partijonafhankelijke vereniging die bezig is met de liberale politieke filosofie.

Foto: Simon Demeulemeester

6 7

reportage interview

1// Animo is voor linksvoelende studenten die de zijlijn beu zijn, maar hun tijd niet willen ver liezen bij schimmige linkse splintergroepjes en hun overtuiging willen concretiseren.

www.animogent.be

De voormalige “Jongsocialisten RUG” zijn geboren in 1977 in Gent. Altijd klein geweest, maar zeer aanwezig. Deze working class heroes hangen rond in de cafés rond de Blandijnberg. In het monumentale ABVV-gebouw op de Vrijdagsmarkt houden ze soms activiteiten.

LVSV//Liberaal Vlaams Studentenverbond

LVSV ontstond in 1930 in Gent als reactie op de Franstalige bourgeoisliberalen. Bekende oud-leden: Guy Ver-hofstadt, Marc Coucke, Marc De Vos en Bart De Wever, “maar laat je vooral niet afschrikken door deze figuren.”

2// socialistisch //democratisch //trouw aan de rechtstaat //open van geest //studentikoos

3// Blijf weg bij zij die zich vervreemden van onze fundamentele westerse waarden, die (openlijk of heimelijk) lak hebben aan democratie, de rechtsstaat, solidariteit, de gelijkheid van mensen

4// Animo Nationaal is de jongerenbeweging van SP.a, Animo StuGent de afdeling van de UGent.

2// liberaal //partijonafhankelijk //pluralistisch //studentikoos //politiek-filosofisch.

3// De extreemlinkse organisaties: hoezeer wij hun op rechte overtuiging en idealisme waarderen, hun utopische denkbeeld is fout. Extreemrechtse en –linkse studentenverenigingen hanteren trou-wens dezelfde economische modellen. Naast hun verwerpelijke focus op de nationale identiteit, nog een reden om geen lid te worden.

4// Iedereen die zich liberaal noemt is welkom. Door de vrijheid om van de gangbare meningen af te wijken, zijn we niet te vergelijken met een grote partij. Het merendeel van onze leden doet niet aan politiek. Zij die dat wel doen, gingen vooral naar de liberale partijen, maar lang niet allemaal: Bart De Wever is bijvoorbeeld ex-LVSV’er.

5// Door op alle vlakken volledig onafhankelijk van hen te zijn, hebben ze geen greep op ons. En onze waakhondfunctie: we gaan meteen op onze achterste poten staan als een zelfverklaarde liberale partij een antiliberale maatregel voorstelt.

NSV// Nationalistische Studentenvereniging1// Voor de nationalistische bewustwording. Wij zijn eerst en vooral een politieke vereniging, dan pas een stu-dentenvereniging. Wie de nationalistische boodschap wil helpen verspreiden is van harte welkom. Maar uiter-aard zijn we ook gewoon een toffe bende vrienden.

NSV’ers vallen op door hun grijze studentenpetten (vandaar de bijnaam “Grijsklakken”). Ze hechten veel waarde aan stu-dententradities. Ze hebben niet echt een vaste stek, maar zitten vaak in de Canard Bizar. Betogingen met hen zorgen steeds voor vuurwerk

2//Actie //vorming //studentikoos //nationalistisch //solidaristisch

3// Puur ideologisch het LVSV, omdat liberalisme haaks staat op nationalisme. We komen wel goed overeen met hen. Maar als vereniging is het Anarchistisch Kollektief (AK) echt belachelijk: vertegenwoordiging en groepering zijn tegen hun eigen ideologie! In het Politiek Filosofisch Konvent (politiek-filosofisch orgaan van de UGent) zijn zij en de klein-linkse verenigen het kinderachtigste.

4// We kunnen gelinkt worden aan NV-A en het VB. Er zijn wel evenveel verschillen als overeenkomsten. Dat wij allemaal VB’ers zijn, is een vooroordeel.

5// Door kritiek te geven op Vlaams-nationale partijen en zo het interne debat aan te moedigen. Zo zijn we een drukkingsgroep voor Vlaams-nationale partijen.

www.nsv.be

5// Door ons altijd onafhankelijk te positioneren, door hebben we een zekere ideologische autono mie. We volgen de SP.a of Animo Nationaal zeker niet blindelings, integendeel. We zijn niet subsidieafhankelijk van de SP.a, zodat we ook daar de lijn consequent doortrekken.

TANK II.indd 6-7 26/11/10 03:14

Page 8: Tank Magazine II

Eddy Wally?Segers: “Neen, ik denk dat dat Hugo Matthysen is, verkleed.”

Gunter Lamoot en Kamagurka kic-ken op de vijandigheid die ze voelen van een publiek. Jij ook? Segers: “Lamoot is wel nen bleiter, die zal daar wel op terugkomen. Ik ben ook zo. Soms vind ik het leuk, soms niet. Ik ben absoluut liever geliefd. Maar de weg daarnaartoe kan soms via haat gaan. Met de vrouwen is dat ook altijd zo: alle vrouwen die mijn vriendin zijn geweest, hebben een periode van haat en degout doorge-maakt.”

Voor of na jou? Segers: “Ervoor, maar daarna worden ze meestal lesbisch.”

Heb je vandaag bereikt waar Iwein van droomde toen hij nog een Iwein-tje was? Segers: “Aangezien de megalomaan in mij echt begint te zegevieren, denk ik van wel. Op boerenfestivals word ik massaal herkend. Dat vind ik zo leuk. Het BV-schap interesseert mij in se niets, maar het is zo grappig. Mijn eer wordt nu gestreeld, maar ik kan dat perfect relativeren: dat stelt niets voor, het is niet belangrijk en het gaat voorbij. En toch is het superleuk en superinteressant.”

Vind je dat je voldoende erkenning krijgt?Segers: “Neen. De grote drie die zich-zelf nog steeds heel belangrijk vin-den, Studio Brussel, Humo en Can-vas, erkennen mij niet. Dat is grappig: eigenlijk moeten ze, maar ze willen of durven niet.”

Hoe komt dat dan?Segers: “Humo wil zelf creëren. Zij beweren dat ze Geubels gemaakt hebben, Wim Helsen willen ze ook op hun conto schrijven. Verder gaan zij niet. Met Alex Agnew hebben ze maar een keer een interview gedaan, omdat die aan het zagen was. Toen ik bij Studio Brussel zat (waar hij onder andere ‘Het Ministerie van Miserie’

maakte, met Steven Van Herreweghe, red.) kreeg ik de kans om ‘70-80-90’ te doen. Een week voor de aanvang van het programma zeiden ze dat het niet doorging: Kobe Ilsen zou het

doen. Ik had volgens hen te veel per-soonlijkheid. Peter Van De Veire kon ook pas na enkele jaren doen wat hij nu doet. Dat vind ik raar. Ik be-grijp niet waarom ze mij en Philippe Geubels niet in een studio smijten: je hebt meteen een nieuw Leugenpaleis, waar iedereen om loopt te zagen. Ook voor tv vindt iedereen dat er iets moet gebeuren. En toch blijven ze gewoon hetzelfde doen, met al die saaie kin-derhomo’s zoals Sam De Bruyn. Bui-ten veertienjarigen is niemand daarin geïnteresseerd. Ik snap dat niet. Maar langs de andere kant, is het ook leuk om het via andere kanalen te doen. Want Humo is al lang niet meer cool.”

Nu kom je op tv met Expeditie Robinson en de spotjes van Het Nieuwsblad, waarmee je ook op de radio te horen bent en in de krant te zien: is dat mediageilheid en geld-bejag?Segers: (Lacht) “Geld vind ik super-

belangrijk, maar ik ben er zo slecht in. Ik weet zelf niet of ik voor al die dingen al geld gekregen heb, dat moet ik eens nagaan bij mijn mana-gers. Ik heb er drie: een voor tv, een voor muziek en een voor reclame en acteerwerk. Dat is toch fantastisch: drie managers! Maar wat betreft die mediageilheid: ik verdien het om in de media te komen. Anders voeren ze Sam De Bruyn of Staf Coppens op. Die wegen te licht, letterlijk en figuur-lijk. De media hebben iemand als mij nodig. Iedereen zegt constant dat er iets moet gebeuren. Ze gebruiken wel mijn naam niet, maar kom... Ik zal dat wel allemaal doen. Sam De Bruyn zal het niet doen hoor, die gaat niet op een eiland zitten, in zijnen bloten.”

Vind je het erg om mensen tegen te komen die je beledigt in interviews? Segers: “Dat valt wel mee. Destijds heb ik gezorgd dat Ann Lemmens en Sean uit elkaar gingen: door constant mails te sturen dat hij geen echte roc-ker is. Nu moet ik hetzelfde doen met Kevin Janssens. Ik voel me een beetje als de grote broer van Ann. Ann en ik, wij begrijpen elkaar.”

Wat heeft Expeditie Robinson voor je betekend? Segers: “Door Expeditie Robinson heb ik minder vooroordelen tegen de Martine Prenens van deze wereld. Dat zijn eigenlijk wel lieve mensen. Het probleem is dat sommigen con-tinu bezig zijn met hun BV-imago. Zelfs tijdens het acteren willen ze cool zijn. Het is net grappig en leuk als je als BV toont dat je ook een misluk-keling bent. Dat gasten als Matthias Schoenaerts of Wouter Hendryckx in elke rol die ze spelen toch altijd de cool willen bewaren, begrijp ik niet. James Dean kon dat, maar in Vlaan-deren is het beter om de Urbanus in jezelf naar boven te halen.”

Je maakt nu veel reclame, in 2006 was je presentator van de theater-tournee van Admiral Freebee. Op Wikipedia staat dat je meer een zing- en dansman bent. Daarnaast maakte je radioprogramma’s en

sprak je de ‘Toevallig of niet’-rubriek in voor Man bijt Hond: wil je die za-ken meer gaan doen? Segers: “Reclame maken doe ik enorm graag: luisteren naar een regisseur, die vaak zelf niet weet hoe het moet, en dat dan doen zodat iedereen content is. Daar ben ik graag een soort van slaaf, een commer-ciële hoer. Maar als ik 33 ben, stop ik met alles.”

Ga je dan sterven, zoals Christus? Segers: “Ja. Ik heb dus nog drie jaar om een cd te maken, een tv-programma, een boek en een echte comedyshow. Dat is ‘t. En dan een boerderij met kin-deren.”

Die cd is dan je nieuw project: Fami-lie Segers?Segers: “Inderdaad, kleinkunst. Met twee muzikanten: Naima Joris, zange-res en percussioniste bij de Isbells en een nobele onbekende als gitarist: Raf Ilsbroekx. Dat wordt dus een liedjes-

programma. Tussendoor lees ik voor uit mijn literaire helden: Bukowski, Sallinger, Fante en Zwagerman.”

Wordt het echt kleinkunst, dus liedjes zingen?Segers: “Ik noem dat kleinkunst om-dat we in het Nederlands zingen en ik akoestische gitaar speel. Het zal ook over de dood gaan. Interessant hé? Maar ik ben daar niet origineel in: in 2012 zouden wij allemaal doodgaan (volgens de Maya’s, red.). De tournee loopt van september 2011 tot decem-ber 2011. En in januari 2012 maak ik de comeback. Geniaal.”

Het zal dus geen zingende en dansen-de Iwein Segers zijn? Segers: “Integendeel, het zal heel arty en serieus zijn.”

Wim Helsen verwacht dat hij je klein-kunst ook wel heel grappig zal vinden. Segers: (Lacht) “Ik heb het serieus be-

doeld, maar mensen die het al hoorden moeten vooral lachen. Dat is omdat ik heel persoonlijk ben in die liedjes en de mensen zijn dat niet gewoon. Dus den-ken ze dat het wel om te lachen moet zijn.”

Zorg je er niet voor dat de mensen zich ongemakkelijk voelen en dus daarom lachen? Segers: “Neen, deze keer niet, ze geloven het gewoon niet. Ze denken echt: “Die is te persoonlijk of te eerlijk.” Mensen vinden het blijkbaar grappig dat ik zing dat ik geen vrienden meer heb. Maar het is zo. Ik vind dat net hard en triest.”

Heb je liever dat mensen zullen hui-len tijdens je optreden? Segers: “Voor deze show zou ik dat graag hebben, ja.”

Bij een afscheid horen tranen. Of opluchting. Op zoek daarnaar, vroegen we andere comedians wat ze vinden van Iwein Segers’ afscheid: “Iwein is een miskend genie!”

“Ik verander stront in goud”

Info: www.iweinsegers.be, of word vriend met de man op Facebook, hij heeft niet liever!

Reacties van collega’s

Wim Helsen“Ik weet niet of ik hem moet geloven. Interes-sant, dat wel. Ik vermoed dat als hij zich aan kleinkunst vergrijpt, ik dat ook wel weer heel grappig zal vinden.”

Gili“Iwein Segers is een onbegrepen genie. Door zijn bizarre shows kan niet iedereen volgen. Spijtige zaak dat hij er mee kapt. Ik hoop dat zijn kleinkunst even verrassend is als zijn co-medy.”

Xander De Rycke“Als iemand kan zeggen dat zijn shows soms slecht waren door de domheid van het pu-bliek, is het Iwein wel. Hij is een cultcomedian. Iwein keert zeker terug, hij zal het niet kunnen missen. Kleinkunst interesseert mij geen zak, maar ik zal zeker gaan kijken.”

Gunter Lamoot“Het is erg jammer dat hij stopt: hij is een frisse wind in de comedy wereld, waarin het-zelfde vaak ter ugkomt. Zijn kleinkunst zal wel goed zijn, hij maakt goeie liedjes. En hij komt zeker terug.”

8 9

interview interview

Simon Demeulemeester

TANK II.indd 8-9 26/11/10 03:14

Page 9: Tank Magazine II

Eddy Wally?Segers: “Neen, ik denk dat dat Hugo Matthysen is, verkleed.”

Gunter Lamoot en Kamagurka kic-ken op de vijandigheid die ze voelen van een publiek. Jij ook? Segers: “Lamoot is wel nen bleiter, die zal daar wel op terugkomen. Ik ben ook zo. Soms vind ik het leuk, soms niet. Ik ben absoluut liever geliefd. Maar de weg daarnaartoe kan soms via haat gaan. Met de vrouwen is dat ook altijd zo: alle vrouwen die mijn vriendin zijn geweest, hebben een periode van haat en degout doorge-maakt.”

Voor of na jou? Segers: “Ervoor, maar daarna worden ze meestal lesbisch.”

Heb je vandaag bereikt waar Iwein van droomde toen hij nog een Iwein-tje was? Segers: “Aangezien de megalomaan in mij echt begint te zegevieren, denk ik van wel. Op boerenfestivals word ik massaal herkend. Dat vind ik zo leuk. Het BV-schap interesseert mij in se niets, maar het is zo grappig. Mijn eer wordt nu gestreeld, maar ik kan dat perfect relativeren: dat stelt niets voor, het is niet belangrijk en het gaat voorbij. En toch is het superleuk en superinteressant.”

Vind je dat je voldoende erkenning krijgt?Segers: “Neen. De grote drie die zich-zelf nog steeds heel belangrijk vin-den, Studio Brussel, Humo en Can-vas, erkennen mij niet. Dat is grappig: eigenlijk moeten ze, maar ze willen of durven niet.”

Hoe komt dat dan?Segers: “Humo wil zelf creëren. Zij beweren dat ze Geubels gemaakt hebben, Wim Helsen willen ze ook op hun conto schrijven. Verder gaan zij niet. Met Alex Agnew hebben ze maar een keer een interview gedaan, omdat die aan het zagen was. Toen ik bij Studio Brussel zat (waar hij onder andere ‘Het Ministerie van Miserie’

maakte, met Steven Van Herreweghe, red.) kreeg ik de kans om ‘70-80-90’ te doen. Een week voor de aanvang van het programma zeiden ze dat het niet doorging: Kobe Ilsen zou het

doen. Ik had volgens hen te veel per-soonlijkheid. Peter Van De Veire kon ook pas na enkele jaren doen wat hij nu doet. Dat vind ik raar. Ik be-grijp niet waarom ze mij en Philippe Geubels niet in een studio smijten: je hebt meteen een nieuw Leugenpaleis, waar iedereen om loopt te zagen. Ook voor tv vindt iedereen dat er iets moet gebeuren. En toch blijven ze gewoon hetzelfde doen, met al die saaie kin-derhomo’s zoals Sam De Bruyn. Bui-ten veertienjarigen is niemand daarin geïnteresseerd. Ik snap dat niet. Maar langs de andere kant, is het ook leuk om het via andere kanalen te doen. Want Humo is al lang niet meer cool.”

Nu kom je op tv met Expeditie Robinson en de spotjes van Het Nieuwsblad, waarmee je ook op de radio te horen bent en in de krant te zien: is dat mediageilheid en geld-bejag?Segers: (Lacht) “Geld vind ik super-

belangrijk, maar ik ben er zo slecht in. Ik weet zelf niet of ik voor al die dingen al geld gekregen heb, dat moet ik eens nagaan bij mijn mana-gers. Ik heb er drie: een voor tv, een voor muziek en een voor reclame en acteerwerk. Dat is toch fantastisch: drie managers! Maar wat betreft die mediageilheid: ik verdien het om in de media te komen. Anders voeren ze Sam De Bruyn of Staf Coppens op. Die wegen te licht, letterlijk en figuur-lijk. De media hebben iemand als mij nodig. Iedereen zegt constant dat er iets moet gebeuren. Ze gebruiken wel mijn naam niet, maar kom... Ik zal dat wel allemaal doen. Sam De Bruyn zal het niet doen hoor, die gaat niet op een eiland zitten, in zijnen bloten.”

Vind je het erg om mensen tegen te komen die je beledigt in interviews? Segers: “Dat valt wel mee. Destijds heb ik gezorgd dat Ann Lemmens en Sean uit elkaar gingen: door constant mails te sturen dat hij geen echte roc-ker is. Nu moet ik hetzelfde doen met Kevin Janssens. Ik voel me een beetje als de grote broer van Ann. Ann en ik, wij begrijpen elkaar.”

Wat heeft Expeditie Robinson voor je betekend? Segers: “Door Expeditie Robinson heb ik minder vooroordelen tegen de Martine Prenens van deze wereld. Dat zijn eigenlijk wel lieve mensen. Het probleem is dat sommigen con-tinu bezig zijn met hun BV-imago. Zelfs tijdens het acteren willen ze cool zijn. Het is net grappig en leuk als je als BV toont dat je ook een misluk-keling bent. Dat gasten als Matthias Schoenaerts of Wouter Hendryckx in elke rol die ze spelen toch altijd de cool willen bewaren, begrijp ik niet. James Dean kon dat, maar in Vlaan-deren is het beter om de Urbanus in jezelf naar boven te halen.”

Je maakt nu veel reclame, in 2006 was je presentator van de theater-tournee van Admiral Freebee. Op Wikipedia staat dat je meer een zing- en dansman bent. Daarnaast maakte je radioprogramma’s en

sprak je de ‘Toevallig of niet’-rubriek in voor Man bijt Hond: wil je die za-ken meer gaan doen? Segers: “Reclame maken doe ik enorm graag: luisteren naar een regisseur, die vaak zelf niet weet hoe het moet, en dat dan doen zodat iedereen content is. Daar ben ik graag een soort van slaaf, een commer-ciële hoer. Maar als ik 33 ben, stop ik met alles.”

Ga je dan sterven, zoals Christus? Segers: “Ja. Ik heb dus nog drie jaar om een cd te maken, een tv-programma, een boek en een echte comedyshow. Dat is ‘t. En dan een boerderij met kin-deren.”

Die cd is dan je nieuw project: Fami-lie Segers?Segers: “Inderdaad, kleinkunst. Met twee muzikanten: Naima Joris, zange-res en percussioniste bij de Isbells en een nobele onbekende als gitarist: Raf Ilsbroekx. Dat wordt dus een liedjes-

programma. Tussendoor lees ik voor uit mijn literaire helden: Bukowski, Sallinger, Fante en Zwagerman.”

Wordt het echt kleinkunst, dus liedjes zingen?Segers: “Ik noem dat kleinkunst om-dat we in het Nederlands zingen en ik akoestische gitaar speel. Het zal ook over de dood gaan. Interessant hé? Maar ik ben daar niet origineel in: in 2012 zouden wij allemaal doodgaan (volgens de Maya’s, red.). De tournee loopt van september 2011 tot decem-ber 2011. En in januari 2012 maak ik de comeback. Geniaal.”

Het zal dus geen zingende en dansen-de Iwein Segers zijn? Segers: “Integendeel, het zal heel arty en serieus zijn.”

Wim Helsen verwacht dat hij je klein-kunst ook wel heel grappig zal vinden. Segers: (Lacht) “Ik heb het serieus be-

doeld, maar mensen die het al hoorden moeten vooral lachen. Dat is omdat ik heel persoonlijk ben in die liedjes en de mensen zijn dat niet gewoon. Dus den-ken ze dat het wel om te lachen moet zijn.”

Zorg je er niet voor dat de mensen zich ongemakkelijk voelen en dus daarom lachen? Segers: “Neen, deze keer niet, ze geloven het gewoon niet. Ze denken echt: “Die is te persoonlijk of te eerlijk.” Mensen vinden het blijkbaar grappig dat ik zing dat ik geen vrienden meer heb. Maar het is zo. Ik vind dat net hard en triest.”

Heb je liever dat mensen zullen hui-len tijdens je optreden? Segers: “Voor deze show zou ik dat graag hebben, ja.”

Bij een afscheid horen tranen. Of opluchting. Op zoek daarnaar, vroegen we andere comedians wat ze vinden van Iwein Segers’ afscheid: “Iwein is een miskend genie!”

“Ik verander stront in goud”

Info: www.iweinsegers.be, of word vriend met de man op Facebook, hij heeft niet liever!

Reacties van collega’s

Wim Helsen“Ik weet niet of ik hem moet geloven. Interes-sant, dat wel. Ik vermoed dat als hij zich aan kleinkunst vergrijpt, ik dat ook wel weer heel grappig zal vinden.”

Gili“Iwein Segers is een onbegrepen genie. Door zijn bizarre shows kan niet iedereen volgen. Spijtige zaak dat hij er mee kapt. Ik hoop dat zijn kleinkunst even verrassend is als zijn co-medy.”

Xander De Rycke“Als iemand kan zeggen dat zijn shows soms slecht waren door de domheid van het pu-bliek, is het Iwein wel. Hij is een cultcomedian. Iwein keert zeker terug, hij zal het niet kunnen missen. Kleinkunst interesseert mij geen zak, maar ik zal zeker gaan kijken.”

Gunter Lamoot“Het is erg jammer dat hij stopt: hij is een frisse wind in de comedy wereld, waarin het-zelfde vaak ter ugkomt. Zijn kleinkunst zal wel goed zijn, hij maakt goeie liedjes. En hij komt zeker terug.”

8 9

interview interview

Simon Demeulemeester

TANK II.indd 8-9 26/11/10 03:14

Page 10: Tank Magazine II

Om de film ‘Living in Emergency’ over Artsen Zonder Grenzen te promoten, kroop een aantal studenten van de Kantienberg, ondergetekende incluis, een week lang in een tent. We stelden onze bivak op aan de fietsenstalling om van daaruit een week lang campagne te voeren. Elke dag zorgde onze groep ervoor dat er iets meer leven in de brouwerij kwam. Dat deden we door onder meer een djembésessie te houden, fenomenaal op ons achterwerk te gaan bij het rock-‘n - rolldansen én mee te zingen met een liveband. ’s Morgens vroeg maakten we het opstaan minder pijnlijk door warme chocomelk te verkopen in het frisse herfstweer. Ons opstaan werd vaak opgevrolijkt door de sympathieke mensen van het onderhoudspersoneel die ons koffie of warme soep bezorgden. Daardoor leek onze tent toch iets warmer dan ze was. De hele week door verkochten we ook Oxfamproducten en galmde af en toe een geïmproviseerd gitaarmoment door de gangen in de hoop dat mensen naar ons toe zou-den komen. Zowel overdag op de campus als ’s avonds in de tent werd het enorm gezellig met de vele bezoekers die we over de vloer kregen.Met enorm veel enthousiasme gingen we ervoor, leerden we elkaar kennen, lachten we om een of andere stommiteit of uitspraak en boekten we uiteindelijk een mooi resultaat. Meer dan driehonderd geïnteresseerden kwamen naar de filmvertoning en bezorgden ons een fenomenale avond. Onze oprechte dank gaat uit naar iedereen die onze actie

steunde en mogelijk heeft gemaakt met in het bijzonder de mensen van het onderhoudspersoneel, de conciërge, de mensen van Sovoarte, de technische assistentie, zij die ons bezoekjes brachten in de tent en uiteraard onze filmfana-ten.

Studenten met grenzen: een weekoverzicht

Maartje, Katrien, Eline, Justine, Bertrand, Nils en Joren

Koninklijk bezoek. We zagen het niet direct gebeuren. Op 8 oktober kwam prinses Mathilde langs op onze campus. Het was weliswaar niet vanwege haar voorlief-de voor moderne architectuur. Ze kwam kennismaken met het project Een buddy bij de wieg. Een initiatief van de Arteveldehogeschool en de opleidingen Bachelor in de vroedkunde en Bachelor in het sociaal werk. Beide richtingen zijn zeer maatschappelijk gericht. De Arte-veldehogeschool investeert dan ook fors in kansarmoe-debestrijding.Een dolenthousiaste prof. dr. Johan Veeckman, tevens al-gemeen directeur van de Arteveldehogeschool, wachtte de prinses op. Hij werd geflankeerd door Gents schepen Martine De Regge en dr. Annemarie Hoogewijs, de lei-der van het project. Maar niemand was enthousiaster dan de meisjes van de opleidingen zelf. De sfeer kon niet meer op toen de prinses de campus betrad.Op de tiende verdieping van de campus Kantienberg

ging de prinses aan tafel zitten met de bezielers van het project. Zij deden trots uit de doeken hoe het project in elkaar zit.In Vlaanderen leeft elf procent van de kinderen in ar-moede. Dat resulteert in een moeilijke socio-economi-sche situatie waar gelijke kansen, gezondheid en alge-meen welzijn onder druk staan of zelfs ontbreken. Er zijn te weinig initiatieven om de maatschappij naar een hoger niveau te tillen. Daarom bezielt de Arteveldehoge-school het project.Kansarme gezinnen hebben een hogere drempel om gebruik te maken van de Belgische gezondheidszorg. Bovendien verloopt de communicatie met de professio-nals nogal stroef.. Kansarme zwangere vrouwen hebben nood aan begeleiding, ondersteuning en participatie in de organisatie van de gezondheidszorg. Studenten heb-ben het voordeel dat ze kennis opdoen en een goede at-titude leren aannemen tegenover kansarmen.

Foto: Julie Geirnaert

Foto: Sara De Graeve

10 11

Yves Masscho

TANK II.indd 10-11 26/11/10 03:14

Page 11: Tank Magazine II

Om de film ‘Living in Emergency’ over Artsen Zonder Grenzen te promoten, kroop een aantal studenten van de Kantienberg, ondergetekende incluis, een week lang in een tent. We stelden onze bivak op aan de fietsenstalling om van daaruit een week lang campagne te voeren. Elke dag zorgde onze groep ervoor dat er iets meer leven in de brouwerij kwam. Dat deden we door onder meer een djembésessie te houden, fenomenaal op ons achterwerk te gaan bij het rock-‘n - rolldansen én mee te zingen met een liveband. ’s Morgens vroeg maakten we het opstaan minder pijnlijk door warme chocomelk te verkopen in het frisse herfstweer. Ons opstaan werd vaak opgevrolijkt door de sympathieke mensen van het onderhoudspersoneel die ons koffie of warme soep bezorgden. Daardoor leek onze tent toch iets warmer dan ze was. De hele week door verkochten we ook Oxfamproducten en galmde af en toe een geïmproviseerd gitaarmoment door de gangen in de hoop dat mensen naar ons toe zou-den komen. Zowel overdag op de campus als ’s avonds in de tent werd het enorm gezellig met de vele bezoekers die we over de vloer kregen.Met enorm veel enthousiasme gingen we ervoor, leerden we elkaar kennen, lachten we om een of andere stommiteit of uitspraak en boekten we uiteindelijk een mooi resultaat. Meer dan driehonderd geïnteresseerden kwamen naar de filmvertoning en bezorgden ons een fenomenale avond. Onze oprechte dank gaat uit naar iedereen die onze actie

steunde en mogelijk heeft gemaakt met in het bijzonder de mensen van het onderhoudspersoneel, de conciërge, de mensen van Sovoarte, de technische assistentie, zij die ons bezoekjes brachten in de tent en uiteraard onze filmfana-ten.

Studenten met grenzen: een weekoverzicht

Maartje, Katrien, Eline, Justine, Bertrand, Nils en Joren

Koninklijk bezoek. We zagen het niet direct gebeuren. Op 8 oktober kwam prinses Mathilde langs op onze campus. Het was weliswaar niet vanwege haar voorlief-de voor moderne architectuur. Ze kwam kennismaken met het project Een buddy bij de wieg. Een initiatief van de Arteveldehogeschool en de opleidingen Bachelor in de vroedkunde en Bachelor in het sociaal werk. Beide richtingen zijn zeer maatschappelijk gericht. De Arte-veldehogeschool investeert dan ook fors in kansarmoe-debestrijding.Een dolenthousiaste prof. dr. Johan Veeckman, tevens al-gemeen directeur van de Arteveldehogeschool, wachtte de prinses op. Hij werd geflankeerd door Gents schepen Martine De Regge en dr. Annemarie Hoogewijs, de lei-der van het project. Maar niemand was enthousiaster dan de meisjes van de opleidingen zelf. De sfeer kon niet meer op toen de prinses de campus betrad.Op de tiende verdieping van de campus Kantienberg

ging de prinses aan tafel zitten met de bezielers van het project. Zij deden trots uit de doeken hoe het project in elkaar zit.In Vlaanderen leeft elf procent van de kinderen in ar-moede. Dat resulteert in een moeilijke socio-economi-sche situatie waar gelijke kansen, gezondheid en alge-meen welzijn onder druk staan of zelfs ontbreken. Er zijn te weinig initiatieven om de maatschappij naar een hoger niveau te tillen. Daarom bezielt de Arteveldehoge-school het project.Kansarme gezinnen hebben een hogere drempel om gebruik te maken van de Belgische gezondheidszorg. Bovendien verloopt de communicatie met de professio-nals nogal stroef.. Kansarme zwangere vrouwen hebben nood aan begeleiding, ondersteuning en participatie in de organisatie van de gezondheidszorg. Studenten heb-ben het voordeel dat ze kennis opdoen en een goede at-titude leren aannemen tegenover kansarmen.

Foto: Julie Geirnaert

Foto: Sara De Graeve

10 11

Yves Masscho

TANK II.indd 10-11 26/11/10 03:14

Page 12: Tank Magazine II

Wat houdt uw werk precies in?Samira Sababti: “Ik maak de lessen-roosters voor de studenten en sta in voor de examenplanning.”

Zijn er soms problemen met studen-ten?Sababti: “Ik probeer de lessenroosters zo goed mogelijk te maken. Normaal gezien zouden er geen wijzigingen in mogen komen, maar het kan altijd gebeuren dat een lector ziek wordt en dat iemand anders zijn lessen moet

overnemen. Dan worden die lessen verplaatst, en dat is niet altijd even tof voor de studenten. Studenten die van groep moeten veranderen omdat de groep te groot is, zijn zeker niet te-vreden. Ik begrijp het wel, maar ik zit ook vast. Jaarlijks zijn er wel een paar studenten die echt kwaad worden op mij. Maar ik kan hen ook niet helpen. Het hoort bij de job, hé? Ik moet soms wel slecht nieuws brengen.”

Hebben jullie veel bijzondere statu-ten?Sababti: “Vorig jaar heb ik twee top-sportstudenten. We proberen het roos-ter zoveel mogelijk aan te passen aan hun behoeften. Ze studeren meestal in een deeltijds traject: het ene semester studeren, het andere semester sport. Op die manier is een individueel les-senrooster niet nodig. Een andere groep zijn de werkstudenten: die wer-ken bijna full-time in combinatie met hun studie. Voor hen proberen we wel een lessenrooster op maat te maken, maar de mogelijkheden zijn natuurlijk niet onbeperkt.”Hoe komt het dat het lang duurt eer

iedereen zijn lessenrooster krijgt of de plaats krijgt die men wil?Sababti: “Ik weet niet of dat wel geldt voor mijn richting. Als studenten op vrijdag hun dossier indienden, kregen de meesten de dinsdag daarop een antwoord dat hun dossier klaar was en dat ze het konden komen afhalen. Degenen die zich pas op woensdag kwamen inschrijven, schoven achter-aan. Die zaten op maandag nog niet allemaal in de les. Vier dagen is te kortom een lessenrooster op te maken. Toch is onze opleiding een voorbeeld binnen de school.

Wat kan er nog beter aan het onder-wijssysteem?Sababti: “We hebben weinig tijd om alle studenten in de klas te krijgen. Op vrijdag worden de rapporten uit-gedeeld, een week later moeten de stu-denten in de klas zitten. In die periode is het dag en nacht werken. Maar als ik meer tijd kreeg, zou de examen-planning van de PDT-studenten kor-ter worden. Dat zou waarschijnlijk nog slechter zijn.”

De leertrajectbeheerder spreektLeertrajectbeheerders zijn vaak een bron van ergernis voor de stu-denten. De lessenroosters veranderen, klassen worden door elkaar geschud, PDT-studenten kampen met overlappingen in hun rooster,… In tegenstelling tot wat sommigen denken, doen ze dat niet opzette-lijk. TANK geeft drie trajectbeheerders de kans om hun kant van het verhaal te doen.

Wat houdt uw werk precies in?Griet De Smet: “Ik sta in voor alle studentengerelateerde zaken zoals de trajectbegeleiding en -beheer. Daarnaast doe ik ook de evalua-tiegesprekken met het personeel en ontvang ik sollicitanten. Ik heb gelukkig nog nooit iemand moe-ten ontslaan. “

Zijn er soms problemen met studen-ten?De Smet: “Problemen niet echt, maar ik heb de indruk dat studenten mondi-ger geworden zijn en veel meer willen. Er kan ook veel meer door de flexibi-

liteit in het nieuwe onderwijssysteem. Velen willen zoveel mogelijk studie-punten opnemen maar dan moeten wij hen zeggen dat dat vaak echt niet te doen is, want dan zitten ze vaak met overlappingen waardoor ze essentiële vakken missen. In die zin hebben we dus soms wat problemen maar we pro-beren toch altijd een realistische oplos-sing te creëren. Het voordeel in onze richting is wel dat we een kleine groep zijn. Daardoor kunnen we iets meer op maat werken en snel iemand verplaat-sen. Iets wat in grotere richtingen na-tuurlijk minder evident is.”

Hebben jullie veel bijzondere statu-ten?De Smet: “Ook dat groeit. We hebben niet veel sportstatuten maar wel veel faciliteitenstatuten. Studenten met dyslexie, ADHD of autisme kunnen dan hun faciliteiten aanvragen zoals spreiding van examens en monde-linge aflegging van examens. En dat gaat op voor zowel studenten met een topsportstatuut als werkstudenten, zo kunnen die studenten hun opleiding op maat voltooien.”

Hoe komt het dat het lang duurt eer iedereen zijn lessenrooster krijgt of de plaats krijgt die men wil?De Smet: “De lessenroosters probeer

ik vast te leggen voor de start van het academiejaar, de laatste vakantiewe-ken zijn dus ongelofelijk druk. Ook is de vraag naar individueel onderwijs groter geworden met de jaren. Het is natuurlijk leuk dat je meer en meer kan combineren. Maar als men al 80 studiepunten wil nemen in een jaar, dan wordt het moeilijk. Achteraf hoor je vaak van de studenten dat het toch moeilijk te combineren was, maar ie-der jaar zijn er opnieuw studenten die het proberen. En gelijk hebben ze”

Wat kan er nog beter aan het onder-wijssysteem?De Smet: “Volgens mij moeten we meer en meer overstappen op zelfstudie. De theorievakken kunnen vaak mak-kelijk in zelfstudiepakketten gegoten worden. Dat maakt het makkelijker om te combineren. Natuurlijk moet er een minimale begeleiding zijn on-der de vorm van online feedback. Voor anatomie hebben we al zo’n zelfstu-diepakket samengesteld waar men de leerstof thuis kan inoefenen. Zo kun-nen werkstudenten en PDT-studenten makkelijker hun vakken, zoals stages, combineren. Toch zullen de studenten voor echte praktijkvakken altijd naar school moeten komen. De vraag naar individueel onderwijs is er, dus is het aan ons om daar op in te spelen.”

Wat houdt uw werk precies in?Eva De Mulder: “Ik stippel de leertra-jecten uit. Er zijn ook drie zorgcoaches die samen met de studenten kijken of hun traject wel haalbaar is. De opvol-ging gebeurt dus door iemand anders.”

Zijn er soms problemen met studen-ten?De Mulder: “PDT-studenten doen soms moeilijk over wijzigingen in hun lessenrooster. Soms missen ze lessen door overlappingen. Maar dat blijft beperkt. Reguliere studenten passen zich wel aan. We zijn een kleine groep, maar dit jaar is het aantal studenten in mijn opleiding meer dan verdub-beld. Ik moest grotere lokalen zoeken, ik ben van drie naar vier groepen ge-gaan. Dat bracht wel wat problemen met zich mee.”

Hebben jullie veel bijzondere statu-ten?De Mulder: “We hebben meer en meer werkstudenten. De zorgcoaches heb-ben veel werk. Als er een wijziging optreedt op een dag dat ze niet op school kunnen zijn, is dat een groot probleem.”

Hoe komt het dat het lang duurt eer iedereen zijn lessenrooster krijgt of de plaats krijgt die men wil?De Mulder: “Ik probeer mijn lessen-rooster al af te hebben tegen de eer-ste infodag van februari. Zo kunnen mensen een keuze maken op basis van dat rooster. Voor podologie is dat mis-schien een uitzondering, maar dat lukt goed, zelfs nu het studentenaantal ver-dubbeld is.”

Wat kan er nog beter aan het onder-wijssysteem?De Mulder: “Studenten die van de universiteit komen, krijgen hun uit-slag vaak later dan wij hier starten. Wanneer ze dan besluiten naar ons te komen, zijn de lessen hier al bezig. De afstemming tussen hogeschool en universiteit zou dus nog beter kun-nen. Binnen de opleiding loopt het vrij goed, maar dat komt misschien door de kleinschaligheid.

Stefan Acke & Louis Waelkens

12 13

reportage reportage

TANK II.indd 12-13 26/11/10 03:14

Page 13: Tank Magazine II

Wat houdt uw werk precies in?Samira Sababti: “Ik maak de lessen-roosters voor de studenten en sta in voor de examenplanning.”

Zijn er soms problemen met studen-ten?Sababti: “Ik probeer de lessenroosters zo goed mogelijk te maken. Normaal gezien zouden er geen wijzigingen in mogen komen, maar het kan altijd gebeuren dat een lector ziek wordt en dat iemand anders zijn lessen moet

overnemen. Dan worden die lessen verplaatst, en dat is niet altijd even tof voor de studenten. Studenten die van groep moeten veranderen omdat de groep te groot is, zijn zeker niet te-vreden. Ik begrijp het wel, maar ik zit ook vast. Jaarlijks zijn er wel een paar studenten die echt kwaad worden op mij. Maar ik kan hen ook niet helpen. Het hoort bij de job, hé? Ik moet soms wel slecht nieuws brengen.”

Hebben jullie veel bijzondere statu-ten?Sababti: “Vorig jaar heb ik twee top-sportstudenten. We proberen het roos-ter zoveel mogelijk aan te passen aan hun behoeften. Ze studeren meestal in een deeltijds traject: het ene semester studeren, het andere semester sport. Op die manier is een individueel les-senrooster niet nodig. Een andere groep zijn de werkstudenten: die wer-ken bijna full-time in combinatie met hun studie. Voor hen proberen we wel een lessenrooster op maat te maken, maar de mogelijkheden zijn natuurlijk niet onbeperkt.”Hoe komt het dat het lang duurt eer

iedereen zijn lessenrooster krijgt of de plaats krijgt die men wil?Sababti: “Ik weet niet of dat wel geldt voor mijn richting. Als studenten op vrijdag hun dossier indienden, kregen de meesten de dinsdag daarop een antwoord dat hun dossier klaar was en dat ze het konden komen afhalen. Degenen die zich pas op woensdag kwamen inschrijven, schoven achter-aan. Die zaten op maandag nog niet allemaal in de les. Vier dagen is te kortom een lessenrooster op te maken. Toch is onze opleiding een voorbeeld binnen de school.

Wat kan er nog beter aan het onder-wijssysteem?Sababti: “We hebben weinig tijd om alle studenten in de klas te krijgen. Op vrijdag worden de rapporten uit-gedeeld, een week later moeten de stu-denten in de klas zitten. In die periode is het dag en nacht werken. Maar als ik meer tijd kreeg, zou de examen-planning van de PDT-studenten kor-ter worden. Dat zou waarschijnlijk nog slechter zijn.”

De leertrajectbeheerder spreektLeertrajectbeheerders zijn vaak een bron van ergernis voor de stu-denten. De lessenroosters veranderen, klassen worden door elkaar geschud, PDT-studenten kampen met overlappingen in hun rooster,… In tegenstelling tot wat sommigen denken, doen ze dat niet opzette-lijk. TANK geeft drie trajectbeheerders de kans om hun kant van het verhaal te doen.

Wat houdt uw werk precies in?Griet De Smet: “Ik sta in voor alle studentengerelateerde zaken zoals de trajectbegeleiding en -beheer. Daarnaast doe ik ook de evalua-tiegesprekken met het personeel en ontvang ik sollicitanten. Ik heb gelukkig nog nooit iemand moe-ten ontslaan. “

Zijn er soms problemen met studen-ten?De Smet: “Problemen niet echt, maar ik heb de indruk dat studenten mondi-ger geworden zijn en veel meer willen. Er kan ook veel meer door de flexibi-

liteit in het nieuwe onderwijssysteem. Velen willen zoveel mogelijk studie-punten opnemen maar dan moeten wij hen zeggen dat dat vaak echt niet te doen is, want dan zitten ze vaak met overlappingen waardoor ze essentiële vakken missen. In die zin hebben we dus soms wat problemen maar we pro-beren toch altijd een realistische oplos-sing te creëren. Het voordeel in onze richting is wel dat we een kleine groep zijn. Daardoor kunnen we iets meer op maat werken en snel iemand verplaat-sen. Iets wat in grotere richtingen na-tuurlijk minder evident is.”

Hebben jullie veel bijzondere statu-ten?De Smet: “Ook dat groeit. We hebben niet veel sportstatuten maar wel veel faciliteitenstatuten. Studenten met dyslexie, ADHD of autisme kunnen dan hun faciliteiten aanvragen zoals spreiding van examens en monde-linge aflegging van examens. En dat gaat op voor zowel studenten met een topsportstatuut als werkstudenten, zo kunnen die studenten hun opleiding op maat voltooien.”

Hoe komt het dat het lang duurt eer iedereen zijn lessenrooster krijgt of de plaats krijgt die men wil?De Smet: “De lessenroosters probeer

ik vast te leggen voor de start van het academiejaar, de laatste vakantiewe-ken zijn dus ongelofelijk druk. Ook is de vraag naar individueel onderwijs groter geworden met de jaren. Het is natuurlijk leuk dat je meer en meer kan combineren. Maar als men al 80 studiepunten wil nemen in een jaar, dan wordt het moeilijk. Achteraf hoor je vaak van de studenten dat het toch moeilijk te combineren was, maar ie-der jaar zijn er opnieuw studenten die het proberen. En gelijk hebben ze”

Wat kan er nog beter aan het onder-wijssysteem?De Smet: “Volgens mij moeten we meer en meer overstappen op zelfstudie. De theorievakken kunnen vaak mak-kelijk in zelfstudiepakketten gegoten worden. Dat maakt het makkelijker om te combineren. Natuurlijk moet er een minimale begeleiding zijn on-der de vorm van online feedback. Voor anatomie hebben we al zo’n zelfstu-diepakket samengesteld waar men de leerstof thuis kan inoefenen. Zo kun-nen werkstudenten en PDT-studenten makkelijker hun vakken, zoals stages, combineren. Toch zullen de studenten voor echte praktijkvakken altijd naar school moeten komen. De vraag naar individueel onderwijs is er, dus is het aan ons om daar op in te spelen.”

Wat houdt uw werk precies in?Eva De Mulder: “Ik stippel de leertra-jecten uit. Er zijn ook drie zorgcoaches die samen met de studenten kijken of hun traject wel haalbaar is. De opvol-ging gebeurt dus door iemand anders.”

Zijn er soms problemen met studen-ten?De Mulder: “PDT-studenten doen soms moeilijk over wijzigingen in hun lessenrooster. Soms missen ze lessen door overlappingen. Maar dat blijft beperkt. Reguliere studenten passen zich wel aan. We zijn een kleine groep, maar dit jaar is het aantal studenten in mijn opleiding meer dan verdub-beld. Ik moest grotere lokalen zoeken, ik ben van drie naar vier groepen ge-gaan. Dat bracht wel wat problemen met zich mee.”

Hebben jullie veel bijzondere statu-ten?De Mulder: “We hebben meer en meer werkstudenten. De zorgcoaches heb-ben veel werk. Als er een wijziging optreedt op een dag dat ze niet op school kunnen zijn, is dat een groot probleem.”

Hoe komt het dat het lang duurt eer iedereen zijn lessenrooster krijgt of de plaats krijgt die men wil?De Mulder: “Ik probeer mijn lessen-rooster al af te hebben tegen de eer-ste infodag van februari. Zo kunnen mensen een keuze maken op basis van dat rooster. Voor podologie is dat mis-schien een uitzondering, maar dat lukt goed, zelfs nu het studentenaantal ver-dubbeld is.”

Wat kan er nog beter aan het onder-wijssysteem?De Mulder: “Studenten die van de universiteit komen, krijgen hun uit-slag vaak later dan wij hier starten. Wanneer ze dan besluiten naar ons te komen, zijn de lessen hier al bezig. De afstemming tussen hogeschool en universiteit zou dus nog beter kun-nen. Binnen de opleiding loopt het vrij goed, maar dat komt misschien door de kleinschaligheid.

Stefan Acke & Louis Waelkens

12 13

reportage reportage

TANK II.indd 12-13 26/11/10 03:14

Page 14: Tank Magazine II

Richting onder de loep.Bachelor in het onderwijs – middelbaarCampus: KattenbergUit de 23 onderwijsvakken die

de opleiding aanbiedt, kies je er twee:

Aardrijkskunde Bewegingsrecreatie Bio-esthetiek

Muzikale Opvoeding

Frans GodsdienstHaartooi BiologieEconomie

Handel/buroticaEngelsFysicaLatijn

Geschiedenis InformaticaProject Kunstvakken

NederlandsPlastische OpvoedingWiskunde Technologische Opvoeding

Project Algemene VakkenVoeding Verzorging Lichamelijke

Opvoeding

Waarom koos je eigenlijk voor deze studie?Nikolaas Brennan: “Mijn lievelingsvak in het middelbaar was geschiedenis. Ik vond de lessen altijd boeiend. En mijn vader is Brits. Dus de keuze was snel gemaakt.”

Had je nog iets anders in gedachten?Brennan: “Ik heb lang getwijfeld tussen de opleiding leerkracht en een univer-sitaire opleiding Master in de geschie-denis. Ik heb daarna zelfs getwijfeld tussen Hogeschool Gent en de Artevel-dehogeschool. Maar Hogeschool Gent biedt de combinatie Engels-geschiede-nis niet aan.”

Je kan na je richting nog altijd ge-schiedenis gaan studeren, natuurlijk.Brennan: “Klopt. Veel mensen uit onze richting doen dat ook effectief. Ik denk wel dat ik het zal proberen. Het hangt natuurlijk af van hoe ik mijn richting hier afwerk. Ik twijfel nog. Ik ben PDT-student, dus moet ik een jaar extra erbij doen.”

Hoe verliep je eerste jaar?Brennan: “Het eerste jaar is een theo-retisch jaar. Veel algemene vakken. Je moet maar zes lessen afwerken als sta-giair. Er zijn ook veel nutteloze vakken, zoals communicatieleer. Het is veel te theoretisch en niet echt van toepassing op onze richting.”

Vertel eens wat meer over die stages.Brennan: “In het eerste jaar is het voor-al zien of je voor een klas kunt en durft staan. In het tweede jaar is de inhoud veel belangrijker. Je moet dan 24 uur per semester stage doen, ook in een bso-school, om te zien of je andere soorten studenten aankunt. In het derde jaar doe je een stapstage. Die duurt zes we-ken aan een stuk en laat je voelen hoe het leven als leerkracht er echt uitziet. Een stage is altijd stressen. Er komt veel voorbereiding bij kijken. En voor een klas staan is altijd een uitdaging.”

anekdotItIs

Heb je al aparte ervaringen opgedaan op je stages?Brennan: “Ooit zijn er twee studenten met elkaar op de vuist gegaan in de les. Dat is altijd wel even schrikken. Maar dat is ook de enige keer dat ik zoiets meemaakte.Ik heb eens les moeten geven over de kruistochten op een moslimschool. Daar had ik ook even schrik voor. Ik wou me sterk opstellen. Toen ik op die school aankwam, had het gevroren. Ik liep over de speelplaats en gleed uit, wat natuurlijk niet onopgemerkt bleef. Maar gelukkig had niemand van mijn klas dat gezien. Het was een zeer toffe school om les in te geven. Zeer gemoti-veerde leerlingen daar.”

Het moet niet altijd een student zijn met een speci-ale hobby of statuut. Deze keer nemen we er eentje waar er eigenlijk te veel van zijn. Nikolaas Brennan studeert voor leerkracht aan onze hogeschool. Zijn keuzevakken zijn Engels en geschiedenis. Een popu-laire keuze.

Student Leerkracht Geschiedenis - Engels

Yves Masscho

“Stage is altijd stressen”

onder de loep

student

Naam: Nikolaas BrennanLeeftijd: 21 jaarWoonplaats: HeusdenHobby’s: Gitaar, scouts

Kunt u zich even voorstellen aan de lezers van TANK die geen les van u krijgen?Annemie De Soete: “Hier op Artevelde geef ik deeltijds het vak leerstoornissen aan de richting logopedie, en daarnaast doe ik voornamelijk onderzoek in ver-band met dyscalculie. Mijn eerstejaars-studenten krijgen les van mij over de normale ontwikkeling van de hersenen, en we gaan vooral na hoe rekenen precies gebeurt. Ze bespreken met mij ook welke tests er bestaan om mensen te testen op hun rekenvaardigheden. Aan het tweede jaar geef ik ook les over de verschillende therapieën voor rekenstoornissen.”

Hoe bent u ertoe gekomen om met leerstoornissen bezig te zijn?De Soete: “In het middelbaar heb ik een vrij sterk wiskundige opleiding gevolgd, en daarna heb orthopedagogie gestu-deerd. Daar ben je sowieso al sterk bezig met verstoringen in de menselijke ont-wikkeling. Dat de nadruk voor mij vooral op rekenen en wiskunde kwam te liggen, is eigenlijk vooral toeval. Ik voelde me op één of andere manier wel vanaf het

begin aangetrokken tot de problematiek van rekenstoornissen. Wat voor mij ook van belang was, was dat leerstoornissen vaak voorkomen. In elke klas zit onge-veer één leerling met dyslexie en één met dyscalculie. Dat maakte dat ik me er echt op toe wilde leggen. Toch denk ik dat zo’n specialisatie je op een manier ook gewoon overkomt: op sommige momen-ten vormt je weg zichzelf.”

Studenten met een functiebeperking kunnen een bijzonder statuut aan-vragen. Zijn die wat betreft leer-stoornissen in de praktijk wel genoeg afgestemd op de noden van de studen-ten of is er nog ruimte voor verbete-ring?De Soete: “Op Artevelde doet men vol-gens mij een oprechte poging om re-kening te houden met studenten met een functiebeperking. Er wordt geke-ken naar wat hun probleem precies is, en dan wordt er samen met de student gezocht naar STICORDI-maatregelen. Dat betekent dat men in samenspraak met de student beslist welke stimule-rende, compenserende, relativerende

en dispenserende maatregelen er ge-nomen kunnen worden om een mouw te passen aan de beperkingen die hij of zij heeft. In het hoger onderwijs lukt dat over het algemeen sowieso beter dan in het secundair. We horen veel verhalen over studenten die ASO gedaan hebben en daar zijn buiten-gekomen met een compleet negatief zelfbeeld. Doordat er hier veel meer rekening wordt gehouden met hun functiebeperking, in dit geval een leer-stoornis, gaan veel van die studenten zich geleidelijk aan weer beter voe-len over zichzelf. Dat komt voor een deel ook omdat leerkrachten in het middelbaar de keuze hebben of ze de STICORDI-maatregelen toepassen of niet. Hier worden de lectoren voor een voldongen feit gesteld: er zijn op voor-hand afspraken gemaakt en daarover wordt er niet gediscussieerd. Natuur-lijk is er ruimte voor verbetering, maar die is er altijd.”

Lector Annemie De Soete

Annemie De Soete is inmiddels een vertrouwd gezicht voor veel (oud)studen-ten audiologie en logopedie. Met haar veertien jaar dienst als lector aan de Ar-teveldehogeschool kan ze tellen als een educatief zwaargewicht op de Kantien-berg. Daarnaast geeft ze ook les aan de UGent en geldt ze als een expert in haar vakgebied: leerstoornissen, en dan met name dyscalculie, een rekenstoornis. Voor veel Artevelders is ze desondanks nog steeds een nobele onbekende.

“Op sommige momenten vormt je weg zichzelf”

onder de

loepLECTOR

Charlotte DoolaegeFoto: Sara De Graeve

Foto: Sara De Graeve

14 15

TANK II.indd 14-15 26/11/10 03:14

Page 15: Tank Magazine II

Richting onder de loep.Bachelor in het onderwijs – middelbaarCampus: KattenbergUit de 23 onderwijsvakken die

de opleiding aanbiedt, kies je er twee:

Aardrijkskunde Bewegingsrecreatie Bio-esthetiek

Muzikale Opvoeding

Frans GodsdienstHaartooi BiologieEconomie

Handel/buroticaEngelsFysicaLatijn

Geschiedenis InformaticaProject Kunstvakken

NederlandsPlastische OpvoedingWiskunde Technologische Opvoeding

Project Algemene VakkenVoeding Verzorging Lichamelijke

Opvoeding

Waarom koos je eigenlijk voor deze studie?Nikolaas Brennan: “Mijn lievelingsvak in het middelbaar was geschiedenis. Ik vond de lessen altijd boeiend. En mijn vader is Brits. Dus de keuze was snel gemaakt.”

Had je nog iets anders in gedachten?Brennan: “Ik heb lang getwijfeld tussen de opleiding leerkracht en een univer-sitaire opleiding Master in de geschie-denis. Ik heb daarna zelfs getwijfeld tussen Hogeschool Gent en de Artevel-dehogeschool. Maar Hogeschool Gent biedt de combinatie Engels-geschiede-nis niet aan.”

Je kan na je richting nog altijd ge-schiedenis gaan studeren, natuurlijk.Brennan: “Klopt. Veel mensen uit onze richting doen dat ook effectief. Ik denk wel dat ik het zal proberen. Het hangt natuurlijk af van hoe ik mijn richting hier afwerk. Ik twijfel nog. Ik ben PDT-student, dus moet ik een jaar extra erbij doen.”

Hoe verliep je eerste jaar?Brennan: “Het eerste jaar is een theo-retisch jaar. Veel algemene vakken. Je moet maar zes lessen afwerken als sta-giair. Er zijn ook veel nutteloze vakken, zoals communicatieleer. Het is veel te theoretisch en niet echt van toepassing op onze richting.”

Vertel eens wat meer over die stages.Brennan: “In het eerste jaar is het voor-al zien of je voor een klas kunt en durft staan. In het tweede jaar is de inhoud veel belangrijker. Je moet dan 24 uur per semester stage doen, ook in een bso-school, om te zien of je andere soorten studenten aankunt. In het derde jaar doe je een stapstage. Die duurt zes we-ken aan een stuk en laat je voelen hoe het leven als leerkracht er echt uitziet. Een stage is altijd stressen. Er komt veel voorbereiding bij kijken. En voor een klas staan is altijd een uitdaging.”

anekdotItIs

Heb je al aparte ervaringen opgedaan op je stages?Brennan: “Ooit zijn er twee studenten met elkaar op de vuist gegaan in de les. Dat is altijd wel even schrikken. Maar dat is ook de enige keer dat ik zoiets meemaakte.Ik heb eens les moeten geven over de kruistochten op een moslimschool. Daar had ik ook even schrik voor. Ik wou me sterk opstellen. Toen ik op die school aankwam, had het gevroren. Ik liep over de speelplaats en gleed uit, wat natuurlijk niet onopgemerkt bleef. Maar gelukkig had niemand van mijn klas dat gezien. Het was een zeer toffe school om les in te geven. Zeer gemoti-veerde leerlingen daar.”

Het moet niet altijd een student zijn met een speci-ale hobby of statuut. Deze keer nemen we er eentje waar er eigenlijk te veel van zijn. Nikolaas Brennan studeert voor leerkracht aan onze hogeschool. Zijn keuzevakken zijn Engels en geschiedenis. Een popu-laire keuze.

Student Leerkracht Geschiedenis - Engels

Yves Masscho

“Stage is altijd stressen”

onder de loep

student

Naam: Nikolaas BrennanLeeftijd: 21 jaarWoonplaats: HeusdenHobby’s: Gitaar, scouts

Kunt u zich even voorstellen aan de lezers van TANK die geen les van u krijgen?Annemie De Soete: “Hier op Artevelde geef ik deeltijds het vak leerstoornissen aan de richting logopedie, en daarnaast doe ik voornamelijk onderzoek in ver-band met dyscalculie. Mijn eerstejaars-studenten krijgen les van mij over de normale ontwikkeling van de hersenen, en we gaan vooral na hoe rekenen precies gebeurt. Ze bespreken met mij ook welke tests er bestaan om mensen te testen op hun rekenvaardigheden. Aan het tweede jaar geef ik ook les over de verschillende therapieën voor rekenstoornissen.”

Hoe bent u ertoe gekomen om met leerstoornissen bezig te zijn?De Soete: “In het middelbaar heb ik een vrij sterk wiskundige opleiding gevolgd, en daarna heb orthopedagogie gestu-deerd. Daar ben je sowieso al sterk bezig met verstoringen in de menselijke ont-wikkeling. Dat de nadruk voor mij vooral op rekenen en wiskunde kwam te liggen, is eigenlijk vooral toeval. Ik voelde me op één of andere manier wel vanaf het

begin aangetrokken tot de problematiek van rekenstoornissen. Wat voor mij ook van belang was, was dat leerstoornissen vaak voorkomen. In elke klas zit onge-veer één leerling met dyslexie en één met dyscalculie. Dat maakte dat ik me er echt op toe wilde leggen. Toch denk ik dat zo’n specialisatie je op een manier ook gewoon overkomt: op sommige momen-ten vormt je weg zichzelf.”

Studenten met een functiebeperking kunnen een bijzonder statuut aan-vragen. Zijn die wat betreft leer-stoornissen in de praktijk wel genoeg afgestemd op de noden van de studen-ten of is er nog ruimte voor verbete-ring?De Soete: “Op Artevelde doet men vol-gens mij een oprechte poging om re-kening te houden met studenten met een functiebeperking. Er wordt geke-ken naar wat hun probleem precies is, en dan wordt er samen met de student gezocht naar STICORDI-maatregelen. Dat betekent dat men in samenspraak met de student beslist welke stimule-rende, compenserende, relativerende

en dispenserende maatregelen er ge-nomen kunnen worden om een mouw te passen aan de beperkingen die hij of zij heeft. In het hoger onderwijs lukt dat over het algemeen sowieso beter dan in het secundair. We horen veel verhalen over studenten die ASO gedaan hebben en daar zijn buiten-gekomen met een compleet negatief zelfbeeld. Doordat er hier veel meer rekening wordt gehouden met hun functiebeperking, in dit geval een leer-stoornis, gaan veel van die studenten zich geleidelijk aan weer beter voe-len over zichzelf. Dat komt voor een deel ook omdat leerkrachten in het middelbaar de keuze hebben of ze de STICORDI-maatregelen toepassen of niet. Hier worden de lectoren voor een voldongen feit gesteld: er zijn op voor-hand afspraken gemaakt en daarover wordt er niet gediscussieerd. Natuur-lijk is er ruimte voor verbetering, maar die is er altijd.”

Lector Annemie De Soete

Annemie De Soete is inmiddels een vertrouwd gezicht voor veel (oud)studen-ten audiologie en logopedie. Met haar veertien jaar dienst als lector aan de Ar-teveldehogeschool kan ze tellen als een educatief zwaargewicht op de Kantien-berg. Daarnaast geeft ze ook les aan de UGent en geldt ze als een expert in haar vakgebied: leerstoornissen, en dan met name dyscalculie, een rekenstoornis. Voor veel Artevelders is ze desondanks nog steeds een nobele onbekende.

“Op sommige momenten vormt je weg zichzelf”

onder de

loepLECTOR

Charlotte DoolaegeFoto: Sara De Graeve

Foto: Sara De Graeve

14 15

TANK II.indd 14-15 26/11/10 03:14

Page 16: Tank Magazine II

Waar vind je zo’n Erasmusser? Lukraak op een lispelende medestudent afstappen en “dos cervesas por favor” schreeu-wen? Het kàn een Spanjaard zijn, maar toch. En een hoop Chinezen samendrijven om hen uit te horen over hun avon-turen in de les logopedie, hoofd-stuk Rollende R, is helemaal te gek. Zoeken op het wereldwijde web dan maar. En ja hoor: op Fa-cebook, de virtuele stamkroeg van zo’n half miljoen mensen, staat ESN GENT te blinken. ESN - of Erasmus Student Net-work - is een internationale orga-nisatie voor buitenlandse studen-ten. De organisatie heeft zeven afdelingen in België, waarvan ESN Gent er een is. Die draait volledig op vrijwilligers, zelf ooit Erasmus-sers, zoals voorzitster Lucie: “Wij missen het internationale gevoel. Daarom engageren wij ons voor ESN Gent.” De zowat vijftien vrij-willigers van ESN Gent boksen wekelijks twee à drie activiteiten in elkaar. Erasmussers die dat wil-len, krijgen ook een buddy. Of er gevochten wordt om bepaalde nati-onaliteiten, is onduidelijk. Maar wij zouden gaan voor de dochter van een Oost-Europese gas- of oliebaron. Soit. ESN houdt op dinsdag- en donderdagavond een “spreekuur”, in hun kan-toortje in de Therminal, het studentenhuis van de UGent. Daar schrijven Erasmussers zich in voor ESN-uitjes, zoals een weekend Ardennen.

Chinezen in een kajakEn dat is blijkbaar populair, want er staat een hele troep - het lijkt het Vreemdelingenlegioen wel - voor de deur.

Kwade blikken zijn ons deel als we ons ertussen wringen. Voorsteken, in-ternationaal erkend teken van onbe-schoftheid. Binnen noteren Thimo en Silke de gegevens van de bonte bende. Penningmeester Sien ontvangt het in-schrijvingsgeld: “Het weekend kost 100 euro. Nu ja, eigenlijk 80, want er is 20 euro waarborg.” Waarschijn-lijk eens met een bende Schotten op weekend geweest. Die weekends zijn inderdaad altijd de moeite, zegt Joh-nny, die zelf in Spanje zat: “We nemen enkele vaten bier (volgens Facebook gaat het om 500 liter bier, red.) en een tapinstallatie mee. We houden ook een bal marginal, dat is altijd legenda-risch. En je hebt er geen idee van hoe grappig Chinezen zijn in een kajak! Ze peddelen maar wat en schreeuwen steeds dat het levensgevaarlijk is. Dit weekend is echt populair. De mond-tot-mond-reclame gaat tot in de lan-den van herkomst: dat zorgt steeds voor een volle bus richting Ardennen.” “Vorig jaar was een top-editie”, zegt

Annelies, “dan stonden ze al om 10 uur te wachten, om de inschrijving zeker niet te missen.” Ondertussen stroomt het volk binnen, de inschrijvingen lopen opnieuw vlot: “Grappig dat de Spanjaarden zo vroeg zijn dit jaar!” Dat zou keira-cistisch kunnen overkomen, maar dat valt al bij al wel mee.

Ieren met balvrees Op de Facebookpagina van ESN lieten we een berichtje achter: welke sympatico neemt ons op sleeptouw? Sergi en Ryszard reageerden. Ryszard, filosofiestudent, komt uit Polen. Sergi is van Barcelona en weet dus niets, behalve dat hij rechten

en eco-n o m i e studeert. Hij no-digt ons uit voor een voet-b a l we d -

strijd: Spanje tegen Ierland. De Spanjaarden spelen de Ieren van het kastje naar de muur. “Het is alsof die Ieren bang zijn van de bal!” grijnst Sergi, als hij van het veld afstapt. ’s Avonds ontmoeten we hen in The Porter House, waar ESN Gent elke woensdag haar clubavond heeft. Deze keer is er een buddyactiviteit: een Treasurehunt. Erasmussers leren via een zoektocht Gent kennen. Van het Sint-Pietersplein naar de Vooruit en via het Sint-Baafsplein over de Vrijdagsmarkt terug naar de Overpoortstraat. Een bont allegaartje: twee Spanjaarden, evenveel Polen, een Columbiaanse en drie buddy’s (West- en Oost-Vlaanderen). Enriqué, een Madri-leen, bewijst volbloed te zijn en spoort de groep aan: “Het is een stom spel, maar daarom net moeten we het winnen. Een stom spel verliezen, is helemaal stom.”

Polen met logicaSpelbreker in dit internationaal onderonsje, is de koude Belgische regen. Waarom kozen ze in godsnaam voor Bel-gië? Sergi vond België warmer dan Scandinavië. Enriqué viel voor de centrale Europese ligging. Dat Brussel het hart van de Europese Unie is, is ook mooi meegenomen, want hij ambieert er een functie. Ryszards professor zei dat Gent

de beste plaats is om Logica te studeren. Gelukkig leest hij geen Belgische kranten, de desillusie zou groot zijn. Hoewel, Polen hebben al lang afgeleerd illusies te koesteren. Die uit-eenlopende redenen doen vermoeden dat België een aantrek-kelijk gastland is. Volgens de Europese Commissie verbleven vorig academiejaar 5.283 Europese studenten in België: 3% van alle Erasmussers, niet zo enorm veel dus. België levert een even groot percentage. Wij ontvangen vooral Spanjaar-den (1.320 studenten), Italianen (626) en Polen (434). Een hart onder de riem (oeps!) voor Monseigneur Léonard: dat zijn allemaal landen waar het katholicisme nog meer is dan een vieze seksuele afwijking. De minst gulle leveranciers zijn IJsland (1, waarschijnlijk dat ene gezin dat zijn spaarcentjes níet aan de Kaupthingbank toevertrouwde), Liechtenstein (2) en Estland (6). Belgen gaan dan weer liever niet naar Luxemburg (0!), Liechtenstein (3) of Bulgarije (4).

Belgische apartheidSergi en Enriqué verblijven allebei in Home Vermeylen. Oost-Europees gekleurd Engels vermengt zich in hun ge-zellig drukke keukentje met het zwierige Engels dat de Zuid-Europeanen orakelen. Overal hangen afspraken aan de muur. Beneden zijn de ontspanningsruimtes. Volgens En-riqué zitten links de Belgen en rechts de Erasmussers: “Ze vinden ons vaak te luidruchtig. De Belgen zijn soms wat af-standelijk.” Sergi is het daar niet mee eens, hij vindt Belgen behulpzame mensen. Fijn van hem. Erasmussers hebben het heel druk, lijkt het. Wel niet zozeer met studeren, eerder met tof doen. Johhny van ESN: “Je hebt verschillende soorten Erasmussers. Sommigen doen aan alle activiteiten mee, anderen komen hun kamer niet uit.” Vol-gens Enrique gelden voor Erasmussers soepelere regels. “De nadruk ligt op het sociale: mensen leren kennen, uitgaan, jezelf verrijken, …” Ze zijn het er wel over eens dat Erasmus “a lifechanging experience!” is. Johnny geniet zichtbaar na van Spanje.

Vreemde vogels strijken neer: Kom! Kom! Kom, Erasmusjes!

“Belgen vinden ons vaak luidruchtig”

Veel studenten dromen ervan enkele maanden ver weg van huis te zijn. En dat liefst ergens in een zonovergoten land. Dat kan via het Europese studieprogramma Erasmus. Het zou een prachtige erva-ring zijn en mooi staan op je cv. Maar wat doen Erasmussers? Om stommiteiten te voorkomen, vraagt TANK het hen zelf.

“Chinezen in een kajak zijn hilarisch: ze schreeuwen steeds dat het levensgevaar-lijk is” Johnny, ESN Gent

“De nadruk ligt op het so-ciale… Uitgaan dus!” Enriqué, Spanje

Foto: Sara De Graeve

16 17

reportage reportage

Tekst: Simon Demeulemeester

TANK II.indd 16-17 26/11/10 03:15

Page 17: Tank Magazine II

Waar vind je zo’n Erasmusser? Lukraak op een lispelende medestudent afstappen en “dos cervesas por favor” schreeu-wen? Het kàn een Spanjaard zijn, maar toch. En een hoop Chinezen samendrijven om hen uit te horen over hun avon-turen in de les logopedie, hoofd-stuk Rollende R, is helemaal te gek. Zoeken op het wereldwijde web dan maar. En ja hoor: op Fa-cebook, de virtuele stamkroeg van zo’n half miljoen mensen, staat ESN GENT te blinken. ESN - of Erasmus Student Net-work - is een internationale orga-nisatie voor buitenlandse studen-ten. De organisatie heeft zeven afdelingen in België, waarvan ESN Gent er een is. Die draait volledig op vrijwilligers, zelf ooit Erasmus-sers, zoals voorzitster Lucie: “Wij missen het internationale gevoel. Daarom engageren wij ons voor ESN Gent.” De zowat vijftien vrij-willigers van ESN Gent boksen wekelijks twee à drie activiteiten in elkaar. Erasmussers die dat wil-len, krijgen ook een buddy. Of er gevochten wordt om bepaalde nati-onaliteiten, is onduidelijk. Maar wij zouden gaan voor de dochter van een Oost-Europese gas- of oliebaron. Soit. ESN houdt op dinsdag- en donderdagavond een “spreekuur”, in hun kan-toortje in de Therminal, het studentenhuis van de UGent. Daar schrijven Erasmussers zich in voor ESN-uitjes, zoals een weekend Ardennen.

Chinezen in een kajakEn dat is blijkbaar populair, want er staat een hele troep - het lijkt het Vreemdelingenlegioen wel - voor de deur.

Kwade blikken zijn ons deel als we ons ertussen wringen. Voorsteken, in-ternationaal erkend teken van onbe-schoftheid. Binnen noteren Thimo en Silke de gegevens van de bonte bende. Penningmeester Sien ontvangt het in-schrijvingsgeld: “Het weekend kost 100 euro. Nu ja, eigenlijk 80, want er is 20 euro waarborg.” Waarschijn-lijk eens met een bende Schotten op weekend geweest. Die weekends zijn inderdaad altijd de moeite, zegt Joh-nny, die zelf in Spanje zat: “We nemen enkele vaten bier (volgens Facebook gaat het om 500 liter bier, red.) en een tapinstallatie mee. We houden ook een bal marginal, dat is altijd legenda-risch. En je hebt er geen idee van hoe grappig Chinezen zijn in een kajak! Ze peddelen maar wat en schreeuwen steeds dat het levensgevaarlijk is. Dit weekend is echt populair. De mond-tot-mond-reclame gaat tot in de lan-den van herkomst: dat zorgt steeds voor een volle bus richting Ardennen.” “Vorig jaar was een top-editie”, zegt

Annelies, “dan stonden ze al om 10 uur te wachten, om de inschrijving zeker niet te missen.” Ondertussen stroomt het volk binnen, de inschrijvingen lopen opnieuw vlot: “Grappig dat de Spanjaarden zo vroeg zijn dit jaar!” Dat zou keira-cistisch kunnen overkomen, maar dat valt al bij al wel mee.

Ieren met balvrees Op de Facebookpagina van ESN lieten we een berichtje achter: welke sympatico neemt ons op sleeptouw? Sergi en Ryszard reageerden. Ryszard, filosofiestudent, komt uit Polen. Sergi is van Barcelona en weet dus niets, behalve dat hij rechten

en eco-n o m i e studeert. Hij no-digt ons uit voor een voet-b a l we d -

strijd: Spanje tegen Ierland. De Spanjaarden spelen de Ieren van het kastje naar de muur. “Het is alsof die Ieren bang zijn van de bal!” grijnst Sergi, als hij van het veld afstapt. ’s Avonds ontmoeten we hen in The Porter House, waar ESN Gent elke woensdag haar clubavond heeft. Deze keer is er een buddyactiviteit: een Treasurehunt. Erasmussers leren via een zoektocht Gent kennen. Van het Sint-Pietersplein naar de Vooruit en via het Sint-Baafsplein over de Vrijdagsmarkt terug naar de Overpoortstraat. Een bont allegaartje: twee Spanjaarden, evenveel Polen, een Columbiaanse en drie buddy’s (West- en Oost-Vlaanderen). Enriqué, een Madri-leen, bewijst volbloed te zijn en spoort de groep aan: “Het is een stom spel, maar daarom net moeten we het winnen. Een stom spel verliezen, is helemaal stom.”

Polen met logicaSpelbreker in dit internationaal onderonsje, is de koude Belgische regen. Waarom kozen ze in godsnaam voor Bel-gië? Sergi vond België warmer dan Scandinavië. Enriqué viel voor de centrale Europese ligging. Dat Brussel het hart van de Europese Unie is, is ook mooi meegenomen, want hij ambieert er een functie. Ryszards professor zei dat Gent

de beste plaats is om Logica te studeren. Gelukkig leest hij geen Belgische kranten, de desillusie zou groot zijn. Hoewel, Polen hebben al lang afgeleerd illusies te koesteren. Die uit-eenlopende redenen doen vermoeden dat België een aantrek-kelijk gastland is. Volgens de Europese Commissie verbleven vorig academiejaar 5.283 Europese studenten in België: 3% van alle Erasmussers, niet zo enorm veel dus. België levert een even groot percentage. Wij ontvangen vooral Spanjaar-den (1.320 studenten), Italianen (626) en Polen (434). Een hart onder de riem (oeps!) voor Monseigneur Léonard: dat zijn allemaal landen waar het katholicisme nog meer is dan een vieze seksuele afwijking. De minst gulle leveranciers zijn IJsland (1, waarschijnlijk dat ene gezin dat zijn spaarcentjes níet aan de Kaupthingbank toevertrouwde), Liechtenstein (2) en Estland (6). Belgen gaan dan weer liever niet naar Luxemburg (0!), Liechtenstein (3) of Bulgarije (4).

Belgische apartheidSergi en Enriqué verblijven allebei in Home Vermeylen. Oost-Europees gekleurd Engels vermengt zich in hun ge-zellig drukke keukentje met het zwierige Engels dat de Zuid-Europeanen orakelen. Overal hangen afspraken aan de muur. Beneden zijn de ontspanningsruimtes. Volgens En-riqué zitten links de Belgen en rechts de Erasmussers: “Ze vinden ons vaak te luidruchtig. De Belgen zijn soms wat af-standelijk.” Sergi is het daar niet mee eens, hij vindt Belgen behulpzame mensen. Fijn van hem. Erasmussers hebben het heel druk, lijkt het. Wel niet zozeer met studeren, eerder met tof doen. Johhny van ESN: “Je hebt verschillende soorten Erasmussers. Sommigen doen aan alle activiteiten mee, anderen komen hun kamer niet uit.” Vol-gens Enrique gelden voor Erasmussers soepelere regels. “De nadruk ligt op het sociale: mensen leren kennen, uitgaan, jezelf verrijken, …” Ze zijn het er wel over eens dat Erasmus “a lifechanging experience!” is. Johnny geniet zichtbaar na van Spanje.

Vreemde vogels strijken neer: Kom! Kom! Kom, Erasmusjes!

“Belgen vinden ons vaak luidruchtig”

Veel studenten dromen ervan enkele maanden ver weg van huis te zijn. En dat liefst ergens in een zonovergoten land. Dat kan via het Europese studieprogramma Erasmus. Het zou een prachtige erva-ring zijn en mooi staan op je cv. Maar wat doen Erasmussers? Om stommiteiten te voorkomen, vraagt TANK het hen zelf.

“Chinezen in een kajak zijn hilarisch: ze schreeuwen steeds dat het levensgevaar-lijk is” Johnny, ESN Gent

“De nadruk ligt op het so-ciale… Uitgaan dus!” Enriqué, Spanje

Foto: Sara De Graeve

16 17

reportage reportage

Tekst: Simon Demeulemeester

TANK II.indd 16-17 26/11/10 03:15

Page 18: Tank Magazine II

Anne-Sophie De Lembre

Vama Veche is al sinds de jaren negentig hét mekka voor partyloving alternatieve Roemeense studenten. Daarvoor was het een klein vissersdorp en dou-anepost op de grens met Bulgarije, maar daarvan is vandaag weinig meer te merken. Tijdens de zo-mermaanden kan je er over de hoofden lopen. Stu-denten bestormen massaal het dorpje vanaf mei tot september om een weekend lang te feesten. Daar waar Vama Veche begin jaren negentig vooral een toevluchtsoord was voor (punk)rockers en metal-heads, is het nu een vakantiebestemming voor een bont allegaartje van mensen. Je loopt er zowel emo-kids, hipsters en alternatievelingen tegen het lijf, als

modale gezinnen met fototoestel rond de nek tot die ene gast die altijd om weed vraagt. Vama Veche is maar vijfhonderd meter breed, dus het heeft maar één hoofdstraat. Het is een aaneen-schakeling van bars en restaurants, aangevuld met enkele souvenirkraampjes. Op het eerste gezicht dachten wij meteen aan de Overpoortstraat in Gent, maar die zou de vergelijking helemaal niet kunnen doorstaan. De sfeer is in Vama Veche stukken beter. Uitgaan doe je hier voor relatief weinig geld. De prijs voor een halve liter bier varieert tussen een en twee euro.Muziek staat centraal in Vama Veche. Uit elke bar

Zondagochtend, acht uur. Lege flessen liggen her en der verspreid op het strand. Enkele verdwaalde feestvier-ders slapen hun roes uit onder de brandende zon. Vama Veche likt haar wonden na het zoveelste geslaagde feest-weekend van de zomer.

TANK was in Vama Veche!

De bars, rieten parasols en hemelbedden op het strand doen denken aan een resort. Het is moeilijk

om hier geen vakantiegevoel te hebben.

1918

reizen

TANK II.indd 18-19 26/11/10 03:15

Page 19: Tank Magazine II

Anne-Sophie De Lembre

Vama Veche is al sinds de jaren negentig hét mekka voor partyloving alternatieve Roemeense studenten. Daarvoor was het een klein vissersdorp en dou-anepost op de grens met Bulgarije, maar daarvan is vandaag weinig meer te merken. Tijdens de zo-mermaanden kan je er over de hoofden lopen. Stu-denten bestormen massaal het dorpje vanaf mei tot september om een weekend lang te feesten. Daar waar Vama Veche begin jaren negentig vooral een toevluchtsoord was voor (punk)rockers en metal-heads, is het nu een vakantiebestemming voor een bont allegaartje van mensen. Je loopt er zowel emo-kids, hipsters en alternatievelingen tegen het lijf, als

modale gezinnen met fototoestel rond de nek tot die ene gast die altijd om weed vraagt. Vama Veche is maar vijfhonderd meter breed, dus het heeft maar één hoofdstraat. Het is een aaneen-schakeling van bars en restaurants, aangevuld met enkele souvenirkraampjes. Op het eerste gezicht dachten wij meteen aan de Overpoortstraat in Gent, maar die zou de vergelijking helemaal niet kunnen doorstaan. De sfeer is in Vama Veche stukken beter. Uitgaan doe je hier voor relatief weinig geld. De prijs voor een halve liter bier varieert tussen een en twee euro.Muziek staat centraal in Vama Veche. Uit elke bar

Zondagochtend, acht uur. Lege flessen liggen her en der verspreid op het strand. Enkele verdwaalde feestvier-ders slapen hun roes uit onder de brandende zon. Vama Veche likt haar wonden na het zoveelste geslaagde feest-weekend van de zomer.

TANK was in Vama Veche!

De bars, rieten parasols en hemelbedden op het strand doen denken aan een resort. Het is moeilijk

om hier geen vakantiegevoel te hebben.

1918

reizen

TANK II.indd 18-19 26/11/10 03:15

Page 20: Tank Magazine II

weerklinkt een mengeling van punk, rock en folkmuziek. Een uitzondering is La Pirati, een metalcafé waar zelfs de klanten letterlijk op piraten lijken. Het café is uit de grond gestampt met enkele houten palen met een rieten dak, houten banken en een toog. Leuk om even tussendoor bescherming te zoeken voor de brandende zon, maar drink er vooral geen cocktails!

In Vama Veche heb je verschillende moge-lijkheden om te overnachten. Wil je écht low budget gaan, dan is kamperen op het strand gratis. Do not worry, aan de Zwarte Zee heb je geen last van eb en vloed. Vooral tijdens de weekends doen delen van het strand denken aan een festivalcamping. Openbare douches en toiletten zijn beschikbaar, maar schaars. Wil je iets meer comfort, dan kan je kiezen om je tent in de tuin van locals op te zetten – iets wat de meerderheid van de studenten doet. Wij kozen voor de verzorgde camping Cortina Gate aan de rand van het dorp. Zij bieden naast propere douches en wc’s en wi-fi ook de mogelijkheid om een kluisje te huren. Dat allemaal voor een schappelijke prijs: voor twee personen betaal je nog geen twintig euro voor drie nachten. Wie liever in een echt bed slaapt, kan kiezen uit drie ho-telletjes, waaronder het Punk Rock Hotel.

Na een broeierige dag – 35 graden! – komt het feestgewoel bij zonsondergang lang-zaamaan weer op gang. Groepjes studenten palmen de lege strandstoelen op het strand in, flessen drank in de hand. Hier en daar worden op het strand kampvuurtjes aange-maakt die al snel uitgroeien tot heuse bon-fires. In elk café is er wel iets te doen. Een bekende Roemeense dj maakt Goblins on-veilig vanavond. Het publiek gaat helemaal uit zijn dak en ze staan tot op het strand te dansen. Expirat is een populaire bar in het midden van het strand. Daar delen kapitein Dragos en zijn knappe hulpjes sleutels uit aan gelukkige voorbijgangers. De prijzen in de schatkist bestaan uit zowel ooglapjes als gratis drank in de bar. De drank vloeit rijkelijk en de eerste mensen wagen zich al aan een nachtduik in de warme zee. Het is het begin van alweer een zwoele feestnacht in Vama Veche.

• TheGaslightAnt

hem//American Slang (

Rock Werchter)

• KISS//Detroit Rock City

Graspop Metal Meeting)

• QueensOfTheSt

oneAge//Song for the Dead (

Pukkelpop)

• SwedishHouseMa

fFIa//One (

Tomorrowland)

• Thexx//Fantasy(

Pukkelpop)

• Editors//No Sound but the Wind (

Rock Werchter)

• GangOfFour//Damaged Goods (

LokerseFeesten

)

• TheNational//Fake

Empire(

Pukkelpop)

• GraceJones//Pull Up to the Bumper (

Suikerrock)

• DasPop//FoolForL

ove

( FeestinhetPar

k)

Stefan Acke

Nu de bomen haast geen bladeren meer hebben, kunnen we

het niet langer ontkennen: de festivalzomer is definitief voorbij.

TANK bestrijdt uw heimwee en helpt u de gure winter door, met

een playlist om de vingers bij af te likken.

Het einde van de festivalzomer

Foto & Tekst: Sara De Graeve

Foto: Sara De Graeve

TANK II.indd 20-21 26/11/10 03:15

Page 21: Tank Magazine II

weerklinkt een mengeling van punk, rock en folkmuziek. Een uitzondering is La Pirati, een metalcafé waar zelfs de klanten letterlijk op piraten lijken. Het café is uit de grond gestampt met enkele houten palen met een rieten dak, houten banken en een toog. Leuk om even tussendoor bescherming te zoeken voor de brandende zon, maar drink er vooral geen cocktails!

In Vama Veche heb je verschillende moge-lijkheden om te overnachten. Wil je écht low budget gaan, dan is kamperen op het strand gratis. Do not worry, aan de Zwarte Zee heb je geen last van eb en vloed. Vooral tijdens de weekends doen delen van het strand denken aan een festivalcamping. Openbare douches en toiletten zijn beschikbaar, maar schaars. Wil je iets meer comfort, dan kan je kiezen om je tent in de tuin van locals op te zetten – iets wat de meerderheid van de studenten doet. Wij kozen voor de verzorgde camping Cortina Gate aan de rand van het dorp. Zij bieden naast propere douches en wc’s en wi-fi ook de mogelijkheid om een kluisje te huren. Dat allemaal voor een schappelijke prijs: voor twee personen betaal je nog geen twintig euro voor drie nachten. Wie liever in een echt bed slaapt, kan kiezen uit drie ho-telletjes, waaronder het Punk Rock Hotel.

Na een broeierige dag – 35 graden! – komt het feestgewoel bij zonsondergang lang-zaamaan weer op gang. Groepjes studenten palmen de lege strandstoelen op het strand in, flessen drank in de hand. Hier en daar worden op het strand kampvuurtjes aange-maakt die al snel uitgroeien tot heuse bon-fires. In elk café is er wel iets te doen. Een bekende Roemeense dj maakt Goblins on-veilig vanavond. Het publiek gaat helemaal uit zijn dak en ze staan tot op het strand te dansen. Expirat is een populaire bar in het midden van het strand. Daar delen kapitein Dragos en zijn knappe hulpjes sleutels uit aan gelukkige voorbijgangers. De prijzen in de schatkist bestaan uit zowel ooglapjes als gratis drank in de bar. De drank vloeit rijkelijk en de eerste mensen wagen zich al aan een nachtduik in de warme zee. Het is het begin van alweer een zwoele feestnacht in Vama Veche.

• TheGaslightAnt

hem//American Slang (

Rock Werchter)

• KISS//Detroit Rock City

Graspop Metal Meeting)

• QueensOfTheSt

oneAge//Song for the Dead (

Pukkelpop)

• SwedishHouseMa

fFIa//One (

Tomorrowland)

• Thexx//Fantasy(

Pukkelpop)

• Editors//No Sound but the Wind (

Rock Werchter)

• GangOfFour//Damaged Goods (

LokerseFeesten

)

• TheNational//Fake

Empire(

Pukkelpop)

• GraceJones//Pull Up to the Bumper (

Suikerrock)

• DasPop//FoolForL

ove

( FeestinhetPar

k)

Stefan Acke

Nu de bomen haast geen bladeren meer hebben, kunnen we

het niet langer ontkennen: de festivalzomer is definitief voorbij.

TANK bestrijdt uw heimwee en helpt u de gure winter door, met

een playlist om de vingers bij af te likken.

Het einde van de festivalzomer

Foto & Tekst: Sara De Graeve

Foto: Sara De Graeve

TANK II.indd 20-21 26/11/10 03:15

Page 22: Tank Magazine II

Elien

Bureau

Op nog geen kilometer van de cam-pus Kantienberg in het hartje van de Arteveldestad hebben Elien en haar vriend hun eigen paradijsje gevon-den. Aan de overkant van de straat stroomt de Schelde geruisloos langs het kunstcentrum Vooruit. De druk-te die gewoonlijk een stadscentrum domineert, valt hier nergens te be-speuren. Toch word je door de stilte overvallen als de zware deur van het kotcomplex achter je krakend in het slot valt. Wat verder op de gang stap je weer buiten, een ruime tuin in. Je zou je het een klein, groen longblaasje kunnen noemen. De meeste koten en studio’s van dit complex geven uit op deze binnentuin, ook de duplex waar Elien dit jaar zal vertoeven.

Na het eerste wauwgevoel treden de details een voor een op de voorgrond.

Heel wat foto’s van familie en vrien-den hangen in piramidevorm aan de gifgroene muren. Naast de foto’s prijken er ook een aantal posters van rockgroepen en jeugdbewegingen aan de wand. Bovenop een houten kast vol met oude platen staat een platen-speler. Vanuit de comfortabele, witte sofa’s in het salon, kun je de ruime slaapkamer met een groot tweeper-soonsbed zien. De steile trap die daar naartoe leidt, staat pal tegen de muur. Om plaats te winnen, heeft Elien met haar vriend een bureau onder de trap geplaatst. Veel te druk, zou je denken, maar het tegendeel is waar. Het pla-fond reikt wel vier meter hoog en de ruimte gaat erg diep. Onder de slaap-kamer is de keuken. Erg groot is het niet, maar het heeft alles wat een stu-dent maar nodig heeft om deftig te kunnen koken op kot.

De voorgevel van het kotcomplex waar Elien Van-devoorde (20) dit jaar met haar vriend verblijft, verklapt zijn geheimen niet. Je kunt niet zien dat er achter die dikke, verouderde muren luxe van de bovenste plank heerst.

onder de loep

kot

Où est le swimming pool?

lifestyle

Kot Deluxe

Elien studeert journalistiek aan de Arteveldehogeschool in Gent en woont al drie jaar lang op “kot”, maar ze bleef nooit langer dan een jaar in hetzelfde kot. “Vo-rig jaar deelde ik een appartement met een vriendin die ook journa-listiek studeert. Dat appartement was ook in dit gebouw, maar op de bovenste verdieping. Toen die vriendin wilde veranderen van kot, kon ik daar niet alleen blijven wonen. Dat was te duur. Er wa-ren ook twee slaapkamers in dat appartement. Dat hadden mijn vriend en ik niet nodig. Daarom

hebben we een kot voor ons tweetjes gezocht. Toevallig konden we in het-zelfde gebouw blijven.”

Vorig jaar woonde Elien heel graag op haar appartementje. Dat is nog steeds niet veranderd. Het blijft hetzelfde gebouw met dezelfde (luxe)faciliteiten. Aangezien Elien nu op de benedenverdieping woont, maakt ze veel meer gebruik van de tuin en het royale terras. In de zo-mer mag er gefeest en gebarbecued worden. Ze kan er ook simpelweg genieten van een goed boek terwijl ze ligt te bakken in de zon.

Als het Elien te heet wordt onder haar voeten, kan ze altijd een ver-frissende duik nemen in het binnen-zwembad aan de overkant van het uitgestrekte terras. Ze kan er da-gelijks gebruik van maken zonder extra kosten en bij wijze van bo-nus wordt het zwembad tijdens de winter heerlijk verwarmd. Het ligt er vaak nogal desolaat bij, wat het op zich nog aantrekkelijker maakt. Wie wil er nu geen zwembad voor zich alleen?

Heeft Elien het te koud gekregen door al dat geploeter in het zwem-bad? Dan stapt ze eventjes een smalle gang door, waarna ze bij de sauna is aanbeland. Om te ontdooi-en in deze houten hut, wordt een

symbolische euro gevraagd.

Als ze daarna vindt dat ze ge-noeg geluierd heeft en aan sport toe is, loopt ze diezelfde gang uit en kan ze wat trainen in een kleine fitnessruimte. Ook hiervan mag vrij gebruik worden gemaakt.

Eerlijkheidshalve moet Elien toch toegeven dat ze niet van alles even-veel gebruik maakt als ze zelf zou willen. “Veel hangt af van de tijd die ik heb. Zwemmen zou ik eigen-lijk elke dag willen doen, maar dat komt er gewoonweg niet van. De sauna gebruik ik liever niet al te vaak. Dat kan niet gezond zijn. In de fitnessruimte zul je mij zelden of nooit tegenkomen”, grinnikt ze.

Een van de grootste voordelen aan dit kot is toch de situering, vindt Elien. “Toen ik in mijn eerste jaar journalistiek zat, was mijn kot re-delijk ver. Daarom heb ik het jaar nadien bewust gekozen om dicht bij de nieuwe campus een kot te zoe-ken, en dat is gelukt. We wonen op nog geen kilometer van de campus en het centrum van Gent. Als we willen uitgaan, zijn we na vijf mi-nuten fietsen in de Overpoortstraat. Als ik wil winkelen of ik naar het station moet, geldt hetzelfde lied-je. Alles is bereikbaar binnen het kwartier. Je bent overal zo dichtbij

en toch is het hier rustig. Een ding stoort ons wel enorm. Naast ons wonen mensen met kinderen. Elke ochtend stipt om acht uur zetten ze hun keel openen en krijsen ze erop los. Maar dat is dan ook het enige probleem hier”, lacht ze.

Zo’n kot moet stukken van mensen kosten, in de meeste gevallen. Maar niet hier. Maandelijks moet er 530 euro op tafel worden gelegd. Maar Elien woont er met haar vriend, dus delen ze de huur netjes in twee. Dat houdt in dat Elien maande-lijks slechts 265 euro betaalt voor dit luxekot. Dan zijn de kosten van water, gas en elektriciteit toch nog niet meegerekend? Oh, jawel. Die 75 euro is al in de prijs inbegrepen. Natuurlijk moet er ook nog gegeten en gedronken worden. Op kot gaan zal nooit goedkoop zijn. Elien dient dan ook elk weekend op in een res-taurant in Izegem. Gelukkig dragen haar ouders ook hun steentje bij.

Mooier kon Elien het dit jaar niet treffen. Mocht ze de kans krijgen om volgend jaar opnieuw deze du-plexwoning te huren, dan zou ze die kans met beide handen grijpen. “Ik zou nergens anders nog op kot wil-len gaan”, besluit ze.

Fitnessruimte

TerrasZwembad

Foto & Tekst: Julie Herreman

22 23

lifestyle

TANK II.indd 22-23 26/11/10 03:15

Page 23: Tank Magazine II

Elien

Bureau

Op nog geen kilometer van de cam-pus Kantienberg in het hartje van de Arteveldestad hebben Elien en haar vriend hun eigen paradijsje gevon-den. Aan de overkant van de straat stroomt de Schelde geruisloos langs het kunstcentrum Vooruit. De druk-te die gewoonlijk een stadscentrum domineert, valt hier nergens te be-speuren. Toch word je door de stilte overvallen als de zware deur van het kotcomplex achter je krakend in het slot valt. Wat verder op de gang stap je weer buiten, een ruime tuin in. Je zou je het een klein, groen longblaasje kunnen noemen. De meeste koten en studio’s van dit complex geven uit op deze binnentuin, ook de duplex waar Elien dit jaar zal vertoeven.

Na het eerste wauwgevoel treden de details een voor een op de voorgrond.

Heel wat foto’s van familie en vrien-den hangen in piramidevorm aan de gifgroene muren. Naast de foto’s prijken er ook een aantal posters van rockgroepen en jeugdbewegingen aan de wand. Bovenop een houten kast vol met oude platen staat een platen-speler. Vanuit de comfortabele, witte sofa’s in het salon, kun je de ruime slaapkamer met een groot tweeper-soonsbed zien. De steile trap die daar naartoe leidt, staat pal tegen de muur. Om plaats te winnen, heeft Elien met haar vriend een bureau onder de trap geplaatst. Veel te druk, zou je denken, maar het tegendeel is waar. Het pla-fond reikt wel vier meter hoog en de ruimte gaat erg diep. Onder de slaap-kamer is de keuken. Erg groot is het niet, maar het heeft alles wat een stu-dent maar nodig heeft om deftig te kunnen koken op kot.

De voorgevel van het kotcomplex waar Elien Van-devoorde (20) dit jaar met haar vriend verblijft, verklapt zijn geheimen niet. Je kunt niet zien dat er achter die dikke, verouderde muren luxe van de bovenste plank heerst.

onder de loep

kot

Où est le swimming pool?

lifestyle

Kot Deluxe

Elien studeert journalistiek aan de Arteveldehogeschool in Gent en woont al drie jaar lang op “kot”, maar ze bleef nooit langer dan een jaar in hetzelfde kot. “Vo-rig jaar deelde ik een appartement met een vriendin die ook journa-listiek studeert. Dat appartement was ook in dit gebouw, maar op de bovenste verdieping. Toen die vriendin wilde veranderen van kot, kon ik daar niet alleen blijven wonen. Dat was te duur. Er wa-ren ook twee slaapkamers in dat appartement. Dat hadden mijn vriend en ik niet nodig. Daarom

hebben we een kot voor ons tweetjes gezocht. Toevallig konden we in het-zelfde gebouw blijven.”

Vorig jaar woonde Elien heel graag op haar appartementje. Dat is nog steeds niet veranderd. Het blijft hetzelfde gebouw met dezelfde (luxe)faciliteiten. Aangezien Elien nu op de benedenverdieping woont, maakt ze veel meer gebruik van de tuin en het royale terras. In de zo-mer mag er gefeest en gebarbecued worden. Ze kan er ook simpelweg genieten van een goed boek terwijl ze ligt te bakken in de zon.

Als het Elien te heet wordt onder haar voeten, kan ze altijd een ver-frissende duik nemen in het binnen-zwembad aan de overkant van het uitgestrekte terras. Ze kan er da-gelijks gebruik van maken zonder extra kosten en bij wijze van bo-nus wordt het zwembad tijdens de winter heerlijk verwarmd. Het ligt er vaak nogal desolaat bij, wat het op zich nog aantrekkelijker maakt. Wie wil er nu geen zwembad voor zich alleen?

Heeft Elien het te koud gekregen door al dat geploeter in het zwem-bad? Dan stapt ze eventjes een smalle gang door, waarna ze bij de sauna is aanbeland. Om te ontdooi-en in deze houten hut, wordt een

symbolische euro gevraagd.

Als ze daarna vindt dat ze ge-noeg geluierd heeft en aan sport toe is, loopt ze diezelfde gang uit en kan ze wat trainen in een kleine fitnessruimte. Ook hiervan mag vrij gebruik worden gemaakt.

Eerlijkheidshalve moet Elien toch toegeven dat ze niet van alles even-veel gebruik maakt als ze zelf zou willen. “Veel hangt af van de tijd die ik heb. Zwemmen zou ik eigen-lijk elke dag willen doen, maar dat komt er gewoonweg niet van. De sauna gebruik ik liever niet al te vaak. Dat kan niet gezond zijn. In de fitnessruimte zul je mij zelden of nooit tegenkomen”, grinnikt ze.

Een van de grootste voordelen aan dit kot is toch de situering, vindt Elien. “Toen ik in mijn eerste jaar journalistiek zat, was mijn kot re-delijk ver. Daarom heb ik het jaar nadien bewust gekozen om dicht bij de nieuwe campus een kot te zoe-ken, en dat is gelukt. We wonen op nog geen kilometer van de campus en het centrum van Gent. Als we willen uitgaan, zijn we na vijf mi-nuten fietsen in de Overpoortstraat. Als ik wil winkelen of ik naar het station moet, geldt hetzelfde lied-je. Alles is bereikbaar binnen het kwartier. Je bent overal zo dichtbij

en toch is het hier rustig. Een ding stoort ons wel enorm. Naast ons wonen mensen met kinderen. Elke ochtend stipt om acht uur zetten ze hun keel openen en krijsen ze erop los. Maar dat is dan ook het enige probleem hier”, lacht ze.

Zo’n kot moet stukken van mensen kosten, in de meeste gevallen. Maar niet hier. Maandelijks moet er 530 euro op tafel worden gelegd. Maar Elien woont er met haar vriend, dus delen ze de huur netjes in twee. Dat houdt in dat Elien maande-lijks slechts 265 euro betaalt voor dit luxekot. Dan zijn de kosten van water, gas en elektriciteit toch nog niet meegerekend? Oh, jawel. Die 75 euro is al in de prijs inbegrepen. Natuurlijk moet er ook nog gegeten en gedronken worden. Op kot gaan zal nooit goedkoop zijn. Elien dient dan ook elk weekend op in een res-taurant in Izegem. Gelukkig dragen haar ouders ook hun steentje bij.

Mooier kon Elien het dit jaar niet treffen. Mocht ze de kans krijgen om volgend jaar opnieuw deze du-plexwoning te huren, dan zou ze die kans met beide handen grijpen. “Ik zou nergens anders nog op kot wil-len gaan”, besluit ze.

Fitnessruimte

TerrasZwembad

Foto & Tekst: Julie Herreman

22 23

lifestyle

TANK II.indd 22-23 26/11/10 03:15

Page 24: Tank Magazine II

Omdat een permanent gat in de por temonnee eigen is aan het studen tenleven, ging TANK de economi sche toer op en stippelde een vin-tageroute uit om iedereen te behagen.

De eigenares acht haar winkel dan wel te bekend om nog in student-magazines te worden opgenomen, toch willen we deze winkel nog even vermelden voor alle shoe-aholics.

Dit kleine winkeltje ligt goed verborgen en je loopt er makkelijk voorbij. Maar de grootste schatten liggen goed verborgen en dat is hier niet anders. Als je wat handig bent met naald en draad, vind je hier vast alles om je eigen retro-outfit te maken: fijne stoffen en borduur-sels, handgemaakte juweeltjes om in je kledij te verwerken en een kast vol kleurrijke knopen in alle maten. Niet zo’n doe-het-zelver? Dan kun je hier toch terecht voor tassen, hoeden, juwe-len en unieke kledingstukken.

Wie wel eens enveloppen gaat halen bij de post heeft het winkeltje aan de overkant op de hoek misschien al opgemerkt.

Broc en Bouche

Pieternel

De Schaar (de echte naam is eigenlijk Popville) heeft vele doeleinden gekend doorheen de jaren, van platenzaak over stripwinkel tot mix van alles. Het hele pand ademt dan ook die jarenlange weg van zoeken uit: aangenaam rommelig en innemend. Je vindt er lp’s en cd’s, dvd’s, strips, boeken en hebben ze toch je ding niet, dan zoeken ze het voor je op. Zoek je dus die onvindbare schijf voor de verjaardag van je lief, je weet wie je met het speurwerk kan opzadelen.

De Gouden Schaar

Na het succesverhaal in Ant-werpen is T2 komen over-waaien naar Gent. Eindelijk, hallelluja!

Think 2

Nergens vind je betere stukken aan zo’n zacht prijsje als op een rom-melmarkt. Dat is niet anders op het gezellig marktje van Sint-Jacobs. Wie grondig zoekt, kan er heuse schatten opduikelen: typemachines, polaroids, zetels en stoelen, tassen, schoenen, kleedjes, je kotservies,… zelfs een jas van YSL!Afbieden is altijd aan te raden (zo vind je schoenen voor drie euro!), maar ook al heb je geen grote mond, veel geld zal je niet kwijt zijn. Al bij al is deze markt niet groot, maar hier ligt het kloppend hart van vintage Gent. Er liggen verschillende winkeltjes in de buurt waarvan TANK de beste eruit licht.

Rommelmarkt Sint-Jacobs

VINTAGEROUTE

Last van je geweten wanneer je de zoveelste euro over de toonbank van de H&M laat rollen? Dan is dit wat je zoekt. Je vindt er niet alleen mooie spullen voor een vergelijkbare prijs, elke cent gaat naar het goede doel. Oxfam Vintage werkt geheel op basis van vrijwilligerswerk om economi-sche projecten in Zuid-Amerika en Afrika mogelijk te maken. Je kan er ook zelf kleren binnenbrengen.Net als op de markt buiten is het hier ogen open houden voor de goodies. Zo werden er al schoenen van Chanel gespot voor een luttele 15 euro! Zulke pareltjes zal je er niet elke dag vinden, maar wie het kleine niet eert…

Welkom in de wereld van Mad Men. Iedereen met een passie voor de fifties vindt in deze winkel het walhalla voor haar vestimentaire nood. “Haar”, want helaas kunnen mannen hier niet terecht. Maar des te meer plaats voor glamoureuze kleedjes, frivole rokjes en verfijnde hakjes. Zeker het afgeprijsde rekje kan bekoren. Niet dat je al te diep in je zak-ken hoeft te tasten. Al is de prijs iets hoger dan de gemiddelde twee-dehandsshop, je krijgt wel waar voor je geld. Myriam onderwerpt elk stuk aan een grondige inspectie en zo nodig een opknapbeurt. Daarbij gaat alles eerst de wasmachine in alvorens in de winkel te belanden, een luxe die lang niet elke vintagewinkel verschaft.

Scarabe

Oxfam Vintage

Myriam Wulfaert

Foto: Sara De Graeve24 25Elien De Vos

TANK II.indd 24-25 26/11/10 03:15

Page 25: Tank Magazine II

Omdat een permanent gat in de por temonnee eigen is aan het studen tenleven, ging TANK de economi sche toer op en stippelde een vin-tageroute uit om iedereen te behagen.

De eigenares acht haar winkel dan wel te bekend om nog in student-magazines te worden opgenomen, toch willen we deze winkel nog even vermelden voor alle shoe-aholics.

Dit kleine winkeltje ligt goed verborgen en je loopt er makkelijk voorbij. Maar de grootste schatten liggen goed verborgen en dat is hier niet anders. Als je wat handig bent met naald en draad, vind je hier vast alles om je eigen retro-outfit te maken: fijne stoffen en borduur-sels, handgemaakte juweeltjes om in je kledij te verwerken en een kast vol kleurrijke knopen in alle maten. Niet zo’n doe-het-zelver? Dan kun je hier toch terecht voor tassen, hoeden, juwe-len en unieke kledingstukken.

Wie wel eens enveloppen gaat halen bij de post heeft het winkeltje aan de overkant op de hoek misschien al opgemerkt.

Broc en Bouche

Pieternel

De Schaar (de echte naam is eigenlijk Popville) heeft vele doeleinden gekend doorheen de jaren, van platenzaak over stripwinkel tot mix van alles. Het hele pand ademt dan ook die jarenlange weg van zoeken uit: aangenaam rommelig en innemend. Je vindt er lp’s en cd’s, dvd’s, strips, boeken en hebben ze toch je ding niet, dan zoeken ze het voor je op. Zoek je dus die onvindbare schijf voor de verjaardag van je lief, je weet wie je met het speurwerk kan opzadelen.

De Gouden Schaar

Na het succesverhaal in Ant-werpen is T2 komen over-waaien naar Gent. Eindelijk, hallelluja!

Think 2

Nergens vind je betere stukken aan zo’n zacht prijsje als op een rom-melmarkt. Dat is niet anders op het gezellig marktje van Sint-Jacobs. Wie grondig zoekt, kan er heuse schatten opduikelen: typemachines, polaroids, zetels en stoelen, tassen, schoenen, kleedjes, je kotservies,… zelfs een jas van YSL!Afbieden is altijd aan te raden (zo vind je schoenen voor drie euro!), maar ook al heb je geen grote mond, veel geld zal je niet kwijt zijn. Al bij al is deze markt niet groot, maar hier ligt het kloppend hart van vintage Gent. Er liggen verschillende winkeltjes in de buurt waarvan TANK de beste eruit licht.

Rommelmarkt Sint-Jacobs

VINTAGEROUTE

Last van je geweten wanneer je de zoveelste euro over de toonbank van de H&M laat rollen? Dan is dit wat je zoekt. Je vindt er niet alleen mooie spullen voor een vergelijkbare prijs, elke cent gaat naar het goede doel. Oxfam Vintage werkt geheel op basis van vrijwilligerswerk om economi-sche projecten in Zuid-Amerika en Afrika mogelijk te maken. Je kan er ook zelf kleren binnenbrengen.Net als op de markt buiten is het hier ogen open houden voor de goodies. Zo werden er al schoenen van Chanel gespot voor een luttele 15 euro! Zulke pareltjes zal je er niet elke dag vinden, maar wie het kleine niet eert…

Welkom in de wereld van Mad Men. Iedereen met een passie voor de fifties vindt in deze winkel het walhalla voor haar vestimentaire nood. “Haar”, want helaas kunnen mannen hier niet terecht. Maar des te meer plaats voor glamoureuze kleedjes, frivole rokjes en verfijnde hakjes. Zeker het afgeprijsde rekje kan bekoren. Niet dat je al te diep in je zak-ken hoeft te tasten. Al is de prijs iets hoger dan de gemiddelde twee-dehandsshop, je krijgt wel waar voor je geld. Myriam onderwerpt elk stuk aan een grondige inspectie en zo nodig een opknapbeurt. Daarbij gaat alles eerst de wasmachine in alvorens in de winkel te belanden, een luxe die lang niet elke vintagewinkel verschaft.

Scarabe

Oxfam Vintage

Myriam Wulfaert

Foto: Sara De Graeve24 25Elien De Vos

TANK II.indd 24-25 26/11/10 03:15

Page 26: Tank Magazine II

26

Beste Nick,

Hoe bevalt het Erasmusleven in het Hoge Noorden je? Zoals beloofd schrijf ik je regelmatig een brief om je op de hoogte te houden van mijn wonderlijke avonturen in Valencia. Ik hoop snel een antwoord te krijgen om alles te horen over Estland.

Ik ben aangekomen eind augustus, toen er hier een hittegolf was. De eerste week zakte de temperatuur zelden onder 35 graden. Ik heb hier al meer tijd op het strand doorgebracht dan in de hele Belgische zomer. Zwemmen, beachvolleyballen, voetballen, alles wat het spelende kind in mij begeert, heb ik hier al kunnen beleven. Overi-gens is de monokini in Spanje nog zeer hip en helemaal niet square, wat de puber in mij ook ten zeerste kan ap-preciëren. Tijdens mijn twee maanden hier heb ik intussen ongeveer 5 uur regen gezien. Jij een beetje kunnen zonnekloppen, daar?

Valencia is een prachtige stad. Het strand is ongerept en je kan er eindeloos staren naar allerlei natuurvormen – zie ook de vorige paragraaf. De stad is proper en de grote boulevards staan er vol palmbomen, je waant je soms op een Caribisch eiland. De Ciudad de las Artes y Ciencias van de wereldberoemde architect Calatrava is uniek in de wereld en het historisch centrum is enorm gezellig en warm, net als de Spanjaarden zelf.Een ding is heel typish voor Spanje en de Spanjaarden. Alles gebeurt hier op het gemak, dat is aangenaam en rustig. Maar niet altijd. Kaart van de metro aanvragen? Mañana (= 3 weken). Studentenkaart? Mañana (= 6 weken). Studeren? Mañana! Tussen twee en vijf moet je niet proberen een winkel te zoeken die open is, want die is er niet. Ook in het verkeer zie je die mentaliteit. Auto’s staan geparkeerd op zebrapaden, op de volledige eerste rijstrook, op een trambedding, op het voetpad, middenin een kleine straat, eigenlijk overal waar er plaats is. Verkeerslichten zijn vooral versiering en de policia wacht tot “mañana” om iets te doen. Een Italiaanse Erasmus-student uit Rome, Vincenzo, zei me hoe gedisciplineerd hij het verkeer hier vond. Yo me he reido de carcajadas (“Ik rolde over de grond van het lachen”).

Onze lessen zijn al begonnen in de tweede week van september, maar wel lessen Spaanse stijl. De meeste proffen kwamen niet opdagen, net zomin als de studenten. Het overgrote deel van de Spanjaarden en zeker de Erasmus-sers – Duitsers, Italianen, Fransen, Venezolanen, Argentijnen, zelfs Slovenen - denken dan nog maar aan één ding: ¡Fiesta! Dampende discotheken vol dansende deernes tot diep in het donker, zoals een dichter het zou dur-ven dichten. Ik ben in die eerste week twee van de vijf dagen naar de les geweest en heb zelden mijn bed gezien voor vijf uur ´s morgens – en dan was het nog vaak niet mijn eigen bed. Sindsdien zijn de feestjes alleen maar later, heviger en zatter geworden.

Wat kan ik zeggen? Het is hier prachtig, de stad is mooi, de meisjes mooier, het schoolwerk kalmpjes en de fiestas tieren welig. Ik ben twee maanden hier en ik wil al niet meer terug. Ik hoop dat jij het ook zo naar je zin hebt.

¡Saludos de Valencia!

Tere, Haitse!

Jij hebt het daar misschien wel warm en feestelijk in het zonovergoten Valencia, maar ik kan je verzekeren dat mijn Estse Erasmus er niet minder stoer om is.Integendeel: sedert half oktober hebben wij hier sneeuw. Geen motsneeuw, zoals dat in België heet, maar echte Estse megasneeuw. Vlokken met een diameter van vijf centimeter. Kouder dan West-Europese sneeuw, dat staat vast. Ik begin te begrijpen waarom Estland de bakermat is van internetfenomenen als Kazaa en Skype – je zou je voor minder binnen achter je computer verschansen. Bovendien is het hier ook al pikdonker om vijf uur stipt, geen wintertijd die dat kan verhelpen.

Die stiptheid zit er trouwens ingebakken. Elke voetganger stopt voor het rode licht (ook al zijn er in geen mijlen auto’s te bespeuren), de identiteitskaarten zijn klaar binnen de week (jawel, tot augustus 2015 ben ik een Est) en als het busticket zegt dat de rit één uur en 27 minuten zal duren, dan is dat geen minuut langer. Helaas – ik heb mijn slechte Arteveldegewoontes nog steeds niet afgeleerd - geldt die stiptheid ook voor de docenten: vorige week stond ik voor het eerst voor een gesloten deur. De Deense docent wou ze niet openen. Meteen het einde van een indrukwekkende reeks “laatste nippertjes” die ik sinds het begin van september zorgvuldig opge-bouwd had.

Maar goed, we mogen hier niet klagen: bier is enkel te vinden in flessen van een halve liter. Of van een liter. Of van twee liter. Ik vrees dat ik bij terugkomst niet meer zal kunnen wennen aan de 25’ers – de smaak zal er mij bovenop moeten helpen. De twee Orvals die mijn ouders me hier bezorgden, wekten alvast wat heimwee op – en het hielp ook om mijn Amerikaanse kamergenoot ervan te overtuigen dat België, ondanks ons gebrek aan regering, vooralsnog geen failed state is.Toch is bier hier broodnodig. Esten schijnen hier jaarlijks reikhalzend uit te kijken naar 1 september, omdat er hier dan eindelijk wat te beleven valt. Dat wil echter niet zeggen dat het nachtleven hier even dampend is als bij jou. Er is maximaal één feestgelegenheid per avond, en elk feestje eindigt om klokslag vier uur. Nee, vergeleken met een doorsnee dag in de bruisende Overpoortstraat heeft een Erasmusavond in Club Illusion veel weg van Spa blauw.

De lessen lijken dan weer meer op een vijfentwintig jaar oude whisky: een bijzonder interessante smaak, maar je hebt wel barstende hoofdpijn als je er zes uur na elkaar mee bezig bent. Er wordt duchtig genamedropt en de Adenauers, Putins, Plato’s en Schumanns vliegen je in sneltempo om de oren. Maar de docenten – een Rus, een Est, een Duitser, een Deen en een Ier – hebben stuk voor stuk een grappig accent, en dat maakt veel goed.Geen zorgen om mij dus – ik heb het hier inderdaad naar mijn zin. Momenteel wil ik nog niet terug, maar mo-gelijks verandert dat wanneer de weergoden hun strengste winter in jaren op ons loslaten: zelfs de Esten zijn bang voor de verwachtte -40 graden.

Tenzij ik de nieuwe Ötzi word: tot schrijfs, en laat de agua de Valencia je niet kisten.

TANK op Erasmus

Steeds meer studenten gaan

een semester in het bui

tenland studeren. Ook bij TA

NK gingen twee

reporters “op Erasmus”. Haitse

Nelis zette de

bloemetjes buiten in Spanje,

Nick De Leu telde in Estlan

d

de ijsbloemen op zijn raam.

We onderschepten hun brieve

n.

27

TANK II.indd 26-27 26/11/10 03:15

Page 27: Tank Magazine II

26

Beste Nick,

Hoe bevalt het Erasmusleven in het Hoge Noorden je? Zoals beloofd schrijf ik je regelmatig een brief om je op de hoogte te houden van mijn wonderlijke avonturen in Valencia. Ik hoop snel een antwoord te krijgen om alles te horen over Estland.

Ik ben aangekomen eind augustus, toen er hier een hittegolf was. De eerste week zakte de temperatuur zelden onder 35 graden. Ik heb hier al meer tijd op het strand doorgebracht dan in de hele Belgische zomer. Zwemmen, beachvolleyballen, voetballen, alles wat het spelende kind in mij begeert, heb ik hier al kunnen beleven. Overi-gens is de monokini in Spanje nog zeer hip en helemaal niet square, wat de puber in mij ook ten zeerste kan ap-preciëren. Tijdens mijn twee maanden hier heb ik intussen ongeveer 5 uur regen gezien. Jij een beetje kunnen zonnekloppen, daar?

Valencia is een prachtige stad. Het strand is ongerept en je kan er eindeloos staren naar allerlei natuurvormen – zie ook de vorige paragraaf. De stad is proper en de grote boulevards staan er vol palmbomen, je waant je soms op een Caribisch eiland. De Ciudad de las Artes y Ciencias van de wereldberoemde architect Calatrava is uniek in de wereld en het historisch centrum is enorm gezellig en warm, net als de Spanjaarden zelf.Een ding is heel typish voor Spanje en de Spanjaarden. Alles gebeurt hier op het gemak, dat is aangenaam en rustig. Maar niet altijd. Kaart van de metro aanvragen? Mañana (= 3 weken). Studentenkaart? Mañana (= 6 weken). Studeren? Mañana! Tussen twee en vijf moet je niet proberen een winkel te zoeken die open is, want die is er niet. Ook in het verkeer zie je die mentaliteit. Auto’s staan geparkeerd op zebrapaden, op de volledige eerste rijstrook, op een trambedding, op het voetpad, middenin een kleine straat, eigenlijk overal waar er plaats is. Verkeerslichten zijn vooral versiering en de policia wacht tot “mañana” om iets te doen. Een Italiaanse Erasmus-student uit Rome, Vincenzo, zei me hoe gedisciplineerd hij het verkeer hier vond. Yo me he reido de carcajadas (“Ik rolde over de grond van het lachen”).

Onze lessen zijn al begonnen in de tweede week van september, maar wel lessen Spaanse stijl. De meeste proffen kwamen niet opdagen, net zomin als de studenten. Het overgrote deel van de Spanjaarden en zeker de Erasmus-sers – Duitsers, Italianen, Fransen, Venezolanen, Argentijnen, zelfs Slovenen - denken dan nog maar aan één ding: ¡Fiesta! Dampende discotheken vol dansende deernes tot diep in het donker, zoals een dichter het zou dur-ven dichten. Ik ben in die eerste week twee van de vijf dagen naar de les geweest en heb zelden mijn bed gezien voor vijf uur ´s morgens – en dan was het nog vaak niet mijn eigen bed. Sindsdien zijn de feestjes alleen maar later, heviger en zatter geworden.

Wat kan ik zeggen? Het is hier prachtig, de stad is mooi, de meisjes mooier, het schoolwerk kalmpjes en de fiestas tieren welig. Ik ben twee maanden hier en ik wil al niet meer terug. Ik hoop dat jij het ook zo naar je zin hebt.

¡Saludos de Valencia!

Tere, Haitse!

Jij hebt het daar misschien wel warm en feestelijk in het zonovergoten Valencia, maar ik kan je verzekeren dat mijn Estse Erasmus er niet minder stoer om is.Integendeel: sedert half oktober hebben wij hier sneeuw. Geen motsneeuw, zoals dat in België heet, maar echte Estse megasneeuw. Vlokken met een diameter van vijf centimeter. Kouder dan West-Europese sneeuw, dat staat vast. Ik begin te begrijpen waarom Estland de bakermat is van internetfenomenen als Kazaa en Skype – je zou je voor minder binnen achter je computer verschansen. Bovendien is het hier ook al pikdonker om vijf uur stipt, geen wintertijd die dat kan verhelpen.

Die stiptheid zit er trouwens ingebakken. Elke voetganger stopt voor het rode licht (ook al zijn er in geen mijlen auto’s te bespeuren), de identiteitskaarten zijn klaar binnen de week (jawel, tot augustus 2015 ben ik een Est) en als het busticket zegt dat de rit één uur en 27 minuten zal duren, dan is dat geen minuut langer. Helaas – ik heb mijn slechte Arteveldegewoontes nog steeds niet afgeleerd - geldt die stiptheid ook voor de docenten: vorige week stond ik voor het eerst voor een gesloten deur. De Deense docent wou ze niet openen. Meteen het einde van een indrukwekkende reeks “laatste nippertjes” die ik sinds het begin van september zorgvuldig opge-bouwd had.

Maar goed, we mogen hier niet klagen: bier is enkel te vinden in flessen van een halve liter. Of van een liter. Of van twee liter. Ik vrees dat ik bij terugkomst niet meer zal kunnen wennen aan de 25’ers – de smaak zal er mij bovenop moeten helpen. De twee Orvals die mijn ouders me hier bezorgden, wekten alvast wat heimwee op – en het hielp ook om mijn Amerikaanse kamergenoot ervan te overtuigen dat België, ondanks ons gebrek aan regering, vooralsnog geen failed state is.Toch is bier hier broodnodig. Esten schijnen hier jaarlijks reikhalzend uit te kijken naar 1 september, omdat er hier dan eindelijk wat te beleven valt. Dat wil echter niet zeggen dat het nachtleven hier even dampend is als bij jou. Er is maximaal één feestgelegenheid per avond, en elk feestje eindigt om klokslag vier uur. Nee, vergeleken met een doorsnee dag in de bruisende Overpoortstraat heeft een Erasmusavond in Club Illusion veel weg van Spa blauw.

De lessen lijken dan weer meer op een vijfentwintig jaar oude whisky: een bijzonder interessante smaak, maar je hebt wel barstende hoofdpijn als je er zes uur na elkaar mee bezig bent. Er wordt duchtig genamedropt en de Adenauers, Putins, Plato’s en Schumanns vliegen je in sneltempo om de oren. Maar de docenten – een Rus, een Est, een Duitser, een Deen en een Ier – hebben stuk voor stuk een grappig accent, en dat maakt veel goed.Geen zorgen om mij dus – ik heb het hier inderdaad naar mijn zin. Momenteel wil ik nog niet terug, maar mo-gelijks verandert dat wanneer de weergoden hun strengste winter in jaren op ons loslaten: zelfs de Esten zijn bang voor de verwachtte -40 graden.

Tenzij ik de nieuwe Ötzi word: tot schrijfs, en laat de agua de Valencia je niet kisten.

TANK op Erasmus

Steeds meer studenten gaan

een semester in het bui

tenland studeren. Ook bij TA

NK gingen twee

reporters “op Erasmus”. Haitse

Nelis zette de

bloemetjes buiten in Spanje,

Nick De Leu telde in Estlan

d

de ijsbloemen op zijn raam.

We onderschepten hun brieve

n.

27

TANK II.indd 26-27 26/11/10 03:15

Page 28: Tank Magazine II

Pal in het midden van de verlaten Spaanse Hoogvlakte ligt Madrid, ver weg van haar verwaande doch-ters aan de Costa’s, houdt deze moeder van de Spaanstalige wereld haar hoofd fier rechtop. Het is een stad van superlatieven, het is de hoogst gelegen hoofdstad van Eu-ropa (toch wel de volle 600 meter) en is diens derde grootste stad. Het metronetwerk, de luchthaven, voet-balclubs, treinstations, paleizen, parken, musea, kantoorgebouwen en sportstadia vindt u zeker en vast ook terug op de “grootste van”-lijst-jes. Is Madrid daarmee een overvol-le, strakke en saaie stad? Helemaal niet. Dankzij de uitgestrekte vlakte die de stad omringt, is Madrid een wereld op zich waar je heel Spanje terugvindt. Én een stevige portie Zuid-Amerika.

Ook het uitgaans-leven is iets aparts. Terwijl je om acht uur ’s avonds een spaghetti gaat eten in de Kastart in

Gent, lopen de Madrileños nog druk te winkelen op de Calle de Fuencar-ral. Je gaat tegen elf uur naar de Culture Club en in Madrid begin-nen de gezellige restaurantjes in de wijk Malasaña vol te lopen. Tegen een uur of drie ’s nachts begin je al huiswaarts te keren terwijl ze in Club Kapital pas de deuren openen. Zo’n bioritme maakt de Madrilenen helemaal niet slaperig, integendeel.

Zoals je nooit helemaal alleen bent ’s nachts op straat, zo druk is het al van ’s morgens vroeg. De levensader van de stad is ongetwijfeld de Gran Via, een landmark op zich dankzij de vele edificios en letterlijk en fi-guurlijk het lokale Broadway. Hier vind je oude bioscopen en theaters die hun oude glorie bewaard heb-ben en pronkstukken van vele win-kelketens.

Dat de Gran Via het bonkend hart (of één van de vele?) van Madrid is, be-wijst de centrale ligging van deze

boulevard. Zijn uitlopers brengen je vrijwel rechtstreeks naar alle an-dere werelden in deze stad. Op het eind vind je de wijk Alonso Marti-nez met, volgens de Madrilenen, een slagroomtaart van een stadhuis. Bij voetbaloverwinningen komen sup-porters, en anderen, de Plaza de Cibeles spontaan opstroppen om te vieren. Voor de autobestuurders van Madrid moet het WK 2010 dus een hel zijn geweest. De achtertuin van dit feestplein is de Paseo del Prado, een boulevard van een park waar verschillende ministeries, hotels, banken en musea gevestigd zijn. Denk maar aan het Museo del Pra-do waar onder andere Goya thuis is en wat verder het Centro de Arto Reina Sofia, met Dalí en Picasso’s Guernica.

Terwijl culturele highbrow over-heerst aan het eind van de Gran Via, vind je de iets la-gere vormen van

vermaak in de Calle de la Monterra. Pal in het centrum, tussen de boe-kenwinkels en platenwinkels, tip-pelen de prostituees naar hartenlust en fluiten ze naar alles wat manne-lijk is. Laat je echter niet afschrik-ken - als man kan je er hoogstens een hoog ego van krijgen en de vrouwen hebben een extra stimu-lans om verder te studeren - want deze doch gezellige straat leidt je naar het bekendste plein van Ma-drid, de Puerta del Sol.Letterlijk de poort van de zon, en de poort naar Spanje. Want het is het nulpunt van het land en alle snel-wegen worden hierop afgestemd. Oudejaarsnacht wordt hier lustig gevierd, terwijl men op goed geluk twaalf druiven bij elke klokslag eet om het nieuwe jaar in te zetten. Niet ver van dit plein gaat de Plaza Mayor schuil, het grootste plein van de stad, de ontmoetingsplaats voor de Madrilenen en inderdaad een zeer mooi plein. Zoiets is altijd ge-zellig maar loop gerust door en laat je verdwalen in de oudste wijken van de stad: La Latina en Lavapiés. Geef toe, enkel en alleen al voor de naam zou je deze wijken moeten ontdekken. Loop de steegjes in en uit en vind verborgen kerken, plei-nen, ondergrondse jazzbars en zelfs

oude cinema’s, drink een koffie in ca-fés die nergens in de gidsen staan en eet tapas aan de toog. In Lavapiés zit alles samen wat niet tot Europa be-hoort. Mensen uit Azië en Afrika heb-ben zich hier gevestigd met een gezel-lige diversiteit tot gevolg. Op zondagochtend is er in La Lati-na de grootste rommelmarkt van de stad en ver daarbuiten, genaamd “El Rastro”. Bijna elke straat staat dan vol met rommel voor de een en voor de ander de grootste schat. Van oude foto’s tot sleutels tot kleren tot ca-mera’s tot boeken tot “wie zou dat nu ooit kopen?” Voor ieder een must. Wie ver genoeg gaat in La Latina zal ooit wel eens uitkomen op het machtige Palacio Real, het officiële koninklijk paleis. Alleen heeft Carlos I plaatsge-maakt voor toeristen die het paleis het hele jaar door kunnen bezoeken.Terug naar de Gran Via waar recht-over de Calle de la Monterra (oftwel Calle de la Prostitutión) de Calle de Fuencarral uitmondt. Hier zullen zo-wel Madame Snob als Mister Alterna-tivo hand in hand kunnen lopen want hier vindt ieder wel zijn winkel. Ook zij die minder nood hebben aan iets nieuws moeten deze straat beslist in want deze leidt naar het hart van twee must do-wijken; Malasaña en Chueca.

Geniet van de relaxte sfeer in Malasaña waar je de ene kleur-rijke bar naast de andere vindt, boeken-

winkels en platenzaken, tweedehands-zaken en kunstgalerijen. Je kunt er goedkoop maar vooral lekker eten tus-sen plaatselijke artiesten, kunstenaars en zelfs politici. Ieder muziekgenre komt hier aan zijn trekken. In vrijwel dezelfde straat kun je headbangen op Slipknot, swingen op Ray Charles en meewiegen op een onverstaanbaar Spaans liedje. Typisch voor deze buurt zijn de tientallen Chinezen die frisse blikjes bier verkopen voor slechts één euro. Ziet er voor ons misschien lou-che uit, maar je kunt het vergelijken met muziek downloaden. Iedereen doet mee en het resultaat is even goed. Dus waar wacht je op? Het is dan ook de uitgelezen plaats om plots in een botellón gesmeten te worden en als je

dat geluk hebt, doe dan gewoon mee, zet je neer en act like a local.Een stad in een stad, of eerder een planeet in een stad. Dat is Chueca. Wereldwijd bekend als de ultieme homowijk van Spanje en dat zie je dan ook in alle betekenissen van het woord. Hip, trendy, vrolijk, blij, kleur-rijk, uitgelaten en zorgeloos. Op straat uit zich dit in allerlei winkels en bars die enig zijn in hun soort en jonge ont-werpers, hippies en muzikanten leiden hier hun zorgeloze leventje. Je zal hier niet snel wegraken want de danscafés kennen ook hier een oneindige vari-eteit, van roze neonlichten tot stoere rockcafés tot loungy rookbars. Aan jou de keuze.

Lavapiés, Chueca, La Latina, Malasaña en Alsonso Martinez zijn net als de stad in zijn geheel zeer uitge-strekt. Maar Madrid is

echter de veiligste stad om je te laten verdwalen, want met 294 stations is de metro bijna op elke 500 meter aan-wezig om je doorheen de metropool te vervoeren. Van de bossen aan station Casa de Campo naar de kantoorge-bouwen en shoppingcenters in Nue-vos Ministerios of waarom niet recht-streeks van de luchthaven Barajas naar de stierenarena aan Las Ventas? En hier staan metrostations niet gelijk aan grimmig en gevaarlijk, hier zijn ze proper en veilig. Wie het stappen beu is kan dus het best de metro nemen. Stap over de middag dan maar even af aan het Retiropark. Het grootste park van de stad en het meest geschikt om een siësta te houden. Spanje en siësta’s klinkt als een huizenhoog cliché, maar loop eens door dit park en probeer het zelf maar eens vol te houden niet mee te doen. Leg je neer in het gras tussen de zakenlieden, gezinnen en jongeren en hou je eerste echte Spaanse siësta.Madrid heeft veel meer facetten dan enkel deze vijf wijken of barrio’s. Ga ook eens binnen in het station Ato-cha, of hoeveel treinstations ken je met een binnentuin? Zoals u je eerder las, is Madrid een stad van toppers en records en helaas niet altijd even po-sitief. In het Atocha vond de grootste terreuraanslag ooit in Europa plaats

toen in 2004 Al Qaeda 191 mensen-levens opeiste. Toch zal Madrid zich nooit laten kennen. De stad is groeit onophoudelijk en dat zie je het best aan de Paseo de la Castellana waar het ene architecturale pareltje naast het andere opreist. In Italië heeft Pisa per ongeluk één scheve toren, Madrid heeft er expres twee gebouwd die sa-men de Puerta de Europa vormen. Poort voor Europa naar Spanje, het Madrileense Spanje.

Ga vooral zelf op ontdekkingstocht en laat je meevoeren. De Madrile-nen slepen je mee doorheen hun stad zonder daar zelf moeite voor te doen. Zeker van donderdagavond tot zon-dagavond kun je in Madrid over de koppen lopen. Bars en restaurants zit-ten stampvol maar er kan altijd wel iemand bij. Alle pleinen in de stad, van Puerta del Sol tot Plaza de Santa Anna, doen je dan denken aan een drukte zoals op de Gentse Feesten. Er is wel een verschil. Hier wachten ze niet tot ze iets te vieren hebben om naar buiten te komen, hier feesten ze elke dag. Hier bent u in Madrid.

HOE?De metro is het beste vervoermiddel van de stad. Een drie-of vijfdagenpas is dus een must.Ryanair vliegt vier keer per week naar Madrid, Brussels Airlines gooit er een schep bovenop en doet dat zelfs vier keer per dag.

TIPSLa Gata FLora //Calle de San Vicente Ferrer 33 - (M- Tribunal) Gezellig en goedkoop restaurant in Malasaña, nog nooit zag een kelder er zo gezellig uit.

La Coquette //Calle de las Hileras 14 - (M- Opera) Zorg dat je de ingang niet voorbij loopt want je zal het je beklagen. Ondergrondse bluesbar met van tijd tot tijd optredens.

ViVa Madrid //Calle de Manuel Fernán-dez y González 7 - (M- Sevilla) Stee-noude en authentieke Spaanse bar wat het allemaal juist hip maakt.

CaFé deL réaL //Plaza de Isabel II 2 - (M- Opera) Donkere maar stijlvolle koffiebar.

Wie zegt dat hij naar Spanje gaat en ligt te bak-ken op de stranden van de Costa del Sol of nau-welijks het daglicht heeft gezien dankzij de dis-cotheken op Lloret de Mar, liegt. Alles van het echte Spanje komt samen in Madrid, behalve de horden toeristen en gepensioneerden.

Spanjes trots

Foto & Tekst: Louis Waelkens

28 29

reizen reizen

TANK II.indd 28-29 26/11/10 03:15

Page 29: Tank Magazine II

Pal in het midden van de verlaten Spaanse Hoogvlakte ligt Madrid, ver weg van haar verwaande doch-ters aan de Costa’s, houdt deze moeder van de Spaanstalige wereld haar hoofd fier rechtop. Het is een stad van superlatieven, het is de hoogst gelegen hoofdstad van Eu-ropa (toch wel de volle 600 meter) en is diens derde grootste stad. Het metronetwerk, de luchthaven, voet-balclubs, treinstations, paleizen, parken, musea, kantoorgebouwen en sportstadia vindt u zeker en vast ook terug op de “grootste van”-lijst-jes. Is Madrid daarmee een overvol-le, strakke en saaie stad? Helemaal niet. Dankzij de uitgestrekte vlakte die de stad omringt, is Madrid een wereld op zich waar je heel Spanje terugvindt. Én een stevige portie Zuid-Amerika.

Ook het uitgaans-leven is iets aparts. Terwijl je om acht uur ’s avonds een spaghetti gaat eten in de Kastart in

Gent, lopen de Madrileños nog druk te winkelen op de Calle de Fuencar-ral. Je gaat tegen elf uur naar de Culture Club en in Madrid begin-nen de gezellige restaurantjes in de wijk Malasaña vol te lopen. Tegen een uur of drie ’s nachts begin je al huiswaarts te keren terwijl ze in Club Kapital pas de deuren openen. Zo’n bioritme maakt de Madrilenen helemaal niet slaperig, integendeel.

Zoals je nooit helemaal alleen bent ’s nachts op straat, zo druk is het al van ’s morgens vroeg. De levensader van de stad is ongetwijfeld de Gran Via, een landmark op zich dankzij de vele edificios en letterlijk en fi-guurlijk het lokale Broadway. Hier vind je oude bioscopen en theaters die hun oude glorie bewaard heb-ben en pronkstukken van vele win-kelketens.

Dat de Gran Via het bonkend hart (of één van de vele?) van Madrid is, be-wijst de centrale ligging van deze

boulevard. Zijn uitlopers brengen je vrijwel rechtstreeks naar alle an-dere werelden in deze stad. Op het eind vind je de wijk Alonso Marti-nez met, volgens de Madrilenen, een slagroomtaart van een stadhuis. Bij voetbaloverwinningen komen sup-porters, en anderen, de Plaza de Cibeles spontaan opstroppen om te vieren. Voor de autobestuurders van Madrid moet het WK 2010 dus een hel zijn geweest. De achtertuin van dit feestplein is de Paseo del Prado, een boulevard van een park waar verschillende ministeries, hotels, banken en musea gevestigd zijn. Denk maar aan het Museo del Pra-do waar onder andere Goya thuis is en wat verder het Centro de Arto Reina Sofia, met Dalí en Picasso’s Guernica.

Terwijl culturele highbrow over-heerst aan het eind van de Gran Via, vind je de iets la-gere vormen van

vermaak in de Calle de la Monterra. Pal in het centrum, tussen de boe-kenwinkels en platenwinkels, tip-pelen de prostituees naar hartenlust en fluiten ze naar alles wat manne-lijk is. Laat je echter niet afschrik-ken - als man kan je er hoogstens een hoog ego van krijgen en de vrouwen hebben een extra stimu-lans om verder te studeren - want deze doch gezellige straat leidt je naar het bekendste plein van Ma-drid, de Puerta del Sol.Letterlijk de poort van de zon, en de poort naar Spanje. Want het is het nulpunt van het land en alle snel-wegen worden hierop afgestemd. Oudejaarsnacht wordt hier lustig gevierd, terwijl men op goed geluk twaalf druiven bij elke klokslag eet om het nieuwe jaar in te zetten. Niet ver van dit plein gaat de Plaza Mayor schuil, het grootste plein van de stad, de ontmoetingsplaats voor de Madrilenen en inderdaad een zeer mooi plein. Zoiets is altijd ge-zellig maar loop gerust door en laat je verdwalen in de oudste wijken van de stad: La Latina en Lavapiés. Geef toe, enkel en alleen al voor de naam zou je deze wijken moeten ontdekken. Loop de steegjes in en uit en vind verborgen kerken, plei-nen, ondergrondse jazzbars en zelfs

oude cinema’s, drink een koffie in ca-fés die nergens in de gidsen staan en eet tapas aan de toog. In Lavapiés zit alles samen wat niet tot Europa be-hoort. Mensen uit Azië en Afrika heb-ben zich hier gevestigd met een gezel-lige diversiteit tot gevolg. Op zondagochtend is er in La Lati-na de grootste rommelmarkt van de stad en ver daarbuiten, genaamd “El Rastro”. Bijna elke straat staat dan vol met rommel voor de een en voor de ander de grootste schat. Van oude foto’s tot sleutels tot kleren tot ca-mera’s tot boeken tot “wie zou dat nu ooit kopen?” Voor ieder een must. Wie ver genoeg gaat in La Latina zal ooit wel eens uitkomen op het machtige Palacio Real, het officiële koninklijk paleis. Alleen heeft Carlos I plaatsge-maakt voor toeristen die het paleis het hele jaar door kunnen bezoeken.Terug naar de Gran Via waar recht-over de Calle de la Monterra (oftwel Calle de la Prostitutión) de Calle de Fuencarral uitmondt. Hier zullen zo-wel Madame Snob als Mister Alterna-tivo hand in hand kunnen lopen want hier vindt ieder wel zijn winkel. Ook zij die minder nood hebben aan iets nieuws moeten deze straat beslist in want deze leidt naar het hart van twee must do-wijken; Malasaña en Chueca.

Geniet van de relaxte sfeer in Malasaña waar je de ene kleur-rijke bar naast de andere vindt, boeken-

winkels en platenzaken, tweedehands-zaken en kunstgalerijen. Je kunt er goedkoop maar vooral lekker eten tus-sen plaatselijke artiesten, kunstenaars en zelfs politici. Ieder muziekgenre komt hier aan zijn trekken. In vrijwel dezelfde straat kun je headbangen op Slipknot, swingen op Ray Charles en meewiegen op een onverstaanbaar Spaans liedje. Typisch voor deze buurt zijn de tientallen Chinezen die frisse blikjes bier verkopen voor slechts één euro. Ziet er voor ons misschien lou-che uit, maar je kunt het vergelijken met muziek downloaden. Iedereen doet mee en het resultaat is even goed. Dus waar wacht je op? Het is dan ook de uitgelezen plaats om plots in een botellón gesmeten te worden en als je

dat geluk hebt, doe dan gewoon mee, zet je neer en act like a local.Een stad in een stad, of eerder een planeet in een stad. Dat is Chueca. Wereldwijd bekend als de ultieme homowijk van Spanje en dat zie je dan ook in alle betekenissen van het woord. Hip, trendy, vrolijk, blij, kleur-rijk, uitgelaten en zorgeloos. Op straat uit zich dit in allerlei winkels en bars die enig zijn in hun soort en jonge ont-werpers, hippies en muzikanten leiden hier hun zorgeloze leventje. Je zal hier niet snel wegraken want de danscafés kennen ook hier een oneindige vari-eteit, van roze neonlichten tot stoere rockcafés tot loungy rookbars. Aan jou de keuze.

Lavapiés, Chueca, La Latina, Malasaña en Alsonso Martinez zijn net als de stad in zijn geheel zeer uitge-strekt. Maar Madrid is

echter de veiligste stad om je te laten verdwalen, want met 294 stations is de metro bijna op elke 500 meter aan-wezig om je doorheen de metropool te vervoeren. Van de bossen aan station Casa de Campo naar de kantoorge-bouwen en shoppingcenters in Nue-vos Ministerios of waarom niet recht-streeks van de luchthaven Barajas naar de stierenarena aan Las Ventas? En hier staan metrostations niet gelijk aan grimmig en gevaarlijk, hier zijn ze proper en veilig. Wie het stappen beu is kan dus het best de metro nemen. Stap over de middag dan maar even af aan het Retiropark. Het grootste park van de stad en het meest geschikt om een siësta te houden. Spanje en siësta’s klinkt als een huizenhoog cliché, maar loop eens door dit park en probeer het zelf maar eens vol te houden niet mee te doen. Leg je neer in het gras tussen de zakenlieden, gezinnen en jongeren en hou je eerste echte Spaanse siësta.Madrid heeft veel meer facetten dan enkel deze vijf wijken of barrio’s. Ga ook eens binnen in het station Ato-cha, of hoeveel treinstations ken je met een binnentuin? Zoals u je eerder las, is Madrid een stad van toppers en records en helaas niet altijd even po-sitief. In het Atocha vond de grootste terreuraanslag ooit in Europa plaats

toen in 2004 Al Qaeda 191 mensen-levens opeiste. Toch zal Madrid zich nooit laten kennen. De stad is groeit onophoudelijk en dat zie je het best aan de Paseo de la Castellana waar het ene architecturale pareltje naast het andere opreist. In Italië heeft Pisa per ongeluk één scheve toren, Madrid heeft er expres twee gebouwd die sa-men de Puerta de Europa vormen. Poort voor Europa naar Spanje, het Madrileense Spanje.

Ga vooral zelf op ontdekkingstocht en laat je meevoeren. De Madrile-nen slepen je mee doorheen hun stad zonder daar zelf moeite voor te doen. Zeker van donderdagavond tot zon-dagavond kun je in Madrid over de koppen lopen. Bars en restaurants zit-ten stampvol maar er kan altijd wel iemand bij. Alle pleinen in de stad, van Puerta del Sol tot Plaza de Santa Anna, doen je dan denken aan een drukte zoals op de Gentse Feesten. Er is wel een verschil. Hier wachten ze niet tot ze iets te vieren hebben om naar buiten te komen, hier feesten ze elke dag. Hier bent u in Madrid.

HOE?De metro is het beste vervoermiddel van de stad. Een drie-of vijfdagenpas is dus een must.Ryanair vliegt vier keer per week naar Madrid, Brussels Airlines gooit er een schep bovenop en doet dat zelfs vier keer per dag.

TIPSLa Gata FLora //Calle de San Vicente Ferrer 33 - (M- Tribunal) Gezellig en goedkoop restaurant in Malasaña, nog nooit zag een kelder er zo gezellig uit.

La Coquette //Calle de las Hileras 14 - (M- Opera) Zorg dat je de ingang niet voorbij loopt want je zal het je beklagen. Ondergrondse bluesbar met van tijd tot tijd optredens.

ViVa Madrid //Calle de Manuel Fernán-dez y González 7 - (M- Sevilla) Stee-noude en authentieke Spaanse bar wat het allemaal juist hip maakt.

CaFé deL réaL //Plaza de Isabel II 2 - (M- Opera) Donkere maar stijlvolle koffiebar.

Wie zegt dat hij naar Spanje gaat en ligt te bak-ken op de stranden van de Costa del Sol of nau-welijks het daglicht heeft gezien dankzij de dis-cotheken op Lloret de Mar, liegt. Alles van het echte Spanje komt samen in Madrid, behalve de horden toeristen en gepensioneerden.

Spanjes trots

Foto & Tekst: Louis Waelkens

28 29

reizen reizen

TANK II.indd 28-29 26/11/10 03:15

Page 30: Tank Magazine II

Hoeveel mensen schuilen er achter The One Hit Wonders?Fara De Smet: “We zijn met drie: mijn broer Pedro, mijn vriendin Evy De Bruyckere en ik. De verdere be-zetting varieert. In de studio en bij optredens spelen er gastmuzikanten mee, vrienden van mijn broer.”

Hoe is de groep ontstaan?De Smet: “Door School on Stage, toen zaten Evy en ik in het vijfde middelbaar. Ik heb mijn broer toen gevraagd of hij een liedje wou schrij-ven, hij is al heel lang met muziek bezig. Zo ging de bal aan het rollen. Bij dat eerste optreden zijn we heel hard in de lach geschoten op het po-dium. Sindsdien bestaan wij nog… af en toe.” (lacht)“Maar we komen niet vaak samen. Evy studeert in Leuven, ik in Gent

en mijn broer heeft twee kinderen. Een tijdstip vinden dat voor alle-drie past, is dus heel moeilijk. Het hangt er ook van af waar we mee be-zig zijn. Vorig jaar hebben we twee keer opgetreden, daarvoor moet je wel enkele keren samenkomen. Ook voor de paar nummers die we hebben opgenomen, hebben we in-tensiever gerepeteerd. Maar voor de rest kabbelt het een beetje voort.”

Hoe waren de reacties?De Smet: “Overwegend goed. Niet iedereen houdt van onze muziek, maar over de kwaliteit waren de meesten wel tevreden.”Wat zijn jullie invloeden?De Smet: “We houden erg van pop en lichte rock. Maar het hangt sterk af van het moment: als Evy afkomt met een countrydeuntje dat goed

klinkt, dan houden we dat ook. Wanneer de nummers af zijn, veran-deren we ze niet meer. Op die ma-nier blijft er ook variatie in.”

Willen jullie graag nog iets berei-ken?De Smet: “Het is een hobby, maar we zijn wel al de studio ingedoken. Onze single is dan opgepikt door Radio 1, waardoor we ook al op de radio zijn geweest. We gaan er dus wel voor, hoewel we niet veel repete-ren. We zien er zeker iets in. En het blijft plezant, dat is heel belangrijk.”

Studenten die muziek maken, ze zijn haast ontelbaar. Het is ech-ter een kleine minderheid die echt kan doorbreken. Vaak speelt toeval daarin een grote rol. Dat toeval willen wij alvast een handje helpen. Alexander Sandyck is nog maar net begonnen met Von Ka, Fara De Smet zingt al een paar jaar bij The One Hit Wonders.

The One Hit

Wonders

Stefan Acke & Charlotte Doolaege

Hoeveel mensen schuilen er achter Von Ka?Alexander Sandyck: “Bij Von Ka doe ik alles: gitaar, basgitaar, zang,… Ook de drumsamples steek ik in elkaar. Ik speel muziek voor de pret, dat zie je ook op mijn MySpace: ik heb daar maar twee vrienden. Optreden doe ik met een ander groepje. Wat ik speel hangt af van hoe ik mij dan voel: rock, postrock of sferische muziek.”

Wat valt er onder sferische muziek?Sandyck: “Spacy muziek. Dat is wat ik pro-beer te doen. Let wel: ik probeer het, of ik daar ook echt in slaag is natuurlijk een an-dere zaak.”

Hoe oud is Von Ka?Sandyck: “Nog geen maand oud, nog heel vers dus. Ik neem wel bijna dagelijks num-mers op. Niet alles komt op mijn MySpace te staan, mensen

moeten niet al mijn rommel horen.”

Wat zijn je inspiratiebronnen?Sandyck: “Mijn grootste muzikale held is Les Claypool van de band Primus, en al zijn zijprojecten. Ook Queens of the Stone Age, en dan vooral Josh Homme. En dan nog de clichés: Led Zeppelin en zo. Je hoort wel niet altijd naar welke bands ik op dat moment aan het luisteren ben. Mijn eigen muziek neigt meer naar 65daysofstatic.”

Bij Von Ka speel je alleen, bij je andere band moet je met anderen samenwerken. Wat vind je het fijnst?Sandyck: “Het heeft allebei zijn voordelen. Met de andere band is er het plezier van muziek maken met vrienden, maar als ik al-leen opneem, gaat alles veel vlotter. Dat is misschien vreemd, want uiteindelijk doe ik helemaal alleen

het werk van drie of vier andere mensen. Maar ik moet met niemand anders overleg-gen dan mezelf, dus dat compenseert wel. Wat ik nu opneem, is ook helemaal van mij, van begin tot eind. Het is leuk om samen te spelen, maar met Von Ka is alles helemaal zoals ik het wil.”Wat wil je graag bereiken met Von Ka?Sandyck: “Ik zou graag muziek maken voor films. Het zou een ongelofelijke eer zijn om daarvoor gevraagd te worden. Nu ben ik daar natuurlijk nog niet klaar voor, maar filmmuziek maken is wel een toekomst-droom. Met mijn andere band treed ik graag op, en dat is meteen ook het enige doel dat ik daarmee voor ogen heb. Er geld mee verdienen of bekend worden, interes-seert me niet. Zolang ik er maar plezier aan beleef.”

Link: www.myspace.com/

Von Ka

TANK presenteert: de boekentopvijf van Her-man BrusselmansElke schrijver is ooit begonnen als lezer. Elke generatie kijkt achter zich en haalt daar inspi-ratie uit. Nu eens volg-zaam, dan weer met een heftige tegenreactie. TANK keek in het hoofd van één van de bekend-ste schrijvers van het moment en onthult zijn grote helden.

“Een slagerszoon met een brilletje is de besteverhalenbundel uit de jaren 80. Hij bevat vier verhalen, waarvan twee auto-biografisch. Daarin ligt de kiem van het

schrijverschap van Lanoye beslo-ten. De bundel is tegelijkertijd hu-moristisch en ontroerend. Verhalen-bundels worden meestal niet tot de beste boeken gerekend omdat die iets lager op de pikorde staan dan de roman, maar dit is werkelijk een schitterend exemplaar.”

“Keith Waterhouse was een columnist. Hij is vorig jaar ge-storven. Het boek dateert uit de jaren 50, mijn favoriete de-cennium. Na de Tweede We-reldoorlog is er heel goede Engelse literatuur verschenen. Die beschrijft de moeilijke we-deropbouw, ook bij het door-snee arbeidersgezin in de grote steden in Engeland. Billy Liar is

het verhaal van een jonge kerel die werkt bij een begrafenisondernemer. Hij fantaseert de hele tijd. Over vrouwen, over werk, over beroemd worden, over rijk worden,… Op den duur raken werkelijkheid en fantasie in elkaar verstrengeld. Hij begint dingen te zien die er niet zijn en liegt

“Mijn toproman is American Psycho van Brett Easton Ellis. Dé roman van de jaren 80 behandelt de ineenstor-ting van het yuppiedom, met in de hoofdrol een aantal zeer rijke, jonge beursspeculanten. De hoofdrolspe-ler is Patrick Batesman, een zeer rijke, jong beursspeculant. De naam Batesman verwijst naar de film Psy-cho van Alfred Hitchcock, waar het hoofdpersonage Norman Bates

heet. Overdag is hij een normale gast, ’s nachts ontpopt hij zich tot een seriemoordenaar. Het boek bevat enorm gewelddadige scènes, maar ik vind het alweer ongelooflijk grappig. Het is een dik boek, met ellenlange beschrijvin-gen van wat mensen dragen. Sommigen vinden dat heel vervelend, maar ik vind dat allemaal prachtig. Ik herlees het boek nog regelmatig.”

“De Avonden: een klas-sieke roman in de Ne-derlandstalige literatuur. Het is de eerste roman die mij effectief heeft la-ten beseffen dat literatuur fantastisch is, ook in het Nederlands. Vele mensen vinden het heel saai. Het

gaat ook gewoon nergens over. Reve beschrijft zes avonden uit het leven van een loser, in de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Het is aan de ene kant zeer schrijnend, maar ik vind het vooral ook heel, heel grappig.”

“Joseph Heller be-Joseph Heller be-hoort tot de naoor-logse Amerikaanse literatuur. In de grote steden vond je veel intellectuele joodse schrijvers, vooral in New York. Hel-ler is vooral bekend

van Catch 22, maar ik vind Good as Gold beter. Het is een dik boek over een tekstschrijver van politici tijdens de verkiezingen voor het Amerikaan-se presidentschap.Humor is de rode draad,net als in de twee volgende boeken. Good as Gold is subliem. Jammer genoeg is het boek bijna niet meer te vinden.”

5. Tom Lanoye //Een slagerszoon met een brilletje (1985)

4. Keith Waterhouse – //Billy Liar (1959)

1. Brett Easton Ellis – //American Psycho (1991)

3. Joseph Heller@@@@//Good as Gold (1979)

2. Gerard Reve – //De Avonden (1947)

Link: http://www.facebook.com/pages/The-One-Hit-Wonders/117674625797

Foto: Sara De Graeve30Stefan Acke & Charlotte Doolaege

TANK II.indd 30-31 26/11/10 03:16

Page 31: Tank Magazine II

Hoeveel mensen schuilen er achter The One Hit Wonders?Fara De Smet: “We zijn met drie: mijn broer Pedro, mijn vriendin Evy De Bruyckere en ik. De verdere be-zetting varieert. In de studio en bij optredens spelen er gastmuzikanten mee, vrienden van mijn broer.”

Hoe is de groep ontstaan?De Smet: “Door School on Stage, toen zaten Evy en ik in het vijfde middelbaar. Ik heb mijn broer toen gevraagd of hij een liedje wou schrij-ven, hij is al heel lang met muziek bezig. Zo ging de bal aan het rollen. Bij dat eerste optreden zijn we heel hard in de lach geschoten op het po-dium. Sindsdien bestaan wij nog… af en toe.” (lacht)“Maar we komen niet vaak samen. Evy studeert in Leuven, ik in Gent

en mijn broer heeft twee kinderen. Een tijdstip vinden dat voor alle-drie past, is dus heel moeilijk. Het hangt er ook van af waar we mee be-zig zijn. Vorig jaar hebben we twee keer opgetreden, daarvoor moet je wel enkele keren samenkomen. Ook voor de paar nummers die we hebben opgenomen, hebben we in-tensiever gerepeteerd. Maar voor de rest kabbelt het een beetje voort.”

Hoe waren de reacties?De Smet: “Overwegend goed. Niet iedereen houdt van onze muziek, maar over de kwaliteit waren de meesten wel tevreden.”Wat zijn jullie invloeden?De Smet: “We houden erg van pop en lichte rock. Maar het hangt sterk af van het moment: als Evy afkomt met een countrydeuntje dat goed

klinkt, dan houden we dat ook. Wanneer de nummers af zijn, veran-deren we ze niet meer. Op die ma-nier blijft er ook variatie in.”

Willen jullie graag nog iets berei-ken?De Smet: “Het is een hobby, maar we zijn wel al de studio ingedoken. Onze single is dan opgepikt door Radio 1, waardoor we ook al op de radio zijn geweest. We gaan er dus wel voor, hoewel we niet veel repete-ren. We zien er zeker iets in. En het blijft plezant, dat is heel belangrijk.”

Studenten die muziek maken, ze zijn haast ontelbaar. Het is ech-ter een kleine minderheid die echt kan doorbreken. Vaak speelt toeval daarin een grote rol. Dat toeval willen wij alvast een handje helpen. Alexander Sandyck is nog maar net begonnen met Von Ka, Fara De Smet zingt al een paar jaar bij The One Hit Wonders.

The One Hit

Wonders

Stefan Acke & Charlotte Doolaege

Hoeveel mensen schuilen er achter Von Ka?Alexander Sandyck: “Bij Von Ka doe ik alles: gitaar, basgitaar, zang,… Ook de drumsamples steek ik in elkaar. Ik speel muziek voor de pret, dat zie je ook op mijn MySpace: ik heb daar maar twee vrienden. Optreden doe ik met een ander groepje. Wat ik speel hangt af van hoe ik mij dan voel: rock, postrock of sferische muziek.”

Wat valt er onder sferische muziek?Sandyck: “Spacy muziek. Dat is wat ik pro-beer te doen. Let wel: ik probeer het, of ik daar ook echt in slaag is natuurlijk een an-dere zaak.”

Hoe oud is Von Ka?Sandyck: “Nog geen maand oud, nog heel vers dus. Ik neem wel bijna dagelijks num-mers op. Niet alles komt op mijn MySpace te staan, mensen

moeten niet al mijn rommel horen.”

Wat zijn je inspiratiebronnen?Sandyck: “Mijn grootste muzikale held is Les Claypool van de band Primus, en al zijn zijprojecten. Ook Queens of the Stone Age, en dan vooral Josh Homme. En dan nog de clichés: Led Zeppelin en zo. Je hoort wel niet altijd naar welke bands ik op dat moment aan het luisteren ben. Mijn eigen muziek neigt meer naar 65daysofstatic.”

Bij Von Ka speel je alleen, bij je andere band moet je met anderen samenwerken. Wat vind je het fijnst?Sandyck: “Het heeft allebei zijn voordelen. Met de andere band is er het plezier van muziek maken met vrienden, maar als ik al-leen opneem, gaat alles veel vlotter. Dat is misschien vreemd, want uiteindelijk doe ik helemaal alleen

het werk van drie of vier andere mensen. Maar ik moet met niemand anders overleg-gen dan mezelf, dus dat compenseert wel. Wat ik nu opneem, is ook helemaal van mij, van begin tot eind. Het is leuk om samen te spelen, maar met Von Ka is alles helemaal zoals ik het wil.”Wat wil je graag bereiken met Von Ka?Sandyck: “Ik zou graag muziek maken voor films. Het zou een ongelofelijke eer zijn om daarvoor gevraagd te worden. Nu ben ik daar natuurlijk nog niet klaar voor, maar filmmuziek maken is wel een toekomst-droom. Met mijn andere band treed ik graag op, en dat is meteen ook het enige doel dat ik daarmee voor ogen heb. Er geld mee verdienen of bekend worden, interes-seert me niet. Zolang ik er maar plezier aan beleef.”

Link: www.myspace.com/

Von Ka

TANK presenteert: de boekentopvijf van Her-man BrusselmansElke schrijver is ooit begonnen als lezer. Elke generatie kijkt achter zich en haalt daar inspi-ratie uit. Nu eens volg-zaam, dan weer met een heftige tegenreactie. TANK keek in het hoofd van één van de bekend-ste schrijvers van het moment en onthult zijn grote helden.

“Een slagerszoon met een brilletje is de besteverhalenbundel uit de jaren 80. Hij bevat vier verhalen, waarvan twee auto-biografisch. Daarin ligt de kiem van het

schrijverschap van Lanoye beslo-ten. De bundel is tegelijkertijd hu-moristisch en ontroerend. Verhalen-bundels worden meestal niet tot de beste boeken gerekend omdat die iets lager op de pikorde staan dan de roman, maar dit is werkelijk een schitterend exemplaar.”

“Keith Waterhouse was een columnist. Hij is vorig jaar ge-storven. Het boek dateert uit de jaren 50, mijn favoriete de-cennium. Na de Tweede We-reldoorlog is er heel goede Engelse literatuur verschenen. Die beschrijft de moeilijke we-deropbouw, ook bij het door-snee arbeidersgezin in de grote steden in Engeland. Billy Liar is

het verhaal van een jonge kerel die werkt bij een begrafenisondernemer. Hij fantaseert de hele tijd. Over vrouwen, over werk, over beroemd worden, over rijk worden,… Op den duur raken werkelijkheid en fantasie in elkaar verstrengeld. Hij begint dingen te zien die er niet zijn en liegt

“Mijn toproman is American Psycho van Brett Easton Ellis. Dé roman van de jaren 80 behandelt de ineenstor-ting van het yuppiedom, met in de hoofdrol een aantal zeer rijke, jonge beursspeculanten. De hoofdrolspe-ler is Patrick Batesman, een zeer rijke, jong beursspeculant. De naam Batesman verwijst naar de film Psy-cho van Alfred Hitchcock, waar het hoofdpersonage Norman Bates

heet. Overdag is hij een normale gast, ’s nachts ontpopt hij zich tot een seriemoordenaar. Het boek bevat enorm gewelddadige scènes, maar ik vind het alweer ongelooflijk grappig. Het is een dik boek, met ellenlange beschrijvin-gen van wat mensen dragen. Sommigen vinden dat heel vervelend, maar ik vind dat allemaal prachtig. Ik herlees het boek nog regelmatig.”

“De Avonden: een klas-sieke roman in de Ne-derlandstalige literatuur. Het is de eerste roman die mij effectief heeft la-ten beseffen dat literatuur fantastisch is, ook in het Nederlands. Vele mensen vinden het heel saai. Het

gaat ook gewoon nergens over. Reve beschrijft zes avonden uit het leven van een loser, in de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Het is aan de ene kant zeer schrijnend, maar ik vind het vooral ook heel, heel grappig.”

“Joseph Heller be-Joseph Heller be-hoort tot de naoor-logse Amerikaanse literatuur. In de grote steden vond je veel intellectuele joodse schrijvers, vooral in New York. Hel-ler is vooral bekend

van Catch 22, maar ik vind Good as Gold beter. Het is een dik boek over een tekstschrijver van politici tijdens de verkiezingen voor het Amerikaan-se presidentschap.Humor is de rode draad,net als in de twee volgende boeken. Good as Gold is subliem. Jammer genoeg is het boek bijna niet meer te vinden.”

5. Tom Lanoye //Een slagerszoon met een brilletje (1985)

4. Keith Waterhouse – //Billy Liar (1959)

1. Brett Easton Ellis – //American Psycho (1991)

3. Joseph Heller@@@@//Good as Gold (1979)

2. Gerard Reve – //De Avonden (1947)

Link: http://www.facebook.com/pages/The-One-Hit-Wonders/117674625797

Foto: Sara De Graeve30Stefan Acke & Charlotte Doolaege

TANK II.indd 30-31 26/11/10 03:16

Page 32: Tank Magazine II

In de jaren ’90 werden in Algerije zeven monniken vermoord. Xavier Beauvois geeft in Des hom-mes et des dieux zijn interpretatie van de feiten. Het resultaat is een trage, erg meeslepende film die stemt tot nadenken.Algerije, 1996. In Tibhirine, een dorpje in het Atlasgebergte, leeft een groep Franse monniken vredevol samen met de islamitische bevolking. Ondanks hun beperkte middelen proberen de monniken zoveel mogelijk te helpen. Ze geven kleren, medische zorg en nemen zelfs deel aan de lokale feesten. Wanneer religieus terrorisme steeds meer greep krijgt op het land, besluiten ze te blijven. Een moeilijke situatie. Niet enkel extern (de corrupte overheid dringt er steeds harder op aan dat ze het land verlaten), maar ook binnen de kloostergemeenschap worden de monniken

zwaar op de proef gesteld.Beauvois noemt geen daders. Het onderzoek naar de dood van de monniken loopt immers nog steeds. In de plaats toont hij ons dat de broeders, ondanks hun bijna-godenstatus bij de bevolking, ook maar mensen zijn. Mensen die twijfelen maar uiteindelijk toch vasthouden aan hun geloof. Ze helpen zelfs de terroristen wanneer die hardhan-dig komen aankloppen. Daarbij maakt hij het ook visueel erg aangenaam. Met symmetrische, uitgebalanceerde beelden vat hij de kloostersfeer, die niet veel later aan flarden wordt geschoten door de kleurrijke drukte van de volksfeesten.De combinatie van inhoud en schoonheid maakt Des hommes et des dieux een waar meesterwerk. Beauvois heeft zijn Zilveren Palm op het Festival van Cannes meer dan verdiend. Bijna vijftien jaar na de gebeurtenissen blijft de film een spiegel op de samenleving, die zelfs de meest verstokte atheïst niet onberoerd zal laten.

Voor de tv-serie Benidorm Bastards werd aan Pascal Deweze (Metal Molly, Sukilove) en Tim Vanhamel (Evil Superstars, Millionaire) gevraagd een paar jingles te componeren. De twee vrienden waren zodanig enthousiast om eindelijk eens te kunnen samenwerken, dat ze er maar meteen een hele groep én debuutplaat van maakten.Grandchildren of the Revolution ligt in de lijn van de twee hitsingles Baby Don’t Worry en Let’s Not Fall Apart: retropop die sterk geënt is op die van de Beach Boys en de Beatles. Die lijn is nogal strak gevolgd. Sommige nummers zijn haast niet van de voorbeelden te onder-scheiden. Enkel op Luv, een zwoel nummer met heerlijk grommende bas, klinkt Vanhamel een

beetje als zichzelf. Ook blues en country passeren de revue. Op het eerste gehoor klinkt It Won’t Be Much Longer als een gigantisch cliché, maar na een tijdje zit je toch met je hoofd te wiegen.Die nummers zijn helaas uitzonderingen. Van de veertien blijven er maar een paar plakken, waarvan de meeste in het begin van de plaat zijn geconcentreerd. De rest is begonnen als jingle en klinkt daar ook naar. Nooit ronduit vervelend, te weinig echt beklijvend. Het album heeft alleszins geen muzikale revolutie in petto. In plaats daarvan krijgen we opgewarmde kost met hier en daar een aangename verrassing. Een plaat die niets meer pretendeert, komt daar echter probleemloos mee weg. Soms valt opgewarmde kost nog wel mee.

recensie

Broken Glass Heroes

Ides Hommes et des dIeux//Xavier Beauvois

muz

iek

film

Stefan Acke

// Grandchildren of the Revolution

True blood

“(…) juist vrouwen met hoofddoeken dragen lingerie. Wat denk je dat zij thuis in bed dragen: een hoofddoek als pyjama?” Een prikkelende discussie over lingerie in het Mid-den-Oosten zet meteen de toon: hier sneuvelen heilige huisjes - moskeetjes en kapelletjes. Hoe stevig hun funderingen ook mogen zijn: de heldere mix van geschiedenis en actuali-teit ondergraaft ze moeiteloos. Jorn De Cock gaat op zoek naar wat beweegt in Libanon, Saudi-Arabië, Syrië, Israël en Palestina, Abu Dhabi, Dubai, Jordanië en Irak. Heel wat, zo blijkt. Ons beeld van een gewelddadige en verstikkende regio wordt vaak bevestigd, maar even vaak ontkracht. Clichés gaan vlot aan diggelen: de auteur gaat naar zijn eer-ste middernachtmis in Damascus, hoofdstad van Syrië. Daar staan meer kerken dan er minaretten zijn in Zwitserland. En dat zonder referenda. In Saudi-Arabië mogen man en vrouw niet samen de lift nemen, maar is er ook de topuniversiteit van koning Abdullah.

De religieuze politie mag op zijn hoofd staan: jongens en meisjes, hoofddoek of niet, zitten er samen op de schoolbanken. Het Midden-Oosten is onwaarschijnlijk divers en soms hemeltergend tegenstrijdig. En dat zijn de oorzaken van haar problemen ook. Jorn De Cock zevert noch verbloemt, maar zijn menselijke verhalen bewijzen ook dat de as van het kwaad niet meteen door ieders Arabier aderen loopt. Wie liever de zachte stem van de nuance hoort dan het gebulder van de polarisering, heeft met dit boek een pareltje in handen. Him schreef haar relaas neer als verwerkingsproces om haar verleden te kunnen aanvaarden. Het resultaat is er dan ook niet naast. Je krijgt een duidelijk beeld van hoe het leven was voor de slachtoffers van de Rode Khmer.

//Jorn De CockArabische Dageraad

Yet another vampierenreeks? Dan toch eentje met ballen! In deze serie is er geen plaats voor idyllische liefde, Edwardiaanse preutsheid of een Romeo met scherpe tandjes. De makers van Six Feet Under kegelden een hoop humor, horror en stomende seks in de mixer met als resultaat de populairste HBO-serie sinds The Sopranos.Het verhaal speelt zich af in een uithoek van de States: het bekrompen gat van de wereld dat Bon Temps is. Er heerst heel wat controverse rond uit de kast gekomen vampiers. Sinds de uitvinding van synthe-tisch True Blood hoeven die zich niet langer te voeden met mensen-

bloed en willen ze een volwaardige plaats in de maatschappij. Ironisch genoeg zijn de bloedzuigers net gewild om hun bloed dat een krachtige drug is voor stervelingen.Sookie Stackhouse is een serveerster uit Bon Temps die, cliché oh cliché, anders is dan de anderen: ze kan ge-dachten lezen. Ze is geïntrigeerd wanneer Bill als eerste vampier in het gehucht komt settelen. Wat gebeuren moet, gebeurt en de twee beginnen een tumultueuze relatie. Maar er zijn ook de vreemde moorden die Bill volgen naar Bon Temps.Het rijke, meeslepende verhaal, de maatschappelijke dubbele bodems, de perfecte toon die het broeierige Louisiana en haar vettige Southern accent zet en de filmisch geweldige shots vormen spek voor de bek die zelfs fervente Twilighthaters over de streep kan trekken. Wie nog niet overtuigd is, moet maar een kijkje ne-men naar de opening credits: een appetizer van jewelste die de sfeer van de reeks perfect samenvat.se

rie

boek

Elien De Vos

Simon Demeulemeester

Stefan Acke

34 35

recensie

TANK II.indd 32-33 26/11/10 03:16

Page 33: Tank Magazine II

In de jaren ’90 werden in Algerije zeven monniken vermoord. Xavier Beauvois geeft in Des hom-mes et des dieux zijn interpretatie van de feiten. Het resultaat is een trage, erg meeslepende film die stemt tot nadenken.Algerije, 1996. In Tibhirine, een dorpje in het Atlasgebergte, leeft een groep Franse monniken vredevol samen met de islamitische bevolking. Ondanks hun beperkte middelen proberen de monniken zoveel mogelijk te helpen. Ze geven kleren, medische zorg en nemen zelfs deel aan de lokale feesten. Wanneer religieus terrorisme steeds meer greep krijgt op het land, besluiten ze te blijven. Een moeilijke situatie. Niet enkel extern (de corrupte overheid dringt er steeds harder op aan dat ze het land verlaten), maar ook binnen de kloostergemeenschap worden de monniken

zwaar op de proef gesteld.Beauvois noemt geen daders. Het onderzoek naar de dood van de monniken loopt immers nog steeds. In de plaats toont hij ons dat de broeders, ondanks hun bijna-godenstatus bij de bevolking, ook maar mensen zijn. Mensen die twijfelen maar uiteindelijk toch vasthouden aan hun geloof. Ze helpen zelfs de terroristen wanneer die hardhan-dig komen aankloppen. Daarbij maakt hij het ook visueel erg aangenaam. Met symmetrische, uitgebalanceerde beelden vat hij de kloostersfeer, die niet veel later aan flarden wordt geschoten door de kleurrijke drukte van de volksfeesten.De combinatie van inhoud en schoonheid maakt Des hommes et des dieux een waar meesterwerk. Beauvois heeft zijn Zilveren Palm op het Festival van Cannes meer dan verdiend. Bijna vijftien jaar na de gebeurtenissen blijft de film een spiegel op de samenleving, die zelfs de meest verstokte atheïst niet onberoerd zal laten.

Voor de tv-serie Benidorm Bastards werd aan Pascal Deweze (Metal Molly, Sukilove) en Tim Vanhamel (Evil Superstars, Millionaire) gevraagd een paar jingles te componeren. De twee vrienden waren zodanig enthousiast om eindelijk eens te kunnen samenwerken, dat ze er maar meteen een hele groep én debuutplaat van maakten.Grandchildren of the Revolution ligt in de lijn van de twee hitsingles Baby Don’t Worry en Let’s Not Fall Apart: retropop die sterk geënt is op die van de Beach Boys en de Beatles. Die lijn is nogal strak gevolgd. Sommige nummers zijn haast niet van de voorbeelden te onder-scheiden. Enkel op Luv, een zwoel nummer met heerlijk grommende bas, klinkt Vanhamel een

beetje als zichzelf. Ook blues en country passeren de revue. Op het eerste gehoor klinkt It Won’t Be Much Longer als een gigantisch cliché, maar na een tijdje zit je toch met je hoofd te wiegen.Die nummers zijn helaas uitzonderingen. Van de veertien blijven er maar een paar plakken, waarvan de meeste in het begin van de plaat zijn geconcentreerd. De rest is begonnen als jingle en klinkt daar ook naar. Nooit ronduit vervelend, te weinig echt beklijvend. Het album heeft alleszins geen muzikale revolutie in petto. In plaats daarvan krijgen we opgewarmde kost met hier en daar een aangename verrassing. Een plaat die niets meer pretendeert, komt daar echter probleemloos mee weg. Soms valt opgewarmde kost nog wel mee.

recensie

Broken Glass Heroes

Ides Hommes et des dIeux//Xavier Beauvois

muz

iek

film

Stefan Acke

// Grandchildren of the Revolution

True blood

“(…) juist vrouwen met hoofddoeken dragen lingerie. Wat denk je dat zij thuis in bed dragen: een hoofddoek als pyjama?” Een prikkelende discussie over lingerie in het Mid-den-Oosten zet meteen de toon: hier sneuvelen heilige huisjes - moskeetjes en kapelletjes. Hoe stevig hun funderingen ook mogen zijn: de heldere mix van geschiedenis en actuali-teit ondergraaft ze moeiteloos. Jorn De Cock gaat op zoek naar wat beweegt in Libanon, Saudi-Arabië, Syrië, Israël en Palestina, Abu Dhabi, Dubai, Jordanië en Irak. Heel wat, zo blijkt. Ons beeld van een gewelddadige en verstikkende regio wordt vaak bevestigd, maar even vaak ontkracht. Clichés gaan vlot aan diggelen: de auteur gaat naar zijn eer-ste middernachtmis in Damascus, hoofdstad van Syrië. Daar staan meer kerken dan er minaretten zijn in Zwitserland. En dat zonder referenda. In Saudi-Arabië mogen man en vrouw niet samen de lift nemen, maar is er ook de topuniversiteit van koning Abdullah.

De religieuze politie mag op zijn hoofd staan: jongens en meisjes, hoofddoek of niet, zitten er samen op de schoolbanken. Het Midden-Oosten is onwaarschijnlijk divers en soms hemeltergend tegenstrijdig. En dat zijn de oorzaken van haar problemen ook. Jorn De Cock zevert noch verbloemt, maar zijn menselijke verhalen bewijzen ook dat de as van het kwaad niet meteen door ieders Arabier aderen loopt. Wie liever de zachte stem van de nuance hoort dan het gebulder van de polarisering, heeft met dit boek een pareltje in handen. Him schreef haar relaas neer als verwerkingsproces om haar verleden te kunnen aanvaarden. Het resultaat is er dan ook niet naast. Je krijgt een duidelijk beeld van hoe het leven was voor de slachtoffers van de Rode Khmer.

//Jorn De CockArabische Dageraad

Yet another vampierenreeks? Dan toch eentje met ballen! In deze serie is er geen plaats voor idyllische liefde, Edwardiaanse preutsheid of een Romeo met scherpe tandjes. De makers van Six Feet Under kegelden een hoop humor, horror en stomende seks in de mixer met als resultaat de populairste HBO-serie sinds The Sopranos.Het verhaal speelt zich af in een uithoek van de States: het bekrompen gat van de wereld dat Bon Temps is. Er heerst heel wat controverse rond uit de kast gekomen vampiers. Sinds de uitvinding van synthe-tisch True Blood hoeven die zich niet langer te voeden met mensen-

bloed en willen ze een volwaardige plaats in de maatschappij. Ironisch genoeg zijn de bloedzuigers net gewild om hun bloed dat een krachtige drug is voor stervelingen.Sookie Stackhouse is een serveerster uit Bon Temps die, cliché oh cliché, anders is dan de anderen: ze kan ge-dachten lezen. Ze is geïntrigeerd wanneer Bill als eerste vampier in het gehucht komt settelen. Wat gebeuren moet, gebeurt en de twee beginnen een tumultueuze relatie. Maar er zijn ook de vreemde moorden die Bill volgen naar Bon Temps.Het rijke, meeslepende verhaal, de maatschappelijke dubbele bodems, de perfecte toon die het broeierige Louisiana en haar vettige Southern accent zet en de filmisch geweldige shots vormen spek voor de bek die zelfs fervente Twilighthaters over de streep kan trekken. Wie nog niet overtuigd is, moet maar een kijkje ne-men naar de opening credits: een appetizer van jewelste die de sfeer van de reeks perfect samenvat.se

rie

boek

Elien De Vos

Simon Demeulemeester

Stefan Acke

34 35

recensie

TANK II.indd 32-33 26/11/10 03:16

Page 34: Tank Magazine II

Het was jouw eerste deelname aan een wereldkampioenschap. Smaakte het naar meer?Sofie De Vuyst: “Ikzelf had verwacht dat ik naar het WK zou mogen. ge-zien Mijn prestaties van de laatste maanden waren goed, onder meer in de wereldbekerwedstrijd van Plouay. Het was fantastisch om twee weken te beleven met mijn collega’s in Aus-tralië, maar na afloop was ik toch een beetje ontgoocheld omdat ik niet over de beste benen beschikte.”

Wat was en is de reactie van jouw omgeving op jouw keuze voor deze

nogal atypische meisjessport?De Vuyst: “Mijn familie reageerde posi-tief. Van kindsbeen af was ik al sportief en deed ik aan verschillende sporten. Eerst fietste ik gewoon eens mee met de toeristen om te proberen en dat ging al onmiddellijk vlot. Op de duur kwamen steeds meer en meer fami-lieleden kijken wat getuigt van hun steun. Uiteraard gebeurt het wel eens dat ik te maken krijg met wat macho-gedrag als ik meerijd met een mannen-groep, maar uiteindelijk zien ze wat ik kan en dan krijg ik toch wel respect in de plaats.”

dRukke agenda

Je bent pas 23 en in het bezit van een diploma rechten. Is het mogelijk om werken, studeren en wielrennen te combineren?De Vuyst: “Ik zal op mijn tanden moe-ten bijten, maar iemand als Liesbet De Vocht heeft ook altijd haar werk en le-ven als wielrenster gecombineerd. Ze behaalde mooie internationale resulta-ten dus ik hoop dat ik daar ook in zal slagen. De voorbije jaren heb ik studeren en wielrennen met succes gecombineerd, mede dankzij mijn topsportstatuut. Op

Wielrenster Sofie De Vuyst (23), deelneemster WK Geelong, combineert werk en haar grote passie

Een rustige straat in het landelijke Hillegem, de poort van de Vlaamse Arden-nen. Van hier sta je binnen een klein half uurtje aan alle kuitenbijters die de wielrenners in de Ronde Van Vlaanderen krijgen voorgeschoteld. Een betere omgeving kun je je als wielrenster niet inbeelden om in te wonen. “Fietsen is mijn hobby, daarnaast is er voor mij niet veel anders.”

“Ik ben een winnaarstype, maar het moet plezant blijven”

die manier kon ik examens verleggen om extra te trainen en wedstrijden te rijden. Al bij al was het niet heel erg gemakkelijk want er moest nog altijd hard gewerkt worden.”

Je klinkt vastberaden. Zijn er men-sen die jij als voorbeeld hebt om jouw doelen te bereiken?De Vuyst: “Op vlak van atleten is Sven Nys mijn grote voorbeeld. Zijn dis-cipline, mentaliteit, karakter en per-soonlijkheid hebben op mij een grote indruk nagelaten. Ik heb het karakter om even Spartaans te leven als hem om de top te bereiken. Mijn voeding bevat bijvoorbeeld weinig of geen vetten en bezondig me niet aan frie-ten met mayonaise. Ik denk dat een toekomstige partner dus wel enige feeling voor sport zal moeten hebben en enige interesse toont zodat ik mij gesteund kan voelen.Als ik naar mijn omgeving kijk zijn het mijn ouders en familie die veel voor mij betekenen. Wanneer het moeilijk gaat, zijn ze er ook voor mij en kan ik op hen vertrouwen.”

Joren Van Impe

Naam: Sofie De VuystGeboortedatum: 02/04/1987Woonplaats: HillegemBroers of zussen: één zus, Elien

attentIon pLease

Als je dan zo bezeten bent van het wielren-nen, heb je dan nog tijd voor andere dingen?De Vuyst: “Fietsen is mijn hobby, dus daarnaast is er voor mij niet veel an-ders. Het is iets wat ik graag doe en dan geef ik mij daar met alle plezier honderd procent voor. Het enige waar ik nog mee bezig ben naast het fietsen is het beheren van mijn website.”

Droom je dan van een carrière als wielrenster? De Vuyst: “Als het combi-neerbaar blijft met mijn werk, wil ik elk jaar graa-vooruitgang boeken op-

dat ik mooie resultaten kan halen in wedstrijden zoals de Ronde Van Vlaan-deren. Daar staat altijd veel volk aan de kant van de weg en dat zorgt voor een enorme motivatie.”Veel volk, zeg je. Is het zo dat jul-lie veel minder in de belangstelling staan dan de mannen?De Vuyst: “Dat klopt. Hopelijk wordt het beter wanneer iemand eens een echte topprestatie levert, zoals Grace Verbeke in de Ronde Van Vlaanderen. We verdienen immers evenveel aan-dacht als de mannen en die is er nu zeker niet. Dat zou voor een grote mo-tivatie en meer sponsoring zorgen. Dat is dan weer goed voor de sport.”

Geen druk

Mooie prestaties zorgen voor meer media-aandacht en sponsoring. Leidt dat niet tot het nemen van verboden middelen?De Vuyst: “Dat is negatief voor het imago van de sport. Zij die door trai-ning goede resultaten behalen, zullen door de zondaars een negatieve uit-

straling mee opgeplakt krijgen. Ik denk dat ik me zou voelen alsof ik “in ’t zak gezet ben” wanneer ik zou ho-ren dat ik verloren heb van iemand die later betrapt wordt op doping. Ik ben een winnaarstype. Iedereen wint graag. Er staan misschien iets te veel ereplaatsen op mijn lijst, maar van doping blijf ik af. Het moet plezant blijven.”

Zou het ooit in je opkomen?De Vuyst: “Ik kan dat echt niet begrij-pen. Wielrennen is voor mij ontspan-ning. Voor zij die doping nemen is dat waarschijnlijk anders dan voor mij. Ze hebben misschien niets anders. Ik heb nog een diploma om op terug te vallen en dat geeft me gemoedsrust.Lukt het mij dan toch niet om op in-ternationaal niveau te schitteren, dan doe ik het wel op Belgisch vlak. Ik weet dat ik daar wel goed ben.”

Wat vind je van de rol die de media spelen bij hun sportberichtgeving? Zo waren er de zaak Stijn Stijnen en Daniël Van Buyten die voorpagi-nanieuws werden.De Vuyst: “Enerzijds is het moeilijk om daarover te oordelen. In de plaats van die sporters zou ik mij ook onge-makkelijk voelen. Terecht kan je het niet echt noemen. Anderzijds moet de pers natuurlijk de waarheid schrijven en Van Buyten had wel degelijk fou-ten gemaakt.”

Als je mocht kiezen: de Tour de France winnen of wereldkampioen worden?De Vuyst: (vastberaden) “Dan word ik het liefst wereldkampioen. De trui die je mag dragen is een beloning voor je kunnen en je mag die het hele jaar door showen. Ik heb dan ook geen schrik voor de “vloek van de WK-trui”. Kijk maar naar Tom Boonen, die won ook twee klassiekers na het winnen van zijn regenboogtrui. Ui-teraard lijkt een wereldtitel mooi, maar het is wel meer een droom dan realiteit, denk ik.”

Foto: Familiefotograaf

32 33

interview interview

TANK II.indd 34-35 26/11/10 03:16

Page 35: Tank Magazine II

Het was jouw eerste deelname aan een wereldkampioenschap. Smaakte het naar meer?Sofie De Vuyst: “Ikzelf had verwacht dat ik naar het WK zou mogen. ge-zien Mijn prestaties van de laatste maanden waren goed, onder meer in de wereldbekerwedstrijd van Plouay. Het was fantastisch om twee weken te beleven met mijn collega’s in Aus-tralië, maar na afloop was ik toch een beetje ontgoocheld omdat ik niet over de beste benen beschikte.”

Wat was en is de reactie van jouw omgeving op jouw keuze voor deze

nogal atypische meisjessport?De Vuyst: “Mijn familie reageerde posi-tief. Van kindsbeen af was ik al sportief en deed ik aan verschillende sporten. Eerst fietste ik gewoon eens mee met de toeristen om te proberen en dat ging al onmiddellijk vlot. Op de duur kwamen steeds meer en meer fami-lieleden kijken wat getuigt van hun steun. Uiteraard gebeurt het wel eens dat ik te maken krijg met wat macho-gedrag als ik meerijd met een mannen-groep, maar uiteindelijk zien ze wat ik kan en dan krijg ik toch wel respect in de plaats.”

dRukke agenda

Je bent pas 23 en in het bezit van een diploma rechten. Is het mogelijk om werken, studeren en wielrennen te combineren?De Vuyst: “Ik zal op mijn tanden moe-ten bijten, maar iemand als Liesbet De Vocht heeft ook altijd haar werk en le-ven als wielrenster gecombineerd. Ze behaalde mooie internationale resulta-ten dus ik hoop dat ik daar ook in zal slagen. De voorbije jaren heb ik studeren en wielrennen met succes gecombineerd, mede dankzij mijn topsportstatuut. Op

Wielrenster Sofie De Vuyst (23), deelneemster WK Geelong, combineert werk en haar grote passie

Een rustige straat in het landelijke Hillegem, de poort van de Vlaamse Arden-nen. Van hier sta je binnen een klein half uurtje aan alle kuitenbijters die de wielrenners in de Ronde Van Vlaanderen krijgen voorgeschoteld. Een betere omgeving kun je je als wielrenster niet inbeelden om in te wonen. “Fietsen is mijn hobby, daarnaast is er voor mij niet veel anders.”

“Ik ben een winnaarstype, maar het moet plezant blijven”

die manier kon ik examens verleggen om extra te trainen en wedstrijden te rijden. Al bij al was het niet heel erg gemakkelijk want er moest nog altijd hard gewerkt worden.”

Je klinkt vastberaden. Zijn er men-sen die jij als voorbeeld hebt om jouw doelen te bereiken?De Vuyst: “Op vlak van atleten is Sven Nys mijn grote voorbeeld. Zijn dis-cipline, mentaliteit, karakter en per-soonlijkheid hebben op mij een grote indruk nagelaten. Ik heb het karakter om even Spartaans te leven als hem om de top te bereiken. Mijn voeding bevat bijvoorbeeld weinig of geen vetten en bezondig me niet aan frie-ten met mayonaise. Ik denk dat een toekomstige partner dus wel enige feeling voor sport zal moeten hebben en enige interesse toont zodat ik mij gesteund kan voelen.Als ik naar mijn omgeving kijk zijn het mijn ouders en familie die veel voor mij betekenen. Wanneer het moeilijk gaat, zijn ze er ook voor mij en kan ik op hen vertrouwen.”

Joren Van Impe

Naam: Sofie De VuystGeboortedatum: 02/04/1987Woonplaats: HillegemBroers of zussen: één zus, Elien

attentIon pLease

Als je dan zo bezeten bent van het wielren-nen, heb je dan nog tijd voor andere dingen?De Vuyst: “Fietsen is mijn hobby, dus daarnaast is er voor mij niet veel an-ders. Het is iets wat ik graag doe en dan geef ik mij daar met alle plezier honderd procent voor. Het enige waar ik nog mee bezig ben naast het fietsen is het beheren van mijn website.”

Droom je dan van een carrière als wielrenster? De Vuyst: “Als het combi-neerbaar blijft met mijn werk, wil ik elk jaar graa-vooruitgang boeken op-

dat ik mooie resultaten kan halen in wedstrijden zoals de Ronde Van Vlaan-deren. Daar staat altijd veel volk aan de kant van de weg en dat zorgt voor een enorme motivatie.”Veel volk, zeg je. Is het zo dat jul-lie veel minder in de belangstelling staan dan de mannen?De Vuyst: “Dat klopt. Hopelijk wordt het beter wanneer iemand eens een echte topprestatie levert, zoals Grace Verbeke in de Ronde Van Vlaanderen. We verdienen immers evenveel aan-dacht als de mannen en die is er nu zeker niet. Dat zou voor een grote mo-tivatie en meer sponsoring zorgen. Dat is dan weer goed voor de sport.”

Geen druk

Mooie prestaties zorgen voor meer media-aandacht en sponsoring. Leidt dat niet tot het nemen van verboden middelen?De Vuyst: “Dat is negatief voor het imago van de sport. Zij die door trai-ning goede resultaten behalen, zullen door de zondaars een negatieve uit-

straling mee opgeplakt krijgen. Ik denk dat ik me zou voelen alsof ik “in ’t zak gezet ben” wanneer ik zou ho-ren dat ik verloren heb van iemand die later betrapt wordt op doping. Ik ben een winnaarstype. Iedereen wint graag. Er staan misschien iets te veel ereplaatsen op mijn lijst, maar van doping blijf ik af. Het moet plezant blijven.”

Zou het ooit in je opkomen?De Vuyst: “Ik kan dat echt niet begrij-pen. Wielrennen is voor mij ontspan-ning. Voor zij die doping nemen is dat waarschijnlijk anders dan voor mij. Ze hebben misschien niets anders. Ik heb nog een diploma om op terug te vallen en dat geeft me gemoedsrust.Lukt het mij dan toch niet om op in-ternationaal niveau te schitteren, dan doe ik het wel op Belgisch vlak. Ik weet dat ik daar wel goed ben.”

Wat vind je van de rol die de media spelen bij hun sportberichtgeving? Zo waren er de zaak Stijn Stijnen en Daniël Van Buyten die voorpagi-nanieuws werden.De Vuyst: “Enerzijds is het moeilijk om daarover te oordelen. In de plaats van die sporters zou ik mij ook onge-makkelijk voelen. Terecht kan je het niet echt noemen. Anderzijds moet de pers natuurlijk de waarheid schrijven en Van Buyten had wel degelijk fou-ten gemaakt.”

Als je mocht kiezen: de Tour de France winnen of wereldkampioen worden?De Vuyst: (vastberaden) “Dan word ik het liefst wereldkampioen. De trui die je mag dragen is een beloning voor je kunnen en je mag die het hele jaar door showen. Ik heb dan ook geen schrik voor de “vloek van de WK-trui”. Kijk maar naar Tom Boonen, die won ook twee klassiekers na het winnen van zijn regenboogtrui. Ui-teraard lijkt een wereldtitel mooi, maar het is wel meer een droom dan realiteit, denk ik.”

Foto: Familiefotograaf

32 33

interview interview

TANK II.indd 34-35 26/11/10 03:16

Page 36: Tank Magazine II

Spanje heeft inderdaad heel veel technische en misschien wel de beste spelers ter wereld, maar op dit WK heeft het niet het meest attractieve spel naar boven gebracht. Er waren mooie acties en al even mooie doelpunten (als er dan al gescoord werd), maar die waren er ook in de andere matchen. De Duit-sers waren misschien wel dé revelatie aangezien ze met hun jonge en hertimmerde team boven verwachting presteerden. Brazilië kreeg wat het verdiende na het thuislaten van goe-de voetballers en het meenemen van volgevreten en zelfver-klaarde vedetten. Met Thomas Müller zorgde het team van Joachim Löw voor de beste jonge speler én voor de gouden schoen voor de beste speler van het WK. De beste spits met ze-ven goals was Forlan van Uruguay. Holland had een team dat het individualisme opzij legde en eindelijk en masse voor de titel ging, gesteund door een knettergekke schare fans en dito gadgets. Spanje had… de beste doelman en een hecht blok.

Wat is dat dan met al die zogenaamde voetbalkenners in de studio die zoals altijd op voorhand ‘al wisten’ dat een be-paalde ploeg ging winnen en hun ego iedere keer bevestigd zien door met een zelfverzekerde smile nog snel hun mening van tien minuten voor het affluiten van een match veranderen naar de allerlaatste gebeurtenissen? Vier jaar geleden gebeur-de hetzelfde toen Italië wereldkampioen werd. De oversympa-thieke Australiërs vochten met een leeuwenhart en verloren onverdiend van het catenaccio van de modieuze blauwhem-

den die later de trofee omhoog mochten steken. Toch slaagde een aantal bekende, zichzelf benoemde kenners erin Italië te bekronen met de titel van meest attractieve en best voetbal-lende ploeg en kreeg Fabio Cannavaro de titel van beste spe-ler. Alle respect voor Cannavaro, maar hoe staat het met het attractieve, aanvallende voetbal als een verdediger tot beste speler wordt gekroond? Inderdaad, niet bijster goed.Ook dit jaar moesten we meestal op onze honger blijven zitten tijdens de groepswedstrijden met halfvolle stadions. Het was pas smullen als de groten in actie kwamen, af en toe afgewis-seld door een boven verwachting presterende kleinere ploeg. Ondertussen werden commentatoren overstemd door de mo-notone, slaapverwekkende vuvuzelageluiden en hoorde men niets van de supportersgezangen die anders de vlam in de pan doen slaan.

Eerlijk gezegd: Duitsland had mogen winnen om haar voetbal en Nederland door de niet aflatende hoop en het optimisme van de supporters. Ook in Gent liggen meer oranje hoeden, vlaggen en banners dan je zou denken.

Enneuh, beste sportcommentatoren… stop alstublieft met het gebruiken van het woord ‘goudhaantje’, we zijn het beu.

Bis am 2014 in Rio, mét de Rode Duivels als het even kan!

De teleurstelling bij de Nederlanders was groot. Maanden-lang op voorhand klonk het zoals altijd dat Oranje de klus wel zou klaren. De hoop was groot, de kansen waren dat ook. In de voorrondes maakten de mannen van Bert Van Marwijk immers brandhout van de tegenstanders. Noorwegen, Schot-land, Macedonië en IJsland bleken meer dan een maatje te klein. Als je over een spelersgroep met sterren als Robben, Sneijder, Van der Vaart, van Nistelrooy en van Persie be-schikt, lijkt dat ook meer dan normaal. Eerstgenoemde speelde de finale van de Champions League met Bayern Mün-chen, de tweede won diezelfde finale met Inter Milaan.Deze keer zou het echt zover zijn: Ne-derland zou wereldkampioen worden! De Oranjegekte kende geen grenzen meer. Je kon het zo absurd niet beden-ken of er bestond een gadget van. Van zwembrillen tot condooms, frisbees en toiletpapier. Uiteraard allemaal in oranje uitvoering.Spijtig genoeg voor die sympathieke Hollanders scoorde An-dres Iniesta in de 116ste minuut het enige doelpunt van de finale waardoor Spanje na Europees- nu ook wereldkampi-oen werd. Het werd plots heel stil op het Museumplein in Amsterdam.

Ook de Duitsers beleefden een trauma dat deed terugdenken aan het naoorlogse tijdperk. Alles leek over rozen te lopen toen die Mannschaft in de kwalificaties Rusland, Finland, Wales, Azerbeidzjan en Liechtenstein achter zich liet. Ook de Duitsers beschikten over een aantal bekende sterren als Lahm, Klose en Schweinsteiger. De schijnwerpers vielen vooral op de grote afwezige: Michael Ballack. Zouden de Duitsers het kunnen zonder hun geblesseerde kapitein? Re-ken maar van jawohl. Khedira, Özil en vooral Müller gooi-den hoge ogen met hun oogstrelende baltoetsen en wees er

maar zeker van dat meer dan de helft van de modale voet-balkenner nog niet van deze spelers had gehoord. Khedira en Ôzil verkasten ondertussen al naar Real Madrid wat op zich al een attest voor hun kunde betekent. Duitsland werd vrij gemakkelijk groepswinnaar en fusil-leerde daarna Engeland met vier tegen één. Het Argentinië

van halfgod Maradonna werd eveneens belachelijk gemaakt door een kwiek Duitsland onder leiding van Müller, die vooraf door Diego himself als ballen-jongen werd aanzien. Zoete wraak heet zoiets.

Argentinië zelf kende een leuke groeps-fase met negen op negen en bombar-deerde zich met een drie-één winst te-gen Mexico in de achtste finales meteen tot titelfavoriet. Het vervolg is u echter bekend.

Ondertussen sloop het technisch verfijnde Spanje op kou-senvoeten én op economie door de voorrondes waarna het ook niet echt imponerend Portugal versloeg met één tegen nul. Bij het terugdenken aan de kwartfinale tegen Paragu-ay komt menig underdogsupporter z’n nekhaar nog steeds recht te staan. Gelukkig voor Spanje bestond er nog David Villa die zijn naam van goalgetter alle eer aandeed in de 83ste minuut.

Voeg bij al het vorige het frivool spelende Uruguay onder leiding van Diego Forlan en Matthias Suarez, het stugge en degelijke Paraguay van ex-Club Bruggespeler Antolin Alca-raz en de in iets mindere mate verbazende Chilenen toe die het allen beter dan verwacht deden met mooie baltoetsen en vooral veel vuur. Dan moet men zich toch beginnen afvragen of het mooiste voetbal – zoals iedere voetbalkenner die met zijn kop op televisie komt beweert - wel heeft gewonnen?

De Verwezenlijkingen van de Belgische Sportwereld

Terugblik op het WK 2010Het was deze zomer reikhalzend uitkijken naar het WK voetbal in Zuid-Afrika. Was vier jaar wachten echter wel de moeite waard? Klopt het dat het mooiste voetbal zegevierde? Had-den de Duitsers nu voor één keer de strijd niet mogen winnen? Wat met de duizenden rollen oranje toiletpapier en dito vlaggen?We komen er nog één keer op terug.

Deze technisch vaardige middenvelder werd bekend bij Anderlecht als ‘de nieuwe Hagi’ en werd op zijn eenentwintigste al spelverdeler na het ver-trekken van Zetterberg en Scifo.In de hoop op een toptransfer en door een gevoel van onderwaardering tekende hij niet bij in Brussel, maar echte internationale toppers kwamen niet waardoor hij naar aartsrivaal Brugge vertrok. Ook daar kon hij niet aar-den en ondertussen zit hij, na omzwervingen in Italië, Nederland, Gent en Moeskroen, terug in Roemenië.Wij vroegen ons dus af: hoe zit dat nog met hem? Wel… we zouden het bij God niet weten.

Hoe zit dat nog met...Alin Stoica?

Foto: Frederik Vandenbossche36 37

Joren Van Impe

TANK II.indd 36-37 26/11/10 03:16

Page 37: Tank Magazine II

Spanje heeft inderdaad heel veel technische en misschien wel de beste spelers ter wereld, maar op dit WK heeft het niet het meest attractieve spel naar boven gebracht. Er waren mooie acties en al even mooie doelpunten (als er dan al gescoord werd), maar die waren er ook in de andere matchen. De Duit-sers waren misschien wel dé revelatie aangezien ze met hun jonge en hertimmerde team boven verwachting presteerden. Brazilië kreeg wat het verdiende na het thuislaten van goe-de voetballers en het meenemen van volgevreten en zelfver-klaarde vedetten. Met Thomas Müller zorgde het team van Joachim Löw voor de beste jonge speler én voor de gouden schoen voor de beste speler van het WK. De beste spits met ze-ven goals was Forlan van Uruguay. Holland had een team dat het individualisme opzij legde en eindelijk en masse voor de titel ging, gesteund door een knettergekke schare fans en dito gadgets. Spanje had… de beste doelman en een hecht blok.

Wat is dat dan met al die zogenaamde voetbalkenners in de studio die zoals altijd op voorhand ‘al wisten’ dat een be-paalde ploeg ging winnen en hun ego iedere keer bevestigd zien door met een zelfverzekerde smile nog snel hun mening van tien minuten voor het affluiten van een match veranderen naar de allerlaatste gebeurtenissen? Vier jaar geleden gebeur-de hetzelfde toen Italië wereldkampioen werd. De oversympa-thieke Australiërs vochten met een leeuwenhart en verloren onverdiend van het catenaccio van de modieuze blauwhem-

den die later de trofee omhoog mochten steken. Toch slaagde een aantal bekende, zichzelf benoemde kenners erin Italië te bekronen met de titel van meest attractieve en best voetbal-lende ploeg en kreeg Fabio Cannavaro de titel van beste spe-ler. Alle respect voor Cannavaro, maar hoe staat het met het attractieve, aanvallende voetbal als een verdediger tot beste speler wordt gekroond? Inderdaad, niet bijster goed.Ook dit jaar moesten we meestal op onze honger blijven zitten tijdens de groepswedstrijden met halfvolle stadions. Het was pas smullen als de groten in actie kwamen, af en toe afgewis-seld door een boven verwachting presterende kleinere ploeg. Ondertussen werden commentatoren overstemd door de mo-notone, slaapverwekkende vuvuzelageluiden en hoorde men niets van de supportersgezangen die anders de vlam in de pan doen slaan.

Eerlijk gezegd: Duitsland had mogen winnen om haar voetbal en Nederland door de niet aflatende hoop en het optimisme van de supporters. Ook in Gent liggen meer oranje hoeden, vlaggen en banners dan je zou denken.

Enneuh, beste sportcommentatoren… stop alstublieft met het gebruiken van het woord ‘goudhaantje’, we zijn het beu.

Bis am 2014 in Rio, mét de Rode Duivels als het even kan!

De teleurstelling bij de Nederlanders was groot. Maanden-lang op voorhand klonk het zoals altijd dat Oranje de klus wel zou klaren. De hoop was groot, de kansen waren dat ook. In de voorrondes maakten de mannen van Bert Van Marwijk immers brandhout van de tegenstanders. Noorwegen, Schot-land, Macedonië en IJsland bleken meer dan een maatje te klein. Als je over een spelersgroep met sterren als Robben, Sneijder, Van der Vaart, van Nistelrooy en van Persie be-schikt, lijkt dat ook meer dan normaal. Eerstgenoemde speelde de finale van de Champions League met Bayern Mün-chen, de tweede won diezelfde finale met Inter Milaan.Deze keer zou het echt zover zijn: Ne-derland zou wereldkampioen worden! De Oranjegekte kende geen grenzen meer. Je kon het zo absurd niet beden-ken of er bestond een gadget van. Van zwembrillen tot condooms, frisbees en toiletpapier. Uiteraard allemaal in oranje uitvoering.Spijtig genoeg voor die sympathieke Hollanders scoorde An-dres Iniesta in de 116ste minuut het enige doelpunt van de finale waardoor Spanje na Europees- nu ook wereldkampi-oen werd. Het werd plots heel stil op het Museumplein in Amsterdam.

Ook de Duitsers beleefden een trauma dat deed terugdenken aan het naoorlogse tijdperk. Alles leek over rozen te lopen toen die Mannschaft in de kwalificaties Rusland, Finland, Wales, Azerbeidzjan en Liechtenstein achter zich liet. Ook de Duitsers beschikten over een aantal bekende sterren als Lahm, Klose en Schweinsteiger. De schijnwerpers vielen vooral op de grote afwezige: Michael Ballack. Zouden de Duitsers het kunnen zonder hun geblesseerde kapitein? Re-ken maar van jawohl. Khedira, Özil en vooral Müller gooi-den hoge ogen met hun oogstrelende baltoetsen en wees er

maar zeker van dat meer dan de helft van de modale voet-balkenner nog niet van deze spelers had gehoord. Khedira en Ôzil verkasten ondertussen al naar Real Madrid wat op zich al een attest voor hun kunde betekent. Duitsland werd vrij gemakkelijk groepswinnaar en fusil-leerde daarna Engeland met vier tegen één. Het Argentinië

van halfgod Maradonna werd eveneens belachelijk gemaakt door een kwiek Duitsland onder leiding van Müller, die vooraf door Diego himself als ballen-jongen werd aanzien. Zoete wraak heet zoiets.

Argentinië zelf kende een leuke groeps-fase met negen op negen en bombar-deerde zich met een drie-één winst te-gen Mexico in de achtste finales meteen tot titelfavoriet. Het vervolg is u echter bekend.

Ondertussen sloop het technisch verfijnde Spanje op kou-senvoeten én op economie door de voorrondes waarna het ook niet echt imponerend Portugal versloeg met één tegen nul. Bij het terugdenken aan de kwartfinale tegen Paragu-ay komt menig underdogsupporter z’n nekhaar nog steeds recht te staan. Gelukkig voor Spanje bestond er nog David Villa die zijn naam van goalgetter alle eer aandeed in de 83ste minuut.

Voeg bij al het vorige het frivool spelende Uruguay onder leiding van Diego Forlan en Matthias Suarez, het stugge en degelijke Paraguay van ex-Club Bruggespeler Antolin Alca-raz en de in iets mindere mate verbazende Chilenen toe die het allen beter dan verwacht deden met mooie baltoetsen en vooral veel vuur. Dan moet men zich toch beginnen afvragen of het mooiste voetbal – zoals iedere voetbalkenner die met zijn kop op televisie komt beweert - wel heeft gewonnen?

De Verwezenlijkingen van de Belgische Sportwereld

Terugblik op het WK 2010Het was deze zomer reikhalzend uitkijken naar het WK voetbal in Zuid-Afrika. Was vier jaar wachten echter wel de moeite waard? Klopt het dat het mooiste voetbal zegevierde? Had-den de Duitsers nu voor één keer de strijd niet mogen winnen? Wat met de duizenden rollen oranje toiletpapier en dito vlaggen?We komen er nog één keer op terug.

Deze technisch vaardige middenvelder werd bekend bij Anderlecht als ‘de nieuwe Hagi’ en werd op zijn eenentwintigste al spelverdeler na het ver-trekken van Zetterberg en Scifo.In de hoop op een toptransfer en door een gevoel van onderwaardering tekende hij niet bij in Brussel, maar echte internationale toppers kwamen niet waardoor hij naar aartsrivaal Brugge vertrok. Ook daar kon hij niet aar-den en ondertussen zit hij, na omzwervingen in Italië, Nederland, Gent en Moeskroen, terug in Roemenië.Wij vroegen ons dus af: hoe zit dat nog met hem? Wel… we zouden het bij God niet weten.

Hoe zit dat nog met...Alin Stoica?

Foto: Frederik Vandenbossche36 37

Joren Van Impe

TANK II.indd 36-37 26/11/10 03:16

Page 38: Tank Magazine II

Een tijdje geleden besloop mij een verontrustende gedach-te: Hebben wij allemaal bindingsangst? Iedereen die een

serieuze relatie achter de rug heeft is er voorzichtiger op ge-worden. Of is dat het understatement van de eeuw?

Toen ik enkele maanden geleden voor het eerst de lippen raakte van een knappe twintiger, borrelde de vraag of

wij nu een stel waren niet onmiddellijk in mij op. Toegegeven, vrouwen hebben nood aan duidelijkheid. Eindeloos definië-ren “wat wij nu net zijn” is één van onze favoriete bezigheden. Het liefst nog op de sofa met een lekker wijntje en samen met een goeie vriendin. Toch, het moment dat een jongen en een meisje op een afstand van tien centimeter, of - durf ik het zeggen - nog dichter bij elkaar staan, moet erover gepraat worden. En praten, dat is nu net niét het meest aangename tijdsverdrijf voor de zogenaamde echte mannen onder jullie.

Wat na het verhelderende praatje komt, is nog meer be-angstigend. De Relatie. Of het Friends With Benefits-

stadium. Tien jaar geleden bestond die laatste term nog niet, dat merkte ik tijdens de herhalingen van Dawson’s Creek. Het fenomeen kwam al op in de jaren 90, maar de specifieke term kwam logischerwijs pas later. Nu, we geven het ondeu-gende kind een naam. Is daarmee de kous af?

Kunnen meiden voor een lange periode seks hebben zon-der gevoelens? De niet zo eeuwenoude vraag, zonder

pasklaar antwoord. In mijn geval kies ik na lang twijfelen voor neen. Je hebt nooit zomaar seks met iemand. Die on-verklaarbare, tintelende, onweerstaanbare spanning is er, of helemaal niet. Is die chemie aanwezig en zijn jullie allebei niet klaar voor een relatie of is er simpelweg een mentale kloof van hier tot Antarctica, dan hou je het puur bij seks. Een logische keuze maar vergeet niet: de menselijke geest is ingewikkeld en onvoorspelbaar.

Na een tijdje krijgt het meisje of de jongen, laten we niet discriminerend doen, de onvermijdelijke gedachte: We

hebben het fijn samen, dus waarom worden we geen koppel? Eerlijk gezegd: meestal gaat het bergaf vanaf dat punt. Ofwel beseft hij zijn onderdrukte - ahum - nood om met jou een re-latie aan te gaan. In de meeste gevallen volgt een ongemakke-lijk gesprek, waarin je beseft dat de spontaniteit verdwenen is. En dan dringt het tot je door waarom het zo moeilijk is om jezelf volledig open te stellen. Tijd om afscheid te nemen.

Herman Brusselmans zegt het zelf ook al: “Beweer nu niet dat het goed gaat met het boek in Vlaan-deren.” Mensen kijken me scheef aan als ik zeg dat ik Tolstoj lees. Het is nochtans lees-voer dat de gemid-delde Vlaming op de trein kan lezen. De intellectuele sfeer die rond “de klassiekers” hangt, is helemaal onte-recht. Mensen zijn bang om zich te verdiepen in wat hen vreemd lijkt. De klassiekers zijn proza die een be-paalde tijdsgeest weergeven, die geschied-kundigen soms niet eens kunnen vatten. Als je je ergens wil inleven, moet je naast non-fictie ook fictie gaan lezen. Literatuur komt uit het hart, uit het diepste van de mens. Uit die schrijfsels kan je gaan aflei-den wat er in godsnaam in een mens z’n hoofd omgaat.Nu zitten we vast in een popcultuur. Of zeg maar topcultuur. Bijna niemand kent boeken die niet in de top tien stonden. En dan nog, voor velen is de Helaasheid der Dingen een film, dan pas een boek, en dan pas een leefwereld van de schrijver. Ik walg van mensen die boeken als Twi-light als topliteratuur zien. Gelukkig is die groep beperkt tot de naïeve variëteit van het vrouwelijk schoon. Het boek ver-kracht een eeuwenoude mythologie over vampiers en vermengt het met een slechte aflevering van Dawson’s Creek. Een tijds-

geest vind je niet in het boek. Het thema liefde wordt vervangen door een ziekelijke

obsessie tussen een 104 jaar oude kerel en een zeventien-jarig trutje dat in the middle of no-where woont. Een leuk vleugje platte-landspedofilie.Maar genoeg over dat boek. Alleen een dwaas haalt zijn wijsheid uit één boek. Kuch. Michael Cunning-ham, die in 1999 de Pulitzerprijs voor literatuur won, zei vorige week op de boekenbeurs dat

een goed verhaal uit een van twee mogelij-ke stramienen bestaat. Ofwel gaat iemand op een ontdekkingsreis, ofwel komt er een vreemd personage in een bestaand geheel van personen. Beide verhalen zorgen voor nieuwe inzichten. Hij zei ook iets over het smeden van zilver, wat een hobby is van hem, maar dat interesseert niemand. Een goed verhaal brengt mensen tot nieuwe inzichten. Ik gebruik het woord hier veel. Maar het is belangrijk dat wij, jonge men-sen, een brede visie hebben op wat er om ons heen gebeurt.Pas op, ik pretendeer niet de grote lite-ratuurkenner van onze tijd te zijn. Mijn weg door het boekendal is pas begonnen. Maar ik kan met trots zeggen dat ik de reis aandurf. Ik heb onlangs een grotere boekenkast gekocht. Achter de oude lag blijkbaar het dagboek van Anne Frank. Over ironie gesproken.

Hij leerde zijn volk lezen

Foto & Tekst: Yves Masscho

*Vrienden

met

Melissa Janssens

voordelen

Foto: Lawrence Schoonbroodt38 39

TANK II.indd 38-39 26/11/10 03:16

Page 39: Tank Magazine II

Een tijdje geleden besloop mij een verontrustende gedach-te: Hebben wij allemaal bindingsangst? Iedereen die een

serieuze relatie achter de rug heeft is er voorzichtiger op ge-worden. Of is dat het understatement van de eeuw?

Toen ik enkele maanden geleden voor het eerst de lippen raakte van een knappe twintiger, borrelde de vraag of

wij nu een stel waren niet onmiddellijk in mij op. Toegegeven, vrouwen hebben nood aan duidelijkheid. Eindeloos definië-ren “wat wij nu net zijn” is één van onze favoriete bezigheden. Het liefst nog op de sofa met een lekker wijntje en samen met een goeie vriendin. Toch, het moment dat een jongen en een meisje op een afstand van tien centimeter, of - durf ik het zeggen - nog dichter bij elkaar staan, moet erover gepraat worden. En praten, dat is nu net niét het meest aangename tijdsverdrijf voor de zogenaamde echte mannen onder jullie.

Wat na het verhelderende praatje komt, is nog meer be-angstigend. De Relatie. Of het Friends With Benefits-

stadium. Tien jaar geleden bestond die laatste term nog niet, dat merkte ik tijdens de herhalingen van Dawson’s Creek. Het fenomeen kwam al op in de jaren 90, maar de specifieke term kwam logischerwijs pas later. Nu, we geven het ondeu-gende kind een naam. Is daarmee de kous af?

Kunnen meiden voor een lange periode seks hebben zon-der gevoelens? De niet zo eeuwenoude vraag, zonder

pasklaar antwoord. In mijn geval kies ik na lang twijfelen voor neen. Je hebt nooit zomaar seks met iemand. Die on-verklaarbare, tintelende, onweerstaanbare spanning is er, of helemaal niet. Is die chemie aanwezig en zijn jullie allebei niet klaar voor een relatie of is er simpelweg een mentale kloof van hier tot Antarctica, dan hou je het puur bij seks. Een logische keuze maar vergeet niet: de menselijke geest is ingewikkeld en onvoorspelbaar.

Na een tijdje krijgt het meisje of de jongen, laten we niet discriminerend doen, de onvermijdelijke gedachte: We

hebben het fijn samen, dus waarom worden we geen koppel? Eerlijk gezegd: meestal gaat het bergaf vanaf dat punt. Ofwel beseft hij zijn onderdrukte - ahum - nood om met jou een re-latie aan te gaan. In de meeste gevallen volgt een ongemakke-lijk gesprek, waarin je beseft dat de spontaniteit verdwenen is. En dan dringt het tot je door waarom het zo moeilijk is om jezelf volledig open te stellen. Tijd om afscheid te nemen.

Herman Brusselmans zegt het zelf ook al: “Beweer nu niet dat het goed gaat met het boek in Vlaan-deren.” Mensen kijken me scheef aan als ik zeg dat ik Tolstoj lees. Het is nochtans lees-voer dat de gemid-delde Vlaming op de trein kan lezen. De intellectuele sfeer die rond “de klassiekers” hangt, is helemaal onte-recht. Mensen zijn bang om zich te verdiepen in wat hen vreemd lijkt. De klassiekers zijn proza die een be-paalde tijdsgeest weergeven, die geschied-kundigen soms niet eens kunnen vatten. Als je je ergens wil inleven, moet je naast non-fictie ook fictie gaan lezen. Literatuur komt uit het hart, uit het diepste van de mens. Uit die schrijfsels kan je gaan aflei-den wat er in godsnaam in een mens z’n hoofd omgaat.Nu zitten we vast in een popcultuur. Of zeg maar topcultuur. Bijna niemand kent boeken die niet in de top tien stonden. En dan nog, voor velen is de Helaasheid der Dingen een film, dan pas een boek, en dan pas een leefwereld van de schrijver. Ik walg van mensen die boeken als Twi-light als topliteratuur zien. Gelukkig is die groep beperkt tot de naïeve variëteit van het vrouwelijk schoon. Het boek ver-kracht een eeuwenoude mythologie over vampiers en vermengt het met een slechte aflevering van Dawson’s Creek. Een tijds-

geest vind je niet in het boek. Het thema liefde wordt vervangen door een ziekelijke

obsessie tussen een 104 jaar oude kerel en een zeventien-jarig trutje dat in the middle of no-where woont. Een leuk vleugje platte-landspedofilie.Maar genoeg over dat boek. Alleen een dwaas haalt zijn wijsheid uit één boek. Kuch. Michael Cunning-ham, die in 1999 de Pulitzerprijs voor literatuur won, zei vorige week op de boekenbeurs dat

een goed verhaal uit een van twee mogelij-ke stramienen bestaat. Ofwel gaat iemand op een ontdekkingsreis, ofwel komt er een vreemd personage in een bestaand geheel van personen. Beide verhalen zorgen voor nieuwe inzichten. Hij zei ook iets over het smeden van zilver, wat een hobby is van hem, maar dat interesseert niemand. Een goed verhaal brengt mensen tot nieuwe inzichten. Ik gebruik het woord hier veel. Maar het is belangrijk dat wij, jonge men-sen, een brede visie hebben op wat er om ons heen gebeurt.Pas op, ik pretendeer niet de grote lite-ratuurkenner van onze tijd te zijn. Mijn weg door het boekendal is pas begonnen. Maar ik kan met trots zeggen dat ik de reis aandurf. Ik heb onlangs een grotere boekenkast gekocht. Achter de oude lag blijkbaar het dagboek van Anne Frank. Over ironie gesproken.

Hij leerde zijn volk lezen

Foto & Tekst: Yves Masscho

*Vrienden

met

Melissa Janssens

voordelen

Foto: Lawrence Schoonbroodt38 39

TANK II.indd 38-39 26/11/10 03:16

Page 40: Tank Magazine II

Recht van Antw

oord

Het is vijfendertig graden buiten. Een jong meis-je komt haar huis uit en doet haar sjaal aan. Ze kijkt op haar iPhone van 400 euro en steekt ‘m in haar broek van 5 euro. Als ze een klasgenoot te-genkomt, kan je een kleine bescheiden glimlach herkennen. Haar klasgenoot is namelijk geen hipster, en zij wel. “Ik ben veel te goed voor deze wereld”, denkt ze bij zich-zelf. Dat is ook zo.

De hipster kent elke band nog voor hij populair wordt. Wanneer hij nog underground is, zeg maar. Ze hebben er een soort ra-dar voor. Een beetje zoals een gaydar. Bepaalde hip-sters zouden zelfs al een donatie gedaan hebben aan Haïti, nog voor de aardbeving. Spijtig genoeg is Haïti nu te mainstream geworden, en kan het niet meer rekenen op de hulp van deze beschei-den elite.

Hoe herken je nu een hipster? Op zijn of haar Fa-cebookpagina staat ongetwijfeld een zwart-wit-foto van een kop koffie uit Starbucks. Starbucks is de habitat van de hipsters. Ze zitten er een hele dag lang, weliswaar met maar één koffie. Naar Starbucks gaan ze niet voor de koffie. Nee, daar schrijven ze hun blog. Op een laptop? Nee. Op een Mac, want Mac heeft een onfeilbaar opera-tiesysteem. Iets wat je natuurlijk nodig hebt om

een simpele tekst te typen of je foto’s te bewerken zodat ze er slechter uitzien dan het origineel.Zoals wij lucht nodig hebben, heeft de hipster zijn analoog fototoestel nodig. Analoog is be-ter, en logischerwijs dan ook de foto’s, wat er ook op staat. Obscure foto’s komen recht uit de ziel. Kunst is toeval. Door de zoeker kijken is ta-

boe. Je neemt foto’s uit vrije hand, zo voel je je pas echt vrij. Een foto nemen van de grond heeft meer betekenis dan wij ooit zullen vatten.

Hipsters hebben geen seks, want dat is te mainstream. Dansen is dat ook, edoch gaan ze wekelijks uit. Maar

dat is uit hun pure zin voor ironie. Ze staan dan aan de kant met hun armen gekruist en rond 12 uur gaan ze reeds weg, naar “een ander feestje.”

Denk je dat er een hipster op je kot zit? Kijk dan in donkere hoekjes, of achter iPod nano-opladers. Ernaar roepen haalt niets uit. Ze zijn toch aan het luisteren naar een band waar jij nog nooit van gehoord hebt. Ze laten duidelijke spo-ren na, zoals een bril die vroeger een zonnebril was. Of een hoop cassettes.Als je er dan toch eentje vindt, breng hem dan naar de dichtstbijzijnde Starbucks. Wij, het plebs, zullen daar dankbaar voor zijn. Want wij zijn het niet waard naast de hipster te lopen.

opinie&satire

Minderheidaandv/d

Een bezoekje aan de sociale bovenlaag

Yves Masscho

Hipsters hebben geen seks, want dat is te mainstream. Dansen is dat ook, edoch gaan ze weke-lijks uit. Maar dat is uit hun pure zin voor ironie.

Geachte TANK-redactie

In een artikel van uw redacteur Yves Masscho, meer bepaald “Minderheid van de maand: de West-Vlaming”, word ik, Jan (Demets), uitdrukkelijk vernoemd en daarom wens ik te reageren op de gepubliceerde tekst. Daarvoor doe ik een beroep op mijn recht van antwoord. Ik hoop ten zeerste dat u mij dat recht ook gunt.

De heer Masscho geeft duidelijk aan dat hij over mij schrijft en schuwt zelfs niet om daarbij mijn naam te noemen. Dat ik een West-Vlaming ben, is algemeen geweten en al zeker de auteur is daarvan op de hoogte. Hij heeft me zelfs per-soonlijk al enkele keren gezegd dat hij “mijn taaltje niet verstaat.” Zijn in-tentie om mijn persoon te gebruiken als voorbeeld, overigens vol met incorrecte vooroordelen, voor de West-Vlaming is dus duidelijk. Ik heb niet zozeer een probleem dat hij zoiets doet, maar wel met de manier waarop. De stijl van het artikel getuigt van een lage dunk van zijn landgenoten uit West-Vlaanderen en is soms zelfs op het schofferende af!

In feite bevat de titel al een fout: de heer Masscho, Oost-Vlaming, noemt zijn westerburen een minderheid. Volgens Van Dale is een minderheid een “groep mensen die slechts een klein deel vd bevolking ve staat vormen”. De bevolkingscijfers spreken dat zwart op wit tegen. De recentste cijfers van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie tonen dat zes van de tien Belgische provincies een klei-nere bevolking hebben dan West-Vlaanderen. Per definitie valt dus niet van een minderheid te spreken.

Ten tweede wens ik te duiden op de fout die de auteur maakt door te stellen dat wij een andere tak van de mensachtigen zijn omdat hij onze streektaal niet begrijpt. Dat laatste kan kloppen, maar dat heeft in geen geval tot gevolg dat wij geen mensen zijn. Ik neem aan dat de heer Masscho geen Chinees of Indisch begrijpt, maar het zou mij verwonderen als hij hen ook tot de diersoorten bom-bardeert. Daarnaast wil ik vermelden dat wij onze landgenoten ook in de stan-daardtaal, het Nederlands, aanspreken. Bovendien zijn verschillende linguïsten het van mening dat de West-Vlamingen uiteindelijk het best de standaardtaal kunnen hanteren, daar zij de enigen zijn die zeer goed beseffen dat het West-Vlaams geen algemeen Nederlands is. De heer Masscho belicht dus duidelijk maar één kant van de zaak!

Ten slotte wil ik de auteur duidelijk maken dat wij het concept “verkeer” op zijn minst even goed snappen als elke andere Belg en dat wij net zo goed vertrouwd zijn met auto’s. De eerste auto, weliswaar een klein stoomautootje, is nota bene ontworpen door wijlen pater Ferdinand Verbiest uit Pittem, een West-Vlaams dorp. In die laatste alinea van zijn stuk is de auteur zelf de logica al wat kwijtge-raakt. Hij heeft het over “complexe structuren zoals éénrichtingsverkeer”. Ik weet niet hoe de heer Masscho redeneert, maar één richting lijkt me zelfs een-voudiger dan twee richtingen...

Ik hoop dat ik zo de eenzijdige visie die de heer Masscho vooropgesteld heeft, wat heb kunnen bijstellen.

Hoogachtend

Jan Demets

40 41

opinie&satire

TANK II.indd 40-41 26/11/10 03:16

Page 41: Tank Magazine II

Recht van Antw

oord

Het is vijfendertig graden buiten. Een jong meis-je komt haar huis uit en doet haar sjaal aan. Ze kijkt op haar iPhone van 400 euro en steekt ‘m in haar broek van 5 euro. Als ze een klasgenoot te-genkomt, kan je een kleine bescheiden glimlach herkennen. Haar klasgenoot is namelijk geen hipster, en zij wel. “Ik ben veel te goed voor deze wereld”, denkt ze bij zich-zelf. Dat is ook zo.

De hipster kent elke band nog voor hij populair wordt. Wanneer hij nog underground is, zeg maar. Ze hebben er een soort ra-dar voor. Een beetje zoals een gaydar. Bepaalde hip-sters zouden zelfs al een donatie gedaan hebben aan Haïti, nog voor de aardbeving. Spijtig genoeg is Haïti nu te mainstream geworden, en kan het niet meer rekenen op de hulp van deze beschei-den elite.

Hoe herken je nu een hipster? Op zijn of haar Fa-cebookpagina staat ongetwijfeld een zwart-wit-foto van een kop koffie uit Starbucks. Starbucks is de habitat van de hipsters. Ze zitten er een hele dag lang, weliswaar met maar één koffie. Naar Starbucks gaan ze niet voor de koffie. Nee, daar schrijven ze hun blog. Op een laptop? Nee. Op een Mac, want Mac heeft een onfeilbaar opera-tiesysteem. Iets wat je natuurlijk nodig hebt om

een simpele tekst te typen of je foto’s te bewerken zodat ze er slechter uitzien dan het origineel.Zoals wij lucht nodig hebben, heeft de hipster zijn analoog fototoestel nodig. Analoog is be-ter, en logischerwijs dan ook de foto’s, wat er ook op staat. Obscure foto’s komen recht uit de ziel. Kunst is toeval. Door de zoeker kijken is ta-

boe. Je neemt foto’s uit vrije hand, zo voel je je pas echt vrij. Een foto nemen van de grond heeft meer betekenis dan wij ooit zullen vatten.

Hipsters hebben geen seks, want dat is te mainstream. Dansen is dat ook, edoch gaan ze wekelijks uit. Maar

dat is uit hun pure zin voor ironie. Ze staan dan aan de kant met hun armen gekruist en rond 12 uur gaan ze reeds weg, naar “een ander feestje.”

Denk je dat er een hipster op je kot zit? Kijk dan in donkere hoekjes, of achter iPod nano-opladers. Ernaar roepen haalt niets uit. Ze zijn toch aan het luisteren naar een band waar jij nog nooit van gehoord hebt. Ze laten duidelijke spo-ren na, zoals een bril die vroeger een zonnebril was. Of een hoop cassettes.Als je er dan toch eentje vindt, breng hem dan naar de dichtstbijzijnde Starbucks. Wij, het plebs, zullen daar dankbaar voor zijn. Want wij zijn het niet waard naast de hipster te lopen.

opinie&satire

Minderheidaandv/d

Een bezoekje aan de sociale bovenlaag

Yves Masscho

Hipsters hebben geen seks, want dat is te mainstream. Dansen is dat ook, edoch gaan ze weke-lijks uit. Maar dat is uit hun pure zin voor ironie.

Geachte TANK-redactie

In een artikel van uw redacteur Yves Masscho, meer bepaald “Minderheid van de maand: de West-Vlaming”, word ik, Jan (Demets), uitdrukkelijk vernoemd en daarom wens ik te reageren op de gepubliceerde tekst. Daarvoor doe ik een beroep op mijn recht van antwoord. Ik hoop ten zeerste dat u mij dat recht ook gunt.

De heer Masscho geeft duidelijk aan dat hij over mij schrijft en schuwt zelfs niet om daarbij mijn naam te noemen. Dat ik een West-Vlaming ben, is algemeen geweten en al zeker de auteur is daarvan op de hoogte. Hij heeft me zelfs per-soonlijk al enkele keren gezegd dat hij “mijn taaltje niet verstaat.” Zijn in-tentie om mijn persoon te gebruiken als voorbeeld, overigens vol met incorrecte vooroordelen, voor de West-Vlaming is dus duidelijk. Ik heb niet zozeer een probleem dat hij zoiets doet, maar wel met de manier waarop. De stijl van het artikel getuigt van een lage dunk van zijn landgenoten uit West-Vlaanderen en is soms zelfs op het schofferende af!

In feite bevat de titel al een fout: de heer Masscho, Oost-Vlaming, noemt zijn westerburen een minderheid. Volgens Van Dale is een minderheid een “groep mensen die slechts een klein deel vd bevolking ve staat vormen”. De bevolkingscijfers spreken dat zwart op wit tegen. De recentste cijfers van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie tonen dat zes van de tien Belgische provincies een klei-nere bevolking hebben dan West-Vlaanderen. Per definitie valt dus niet van een minderheid te spreken.

Ten tweede wens ik te duiden op de fout die de auteur maakt door te stellen dat wij een andere tak van de mensachtigen zijn omdat hij onze streektaal niet begrijpt. Dat laatste kan kloppen, maar dat heeft in geen geval tot gevolg dat wij geen mensen zijn. Ik neem aan dat de heer Masscho geen Chinees of Indisch begrijpt, maar het zou mij verwonderen als hij hen ook tot de diersoorten bom-bardeert. Daarnaast wil ik vermelden dat wij onze landgenoten ook in de stan-daardtaal, het Nederlands, aanspreken. Bovendien zijn verschillende linguïsten het van mening dat de West-Vlamingen uiteindelijk het best de standaardtaal kunnen hanteren, daar zij de enigen zijn die zeer goed beseffen dat het West-Vlaams geen algemeen Nederlands is. De heer Masscho belicht dus duidelijk maar één kant van de zaak!

Ten slotte wil ik de auteur duidelijk maken dat wij het concept “verkeer” op zijn minst even goed snappen als elke andere Belg en dat wij net zo goed vertrouwd zijn met auto’s. De eerste auto, weliswaar een klein stoomautootje, is nota bene ontworpen door wijlen pater Ferdinand Verbiest uit Pittem, een West-Vlaams dorp. In die laatste alinea van zijn stuk is de auteur zelf de logica al wat kwijtge-raakt. Hij heeft het over “complexe structuren zoals éénrichtingsverkeer”. Ik weet niet hoe de heer Masscho redeneert, maar één richting lijkt me zelfs een-voudiger dan twee richtingen...

Ik hoop dat ik zo de eenzijdige visie die de heer Masscho vooropgesteld heeft, wat heb kunnen bijstellen.

Hoogachtend

Jan Demets

40 41

opinie&satire

TANK II.indd 40-41 26/11/10 03:16

Page 42: Tank Magazine II

Vele mensen bekijken studentvertegenwoordi-gers (stuvers) maar scheef. Het zijn ofwel rare kwasten die zo naïef zijn te denken dat ze wer-kelijk iets kunnen veranderen ofwel mensen die gewoon iets goeds op hun cv willen zetten. De meesten zijn er zich echter wel van bewust dat ze geen grootse veranderingen zullen kun-nen doorvoeren. Artevelde cultiveert het imago dat zijn stuvers werkelijk een verschil maken. Tot op bepaalde hoogte is dat zeker zo, maar op de belangrijke dossiers kunnen ze toch niet altijd hun stempel drukken. Een grote verant-woordelijkheid ligt hier zeker bij de stuvers zelf, maar ook de verschillende organen moe-ten hen in het besluitvormingsproces betrek-ken.

Het eerste wat men moet beseffen is dat er zon-der stuvers zeker geen inspraak is. De laatste jaren was stuver zijn zeker niet populair in de richting journalistiek. In 2008-2009 had-den we slechts een vertegenwoordiger. Met de nieuwe campus nam ook onze opleidingsstu-dentenraad (OSR) gelukkigerwijs een nieuwe start. Een zootje ongeregeld uit het eerste en het tweede jaar voelde zich geroepen en vat-te met goede moed het academiejaar aan. De raad kende zijn zeker zijn kinderziektes en het grote enthousiasme zorgde in het begin voor besluiteloosheid, maar was toch een forum om de problemen aan te kaarten.

Stuvers moeten initiatief durven nemen. Als bepaalde mensen niet het voortouw nemen en niet outside the box durven denken,blijft een raad veelal beperkt tot het opsommen van pro-blemen en het aanpassen van examenroosters. Dat laatste blijft een van de weinige dingen waarvoor je mensen echt warm kan maken. In de OSR van journalistiek was er aan ini-tiatieven geen gebrek. We waren dan ook op zoek naar iets om ons te profileren. Na vele gestrande ideeën besloten we om een oud initi-atief nieuw leven in te blazen. We gingen weer de ‘slimste student’-quiz organiseren. Hoewel dat zeker niet allemaal van een leien dakje liep, mocht het resultaat tot grote tevredenheid van zowel de school als de deelnemers gezien zijn.

Hierdoor wisten mensen dat we bestonden en werd een goede basis gelegd voor samenwer-king tussen de OSR en de school.

Ook bij moeilijke beslissingen moeten studen-ten gehoord worden. Het stelde me dan ook zeer teleur dat ik via de infosessie van het der-de jaar moest horen dat Scoop en de perscafés van het curriculum geschrapt waren, hoewel ik daar door te grasduinen in de ECTS-fiches al een vermoeden van had. Het zal voor de oplei-dingsdirecteur en de betrokken docenten zeker geen gemakkelijke keuze geweest zijn om hun paradepaardjes op te offeren en ze zullen niet over een nacht ijs gegaan zijn. Maar voor zo-ver ik weet is de OSR nergens in de discussie gehoord of op de hoogte gesteld. De website voor de stuvers van de Arteveldehogeschool zegt nochtans het toch volgende: „De oplei-dingsstudentenraad heeft recht op informatie over alle aangelegenheden met betrekking tot de opleiding.“ Naar mijn bescheiden mening is het schrappen van iets uit het curriculum toch wel degelijk een aangelegenheid die betrekking heeft tot de opleiding.

Geen enkel huis mag heilig zijn voor de stu-ver. Je moet dingen willen veranderen en daar-voor moet je dingen in vraag durven stellen. We mogen dan ook de discussie niet uit de weg gaan waarom we niet gehoord zijn de komende maanden, zodat dat in de toekomst niet meer gebeurt. Er zijn ook enkele opleidingsonderde-len waarbij studenten zich terecht vragen stel-len over de nuttigheid of de kost. Die proble-men moeten we als OSR durven aankaarten bij de bevoegde instanties.

De stuvers kunnen een verschil maken. Ze moe-ten hiervoor wel bereid zijn om af en toe ferm het deksel op de neus te krijgen, maar ze mo-gen daardoor de moed niet laten zakken. Het ergste wat studentenparticipatie kan overko-men is dat stuvers zich enkel tot de gemakke-lijke dingen gaan beperken. Als we problemen blijven aankaarten en op de agenda plaatsen, zullen de verschillende besturen uiteindelijk wel naar ons moeten luisteren.

In de strijd tussen keuzevakken krijgt Duits steevast klappen van Spaans. Studenten kie-zen voor zon, zee en kosmopoliet wezen in Barcelona. Duitse naamvallen en umlauten, niemand geeft er een moer om. En ondanks de twee generaties die ons nu al scheiden van de Tweede Wereldoorlog: het blijft een taal om bevelen in te blaffen. Maar Duits is ook de taal van de sterkste Europese lidstaat. Europees ligt er meer toekomst bij de taal van Goethe, dan die van Cervantes. Ook cultureel is het Duitse aanbod ontstellend overweldigend: er zijn prachtige gedichten geschreven, vlam-mende pamfletten gedicteerd en ontzettend mooie boeken uit de pen geduwd in het Duits.

Voor de eerstejaarsstudent journalistiek die nu al staat te drummen om Duits als keuzevak aan te vinken, even opletten! Want wie in het tweede jaar journalistiek Duits volgt, wordt goed in het ootje genomen. De keuzevakken Duits en Spaans werden vorig academiejaar van een jaarvak naar een semestervak terugge-bracht. Vreemd, want de andere talen worden wel over een jaar gespreid. Nog vreemder is dat de stof dezelfde blijft: je moet dus evenveel verwerken, op kortere tijd.

Gevolg is dat het vak Duits, over Spaans kan ik niet oordelen, veel weg heeft van een Blitz-krieg. Er worden hopen woordenschat doorge-draaid en de ene ingewikkelde grammaticare-gel volgt de andere op, aan een razend tempo. De student wordt ook nog eens verwacht elke les voor te bereiden: “Enkel als de student goed voorbereid is kan hij/zij optimaal aan de les-sen deelnemen.” Die voorbereidingen nemen heel wat tijd in beslag. Maar zelfs als je voor-bereid bent, is het tempo niet bij te houden. Nu, ik ben geen navelstaarder. Het kan aan mij liggen: ik had geen fluit voorkennis. Maar zelfs studenten met een goede voorkennis kon-den niet goed volgen. De algemene teneur was duidelijk: Duits is gekkenwerk.

Tot op dit punt kan de beschuldigende vin-ger nog steeds naar de student uitgestoken worden. Maar daar wringt het schoentje niet! Want wie werkt, slaagt normaal gezien voor een examen. En toch ben ik, ondanks een se-mester de tanden stuk gebeten te hebben en enkele verdomd korte nachten voor het exa-men, niet geslaagd. Een zeven op twintig was mijn deel.

“Aha!”, merkt u nu waarschijnlijk op, “Meneer was gebuisd en schopt nu rel in dat riool-blaadje!” “HA!”, pareer ik dan: ik werd gede-libereerd. Maar de beloning is voor mij veel minder de score of zelfs het geslaagd zijn, dan wel de taal of het vak beheersen. Rel schop-pen doe ik dus om de opleiding journalistiek sterker te maken. Want de opleiding faalt, wat betreft Duits (nogmaals, over Spaans kan ik niet oordelen).

Ik ben heel duidelijk: de opleiding. Want ook de lector was het slachtoffer van die nieuwe regeling. Zelden kon een oefening volledig af-gemaakt worden. Er was gewoon geen tijd om de zwakkeren voor Duits, waaronder onderge-tekende, voldoende te begeleiden. Roeien met de riemen die je hebt, heet dat dan. Maar het was vooral ploeteren met de riemen die er niet waren.

Omdat dit opiniestukje nu eenmaal ‘Ich Be-schuldige’ heet, moet er wel iemand de schuld krijgen. Ik wijs naar de opleidingscoördinato-ren. Kan het dat zij zich schromelijk vergis-ten? Of bezwijken ze onder de druk van het Europese semestersysteem, waarbij steeds meer studenten in februari aan een opleiding moeten kunnen beginnen? Het systeem wordt daarbij aangepast aan uitzonderingen: men-sen die van richting veranderen, of hun studies met werk combineren. Allemaal goed en wel, maar is het niet gek dat daarom modelstuden-ten in de zak worden gezet? Maar die extra studenten in februari leveren uiteraard extra geld op. Zou dat extra geld belangrijker zijn dan de kwaliteit van de opleiding?

Want laat daar geen twijfel over bestaan: de opleiding devalueert op deze manier. Taal is het instrument van de journalist. Hoe meer hij er beheerst, hoe sterker hij is. Duits kan een krachtig instrument zijn, maar niet op deze manier. En dat is jammer. Want ik pleit zeker niet voor minder Duits, wel integendeel. Maar wel op een haalbare manier. Studenten studeren voor examens, zelden voor hun zelf-ontplooiing. Dat is bedroevend. De mensen die onze opleidingen in elkaar boksen, moeten dat tegengaan. Door studenten te prikkelen en hen de tijd te geven die prikkels om te zetten in zin om te studeren en te werken. Dat neigt naar utopisch gedroom, ik beken. Maar als er ergens moet gedroomd worden, dan wel in het onderwijs, door studenten.

Ich Beschuldige*Stuver: meer dan goedkeuren examenroosters?

VERH

ELST

*Ja, ik moest dit opzoeken. Punt bewezen!Simon Demeulemeester-stuver journalistiek

David Verhelst maakt sinds vorig jaar deel uit van de OSR journalis-tiek en deed daarvoor al ervaring op als stu-ver op de middelbare school en de universi-teit. DE

MEU

LEM

EEST

ER43

TANK II.indd 42-43 26/11/10 03:16

Page 43: Tank Magazine II

Vele mensen bekijken studentvertegenwoordi-gers (stuvers) maar scheef. Het zijn ofwel rare kwasten die zo naïef zijn te denken dat ze wer-kelijk iets kunnen veranderen ofwel mensen die gewoon iets goeds op hun cv willen zetten. De meesten zijn er zich echter wel van bewust dat ze geen grootse veranderingen zullen kun-nen doorvoeren. Artevelde cultiveert het imago dat zijn stuvers werkelijk een verschil maken. Tot op bepaalde hoogte is dat zeker zo, maar op de belangrijke dossiers kunnen ze toch niet altijd hun stempel drukken. Een grote verant-woordelijkheid ligt hier zeker bij de stuvers zelf, maar ook de verschillende organen moe-ten hen in het besluitvormingsproces betrek-ken.

Het eerste wat men moet beseffen is dat er zon-der stuvers zeker geen inspraak is. De laatste jaren was stuver zijn zeker niet populair in de richting journalistiek. In 2008-2009 had-den we slechts een vertegenwoordiger. Met de nieuwe campus nam ook onze opleidingsstu-dentenraad (OSR) gelukkigerwijs een nieuwe start. Een zootje ongeregeld uit het eerste en het tweede jaar voelde zich geroepen en vat-te met goede moed het academiejaar aan. De raad kende zijn zeker zijn kinderziektes en het grote enthousiasme zorgde in het begin voor besluiteloosheid, maar was toch een forum om de problemen aan te kaarten.

Stuvers moeten initiatief durven nemen. Als bepaalde mensen niet het voortouw nemen en niet outside the box durven denken,blijft een raad veelal beperkt tot het opsommen van pro-blemen en het aanpassen van examenroosters. Dat laatste blijft een van de weinige dingen waarvoor je mensen echt warm kan maken. In de OSR van journalistiek was er aan ini-tiatieven geen gebrek. We waren dan ook op zoek naar iets om ons te profileren. Na vele gestrande ideeën besloten we om een oud initi-atief nieuw leven in te blazen. We gingen weer de ‘slimste student’-quiz organiseren. Hoewel dat zeker niet allemaal van een leien dakje liep, mocht het resultaat tot grote tevredenheid van zowel de school als de deelnemers gezien zijn.

Hierdoor wisten mensen dat we bestonden en werd een goede basis gelegd voor samenwer-king tussen de OSR en de school.

Ook bij moeilijke beslissingen moeten studen-ten gehoord worden. Het stelde me dan ook zeer teleur dat ik via de infosessie van het der-de jaar moest horen dat Scoop en de perscafés van het curriculum geschrapt waren, hoewel ik daar door te grasduinen in de ECTS-fiches al een vermoeden van had. Het zal voor de oplei-dingsdirecteur en de betrokken docenten zeker geen gemakkelijke keuze geweest zijn om hun paradepaardjes op te offeren en ze zullen niet over een nacht ijs gegaan zijn. Maar voor zo-ver ik weet is de OSR nergens in de discussie gehoord of op de hoogte gesteld. De website voor de stuvers van de Arteveldehogeschool zegt nochtans het toch volgende: „De oplei-dingsstudentenraad heeft recht op informatie over alle aangelegenheden met betrekking tot de opleiding.“ Naar mijn bescheiden mening is het schrappen van iets uit het curriculum toch wel degelijk een aangelegenheid die betrekking heeft tot de opleiding.

Geen enkel huis mag heilig zijn voor de stu-ver. Je moet dingen willen veranderen en daar-voor moet je dingen in vraag durven stellen. We mogen dan ook de discussie niet uit de weg gaan waarom we niet gehoord zijn de komende maanden, zodat dat in de toekomst niet meer gebeurt. Er zijn ook enkele opleidingsonderde-len waarbij studenten zich terecht vragen stel-len over de nuttigheid of de kost. Die proble-men moeten we als OSR durven aankaarten bij de bevoegde instanties.

De stuvers kunnen een verschil maken. Ze moe-ten hiervoor wel bereid zijn om af en toe ferm het deksel op de neus te krijgen, maar ze mo-gen daardoor de moed niet laten zakken. Het ergste wat studentenparticipatie kan overko-men is dat stuvers zich enkel tot de gemakke-lijke dingen gaan beperken. Als we problemen blijven aankaarten en op de agenda plaatsen, zullen de verschillende besturen uiteindelijk wel naar ons moeten luisteren.

In de strijd tussen keuzevakken krijgt Duits steevast klappen van Spaans. Studenten kie-zen voor zon, zee en kosmopoliet wezen in Barcelona. Duitse naamvallen en umlauten, niemand geeft er een moer om. En ondanks de twee generaties die ons nu al scheiden van de Tweede Wereldoorlog: het blijft een taal om bevelen in te blaffen. Maar Duits is ook de taal van de sterkste Europese lidstaat. Europees ligt er meer toekomst bij de taal van Goethe, dan die van Cervantes. Ook cultureel is het Duitse aanbod ontstellend overweldigend: er zijn prachtige gedichten geschreven, vlam-mende pamfletten gedicteerd en ontzettend mooie boeken uit de pen geduwd in het Duits.

Voor de eerstejaarsstudent journalistiek die nu al staat te drummen om Duits als keuzevak aan te vinken, even opletten! Want wie in het tweede jaar journalistiek Duits volgt, wordt goed in het ootje genomen. De keuzevakken Duits en Spaans werden vorig academiejaar van een jaarvak naar een semestervak terugge-bracht. Vreemd, want de andere talen worden wel over een jaar gespreid. Nog vreemder is dat de stof dezelfde blijft: je moet dus evenveel verwerken, op kortere tijd.

Gevolg is dat het vak Duits, over Spaans kan ik niet oordelen, veel weg heeft van een Blitz-krieg. Er worden hopen woordenschat doorge-draaid en de ene ingewikkelde grammaticare-gel volgt de andere op, aan een razend tempo. De student wordt ook nog eens verwacht elke les voor te bereiden: “Enkel als de student goed voorbereid is kan hij/zij optimaal aan de les-sen deelnemen.” Die voorbereidingen nemen heel wat tijd in beslag. Maar zelfs als je voor-bereid bent, is het tempo niet bij te houden. Nu, ik ben geen navelstaarder. Het kan aan mij liggen: ik had geen fluit voorkennis. Maar zelfs studenten met een goede voorkennis kon-den niet goed volgen. De algemene teneur was duidelijk: Duits is gekkenwerk.

Tot op dit punt kan de beschuldigende vin-ger nog steeds naar de student uitgestoken worden. Maar daar wringt het schoentje niet! Want wie werkt, slaagt normaal gezien voor een examen. En toch ben ik, ondanks een se-mester de tanden stuk gebeten te hebben en enkele verdomd korte nachten voor het exa-men, niet geslaagd. Een zeven op twintig was mijn deel.

“Aha!”, merkt u nu waarschijnlijk op, “Meneer was gebuisd en schopt nu rel in dat riool-blaadje!” “HA!”, pareer ik dan: ik werd gede-libereerd. Maar de beloning is voor mij veel minder de score of zelfs het geslaagd zijn, dan wel de taal of het vak beheersen. Rel schop-pen doe ik dus om de opleiding journalistiek sterker te maken. Want de opleiding faalt, wat betreft Duits (nogmaals, over Spaans kan ik niet oordelen).

Ik ben heel duidelijk: de opleiding. Want ook de lector was het slachtoffer van die nieuwe regeling. Zelden kon een oefening volledig af-gemaakt worden. Er was gewoon geen tijd om de zwakkeren voor Duits, waaronder onderge-tekende, voldoende te begeleiden. Roeien met de riemen die je hebt, heet dat dan. Maar het was vooral ploeteren met de riemen die er niet waren.

Omdat dit opiniestukje nu eenmaal ‘Ich Be-schuldige’ heet, moet er wel iemand de schuld krijgen. Ik wijs naar de opleidingscoördinato-ren. Kan het dat zij zich schromelijk vergis-ten? Of bezwijken ze onder de druk van het Europese semestersysteem, waarbij steeds meer studenten in februari aan een opleiding moeten kunnen beginnen? Het systeem wordt daarbij aangepast aan uitzonderingen: men-sen die van richting veranderen, of hun studies met werk combineren. Allemaal goed en wel, maar is het niet gek dat daarom modelstuden-ten in de zak worden gezet? Maar die extra studenten in februari leveren uiteraard extra geld op. Zou dat extra geld belangrijker zijn dan de kwaliteit van de opleiding?

Want laat daar geen twijfel over bestaan: de opleiding devalueert op deze manier. Taal is het instrument van de journalist. Hoe meer hij er beheerst, hoe sterker hij is. Duits kan een krachtig instrument zijn, maar niet op deze manier. En dat is jammer. Want ik pleit zeker niet voor minder Duits, wel integendeel. Maar wel op een haalbare manier. Studenten studeren voor examens, zelden voor hun zelf-ontplooiing. Dat is bedroevend. De mensen die onze opleidingen in elkaar boksen, moeten dat tegengaan. Door studenten te prikkelen en hen de tijd te geven die prikkels om te zetten in zin om te studeren en te werken. Dat neigt naar utopisch gedroom, ik beken. Maar als er ergens moet gedroomd worden, dan wel in het onderwijs, door studenten.

Ich Beschuldige*Stuver: meer dan goedkeuren examenroosters?

VERH

ELST

*Ja, ik moest dit opzoeken. Punt bewezen!Simon Demeulemeester-stuver journalistiek

David Verhelst maakt sinds vorig jaar deel uit van de OSR journalis-tiek en deed daarvoor al ervaring op als stu-ver op de middelbare school en de universi-teit. DE

MEU

LEM

EEST

ER

43

TANK II.indd 42-43 26/11/10 03:16

Page 44: Tank Magazine II

Kruip in de pen of het toetsenbord en kom er maar uit met een ronduit briljant stukje tekst. Geraakt u op de hoogste trede, dan zijn roem en decadentie uw deel. Uw stukkie wordt gepubli-

ceerd en onze fotoredactie trekt gigabyte’s aan foto’s van u.

U schrijft waarover u wil, enige beperking is de tijd: deadline op 28 februari.

Mailen kan naar [email protected]

U moest uzelf al reuma in de vingers aan het schrijven zijn!

TANKKROONTUTOTKONING(IN)) VANDEKANTIENBERG

TANK II.indd 44 26/11/10 03:16