mei-JUni 2014 De Bietplanter - CBB · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 05-06/2014 — 1...

12
Bietplanter De MAANDBLAD VAN DE CONFEDERATIE VAN DE BELGISCHE BIETENPLANTERS vzw CBB – Anspachlaan 111 Bus 10 – 1000 Brussel T. 02 513 68 98 – F. 02 512 19 88 – P 806265 Hoofdartikel door Valerie Vercammen, Secretaris-generaal van de CBB 05-06/2014 — 1 De Bietplanter Verantwoordelijke uitgever: Mathieu VRANCKEN, Voorzitter CBB Directeur van de publicatie: V. VERCAMMEN Uitgave en publiciteit Bernadette Bické - Martine Moyart Verantwoordelijke voor de suikerbiettechniek: KBIVB Tienen Druk: Corelio Printing Jaarabonnement 12,00 EU-land 22,00 niet EU-land 27,00 IBAN : BE 70 1031 0384 3925 BTW BE 0445.069.157 Tel. 02/513 68 98 - Fax 02/512 19 88 E-mail: [email protected] www.cbb.be MEI-JUNI 2014 N° 511 - 48 ste jaargang Bietplanter De MAANDBLAD VAN DE CONFEDERATIE VAN DE BELGISCHE BIETENPLANTERS vzw CBB – Anspachlaan 111 Bus 10 – 1000 Brussel T. 02 513 68 98 – F. 02 512 19 88 – P 806265 De EU-uitstoot van broeikasgassen uit landbouw daalde in 20 jaar (1990-2011) met 23 procent. In alle andere sectoren daalde de uitstoot met slechts 17 procent. Copa-Cogeca verwacht dat de daling binnen de agrosector geen gelijke tred gaat aanhou- den door een stijgende voedselvraag in de toekomst. In de Verenigde Staten zal tegen 2017 de steviaproductie meer dan verdubbelen en zal de aspartaamproductie dalen met 25 pro- cent, aldus het Britse onderzoeksinstituut Leatherhead Food Research. Het marktaan- deel van stevia en mengsels van stevia met andere zoetstoffen, zoals acesulfaam-K, groeit. In 2009 bevatte slechts vijf procent van de voedingsmiddelen en dranken intensieve zoetstoffen gewonnen uit planten. In 2013 liep dit percentage op tot vijftien procent. Na de daling van de wereldmarktprijzen voor suiker gebruikte Brazilië 54,6 procent van het riet voor de productie van ethanol (50,4% het jaar ervoor). Volgens de vereni- ging van suikerfabrikanten Unica steeg de ethanolproductie met 19 procent tot 25,4 mil- jard liter. De suikerproductie steeg met 0,6 procent tot 34,3 miljard ton. EU: een vroege zaai dankzij een vroege lente. Maar door het zachte winterweer is de bodemstructuur niet optimaal (bodemver- dichting,...) wat de opbrengst nadelig kan be- invloeden. De Franse telers (CGB) verwach- ten een areaal van 400.000 ha (een stijging van de uitzaai met 2%). Volgens de Poolse bietentelersvereniging KZPBC zou ongeveer 190.000 ha ingezaaid worden (toename met 2,5 à 3% t.o.v. vorig jaar). In België bedraagt het ingezaaide areaal ongeveer 60.000 ha en in Nederland 76.000 ha. De Verenigde Staten zijn leider in het telen van GGO-gewassen met 70,1 Mha, goed voor 40% van het wereldwijde GGO-areaal. Brazilië volgt met 40.3 Mha. Argentinië staat op de derde plaats met 24.4 Mha, gevolgd door India (11 Mha transgene katoen) en Ca- nada (10.8 Mha GGO-canola - lentekool- zaad). In de Europese Unie blijft het areaal Bt-maïs MON810 (alleen die variëteit is mo- menteel toegestaan) beperkt tot 148.013 ha. Spanje is de koploper met 136.932 ha. Daar- naast telen ook Portugal, Tsjechië, Slovakije en Roemenië deze GGO-maïs. Ongeveer 15% van de omzet van de Itali- aanse levensmiddelenindustrie zou af- komstig zijn van de maffia, zo concludeert een gespecialiseerde politie-eenheid uit Rome. De omzet van de agro-maffia zou on- geveer 14 miljard euro bedragen in 2013. Dit is een stijging van 12 procent in vergelijking met 2012. De maffia steelt, dreigt om het mo- nopolie te verwerven op een bepaald pro- duct, dwingt de boeren hun productie te ver- kopen aan spotprijzen en onderhandelaars om deze te kopen aan woekerprijzen. Dit brengt de voedselveiligheid en de voedsel- kwaliteit van de binnenlandse producten in het gedrang. In dit derde deel van de SWOT-analyse wil ik focussen op de opportuniteiten van het postquotum. Na 30 september 2017 wordt alles anders. Verandering gaat per definitie steeds gepaard met opportunitei- ten (maar ook met risico’s - maar daar- over meer in de volgende edito). Ik ben er echter van overtuigd dat het postquotum een aantal mooie opportuniteiten kan bie- den voor de biet-suikerketen. 200 miljoen ton suiker nodig in 2020, 240 miljoen ton in 2030 In 2012 werd wereldwijd 177 miljoen ton suiker geproduceerd en 172 miljoen ton verbruikt. Analysten voorspellen dat bin- nen zes jaar, de vraag naar suiker met 23 miljoen ton zal toenemen. Binnen zestien jaar verwacht men zelfs een consumptie van 240 miljoen ton. Wie zal die extra sui- ker produceren? Brazilië, uiteraard, maar de capaciteiten van Brazilië zijn niet on- beperk en ook de Europese suikerfabri- kanten zullen kunnen meepikken van de opportuniteiten die een groeimarkt bie- den. In Europa is de suikermarkt een ma- ture markt: de stijgende vraag naar suiker zal vooral plaatsvinden buiten Europa. Ze wordt gedreven door de economische groei en de toenemende welvaart in groeilanden zoals India en China (goed voor 55% van de stijging), Zuid-Amerika (30% van de stijging) en Afrika (15% van de stijging). In het Westen lijkt de tendens eerder omgekeerd: de Wereldgezond- heidsorganisatie (WHO) heeft net de aan- geraden maximumhoeveelheid suiker per dag gehalveerd tot 6 koffielepeltjes (25 gram). Deze strenge norm lijkt echter wei- nig realistisch: de Belg verbruikt nu al ge- middeld ongeveer 135 gram suiker per dag, een vijftigtal kilo per jaar volgens de laatst beschikbare studies (ter informatie: de Chinezen eten gemiddeld slechts een twaalftal kg suiker per jaar). Consument vraagt “duurzaamheid” Wat is “duurzaamheid”? Men legt het be- grip vaak uit op basis van de theorie van de drie “P’s: people, profit, planet” . Het gaat om ondernemen en winst maken, doch met respect voor de mens en pla- neet. Duurzaamheid omvat dus verschil- lende thema’s waaronder milieu, sociale aspecten, traceerbaarheid en lokale pro- ducten. Marketeers bestuderen consu- mentengedrag en de motieven die klan- ten aanzetten tot kopen. Prijs-kwaliteit blijft de onbetwiste nummer één, doch in alle studies blijkt dat “duurzaamheid” en “traceerbaarheid” steeds meer medebe- palend zijn voor wat uiteindelijk in het win- kelkarretje terechtkomt. Een recente stu- die die ik las over consumentengedrag in de Verenigde Staten stelde dat 77% van de Amerikanen “duurzaamheid” als door- slaggevend criterium beschouwen voor hun aankoopbeslissing van voedsel. Duurzaamheid is geen louter modewoord meer, het wordt een reële bekommernis van de consument. Belgische suiker is “duurzaam” dankzij de vele inspanningen van onze landbouwers en van onze sui- kerfabrikanten. Als de COOL-wetgeving er doorkomt (regelgeving over vermelding van het land van herkomst) zien wij het als een meerwaarde om onze suiker te kunnen profileren als “duurzame Europe- se suiker” tegenover geïmporteerde riet- suiker die een hele zware ecologische voetafdruk heeft. Al gemerkt dat de Tien- se op haar pakjes van 1 kilo griessuiker al een tijdje de slogan “gemaakt met bieten van bij ons” heeft vermeld? Bioplastics Coca-Cola en Pepsi, Heinz en Danone: het zijn maar enkele van de grote merken die nu al de overstap naar bioplastics hebben gemaakt om hun dranken en voe- dingswaren in te verpakken. De sector van de telecommunicatie volgt de trend ook: Nokia en Samsung gebruiken bio- plastics voor de omhulsels van hun gsm’s en smartphones. Zelfs autoconstructeurs zoals Toyota gebruiken tegenwoordig bio- plastics om zich als “duurzaam” te profile- ren: misschien zijn uw dashboard en uw automatten uit bioplastic vervaardigd? Op wereldvlak schat men de markt voor bio- plastics in op 50 miljoen ton. Een opportu- niteit voor het postquotum? SWOT-analyse : de opportuniteiten van het postquotum U had dUs gelijk om massaal voor BETASEED te kiezen. Bedankt! heBt U ook gezien dat de BTS-RASSEN de Beste veldopkomst heBBen? www.betaseed.be Betaseed. simplY diFFerent. verdeeld door Clovis matton.

Transcript of mei-JUni 2014 De Bietplanter - CBB · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 05-06/2014 — 1...

Page 1: mei-JUni 2014 De Bietplanter - CBB · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 05-06/2014 — 1 Verantwoordelijke uitgever: Mathieu Vrancken, Voorzitter cBB Directeur van de publicatie: V.

BietplanterDem a a n D B l a D va n D e c o n f e D e r at i e va n D e B e l g i s c h e B i e t e n p l a n t e r s

vzw CBB – Anspachlaan 111 Bus 10 – 1000 Brussel

T. 02 513 68 98 – F. 02 512 19 88 – P 806265

Hoofdartikel door Valerie Vercammen, Secretaris-generaal van de CBB

05-06/2014 — 1De Bietplanter

Verantwoordelijke uitgever:Mathieu Vrancken, Voorzitter cBB

Directeur van de publicatie: V. VercaMMen

Uitgave en publiciteitBernadette Bické - Martine Moyart

Verantwoordelijke voor de suikerbiettechniek: kBIVB Tienen

Druk: corelio PrintingJaarabonnement € 12,00

EU-land € 22,00niet EU-land € 27,00

IBAN : BE 70 1031 0384 3925BTW BE 0445.069.157

Tel. 02/513 68 98 - Fax 02/512 19 88E-mail: [email protected]

www.cbb.be

mei-JUni 2014N° 511 - 48 ste jaargang

BietplanterDem a a n D B l a D va n D e c o n f e D e r at i e va n D e B e l g i s c h e B i e t e n p l a n t e r s

vzw CBB – Anspachlaan 111 Bus 10 – 1000 Brussel

T. 02 513 68 98 – F. 02 512 19 88 – P 806265

De EU-uitstoot van broeikasgassen uit landbouw daalde in 20 jaar (1990-2011) met 23 procent. In alle andere sectoren daalde de uitstoot met slechts 17 procent. copa-cogeca verwacht dat de daling binnen de agrosector geen gelijke tred gaat aanhou-den door een stijgende voedselvraag in de toekomst.

In de Verenigde Staten zal tegen 2017 de steviaproductie meer dan verdubbelen en zal de aspartaamproductie dalen met 25 pro-cent, aldus het Britse onderzoeksinstituut Leatherhead Food research. Het marktaan-deel van stevia en mengsels van stevia met andere zoetstoffen, zoals acesulfaam-k, groeit. In 2009 bevatte slechts vijf procent van de voedingsmiddelen en dranken intensieve zoetstoffen gewonnen uit planten. In 2013 liep dit percentage op tot vijftien procent.

Na de daling van de wereldmarktprijzen voor suiker gebruikte Brazilië 54,6 procent van het riet voor de productie van ethanol (50,4% het jaar ervoor). Volgens de vereni-ging van suikerfabrikanten Unica steeg de ethanolproductie met 19 procent tot 25,4 mil-jard liter. De suikerproductie steeg met 0,6 procent tot 34,3 miljard ton.

EU: een vroege zaai dankzij een vroege lente. Maar door het zachte winterweer is de bodemstructuur niet optimaal (bodemver-dichting,...) wat de opbrengst nadelig kan be-invloeden. De Franse telers (cGB) verwach-ten een areaal van 400.000 ha (een stijging van de uitzaai met 2%). Volgens de Poolse bietentelersvereniging kZPBc zou ongeveer 190.000 ha ingezaaid worden (toename met 2,5 à 3% t.o.v. vorig jaar). In België bedraagt het ingezaaide areaal ongeveer 60.000 ha en in nederland 76.000 ha.

De Verenigde Staten zijn leider in het telen van GGO-gewassen met 70,1 Mha, goed voor 40% van het wereldwijde GGO-areaal. Brazilië volgt met 40.3 Mha. argentinië staat op de derde plaats met 24.4 Mha, gevolgd door India (11 Mha transgene katoen) en ca-nada (10.8 Mha GGO-canola - lentekool-zaad). In de europese Unie blijft het areaal Bt-maïs MOn810 (alleen die variëteit is mo-menteel toegestaan) beperkt tot 148.013 ha. Spanje is de koploper met 136.932 ha. Daar-naast telen ook Portugal, Tsjechië, Slovakije en roemenië deze GGO-maïs.

Ongeveer 15% van de omzet van de Itali-aanse levensmiddelenindustrie zou af-komstig zijn van de maffia, zo concludeert een gespecialiseerde politie-eenheid uit Rome. De omzet van de agro-maffia zou on-geveer 14 miljard euro bedragen in 2013. Dit is een stijging van 12 procent in vergelijking met 2012. De maffia steelt, dreigt om het mo-nopolie te verwerven op een bepaald pro-duct, dwingt de boeren hun productie te ver-kopen aan spotprijzen en onderhandelaars om deze te kopen aan woekerprijzen. Dit brengt de voedselveiligheid en de voedsel-kwaliteit van de binnenlandse producten in het gedrang.

In dit derde deel van de SWOT-analyse wil ik focussen op de opportuniteiten van het postquotum. na 30 september 2017 wordt alles anders. Verandering gaat per definitie steeds gepaard met opportunitei-ten (maar ook met risico’s - maar daar-over meer in de volgende edito). Ik ben er echter van overtuigd dat het postquotum een aantal mooie opportuniteiten kan bie-den voor de biet-suikerketen.

200 miljoen ton suiker nodig in 2020, 240 miljoen ton in 2030

In 2012 werd wereldwijd 177 miljoen ton suiker geproduceerd en 172 miljoen ton verbruikt. analysten voorspellen dat bin-nen zes jaar, de vraag naar suiker met 23 miljoen ton zal toenemen. Binnen zestien jaar verwacht men zelfs een consumptie van 240 miljoen ton. Wie zal die extra sui-ker produceren? Brazilië, uiteraard, maar de capaciteiten van Brazilië zijn niet on-beperk en ook de europese suikerfabri-kanten zullen kunnen meepikken van de opportuniteiten die een groeimarkt bie-den. In europa is de suikermarkt een ma-ture markt: de stijgende vraag naar suiker zal vooral plaatsvinden buiten europa. Ze wordt gedreven door de economische groei en de toenemende welvaart in groeilanden zoals India en china (goed voor 55% van de stijging), Zuid-amerika (30% van de stijging) en afrika (15% van de stijging). In het Westen lijkt de tendens

eerder omgekeerd: de Wereldgezond-heidsorganisatie (WHO) heeft net de aan-geraden maximumhoeveelheid suiker per dag gehalveerd tot 6 koffielepeltjes (25 gram). Deze strenge norm lijkt echter wei-nig realistisch: de Belg verbruikt nu al ge-middeld ongeveer 135 gram suiker per dag, een vijftigtal kilo per jaar volgens de laatst beschikbare studies (ter informatie: de chinezen eten gemiddeld slechts een twaalftal kg suiker per jaar).

Consument vraagt “duurzaamheid”

Wat is “duurzaamheid”? Men legt het be-grip vaak uit op basis van de theorie van de drie “P’s: people, profit, planet”. Het gaat om ondernemen en winst maken, doch met respect voor de mens en pla-neet. Duurzaamheid omvat dus verschil-lende thema’s waaronder milieu, sociale aspecten, traceerbaarheid en lokale pro-ducten. Marketeers bestuderen consu-mentengedrag en de motieven die klan-ten aanzetten tot kopen. Prijs-kwaliteit blijft de onbetwiste nummer één, doch in alle studies blijkt dat “duurzaamheid” en “traceerbaarheid” steeds meer medebe-palend zijn voor wat uiteindelijk in het win-kelkarretje terechtkomt. een recente stu-die die ik las over consumentengedrag in de Verenigde Staten stelde dat 77% van de amerikanen “duurzaamheid” als door-slaggevend criterium beschouwen voor hun aankoopbeslissing van voedsel.

Duurzaamheid is geen louter modewoord meer, het wordt een reële bekommernis van de consument. Belgische suiker is “duurzaam” dankzij de vele inspanningen van onze landbouwers en van onze sui-kerfabrikanten. als de cOOL-wetgeving er doorkomt (regelgeving over vermelding van het land van herkomst) zien wij het als een meerwaarde om onze suiker te kunnen profileren als “duurzame europe-se suiker” tegenover geïmporteerde riet-suiker die een hele zware ecologische voetafdruk heeft. al gemerkt dat de Tien-se op haar pakjes van 1 kilo griessuiker al een tijdje de slogan “gemaakt met bieten van bij ons” heeft vermeld?

Bioplastics

coca-cola en Pepsi, Heinz en Danone: het zijn maar enkele van de grote merken die nu al de overstap naar bioplastics hebben gemaakt om hun dranken en voe-dingswaren in te verpakken. De sector van de telecommunicatie volgt de trend ook: nokia en Samsung gebruiken bio-plastics voor de omhulsels van hun gsm’s en smartphones. Zelfs autoconstructeurs zoals Toyota gebruiken tegenwoordig bio-plastics om zich als “duurzaam” te profile-ren: misschien zijn uw dashboard en uw automatten uit bioplastic vervaardigd? Op wereldvlak schat men de markt voor bio-plastics in op 50 miljoen ton. een opportu-niteit voor het postquotum?

SWOT-analyse: de opportuniteiten van het postquotum

U had dUs gelijk om massaal voor BETASEED te kiezen. Bedankt!

heBt U ook gezien dat de BTS-rASSEn de Beste veldopkomst heBBen?

www.betaseed.be

Betaseed.simplY diFFerent.

verdeeld door Clovis matton.

Page 2: mei-JUni 2014 De Bietplanter - CBB · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 05-06/2014 — 1 Verantwoordelijke uitgever: Mathieu Vrancken, Voorzitter cBB Directeur van de publicatie: V.

2 — 05-06/2014 De Bietplanter

NEUTRAFERTIL

INFO :Longchamps 081-510 210Tienen 016-801 464Oreye 019-679 471

a c t U a l i t e i t t s

Pulpmarkt 2014

Perspulp (PP) Natte pulp (NP)

Formule PERSPP PbiettDSkgPPtDSkgPP +×=

biettDSkgNPtDSkgPPNP ×=

Prijs 2014 tP aPP /€99,2871,4

4,4823500,5 =+×= tPNP /€76,11

0,5112000,5 =×=

P (€/t biet) PPP (€/t PP)vertrek fabriek

PPP (€/t PP)met transportb

PNP (€/t NP)vertrek fabriek

PNP (€/t NP)met transportc

Pmin 4,50 26,56pc 34,08gc 31,23 10,59 max 16,19

Pgem 5,00 28,99pc 36,51gc 33,65 11,76 max 17,37

Pmax 5,50 33,84pc 38,94gc 36,08 12,94 max 18,54

Enquête omtrent De Bietplanter en de website CBBTijdens de wintervergaderingen werd een enquêteformulier uitgedeeld aan de suikerbietplanters om te peilen naar hun mening over de krant De Bietplanter en de website cBB. De enquête kon ook ingevuld worden via de website cBB. De antwoorden laten ons toe onze communicatie naar de planters toe te verbeteren. De volledige resultaten kunt u nale-zen via www.cbb.be. We willen iedereen die de enquête heeft ingevuld uiteraard bedanken.

In totaal ontvingen we meer dan 400 ingevulde vragenlijsten (55 % in het Frans en 45 % in het nederlands). Op basis van de antwoorden kun-nen we concluderen, dat De Bietplanter gekend (100% van de respon-denten), gelezen (99,74%), gewaardeerd (89,33%) en door de planters als nuttig wordt beschouwd voor hun beroepsactiviteiten. De onderwer-pen die de meeste belangstelling genieten zijn in volgorde van belang-rijkheid: het GLB en het suikerregime, de (europese en wereld-) suiker-markt, de technische pagina’s van het kBIVB en de artikels over de bietenreceptie in de fabrieken. Deze onderwerpen worden regelmatig gelezen door 92% van de planters die deelnamen aan de enquête.

De planters zijn ook erg positief over de elektronische nieuwsbrieven en vinden deze nuttig (91%) en efficiënt (90%). Volgens de statistieken wor-den de volgende rubrieken op de website het meest geraadpleegd: be-richtgeving kBIVB, suikermarkt en actualiteit.

Op de vraag welk communicatiemiddel hun voorkeur geniet in de toe-komst, bekent de helft van de planters dat zij de website van de cBB niet vaak raadplegen. De meeste planters wensen beide communicatiemid-delen (De Bietplanter papieren versie + e-mail nieuwsbrief) te behou-den, zelfs als De Bietplanter op de cBB website veel sneller kan worden gelezen, namelijk één week voor de krant in de brievenbus valt. Deze termijn van één week is vereist voor het drukken en het verzenden van de krant door Bpost.

Eén week voor verschijning van de papieren versie wordt

De Bietplanter op de website www.cbb.be geplaatst.

Ingevolge de besprekingen tussen planters en suikerfabrikanten van de TS, werden volgende modaliteiten vastgelegd voor de afname en han-del in pulp in 2014.

Prijs TS

De pulpprijs voor de kopers van overschotten ten opzichte van hun pulp binnen recht werd vastge-steld op 5,00 € per ton bieten, met aanpassing van maximum plus of min 0,5 €/t bieten naarge-lang de marktomstandigheden.

Pulpprijs TS

De prijs (PP = perspulp ; nP = natte pulp) voor de pulp buiten recht wordt berekend op basis van de pulpprijs (‘t is te zeggen de waarde van de grond-stof van de pulp omgezet in €/t netto bieten voor de planters) en van het droge stofgehalte van de pulp (23,5% voor PP en 12% voor nP). De berekening wordt verduidelijkt in Tabel 1 op basis van een hypothese van 23,5% voor PP en 12% voor nP. In 2014, wordt PP aangeboden aan 28,99 €/t en nP aan 11,76 €/t.

Tabel 1 : Berekening van de prijs voor perspulp en natte pulp, vertrek fabriek.

a perskosten met droge stofgehalte van meer dan of gelijk aan 22% ; met P = Prijs; P PerS = Persprijs

De pulpprijs in de TS zal eventueel aangepast worden met maximum 0,5 €/t bieten naar boven of naar onder, volgens de marktomstandigheden. De minimum- en maximumprijzen voor PP en voor nP die er kunnen uit voortvloeien, vindt men in Tabel 2.Om de prijs geleverd boerderij te bekomen, moet men aan de in Tabel 1 berekende prijs, de trans-portkosten toevoegen. Voor 2014, zullen zij bere-

kend worden door deze van 2013 met 50 % van de index van de transportkosten van de bieten die gedurende de campagne 2014 ontvangen worden te indexeren. In Tabel 2, werden de berekeningen uitgevoerd bij wijze van voorbeeld, door de trans-portkosten van 2013, die 7,53 €/t PP voor kleine vrachtwagens (< 25 t) en 4,67 €/t PP voor grote (> 25 t) bedroegen, te integreren.

Benoît Haag, Secretaris Fédé rT.

Tabel 2 :Prijs voor pers- en natte pulp in 2014, met de mogelijke schommelingen, op basis van een DS-gehalte van 23,5% voor PP en 12 % voor NP.

b op basis van de prijzen van 2013 ; c variabel ; met P = Prijs ; kv = kleine vrachtwagen ; gv = grote vrachtwagen.

Perspulp (PP) Natte pulp (NP)

Formule PERSPP PbiettDSkgPPtDSkgPP +×=

biettDSkgNPtDSkgPPNP ×=

Prijs 2014 tP aPP /€99,2871,4

4,4823500,5 =+×= tPNP /€76,11

0,5112000,5 =×=

P (€/t biet) PPP (€/t PP)vertrek fabriek

PPP (€/t PP)met transportb

PNP (€/t NP)vertrek fabriek

PNP (€/t NP)met transportc

Pmin 4,50 26,56pc 34,08gc 31,23 10,59 max 16,19

Pgem 5,00 28,99pc 36,51gc 33,65 11,76 max 17,37

Pmax 5,50 33,84pc 38,94gc 36,08 12,94 max 18,54

Page 3: mei-JUni 2014 De Bietplanter - CBB · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 05-06/2014 — 1 Verantwoordelijke uitgever: Mathieu Vrancken, Voorzitter cBB Directeur van de publicatie: V.

05-06/2014 — 3De Bietplanter

i n t e r v i e w

• Nieuwe fungicidenfamilie met innoverende Leafshield formulering

• Betere ziektebestrijding

• Langere werkingsduur

• Sterkere stresstolerantie

• Alle graangewassen

Hogere opbrengsten met een fungicide op basis van Xpro technologie

www.bayercropscience.beGed. merk Bayer AG. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie. Voor verdere productinformatie met inbegrip van gevaarzinnen en symbolen, raadpleeg www.fytoweb.be.

pierre evrard, landbouwer in poucet in de streek van Borgworm, is de winnaar van de gsm die werd uitgeloot naar aanleiding van de enqûete over De Bietplanter.

De gelegenheid bij uitstek om hem enkele vraagjes te stellen. Pierre evrard is namelijk suikerbietplanter en al meer dan 40 jaar “officieel” actief op het familiale land-bouwbedrijf.

De Bietplanter: Wat zijn volgens u de meest ingrijpende veranderingen in de bietenteelt de laatste jaren?

Pierre Evrard: Voor mij, is de voornaamste verandering, de verlenging van de campagneduur. Het is niet zozeer de afdekking die mij stoort, maar het feit dat een bieten-hoop nog moet worden geladen in de maand januari, dat brengt te veel risico’s met zich mee voor de planters. ri-sico’s van vorst, van toegang tot de hoop, van bietenop-slag onder de dekzeilen bij een te lange bewaartijd en vervolgens na het laden met de siloreiniger, met de ach-terblijvende aarde en afval, als het te nat is, kan de grond bijna onmogelijk bewerkt worden. Dit jaar, verliep alles vlot omdat de winter uitzonderlijk zacht was maar in 2010, konden de laatste bietenhopen slechts op de val-reep geladen worden. De sneeuw had alles bedekt. Men kon zelfs de weg niet meer zien. Ook was er de sluiting van de fabriek van Hollogne. nu lever ik aan de fabiek van Tienen die verder gelegen is. Tot vorig jaar, nam ik natte pulp af. als kweker van het witblauwras, gaf ik het graag aan het vee tijdens de cam-pagne, maar de fabriek heeft laten weten dat zij alleen nog perspulp zou produceren vanaf dit jaar. Men heeft ons gezegd dat men er eventueel zou kunnen krijgen in geval van panne van de pers... Ik vind het spijtig want het

was interessant.als positief punt is er de stijging van de opbrengsten met de jaren. De start was blijkbaar goed dit jaar. Men kon vroeg zaaien, zelfs ietwat te vroeg want men verwachtte zich niet aan zo een lange periode zonder regen om te zaaien. De opkomst is goed. Op bepaalde percelen, zijn de bieten in het tweedebladstadium en de volgende bla-deren komen uit. Ik begon met een Far-behandeling op een perceel maar ik ben ontgoocheld over het resultaat. Men ziet dat de onkruiden afgeremd werden door de be-handeling maar niet voldoende. Het zou moeten rege-nen.

DB: In 2017, zullen de quota worden afgeschaft. Hoe ziet u het postquotumtijdperk? De TS heeft het over een verhoging van de productie ...

PE  : Tot op heden, kreeg men nog niet veel informatie. Meer bieten produceren zou me niet storen. Met de her-

structurering hebben wij onze quota moeten verminde-ren. Terugkeren naar mijn leveringsrecht van vóór 2008 zou geen probleem stellen. Het is meer de kwestie van de bietenprijs die bepalend zal zijn. Bieten produceren tegen contractprijs voor industriële bieten, is goed voor surplusproductie, niet voor quotumproductie. In de streek, zijn er heel wat mogelijkheden buiten de biet om een goede rotatie te hebben: industriegroenten (erwten, bonen, tuinbonen) voor Haspengouw Frost in Geer, kool-zaad, aardappelen, vlas...

DB: Vanaf volgende campagne, zal het IKKB-certificaat verplicht zijn voor bieten. Wat is uw mening hierover?

PE : Persoonlijk, heb ik reeds het IkkB-certificaat VeGa-PLan sinds zes à zeven jaar omdat ik contracten heb voor industriegroenten voor Haspengouw Frost die het ook vraagt. Ik doe de behandelingen zelf en hou mijn documenten bij. De audits stelden geen enkel probleem.

«Verlenging van de campagnes: risico’s voor de planters»

Pierre evrard kweekt het witblauwras. een deel van de koeien loopt al in de wei.

Het spuittoestel is klaar. Pierre evrard wacht op regen om de eerste Far-behandelingen uit te voeren.

Page 4: mei-JUni 2014 De Bietplanter - CBB · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 05-06/2014 — 1 Verantwoordelijke uitgever: Mathieu Vrancken, Voorzitter cBB Directeur van de publicatie: V.

4 — 05-06/2014 De Bietplanter

www.agro.basf.be

Ceriax ®

Librax ®

Adexar ®

Xemium® : gedeponeerd handelsmerk BASF voor de actieve stof fluxapyroxad. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig.

De 3de generatie SDHI voor hoge opbrengsten en een verbeterde ziektebestrijding.

Xemium®

Super krachtig

Ann Xemium BP/LB H180mm X L247mm (1/2) +ECOPACK.indd 1 28/01/14 17:02

s U i k e r m a r k t e n

De Braziliaanse oogst is gestart en daardoor worden nieuwe hoeveelheden suiker op de wereldmarkt gebracht. Volgens F.O. Licht, heeft de droogte in Brazilië vele hectaren riet beschadigd. Door een kleinere Braziliaans suikerrietoogst en omdat het riet eerder ge-bruikt wordt voor de productie van ethanol, zou de wereldwijde suikerproductie met 1 à 2 miljoen ton afnemen in 2014/15. nochtans, zal de omvang van de suikervoorraden, met name in azië, de suikerkoersen op een laag niveau handhaven.

In china zijn de voorraden bijzonder hoog. Zij vertegenwoordigen het equivalent van meer dan vier maanden bevoorrading. Men ver-wacht dus een daling van de chinese invoer, tweede suikerconsument in de wereld, wat zal bijdragen tot een daling van de suikerprij-zen op de wereldmarkt.

EU-Suikermarkt : beslissing over extra import of herklassering uitgesteld

De europese commissie vindt het momen-teel niet nodig om maatregelen te nemen voor de bevoorrading van de communautaire suikermarkt. er is voldoende suiker beschik-baar op de communautaire markt. Daardoor zal er dit jaar, in tegenstelling tot de vorige campagnes, waarschijnlijk geen extra import of herklassering van buitenquotumsuiker in quotumsuiker nodig zijn.

De europese suikervoorraden zijn groot: 12,2 miljoen ton eind 2013 tegen 10,9 miljoen ton vorig jaar op hetzelfde tijdstip. De suikerim-port uit de acS-landen (afrika, het caribische gebied en de Stille Oceaan) nam toe met 19 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2013.

Van de importhoeveelheid onder de cXL-concessies (ongeveer 600.000 ton elk jaar tegen een verlaagd tarief van 98 euro per ton, voornamelijk uit Brazilië, australië en cuba) werd nog maar de helft ingevoerd. Dit heeft te maken met het feit dat het contingent van 334.054 ton dat aan Brazilië werd toegekend, nog niet volledig werd benut.

De suikerprijzen op de wereldmarkt blijven laagin april bleven de suikerprijzen op de wereldmarkt laag, namelijk 330 euro per ton witte suiker op de termijnmarkt in londen.

De EU importeert elk jaar tussen 2,5 en 3,5 miljoen ton suiker en behoort hiermee tot de eerste wereldimporteurs naast Chinaeen deel van de suikerimport ligt vast in akkoorden die voor elk land of landenge-meenschap voorzien in een importcontingent of, naargelang het akkoord, in de toe-passing van douanerechten. Voor de import uit de armste landen in de wereld, de zogenaamde MOL-landen (Minst Ontwikkelde Landen), is er geen beperking van hoeveelheid en zijn er geen tarifaire belemmeringen. Deze import is volledig vrij.

Economisch partnerschap met de ACS-landen (Afrika, Caribisch Gebied, Stille Oceaan)

Met de ACS-landen werden akkoorden gesloten om hun ontwikkeling en hun inte-gratie in de wereldeconomie te bevorderen. krachtens deze akkoorden hebben de acS-landen toegang tot de europese markt zonder douanerechten met een gega-randeerde suikerprijs van minstens 90 % van de eU-referentiesuikerprijs en zonder beperking van hoeveelheid.Voor de acS-landen die vermeld staan op de lijst van de MOL (Minst Ontwikkelde Landen) is de toegang tot de europese markt onbeperkt via het akkoord “alles be-halve Wapens” dat tussen de eU en de MOL werd gesloten. Voor de acS-landen, niet-MOL, bestaat een maximaal volume van communautaire import: 1,6 Mt tot in 2014/15. een vrijwaringsclausule voorziet in bepaalde importlimieten uit de acS-landen, als het geheel van de import uit de acS-landen (MOL + niet-MOL) 3,5 Mt overschrijdt en als het importplafond uit de acS-landen, niet-MOL, eveneens over-schreden wordt.

Importcontingenten

De Balkan en Moldavië beschikken jaarlijks over een tariefvrij importquotum van 234.000 ton suiker. aan de zogenaamde “cXL” landen, met onder andere Brazilië en Cuba, wordt jaar-lijks een “importquotum” van 676.925 ton toegekend tegen een beperkt douanetarief van 98 € per ton; de hoeveelheden die dit quotum overschrijden worden in de eU tegen het volle tarief geïmporteerd. Dit bedraagt 419 € per ton voor witte suiker en 339 € per ton voor ruwe suiker. alleen kleine volumes worden aan het volle tarief geïmporteerd. Sinds 2013 werden importquota toegekend aan Peru en Colombia alsmede aan zes centraal-amerikaanse landen (Guatemala, Nicaragua, Honduras, Costa Rica, Salvador, Panama) in totaal 250.000 ton zonder douanerechten. een volume dat elk jaar met ongeveer 7.000 ton zou moeten stijgen krachtens de gesloten akkoorden.Ook wordt import van industriële suiker voorzien voor een hoeveelheid van 400.000 ton per jaar zonder douanerechten, maar in tegenstelling tot andere hierboven be-schreven contingenten wordt dit contingent vrijwel niet gebruikt.

Page 5: mei-JUni 2014 De Bietplanter - CBB · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 05-06/2014 — 1 Verantwoordelijke uitgever: Mathieu Vrancken, Voorzitter cBB Directeur van de publicatie: V.

05-06/2014 — 5De Bietplanter

De suikerbiet enhaar teelttechniek

p v B c – p r o g r a m m a v o o r l i c h t i n g B i e t c i c h o r e i , i n h e t k a D e r va n D e p r a k t i J k c e n t r aRubriek opgesteld en medegedeeld onder de verantwoordelijkheid van het KBIVB, J.-P. Vandergeten Directeur KBIVB, met de financiële steun van de Vlaamse overheid.

k o n i n k l i J k B e l g i s c h i n s t i t U U t t o t v e r B e t e r i n g v a n D e B i e t v Z wMolenstraat 45, B-3300 Tienen – F. +32 16 820468 – [email protected] – www.irbab-kbivb.be

Het optimaliseren van de bietenteelt is naar uw beste vermogen handelen om de suikeropbrengst/ha te verhogen en de teeltverliezen te beperken, tot de laatste levering. Men moet er voor zorgen de productiekosten te drukken en geen nutteloze uitgaven te doen. Men moet in deze optimalisatie van de productiekosten ook rekening hou-den met zeer uiteenlopende elementen (investeringen in machines, infras-tructuur, groepsaankopen van inputs, brandstofverbruik, enz.). Deze as-pecten zijn niet opgenomen in de tekst hieronder. Deze tekst richt zich op de planttechnische kant van de bietenteelt, in overeenstemming met de milieuwetgeving.

Rassenkeuze, veldkeuze, klaarleggen van de grond, zaai

De keuze en de kwaliteit van hoog renderende rassen zijn een fundamen-teel element in de vooruitgang van de nationale opbrengst. De interprofes-sie biet - suiker hecht sedert lang een essentieel belang aan deze elemen-ten door zaden van zeer hoge kwaliteit te eisen voor haar bietentelers. De gecommercialiseerde loten worden dus jaarlijks gecontroleerd volgens een veeleisend lastenboek, ontwikkeld met het KBIVB. De zaadkwaliteit, maar vooral de kwaliteit van de door de selectiehuizen voorgestelde rassen wordt door het KBIVB geëvalueerd. Het KBIVB kan aldus rassen aanbeve-len die in Belgische omstandigheden werden getest en vergeleken zijn met rassen gebruikt als getuige, die reeds hun waarde hebben bewezen in Bel-gië. Het werk van de selectionneurs en het experimentele werk van het KBIVB dragen voor een groot deel bij aan de verhoging van de nationale opbrengst. Deze is gestegen met ±220 kg ruwe suiker/ha/jaar tussen 1996 en 2013. Tussen 1996 en 2006 bedroeg deze evolutie ±155 kg suiker/ha/jaar (juist voor het nieuwe suikerregime). Zij is in de afgelopen jaren toe-genomen met ±325 kg suiker/ha/jaar, voor de periode 2007 tot 2013. De evolutie van de bruto suikeropbrengst/ha wordt hieronder weergege-ven. Men kan zien dat, afhankelijk van de gekozen regressiecurve, er een opbrengst van 16 tot 18 ton/ha bruto suiker zou worden bereikt op natio-naal niveau na 2022.

Het kiezen van een ras dat niet gecontroleerd is of niet getest is in België en dus vergeleken is met getuigen gebruikt in de proeven uitgevoerd bui-ten België, heeft het risico het productieniveau van de rassen die hun waarde bewezen hebben in onze streken niet te bereiken. Zichzelf bewezen hebben in onze streken betekent : volgens onze bodemtypes, onze weer-somstandigheden (regenval, temperatuur, zaaidata, …), onze land-bouwpraktijken (gronden met organische bemesting, …), ons milieu (bladziekten, plagen, nematoden, …), enz.

De keuze van het veld, het klaarleggen van de grond en de zaai zijn essen-tieel voor het verkrijgen van een hoge opbrengst. Bij de keuze van het veld, moet men rekening houden met de rotatie, de pH, de gehalten aan humus en elementaire voedingselementen (N, P, K, …) en moet men bij voorkeur gezonde gronden gebruiken, vrij van nematoden of slechts licht aangetast (dit geldt ook voor rhizoctonia bruinwortelrot of violetrot). Men moet de tussenteelt en de groenbedekkers (effect op de bodemvochtigheid bij de zaai) goed beheren. De zaaifase is ook van cruciaal belang. Een te vochtige bouwlaag, compact, verdicht, onregelmatig, heterogeen, met verslempte zones, enz. … leidt tot de vorming van vertakte bieten. In dergelijke gevallen is het wortelstelsel gecompromitteerd vanaf haar eerste ontwikkelingsstadium. De aanvoer van water en voedingsstoffen komt in het gedrang. Deze bieten lopen een groeivertraging op en dus een productieverlies. Hun hogere grondtarra ge-nereert ook een financiële boete. De zaaitechniek is eveneens een belangrijk element. Deze moet een pre-cieze zaai, een snelle en homogene opkomst toelaten. Een onregelmatige zaai veroorzaakt een onregelmatige ontkopping bij de rooi. De rooiverlie-zen, gelinkt aan deze elementen (breuk van vertakte wortels, onregelma-tige ontkopping, hogere grondtarra) kunnen het verlies aan suike-ropbrengst bij de bewaring op lange termijn verergeren. In dezelfde geest, kan de keuze van een ras niet tolerant voor de bie-tencystenematode in een besmette grond het productiepotentieel van het veld belemmeren (naar schatting aanwezig in minstens 50% van de velden aan verschillende besmettingsniveau’s). Talrijke bietentelers aarzelen nog te veel om de keuze voor dergelijke rassen te maken, en dit ondanks de grote genetische vooruitgang geboekt door de selectiehuizen voor der-gelijke rassen. Hetzelfde geldt voor de keuze van anti-rhizoctoniabruinwortelrotrassen in besmette gronden. Daarentegen aarzelt men niet meer om een rhizomanieresistent ras te kie-zen. Deze rassen worden sinds ±2006-2007 gebruikt op 100% van de vel-den (NB : in dezelfde periode als de verandering van het suikerregime !). NB : Een element waarmee geen rekening gehouden werd in de ramingen van het NBR is de beschikbaarheid van water, d.w.z. de noodzaak voor irrigatie. Onze teeltomstandigheden zijn ook niet (en gelukkig !) beïnvloed door deze belangrijke parameter.

Beheersing van de verliezen bij de rooi en tijdens de bewaring

Om de ontwikkeling van de rooimachines te beoordelen, zijn volgende cijfers veelzeggend ; 3% verlies aan suikeropbrengst in 1980 en 2% in 2012. De metingen van rooiverliezen in de jaren 1980 gaven een verlies van 1,5 t wortels per hectare in de leem- en zandleemgronden (2 t in de kleigron-den). Vandaag tonen de metingen vergelijkbare resultaten, maar met een productie die met 75% is toegenomen. Tijdens de bewaring op lange termijn (maximum ±2 maanden) verliezen de bieten gerooid met een minimum aan kwetsuren en wortelbreuk en cor-rect ontkopt, ongeveer 2% van hun suikeropbrengst. Dit wanneer het ver-lies beperkt blijft tot dat van het normale metabolisme. Op langere termijn of afhankelijk van de graad van kwetsuren en de agressiviteit van de rooi, kan dit verlies meer dan 5% bedragen en exponentieel toenemen. De laatste teeltoperaties, de afdekking met Toptex en de afdekking tegen strenge vorst, vormen respectievelijk een financiële stimulans (boete grondtarra) en een essentiële beveiliging tegen de zware financiële verlie-zen als gevolg van een gedeelte ontdooide bieten in de levering. De

Optimaliseren van de bietenteelt voor 2017 ! Guy LEGRAND, Ronald EUBEN, Barbara MANDERYCK, André WAUTERS, Jean-Pierre VANDERGETEN

KBIVB vzw - IRBAB asbl, Tienen

Evolutie an de nationale Belgische suikeropbrengst, van 1996 tot 2013 (t/ha) en extrapolatiecurves (constante in blauw, evolutionaire in rood).

Studies uitgevoerd door de Europese Bieteninstituten (met name NBR - Nordic Beet Research Institute) schatten dat de producti-viteit van de suikerbiet afhangt voor :

70% van de goede rassenkeuze, de gronden, het klaarleggen van de grond en het slagen van de zaai,

20% van de goede beheersing van verliezen bij de rooi en tijdens de bewaring,

10% van de goede beheersing van de ziekten, de plagen en de onkruiden.

8

10

12

14

16

18

20

Page 6: mei-JUni 2014 De Bietplanter - CBB · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 05-06/2014 — 1 Verantwoordelijke uitgever: Mathieu Vrancken, Voorzitter cBB Directeur van de publicatie: V.

6 — 05-06/2014 De Bietplanter

aandacht die de bietenteler nog moet hebben voor deze laatste teeltopera-ties is zeker een van de meest belangrijke.

Beheersing van de ziekten, plagen en onkruiden

Dank zij de verschillende controlesystemen (netwerk waarnemingsvelden en waarschuwingsdienst van het KBIVB, IPM maatregelen, efficiëntie en goed beheer van de fytosanitaire producten, …), zijn de verliezen als gevolg van ziekten en plagen redelijk beheersbaar geworden. Fytosanitaire behandelingen uitvoeren in functie van de behandelingsdrempels, dit wil zeggen niet te vroeg en niet te laat, is een belangrijk element in de renta-biliteit van de teelt. Een behandeling die te vroeg wordt uigevoerd leidt vaak tot onnodige of extra uitgaven. Een behandeling die te laat wordt uitgevoerd kan leiden tot productieverlies. In het algemeen en door het wijdverbreide gebruik van diverse fytosani-taire behandelingen in de zaadomhulling, kunnen we stellen dat de meerderheid van de ziekten en plagen bij de jonge biet (d.w.z. tot het sluiten van de rijen) voldoende beheerst worden. Bovendien laat deze eenmalige behandeling het toe zeer weinig actieve stoffen per hectare te gebruiken. Dit voorkomt vollevelds insecticidenbehandeling, wat strookt met IPM praktijken (« Integrated Pest Management »).

De onkruidbestrijdingssystemen (FAR systeem) voorgesteld door het KBIVB, vertonen een meer dan bevredigende efficiëntie, mits de mengsels, hun dosissen en de aanbevolen intervallen voor behandeling worden geres-pecteerd. Elk jaar legt het KBIVB onkruidbestrijdingsproeven aan waarin de efficiëntie van de behandelingen uitgevoerd in het kader van het FAR sys-teem doeltreffend blijkt (« FAR » systeem : F = product type ‘Betanal’, A = product type ‘Tramat’, R = bodemproduct type ‘Goltix’ of ‘Pyramin’, aange-past aan de aanwezige flora, uitgevoerd in het kiemlobstadium van de onkruiden, goed uitgevoerd in goede weersomstandigheden). Bovendien zijn de FAR behandelingen minder agressief en veroorzaken minder stress voor de teelt en dus minder productieverlies ten opzichte van vaak onnodig complexe mengsels, die duurder zijn (dikwijls 1,5 tot 2 x keer duurder).

Zijn opbrengstniveaus verhogen

Rekening houden met alle hogergenoemde factoren is een belangrijke ba-sis voor algemene reflectie. Op individueel niveau kunnen ook andere elementen overwogen worden om de opbrengsten te verhogen. Het belangrijkste element is het vervroe-gen van de zaaidatum. Deze is natuurlijk afhankelijk van de weersomstan-digheden en de toegankelijkheid van de velden, maar door een vroege zaai kan men de groeiduur van de biet verlengen. Iedere verlenging van de groeiperiode geeft een aanzienlijke verhoging van de bietenopbrengst. De groeiperiode kan aldus neigen naar een maximum van 250 dagen in de huidige omstandigheden (vroege zaai uitgevoerd op 10/03, late rooi uitgevoerd op 15/11). Als gevolg van de opwarming van de aarde, wordt een vroegere zaai een realiteit. Het KMI (Ukkel) heeft een vervroeging van de datum van de laatste lentevorst (einde van de winter) waargenomen. Tussen 1930 en 1980, viel deze datum op ±16/04. Deze viel op ±10/04 tussen 1980 en 2000. Sinds 2000 valt deze op ±20/03. Dit is de reden waarom men mo-menteel aanbeveelt om de bieten in onze streken niet te zaaien vóór 10/03 (risico op vorst bij de opkomst, risico op vernalisatie en schieters).

Op nationaal niveau werden de jaren 2003 en 2011 gekenmerkt door een zeer vroege 50-zaaidatum (1/2 van de oppervlakte gezaaid). Deze vielen respectievelijk op 24/03 en 27/03. Deze jaren kenden nationale record-opbrensten in suiker/ha, elke keer ±18% hoger dan de gemiddelde suiker-opbrengsten van de voorgaande 5 jaren. De gemiddelde 50-zaaidatum van de voorgaande 5 jaren was 19/04 voor de periode 1998-2002 en 13/04 voor de periode 2005-2010.

Op individueel niveau kan het efffect van een vroege zaai of een verlenging van de groeiperiode geïllustreerd worden met de grafiek hieronder. Deze grafiek geeft een overzicht van de resultaten van een proef van het KBIVB, uitgevoerd in 2011, waar 3 zaaidata werden gecombineerd met 3 rooidata. De winst of het verlies aan opbrengst suiker/ha kan aldus worden vergele-ken met een « gemiddelde » groeiperiode, dit is 205 dagen (vb. : zaai op 09/04, rooi op 31/10).

In deze proef ziet men dat de vervroeging van de zaaidatum geen effect heeft op het suikergehalte maar wel op de wortelopbrengst. De rooidatum heeft een effect op het suikergehalte en eveneens op de wortelopbrengst. De verhoging van de wortelopbrengst wordt bepaald vóór de zomer, indien de teeltomstandigheden een uitstekende wortelontwikkeling toelaten. Het doel is om een reeds goed ontwikkelde plant te hebben, met een totale bladbedekking (= sluiten van de rijen) vóór de maximale zonneschijnduur (periode van mei tot augustus met ±200 uren/maand zonneschijn). Het is daarna noodzakelijk om de hoeveelheid aanwezige bladeren te behouden. Het metabolisme van de plant richt zich hierdoor hoofdzakelijk op de pro-ductie van suiker en niet op de productie van bladeren (geval van bui-tensporige stikstofbemesting).

20 t/ha suiker in 2020 ?

De huidige slogan die streeft naar 20 t/ha bruto suiker in 2020 is ge-baseerd op een goede synchronisatie van al deze elementen. Het is de te bereiken doelstelling om het concurrentievermogen van de suikerbiet in de komende jaren te behouden. Deze tot de verbeelding sprekende opbrengst werd reeds een paar jaar geleden bereikt bij sommige landbouwers, net als in sommige proeven van het KBIVB. Zoals blijkt uit onderstaande grafiek, werd een gemiddelde opbrengst van 20 t/ha suiker (en meer) reeds bereikt in 25% van de proeven van het KBIVB sedert 2009.

In deze proeven worden de hoogste suikeropbrengsten verkregen met de langste groeiperiodes. De variatie van het suikergehalte is daarentegen afhankelijk van de plaats, de rassen, enz. … Men ziet dat de hoogste ge-middelde suikeropbrengsten (> 20 t/ha) verkregen worden met suiker-gehaltes die gemiddeld tussen 17,5% en 18,5% liggen. Volgens deze gra-fiek blijkt dat de vooruitgang van de opbrengst dus eerder gebeurt op de wortelopbrengst en dus in de eerste groeifase, waarin een optimale worte-lontwikkeling moet gebeuren.

20 t/ha suiker op nationaal niveau : wanneer ?

Al onze bietentelers tot dergelijke opbrengstniveau’s brengen zal afhangen van het niveau van hun professionaliteit. Dit niveau is reeds hoog voor die-genen die rekening houden met alle bovengenoemde elementen. Voor zover deze evolutie zich kan verderzetten, vooral op genetisch niveau, kan de nodige tijd hiervoor worden bekeken op de grafieken hierna. Deze gra-fieken tonen de « Yield Gap », dit wil zeggen het verschil waargenomen tussen de opbrengsniveau’s in de officiële proeven (proeven van het KBIVB) en de nationale opbrengsten.

De proefvelden van het KBIVB zijn aangelegd in reële praktijkomstandighe-den, maar eveneens in ideale proefomstandigheden. De waargenomen op-brengstverschuiving is te wijten aan de combinatie van diverse factoren die leiden tot lagere opbrengsten, vaak gekoppeld aan het veld of de land-bouwtechniek : te late zaaidatum, belangrijke aanwezigheid van wend-akkers en kortlijnen, verdichting en heterogeniteit van de bodem, een te laag plantenbestand (<90.000 planten), te hoge of te lage stikstofbemes-ting, een te late onkruidbestrijding die slecht aangepast of slecht toegepast of te agressief is, het niet gebruiken van anti-nematodenrassen in aange-taste velden, meer verliezen bij de rooi (onregelmatige ontkopping, punt- of wortelbreuk) of tijdens de bewaring (suikerverlies, wortelverlies bij het laden). Op deze grafieken ziet men dat het verschil (« Yield Gap ») overeenkomt met een interval van ±10 jaar (of meer ?) om dezelfde opbrengstniveau’s te hebben. Dit verschil is minder uitgesproken voor het suikergehalte (en soms onbestaand). Het bedraagt gemiddeld ±0,5 punt suikergehalte. De evolutie van de wortelopbrengst vertoont de belangrijkste verschuiving. Zij varieert tussen 10 en 24 t/ha afhankelijk van het jaar (gemiddeld : ±16 t/ha). Bovendien is de tendens op 17 jaar niet een vermindering van deze

Vervolg op p 9

Winst of verlies aan suikeropbrengst (verticale as in %) volgens verschil-lende zaaidata (horizontale as) en voor verschillende rooidata. De 100% lijn komt overeen met een groeiduur van 205 dagen (vb. : zaai op 09/04,

rooi op 31/10). Proef KBIVB 2011, van Lens Saint Rémy.

Gemiddelde opbrengstniveau in bruto suiker (t/ha) bereikt in de jaarlijkse rassenproeven van het KBIVB volgens hun respectievelijke gemiddelde

suikergehalte voor de periode 2009-2013. De rassenproeven werden ge-zaaid op hetzelfde tijdstip als in de praktijk (meestal tussen 20/03 en

15/04) en meestal gerooid tussen 15/09 en 15/11. Voor eenzelfde jaar worden de hoogste suikeropbrengsten bereikt met late rooi. Legende :

één kleur/jaar.

7580859095

100105110

10/03 20/03 30/03 09/04 19/04

01/10

16/10

31/10

15/11

16

17

18

19

20

21

22

14 15 16 17 18 19 20 21 22

suikergeha

lte

suiker t/ha

Page 7: mei-JUni 2014 De Bietplanter - CBB · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 05-06/2014 — 1 Verantwoordelijke uitgever: Mathieu Vrancken, Voorzitter cBB Directeur van de publicatie: V.

05-06/2014 — 7De Bietplanter

Terug naar de schoolbanken Termen als GPS, RTK, Egnos… klinken waarschijnlijk bekend in de oren. Maar wat betekenen ze juist? Een korte opfrissing… Alles begint bij het ontvangen van satellietsignalen. Opdat een GPS-systeem (Global Positioning System) zou kunnen weten waar het zich be-vindt, heeft het een signaal nodig van minstens 4 satellieten. Dit is zo voor alle GPS-systemen. De nauwkeurigheid van de plaatsbepaling hangt af van het type correctiesignaal waarmee gewerkt wordt. Een correctiesignaal wordt uitgezonden vanop een vaste locatie met gekende coördinaten of door een satelliet die in verbinding staat met een vast punt met gekende coördinaten. Het GPS-systeem gaat de gegevens van de satellietsignalen en van correctiesignalen combineren en kan zo bepalen waar het zich exact (nauwkeurigheid afhankelijk van het systeem) bevindt. Er zijn 3 types cor-rectiesignalen. In stijgende volgorde van nauwkeurigheid zijn dat: Egnos (0-30 cm), Omnistar XP/HP (5-10 cm), en RTK ( Real Time Kinematik, 0-2 cm). Egnos is een gratis correctiesignaal, de andere twee zijn betalend. De nauwkeurigheid van Egnos en Omnistar zijn rij aan rij nauwkeurigheden. Dit wil zeggen dat naarmate er meer tijd zit tussen een volgende passage, de nauwkeurigheid daalt. Enkel bij een RTK correctiesignaal, blijft de nauw-keurigheid van 0-2 cm behouden in de tijd. De correctiesignalen die in ons land het meest gebruikt worden, zijn Egnos en RTK. Waarbij sproeien, kunstmest strooien en bepaalde grondbewerkin-gen voldoende hebben aan een nauwkeurigheid van 0-30 cm is voor be-werkingen als zaaien, schoffelen, aanaarden… een nauwkeurigheid van 0-2 cm vereist. Naast de verschillende nauwkeurigheden, zijn er verschillende vormen van stuurhulpsystemen. Zo kan een machine uitgerust worden met een GPS-systeem dat helpt bij het sturen van de machine. Dus de besturing wordt in dit geval niet overgenomen van de bestuurder, de bestuurder krijgt aan-wijzingen door bijvoorbeeld een lichtbalk. Bij sommige systemen wordt de besturing van de machine overgenomen door een elektrische motor tegen het stuur te plaatsen, een elektrische motor in het stuursysteem in te bou-wen (foto 1) of een volledig geïntegreerd hydraulisch stuursysteem (foto 2).

Mogelijkheden in de bietenteelt De belangrijkste voordelen van een GPS-systeem voor een bietenteler zijn tijdswinst en vermijden van overlap. De mate waarin die voordelen tot ui-ting komen, is afhankelijk van de bewerking waarbij GPS gebruikt wordt. Is deze tijdsintensief of kapitaalsintensief, dan wegen de besparingen financi-eel zwaar door. Daarnaast kan een GPS-systeem het stuurwerk volledig uit handen nemen. De vrijgekomen tijd kan de bestuurder gebruiken om zijn machine perfect te bedienen en het uitgevoerde werk te monitoren. Een minder vermoeide bestuurder kan langer kwaliteitswerk verrichten. Hierna bespreken we de mogelijke voordelen van GPS-systemen voor de verschil-lende handelingen in het veld.

Bodembewerking Het percentage overlap (% van de werkbreedte) bedraagt volgens onder-zoek van Arvalis zo’n 10% wanneer er geen gebruik gemaakt wordt van een GPS-systeem. Dit wil dus zeggen dat er bij bodembewerking een po-tentiele brandstofbesparing en slijtagebesparing van 10% haalbaar is. Het perfect aansluiten van opeenvolgende werkgangen is niet het enige voor-deel. Zo kan er bij gebruik van GPS een werkgang overgeslagen worden (Foto 3) om zo een keermanoevers op te verminderen. Hierdoor vermin-dert de bodemverdichting en wordt er een tijdswinst geboekt.

GPS-systemen in de bietenteelt … …veel meer dan recht rijden alleen

Ronald EUBEN KBIVB vzw - IRBAB asbl, Tienen

Wanneer men het heeft over GPS-systemen in de landbouw, denkt men in de eerste plaats aan kaarsrechte zaailijnen. En dat klopt. Een nuchtere bietenteler zou kunnen denken: rechte lijnen zijn een mooi zicht maar voor de prijs van een GPS(-RTK) systeem zal ik zelf mijn best wel doen om mooi recht te zaaien. Maar een GPS-systeem is veel meer dan recht rijden alleen. Men bewerkt zijn velden efficiënter, kan veel tijd besparen, bespaart op allerlei inputs en werkt milieuvriendelijker. Dit artikel geeft een overzicht van alle mogelijke toepassingen van GPS in de bietenteelt. U zal zien, GPS is veel meer dan recht rijden alleen.

Foto 1 : Ingebouwde elektrische motor in stuursysteem. Foto: Agrometius

Foto 2 : Schematische weergave van Trimble Autopilot. Volledig geïnte-greerd hydraulisch stuursysteem. Foto: Agrometius

Foto 3 : Niet alleen vermijdt men overlap, men kan ook werkgangen overslaan bij het keren op de kopakker. Hierdoor vermindert de bodem-verdichting en wordt er een tijdswinst geboekt. Foto: www.SBG.nl

Page 8: mei-JUni 2014 De Bietplanter - CBB · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 05-06/2014 — 1 Verantwoordelijke uitgever: Mathieu Vrancken, Voorzitter cBB Directeur van de publicatie: V.

8 — 05-06/2014 De Bietplanter

Zaaien

Het perfect aansluiten van opeenvolgende werkgangen komt ook bij het zaaien naar voor als voordeel. Echter zal deze besparing minder groot zijn omdat de nauwkeurigheid van zaaien zonder GPS doorgaans al redelijk hoog ligt door gebruik van markeurs. Gebruik maken van een GPS-systeem bij het zaaien, zorg er voor dat de nauwkeurigheid naarmate de werkdag vordert constant blijft. Ook al heeft de bestuurder al een lange dag achter de kiezen of wordt het zicht belemmerd door duisternis. Een GPS-systeem heeft namelijk geen last van vermoeidheid. Dit wil zeggen dat er in geval van tijdsdruk ook in het donker gezaaid kan worden.

Een ander voordeel van een GPS-systeem bij het zaaien komt tot uiting bij het gebruik een zaaimachine met sectieafsluiting. Deze machines bieden de mogelijkheid om elementen afzonderlijk uit te schakelen. Wanneer zaai-elementen automatisch uitgeschakeld worden op aansturen van een GPS-signaal, kan er zo’n 5% bietenzaad bespaard worden (foto 4). Deze bespa-ring wordt groter naarmate de percelen een onregelmatigere vorm hebben. Gezien de gemiddelde grootte en onregelmatige vormen van Belgische ak-kerbouwpercelen, liggen hier nog besparingsmogelijkheden.

Een besparing op zaaizaad en tijdswinst zijn niet de enige voordelen van een GPS-systeem bij het zaaien. Een homogene, precieze en rechte zaai heeft ook bij de rooi voordelen. Te kleine tussenrijafstanden of bruuske stuurbewegingen tijdens het zaaien zonder een GPS-systeem kunnen rooi-beschadigingen en rooiverliezen veroorzaken bij de rooi. Door gebruik te maken van een GPS-systeem worden deze ‘stuurfouten’ tot een minimum beperkt.

Gewasbescherming en bemesting

De werkbreedte van spuitmachines en meststoffenstrooiers is doorgaans veel groter dan andere werkgangen. Door de grote werkbreedte, is het voor de bestuurder moeilijker om in te schatten op welk moment de machi-ne bediend moet worden. Bij het uitvoeren van bespuitingen of bemesting op onbeteeld akkerland, is het bijna onmogelijk om (zonder uitmeten) nauwkeurig te rijden. De meerwaarde van een GPS-systeem is hier zeer duidelijk.

Een zeer interessante toepassing bij gewasbescherming en bemesting is GPS-aangestuurde sectieafsluiting. Dit systeem zal de secties van een spuittoestel of meststoffenstrooier automatisch openen of sluiten. Wanneer men bijvoorbeeld een reeds behandelde zone opnieuw behandelt, zal het GPS-systeem signaal geven aan het besturingssysteem van het spuittoe-stel of kunstmeststrooier om één of meerdere secties af te sluiten (Foto 5). Onderzoek wijst op besparingen tussen 5% en 15% gewasbeschermings-middelen. De realiteit zal daar ergens tussen liggen aangezien perceels-grootte, perceelsvorm en werkbreedte van sproeier of meststoffenstrooier belangrijke factoren zijn. Een Nederlands onderzoek (van de Zande et al, 2012) waarin de overlap van verschillende spuittoestellen op verschillende percelen berekend werd, wijst op een gemiddelde besparing van 6,3% wanneer er gekozen wordt voor automatische sectieafsluiting met secties van 3 meter. Wanneer er gekozen wordt voor afsluiting per dop, geeft dit een gemiddelde besparing van 7,8%! Voor dit onderzoek zijn de bespa-ringscijfers berekend aan de hand van 74 verschillende percelen, voor drie verschillende spuitboombreedtes.

Onregelmatige perceelsvormen, stijgende prijzen van gewasbeschermings-middelen en meststoffen en grotere werkbreedtes zorgen ervoor dat een GPS-systeem al snel rendabel is.

Aansluitend op de chemische gewasbescherming biedt een GPS-systeem ook een meerwaarde in de mechanische onkruidbestrijding. Deze bestrij-dingstechnieken vergen een hoge nauwkeurigheid. Door gebruik te maken van een GPS-RTK systeem kan plantenverlies door stuurfouten vermeden worden.

Rooien

GPS-systemen bij het rooien kunnen interessant zijn voor tweefase sys-temen. In dat geval kan de tractor uitgerust worden met een RTK-GPS sys-teem. Bij het rooien is de hoogste nauwkeurigheid noodzakelijk (0-2 cm). De tractor stuurt automatisch en stuurfouten van de bestuurder worden uitgesloten. Om vlot te werken is het mogelijk om de stuurlijnen die ge-bruikt werden tijdens het zaaien te gebruiken bij het rooien (natuurlijk aangepast aan de werkbreedte van de rooier).

Zelfrijdende rooiers worden meestal uitgerust met automatische bestu-ringssystemen aangestuurd door tasters in de rijen. GPS-systemen hebben in dat opzicht weinig meerwaarde. Machineconstructeurs zetten de eerste stappen richting systemen om opbrengst te meten tijdens de rooi. Zo krijgt men tijdens het rooien een beeld van de opbrengst op verschillende plaat-sen in het perceel. Interessant wordt het als deze opbrengstmeting gecom-bineerd wordt met een GPS-systeem. De software kan de opbrengstgege-vens combineren met de GPS-gegevens en opbrengstkaarten maken van percelen (Foto 6). Zo krijgt de bietenteler een beeld van de opbrengstver-deling in een veld en kunnen de zones waarin een lagere opbrengst geme-

ten wordt, opgevolgd en bijgestuurd worden waar nodig.

Een opbrengstkaart van een perceel is zeer interessant maar deze dient op een correcte manier geïnterpreteerd te worden. Om deze opbrengstkaarten correct te interpreteren zijn er ook andere plaatsspecifieke gegevens nodig (pH, organische stof, aaltjes, verkaveling, …). Als men dan alle gegevens combineert, kan men probleemoplossende maatregelen nemen.

Foto 5 : GPS-switch van Amazone. Een GPS signaal stuurt de sectieafslui-ting van het spuittoestel aan. De secties kleuren rood wanneer ze uitge-schakeld zijn. U kan zien dat de overlap tot een minimum beperkt wordt (donkergroene kleur). De secties zijn ongeveer 3 meter breed en worden uitgeschakeld als hun volledige breedte een eerder behandelde zone overschrijdt. Foto: KBIVB

Foto 6 : Een opbrengstkaart geeft de opbrengst weer voor iedere plaats in een perceel (hoe roder, hoe lager de opbrengst). Dergelijke kaarten kun-nen gemaakt worden door opbrengstmeting tijdens de rooi te combineren met een GPS-systeem. Foto: Agrometius

Foto 4 : Op onregelmatige percelen is een noemenswaardige besparing van zaaizaad mogelijk door automatisch afsluiten van zaai-elementen. Hier geïllustreerd door een maïszaaimachine met GPS-aangestuurde sec-tieafsluiting. Foto: Kverneland

Page 9: mei-JUni 2014 De Bietplanter - CBB · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 05-06/2014 — 1 Verantwoordelijke uitgever: Mathieu Vrancken, Voorzitter cBB Directeur van de publicatie: V.

05-06/2014 — 9De Bietplanter

Twee tractoren met één chauffeur ? De gebroeders Delputte runnen een groot akkerbouwbedrijf op drie locaties in de streek van Bergen-Aat. In 2008 startten ze met het gebruik van GPS-systemen op hun trekkers. Ze kozen voor het GPS-systeem Autofarm. “Zaaien en aardappe-len poten doen we met GPS-RTK omdat deze werkzaamheden een grote precisie vragen. Het sproeien gebeurt met een Eg-nos signaal.” aldus Etienne Delputte. De belangrijkste voorde-len zijn volgens hem: grote besparing op diverse inputs, de mogelijkheid om langer door te werken zonder dat de kwaliteit eronder lijdt en het sys-teem laat toe om met meerdere machinecombinaties tegelijk, een veld op dezelfde manier te bewerken. “Het enige nadeel dat ik kan bedenken is de aanschafprijs. Zeker wanneer men kiest voor een volledig ingebouwd sys-teem is de aankoopprijs niet verwaarloosbaar. Het gebruiksgemak valt goed mee. Al zijn het natuurlijk de jongeren die er het snelst mee weg zijn.” Momenteel gebruiken de broers Delputte GPS vooral bij grondbewer-king, zaai, bemesting en gewasbescherming. In de toekomst zou de land-bouwer graag GPS-aangestuurde sectie-afsluiting voorzien op alle machi-nes waarop dit mogelijk is. Momenteel worden de aardappelpootmachines uitgerust met sectie-afsluiting. Ook kunstmeststrooiers en andere zaaima-chines zou de landbouwer graag uitrusten met GPS-aangestuurde sectieaf-sluiting. “Wie weet hoe ver de toekomst ons brengt. Misschien komt het zo ver dat één chauffeur met behulp van GPS-systemen die met elkaar in ver-binding staan, twee machines kan aansturen. Maar dat is vooralsnog toe-komstmuziek.” besluit mijnheer Delputte.

Van lichtbalk tot opbrengstmeting Vader en zoon Nijs zijn akkerbouwers in het Vlaams-Brabantse Binkom. 5 Jaar geleden schaften zij hun eerste GPS-systeem aan. Het systeem diende vooral om potas te strooi-en op akkerland en hielp de chauffeur bij het volgen van de juiste lijn. “Sinds 3 jaar hebben we een tractor uitgerust met GPS-RTK. We gebruiken het GPS-systeem voor heel veel toe-passingen. We werken met sectieafsluiting op de sproeier en

kunstmeststrooier en planten aardappelen met sectieafsluiting. Twee jaar geleden hebben we een nieuwe bietenzaaimachine gekocht. We kozen er toen voor om deze uit te rusten met sectieafsluiting aangestuurd door een GPS-signaal. Volgens mij besparen wij hierdoor zo’n 10% zaaizaad. Waar-van 5% door de sectieafsluiting op de (gerende) kopakkers en 5% omdat wij onze spuitpaden niet zaaien.” aldus Joris Nijs. “Daarnaast kan men ook in het duister zonder problemen verder werken.” Een nadeel, volgens Joris, is dat men een goede GSM-ontvangst moet hebben om het correctiesignaal te ontvangen. Daarnaast ligt, volgens Joris, de aanschafprijs aan de hoge kant. Al is hij er wel zeker van dat het systeem zichzelf terug verdient. “Men bespaart gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen, zaden, brand-stof… omdat overlap vermeden wordt. Een GPS-systeem is daarom volgens mij zeker rendabel.” Om af te sluiten blikt Joris nog even vooruit: “Volgens mij zullen GPS-systemen steeds meer en meer gebruikt worden binnen de landbouwsector. Ik verwacht ook dat de systemen verder verbeteren en dat je er als landbouwer nog meer gaat mee kunnen doen. Wij willen in de toekomst ook de velden zaaiklaar gaan leggen met behulp van GPS en we denken eraan om ook onze pikdorser uit te rusten met opbrengstmeting gekoppeld aan GPS. Eén ding staat vast: eens je een GPS-systeem hebt aangeschaft, gebruik je het jaar na jaar bij steeds meer toepassingen.”

GPS GPS GPS INININ DEDEDE PRAKTIJKPRAKTIJKPRAKTIJK, , , ENKELEENKELEENKELE GETUIGENISSENGETUIGENISSENGETUIGENISSEN GPS-systemen bij het rooien kunnen interessant zijn voor tweefase systemen. In dat geval kan de tractor uitgerust worden met een RTK-GPS systeem. Bij het rooien is de hoogste nauwkeurigheid noodzakelijk (0-2 cm). De tractor stuurt automatisch en stuurfouten van de bestuurder worden uitgesloten. Om vlot te werken is het mogelijk om de stuurlijnen die gebruikt werden tijdens het zaaien te gebruiken bij het rooien (natuurlijk aangepast aan de werk-breedte van de rooier).

Besluit Een GPS-systeem heeft veel meer voordelen dan recht rijden alleen. Zo kan gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen, zaaizaad, brandstof en slijtage van onderdelen bespaard worden. Niet alleen is er een belangrijke besparing mogelijk, ook aan de opbrengstenzijde zijn er voordelen. Door gebruik te maken van een GPS-systeem, kan er meer werk gedaan worden op eenzelfde tijd. Daarnaast geven homogene, exacte teelthandelingen een homoge-ner eindproduct mogelijks met een betere kwaliteit. Gebruikers vatten het duidelijk samen: “de aanschafprijs van een volledig geïntegreerd systeem is vrij hoog maar er wordt niet getwijfeld aan de rendabiliteit van een GPS-systeem.”

Vervolg van p 6

verschuiving (de regressielijnen wijken af !). De wortelontwikkeling in de eerste groeifase blijkt hier eveneens een belangrijk element te zijn in de vooruitgang van de opbrengst suiker/ha. De taak van het KBIVB is aan te dringen op de essentiële elementen die toelaten de opbrengsten te verhogen. In de elementen vermeld in de inlei-ding (zie kader, studie van NBR), moet prioritair de verbetering van de ras-sen en de studie van de resistenties tegen ziekten en plagen weerhouden worden. In het algemeen zal men de studie moeten verderzetten en het belang aantonen van de factoren die de groei van de biet kunnen remmen, de verliezen bij de rooi en de bewaring verminderen, enz. … om uiteindelijk de curve van de nationale opbrengsten te boosten. Het verkrijgen van een gemiddelde suikeropbrengst van 20 t/ha in 2020 is geen utopie. Dit zou het geval moeten zijn voor de rassenproeven van het KBIVB en bij de efficiënte bietentelers, zoals hier en daar waargenomen !

Milieuvriendelijke technieken moeten zorgen voor de duurzaam-heid van de teelt

Er werden vele technieken ontwikkeld om de inputs te verminderen : la-gere dosissen herbiciden (FAR systeem), insecticiden aan zeer kleine dosis-sen in de zaadomhulling, verminderde dosissen minerale stikstof toege-diend in de rij, … In deze context kan het netwerk van waarnemingsvelden

van het KBIVB, medegefinancierd door de regionale overheden, gericht advies geven in functie van de aanwezigheid van onkruiden, het verschij-nen van sommige ziekten en/of plagen en hun aantastingsniveau. Er werden grote inspanningen geleverd met betrekking tot de stikstofbe-mesting. In 1980 werd er 4 kg minerale stikstof per ton bieten gebruikt aan 16°S voor slechts 1,3 kg in 2012 (gegevens proeven KBIVB). Vergele-ken met andere teelten, zijn de stikstofresiduen in de biet bij de rooi bijzonder laag. De bietenteelt wordt hierdoor vaak de goede leerling van de klas genoemd in de regionale wetgeving inzake beheersing van de nitraten (MAP 4 in Vlaanderen, PGDA in Wallonië), vooral omdat het goede beheer van de stikstofbemesting, geregeld in deze wetgevingen, een directe invloed heeft op de suiker- en financiële opbrengst per hectare. De ploegloze teelttechnieken (PTT) werden uitgebreid bestudeerd en zor-gen voor een doeltreffende bestrijding van de erosie. Door de veralgeme-ning van de reiniging en de combinatie reiniging/afdekking met Toptex worden de hoeveelheid getransporteerde grondtarra en groenresten ver-minderd. Uit de studies over de plantaardige afdekking van de perspulpsi-lo’s blijkt dat zij de plastiek dekzeilen en de gebruikte banden voordelig kunnen vervangen. Maar er wachten de sector nog vele uitdagingen : de toepassing van IPM (Integrated Pest Management), verdere reductie van de pesticiden, bo-demverdichting, ...

Enkele kerncijfers van de potentiële opbrengst van de biet

1932 : Willcox (La Sucrerie belge) : volgens de groeiwet van Mitscherlich : capaciteit wortelopbrengst = 120 t/ha 1953 : De Wit : capaciteit wortelopbrengst = 130 t/ha, capaciteit suiker-opbrengst = 23 t/ha 2004 : Imperial Valley (USA) : reële wortelopbrengst = 157 t/ha, reële suikeropbrengst = 23,7 t/ha (met 9 maanden vegetatie, de zon van Californië en het water van de Colorado !) 2007 : Salamanca (E) : regionale suikeropbrengst = 23,10 t/ha (9-10 maanden vegetatie) 2007 : Imperial Valley (USA) : reële wortelopbrengst = 151,7 t/ha, suiker-gehalte = 16,3%, reële suikeropbrengst = 24,7 t/ha 2011 : België : nationale wortelopbrengst = 81,17 t/ha, suikergehalte = 17,80%, nationale suikeropbrengst = 14,4 t/ha

Zoals de ouderen het zeggen, de biet is een fles, men moet trachten de grootst mogelijke fles te verkrijgen vooraleer ze te vullen met suiker. Dit wil zeggen de grootste fles trachten te bekomen vóór de zomer zodat ze zich maximaal kan vullen met suiker vóór de winter.

15

16

17

18

19

20

21

s (%)

Evolutie van de verschuiving van de opbrengst (« Yield gap ») tusen de opbrengstniveau’s verkregen in de rassenproeven van het KBIVB (in rood), met de rassen elk jaar ge-bruikt als standaardgetuige, en de nationale opbrengstwaarden (in blauw). Legende : Wha : wortelop-brengst (t/ha), S : suikergehalte (%), Sha : bruto suikeropbrengst (t/ha).

50

60

70

80

90

100

110

Wha

 (t/ha)

8

10

12

14

16

18

20

Sha (t/ha)

Page 10: mei-JUni 2014 De Bietplanter - CBB · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 05-06/2014 — 1 Verantwoordelijke uitgever: Mathieu Vrancken, Voorzitter cBB Directeur van de publicatie: V.

10 — 05-06/2014 De Bietplanter

www.agro.basf.be

• Breed werkingsspectrum in maïs, bieten, prei, cichorei en witloof

• Lange duurwerking

• Het minst droogtegevoelige bodemherbicide

Gedeponeerd handelsmerk BASF. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor gebruik eerst het etiket en de productinformatie.

Frontier® Elite Altijd op het goede spoor

Tel: 04 377 35 45 – www.joskin.comTrans-SPACE

Trans-SPACE

Groot trekgemak

Conische monocoque laadbak

Stevigheid en betrouwbaarheid

Snel, regelmatig en veilig lossen

Geschikt voor elk type materiaal

Beperkt leeggewicht

GUN UZELF ONGEËVENAARD

COMFORT EN STABILITEIT !

HET KIPT NIET, HET DUWT NIET,

HET VERVOERT !

het landbouwcomité van de wereldhandelsorga-nisatie (wto) levert zware kritiek op het nieuwe steunprogramma voor de indiase suikerexporteurs.

australië, colombia, Brazilië en de eU wijzen erop dat de ondersteuning van de suikerexport door de Indiase over-heid, onverenigbaar is met de WTO-regels van liberalise-ring van de wereldhandel. Om de internationale handel te stimuleren, wil de WTO immers alle handelsbelemmerin-gen (subsidies, taksen,...) zoveel mogelijk beperken. De subsidies worden eveneens aan de kaak gesteld door Paraguay, Thailand, Salvador, canada, de Verenigde Sta-ten, Pakistan en nieuw-Zeeland.

australië meent dat de door de Indiase overheid voorzie-ne steun ongeveer 15 % van de wereldsuikerprijs verte-genwoordigt wat een ernstige dreiging vormt voor de han-del, gezien India de derde wereldsuikerexporteur is. India wordt dus verzocht de exportsubsidies onmiddellijk af te schaffen.

India tweede wereldproducent en eerste wereldconsument

India is de tweede wereldsuikerproducent na Brazilië en de grootste wereldconsument. India is ook de voornaam-ste stoorzender van de wereldmarkt omdat de oogst er erg variabel is. De Indiase landbouwers zijn zeer talrijk. en zij kunnen, in functie van de prijs, zeer gemakkelijk voor andere teelten kiezen. Bij hoge suikerprijzen wordt meer riet geteeld en bij lage suikerprijzen minder. Gezien haar zeer cyclisch karakter, is het dus erg moeilijk om de Indiase suikerproductie in te schatten.

naargelang het jaar, exporteert of importeert India suiker. Bepaalde jaren is de oogst ontoereikend maar sinds twee jaar is het klimaat gunstig en bedraagt de suikerproductie meer dan 25 Mt, duidelijk meer dan de behoeften van het land. Met een voorraad van bijna 9 Mt suiker, is de markt

er momenteel verzadigd. Daarom zijn de suikerprijzen in-gestort, wat de suikerindustrie voor grote problemen stel-de omdat de suikerprijs afhangt van de wereldmarkt ter-wijl de rietprijs op voorhand door de overheid wordt vastgesteld.

De Indiase suikerindustrie heeft voor het ogenblik veel schulden ten aanzien van de landbouwers. Om de suiker-industrie toe te laten haar schulden aan de planters terug te betalen, zal India zijn suikerexport subsidiëren. Som-migen zeggen dat gezien 2014 een verkiezingsjaar is, de stem van de landbouwers cruciaal zal zijn. Daarom nam de regering twee maatregelen om de suikerindustrie te ondersteunen: een programma van renteloze leningen ten belope van een miljard dollar aan de industrie en de aankondiging van subsidies voor export van ruwe suiker. Zo zou 4 Mt ruwe suiker kunnen terechtkomen op de we-reldmarkt, die reeds overstelpt wordt door de overvloedi-ge oogsten afkomstig van Brazilië en van Thailand.

De groep Wilmar International vestigt zich in India

Shree renuka Sugars is de belangrijkste suikerfabrikant in India en de tiende wereldproducent. De groep bezit ze-ven suikerfabrieken in India evenals twee raffinaderijen in de havens Haldia en kandla. Hij heeft ook vier verwer-kingsfabrieken voor riet in Brazilië en verscheidene logis-tieke installaties zoals terminals en opslagplaatsen in de Braziliaanse haven Paranagua. Dankzij zijn Braziliaanse investeringen dekt Shree renuka ongeveer de helft van de ruwe suikerbehoeften van zijn raffinaderijen.

enkele maanden geleden berichte de groep Wilmar Inter-national, gevestigd in Singapore en leider in de sector palmolie, te participeren in het kapitaal van Shree renuka Sugars. Wilmar zal tot 145 miljoen dollar investeren in Shree renuka. Volgens reuters, zouden na deze trans-actie, Wilmar en de oprichters van de Indische onderne-ming Shree renuka evenveel participaties kunnen bezit-ten. Voor Shree renuka zal de investering van Wilmar

hem toelaten om zijn financiële toestand te verbeteren en zijn schuld af te bouwen. een schuld aangegaan onder meer tijdens zijn acquisities in Brazilië vóór de crisis.

Wilmar zal door de investering zich kunnen vestigen in India en in Brazilië, eerste wereldproducent. Zij komt bo-venop een indrukwekkende reeks recente internationale acquisities in de suikersector. In australië en in nieuw-Zeeland, in de eerste plaats, met de aankoop in 2010 van de eerste australische suikerfabrikant Sucrogen. In noord-afrika, met in 2013, een participatie van 27,5% in de Marokkaanse suikeronderneming cosumar die over een raffinagecapaciteit van 1 Mt per jaar beschikt. Vorig jaar, sloot Wilmar ook een akkoord waardoor hij de exclu-sieve leverancier werd van de algerijnse groep cevital. Deze bezit een van de grootste raffinaderijen ter wereld met een capaciteit van 1,5 Mt suiker per jaar.

Bron: FO Licht, agraeurope

WTO bekritiseert India

Vier miljoen ton ruwe suiker uit India zouden kunnen terechtkomen op de wereldmarkt, die reeds overstelpt wordt door de overvloedige oogsten afkomstig van Brazi-lië en Thailand.

Page 11: mei-JUni 2014 De Bietplanter - CBB · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 05-06/2014 — 1 Verantwoordelijke uitgever: Mathieu Vrancken, Voorzitter cBB Directeur van de publicatie: V.

05-06/2014 — 11De Bietplanter

? ? ?

Herbicide voor bieten: Safari® van DuPont

BEREID U VOOR OP DE TOEKOMST,PAS UW ONKRUIDBESTRIJDINGS-SYSTEMEN AAN.DuPont SafariTM ®: in water dispergeerbare korrels, bevat 50% triflusulfuron-methyl. Erkenningsnummer: 8475P/B.

DuPont Crop ProtectionAntoon Spinoystraat 6 • 2800 Mechelen • www.bel.ag.dupont.com

Het DuPont ovaal, The miracles of scienceTM en Safari® zijn geregistreerde handelsmerken ofhandelsmerken van DuPont of zijn filialen.

Page 12: mei-JUni 2014 De Bietplanter - CBB · 2015. 8. 13. · De Bietplanter 05-06/2014 — 1 Verantwoordelijke uitgever: Mathieu Vrancken, Voorzitter cBB Directeur van de publicatie: V.

12 — 05-06/2014 De Bietplanter

Minder behandelingen,minder remming meer ton/ha

Betere selectiviteit,minder remming meer ton/ha

Betere werking,minder onkruiden meer ton/ha

Betanal® Elite: gedeponeerd handelsmerk van Bayer AG - Bevat 71 g/L desmedifam + 91 g/L fenmedifam + 112 g/L ethofumesaat. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie. Voor verdere productinformatie met inbegrip van gevaarzinnen en symbolen, raadpleeg www.fytoweb.be. www.bayercropscience.be

Bewezen rentabiliteitin de onkruidbestrijding

Minder behandelingen: resultaat van nationale en internationale proeven en marktstudies

▼▼

n i e U w s U i t D e f i r m a ’ s

Bayer CropScience : nieuwe fytoproducten in koolzaad en maïs tijdens een persconferentie presenteerde Bayer cropscience twee nieuwe fytoproducten, het fungicide propulse in kool-zaad evenals het herbicide monsoon active in maïs.

Propulse, het nieuwe fungicide in koolzaad

Propulse is een fungicide op basis van 125 g/l prothioconazole en 125 g/l fluopyram. Deze beide actieve stoffen vullen mekaar uitste-kend aan en leiden tot uitzonderlijke resultaten bij de ziektebestrijding in koolzaad. Propulse is erkend aan een dosis van 1 L/ha voor de bestrijding van Sclerotinia en alternaria in koolzaad en mag één maal worden toegepast vanaf het stadium dat de individuele bloemknop-pen zichtbaar, maar nog gesloten zijn tot het einde van de bloei. Op basis van een reeks proeven, gespreid over meerdere jaren, beveelt Bayer cropScience niettemin aan Propulse in te zetten bij het vallen van de eerste bloemblaadjes, wat de beste werking tegen Sclerotinia geeft en dus tot hogere opbrengsten leidt. In functie van het ziekteri-sico kan de dosis gemoduleerd worden tussen 0,8 en 1,0 L/ha. Deze positionering draagt bij tot het optimaliseren van de opbrengstverho-ging mede dankzij de lange duurwerking van het fungicide die zorgt voor een gelijkmatige afrijping van de oogst.

Monsoon Active, het nieuwe herbicide in maïs

Bayer cropScience lanceerde zojuist een nieuwe actieve stof, thien-carbazone, beschikbaar onder de naam Monsoon active. Deze nieu-we oplossing bevat eveneens foramsulfuron en cyprosulfamide. Deze innovatie kan zowel gebruikt worden in mengingen met of zonder ter-buthylazine omwille van zowel zijn werking via contact als via bodem.Monsoon active is geschikt voor drieledige mengingen, is zeer com-plementair met de triketones en kan met of zonder terbuthylazine.Dit nieuwe product heeft een sterke werking tegen een breed spec-trum van grassen, maar ook tegen groot aantal dicotylen waaronder moeilijke dicotylen zoals veelknopigen (varkensgras, perzikkruid, zwaluwtong,...) kamille, bingelkruid,...Bovendien is Monsoon active werkzaam tegen enkele doorlevende onkruiden (o.a. hagewinde,...).

Q U o t U m o v e r D r a c h t e n

in 2014 registreerde men plusminus 350 quotumoverdrachten bij iscal en ts samen.

In 2014 werden 348 quotumoverdrachten geregi-streerd, wat een daling is in vergelijking met de voorgaande jaren (400 quotumoverdrachten in 2013 en meer dan 500 de jaren daarvoor).In één quotumoverdracht op drie, blijft het bieten-quotum op hetzelfde landbouwbedrijf. alleen de naam van uitbater verandert. Het gaat om familiale (vader-zoon, tussen echtgenoten,...) of admini-stratieve (overgang naar vennootschap, fusie,...) overdrachten. Zij vertegenwoordigen 30 tot 37 % van de transacties, naargelang de fabrieken. Deze verhouding blijft stabiel.Bij de quotumoverdrachten tussen bedrijven ge-beuren drie transacties op vier zonder grondover-dracht.In totaal zijn 113 suikerbietplanters gestopt met de suikerbietteelt (121 in 2013, 179 in 2012 en 188 in 2011).

FONTENOY

Fontenoy registreerde ongeveer 110 quotumover-drachten dit jaar of 30 % minder dan de 56 quotu-moverdrachten die vorig jaar werden opgetekend.In 37% van de transacties gaat het om een famili-ale overdracht of om de overgang naar een ven-nootschap. Daarnaast werden 69 quotumover-drachten tussen verschillende bedrijven geregistreerd. Daarvan waren er 52 quotumover-drachten zonder grond met een gemiddelde van 175 ton bietenquotum afgestaan per verkoop en 17 quotumoverdrachten met grond. Het gemiddel-de per verkoop afgestane quotum is dan iets la-ger, namelijk 105 ton bieten.In 2014 zijn 29 bedrijven gestopt met de bieten-

teelt: 5 in Wallonië en 24 in Vlaanderen.

LONGCHAMPS

Dit jaar werden 144 quotumoverdrachten gereali-seerd in Longchamps, hetzij iets meer dan de 135 overdrachten die vorig jaar werden genoteerd. Van de 144 overdrachten in 2014 zijn er 43 (30 %) met administratieve of familiale veranderingen. Van de resterende overdrachten gebeurde drie vierde van de quotumoverdrachten zonder grond met een ge-middelde van 218 ton bietenquotum afgestaan per verkoop. Men telt 27 quotumoverdrachten met grond met een gemiddelde van 152 ton quotum afgestaan per verkoop.Van de 2.660 suikerbietplanters in Longchamps zijn er 47 Waalse planters gestopt met de bieten-teelt voor de campagne 2014, dat zijn er 16 meer dan vorig jaar.

TIENEN

In totaal registreerde men 94 transacties in 2014, hetzij 10 % minder dan vorig jaar.er zijn 32 familiale of administratieve quotumover-drachten.er waren 62 quotumverkopen tussen bedrijven, met een gemiddeld quotum afgestaan per verkoop van 229 ton bieten.er stopten 37 bedrijven met de suikerbietteelt op een totaal van 2.183 planters (1,7 %): 15 in Wal-lonië en 22 in Vlaanderen. cijfers die erg vergelijk-baar zijn met deze van vorig jaar.

Bij de quotumoverdrachten tussen bedrijven ge-beuren drie transacties op vier zonder grondover-dracht.

Minder overdrachten in 2014