Made in Holland - · PDF fileDirect werken 1.065.000 2 ... Productiebedrijven in Nederland...
-
Upload
nguyenduong -
Category
Documents
-
view
215 -
download
0
Transcript of Made in Holland - · PDF fileDirect werken 1.065.000 2 ... Productiebedrijven in Nederland...
Branchegroep Manufacturing
Made in HollandTrends in de Nederlandse Industrie 2002-2007
Made in Holland 1
Inhoud
Voorwoord 2
Introductie 3
Verantwoording 4
Focus Manufacturing 6
Proces-/Productinnovatie 8
Concurrentiepositie Nederland 10
Overbrengen productiefaciliteiten 12
Overheid 14
Human Resources 16
Algemeen Management 17
Kansen en bedreigingen 19
Visie 20
Voorwoord
2 Deloitte & Touche Made in Holland 3
Introductie
‘Made in Holland’. Wie neemt na een bezoek aan Nederland geen ‘souvenirs’ mee voor thuis en komt erachter dathet product niet in Nederland is vervaardigd?
Wie kent niet het trotse thuisgevoel wanneer je in het buitenland Nederlandse merkproducten tegenkomt. Wel is ervervolgens teleurstelling wanneer het keurmerk ‘made in Holland’ ontbreekt. Kunnen wij niet beter spreken van:‘Was once made in Holland?’
De branchegroep Manufacturing van Deloitte & Touche heeft voor u onderzocht wat er gaande is met de Nederlandseindustrie. De uitkomsten van het hierin gerapporteerde onderzoek zijn ronduit alarmerend. De B.V. Nederlandneemt onvoldoende maatregelen om de productiebedrijven voor Nederland te behouden. Ondernemers kun je alleenmaar binden aan een land of regio, wanneer de bestuurders van dat gebied eveneens ondernemen. Daar ontbreekthet helaas nog wel eens aan. Stelt u zich Nederland zonder de industriële bedrijvigheid voor: Het failliet van een economie. Natuurlijk is dit ietwat gechargeerd, maar duidelijk is wel dat het volgens de industriële ondernemersanders zal moeten.
Maatregelen gericht op het behoud van de industrie zijn noodzakelijk. Denk hierbij aan het verhogen van de subsidies ten behoeve van research en development, het verlagen van de belastingdruk, stimuleren van technischonderwijs en meer. U leest het in dit rapport.
Graag beantwoord ik persoonlijk uw vragen omtrent ons onderzoek. De branchegroep wordt verderop aan u voorgesteld, zodat u altijd weet bij wie u terecht kunt.
Kees van Dorp voorzitter branchegroep Manufacturing Deloitte & Touche
De Nederlandse industrie vormt één van de belangrijkste sectoren van onze samenleving. Nederland omvat ruim46.000 industriële ondernemingen die in 2001 bijna e 175 mrd aan jaaromzet genereerden1. Direct werken1.065.0002 personen in de industrie. Hoewel schattingen hierover uiteenlopen is duidelijk dat de industriesectoraan minimaal een vergelijkbaar aantal personen indirect werkgelegenheid biedt in, onder andere, de zakelijkedienstverlening. Een sector dus die een enorme impact heeft op de Nederlandse samenleving.
Bovendien laat de sector een aanmerkelijke dynamiek zien. De internationale concurrentie neemt door, onderandere geslechte handelsbelemmeringen en schaalvergroting, aanmerkelijk toe. Productie- en ontwikkeltijdenworden continu verder verlaagd. Veel markten kennen een agressieve prijsconcurrentie, waarbij de arbeidskostenin lagelonenlanden een substantieel strategisch nadeel voor de Nederlandse industrie impliceert. Product lifecycles worden steeds korter, terwijl afnemers steeds hogere kwaliteitseisen stellen.
Hoewel Nederland internationaal op manufacturing-gebied een goede uitgangspositie kent, zijn er duidelijkeaanwijzingen dat deze in de komende jaren verder zal verslechteren indien overheid en ondernemingen op deingeslagen wegen voortgaan.
Redenen genoeg voor de branchegroep Manufacturing van Deloitte & Touche om een marktonderzoek naar deactuele ontwikkelingen te doen; de resultaten hiervan worden weergegeven in deze uitgave.
Via dit onderzoek wil Deloitte & Touche onder meer een bijdrage leveren in het verder inzichtelijk maken vanactuele onderwerpen binnen de Nederlandse industriesector en een discussie over haar internationale concurren-tiepositie stimuleren.
Louis van Mierlo marketing managerHans Verhoef senior consultant manufacturing
1Bron: CBS
2Bron: CBS (telling 31/12/2000)
Verantwoording
4 Deloitte & Touche Made in Holland 5
Het onderzoek ‘Made in Holland’ kent als primaire doelstelling het vergroten van het inzicht in actuele ontwikkelingen binnen
grotere productiebedrijven in Nederland.
Alle productiebedrijven in Nederland met tenminste 50 werkzame personen (2.520) zijn uitgenodigd om via een enquête op
een beveiligde internetsite (Deloitte INVision) hun visie te geven op voornoemd onderwerp.
Voor elke ingevulde enquête doneert Deloitte & Touche als waardering voor de respondent e 30,- aan de stichting War Child.
In totaal hebben 234 bedrijven hun medewerking aan het onderzoek verleend. Het veldwerk van het onderzoek is gerealiseerd
tussen 13 februari 2002 en 5 maart 2002. Statistische analyses zijn uitgevoerd met een betrouwbaarheid van 95%.
In de grafieken van deze rapportage zijn de ondernemingen uit de genoemde populatie aangegeven met ‘industriële onderne-
mingen’. Een vraagteken representeert de antwoordcategorie ‘weet niet/geen mening’.
De informatie is verrijkt met onder andere macro-economische trends op basis van informatie van CBS, Eurostat en het
Ministerie van Economische Zaken. De kwantitatieve resultaten van het onderzoek zijn becommentarieerd door:
mr. P.A.F.W. Elverding
voorzitter Raad van Bestuur
DSM
drs. C. Oudshoorn
directeur economische zaken
VNO-NCW
drs. J.E. Vaandrager
Chief Financial Officer
NV Twentsche Kabel Holding
drs. W.C.G. Voûte-Droste
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal
VVD
ir. V.F. Oomes
partner
Deloitte & Touche
Voor nadere informatie over de onderwerpen indeze rapportage kunt u contact opnemen met:
K.L. van Dorp RAPartner
Tel: (033) 479 27 92Fax: (033) 472 46 67Mobiel: 06 - 55 85 33 [email protected]
AccountantsTerminalweg 36Postbus 41 3800 AA Amersfoort
Monique M.A. WijgerseBranchemanager
Tel: (010) 272 16 62Fax: (010) 272 11 34Mobiel: 06 - 21 27 20 [email protected]
BestuurscentrumMarktdirectieAdmiraliteitskade 51Postbus 20313000 CA Rotterdam
Productiebedrijven in Nederland kunnen kosteloos specifieke informatie uit de database van het onderzoek aanvragen bij Deloitte & Touche.
Focus Manufacturing
6 Deloitte & Touche Made in Holland 7
% industriële ondernemingen
proces/prod.-innovatie
leanmanufacturing
kwaliteits-management
productionoutsourcing
routingproductielijn
contractmanufacturing
reduct. aantalleveranciers
Belangrijkste aandacht manufacturing
50403020100
43
22
19
8
5
2
1
��
De focus bij productieondernemingen met tenminste 50
werkzame personen in Nederland ligt duidelijk bij proces/
productinnovatie: 43% gaf aan dit het belangrijkste terrein
te vinden binnen manufacturing. Lean manufacturing (22%)
en kwaliteitsmanagement (19%) volgen op ruime afstand.
94% heeft in de afgelopen 12 maanden actie ondernomen op
het corresponderende belangrijkste terrein, hetgeen in 42%
van de gevallen leidde tot kostenreductie. Omzetvergroting
(16%) of winstverhoging (12%) komen als belangrijkste effect
veel minder voor.
Oomes (Deloitte & Touche): “Gelet op de ontwik-kelingen om ons heen, waarbij lagelonenregio's als Oost-Europa een steeds sterkere concurrentie opleveren, kunnenmanufacturing-bedrijven in Nederland kiezen voor 2 opties.
Er kan gekozen worden voor het in hoge mate automati-seren van productieprocessen, waarbij de invloed van dehogere loonkosten in Nederland minder nadelige gevolgenheeft. Vanwege vaak praktische redenen – het gemakwaarmee verhoging van de automatiseringsgraad kanworden bereikt – is deze strategie niet in alle takken vanindustrie met evenveel succes uit te voeren.
Een andere strategie die vaak wordt gevolgd is die waarbijeen bedrijf zich richt op specialisatie. De succesfactorenvan dergelijke bedrijven verplaatsen zich daarmee naarhet economisch goed kunnen managen van complexe productieprocessen zoals in de fabricage van IntegratedCircuits of het produceren in nauwe samenwerking met deklant. Of naar het succesvol in hoog tempo introducerenvan nieuwe producten (essentieel in bijvoorbeeld de markt
van mobiele telefonie). Hierbij is het belangrijk op te merkendat echter ongeveer 25% van de productintroducties echtsuccesvol is: ook dit scenario is niet geheel zonder risico's.
In ver doorgevoerde vorm – met bijbehorend hoog risico –kan deze strategie zelfs leiden tot een volledige herzieningvan de missie van een bedrijf! Een illustratief en bekendvoorbeeld hiervan is Nokia. Deze onderneming begon in1875 in de papierindustrie en ontwikkelde zich via onderandere rubberproductie tot toonaangevende producentvan mobiele telefoons. In dit soort elementaire onderne-mingstransformaties speelt de overheid vaak een grote rol.De Nederlandse staatsmijnen hebben zich op deze wijzeontwikkeld tot een onderneming als DSM.
De Japanse overheid heeft eveneens een goed voorbeeldlaten zien van de stimulerende invloed die regeringen kunnen uitoefenen. Tijdens de jaren ‘80, waarin de Japanseindustrie een achterstand had op die in de Verenigde Staten,droeg het METI 3 zorg voor bundeling van de gefragmen-teerde inspanningen en invoering van de bekende
kwaliteits-drive over de gehele breedte van de industrie.Mede hierdoor werd de achterstand ingelopen en deelsomgezet in voorsprong.
In het midden- en kleinbedrijf is vaak de ervaring metinnovatieprocessen wat beperkter en kan een mislukte productinnovatie het voortbestaan van het bedrijf zelfs in gevaar brengen. Met name hier is het wenselijk dat deoverheid – meer dan nu het geval is – de rol op zichneemt om proces- en productinnovatie te stimuleren.”
Vaandrager (Twentsche Kabel): “De arbeids-productiviteit in Nederland blijft ver achter bij de loon-stijgingen. Dat lot heeft Duitsland al eerder getroffen.Een aantal jaren geleden lagen de loonkosten bij onzeOosterburen ongeveer 30 procent hoger dan inNederland. Dat verschil is een beetje verdampt. Zeker alsje weet dat er in Duitsland de afgelopen jaren ook nogeens flink is geïnvesteerd in kapitaalgoederen om dearbeidskosten zoveel mogelijk te drukken. Aan twee fronten valt de balans dus negatief voor ons uit.”
“Voor veel bedrijven is het praktischer om de R&D afdeling dichtbij het productieapparaat te hebben.Daarmee dreigen we ook de kroonjuwelen van onze economie te verliezen.”
“We zijn allang niet meer het slimste jongetje van deklas. Het wordt naar mijn idee heel lastig voorNederland. Als ik naar China kijk, waar de TwentscheKabel ook gevestigd is, en zie hoe eenvoudig we daaraan hoog gekwalificeerd personeel kunnen komen.Dat is ongelofelijk. En allemaal keurig geschoolde mensen hoor. Met veel belangstelling en toewijding.”
Proces-/Productinnovatie
8 Deloitte & Touche Made in Holland 9
101 2 3 4 5 6 7 8 9
productinnovatie
procesinnovatie
% in
du
stri
ële
on
der
nem
ing
en
0
5
10
15
20
25
30
35
40
Belang proces-/productinnovatie
x = 7,5x = 7,8 ��
Zowel proces- als productinnovatie staat hoog in het vaandel
van de Nederlandse grotere productieondernemingen.
Respectievelijk geeft 56% en 64% tenminste een 8 om het
belang van deze factoren uit te drukken.
De Nederlandse overheid is doorgaans niet te spreken over
de innovatieprestaties van Nederlandse bedrijven. Essentiële
kengetallen als de relatieve R&D-uitgaven en de omzet met
nieuwe of gemodificeerde producten van ondernemingen
liggen onder het EU-gemiddelde4.
In het rapport “Toets op het concurrentievermogen” stelt het
Ministerie van Economische Zaken: “De Nederlandse innovatie-
prestaties zijn in Europees perspectief mager. Met name het geringe
aantal innovatieve bedrijven in de dienstverlening, de lage private
R&D-uitgaven en de geringe omzet die de industrie uit haar
innovatieve activiteiten weet te halen baren zorgen.”
De onderzochte bedrijven gaven aan gemiddeld 4,8% van
de omzet te besteden aan research & development. 23% van
de productiebedrijven vermeldt meer dan 5% voor dit doel
uit te geven.
Een van de meest in het oog springende ontwikkelingen in
het integrale bedrijfsproces is supply chain integration.
Oomes (Deloitte & Touche): “Deze herschikkingvan de supply chain leidt tot grotere logistieke complexiteiten versterkt de noodzaak tot het inzetten van IT.Marktonderzoeksbureaus verwachten dat manufacturersna ERP software de komende tijd met name zullen investeren in via internet communicerende supply chainmanagement. Hierbij helpt de ontwikkeling naar standaard-software in combinatie met lagere telecom-kosten.
Bekende voorbeelden komen uit de high tech. Zo heeft Dell een aanzienlijk lager kapitaalbeslag dan andere PC-fabrikanten. Voorraden worden door supply chain integratie via internet bij dit bedrijf gemeten in uren inplaats van dagen. ASML is steeds meer een supply chainintegrator met een sterke R&D- en verkoopactiviteiten."
4Bron: CBS, Eurostat en Ministerie van Economische Zaken
Elverding (DSM): “Het beklag van Europese regeringsleiders (waaronder minister-president Kok) over de te lage R&D-quote van de Europese en Nederlandseindustrie mag niet los worden gezien van veel hogerebelasting- en premiedruk op bedrijven in de EU in verge-lijking tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten en het inNederland ontbreken van grote R&D overheidsopdrachten.DSM bepleit voor Nederland en de EU een R&D-stimule-ringsbeleid vooral gericht op innovaties en doorbrakenevenals op innovatieve investeringen, met een gezamen-lijke inspanning van industrie en overheid.”
Made in Holland 11
Concurrentiepositie Nederland
10 Deloitte & Touche
% industriële ondernemingen
koploper!
vooraanstaandepositie
in de middenmoot
onder gemiddelde
minst competitief
?
Verwachte concurrentiepositie Nederland
50403020100
0
over 5 jaar
22
41
28
6
3
��
De grotere Nederlandse productiebedrijven zijn niet
onverdeeld enthousiast over de concurrentiepositie op
manufacturinggebied die Nederland over 5 jaar zal innemen.
Circa 1 op de 3 verwacht dat Nederland in vergelijking met
andere EU-landen en de Verenigde Staten onder het gemid-
delde zal scoren. Opmerkelijk is dat 0% de stelling
“Nederland is koploper!” onderschrijft. 41% verwacht dat
Nederland in de middenmoot zit en volgens 22% zal
Nederland zich op de voornoemde termijn juist op een
“vooraanstaande positie” hebben gekwalificeerd.
Oudshoorn (VNO-NCW): “Gelet op het belang vande industrie voor de Nederlandse economie is een sterkeindustrie een conditio sine qua non voor een gezondeeconomische ontwikkeling. De (concurrentie)positie vande Nederlandse industrie is de afgelopen jaren echterdanig in de verdrukking geraakt. Om een aantal redenen.
De loonkosten per eenheid product stijgen veel sneller dangemiddeld in de andere eurolanden het geval is. In dejaren 1998-2001 zijn de loonkosten per eenheid product inde Nederlandse verwerkende industrie 10% sneller geste-gen dan in het eurogebied. Deze ontwikkeling zet zich ditjaar en komend jaar naar alle waarschijnlijkheid voort.
De sterke stijging van de loonkosten kan maar deels worden opgevangen door hogere prijzen aan de afnemers door te berekenen. Als gevolg daarvan is deprijsconcurrentiepositie van Nederlandse exporteurssterk aan het verslechteren: met in totaal 5% in de jaren2001-2003. Een dergelijke omvangrijke verslechteringvan de prijsconcurrentiepositie kan natuurlijk niet zondergevolgen blijven: Nederland verliest inmiddels markt-aandeel op zijn exportmarkten.
De hoge loonkostenstijging wordt voor een ander deelopgevangen door in te teren op de winstmarges. De winst-quote is sinds 1998 bijna gehalveerd: van 11,7% in 1998naar 6,5% in 2002. Dat beeld wordt bevestigd door de ontwikkeling van een andere maatstaf om de winstge-vendheid mee te beoordelen, de arbeidsinkomensquote 5.Die is sinds 1998 in bijna alle industriële sectoren sterkopgelopen, met als absolute uitschieter in negatieve zin,de metaalindustrie: +12,25%-punt in de periode 1998-2002.
De gemeenschappelijke oorzaak voor deze verslechterdeconcurrentiepositie van de industrie ligt in het gebrek aanloondifferentiatie, met als gevolg een veel te sterk oplopenvan de loonlast in de exposed sectoren. Daarnaast heeftde industrie te maken met een verzwakte internationalefiscale concurrentiepositie van Nederland, een niet opti-maal functionerende kennisinfrastructuur, schaarste aanpersoneel - vooral met een technische of bèta-achtergrond- en een vaak slechte bereikbaarheid.
Al met al is er dus alle reden om de Nederlandse industriede komende jaren (de komende kabinetsperiode) een steviger fundament te geven.”
Voûte-Droste (lid Tweede Kamer VVD) stelt kernachtig: “De teruglopende concurrentiepositie van Nederland moet snel gekeerd worden.Daarvoor moet er een dringend beroep worden gedaanop de sociale partners om loonmatiging te betrachten.Maar ook de overheid moet hierbij niet aan de kant blijven staan. We zullen nog meer moeten ondernemenom het ondernemingsklimaat te verbeteren. Een samen-hangend macro-economisch beleid is noodzakelijk omde Nederlandse economische positie te versterken.Daarvoor zijn nog een aantal verbeteringen nodig omeen innoverend ondernemersklimaat verder te stimuleren:• verdere substantiële lastenverlichting voor het
bedrijfsleven• reductie van administratieve lasten • stimulering van kennisoverdracht vanuit de kennis-
instellingen naar bedrijfsleven teneinde de arbeids-productiviteit te verhogen
• ruimte voor innovatie• stimulering van het gebruik van ICT benodigd in een
kenniseconomie• stimulering van de export.”
5Het aandeel van de loonkosten in de toegevoegde waarde
Overbrengen productiefaciliteiten
12 Deloitte & Touche Made in Holland 13
% industriële ondernemingen
ja
Verplaatsen productiecapaciteit binnen 2 jaar
11 20
69
nee
?
% industriële ondernemingen
zeer mee eens
mee eens
neutraal
mee oneens
zeer mee oneens
?
Overname R&D door lagelonenlanden
10 20 30 40 50 600
2
2 Stelling:Lagelonenlanden zullen taken als R&D veroveren
17
17
52
10
Hoewel in eerste aanleg een percentage van 20 voor
het aantal productieondernemingen met tenminste 50
werkzame personen in Nederland dat ‘substantiële’
productiecapaciteit zal overbrengen naar het buitenland
niet spectaculair lijkt, geeft het een onmiskenbaar alarm-
signaal. Als een vergelijkbaar percentage zich een aantal
jaren handhaaft ontstaat er vanzelfsprekend een aanmer-
kelijke cumulatie. Zeker als daaraan toegevoegd kan
worden dat 62% van de onderzochte ondernemingen
verwacht dat ook research & development-taken door deze
landen zullen worden overgenomen. Ondernemingen met
tenminste 100 werkzame personen onderschrijven de cor-
responderende stelling uit het onderzoek nog iets steviger
dan ondernemingen met 50-99 werkzame personen.
� � ��
Elverding (DSM): “Voor Nederland is het zaak dat de eindregie van de bedrijfsresearch in Nederland blijft.Dat biedt voldoende draagvlak voor samenwerking tussenbedrijfsresearch en het fundamenteel onderzoek indicatiefaan universiteiten ook in Nederland”.
In 26% van de gevallen blijkt de productieonderneming voor
het grootste deel gefinancierd te zijn via een buitenlandse
aandeelhouder. Voor deze bedrijven zal het verplaatsen van
productiecapaciteit naar het buitenland mogelijk nog aantrek-
kelijker zijn.
In toenemende mate vindt productie in het buitenland plaats
op basis van contract manufacturing.
Oomes (Deloitte & Touche): “Na het uitbestedenvan ondersteunende taken als transport en schoonmaakzien we bij grotere bedrijven een ontwikkeling van uitbe-steding van bijvoorbeeld IT en back-offices. Bovendien zienwe een herschikking van de supply chain door de opkomstvan zogenaamde contract manufacturers, bedrijven die inopdracht van anderen produceren. We kennen ze al heellang in de food business (bottelaars van Coca Cola), in dekledingindustrie (Nike, Reebok) en sinds een aantal jaren in de high tech industrie. Bedrijven als SCM en Flextronicsdoen assemblage voor ondernemingen als Cisco, Palm,Ericsson en ook Philips, dat sinds kort zelf geen videorecor-ders meer produceert.
Deloitte & Touche verwacht dat ook andere industrieënnaar dit model zullen groeien. Enige grote autofabrikantendenken al aan uitbesteding van hun assemblagefunctiezodat ze zich volledig kunnen richten op research & deve-lopment, productie van essentiële componenten als moto-ren, marketing, sales en service.
Contract manufacturers opereren op grote schaal en opgoedkopere productielocaties dan hun klanten, waardoorze lagere kosten hebben. Contract manufacturing biedtook kansen doordat toetreding op de wereldmarkt gemak-kelijker wordt. Zo kon Palm snel uitgroeien tot marktleiderin Personal Digital Assistants door de productie uit tebesteden aan een, in onder meer Hongarije gevestigde,contract manufacturer. Slimme bedrijven weten te profite-ren van de nabijheid van het voormalige Oostblok en kun-nen zo research & development en engineering-activiteitenin Nederland houden.”
% industriële ondernemingen
(vrijwel) niet
Mate waarin succes bij vinden know-how in Nederland
4 1 21
7
41
44
matig
onvoldoende
voldoende
goed
zeer goed
?
Duidelijk is dat voor de overweldigende meederheid (89%)
adequate know-how op manufacturinggebied – in de huidige
situatie – binnen Nederland kan worden gevonden.
� �
Made in Holland 15
Overheid
14 Deloitte & Touche
De ondernemers blijken de overheid een scala aan ideeën
te kunnen leveren om de concurrentiepositie van hun
bedrijf op (middel)lange termijn te kunnen ondersteunen.
Frequent genoemd worden lastenverlichting, loonmatiging,
adequaat onderwijs, stimulering van innovatie, verminde-
ring regelgeving en verbetering van de infrastructuur.
Een compacte, letterlijke selectie uit de voorstellen:
• “1 fte per jaar subsidiëren voor een vrijdenkende
innovatieve slimmerik”
• “afschaffen vennootschapsbelasting, bedrijfswinsten
moeten ten goede komen aan investering, vernieuwing”
• “de enige taak die ik hier voor de overheid zie is zorgen
dat er geen buitenlandse markten worden afgeschermd
door lokale overheden”
• “door oneerlijke concurrentie tegen te gaan. China,
Korea geven overduidelijk steun aan hun bedrijven”
• “het stimuleren van de dingen waar Nederland goed
in is”
• “schaalnadelen compenseren door belastingverlaging
of anderszins”
De ondernemers blijken de overheid een scala aan ideeën
te kunnen leveren om de concurrentiepositie van hun
bedrijf op (middel)lange termijn te kunnen ondersteunen.
Frequent genoemd worden lastenverlichting, loonmatiging,
adequaat onderwijs, stimulering van innovatie, verminde-
ring regelgeving en verbetering van de infrastructuur.
Een compacte, letterlijke selectie uit de voorstellen:
• “1 fte per jaar subsidiëren voor een vrijdenkende
innovatieve slimmerik”
• “afschaffen vennootschapsbelasting, bedrijfswinsten
moeten ten goede komen aan investering, vernieuwing”
• “de enige taak die ik hier voor de overheid zie is zorgen
dat er geen buitenlandse markten worden afgeschermd
door lokale overheden”
• “door oneerlijke concurrentie tegen te gaan. China,
Korea geven overduidelijk steun aan hun bedrijven”
• “het stimuleren van de dingen waar Nederland goed
in is”
• “schaalnadelen compenseren door belastingverlaging
of anderszins”.
ingelopen door een verlaging van het tarief naar uitein-delijk 30%. Daarnaast is het hoog tijd dat de kapitaals-belasting wordt afgeschaft.
Ten derde: versterking van de kennisinfrastructuur.Door een sterkere betrokkenheid van het bedrijfsleven (in veel gevallen: de industrie) bij de keuze en uitvoeringvan onderzoek aan universiteiten en andere kennisinstel-lingen. Door de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelings-werk niet meer budgettair dicht te schroeien; de WBSOheeft haar nut inmiddels duidelijk bewezen. En door eenimpuls te geven aan het beroepsonderwijs en de opleidingvan ICT-ers en technici.
Tenslotte is een forse verbetering van de infrastructuurnodig. Want het is nog altijd zo dat potjes pindakaas ofmachineonderdelen niet via e-mail verspreid kunnenworden, maar gewoon vervoerd moeten worden.”
Oudshoorn (VNO-NCW): “Om de Nederlandseindustrie weer een betere uitgangspositie te geven, is een algehele versterking nodig van het Nederlandseondernemingsklimaat. Dat vereist tal van maatregelen,die veelal niet eens specifiek gericht zijn op de industrie,maar alle sectoren van de Nederlandse economie tengoede komen, van verlaging van de vennootschaps-belasting tot verkleining van de armoedeval.
In de eerste plaats een terugkeer naar een gematigdeontwikkeling van de lonen. Dat is cruciaal.
In de tweede plaats een versterking van de fiscale concurrentiepositie.Terwijl inmiddels veel Europese landen- en zeker de kleinere, die onze directe concurrenten zijn -hun effectieve Vpb-tarief hebben verlaagd, is hetNederlandse tarief jarenlang nagenoeg ongewijzigdgebleven. De aldus opgelopen achterstand moet worden
50403020100
% industriële ondernemingen
zeer positief
positief
neutraal
negatief
zeer negatief
?
Vestigingsbeleid gemeenten
3
34
44
11
3
5
De lagere overheid wordt goeddeels positief beoordeeld op
het vestigingsbeleid voor productieondernemingen.
Opmerkelijk is de grote groep die neutraal tegenover het
vestigingsbeleid van de gemeente staat.
Vaandrager (Twentsche Kabel): “De inflatieligt hier namelijk hoger dan in de rest van Europa.Daarnaast vind ik dat het kabinet onvoldoende maat-regelen heeft getroffen om de industriële concurrentie-positie te verbeteren. De bureaucratie is onder Paarsflink toegenomen. Het poldermodel vind je tegenwoor-dig overal. Een hoop bureaucratie en weinig slagvaar-digheid. Nederland is voor veel ondernemers niet meereen van de aantrekkelijkste landen.”
Made in Holland 17
Algemeen Management
16 Deloitte & Touche
Human Resources
% industriële ondernemingen
zeer goed
goed
voldoende
matig
onvoldoende
(vrijwel) niet
Contracteren gekwalificeerde medewerkers
50403020100
1
22
43
15
17
2
% industriële ondernemingen
WO/HBO
Niveau waarop moeilijkste te contracteren
131
18
44
24
MBO
VMBO
ongeschoold
?
66% geeft aan dat men ‘(zeer) goed’ tot ‘voldoende’
adequaat gekwalificeerde medewerkers kan contracteren;
echter 34% geeft aan hier ‘matig’, ‘onvoldoende’ of
‘(vrijwel) niet’ succesvol in te zijn. Voor medewerkers
van MBO-niveau blijkt het probleem het grootst.
Oomes (Deloitte & Touche): “Opmerkelijk is hette zien hoe techniek in Nederland wordt gewaardeerdin vergelijking met bijvoorbeeld Duitsland, Noord-Italië of Japan. Waar in Duitsland het uitvoeren van een technisch beroep als een zeer eerbare en nuttige taakbinnen de maatschappij wordt gezien, lijkt het erop dat de Nederlanders liever schone handen houden.Met slogans als ‘Kies exact’ en zelfs ‘Thea studeert tech-niek’ heeft de Nederlandse overheid aangegeven hetprobleem te onderkennen en ze tracht studenten voortechnische studierichtingen te interesseren.In Nederland blijft dit (mede) toch resulteren in metname een tekort aan vakmensen op middelbaar technisch niveau.
In Japan zien we een boeiend fenomeen op het gebiedvan het concentreren van met name hoogopgeleidetechnici. Op indrukwekkende ‘campussen’ concentrerenconcurrerende electronicagiganten als Sony enMatsushita technici om een optimaal (innovatief) kli-maat te scheppen met zoveel mogelijk synergetischeeffecten.”
� � ��
Voûte-Droste (lid Tweede Kamer VVD):“Productiebedrijven hebben een spilfunctie in deNederlandse banenmotor. Iedere baan die gecreëerdwerd in de ‘maakindustrie’ resulteerde in 2 extra banenin de dienstensector.”
omzetvergroting de aanbevelenswaardige manier om decontinuïteit van het bedrijf te garanderen. Dit gaat er welvanuit dat deze omzetvergroting gerealiseerd wordt metgezonde marges.
Wat heel duidelijk herkenbaar was aan het einde van delaatste economische groeiperiode, is dat veel bedrijven zichdusdanig sterk richtten op het veroveren van marktaandeel– de marktgroei leek bijna grenzeloos – dat er concessieswerden gedaan aan de winstmarges. Dit was een aanwij-zing van teruglopende organisatie-efficiency. Van dezegroep bedrijven kwamen er vele in financiële moeilijkhedentoen de ICT-bel uit elkaar spatte. De strategie én de organisa-tie van deze bedrijven was niet gericht op te veel tegenwind.
Oomes (Deloitte & Touche): “In de resultaten vanhet onderzoek is herkenbaar dat de meeste manufacturing-bedrijven in Nederland de kwaliteitsverbeteringslag intussen hebben gemaakt, waarbij de verbeteractiesgericht op milieu en veiligheidswetgeving nog wat naijlen.
Wat hoopgevend is om te zien, is dat de acties - met namedie voor het komende jaar gepland staan - zich niet alleenrichten op kostenvermindering. Een goed gebalanceerdeaanpak moet naast kostenvermindering zich ook duidelijkrichten op marketing & sales. Kostenvermindering isnatuurlijk een wat defensievere strategie die met name opkorte termijn vruchten afwerpt en het voortbestaan vanhet bedrijf kan zeker stellen. Voor de langere termijn is
0 5 10 15 20 25 30 35 40
% industriële ondernemingen
overig
ICT
procurement
HRM
R&D
logistiek
manufacturing
marketing/sales
Belangrijkste onderwerp management
afgelopen 12 maanden
4
2
6
10
11
12
23
32
4
5
6
7
9
14
20
35
0 5 10 15 20 25 30 35 40
% industriële ondernemingen
overig
ICT
procurement
HRM
R&D
logistiek
manufacturing
marketing/sales
Belangrijkste onderwerp management (2)
komende 12 maanden
Ongeveer 1 op de 3 bedrijven in het onderzoek geeft aan
dat ‘marketing/sales’ de belangrijkste aandacht heeft
gehad in de afgelopen 12 maanden. Verrassend is de
relatief lage positie van ICT.
Voor de komende tijd blijft de factor ‘marketing/sales’
de meest belangrijke. Procurement is de enige factor die
significant in belang stijgt, waarbij het niveau nog steeds
relatief laag blijft.
� � � �
18 Deloitte & Touche Made in Holland 19
Kansen en bedreigingen
De aandacht voor de top-line van de winst- en verliesreke-ning moest snel worden verlegd naar de ‘bottom-line’.
Bedrijven die op deze manier in de problemen komen volgen dan vaak verschillende strategieën. Eén van debekendere is de zogenaamde ‘kaasschaaf-methode’waarbij alle posten van de winst- en verliesrekening evenveel moeten inleveren. Dit levert minder gefocusteacties op, zonder duidelijk begin en einde. Uit onderzoekenbij veel bedrijven is gebleken dat een goed gefocuste multidisciplinaire aanpak tot de beste resultaten leidt.Hierbij worden alle verschillende posten die kunnen leidentot kostenreductie en reductie van het werkkapitaalgerankt op aantrekkelijkheid en uitvoerbaarheid, op korteén lange termijn. Deze posten kunnen variëren van inkoop,logistieke en organisatie-verbeteringen tot verbeteringenin de Belasting- en Transferprijsstructuur (bij grotere bedrijven). Bij een aantal bedrijven zijn al na drie maandengoede resultaten bereikt.”
• “internationalisatie”
• “komst Oost-Europa in EU (bedreiging cost leadership)”
• “kosten en beschikbaarheid van arbeid”
• “milieu-eisen die uitgaan boven onze internationale
concurrentie”
• “overcapaciteit in de markt”
• “slecht (geen) industriebeleid overheid”
Kansen• “benutten van de Europese markt”
• “door verschuiving in de keten (onder meer door
outsourcing) posities overnemen”
• “marktdiversificatie”
• “mogelijke outsourcing in bijvoorbeeld China”
• “marktspecialisatie”
• “onderscheiden door continue snelle productinnovaties,
grote flexibiliteit en duidelijk hogere kwaliteit te leveren”
• “overname van concurrenten”
• “milieubeleid dat om schonere energie-opwekking vraagt
op basis van fossiele brandstoffen”
• “productinnovatie en logistiek beheer”
Ondernemers zien een scala aan kansen en bedreigingen op
de middellange termijn van 5 jaar. Een beeldbepalende letter-
lijke selectie uit de antwoorden:
Bedreigingen• “acceptatie (wereldwijd) van lagere kwaliteit waardoor
lagelonenlanden onze product/marktcombinaties kunnen
overnemen”
• “aanhoudende economische depressie”
• “afhankelijkheid van 1 afnemer”
• “afnemers trekken naar goedkope landen en zoeken daar
hun toeleveranciers”
• “de toenemende snelheid van veranderingen maakt het
voor MKB-bedrijven moeilijker om de benodigde kennis
op peil te houden”
• “door consolidatie sterke groei van de concurrentie”
• “importen uit (voormalig) Oostblok”
• “increase of cost for our operations in The Netherlands,
in view of a productivity gain that will keep up with these
increases (this includes our own organization as well as
that of our suppliers)”
Visie
20 Deloitte & Touche Made in Holland 21
Met name de onderstaande conclusies rechtvaardigen verdere
reflectie:
• de verwachte concurrentiepositie van Nederland over
5 jaar zit ‘in de middenmoot’ (41%) of ligt onder het
gemiddelde (34%)
• 20% van de grotere productiebedrijven in Nederland
verwacht binnen 2 jaar een substantieel deel van hun
productiecapaciteit over te brengen naar het buitenland
• 62% verwacht dat na het verdwijnen van de productie-
capaciteit naar Oost-Europa en Azië ook research &
development naar die landen zal worden verplaatst.
Zeker in combinatie met ontwikkelingen als schaalvergroting,
contract manufacturing en de invloed van lagelonenlanden
genereert dit een serieuze bedreiging voor de Nederlandse
economie. Meer nog dan in het verleden zal het voor de
(industriële) onderneming noodzakelijk zijn een weldoordach-
te en getoetste strategische positie te kiezen.
Door de sterke internationalisatie van industriële markten
en (dus) de toename van internationale concurrentie zullen
industriële ondernemingen zich dienen te positioneren op
basis van hun core competences. Concurrentieverhoudingen
worden gepolariseerd: ‘excel or exit’. Een van de eigenschap-
pen van de huidige industrie is dat het verdwijnen van com-
plexe productieprocessen binnen de landsgrenzen (nagenoeg
zonder uitzondering) een commercieel irreversibel kennis-
verlies betekent.
Teneinde de concurrentiepositie van Nederland te verbeteren
zal een aantal maatregelen – op de volgende pagina bondig
weergegeven – genomen moeten worden.
Een aantal uitkomsten van ‘Made in Holland’ stemt tot naden-
ken.
Het belang van de industriesector is voor Nederland aanzien-
lijk, zowel in directe als afgeleide termen van onder meer
Bruto Nationaal Product en werkgelegenheid. In absolute ter-
men is het BNP (marktprijzen) over de periode 1995 – 2000
met 19% gestegen, hoewel als percentage van het totale
Nederlandse BNP het in dezelfde periode afnam van 17,99%
tot 16,18%.
1995 1996 1997 1998 1999 2000
Mln
v
Ontwikkeling BNP Nederlandse industrie66.000
64.000
62.000
60.000
58.000
56.000
54.000
52.000
50.000
48.000
BNP marktprijzen
54.365
56.923
59.589
54.469
64.880
61.106
1995 1996 1997 1998 1999 2000
% B
NP
ind
ust
rie
van
BN
P N
eder
lan
d
Ontwikkeling BNP Nederlandse industrie (2)18,5
18
17,5
17
16,5
16
15,5
15
17,99
17,0616,82
16,35
16,18
17,29
Intensivering samenwerking innovatiepartners
Industrie, overheid, universiteiten en hogescholen zullen
steviger en effectiever moeten samenwerken (bijvoorbeeld
op het terrein van fundamenteel onderzoek) om innovatie-
processen te faciliteren.
Garanderen marktwerking
De overheid moet de voorwaarden creëren voor een even-
wichtige marktwerking die ongewenste concurrentiever-
storing (bijvoorbeeld door buitenlandse overheidssteun)
tegengaat.
Lastenverlichting voor proces- en productinnovatie
Overheden zouden proces- en productinnovaties verder
kunnen stimuleren door positieve belastingprikkels te
geven.
Strategische assets
Industrie en overheid zouden de samenwerking kunnen
verstevigen om strategische Nederlandse “assets” (bijvoor-
beeld de Rotterdamse haven) op de lange termijn beter te
kunnen benutten.
Focus
Deels (!) analoog aan de Finse Nokia-case zou de
Nederlandse industrie meer gericht moeten worden op
een beperkt aantal kernsectoren, waarin zij kan excelleren.
Een evenwichtige mix om risico’s afdoende af te dekken
is daarbij onontbeerlijk.
Aantrekken buitenlandse ondernemingen
Nederland is in de afgelopen decennia betrekkelijk
succesvol geweest in het aantrekken van buitenlandse
ondernemingen. Om de uitstroom van productiefaciliteiten
te kunnen compenseren wordt het belang van dit beleid
nog groter.
Branchegroep Manufacturing
De branchegroep Manufacturing van Deloitte & Touche is
sinds medio 2000 actief. De branchegroep richt zich op grote
en kleinere bedrijven in de sectoren Aerospace & Defence,
Automotive en Process. Bovendien haken wij aan bij de inter-
nationale Global Industry Group Manufacturing van Deloitte
Touche Tohmatsu. Onze diensten betreffen onder andere
controle van de kwaliteit van de financiële administratie en
de controle van de jaarrekening en advisering op gebied van
strategie en beleid, ICT, data-mining en business-intelligence,
organisatieverbetering, logistiek, fusies en overnamen,
(bedrijfs)waardeanalyse, vermogensbehoefte en financiering,
(omzet)belasting en douane.
Leden Branchegroep Manufacturing
K.L. van Dorp RA Voorzitter branchegroep,
Deloitte & Touche
Accountants
M.M.A. Wijgerse Branchemanager
M.H.J.M. van Caam RA Deloitte & Touche
Accountants
M.J.R. Gregoire Deloitte & Touche
Human Capital Group
M.Th.M. Karsten ing. Deloitte & Touche
Bakkenist
ir. drs. R.E. de Lange Deloitte Consulting
M. Beelen RA Deloitte & Touche
Accountants
mr. M.J. Bik Deloitte & Touche
Belastingadviseurs
E.R. Termaten RA/CPA Deloitte & Touche
Accountants
Deloitte & Touche is met 6000 medewerkersen negentig kantoren één van de grootsteorganisaties in Nederland op het gebied vanaccountancy, belastingadvisering, consul-tancy en juridische dienstverlening.
Internationaal maakt Deloitte & Touche deeluit van Deloitte Touche Tohmatsu, een van ’s werelds grootste professional servicesorganisaties, met vestigingen in 140 landen.
Deloitte & ToucheAdmiraliteitskade 50Postbus 2031 3000 CA Rotterdam
Branchegroep ManufacturingTelefoon: (010) 272 16 62Fax: (010) 272 11 34E-mail: [email protected]: www. deloitte.nl
© Deloitte & Touche, april 2002Eerste druk