meekijken over de schouder van.. Carl de Keyzer (deel1)
description
Transcript of meekijken over de schouder van.. Carl de Keyzer (deel1)
Het eerste dat opvalt als je door je werk gaat,
is de enorme veelzijdigheid, van onderwerpen
maar ook van stijlen.
‘Ik verveel me nogal snel. Ik vind mezelf nogal
vervelend na een tijd, dan wil ik weer iets
anders doen. Ik ben geen fotograaf die in 1987
een boekje heeft gemaakt in zwart-wit in India
met ingeflitste foto’s en die dat dertig jaar
later nog steeds doet. Er zijn veel fotografen
die dat doen. Dat heeft ook veel voordelen
natuurlijk, omdat je dan een herkenbare stijl
hebt. Mensen herkennen mijn werk ook hoor,
omdat de manier van kijken hetzelfde blijft,
maar de techniek is anders.’
Kies je bij nieuwe projecten eerst een andere
stijl of onderwerp?
‘Dat is een mix van verschillende factoren.
Het kan beginnen met een nieuwe techniek.
De fotografie is erg schatplichtig aan nieuwe
technieken. Moments before the flood had ik
tien jaar geleden niet kunnen doen, nu pas
zijn er camera’s die tot 80 miljoen pixels gaan.
Dan kun je pas met dat soort detaillering
gaan werken. Moments is samengesteld
uit foto’s met verschillende belichtingen,
Deel 1
Tijdreiziger
Als Carl De Keyzer niet maandenlang op
pad is vertoeft hij hier, in zijn prachtige huis
met aangrenzende studio aan de rand van
Gent. De benedenverdieping van de studio is
gereserveerd voor De Keyzers grootste hobby:
synthesizers. De bovenverdieping herbergt
het levenswerk van de 53 jarige fotograaf. De
archiefkasten puilen uit van de negatieven
en prints. Op tafel liggen de prints van zijn
laatste project, Moments before the flood,
onheilspellende beelden waarin De Keyzer
vastlegt hoe Europa omgaat met de dreiging
van de klimaatopwarming. ‘Voor Moments
had ik zo’n 30.000 verschillende opnames.
Daarvan heb ik er 800 bewerkt en afgedrukt.
Zelf heb ik er 400 uitgekieperd, de overige
400 heb ik aan een aantal mensen laten zien,
waaronder mijn huidige vriendin, David van
Reybroek en een aantal Magnum fotografen.
Die laat ik dan de beste foto’s uitzoeken. Met
film was het iets minder, nu schiet ik 2, 3
keer zo veel. Ik doe verder alles zelf; scannen,
bewerken, photoshop, printen.’
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN..
Carl de Keyzer
Tijd is een belangrijk element in het
werk van Belgische fotograaf Carl de
Keyzer. In zijn beelden streeft hij naar
eeuwigheidswaarde. Met zijn projecten
ontstijgt hij de actualiteit, maar weet
die tegelijkertijd exact te gebruiken.
Bovenal: Carl de Keyzer duikt als een
tijdreiziger in zijn onderwerpen. Hij
reisde als propagandafotograaf door de
Sovjet-Unie, volgde de voetsporen van
Karel de Keizer en trok als reisgids-
fotograaf door Congo. Voor zijn nieuwe
project Moments before the Flood reisde
hij naar de toekomst. Zijn langdurige
projecten, gemiddeld drie jaar, gaan
over grootse thema’s: religie, kolonia-
lisme, communisme. Maar daar moet
men niet te zwaar aan tillen. ‘Ik neem
mezelf niet zo serieus.’ Een interview
in vier delen met een goedlachse foto-
graaf die de tijd altijd heeft willen be-
strijden.
Morfa Nefyn, UK. 2009Uit de serie Moments before the Flood
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. CARL DE KEYZER
komt wel goed, ik weet wat ik doe. Normaal
gesproken toon ik nooit beelden gedurende
de drie jaar dat ik aan een project werk, juist
omdat alles evolueert en je tijd nodig hebt om
eraan te knutselen. Omdat ik bij elk boek van
techniek verander, is die techniek telkens heel
belangrijk voor mij. Maar dat heb je niet direct
in de vingers.’
Hoe ontstaan je nieuwe projecten?
‘Bij mij is het vaak een toeval, een klein
dingetje dat me opvalt. Een klein zaadje
dat gaat rijpen. Plots wordt dat iets groots
en besluit ik me daar weer drie jaar aan te
wijden. Ik denk daar niet over na, dat komt
vanzelf. Ik zit niet met mijn neus in de boeken,
heb ook heel lang geen fotoboeken gekocht
omdat ik me niet wilde laten beïnvloeden door
anderen.
Bij Moments was het gewoon een opdracht
voor het concertgebouw in Brugge over de
Belgische kustlijn. Tegelijkertijd had je toen
al die artikelen, rampscenario’s over global
warming, Al Gore. Dan ga je op een andere
manier naar de zee kijken. Dat wilde ik
vertalen, wat overdrijven. Ik beeldde mij in
dat het einde der tijden in aantocht was. Ik
hou daar wel van. In 1999 heb ik een boek
gemaakt over het einde van de tijd, nu in 2012
ook.’
Als een onheilsprofeet?
‘Ja. Maar het is ironisch grappig bedoeld. Ik
ben niet diegene die het te serieus neemt,
het zijn andere mensen die dat doen. 2000
is rustig voorbij gegaan en 2012 zal dat ook
doen, maar dat vind ik leuk: mensen die zich
van alles in het hoofd halen en anderen op
stang jagen omwille van wat dan ook. Ik kan
gewoon niet laten om daar iets mee te doen.
Spelend, een beetje esthetisch, kunstig,
journalistiek.’
En dus met een flinke dosis ironie?
‘Ja, dat moet er altijd wel inzitten. Want ik
neem mezelf niet zo serieus. Ook mijn eigen
onderwerp relativeer ik. Je kunt niet zoiets
groots als Homo Sovieticus of God Inc. doen als
je dat 100 % serieus opvat. Dat moet je van te
voren al incalculeren, anders wordt het bela-
chelijk.’
Waarom kun je dat niet doen?
‘Omdat het een beetje onzinnig is om Het
Geloof of Het Communisme aan te willen pak-
ken. In mijn projecten laat ik ook maar frag-
menten, korte ontmoetingen zien. Sommige
mensen nemen mijn werk wel heel serieus,
maar ik ben de eerste die daar van schrikt.’
om de schaduwpartij eruit te krijgen, de
onvolkomenheden van de camera op te
lossen. Dus dat zijn gigantische files.
Het is een soort HDR, high dynamic range,
een techniek die veel door amateurs wordt
gebruikt en je veel op internet vind. Van die
hele spectaculaire beelden van kathedralen,
landschappen, die heel fel van kleur zijn. Een
afgeleide van deze techniek heb ik gebruikt
voor Moments.
Voor dit project was ik een samenwerking
aangegaan met Orange Telecom in Frankrijk,
die wilde dat ik elke dag tijdens mijn reizen
foto’s online zette. Maar toen ik met deze
techniek begon, kende ik die eigenlijk nog
nauwelijks en werden de beelden echt heel
lelijk, kitsch. Daar kreeg ik enorme kritieken
op. Zo van: och ja, die jongen heeft zich al zo
vaak bewezen, die kan nu wel eens behoorlijk
op zijn bek gaan.
Dat was echt heel hard. Ik schrok er zelf ook
een beetje van, maar ik zei: jongens rustig, het
Thames estuary, UK. 2009Uit de serie Moments before the Flood
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. CARL DE KEYZER
achtergrond goed werkt.’
Je ensceneert niet, maar je maakt een theater-
achtergrond waar mensen alleen maar in hoe-
ven te lopen?
‘Inderdaad. Het is een soort muizenval. Maar
ik ben altijd met grote camera’s bezig, ik
verberg me niet achter struiken ofzo. Ik sta
er gewoon pal voor, dit is mijn standpunt, en
die foto wil ik maken. Daar wijk ik geen meter
vanaf. Mensen zien mij, soms lopen ze weg en
wordt het minder interessant. Soms gebeurt
er iets wat je niet verwacht, waardoor het
interessanter wordt. Soms verdrijf ik mensen
ook en heb ik ze net waar ik ze wil.’
In die zin stuur je het ook wel?
‘Ja ja, zeker. Gewoon door ergens te staan.
Midden op een dansvloer bijvoorbeeld. Dat
vinden mensen vervelend. Dan heb ik bijvoor-
beeld een koppeltje gezien dat ik naar de bar
wil krijgen. Als ik dan de dansvloer op ga is
dat het eerste wat ze doen; van de dansvloer
af naar de bar. Dan heb ik mijn foto.’
Eigenlijk heel sneaky?
‘Ja, een beetje wel soms. Dat gebeurt niet
altijd, maar soms werkt het wel. Aanwezigheid
kan soms veel meer veranderen dan mensen
vragen te poseren. Dat zie je altijd aan de foto,
dat zijn vaak flauwe beelden.’
In een interview zei je dat je niet mag manipule-
ren?
‘Manipuleren is een veelzijdig begrip. Ik vind
niet dat je mag ensceneren. Het hangt er erg
vanaf in welke hoedanigheid je het doet. Als
je als fotojournalist in Irak of Afghanistan zit
en je hebt een nieuwsfeit gefotografeerd dan
moet je daarvan afblijven vind ik. Zelfs al is
het maar een soldaat die nog eens zijn helm
moet opzetten. Maar mijn projecten hebben
meestal geen fotojournalistieke waarde, die
zijn vaak heel abstract, op Zona na, daar heb
ik die verantwoordelijkheid wel een beetje
gevoeld.
Maar ik doe het niet omdat ik merk dat je dan
beelden krijgt die volgens de beperkingen van
je eigen verbeelding tot stand zijn gekomen.
Ensceneer je niet dan heb je veel kans dat je
niets hebt, maar als je het wel doet heb je een
zeker beeld. Dat is misschien wel bruikbaar,
maar nooit fantastisch. Het zal nooit iets zijn
dat je zal verbazen.
De goede beelden die ik maak zijn de beelden
die zich zelf maken. Beelden die ik nooit zelf
had kunnen bedenken. Er zijn mensen die
het wel kunnen, ik heb veel bewondering
voor cineasten. Maar ik vind mijn beelden
sterker als ik het niet doe. Ik heb het ook
Hoe evolueert zo’n project als Moments? Dat
begon als opdracht over het water langs de Bel-
gische kust, maar dat werd veel meer.
‘Mijn eerste idee was om alleen water te
fotograferen, echt alleen water, zelfs geen
strand. Ik wilde dat doortrekken naar heel
Europa omdat ik België dan toch maar wat
klein vond.’
Daar begint het al, het moet groter?
‘Bij mij is dat altijd zo. Het begint met een
klein dingetje en plots wordt het groot. Na 2,
3 reizen, mensen te zien op stranden, kon ik
het toch niet laten om mensen te fotograferen.
Dat heeft te maken met mijn roots, de
fotodocumentaire richting. Ik heb wel veel
minder mensen gefotografeerd dan in Congo
natuurlijk. Slechts hier en daar een mens,
maar ik heb me echt moeten inhouden om
geen massascènes a la Vitali te maken enzo.
Dat werk ken ik gelukkig, dus je trapt er niet
in om hetzelfde te gaan doen.’
En toen kwamen er ook bouwwerken in?
‘Ja, dat vind ik eigenlijk het boeiendste. Veel
van mijn werk gaat over geschiedenis, onze
systemen, de manieren om samen te leven en
dan vooral de visuele restanten daarvan. Het
communisme, religie, kolonialisme, hebben
bouwwerken opgeleverd. Er is altijd wel iets
gemaakt om die ideologieën te visualiseren
en die blijven meestal gewoon staan. In
België staan bouwwerken uit de 8e eeuw
tot de 20e eeuw plompweg naast elkaar. Die
ongewilde combinatie vind ik heel boeiend,
zeker als mensen daar iets mee gaan doen,
dan krijg je vaak hele interessante visuele
elementen. Dat wordt bijna surrealisme,
ongewild surrealisme. Ik ben niet zo’n fan
van surrealisme omdat dat vaak veel te
gekunsteld is, zoals Dali, maar het ongewilde
surrealisme vind ik fantastisch.’
Het surreëele van de realiteit?
‘Ja, het absurde. Ik probeer dingen te zien
waar mensen gewoonlijk aan voorbij lopen.
Ik begin altijd met een achtergrond. In die zin
ben ik nogal theatraal en vrij eenvoudig qua
opbouw in mijn beelden. Mijn achtergrond is
altijd een horizontale muur of stadslandschap.
Ik werk nooit met weglopende perspectieven,
dat vind ik veel te ingewikkeld (lacht).’
Bijna een studioachtergrond?
‘Ja. En dan blijf ik daar gewoon een tijdje
staan, niet lang, zo’n 5 minuten, niet
meer. Dan heb ik al gezien dat zich daar
iets interessants afspeelt en hoop ik dat
die mensen zelf een beetje voor acteur
gaan spelen en dat de combinatie met die
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. KARL DE KEYZER
nieuw project kijken?
‘Bij Moments is er een jaar lang door twee
assistenten research gedaan. Dat was het
eerste project dat volledig is gesponsord door
anderen, niet door mij. Het was ook een heel
duur project, 200.000 euro. Dat had ik niet
zelf. Die assistenten zijn Europa helemaal
afgelopen op Google Earth, hebben miljoenen
beeldjes bekeken om te zien wat interessante
plekken zouden kunnen zijn. Voor de rest
zat hier niet zoveel filosofische of literaire
voorbereiding bij.
Dat was bij Homo Sovieticus, God Inc. en
Europa wel het geval. Bij Europa beeldde ik
mij in dat ik rondliep in de zestiende eeuw: ik
ben Keizer Karel, Carl de Keyzer. Ik heb toen
heel veel romans over en uit die tijd gelezen.
Het eerste wat ik deed als ik in bijvoorbeeld
Compostella was, was naar het museum
voor schone kunsten gaan, naar al die oude
schilderijen kijken, zien hoe ze vroeger die
stad verbeeldden. Dan ging ik naar buiten en
hoopte ik dat die beelden in mijn hoofd bleven
zitten en dat ik daar ergens een variant van
zou zien.
De laatste tijd heb ik het minder gedaan,
zoals bij Congo. Dat had wel gekund, er is
ontzettend veel over geschreven. Maar ik
wilde dat vermijden omdat de Congolese
geschiedenis zeer ingewikkeld is. Ik moet
eerlijk zeggen, ik begrijp het nog altijd niet
goed. Het probleem is dat als je dat allemaal
weet, de kans zeer groot is dat dat doorsijpelt
in je beelden. Ik wil niet populistisch doen of
commercieel, maar als je dan verwacht van
je kijker dat ze dezelfde bagage bezitten om
die beelden te begrijpen heb je meestal een
probleem. Ik heb dat met sommige projecten
wel gedaan zoals met Trinity, dat is daardoor
een beetje de mist ingegaan. Mensen wisten
niet hoe die Tableaux d’Histoire eruit zagen.’
Dat was te intellectueel?
‘Te intellectueel, te conceptueel. Ik hou wel
van concepten. Dat is wat je nu moet doen,
het gaat minder om de manier waarop, meer
nooit gedaan, op een paar portretten na. Er
is wel een verschil tussen mise en scene en
toestemming vragen. In de Sovjet-Unie heb
ik nooit toestemming gevraagd. In Congo
moet je aan iedereen toestemming vragen
anders krijg je last. Dan weet je dat je minder
spontane beelden kunt maken.’
Hoe los je dat dan op? Afwachten?
‘Je vraagt toestemming en dan wacht ik
meestal. Als je dan onmiddellijk een foto
maakt wordt het niets. Je wacht, babbelt een
beetje. Dan gaan ze vanzelf weer iets doen dat
interessant kan zijn.’
In sommige van je beelden zie je eraan af dat
mensen acteur in je foto willen zijn. Bijvoorbeeld
de soldaat bij het oude paleis?
‘Dat is een beeld uit het project Trinity. De
president van Ivoorkust heeft in de jaren
zeventig het Vaticaan laten nabouwen in de
brousse, wel maar op 90 % qua verhouding.
Nu was er oorlog en werd het Vaticaan
bewaakt door het Franse leger. Dat was totale
waanzin. Die soldaat ging zelf als het ware
staan poseren. Ik had geen toestemming
gevraagd, ik stond daar gewoon foto’s te
maken. Dat zijn beelden, situaties, die veel
sterker zijn dan wat je er ooit zelf van kunt
maken.’
Wat komt er bij de voorbereidingen voor een
IVORY COAST, YAMOUSSOUKROU, 2006. The Vatican replica basilica.Foto uit de serie Trinity
MEEKIJKEN OVER DE SCHOUDER VAN.. CARL DE KEYZER
Je bent lange tijd bezig geweest met een soort
eeuwigheidswaarde aan je werk mee te geven.
Doe je dat nog?
‘Ja en nee. Zo arrogant ben ik wel dat ik hoop
dat mijn beelden zullen overblijven. De archi-
veringswaarde vind ik nog altijd heel belang-
rijk. De beelden die ik nu maak gaan 200 jaar
mee, zelfs als die in het volle zonlicht zouden
hangen. Terwijl dat in feite onzin is, over 200
jaar kijkt niemand meer naar mijn beelden. In
het beste geval als er een overzichtstentoon-
stelling is over België of Europa, dan zit er één
beeldje van mij bij, wie weet. Eigenlijk weet
ik zeker dat er één of twee jaar na mijn dood
misschien nog wel eens een retrospectief
wordt georganiseerd in het beste geval, maar
dan is het afgelopen. Dus daar denk ik eigen-
lijk niet meer aan.
Ik streef nog wel altijd naar een vorm van uni-
versaliteit. Ik probeer geen tijdsgebonden din-
gen te fotograferen, een reclamebeeld of auto
die over vijf jaar al ouderwets is. Maar vroeger
dacht ik dat ik beelden kon maken die de tijd
konden overstijgen, dat ik als fotograaf sterk
om het concept. Maar daar mag je niet te ver
in gaan want dan verlies je de band met de
kijker.’
Het concept van jouw Congoboek was een reis-
gids maken zoals die in die tijd hebben bestaan?
‘Ja, zeer simpel. Het hoeft ook niet ingewik-
keld te zijn. Bij Homo Sovieticus heb ik me
voorgenomen: ik loop als een Pravda fotograaf
rond in de Sovjet Unie. God Inc. was in de stijl
van Robert Capa, de jaren zestig, met twee
zware flitsen, zoals de stijl van Life magazine.
De opkomst van de evangelisten, fireball prea-
chers, dat was allemaal jaren zestig. Dus ik
wou echt een Life magazine boek maken.
Bij Congo was het uitgangspunt een reisgids,
daar bestonden vier edities van, van 1954 tot
58. Ik ben geboren in 1958 dus die heb ik
genomen. Dat was een soort Michelin gids,
een Lonely Planet van die tijd, waarin heel
mooi beschreven stond waar je kon logeren,
bijvoorbeeld in het klooster, waar een garage
van Peugeot of van Renault was, een waterval,
een zwembad, alsof je Zuid-Frankrijk bezoekt.
Dat was toen ook zo. Je had wegen, overal
hotels, dat was rondreizen zoals hier. Iets
dat vijftig jaar later natuurlijk volkomen
anders was. Congo was een soort Belgisch
Utopia, mooier dan België zelf. Vijftig jaar
later krijg je geen feeërieke landschappen en
safariparken te zien, maar vind je alleen maar
ruïnes, slechte wegen en oorlog. Dat is echt
schrijnend.’
Eigenlijk heb je met al je projecten gepoogd
door de tijd te reizen. Als reisgidsfotograaf in het
Congo van de jaren 50, als Karel de Keyzer door
Europa.
‘Ik vond het altijd boeiender om mezelf terug
te plaatsen in een verleden. Nu met Moments
heb ik dat voor het eerst naar de toekomst
gedaan. De cover is duidelijk Science Fiction.
Al mijn boeken zijn geïnspireerd op bestaande
boeken. Europa was geïnspireerd op een boek
uit 16e eeuws Florence, Homo Sovieticus een
propagandaboek uit 1932, God Inc. een Life
Time cover uit de jaren zestig, East of Eden
een bladzijde uit de bijbel, de verdrijving uit
het paradijs.’
Is dat bij toeval gekomen?
‘Dat is begonnen met mijn liefde voor het
sociaal-realisme, de propagandakunst. Toen
dat mooi werkte heb ik het met andere boeken
ook gedaan. Ik laat bijna altijd de vormgever
eerst iets maken, maar vaak kom ik dan terug
met mijn idee dat geïnspireerd is op een
boek.’
Leopoldville (Kinshasa) 2009. LovaniumUit de serie Congo (Belge)
genoeg was om de datering tegen te gaan. Ik
heb gemerkt dat dat niet gaat.
De tijd is meer en meer een onderwerp
voor me geworden. Ik heb er altijd tegen
gevochten, geprobeerd het weg te drukken,
maar als ik nu kijk naar mijn India boek,
dat is gedateerd, Homo Sovieticus, zelfs God
Inc. zijn gedateerd. Ondanks het feit dat ik
geen stijl heb gebruikt van dat jaar, maar al
heb teruggegrepen op iets uit het verleden
– waardoor je die actualiteit ontkracht – zijn
die pogingen niet gelukt. De tijd gaat immers
altijd maar verder.’
Calcutta. India 1986Uit de serie India