meekijken over de schouder van.. Carl de Keyzer (deel1)

6
Het eerste dat opvalt als je door je werk gaat, is de enorme veelzijdigheid, van onderwerpen maar ook van stijlen. ‘Ik verveel me nogal snel. Ik vind mezelf nogal vervelend na een tijd, dan wil ik weer iets anders doen. Ik ben geen fotograaf die in 1987 een boekje heeft gemaakt in zwart-wit in India met ingeflitste foto’s en die dat dertig jaar later nog steeds doet. Er zijn veel fotografen die dat doen. Dat heeft ook veel voordelen natuurlijk, omdat je dan een herkenbare stijl hebt. Mensen herkennen mijn werk ook hoor, omdat de manier van kijken hetzelfde blijft, maar de techniek is anders.’ Kies je bij nieuwe projecten eerst een andere stijl of onderwerp? ‘Dat is een mix van verschillende factoren. Het kan beginnen met een nieuwe techniek. De fotografie is erg schatplichtig aan nieuwe technieken. Moments before the flood had ik tien jaar geleden niet kunnen doen, nu pas zijn er camera’s die tot 80 miljoen pixels gaan. Dan kun je pas met dat soort detaillering gaan werken. Moments is samengesteld uit foto’s met verschillende belichtingen, Deel 1 Tijdreiziger Als Carl De Keyzer niet maandenlang op pad is vertoeft hij hier, in zijn prachtige huis met aangrenzende studio aan de rand van Gent. De benedenverdieping van de studio is gereserveerd voor De Keyzers grootste hobby: synthesizers. De bovenverdieping herbergt het levenswerk van de 53 jarige fotograaf. De archiefkasten puilen uit van de negatieven en prints. Op tafel liggen de prints van zijn laatste project, Moments before the flood, onheilspellende beelden waarin De Keyzer vastlegt hoe Europa omgaat met de dreiging van de klimaatopwarming. ‘Voor Moments had ik zo’n 30.000 verschillende opnames. Daarvan heb ik er 800 bewerkt en afgedrukt. Zelf heb ik er 400 uitgekieperd, de overige 400 heb ik aan een aantal mensen laten zien, waaronder mijn huidige vriendin, David van Reybroek en een aantal Magnum fotografen. Die laat ik dan de beste foto’s uitzoeken. Met film was het iets minder, nu schiet ik 2, 3 keer zo veel. Ik doe verder alles zelf; scannen, bewerken, photoshop, printen.’ MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. Carl de Keyzer Tijd is een belangrijk element in het werk van Belgische fotograaf Carl de Keyzer. In zijn beelden streeft hij naar eeuwigheidswaarde. Met zijn projecten ontstijgt hij de actualiteit, maar weet die tegelijkertijd exact te gebruiken. Bovenal: Carl de Keyzer duikt als een tijdreiziger in zijn onderwerpen. Hij reisde als propagandafotograaf door de Sovjet-Unie, volgde de voetsporen van Karel de Keizer en trok als reisgids- fotograaf door Congo. Voor zijn nieuwe project Moments before the Flood reisde hij naar de toekomst. Zijn langdurige projecten, gemiddeld drie jaar, gaan over grootse thema’s: religie, kolonia- lisme, communisme. Maar daar moet men niet te zwaar aan tillen. ‘Ik neem mezelf niet zo serieus.’ Een interview in vier delen met een goedlachse foto- graaf die de tijd altijd heeft willen be- strijden. Morfa Nefyn, UK. 2009 Uit de serie Moments before the Flood

description

Carl de Keyzer over jezelf als fotograaf opnieuw uitvinden in het kader van FOTODOKs Meekijken over de schouder van..

Transcript of meekijken over de schouder van.. Carl de Keyzer (deel1)

Het eerste dat opvalt als je door je werk gaat,

is de enorme veelzijdigheid, van onderwerpen

maar ook van stijlen.

‘Ik verveel me nogal snel. Ik vind mezelf nogal

vervelend na een tijd, dan wil ik weer iets

anders doen. Ik ben geen fotograaf die in 1987

een boekje heeft gemaakt in zwart-wit in India

met ingeflitste foto’s en die dat dertig jaar

later nog steeds doet. Er zijn veel fotografen

die dat doen. Dat heeft ook veel voordelen

natuurlijk, omdat je dan een herkenbare stijl

hebt. Mensen herkennen mijn werk ook hoor,

omdat de manier van kijken hetzelfde blijft,

maar de techniek is anders.’

Kies je bij nieuwe projecten eerst een andere

stijl of onderwerp?

‘Dat is een mix van verschillende factoren.

Het kan beginnen met een nieuwe techniek.

De fotografie is erg schatplichtig aan nieuwe

technieken. Moments before the flood had ik

tien jaar geleden niet kunnen doen, nu pas

zijn er camera’s die tot 80 miljoen pixels gaan.

Dan kun je pas met dat soort detaillering

gaan werken. Moments is samengesteld

uit foto’s met verschillende belichtingen,

Deel 1

Tijdreiziger

Als Carl De Keyzer niet maandenlang op

pad is vertoeft hij hier, in zijn prachtige huis

met aangrenzende studio aan de rand van

Gent. De benedenverdieping van de studio is

gereserveerd voor De Keyzers grootste hobby:

synthesizers. De bovenverdieping herbergt

het levenswerk van de 53 jarige fotograaf. De

archiefkasten puilen uit van de negatieven

en prints. Op tafel liggen de prints van zijn

laatste project, Moments before the flood,

onheilspellende beelden waarin De Keyzer

vastlegt hoe Europa omgaat met de dreiging

van de klimaatopwarming. ‘Voor Moments

had ik zo’n 30.000 verschillende opnames.

Daarvan heb ik er 800 bewerkt en afgedrukt.

Zelf heb ik er 400 uitgekieperd, de overige

400 heb ik aan een aantal mensen laten zien,

waaronder mijn huidige vriendin, David van

Reybroek en een aantal Magnum fotografen.

Die laat ik dan de beste foto’s uitzoeken. Met

film was het iets minder, nu schiet ik 2, 3

keer zo veel. Ik doe verder alles zelf; scannen,

bewerken, photoshop, printen.’

MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN..

Carl de Keyzer

Tijd is een belangrijk element in het

werk van Belgische fotograaf Carl de

Keyzer. In zijn beelden streeft hij naar

eeuwigheidswaarde. Met zijn projecten

ontstijgt hij de actualiteit, maar weet

die tegelijkertijd exact te gebruiken.

Bovenal: Carl de Keyzer duikt als een

tijdreiziger in zijn onderwerpen. Hij

reisde als propagandafotograaf door de

Sovjet-Unie, volgde de voetsporen van

Karel de Keizer en trok als reisgids-

fotograaf door Congo. Voor zijn nieuwe

project Moments before the Flood reisde

hij naar de toekomst. Zijn langdurige

projecten, gemiddeld drie jaar, gaan

over grootse thema’s: religie, kolonia-

lisme, communisme. Maar daar moet

men niet te zwaar aan tillen. ‘Ik neem

mezelf niet zo serieus.’ Een interview

in vier delen met een goedlachse foto-

graaf die de tijd altijd heeft willen be-

strijden.

Morfa Nefyn, UK. 2009Uit de serie Moments before the Flood

MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. CARL DE KEYZER

komt wel goed, ik weet wat ik doe. Normaal

gesproken toon ik nooit beelden gedurende

de drie jaar dat ik aan een project werk, juist

omdat alles evolueert en je tijd nodig hebt om

eraan te knutselen. Omdat ik bij elk boek van

techniek verander, is die techniek telkens heel

belangrijk voor mij. Maar dat heb je niet direct

in de vingers.’

Hoe ontstaan je nieuwe projecten?

‘Bij mij is het vaak een toeval, een klein

dingetje dat me opvalt. Een klein zaadje

dat gaat rijpen. Plots wordt dat iets groots

en besluit ik me daar weer drie jaar aan te

wijden. Ik denk daar niet over na, dat komt

vanzelf. Ik zit niet met mijn neus in de boeken,

heb ook heel lang geen fotoboeken gekocht

omdat ik me niet wilde laten beïnvloeden door

anderen.

Bij Moments was het gewoon een opdracht

voor het concertgebouw in Brugge over de

Belgische kustlijn. Tegelijkertijd had je toen

al die artikelen, rampscenario’s over global

warming, Al Gore. Dan ga je op een andere

manier naar de zee kijken. Dat wilde ik

vertalen, wat overdrijven. Ik beeldde mij in

dat het einde der tijden in aantocht was. Ik

hou daar wel van. In 1999 heb ik een boek

gemaakt over het einde van de tijd, nu in 2012

ook.’

Als een onheilsprofeet?

‘Ja. Maar het is ironisch grappig bedoeld. Ik

ben niet diegene die het te serieus neemt,

het zijn andere mensen die dat doen. 2000

is rustig voorbij gegaan en 2012 zal dat ook

doen, maar dat vind ik leuk: mensen die zich

van alles in het hoofd halen en anderen op

stang jagen omwille van wat dan ook. Ik kan

gewoon niet laten om daar iets mee te doen.

Spelend, een beetje esthetisch, kunstig,

journalistiek.’

En dus met een flinke dosis ironie?

‘Ja, dat moet er altijd wel inzitten. Want ik

neem mezelf niet zo serieus. Ook mijn eigen

onderwerp relativeer ik. Je kunt niet zoiets

groots als Homo Sovieticus of God Inc. doen als

je dat 100 % serieus opvat. Dat moet je van te

voren al incalculeren, anders wordt het bela-

chelijk.’

Waarom kun je dat niet doen?

‘Omdat het een beetje onzinnig is om Het

Geloof of Het Communisme aan te willen pak-

ken. In mijn projecten laat ik ook maar frag-

menten, korte ontmoetingen zien. Sommige

mensen nemen mijn werk wel heel serieus,

maar ik ben de eerste die daar van schrikt.’

om de schaduwpartij eruit te krijgen, de

onvolkomenheden van de camera op te

lossen. Dus dat zijn gigantische files.

Het is een soort HDR, high dynamic range,

een techniek die veel door amateurs wordt

gebruikt en je veel op internet vind. Van die

hele spectaculaire beelden van kathedralen,

landschappen, die heel fel van kleur zijn. Een

afgeleide van deze techniek heb ik gebruikt

voor Moments.

Voor dit project was ik een samenwerking

aangegaan met Orange Telecom in Frankrijk,

die wilde dat ik elke dag tijdens mijn reizen

foto’s online zette. Maar toen ik met deze

techniek begon, kende ik die eigenlijk nog

nauwelijks en werden de beelden echt heel

lelijk, kitsch. Daar kreeg ik enorme kritieken

op. Zo van: och ja, die jongen heeft zich al zo

vaak bewezen, die kan nu wel eens behoorlijk

op zijn bek gaan.

Dat was echt heel hard. Ik schrok er zelf ook

een beetje van, maar ik zei: jongens rustig, het

Thames estuary, UK. 2009Uit de serie Moments before the Flood

MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. CARL DE KEYZER

achtergrond goed werkt.’

Je ensceneert niet, maar je maakt een theater-

achtergrond waar mensen alleen maar in hoe-

ven te lopen?

‘Inderdaad. Het is een soort muizenval. Maar

ik ben altijd met grote camera’s bezig, ik

verberg me niet achter struiken ofzo. Ik sta

er gewoon pal voor, dit is mijn standpunt, en

die foto wil ik maken. Daar wijk ik geen meter

vanaf. Mensen zien mij, soms lopen ze weg en

wordt het minder interessant. Soms gebeurt

er iets wat je niet verwacht, waardoor het

interessanter wordt. Soms verdrijf ik mensen

ook en heb ik ze net waar ik ze wil.’

In die zin stuur je het ook wel?

‘Ja ja, zeker. Gewoon door ergens te staan.

Midden op een dansvloer bijvoorbeeld. Dat

vinden mensen vervelend. Dan heb ik bijvoor-

beeld een koppeltje gezien dat ik naar de bar

wil krijgen. Als ik dan de dansvloer op ga is

dat het eerste wat ze doen; van de dansvloer

af naar de bar. Dan heb ik mijn foto.’

Eigenlijk heel sneaky?

‘Ja, een beetje wel soms. Dat gebeurt niet

altijd, maar soms werkt het wel. Aanwezigheid

kan soms veel meer veranderen dan mensen

vragen te poseren. Dat zie je altijd aan de foto,

dat zijn vaak flauwe beelden.’

In een interview zei je dat je niet mag manipule-

ren?

‘Manipuleren is een veelzijdig begrip. Ik vind

niet dat je mag ensceneren. Het hangt er erg

vanaf in welke hoedanigheid je het doet. Als

je als fotojournalist in Irak of Afghanistan zit

en je hebt een nieuwsfeit gefotografeerd dan

moet je daarvan afblijven vind ik. Zelfs al is

het maar een soldaat die nog eens zijn helm

moet opzetten. Maar mijn projecten hebben

meestal geen fotojournalistieke waarde, die

zijn vaak heel abstract, op Zona na, daar heb

ik die verantwoordelijkheid wel een beetje

gevoeld.

Maar ik doe het niet omdat ik merk dat je dan

beelden krijgt die volgens de beperkingen van

je eigen verbeelding tot stand zijn gekomen.

Ensceneer je niet dan heb je veel kans dat je

niets hebt, maar als je het wel doet heb je een

zeker beeld. Dat is misschien wel bruikbaar,

maar nooit fantastisch. Het zal nooit iets zijn

dat je zal verbazen.

De goede beelden die ik maak zijn de beelden

die zich zelf maken. Beelden die ik nooit zelf

had kunnen bedenken. Er zijn mensen die

het wel kunnen, ik heb veel bewondering

voor cineasten. Maar ik vind mijn beelden

sterker als ik het niet doe. Ik heb het ook

Hoe evolueert zo’n project als Moments? Dat

begon als opdracht over het water langs de Bel-

gische kust, maar dat werd veel meer.

‘Mijn eerste idee was om alleen water te

fotograferen, echt alleen water, zelfs geen

strand. Ik wilde dat doortrekken naar heel

Europa omdat ik België dan toch maar wat

klein vond.’

Daar begint het al, het moet groter?

‘Bij mij is dat altijd zo. Het begint met een

klein dingetje en plots wordt het groot. Na 2,

3 reizen, mensen te zien op stranden, kon ik

het toch niet laten om mensen te fotograferen.

Dat heeft te maken met mijn roots, de

fotodocumentaire richting. Ik heb wel veel

minder mensen gefotografeerd dan in Congo

natuurlijk. Slechts hier en daar een mens,

maar ik heb me echt moeten inhouden om

geen massascènes a la Vitali te maken enzo.

Dat werk ken ik gelukkig, dus je trapt er niet

in om hetzelfde te gaan doen.’

En toen kwamen er ook bouwwerken in?

‘Ja, dat vind ik eigenlijk het boeiendste. Veel

van mijn werk gaat over geschiedenis, onze

systemen, de manieren om samen te leven en

dan vooral de visuele restanten daarvan. Het

communisme, religie, kolonialisme, hebben

bouwwerken opgeleverd. Er is altijd wel iets

gemaakt om die ideologieën te visualiseren

en die blijven meestal gewoon staan. In

België staan bouwwerken uit de 8e eeuw

tot de 20e eeuw plompweg naast elkaar. Die

ongewilde combinatie vind ik heel boeiend,

zeker als mensen daar iets mee gaan doen,

dan krijg je vaak hele interessante visuele

elementen. Dat wordt bijna surrealisme,

ongewild surrealisme. Ik ben niet zo’n fan

van surrealisme omdat dat vaak veel te

gekunsteld is, zoals Dali, maar het ongewilde

surrealisme vind ik fantastisch.’

Het surreëele van de realiteit?

‘Ja, het absurde. Ik probeer dingen te zien

waar mensen gewoonlijk aan voorbij lopen.

Ik begin altijd met een achtergrond. In die zin

ben ik nogal theatraal en vrij eenvoudig qua

opbouw in mijn beelden. Mijn achtergrond is

altijd een horizontale muur of stadslandschap.

Ik werk nooit met weglopende perspectieven,

dat vind ik veel te ingewikkeld (lacht).’

Bijna een studioachtergrond?

‘Ja. En dan blijf ik daar gewoon een tijdje

staan, niet lang, zo’n 5 minuten, niet

meer. Dan heb ik al gezien dat zich daar

iets interessants afspeelt en hoop ik dat

die mensen zelf een beetje voor acteur

gaan spelen en dat de combinatie met die

MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. KARL DE KEYZER

nieuw project kijken?

‘Bij Moments is er een jaar lang door twee

assistenten research gedaan. Dat was het

eerste project dat volledig is gesponsord door

anderen, niet door mij. Het was ook een heel

duur project, 200.000 euro. Dat had ik niet

zelf. Die assistenten zijn Europa helemaal

afgelopen op Google Earth, hebben miljoenen

beeldjes bekeken om te zien wat interessante

plekken zouden kunnen zijn. Voor de rest

zat hier niet zoveel filosofische of literaire

voorbereiding bij.

Dat was bij Homo Sovieticus, God Inc. en

Europa wel het geval. Bij Europa beeldde ik

mij in dat ik rondliep in de zestiende eeuw: ik

ben Keizer Karel, Carl de Keyzer. Ik heb toen

heel veel romans over en uit die tijd gelezen.

Het eerste wat ik deed als ik in bijvoorbeeld

Compostella was, was naar het museum

voor schone kunsten gaan, naar al die oude

schilderijen kijken, zien hoe ze vroeger die

stad verbeeldden. Dan ging ik naar buiten en

hoopte ik dat die beelden in mijn hoofd bleven

zitten en dat ik daar ergens een variant van

zou zien.

De laatste tijd heb ik het minder gedaan,

zoals bij Congo. Dat had wel gekund, er is

ontzettend veel over geschreven. Maar ik

wilde dat vermijden omdat de Congolese

geschiedenis zeer ingewikkeld is. Ik moet

eerlijk zeggen, ik begrijp het nog altijd niet

goed. Het probleem is dat als je dat allemaal

weet, de kans zeer groot is dat dat doorsijpelt

in je beelden. Ik wil niet populistisch doen of

commercieel, maar als je dan verwacht van

je kijker dat ze dezelfde bagage bezitten om

die beelden te begrijpen heb je meestal een

probleem. Ik heb dat met sommige projecten

wel gedaan zoals met Trinity, dat is daardoor

een beetje de mist ingegaan. Mensen wisten

niet hoe die Tableaux d’Histoire eruit zagen.’

Dat was te intellectueel?

‘Te intellectueel, te conceptueel. Ik hou wel

van concepten. Dat is wat je nu moet doen,

het gaat minder om de manier waarop, meer

nooit gedaan, op een paar portretten na. Er

is wel een verschil tussen mise en scene en

toestemming vragen. In de Sovjet-Unie heb

ik nooit toestemming gevraagd. In Congo

moet je aan iedereen toestemming vragen

anders krijg je last. Dan weet je dat je minder

spontane beelden kunt maken.’

Hoe los je dat dan op? Afwachten?

‘Je vraagt toestemming en dan wacht ik

meestal. Als je dan onmiddellijk een foto

maakt wordt het niets. Je wacht, babbelt een

beetje. Dan gaan ze vanzelf weer iets doen dat

interessant kan zijn.’

In sommige van je beelden zie je eraan af dat

mensen acteur in je foto willen zijn. Bijvoorbeeld

de soldaat bij het oude paleis?

‘Dat is een beeld uit het project Trinity. De

president van Ivoorkust heeft in de jaren

zeventig het Vaticaan laten nabouwen in de

brousse, wel maar op 90 % qua verhouding.

Nu was er oorlog en werd het Vaticaan

bewaakt door het Franse leger. Dat was totale

waanzin. Die soldaat ging zelf als het ware

staan poseren. Ik had geen toestemming

gevraagd, ik stond daar gewoon foto’s te

maken. Dat zijn beelden, situaties, die veel

sterker zijn dan wat je er ooit zelf van kunt

maken.’

Wat komt er bij de voorbereidingen voor een

IVORY COAST, YAMOUSSOUKROU, 2006. The Vatican replica basilica.Foto uit de serie Trinity

MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. CARL DE KEYZER

Je bent lange tijd bezig geweest met een soort

eeuwigheidswaarde aan je werk mee te geven.

Doe je dat nog?

‘Ja en nee. Zo arrogant ben ik wel dat ik hoop

dat mijn beelden zullen overblijven. De archi-

veringswaarde vind ik nog altijd heel belang-

rijk. De beelden die ik nu maak gaan 200 jaar

mee, zelfs als die in het volle zonlicht zouden

hangen. Terwijl dat in feite onzin is, over 200

jaar kijkt niemand meer naar mijn beelden. In

het beste geval als er een overzichtstentoon-

stelling is over België of Europa, dan zit er één

beeldje van mij bij, wie weet. Eigenlijk weet

ik zeker dat er één of twee jaar na mijn dood

misschien nog wel eens een retrospectief

wordt georganiseerd in het beste geval, maar

dan is het afgelopen. Dus daar denk ik eigen-

lijk niet meer aan.

Ik streef nog wel altijd naar een vorm van uni-

versaliteit. Ik probeer geen tijdsgebonden din-

gen te fotograferen, een reclamebeeld of auto

die over vijf jaar al ouderwets is. Maar vroeger

dacht ik dat ik beelden kon maken die de tijd

konden overstijgen, dat ik als fotograaf sterk

om het concept. Maar daar mag je niet te ver

in gaan want dan verlies je de band met de

kijker.’

Het concept van jouw Congoboek was een reis-

gids maken zoals die in die tijd hebben bestaan?

‘Ja, zeer simpel. Het hoeft ook niet ingewik-

keld te zijn. Bij Homo Sovieticus heb ik me

voorgenomen: ik loop als een Pravda fotograaf

rond in de Sovjet Unie. God Inc. was in de stijl

van Robert Capa, de jaren zestig, met twee

zware flitsen, zoals de stijl van Life magazine.

De opkomst van de evangelisten, fireball prea-

chers, dat was allemaal jaren zestig. Dus ik

wou echt een Life magazine boek maken.

Bij Congo was het uitgangspunt een reisgids,

daar bestonden vier edities van, van 1954 tot

58. Ik ben geboren in 1958 dus die heb ik

genomen. Dat was een soort Michelin gids,

een Lonely Planet van die tijd, waarin heel

mooi beschreven stond waar je kon logeren,

bijvoorbeeld in het klooster, waar een garage

van Peugeot of van Renault was, een waterval,

een zwembad, alsof je Zuid-Frankrijk bezoekt.

Dat was toen ook zo. Je had wegen, overal

hotels, dat was rondreizen zoals hier. Iets

dat vijftig jaar later natuurlijk volkomen

anders was. Congo was een soort Belgisch

Utopia, mooier dan België zelf. Vijftig jaar

later krijg je geen feeërieke landschappen en

safariparken te zien, maar vind je alleen maar

ruïnes, slechte wegen en oorlog. Dat is echt

schrijnend.’

Eigenlijk heb je met al je projecten gepoogd

door de tijd te reizen. Als reisgidsfotograaf in het

Congo van de jaren 50, als Karel de Keyzer door

Europa.

‘Ik vond het altijd boeiender om mezelf terug

te plaatsen in een verleden. Nu met Moments

heb ik dat voor het eerst naar de toekomst

gedaan. De cover is duidelijk Science Fiction.

Al mijn boeken zijn geïnspireerd op bestaande

boeken. Europa was geïnspireerd op een boek

uit 16e eeuws Florence, Homo Sovieticus een

propagandaboek uit 1932, God Inc. een Life

Time cover uit de jaren zestig, East of Eden

een bladzijde uit de bijbel, de verdrijving uit

het paradijs.’

Is dat bij toeval gekomen?

‘Dat is begonnen met mijn liefde voor het

sociaal-realisme, de propagandakunst. Toen

dat mooi werkte heb ik het met andere boeken

ook gedaan. Ik laat bijna altijd de vormgever

eerst iets maken, maar vaak kom ik dan terug

met mijn idee dat geïnspireerd is op een

boek.’

Leopoldville (Kinshasa) 2009. LovaniumUit de serie Congo (Belge)

genoeg was om de datering tegen te gaan. Ik

heb gemerkt dat dat niet gaat.

De tijd is meer en meer een onderwerp

voor me geworden. Ik heb er altijd tegen

gevochten, geprobeerd het weg te drukken,

maar als ik nu kijk naar mijn India boek,

dat is gedateerd, Homo Sovieticus, zelfs God

Inc. zijn gedateerd. Ondanks het feit dat ik

geen stijl heb gebruikt van dat jaar, maar al

heb teruggegrepen op iets uit het verleden

– waardoor je die actualiteit ontkracht – zijn

die pogingen niet gelukt. De tijd gaat immers

altijd maar verder.’

Calcutta. India 1986Uit de serie India